RIJKSUNIVERSITEIT LEIDEN 0474 4947 Au




> •

CATALOGUS DER BIBLIOTHEEK JOANNES THYSIUS. LEIDEN. Firma e. J. B RIL L. 1879.

En als hij het huis binnentreedt en den trap opgaat die naar de bovenverdieping leidt, zal hij hier eene kleine boekverzameling vin den, opgesteld in hetzelfde lokaal en voor een deel in dezelfde boe kenkasten die daartoe volgens den wensch des erflaters voor meer dan twee eeuwen werden ingericht. Deze erflater: Johan Thijs, de zoon van een Amsterdamsch koopman, die te Leiden in de rechten studeerde, zich daar met der woon vestigde en in 1653 °P een- of twee-en dertigjarigen leeftijd^) overleed, heeft door zijne stichting aan de wetenschap een duurzamen dienst bewezen. Hij bepaalde niet alleen dat zijne boekverzameling ten algemeenen gebruike zou worden opengesteld maar liet ook eenige fondsen na om haar aan te vullen. Te be treuren is het dat die aanvulling geruimen tijd op eene ondoelma tige wijze heeft plaats gehad. Ook het beheer liet in vervolg van tijd te wenschen over, zoodat wij ons mogen verheugen dat van de zeldzaamste en kostbaarste boeken nog de meesten behouden zijn gebleven. 1) Hij is in het Album Studiosorum der Leidsche hoogeschool ingeschreven in 1635 den 13 Aug. als literator aet. 14 en in 1648 den 27 Aug. als juris licentiatus, aet. 26.
IV Tot het drukken van een catalogus werd al spoedig overgegaan. De eerste, waarin geen boeken voorkomen na 1Ó53 uitgegeven, schijnt echter alleen als proeve gedrukt en niet in den handel ge bracht te zijn. Er is een exemplaar in de boekerij van aan wezig zonder titelblad (77 blz. in 4°)- Daarop volgde de cata logus van 1677. Uit een gecollationneerd exemplaar van t jaar 1718 blijkt dat toen reeds eenige boeken „wegh” waren, o. a. een bundel die aldus beschreven is: Alfonsi Giaconii Historia Belli Dacici. Romae 157Ó- Item, Co- lumna Trajana intima et extima. — Entrada en Roma di Am- bass. di Polonia. — Cavalcada di gran Turco e Pontifice. — Triumpho di Carolo V. — Begraefnis vande Heer van Brede- rode tot Vianen, en Johan Albrecht van Solms, 1624. — ’t Le ven der Turcken. (Libri Historici in folio N°. 228). De overige verliezen zijn van minder beteekenis. Ook wat sedert in ’t ongereede raakte is niet van dien aard dat Frans van Mieris in zijne „Beschryving der stad Leyden” (Dl. II blz. 554, vgl. blz. 58*) gerechtigd was tot de klacht dat „de stichting beklaaglyk (was) te niet geloopen (en) zelfs de naagelaatene boeken zoo verre ver minderd, dat ze nauwelijks waardig zijn bezien te worden.” Men heeft daartoe slechts onzen catalogus met die van 1677 en 1739 te vergelijken, en houde nog daarbij in het oog dat eenige bundels pamfletten die in vroegere catalogi .onder afzonderlijke nommers voorkomen, uit elkander genomen en de stukjes op het jaar der uitgave in de groote verzameling, die de boekerij bezit, inge voegd zijn. Het is door deze verzameling van vlugschriften, die met de eerste jaren der zestiende eeuw een aanvang neemt en door latere aan- koopen tot het begin der onze is voortgezet, dat de Bibliotheek van Thysius thans de meeste bekendheid heeft. En werkelijk doet zij ook niet onder voor eenige andere collectie van dien aard. Het getal stukken tot het begin van 1672 (zoover als zij thans beschreven is), be draagt reeds 8300 nummers. Daaronder zijn nog niet gerekend ver scheidene omslagen metFransche pamfletten (hoofdzakelijk Mazarina- des), Hoogduitsche en Engelsche, die geene betrekking op Neder land hebben. Indien deze verzameling en die op onze andere bi bliotheken eenmaal geheel gerangschikt en beschreven zijn hopen
V wij dat aan eene bevoegde hand zal worden opgedragen om de verschillende catalogi voor den druk tot een geheel te vereenigen. Kan voor ’t overige de Bibliotheek van Thysius in geen vak van wetenschap op eenige volledigheid aanspraak maken, zij behelsde toch te veel merkwaardige boeken om niet een met eenige zorg bewerkten catalogus te verdienen. Gaarne nam ik, toen Curatoren mij daartoe uitnoodigden, die taak op mij. Met hun goedvinden werden eenige werken die geheel niet in deze verzameling passen of vollediger op de Universiteits-bibliotheek aanwezig zijn, niet in den catalogus opgenomen. Ook zal men daarin niet vinden de beschrijving der familiepapieren, die een nader onderzoek misschien wel zouden beloonen. Men treft daarbij aan: brieven en „nondum edita” van den bekenden geleerde Constantijn 1’Empereur van Op- pijck, die met Catharina Thijs, eene tante van Johan, gehuwd was, brieven van verschillende verwanten van Thysius, o. a. uit het geslacht de Bacher, waaruit ook zijne moeder gesproten was, acten op perkament en zelfs oude handelsboeken in zeer merk waardige banden van de tweede helft der zestiende eeuw. De boekerij zoo als die was bij den dood van Johan Thijs, draagt de blijken geheel door hem zelven verzameld te zijn. In verschei dene boeken komen de namen der vroegere bezitters voor, die een enkele maal door mij zijn aangeteekend. In sommigen vindt men den naam van Jacobus Thysius. Deze Jacob was de oudoom van den erflater, broeder van zijn grootvader Christoffel en van An- thoni, den ouderen der beide Leidsche hoogleeraars van dien naam. Waarschijnlijk met zijn vader, bij de verovering van Antwerpen in 1584 uitgeweken, trad hij in dienst van den landgraaf van Hessen, werd zijn secretaris en bibliothekaris en later hoogleeraar in de geschiedenis en letteren aan de Hoogeschool te Marburg. Over de inrichting van dezen catalogus een paar opmerkingen. Bij de rangschikking is geen „stelsel” gevolgd. Bij kleinej verza melingen als deze meen ik dat het de meest praktische weg is om de boeken in eenigzins gelijkmatige groepen te verdeelen. Van daar b.v. de afdeeling „Geheime wetenschap,” die bij de weten-
VI schappelijke indeeling eener groote bibliotheek geen reden van be staan zou hebben. Wat voorts de plaatsing der hoofdwoorden vóór anonieme titels betreft, en de gedurige herhaling van de na men der schrijvers, dit is geschied om het invoegen der titels in den catalogus der Leidsche universiteits-bibliotheek (die zoo als men weet uit bladtitels bestaat) gemakkelijk te maken. Voor de beschrijving der prenten op blz. 302—310 van den ca ‘ talogus voorkomende ben ik veel verplicht aan mijn geachten vriend J. Ph. van der Keilen, den directeur van het Prentkabinet aan’s Rijks Museum te Amsterdam, die mij met groote welwillendheid daarbij zijne hulp verleende. Dat ik mij om inlichtingen betreffende sommige oude drukken niet te vergeefs wendde tot onzen in de kennis daarvan zoo doorkneeden en altijd hulpvaardigen Rijks-bibliothekaris Dr. Camp bell behoef ik er nauwelijks bij te voegen. Leiden, Februari 1879. P. A. TlELE.


Algemeene werken. INLEIDING TOT DE STUDIE; ENCYCLOPAEDISCHE WERKEN. Possevinus, Ant, Bibliotheca selecta de ratione studiorum. Re- cogn. ab eodem et aucta. Colon. Agr., J. Gymnicus. 1607. fol. Cnaustinus, Hen., Officia scholastica seu regulae discentium. [Erphordiae, Geo. Bawman]. 1574. 8°. GrotiuS, Hugo. — H. G. et aliorum Dissertationes de studiis instituendis. Amsterod., Lud. Elzevier. 1645. 12°. Hoornbeeck, Joh., Oratio de studio SS. Theologiae, eet. Ultraj., J. k Waesberge, 1644. 4 0 . Maestertius, Jac., De imminuendo labore studii juridici dis- sertatio, eet. Lugd. Bat., F. Hegerus et F. Hackius. 1639. 4°- Trithemius, Joa., Libri Polygraphiae VI. Quibus praeter cla- vem et observatt. Ad o. a Glauburg acc. ejusdem auth. lib. de septem secundeis seu intelligentiis orbes post Deum moventi- bus, eet. Argentor., L. Zetzner. 1613. 8°. Honorius Augustodunensis, Mundi synopsis sive de imagine mundi 11. Ill eet. Spirae, B. Albinus. 1583. 8°. Ramus, P., Scholae in liberales artes. Basil., Eus. Episcopius et Nic. f. haeredes. 1569. fol. Fioravanti, Loon., Miroir universel des arts et sciences. Mis en Frangois par Gab. Chappuys. He édit. Paris, P. Cavellat. 1586. 8°. Met de handteekening van « Johannes Hugonis a Linschoten.” Gregorius, Pt., Syntaxes artis mirabilis. Colon., L. Zetzner. 1600. 2 tom. l vol. 8°. — Commentaria in Syntaxes artis mirabilis. Colon., L. Zetzner. 1610. 4 tom. 2 vol. 8°.
2 Zuingerus, Th., Theatrum humanae vitae, locupletatum, cet Jac. Zuingeri fil. recognitione. Basil., S. Henricpetri. [1604. 29 vol. et Indices, in] 4 vol. fol. Francois, Réné, Essay des merueilles de nature et des plus nobles artifices etc. XIR edit. augm. Paris, J. Dugast. 1646. 8°. Av. fig. Neuhusius, Edo, Theatrum ingenii humani, cet. Ed. noviss. Amstelod., J. Jansonius. 1648. 12°. ALGEMEENE TIJDSCHRIFTEN EN VERZAMELINGEN. Histoire critique des journeaux. Par M. C*** [Den. Fra. C a mu sat]. Amsterdam, J. F. Bernard. 1734- 2 tom. l vol. 8°. Mitarbeiter (Die) an Fr. Nicolai's Allgem. Deutscher Biblio- thek nach ihren Namen und Zeichen in 2 Registern geordnet [von G. Parthey]. Berlin, Nicolai. 1842. 4 0 . Acta Eruditorum. Lipsiae, Gross et Gleditsch, 1682 173 1 - 50 vol. 4 0 . C. fig. Supplementa. Ibid. 1692—1734- 10 tom. 4°- C. fig. — (Nova) eruditorum. Lipsiae, Gleditsch et Martini. 1732 1776. 43 vol. 4 0 . C. fig. Supplementa. Ibid. 1735—57< 8 tom. 4 0 . — Indices generales. Ibid. 1693—1745- 6 tom. 4°. Zeitungen (Neue) von gelehrten Sachen [herausgeg. von J oh. Gotti. Krause]. Leipzig, J. Grossens Erben etc. 1715—30. 30 Th.; 1731 Th. I; 1732—38. 14 Th.; 1759 Th. L; 1766-68. 6 Th.; 1780. 2 Th. l Bd. 8°. Nachrichten (Zuverlassige) von dem gegenwartigen Zustande, Veranderung und Wachsthum der Wissenschaften. [Herausgeg. von Chr. Gotti. Jöcher]. Leipzig, J. F. Gleditsch. 1740—57* 216 Th. 18 Bde. 8°. M. Portr. Nachrichten (Vollstandige) von dem ordentlichen Inhalte deren kleinen und auserlesenen Academischen Schriften etc. [Herausgeg. von Abr. Kriegel]. Leipzig, C. L. Jacobi. 1746—60.14Bde.8°. Amusemens d’un homme de lettres ou jugemens raisonnés et concis de tous les livres qui ont parus, tant en France que dans les pays étrangers pendant 1 année 1759' [P ar P. L. d A quin et N. Caux de Cappeval]. Paris, Cailleau. 1760. 4 tom. 8°. Lc même ou.vra.gc fut publié sous le titre de 9f Semaine litteraire.
3 Blbliothek der schonen Wissenschaften und der freyen Künste. He Auflage [des I — V Bdes]. Leipzig, J. G. Dyck. 1760—62, 60—65. 12 Bde. 8°. M. Portr. — (Neue) der schonen Wissenschaften und der freyen Künste. Leipzig, Dyck. 1765—1806, 72 Bde. 8°. M. Portr. Register. Ibid. 1767—98. 7 Bde. 8°. Merkur (Der Teutsche). [Herausgeg. von C. M. Wieland]. Frankfurt und Leipzig 1773; Weimar, C. L. Hoffmann. 1774—89. 34 Bde. 8°. — (Der neue Teutsche). [Herausgeg. von demselb.] Weimar 1790- 1806. 34 Bde. 8°. Mélanges tirés d’une grande bibliothèque. [Par A.R. de Voyer d’Argenson et A. G. Contant d’Orville]. Paris, Moutard 1779—88. 68 tom. et Table. 2 tom. 8°. Literaturzeitung (Neue Leipziger). Leipzig 1805—8,1810,1811. Bd. l, 2. 4 0 . — (Leipziger). Leipzig, Breitkopf u Hartel 1812—21. 20 Bde 4° • Beytrage (Dörptische) für Freunde der Philosophic, Litteratur und Kunst. Herausgeg. von Ka. Morgenstern. Mit der Chronik der Universitat Dorpat. Dorpat, J. C. Schünmann. 1813—2l.3Bde.8°. Literatur-Zeitung (Allgemeine). Halle und Leipzig. 1819—1824. 22 Bde. 4 0 . Ontbreekt: 1824 Bd. III. Literaturzeitung (Jenaische Allgemeine). Jena und Leipzig 1819—1841. 60 Bde. 4 0 . Aan de eerste jaargangen ontbreken enkele deelen. — (Neue Jenaische Allgemeine). Leipzig, Brockhaus 1842—46. 10 Bde. 4 0 . Bibliothèque universelle des sciences, belles-lettres et arts, fai- sant suite & la Bibliothèque Britannique. Rédigée a Genève par les auteurs de ce dernier recueil. Genève 1819—1835. 4e — 20e Année. 113 vol. 8°. Manque le N°. de Janvier 1820. — universelle de Genève. Nouv. Série. Genève, B. Glaser. 1836—45* 60 tom. 8°. Quatrième série. Genève, Cherbuliez. 1846—51 • Tome l—18. 27 vol. 8°. [Theses a studiosis Academiae Leidensis exercitii causa publice disputatae. Acc. Carmina varia in laudem eorum qui Theses de- fenderunt. Lugd. Bat., F. Raphelengius, Joa. Paetsius, Th. Bas- son, 1588—96. In plano (lig. in 1 vol. fol.) et 2 vol. in 4 0 ]. [Dissertationes quaedam in Academia Lugd. Bat., et una in Acad. Traject, defensae a. 1623—1652. 4 0 .]
4 Album amicorum Sam. Bacchaeri (de Bacher) Antverpiani. 1601—1608. In 8°. obi. S. de B. was een zoon vanAndries de B., lijfarts van den hertog van Bruns- wijk en bloedverwant van de familie Thysius. Hij studeerde aan de Leidsche Hoogeschool. Dit album behelst inscripties van de volgende personen: Christianus Dux Brunsvicensis. 1608. • - Rudolphus Dux Brunsvi- censis. 1608.— Dav. Mostartus. 1603. — Iax v< i TpvQüv euyevyt; eMijv toü sk Mavo/3«s , ;«?(?) tij? QihccTcovetroüs (sic.) — Joa. et Andr. Firley Barones de Dambrovicza, Londini. 1606. — Fr. Junius. 1601. — G. Tuning 1606. — Luc. Trelcatius. 1601. — Ever. Bronchorst. 1603. — Tobias Paurmeister a Kochstet, Halber- stadii. 1608. — Chr. Pezelius, Bremae 1603. — Fr. Gomarus. 1603. — J°. Bollius, Stadae 1603. — Ant. Thysius. l6o5- — Pt. a Weyter, Halberst. 1603. — Otho Casmannus, Stadae. — Paullus G. f. P. n. Merula. 1606. —Jac. Arminius. 1606. — Corn. Duroot 1605. — Sim. Dunius. 1603. — Steph. Bacherus. 1603. — Corn. Pijnaeker. 1606. — Jac. Zuerius, Lingae 1603. — Paull. ab Arnhem. 1603. — Dom. Baudius. 1606. — Raph. Thorius, Londini 1606. — Corn. Swanenburch. 1606. — B. Vulcanius. 1605. — Arn. Freitagius, Wolfferbyti 1603. — Godefr. Montius. 1608. — Guil. a Lyere. 1608. — E. Vorstius. 1606. — Jac. Tayardus, Bremae 1603. — Joa. Plettenburch. 1607. — Dan. Sachsius, Halberst. 1603. — Daphnius Basilicus (Laur. Jac. Reael). 1606. —Ant. Oetgens. 1606.—Joa. Murdisonus. 1601.— Pt. de Lespiere. 1606. — G. Facchaeus. 1608. — Bernh. Schro- derus, Bremae 1603. — Christoph, a Dorsted. 1608. — August. Thysius. 1606. — Sal. Neugebauer de Cadano, Londini. 1606. — Henr. Schwartzwaldt. 1603. — Mt. Sladus. 1602. — Dan. Cas- tellanus Cantuariensis. 1603 — Benj. Busius. 1602. — Hier. Vogellius. 1608. —Joa. Taffinus. 1606. — Adr.Cromholt.1608.— Is. van der Voort. 1608. — Jonas A. Byler Londinensis. 1608. — Dan. de Raet. 1608. —• Rod. de Zyll. 1606. — Herm. H. Mon- tanus. 1603. — Nath. Launaeus. 1602. — Dav. a Wassenburch. 1606. — Joh. Lud. Calandrinus. 1603. — Dan. Schelkens. 1603. — Joan, de Laet. 1603. — Jac. Balduini a Berlicom. 1608. — Sam. Eberhardt. 1602. — Henr. Feith. 1607. — Mt. Chytraeus. 1605* — Joa. Bocardus. 1603. — Christoph. Hellerus. 1606. — Pt. Cupus. 1604. — Joa. Cas. Junius F. f. 1603. — Is. Massisius. 1605* — Com. Schottus. 1605. — Am. Gregorii. 1603. — C. Ruysch. 1605. — Ger. Marinus. 1606. — Pt. Cobbius. 1608. — Andr. Helmerdinck, Halberst. 1608. — Zach. Belinus a Belllort, Lon dini. 1606. De personen wier woonplaats niet Is opgegeveh wafêtl woonachtig te Leiden, Amsterdam of Harderwijk.
5 ALGEMEENE BIBLIOGRAPHIE; OPENBARE EN BIZONDERE BIBLIOTHEKEN. Petzholdt, Jul., Bibliotheca biblographica. Kritisches Verzeichniss der das Gesammtgebiet der Bibliographic betreffenden Litterator des In- und Auslandes. Leipzig, W. Engelmann. i860. 8°. Mallinckrot , Bern. è., De ortu et progressu artis typographicae, eet. Colon. Agr., J. Kinchius. 1639. 4°- Gesnerus, Conr. — Bibliotheca instituta et collecta primum a C. G., deinde in epitomen redacta,cet. per Jos. Simlerum, jam vero amplificata per Joh. Jac. Frisium. Tiguri, C. Froschouer. 1583. fol. La ,Croix du Maine — Premier volume de la Bibliotheque du Sr de —, qui est un catalogue de toutes sortes d’autheurs qui ont escrit en Frangois depuis 500 ans et plus jusques k ce jourd’huy etc. Paris, A. 1’Angelier. 1584. fol. Draudius, Geo., Bibliotheca classica sive catalogus officinalis in quo singuli singularum facultatum ac professionum libri qui in quavis fere lingua extant eet. recensentur. Francof. ap'J. Saurium, imp. Pt. Kopffii. lóll. 4 0 . Ferwerda, Abr., Catalogus universalis cum pretiis, of de boek- negotie benevens de kennisse en waarde derzelven gemakkelijk gemaakt enz. Leeuwarden, A. Ferwerda en G. Tresling. Z. jr. 2o sta. 8 bdn. 8°. — Supplementum Catalogi universalis librorum in folio etc. Ibidem. 3 sta. 1 bd. 8°. Baumgarten, Siegm. Jac., Nachrichten von merkwürdigen Büchern. Halle, J. J. Gebauer. 1752—58. 12 Bde. 6 vol. 8°. Hummel, Bern. Fri., Neue Bibliothek von seltenen und sehr seltenen Büchern und kleinen Schriften, samt beygef. noch un- gedruckten Briefen und .andern Aufsatzen gelehrter Manner der vorigen Zeiten. Nürnberg, Bauer. 1776—82. 3 Bde. 8°. Abkoude, job. van, Naamregister van de bekendste en meest in gebruik zijnde Nederduitsche boeken sedert 1600—1761 uitgeko men enz. Tot het jaar 1787 vermeerderd door Rein. Arren berg. He druk. Rotterdam, G. A. Arrenberg. 1788. 4 0 . Laborde, L. de, De 1’organisation des bibliothéques dans Paris. Ie—IVe Lettre. Paris, Franck. 1845. 4 pt. 8°. maj. Av. pl. Roccha, Ang-, Bibliotheca apostolica Vaticana, a SixtoV. P. M. in splendid, locum translata, commentario illustrata. Romae, typ. Vatic. 1591. 4°. C. tab.
6 James, Tho., Catalogus universalis librorum in Bibliotheca Bod- leiana, eet. Oxonii, J. Liehfield et J. Short. 1620. 4 0 . Cum charta inserts et additionibus mss. Appendix ad Catalogum cet. Ed. II locuplet. Ibid. 1Ó35- 4°- Catalogus interpretum S. Scripturae in bibl. Bodl. cet. Ed. corr. Ibid. 1635- 4°. Puteanus, Eryc., Auspicia Bibliothecae publicae Lovaniensis. Acc. Catalogus librorum primae collectionis. Lovanii, Ev. de Witte. 1639. 4 0 . Suringar, G. C. B., De Akademische Bibliotheek te Leiden, vooral met het oog op het natuur en geneeskundig onderwijs, uit [zijne] nagelaten aanteeken. meegedeeld doorP. H. Suringar. Amsterdam. 1876. 8°. Catalogus bibliothecae Jo a. Thysii. [Lugd. Bat., circ. 1650]. Titulus deëst. 4 0 . — bibliothecae nob. viri-juvenis J o a. Thysii institutae in perpetuam sui memoriam etusum posterorum. Lugd. Bat., A. Doude. 1677.4 0 . — bibliothecae [ut praeced.] Lugd. Bat., J. W. de Groot. 1739- 4°* — bibliothecae Thysianae in Academia Lugduno-Batava. Ex typ. J. G. la Lau. 1852. 8°. Catalogus van de bibliotheek der stad Amsterdam. Amst. 1856—76. 6 dln. 8°. Catalogus bibliothecae Thuanae,aPt.etJac. Puteanis primum distrib., turn, ab Ism. Bullialdo digestus, nunc vero editus a Jos, Quesnel. Paris., D. Levesque. 1679- 8°. Catalogus bibliothecae Jo a. de Witt. Joa. fil. Auctio 20 Oct. 1701. Dordraci, T. Goris et J. van Braam. 8°. Cum pretiis mss. Catalogus. — Bibliotheca Cometiana s. catal. libr. August. Le Comte. Vente 4 Sept. 1730- Paris, G. de Bure etc. 1730. 8°. Cum pretiis mss. Catalogus. — Bibliotheca Lambergiana & collectio libr. quos collegit Tib. Lambergen. Auctio 15 Maji 1764. Groningae, H. Span- daw. 1764. 8°. Cum pretiis quibusdam mss. Catalogus bibliothecae Herm. Arn. Werumei. Auctio 7 Oct. 1783. Groningae, J. Bolt etc. 8°. Cum piretiis quibusdam mss. ■ Catalogus librorum quos collegit Pt. Stinstra. Auctio fiet Franek. 15 Apr. 1822. Harlingae, M. van der Plaats. 8°. Cum pretiis mss. Catalogus. — Catalogue des livres delaissés par J. Raye Seign.de Breukelerwaard. Vente 28 Mars 1825. La Haye, fr. van Cleef etc. 8°. Avec. prix mss.
7 Catalogus van boeken, nagel door P. van Halen en L. G. C. Gram. Verkooping 8 Aug. 1842. ’s Gravenh., J. W. ten Hagen. 8°. Met geschreven prijzen. Catalogus. — Catalogue of the mathematical, historical, bibliogra phical and miscellaneous portion of the library of Gugl. Libri etc. London, S. Leigh Sotheby and J. Wilkinson. 1861. 8°. W. pi. LETTERKUNDIGE GESCHIEDENIS IN ’T ALGEMEEN; IN VERSCHIL LENDE LANDEN; LEVENS VAN ENKELE GELEERDEN. Voerthusius, Joa., Academiae veteris et novae ad Maximilianum Austrium II Rom. regem, in coronatione Francofurtensi gratula- tionis ergo legatio, qua virorum eruditione illustrium divina vufiTxSei» proponitur. Francof., L. Lucius. 1653. 4° Ch. maj. Sambucus, Joh. — Veteram aliquot et recentium Medicorum philo- sophorumque icones. Ex bibliotheca J. S., cum ejusdem elogiis. Praemisso hac edit, vitae singulorum et scriptoram indiculo, eet. [Lugd. Bat ], Offic. Plantin. Raphelengii. 1603. fol. Tomasinus, jac. Ph.iL, Illustrium virorum elogia, iconibus exor- nata. Patavii, D. Pasquardus et soc. 1630. 4 0 . — Elogia virorum literis et sapientia illustrium, imaginibus exor- nata. Patavii, Seb. Sardi. 1644. 4 0 , Allatius, Leo, Apes urbanae sive de viris illustribus qui aba. 1630 per totum 1632 Romae adfuerunt ac typis aliquid evulga- runt. Romae, L. Grignanus. 1633. 8°. Hirsching, Fri. Ca. Gottl-, Historisch literarisches Handbuch berühmter und denkwürdiger Personen welche in dem 18 Jahrhund. gestorben sind etc. [in alphabet Ordnung. Fortgesetzt von Joh. Hei. Ma. Ernesti]. Leipzig, Schwickert. 1794—1815.17Bde.8°. Alegam.be, Pt., Bibliotheca scriptoram Societatis Jesu, eet. Ant- verp., J. Meursius. 1643. fol. Pabrouius, Ang., Vitae Italoram doctrina excellentium qui sae- culo [XVII et] XVIII floruerunt. Romae, Komarek, etc. 1766—89. Vol. I—XIV. 8°. Argelatus, Phil., Bibliotheca scriptoram Mediolanensium, eet Praemittitur Jos. Ant. Saxii Historia literario-typograph. Me- diolanensis. Mediol., in aed. palat. 1745- 2 torn. 4 vol. fol. Tiraboschi, Girol., Biblioteca Modenese o notizie della vita e delle opere degli scrittori natii degli stati del duca di Modena. Mo dena, Soc. tipogr. 1781—86. 5 tom. 4 0 .
8 Tiraboschi, Girol.— Notizie biograficheeletterarie, incontinua- zione della Biblioteca Modenese di—. Reggio, Torreggiani eCo. 1833—37- 5 tom. 4°. AflFft, Ireneo — Memorie degli scrittori e letterati Parmigiani, rac- colte da — [e continuate da Ang. Pezzana]. Parma, Stamp. | reale. 1789—1833. 7 tom. (tom. VI in 3 pt.) 4 0 . Toppi, Nic., Biblioteca Napoletana et apparato a gli huomini il- lustri in lettere di Napoli e del Regno, dalle loro origini per tutto 1’anno 1678. Napoli, A. Bulifon. 1678. fol. Hispania — Hispaniae bibliotheca seu de academiis ac bibliothecis. Item elogia et nomenclator clarorum Hispaniae scriptorum, eet. [Auctore And. Schotto]. Francof., Cl. Marnius etc. 1608. 4 0 . Castro, Jos. Rodr. de, Biblioteca Espanola etc. Madrid, Impr. Real de la Gazeta. 1781, 86. Tomo I, II. fol. I. Escritores Rabinos Espanoles. II. Escritores gentiles Esp. y Christianos hasta fines del siglo XIII. Sainte-Marthe, Scev. de — Eloges des hommes illustres, qui de pths un siecle ont fleury en France dans la profession des lettres. Composez en Latin par —. Et mis enFrangoispar G. Colletet. Paris, A. de Sommaville et A. Courbé etc. 1644- 4°- Adamus, Melch., Vitae Germanorum theologorum qui superiori seculo ecclesiam Christi voce scriptisque propagarunt. ad a. us que 1618. Haidelb., J. Rosa. 1618. 8°. — Decades II continentes vitos theologorum exterorum principum qui eccl. Christi super, seculo propagarunt, Francof., J. Rosa. 1618.8°. — Vitae Germanorum jureconsultorum et politicorum, qui super, seculo et quod excurrit floruerunt. Haidelb., her. J. Rosae. 1620.8°. Hamberger, Geo. Cph.— Das Gelehrte Teutschland oder Lexikon der jetztlebenden Teutschen Schriftsteller. Angefangen von —. Fortgesetzt von Joh. Geo. MeuseI. IV« vermehrte Ausgabe. Lemgo, Meyer. 1783—84. 4 Bde. 8°. Erster bis Fünfter Nachtrag zu der IVen Ausgabe, von Joh. Geo. Meuse 1. Ibid. 1786—95- 6 Bde. 8°. Meusel, Job. Geo., Lexikon der vom J. 1750 bis 1800 verstor- benen Teutschen Schriftsteller. Leipzig, G. Fleischer. 1802—16. 15 Bde. 8°. Hartzheim, Jos., Bibliotheca Coloniensis, in qua vitaetlibri typo vulgati et manuscripti recensentur omnium archi-dioeceseos Colo niensis, ducatuum Westphaliae, Angariae, Moersae, Cliviae, eet indigenarum et incolarum scriptorum. Acc. vitae pictorum, chal- cographorum et typographorum celebrium. Colon. Agr., T. Oden- dall. 1747. fol.
9 Rassmann, Fri., Munsterlandisches Schriftsteller-Lexicon, etc. Lingen, F. A. Julicher 1814. 8°. Nachtrage. Ibid. 1815; Münster, Coppenrath. 1818, 24.3 St. 8°. Ost-Friesland (Das gelehrte). [Von Enno Joh. Hei. Tjaden]. Aurich, J. H. L. Borgeest. 1785—90. 3 Bde. l vol. 8°. M. Portn Miraeus, Aub., Elogia illustrium Belgii scriptorum, quiveleccle- siam Dei propugnarunt vel disciplinas illustrarunt. Antverp., Vid. et her. J. Belleri. 1603. 8°. Sweertius, Fra., Athenae Belgicae sive nomenclator Infer. Ger- maniae scriptorum, eet. Accessit eodem auct. XVII Inf. Germ, provinciarum, nec non praecip. orbis bibliothecarum et acade- miarum descriptio. Antverp., G. a Tungris. 1628. fol. Foppens, Joa. Fra., Bibliotheca Belgica sive virorum in Belgio vita scriptisque illustrium catalogus librorumque nomenclatura, cet. usque ad a. 1680. Bruxellis, P. Foppens. 1739* 2 tom. 4°> C. eff. Starovolscius, Sim., Scriptorum Polonicorum seu cen tum illustrium Poloniae scriptorum elogia et vitae. Francof., Jac. de Zetter. 1644* 4°> Tomasinus, Jac. Phil., Petrarcha redivivus, poetae vitamiconi- bus aere caelatis exhibens. Acc. Laurae brevis historia. Ed. II aucta. Patavii, P. Frambottus. 1650. 4°. Knight, Sam., Das Leben Erasmi von Rotterdam etc. Ins Deutsche übers. von Th. Arnold. M. Kupff. Leipzig, G. Löwe. 1736. 8°. _ Das Leben Johann Colets, Stiffters der Schule zu St. Pauli als des ernsten Grundsteins zur Reformation in England etc. Aus dem Engl, übers. von Th. Arnold. Leipzig, J. G. Löwe. 1735» 8°. M. Kupf. Simler, Jos., Oratio de vita et obitu Pt. Martyris Vermilii. Item Scripta quaedam P. M. de eucharistia nunquam antehac edita. His acc. Carmina doct. vir. in ejusdem obitum. Tiguri, C. Fro- schouer. 1563- 4 0> Naudaeus, Gabr., Panegyricus dictus Urbano VIII P. M. ob be neficia ab ipso in M. Thom. Campanellam collata. Paris., S. et G. Cramoisy. 1644. 8°. Vita Guil. Verheiden Belgae [auctorefratresuo Jacobo]. Cuiacc. ejusdem de ortu et occasu maximorum imperiorum oratio Ve- neta, edita per J a cobum fr. HagaeCom., Alb. Henrici. 1598-4°- Heinsius, Dan., Laudatio Jani Dousae. Acc. ejusdem Manes Dou- sici, Elogia item fun. Jos. Scaligeri et aliorum quaedam. Lugd. Bat., J. Paets. 1605. 4°- 2
10 Heinsius, Dan., In obitum Jos. Scaligeri orationes II Acc. Epi- cedia ejusdem et aliorum; effigies item ac monumentum S. et princ. Veronens. aeri incisa. Lugd. Bat., Oific. Plantin. Raphelengii. 1609. Prostant apud Lud. Elzevirium et Andr. Cloucquium 4°. Baudius, D., Oratio funebris dicta hon. et mem. Jos. Justi Scali geri. Lugd. Bat., Lud. Elzevier et Andr. Cloucquius. 1609* 4 • Vorstius, Ev., Oratio fun. dicta hon. et mem. Pt. Pavi [Pauw] med. prof. in Acad. L. B. Acc. in ejusdem obitum varia epice- dia. Lugd. Bat, Offic. Elzevir. 1617. 4°- Obitus. — In obitum Fred. Coenders ab Helpen, civit. Groninganae consulis, eet. orationes funebres II, epicedia et epigrammata va ria, eet. Groningae, J. Sas. 1618. 4°* GaJlutius, Tarq., In funere Rob. card. Bellarmini oratio eet. Pa ris., S. Cramoisy. 1622. 8°. Discours des choses mémorables qui se sont passees au trespas et aux funérailles du card. Bellarmin etc. Paris, S. Cramoisy. 1622.8 . Amama, Sixt., Oratio fun. in memoriam Gellii Hillama, in Fris. Curia consiliarii, eet. Franek., U. Balck. 1626. 4°- Bijgevoegd: „In obitum Gellii Hillama liberorum et heredum lachrymae funebres.” Ibid. 1626. Tronchin, Theod., Oratio funebris Sim. Goulartii, inEccl. Genev. pastoris mem. s. Acc. Epicedia variorum. Genevae, P. Aubertus. 1628. 4 0 . Flayder, Frid. Herm., Vita, mors et opera Jani Gruteri. Tubin- gae, T. Werlinus. 1628. 12°. Venator, Balth., Panegyricus Jano Grutero scriptus. Cui adjecta Epicedia amicorum. Genevae, P. Aubertus. 1631. 4°- Tomasinus, jac. Phil., Mc. Ant. Peregrini, rn gymn. Patav. juris canon, profess, prim., vita. Patavii. P. Frambottus. 1636. 4 0 . C. eff. Boxhorn, Mc. Zuer., Oratio fun. in obitum Dan. Sinapii philos. prof. eet. Lugd. Bat., Is. Commelin. 1638. 4 0 . La Barre (de) — Plainte apologétique du Sr — contre les calomnies de Cujas et ses adhérans. Leyde, J. Livius. 1641. 4°. Suivi de: „Copie d’une lettre éscrite au Sr. de la Barre.” Ibid. 1641.7 pp. Spanheim, Frid., Oratio funebris in excessum Joa. Polyandri a Kerckhoven, eet. Acc. Allocutio ad princ. Gulielmum et Epicedia. Lugd. Bat., Offic. Elzevir. 1646. fol. Ch. maj. Gassendus, Pt., Nic. Cl. Fabricii de Peiresc senatoris Aquisex- tiensis vita. Ed. Ill auction Hag. Com., A. Vlacq. 1Ó55* 4 • Water, J. W. te — Levensberigt van — overl. den 19 Oct. 1822, door hem zelven vervaardigd enz. [Leiden 1823?] 8°.
11 Notice nécrologique et historique sur J. J. Raepsaet. [Par Norbert Cornelissen] Gand, C. Annoot-Braeckman. 1841»8°. Av. portr. Feuerbach, Ludw., Anselm Ritter von Feuerbach’s Leben und Wirken, aus seinen ungedr. Briefen und Tagebiichern etc. M. Bildn. Leipzig, O. Wigand. 1852. 2 Bde. 8°. GESCHIEDENIS DER HOOGESCHOLEN. Middendorpius, Jac., Academiarum orbis Christiani 11. II cet. Coloniae, M. Cholinus. 1572. 8°. Nieuwenhuysen, Guil., Oratio ofte Vertooch van de noodt- wendicheyt ende profijt der Hooghe-scholen, ende drie Hooft- talen, Hebreeusche, Griecksche ende Latijnsche. Als ook drie corte tractaetkens enz. Enchuysen, J. Lz. Meyn. 1614- 4°- Conringius, Herm., De antiquitatibus academicis dissertationes VI. Helmestad., H. Muller. 1651. 4 0 . Lucae, Frid., Europaischer Helicon, auff welchem die Academiën oder Hohe Schuhlen von Anfang der Welt bis jetzo, aller Na tionen besonders Europae vorgestellt. Franckfurt a. M., S. T. Ho eker. 1711. 4 0 . M. Portr. Andreas, Valer., Fasti academici studii generalis Lovaniensis, cet. Edit. II auct. Lovanii, H. Nempaeus. 1650. 4 0 . Orationes inaugurales a Theol. Professor, et Collegii Ord. Hol- landiae moderator, habitae, cum facultas theolog. et Collegium instaurarentur, cet. Lugd. Bat., J. Marcus. 1620. 4 0 . Ch. maj. Academia. — Academiae Ultrajectinae inauguratio, una cum Ora- tionibus inauguralibus. Ultraj., Aeg. et Pt. Roman. 1636. 4 0 . Additae sunt Orationes inaugurales usque ad a. 1642. Bergh, L. Ph. C. van den, Gedenkboek van het tweede eeuw feest der Utrechtsche Hoogeschool. Utrecht, J. Altheer. 1837.8°. Testimonium Academiae Ultrajectinae et narratio historica qua defensae, quk exterminatae novae philosophiae. Rheno-Traject., W. Strickius. 1643. 4 0 . Series professorum et lectorum Academiae Frisicae quae est Fra- nequerae, cet. Apud N. Udink. 1745. 8°. . Lennep, J. van, Gedenkboek der plechtige viering van het twee honderdjarig bestaan der Doorluchtige school te Amsterdam. Amsterdam, P. Meyer Warnars. 1832. 8°. M. pl. Hermans, C. R., Geschiedenis der Illustre en Latijnsche scholen te ’s Hertogenbosch van 1630—1848. Amsterdam, J. Muller. 1852.8°.
Kampschulte, F. W., Die Universitat Erfurt in ihrem Verhalt- nisse zu dem Humanismus und der Reformation. Aus den Quel- len dargestellt. Trier , Fr. Lintz. 1858, 60. 2 Th. 1 vol. 8°. Hautz, Joh. Fri., Geschichte der Universitat Heidelberg. Nach hss. Quellen etc. Herausgeg. von Ka. Alex. v. Reichlin-Mel- degg. Mannheim, J. Schneider. 1862. 64. 2 Bde. 8°. Spina, Pt. de, Oratio votiva et gratulat. ad Carolum Ludovicum Elect. Palat, cüm renascentis Academiae Heidelbergensis archi- vum bono omine exhiberetur, eet. Francof., J. Ammonius. 1651.4°- Steubing, Joh. Herm., Geschichte der hohen Schule Herbom. Hadamar 1823. 8°. Arnoldt, Dan. Hei., Ausführliche und mit Urkunden versehene Historie der Königsbergischen Universitat. Königsberg, J. H. Har- tung. 1746. 2 Th. 8°. Tomek, Wenzel Wladiwoj, Geschichte der Prager Universi tat. Prag, G. Haase Söhne. 1849. 8°. Klüpfel, K., und Max Eifert, Geschichte und Beschreibung der Stadt und Universitat Tübingen. Tübingen, Fues. 1849- 2 Bde. 8°. Kink, Rud., Geschichte der kais. Universitat in Wien, nach den Quellen bearbeitet. Wien, C. Getold u. Sohn. 1854* 2 Th. 8°. Aschbach, Jos., Geschichte der Wiener Universitat im ersten Jahrhund. ihres Bestehens etc. M. Taf. Wien, K. K. Univers. 1865. 8°. Londinensis [pseud. John Kay], De antiquitate Cantabrigien- sis Academiae 11. II, eet. Adjunximus Assertionem antiquitatis Oxoniensis Academiae, eet. Londini, Hen. Bynneman. 1568. 8°. Dyer, Geo., History of the University and Colleges of Cambridge etc. Illustr. by engrav. London, Longman. 1814* 2 vol. 8°. maj. Privileges (The) of the University of Cambridge; together with additional observations etc. By Geo. Dyer. London, Longman a. Co. 1824. 2 vol. 8°. Academic Unity, being the substance of a general dissertation contained in the Privileges of the University of Cambridge, as transl. from the orig. Latin, with additions. By Geo. Dyer. Ibid. 1827. 8°. Taylor, W. B. S., History of the University of Dublin etc. Il lustr. by views etc. Londen, T. Cadell. 1845- 8°.
13 Wijsbegeerte*). IN 'T ALGEMEEN, LOGICA, METAPHYSICA enz. Grim, Egb., Oratio inaug. de philosophiae dignitate et utilitate, eet. Vesaliae, M. Hess. 1632. 4°- Gumposcb, V. Pb.., Die philosophische Literatur derDeutschen von 1400 bis auf unsere Tage. Regensburg, Manz. 1851. 8°. Rocholl, R. Beitrage zu einer Geschichte deutscher Theosophie etc. Berlin, G. Schlawitz. 1856. 8°. Lipsius, Just., Philosophia et Physiologia Stoica. Lugd. Bat., J. Maire. 1644- (2 pt. 1 vol.) 12°. T.nllins, Raym., Arbor scientiae. Opus nuperr. recogn. Lugduni, J. Caffin et F. Plaignard. 1Ó35- 4°- Ficinus, Mars., Omnia opera [edente Ad. Hen. Petri]. Basil., [Hen. Petri]. 1561. 2 tom. fol. Agricola, Rod., De inventione dialectica 11. III. Cum scholiis Joa. Mt. Phrissemii. Paris., S. Calvarinus. 1559- 4°* Vivos, Joa. Lud., De anima et vita 11. III. Viti Amerbachii de anima 11. IV. [Acc. Phil. Melanthonis de anima liber].Lugduni, Ant. Vincentius. 1555- 8°. Melanthon, Phil., Commentarius de anima. Argentor. [Offic. Crato Myliana]. 1548- 8°. Natta, M. Ant., Opera. De immortalitate animaell. V. Orationes, cet. Venetiis, Aldus. [Pau. Manutius.] 1564- fol. Natta, M. Ant., De Deo 11. XV. Venetiis, Pau. Manutius. 1560. fol. Natta, M. Ant., De pulchro, et obiter de universa mundi fabrica, deque hominis aliarumque rerum rationabili structura 11. VI. Venetiis, Fra. de Portonariis. 1555. fol. Mocenicus (Phil.) archiepisc. Nicosiensis, Universales Institutiones ad hominum perfectionem quatenus industria parari potest. Ve netiis, Aldus. 1581. fol. Ij De Oude Schrijvers vindt men in de afdeeling Grieksche en Latijnsche letteren. Dit geldt ook voor de overige wetenschappen.
14 Keeker^ann, Barth., Opera omnia quae extant. Colon. Allobr., P. Aubert. 1614. 2 tom. fol. Systema logicae minus, cet. nunc commentariis auctum, cet. [a Barth. Keckermann]. Francof. imp. J. Janssonii Amstelod. 1641. 8°. [Horstius, Greg., Exercitationes et controversiae de corpora hu- mano et anima. Wittebergae? 1612. 4 0 .] Titulus deëst. Suarez, Fra., Metaphysicae disputationes. Moguntiae, H. Mylius Birckmannus. 1614. 2 tom. l vol. fol. Bouju (Theophr.) sieur de Beaulieu, Corps de toute la philosophic etc. Le tout par demonstration et auctorité d’Aristote. Paris, C. Chastellain. 1614. 2 pt. 1 vol. fol. Bacon, Pra. —Fra. de Verulamio Instauratiomagna.Londini, J. Billius. 1620. fol. Commentarii Collegii Conimbricensis e Societate Jesu, in uni- versam Dialecticam Aristotelis. Ed. postr. repurg. Lugduni, J. Cardon et P. Cavellat. 1622. 2 pt. 1 vol. 4 0 . — Collegii Con. e Soc. J., in VIII 11. Physicorum Aristotelis, cet. Ibid. 1625. 2 pt. 1 vol. 4 0 . — Collegii Con. Soc. J. in III 11. de Anima Aristotelis. V edit. cet. Ibid. 1627. 4 0 . — Collegii Con. Soc. J. in II 11. de Generatione et Corruptione Aristotelis, cet. Lugduni, J. Pellehotte. 1613. 4°. — Collegii Con. Soc. J. in IV 11. de Coelo, Meteorologicos, Parva Naturalia et Ethica Aristotelis. Ibid. 1616. 4 0 . Case, Joa., Summa veteram interpretum inuniversam dialecticam Aristotelis, cet. Francof., Pt. Kopff. 1622. 8°. Czanaki, Mt. Mant., Controversiae partim logicae et philosophiae, partim etiam theologicae, cet. Lugd. Bat., Joa. Cornelii Wour- danus. 1625. 8°. Murner, Th., Chartiludium logicae seu logica poëtica vel memo- rativa. Opera, notis et conjecturis Joa. Balesdens. Paris., Tus- sanus de Bray. 1629. 8°. C. fig. Beverwijck, Joh. van. — Joh. Beverovicii Epistolica Quaestio de vitae termino, fatali an mobili? Cum doctorum resr ponsis. II edit, triplo auctior. Lugd. Bat., J. Maire. 1636. 4°. Du Pleix, Scip., Corps de philosophic contenant la logique, la physique, la métaphysique et 1’éthique. Rouen, D. Loudet. 1638. (4 pt. l vol.) 8°. L’Ethique ne s’y trouve pas.
15 Campanella, Tho., Philosophiae rationalis partes V, eet. Paris., J. du Bray. 1638. 4 0 . Des-Cartes, Ben., Meditationes de prima philosophia, eet. II edit, aucta. 'Amstelod., Lud. Elzevier. 1642. 12°. Descartes, Réné, Lettres. Paris, C. Angot. 1657» 59- 2 tom.4 0 . Le premier tome porte un titre réimprimé par Jean Elsevier k Leide, avec son nom et sa devise. Baey, joa. de, Oratio inaug. de gradibus et vitiis notitiae vul garis circa contemplat. naturae et officio philosophi circa eandem, eet. Lugd. Bat., F. Hackius. 1651. 4°- Engelhard, Nic., Institutions metaphysicae. Notis III hanc edit, auxit Fri. Ad. Widler. Groningae, H. Spandaw. 1769.8°. Cum notis mss. ïydemanniorum. Erreurs (Des) et de la vérité, ou les hommes rappellés au prin cipe universel de la science etc. Par un Ph Ine.... [L. Gl. de Saint-Martin]. Edimbourg [Paris?] 1782. 2 pt. 1 vol. 8°. ETHICA. Saresberiensis, Joannes, Policraticus sive de nugis curialium et vestigiis philosophorum 11. VIII. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1595. 8°. Vives, Joa. Lud., Ad veram sapientiam introductio. Ejusdem Sa- tellitium animi, eet. Lipsiae, Val. Voegelinus. 1594- 8°. Vives, Joa. Lud., De officio mariti liber. De institutione foemi- nae Christianae 11. III. De ingenuorum adolescentum ac puella- . rum institutione 11. II. Omnia ab autore recognita, eet. Hano- viae, typis Wechel. 1614. 8°. Erasmus, Des., Libellus de civilitate morum puerilium. Prae- cepta honestatis ac decoris puerilis Joach. Camerarii [et alia ejusdem argum.] Francof. ad M. 1579* 8°. Herold, Bas. Joa., Scipio sive de discipulorum erga praecepto- res grati animi memoria et remuneratione liberali dialogus, eet. Add. est dialogus qui inscrib. Nero vel de discipulorum erga praeceptores horrendo ingrati animi crimine, eet. Basil., J. Opo- rinus. [1558]. 8°. Cum tabula iconogr. Charitum. Lostal, Pierre de — Les Discours philosophiques de —. Esquels est amplement traitté de 1’essence de 1’ame et de la vertu mo rale. Paris, P. Chevillot. 1579* 8°.
i6 Scribonius, Gill. Ado., Philosophia ethica ex Aristotele et aliis methodice repetita eet. Lemgoviac, C. Grothenius. 1584- 8°. Guevara, Ant. de, L’Horloge des Princes avec le tresrenommé livre de Mare Aurele.TraduitdeCastellanparN.de Herberay seign. des Essars etc. Anvers, Arn. Conincx. 159 2> 8 • Beurer, joa. Jac., T. Pomponius Atticus sive de tranquillitate et elegantia vitae eruditi et docti hominis, eet. Hanoviae, G. Antonius. 1598- 8°. Harpocrates sive de recta silendi ratione. [Auctore Hip pol. a Collibus]. Lugduni, Offic. Comraelin. 1603. 8°. Castiglione, Balt., De curiali sive aulico U. IV, interpr. Bart. Clerke ex Ital. serm. Quibus acc. de aula dialogus Gul. ln- sulani Menapii. Francof., L. Zetzner. 1606. 8°. La Primaudaye, Pierre de, L’Academie Frangotse divisee en 4 livres, de la philosophic humaine et morale et de la natu relle et devine. Nouv. édit. reveue. Saumur, T. Portau. 1613. 4 • Loryot, Franc., Les Secrete moraux concernant les passions du coeur humain. Paris, J. Cottereau. 1614. 4 • Sur le titre de ce volume ainsi que du suivant quelques mots sont effacés, probablement le nom et 1’office de 1’auteur. II était Jesuite. L es Fleurs des secrete moraux sur les passions du coeur hu main. Paris, G. Guyot. 1614- 4°- Marnix, Phil- van, De institutione principum ac nobilium puero- Franec., R. Doyema. 1615* 4°- Boetzeler (Rutg. a) ab Asperen, De^bono concordiae ora tio, eet. Lugd. Bat., Is. Elzevier. 1618. 4°- Kitsch, Hen., Apotelesma discursuum aliquot jundico-histonco- politico-eth.corum. 1. De libertatis bono inaestimabih; 2. De servitutis onere intolerabili; 3- De vitiorum cum virtutibus con- nubia. Lipsiae, Offic. Grosiana. 1620. 4 • Sandaeus, Maxim., Mundus fafiax. Mogunüae, J. T. Schonwet- ter. (16)31- 12°. Brantius, joa., Senator sive de perfecti et veri senatoris offiao 11. II. Antverp., B. Moretus. 1Ó33- 4°- Marstaller, Geo. Hier., Dissertatio de divitiis. Tubmgae, typis Brunnianis. 1638. 8°. Du Moulin, Pierre, Les Elements de la philosophic ^morale. Nouvell. traduicts du Latin. Genève, P. Aubert. 1638. 8°.
17 3 Grenaille (De) Sr. de Chatounières, Le Sage resolu con- tre la fortune. Paris, Cardin. 1641. (2 pt. l vol.) 4 0 . Vernulaeus, Nic., Institutionum moralium 11. IV eet. Lovanii J. Vryenborch. 1649. fol. Vernulaeus, Nic., Institutionum oeconomicarum 11. II, qui om nia domesticae doctrinae seu familiae regendae elementa conti nent, eet. Lovanii, J. Vryenborch. 1649. fol. Godgeleerdheid. BIJBELBOEKEN. Biblia, Anglice. — The Holy Bible etc. Newly translated out of the originall tongues etc. London, Rob. Barker. 1614. 8°. Hierbij: l. The whole Book of Psalmes collected into English meeter by Tho. Sternhold, John Hopkins a. others. London I6lg; 2. The Booke of common prayer etc. Ibid. 1615; 3. The Genealogies recorded in the S. Scriptures etc. by I. S. [Biblia, Belgice. — Bible bi enen notabelen meester overgheset wt den Latine in Duytsche. Delf, Jacob Jacobs soen ende Mau- ricius Yemants zoen van Middelborch. 1477. 2 din. l bd. fol.] Aan dezen Bijbel, die slechts het O. Testament zonder de Psalmen be helst , ontbreken in dit exemplaar in ’t Ie .deel: de boeken der Macca- beën, en in ’t lie: een gedeelte van de Spreuken, de Prediker, het Hooglied en ’t begin van het Boek der Wijsheid. — De drukfout in II Kon. XIX is verbeterd evenals in ’t exemplaar van Westreenen (zie. Campbell, Annales p. 77). Biblia, Belgice. — Die Bibel, wederom met grooter nersticheit oversien ende gecorrigeert enz. Deur B. Al ex. Blanckart, Carmelit. Coelen, Jasper van Gennep. 1548. fol. M. fig. Baudartius, Wi., Wech-bereyder op de verbeteringhe van den Nederlandschen Bybel enz. Arnhem, Jan Jansen. 1606. 8°. Biblia, Belgice. — Biblia door last der Staten Generael uyt de oorspronek. talen overgeset, enz. Leyden, P. Az. van Ravesteyn. 1645. fol. Met ingevoegde kaarten door Claes Jansz. Visscher 1649. Biblia, Gallice. — La Sainte Bible, contenant le V. et N. Tes tament [version de Genève], avec toutes les annotations neces saires etc. Lyon, S. Honorat. 1566. fol. Av. fig.
i8 Biblia, Gallice. — La Bible qui est toute la S. Escriture etc. Le tout reveu par les Pasteurs et Docteurs de 1’Eglise de Geneve. Item les Pseaumes et Cantiques etc. La Rochelle, Corn. Hert- man. 1616. 8°. Biblia, Germanice. — Biblia, das ist alle bücher der alten vnd neuwen Testaments, den urspriingl. spraachen nach auff das treuwlichst verteutschet vnd jetz von neuwen wider ubersehen etc. Zürich, 1638. fol. M. Fig. Biblia, Hispanice. — La Biblia que es los sacros libros del Y. y. N. Testamento. II edicion, revista y conferida con los textos Hebreos y Griegos y con diversas translaciones por Cypr. de Valera. Amsterdam, Lor. Jacobi. 1602. fol. Biblia, Italice. — La Sacra Bibbia tradotta in lingua Italiana e commentata da Giov. Diodati. II edit, miglior. ed accresc. Con 1’aggiunta de’ Sacri Salmi, messi in rime per lo medes. Geneva, P. Cbouët. 1641. fol. [Biblia, Latine, Vuig. edit.] Paris., Rob. Stephanus. 154°- fol. C. fig. Biblia, Latine. — Testamenti veteris Biblia sacra, sive libri eet. Latine recens ex Hebraeo facti ab Imman. Tremellio et F r a. J u n i o. Acc. Libri Apocryphi. Quibus etiam adjunximus Novi Testamenti libros a Theod. Beza ex Graeco in Lat. versos ac recens ab eodem recogn. Hanoviae, haer. A. Wecheli. 1596. 8°. Biblia, Latine. — Testamenti Veteris Biblia sacra eet. [ut ed. praeced.] Tertia cura F r a. J u n i i. Hanoviae, typis Wechel. 1618. 4 0 . Biblia, Magyarice. — Szent Biblia etc. Magyar nyelvre forditatott Caroli Gaspar altal. Amstelod., J. Jansonius. 1Ó45- 8°. [Biblia, Saxonice. — Bijbel in het Nederduitsch in Nedersaksi- schen tongval. Oude overzetting naar de Vulgata met glossen van N i c. de Lyra Z. pl. of jr. (Keulen, Hei. Quentel, c. 1470—80). 2 din. fol. Met gekleurde houtsneden]. Van dezen Bijbel bestaan twee uitgaven van denzelfden druk en alleen verschil lende in den tongval. Dit is die welke het Saksisch het meest nabijkomt. Siracb (Jesus). — Sententiae Jesu Siracidae, Graece, cum annotationibus, Joach. Camerario autore. Basil., J. Opo- rinus. [1551]- 8°. Testamentum novum [Graece]. Ex. biblioth. regia. Lutetiae, Rob. Stephanus. 155°- fol. Testamentum novum, Graece et Latine, Theod. Beza interprete. Ed. nova et correction Amsterod., Henr. Laurentii. 1647. 8°.
19 Testamentum novum, Latine. — Novi Test. aeditio postrema per Des. Erasmum. Omnia picturis illustrata. Acc. Capitum argumenta elegiaco carmine Rod. Gualthero authore con- scripta. Tiguri, Froschouer. 1554. 8°. [Testamentum novum Graece et Neo-Graece, ex versione Maxi mi Calliopolitani. S. 1. (Genevae, Pt. Chouet) 1638. 2 vol. 4 0 ]. BIJBELVERKLARING; BIJBELSCHE GESCHIEDENIS, OUDHEDEN, ENZ. Biblia magna commentariorum literalium Joa. Gagnaei, Guil. Estii, Emm. Sa, Joa. Menochii et Jac. Tirini, prolegom. etc. illustrata, cura et labore Joa. de la Haye. Paris., M. Soly etc. 1643. 5 tom. fol. Perkins, Guil., Specimen Digesti, sive harmoniae bibliorum V. et N. Testam. Hanoviae, G. Antonius. 1602. 4°. Cappellus, Jac., Epocharum illustrium SeftxTio-fioi. Cum expli- cat. select, aliquot difficil. Scripturae locorum. Sedani 1605. 4 0 . Grossius, Joh. Geo., Theatrum biblicum, eet. quo vindicatio totius Scripturae S. a corruptelis seu falsis interpretationibus ex- hibetur. Basil., L. König. 1615, 18. 2 tom. 4 0 . Pflacher, Mos., Analysis typica omnium cum Vet. turn Novi Testamenti librorum historicorum, eet Ed. V. Basil., L. König. 1621. 4 0 . Brandmyller, Jac., Analysis typica librorum Vet. Test. poeti- corum [et] propheticorum, eet. Basil., L. König. 1621. (2 pt. 1 vol.) 4 0 . Pars II operis Mos. Pflacher. — Analysis typica omnium N. T. Epistolarum apostolicarum, neenon libri Apocalypseos S. Johannis, eet. Ibid. 1622. 4 0 . Pars III operis Mos. Pflacher. Brandmyller, Jac., Analysis methodica typica Evangeliorum dominicalium et festalium, eet. Locorum item communium theo- logicorum duplex series, eet. Basil., L. König. 1620. (2 pt. 1 vol.)4°. Menasseh ben Israel, Conciliator sive de convenientia loco rum S. Scripturae quae pugnare inter se videntur, eet. Esto es Conciliador etc. [Hispanice]. Francof. [Amstelodami ?] 1632. 4 0 . Calvin, Jean, Commentaires sur les cinq liures de Moyse, etc. Genève, F. Estiene. 1564. fol.
20 Calvin, Jean, Sermons sur le V liure de Moyse nommé Deute- ronome etc. Genève, T. Courteau. 1567. fol. Calvin, Jean, Commentaires sur le livre de Josue. Lyon, Ant. Cercia. 1565- 8°. Calvin, Jean, Commentaires sur le livre de Josué. Avec une preface de Theod. de Besze, contenant en brief 1’histoire de la vie et mort d’iceluy: augmentée depuis la Ie édition etc. Genève, F. Perrin. 1565. fol. Calvin, Jean, Sermons sur le livre de Job etc. Genève, J. Vig- non. 1611. fol. Beza, Theod., Jobus partim commentariis, partim paraphrasi illustratus. Genevae, J. le Preux. 1589. 4°. Calvin, Jean., Commentaires sur le livre des Pseaumes, etc. Genève, C. Badius. 1561. fol. Jorgius, Tho., Commentarius super Psalmos. Variis linguarum translation, exomatus per Sixt. Lambprtum et per Paul. Bertum revisum. Venetiis, Euang. Deuchinus. 1611. lol. Am an a, Sixt., Sermo academicus ad locum Eccles. 12. 1, eet. Holmiae, Reusner. 1625. 4 0 . Rupertus abbas Tuitiensis, In Cantica Canticorum de incarna- tione domini commentariorum 11. VII. Coloniae, Frans Birck- man. 1526. fol. [Lambertus, Fra., Commentarius in Canticum Canticorum. Ar gent.,. Joh. Hervagius. 1524. 8°.] Titülus deëst. TTfl.11, Jos., Ample et naïfve Paraphrase sur le Cantique des Can- tiques de Salomon. II e édit., trad. en Francois par Th. I. [Jaque- mot]. Genève, P. Aubert. 1632. 12°. Calvin, Jean, Commentaires sur le prophete Isaie. Reueuz et augmentez etc. Genève, F. Perrin. 1572. fol. Calvin, Jean, Legons sur le livre des propheties de Daniel. Recueillies par Jean Budé et Cha. de Jonviller, ses audi teurs, et transl. de Latin en Frangois. Genève, F. Perrin. 1569-fol. Hafenreffer, Mt., Templum Ezechielis, sive in IX postr. pro- phetae capita commentarius, eet. Tubingae, T. Werlin. 1613. fol. C. tab. Calvin, Jean, Legons et expositions familieres sur les douze petis Prophetes etc. Trad. de Latin en Frangois. Lion, S Hono- rati. 1565- fol.
21 Lambertus, Fra., In Amos, Abdiam et Jonam prophetas commentarii. Allegoriae ejusdem in Jonam. Argentor., Joh. Hervagius. 1525- 8°. Lambertus, Fra., Commentarii in Micheam, Naum et Abacuc. Argent., Joh. Hervagius. 1525. 8°. Erasmus, Des., Paraphrases in Novum Testamentum. Basil., Froben. 1540. 2 tom. 4 vol. 8°. Croïus, Joa., Sacrarum et historicarum in Novum Foedus ob- servationum pars I: in qua Dan. Heinsii Prolegomena in Exer- citationes sacras perpenduntur, eet. Genevae, P. Chouet. 1645. 4°- Grotius, Hugo, Annotationes in Novum Testamentum. Ed. nova. Recensuit cet. Chr. Ern. de Windheim. Erlangae et Lipsiae, J. C. Tetzschner. 1755—57- 2 tom. (tom. II in 2 pt.)4°- Calvin, Jean, Commentaires sur la concordance ou harmonie, composée des trois Euangelistes, etc. Item sur 1’Evangile Sainct Jean. Genève, J. Bourgeois. 1562. fol. A la fin se trouvent sans titre spécial: Commentaires de J. C. sur les Actes des Apotres. Calvin, Jean, Commentaires sur la concordance ou harmonie composée de trois Evangelistes etc. Item sur 1’Evangile de S. Jean [et sur les Actes des Apostres]. Le tout reveu etc. S. 1. 1562. (3 pt. 1 vol.) 4 0 . Garth wait, Hen., MovoTsmrxpov ofte Euangelische Harmonie enz. Uyt het Engelsche over-gesetenz.door Joa. Podensteiner. Amsterdam, J. Jz. Bouman. 1648. 4 0 . Erasmus, Des., Paraphrasis in Euangelium Lucae, per autorem recognita. Antverp., J. Steelsius. 1541- 8°. — Paraphrasis in Euangelium sec. Joannem, per autorem recog nita. Ibid. 1541. 8°. Ansel rmis Cantuariensis archiepisc., In Pauli Epistolas et ali quot Evangelia enarrationes. Has Enarratt. alii D. Hervaeo as- cribunt. [Edidit Sim. Fontanus]. Paris., H. etD. deMarneffr. 1549- fol- Calvin, jean, Commentaires sur toutes les Epistres de 1’apostre Sainct Paul. Item, sur les Epistres autrem. appel. Catholiques etc. Lion, S. Honorati. 1563. fol. Calvin, Jean, Sermons sur les deux Epistres S. Paul a Timo- thée et sur 1'Epistre è Tite. Genève, C. Badius. 1561. fol. Arminius, Jac., De vero et genuino sensu cap. VII Epistolae ad Romanos dissertatio. Lugd. Bat., G. Basson. 1612. 8°.
22 Dieu, Lud. de, Animadversiones in Pauli Epistolam ad Roma nos, eet. Ace. Spicilegium in reliquas ejusdem apost. üt et Ca- tholicas Epistolas. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriorum. 1646. 4 0 . Bullinger, Hei., In Epistolas Apostolorum canonicas VII com- mentarii. Additi sunt libelli duo, de testamento Dei unico et aeterno; de utraque in Christo natura. S. 1. et a. [Tiguri, Fro- schouer. 1534?] fbL Rupertus abbas Tuitiensis, Commentariorum in Apocalypsim Johannis 11. XII. Coloniae, Frans Birckman. 1526. fol. Lambertus, Fra., Exegeseos in D. Joannis Apocalypsim 11. VII. [Marpurgi, s. typ. nom. 1528]. 8°. Bullinger, Hei., In Apocalypsim conscr. a Joanne conciones C. Basil., J. Oporinus. 1559. fol. Conradus, Alf., In Apocalypsim D. Joannis apostoli commenta- rius. Basil., P. Perna. 1574- 8°. Brocardus, jac., In Apocalypsim. Lugd. Bat., Andr. Schutenus. 1580. 8°. Chytraeus, Dav., Explicatio Apocalypsis Johannis. Witebergae, J. Crato. 1575. 8°. C. fig. Cappellus, Jac., In Apocalypsin D. Johannis av&Tynxvi. Sedani. 1Ó05- 4°> Brigh.tm.an, Tho., Apocalypsis Apocalypseos id est Apocalyp sis D. Joannis analysi et scholiis illustrata, eet. Franco!., Lev. Hulsius. 1609. 4°* Graserus, Conr., Plaga regia, hoc est commentarius in Apoca lypsin S. Johannis, eet. Tiguri, Offic. Wolphiana. lólO. 4 0 . Forbes (Patr.) dom. a Corse, Commentarius in Apocalypsin, cum appendice in qua sunt Tractatus apologet. de legitima voca- tione ministrorum Euangelii in Ecclesiis reformatis, et Epistola ad Recusantem ejusdem argum., et Steliteuticus, eet. Latine ver rit et annotatt. illustravit Joh. Forbesius a Corse. Am- stelod., Lud. Elzevier. 1646. 4°- Indice et recueil universel de tous les mots principaux des livres de la Bible etc. [Genève], Th. Courteau. 1564. fol. Heyden (Joh.) Eifflendervon Dhaun, Biblisch Namenund Chronick Buch etc. Franckfurt a. M , [Geo. Raben etc.] 1569. fol. Massaeus, Chr., Chronicorum multiplicis historiae utriusque Testamenti 11. XX. Antverpiae, Joa. Crinitus. 1540' ^
23 Bunting, Hen., Itinerarium et Chronicon totius Sacrae Scriptu- rae, cet. Acc. Tractatus in Josuam, de distributione terrae Ca naan, et libellus de ponderibus, mensuris et monetis quae in sacris occurrunt. Cosmogr. tabulis exornata, cet. Magdaeburgi, A. Kirchner. 1598. fol. Broughton, Hugo, Concentus S. Scripturae. Liber continens chronologiam, cet. Hanoviae, G. Antonius. 1602. 4 0 . Wicelius, Geo., Catalogus sanctorum Vet. Testamenti, cet. Colon., J. Quentel. 1549. 8°. Fabricius, Geo., Virorum illustrium seu historiae sacrae 11. X recogn. et aucti. [Lipsjae], typis Voegelin. 1606. 8°. Daneau, Lamb., La Vie de S. Paul etc. [Genève], hérit. d’Eust. Vignon. 1595. 8°. Montanus, Bened. Arias, Antiquitatum Judaicarum 11. IX cet. Adjectis formis aeneis. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1593- 4°- Leon, Jac. Jehudah, Afbeeldinge van den Tabernakel, in ’t welk kortelijk beschreven werdt de forme van ’t gebouw enz. Amsterdam, P. J. Messchaert. 1669. 4 0 . Zonder plaat. Leon, Jaacob Jehuda, Afbeeldinghe van den tempel Salomo- nis, in de welcke cortelijck beschreven is de forme van ’t ghe- bou enz. Middelburgh, Wed. en Erffgen. van S. Moulert. 1642. 4°. M. plaat. — Afbeeldinge van den tempel Salomonis enz. Den IV«n druck. Amsterdam, P. J. Messchaert. 1669. 4 0 . Zonder plaat. Leon, Jac. Juda, Portraict du temple de Salomon, dans lequel se d’escrit (sic) briefvement la constitution de la fabrique du temple etc. Amsterdam, J. F. Stam. 1643. 4 0 . Av. pi. Menasseh ben Israël, De Hoop van Israël. Waer in hij han delt van de wonderlijcke verstroyinge der lo stammen en hare gewisse herstellinge enz. Den 2 druck van veel letter-mis-stellin- gen gesuyvert. Amsterdam, Joh. Rex. 1666. 12°. M. portr. KERKVADERS. Hennas. — Pastoris nuntii poenitentiae visiones V, mandata XII, similitudines vero X, in quibus apparuit et locutus estHer- mae, cet. [Cum praefat. Ni c. Gerbellii. Argentor., Joa. Schottus. 1523]. fol.
24 Irenaeus (S.)» Opus in V II. d'igestum, in quibus mire retegit et confutatveteramhaereseonopiniones, emend, opera Des Erasmt. Basil., Froben. 1528. fol. Clemens Alexandrinus, Omnia quae quidem extant opera [Latine], Gent. Herveto interprete. Add. sunt scholia, cet. Paris., M- Sonnfus. 157 2 * fol. Tertullianus, Q. Septimius Florens, Scripta, ad codd. ne- cogn. [cura Sigism. Gelenii], non omissis B eati Rhe- nani annotationibus. Basil., Froben. 1562. fol. Gaudentius, Pagan, De dogmatum Origenis. cum philosophia. Platonis comparatione. Salebrae Tertullianeae. De vita Christiano- rum ante tempora Constantini. Florentiae, A. Massa et soc. 1639. 4°. Lactantius Pirmianus, L. Coelius, Divinarum institutionum 11. VII. De ira Dei, cet. [Opera]. Basil., Andr. Cratander et Jo. Bebelius. 1532. fol. Lactantius Pirmianus, L. Coelius, Opera quae extant omnia. Acc. Carmina vulgo asscripta Lactantio. Cum notis Ant. Thysii. Lugd. Bat., P. Leffen. 1652. 8°. Arnobius, Disputationum adversus gentes 11. VIII. [Edidit Si gism. Gelenius]. Basil., Froben. 1546. 8°. Hilarius Pictav. eipsc., Lucubrationes [Opera], per Eras- mum Roterod. emendatae, cet. Basil., Offic. Froben. 1523. (2 tom. 1 vol.) fol. Philastrius (S.) episc. Brixiensis, Haeresium cet. catalogus, de- nuo seorsim editus cet. [ab Jo a. a. Fuchte]. Helmaestad., J. Lucius. 1611. 4 0 . Gregorius Nazianzenus, Opera, nunc pr. Graece et Latine conjunctim edita. Jac. Billius cum mss. contulit, cet. Lutet. Paris., Cl. Morellius. 1609. fol. Gregorius Nazianzenus, Orationes XVI. [Graece. Venetiis, Aldus et Andreas socer. 1516]. 8°. Gregorius Nazianzenus, Orationes IX. Gregorii Nysseni Liber de homine. [Graece. Venetiis, haer. Aldi et Andr. Asu- lani soc.] 1536- 8°. Gregorius Nazianzenus, Carmina [Graece et Latine], eet. Ve netiis, ex Aldi academia. 1504]- 4°- Gregorius Nyssenus, Opera, de Graeco in Lat. serm. conversa, studio atque opera Laur. Sifani et Joa. Lewenklaii II edit, [aucta]. Basil., Eus. Episcopius et Nic. fr. haer. 1571. fol.
25 4 Gregorius Nyssenus, De virginitate liber, Graere et Lat., nunc pr. editus interpr. Joh. Livineio. Add. sunt, notae. Antverp., C. Plantinus. 1574. 4°. Augustinus (S.), Liber de civitate Dei. Accedit Summa Con- fessionum. MS. in charta, saeculi XV. fol. Paulinus episc. Nolanus, Quotquot extant opera omnia, Hen. Gravii studio ex vet. exempl. restituta, eet. Coloniae, M. Cho- linus. 1560. 8°. Isidorus Pelusiota (S.), De interpretatione divinae Scripturae epistolarum 11. IV. [GraeceetLatine], a Cunr. Rittershusio, qui notas, eet adjecit. S. 1., Offic. Commelin. 1605. fol. Isidorus Pelusiota (S.), Epistolae, Latine nunc pr. editae, interpr. Andr. Schotto. Romae, Fra. Corbelletti. 1629. 8°. Theodoretus episc. Cyrensis, De selectis Scripturae divinae quaestionibus ambiguis, [Graece et Latine], J o a. Pico interprete. Paris., J. Puteanus. 1558. (2 pt. 1 vol.) 4 0 . Historia. — Ecclesiasticae historiae Eusebii Pamphili 11. X. Ejusdem de vita Constantini 11. V. Socratis 11. VII. Thèodori Lectoris 11. II. Hermii Sozomeni 11. IX. Euagrii 11. VI. [Omnia Graece]. Lutet. Paris., Rob. Stephanus. 1544- fol. Historia. — Eusebii Pamphili, Ruffini, Socratis, Theo- doriti, Sozomeni, Theodori, Evagrii et Dorothei Ec- clesiastica historia, Latine, per Jo a. Jac. Grynaeum illustrata, cet. Chronographia insuper Abr. Bucholceri, cum continua- tione in a. 1611. Basil., S. Henricpetri. [1611]. fol. WERKEN VAN LATERE GODGELEERDEN. Anselmus, Cantuariensis archiepisc, Opuscula, Ant. Democha- ris industria nunc pr. restituta. Paris., H. et D. de Marnef fr. 1549- fol. Abaelardus, Pt. — Pt. Ab. et Helo is a e conjugis ejus Opera, nunc prim, edita ex mss. codd. Fra. Amboesii. Cum ejusdem prae- fat. apologet. et censura doct. Parisiens. Paris., N. Buon. 1616.4 0 . [Gerson, Joh., Tractatus et libri diversi sive Operum vol. II. Coloniae, Joh. Koelhoff. 1483. fol.] Clemangiis, Nicolaus de, Opera omnia, cet. Notis ornavit et prim, edidit Joh. Ma. Lydius. Acc. ejusdem Glossarium Latinobarbarum. Lugd. Bat., ap. Joh Balduinum, impensis Lud. Elzevirii et Hen. Laurencii. 1613- 4°.
Lambertus, Franc., Farrago omnium fere renim theologicarum S. 1. et a. [Argentorati, Joh, Hervagius. 1524.?]. 8°. Luther, Ma., Omnia opera, eet. Witebergae, Joh. Lufft. 1545» 46. Tom. I, II; Jenae, haer. Chr. Rhodii 1557 » 58. Tom. III, IV; Witebergae, Mt. Welack. 1580. Tom. VI. fol. Brunus, Conr., Opera III nunc pr. aedita. De legationibus 11. V. De caeremoniis 11. VI. De imaginibus liber, eet. Maguntiae apud S. Victorem, F. Behem. 1548. fol. Calvin, Jean — Recueil des Opuscules, e’est a dire petits traic- tez de —, les uns reveus et corr. sur le Latin et lesautres transl. nouvell. en Frangois. Genève, B. Pinereul. 1566. fol. Coomhert, Dier. Volckertsz., Wercken, waer van eenige noyt voor desen gedruct zyn. [Uitgeg. .door C. Boomgaert]. Am sterdam, J. Az. Colom. 1630. 3 dln. fol. Aretins, Bened, Problemata theologica continentia praecipuos nostrae religionis locos explicatos. Morgiis, J. le Preux. 1580.3 pt. 8°. [Disputationes et Theses theologicae in Academia Lugduno- Batava defensae, a ÏO Dcc. 1597 usque ad 9 Mart. ÏÓOI. 74 fase. et 2 fase. anteriores. Lugd. Bat., J. Patius. 2 vol. 4°.] Praeter seriem sub nomine „ Disputationes theologicae repetitae” (l—63) haec collectio continet theses et disputatt. varias eorundem annorum, et duo, 16 Maji et 21 Junii 1597* Lugd. Bat. apud F. Raphelengium. Exemplar annotationibus mss. in charta inserta aucta est. Arminius, Jac., Opera theologica. Lugd. Bat., G. Basson. 1629.4 0 . Fuller, Nic., Miscellaneorum theologicorum 11. III. Heidelb., L. Zetzner. 1612. 8°. Richeome, Louis, de la Comp. de Jesus — Les Oeuvres de —. Reueuës par 1’autheur et augmentées de plusieurs pieces etc. Paris, S. Cramoisy. 1628. 2 tom. fol. Voetius, Gisb., Syllabus problematum theologicorum, eet. Ultra- jecti, Aeg. Roman. 1643. Pars I. 4 0 . Caesaris (Const.) alias L’Empereur. Disputationes theologi cae XVIII. Lugd. Bat., J. Maire. 1648. 8°. Rivetus, Andr., Opera theologica, quae Latine edidit. Ab authore recens. et aucta. Roterod., A. Leers. 1651—60.3 tom. fol. Bibliotheca fratrum Polonorum quos Unitarios vocant, instructa operibus omnibus Fausti Socini, Joh. Crellii, Jon. Slech- tingii & Bucowietz, Joh. Lud. Wolzogenii. Quae omnia simul juncta totius N. Testam. explicationein complectuntur. Irenopoli [Amstelod.] 1656. 9 tomi 6 vol. fol.
27 DOGMATIEK IN ’T ALGEMEEN; SYMBOLIEK ENZ. Thomas Aquinas, Summae theologicae pars J, Th o. a Vio Cajetani commentariis illustrata. Add. sunt B. Thomae et aliorum [Cajetani et Aug. Hunna ei] opuscula varia. Aug. Taurin., haer. Nic. Bevilaquae. 1582. fol. — Secunda secundae partis Summae theologicae, Th o. a Vio Cajetani commentariis illustrata. Ibid. 1581. fol. Palatius, Ang., Sententiae theologicae examini subjiciendae in Comitiis general. Carmelitarum. Romae, J. Mascardus. 1Ó13- 4°- Calvin, Jean, Institution de la religion chrestienne etc. Avec trois indices etc. Genève, J. Stoer. 1609. fol. Viret, Pierre, Instruction chrestienne en la doctrine de la loy et de 1’euangile: et en la vraye philosophic et theologie tant na turelle que supernaturelle des Chrestiens etc. Genève, J. Rivery. 1564. Tome I, II in 1 vol. fol. Polanus, Amand., Syntagma theologiae Christianae. Auctoris industria noviss. emendatum, eet. Genevae, P. Aubert. 1617. fol- Wollebius, Joa., Compendium theologiae christianae, eet. Ed. noviss. correct. Amstelod., A. J. Valckenier. 1655. 12°. Braun, Joh., Doctrina foederum sive Systema theologiae didac- ticae et elencticae,’ eet. Amstelod., P. van Someren. 1688. 4 0 . Grotius, Hugo, Von der Gewisheit der christlichen Religion sechs Bücher, mit den Anmerckungen etc. Aus dem Latein ins Teutsche gebracht und vermehret durch Valent. Musculum. Stockholm, für C. Guht in Hamburg. 1656. 12°. Catechismus Romanus, ex decreto Concilii Tridentini et Pii V P. M. jussu primum editus. Annotation, elucidatus studio et in dustria Andr. Fabricii. Antverp., Vid. etfil. J. Moreti. 1611.8 0 . Confessio exhibita Caesari in comitiis Augustae A°. 1530. S. 1. et a. 4 0 . Editio princeps ut videtur (20 ff., 35 Iign.) Confessio religionis Christianae, Imperat. Carolo V in comitiis Augustae A 0 . 1530 per Legatos Civitatum Argentorati, Constan- tiae, Memmingae et Lindaviae exhibita. [Argent., Geo. Ulricher. 1530.] 4°- Melanthon, Phil., Catechismus puerilis. Cum praefet. Joa. Brentii. [Lipsiae, Mich. Blum]. 1540. 8°.
Beza, Theod. — Confession de la foy chrestienne faite par Théod. de Besze etc. Reueuë sur la Latine et augmentée. Genève, P. Patac. 1563. 12°. Didasealia, — Tav 'Exx^giuv rw BfAyixyf zpiGTixv. XXI op&ol. &ihxaxx\ix xxi tx%i$ , x. r. A. [Ecclesiae Belgicae orthod. Con- lessio, Catechesis, Liturgia et Canones ecclesiastici, Graece. Lugd. Bat., B. et A. Elzevier. 1648.] 4°. Aeronius, Ruard., Enarrationes catecheticae, quibus quaestiones et responsiones Catechismi Ecclesiaruin Belgicarum et Palatinatus explicantur, cet. Schiedami, Adr. Cornelius, cet. 1606. 4°- Mylius, Conr., Meletemata catechetica sive in Catechismum Hei- delbergensem homiliae, cet. Hanoviae, typis Wechel. 1618. 8°. Witte, Pt. de, Catechizatie over den Heydelberghschen Catechis mus enz. De VIR druck vermeerdert enz. Enchuysen, voor R. Jz. Landtman. 1656. 8°. Confessio fidei christianae edita nomine Ecclesiaruin Polonicarum, cet. S. 1. [Amstelod.] 1642. 4 0 . DOGMATIEK IN BIJZONDERHEDEN EN POLEMIEK. 1) . LutheruS, Ma., De captivitate Babylonica Ecclesiae. [1520.] 4 0 . Titulus deist. * Zwingli, Huldr., Apologeticus Archeteles adpellatus, quo re- spondetur Paraenesi a Re Do. Constantiensi ad Sen. Praeposit. Tigurinae quem Capitulum vocant missae. S. 1. et a. [Tiguri? 1522]. 4 0 . Zwingli, Huldr., Ad Frid. Lindoverum super publica de gratia per Christum hallucinatione expostulatio. Tiguri, C. Froschouer. 1524. 4°- Zwingli, Huldr., Ad Theob. Billicani et Urb. Rhegii Epistolas responsio. [Tiguri, C. Froschouer]. 1526. 4 0 . Zwingli, Huldr., Ad 111. Germaniae Principes Augustae con gregates de convitiis Eccii epistola. Tiguri, C. Froschouer. 1530.4°. Lambertus, Franc., Commentariorum de sacro conjiigio et ad- versus pollutissimum regni perditionis coelibatum liber, cet. Ejus- dem Psalmi sive Cantica VII. [Argentorati, Joh. Hervagius. 1524]. 8°. 1) Gerangschikt naar tijdsorde.
29 Lambertus, Franc., De causis excaecationis multorum seculo- rum commentarius. [Norembergae, Joa. Petreius. 1525]. 8°. Lambertus, Franc., Commentarii de prophetia, eruditione et linguis deque litera et spiritu. Ejusdem Libellus de differentia stimuli carnis satanae nuncii et ustionis. Argentorati, 1516 [In fine: Argent, ap. Joa. Hervagium. 1526]. 8°. Lambertus, Franc. — Que apud S. Hessorum Synodum Hom- bergi congregatam pro Ecclesiarum reformatione, eet. proposuit. Ejusdem Epistola ad Colonienses de ipsa venerabili Synodo adv. Nic. Herborn. [Erphordiae, Joh. Loersfelt. 1527]. 8°. Sasgerus, Gasp., Tractatus de missa, eet. [Tubingae, Hulder. Morhard. 1525]. 8°. Sasgerus, Gasp., De vera libertate evangelica lucubratio. Tu bingae, [Hulder. Morhart]. 1525. 8°. Cochlaeus, Joa., De libero arbitrio hominis adv. Locos commu nes Phil. Melanchthonis 11. II. S. 1. 1525. 8°. Erasmus, Des., Apologia adv. rhapsodias calumniosarum queri- moniarum Albertii Pii quondam Carporum principis, eet. Basil., Froben. 1531. 8°. Erasmus, Des., Declaratiopes ad Censuras Lutetiae vulgatas sub nomine Facultatis Theologiae Parisiensis. [Basil.], Froben. 1532.8°. Erasmus, Des., Dilutio eorum quae Jud. Clithoveus scripsitadv. Declamationem suasoriam matrimonii. Epistola ejusdem de delectu ciborum, cum scholiis. In Elenchum Alberti Pii brev. scholia per eundem. [Basil., Froben. 1532]. 8°. Erasmus, Des., Van de vrye-wil tegen Mart. Luther. Amster dam, H. Maneke. 1645. 4 0 . Rhegius, Urb. Formulae quaedam caute et citra scandalum lo- quendi de praecipuis Christianae doctrinae locis, eet. Vitebergae, [Joa. Lufft]. 1536. 8°. Bullingerus, Hei., De Scripturae Sanctae authoritate, certitu- dine, firmitate et absoluta perfectione deque episcoporum institu- tione et functione, contra superstitionis tyrannidisque Romanae antistites 11. II. Tiguri, Offic. Froschoviana. 1538. 4 0 . Bullingerus, Hei., De origine erroris 11. II.* In I agitur de Dei vera invocatione et cultu vero, eet. In II disseritur de institutione et vi S. Coenae domini, eet. Tiguri, Offic. Froschoviana. 1539.4 0 . [Melanthon, Phil., De ecclesia et de autoritate verbi Dei. Vite bergae, Jos. Clug. 1539. 8°.] Titulus deëst.
30 Senalis (Rob.) episc. Abrincensis. De matrimonio Mosaico per legem evangelicam refutato axioma. Paris., J. L. Tiletanus. 1544.8°. Wicelius, Geo., Quibus modis fidei, fidelis, credulitatis seu cre- dendi, fidutiae, speique vocabula accipiantur in S. Literis. Item praedicatio, eet. Colon., J. Quentel. 1548* 8°. Viret, Pierre, Disputations chrestiennes touchant 1’estat des trepassez, faites par dialogues etc. Avec une Epistre de Jean Calvin. Geneve, J. Gérard. 1552* 8°. Viret, Pierre, La Physique papale faite par maniere de deviset par dialogues etc. [Genève], J. Gérard. 1552- 8°. Viret, Pierre, Du vray ministère de la vraye Eglise de Jesus Christ et des vrais sacremens d’icelle etc. [Genève?], J. Rivery. 1560. 8°. Martyr (Pt.) Vermilius, Defensio doctrinae vet. et apostol. de SS. eucharistiae sacramento adv. Steph. Gardineri librum, cet. S. 1. [Tiguri, Froschouer. 1559 ] Beza, Theod., KpeuQxytx sive Cyclops. 'Ovo? trvMoyi&fievoi sive Sophista. Dialogi II de vera communicatione corporis et san guinis Domini, adv. Tilem. Heshusii somnia. His acc. abstersio aliarum calumniarum quibus adspersus est Joa. Calvinusab eodemH. Genevae, Conr. Badius. 1561. 8 . Oebitius, Willi., Victoria veritatis ac ruina papatus Saxonici. Responsio ad argumenta Tilem. Heshusii, cet. Friburgi, Dan. Delenus. 1561. 4°- ... üensura generalis contra errores quibus recentes haeretici S. Scnp- turam asperserunt. Edita a Supr. Senatu Inquisitionis in Hispa- nia, cet. Venetiis, Jord. Ziletus. 1562. 4 0 . VIodestus, Veranius, [pseud. Geo. Cassandri], Defensieiin- sontis libelli de officio pii viri, adv. iniquum castigatorem. 5. 1. 1562. 4°- Mbertus senior marchio Brandeburgensis, dux Prussiae etc., ' Succincta et simplex ad cujusdam Quaestiones de articulis fide! responsio et confessio. [Regiomonti] 1564* 4 • Confirmation (La) de la discipline ecclesiastique obseruée es ^ï^formées.du royaume de France. Auec la response! aux Sectionsproposéesalencontre. [Par Ant. LaRoche de Chan- die u]. S. 1. [Geneve, H. Estienne]. 1656. 8 . 1 , » c tes fLes) de la Conference tenue k Pans es moys de Juillet et Aoust 1566. Entre deux Docteurs de Sorbonne et deux Mims- tres de Calvin. Paris, P. 1’Huillier. 1568. 8°.
31 Marnix, Phil, van, De Byen-corf der H. Roomscher Kercke. Bij den auteur vermeerdert. Rotterdam, Is. van Waesberghe. 1639. 8°. Traité. — Traitte contenant le vray et certain moyen de mettre d’accord ceux qui auiourd’hui sont de diverses opinions touchant le sacrement de reucharistie qui est la S. Cène de N. S. S. 1. [Geneve], impr. par Bapt. Pinereul pour Ant. Chuppin. 1571- 8°. Simlerus, Jos., De vera Jesu Christi sec. humanam naturam in his terris praesentia expositio. Tiguri, Froschouer. 1574- 8°. Ministrorum Tigurinae Ecclesiae ad confutationem Jac. An- dreae pro defensione Brentiani testamenti aeditam, apologia. [Acc. Heinr. Bullingeri ad Jac. Andreae suggestionem respon- sio]. Tiguri, Cph. Froschouer. 1575. 8°. Banosius, Theoph., De politia civitatis Dei et hierarchia Ro- mana liber. Francof., J. Wechel. 1592. 4 0 . Hess, Joa. Dom., Synodus oecumenica theologorum protestan- tium in Saxoniae ducatu inchoata cet. Versibus heroicis exposita. Graetii Styriae, G. Widmanstadius. 1593. 8°. Wilhelmus de Stutgardia [pseud. Wilh. Holder,] Petito- rium exhortatorium pro resolutorio super grossis quibusdam du- bietatibus, cet. circa sacramentum baptismi. Tubingae, Geo. Gruppenbach. 1594. 4 0 . Covet, Jaq., Responses chrestienes aux doctrines non chrestienes contenues és libelles diffamatoires d’ Ant. Lescaille. Avec une Remonstrance adr. audit Lescaille par Leon. Constant. [Genève], Jac. Stoer. 1593. 8°. Covet, Jaq., La Conférence faicte & Nancy entre un docteur Jé- suite accomp. d’un Capuchin et deux Ministres de la parole de Dieu. Basle. 1600. 8°. Whitaker, Gfuil., Adversus Tho. Stapletoni Defensionem eccle- siasticae authoritatis duplicatio, pro authoritate atque xuroxurTltf. S. Scripturae. Cantabr., J. Legatus. 1594. fol. Whitaker, Guil., Praelectiones in quibus tractatur controversia de ecclesia contra pontificios, inpr. Rob. Bellarminum. Opera et cura Joa. Allenson. His acc. ejusdem W. ultima concio ad clerum una cum descript, vitae, authore Abd. Assheton, cet. Herbornae Nassov. 1599. 8°. Whitaker, Guil., Disputatio de sacra Scriptura contra hujus tem poris papistas imp. Rob. Bellarminum et Tho. Sfapletonem. Her bornae Nassov., Cph. Corvinus. 1600. 8°.
32 Whitaker, Guil., Praelectiones in quibus tractatur controversia de conciliis contra pontificios impr. Rob. Bellarminum. Editae opera et cura Jo a. Allenson. Herbornae Naesov., Cph. Corvi- nus. 1601. 8°. Rainoldus, Joh., De Romanae Ecclesiae idololatria in cultu sancto rum, reliquiarum, imaginum, cet 11. II. Genevae, J. Stoer. 1596.4°. Prouning (Gerh. de) surnommé de Deventer, Meditation chrestienne sur 1’cxcellence de 1’Oraison de n. S. Jesus Christ. Oü la religion catholique se voit examinée a la touche d icelle Oraison. Leyde, H. L. de Hastens. 1600. 8°. Discours véritable de la conférence tenue a Fontainebleau le 4e de May 1600 [entre Phil, de Mornay Sr. du Plessis et 1’évcque d’Evreux, touchant le livre du premier, intitule: De 1’Institution de la S. Eucharistie]. S. 1. et a. 8°. Mornay (Phil de) Sr. du Plessis- Marli. Verification des lieux impugnez de faux, tant en la préface qu aux livres de 1 Institu tion de la S. Eucharistie de n. Seigneur, par Du-Pui, Boulenger et les Theologiens de Bordeaux, en leur Descouverte, Response et Inuentaire. La Rochelle, H. Haultin. 1600. fol. Mornay (Phil, de) Sr. du Plessis Marly. De 1’Institu- tion, usage et doctrine du sainct Sacrement de 1 Eucharistie en 1’Eglise ancienne etc. Reveu et augm. par icelui etc. IR edit. Saumur, T. Portau. 1604. fok Richeome, Louys, Plainte apologetique au Roy Tres-Chrestien pour la Compagnie de Jesus. Contre le libelle intitule. Le franc et veritable Discours etc. Avec quelques notes sur le Catechisme des Jesuites. S. 1. 1603. 8°. s noiTrirms Tnstus Pro SS. Catholica Romana ecclesia proque a^migraUone ,po.o*, Ace. E^olan^ca^U. carum ejusdem volumen, cet. Moguntiae, J. Albinus. 1601. 8 . Catechisme (Le) des Jesuites: ou examen de leur doctrine. [Par Est Pasquier]. Villefranche, G. Grenier. 1002. 8 . Abbattus Rob., Antichristi demonstratio contra fabulas ponti- ficias et ’ineptam Rob. Bellarmini de antichnsto disputationem. Londini, R. Barker. 1603. 4°- Tilenus, D., Speculum anti-christi, cet. Rostoch. 1605. 8 • Molinaeus [Du Moulin], Car. - De fratnbus Jesuit.s «,rum- que discipulis consultatio gemella, altera C. M, altera Ponti Tyardaei. Rostoch. 1605. 8°. Palestine (Dr. de) [pseud, de Cés. de Plaix]. Le Passe-par tout des pères Jésuites apporte d Italië etc. :S. 1. 1606. 8°.
33 Bellarminus, Rob., Responsio ad II libros, unum cüjus in- scriptio est: Responsio cujusdam D. Theol. de brevi a Paulo V. P. adv. Dominos Venetos public., et alterum cujus tit. est: Tractatus et resolutio Joa. Gersonis de excommunicationis valore, eet. Ex lingua Ital. in Lat. transl. Moguntiae, B. Lippius et N. Steinius. 1606. 4°. Hospinianus, Rod., Concordia discors: de origine et progressu formulae Concordiae Bergensis liber, eet. Tiguri, Offic. Wol- fiana. 1607. fol. Du Moulin, Pierre, Apologie pour la S. Cene du Seigneur. Contre la presence charnelle et transsubstantiation. La Rochelle. 1607. 8°. Sanga VerinusXLiberius) [pseud. Ma. Ant. Delrio], Peni- culus foriarum Elenchi Scaligeriani pro Societate Jesu, Maldo- nato, Delrio. Metelloburgi Mattiacorum [pseud, pro Antverpia?] 1609. 12°. Vignier, Nic., Theatre de 1’antechrist. Auquel est respondu au Cardinal Bellarmin, au Sr. de Remond, a Pererius, Ribera, Vie- gas, Sanderus et autres, qui par leurs escrits condamnent la doctrine des Eglises Reformées sur ce subiet. S. 1. 1610. fol. Auctoritas. — De auctoritate S. Scripturae: opusculum his tem por. nostris utilissimum eet. [Auctore Fausto Socino. Edi- dit Conr. Vorstius]. Steinfurti, T. Caesar, lóll. 8°. Casaubouus, Is., Ad Front. Ducaeum S. J. theol. epistola, in qua de Apologia disseritur, communi Jesuitarum nomine Lutet. Paris, edita. Londini, J. Norton, lóll. 4°* Casaubonus, Is., Ad Epistolam Cardinalis Perronii responsio. Londini, J. Norton. 1Ó12. 8°. Arminius, Jac., Epistola ad Hippol. a Collibus, nee non arti- culi diligenti examine perpendendi eo quod inter ipsos Reforma- tae religionis professores de iis aliqua incidit controversia, eet. Lugd. Bat., Joa. Andreae. 1Ó13- 8°. Lessius, Leon., De providentia numinis et animi immortalitate 11. II adv. atheos et politicos. Antverp., Vid. et fil. J. Moreti. 1613. 8°. Lessius, Leon., Disputatio de statu vitae deligendo et religionis ingressu. Antverp., Vid. et fil. J. Moreti. 1613- 8°. Wegelinus, Tho., Vera et authentica relatio de discursu theolo- gico inter Principes Geo. Frid. marchionem Badensem et Fra. ducem Lotharingiae, Durlaci instituto, eet. Acc. Judicium de novo Jesuitarum contra omnes haereses amuleto, eet. Tubingae, T. Werlin. 1613. 4 0 . 5
Cameron, J., Discours apologetique pour 1’appel de ceux de la religion reformée au jugement de Dieu parlant és Escritures et par les Escritures. Bergerac, Gilb. Vernoy. 1614. 8°. Bogerman, Joh., Ad scripti Hug. Grotii partes priores duas, in quibus tractat causam Vorstii et Remonstrantium, annotationes, cet. Leovardiae, A. Radaeus. 1614. 4 0 . Tegen de „ Ordinum Hollandiae Pietas” van Grotius. Zie ook de verzame ling van Pamfletten N°. 1649—51. 1695—98 enz. Lubberti, Sibr., Responsio ad Pietatem Hug. Grotii. Franeq., R. Doyema. 1614. 4 0 . Sopingius, Gfl\, Ad libellum anon, qui vocatur: Bona fides Sibr. Lubberti, et ad Hug. Grotii Pietatem. Cui annexa est ipsa Bona fides, et Vita auctoris [a Sibr. Siccama conscr.] Fra- nicae, R. Doyema. 1616. 4 0 . Damius, Mt., Animadversiones apologeticae in primam Grotianae Pietatis partem, quibus innocentia D. Sibrandi vindicator. Fra- nek., J. Lamrinck. 1618. 4 0 . Grevinehoven, Nic., Apologia publica et privata,h. e. abstersio calumniarum Adr. Smoutii, cet. Roterod., M. Bastiaens. [1617]. 4 0 . GrotiUS, Hugo, Defensio fidei catholicae de satisfactione Christi a dv. Faust. Socinum. II edit. Lugd. Bat., J. Patius. 1617. 4 0 . Coquaeus, Leon., Apologia pro summis Ecclesiae Romanae pontificibus, in qua eorum auctoritas a Phil. Mornaei calumniis vindicator. Mediol., haer. Pac. Pontii etc. 1619. 2 tom. fol. Cappellus, Jac., Vindiciae pro Is. Casaubono, continens examen praecip. controvers. quas adv. Cas. moverunt Herib. Ros-weydus, Andr. Eudaemon-Johannes, Jul. Caes. Bulengerus.Francof.,J.Rosa. 1619. 4°. Het tegenschrift tegen Bulengerus heeft tot afzond, titel: „Sedis Romanae I potestas, II sanctitas, III fides, ex genuinis antiquitatis ecclesiast. monu- mentis demonstrata.'’ Raineval, C. de, La Cabale des Jesuites, ou dernier retranche- ment ou ils se jettent quand on les presse par la parolle de Dieu etc. S. 1. 1617. 8°. Providence (De la juste) de Dieu. Traicté auquel est examiné un escrit du Sr. Amoux Jesuite etc. Par P. D. M. [Pierre Du Moulin]. La Rochelle. 1617. 8°. Puissance (De la toutte) de Dieu et de sa volonté etc. Par P. D. M. [Pierre Du Moulin]. La Rochelle. 1617. 8°. Molinaeus [Du Moulin], Pt., Anatome Arminianismi, cet.Ed. II a mendis repurg. Lugd. Bat., J. Marcus. 1620. 4 0 .
35 Cameron, J., Traicté auquel sont examinez les prejugez deceux de 1’Eglise Romaine contre la religion reformée. La Rochelle, Jean Hebert. 1618. 8°. Cappel, Jacq., Instruction chrestienne responsive au premier tome de 1’Institution de P. Coton Jesuite. Sedan, J. Jannon. 1619. 8°. Doumanus (Geo.) episc. Derensis, Papa antichristus sive dia- triba de antichristo, eet. Londini, J. Billius. 1620. 4°* Du Perron, Refutation de toutes les obiections tirées des passa ges de S. Augustin alleguez per les heretiques contre le S. Sa- crement de 1’eucharistie. Paris, A. Estiene. 1624. fol. Du Perron, Traitté du S. Sacrement de 1’eucharistie contenant la refutation du livre du S. du Plessis Mornay contre la messe etc. II e édit. Paris, A. Estiene. 1629. fol. Du Moulin, Pierre, Nouveauté du Papisme opposée è 1’anti- quité du vray Christianisme. Contre le livre de M. le Cardinal Du Perron intit. Replique è la Response du S. Roy Jaques I Roy de la Grand’ Bretagne. Sedan, J. Jannon. 1627. fol. Hall, Jos., Nulle Paix avec Rome etc. Ensemble un brief, recit des principes de religion. Nouv. tirée de 1’Anglois par Th. Ja- quemot. Genève, P. Aubert. 1629. 12°. Du Moulin, Pierre, Apologie pour la saincte cène du Seigneur contre la présence corporelle et transsubstantiation etc. Dem. édit. augmentée. Genève, P. Aubert. 1630. 8°. Du Moulin, Pierre, Accroissement des eaux de Siloé. Pour esteindre le feu de purgatoire et noyer les satisfactions humaines et les indulgences papales, etc. Genève, P. Aubert. 1631. 8°. Du Moulin, Pierre, Defense de la foy catholique, contenue au livre de Jaques I Roi de la Grand’ Bretagne. Contre la response de F. N. Coeffeteau. Edit, augmentée. Genève, P. Aubert. 1631. 8°. — Accomplissement des Propheties. III e partie du livre de la De fense de la foy etc. Edit, augmentée. Ibid. 1631. 8°. Du Moulin, Piorre. — Lettre du Sr. Drelincourt a Mr. Du M. Ensemble la Responce du Sr. Du M. Sur 1’imposture des- couverte du prétendu ministre Villeneuve. Genève, P. Aubert. 1631. 8°. Adaire, Archib., Narré de la Conference verbale et par escrit, tenue entre Mrs Pierre du Moulin et Cayer. Geneve, P. Aubert. 1633. 8°.
36 Dll Moulin, Pierre, Response èi quatre demandes, faites par un gentilhomme de Poictou. Genève, P. Aubert. 1633. 8°. Du Moulin, Pierre — Veritable Narré de la conférence entreles sieurs — et Gontier, secondé par Mad. la baronne de Salig- nac. Genève, P. Aubert. 1Ó35- 8°. Du Moulin, Pierre, Bouclier de la foy ou defense de la Con fession de foy des Eglises Reformées du Royaume de France contre les objections du S. Arnoux Jesuite. Dern. edition aug- mentée. Genève, P. Aubert. 1Ó35- 8°. Du Moulin, Pierre. — Cartel de defey du S. de Bouiu sur- nommé de Beau-lieu envoyé au Sr. du Moulin. Avec les responses et repliques de part et d’autre. Sur le point de la cène et des marques de la vraye Eglise. Genève, P. Aubert. 1636.8°. Du Moulin, Pierre, Du Juge des controverses. Traitté auquel est défenduë 1'authqrité. et la perfection de la Saincte Escriture contre les usurpations et accusations de 1’Eglise Romaine. Ge nève, P. Aubert. 1636. 8°. — Des Traditions et de la perfection et suffisance de 1 Escriture Saincte. Qui est le IVe Traitté du Juge des controverses etc. Ibid. 1632. 8°. Du Moulin, Pierre, Oppositions de la parole de Dieu avec la doctrine de 1’Eglise Romaine etc. Genève, P. Aubert. 1637. 8°. Du Moulin, Pierre, Lettre a M. de Balzac. [Avec laRéponsede Balzac et une Réponse de Du M.] Genève, P. Aubert. 1637- 8°. Du Moulin, Pierre, Anatomie de la messe. Ou est monstré que la messe est contraire a la parole de Dieu etc. II* édit. aug- mentée. Genève, P. Aubert. 1638, 1640. 2 pt. 8°. Aubertin, Edme, L’Eucharistie de 1’ancienne Eglise etc. Genève, P. Aubert. 1633. fol. Davenant, John. — De pacis ecclesiasticae rationibus inter evangelicos usurpandis et de theologorum fundamentali consensu in Colloquio Lipsiensi inito, trium in Ecclesia Anglicana venera- bilium episcoporum, Joh. Davenantii, Th o. Mortoni, Jos. Halli Sententiae, Joh. Duraeo tradita. S. 1. 1634. 4°. Menasseh ben Israël, De creatione problemata XXX. Amste- lodami, typis et sumpt. auctoris. 1635. 8°. Menasseh ben Israël, De resurrectione mortuorum 11. III. Amstelod., typis auct. 1636. 8°. Dallaeus, Joa., Adversus Milleterianam de conciliandis religioni- bus sententiam disputatio. S. 1. 1637- 8°.
37 Dallaeus, joa., De imaginibus 11. IV. Lugd. Bat., Offic. Elzevi- riana. 1642. 8°. Blondel, Dav., De la Primauté en 1’Eglise. Traitté ou sont confrontées avec la Response du Roy de la grand’ Bretagne les Annales du Card. Bellarmin, la Replique du Card. Du Perron, etc. Genève, J. Chouët. 1641. foL Blondel, Dav., Esclaircissements ,familiers de la controverse de 1’eucharistie etc. Quevilly, J. Cailloue. 1641. 8°. Anatomia Societatis Jesu seu probatio spiritus Jesuitarum, eet. S. 1. [In Germania impr.] 1Ó43- 12°. Verinus (Simplicius) [pseud. Cl. S a 1 m a s i i]. De transsub- stantiatione liber. Contra H. Grotium. Hagiopoli, Th. Eudoxus. [Lugd. Bat., Elzevier?] 1646. 8°. Decretum Synodi nationalis Ecclesiarum in Gallia Reformat, habitae Carentoni a. 1644—45 de imputatione primi peccati om nibus Adami posteris. Cui accessit Consensus Confessionum Ec clesiarum Protestantium, eet. Collegit Andr. Rivetus. Ed. II auct. Genevae, J. et P. Chouët. 1647. 8°. Amyraut, Moyse, Apologie pour ceux de la religion sur les sujets d’auersion que plusieurs pensent auoir contre leurs person- nes et leur creance. Saumur, Is.Desbordes. 1647. 8°. Spanheim, Fred., Epistola ad Mt. Cottierium super conciliatione controversiae de gratia universali. Lugd. Bat., J. Maire. 1648. 8°. Rivetus, Andr. et GuL, Epistolae apologeticae ad criminationes et calumnias Mosis Amyraldi de gratia universali. Bredae, J. a Waesberge. 1648. 8°. Vincentius, Phil., Epistola histor. et apologet. ad Joh. Cabro- lium [c. lib. Mos. Amyraldi contra Frid. Spanhemium]. S. 1.1648.8°. Cornelius (Lucius) Europaeus [pseud. Melch. Inchofer seu rectius J u 1. Clem. S c o t i], Monarchia Solipsorum ad Leon. Allatium. Cui acc. Clavis onomastica. Juxta exemplar Ve- netum. [In Hollandia impr.] 1648. 12°. Du Moulin, Pierre, Esclaircissement des controverses Salmu- riennes ou defense de la doctrine des Eglises Réformées sur l’immutabilité des decrets de Dieu, 1’efficace de la mort de Christ etc. Genève, P. Aubert. 1Ó49- 8°. Jarrige, Pierre. — La Conversion de M. Jarrige, cy-devant Jesuite etc. [Lettres de differ, personnes], Charenton, L. Ven- dosme. 1648. 8°.
Jarrige, Pierre — Déclaration de — cy devant Jesuiste, etc. prononcée dans le temple de 1’Eglize Franfoise de Leide le 25 de Mars 1648. Leide, Jean du Pré. 1648. 8°. Jarrige, Pierre, Les Jesuistes mis sur 1’eschafaut pour plusieurs crimes capitaux par eux commis dans la province de Guienne. Avec la Responce aux calomnies de Jacques Beaufés, S. 1. [En Hollande]. 1649. 12°. Jarrige, Pierre — Retractation du P. — de la Comp, de Jesus, retiré de sa double apostasie par la miséricorde de Dieu. Anvers, Vefve de J. Cnobbaert. 1650. 12°. Remarques sur la retractation de Pierre Jarrige. [Par Ezech. Daunois], Leide, F. Moyaert. 1651. 12°. Amyraldus, Mos., De libero hominis arbitrio disputatio. Sal- murii, J. Lesnerius. 1667. 8°. Amyraldus, Mos., Verhandeling van den staet der geloovigen na de doodt. Uyt het Fransch vertaelt door F. Halma, enz. Utrecht, F. Halma. 1680. 8°. Velleus (Gregorius) [pseud. Geo. Reveau], Ad Pamphi- lum Centinium de Specimine animadversionum Mosis Amyraldi adversus exercitationes Frid. Spanhemii de gratia nniversali judi cium. Lugd. Bat., Adr. Wijngaerden. 1669. 8°. Diestius, Sam., De controversiis Euangelicorum liber posterior, eet. Arnhemiae, J. F.'Hagius. 1672. 8°. Gaillardus, jac., Natura fidei disputationibus theolog. illustrata. Lugd. Bat., Lothus de Haes. 1672. 4 0 . Vallone (De). — Profession de foi de Monsieur D e V a 11 o n e ci-devant chanoine de 1’abbaïe roy. de S. Géneviève de Paris et & présent Ministre du S. Evangile; préc. de 1’histoire de sa con version etc. La Haye, M. Uytwerf. 1701. 8°. MORAAL EN ASCETIEK. Albertus magnus, Tractatus de veris et perfectis virtutibus alias Paradisus animae nuncupatus. [Argentinae, Mart. Flach. 1498]. 4 0 .
39 Recordatio. — De recordatione, consideratione et meditatione perpetua Quatuor Novissimorum, eet. Libellus ante annos 150 conscr., nunc correctus, auctus eet. opera Herm. Hamel- manni. Adj. est Historica narratio III11. compreh., de principum, comitum, et dominorum, qui non amplius in rerum natura existunt, eet interitu. Autore eodem. [Lipsiae, A. Lamberg. 159 2 -] 4°- Marulus, Mc., Evangelistarium. Basil., Ad. Petri. [1519]- 4°- Erasmus, Des., Precationes aliquot novae, eet, Item Ejaculatio- nes aliquot e script, canon, verbis contextae. [Lipsiae, Mich. Blum]. 1535- 8°. Erasmus, Des., Een christelijke noodtwendige Clage des Vreedts, die in allen natiën onder alle volcken verdreven ende verworpen is. Eerst in den Latijn beschr. ende nu overgeset enz. Z. pl. 1567- 4°- Rivius, Joa., Quod sponsalia sine consensione et approbatione parentum facta rata non debeant haberi. Ejusdem de familiari cujusque genio seu de praesidio angelico lib. Lipsiae, Nic. Wol- rab. 1540. 8°.' Rivius, Joa., Quo se pacto juventus in hisce religionis dissidiis gerere debeat 11. II. Basil. [1546]. 8°. BuUingerus, Heinr., Festorum dierum Jesu Christi sermones ecclesiastici, Tiguri, C. Froschouer. 1558. fol. BuUingerus, Heinr., Sermonum decades V de potiss. Chris- tianae religionis capitibus, Tiguri, C. Froschouer. 1562. 3 tom. 1 vol. fol. L’Espine, Jeu. de, Excellens Discours touchant le repos et con- tentement de 1’Esprit, etc. [Publ. par Sim. Goulart]. La Ro chelle, H. Haultain. 1594. 12°. L’Espine, Jeh. de, Traité de la providence de Dieu, auquelest adiouté un traité de la vraye particip. è la chair et au sang de J. Chr. La Rochelle, H. Haultin. 1594. 12°. Taffln, Jeau, Quatre Livres de 1’amendement de vie. Traicté du mesme autheur touchant les marques des enlans de Dieu et des consolations en leurs afflictions. Plus le Guidon du chrestien [par Dan. Toussaint] Nouv. édit. S. 1. [Genève] pour Jac. Stoer. 1606. 8°. Taffln, Jean, Traitté de 1’amendement de vie compr. en 4 li vres. Dern. édit. h laquelle est adjousté I le livre des Marques des enfans de Dieu etc. par le mesme autheur; II Le Guidon de 1’homme chrestien par Dan. Toussaint; III Considération de la mort par S. G. S.; IV De la vie heureuse par le mesme. Genève, P. Chouët. 1650. 8°.
40 Lossius, L60H., Hygiasticon seu vera ratio valetudinis bonae et vitae eet. Antverpiae, Vid. et fil. J. Moreti. 1613- 8°. Puteanus, Eryc., Pietatis thaumata in Bern. Bauhusii Proteum Parthenium, eet. Antverp., B. et J. Moretus. 1617- 4°- Puteanus, Eryc., De annunciatione Virginis-matris oratio, eet. [Ace. Car. Scribanii in Annunciat. votiva gratulatio].Ant verp., B. Moretus et Vid. J. M. 1618. 4 0 . Du Moulin, Pierre, Du Combat chrestien ou des afflictions. IVe edit. augm. Genève, P. Aubert. 1632. 8°. — lie Partie du Combat chrestien. Genève, J. Chouët. 1642. 8°. Du Moulin, Pierre, Le sainct Resveil spirituel. Ensemble un traicté de la juste providence de Dieu, et une lettre escrite a un sien ami en Hollande [du 15e Dec. 1616]. Genève. P. Aubert. 1632. 8°. Du Moulin, Pierre. — Heraclite OU de la vanité et misère de la vie humaine. Plus un aultre Traicté intitulé Theophile ou de 1’amour divin etc. Dern. édit. augmentée. Genève, P. Aubert. I. 635. 8°. Le nom de 1’auteur n’est pas mentionné sur le titre, mais ses initiales se trouvent & la fin de 1’épitre dédicatoire h Mile Anne de Rohan. Du Moulin, Pierre, Sermons sur quelques textes de 1’Escri- ture Saincte. Genève, P. Aubert. 1636. 8°. Du Moulin, Pierre, Familiere Instruction pour consoler les malades etc. Genève, P. Aubert. 1636. 8°. Du Moulin, Pierre, Traitté de la conoissanöe de Dieu. Nou- vell. tourné de Latin en Frangois par S. G. S. Genève, P. Aubert. 1637. 8°. Du Moulin, Pierre, Trois Sermons faits en presence des Peres Capucins. Genève, J. Chouët. 1641. 8°. A ces Sermons s’ajoutent: 1. Le Capucin. Traitté auquel est descrite ct examinee 1’origine des Capucins, leurs voeux, reigles et disciplines. Par P. D. M.; — 2. Journal des Capucins par Fran5. Clouët. Du Moulin, Pierre, Cinquieme Decade de Sermons. Genève, J. Chouët. 1642. 8°. — Sixieme Decade de Sermons. Ibid. 1647. 8°. — Septieme Dteade de Sermons. Ibid. 1648. 8°. Hall, Jos., Sermon de la passion de N. S. Jesus Christ. .Nouv. mis en Frangois par Th. J [ a q u e m o t]. Genève, P. Aubert. 1626.12°. Hall, JOS., La Devise de Dieu. Plus Sermon d’adieu etc. Et le Sainct Panegyric. Nouv. tire de 1’Anglois par Th. Jaquemot. Genève, P. Aubert. 1629. 12°.
41 6 Hall, Jos., Quö vadis? ou Censure des voyages, ainsi qu’ordinai- rement ils sont entrepris par les Seigneurs et Gentils-hommes. Nouv. tirée de 1’Anglois par Th. Jaquemot. Genève, P. Aubert. 1628. 12°. Hall, Jos., Le juste Mammon. Sermon d’hospitalité etc. Trad. nouv. en Francois par Th. Jaquemot. Genève, P. Aubert. 1629. 12°. Hall, Jos., Les Arts divins de Salomon ou ethiques, politiques et oeconomiques tirées methodiq. de ses Proverbes et de 1’Ecclé- siaste. Nouv. trad. par Th. I. [Jaquemot]. Genève, P. Aubert. 1632. 12°. Hall, Jos., Les Caractères de vertus et de vices. Tirez de 1’An- glois. Dem. édit. augmentée. Genève, P. Aubert. 1634- 12°. Hall, Jos., Contemplations sur 1’histoire du Nouveau Testament. Trad. de 1’Anglois par Th. Jaquemot. Nouv. reveuës. Genève, P. Chouët. 1661. 5e partie [des Oeuvres?] 12°. Hall, Jos., Meditations occasionnelles. Publ. par Rob. Hall son fils. Mises en Frangois par Th. Jaquemot. Nouv. reveuës. Ge nève, P. Chouët. 1661. 12°. Hall, Jos., Les Sainctes Observations. Mtses en Frangois, nouv. reveuës etc. Genève, P. Chouët. 1661. 12°. Hall, Jos., Le ciel sur la terre ou traitté de la vraye paix et tranquilité dè 1'ame. Trad. de 1’Anglois par Th. Jaquemot. Genève, P. Chouët. 1662. 12°. Hall, JOS., L’Art de la divine méditation, avec deux amples modèles de méditation etc. Trad. de 1’Anglois par Th. Jaque mot. Genève, P. Chouët. 1662. 12°. Hall, Jos., Comparaison du Pharisaisme et Christianisme. Nouv. tirée de 1’Anglois par Th. Jaquemot. Genève, P. Chouët. 1662. 12°. Hall, Jos., Le Seneque Chrestien ou voeux et meditations divi nes et morales. Trad. d’Anglois par Th. Jaquemot. Genève, P. Chouët. 1663. 12°. Hall, Jos., L’Ame dévote ou régies de dévotion céleste, avec le Prisonnier fibre ou consolation pour l’emprisonnement. Trad. de 1’Anglois par Th. Jaquemot. Genève, P. Chouët. 1663. 12°.
42 Richelieu (Arm. Jean du Plessis, cardinal de) Instruction du Chrestien. Rouen, Vefve Caré. 1627. 8°. La Croix, I. de, Le Thresor de 1’ame chrestienne, comprinse en 64 homilies ou sermons, servans de commentaire sur le Ca- techisme. Rotterdam, P. de Waesbergue. 1629. 4°* Camus, Jean Pierre, Homelies quadragesimales. Rouen, Vefve du Bose. 1636. 8°. Camus, Jeau Pierre, Homelies dominicales. De plus augm. de plusieurs sermons traictant des dignitez et .cérémonies de 1’Eglise. Nouv. édit. Rouen, M. du Souillet. 1636. 8°. Camus, Jean Pierre, Homelies festives. Rouen, Vefve du Bose. 1640. 8°. Zimmerman, Era., Meditatio de brevitate vitae. Christliche Betrachtung von der kurtzen Zeit des menschl. Lebens. Lugd. Bat., J. Marei. 1642. 4°. Polyander a Kerckhoven, Joh., Judicium et consilium de comae et vestium usu et abusu, cet. Lugd. Bat., Offic. Elzevi- riorum. 1644. 8°. Salmasius, Cl., Epistola ad Andr. Colvium super cap. XI Pri- mae ad Corinth. Epist. de caesarie virorum et mulierum coma. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1644. 8°. Borstius, Jac., Predicate van 't langh hair, over 1 Corinth, ll. 14, Z. pi. 1645. 8°. Johannes, Pocco, Proef-Praedicatien ofte Voorbereydinge tot het H. Avontmael des Heeren enz. Den III en druck. Leeuwarden, T. W. Zuiertsma. 1Ó53- 4°- Engelgrave, Hen., Caeleste Pantheon sive caelum novum in festa et gesta Sanctorum totius anni, morali doctrina varie ilhis- tratum. In hac III edit, auctum cet. Colon. Agr., J. Busaeus. 1658. 2 pt. l vol. 4 0 . C. fig. Perkins, Wilh. — Alle de Werken van —. Naar ’t Engels oVerghezien enz. DoorH. U. [Hend. Uilenbroek] Amsterdam, Joh. van Zomeren. 1659—62. 3 din. fol. Reynolds, Edw. — Opera omnia of alle de theologische wer ken van —. Eerstmaal in ’t Engelsch beschreven en nu in t Nederd. gebracht enz. door Pt. Heringa. Amsterdam, J. van Someren. 1667. fol.
a
44 [David Joris, Tractaten. In Nederland gedrukt, in’t laatst der l6 e of’t begin der 17e eeuw. 4 stn. 4 0 .] Heftighe vnde stercke Reden sijnder Sendinghe enz. Z. jr. [Gevolgd door Een bysondere emsthaftighe yuerige Reden den Boetvaerdighen tot troost enz. Wtghegaen in Augusto, Int jaer 155 2 ]- Fol. 1—32- Van den toekomstigen Dach des Heeren. Wtghegaen in Martio, A®. 1554- [Gevolgd door andere traktaten van ’t zelfde jaar]. Fol. 1—72. Bysondere kraftighe Reden enz. Wtghegaen in Aprili, A®. 1554. Fol. 1—16. Summarische Verclaringhe op den Spreuck Pauli Rom. XIII vers 22. Wtghe gaen in Martio, A®. 1555. [Gevolgd door andere traktaten van dat en ’t volgende jaar]. Fol. 1—^6. David Joris. — Dauid Georgen ausz Holand desz Ertzkatzers warhafftige histori, seines lebens, vnnd verfiirischen leer, von der zyt an alsz er gon Basel ist kummen etc. Durch ein Eerw. universitet der lobl. statt Basel beschriben. Getruckt zu Basel [durch Hier. Curio] im jor 1559. 4 0 . Franck, Seb., Concordantie ofte het verseghelde met seven se- ghelen besloten Boeck, dat rechts niemandt op doen, verstaen ofte lesen kan, dan het Lam, ende die met het Teecken Thau geteyckent sijn, enz. Nu eerstmael in Nederduyts vertaeld door D. W. C. enz. Haerlem, F. Beyts. 1618. fol. Mamix, Ph. van, Ondersoeckinghe ende grondelijcke weder- legginge der geestdrijuische leere aengaende het geschreuene Woirt Godes enz. ’s Gravenh., Aelbr. Heyndricks zoon. 1597- 8°. Verantwoordinghe van Sebastiaen Franck, jegens de onwaer- achtighe beschuldinghe, hem opghedicht by Philips van Marnicx in zijn boexken ghenaemt „ Ondersoeckinghe vande gheest-drijui- leere". [Door Casp. Coolhaes]. Z. pl. of jr. 8°. Labadie, Jean de, Declaration contenant les raisons qui lont obligé a quitter la communion de 1’Eglise Romaine etc. Genève, J. A. et S. de Tournes. 1666. 8°. Labadie, Jean de, Le Triomphe de 1’eucharistie ou la vraye doctrine du Saint Sacrement etc. Amsterdam, A. Wolfgang. 1667. 8°. Labadie, Jean de, Les divins Herauts de la pénitence au monde ou avis de saison par forme de remonstrance et d’exhortation etc. Amsterdam, Dan. Elzevier. 1667. 8°. Labadie, Jean de, Le veritable Exorcisme ou 1’unique effectif moyen de chasser le diable du monde chrestien etc. Amsterdam, Dan. Elzevier. 1667. 8°. Labadie, Jean de, Abrégé du véritable christianisme ou recueil de maximes chrétiennes etc. He édit. augm. Amsterdam, L. Autein. 1670. 12°.
45 Labadie, Jean, de, Points fondamentaux de la vie vraimant chrétienne etc. Amsterdam, J. van Velsen. 1670. 12°. Labadie, Jean de, L’Empire du S. Esprit sur les ames, ou la justification antière de sa conduite dans les fidèles, etd Amster dam, L. Autein. 1671. 8°. Yvon, Pierre, Fidelle narré des états et des dernières paroles et dispositions de diverses personnes que Dieu a prises k soy du milieu de 1’Eglise Reformée retirée du monde et recueillie cy-de- vant ci Herfort et a Altena et maintenant & Wiwert en Frise. Amsterdam, J. van de Velde. 1681. 12°. Yvon, Pierre, L’Impieté convaincue en 2 traitez etc. Amster dam, J. van de Velde. 1681. 8°. Le second traité est dirigé contre Spinoza. Yvon, Pierre, Doctrine du baptème et sa pure administration selon les sentimens de 1’Eglise Reformée retirée du monde et re- cueillie a Wiewert en Frise, etc. Amsterdam, J. van de Velde. 1683. 12°. Yvon, Pierre, L’Homme pénitent. En 3 traitez. Amsterdam, J. van de Velde. 1683. 12°. Yvon, Pierre, L’Homme pecheur proposé selon tous ses carac- tères et sur tout selon son amour propre criminel. Amsterdam, J. van de Velde. 1683. 8°. Yvon, Pierre, La Voye au del ou traité de la prière etc. Am sterdam, J. van de Velde. 1683. 12°. Yvon, Pierre, Emmanuel ou ia connoissance de Jesus Christ, n. S. selon divers de ses principaux états. Amsterdam, J. van de Velde. 1683. 12°. Yvon, Pierre, W. Brakels onbillicke en verkeerde handelinge geopenbaert ofte reflexien en consideratien over syn „ Leere en leyding der Labadisten ontdeckt” enz. Amsterdam, J. van de Velde. 1685. 8°. Dulignon, Pierre, L’Humble de coeur ou de 1’humilité chré tienne. Amsterdam, J. van de Velde. 1686. 12°. Dulignon, Pierre, La Corruption du souci et la délivrance que la grace en fait dans les vrais fidelles. Avec la Conduite pater- nelle de Dieu sur ses enfans etc. Amsterdam, J. van de Velde. 1687. 12°.
SWEDENBORGIANA. Werken van S. in chronol. orde der oorspronkelijke uitgave, met de vertalingen. — Bloemlezingen, Uittreksels enz. — Werken over zijne leer en door zijne leerlingen'). Swedenborg, Eman., Prodromus philosophiae ratiocinantis de infinito et causa finali creationis deque mechanismo operationis animae et corporis. Dresdae et Lipsiae, F. Hekel. 1734. 8°. Idem liber, charta opt. Swedenborg, Eman., Oeconomia regni animalis in transactio- nes, eet. Amstelod.. P. H. Charlois. 1748. 2 pt. l vol. 4 0 . Eadem editio quam Amstelod. 1740—41. Titulus a. 1748 postea additusfuit. Swedenborg, ~F.mn.ri., Regnum animale anatomice, physice et philosophice perlustratum, eet. Hagae Com., Adr. BUjvenburg. 1744. 2 ptes. 4 0 . * Swedenborg, Eman., Pars I de cultu et amore Dei: ubi agitur de telluris ortu, paradiso et vivario, eet. Londini. 1745- 4°- Swedenborg, Eman., On the worship and love of God; transl. from the Latin. London, J. Hodson. 1801. 8°. Swedenborg, Eman., Part the first, on the worship and love of God; treating of the birth of the earth etc. Transl. from the Latin [by J. Clowes]. Manchester, F. Davis. 1816. 8°. Aroana. coelestia quae in Scriptura sacra seu verbo Domini sunt detecta. [Auctore Eman. Swedenborg] S. 1. [Londini]. 1749. Pars. I. 4 0 . * — Index in Arcanis coelest. Ex oper. posth. E. S. Londini, im- pensis J. A. Tulk. 1815. 4°- Swedenborg, Eman., Arcana coelestia or heavenly mysteries contained in the Sacred Scriptures or word of the Lord etc. Now first transl. from the Latin by a Society of gentlemen Q. Clowes a. o.] Londen, J. Hodson. 1802—to. 13 voL 8°. Hierosolyma (De nova) et ejus doctrina coelesti: ex auditis e coelo, cet. [Auctore Eman. Swedenborg] Londini. 1758.4 0 . Swedenborg, ~F.mfl.ri., De la nouvelle Jerusalem et de sa doc trine céleste, d’après ce qu’en a entendu du ciel E. baron de S. Précédé d’une breve Dissertation touchant le nouveau ciel et la nouvelle terre. Rendu du Latin etc. Londres, R. Hawes. 1782.8°. 1) De werken waarbij een * gevoegd is zgn met géschreven aanteekeningen van B. F. Tydeman verrijkt.
47 Swedenborg, Eman., De la nouvelle Jérusalem et de sa doc trine céleste, d’après ce qui a été entendu du ciel Trad. du La tin par J. P. Moet. Paris, Treuttel et Würtz. 1821. 8°. Swedenborg, Eman., On the new Jerusalem and its heavenly doctrine as revealed from heaven etc. Transl. from the Latin. The IVth edit. London, T. Kelly. 1811. 8°. — On the new Jerusalem and its heavenly doctrine etc. The Vth edit. London, E. a. H. Hodson. 1812. 8°. — On the new Jerusalem and its heavenly doctrine etc. The VRh edit. London, J. S. Hodson. 1834. 12 0 . Jerusalem (Von dem Neuen) und seiner himmlischen Lehre nach Gehörtem aus dem Himmel etc. [Von Eman. Swedenborg]. Aus der latein. Urschrift erstmahls übersetzt von I. F. I m m a n. Tafel. Tübingen, Verlagsexped. i860. 8°. Coelum. — De coelo et ejus mirabilibus et de inferno, ex audi- tis et visis. [Auctore Eman Swedenborg]. Londini. 1758.4 0 . Swedenborg, Eman., A Treatise concerning heaven and hell and of the wonderful things therein as heard and seen. Transl. from the Latin [by Tho. Hartley, Rector of Winwick in Northamptonshire]. The Vlth edit. Salford, Cowdroy a. Slack. 1812. 8°. Swedenborg, Eman., A Treatise concerning heaven and its wonders and also concerning hell, being a relation of things heard and seen. From the Latin. A new translation. London, T. Goyder. 1823. 12°. • Swedenborg, Eman., Vom Himmel und von den wunderbaren Dingen desselben; wie auch von der Geisterwelt etc. und von der Holle. Aus der Latein. Urschrift übersetzt und mit Anmerk. begleitet; nebst einem Vorbericht von des Verfassers rühmlichen Leben und Schriften. S. 1. 1774. 8°. Swedenborg, Eman., Les Merveilles du ciel et de 1’enfer etdes terres planétaires et astrales etc. Traduit du Latin par A. J. P. [Pernetti]. Berlin, G. J. Decker. 1782. 2 tom. 4 0 . Av. portr. — Même ouvrage. Tome I. Avec notes mss. Swedenborg, Eman., Du Ciel et de ses merveilles et de 1’en- fer, d’après ce qui y a été entendu et vu. Trad. du Latin par J. P. Moët. Bruxelles, J. Maubach. 1819. 8°. Judicium. — De ultimo judicio et de Babylonia destructa: ita quod omnia, quae in Apocalypsi praedicta sunt, hodie impleta sint. Ex auditis et visis. [Auctore Eman. Swedenborg]. Londini. 1758. 4 0 .
48 Judicium. — Continuatio de ultimo judicio et de mundo spirituali. [Auctore Em an. Swedenborg]. Amstelod. 1763. 4°. Swedenborg, Eman., A Treatise concerning the last judgment and the destruction of Babylon etc. Transl. from the Latin. London, R. Hindmarsh. 1788. 8°. — A Continuation concerning the last judgment and the spiritual world. Transl. from the Latin. Ibid. 179^ • 8 • Swedenborg, Ernan., Du dernier jugement et de la Babylone détruite etc. [Avec la Continuation]. Rendu du Latin etc. Lon- dres, Bureau typogr. de la Nouv. Eglise. 1787.2 pt. 8°. Av. portr. N°. 3 du Journal Novi-Jerusalémite. Swedenborg, Eman., Du dernier jugement et de la Babylone détruite etc. [Avec la Continuation]. Trad, du Latin par J. P. Moet. Paris, Treuttel et Wiirtz. 1824. 8°. Equus. — De equo albo de quo in Apocalypsi cap. 19 et deinde verbo et ejus sensu spirituali seu interno ex Arcanis coelestibus. [Auctore Eman. Swedenborg]. Londini. 1758. 4 ■ Swedenborg, Eman,, Concerning the white horse mentioned in the Revelation, chap. XIX. With Extracts from the Arcana coelestia etc. Transl. from the Latin. London, R. Hindmarsh. 1788. 8°. Swedenborg, Eman., An Appendix to the Treatise on the white horse. Now first transl. from the Latin. London, T.Goy- der. 1824. 4 0 . TdllUT6S. — De telluribus in mundo nostro solari, quae vocan- tur planetae, et de telluribus in coelo astrifero, deque illarum incolis, cet, ex auditis et visis. [Auctore Eman. Sweden borg]. Londini. 1758- 4°- Swedenborg, Eman., Von den Erdcörpern der Planeten und des gestirnten Himmels Einwohnern etc. Aus dem Latein über- sezt und mit Reflexionen begleitet. Anspach. 1771- 8°. Swedenborg, Eman., Concerning the earths in our solar sy stem, which are called planets and concerning the earths in the starry heaven etc. From the Latin. London, R. Hindmarsh. 1787. 8°. Swedenborg, Eman., Des terres dans notre monde solaire qui sont nommées planètes et des terres dans le ciel astral etc. Trad. du Latin par J. P. Moet. Paris, Treuttel et Würtz. 1824. 8°. Doctrina Novae Hierosolymae de domino. [Auctore Eman. Swedenborg]. Amstelod. 1763> 4°-
49 7 Doctrine (The) of New Jerusalem respecting the Lord. [By Em an. Swedenborg]. Transl. from the Latin. London, Sherwood etc. 1812. 8°. Swedenborg, Ernan., The Doctrine of the new Jerusalem con cerning the Lord. Transl. from the Latin. The VIII th edition. London, T. Goyder. 1823. 12°. Doctrine de la Nouvelle Jérusalem touchant le Seigneur. [Trad, du Latin d’Eman. Swedenborg]. Londres, T. Spilsbury. 1787. 8°. N”. 2 du. Journal Novi-Jérusaldmite. Swedenborg, Eman. — Göttliche Offenbarungen, bekanntge- macht von Imm. von Swedenborg, aus der Latein. Ur- schrift verdeutscht von Joh. Fri. Imm. Tafel. Erstes Werk, enthaltend die Lehre des Neuen Jerusalem’s vom Herrn; von dem Uebersetzer mit Vorrede, Anmerk. und Registern begleitet. Tübingen, C. F. Osiander etc. 1823. 8°. Doctrina Novae Hierosolymae de Scriptura Sacra. [Auctore Eman. Swedenborg]. Amstelod. 1763. 4 0 . Swedenborg, Eman., The Doctrine of the New Jerusalem con cerning the Sacred Scripture. Transl. from the Latin. The III d edition. London, J. Deighton and R. Hindmarsh. S. a. 8°. — [The same without name of the author]. The IV th edition. London, (J. and E. Hodson, for) T. Kelly. 1810. 8°. — [The same]. The V th edition. London, T. Goyder. 1824. 12°. Doctrina vitae pro nova Hierosolyma ex praeceptis Decalogi. [Auctore Eman. Swedenborg]. Amstelod. 1763. 4 0 . Swedenborg, Eman., Doctrine de la vie pour la nouvelle Jé rusalem d’après les commandements du Décalogue. Trad. du Latin par J. P. Moet. Paris, Treuttel et Würtz. 1821. 8°. Swedenborg, Ernan., The Doctrine of life for the new Jerusa lem, from the commandments of the Decalogue. Transl. from the Latin. The IV th edit. London, J. Deighton etc. 1791. 8°. — [The same]. The V th edit. London, T. Kelly. 1810. 8°. — [The same]. The VI th edit. London, T. Goyder. 1825. 12°. Traité de la vie que doivent mener ceux qui aspirent h deve- nir membres réels de la Nouvelle Jérusalem, d’apres les précep- tes du Décalogue. [Trad. du Latin d’Eman. Swedenborg]. Londres, T. Spilsbury. 1787. 8°. Précédé d’un „ Plan d’un Journal Novi-Jerusalemitedont ce traité est le premier N°. Doctrina novae Hierosolymae de fide. [Auctore Eman. Swe denborg]. Amstelod. 1763. 4 0 .
50 Swedenborg, Eman., The Doctrine of the New Jerusalem con cerning faith. Transl. from the Latin. Manchester, C. Wheeler. S. a. 8°. Swedenborg, Eman., La Sagesse angélique sur 1’amour divin et sur la sagesse divine. Trad, du Latin par A. J. P. [Pernetti]. S. 1. 1786. 2 tom. 8°. Het oorspr. werk „Sapientia angelica de divino amore et de divina sapientta verscheen in 1763. Swedenborg, Eman., La Sagesse angélique sur le divin amour et sur la divine sagesse. Trad, du Latin par J. P. Moet. Paris, Treuttel et Würtz. 1822. 8°. Swedenborg, Eman., The Wisdom of angels concerning di vine wisdom. Transl. from the Latin. London, W. Chalklen. 1788. 8°. — [The same]. lid edit. London, E. Hodson. 1816. 8°. Swedenborg, Eman., The Wisdom of angels concerning the divine providence. Transl. from the Latin. London, R. Hind- marsh. 1790. 8°. Het oorspr. werk „Sapientia angelica de divina providentia” verscheen in 1764. Swedenborg, Eman., La Sagesse angélique sur la divine pro vidence. Trad, du Latin par J. P. Moet. Paris, Treuttel et Würtz. 1823. 8°. Apocalypsis revelata, in qua deteguntur arcana quae ibi prae- dicta sunt et hactenus recondita latuerunt. [Auctore Eman. Swedenborg] Amstelod. 1766. 4°- — Index in Apocalypsi revelata. Ex oper. posth. E. S. Londini, impensis J. A. Tulk. 1813. 4° • Swedenborg, Eman., The Apolypse revealed, wherein are disclosed the arcana there foretold etc. Transl. from the Latin. Manchester, C. Wheeler. 1791., 2 vol. — Index. London, M. Si- bly. 1797. 8°. Swedenborg, Eman., L’Apocalypse révélée, dans laquelle sont découverts les mystères qui y sont prédits etc. Trad, du Latin par J. P. Moet- Paris, Treuttel et Würtz. 1823. 2 tom. 8°. Swedenborg, Eman. — Göttliche Offenbarungen bekannt gemacht durch I mm. von S., aus der latein. Urschrift verdeutscht von Joh. Fri. I mm. Tafel. Bd. Ill, IV enth. die Enthüllte Offen- barung, [nebst Zusatzen und Beilagen vom Uebersetzer]. Tübin gen. 1824, 29. 2 vol. 8°.
51 Swedenborg, Eman., Delitiae sapientiae de amore conjugali. Post quas sequuntur Voluptates insaniae de amore scortatorio. Amstelod. 1768. 4 0 . Swedenborg, Eman., The Delights of wisdom concerning con- jugial love: after which follow the Pleasures of insanity concer ning scortatory love. Translated from the Latin. London. 1790.8°. — [The same]. London, R. Hindmarsh. 1794- 4°* Swedenborg, Eman., Les Délices de la sagesse sur 1’amour con jugal et les Voluptés de la folie sur 1’amour scortatoire. Trad, du Latin par J. P. Moet. Paris, Treuttel et Wiirtz. 1824. 8°. Swedenborg, Eman., Summaria Expositio doctrinae novae Ecclesiae quae per novam Hierosolymam in Apocalypsi intelligi- tur. Amstelod. 1769. 4°. — Summaria Expositio cet. [ut praeced]. Denuo edidit Jo. Fr. Im. Tafel. Tubingae. 1859. 8°. Swedenborg, Ernan., A brief Exposition of the doctrine of the new Church understood in the Apocalypse by the new Jerusa lem etc. London, M. Lewis. 1769- 8°. Met voorrede van S. getiteld: „An Answer to a letter written to me by a friend,” geschreven uit London 1769, die niet in de Latijnsche uitgave voorkomt. Swedenborg, Eman., Revision der bisherigen Theologie sowol der Protestanten als Römischkatholischen. [Uebersetzung der „Summaria Expositio” vom J. 1769]. Aus d. Latein. nebsteinem Prüfungsversuche: ob es wol schon ausgemacht sei dass S. zu den Schwarmem gehöre. Breslau, G. Löwe. 1786. 8°. Swedenborg, Eman., De commercio animae et corporis, quod creditor fieri vel per influxum physicum, vel per influxum spiri- tualem, vel per harmoniam praestabilitam. [Londini. 1769]. 4°. Swedenborg, Eman., Du commerce établi entre 1’ame et le corps, ou traité de la liaison qui subsiste entre le spirituel et le matériel. Rendu du Latin [par Ben. Chastanier]. Edit. augm. du Discours prélimin. de Th. Hartley. La Haye, P. F. Gosse. 1785- 8°. Swedenborg, Eman., Van de betrekking tusschen het geeste lijke en het stoffelijke, of de gemeenschap tusschen de ziel en het lichaam. Waarbij eene voorreeden van Tho Hartley be- neevens verscheide andere stukken enz. Uit het Latijn enz.’s Gra- venh., Is. du Mee en Zn. 1788. 8°.
52 Swedenborg, Eman., On the intercourse between the soul and the body; which is supposed to take place either by physical influx or by spiritual influx, or by pre-etablished harmony. From the Latin. A new translation. [With preface by Tho. Hartley]. London, J. a. E. Hodson. l8l2. 8°. Swedenborg, Eman., Vera Christiana religio, continens uni- versam theologiam novae Ecclesiae, a Domino apud Danielem cap. VII: 13—14, et in Apocalypsi cap. XXI: 1, 2 praedictae. Amstelod. 1771. 4°. * Idem opus. * Swedenborg, Eman., True Christian religion; containing the universal theology of the new Church etc. Transl. from the La tin. The Hid edit. London, R. Hindmarsh. 1795- 4°* Swedenborg, Eman., La vraie Religion Chrétienne, contenant la théologie universelle de la nouvelle église etc. Trad, du Latin par J. P. Moet. Bruxelles, J. Maubach. 1819. 2 tom. 8°. Swedenborg, Eman., A Crown or appendix to the True Chris tian religion etc. [A posthumous work. Transl. from the Latin]. London, M. Sibly. 1810. 8°. Swedenborg, Eman., Clavis hieroglyphica arcanorum natura- lium et spiritualium per viam repraesentationum et correspon- dentiarum. Londini, R. Hindmarsh. 1784- 4°• Swedenborg, Eman., An hieroglyphic Key to natural and spi ritual mysteries, by way of representations and correspondences. Transl. from the Latin by R. Hindmarsh. London, R. Hind marsh. 1792. 8°. Swedenborg, Eman.— Apocalypsis explicata sec. sensum spiri- tualem; ubi revelantur arcana, quae ibi praedicta et hacfenus recondita fuerunt. Ex oper. posth. E. S. Londini, R. Hindmarsh. 1785—89. 4 vol. 4 0 . *. Swedenborg, Eman., The Apocalypse or book of revelations, explained according to the spiritual sense, etc. Transl. from the Latin. London, J. and E. Hodson. 1811—15- 6 vol. 8°. At the end of vol. VI: „ A summary Exposition of the internal sense of the prophetic books of the O. Test, and also of the Psalms of David, being one of the posthumous works of E. S.” Swedenborg, Eman,. A general Explication of the precepts of the Decalogue. Extracted from the „ Apocalypsis explicata.” Lon don, R. Hindmarsh. 1794- 8°. Swedenborg, Eman., On the Athanasian creed. Now first transl. from the Latin. [Extracted from the „Apocalypsis expli cata”]. Manchester, M. Wardle. l8lO. 8°.
53 Swedenborg, Eman. — Analyse des Athanasischen Symbols etc. Nach — von Ludw. Hofaker. Tübingen und Leipzig, Buchh. Zu-Guttenberg. 1840. 8°. Swedenborg, Eman., A Treatise of the divine love and wis dom. Now first transl. from the Latin. [Extracted from the „ Apocalypsis explicata”]. Manchester. J. Gleave. 1813. 8°. Swedenborg, Eman. — Doctrina principialis novae Domini Ecclesiae sive novae Hierosolymae in Apocalypsi praedicfae. Quam e scripto S. posthumo [„Apocalypsis explicata”] depromp- sit Lud. Hofaker. Sectio I. De deo triuno. Tubingae, Zu-Gut tenberg. 1834. 8°. Swedenborg, Eman., Sunmiaria Expositio sensus interni libr. prophetic, ac. Psalmorum Vet. Test., quibus adjecta sunt aliqua de historicis verbi. Opusc. posth., ex ipso chirogr. ejus denuo castigatius edidit Jo. Fr. Im. Tafel. Tubingae, Verlagsexp. i860. 8°. Swedenborg, Eman. — A summary Exposition of the O. Tes tament, and also of the Psalms of David etc. Being one of the posthumous works ol —■. Transl. from the Latin. London, R. Hind- marsh. 1800. 12°. Swedenborg, Ernan., Itinerarium. Ex oper. ejus posth. nunc pr. edidit Jo. Fr. Im. Tafel. Sectio I continens partem Latine scriptam. Tubingae, bibliop. zu Guttenberg. 1840. 8°. Swedenborg, Eman., Ludus Heliconis sive carmina miscel lanea quae variis in locis cecinit. Ed. Ill locuplet. Recensuit Joh. Fri. Eman. Tafel. Tubingae, bibliop. zu-Guttenberg. 1841. 8°. Swedenborg, Eman., Adversaria in libros Veteris Testamenti. E chirogr. ejus nunc pr. edidit Jo. Fri. Im. Tafel. Pars. I. Tubingae 1847—54. 6 vol. — Pars II—IV. Ibid. 1842, 43. — Pars V. Ibid. 1846, 47. 2 vol. 8°. Ook onder den titel van „Diarium spirituale”. — Alb. Kahl, Narratiunculae de vitis hominum in E. S. Diario commemoratorum, quibus adj. est Genealogia familiae S. Edidit Em. Tafel. Ibid. 1859. 8°. Ook m. d. titel „Diarii spirit, partis VII sectio I”. Swedenborg, Ernan., Index biblicus sive Thesaurus bibliorum emblematicus et allegoricus. E chirographo ejus nunc pr. edidit Jo. Fr. Im. Tafel. Tubingae. 1859, 60. Vol. I, II (A-Cana).8°. Swedenborg, Ernan., Auserlesene Schriften. Frankfurt a. M., Dan. Chr. Hechtel. 1776—77. Th. I—V. 8°.
54 Swedenborg, Eman. — Abrégé des ouvrages d E. S., contenant la doctrine de la nouvelle Jérusalem-céleste, précédé d un discours [sur] la vie de 1’auteur etc. [Par Daillant de La Touche] Strasbourg, J. G, Treuttel. 1788. 8°. Swedenborg, Eman., Theologische Werke oder dessen Lehre von Gott, der Welt etc. Nebst einer vorlauf. Abhandlung über das Leben des Verfassers etc. Auszug aus seinen sammtl. Schriften. [Aus dem Französ. übersetzt]. Leipzig, P. G. Kummer. 1789.8 • Swedenborg, Eman., Godgeleerd Samenstel, of kort uittrek- zel uit s mans schriften enz. Uit het Hoogduitsch, met eene Ver handeling nop. S. en desz. aanhangeren door IJsbr. van Ha- melsveld. Amsterdam, Wessing en van der Hey. 1790. 8°. Swedenborg, Eman., A summary Exposition of the internal sense of the books of Genesis and Exodus, of the Gospel ac cording to Matthew and of the Revelations. Extracted from the „ Arcana coelestia”, from the new transl. of the Gospel accor ding to Matthew and from the „ Apocalypse revealed”. London, J. a. E. Hodson. 1807. 8°. Swedenborg, Eman. — Passsages concerning the Lords Prayer and its internal sense. Selected from the writings of . London, J. Hodson. 1809. 8°. Swedenborg, Eman. — Index initialis in Opera S. theologica, cet. Amstelod., A. D. Sellschop et P. Huart. 1779- 4°- Oetinger, F. C., Schreiben von einer angeblichen Vermittlung des Streits zwischen dem Gothenburgischen Consistorio und zwi- schen den beyden Vorfechtern der Schwedenborgischen Lehren. Frankfurt u. Leipzig. 177°- 4°* Hamming einiger Nachrichten Herrn Eman. Swedenborg und desselben vorgegebenen Umgang mit dem Geisterreich betreffend. Nebst einem Schreiben an denselben [von Dav. Pau. ab Inda- gine, pseud, von Joh. Chr. Cuno. Lat. und Deutsch]. Neue Auflage. Hamburg, C. Herolds Wittwe. 1771. 4°* Cuno, Joh. Chr., Aufzeichnungen eines Amsterdamer Biirgers über’ Swedenborg. Nebst Nachrichten über den Verfasser, von Aug. Scheler. Hannover, C. Rümpler. 1858. 8°. Tableau analytique et raisonné de la doctrine céleste de 1’Eglise de la nouvelle Jerusalem etc. ou Précis des oeuvres théologiques d’Eman. de Swedenborg. [Par Ben. Chastanier]. La Haye, P. F. Gosse. 1786. 8°..
55 Dialogues on the nature, design and evidence of the theological writings of Eman. Swedenborg etc. London, J. Denis. 1788. 8°. — [The same]. The lid edit, with additions. London, R. Hind- marsh. 1795. 8°. Verhandeling (Briefs-wijze) betreffende het leven van Em. Swe- denburg enz. Uit het Hoogd. vertaald en tot een voorloper van een kort uittrekzel uit ’s mans schriften, met eenige aanmerkin gen in het licht gegeevendoor IJsbr. van Hamelsveld. Am- sterdam, Wessing en van der Hey. 1790. 8°. Dialogues sur la nature, le but et 1’évidence des écrits théologi- ques d’Eman. de Swedenborg, avec un abregé de ses oeuvres philosophiques. Trad. de 1’Anglois. La Haye, P. F. Gosse 1790.8°. Magazine (The New-Jerusalem) or a treasury of celestial, spiri tual and natural knowledge. By several members of the London Universal Society for promotion of the New Church. London 1790. [With Appendix of 1791]. 8°. W. pi. Magazine (The new) of knowledge concerning heaven and hell and the universal world of nature, etc. By a Society of gentle men. London, R. Hindmarsh. 1790, 91. 2 vol. 8°. W. portr. Hartley, T., The Doctrine of a trinity in the divine nature de fended. The lid edit. London, E. Hodson. 1791. 8°. Hindmarsh, Hob., Letters to Dr. Priestley, containing proofs of the divinity of Jesus Christ and of the divine mission of Eman. Swedenborg, etc. London, R. Hindmarsh. 1792. 8°. Proud, J., Twenty Sermons on the doctrines and truths of the Lord’s New Church delivered in the New Jerusalem Temple, Birmingham. Birmingham, J. Belsher 1792. 8°. Journal (The New Jerusalem) or treasury of divine knowledge etc. Rob. Hindmarsh editor. London, R. Hindmarsh. 1792. Vol. I. 8°. Spence, Wi., Essays in divinity and physic, proving the divin ity of the person of Jesus Christ, etc. in refutation of. J Priest ley etc. London, R. Hindmarsh. 1792. 8°. Hindmarsh, Jam., A new Dictionary of correspondences, re presentations etc. or the spirital significations of words, senten ces etc. as used in the S. Scriptures. Compiled from the theol. writings of Eman. Swedenborg. London, R. Hindmarsh. 1794.8°. Sibly, Man., Twelve Sermons, preached at the New Jerusalem Temple, London. London, R. Hindmarsh. 1796. 8°. Sermons, Reports, Pamphlets, relating to the New Church found ed by the followers of Eman. Swedenborg. Printed in England. 1796—1826. 85 pts. 8°.
56 Clowes, J., Letters to a member of Parliament on the character and writings of Baron Swedenborg, containing a refutation of Abbé Barruel’s calumnies etc. Manchester, Clarke. 1799- 8°. Aurora (The) or the dawn of genuine truth: being a repository of spiritual, rational and useful knowledge, etc. London, J. Hod- son a. Co. 1799—1801. N°. 1—24, 26—28. 8°. Hodson, J., Jesus Christ the true God and only object of su preme adoration. London, J. Hodson a. Co. 1799 - 8°. Nicholson, Geo., A new and comprehensive Dictionary of cor respondences, representatives and significatives contained in the Word of the Lord etc. Extracted from all the theological works of Em an. Swedenborg, etc. London, J. Bonsor. 1800. 4°- Liturgy (The) of the New Church, as used in York-street chapel, St. James-square, Westminster. London, J. Hodson a. Co. 1800.8°. Dialogue (A) between a churchman and a methodist on the writings and opinions of Baron Swedenborg. London, J. and E. Hodson. 1802. 8°. Clowes, J., Sermons on the call and deliverance of the children of Israel out of Egypt, etc. London, J. a. E. Hodson. 1803.8°. Gospel (The) according to Matthew, transl. from the orig. Greek and illustrated by extracts from the theological writings of Em an. Swedenborg. Together with notes and observ. of the transla tor []. Clowes]. London, J. and E. Hodson. l8o5- 8°. — according to Mark etc. [ut praec.] By J. Clowes. Manchester, W. D. Varey. 1826. 8°. — according to Luke etc. fut praec.] By J. Clowes. Ibid. 1823. 8°. — according to John. etc. [ut praec.] By J. Clowes. Manchester, J. Gleave. 1819. 8°. Clowes, J., A few plain Answers to the question, Why do you receive the testimony of Baron Swedenborg? addressed from a minister to his congregation. London, J. and E. Hodson. 1806.8°. Minutes of a general conference of ministers and delegates from the Societies of the New Jerusalem Church, held in Birmingham [and in other places]. Birm., T. Martin; Manchester, F. Davis etc- 1808, 1815—22, 1824, 1826 8°. — of the London Conference of the New Church instit. in the year 1813. London, E. and H. Hodson. 1813, 15- N°. l, 2. 8°. Clowes, J., On science, its divine origin, operation, use and end etc. Manchester, Nanfan a. Davis. 1809. 8°. Swedenborg (Over) en dweeperij. Twee artikelen uit Asmus of den Wandsbecker Bode van Mt. Claudius. Z. pi. ofjr.(Overdruk).8°.
57 8 Bülow, Hei. von — Coup d’oeil sur la doctrine de la nouvelle Eglise Chrétienne ou le Swedenborgianisme. Ouvr. posth. de —. Philadelphie. [En Allemagne]. 1809. 8°. Religion (Pure evangelical) restored, or charity, faith and good works reunited and triumphing over all selfishness etc. by the establishement of the heavenly kingdom of true divine love, wis dom and peace in the human bosom. A true history. Manches ter, M. Wardle. 1811. 8°. Clowes, J., Religious Instruction for youth, on a variety of se rious and important subjects etc. Manchester, Nanfan and Davis. [1812]. 2 vol. 12°. W. pi. Opleiding tot waarheid en deugd, voor jongelingen en jonge dochters enz. Uit het Engelsch door B. F. Tydeman. Dordrecht, J. de Vos en Co. 1828. 8°. Vertaling van het eerste deeltje van J. Clowes’ Religious Instruction. Dissertations on the regenerate life, in harmony with the theo logical views of Baron Swedenborg etc. [By Jam. Arboin]. London, E. and H. Hodson 1812. 8°. Luminary (The halcyon) and theological repository, a monthly magazine, devoted to religion and polite literature. Conducted by a Society of gentlemen. New York, S. Woodworth a. Co. 1812. 13. Vol. I, II. 8°. Repository (The intellectual) for the new Church, for the years 1812—1823. London, E. and H. Hodson. 1813—23. 6 vol. 8°. Clowes, J., The divine person and character of Jesus Christ defended, in opposition to the Unitarian or Socinian doctrine etc. Manchester, Clarke. 1813. 8°. — [The same]. Ibid. 1814. 8°. Clowes, J., On Mediums, their divine origin and important uses, especially in their instrumentality to promote the regeneration and salvation of mankind. lid edit. Manchester, Clarke. 1815.8°. Hind marsh, Rob., A seal upon the lips of Unitarians, Trini tarians and all others wo refuse to acknowledge the sole, su preme and exclusive divinity of Jesus Christ etc. ID edit. Man chester, Clarke. 1816. 8°. Hindmarsh, Rob., A Compendium of the chief doctrines of the true Christian religion. Manchester, F. Davis. 1816. 8°. Clowes, J., Sermons on the Lord’s prayer and the ten com mandments etc. Manchester, Clarke. 1816. 8°. Clowes, J., The Parables of Jesus Christ explained for the use of young people. Manchester, F. Davis. 1816. 12°. W. pi.
58 Repository. — The New Jerusalem Church Repository. Phila delphia, Lydia R. Bailey. 1817. N°. 1. 8°. Clowes, J., The Miracles of Jesus Christ explained according to their spiritual meaning. Manchester, J. Gleave. 1817- 12 °. W. pi. Clowes, J., On the two worlds: the visible and invisible etc. The lid edit. Manchester, J. Gleave. [1818]. 8°. Clowes, J., A Letter to the rev. J. Proud, in reply to his re marks on separation from the old church etc. Manchester, J. Gleave. 1818. 8°. Memorialists (The two heavenly) or love and truth, stating to the Christian world their present peculiar distress and imploring relief. [By J. Clowes]. Manchester, J. Gleave. 1818. 8°. Scripture histories selected from the O. Testament and explai ned according to their internal or spiritual meaning [by J. Clo wes]. Manchester, J. Gleave. 1818. Vol. I. 12°. W. pi. Proud, J., The aged Minister’s last Legacy to the New Church signified by the New Jerusalem in the Apocalypse etc. Birming ham, J. Ferrall. 1818. 8°. W. portr. Verslag. — N°. I. Nunc Licet. Kort Verslag van de voornaamste leerstukken der Kerk van het Niew-Jerusalem. (Uit het Engelsch vertaald) [door P. F. Gosse. Aan t slot: Gedrukt ter sGra- venhaagsche Courant en boekdr. 1819-] 8°. — N°. 2. Nunc Licet. Verzameling van stukken betr. de Kerk van het Nieuw Jerusalem (Uit het Engelseh vertaald) [door denzelf- den. Aldaar 1819]- 8°. Clowes, J.» A letter to the rev. W. Roby, containing strictures on some passages in his lectures, in which he speaks of Eman. Swedenborg and his disciples. Manchester, Clarke. 1819- 8 • Clowes, J., A Letter to the rev. W. Roby, in reply to his late pamphlet entitled Anti-Swedenborgianism. Manchester, Clarke. 1819. 8°. Letters to a friend containing remarks on W. Roby’s late pam- hlet entitled Anti-Swedenborgianism. By a layman [Wi Harri son]. Manchester, Clarke. 1820. 8°. Clowes, J., A Treatise on opposites, their nature, origin and uses, as affecting both the natural and spiritual life of man. Manchester, J. Gleave and Clarke. 1820. 8°. Hindmarsh, Rob., A Key to the spiritual signification of num bers in the Holy Word etc. Manchester, Clarke etc. 1820. 8°.
50 Hindmarsh, Rob., A Vindication of the character and writings of Eman. Swedenborg against the slanders of J. G. Pike, John Wesley etc. Manchester, Clarke etc. 1822. 8°. Clowes, J., On Delights, their origin, variety, uses and end, together with the important duties to which they point. Lea mington, Rose a. Lap worth. 1823. 8°. Repository (The Intellectual) of the New Church, signified in the Revelation, chap XXI, by the New Jerusalem. New Series. London, J. S. Hodson, Jan. 1824 — Jan. 1829. N°. 1—21. 8°. Hindmarsh, Rob., Christianity against deism, materialism and atheism, occasioned by a letter addressed to the author by Rich. Carlyle. Hid edit. Manchester, H. Smith. 1824. 8°. TVra.ga.Ein für die Neue Kirche von Joh. Fri. I mm. Tafel. Tü bingen. 1824. Bd. I. 8°. Noble, Sam., The plenary Inspiration of the Scriptures asserted, and the principles of their composition investigated etc. London, Simpkin a. Marshall. 1825. 8°. Clowes, J., Letters to a friend on the human soul, its immate riality and immortality etc. Leamington, Rose a. Lapworth. 1825. 8°. Clowes, J., Letters on the human body, principially designed to prove that the body is a mere effect derived from the soul etc. Warwick. W. Rose. 1826. 8°. Noble, Sam., An Appeal in behalf of the views of the eternal world and state and the doctrines of faith and life, held by the body of Christians who believe that a New Church is signified (in the Revelation chap. XXI) by the New Jerusalem, etc. Lon don, J. S. Hodson. 1826. 8°. GÖrres, J., Emanuel Swedenborg, seine Visionen und sein Ver- haltnisz zur Kirche. Straszburg, Mainz u. Speyer, Exped. der Katholiken. 1827. 8°. Novitiate’S Preceptor (The) or religious and literary register for the New Church signif. by the New Jerusalem. London, J. S. Hodson. 1827, 28. 2 vol; — 1829. N«. 1—3. 12°. Essay (An) on the credibility of Swedenborg; in which his claims as the announcer of the dispensation etc. are considered and defended. London, J. S. Hodson. 1828. 8°. Noble, Sam., The astronomical doctrine of a plurality of worlds irreconcilable with the popular systems of theology etc. London, J. S. Hodson. 1828. 8°.
6o Catalogue (A general) with descriptive notices of the theologi cal writings of Eman. Swedenborg, and of works by other authors in confirmation and illustration of the same principles etc. Lon don, Simpkin a. Marshall. 1828. 8°. Abenteuer (Schwedenborg’sche) auf Reisen bei Nacht. Leipzig, J. F. Glvick. 1831. 8°. Hofaker, Ludw., Elilytha oder Halle der Gott-gelehrten. Ein Sammelwerk in Bezug auf Entsprechungskunde und geistigen Schriftsinn. Weissagung und Herniederkunft des Neuen Jerusa lems etc. Tübingen u. Leipzig, Buchh. Zu-Guttenberg. 1835—41 ■ 12 St. 8°. Ie. Gabe. Stille Wege zwischen Menschenwelt und Engelwelt von Wi. Oegger. lie. Gabe. Schriften aus Gott durch Joh. Tennhardt. 2Bde. III e . Gabe. Revision des Christenwesens. le Abth. DasGeheim- nisz Gottes. Ein Panorama der Wahrheit aller Wahrheiten. IIIe. Gabe. Revision des Christenwesens. 2e. Abth. Neue Sternen über dem jetzigen Dogmendunkel. IVe. Gabe. M aran Atha oder vorbezeugte Geschichte der'Kirche des Hemn. Ve Gabe. Er bei uns. Wunder umdieWiegeetc. Durch Ann- chen Lineweg von Sanct-Gallen. Vie. Gabe. Jubel-Gange durch Neu-Jerusalem. Vile. Gabe. Die Neun Velsen. Ein Stufengemalde christl. Vol- kommenheit, vor 5 Jahrhund. aus dem Himmel geschenkt etc. Wohnungen (Ueber die) der Seelen nach dem Tode, oder: Blicke jenseits des Grabes, nach Anleitung der heiligen Schrift und mit Berücksicht. der neuen Aufschlüsse über die Zustande der Seelen in der Ewigkeit, etc. Basel, J. R. Fretz. 1838. 8°. Tafel, J. F. Tmma.n., Swedenborg und seine Gegner oder Be- leuchtung der Lehren und Berichte Swedenborgs etc. Tübingen, H. Laupp. 1838, 39. 2 Th. 8°. Sammlung von Urkunden betreffend das Leben und den Cha- rakter Eman. Swedenborg’s etc. Aus den Quellen wiedergeg. und mit Anmerk. begleitet von J. F. I. Tafel. Tübingen, Buchh. Zu-Guttenberg. 1839. 2 St. 8°. Wunder (Die) des Herrn in ihrer ewigen Bedeutung. Tübingen, Buchh. Zu-Guttenberg. 1840. le. Abth. 8°. Vaihinger, J. G., Der Swedenborgianismus und seine neueste Erscheinung nebst dem Katechismus der Neuen Kirche beur- theilt. Tübingen, C. F. Osiander. 1843. 8°.
6t
Hospinianus, Rob., De templis: hoe est de origine, progressu, usu et abusu templorum, ac omnino rerum omnium ad templa pertinentium 11. V. Ed. II aucta, eet. Tiguri, Offic. Wolfiana. 1603. tol. Molanus, Joa„ De picturis et imaginibus sacris liber, eet. Lo- vanii, H. Wellaeus. 1570" 12°. TWiaanlft ad usum insignis ecclesie Leodiensis, eet. Parisiis A°. 1540 die II mensis Martij, fol. C. fig. Pag. 3 legitur. „Veneunt apud Michaelem Hillenium de hoocstraten Antuerpie,” et in fine: „ Antuerpie in edibus Joannis Ruremunden. impressum Anno dni 1552- Mense Martio.” — Fol. 155, 156 in pergam. impressa sunt. Antiphonarium secundum morem S. Romanae ecclesiae, com- pletum, continens Dominicale, Sanctuarium, eet. Correctum per Franc, de Brugis. Venetiis, [Luc. Ant. de Giunta]. 1503- pl°. C. fig. Fol. 191 et seqq..desunt. Evangelia et Epistolae Dominic, ac Festorem dierum, Graece et Latine, ex versione Des. Erasmi. Amstelrod., Hen. Laurentius. 1626. 8°. Canones Apostolorum. Veterum Conciliorum constitutiones. De- creta Pontificum antiquiora. De primatu Romanae ecclesiae. Ex 3 vet. exempl. transcripta. [Edidit Joa. Wendelstinus]. Mo- guntiae, [Joa. Schoeffer]. 1525* fol. Folia quaedam desunt. Canones Sanct. Apostolorum, Conciliorum generalium et parti- cularium, Sanct. Patrum, eet Photii Nomocanon. Omnia commen- tariis Theod. Balsamonis explicata et de Graecis conversa, Gent. Herveto interprete. Parisiis, Guil. Morelius 1561. fol. Concilium. — Canones et decreta Concilii Tridentini eet. Ant- verpiae, Guil. Silvius. 1564- 8°. Concilium. — Sacros. et oecum. Concilii Tridentini Canones et decreta. Recens access. Joa. Sotealli et Hor. Lutii annota- tiones. Additae sunt Pii IV P. M. Bullae. Antverp., Vid. et fiL J. Moreti. lóll. 8°. Regulae, Ordinationes et Constitutones judiciales Cancellariae Apostolicae, eet, commentariis ampliss. praecipue Lud. Gomes episc. Sarnensis illustratae. Paris., Galliot du Pré. 1545- fol. Sandeus, Pel., In V libros Decretalium commentaria, illustrata addition, et apostillis Ben. Vadi, And. Mocenigo, eet. S. 1. 1535. 2 tom. fol.
63 Gutierrez, Joa., Canonicarum quaestionum quae maxime circa sponsalia de futuro et matrimonium versantur. Antverp., G. a Tongris. 1628. fol. Cusa, NlC. de, De concordantia catholica 11. III. [Parisiis], in aedibus Ascensianis. S. a. fol. Dominis, Me. Ant. de, De republica ecclesiastica 11. X. Lon- dini, J. Billius. 1617, 1620. 2 vol. fol. C. eff. Cellotius, Lud., De hierarchia et hierarchis 11. IX, cet. Rotho- magi, J. le Boullenger. 1641. fol. Salmasius, Cl., Librorum de primatu papae pars I cum appa- ratu. Acc. de eodem primatu Nili et Barlaami tractatus [Gr. et Lat.]. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriorum. 1645. 4°* Politia (De) et disciplina civili et ecclesiastica, turn Israeliticae, turn Christianae reipublicae 11. II cet. Lugd. Bat., Leon. Niestus. [In Germania impr.?] 1585. 4°. In fine epistolae dedicatoriae Comiti Palat. Joanni Casimiro literae initiales I. B. A. C. Pape controrolé, oü se preuve que de toute ancienneté lajurisduc- tion ecclésiastique a appartenu aux roys et magistrats. [Par Denis Godefroy]. Leyde, Hend. Bodouerden. [Genève?] 1603. 8°. Defense des empereurs, roys, princes, estats et republiques, contre les censures, monitoires et excommunications des Papes de Rome. [Par Den. Godefroy]. S. 1., par JP. de Sainct An dré. 1607. 8°. Morton (Tho.) episc. Coventr. et Lichfeld., Causa regia sive de authoritate et dignitate principum christianorum dissertatio, adv’. Rob. Bellarmini tract, de officio princ. Christ Londini, J. Bil lius. 1620. 4 0 . Irvinus, Alex., De jure regni diascepsis. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1627. 24 0 . Bochart, Sam., Epistola qua respondetur ad tres quaestiones: l de presbyteratu et episcopatu; 2 de provocatione a judiciis ecclesiasticis; 3 de jure ac potestate regum. Juxta ex. impr. Pa risiis. [In Hollandia impr.] 1650. 12°.
64 Kerkgeschiedenis. IN HET ALGEMEEN. Pantaleo, Hei., Chronographia Ecclesiae Christianae ad nostra tempora usque. Basil., N. Brylinger. 1550. 4°- Osiander, Luc., Epitomes historiae ecclesiasticae centuriae IV eet. Tubingae, G. Gruppenbach. 1592, 95. 2 pt. 4 0 . Schopffius, Joh., Academia Jesu Christi filii Dei, hoe est bre vis descriptio Christi, S. Apostolorum, celebr. Patrum ac Doc- torum Ecclesiae, eet. usque ad hoe seculum. Tubingae, G. Grup penbach. 1593. 4°. Taffin, Jean, L’Estat de 1’Eglise, avec le discours des temps depuis les Apotres jusques au present. Augmenté en ceste dem. édition etc. Item un Traité de la religion et republique des Juifs etc. [trad. du Latin de Paul Eber]. Bergues sur le Zoom, J. Canin. 1605» 4°* Toraiellus, August., Annales sacri, ab orbe condito ad ipsum Christi passione reparatum, cum praecipuis ethnicorum tempori- bus, eet. Mediolani, H. Pacifkus Pontius et J. B. Picalia. 1610. 2 tom. 1 vol. fol. C. fig. Gaulterius, jac., Tabula chronographica status Ecclesiae Ca- tholicae a Christo nato ad ann. 1614- Lugduni, H. Cardon. 1616. fol. Wilman, Th., Huishoudinge Gods over syn Kerk ende der sel- yer vyanden, van de geboorte onzes Heilands tot den einde der wereld. Leeuwarden, Corn. Titema. 1692. 8 . Historiën (Kerck- en wereltlyke) van de Scheppinge tot op on sen tegenwoordigen tijdt. 1747—58. In HS. 8 dln. fol. R00MSCH-KATH0L1EKE KERK IN VERSCHILLENDE TIJDEN. (Gevolgd door: Levens van heiligen; van pausen en kardinalen; . Geestelijke Orden'); Ketterijen). Auctores. — De illustribus Ecclesiae scriptoribus authores prae- cipui veteres: D. Hieronymus Stridon., Gennadius Mas sif Isidorus Hispal., Honorius Augustud., Sigeber- tus ’ Gemblac., Henr. de Gandavo. Annotatt. commendati eet., opera Suffr. Petri. Coloniae, Mat. Chojinus. 1580. 8°. 1) Vergelijk de Militaire Orden in de afdeeling: Geslacht- en Wapenkunde.
65 9 Severus, Sulpitius, Sacrahistoria,continuata ex Joh. Sleydani libro de IV summis imperiis. Lugd. Bat., B. et A. Elzevier. I. 626; 8°. Historiae. — Historiarum sacrarum e poetis veteribus Christianis II. II. [Edidit Geo. Fabricius]. Lipsiae, [Ern. Voegelin. 1566]. 8°. Morin, Jean, Histoire de la délivrance de 1’Eglise chrestienne par 1’empereur Constantin, et de la grandeur et souveraineté temporelle donnée a 1’Eglise Romaine par les roys de France. Paris, D. Moreau. 1630. fol. Miraeus, Aub., De statu religionis Christianae per Europam, Asiam, Africam et Orbem novum 11. IV. Colon. Agr., R. Gu- altherus. 1619. 8°. Cerri, Urb., Staat van de Roomsch Catholyke Religie door de geheele werreld. Uyt een echt Ital. hs. in ’t Engelsch overgezet, met een opdragt aan den tegenw. Paus enz. door Rich. Steele. Uyt het Engelsch vertaald door A. G. L. R. G. Amsterdam, Nic. ten Hoorn. 1715. 8°. — Opdragt aan den Paus, behelz. een omstandig berigt van den staat van godsdienst onder de Protestanten enz. Benevens een vertoog over den eiver. Nieuwe uitg. Amsteldam, K. de Veer en A.'van der Kroe. Zr. jr. 8°. De „ Opdragt” is overgedrukt uit het voorg. werk. Historia (Lombardica) que a plerisque Aurea legenda sanctorum appellatur. [Auctore Jac. de Voragine. Argentinae, s. typ. nom. 1502]. fol. Natalibus, Pt. de, Catalogus sanctorum et gestorum eorum ex diversis volumin. collectus. [Lugduni, Jac. Saccon. 1519]. fol. C. fig. Addita sunt: 1. Vitae sanctorum quaedam; 2. Passio S. Vincentio diaconi; 3. Oratio in commendatione temperantiae habita A’. 1526 Lovanii in Col- legio theol.; 4. Catalogus episcoporum et eorum gestorum Leodiensium; 5- Historia resurrectionis Domini sec. Ludolphum. Omnia MSS. Molanus, Joa., Natales Sanctorum Belgii et eorundem chronica recapitulatio. Lovanii, J. Masius et P. Zangrius. 1595. 8°. Wemmers, Pt., Het wonderbaer Leven van de salighe maghet Maria Magdalena de Pazzi religieuse der Carmeliten Orden ghe- noemt O. L. Vrouwe Broeders. Eerst beschreven door Vine. Puccinus en nu uyt verscheyde boecken vergadert, weder over-ghestelt, met geestelijeke lessen verciert. Antwerpen, Corn. Woons. 1653. 8°.
66 Sterre, joa. Chrisost. van der, Het Leven van den H. Nor- bertus, Stichter van de order Premonstreit. Antwerpen, J. D. Heemsen. 1623. 4 0 . De titel is in de 19» eeuw bijgedrukt. Regesta Pontificum Romanorum, ab condita ecclesia ad a. 1698. Edidit. Phil. Jaffé. Berolini, Veit et soc. 1851. 4°- [Platina, Barth., In vitas Summ. Pontificum ad Sixtum IV. Nurenberg., Ant. Koberger. 1481. fol.] Platina, Barth., De vitis ac gestis Summ. Pontificum ad sua usque tempora liber. Huic add. sunt vitae a Paulo II ad Paulum III. Ejusdem P. de falso et vero bono dialogi III; contra amores I- de vera nobilitate I; de optimo cive II5 Panegyricus in Bes- sarionem; Oratio ad Paulum II P. m. de bello Turcis inferendo. Colon., Euch. Cervicornus excud. impensis Gfr- Hittorpii. 154°- f°'* Wicelius, Geo., Epitome Romanorum Pontificum. Coloniae, J. Quentel. 1549- 8°. Panvinius, Onuphr., Epitome pontificum Romanorum a S. Petro usque ad Paulum IV, cet. Venetiis, Jac. Strada. 1558. fol. C. fig. Momay (Phil, de), Seign. du Plessis Marly, Mysterium iniquitatis seu historia papatus, cet. Salmurii, Tho. Portaeus. 1611. fol. C. eff. Grim, Egb., Pauselicke Heiligheit, dat is catholyck ende authen- tyck vertoogh dat Johannes, gemeenlick Paus Jutte genoemt, een vrouwe geweest is. Wesel, gedruckt by Mart. Hess; te coo- pen by Dire Wylickx. 1635- 4°- Banck, Laur., Roma triumphans seu actus inaugurationis et coronationis Innocentii X P. M. descriptio, cet. Franek., J. Dhui- ringh. 1645. 12°. Histoire généralle des Cardinaux. [Par Ant. Aubery]. Paris, J. Jost. 1642—45- 3 Pt- 4°- Albi Hen., Eloges historiques des Cardinaux illustres, Francois et estrangers, mis en parallele, avec leurs pourtraits. Paris, A. de Cay. 1644. 4°- Miraeus, Aub., Originum monasticarum 11. IV. Quibus aucta- rium seu lib. V et Oratio in laudem S. Thomae Aquinatis access. Colon. Agr., B. Gualterus. 1620. 8°.
67 Binet, Est., Abregé des vies des principaux Fondateurs des re ligions de 1’Eglise, representez dans le choeur de 1’abbaie de S. ‘ Lambert de Liessles en Haynaut; etc. Anvers, M. Nutius. 16344°. Met portr. door Corn. Gallo, waarvan sommige ontbreken. Miraeus, Aub. — Histoire de 1’origine et institution de divers ordres et congregations religieuses qui gardent la regie et pro fession de S Augustin. Avec 1’origine des ordres de S. Benoist et de S. Francois en bref. Ree. par Aub. Le Mire. Anvers, Dav. Martin, lóll. 8°. Miraeus, Aub., Canonicorum Regularium ordinis S. Augustini origines ac progressus per Italiam, Hispaniam, Galliam, Germa- niaro, Belgium aliasque orbis Christ, prov. Colon. Agr., B. Gualtherus. 1614- 8°. Miraeus, Aub., Origines Benedictinae s. illustrium coenobiorum ord. S. Benedicti nigrorum monachorum per Italiam, Hispaniam, Galliam, Germaniam, Poloniam, Belgium, Britanniam aliasque prov. exordia atque progressus. Colon. Agr., B. Gualtherus. 1614.4 0 . Orlandius, Nic., Historia Sócietatis Jesu. Colon. Agr., A. Hierat. 1615. 4°- Constitutiones Sócietatis Jesu. Romae, in aed. S. J. 1559- 8°. Insunt: Primum ac generale Examen, eet. 1558; Constitutiones. 1558; De- cl ar at ion es et Annotationes in Constitutiones. 1559* Decreta I et II Congreg. generalis Sócietatis Jesu et Canones secundae. Romae, in collegio S. J. 1568. 8°. Litterae apostolicae, quibus institutio, confirmatio et varia pri- vilegia Sócietatis Jesu continentur. Romae, in collegio S. J. 1568.8°. Decreta Congregationum generalium Sócietatis Jesu. Antverp., J. Meursius. 1635. — Canones Congregationum general. Soc. J. Ibid. 1635. — Formulae Congregat. in IV gener. Congregat. confectae et approb., in VI et VII recogn. et auctae. Ibid. 1635. — Ratio atque institutio studiorum S. J. Ibid. 1635. In 1 vol. 8°. Bullae, Decreta, Canones, Ordinationes, Instructions, Epis- tolae etc. Quae Instituti Sócietatis Jesu impressioni Antverpiensi accesserunt ab a. 1636. Ibid. i665> 8°. Wicelius, Geo, Libellus de moribus veterum haereticorum, nunc denuo ab auth. recogn. Lipsiae, Nic. Wolrab. 1537- 8°. Brunus, Corn*., Libri VI de haereticis in genere. D. Optati Afri episc. Libri VI de Donatistis in specie, eet. Apud S. Vic- torem prope Moguntiam, F. Behem. 1549- f°k Optati opus deëst.
ij* 68 Petreus, Theod., Catalogus haereticorum, eet. ad nostram hanc usque aetatem. Colon., P. a Brachel. 1629. 4 0 . Carolus magnus. — Opus illustrissimi viri Caroli magni regis Francorum, eet. contra Synodum quae in partibus Graeciae pro adorandis imaginibus gesta est. Item Paulini Aquilejensis episc. adversis Felicem Urgelitanum et Eliphandum Toletanum episc. libellus. [Edidit Jean du Tillet]. S. 1. [Parisiis] 1549.16 0 . Chassanion, Jeau, Histoire des Albigeois etc. Recueilli de deux vieux exempl. ecris a la main, 1’une au langage de Lan guedoc, 1’autre en vieil Frangois. S. 1., chez P. de Sainctandré. 1595- 8°. ROOMSCHKATHOLIEKE KERK IN VERSCHILLENDE LANDEN. Filesacus, Joa, Veteris Ecclesiae Gallicanae querela. Lutetiae, B. Macaeus. 1603. 8°., Remonstrance (Tres-humble) et requeste des religieux de la Compagnie de Jesus. Presentée au Tres-Chrestien roy de France etc. S. 1. 1603. 8°. Guichenon, S., Episcoporum Bellicensium, qui et domini tempo rales civitatis Bellicii et S. R. I. principes sunt, chronographica series, eet. Paris, Ved. M. du Puis. 1642. 4 0 . Concilia, decreta, leges, constitutiones, in re ecclesiarum orbis Britannici, eet. Opera et scrutinio Hen. Spelman. Tomus I ad a. 1066. Londini, excud. R. Badger. 1639. fol. Concordata nationis Germanicae Nicae cum S. Sede apostolica pro ipsius Ecclesiae unione, eet. conclusa [l Apr. 1547]. Quibus acc. Declaratio Gregorii Papae XIII [l Nov. 1576]. Colon. Agr., J. Gymnicus. 1589. 4°. Stengel, Car., Monasteriologica, in qua insignium aliquot mona- steriorum familiae S. Benedicti in Germania origines, fundatores eet. describuntur eorundemque idaeae aeri incisae oculis subjiciun- tur. Aug. Vindelic. 1619. fol. Pachmayr, Mar., Historico-chronologica series abbatum et reli- giosorum monasterii Cremifanensis, eet. Styrae, A. Wimmer. 1777—82. 4 pt. 2 vol. fol. Rader, Mt., Bavaria sancta descripta, eet. Raph. Sadeler tabulis aereis expressit. Monaci 1615—27. 3 pt. 1 vol. fol.
69 Leuttner, Coolest., Historia monasterii Wessofontani, cet. Aug. Vindelic. et Friburgi Brisg., I. et A. Wagner. 1753. 2 pt. l vol. 4 0 . Kolb, Greg., Tausend-jahriges Eychstatt in 65 Bischöffen, etc. Ingolstadt, J. P. Schleig. 1745. 4 0 . Krantz, Alb., Ecclesiastica historia sive metropolis. De primis Christianae religionis in Saxonia initiis, deque ejus episcopis et horum vita, cet. Denuo emendatius edita. Cum praefat. J o a. W olfii. Francof. ad M., A. Wechel. 1576. fol. Kolb, Greg., Series episcoporum, archiepiscoporum et electorum Moguntinorum, Trevirensium et Coloniensium etc. Rottwilae, G. Schlüter etc. 1725. 4 0 . Statuta seu decreta provincialium et dioecesanarum Synodorum Ecclesiae Coloniensis, cet. Coloniae, haer. J. Quentel. 1554. fol. Avisamenta', Instructions et Statuta Johannis Angeli Arcimboldi, Leonis Papae X referendarii ac ad Coloniensem, Trevirensem, cet. provincias nuncii et commissarii ad publicandum etexequen- dum indulgentias et facultatus pro fabrica basilicae principis apostolorum de urbe, cet. S. 1., typ. n. et a. [Antverpiae, Gov. Bac (?), cire. 1520]. 4 0 . Instructio et ordinatio Adriani de Trajecto praepositi Ecclesiae S. Salvatoris Trajectensis ac decani Lovaniensis, nuncii et com missarii apostolici quoad negocium saci*; indulgentiarum in favorem partium seu dominiorum Hispaniarum Princ. et Austriae Archi- ducis concessarum. S. 1., typ. n. et a. [Antverpiae, Mich, van Hoochstraten, circ. 1520J. 4 0 . Acta et decreta Synodi dioecesanae Leodiensis, celebr. A 0 1548 cet. Lovanii, Jac. Batius. 1549. 4°- Statuta synodalia per Nicolaum episcopum Harlemensem edita A° 1564* [Harlemi, J. van Zuren. 1564]. 4 0 . Statuta Synodi dioecesanae Buscoducensis, a. 1612 Oct. 9 et 10 celebratae, praesid. Gisb. Masio. Coloniae, J. Kinckius. 1613. 8°. Constitution.es servandae a presbyteris in Foed. Belg. laboranti- bus. Bruxellis, F. Foppens. 1668. 8°. Sequitur: Constitutio apostol. Alexandri P. VII pro clero et religiosis missio- nariis ad propag. fidem in Foed. Belgii provinciis. Ibid 1668. — Uterque libellus e quadam collectione extractus. Historie van B. Cornelis Adriaensen van Dordrecht, Minrebroeder binnen die Stadt van Brugghe, enz. Amstelredam. Corn. Claesz, 1596. 8°.
7o HERVORMING; HERVORMDE KERK IN VERSCHILLENDE LANDEN. Histoire des vrays tesmoins de la vérité de lEvangile, qui de leur sang l ont signée, depuis Jean Hus iusques au temps present. Comprinse en 8 livres etc. [Par J e a n C r e s p i n]. L’ancre de J. Crespin [a Genève]. 157°. fal. Histoire des martyrs, persecutez et mis a mort pour la venté de 1’évangile, depuis le temps des Apostres jusques a present etc. [par Jean Crespin, continuée par Sim. Goulart]. Nouv. edition reveue et augm. Genève, P. Aubert. 1Ó19- f°l* Martyrbuch, darinnen merckliche, denckwürdige Reden und Thaten viler heiligen Martyrer beschriben werden bisz auffs jar Chr. 1574. Ausz den grossen Frantzös. ActiS martyrum auszge- zogen und verteutschet, etc. Herborn, [Cff. Rab]. 1590. 8°. Beza, Theod., leones id est verae imagines virorum doctrina simul et pietate illustrium quorum praecipue ministerio partim bon. liter, studia sunt restituta, partim vera religio fuitinstaurata, additis eorundem vitae et operae descriptionibus, ^quibus adjectae sunt Emblemata. [Genevae], J. Laonius. 1580. 4 • Beza, Theod. — Les vrais Pourtraits des hommes illustres en pieté et doctrine, du travail desquels Dieu s’est serui pour remettre sus la vraye Religion en diuers pays de la Chrestienté. Avec les descriptions de leur vie etc. Plus 44 Emblemes chrestiens. Trad. du Latin de Theod. deBesze. Genève, J. de Laon. 1581.4°- Lavather. Lud., Historia de origine et progressu controversiae sacramentariae de coena domini ab a. 1524 usque ad a. 1503- Tiguri, C. Froschouer. 1563. 4°- Coelestinus, Geo., Historia comitiorum anno 1530 Augustae celebratorum, praecipuas 'de religione deliberationes, consiha, postulata, responsa, epistolas, eet. complectens. Francof. cis Viadr., J. Eichom. 1577- 4 torn. 1 vol. fol. Bucerus, Ma., Acta colloquii in comitiis Imperii Ratisponae ha- biti hoe est articuli de religione conciliati et non conciliati omnes ut ab Imperatore, Ordinibus imperii ad judic. et deliber. propositi sunt. Consulta et deliberata de his actis, eet. Argentorati mense Febr. 154 2 . 4°>
71 Bucerus, Ma., Disputata Ratisbonae in altero colloquio anno (15)46. Et Collocutorum Augustanae Confessionis responsa de justificatione, eet. Tractata et decreta de concilianda religione in comitiis Ratisbonensi anno 41, Spirensi anno 44, Wormaciensi anno 45 et Augustano anno 48. Responsio ad Stephanum episc. Vintoniensem de coelibatu sacerdotum et coenobitarum. S. 1. [Argentorati ?] 1548- 4°- Historia persecutionum Ecclesiae Bohemicae ab a. 894 ad a. us que 1632. S. 1. 1648. 12°. Histoire ecclésiastique des Eglises Réformées au royaume de France depuis 1’an 1521 jusques en 1’année 1563, etc. [Attribuée a Saint-Gel ais et Theod. de Bcze]. Anvers, J. Remy. 1580. 3 vol. rel. en 2. 8°. Histoire des persecutions qui ont esté en 1’église de Dieu qui est a Paris depuis 1’an 1557 iusques au regne de Charles IX. [Par Ant. de la Roche Chandieu. Lyon 1563]. 8°. Manquent: les feuilles préliminaires, les pp. 1—4 de 1’Epistre et les dern, ff. de la Table. Discours des vrayes raisons pour lesquelles ceux de la religion en France peuvent et doivent en bonne conscience resister par armes k la persécution ouverte que leur font les ennemis deleur religion et de 1’estat. Ou est respondu au libelle intit. „Advertis- sement k 1’Assemblée de la Rochelle." Par un des deputez en la diteAssemblée [BrachetdelaMilletière]. La Rochelle. 1022.8°. Ordonnances (Les) ecclesiastiques de 1’Eglise de Geneve. Item 1’Ordre des escoles de lad. rité. Geneve. A. Chauvin. 1562. 8°. Ajouté: 1. Addition aux Ordonn. sur la reformation des accoustremens. Ibid. 1564; 2. Edits et Ordonn. sur les crimes de paillardise et adulteres. Ibid., F. Perrin. 1566, Ordonnances (Les) ecclesiastiques de 1’Eglise de Genève. Item 1’Ordre des escoles de ladite rité Geneve, Mich. Nicod. 1609. 8°. Ordonnances de la rité de Genève sur la réformation, estat et police d'icelle. Reueuës et publ. le 27 Juillet 1609. Genève, M. Nicod. 1609. 8°. Ajouté: 1. Articles du traité de paix a S. Julien le 21 Juillet 1603; 2. Ordonnan ces et reglement sur la discipline militaire, rev. le 9 May. 1603. Geneva restituta. [Auctore Frid. Spanheim]. Genevae. 1635.4°. Boxhoru, M. Zuer van, Nederlantsche Historie. Eerste boeck, behelsende de eerste veranderingen in de godsdienst ende leere enz. tot Keiser Karel V. Leyden, C. Banheining. 1649. 4°.
Dathenus, Pt., Kurtze und warhafftige erzelung, welcher mas- sen den Frantzösischen vnd Niederlendischen verjagten Christen in der Stat Franckfurt am Meyn ettlich Jar die offentliche Pre- digt verstattet vnd nachmals verbotten worden ist. 1563. [Noch: Joh. Lasko’s Purgation das ist ein notwendig christlich Ver- antwortung der frembden Kirchendiener zu Franckfurt a. M. 1556; Antidotus Valer. Pollani. 1557; Kirchen Ordnung d. reform, auszlend. Kirchen zu Franckfurt a. M. 1555]- 4°- EnthSlt 244 S. und Register (4 S.) Der Titel fehlt. Du Chesne, Fra., Histoire de 1’estat du Pais Bas et de la reli gion d’Espagne. S. Marie, F. Perrin. 1558* 8°. Protocol dat is de gansche Handelinge des gespreeks te Fran- ckenthal, met dien, welcke men Wederdoopers noemt, den 28 May begonnen ende den 19 Juny deses 1571 Jaers voleyndicht. Wt den Ouerlantschen Duytsche in Nederlandtsduytsch over- gheset door Gasp, van der Heyden. Z. pl. 1571 den25Nov.4°. Op den titel het drukkersvignet (Siet de leeuw enz.) van Jan Canin te Dordrecht. Kercken-Ordeninglien (De) der Ghereform. Nederlandtscher Kercken, in de vier Nationale Synoden van Hollandt ende Zee- landt besloten enz. [1571—1591]. De Ille editie. Delf, J. Andriesz. 1Ó22. 4 0 . Oorspronck ende voortganek der Nederlantsche kerekelijeke ver schillen tot op het Nationale Synodus van Dordrecht. Mitsg. Historisch Verhael van ’t ghene sich toegedraeghen heeft binnen Dordrecht in de J. 1618 en 1619 enz. Uytghegh. van weghen de Kercken-Dienaren Remonstranten enz. [Door Joh. U,yten- bogaert]. Z. pl. 1623. fol. Trigland, Jac., Kerekelijeke Geschiedenissen, begrijpende de ge schillen in de Vereen. Nederlanden voor-gevallen, met ders. be slissinge,. ende aenmerekingen op de Kerekelijeke historie van Joh. Wtenbogaert, enz. Leyden, A. Wijngaerden. 1650. fol. Acta Synodi nationalis Dordrechtae habitae A°. 1618 et 1619. Acc. plenissima de V articulis Theologorum judicia. Dordrechti, I. J. Canin. 1620. fol. Met uitvoerig inschrift van Ant. en Jac. Thysius (1621). Acta ofte Handelinghen des Nationalen Synodi, ghehouden tot Dordrecht, anno 1618 ende 1619. Hier comen oock by de volle Oordeelen van,de vijf Artijckelen. Dordrecht, I. J. Canin. 1Ó21. fol. M. plaat.
73 Schotel, G. D. J., Kerkelijk. Dordrecht, eene bijdrage tot de geschiedenis der vaderl. Hervormde Kerk sedert 1572. M. facsim. Utrecht, N. van der Monde. 1841, 45. 2 dln. 8°. Burnet, Gilb., Histoire de la réformation de TÊglise d’Angle- terre, trad. de 1’Anglois par De Rosemond. Nouv. édit. aug- mentée av. portr. Amsterdam, Abr. Wolfgang. 1687. 2 parties. 4 tom. 8°. Antiquitas. — De antiquitate Britannicae et privilegiis Ecclesiae ; Cantuariensis, cum archiepiscopis ejusdem. [Acc. Catalogus Can- cellariorum eet. — Auctoribus Ge o. Ackworth et Th o. Jos- selyn. Editore Mt. Parker]. Londini, John Day. 1572. fol. — De antiquitate Britannicae Ecclesiae, eet. fut praeced.] Hano- • viae, Cl. Marnius, eet. 1605. fol. Sutlivius,. Mt., De presbyterio ejusque nova in Ecclesia Chris tiana politeia, adversus cujusdam I. B. A C. de pojiteia, ci- vili et ecclesiast. 11. II. Londini, G. Bishop. 1591. 4 0 . Mason, Fra., Vindiciae.Ecclesiae Anglicanae sive de legitimo ejusdem ministerio, id est de episcöporum successione, cqnsecra- tiohe, electione et confirmatione: item de presbyterorum et dia- conorum ordinatione 11. V eet. Opus ex idiom. Anglic, trad. et locuplet. Londini, F. Kyngston. 1625. fol. Usserius, Jac., Britannicarum Ecclesiarum antiquitates. Quibus insefta est pestiferae adv. Dei gratiam k Pelagio Britanno in Ec- clesiam inductae haereseos historia. Dublinii, Soc. bibliop. 1639.4°- Deodatus, Joh., Responsum ad Conventum ecclesiast. Londini, congregatum. S. 1. et a. [In Hollandia impr. circ. 1640.?] 4°. i A lo
Becht. ALGEMEENE GESCHRIFTEN; ALGEMEEN STAATS- EN VOLKEN RECHT, DIPLOMATIE. Dissertationes juridicae in Academia Lugduno-Batava defensae annis 1745—1780. 35 vol. 4 0 . Archiv für die theoretische und practische Rechtsgelehrsamkeit, herausgeg. von Th. Hagemann und Chr. Aug. Gunther. Braunschweig, Schulbuchh. 1788—9 2 - 6 Th. 3 Bde. 8°. Enthalt u. m. Biographien der HelmstJdtschen Rechtslehrer. Schott, Aug. Pri., Unpartheyische Critik über die neuesten ju- ristischen Schriften, nebst vermischten Beytragen zur juristischen Gelahrtheit überhaupt, wie auch zuverlaszigen Nachrichten von dem gegenwart. Zustande der Leipziger Akademie. lie Auflage [des I St.] Leipzig, J. S. Heinsius. 1774,1768—78.80 St. 10 Bde. 8°. Hagen, Car. VOm, Institutions absolutiss. jurisprudentiae pu- blicae universae, eet. Hamburgi, Z. Hertelius. 1641. 4° • Soria de Crispan, Diego, Philosophie du droit public, suivie dun traité de droit constitutionnel. Trad. de 1’Itaiien. III e édit. Bruxelles, Ch. Vanderauwera. 1854—55. 9 tom> 8°. Grotius, Hugo, De jure belli ac pacis 11. III. eet., Paris., N. Buon. 1625. 4°. Grotius, Hugo, De jure belli ac pacis 11. III, eet. Acc. Joa. Fred. Gronovii notae. Ed. noviss. Amstelod., Janssonio- Waesbergii. 1701. 8°. Grotius, Hugo, De jure belli ac pacis 11. Ill cum adnotatt. se lects Joa. Frid. Gronovii et auction Joa. Barbeyracii, eet. Edidit. Mein. Tydeman. Trajecti ad Rh., J. a Schoon hoven et soc. 1773* 2 torn. 8°. Weis, A., Dictata in H. Grotium de jure belli ac pacis. Lugd. Bat. [circ. 1750—60]. MS. 2 vol. 4 0 . Lulofs, J-, Dictata in Sam. Pufendorfium, de officio hominis et civis. Lugd. Bat. [circ. 1750—60.] MS. 2 vol. 4 0 . Sententia incerti auctoris de vi ac potestate quam juris gentium conventiones ad obligandum habent jure populi Romani. Cum Confutatione novae cujusdam [Jac. Maestertii] circa eundem ar- tic. opinionis [auctore Cypr. Regnero]. Lugd. Bat., J. Livius. 1640. 12°.
75 Grotius, Hugo. — Vrije Zeevaart ofte bewys van ’t recht dat de in-gesetenen deser geünieerde Landen toekomt over de In dische coophandel. Ten tweede mael oversien ende verbetert door den auteur seifs. Leyden, J. Hubertsz. 1614. 8°. Ingehan gen in 4 0 . Zonder naam van den schrijver. Deze vertaling verschilt geheel van de vol gende. — Vrije Zeevaert enz. Nu uyt den Latijne op een nieuw vertaeld door A. Ickerman. Haerlem, A. Roman. 1641. 4 0 . Solden, John, Mare clausum seu de dominio maris 11. II. Acc. Mc. Zuerii Boxhornii Apologia pro navigationibus Hollando- rum adv. Pontum Heuterum, et Tractatus mutui commercii et navigat. inter Henricum VII Regem Angliae et Philippum Ar- chiducem Austriae. Londini, juxta exemplar W. Stanesbeii pro R. Meighen. [In Hollandia impr.?] 1636. 8°. Gentilis, Alber., De legationibus 11. III. Londini, Tho. Vau- trollerius. 1585. 4°. Chokier, Joa. a, Tractatus de legato. Colon. Agr., J. Kinkius. 1624. 4 0 . Traités. — Divers Traictés de confédération, alliance et ligues avec autres pieces concernantes les diets traictés, droicts et pre tensions de 1’Empereur, Roys, Estats et Princes de la Chres- tienté, du 15e—17e siècle, jusqua 1642. MS. de ce temps. 35 vol. et Table in fol. Meerendeels met betrekking tot Frankrijk. Verzameld voor een Fiansch ge zant in Nederland? Met aanteekeningen van eene latere hand. Dumont, J., Corps universel diplomatique du droit des gens, contenant un recueil des traitez d’alliance, de paix etc. qui ont été faits en Europe depuis le regne de Charlemagne jusques a present etc. Amsterdam et La Haye, P. Brunei etc. 1726—31. 8 tom. fol. Supplement au Corps universel etc. par J. Rousset. Ibid. 1739. 2 tom. fol. Le Cérémonial diplomatique des Cours de 1’Europe etc. par Du Mont et Rousset. Ibid. 1739. 2 tom. fol. Histoire des anciens traitez etc. par J. Barbeyrac. Ibid. 1739 (2 pt. l vol.) fol. Negociations secretes touchant la paix de Munster et d’Osna- brug etc. [Publ. par Jean Le Cl ere]. La Haye, J. Neaulme. 1725—26. 4 tom. 2 vol. fol. Histoire des traitez de paix etc. du 17e siècle, depuis la paix de Vervins jusqu’è la paix de Nimègue. [Par Jean Yves de Saint-Prest]. Amsterdam et La Haye, J. F. Bernard etc. 1725. 2 tom. fol.
76 Vreede, G. W., Inleiding tot eene geschiedenis der Nederlandsche diplomatie [tot 1650 en van 1795—1810]. Utrecht, Broese. 1856—65. 4 dln. 6 stn. 8°. Recueil des traités et conventions conclus par le royaume deS Pays-bas avec les puissances etrangères, depuis 1813 jusqu’a nos jours, par E. G. Lagemans. Ea Haye, Belinfante. 1858—78- 7 torn. 8°. ROMEINSCH RECHT. (Inleiding; Bronnen; Schrijvers naar tijdsorde.) Lernsnher, Jac., Oratio de dignitate utilitateque juris civilis, eet. Coloniae, J. Gymnicus. 1542. 8°. Rivallius, Aymarus, Civilis historiae juris sive in XII Tab. leges commentariorum 11. V. Historiae item juris pont. liber sing. Moguntiae, [Joa. Schoeffer]. 1527. 8°. Asclier, G. M., Disquisitiones de fóntibus juris Romani historicae. Heidelb., Mohr. 1855- Fase. I. 8°. Sigonius, Car., De antiquo jure civium Romanorum, Italiae, provinciarum, ac Romanae jurisprudentiae judiciis 11. XI. Ejusdem de republica Atheniensium, eorumque ac Lacedaemoniorum tem- poribus 11. V. Quibus adj. nunc sunt de republica Hebraeorum 11. VII et in B. Sulpicii Severi histor. libros II commentarii II, eet. Francof., her. A. Wecheli, eet. 1593- fol. Codex. — Codicis Theodosiani 11. XVI. Quibus sunt adjectae Novellae Theodosii, Valentiniani, Martiani, Majoriani, Severi, Caji Institutionum 11. II, J u I i i P a u 1 i Receptarum Sententi- arum 11. V, eet. [Edidit J o. S i c h a r d u s]. Basil., Hen. Petrus. 1528. fol. Fragmenta quaedam Papiniani, Pauli, Ulpiani, Gaji, M o d e s t i n i, aliorumque veterum juris auctorum, eet. J u s t i- n i a n i Novellae constitutiones III. J u 1 i a n i Antecessoris Dic- tatum de consiliariis. Ejusdem Collectio de contutoribus. Omnia nunc pr. in lucem edita. Ex biblioth. P. Pithoei cujus notae adjectae sunt. Lutetiae, Rob. Stephanus. 1573. 4°. Paulus, Julius, Sententiarum receptarum ad filium 11. V. Cum interpretation. An iani. Recogniti, eet stud, et opera Conr. Rittershusii. Noribergae. 1594- 8°.
77 [Corpus juris], commentariis A c c u r s i i et scholiis C o n t i i et paratitlis C u j a c i i, nec non multorum aliorum doctorum vi- rorum observationibus illustratus. Parisiis, Seb. Nivellius. 1576. 5 vol. fol. I. Digestum vetus. II. Infoitiatum. III. Digestum novum. IV. Codex. V. No- vellae, Institutiones cet. Corpus juris civilis, cet. His access, notae repetitae III, IVque praelectionis, Dion. Gothofredo authore, cet. IV edit, auctior cét. Colon. Allobr., J. Vignon. 1614. 4 pt- l vól. 4 0 . Justiniauus, Institutiones quam emendatissiraae. A e m. F e r retti Notae in easdem, cet. Lugduni, Theob. Paganus. 1543- 8°. Justinianus. — Institutiones imperiales cum annotatt. ex J o a c h. Hopperi praelection. observatis. Coloniae, haer. J. Quentelii, cet. 1565. 8°. Enchiridion titularum aliquot juris. De verborum et rerum significat. ex Pand. De regulis juris turn ex Pand., turn ex De cretal. et Sexto. De gradibus affinitatis ex Pand. Ad haec Index titulorum utriusque juris per Franc. Cathelinaeum. Ibid. 1565. 8°. Justinianus, Institutionum 11. IV, a Mt. Wesenbecio aediti, argum. atque scholiis explicati. Basil, Episcopius. 1585. fol. Cum notis mss. Tb. Schrevelii. Justinianus, Institutionum II. IV, F r a. A c c u r s i i glossis illu- strati, cet. Lugduni, Vincenti. 1617. 8°. Novellae. — Novellarum Constitutionum Dn. Justiniani quae exstant et ut exstant volumen. Appos. sunt Canones Sanct. Apostolorum per C1 e.m e n t e m in unum congesti [Graece et Latine], Greg. Haloandro interprete. Norembergae, Jo. Petreius. 1531. fol. Theophilus antecessor. — Institutiones, Th. Graeco interprete. [Cum Lat. interpretat. Jac. Curtii et Institutionum textu.] Paratitla et notae ad eundem, cet. D i o n. G o t h o f r e d o authore. Lugduni, P. Frellon. 1608. 4 0 . Basilica. — Libri VIII Ux<riktx.mv tiixTxt-suv id est Imper. Con stitutionum [Latine]. Gent. Herveto interprete. Acc. et liber LX, Jac. Cujacio interprete, cet Hanoviae, Wechel. 1606. fol. Jus. — Juris Graeco-Romani tam canonici quam civilis tomi II, Joh. Leunclavii studio eruti, Latineque reddit'i, nunc pr. editi . cura Marq. Freheri, cum ejusdem auctario. Francof., her. Pt. Fischeri. 1596. fol.
78 Collatio. — Mosaycarum et Romanarum legum collatio, eet. Ex biblioth. P. Pith o ei cujus notae emendat. adjectae sunt. Ace. Lex dei moralis, ceremonialis et politica, ex libris Mosis excerpta et in certas classes distributa a Th. B eza. S. 1., in bibliopol. Commelin. 1603. fol. Schardius, Sim., Lexicon juridicum juris Romani simul et Pon- tificii, eet. In hac edit plur. loca suae integrit. restituta, eet. stud. Rud. a Kamphausen. Colon. Agr., J. Gymnicus. 1593. fol. Rigaltius, Nic., Glossarium tccktixov putjopfixfixpov. De verborum significatione quae ad Novellas Impp., qui in Oriente post Justi- nianum regnarunt, de re militari Constitutiones pertinent. Lutetiae, Cl. Morellus. 1601. 4 0 . Bal dus de Ubaldis. Consilia sive responsa, eet. Francof. ad M., S. Feyerabend. 1589. 5 torn. et Index. 2 vol. fol. Alciatus, Andr., Paradoxorum ad Pratum 11. VI. [Ejusdem Dis- punctionum 11. IV; In III 11. Codicis 11. III, eet.] Lugduni, Jac. Giunta. 1537- 8°. Alciatus, Andr., Omnia opera, eet. Basil, Offic. lsengrin. 1558- 4 tom. et index. 2 vol. fol. Budaeus, Gul., Annotationes in XXIV Pandectarum libros. Postr. auctae et recogn. Paris., M. Vascosanus. 1543. fol. — Altera editio [Vol. 11] annotationum in Pandectas. Ibid. J.552. fol. Augustinus, Ant., Emendationum et opinionum 11. IV. Ad Modestinum sive de excusationibus liber sing. Lugduni, Seb. Gryphius. 1544- 8°. Augustinus, Ant., Emendationum et opinionum 11. IV. Ejusdem ad Modestinum sive de excus. liber sing. Item Lael. Taurelli ad Gallum et legem Velleam, eet. Lugduni, Ant. Vincentius. 1560. 8°. Taurellus, Lael., Ad Gallum et legum Velleam, Catonem et Paulum enarrationes. Ejusdem de militiis ex casu ad Ant. Au- gustinum epistola. Lugduni, Seb. Gryphius. 1545- 8°. TractatUS (Selecti) juris varii in materia assecurationis et cau- tionis. eet. Colon., G. Calenius, eet. 1549- — juris varii de successione tam a testato quam ab intestato, eet. Ibid. 1549. fol. Viglius Zuichemus, Commentaria in X titulos Institutionum juris civilis, recens ab autore recogn. Basil., Froben. 1552. fol.
79 Mudaeus, Gabr., Commentarii ad tit. Digest, pro socio; de con- trahenda emptione et venditione; de actionibus empt. et vend.; de pignoribus et hypothecis. Lovanii, S. Sassenus. 1563. fol. Raevardus, Jac., Variorum sive de juris ambiguitatibus 11. V. Brugis Flandr., Hub. Goltzius. 1564. 8°. Tiraquellus, Andr., Commentarii de nobilitate et jure primigenio- rum, III hac edit recogn. etlocuplet. Lugduni, G. Rovillius. 1566. fol. Cravetta, Aymo, Tractatus de antiquitatibus temporum. Quaestio item de mulierum indemnitatibus. Quibus C. Repetit. rubr. de le gatis primo nove adjecimus. [Edidit Joh. Vetter]. Francof. ad M. [S. Feyerabend]. 1572. fol. Ferrettus, Jul., De re et disciplina militari tractatus, cet. Vene- tiis, Bologn. Zalterius. 1575. fol. Lancilottus, Conr., Tractatus de officio praetoris tam in causis civilibus quam criminalibus, cet. Acc. ejusdem auct. libellus de decurionibus. Colon. Agr., J. Gymnicus. 1578.8°. Medicis, Seb., Tractatus Mors omnia solvit, nunc emend, recusus. Francof., N. Bassaeus. 1585. 8°. Donellus, Hugo, Commentarii de jure civili, cet. Franco!., her. A. Wecheli, cet. 1589—96. 5 tom. 2 vol. fol. Donellus, Hugo, Commentarii absolutiss. ad II, III, IV, VI et VIII 11. Codicis Justinianei, tit. V lib. XIX Dig. de Praescript. Verbis, et tit. I lib. XLV Dig. de Verb. Obligat. A Jac. Schegkio primum publicati, nunc vero correcti cet. Francof., haer. J. Fischeri. 1622. (2 pt. l vol.) fol. Wesembecius, Mt., In Pandectas juris civilis commentarii olim paratitla dicti, cet. Casus singulares a P. Brederodio inserti sunt, cet. Basil., Eus. Episcopius et Nic. fr. haer. 1589, 90. 2 tom. l vol. fol. Wesembecius, Mt., In Pandectas juris civilis et Codicis Justi nianei 11. VIII commentarii, olim Paratitla dicti, nunc emendat. editi. Basil., Conr. Waldkirch. 1606. 8°. Goeddaeus, Joh., Commentarius repetitae praelect. in tit. XVI lib. L Pand. de verborum et rerum significatione. Herbornae Nassov., Cph. Corvinus. 1591. 8°. Bocerus, Hen., De jure pugnae h. e. belli et duelli tractatus method. Tubingae, G. Gruppenbach. 1591. 4°. Cujacius, Jac., Praelectiones in tit. D. de diversis regulis juris antiqui. Basil., C. Waldkirch. 1594. 8°. Colerus, Cph., Parergorum ad varios Pandectarum et Institutio- num juris locos liber sing. Noribergae, P. Kaufmann. 1597. 8°.
8o Costaüus, Pt., Ad XXV ü. priores Pandectarum adversaria, eet. Coloniae, Am. Quentel. 1597. 4°- Gigas, Hier., Tractatus de crimine laesae majestatis. Spirae Ne- metum, B. Albinus. 1598- 8°. Muretus, M. Ant., Variarum lectionum 11. IV et Observationum juris lib. sing. Aug. Vindelic., ad ins. pinus. 1600. 8°. Muretus, M. Ant., In IV titulos lib. I Digestorum, de origine juris, legibus senatusque consultis, cet. Nec non Venturae Cae ci Catalexis in L. 2 ff. de orig. juris. Francof., S.Latomus. I650. 8°. , Clarus Sylvius, Ant., Commentarius ad Leges tarn regias quam XII Tabularum, mores, et canones Romani juris antiqui, cet. Paris., Me. Orry. 1603. 4°- Bertrandus, steph., Consilia sive responsa. Francof., J. Saurius. 1603. 8 tom.' 3'vol. fol. Parinacius, Prosp., Opera omnia, cet. Francof., Palthenii et Norib., Endtferi. [1606—1649]- 9 tom. 7 vol. fol. Menochius, jac., De arbitrariis judicum quaestionibus et causis 11. II., Acc. postr. huic edit, ejusdem argum. centüria VI, cet. Lugduni, J. Pillehotte. 1606. fol. Pörster, Valent., De jurisdictione Romana 11. II.Helmaestad., J. Lucius. l6lo. 8°. Faber, Ant., Codex Fabriamis definitionum forensium et rerum in' s/ Sabaudiae senatu tractatpmm, cet. Francof., W. Richter. 1612. fol. Rebuffus, Pt., Tractatus varii fjuridici], extrema auct. manu recogn., aucti cet. Lugduni, haer. G. Rovillii. 1619. fol. Hunnius, Helfr. Ulr., Variaram resolutionum juris civilis 11. IV. Ed. II emaculat. Francof., J. J. Porsius. 1Ó2Ó. 4°- Forster, VaL Guil., De dominio liber sing., cet. [Witebergae?], Cl. Berger. 1620. 4 0 . . Pistor, Hartm., Opera omnia, Sim. Ulr. f. Pistoris studio et additionibus edit, praepar. Lipsiae,.Grosius. [1621]. 3 vol. lol. Sutholt, Bernb., Dissertationes XIX quibus universum jus In- stitutionum ex principiis explicatur, cet. Adj. est ejusdem Oratio de ratione interpretandi juris, cet. Harderv., Vid. T. Henri. 1623.8°. Fachineus, Andr., Controversiarum juris 11. XIII, cet. Ab au- thore multis addition, et emendation, illustrata, cet. Colon. Agr., Ant. Hierat. 1626. 2 tom. l vol. 4°.
11 8i Frantzkius, Geo., Tractatus de laudemiis, ■ eet. Jenae, Joh. Birckner. 1628. 4 0 . Bendella, Prosp., Tractatus de vinea, vindemia et vino. Venetiis, Juntae. 1629. fol. Ciazzius, Almontes, Disceptationes forenses criminales, ad reo- rum defensam. Maceratae, J. B. Bonomi. 1630. fol. Gothofredus, Jac., Discursus histor. ad Degem Quisquis Cod. ad. L. Juliam Majestatis. S. 1. 1633. 4 0 . Campana, Jo. Mar., De requisitis ad commendabilem judicum creationem, eet. Neapoli, Dom. Maccaranus. 1638. 4 0 . Graken, Joh., Tractatus de concursu et cumulatione actionum et exceptionum. Lubecae, M. Janovius. 1639. 4 0 . Salmasius, Cl., Dissertatio de foenore trapezitico in III 11. divisa. Lugd. Bat., J. Maire. 1640. 8°. Massalia, Alex, a [pseud. Cl. Sa 1 mas ii], Diatribe de mutuo non esse alienationem, adv. Coprianum quemdam juris doctorem. Lugd. Bat., J. Maire. 1640. 8°. Regnerus, Cypr., De injustitia quorundam legum Romanarum 11. II contra Jac. Maestertium. Adj. est ad caput 19 lib. I Apo logia pro manibus Pt. Cunaei adv. Cl. Salmasium, cet. Lugd. Bat., J. Livius. 1640. 12°. Salmasius, Cl. — Miscellae Defensiones pro Cl. Salmasio, de variis observationibus ad jus Atticum et Romanum pertinentibus. Lugd. Bat, J. Maire. 1645. 8°. Heraldus, Desid., Quaestionum quotidianarum tractatus. Ejus- dem Observationes ad jus Atticum et Romanum, in quibus Cl. Salmasii Miscellae Deffensiones ejusque Specimen expenduntur. Paris., G. Alliot et C. Chastellain. 1650. fol. Kriechbaum in Kirchperg, Joa. Fra., Tractatus ratio-regu- laris de fidejussoribus, cet. Ingolstad., G. Hanlin. 1641. 4 0 . Gudelinus, Pt., Commentariorum de jure novissimo 11. VI. Ed. II emend. Antverpiae, H. Verdussen. 1644. fol. Gudelinus, Pt., Syntagma regularum juris utriusque, cet. Ant- verp., H. Verdussen. 1646. fol. Mantica, Fra., Tractatus de conjecturis ultimarum voluntatum. Hac noviss. edit, ab auctore recogn. cet. [Genevae], P. et J. Chouët 1645. fol. Schotanus, Bern., Examen juridicum, quo fundamenta jurispru- dentiae sec. seriem Digestorum explicantur, recogn. et locuplet. Amstelod., J. Janssonius. 1645. 12°.
82 Sande, Joa. a, Ad tit. Digestor. de diversis regulis juris antiqui commentarius, eet. Leovard,, J. Jansonius. 1647. 4°* Brissonius, Barn., De formulis et sollemnibus populi Romani verbis 11. VIII. Opus nunc recognitum, eet. Moguntiae, typ. N. Heyll, impensis P. J. Fischeri. Francof. 1649. 4°. Capanus, Andr., De fideicommisso masculino sive de memoria nobilium in familiis conservanda observations, cet. Venetiis, Turrinus. 1650. 4 0 . Maestertius, jac., Exercitatio jurid. continens quaestionum de jure primogeniturae centuriam singul. Lugd. Bat., P. de Croy. 1652. 4°. [Ferezius, Ant., Institutiones imperiales erotemat. distinctae et explicatae. Lugd. Bat.? 1652? 12°.] Titulus deëst. Mascardus, Jos., Conclusiones probationum omnium, cet. Addi- tiones Joa. Aloys. R i c i i et B a r t h. N i g r i insertae sunt. Francof., J. S. Heyl. 1661. 4 tom. 2 vol. fol. Christinaeus, Pau., Practicarum quaestionum rerumque in Supr. Bclgarum curbs actarum et observatarum decisiones, cet. Jam IIIo emend, et auctum studio et opera Seb. de Christynen. Antverpiae, H. et J. B. Verdussen. 1661. 6 tom. 3 vol. fol. Mantica, Fra., Vaticanae Lucubrationes de tacitis et ambiguis conventionibus. Ed. postr. [Genevae], S. Chouët. 1662. 2 tom. 1 vol. fol. Surdus, joa. Pt., Decisiones universae, cet. Francof. ad M. J. B. Schönwetter. 1664. fob Boekelen, Chr. otth. a, Opuscula, de diversis familiis vet. ju- risconsultorum, orationibus principum in senatu Rom., excep- tionibus tacitis in pactis publicis, aemulatione imperiorum. Lugd. Bat., F. Lopez. 1678. 12°. Böckelmann, Joh. Fri-, Compendium Institutionum Caes. Jus- tiniani. Lugd. Bat., F. Lopez. 1679. 12 °* BÖhmer, Just. Henning, Consultationes et decisiones juris, cet. Ex schedfs paternis collegit, cet. Car. Aug. Böhmer. Halae Magd., Orphanotroph. 1733—48. Tom. I—III, pars I. 4 vol. fol. C. eff. Rücker, Joa. Conr., Dictata ad J. O. Westenbergii Principia juris sec. ord. Digestorum. Lugd. Bat. [circ. 1750—60]. MS. 6 vol. 4°* Rücker, Joa. Conr., Dictata in Justiniani Institutiones. Lugd. Bat. 1755 . 56. MS.. 2 vol. 4°-
83 OUD FRANSCH, DUITSCH, ENGELSCH, NOORDSCH RECHT. Benech, R. O., Mélanges de droit et d’histoire. [Publ. par V i c t. Molinier]. Paris, Cotillon. 1857- 8°. Codex legum antiquarum, in quo continentur leges Wisigotho- rum, edictum Theodorici regis, lex Burgundionum, lex Salica, eet. Quibus ace. Formulae solennes priscae, nunc pr. editae, et glossarium. Ex biblioth. Fri. Lindenbrogii Francof., J. et A. Marnii. 1613. fol. Lupanus, vine., Commentarii de magistratibus et praefecturis Francorum. Paris., Guil. Niger. 1551- 2 pt. 1 vol. 8°. Budaeus, Gul., Forensia. Lutetiae, Rob. Stephanus. 1548. fol. Forensium verborum et loquandi generum, quae sunt a G. B. proprio commentario descripta, Gallica de foro Paris, sumpta in- terpretatio, Gallicus forens, verb, index eet. Ibid. 1545- fol. Lucius, Joh., Placitorum Summae apud Gallos Curiae 11. XII, aucti eet. Lutetiae, Car. Stephanus. 1556- fol. Loyseau, Cha., Cinq Livres du droit des offices. Chasteaudun, A. 1’Angelier. 1610. fol. Loyseau, Cha., Traité des seigneuries. Edit. Ille augm. Chasteau dun, A. 1’Angelier. 1610. fol. Loyseau, Cha., Traité des ordres et simples dignitez. Chasteau dun, A. 1’Angelier. 1610. fol. Girard, E., Trois Livres des offices de France. Le premier traitte des parlemens et officiers d’iceux. Le second des Chanceliers etc. et des Conseils du Roy. Le troisiesme des Baillifs etc. et autres Officiers de justice Avec plusieurs additions etc. Par Jacq. Joly. Paris, E. Richer. 1638. 2 vol. fol. Delommeau, Pierro, Les Maximes generalles du droict Fran- fois etc. Reueu et augm. Ve édit. Rouen, Cl. le Villain. 1619.8°. Code (Le) du roy Henry III roy de France et de Pologne, re- digé en ordre par Barn. Brisson. Depuis augmenté et illustré par L. Charondas le Caron. IVe édit. augm. Paris, S. Cra- moisy. 1615. fol. Cormerius, Tho., Henrici IV Christianiss. regis Codex juris civilis Romani nunc in certum ordinem antificiose redacti una cum jure civili Gallico. Lugduni, S. Crispinus. 1602. fol.
84 Guenois, Pierre, La nouvelle et dernière Conference des Or- donnances et Edicts royaux. Amplifiée par L. Charondas, N. Frerot, etc. et de nouveau augmentée etc. par Jean Th au mas. Paris, C. Cramoisy. 1627. 2 tom. fol. Alteserra, Ant. Dadinus, De ducibus et comitibus provincia- libus Galliae H. III. Acc. de origine et statu feudorum pro mo- ribus Galliae liber. Tolosae, A. Colomerius. 1643. 4 0 . Consuetudines dncatus Burgundiae, commentariis Barth, a Chassenaeo illustratae, eet. Colon. Allobr., S. Crispin. 1616. fol. Argentré, B. d’, Commentarii in patrias Britonum leges seu Consuetudines gener. ducatus Britanniae. In lucem editi cura Car. d’Argentré B. f. Ed. VIII aucta. Amstelod., J. J. f. Schipper. 1664. fol. Bondam, p., Dictata de jure feudorum in imperio Romano- Germanico. Lugd. Bat. 1776—77. MS. 4 0 . Kirchner, Herm., De officio et dignitate cancellarii, 11. IV ex pos. Marpurgi, P. Egenolphus. 1620. 4 0 . Ofmülner a Mülfeldt, Wolfg., De testamento principi aut comiti oblato tractatio analyt.-synthet. eet. Argent., J. P. Mül- bius. 1648. 4 0 . Zieritzius, Bern., Ad Caroli V. Constitutionem criminalem no- tae et óbservatt. nomicopoliticae, eet. Acc. ad L sunt quaedam ff. de Extraord. Crimin. conjectanea. Nee non Discursus apolo- • get. pro foedere Smalcaldico. Francof. ad M., typis Wechel. 1625. 4 0 . Magerus, Ma., De advocatia armata sive clientelari patronorum jure et potestate clientumque officio, vulgo Schütz und Schirms- Gerechtigkeit dicto tractatus jurid.-histor.-polit. eet. Francof., L. König. 1625. fol. 1 Houard, Traités sur les coutumes Anglo-Normandes publiés en Angleterre depuis le lie jusqu’au 14e siècle etc. Rouen, Le Boucher. 1776. 4 tom. 4 0 . Cowel, John, Institutiones juris Anglicani, eet. Cantabr., J. Le- gat. 1605. 8°. Leges. — Regiam Majestatem. Scotiae veteres leges et constitutio- nes, ex archivis publ. et ant. 11. mss. collectae et notis illustratae opera et stud. Jo a. Skenaei, eet. Edinburgi, T. Finlason. 1609. (2 pt. l vol.) fol.
85 Lowbock (Dat rechte Judske) A 0 . 1590 auergesehn etc. Nu öuerst uth dem Densken in de Holsteinische Sprake. [Von Bias. Eken- berger. Acc. Repertorium alphabeticum drinnen die Denische Wörter verklart zufinden sein. Schleszwig. Nic. Wegener]. 1593 4 0 . Zawacki, Teod., Memoriale processus judiciarii et flosculorum legum seu statutorum atque constitutionum regni Poloniae, eet. Ab auctore auctum et nunc IV° editum. Cracoviae, haer. J. Sy- beneycher. 1623. 12°. Acc. Flosculi practici. S. a.; Speculum Senatorum eet. 1623. OUD NEDERLANDSCH RECHT. (In ’t algemeen, en Noord-Nederland in 'tbizonder;—Verschillende gewesten en steden.) Raepsaet, J. J., Oeuvres complètes, revues et augm. par 1’auteur etc. Mons etc., Leroux. 1838—40. 6 torn. 8°. Goblerus, Just., Den Spieghele der rechten, oock die ghemeyne in den H. Rijck der Duytscher Natiën insettinghen ende oeffe- ninghen daer toe ghesedt enz. [Antwerpen], Sym. Cock. [1560]. fol. Damhouder, Jod. de, Enchiridion rerum criminalium, figuris illustratum, eet. Lovanii, St. Gualtherus et Joa. Bathenius. 1554.4 0 . Damhouder, Jod. de, Pupillorum patrocinium, iconibus illustra tum, eet. Item de magnificentia politiae civitatis Brugarum, cum ejusdem topographia et in laudem Senatus oratione. Subhasta- tionum compend. exegesis, iterum recogn. et locuplet. Antver- piae, Joa. Bellerus. 1564. 4 0 . Everardi, Nic., Consilia sive responsa. Acc. vita et epicedia au toris. [Edidit. Arn. van Slichtenhorst]. Arenaci, J. Biesius. 1642. 4 0 . Wielant, Phil., Practyke civile. Van nieuws ghesuppleert by Ant. van t’ Sestich. Antwerpen, H. Aertssens. 1646. 8°. Hugen, Alex., Ars notariatus oft ortographie ende formulaer duytsch enz. [Uit het Hoogd. vertaald door Corn. A b 1 ij n]. Hantwerpen, Sym. Cock. 1561. fol. Zee-rechten (’t Boeck der) inhoudende dat Godtlantsche water - recht gemaeckt by Keyser Card alsm. ten tyde van Coninck Philippus III enz. Harlingen, L. Vlasbloem. 1646. 4 0 . a
Peckius, Pt., Commentaria in omnes pene juris civilis titulos ad rem nauticam pertinentes. Lovanii, Pt. Colonaeus. 1556. 8°. Grlins, Taco van, Aenmerckingen ende bedenckingen over de Zee-rechtcn uyt het placcaet van Kon. Philips uytgeg. den 30 Oct. 1563 enz. Amsterdam, J. Pluymer. 1665. 4°- Weytsen, Quint-, Een Tractaet van avarien enz. Haerlem, A. Roman. 1631- 4°- — Een Tractaet van avarien enz. Harlingen, L. Vlasbloem. 1646. 4°- — Een Tractaet van avarien enz. Van nieuws oversien ende ver- rijct door S.V. L. [van Leeuwen], ’s Gravenh.. J. Doll. 1651.4°- Placcaet-boeck (Nederlandtsche) waerinne alle voornaemste plac- caten, ordonnantiën enz. uyt-gheh. by de Staten Generael sedert 1581 tot 1644 begrepen worden. Amsterdam, Jan Janssen. 1644- 2 din. 1 bd. fol. [Placcaten, Ordonnanties, Instructies, Resoluties, enz. van de Staten Generaal en de Staten van Holland betr. imposten, krijgs-en zeeza ken, enz. Meerendeels oorspronk. uitgaven, van 1600—1750- 4°] Pappus, Pt., Articul-brief waer by eenighe annotatien ghevoecht zijn. By dese V e editie met nyen annotatien vermeerdert. Groe- ninghen, H. Sas. 1625. 4°* Annotate, et Collectanea. (Met Register en Bijlage) 15 vol. fol. Onder dezen titel zijn bijeengebracht Hollandsche staatsstukken over verschil lende onderwerpen, vooral zeezaken, van de tweede helft der 17«, en de l8 e eeuw tot omstr. 1762. Placaten ende Ordonnancien op ’t stuck vande wildernissen, in ordre ghestelt deur Pau. G. f. P. n. Merulam. s Gravenh., B. Cz. Nieulant. 1605. (3 pt. 1 vol.) fol. M. pl. Formulare conclusionum ofte voor-beelden van alderhande rech- telijcke eyschen ende conclusien soo voor de Hoven van Justi tie als ter Laeger Vierschaer gebruyckelijck. ’s Gravenh., F. van der Spruyt. 1641. 4 0 . ^ Advysen, Certificatien ende Gewysdens rakende het vergoeden van de schade die de binnelandtze schepen malk. komen aan te doen. Den Ile» druk, vermeerdert. Amsterdam, H. en D. Boom. 1670. 4°- n Versterf-Recht (Nederlandts) enz. Samen gestelt door D. J. B. Advocaat. Idem, ’t Rechte gebruyck om in te stellen alderhande Contracten enz. Door V. D. M. Notaris. Amsterdam, M. Door- nick. 1671. 4°.
87 Surendonk, Jac. — Recueil van de stukken en documenten aan den Raad van State overgelevert van wege — als gecommitteert om het regt van de Generaliteyt waar te nemen, in cas crimineel contra Andries Caan, Ontfanger van de Stad en Roede van Meenen. [1717?]. fol. Surendonk, Jac. — Advertissement van regten en redenen aan den Raad van State overgelevert van wegen —. Contra Andr. Caan, ontfanger van de Stad en Roede van Meenen. [Met de Sententie van den Raad van State van 4 Febr. 1718.]. fol. [Stukken betreffende de zaak van Onno Zwier van Haren. 1761—62. 2 bdn. fol.] Ordonnantie gemaeckt by myne Heeren van den Raede gheor- donneert in Vlaendren, tot voorderinge van justitie enz. Ghe- publ. den 20 Apr. 1624. Ghendt, J. van den Steene. 1624. 4 0 . Wetten ende Costumen der Stede van Brugghe. HS. van de 17e. eeuw. 4 0 . 98. blz. Leges municipalis civium Mechliniensium, e lingua Theuton. in Lat. translata, interprete Pt. Nannio. Lovanii, Mt. Rotarius. 1552. 4°- Christinaeus, Pau., In Leges municipales civitatis ac provin- ciae Mechliniensis commentaria ac notae. Ed. Ill [aucta] stud, et opera Seb. de Christynen. Antverpiae, H. et J.B. Verdussen. 1657. fol. Rechten ende Costumen van Antwerpen. [Waarachter: Ordon nantie ende verhael van den stijl ende maniere van procederen enz.] Antw., *C. Plantijn. 1582. fol. M. krt. Gr. pap. Met geschreven aanteekeningen. Ordonnantiën ende statuten opt beleyden van den processen, administreren van der justicien enz. Ghemaect by Schoutet enz. ende Raedt der Stadt van Antwerpen in 't jaer 1564 den 2yd. Meert. Antwerpen, W. Silvius. 1564. 4°- [Ordonnanties, Keuren, enz. van verschillende Noord-Neder- landsche steden en gewesten betr. burgerlijke zaken. In 2 bdn. 4 0 .] Amsterdam 1626—75; Alkmaar 1669; Haarlem 1645, 72; Leyden 1652; ’s Gravenhage 1654; Delft 1634- Rotterdam 1641, 70; Dordrecht 1649; Gouda 1619, 23; Schoonhoven 1652; Gorinchem 1652, 64; Walcheren 1657, 58; Zeeland 1642, 64; Utrecht 1645—59; Gelderland 1584—1666enz. Alle Ordonnantiën enz. betreffende staatszaken of daarmede in verband staande, vindt men in de verzameling van Pamfletten, in deze Bibliotheek aanwezig.
Eleutherius N. Batavus, Kort Vertoog van den ouden stand der regts-pleegingen alsm. der oude gebruiken ende'wetten in Hol land ende West-Vriesland enz. Amsterdam, J. Rieuwertsz de jonge. 1682. 4 0 . Leeuwen, Sim. van, Redeningh over den oorspronck, reght ende onderscheyt der Edelen ende Wel-borenen in Hollandt enz. Leyden, Claes Hercules. 1659* 4°- Instructie voor den Stadthouder ende Luyden van der Camere van den Rade, residentie houdende in den Haghe. Uyt-geg. by Karei van Bourgonignen (sic) enz. den 4 Sept. 1462. ’s Gravenh., L. van Dyck. 1662. 4 0 . M. portr. Instructie. — Dinstruxie vander camere vanden houe van Hol- lant, Zeelant ende Vrislant etc. [van 1515, gevolgd door de Ordonnantie van ll Jan. 1517]. Z. plofjr. [’s Gravenhage, Hugo Janszoen van Woerden]. 4 0 . Uitgave van 124 blz. Blz. 1 behelst een groot portret in houtsnede, dat den jeugdigen Karel V zal moeten voorstellen, en op blz. 112 herhaald is. Instructie (D’) vanden Houe van Hollandt, Zeelandt endeVries- landt. Gheordonneert int Jaer 1531. Nu ouersien ende gheanno- teert. ’s Gravenh., A. Heyndricksz. 1594- 4°- Placcaet-boeck (Hollandts) begrypende meest alle de voornaem- ste placcaten, ordonnantiën enz. uytgeg. by de Staten van Hol landt ende West-Vrieslandt sedert 1580 tot 1645. Amsterdam, Jan Janssen. 1645. 3 dln. 1 bd. fol. Het derde deel behelst het „ Nederlantsche Munt-boeck.” Ordonnantie op ’t stuck van de justitie binnen Hollandt [van 1580]: midtsg. eenige annotatien door Wm. van Aller. Mid- delburgh, F. Krook. 1664. 4°. Merula, Paul. G.f. p.n., Synopsis praxeos civilis. Maniere van procederen in dese prov. Hollandt, Zeelandt ende West-Vries landt, belanghende civile saken enz. Amsteldam, Corn. Claesz. 1592- 4°- Hogerbeets, R., Van het aenlegghen ende volvoeren der pro cessen voor de Hoven van justitie in Holland. Haerlem, A Ro man. 1631. 4°- Coren, Jac., Observations rerum in Senatu [supremo Hollandiae sive Hoogen Raedt] judicatarum. Item Consilia quaedam. Hagae Cóm., A. Meuris. 1633. 4°. Groot, Hugo de, Inleyding tot Hollandtsche regtsgeleertheit. Bevestigt met placcaten, handvesten enz. door Sim. van Groe- newegen. Hier achter R. Hogerbeets, van het aenleggen ende volvoeren der processen enz. Amsterdam, Broer Jansz. 1647. 4 0 .
89 12 Groot, Wi. de, Inleyding tot de practyck van den Hove van Holland. In ’t Nederd. vertaelt. Den Ilen druck verbetert. 'sGra- venh., D. Geselle. 1667. 4 0 . Versterf-recht (’t Hollandtsche) enz. T’samen getrocken uyt de Polit. Ordonnantie enz. [van 1580—99]. Amsterdam, J. Pz. Wachter. 1647. 4 0 . Keuren der stadt Leyden. Leyden, F. Hackes en P. Leffen. 1658. 4 0 . Met ingevoegde gedrukte ampliaties tot 1673. Keuren (Nieuwe) vande Weescamere van Riinlandf enz. Z. pl. [Leyden, op ’t Raadhuis gedrukt]. 1586. 4 0 . Keuren (Nieuwe) vande Wees-camere van Rijnlant enz. ’s Gra- venh., H. Jacobsz. 1607. 4 0 . Vertoogh (Kort) vande redenen ende motiven, die eerst den Burgemeesteren der stadt Leyden als mede Hooft-ingelanden van Rijnlant, ende daernaer den Schout ders. stad, bewogen hebben om te procederen tegens Adriaen van der Laen, rent meester van Rijnlandt. Z. pl. 1668. 4 0 . Klaer Bericht van de poincten en articulen daer op Adriaen van der Laen bij den Heer Advocaet Fiscaal en Procureur Ge- nerael van Holland is geexamineert enz. Z. pl. 1668. 4 0 . Op den titel van ’t eerste: „Van wegen de Stad Leyden werd dit vereert aen de Bibliotheecq van Thysius door mij (get) Corn, van der Maersche.” Ordonnantie vande Vierschare der stede van der Goude. Begrij pende mede eenighe andere politijcke saken ende costuymen ders. stede. Ter Goude, J. Migoen. 1607. 4 0 . Ordonnantie vande Weeskamer der stede van der Goude. Ter Goude, J. Tournay. 1619. 4 0 . Keuren (Vernieuwinge van de) vande Weeskamer der stadt Goude. Ter Goude, C. Dyvoort. 1669. 4 0 . Handtveste vanden Crimpenre-weert [van 1430J. ’s Gravenh., L. Breèckevelt. 1636. 4 0 . — [als ’t voorg.] Schoonhoven, P. de Bijl. 1669. 4 0 . Keuren vanden Crimpenre-weert. Schoonhoven, L. van Heek. 1656. 2 stn. 4°. Reglement voor den Crimpenre-Waard. Dordrecht, H. en J. van Esch. 1675. 4 0 . Ordonnantie roerende de Weescamer enz. bij den Schouth enz. ende de goede Luyden van den Achten der stede van Dordrecht ghemaeckt enz. Dordrecht, Pt. Verhaghen. 1625. 4 0 .
9ó Reglementen, Ordonnantiën ende Keuren van de Heerlijkheyt van Godschalx-oord. Z. pl. of jr. [Dordrecht? 1658]. 4°- Ordonnantie op de maniere van procederen voor den Gherechte der stadt Gorinchem ende ’s Lands van Arkel enz. Gorinchem, J. Haensberch Jz. 1Ó35- [Aan 't slot: 1638]. 4°* Ordonnantie van de Wildernisse ende Houtvesterye van Bre- derode, anno 1670. Haerlem, A. Casteleyn. 1Ó79- 4°- Octroyen ende ordonnantiën, beroerende de dijckagien ende lan den vande Zijpe: soo vanden J. 1561 ende 71 a ^ s van den J. 1596 enz. ’s Gravenh., A. Heyndricksz. 1596- 4°- Octroy (Extract uyt het) van de Beemster. Met de Cavel-Condi- tien ende Caerten van dien. ’t Register vande Participanten. Ende verscheyden Keuren, tot welstand vande Dyckage gemaeckt. Amsteldam, Hessel Gerritsz. 1613. 8°. Octroy van de Purmer enz. Met de Kavel-Conditien. Item Kavel- register ende Kaerte, alsm. het naerder Octroy vande transpor ten enz. Amsterdam, Claes Jansz. Visscher. 1623. 4°* De kaart is geteekend door Luycas Janz. Sinck, landmeter (1622) en gegrav. door Visscher. Octroy van de Heer-Huyge-waert met de ampliatie van dien. Mitsgh. Cavel-Conditien ende Caerte. Ende ’t Register vande Cavels mette eyghenaers der selver. Alckmaer, T. ,Pz. Baert. l6 Hrt kaartje is geteekend door A. Metius en gegraveerd door Cl. Jz. V is s cher. Octroy van de Scher-meer, mitsgh. Cavel-Conditien ende Caerte. Alckmaer, T. Pz. Baert. 1Ó35- 4°- De kaart is gegraveerd door C1. J z. V i s s c h e r. Octroy. — Poincten ende Conditiën by den Hooft-Ingelanden enz. vande Enge Wormer geaccordeert, daer op de landen by lot ofte cavelingen zijn gescheyden. Midtsg. ’t Octroy vande Staten vèn Hollandt. Amsterdam, Broer Jansz. 1638. 4°- Met kaart door J a n J an s z. B a c k e r landmeter, gegraveerd door J. van denEnde, Keuren van den Lande van Zeelandt. Daer by gevoeght zijnde de Interpretatie ende Ampliatie van eenige Artijckelen der voorsz. Keure (sic). Gedrukt na de rechte originele copie berustende ter Reken-Kamer van de Staten van Zeelandt. Middelburgh, J. Noen- aard. 1682. 4°. Keuren. Cueren, Costumen ende Statuten der stad Sluys, Water- recht ende Nieumuyden. Middelburgh, Wed. van S. Moulert. 1629.4 .
9t Andreae, J. H. Beucker, Disquisitio de origine juris munici- palis Frisici. Trajecti ad Rh., L. E. Bosch et fil. 1840. 8°. Buma, J. Minnema, Bijdrage tot de geschiedenis van het dijk- regt in Friesland, inzonderheid met betr. tot de contributie der Vijf deelen. Leyden, J. Hazenberg Cz. 1853- 8°. M. pl. Sande, Joa. a, Decisiones Frisicae sive rerum in Supr. Frisio- rum Curia judicatorum 11. V. Ed. III. Leovard., J. Janssonius. 1647. 4 0 . Feith, H. O., Het Groninger beklemregt of verzameling van staats-resolutien en andere tot het beklemregt betrekkelijke stuk ken, uitgegeven en met aanteekeningen voorzien door H. O. Feith. Groningen, W. Zuidema. 1828, 37. 2 dln. 8°. Vliet, J. van, 't Recht van successie uolgens de Costumen der stad ende lande van Breda. Z. pl. 1663. 4 0 . Titelprent door A. Santvoort. Suringar, Luc. Joh., Bijdrage tot de kennis van den regee- ringsvorm van Maastricht en zijn ressort, meer bijzonder gedur. 1632—1794. Leiden, Gebr. van der Hoek. 1873. 8°. Staatkunde, Staathuishoudkunde. ALGEMEENE GESCHRIFTEN OVER STAATKUNDE. Naudaeus, Gabr., Bibliographia politica eet. Acc. Hug. Gro ti i Epistola de studio politico. Lugd. Bat, J. Maire. 1642. 32 0 . Dictionnairo universel des sciences morale, économique, politique et diplomatique, ou Bibliothèque de 1’homme d’état et du citoyen. [Par J. B. R Robinet, J. L. Castillon etc.] Londres, chez les libraires associés [Paris?] 1777—83. 30 tom. 4 0 . Leyden, Phil. de. De reipublicae cura et sorte principantis. Ejusdem de formis et semitis reipublicae utilius et facilius guber- nandae. De modo et regula rei familiaris facilius gubernandae Bernardi. Leydis, Joh. Severinus. 1516. fol. Titel bijgeschreven.
92 Fricius Modrevius, Andr., De republica emendanda 11. V, re- cogn. et aucti, eet. Ace. praeter alia de ecclesia liber II, Ora- ; tiones item et Epistolae. Basil., J. Oporinus. 1559- fol. Grimallus, Laur., De optimo senatore 11. II, eet. Venetiis, Jord. Zilettus. 1568. 4 0 . La Madeleyne, Jeh. de, Discours de 1’estat et office d’un bon roy, prince ou monarque etc. Paris, L. Brayer. 1575- 8°. Machiavelli, Nic., Princeps, ex Sylv. Telii traductione emen- datus. Adj. sunt ejusdem argum. aliorum quor. contra M. scripta. Quibus denuo acc. Ant. Possevini Judicium de N. M. et Joa. Bodini scriptis. Lugd. Bat., H. de Vogel. 1648. 12°. Machiavelli, Nic., Disputationum de republica quas Discursus nuncupavit 11. III. Ex Ital. Latini facti. Lugd. Bat., Pt. Leffen. 1649. 12°. Discours sur les moyens de bien gouvemer et maintenir en paix un royaume ou autre principauté etc. Coutre Nic. Machiavel. • [Par Innoc. Gentillet]. Hie edit, reveue. S. 1. 1579- 8°. Regnum. — De regno adversus Nic. Machiavellum 11. III. [Auc- tore Innoc. Gentillet]. Lugd. Bat., H. de Vogel. 1647. 12°. Freights, Joa. Tho., Quaestiones oeconomicae et politicae, eet. Basil., Seb. Henricpetri. [1578]. 8°. Belluga, Pt., Speculum principum, addition, et suppletion. il- lustratum, authore Cam. Borrello. Venetiis, J. A. Maria. 1580. fol. Paruta, Paolo, Perfection de la vie politique, escr. en Italien, trad. en Frangois etc. par Fra. Gilb. de la Brosse. Paris, N. Chesneau. 1582. 4 0 . La Noue, Fra. de, Discours politiques et militaires. Basele, F. Forest. 1587. 8°. Bodinus, Joa., De republica 11. VI, Latine ab autore redditi multo quam antea locupletiores. Paris., J. Du-Puys. 1586. fol. Osorius, Hier., De regis institutione et disciplina 11. VIII. Co lon., A. Mylius. 1588. 8°. Collibus, Hippol. a, Consiliarius. [Heidelb.], Hier. Commelinus. 1596. 4°- Bornitius, Jac., Discursus polit. de prudentia politica compa- randa, edtus a Joa. Bornitio. Erphordiae, J. Pistorius. 1602. 12°. Junius, Melch., Politicae quaestiones CXIII'in eloquentiae stu- diosorum gratiam, stylurn exercere cupientium, selectae, eet. Argentor., L. Zetzner. 1602. 3 pt. l vol. 8°.
93 Middendorpius, Jac., Inperatorum, regum et principum, cla- rissimorumque virorum quaestiones theologicae, juridicae et po- liticae, cum pulcherr. responsionibus, eet. Colon. Agripp., C. Budgenius. 1603. 8°. Casus, Joa., Sphaera civitatis, h. e. reipublicae recte ac pie sec. leges administrandae ratio, eet. Francof. ad M., Rulandii et N. Rhodius. 1605. 4 0 . 1 Thomson, Greg., Vindex veritatis. Adversus Just Lipsium 11. II. Prior insanam ejus religionem politicam eet. refellit. Posterior \pevi07rxpSh0u Sichemiensis miracula convellit. Alcmariae, Jac. de Meester. 1606. 8°. Gregorius, Pt., De republica 11. XXVII eet. Lugduni, J. Pille- hotte. 1609. fol. Pighius, Steph. Vinaudus, Hercules Prodicius seu principis juventutis vita et peregrinatio. Nova edit. Colon., L. Zetzner. 1609. 8°. Q. tab. Mariana, Joa., De rege et regis institutione 11. III. Ejusdem de pondenbps et mensuris liber. Ed. II. [Francof.], typis Wechel. 1611. 8°. Kirchner, Herin., Respublica: ad disputationis adem metho- dice revocata. Edit. Ill amplific. Marpurgi, typis Egenolph. 1614. 4 0 . Arnisaeus, Henn., De republica seu relectionis politicae 11. II, eet. Francof., J. Thym. l6l5- 4°* Arnisaeus, Henn., Doctrina politica in genuinam methodum quae est Aristotelis reducta, eet. Steinfurti. 1Ó22. 4 0 . Contzen, Adam, Politicorum 11. X in quibusde perfectae reipubl. forma, virtutibus, eet. tractatur. Moguntiae, B. Lippius. [1621]. fol. Eönig, Reinh., Theatrum politicum tripartitum, eet. Jenae. J. Birckner. 1Ó22. 4 0 . Weihe, Eberh. a, Aulicus politicus, ante multos annos sub nomine Duri de Pascolo in publ. ablegatus, nunc auctior eet. cura autoris. Acc. discursus de speculi origine, eet. Wolferbyti, El. Holwein. 1622. 4 0 . Rassius, Adam, Tractatus polit.-jurid. de nobilitate et merca- tura. Witeb., P. Helwig. 1624. 4 0 . Chokier, Joa. k, Thesaurus politicorum aphorismorum, eet. divisus in 11. VI. Adjung. ejusdem Notae in Onosandri Strategi- cum, eet. Edit, auctior. S. 1., J. Kinck. 1625. 4 0 .
94 Scribani, Car., Politicus Christianus. Antverp., Mart. Nutius. 1626. 2 pt. l vol. 8°. Westonus, Odov., Theatrum vitae civilis ac sacrae, sive de moribus reipub. christianae commentaria, eet. Brugis Flandr., G. de Neve. 1626. fol. Heider, Wolfg., Philosophiae politicae systema, eet. Jenae, J. Reiffenberger. 1628. 4°- Matthias, Chr., Systema politicum, in III 11. distrib. Ed. III locuplet. Marpurgi, C. Chemlin. 1631. 8°. Marnix, JGan de, Resolutions politiejues ou maximes d estat. Avec des amples additions du mesme autheur. Edit. nouv. Brus- selles, F. Vivien. 1632. fol. Balzac, J. ,L. Guez de, Le Prince. He édit. reueuë et corrigée. Paris, Toussainct du Bray. 1632. 8°. Homme (L’) d’estat ou le fidele ministre etc. Paris, Toussainct Quinet et Simon Feburier. 1633. 8°. Hetzel, Joh. PhiL, Idea boni consiliarii, eet. Lugd. Bat., typ. With. Christiani. 1638. 12°. Boccalini, Traj., Lapis lydius politicus. Latinit. donavit Ern. Joa. Creutz. Amsterod., Lud. Elzevier. 1640. 12°. Bonbra, Fra. Dav., Ars belli et pacis sive de bello feliciter gerendo et pace firmiter stabilienda 11. II, eet. Straubingae, Sim. Gallus. 1643- fol. Wendelinus, Prid., Institutionum politicarum 11. III. Amsterod., J. Jansonius. 1Ó45- 12°. Gaudentius, Pagan., De candore politico in Taciturn diatribae XIX. Pisis, P. Papinus. 1646. 4°. Vemulaeus, NiC., Institutionum politicarum 11. IV eet. Lovanii, J. Vrijenborch. 1Ó47- fol. Reusner, El., Florum hortuli historico-politici coronae VI. Re censente Cyriaco Lentulö. Herbornae Nassov. 1651- 8°. Schelms, Rab. Herm., Libertas publica. Acc. Theoph. Ho ger si i Oratio C. Jul. Caesarem tyrannum fuisse, eet. Amstelod., Jod. Pluymer. 1666. 12°. STAATKUNDE VAN VERSCHILLENDE RIJKEN. Sansovino, Fra., Du Gouvernement et administration de divers estats, royaumes et republiques, tant anciennes que modernes. [Trad. de 1’Italien]. Paris, F. Huby. 1611. 8°.
95 Colmerus, Clem. — Politiae speciales duae augustissimae, nempe Atheniensis et Spartana, prior tractata a C. C., posterior a Nic. Sienicio. [Edidit Barth. Keckermann]. Dantisci, A. Hü- nefeld. 1609- 4°- Alciatus, Andr., De formula Romani imperii libellus. Acc. Dan tis Florentini de monarchia 11. III; Radulphi Carnotensis de translatione imperii libellus; Chronica M. Jordanis. Basil., J. Oporinus. [1559 ] 8°. Bulengerus, Jul Caes , De imperatore et imperio Romano II. XII eet. Lugduni, haer G. Rovillii. 1618. fol. Pflug, Jul., De republica Germaniae seu imperio constituendo. Antverpiae, G. Silvius. 1562. 4°- Politica imperialia, sive discursus politici, acta publica et tracta- tus generales de Imperatoris et Regis Romanorum, Pontif. Rom., Electorum, Principum et Communium S. Rom.-Germani imperii ordinum juribus, privilegiis, eet. Ex biblioth. Melch. Goldasti Haiminsfeldii. Francof., J. Bringer. 1614- fol. Monarchia S. Romani imperii sive tractatus utriusque jurisdic tions imperialis et regiae ac spiritualis seu pontificiae, eet. Opera et studio Melch. Goldasti Haiminsfeldii. Francof., Egen. Emmelius. 1621. 3 vol. fol. Discours historique de 1’élection de 1’Empereur et des Electeurs de 1'Empire. Par le Résident de Brandebourg [Abr. de Wic- quefort]. Paris, A. Courbé. 1658. 4 0 . Wacker, Mt. et Joh. Rod. Hegenmuller, Vota aulica super ill. Ducum Saxoniae controversia de jure praecedentiae in digni- tate et successione. Acc. tractatus de majoratu et praerogativa senioris pnneipis in familiis regiis, electoral., eet. Francof., N. Hoffmann. 1Ó19- 4°- Seyssel, Claude de, La grand Monarchie de France. La Loy Salicque. Paris, Galiot du Pré. [Impr. par Denys Janot]. 1541.8°. Tilius, Joa., Commentariorum et disquisitionum de rebus Galli- cis 11. II, nunc pr. Latine redditi. Quibus acc. Vine. Lupani de magistratibus et praefecturis Francorum 11. III. Francof. ad M., A. Wechel. 1579. fol. Saluces, L. P. de, Du devoir de la noblesse et autres estats de France enuers leur roy. S. 1. 159°- 8°. Orleans, Loys d’, Les Ouvertures des Parlements. Ausq. sont adjoust. cinq Remonstrances, autrefois faictes en iceluy. Paris, G. des Rues. 1607. 4 0 .
96 Carné, Louis de, Etudes sur 1'histoire du gouvernement repré- sentatif en France de 1789 k 1848. Paris, Dentu. 1855. 2 tom. 8°. Spiegel, L. P. van de, Reflexien over de gèbreeken in de ge- steldheyd der Regeering der Vereen. Nederlanden. — Schets tot een vertoog over de intrinsique en relative macht van de Republicq. In HS. fol. Observateur (L’) politique, administratif, historique et littéraire de la Belgique, par une Société de jurisconsultes et d’hommes de lettres [D’Elhoungne, Doncker et Van Meenen] Bruxelles, P. J. de Mat. 1815—20. Tome l—19 et N°. l—10 du tome 20. 8°. STAATHUISHOUDKUNDE. Bomitius, Jac., Aerarium sive tractatus politicus de aerario sacro, civili, militari, communi et sacratiori, eet. Francof, Gfr. Tampach. 1612. 4°. Bornitius, jac., De nummis in repub. percutiendis etconservan- dis 11. II. Ex System, polit. deprompti.Hanoviae, typis Wechel. 1608. 4 0 . Bornitius, Jac., Tractatus politicus de rerum sufficientia in rep. et civitate procuranda: I cultura agrorum et metallorum, II opificiis omnis generis, III mercatura nautica et terrestri, IVmi- nisteriis variis. Francof., Gfr. Tampach. 1625. 4 0 . Oresmius, Nic., De mutatione monetarum tractatus. Lunaeburgi, fr. der Sternen. 1625. 4 0 . Welz, Gius. de, La magia del credito svelata, istituzione fonda- mentale di pubblica utilitè. Napoli, stamp. Franc. 1824. 2 vol. in 1. 4 0 . Skarbek, Fréd., Theorie des richesses sociales. Suivie d’une bibliographic de 1’économie politique. Paris, A. Sautelet et C°. 1829. 2 tom. 8°. Hoffmann, J. G., Die Lehre vom Gelde als Anleitung zu griindl. Urtheilen über das Geldwesen mit besond. Beziehung auf den Preuss. Staat. Berlin, Nicolai. 1838. 8°. — Die Zeichen der Zeit im Deutschen Münzwesen, als Zugabe zu der Lehre vom Gelde etc. Ibid. 1841. 8°.
97 13 Chastel, Et., Etudes historiques sur 1’influence de la charité du- rant les premiers siecles Chrétiens, et considérations sur sou róle dans les sociétés modernes. Paris, Capelle. 1853- 8°. Alison, Archib., The Principles of population and their connec tion with human happiness. Edinburgh, Blackwood. 1840. 2 vol. 8°. Tariffe general des droicts dependans des cinq grosses Fermes de France. Arresté au Conseil du Roy le 27 Oct. 1632 etc. Paris, Ant. Champenois. 1633. 4 0 . Engeland s wereldhandel. Verslag der Commissie van onderzoek uit het Engelsche Parlement omtrent de werking der scheep vaartwetten op handel, scheepvaart en fabriekwezen. Uit het Engelsch vertaald onder toezigt van L. van Vliet, ’s Graven- hage, J. en H. van Langenhuysen. 1849—53. 6 dln. 8°. Buret, Eug., De la misère des classes laborieuses en Angleterre et en France etc. Paris, Renouard. 1841. 2 torn. 8°. Bogaerde de Ter-Brugge, A. J. L. baron van den, Essai sur 1’importance du commerce, de la navigation et de 1’industrie dans les provinces formant le royaume des Pays-Bas, depuis les temps les plus reculés jusqu’en 1830. La Haye et Bruxelles, Noor- dendorp, etc. 1844—45- 3 tom. 8°. Geneeskunde. INLEIDING. — ONTLEEDKUNDE EN PHYSIOLOGIE. Schenck, joa. Geo., Biblia iatrica sive bibliotheca medica, eet. Franco!., Ant. Hummius. 1609. 8°. Beverwijck, Joh. van. —Ideamedicinaeveterum. Joh. Beve- rovicius concinnavit. Lugd. Bat., Offic. Elseviriorum. 1637. 8°. Lacuna, And., Epitome Galeni Operum, eet. Basil., M. Isengri- nius. 1551. fol.
p 98 Champier, Simphor., Medicinale bellum inter Galenum et Aris- totelem gestum, quorum hic cordi, ille autem cerebro favebat, eet. S. 1. et a. [Epist. dedicat. ex Nanceio. 1516]. 8°. Naneelius, Nic., De immortalitate animae velitatio adv. Gale num. [Acc. ejusdem de legitimo partus tempore]. Paris, J. Ri- cherius. 1587. 8°. Faliesius, Fra., Controversiarum medicarum et philosophicarum 11. X. Acc. lib. de locis manifeste pugnantibus apud Galenum. Ed. IV. Hanoviae, Cl. Marnius, eet. 1606. fol. Beverwijck, Joh., van, Lof der Medicine. [Dordrecht, H. van Esch. 1635]. fol. De titel ontbreekt. — Lof der Chirurgie. Wt-geg. door Abr. vanStavelen Aldaar 1635- fol. Connor, Bern., Evangelium medici seu medicina mystica, de suspensis naturae legibus sive de miraculis èv roïs fiifiklois me- moratis, eet. Ed. IV. Jenae, H. C. Cröker. 1724- 8°. Vesalius, Andr., De humani corporis fabrica 11. VII. Basileae, [Joa. Oporinus. 1543]- fol. C. fig. Stephanus, Car., De dissectione partium corporis humani. 11. III. Una cum figuris et incisionum declaration, a Steph. Riverio compositis. Paris., S. Colinaeus. 1545- fol. Imagines (Vivae) partium corporis humani, aereis formis expres- sae. [Auctore Juan Valverde de Hamusco. — Acc. Andr. Vesalii Epitome suorum de humani corporis fabrica librorum]. Antverp., C. Plantinus. 1566. fol. Laurentius, Andr., Historia anatom, humani corporis et sin gul. ejus partium, eet. Francof., M. Becker, impensis Th. de Bry vid. et fil. [1599]- f°l* Banhinus, Casp., Institutiones anatomicae, hac. edit. V aucta., Francof., J. T. de Bry. 1616. 8°. C. imag. Bartholinus, Casp., Anatomicae institutiones corporis humani, eet. Oxonii, G. Turner. 1633. 12°. Pecquet, joa., Experimenta nova anatomica, eet. Paris., S. et G. Cramoisy. J.651. 4°. C. fig. Fabricius ab Aquapendente, Hier., De visione, voce, au- ditu. Venetiis, F. Bolzefta. 1600. fol. C. tab.
99 Casserius, Jul., De vocis auditusque organis historia anatomica, > iconibus aere excusis illustrata. [Ferrariae, V. Baldinus. lóoo]. fol. Cum effigie Ronutii Farnesii ducis Placentiae et Parmae. Plazzonus, F., de partibus generationis. Lugd. Bat., Dav. Lopez de Haro. 1644. 12°. Pontanus, Nic., Responsum ad propos, sibi quaest. an manus, clavis transfixa, pares ferendo corpus, inde'pendulum. Amstel- red., Pau. Mathiae. 1643. 4°- C. fig. Casmannus, Oth.0, II Pars Anthropologiae, hoe est fabrica humani corporis method, descripta, eet. Hanoviae, G. Antonius. 1596. 8°. Porta, Jo. Bapt., De humana physiognomia 11. VI eet. Neapoli, Tarq. Longus. 1602. fol. C. fig. Scotus, Mich.., Tractatus de secretis naturae. Francof., J. Brin- gerus. 1615. 12°. Albertus magnus, de secretis mulierum. Item de virtutibus her- baruin, lapidum et animalium. Amstelod., J. Janssonius. 1648.12°. Pinaeus, Sever., De virginitatis notis, graviditate et partu. Lud. Bonaciolus de conformatione foetus. Ace. alia. Lugd. Bat., F. Heger. 1641. 12°. C. fig. Sinibaldus, Jo. Ben., Geneanthropeiae sive de hominis genera- tione decateuchon, eet. Romae, F. Caballus. 1642. fol. PATHOLOGIE EN THERAPIE. (In ’t algemeen; — Enkele ziekten). Avicenna* Liber Canonis, de medicinis cordialibus et Cantica. Cum castigation. Andr. Alpagi. Venetiis, Juntae. 1544. fol. Paternus, Bern., Explanations in I Fen. I Canonis Avicenfnae], a Bern. Gajo in lucem editae. Venetiis, F. deFranciscis. 1596.4 0 . Mesue cum exposition Mond ini super Canons universales: ac etiam cum exposition Cph. de Honestis in Antidotarium ejusdem, eet. Lugduni, Gilb. de Villiers, sumpt. Vine, de Porto- nariis de Tridino. 1519- fol. Gradi, joa. Mt. de, Practica, [edente Hier. Salio Faventino. Venetiis, Octav. Scotus. 1502]. fol.
ÏOO Mamfredus, Hier., De medicis et infirmis collectanea. Insuper in XXVIII mansiones lunae deque impedimentis ejusdem gene- ralibus Joa. Schöneri collectanea. [Nurembergae, Geo. Vua- char.] 1530. 8°. Tanstetter, Geo. Collimitius, Artificium de applicatione astro- logiae ad medicinam deque convenientia earundem canones ali quot, et quaedam alia. Argeotorati, [Geo. Ulricher]. 1531. 8°. Theses seu communes loei totius rei medicae. Item de usu phar- macorum deque artificio suppressam alvüm ciendi liber. [Edidit Joh. Munterus]. Argent., Geo. Ulricher. 1535. 8°. De naam van den verzamelaar.[O tto Brunsfels] is in het boekuitgeschrapt. Lodovicus, Ant., De re medica opera, eet. Olyssipone, [Lud. Rodurici]. 1540. fol. Lodovicus, Ant., De occultis proprietatibus 11. V. Acc. Miscel- laneorum liber et Liber de pudore]. Olyssippone, [Lud. Rodu rici]. 1540. fol. Epistolae medicinales diversorum authorum, nempe Joa. Ma- nardi, Nic. Massae, A1 o i s. M u n d e llae, Joa. Bapt. Theodosii, Joa. Langii. [Edidit Phil. Tingus]. Lugduni, haer. Juntae. 1557. fol. Joubert, Laur., Medicinae practicae priores 11. III. Ed. III aucta, eet. Lugduni, C. Pesnot. 1577. 16 0 . Heumius, Joa., Praxis medicinae nova ratio, eet. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1587. 4 0 . Paaw, Pt., [Disputationes medicae, Rostochii propositae. Ibid. 1587, 88. 3 fase.] 4°- Hierovius, Barth., Quaestionum medicinalium decas I. Francof., Offic. Palthen. 1595- 8°. Bottonus, Alb., et Aem. Campolongus, Methodi medicina les duae propos, in Academia Patavina. Nunc pr. in lucem edi- tae opera et stud. Laz. Susenbeti. [Francof.], Offic. Palthen. 1595- 80 Augenius, Hor., De ratione curandi per sanguinis missionem 11. XVII, eet. Francof, her. A. Wecheli, eet. 1598. fol. Silvaticus, Joa. Bapt., Controversiae medicae numero C. Francof., Cl. Mamius, eet. 1601. fol. Saxonia, Here., De pulsibus tractatus, revisus eet. a Pt. U f- fenbachio. Francof., Offic. Palthen. 1604. fol. Saxonia, Here., Prognoseon practicarum 11. II, a Leand. Vailato revisi, eet. Francof., Z. Palthenius. lólO. fol.
ÏOI Wirtsung, Cph., Medecyn-Boec, daer inne alle wtwendighe ende inwendighe parthyen des menschen lichaems met alle hare sieck- ten ende ghebreken begrepen zijn enz. In de Hoochd. sprake wtghegheven, ende nu overghesedt door Car. Battum. Hier achter is byghev. een nieuwen Coc-boeck. De IV e verbet, druck. Dordrecht, Pt. Verhagen en A. Canin. 1Ó05- fol. Schenkius a Grafenberg, Joa., nxp*Tyipwtwv sive Obser- vationum medicarum rararum, novarum eet. volumen, a Joa. Ge o. Schenckio per tertiationem illustratum, eet. Francof., N. Hoffmann. 1609. fol. C. eff. Riolanns, Joa., Opera omnia, quibus univ. medicinam descripsit, eet. Paris., H. Perier. 1610. fol. Smoll, Gft\, Manuale rerum admirabilium et abstrusarum conti - nens venerandae antiquitatis: Assyriorum, Chaldaeorum, Persa- rum, Aegyptiorum, Arabum et Graecorum eet. philosophica et medica principia sub idea simpliciter elementari intellectuali con- cepta, eet. Hamburgi, Froben. 1610. 12°. Smoll, Gfr., Trias maritima, proponens, per introductionem trium aegrotantium, sororum morbosarum domesticarum, hypo- chondriacae spleneticae, meseraicae, phantasticae ortum et inte- ritum. Hamburgi, Froben. 1610. 12°. Rulandus, Mart., Alexicacus chymiatricus: puris putis, menda- ciis atque calumniis atrociss. Joa. Oberndorferi oppositus. Fran cof., Palthen. 1611. 4°. Petraeus, Hen., Nosologia harmonica, dogmatica et hermetica, dissertation. L, eet. Marpurgi Catt., P. Egenolphus. 1615, 1620. 2 tom. 1 vol. 4 0 . Matthaeus, Job., Centuria difficultatum medicarum, eet. Her- bornae Nass., Cph., Corvinus. 1616. 8°. Sala, Ang., Ternarius bezoardicorum et hemetologia seu trium- phus vomitoriorum. E Gall. serm. Latinit. donati. Cum Exegesi chymiatrica Andr. Tentzelii. Erfurti, J. Birckner. 1618. 8°. Camerarius, Joa. Rud., Sylloges memorabilium medicinae et mirabilium naturae arcanorum centuriae IV. Augustae Treboco- rum, E. Zetzner. 1624. 12°. — Sylloges eet. [ut praeced.] centuria V.—X. Ibid. 1626—29. 6 fase. 12°. Massaria, Alex., Opera medica, eet. Lugduni, P. Drobet et J. Huguetan. 1634. fol.
Güüther, Ant., Thessalus in chymicis redivivus, id est de va- nitate medicinae chymicae hermeticae seu spagiricae dissertatio. Acc. Anatomia fermentationis Platonicae eet. Francof. ad M., J. Beyer. 1640. 8°. Hafenreffer, Sam., Monochordon symbblico-biomanticum, ab- strusiss. pulsuum doctrinam ex harmoniis musicis, figurisque de- monstrans,. eet. Almae, B. Kiihn. 1640. 8°. Sennert, Dan., Paralipomena, cum praemissa methodo discendi medicinam, cet. Acc. vita autoris. Wittebergae, haer. Z. Schti- rer. 1641- 4°- Savonarola, Jo. Mich., Practica canonica de febribus. Ejusdem de pulsibus, urinis, egestionibus, vermibus, balneis omnibus Ita- liae. Caes. Optati de hectica febre opus. Omnia nunc dem. emendat. cet. Venetiis, Juntae. 1552. fol. Augenius, Hor., De febribus, febrium signis, symptomatibus et prognostico hbri, cet. Francof., haer. A. Wecheli, cet. 1605. fob Licetus, Fort., Pyronarcha sive de fulminum natura deque fe brium origine 11. II. Patavii, Crivellarius. 1634* 4°- Neucrantz, Pau., De purpura liber. Lubecae, J. Jeger. 1648. 4 0 . Fienus, Thom., De viribus imaginationis tractatus. Lovanii, G. Rivius. 1608. 8°. Ferrand, Jacq., De la maladie d’amour ou mélancholie érotique etc. Paris, D. Moreau. 1623. 8°. Bonacursius, Barth., De humano sero. [De urinis. Bonon., J. B. Ferronius.] 1650. 4°. Morbus. — De morbo Gallico omnia quae extant, cet. [Edidit Aloys. Luisinus]. Venetiis, J. Zilettus. 1566. Tomus I. fob Rulandus, Mart., De perniciosae luis Ungaricae tecmarsi et curatione tractatus, cet. Francof., N. Bassaeus. 1600. 8°. Sala, Ang., Traicte de la Peste etc. Leyden, G. Basson. 1617.8®. Lentulus, Pau., Historia admiranda de prodigiosa Apolloniae Schreierae, virginis in agro Bernensi, inedia. Bernae Helvet., J. le Preux. 1604. 4°* Gynaecia. — Gynaeciorum hoc est de mulierum turn aliis turn gravidarum, parientium et puerperarum affectibus et morbis libri veterum ac recentiorum aliquot, cet. [Acc. Moschionis liber de morbis muliebr.,Graececumscholiis Conr. Gesneri. —Edi dit. Casp. Wolphius]. Basil., T. Guarinus. 1566. (2 pt. 1 vol.) 4°-
103 Gyuaecia. — Gynaeciorum sive de mulierum affectibus et mor bis libri Graecorum, Arabum, Latinorum veterum et recentium quotquot extant, imagin. exornati, cet. Opera et studio Isr. Spachii. Argentinae, L. Zetzner. 1597- fol. Liebaut, Jean, Trois livres des maladies et infirmitez des fem mes. Pris du Latin. Reueus et augmentez. Rouen, J. Berthelin. 1649. 8°. Bourgeois, Louyse, Observations diverses sur la sterilité, perte de fruict, foecondité, accouchements et maladies des femmes et enfans nouueaux naix. Paris, Melch. Mondiere. 1642. [3pt. 1 vol.] 8°. Av. portr. Guillemeau, Jacq., De la grossesse et accouchement des fem mes etc. Reueu et augm. de figures etc. Avec un Traicté de 1’impuissance et un autre de génération par Cha. Guillemeau. Paris, J. Jost. 1643. 8°. HEELKUNDE Chirurgia. — De chirurgia scriptores optimi quique veteres et re- centiores, cet. [Collegit Conr. Gesnerus]. Tiguri, A et J. Ges- sneri fr. 1555- fol. Cum fig. Paré, Ambr. — Les Oeuvres d’ —. Avec les figures et portraicts tant de 1’anatomie que des instruments de chirurgie et de plu- sieurs'monstres. Reueuës et augm. par 1’autheur. IVe édit. Paris, G. Buon. 1585. fol. Hierovius, Barth., Methodus chirurgica. Francof., Offic. Palthen. 1595- 8°. Quercetanus, Jos., Sclopetarius sive de cürandis vulnerib 1 quae sclopetorum et simil. torment, ictibus acciderunt liber. Ej us- dem Antidotarium Spagiricum adv. eosdem ictus. Lugduni, J. Lertotius. 1576. 8°. LEER DER GENEESMIDDELEN. (In ’t algemeen; — Enkele geneesmiddelen). Hortus S nit.fl.tia. — Le iardin de santé translate de latin en francoys nouuellement imprime a Paris. [Phil. 1 e N oir. 1539. 2 pt. 1 vol.] fol. Av. fig. La seconde partie avec titre: „Le traicte des bestes, oyseaulx, poissons, pierres precieuses et vrines du iardin de santé”. A la fin la grande marque typogr. de Phil, le Noir avec 1’année 1539, non 1529 comme dit Brunet. Le premier tome est de 246 et (12) ff., le second de 149 et (21) ff.
104 Matthiolus, P. Andr., Commentaires sur les six livres de Ped. Dioscoride de la matière médicinale. Reveuz et augm. par 1 au- theur et enrichis pour la 3e fois de pourtraits de plantes et ani- maux tirés au vif etc. Mis en Francois par Jean des Moulins. Lyon, G. Roville. 1572. fol. Alessio Piemontese, De’ Secreti parte I—IV. Venetia. 1620. 1 vol. 8°. Alessio Piemontese, De secretis 11. VII, a Jo a. Jac. Weckero ex Ital. serm. in Latinum conversi. Acc. ejusdem W. opera VIII de artificiosis vinis liber. Ed. IV. Basil., L. König. 1603. 8°. Wecker, Jo. Jac., Antidotarium speciale. Basil., Eus. Episcopius et Nic. frat. haer. 1588. fol. Reineccerus, Fidejustus, Thesaurus chymicus experimen- torum certissimorum, eet. Lipsiae, T. Schurer. 1609* 8°. Liebaut, Jean — Quatre livres de Secrets de medecine et de la philosophic chymique. Faits Francois par —. Dem. édit. Rouen, P. Calles. 1616. 8°. Av. fig. Falloppius, Gabr. — Secreti diuersi e miracolosi raccolti dal Fa lo pp ia et approbati da altri medici di gran fama. Nuovam. ristampati etc. [Public, da Borgar. Borgarucci]. Venetia, G. B. Usso. 1618. 8°. Zapata, Gio. Batt. — Li maravigliosi Secreti di medicina e chi- rurgia, raccolti dalla Prattica di —, da Gios. Scientia. Venetia, G. B. Usso. 1618. 8°. Wecker, joa. Jac., De secretis 11. XVII, ex variis author, col- lecti methodiceque digesti et aucti. Basil., L. König. 1642. 8°. Renou, Jean de — Les Oeuvres pharmaceutiques de —, augm. d’un tiers en cette II e édit., puis traduittes, embellies de figures etc. par Louys de Serres. Lyon, A. Chard. 1626. fol. Av. pl. Ranchin, Fra., Oeuvres pharmaceutiques. Lyon, Ravaud. 1628.8°. Mynsicht, Hadr. a, Thesaurus medico-chymicus h. e. selectiss. pharmacorum conficiendorum secretiss. ratio, eet. Cui adj. est Testamentum Hadrianeum de aureo philosophorum lapide. Ham- burgi, Froben. 1631. 4°- Paulli, Sim., Quadripartitum de simplicium medicamentorum fa- cultatibus, eet. Rostochii, Hallervord. 1639. 4°- Massarius, Domin., De ponderibus et mensuris medicinalibus 11. Ill, a mendis Conr. Gesneri opera repurg., eet. Tiguri, Froschouer. 1584- 8°.
14 log Falloppius, Gabr., De medicatis aquis atque de fossilibus trac- tatus, ab Andr. Marcolino collectus. Acc. ejusdem Andr. duplex epistola, eet. Venetiis, Jord. Zilettus. 1564. 4 0 . Guintherius, Joa., Commentarius de balneis et aquis medica tis, in III dial, distinctus. Argent., [Th. Rihelius. 1565.] 8°. Baccius, Andr., De thermis 11. VII, eet. Venetiis, Vine. Val- grisius. 1571. fol. Bauhinus, Joa., De aquis medicatis nova methodus 11. IV com- preh. [sive Historia fontis Bollensis in ducatu Wirtemberg.] Item de variis fossilibus, stirpibus et insectis quorum figurae ad- duntur. Montisbelig., J. Foillet. 1Ó12. 4 0 . Horstius, Greg., Dissertationes III de natura amoris, therma- rum, de causis similitudinis dissimilitudinis in foetu respectu pa- rentum, eet. Ed. nova. Marpurgi, C. Chemlin. 1642. 4 0 . Wittichius, Joh., Bericht von den wunderbaren Bezoardischen Steinen, so wieder allerley gifft krefftiglich dienen etc. Deszgl. von den fürn. Edlen gesteinen, unbekandten hartzigen dingen und des newen Armenischen Balsams, frembden wunderkreutern etc. Endlichen auch von der newen Schlesischen Terra sigillata etc. Leipzig, [Mich. Lantzenberger]. 1592. 4 0 . Hornius, Cph., De auro medico philosophorum, eet. dialogus scholast. Francof., Ant. Hummius. 1615. 8°. Caranta, Jac., Decadum medicophysicarum liber I de natura auri arte facti et num sit pharmacum cordiali. [Acc. liber II, de morsu canis rabidi et Liber unicus de natura visionis]. Saviliani, Cph. Strabella. 1623. 4 0 . Eichstadius, Laur., De confectione alchermes in Pomerania pa- rari coepta dissert, et exercit. med. Stetini, D. Rhetius. 1634. 4 0 . Plud. (Rob.) alias de Fluctibus, Responsum ad hoplocrisma- spongum M. Fosteri presbiteri, ab ipso ad unguenti armarii va- liditatem delendam ordinatum, eet. Goudae, Pt. Rammazeyn. 1638. fol. Macer, Aemilius, De herbarum virtutibus cum Joa. Atro- ciani commentariis. Adhaec Strabi Galli Hortulus vernantis- simus. Apud Friburgum Brisg., [Joa. Faber Emmeus. 1530]. 8°. Sala, Ang., Essentiarum vegetabilium anatome. Darinnen von den fürtreffel. Nutzbarkeiten der vegetabilischen Essentzen in der Artzney etc. Rostock, J. Hallervord. 1630. 8°. Wittichius, Joh., Von dem Ligno Guayaco, wunderbawn, Res nova genandt, von der China ex Occident. India, vonderSarssa Parilla etc. Leipzig, [Mich. Lantzenberger]. 1592. 4 0 .
io6 Menabenus, Apoll., Tractatus de magno animali quod alcen nonnulli vocant, Germani vero Elend et de ipsius partium in re medica facultatibus, eet. Coloniae, M. Cholinus. 1581. 8°. GEZONDHEIDSLEER; DIAETETIEK. Praecepta. — Conservandae bonae valetudinis praecepta, quon dam a doctoribus Scholae Salernitanae versibus conscripta, nunc rhytmis Germanicis illustrata. Cum Arnoldi Villanovani exegesi. Per Joa. Curionem recognita eet. Francof., haer. Chr. Egenolphi. 1582. 8°. C. fig. Medicina Salemitana, id est conservandae bonae valetudinis praecepta, cum Arnoldi Villanovani exegesi, per Joa. Curionem recogn. Edit- auct. Francof., J. Saurius. 1615. 16°. Schola (Novo-antiqua) Salema eet. Opera quondam R e.g. Bruytsma excussa eet. Mechliniae, H. Jaye. 1633. 8°. Gazius, Anth-j Florida Corona que ad sanitatis hominum con- seruationem ac longeuam vitam perducendam sunt pernecessaria continens. [Lugduni, per G i 1 b. D e v i 11 i e r s, impensis Barth. Trot. 1514]- 4°- Alexandrinus, JuL, Salubrium sive de sanitate tuenda 11. XXXIII. Colon. Agr., Gerv. Calenius et haer. Quentelii. 1575. fol. BanzoviUS, Hen., De conservanda valetudine liber. Editus a D e t h 1. Silvio. Ill edit, auction Antverp., C. Plautinus. 1585.8°. Vereycken, Gfr., Tractatus de cognitione et conservatione sui. Mechliniae, Hen. Jaye. 1633. 8°. Marinello, Giov., Gli Omamenti delle donne. Venetia, F. de Franceschi. 1562. 8°. Gratarolus, Guil., Regimen omnium iter agentium. Argentor., W. Rihelius. 1563. 8°. Tuccaro Arch., Trois Dialogues de 1’exercice de sauter etvol- tiger en’l’air. Avec fig. Paris, CL de Monstr’oeil. 1599- 4°- Strüppius, Joach-, ZiT07roTtxpxT£%vtx. Antidotarii antitrimastigi id est Medelae trium extremorum Dei flagellorum libri I adum- bratio, qui est de corporali nec non spirituali anchora, famis, sitis, valetudinisque mortalium. Newe Speiszkammer und speisz- keller in vorstehenden hungers nöten, Landstheuwerungen etc. [Francof. ad M., Mart. Lechler]. 1574- 4°- Bruyerinus, joa., De re cibaria 11. XXII. Francof., Offic. Palthen. 1600. 8°.
107 Montanus, Rob., Diaetema sive salubris victus ratio novo-anti- qua eet. Ace. ejusdem Nutritio foetus in utero. Lovanii, Ever. de Witte. 1637. 8°. Nonnus, Lud., Diaeteticon sive de re cibaria 11. IV. Antverp., Pt. Bellerus. 1646. 4 0 . Gratarolus, Guil., De vini natura, artificio et usu deque re omni potabili, eet. Huic addita quaedam Opuscula ejusdem au- thoris. [Argentor., Th. Rihelius. 1565]- 8°. Canonherius, Pt. Andr., De admirandis vini virtutibus 11. III. Antverp., H. Verdussen. 1627. 8°. Neander, Joh., Tabacologia: h. e. tabaci seu nicotianae descrip- tio medico-cheirurgico-pharmaceutica, eet. Lugd. Bat., Is. Elzevier. 1626. 4 0 . Cum tabulis et effigie. Ch. maj. Natuurwetenschap. IN HET ALGEMEEN, PHILOSOPHIA NATURALIS. Lodovicus, Ant., Problematum 11. V. Olyssippone, Lud. Rodu- rici]. 1539. [in fine 1540]. fol. Cardanus, Hier-, De subtilitate 11. XXI nunc dem. recogn. Ba sil., L. Lucius. 1554- fol. Cardanus, Hier., De rerum varietate 11. XVII. Basil., [Henr. Petri]. 1557- fol. Scaliger, Jul. Caes., Exotericarum exercitationum liber XV de subtilitate ad Hier Cardanum. [Edidit Joh. Crato a Craflt- heim]. Francof., haer. A. Wecheli. 1582. 8°. Magius, Hier., De mundi exustione et die judicii 11. V. eet. Ba sil., Henr- Petri. 1562. fol. Bacon, Pr., Sylva Sylvarum sive historia naturalis et novus At las. [Edidit Ja c. Gr uterus]. Amstelod., Lud Elzevier. 1648.12°.
lo8 Scribonius, Gul. Ado., Rerum naturalium doctrina methodica, post II edit, denuo adaucta, eet. Basil., haer. P. Pernae. 1583.8°. Pegelius, Magnus, Universi seu mundi diatyposis. Rostochii, St. Myliander. 1586. 4 0 . Vander-Vilius, Ael. Franc., De naturalium rerum scientia oratio, eet. Lugd. Bat.. F. Raphelengius. 1592. 8°. — Appendix ad munimentum Orationis suae. Ibid. 1592. 8°. Bodinus, Joa., Universae naturae theatrum, eet. Hanoviae, typ. Wechel. 1605. 8°. Bartolinus, Casp., De mundo quaestiones et controversiae no- biliores, eet. Ace. brevis Uranologiae summa. Hafniae, Sartorius. 1617. 8°. Bartolinus, Casp., De mixtione eamque consequentibus tempe- ramento, coctione, putredine, petrificatione etc. Hafniae, S. Sar torius. 1617. 8°. Kornmann, Hen., Templum naturae historicum in quo de na- tura et miraculis quatuor elementorum: ignis, aeris, aquae, ter- rae disseritur eet. Darmstadii, J. J. Porssius. 1611. 8°. Fludd (Rob.) alias de Fluctibus, Utriusque Cosmi,majoris, metaphysica, physica atque technica historia. Oppenheim, aere J. T. de Bry, typis H. Galleri. 1617, 19. 2 tom. fol. C. fig. I Mac roe osmus. II Microcosmus. Fludd (Rob.) alias de Fluctibus, Philosophia sacra et vere Christiana seu Meteorologia cosmica. Francof., Offic. Bryana. 1626. fol. C. fig. Fludd (Rob.) alias de Fluctibus, Philosophia Moysaica, in qua sapientia et scientia creationis et creaturarum sacra vereque Christiana explicatur, eet. Goudae , Pt. Rammazeyn. 1638. fol. C. fig. Marei, Joa. Mc., Idearum operatricium idea sive hypotyposis et detectio illius occultae virtutis quae semina faecundat et ex iis- dem corpora organica producit. [Pragae, typis Semin, archiepisc.] 1Ö35- 4°- C. fig. Majolus, Sim., Dierum canicularium tomi VII, colloquiis XLVI physicis absoluti, eet. Francof., Gfr. Schönwetter. 1642. fol. Vallesius, Fra., De iis quae scripta sunt physice in libris sacris sive de sacra philosophia liber sing. Cui adjuncta sunt Lev. L e m n i i de plantis sacris et Fra R u e i de gemmis. IV editio a mendis repurg. Lugduni, Hug. a Porta.' 1595. 8°.
PHYSICA; CHEMIE >)• Ha YVenreuterus, joa. Lud., Compendium librorum Physico- rum Aristotelis. Argentinae, J. Rihelius. 1593. 8°. Boussut, Nicol. de, Trium Questionum quodlibetarumdiffinitio. I Plaga terre medie zone celi subiacens quam adustam ac torri- dam vocant habitabilis sit nee ne. II. Quomodo apud Scitas siue tartaros Neuri in lupos et rursus in eos qui fuere mutentur, eet. III. Quomodo turbith complexione calidum et siccum attrahit et educit phlegma, eet. [Lovanii, Gilb. Maes. 1528]. 4 0 . C. fig. Bacon, Pr., Historia natur. et experiment, de ventis, etc. Lugd. Bat., F. Hackius. 1648. 12°. Quaestiones (Curiosae) de ventorum origine et de accessu ma- ris ad littora et portus nostros et ab iisdem recessu. [Auctore Joa. Dorisi]. Paris., G. Josse. 1646. 8°. Bartolinus, Casp., De aquis 11. II eet. Hafniae, S. Sartorius. 1617. 8°. Sfondratus, Pand., Causa aestus maris. Ferrariae, B. Mamma- rellus. 1590. 4 0 .' Papin, Nic., Raisonnemens philosophiques touchant la salüre, flux et reflux de la mer, et 1’origine des sources tant des fleuues que des fontaines. Ausq. est adiousté un traicté de la lumièrede la mer, par le mesme autheur. Blois, F. de la Saugère. 1647.8°. Keckermann, Barth., Contemplatio gemina, I ex gener. phy- sica de loco, II ex spec, de terrae-motu, potiss. illo stupendo qui fuit a. 1601 mense Sept. Hanoviae, G. Antonius. 1611. 8°. Recupitus, Jul. Caes., De Vesuviano incendio nuntius. Ed. III. Lovanii, Ev. de Witte. 1639. 8°. Crollius, Osv., Basilia Chymica, eet. Add. est aut. ejusdemtrac- tatus novus de signaturis rerum internis. Francof., Gfr. Tam- pach. [1608]. 4 0 . Beguin, Jean, Les Elemens de chymie. Paris, M. le Maistre. 1615. 8°. Le Mort, Jac., Compendium chymicum, eet. Lugd. Bat., F. Lö- pez. 1682. 12°. 1) Vergelijk de afdeeling Alchymie bij Geheime wetenschap.
no NATUURLIJKE HISTORIE. (In ’t algemeen; Delfstof kunde; Plantkunde; Dierkunde). Aldrovandus, Ulysses. — [U. A et aliorum Historia natu- ralis. Bononiae 1599—1648- 12 vol. fol.] I—III Ornithologia. 1599—1603. IV De animal, insectis. 1602. V. De reliquis animal, exanguibus. 1606. VI. De piscibus et de cetis. Joa. Corn. Uterverius colle- git. Hier. Tamburinus in luc. edidit. 1Ó13- VII. De quadrupedibus solipedibus. Ut praeced. 1616. VIII. Quadrupedum bisulcorum historia. J. C. Ut. et Th o. Dempsterus collegerunt. H. T. edidit. 1621. IX. De quadrupedibus digitatis viviparis et oviparis. Barth. Ambrosinus collegit. 1637. X. Serpentum et draconum historia. Ut praeced. 1640. XI. Monstrorum historia. Acc. Paralipomena hist, omnium ani- malium. B. A. collegit. Mc. Ant. Bernia edidit. 1642. XII. Musaeum metallicum. Ut. praec. f1648]. Nierembergius, joa. Eus., Historia naturae, maxime peregri- nae, 11. XVI. distincta, eet. Antverp., B. Moretus. 1Ó35-fob C. fig. Historia naturalis Brasiliae, auspicio J. Mauritii com. Nassav., in qua non tantum plantae et animalia sed et indigenarum morbi, ingenia et mores describuntur et iconibus illustrantur. Lugd. Bat., F. Hackius, et Amstelod., L. Elzevier. 1648. fol. Insunt: Guil. Pisonisde medicina Brasil. 11. IV; Geo. Marcgravi de Liebstad, Historiae rerum natural. Brasil. 11. VIII ;Joa. deLaet.de Tapuyis et Chilensibus. Berkhey, J. Ie Francq van, Natuurlijke Historie van Hol land. M. afbeeld. Amsterdam, Yntema en Tieboel. 1769—79- Dl. I—IV, 1. 10 bdn. 8°. Agricola, Geo., De ortu et causis subterraneorum 11. V. De na- tura eorum quae effluunt ex terra 11. IV. De natura fossilium 11. II. Bermannus s. de re metallica dialogus, eet. Basil., Froben. 1558. fol. Agricola, Geo., De re metallica 11. XII. Quibus officia, instru- menta, machinae, eet. ad metallicam spectantia, describuntur et per effigies ob oculos ponuntur. Ejusdem de animantibus sub- terraneis liber, ab autore recogn. Basil. Helv., Lud. Rex. 1621. fol.
Ill Guidius, Joa., De minerabilus tractatus in genere 11. IV, cet. Venetiis, T. Ballionus. 1625. 4°. Brunsfelsius, otho, Novum Herbarium. Argentor., J. Schottus 1531—36, 3 tom. 1 vol. fol. C. fig. Titulus et p. 1—20 tomi I desunt. Cordus, Euryc., Botanologicon. Coloniae, J. Gymnicus. 1534.8°. RuelliuS, Joa., De natura stirpium 11. III. Basil., Froben. 1537. fol. Gesner, Com*., Catalogus plantarum Latine, Graece, Germanice et Gallice, cet, Tiguri, C. Froschouer. 1542. 4 0 . Fuchs, Leon., De historia stirpium commentarii, adjectis earun- dem vivis imaginibus, cet. Basil., Offic. Isengrin. 1542, fol. Fuchs, Leon. — Commentaires tres excellens de 1'hystoire des plantes, composez en latin par Leon. Fousch, et traduictz en langue Frangoise par un homme scauant etc. [E1 o y M a i g- nan]. Paris, J. Gazeau. 1549- fol- Av. fig. Dodoens, Rernb., Histoire des plantes, en laquelle est contenue la description entière des herbes etc. Nouvell. traduite de bas Aleman en Frangois par Cha. de 1’Escluse. Anvers, Jean Loc. 1557- fol- Av. fig. Table incomplète. Dodoens, Rernb. — Cruydt-boeck Remb. Dodonaei, volghens sijne laetste verbeteringhe. Met biivoeghsels enz. [naar de uitgave van 1618]. Antwerpen, B. Moretus. 1644. fol. M. fig. Porta, Jo. Bapt., Phytognomonica, VIII 11. contenta, cet. Nea- poli, Hor. Salvianus. 1588. fol. C. fig. Clusius, Car., Rariorum plantarum historia. [Acc. Epistolae, cet.] Antverp., J. Moretus. 1601. fol. C. fig. Clusius, Car., Exoticorum 11. X: quibus animalium, plantarum, aromatum aliorumque peregrinorum fructuum historiae describun- tur. Item P t. Bellonii Observationes, eodem C. C. interprete. [Lugd. Bat.], Offic. Plantin. Raphelengii. 1605. fol. C. fig. et eff. Duret CL, Histoire admirable des plantes et herbes esmerueilla- bles et miraculeuses en nature etc. Avec leurs portraicts au na turel. Paris, N. Buon. 1Ó05- 8°. Bauhinus, Casp., Upolpoftot; Theatri botanici. Cum figuris. Fran- cof. ad M., J. Treudel. 1620. 4°- Bauhinus, Casp., ILv<*£ Theatri botanici sive index in Theo- phrasti, Dioscoridis, Plinii et botanicorum qui a seculo scripse- nmt opera, cet. Basileae,. L. Regis. 1623. 4°*
112 Durante, Cast., Herbario nuovo. Oue son figure che rappresen- tano le vive piante etc. Con discorsi etc. Venetia, Giunti. 1636.4°. Bauhinus, Joh., etjoh. Hen. Cherlerus, Historia planta- rum universalis. Quamrecensuitetauxit Domin. Chabraeus. Juris vero publ. fecit Fr. Lud. èi Graffenried. Ebroduni 1650—51. 3 tom. fol. C. fig. Sweertius, Eman., Florilegium, tractans de variis floribus et aliis Indicis plantis, ad vivum delineatum et IV linguis concinna- tum. De novo correctum et emendatum. Francof. ad M., A. Kempfner. 1615. (2 pt. 1 vol.) fol. Lauremberg, Pt., Apparatus plantarius I trib. in II 11. I de plantis bulbosis. II de plantis tuberosis. Adj. suntichnographiae, cet. Francof. ad M., M t. M e r i a n. [1632]. 4 0 . Aldinus, Tob., Exactissima descriptio rariorum quarundam plan- tarum, quae continentur Romae in Horto Famesiano. Romae, Jac. Mascardus. 1625. fol. C. fig. Alpinus, Prosp., De plantis Aegypti liber, cet. Acc. liber de balsamo. Venetiis, Fr. de Franciscis. 1592. 4°- C. fig. Junius, Hadr., Phalli, ex fungorum genere in Hollandiae sabu- letis passim crescentis descriptio et figura. Lugd. Bat., ex typ. Cph. Guyotii imp. Joa. Orlers. 1601. 4 0 . Jonstou, J., Naeukeurige Beschrijving van de natuur der vier voetige dieren, vissen en bloedlooze waterdieren, vogelen, kron- kel-dieren, slangen en draken. [Uit het Latijn vert, door M. Grausius. Amsterdam, J. J. Schipper. 1660.] 4 din. l bd. fol. M. pl. Moufetus, Th.O- — Insectorum sive minimorum animalium thea- trum, olim ab Ed. Wottono, Conr. Gesnero, Th o. Pennio inchoatum, tandem T. M. opera concinnatum, auc- tum, perfectum et iconibus illustratum. Londini, Tho. Cotes. 1634. fol. Clutius, Theod., Vande Byen, hare wonderlijke oorspronk, natuer enz. Amsterdam, J. Ez. Kloppenburg. 1627. 8°. Clutius, Aug., Opuscula II singularia : I de nuce medica. II de hemerobio sive ephemero insecto et majali verme. Amsterod., J. Charpentier. 1624. 4 0 . C. fig. Boussuet, Fra., De natura aquatilium carmen, in univ. Gul. Ron- deletii quam de piscibus marinis scripsit historiam; cum vivis eorum imaginibus, cet. Lugduni, M. Bonhome. 1558. (2 pt. 1 vol.) 4 0 .
113' 15 Rondelet, GuiL, L’Histoire entière des poissons, composée premier, en Latin. Maint. traduite en Francois [par Laur. Jo li ber t]. Auec leurs pourtraits au naïf. Lion, M. Bonhome. 1558- 2 pt. 1 vol. fol. Dubravius, Jan., De piscinis et piscium qui in eis aluntur na- turis 11. V. Item Xenocratis de alimento ex aquatilibus, Gr. et Lat. cum scholiis C o n r. G e s n e r i. S. 1. 1559- 8°. Xenocrates deëst. Belon, Pierre, 1 L’Histoire de la nature des oyseaux, avec leurs descriptions et naifs portraicts retirez du naturel, escr. en 7 ü - vres. Paris, G. Cavellat. 1555- fol. Fabricius, Joa., Differentiae animalium quadrupedum, eet. Ti- guri, A. et J. Gessner. 1555. 8°. Lipsius, Just., Von wunderbarer Natur und Eygenschafft der Hunde: die 24e Epistel der I Centurien an die Belgas. Ausz dem Latein in Teutsch etc. a Canisio Pro cy one. S. 1. 1614-4° • Geheime wetenschap. ALCHYMIE 1). Philosophia. — Philosophiae chymicae IV vetustiss. scripta, I Senioris Zadith f. Hamuelis Tabula chymica; II In- nomin. philos. Expositio tab. chym.; III Hermetis Trisme- g i s t i Liber de compositione; IV Anori. vet. philos. Consilium conjugii seu de massa solis et lunae 11. III. Omnia ex Arab, serm. Latine facta. Francof., J. Bernen 1605. 8°. Isaaci, Joannes, Opera mineralia et vegetabilia sive de lapide philosophico quae reperire potuimus omnia. Nunquam antehac edita ac nunc pr. ex opt. mss. Teuton, in Latin, serm. conversa. Arnhemii, J. Jansonius. 1616. 8°. 1) Vergelijk de afdeelingen Pathologie en Therapie, en Leer der geneesmiddelen bij Geneeskunde.
114 Ulstadius, Phil., Coelum philosophoram seu liber de secretis naturae. Acc. Joa. Ant. Campesii Directorium summae summarum medicinae, eet. Lugduni, G. Rovillius. 157 2 -i6°. C. fig. Dorneus, Ger., Congeries Paracelsicae chemiae de transmuta- tionibus metallorum, eet. Acc. Genealogia mineralium atque me- tallorum omnium ejusdem autoris. Francof., A. Wechel. 1581.8 . Nazari, Gio. Batt., Della tramutatione metallica sogni tre, etc. Brescia, P. M. Marchetti. 1599- 4°- C. fig. Libavius, Andr., Alchymia, recogn., emend, et aucta, eet. Francof., P. Kopff. 1606. (3 pt- l vol.) fol. C. fig, Libavius, Andr., Syntagma selectorum undiquaque et perspi- cue traditorum alchymiae arcanorum, Francof., P. Kopff. 1615, 1613. 2 tom. l vol. fol. C. fig. — Appendix necessaria Syntagmatis arcanorum chymicorum, eet. Ibid. 1615- fol. Leonardus, Cam., Speculum lapidum. Cui acc. Sympathia sep- tem metallorum ac septem select, lapidum ad planetas Pt. Ar- 1 e n s i s. Paris., Car. Sevestre etc. 1610. 8°. C. effig. Niger Hapelius, Nic., Cheiragogia Heliana de auro philoso- phico needum cognito. Acc. tractatus Vencesl. Lavinii^de coelo terrestri etc. Marpurgi Catt., Rud. Hutwelcker. 1Ó12. 8°. Major, Mich., Viatorium, hoe est de montibus planetarum sep tem seu metallorum tractatus, eet. Oppenheim, J. T. de Bry. 1618. 4 0 . C. fig. Majer, Mich., Viatorium hoe est de montibus planetarum Vil seu metallorum, eet. Rothomagi, J. Berthelin. 1651. 8 . Nuisement, de, Traittez de 1’harmonie et constitution generalle du vray sel, secret des philosophes etc. La Haye, Th. Maire. 1639. 12°. Nuisement, de, Poëme philosophique de la verité de la physi que mineralle etc. La Haye, Th. Maire. 1639* 12 . Vigenere, Blaise de, Traicté du feu et du sel. Dern. édit. reueuë. Rouen, J. Cailloué. 1642. 4 ■ MAGIE. GEESTENKENNIS, HEKSERIJ, SOMNAMBULISME; ENZ. Hauber, Eberh., Dav. — Bibliotheca, acta et scripta magica^ Gründliche Nachrichten und Urtheile von solchen Büchern und Handlungen, welche die Macht des Teufels in leiblichen Dingen betreffen. Herausgeg. von—.Herverbess.Druck [desISt.] Lemgo, J. H. Meyer. 1739, 1738—45- 36 St. 3 Bde. 8°. M. Kupf.
115 Naudé, G., Apologie pour les grands hommes soupponnez de ma gie. Dern. édit. av. remarques, Amsterdam, J. F. Bernard. 1712.8°. Soldan, Wi. Gottl., Geschichte der Hexenprocesse. Aus den Quellen dargestellt. Stuttgart und Tübingen, Cotta. 1843. 8°. Apomasar [i. e. Abu Abdallah Mohammed Ibn Sirin], Apotelesmata sive de significatis et eventis insomniorum ex In- dorum, Persarum, Aegyptiorumque disciplina. Depromptus ex Jo. Sambuci bibliotheca liber, Jo Leunclaio interprete. Fran- cof., A. Wechel. 1577* 8°. Agrippa ab Nettesheym, Hen. Corn., Opera. Lugduni, B e r i n g i fr. S. a. 2 vol. 8°. I. De occulta philosophia 11. III; Geomant. discipl. lectura; De caeremoniis magicis, eet. —- II. De incertitudine et vanitate scientiarum ; In Artem bre- vem R. Lullii commentarius, Epistolae, eet. Rivius, Joa., De conscientia 11. III. Ejusdem de spectris et ap parition. umbrarum liber. Lipsiae, Nic. Wolrab. 1541- 8°. Porta, Jo. Bapt., Magiae sive de miraculis rerum naturalium 11. IV. Antverpiae, C. Plantinus. 1560. 8°. Cardanus, Hier., Somniorum Synesiorum, omnis generis in somnia explicantes 11. IV. Quibus acc. ejusdem: De libris propriis [et alia opuscula]. Basil., Hen. Petri. [1562]. 4 0 . Tritemius, Joa., De septem secundeis id est intelligentiis sive spiritibus orbes post Deum moventibus libellus. Adj. sunt aliquot Epistolae. Colon., J. Birckmann. 1567. 8°. Pomponatuts, Pt., De naturalium effectuum causis sive de in- cantationibus opus, eet. Adj. scholiis a Gul. Gratarolo. Basil. [Henr. Petri. 1556]. 8°. Wier, Job.., Cinq livres de 1’imposture et tromperie des diables, des enchantements et sorcelleries. Pris du Latin par J a q. G r é- vin. Paris, J. du Puys. 1567. 8°. Erastus, Tho., Repetitio disputationis de lamiis seu strigibus, cet. Basil., P. Perna. [1578]. 8°. Lavater, Lud., De spectris, lemuribus et magnis atque insolitis fragoribus, cet. Genevae, E. Vignon. 1580. 8°. Jaquerius, Nic., Flagellum haereticorum fascinariorum. Acc. Lamb. Danaei de veneficis dial.; Joach. Camerariiin Plutarchum de oraculorum defectu epistola; Mart, de Arles de superstitiónibus tract.; Joa. Trithemiide reprobis atque maleficis quaestiones, item Tho. Erasti de strigibus liber. Stud, et ind. Joa. Myntzenbergii edita. Franco!, ad M., [Nic. Bas- saeus]. 1581.8°.
116 Lemnius, Lev., De miraculis occultis naturae 11. IV. Item de vita' cum animi et corporis incolumitate recte instituenda liber. Colon. Agr., T. Baumius. 1583. 8°. Vairus, Leon., De fascino 11. Ill, eet. Paris., N. Chesneau. 1583- 4°. Anania, Jo. Laur., De natura daemonum 11. IV. Venetiis, Aldus. 1589. 8°. Binsfeld, Pt., Tractatus de confessionibus malelicorum et saga- rum, recogn. et auctus. Augustae Trevir., H. Bock. 1591. 8°. MengUS, Hier., Flagellum daemonum, exorcismos terribiles, po- tentiss. et efficaces, eet. complectens. Acc pars II quae Fustis daemonum inscribitur. Venetiis, typ. Guerraea. 1593* (2 pt. 1 vol.) 8°. Thyraeus, Pt., De variis tam spirituum quam vivorum hominum prodigiosis apparitionibus et nocturnis infestationibus 11. III. Co lon. Agr., G. Cholinus. 1594- 4° Remigius, Nic., Daemonolatreiae 11. III eet. Lugduni, Vincen- tius. 1595. 4°- Magica seu mirabilium historiarum de spectris et apparitionibus spirituum: item de magicis et diabolicis incantationibus, de mi raculis, oraculis eet. malorum daemonum 11. II. Islebiae, Henn. Grosius. 1597- 4°- Bodin, J., La Demonomanie des Sorciers. Reueuë et comgée etc. Edit. dem. Paris, A. Perier. 1598. 12°. Thyraeus, Pt., De apparitionibus spirituum tractatus II eet. Co lon. Agr., G. Cholinus. 1600. 4 0 . Malleus maleficaram: de lamiis et strigibus, et sagis aliisque ma- gis et daemoniacis, eorumque arte et potestate et poena, tracta tus aliquot tam veteram quam recentioram auctoram, omnes nótis et explication, illustrati, eet. Franco!, [apud Wolfg. Rich ter, impensis Nic. Bassaei]. 1600. 2 tom. 8°. Jacobus rex Angliae, Daemonologia hoe est adversus incantatio- nem sive magiam institutio. Ex Anglico serm. in Belgicum, nunc vero e Belgico in Lat. conversa opera Herm. Germbergii. Hanoviae, G. Antonius. 1604. 12°. Le Loyer, Pierre, Discours et histoires des spectres, visions et apparitions des esprits, anges, demons etc. Paris, N. Buon. 1605. 4° Trithemius, Joa., Steganographia: h. e. ars per oecultam scrip- turam animi sui voluntatem absentibus aperiendi certa. Praef. est clavis, eet. Francof., Berner. 1606. 4°-
117 Cicogna, Strozzio, Magiae omnifariae vel potius universae na turae theatrum, in quo spirituum et incantationum natura etc. explicatur. Ex Ital. Latinit. don. opera et studio Casp. Ens. Colon., Conr. Butgen. 1606. 8°. Khunrath, Hen., Amphitheatrum sapientiae aeternae, solius ve- rae, christiano-kabalisticum, divino-magicum nee non physico- chymicum, tertriunum, catholicon. [Hanoviae, C. Antonius. 1609]. fol. C. eff. Kornmann, Hen., De miraculis mortuorum, eet. [Darmstadii], J. J. Porsius. 1610. 8°. Boissardus, Jan. Jac., Tractatus posth. de divinatione et ma- gicis praestigiis, quarum veritas ac vanitas exponitur per descrip- tionem deorum fatidicorum, eet. Adjunctis omnium effigiebus, aeri incisjs per Joh. Theod. de Bry. Oppenheim, H. Gallerus. S. a. fol. Insunt effigies Boissardi et J. T. de Bry aet. suae 54 a°. 1615. Torreblanca Villalpandus, Fra., Daemonologia sive de ma- gia naturali, daemoniaca, licita et illicita, deque aperta et oc culta interventione et invocatione daemonis 11. IV. Moguntiae, J. T. Schönwetter. 1623. 4 0 . Zimara, Mc. Ant., Antrum magico-medicum, eet. Francofurti, J. F. Weisius. 1625. (2 pt. l vol.) 8°. Thesaurus exorcismorum atque conjurationum terribilium, eet. [Edidit. Rob. Meiettus]. Coloniae, haer. L. Zetzner. 1626. 8°. Insunt: 1 Val. Polydori Practica exorcistarum; 2 Ejusdem Dispersio daemonum; 3 Hier. Mengi Flagellum daemonum■ 4 Ejusdem Fustis daemonum; 5 Zach. Vicecomitis Complementum artis exorcisticae; 6 Pt. Ant. Stampae Fuga Satanae; 7 Maxim, ab Eynatten Ma- nuale exorcismorum. Histoire en forme de journal, des admirables visions et reuela- tions d’une ieune Damoiselle de Boheme, nommée Christine Po- niatoue de Duchnik, etc. [Publ. par Adr. Venei]. Arnhem[?] 1629. 8°. Ars magica sive magia naturalis et artificiosa, eet. Cui praeit Ma- gia superstitiosa, eet. Francof., A. Hummius. 1641. 12°. Del-Rio, Mart., Disquisitionum magicarum 11. VI eet. Ultimis curis castigatius. Colon. Agr., P. Henning. 1633. 4 0 . [Schultheis, Hinr. von, Instruction wie in Zauberey Sachen gegen die Zauberer ohne Gefahr der Unschuldigen zu procedi- ren. Cöln, Giszb. Clemens. 1634. 4 0 .] Der Titel fehlt.
118 Borre, Nic. de, Apologia pro exorcistis, energumenis, malefi- ciatis et ab incubis daemonibus molestatis, eet. Lovanii, Geo. Lipsius. 1660. 4 0 . Borre, Nic. de, Examen profani exorcismi primi contra daemo- nem mendacii, sub ementito Lamb. Dicaei theologi medici no mine in lucem nuper emissi. Lovanii, Geo. Lipsius. 1660. 4°- Filesacus, Joa., De idololatria magica dissertatio. Francof. ad M., J. G. Seyler. 1670. 8°. Pott, Joh. Hen., Specimen jurid. de nefando lamiarum cum diabolo coitu, von der Hexen schandlichen Beys.chlaff mit dem bösen Feind. Jenae, T. Oehrling. 1689. 4 0 . Gockelius, Eberh., Tractates polyhistoricus magico-medicus curiosus oder ein Bericht von dem Beschreyen und Verzaubern etc. Franckfurt und Leipzig, L. Kroniger etc. 1699. 8°. Glanvil, jos., Saducismus triumphans oder vollkommener und klarer Beweisz von Hexen und Gespenstern oder Geister-Erschei- nungen etc. Aus dem Englischen übersetzet. Hamburg, G. Lieber- nickel. 1701. 3 Th. 1 Bd. 8°. Francisci, Erasmus, Der Höllische Proteus oder tausendkün- stige Versteller vermittelst Erzehlung der vielfaltigen Bild-Ver- wechslungen erscheinender Gespenster, werffender und poltern- der Geister etc. Nürnberg, W. M. Endter. 1708. 8°. Meisner, joh., Tractatus anti-pontificius de apparitionibus dae- monum: von Erscheinungen der Teufel. Lipsiae, J. M. Burgk- mann. 1714- 4 0< Ta.mia.Tins, Jnl., Send-Schreiben an Hieron. Pistellum worinne, bey Veranlassung der unweit Jena unternomm. Satans-Beschwe- rung, der Anfang und Fortgang der Magie etc. untersuchet wird etc. Zu Magiluna in Arabien. 1716. 4°* Facultat (Der Theolog.) auf der K. Preusz. Universitat in Halle Nothwendige Nachricht und Erinnerung von dem daselbst un- langst mit einer bösen Gesellschaft sich begebenen Casu tragico etc. Halle, Waysen-Haus. 1716. 4 0 . Saint André, Lettres au sujet de la magie, des malefices et des sorciers. Paris, R. M. Despilly. 1725..8 . Moreton, Andr., The Secrets of the invisible world disclos’d or an universal history of apparitions sacred and prophane under all denominations; whether angelical, diabolical or human souls departed, etc. The IVth edit, adorn’d with cuts. London, J. Ce cil etc. 1740. 8°.
119 Philaletha, Eugenius, [pseud. Tho. Vaughan], Magia Ada- mica oder das Alterthum der Magie etc. Aus dem Engl. über- setzt. Leipzig u. Hof, J. G. Vierling. 1749. 8°. Rübel, Joh. Fri., Physikalische Abhandlung von der Ge walt des Teufels in die Cörper etc. Nürnberg, Zimmermann. 1753- 8°. Schlosser, Jo., Geo., Ueber die Seelenwanderung. Basel, C. A. Serini. 1781. 8°. Magazin. — Tvuii itxvtov oder Magazin zur Erfahrungsseelen- kunde etc. Herausgeg. von Ca. Phil. Moritz [spater mit Sal. Maimon]. Berlin, A. Mylius. 1783—93- 1° Ede. 5 vol. 8°. Bonnefoy, J. B., Analyse raisonnée des Rapports des Commis- saires chargés par le Roi de l’examen du magnétisme animal. Lyon et Paris, Prault. 1784. 8°. TThnhn oder Hexen, Gespenster, Schazgraber und Erscheinungs- Geschichten [Von G. A. Key ser]. Erfurt, G. A. Keyser. 1785—92. 7 Pakte. 3 vol. 8°. Journal du traitement magnétique de la Demoiselle N. etc. Par M. T. D. M. Londres [Paris?] 1786. 8°. Suite du traitement magnétique de la Demoiselle N. etc. [Par le même]. Ibid. 1786. 8°. Hennings, Just. Chr., Onzijdige en beproefde Gedagten over de leer aangaande geesten en geesten-zienders. Uit het Hoog- duitsch overgezet onder de zinspreuk „Altissimo annuente viri-, ]bus meis”. Amsterdam, A. Fokke Sz. 1786—89. 3 stn. 8°. Mémoires pour servir a 1’histoire et ci 1’établissement du magné tisme animal. [Par M. J. de Chastenet marquis de Puysé- gur]. Londres. [Paris?]. 1786. 8°. Extrait des journaux d’un magnétiseur attaché & la Société des Amis réunis de Strasbourg etc. [Par le comte de Lutzebourg]. He edit augmentée. [Strasbourg], Lorenz et Schouler. 1786. 8°. Lavater, Joh. Kasp., Protokoll über den Spiritus familiaris Ga- blidone. M. Kupf. Frankfurth u. Leipzig. 1787- 8°. Wolfrath, Fri, Wi., Aussichten in die unsichtbare Welt etc. Melldorf u. Leipzig, R. J. Boje. 1787- 8°. Voyages imaginaires, songes, visions et romans cabalistiques, ornés de figures. [Recueillis par C. G. Th. Garnier]. Paris, Hotel Serpente. 1787—89. 36 torn. 8°. Journal du traitement magnétique de Madame B. etc. Par M. T. D. M. Strasbourg, Libr. académ. 1787- 8°.
120 Lettre sur la seule explication satisfaisante des phénomènes du magnétisme animal et du somnambulisme, etc. D’après 1’original imper. a Stockholm. [Strasbourg]. 1788. 8°. Briefe über die Phanomene des thierischen Magnetismus und Somnambulismus. [Der erste aus dem Französ.. der zweite von Joh. Geb. Rosenmüller]. Leipzig, G. J. Göschen. 1788. 8°. Hennings, just. Chl\, Verhandeling over de droomen enslaap- wandelaaren. Uit het Hoogduitsch. Amsterdam, A. Fokke Sz. 1788. 8°. Hennings, Just. Chr., Verhandeling over het voorgevoel en de schijngezichten. Uit het Hoogduitsch. Amsterdam, A. Fokke Sz. 1790, 91. 2 stn. l bd. 8°. M. pl. Eekartshausen, Ka. von, Aufschlüsse zur Magie aus geprüf- ten Erfahrungen über verborgene philosophische Wissenschaften und verdeckte Geheimnisse der Natur. He Aullage [des I Th.] München, J. Lentner. 1791, 9°> 9 1 - 3 Th. 8°. M. Kupf. Conjuror’s Magazine (The) or Magical and physiognomical mirror, etc. London, W. Locke. 1792* Vol. I. 8 • Eekartshausen, Ka. von, Zahlenlehre der Natur, oder die Natur zahlt und spricht etc. Leipzig, G. E. Beer. 1794,95.2Tb. l vol. 8°. M. Kupf. Wagener, Hutti- Chr., Die Gespenster. Kurze Erzahlungen aus dem Reiche der Wahrheit Ilk verbess. Auflage [des I Th.] Ber lin, F. Maurer. 1800, 1798—1800. 4 Th. 8°. M. Abb. Neue Gespenster. Kurze Erzahlungen aus dem Reiche der WaKr- heit. Ibid. 1801, 2. 2 Th. 8°. M. Abb. Happach, L. P. G., Materialien zu neuen Ansichten für die Er- fahrungs-Seelenkunde und andere physikalische Gegenstande. Hamburg, B. G. Hoffmann. 1802, 4* 2 St. l Bd. 8 • Enslin der Jüngere, Zaubereien und Wunder nebst Geisterbe- schwörungen und ihrer Erscheinung. Neue Auflage [des I Th.] Hamburg u. Mainz, G. Vollmer. 1804, 1801—5. 4 Th. 2 vol. 8°. Jung (joh. Hei.) genannt Stilling, Theorie der Geister-kunde, in einer natur-, vernunft- und bibelmasigen Beantwortung der FrEge: was von Ahnungen, Gesichten und Geisterscheinungen ge- glaubt werden müsse. M. Kupf. Nürnberg, Raw. 1808. 8°. Apologie der Theorie der Geisterkunde etc. Ibid. 1809. 8°. Meyer, Joh. Pri. von, Bibeldeutungen. Frankfurt a. M, J. C. Hermann. l8l2. 8°. S. 40—70: über die Besessenen.
121 16 Schubert, Gott. Hei. von — Altes und Neues aus dem Ge- biete der innern Seelenkunde. Herausgeg. von —. Me verbess. Auflage [des I und II Bdes; He Auflage des III und IV Bdes]. Leipzig, Reclam 1851; Erlangen, C. Heyder. 1838—47; Ibid. 1844. 5 Bde [der 4e in 2 Abth.j 8°. Die erste Ausgabe erschien im J. 1817. Blatter fur höhere Wahrheit. Aus altern und neuem HSS. und seltenen Büchem. Mit besond. Riicksicht auf Magnetismus. Her ausgeg. von Joh. Fri von Meyer. Frankfurt ad M., J. C. Hermann. 1822—32. 3e—4e, ge—11e Samml. 8°. Kerner, Just., Geschichte zweyer Somnambülen. Nebst einigen andern Denkwürdigkeiten aus dem Gebiete der magischen Heil kunde und der Psychologie. Karlsruhe, G. Braun. 1824. 8°. Hibbert, Sam., Andeutungen zur Philosophic der Geister-Er- scheinungen etc. Aus dem Engl. Weimar, Industrie-Compt. 1825. 8°. Philosophie der Geschichte oder iiber die Tradition. [Mit vor- zugl. Riicksicht auf die Kabbalah; von F. J. Molitor]. Frank furt ad M., Hermann. 1827. 8°. Wahrnehmungen einer Seherin. Herausgeg.vonJ.F.v. Meyer. Hamburg, F. Perthes. 1827, 28. 2 Th. 1 Bd. 8°. Heinroth., Joh. Chr. Aug., Der Schliissel zu Himmel und Hölle im Menschen, oder über moralische Kraft und Passivitat. Ein Beitrag zur Seelenheilkunde. Leipzig, A. Lehnhold. 1829.8°. Eschenmayer, G. A., Mysteriën des innern Lebens erlautert aus der Geschichte der Seherin von Prevorst etc. Tübingen, Ver lag Zu-Guttenberg. 1830. 8°. Kerner, Just., Die Seherin von Prevorst. Eröffnungen über das innere Leben des Menschen und über das Hereinragen einer Geisterwelt in die unsere. IVe vermehrte Auflage. M. Taf. Stutt gart u. Tübingen, J. G. Cotta. 1846. 8°. Kerner, Just., Nachricht von dem Vorkommen des Besessen- seyns etc. Stuttgart u. Augsburg, J. G. Cotta. 1836. 8°. Schubert, G. H. von, Die Symbolik des Traumes. Neue ver mehrte Auflage. Mit einem Anhange aus dem Nachlasse eines Visionars: des J. Fr. Oberlin, und einem Fragment über die Sprache dés Wachtens. Leipzig, Brockhaus. 1837. 2 St. 8°. Passavant, Joh. Ca., Untersuchungen über den Lebensmagne- tismus und das Hellsehen. He umgearb. Auflage. Frankfurt ad M., H. L. Brönner, 1837. 8°. -
122 Eschenmayer, C. A., Karakteristik des Unglaubens, HalbglaU- bens und Vollglaubens etc. Tübingen, Buchh. Zu-Guttenberg. 1838. 8°. Magikon. Archiv für Beobachtungen aus dem Gebiete der Geis- terkunde und des magnetischen und magischen Lebens etc, als Fortzetzung der Blatter aus Prevorst. Herausgeg. von Just. Kern er. Stuttgart, Ebner u. Seubert. 1840—53- Jahrg. I—V.8°. Eenige nummers ontbreken. Sehergaben (Die). Von einer Seherinn. Leipzig, F. Fleischer. 1842. 8°. Jungfrauen (Die Tyroler ekstatischen). Leitsterne in die dun- keln Gebiete der Mystik. Regensburg, G. J. Manz. 1848- 2 Bde - 8 °- Gerber, U., Das Nachtgebiet der Natur im Verhaltnisz zur Wis senschaft, zur Aufklarung und zum Christenthum. II e Auflage. Augsburg, J. A. Schlosser. 1844. 8°. Crowe, G., Die Nachtseite der Natur oder Geister und Geister- seher. Nach der II Engl. Ausgabe übers von Ca. Kolb. Stutt gart, J. Scheible. 1849- 2 Th. 8®. Baader, Fra., Kleine Schriften. Aus Zeitschriften gesammelt und herausgeg. von Fr a. Hoffmann. 11= bedeutend vermehrte Ausg. Leipzig, H. Bethmann. 1850. 8°. Philosophische Schriften Bd. III. Meyer, Joh. Fri. von, Blatter für höhere Wahrheit. Auswahl aus den 11 Bdn. des Verfassers. Nebst einer biograph. Einlei- tung. Stuttgart, J. F. Sfeinkopf. 1853- 2 Bde. 8°. Schubert, Gotth. Hei. von, Die Zaubereisünden in ihrer alten und neuen Form betrachtet. Neuer Abdr. Erlangen, Palm und Enke. 1854- 8 °- Lycosthenes, Conr., Prodigiorum ac ostentorum chromcon, adjectis rerum omnium imaginibus. Basil., Henr. Petri. [1557]- f°'- Bülau, Fri. — Geheime Geschichten und rathselhafte Menschen. Sammlung verborgener oder vergessener Merkwürdigkeiten. Her ausgeg. von —. Leipzig, Brockhaus. 1850 60. 12 Bde. 8 . Daumer, G. Fr., EnthüUungen über Kaspar Hauser etc. Frank furt am M., Meidinger. 1859- 8°. Broch, F. K., Kaspar Hauser. Kurze Schilderung seines Erschei- nens und seines Todes etc. Zürich, Meyer u. Zeiler. 1859- 8 •
Codes, Barptol., Physiognomiae et Chiromantiae compendium. Argentorati, [Joa. Albrecht]. 1533' 8°. C. fig. Tricassus, Patr., Super Chyromantiam Coclytis dilucidationes. [Venetiis, Helisabeth de ; Ruschonibus]. 1525. 8°. C. fig. 1) Vele gedrukte prognosticaties van de Zestiende eeuw treft men aan in de Verzameling van Pamfletten, in deze Bibliotheek aanwezig.
124 Gauricus, Luc., Tractatus astrologicus in quo agitur de prae- teritis multorum hominum accidentibus per proprias eorum ge- nituras ad unguem examinatis. Venetiis, Curtius Trajanus Navo. 1552. 4°. Nostradamus, Michel — Les vrayes Centuries et Prophetiesde—. Oü se void representé tout ce qui s’est passé tant en France, Espagne, Italië etc. Reveuës et corr. suyv. les prem. éditions impr. en 1556 et 1558- Avec la vie de 1’autheur. Leyde, P. Lef- fen. 1650. 8°. Sirenius, Jul., De fato 11. IX. Venetiis, Jord. Ziletus. 1563. fol. Garcaeus, Joh., Astrologiae methodus, eet. Acc.huic Er. Osw. Schreckenfuchsii Opus novum, nobiliss. gentium Calen daria demonstrans, eet. Basil., Offic. Henricpetrina. [1570]. fol. Cardanus, Hier., In Cl. Ptolemaei de astrorum judiciis aut (ut vulgo appellant) Quadripartitae constructions 11. IV commen- taria, ab au to re locupletat. His access, ejusdem C. de VII erra- ticarum stellarum qualitat. atque viribus, Geniturarum item XII exempla. Item Cunr. Dasypodii Scholia et resolutiones seu ta bulae in 11. IV Apotelesmaticos Cl. Ptolemaei, eet. Basil., Offic. Henricpetr. [1578]. fol. Hemminga, Sixtus ab, Astrologiae, ratione et experientia re- futatae, liber, eet. contra astrologos Cypr. Leovitium, Hier. Car- danum et Luc. Gauricum. Antverpiae, C. Plantinus. 1583. 4 0 . Picciolus, Ant., De manus inspectione 11. III. Bergomi, J. B. Ciotti. 1587. 8°. Finck, Tho., Horoscopographia sive de de inveniendo stellarum situ astrologia, eet. Slesvici, sumpt. Ranzovianis, typis N. Weg- neri. 1591. 4°. Cum effigie Hen. Ranzovii. Peucerus, Casp., Commentarius de praecipuis divinationum ge- neribus, eet. Recogn. et auctus ab authore. Francof., A. We- cheli haeredes. 1593- 8°. Ranzovius, Hen., Tractatus astrologicus de genethliacorum the- matum judiciis pro singulis nati accidentibus. Francof., J. We- chel. 1593. 8°. Satler, WoLffg., Aixvotx astrologica, quae omnium praedictio- num astrologicarum veras caussas inquirit, eet. Montisbelgardi, J. Foillet. 1605. 8°.
125 CameraritLS, Joa. Rud., Horarum natalium centuria I et II sive narratio historica variorum in vita casuum, mirabilium na turae, in fortunis et honoris vicissitudinum, diversissimorumque eventuum, quos tum illustres clarique viri quam inferioris con- ditionis homines sustinuerunt. In qua scientiae astrologicae veri- tas ac certitudo ostenditur. Francof., Egen. Emmelius. 1610. 4 0 . Niphus, Aug., De auguriis 11. II. Nee non de diebus criticis liber. Nunc mendis repurgati. His acc. Uraniae divinatricis quoad astrologiae generalia 11. II [auctore] Rod. Goclenio. Marpurgi, P. Egenolphus. 1614. 4 0 . Raguseus, Geo., Epistolarum mathematicarum seu de divina- tione 11. II quibus astrologia, chiromantia, physiognomia, magia, eet. exploduntur, eet. Paris., N. Buon. 1623. 8°. Campanella, ThO., Astrologicorum 11. VII, eet. Francof., G. Tampach. 1630. 4 0 . Lilly, Wi., Merlini Anglici Ephimeris ofte Astrologische Voor- zegginghen op ’t jaer 1653. Na de copye tot London enz. 8°. Convenant, Fau. Jos., Proeve over de menschmogelijke voor wetenschap en de aloude sterren-voorzegkunde enz. Rotterdam, N. Cornel. 1797. 8°. Chiromantie oder Wahrsagerkunst aus den Handen. M. Kupf. Jetzt zum erstenmale aus einer alten HS. von 1513 abgedrukt. Aus dem Engl. übersetzt. London [Leipzig]. 1799. 12°. Astrologer (The) of the nineteenth century or compendium of astrology, geomancy and occult philosophy etc. W. engr. Lon don, W. Charlton Wright. 1825. 8°. Rennow, Arn., Das Ende der Welt nahet! Des heil. Mala- chias Primaten von Irland Weissagungen liber die zwölf letzten Papste etc. Borken, E. C. Brunn. S. a. [1845?] 12°. Ernst, Benj. Gotti., Planetognosis. Neues Planetenbuch oder Mikro-und Makrokosmos. lie vermehrte Aufl. m. Anhang. Bres lau, J. U. Kern. 1850. 8°.
126 Wis- en Sterrekunde. IN HET ALGEMEEN. Morrhius et Montanus Fineus, Oront., Protomathesis, eet. Paris., [Ger. Joa. Petrus]. 1532- fol. C. fig. Schoner, Joa., Opera mathematica. Norinbergae, J. et U. Neuber. 1551. (3 pt- l vol.) fol. C. fig. Munster, Seb., Rudimenta mathematica. Haec in II digeruntur 11. quorum I geometriae tradit principia, eet, II horologiorum docet delineationes, Basil., [Hen. Petri. 155 1 ]- fol. C. fig- Ramus, Pt., Prooemium mathematicum. Paris., A. Wechel. 1567* 8°. Ramus, Pt., Scholarum mathematicarum 11. XXXI. Basil., Eus. Episcopius et Nic. fr. haer. 1569- 4°* Romanus, A., Mathesis polemica. Francof., Laev. Hulsius. 1605. 8°. C. fig- Stevin, Sim., Hypomnemata mathematica, hoe est eruditus ille pulvis'in quo se exercuit Mauritius Princeps Auraïcus, eet., e Belgico in Latinum a Wil. Sn[ellio] conversa. Lugd. Bat., J. Patius. 1608. (5 tom. 2 vol.) fol. Launay, Jean Abraham dit, L’Arithmétique,! arpentage universel, geométrie inacessible, toise des bastimens, la fabnque et usage des quadrans soUaires, et autre geometrie par la regie et le compas. Reueu et augmenté par 1’autheur. Rouen, T.Rein- sart. lólO. 8°. Flamand, CL, Les Mathematiques et géométrie départies en 5 livres etc. Reueue et augm. pour la II* édit. Montbéliart, J. Foil- let. 1611. 8°. Marolois, Sarn., Opera mathematica ou Oeuvres mathematic- ques, traictans de géométrie, perspective, architecture et fortifi cation. Ausquels sont aioints les fondements de la perspectiue et architecture de I. Vredeman Vriese, augm. et corn par le mesme auteur. Hag. Com., H. Hondius. lól4[ 15]. 3 P • 0 • maj. obl. . . . Blancanus, Jos., Aristotelis Loca mathematica ex umv. ipsms operibus collecta et expücata, eet. Acc. de natura mathemat. scientiarum tractatio atque Clar. mathematicorum chronologia. Bononiae, B. Cochius. Sumpt. H. Tamburim. 1Ó15- 4 •
127 Keppler, Joa., Harmonices mundi 11. V eet. Lincii Austriae, J. Plancus. 1619. fol. C. tab. Ens, Casp., Thaumaturgus mathematicus, id est admirabilium efféctorum e mathematic, disciplin. fontibus profluentium sylloge. Coloniae, C. Münich. 1636. 8°. C. fig. Unverzagt (Wolfg. Ph.il. Jac.) baro de Ebenfurt, An nus positionum mathematicarum. Lovanii, Coll. Soc. Jesu. 1641. fol. C. fig. Figuras Ph. Fruitiers et Mart. Mandekens invenerunt, Jac. Neeffs sculpsit. Bettinus, Mar., Apiaria universae philosophiae mathematicae, eet. Bononiae. J. B. Ferronius. 1642. 2 tom. fol. C. fig. Mersenne, Mar., Cogitata physico-mathematica, eet. Paris., A. Bertier. 1644. 4°. Mersenne, Mar., Universae geometriae mixtaeque mathematicae synopsis, et bini refractionum demonstratarum tractatus. Paris., A. Bertier. 1644. 4 0 . REKENKUNDE,ALGEBRA. [Nemorarius, Jordanus, Elementa arithmetica cum demon stration. Jac. Fabri Stapulensis. Ejusdem J. F. Elementa musicalia; Epitome in II 11. Arithmet. Sever. Boetii; Rithmima- chia. Parhisiis, Joa. Higmanus et Volg. Hopilius. 1496. fol.] [Paber Stapulensis, Jac., Epitome in 11. arithmet. Sever. Boe- thii, cum comment. Jud. Clichtovei. Ejusdem C. Praxis nu- merandi. Car. B o villi Introductio in geometriam; lib. de qua- dratura circuli; lib. de cubicatione spherae; introd, in perspecti- vam; Jac. Fabri Astronomici theorici corp. coelest. 11. II. Pa risijs, Volphg. Hopilius et Hen. Stephanus. 1503- lol.] Boethius, Arithmetica, adjecto commentario [Gir. Ruffi] mys- ticam numerorum applicationem perstringente. [Parisiis], Sim. Colinaeus. [1521]- fol. Noviomagus, Joannes, De numeris 11. II eet. Paris., C. We- chelus. 1539- 8°. Gemma Prisius, Arithmeticae methodus facilis. Halis Sax., P. Faber. 1625. 8°. Cardanus, Hier., Artis magnae sive de regulis algebraicis liber. [Norimbergae, Joh. Petreius. 1545]- fol.
128 Camerarius, Joach., De Graecis Latinisque numerorum notis et praeterea Sarracenicis seu Indicis, eet. Ace. Explicatiunculae arithmetices doctrinae Nicomachi, eet. S. 1. et a. [1556]- 8°. Buxerius, Cl., Nobiliss. et antiquiss. ludus Pythagoreus (qui Rythmomachia nominatur) comparatus eet. Lutetiae, G. Cavel- lat. 1556. 8°. Hamellius, Pasch., Commentarius in Archimedis librum de nu mero arenae, eet. Lutetiae, G. Cavellat. 1557- 8°. Algebra. Paris., Andr. Wechel. 1560. 4 0 . Peletarius, Jac., De occulta parte numerorum quam algebram vocant 11. II. Paris., G. Cavellat. 1560. 4°- Glareanus, Hen., De sex arithmeticae practicae speciebus epi tome. Paris., G. Cavellat. 1563- 8°. Porcadel, P-, L Arithmétique entière et abrégée. Reueuë etaugm. Paris, H. de Marnef et G. Cavellat. 1573- 4°- Ramus, Pt., Arithmeticae 11. II; Geometriae XXVII. Basil., Eus. Episcopius et Nic. fr. haer. 1580. 4 0 . C. fig. Ramus, Pt., Arithmetices 11. II et Algebrae totidem, a Laz. Schonero emendati et explicati. Ejusdem S. libri II, alter de numeris figuratis, alter de logistica sexagenaria. Francof., her. A. Wecheli. 1592. 8°. Ramus, P., Arithmeticae 11. II. Cum commentt. W i 11 e b r. S n e 1- lii R. f. [Lugd. Bat.], Offlc. Plantin. Raphclengii. 1613. 8°. Salignacus, Bern., Arithmeticae 11. II et Algebrae totidem, cum demönstrationibus. Francof., her. A. Wecheli. 1593- 4°* Hostus, Mt., De numeratione emendata, veter. Latinis et Grae cis usitata. Antverpiae, C. Plantinus. 1582. 8°. Clavius, Cph., Epitome arithmeticae practicae, nunc Vo abauct. recogn. et locuplet. Colon. Agr., B. Gualtherius. 1607. 8°. Herwart (Joa. Geo.) ab Hohenburg, Tabulae arithmeticae TrpoaOxQxipefreut; universales, eet. Monachii Bavar., N. Henrici. 1610. fol. maj. Geulen, Lnd. van, De Arithmetische en Geometrische fonda menten met het ghebruyck van dien enz. Leyden, J. van Col- ster en J. Marcus. 1615. fol. Metius, Adr., Arithmeticae 11. II et Geometriae 11. VI. Huic ad- jung. Trigonometriae planorum methodus succincta, eet. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1626. 4 0 .
129 Neperus, Joh. — Arithmetica logarithmica eet. Una cum Canone triangulorum, eet. Hos numeros primum invenit J. N., eosautem illustravit Hen. Briggius. Ed. II aucta per Adr. Vlacq. Gou- dae, Pt. Rammasenius. 1628. fol. Vieta, Fra., In artem analyticam isagoge seu Algebra nova. Lugd. Bat., D. Lopes. 1635. 4 0 . MEETKUNDE 1); MECHANICA. Bravardinas, Tho., Geometria speculativa eet., cum quodam tractatu de quadratura circuli. [Paris., Guido Mercator. 1495]. fol. Finaeus, Oront., In VI priores 11. Geometricorum Elementorum Euclidis demonstrationes, recens auctae, cum textu Graeco, eet. Lutet. Paris., S. Colinaeus. 1544. fol. Benedictis, Joa. Bapt. de, Resolutio omnium Euclidis proble- matum aliorumque ad hoe necessario inventorum una tantummodo circini data apertura. Venetiis, [Barth. Caesanus]. 1553. 4°. Herlinus, Chr., et Cunr. Dasypodius. — Analyseis geome- tricae VI librorum Euclidis. I et V factae a C. H., reliquae una cum commentt. et scholiis in VI 11. a C. D. [Argentorati] J. Rihelius. 1566. fol. Salignacus, Bern., Mesolabii expositio. Genevae, Art. Calvi- nus. 1574. 4 0 . Cardanus, Hier., Opus novum de proportionibus numerorum, motuum, ponderum, sonorum, aliarumque rerum mesurandarum, eet. Basil. [Offic. Henricpetr. circ. 1580]. fol. Libri de regulis algebraicis et de aliza regula in hoc exempt, desunt. Du Chesne, Sim., Quadrature du cercle ou manière de trouver un quarre egual au cercle donné etc. Delf, Alb. Henry. 1584. 4 0 . Lansbergen, Phil., Triangulorum geometriae 11. IV, eet. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1591. 4 0 . Lansbergen, Phil., Triangulorum geometriae 11. IV, eet. Ed. II. aucta. Amsterd., G. Blaeuw. 1631. 4 0 . Scaliger (Jos.) Jul. Caes. f., Cyclometrica elementa II. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1594. fol. Scaliger (Jos.) Jul. Caes. f., Mesolabium. Lugd. Bat., F. Rap helengius. 1594. fol.
130 Rheticus, Geo. Joach. — Opus Palatinum de triangulis a G. J. R. coeptum. L. V a 1. O t h o consummavit. [Neostadii Palat., M. Harnisius. 1596. 6 pt. l vol.] fol. Longomontanus, Chr. S., Cyclometria ex lunulis reciproce demonstrata, eet. Hatniae, H. Waldkirch. 1612. 4 • Pitiscus, Barth., Trigonometriae sive de dimensione triangulo- nim 11. V. Item Problematum variorum nempe geodaeticorum, altimetricorum, geographicomm, gnomonicorum et astronomico- rum 11. X. Ed. Ill cui recens acc. Problematum architectonico- rum liber. Francof., J. Rosa. 1612. 4°- — Canon triangulorum emendatiss., pertinens ad Trigonometriam B. P. Ibid. 1612. 4 0 . Lansbergen, Phil., Cyclometriae novae 11. II. Middelb., R. Schil ders. 1616. 4 0 . Ceulen, Lud. a, De circulo et adscriptis liber, cet. Latine fecit et annotatt. illustravit Will. Snellius R. f. Lugd. Bat., Jod. ci Colster. 1619. 4°- Snellius (Willebr.) R. f., Cyclometricus. De circuli dimensione. sec. logistarum abacos et ad mechanicem accuratissima, cet. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1621. 4 0 . Promondus, Lib., Labyrinthus sive de compositione continui liber. Antverp., B. Moretus. 1631. 4°• Pellins, Joa. — Controversia de vera circuli mensura, a°. 1644 exortaê inter Chr. Sever. Longomontanum et J. P. Amstelod., J. Blaeu. 1647. Pars I. 4 0 . Sancto Vincentio, Greg, a, Problema Austriacum Plus ultra Quadratura circuli. Antverpiae, Joa. et Jac. Meursii. 1647. fol. Havemann, Mich., Geometria compendiose adornata, cet. Fran cof. ad M., T. M. Götzius. 1650. 4°- Drebbel, Corn. — Wonder-vondt van de eeuwighe bewegingh, die door een eeuwigh bewegende gheest, in een cloot besloten, te weghe ghebrocht heeft enz. Ooc mede by gevoeght eenboeck Pymander beschreven van Mercurius driemael de grootste [T r i s m e g i s t u s]. Alckmaer, Gerrit Pietersz [Schagen]. 1607.4 0 . Monte, Guido Ubaldo del, Le Mechaniche. Trad, in volgare da Fil. Pigafetta. Venetia, Evang. Deuchino. l6l5- 4°- Gassendus, Pt., De motu impresso a motore translato epistolae II cet. Paris., L. de Heuqueville. 1641. 4°- Gassendus, Pt., De proportione qua gravia decidentia acceleran- tur epistolae III. Paris., L. de Heuqueville. 1646. 4 0 .
131 Caramuel Lobkowitz, Joa. — Perpendiculorum inconstantia ab Alex. Calignono excogitata, a Pt. Gassendo bona fide tra- dita, a — examinata et falsa reperta. Lovanii, Andr. Bouvet. 1643. 12°. C. fig. STERREKUNDE 1); GNOMONICA; OPTICA. Bornatus (Guido) de Forlivio, Decern continens tractatus astronomie. [Venetiis, mandato et expensis Melch. Sessae, per Jac. Pentium Leucensem. 1506]. fol. C. fig. Regiomontanus, Joa., In Ptolemaei Magnam Compositionem quam Almagestum vocant 11. XIII. Noribergae, J. Montanus et Ulr. Neuber. 1550 fol. Sacrobosco, Joh. de, Textus de sphera cum additione, novo com mentary, cet. [Jac. Fabri Stapulensis. Parisiis, Hen. Ste- phanus. 1507]- fol. Sacrobosco, joa. de, Sphaera. El. Vineti Scholia m ean- dem Sphaeram. Adjunx. Compenduim in Sphaeram per Pierium Valerianum et Pt. Nonii Demonstrat. de inaequali climatum latitudine, eodem V- interprete. Colon., G. Cholinus. 1584. 8°. C. tab. Sacrobosco, Joh. de, Sphaera. Decreto Ord. Hollandiae et West-Frisiae in usum schol, recensita cet. Opera et studio Fra. Burgersdicii. Lugd. Bat., B. et A. Elzevier. 1647- 8°. C. tab. [Faber Stapulensis, Jae.J, Introductoriumastronomicum,theo- rias coporum (sic) coelestium, II 11. complectens, adjecto com mentary Qud. ClichtoveiJ. Paris., Hen. Stephanus. 1517. fol. Stoeflerinus, Joh., Variorum astrolabiorum compositio seu fabrica, cet. [Moguntiae, Pt. Jordan, impensis Pt. Quentel. 1535. fol. C. fig. [Apianus, Pt.] Astronomicum Caesareum. [Ingolstadii 1540]- fol. maj. C. fig. mobil. Apianus, Pt., et Gemma Frisius, Cosmographia sivedescrip- tio universi orbis, jam demum integritat. suae restituta. Adj. sunt alii turn G. F. turn aliorum auctorum ejusdem argumenti tracta tus ac libelli varii. Antverp., Joa. Withagius. 1584. 4 0 . C. fig. Gemma Frisius, De radio astronomico et geometrico liber. Antverp., Greg. Bontius, et Lovanii, Pt. Phalesius. [1545]- 4°• 1) Vergelijk de afdeeling Astrologie bij Geheime wetenschap.
132 Pinaeus, Oront., De mundi sphaera sive cosmographia primave astronomiae parte 11. V, cet. Ejusdem Rectarum in circuli qua- drante subtensarum (quos sinus vocant) demonstratio. Ejusdem Organum universale ex supradicta sinuum ratione contextum cet. Paris., S. Colinaeus. 154 2 - fol. Mizaldus, Ant., Cometographia: crinitarum stellarum, cet. na- turam et portenta II 11. philosophice juxta ac astronomice expe- diens cet. Habes insuper catalogum visorum cometarum, cet. usque ad a. 1540 cum portentis et eventis quae secuta sunt. Paris., C. Wechel. 1549. 4 0 . Leovitius a Leonicia, Cypr., Tabulae positionum pro variis ac diversis poli elevationibus, cet. [Aug. Vindelic., P. Ulhard. 1551] 4°. Peucerus, Casp., Elementa doctrinae de circulis coelestibus et primo motu, recogn. et corr. Wittebergae, J. Crato. 1553- 8°. C. tab. Monde (Le) dans la lune, divisé en 2 livres. Le Ier prouuant que la lune peut estre un monde. Le II d que la terre peut estre une pianette. [Par. John Wilkins]. De la traduction du Sr. de la Montagne [masque de Jean Baudouin]. Rouen, J. Cailloüé. 1556. 8°. Schreckenfuchs, Eras. Osw., Commentaria in novas Theori- cas planetarum Geo. Purbachii, cet. Basileae, Henr. Petri. [1556]- fól. C. tab. Bassantin, Jacq., Astronomique discours. Lion, Jan de Tour- bes. 1557. fol. maj. Av. fig. Beausardus, Pt. — Annuli astronomici usus ex variis authori- bus, Pt. Beausardo, Gemma Frisio, Joan. Dryan- dro, cet., una cum Meteoroscopio per Joan. Regiomon- tanum et Annulo non universali, M. T. authore. Lutetiae, Gul. Cavellat. 1558. 8°. C. fig. Paduanius, Jo., Viridarium mathematicorum, in quo omnia fere quae in rebus astronomicis desiderari possunt, facillime pertrac- tantur, cet. Venetiis, Bologn. Zalterius. 1563. 4°* Copernicus, Nic., De revolutionibus orbium coelestium 11. VI, cet. Item de [iisdem] libris narratio I per Geo. Joach. Rheti- cum. Basil., Offic. Henricpetr. [1566], fol. Cum notis mss. Hypotyposes orbium coelestium quas appellant theoricas plane tarum: congruentes cum Tabulis Alphonsinis et Copernici seu etiam tabulis Prutenicis, cet. [Edidit Cunr. Dasypodius]. Ar- gentor, T. Rihelius. [1568]. 8°.
133 Scribonius, Gul. Ado., Sphaerica disciplina, methodice tradita et figuris illustrata. Lemgoviae, C. Grothenus. 1575* 8°. Cheyneius ab Arnage, jac., De priore astronomiae parte seu de sphaera 11. II. Daad, J. Bogardus. 1575- 8°. Cheyneius ab Arnage, jac., De sphaerae seu globi coelestis fabrica brevis praeceptio. Ejusdem ’Avxtce(pxhéuo , is principium aliquot sphaerae usuum. Duad, J. Bogardus. 1575- 8°. Camerarius, Joach., De eorum qui cometae appellantur nomi- nibus, natura, eet. Lipsiae, [J. Steinman]. 1578. 8°. Monte, Guido Ubaldo del, Planisphaeriorum universalium theorica. Pisauri, H. Concordia. 1579. 4°« Maginus, Jo. Ant., Tabula secundorura mobilium coelestium, eet. Venetiis, D. Zenarus. 1585- 4°- „ Hues, Bob., Tractatus de globis et eorum usu, eet. Londini, T. Dawson. 1594- 8°. Aslach, Cunr., De natura caeli triplicis libelli III, eet. Sigenae Nassov. 1597. 8°. Gilbertus, Guil., De magnete, magneticisque corporibus et de magno magnete, tellure, physiologia nova, eet. Londini, Pt. Short. 1600. fol. C. fig. Brahe, Tycho, Astronomiae instauratae mechanica. Noribergae, Lev. Hulsius. 1602. fol. C. fig. Clavius, Cph., In Sphaeram Joa. de Sacro Bosco commenta- rius. Nunc VII° ab auct recogn. et locuplet. Venetiis, J. B. Ciot- tus. 1603. 4 0 . Gallucius, Jo. Pau., Coelestium corporum et rerum ab ipsis pendentium explicatio, per instrumenta, rotulas et figuras, eet. Venetiis. R. Meiettus. 1603. 4 0 . Nomen auctoris in titulo legitur: Galuccius. Bayer, Joa., Uranometria, omnium asterismorum continens sche mata, nova methodo delineata, aereis laminis expressa. [Augus- tae Vindelic., C. Mangus. Tabulas in aes incidit Alex. Mair. 1603]. fol. Keppler, Joa., De stella nova in pede Serpentarii et, qui sub ejus exortum de novo iniit, trigonio igneo, libellus, eet. Acc. I de stella incognita Cygni narratio astron.; II de Jesu Christi vero anno natalitio consideratio noviss. sententiae Laur. Suslygae. Pragae, P. Sessius. 1606. 4 0 . C. tab.
Keppler, Joa., Phaenomenon singulare seu Mercurius in sole. Cum digressione de causis cur Dionysius abbas minus justo a nativitate Christi numerare docuerit: de capite et anni eccle- siastici. Lipsiae, T. Schuren 1Ó09- 4°- Henischius, Geo., Commentarius in Sphaeram Procli Diadochi. Cui adj. est Computus ecclesiasticus, cum Calendario triplici et Prognostico tempestatum ex ortu et occasu stellarum. Aug. Vin- delic., D. Francus. 1609. 4°- Keppler, Joh., Dissertatio cum nuncio sidereo nuper ad mortales misso a Galilaeo Galilaeo. Francof., Z. Palthenius. 1611.8°. C. tab. Mulerius, Nie., Tabulae Frisicae lunae-solares quadruples, cet. Quibus acc. Solis tabulae totidem; hypotheses Tychonis illustra- tae; Kalendarium Rom. vetus, cum methodi Paschali emendata. Alcmariae, Jac. de Meester. Veneunt Amstelrod. apud Wilh. Janssonium [Blaeu]. 1611. 4°- Locher, joa. Geo., Disquisitiones mathematicae de controversiis et novitatibus astronomicis. Ingolst., Elisab. Angermaria.1014- 4 • Wideburgius, Hen., Disputationes astronomicae, cet. Giessae Cattorum, C. Chemlin. 1Ó15- 4°- Scheiner, Cph., Sol ellipticus, h. e. novum et perpetuum solis contra hi soliti phaenomenon quodnoviter inventum, cet. Aug. Vindelic., C. Mangius. 1Ó15. 4 0 . Snellius, Willebr., Eratosthenes Batavus, de terrae ambitus vera quantitate. Lugd. Bat., Jod. a Colster. 1Ó17- 4° ■ Baranzanus, Redemptus, Uranoscopia seu de coelo, in qua universa coelorum doctrina traditur, cet. Genevae, P. et J. Choüët. 1617. 4°. C. tab. Maginus, Jo. Ant., Confutatio Diatribae Jos. Scaligeri de aequi- noctiorum praecessione, cet. Romae, Gul. Faciottus. 1617. 4°- Mulerius, Nic., Hemelsche Trompet Morgenwecker ofte comeet met een langebaért erschenen a 0 . 1618 enz. Groningen, H. Sas. 1618. 4°. Snellius, Willebr., Descriptio cometae qui a. 1618 mense No- vembri primum efiulsit. Hue acc. Cph. Rhotmanni Descriptio cometae a. 1585, nunc pr. edita. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1619. 4°. Muller, Phil., De cometa a. 1618 commentatio physicomathe- mat. Acc. Abr. Rockenbachii Tractatus de cometis, cet. Lipsiae, G. Liger. [1619]* 8°.
135 Aenmerckinghe op de tegenwoordige steert-sterre, ende den loop deser tijden ens. [Toegeschr. aan Jac. Cats]. Z. pi. of jr. [Approb. der Staten van Zeeland van 2 Jan. 1619]. 4°* Met fraai in koper gesneden titelplaat- Blancanus, Jos., Sphaera mundi seu cosmographia. cet. Access. I Brevis introductio ad geographiam; II Apparatus ad mathema tic. studium, III Echometria. Bononiae, typis Seb. Bonomii. Sumpt. H. Tamburini. 1020. 4°- C tab. Tanner, Adam, Dissertatio peripatetico-theolog. de coelis. In- golstadii, G. Hanlin. 1621. 4°- Campanella, Tho., Apologia pro Galilaeo, cet. Francof., G. Tampach. 1622. 4 0 . Maestlinus, Mich., Epitome astronomiae, cet. Ab auctore re- cqgnita cet. Tubingae, J. Berner. 1624. 8°. C. fig. Gloriosus, Joa. Cam., De cometis dissertatio astronom.-physica, cet. Venetiis, typ. Varisciana. 1624. 4 0 . — Responsio ad „ Controversias de cometis peripateticas” cet. Ibid. 1626. 4 0 . Metius, Adr., De genuino usu utriusque globi tractatus. Adj. est nova Sciatericorum et artis navigandi ratio, novis instrum, et invention, illustrata. Franek., Uldr. Balck. 1624. 4 0 . Brahe, Tycho, Hyperaspistes adversus Scip. Claramontii Anti- Tychonem, in aciem productus a Joa. Keplero. Francof., Gfr. Tampach. 1625. 4°- Metius, Adr., Institutions astronomicae et geographicae. Fon- damentale ende grondelijcke onderwijsinghe van de sterrekonst enz. Mitsg. van de konst der Zeevaert. Amsterdam, W. Jansz [Blaeu]. 1628. 4°. Het tweede deel met den titel: „ Nieuwe geographische onderwysinghe enz. Franeker, Thomas Lamberts Salwarda. 1614."’ Morisanus, Bern., In Sphaeram Joa. de S. Bosco commenta- rius, cet. Francof., P. Marschallus. 1625. 8°. Fromondus, Lib., Meteorologicorum 11. VI. Antverp., Offic. Plantin. 1627. 4°. Lansbergen, Phil., Progymnasmatum astronomiae restitutae liber I. De motu solis. Middelb., Z. Roman. 1628. 4 0 . Habrecht, Is., Planiglobium coeleste et terrestre, cet. Argent. M. ab Heyden. 1628. 4°- Lansbergen, Phil., Commentations in motum terrae diurnum et annuum et in verum adspectabilis caeli typum, cet. Ex Belg. serm. in Lat. versae a Mart. Hortensio. Middelburgi, Z. Ro man. 1630. 4°- C. tab.
136 Keppler, Joa., Admonitio ad astronomos eet. de raris mirique a. 1631 phaenomenis, Veneris puta et Mercurii in solem incursae, iterum editaa Jac. Bartschio. Francof., Gfr. Tampach. 1630.4®. Hortensius, Mart., Responsio ad additiunculam Joa. Kepleri, praefixam Ephemeridi ejus in a. 1624. In qua cum de totius astronomiae restitution e tum impr. de observatione diametri solis sive tubi dioptrici, eclipsibus, utriusque luminaris, luculenter agitur. Lugd. Bat., J. Maire. 1631. 4°. Cum Epigrammate ad autorem MS. ab Herm. a Renselaer. Lansbergen, Ph.iL, Uranometriae 11. III. In quibus lunae, solis et reliquorum planetarum et inerrantium stellarum distantiae a terra et magnitudines demonstrantur. Middelburgi, Z. Roman. 1631. 4° • Promondus, Lib., Ant-Aristarchus sive orbis terrae immobilis, eet. Antverpiae, B. Moretus. 1631. 4 0 . Lansbergen, Jac., Apologia pro Commentation. Phil. Lansber- gii in motum terrae diurnum et annuum, adv. Lib. Fromondum. et Toa. Bapt. Morinum. Middelburgi, Z. Roman. 1633. 4 0 . Promondus, Lib., Vesta sive Ant-Aristarchi vindex adv. Jac. Lansbergium. Phil. f. Antverp., B. Moretus. 1634. 4 0 . Vlacq, Adr. — Ephemerides motuum coelestium ad annos vulg.’aerae 1633, 1634, 1635 et 1636. In luminarium motibus et zyzygiis ex Tabulis Lansbergianis ab Adr. VIacco, in reliquis planetis ex TabulisRudolphinis a Joa. Keplero supputata.Cum Instructione super earum usu. Gouda, Pt. Rammazeyn. 1632. 4°- Hortensius, Mart., Dissertatio de Mercurio in sole vlso et Venere invisa: instit. cum Pt. Gassendo. Lugd. Bat., Is. Comme- lin. 1Ó33- 4°- Keppler, Joa., Epitome astronomiae Copernicanae, in VII 11. di- gesta, eet. Franco!., J. G. Schönwetter. 1Ó35- 2 pt. 8°. Trew, Abd., Astronomiae pars sphaerica, eet. Noribergae, W. Endter. 1637. 8°. C. tab. Blaeu, Wi. J., Tweevoudigh Onderwiis van de hemelsche en aerdsche globen enz. Amsterdam, W. Blaeu. 1638. 4 0 . Argolus, Andr., Ephimerides juxta Tychonis hypotheses et coelo deductas observations, ab a. 1631 ad 1680. Patavii, P. Fram- bottus. 1638. 2 tom. 4 0 . Gassendus, Pt., De apparente magnitudine solis humilis et su- blimis epistolae IV. Paris., L. de Heuqueville. 1642. 4 0 . Deusing, Ant., De vero systemate mundi dissertatio mathemat. Qua Copemici Systema mundi reformatur, eet. Amstelod., Lud. Elzevier. 1643. 4 0 .
137 18 Argolus, An dr., Primi mobilis tabulae. Patavii, P. Frambottus. 1644. 2 vol. 4 0 . — Exactissimae secundorum mobilium tabulae, cet. Ibid. 1650. 4 0 . Argolus, Andr., Pandosion sphaericum. In quo singula in elementaribus regionibus atque aetherea mathematice pertractan- tur. Patavii, P. Frambottus. 1644. 4°. Grandamicus, Jac., Nova demonstratio immobilitatis terrae petita ex virtute magnetica, cet. Flexiae, G. Griveau. 1645. 4°. C. tab. Fontana, Fra., Novae coelestium terrestriumque rerum observa- tiones, cet. Neapoli, Gaffarus. 1646. 4 0 . C. tab. Beita, Ant. — Novem Stellae circa Jovem, circa Saturnum sex, circa Martem nonnullae, ab — detectae et satellitibus adjudicatae. De primis (et si mavelis de universis) Pt. Gassendi judicium. Jo a. Caramuel Lobkowitz ejusdem judicii censura. Public. Fra. Penneman. Lovanii, Andr. Bouvet. [1643]. 12°. C. fig. Havemann, Mich., Astraea sive epitome sideralis scientiae, cet. Francof. ad M., T. M. Götzius. 1650. 4 0 . C. tab. Tackius, Joh., Coeli anomalon, id est de cometis sive stellis crinitis, cet. Gissae Hass., Chemlin. 1653. 4 0 . Sandolinus, Cherub., Thaumalemma Cherubicum catholicum, continens instrumenta ad omnes arcus et horas Italicas, Bohe- micas et Gallicas diurnas atque nocturnas dignoscendas et ad componenda per univ. orbem earum multiformia horologia, cet. Venetiis, R. Meiettus. 1598. fol. C. fig. Fol. 95—100 desunt. Bobynet, Pierre, L’Horographie curieuse, contenant diverses methodes nouv. et génér. pour faire toutes sortes d’horloges et cadrans, etc. La Fleche, G. Griveau, et Paris, F. Langlois. S. a. [1643 ?J 8°. Av. pi. Bobynet, Pierre, L’Horographie ingenieuse, contenant des con- noissances et des curiositez agreables dans la composition des cadrans, etc. Paris, Veufve de F. Langlois. 1647. 8°. Suivi de „ La Longimetrie ou geodesie nouvelle' 9 sans titre se'paré. Vitellio, Hep) Sirrncijs id est de natura, ratione et projectione ra diorum visus, luminum, colorum atque formarum, quam vulgo Perspectivam vocant 11. X. Nunc pr. opera Geo. Tansteter et Pt. Apiani in lucem aed. Norimbergae, J. Petreius. 1551. fol.
138 Risnerus, Fri., Opticae 11. IV ex voto Pt. Rami conscript!, cef. Cassellis, W. Wesselius. 1606. 4°. Keppler, Joa., Dioptrice seu demonstratio eorum quae visui et visibilibus propter conspicilla non ita pridem inventa accidunt. Praem. Epistola Galilaei de iis quae post edit. Nuncii siderii ope perspicilli nova in coelo deprehensa sunt. Item Examen prae- fat. Joa. Penae in Optica Euclidis, de usu optices in philosophia. Aug. Vindelic., Dav. Francus. 1611. 4°- Dominis, Mc. Ant. de, De radiis visus et lucis in vitris per- spectivis et iride tractatus. Per Joa. Bartolum in lucem edi- tus. Venetiis, T. Baglionus. 1611. 4°- Rhodius, Ambr., Optica. Cui add. est tractatus de crepusculis. Witebergae, S. Seelfisch. lóll. 8°. Maurolycus, Franc., Theoremata de lumine et umbra, eet. His acc. Cph. Clavii notae. Lygduni, B. Vincentius. 1617. 4°- Scheiner, Cph., Oculus hoe est fundamentum opticum, eet. Oeniponti, D. Agricola. lóig. 4°* Niceron, Jean. Fra., La Perspective curieuse ou magie artifi- cielle des effets merveiüeux. De 1’optique, catoptrique, dioptrique etc. Paris, P. Billaine. 1638. fol. Av. tab. Bedrijven en Handwerken. PRAKTISCHE MEETKUNDE; WERKTUIGKUNDE; ZEEVAART. FuUoniuS (Abel). — De holometri fabrica et usu, instrumento geometrico, olim ab A. F. invento, nunc Jo. Nic. Stupani opera serm. Lat. explicate, eet. Acc. Fed. Delphini Dispu- tatio de aestu maris et motu octavae sphaerae. Basil., Pt. Pema. 1577. fol. C. fig. Adjectus est tractatus ms. , de ratione describendi horologia solaria . c. fig. Danfric Phil., Declaration de 1’usage du graphometre, par la pratique duquel 1’on peut mesurer toutes distances des choses de remarque, etc. A la fin est adiousté un traicte de 1 usage du trigometre etc. Paris. 1597- 4°* ^v.
139 Flamand, Cl., La Practique et usage d’arpenter et mesurer tou- tes superficies de terre. Montbéliart. J. Foillet. lóll. 8°. Chauvet, Jacq., La Pratique universelle de 1’arpenterie etc. Pa ris, J. Ie Roy. 1613. 4 0 . Chauvet, Jacq., La Pratique universelle de géométrie, contenant 1’explication de son cosmomètre etc. Avec fig. Paris, J. Ie Roy. 1613- 4°- Bessou, Jac., Theatrum instrumentorum et machinarum. Cum Fra. Beroaldi figurarum declaratione denionstrativa. Lugduni, B. Yincentius. 1578- fol. Dasypodius, Cunr., Heron mechanicus, seu de de mechanicis artibus atque disciplinis. Ejusdem Horologii astronomici, Argen- torati in summo templo erecti, descriptio. Argent, N. Wyriot. 1580. 4 0 . C. fig. Monte, Guido Ubaldo del, De cochlea 11. IV. Venetiis, E. Deuchinus. 1Ó15- fol. Vergelijk over uurwerken bladz. 137- Strada, Jac. de, Desseins artificiaulx de toutes sortes des mou- lins k vent, k 1’eau, k cheval et k la main, auec diuerses sortes des pompes et aultres inuentions pour faire monter 1’eau en hault etc. Mis en lumiere et publ. par Oct. de Strada. Francfort s. M., impr. par Paul Jacques et se vendent chez Luc. Jennis. 1617, 18. 2 pt. l vol. fol. Biringoccio, Vannuccio, La Pyrotechnie ou art du feu, conte nant dix livres, ausquels est amplement traicté de toutes sortes et diuersité de minières, fusions et separations des metaux etc. Trad. d’Italien par Jaq. Vincent. Paris, Cl. Fremy. 1556. 4°- Av. fig. Waghenaer, Lucas Jansz., Spieghel der zeevaerdt vande na vigatie der Westersche zee enz. Leyden, Chr. Plantijn. 1584- fol. maj. — Het tweede deel vanden Spieghel der Zeevaert. Inhoudende de gheheele Noordtsche ende Oostersche schipvaert enz. Aldaar. 1585- fol. maj. Poppus. — Aipcveupsnicti seu portuum investigandorum ratio. [Auc- tore Sim. S te vin]. Metaphraste Hug. Grotio. Lugd. Bat., Cph. Raphelengius. 1599- 4°- Brouck, Jan van den, Instructie der Zee-Vaert door de ghe heele Werelt enz. Voorts, soo komt hier het voornaemste dat eenen Ingenieur ende Landtmeter van noode is enz. Rotterdam } voor Abr. Migoen. 1610. 4 0> M. pl«
Snellius, Willebr., R. f., Tiphys Batavus, sive histiodromice, de navium cursibus, et re navali. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1624 4 0 . C. tab. Janszoon [Blaeu], Willem, Het Licht der zee-vaert, daerinne claerlijck beschreven ende afghebeeldet werden alle de custen ende gavenen vande Westersche, Noordsche, Oostersche ende Mid- delandsche zeen. Oock van vele landen, eylanden ende plaetsen van Guinea, Brasilien, Oost ende West-Indien, enz. Amsterdam, Jan Janszoon. 1629. gr. 4 0 . obl. Het Eerste Boeck heeft een afzond, titel met het jaartal 1626, het Tweede Boeck met het jaartal 1625.. LAND- EN TUINBOUW; JACHT; KOOKKUNST. Crescentiis, Pt. de, In commodum ruralium cum figuris 11.XII. S. 1., typ. n. et a. [Argentorati, Ren. Beek. circ. 1500]. fol. Cat. bibl. Hag. ï N’. 726. Heresbach, Cour., Rei rusticae 11. IV. Item de venatione, aucu- pio atque piscatione compendium, eet. Colon. Agr., Vid. J. Birck- manni. 1573. 8°. Zuingerus, Theod., Methodus rustica, Catonis atque Varronis praeceptis aphoristicis per locos communes digesti. Basil., P. Pema. [1576]. 8°. Estienne, Cha., et Jean Liebault. L’Agriculture et maison rustique. Reueue et augmentée etc. Rouen, T. Daré. 1608. 4°- Av. fig. % — L’Agriculture et maison rustique etc. [comme le précéd.] Plus a esté adjousté en cette édit. une Instruction pour semer et re- planter etc. Rouen, J. Berthelin. 1641. 4°* Av. fig. Myle, Egid. van der, Oblectatio vitae rusticae. Stetini, typ. Rhetianis. 1633. 12°. Lauremberg, Pt., Horticultura, 11. II comprehensa, eet Fran- cof. ad M., Mt. Merian. [1631.] 4°- C. tab. FerrarillS, Jo. Bapt., Hesperides sive de malorum aureorum cultura et usu 11. IV. Romae, H. Scheus. 1646. fol. C. tab. FerrarillS, Jo. Bapt., Flora, seu de florum cultura II. IV. Ed. {nova accurante Bernh. Rottendorffio. Amstelod., Joa. Jaussonius. 1646. 4°. C. tab.
Des FrancMeres, jan, La Fauconnerie etc. Avéc une autre Fauconnerie de Guill. Tardif. Plus la Vollerie d Arte louche d’Alagona seign. de Maraucques. D’avantage un Recueilde tous les oiseaux de proye, etc.Poitiers, Enguilb. de Marnef. 1567- 4°- Av. fig. Du Fouilloux, Jaq. — La Venerie et Fauconnerie de J. du F., Jean de Franchières et autres diuers autheurs. Reueuës et augment par I. D. S. Paris, A. 1’Angelier. 1585. (2 pt. 1 vol.) 4°. Av. fig. Raimondi, Eug., Delle Caccie 11. IV. Aggiuntovi'n questa nuova impress, altre Caccie etc. [Venetia 1630?] 4°- C. fig. Porta, Joa. Bapt., Dé distillationibus 11. IX. Argent., L. Zetz- ner. 1609. 4°. C. fig. Scappi, Bart., Dell’arte del cucinare con il Mastro di casa e Trinciante. Venetia, Combi. 1643. 4°- C. tav. KRIJGSKUNDE; VESTINGBOUW. [Valturius, Rob., de re militari 11. XII. In fine: Johannes ex Verona oriundus, Nicolai cyrugiae medici filius nunc librum in patria primus impressit an. 1472.] fol. Figurae, numero 82, inventae sunt a M t. P a s t i. Machiavelli, Nic., I sette libri dell’arte della guerra. Nuovam. corretti. etc. S. 1. 1587. 8°. C. tav. Mendoza, Bern, de, Teorica et prattica di guerra terrestre et maritima. Trad, della lingua Spagnuola nella Ital. da S a 1 u s t. Gratii. Venetia, G. B. Ciotti. 1596- 4°- Savorgnano, Mar., Arte militare terrestre e maritima etc. Ri- dotta alia sua integrity etc. da Ces. Cam pan a. Con un trat- tato ci parte dell’ artiglierie. Venetia, her. di Fra. de Franceschi. 1599. fol. C. tav. Wallhausen, Joh. Jac. von, Romanische Kriegskunst. I Da- rinnen gewiesen wirdt waszerley Gestalt vor etlich tausendt Jahren die Edle Kriegskünste in Kriegsschulen seynd publice gelehrt worden etc. II Darneben Flavius Vegetius ausz dem La- tein ubergesetzt. Mit KüpfFerstücken. Frankfurt, Paul. Jacobi. 1616. fol. De platen zijn gesneden door G. Keller.
H2 Thibault, Girard., Académie de 1’espée ou se demonstrent par reiglés mathematiques sur le fondement d un cercle mysterieux la theorie et pratique du maniement des armes a pied et a cheval. . S. 1. 1626. pl°. Titre grave'; Portrait grave': „D. Bailly pinxit”; Dédicace impnmee et poème de D. Heinsius; 9 Dédicaees gravées avee armoines. dont une avecladate 1628; Privileges dont une de 1627 et Avertissement; Planches au nombie de du premier et 13 du second livre, chacune avee texte imprimé chit- fré. Elles sont gravées par J. Geile, N. Lastman, C. de Pas. A. Stockius, A Matham, Egb. van Paenderen. Rob Beaudoux, Pt. Isselburg, W. Jz. Delft, P. Serwouters, Schelte et Boet. a Bolswaert, Cr. van den yueboren, Sal. Savry et Jac. a Borcht. Duyck, Adr., Instructie van de Crijchs-oorts stellinghe enz. Thoonende hoemen promptelijck maecken sal een Slachoorden enz. Eensdeels uyten Franchoyschen overgheset, eensdeels ook by gheuoecht, vermeerdert ende verandert. Leyden, J. Paets Jz. en J. Bouwenz. 1588. 4°. Present-ex. van den schrijver aan Gilles de Glarges. WaUhausen, Joh. jac. von, L’Art militaire pour 1 infanterie etc. Représ. par figures grav. en cuivre. Pratiqué et desent en lang. Allemand. Trad. nouv. en Frangois. Franeker, Uldr. Balck. Avee épitre dédicatoire au prince Maurice de Nassau date'd’Oppenheim (1615) et signé par J Th. de Bry, qui aura taillé les 3° planches. Brechtel, Frans. Joach., De Conste van busschieten: dat is een eyghen verklaringhe van de saken die een conestabel, soo te water als te lande, sonderlinghe van noode zijn te weten enz. Met noch een getrouw onderwijs van menigerhande vyerwereken enz. Beschr. deur J an Schmid tl ap van Schomdorp. Amster dam, Com. Claesz. 1605. 4°- M. pl. La Broue, Sal. de, Le Cavalerice Francois etc. II* édit. augm. Paris, A. 1’Angelier. 1602. fol. Av. fig. Wallhausen, joh. Jac. von, Art militaire k cheval. Instruc tion des principes et fondements de la cavallerie etc. Descnpt et tepresenté par figures entaillées en cuivre. Zutphen, André d Aelst. 1621. fol. Avec 43 planches, grav. par J. T. de Bry) Basta, Geo., Le Gouvernement de la Cavallerie legere etc. Ré- prés. par figures. Rouen, J. Berthelin. 1627. fol. Pluvinel, Anth. de, L’Instruction du Roy en ïexercice de monter a cheval. Reitkunst etc. [Texte Francois et Allemand]. Paris, M. Ruette. [Aux dépens de Crisp, de Pas le vieux a Utrecht]. 1629. fol. • Avec le frontispice, 3 portraits et 40 planches. — Manquent 1 portrait et J7 planches.
143 Hugo) Herm., De militia equestri antiqua et nova 11. V. Ant- verp., B. Moretus. 1630. fol. C. tab. Baret (R.) sieur de Rouvray, Traicté des chevaulx. Paris, S. Piquet. 1645. 4°- Av. pi. Ufano, Diego, Artillerie, eest a dire vray^ instruction de 1’ar- tillerie etc. Recueilly de 1’experience es guerres du Pays-bas et publié en langue Espagn. niais maintenant traduit en langue Frangoise et orné de figures. Zutphen, André d’Aelst. 1621. fol. Durer, Alb., De urbibus, arcibus, castellisque condendis ac mu- niendis rationes aliquot, e lingua German, in Lat. traductae. Parisiis, C. Wechel. 1535- fol. C. fig. Maggi, Girol., e Jac. Castriotto, Della fortificatione delle citti 11. Ill etc. Venetia, Rut. Borgominiero. 1564. fol. C. fig. Maggi, Girol., e Jac. Castriotto, Della fortificatione delle citta 11. Ill, etc. Venetia, C. Borgominiero. 1584. fol. C. fig. Alghiai da Carpi, Galasso, Delle fortificationi 11. III. [Vene tia. s. typ. nom.] 1570. fol. maj. C. fig. Scbille, TTa.nst van. — Form und weis zu bauwen etc. mi t Bloch- heusem, Graben und Wallen etc. Maniere de bienbastir, edifier, fortifier et munier chasteaux, forteresses etc. Antverpiae, Ger. de Jode. 1580. H. van S- ingenieur et geographe inventor, fol. Titel en 13 platen zonder tekst. Tetti, Carlo, Discours sur le faict des fortifications etc. Av. fig. Nouv. mis en Francois, reueu et augmenté. Lyon, B. Vincent. 1589- 4°- Cataneo, Geron-, Le Capitaine. Contenant la maniere de forti fier places, assaillir et defendre etc. Le tout reueu et augm. par 1’auteur et depuis mis en Francois [par Jean de Tournes]. Lyon, J. Roussin. 1593- 4°- Av. pl. Lorini, Buonaj. Delle fortificationi libri V etc. Venetia, G. A. Rampazetto. 1597 fol. C. fig. Flamand, Cl., Le Guide des fortifications et conduitte militaire etc. Reueue et augm. pour la II e édit. Montbeliart, J. Foillet. 1611. 8°. Av. pl. Errard, J., La fortification reduicte en art et demonstrée. Ed. II augm. de plusieurs desseins, declarez par figures en cuyvre. Francfort s. le M., P. Jacobi, aux frais de J. T. de Bry k Op- penheim. 1Ó17- fol.
144 Hondius, Hen., Description et breve declaration des regies gé nérales de la fortification, de 1'artillerie, des amunitions etvivres, des officiers et de leurs commissions etc. Le tout trad. du Fla- mend en langue Frangoise par A. G. S. Hag. Com., H. Hon dius. 1625. fol. Av. pl. Hondius, Hen., Breve Instruction des regies de géometrie, né cessaire a la Perspective et Architecture militaire ou Fortification. [La Haye]. 1625. lol. Av. pl. Cellarius, Andr., Architectura militaris oder gründtliche Under- weisung der heuttiges tages so wohl in Niederlandt als andern örttern gebrauchlichen Fortification oder Vestungsbau, etc. Am- stelod., Jod. Janssonius. 1645. fol. M. Taf. Bellarminus, Rob., Institutiones linguae Hebraicae, postremö recogn. ac locuplet. Aureliae Allobrogum, F. Faber. 1609. 8°. Middot. — Talmudis Babylonici codex Middoth sive de mensuris templi [Hebr. et Lat.], additis commentariis eet. Opera et studio Const. L’Empereur a b O p p y c k. Lugd. Bat, B. et A. Elzevier. 1630. 4°- Ch. maj. Josef ben Gorion. — Josephus Hebraicus [Hebr. et Lat.] opera Seb. Munsteri versus et annotation, atque collation, illustratus, eet. Basil., Hen. Petrus. 1541. fol. [Josef AlbO, Sefer Ikkarim i. e. Liber fundamentorum (fidei), Hebraïce. Soncini 14S5 29 Dec. fol.] Editio princeps. Kimcbi, Moses, 'OSorroplx ad scientiam, cum exposit. D. Eliae. Item Introductio Binjamin f. Judae [Hebraice]. Annotation, explicata authore Const. 1’Empereur. Lugd. Bat, B. et A. Elze vier. 1631. 8°. Ch. maj.
145 19 Abarbanel, Isaac, et Moses Alscheich, Comment, in Esaiae Prophetiam 30 cum additam. eorum quae R. Simeon e veteram dictis collegit [Hebraice et Latine]. Subjuncta hujus- modi refutatione, cet. authore Const. 1’Empereur. Lugd. Bat, B. et A. Elzevier. 1631. 8°. Ch. maj. Josef Ibn Jachja. — Paraphrasis Josephi Jachiadae in Danielem. [Hebr. et Lat] Cum annotatt. Const. L’Empe- reur ab Oppyck. Amstelod., J. Janssonius. 1633.4 0 .Cb.maj. Salomo Ibn Moloch. — [Michlal Jophi.] Perfectio pulchritudi- nis, seu commentarius in loca selecta vocesque et res difficilio- res S. Scripturae, a R. Selomone Ben Melech, cum Spicilegio cet. authore R. Jac. Abendana. Amstelaed. 5421. [1660—61]. fol. Psalmi Davidis, lingua Syriaca nunc pr. ex antiq. codd. mss. in lucem editi a Tho. Erpenio. Lugd. Bat. ex typogr. Erpe- niana. 1625. Prostant apud Joh. Maire et Elzevirios. 4 0 . Erpenius, Tho., Grammatica Arabica, V 11. method, explicata. Leidae, Offic. Rapheleng. 1613. 4 0 . El-Makin. — Historica Saracenica, qua res gestae Muslimoram inde a Muhammede usque ad initium imperii Atabacaei explican- tur, Arabice exar. a Geo. Elmacino, et Lat. redd, opera ac stud. Tho. Erpenii. Ace. et Roder. Ximenez ar- chiepisc. Toletani, Historia Arabum, e ms. cod. Lugd. Bat., ex typogr. Erpeniana, ap. J. Maire et Elzevirios. 1625. fol. Edrisi. — Geographia Nubiensis, cet. recens ex Arabico in Lat. versa a Gabr. Sionitaetjoa. Hesronita. [Acc. eorum tractatus de nonnullis Oriental, urbibus cet.] Parisiis, H. Bla- geart. 1619. 4 0 . Proverbia. — Proverbioram Arabicorum centuriae II, ab ano- nymo quodam Arabe collectae et explic. Cum interpretat. Lat. et scholiis Jos. S ca 1 igeri J. C. f. et Tho. Erpenii. Lei dae, Offic. Rapheleng. 1614. 4 0 . Meidani, Proverbioram Arabicorum pars.' Latine vertit et notis illustravit Hen. Alb. Schuitens. Lugd. Bat., sumpt. auct. 1795- 4°- Discours servant de response au libelle diffamatoire intitulé: Preuves literates, toutes de la main du Sr. Gabriel Sionitë etc. S. 1. et a. [1638]. fol. Concernant 1’impression de la Bible Arabique et Syriaque pour Michel le Jay.
Warner, Lev., Compendium historicum eorum quae Muhamme- dani de Christo et praecipuis aliquot religionis Christianae capi- tibus tradiderunt. Lugd. Bat., J. Maire. 1Ó43- 4°- Psalmi. — Liber Psalmorum Davidis [Arabice et Latine], ex Arab, translatus a Gabr. Sionita et Viet. Scialac. Romae, typogr. Savariana. 1614. 4 0 . [Evangelia quatuor, Arabice. Romae, typogr. Medicea. 1591. fol. C. fig.] Johannes (S.) apostolus, Epistolae catholicae III Arabicae et Aethiopicae, omnes ad verbum in Latinum versae, cet. Cura Joh. Geo. Nisselii et Theod. Petraei. Lugd. Bat., J. et D. Elsevier. l654- 4°* Jacobus (S.) apostolus, Epistolae catholicae versio Arabica et Aethiopica, Latinit. uterque donata, cet. Opera Joh. Geo. Nisselii et Theod. Petraei. Lugd. Bat., J. et D. Elsevier. 1654- 4°- Juda (S.) apostolus, Epistolae catholicae versio, Arabice et Aethio- pice, in Latinit. translata cet. a Joh. Geo. Nisselio et Theod. Petraeo. Lugd. Bat, J. et D. Elsevier. 1Ó54- 4°* [Psalterium, Canticum Canticorum et alia Canticabiblica, Aethio pice. Edidit J o a. Potken. Romae, Marc. Silber alias Frank. 1513- 4°-] [Psalterium, Canticum Canticorum, Hymni cet. Aethiopice, cu- rante Job. Ludolf. Francof. ad M. 1701? 4 0 .] Psalterium Davidis Aethiopice et Latine, cet. Acc. Aethiopice tantum Hymni et Orationes aliquot Vet. et Novi Testam., item Canticum Canticorum, cum variis lection, et notis. Cura Jobi Ludolfi. Francof. ad M., J. D. Zunner, etc. 1701. 4°- Proverbia. — Proverbiorum et sententiarum Persicarum centu- ria, collecta et versione notisque adornata a Lev. VTarnero. Lugd. Bat., J. Maire. 1Ó44- 4°- Houtman, Fred, de, Spraeck ende woord-boeck in de Maley- sche ende Madagaskarsche talen, met vele Arabische ende Turc- sche woorden enz. Noch de Declinatien van vele vaste sterren, staende ontrent den Zuyd-pool. Amstelredam, J. Ez. Cloppen- burch. 1603. 4°- obl. Wiltens, Casp. — Vocabularium ofte woort-boeck in’t Duytsch- Maleysch ende Maleysch-duytsch enz. Eertijts ten deele ghecom- poneert by — ende namaels oversien, vermeerdert enz. door S e b. Danckaerts. Waer by gevoecht zijn eenighe Portuguysche ende Tamataensche woorden enz. ’s Gravenh., Wed. ende Erfg. van H. Jz. van Wouw. 1623. 4 0 .
147 Catechismus attau adjaran derri agamma Christaon. Bersalin derri bahassa Hollanda dalam bahassa Maleya derri pada S eb ast. Danckaerts. sGravenh., Wed. en Erfg. vanH. Tz. van Wouw. 1623. 8°. [Ching-léi pi yung pan ts'ao. Opus de historia naturali. Vol. XXX, de plantis, Sinice. Primum editum a°. 1469- Xylograph, impres- sum. 8°. maj.] Grieksche en Latijnsche Letteren. GRIEKSCHE SCHRIJVERS EN HUNNE COMMENTATOREN. (Dichters; Redenaars, Rhetoren enz.; Wijsgeeren; Genees- en Na tuurkundigen; Wis- en Krijgskundigen; Aardrijkskundigen; Ge schiedschrijvers). Homerus, [Opera, Graece et Latine]. S. 1., ex typogr. M. Ber- jon. 1621. 2 vol. ló°. Homerus, Iliados libri I, V, IX. [Graece]. Cum indice omnium fere vocum Graecarum, eet. In usum scholarum Hollandiae [edidit Th. Schrevelius]. Lugd. Bat, B. et A. Elsevier. 1642.8°. Hesiodus, Opera omnia Graece cum interpret. Lat. Adjectis iisdem Lat. carmine versis et Genealogiae deorum a P y 1 a d e Brixiano descr. 11. V, eet. Basil., J. Oporinus. [1544]. 8°. Hesiodus, Opera et dies [Graece]. Una cum praefation. et enar- ration. Phil. Melanchthonis. Lipsiae, G. Defnerus. 1581. 8°. Aesopus, Fabulae Gr. et Lat. nunc denuo selectae. Eae item quas Avienus carmine expressit. Accedit Ranarum et murium pugna [Gr. et Lat.] Cum elegantiss. in utroque libello figuris, eet. Ex decreto Hollandiae Ordinum in usum scholarum. Lugd Bat J. Maire. 1632. 8®. Theognides. —Theognidis, Phocylidis, Pythagorae, Solonis et aliorum Poëmata gnomica, Gr. et Lat. Opera Fri. Sylburgii. Heidelb., H. Commelin. 1597. 8°.
148 Pythagoras et Phocylides, Poëmata [Graece et Lat.] cum dupl. interpretat. Viti Amerbachii. Lipsiae [J. SteinmanJ. 1586. 8°. Pindarus, Olympia, Pythia, Nemea, Isthmia. Caeter. VIII Ly- ricorum Carmina, Alcaei, Sapphus, eet. Editio V Grae- colat.Hen. Stephanilocuplet.[Genevae], P.Stephanus. 1612.16 0 . Sophocles, Tragoediae VII una cum omnibus Graecis scholiis et cum Latinis Joach. Camerarii. S. 1. [Genevae], Hen. Ste- phanus. 1568. 4 0 . Euripides, Hecuba et Iphigenia in Aulide, Latinae factae, Erasmo Rot. interprete. [Antverpiae, Aeg. Diesth. 1546.] 8°. Excerpta ex Tragoediis et Comoediis Graecis turn quae exstant, tum quae perierunt. Emendata et Lat. versibus reddita ab Hug. Grotio. Cum notis, eet. Paris., N. Buon. 1626. 4°- Moschus. — M o s c h i Siculi et B i o n i s Smyrnaei Idyllia quae quidem exstant omnia, hact. non edita, eet. [Graece et Lat.] Brugis Flandr., Hub. Goltzius. 1565. 4°* Nonnisi versio Latino carmine Ado. Mekerchi. Callimachus, Hymni (cum scholiis Graecis) et Epigrammata. Ejusdem Poematium de coma Berenices a Catullo versum. Nicod. F rischlini interpretationes eet. Hen. Stephani par- tim emendationes, partim annotationes, eet. [Genevae], Hen. Steph. 1577-4°-, Aratus, Phaenoména et Prognostica [Latine], interpret. M. Tul- 1 i o Cicerone, R. Festo Avieno, Germanico Cae- sare, una cum ejus commentariis. C. Julii Hygjni Astrono- micon. Colon. Agr., Th. Graminaeus. 1569. fob C. fig. Grotius, Hugo, Syntagma Arateorum [cum textu Gr. et Lat. et figuris]. Lugd. Bat., Cph. Raphelengius. 1600. 4 0 . Apollonius Rhodius, [Argonautica cum scholiis, Graece]. Item Argonaut, carmine heroico transl. per Val. Rotmarum 11. IV. Adj. sunt ejusdem annotatiunculae. Basil., Offic. Henricpetr. [1572]- 8°. Oppianus, Libri de venatione IV Lat. carm. redditi a M i c h. Pi cc ar to. Ambergae, Schönfeld. 1604. 8°. Coluthus, Helenae raptus, per Ren. Perdrierium ad verbum translates, eet. Huic adj. est Tryphiodori de Ilii expugnatione libellus, ab eodem versus. Basil., J. Oporinus [1555]- 8°. Heliodorus, Aethiopicorum 11. X [Gr. et Lat.], collatione mss. ■*emendati, Hier. Commelini opera. [Heidelb.], H. Commel. 1596. 8°.
[Anthologia epigrammatum Graecorum, cura Jo. Lascaris. Florentiae, Laur. Fra. de Alopa. 1494. 4°-] Editio princeps. Anthologia. — 'AvóoXoytx x. t. X. Florilegium diversorum epi- grammatum veterum in VII 11. divisum [Graece]. Hen. Stepha- nus edidit. S. 1. [Genevae], Hen. Steph. 1566. 4°. Cum charta inserta et addition, mss. Epigrammata Graeca veterum, eademque Latina, per Joa. Soterem collecta. Friburgi Brisg., St. Melechus Gravius. 1544* 8°. stobaeus, Jo. — Dicta poetarum quae apud J. S. exstant. [Graece]. Emendata et Lat. carm. reddita ab Hug. Grotio. Acc. Plu tarch i et B a s i 1 i i M. de usu Graecorum poetarum libelli. Pa ris., N. Buon. 1623. 4°. Salmasius, Cl., Duarum Inscriptionum veterum, Herodis Attici rhetoris et Regillae conjugis honori positarum explicatio. Ejus- dem ad Dosiadae Aras, Simmiae Rhodii Ovum, Alas, Securim, Theocriti Fistulam notae, Lutet. Paris., H. Drouart. 1619. 4 0 . Licetus, Port., Encyclopaedia ad Aram mysticam Nonarii Ter- rigenae anonymi vetustissimi etc. Patavii, G. Crivellarius. 1630.4 0 . Isocrates, Orationes XXI, una cum IX ejusdem Epistolis, e Graeco in Lat. conversae per Hier. Wolfium. [Acc. ejus dem W. annotationes, eet] Basil., J. Oporinus. [1548]. fol. Demosthenes, Opera, Graece, cum variis lectionibus, commen- tariis U1 piani, eet. Cura Gui 1. M o r e 1 ii et Dion. Lam- bini]. Lutetiae, Jac. Dupuys. 1570. fol. Aristides, Ael.,. Orationum tomi III, Latine versi a Guil. Can ter o. Hue acc. Orationum tomus IV ex vet. Graecis orator, concinnatus, eodem interprete, eet. Basil., [Pt. Perna. 1566]. fol. Aristaenetus, Epistolae Graecae. Cum Lat. interpret, et notis [Jos. M er eer i]. IV edit. auct. Paris., S. Piget. 1639. 8°. Demetrius Phalereus. — Praecepta vitae honestae etlaudatae, pronunc. a Septem viris qui cum uno temp. in Graecia viverunt, eet. [Gr. et Lat.], opera Leonh. Lycii versa et explic. His adj. est libellus Dionis Prusaënsis [Gr. et Lat.] a Joach. Camerario versus et explic. Lipsiae, [Ern. Voegelin]. 1562.8°. Apollonius Dyscolus, Historiae commentitiae liber [Graece et Lat.] Joa. Meursius recensuit et commentar. addidit. Lugd. Bat., Is. Elzevier. 1620. 4 0 .
150 Athenaeus, Deipnosophistarum 11. XV. [Graece et Latine]. Is. Casaubonus recensuit, eet. [Heidelb.], Hier Commelinus. 1597. fol. Excerpta varia Graecorum Sophistarum ac Rhetorum: H e r a- cliti, Libanii Antioc heni, Nicephori Basilacae, Severi Alexandrini, eet. Ex I tomo Variorum antiquo rum Leonis Allatii. [Gr. et Lat.] Romae, Mascardus. 1641. 8°. Ocellus Lucanus, De universi natura [Gr. et Lat.], interpr. Lud. Nogarola. Ejusdem N. Annotationes in O. Ed. III. [Heidelb.], H. Commelinus. 1596. 8°. Xenophon, Omniaquae exstant opera [Graece et Latine], Jo a. Lewenklaio interprete: additis adnotationibus, cet. Ed II. Basil., Th. Guarinus. 1572. fol. Plato, Opera quae extant omnia [Graece et Latine] ex nova Jo a. Serrani interpretat., perpetuis ejusdem notis illustrata, cet. [Genevae], Hen. Stephanus. 1578- 3 tom. fol. Aristoteles, Opera omnia quae extant, Graece et Latine. Cum Kyriaci Strozae 11. Graecolat de republica in supplem. Politicorum A. Acc. perpet. in omnes A. 11. commentarius, cet. authore Gui 11. Du Va 1. Lutet. Paris, ap. Societ. Graec. edit. 1629. 2 tom. fol. Aristoteles, Operum quotquot extant Latina editio, cet. Fran- cof., A. W e c h e 1 i heredes. 1593- 11 tom. 4 vol. 8°. Aristoteles, Ethicorum sive de moribus ad Nicomachum 11. X [Graece], adj. interpret. Lat Dion. La mb ini, sed interpo- lata stud, et opera M t. B e r g i i. Ed, II auctior. Francof., her. A. Wecheli. 1596. 8°. Aristoteles, Moralia Nichomachia cum Eustratii, Aspasii, Michaelis Ephesii nonnullorumque aliorum Graecorum explanationibus, a Jo a. Bern. Feliciano Latinit. donata, cet. Paris., J. Roigny. 1543. fol. Aristoteles, Octavus liber Topicorum [Latine]. In usum studios. Witebergae. 1593- 8°. Pachymerius, Geo., In universam fere Aristotelis philosophiam epitome, e Graeco serm. conversa a Phil. Bechio. Subj. est. Synesius Cyrenaeus, per Jan. Cornarium Latinus factus. Basil., Froben. 1560. fol. Calvinus (Joa.) Wetteranus, Notae in Politicos Aristotelis priores libros, cet. Francof., P. Fischer. 1595* 8°.
151 Giphanius, Obertus, Commentarii in Politicorum opus Aristo- totelis, eet. Francof., L. Zetzner. 1608. 8°. — Commentarii in X 11. Ethicorum Aristotelis ad Nicomachum, eet. Ibid. 1608. 8°. Scaliger, Jul. Caes., In 11. II qui inscribuntur de plantis, Aris- totele authore, 11. II. [Edidit Joh. Hartmann]. Marpurgi, P. Egenolphus. 1598. 8°. Theophrastus, Opera omnia, Graece et Latine. Dan. Hein- sius recensuit, eet. Lugd. Bat, J. Orlers etc. 1613. lol. Theophrastus, Notationes morum [Gr. et Lat.] Is. Casaubo- nus recensuit, vertit et libro commentario illustravit. Edit, aucta eet. Lugduni, P. Rigaud. 1638. 8°. Plutarchus, Opuscula varia: quae magna ex parte sunt philo- sophica, vulgö autem moralia opusc. vocantur [Latine]. Ex di- versorum interpretation, quarumquaedamsunt Hen. Stephani. S. 1. [Genevae], Hen. Steph. 1572. 3 tom. 8°. — Parallella seu vitae parallelae [Latine], interpr. H e r m. Cru- s e r i o. S. 1. et a. [Ibidem]. 3 tom. et appendix. 8°. Lamprias, De scriptis Plutarchi Chaeronensis, Gr. et Lat. [Edidit Dav. Hoeschelius]. Aug. Vind., J. Praetorius. 1597. 4 0 . Lucianus, Opera, Graece. [Haganoae, Joh. Secerius. 1526]. Vol. I. 8°. Titulus et initium praefationis desunt. Lucianus, Opera omnia, e Graeco sermone in Latinum, partim nunc demum per Jac. Micyllum translata, eet. Francof., C. Egenolphus. [1543]. fol. Sextus Empiricus, Adversus mathematicos [Latine], Gent. H e r v e t o interprete. Ejusdem S. Pyrrhoniarum hypotyp«sewn 11. III, Latine mine pr. editi, interprete Hen. Stephano, eet. Paris., Mart. Juvenis. 1569. fol. Diogenes Laertius, De vitis, dogmatis et apophthegmatis eorum qui in philosophia claruerunt [Graece et Latine], T h o. A1 d o- b rand in o interprete, cum adnotation. ejusdem. Romae* Al. Zanettus. 1594. fol. Porphyrius, De non necandis ad epulandum animantibus 11. IV. Ejusdem selectae sententiae CC. [Gr. et Lat.] Versione, scholiis et praefat. illustr. per F. d e F o g e r o 11 e s. Lugduni, Cl. Mo- rillon. 1Ó20. 8°.
152 Jamblichus, de mysteriis Aegyptiorum. eet. Proclus in Platon. Alcibiadem de anima atque daemone. Proclus de sacrificio et magia. Porphyrius de divinis atque daemonibus. Expositio Prisciani et Marsilii [Ficini] in Theophrastumdesensu, phantasia et intellects A1 c i n o i liber de doctrina Platonis. S p e u s i p p i liber de Platonis definitionibus. Pythagorae Aurea verba. Symbola Pithagorae. Xenocratis liber de morte. Marsilii, Ficini liber de voluptate. [Omnia Latine. Venetiis. Aldus. 1497]. fol. Julianus Imp., Misopogon et Epistolae, Graece Latineque nunc pr. edita et illustr. a. Pt. Martini o. Paris., A. Wechel. 1566.8°. Horapollo, Hieroglyphica [Graece et Lat], a Dav. Hoesche- lio fide ms. correcta, suppleta, illustrata. Aug. Vindelic., ad ins. pinus. 1595. 4°. Stobaeus, Joannes, Sententiae, eet. [Graece et Latine], a Conr. Gesnero traductae. Ed. III. [Tiguri, C. Froschouer 1559]- fol. Psellus, Michael, De operatione daemonum dialogus [Graece et Lat.] Gilb. Gaulminus primus edidit et notis illustravit. Lu- tet. Paris., H. Drouart. 1615. 8°. Psellus, Michael, De operatione daemonum [Graece], cum no tis Gaulmini, curante Jo Fr. Boissonade. Acc.ineditaopus- cula Pselli. Norimb., F. N. Campe. 1838. 8°. Loei communes philosophici Graeci sive doctrinae veterum sapien- tum de moribus, de virtutibus, eet., editae opera et studio Joa. Vollandi. Lipsiae, [Abr. Lamberg]. 1588. 8°. Ars medica. — Medicae artis principes post Hippocratem et Gale- num. GraeciLatinit. donati: Aretaeus, Ruffus Ephesius, eet. Latini: Corn. Celsus, Scrib. Largus, eet. [Edi'dit Hen. S t e p h a n u s]. S. L, Hen. Steph. 1567- (4 pt. 1 vol.) fol. Desunt Aetii pp. 329—76. Dioscorides, Pedac., De medica materia 11. V. De letalibus ve- nenis eet. liber. (Graece et Lat.) Interprete Mare. Vergilio. Ejusdem M. V. Commentarii eet. Coloniae, J. Soter. 1529. fob Galenus, Opera [Latine], ex IX Juntarum editione [Acc. Index Ant. Musae Brasavoli]. Venetiis, Juntae. 1625. 5 vol. fol. Antigonus Carystius, Historiarum mirabilium collectanea [Graece et Lat.] Joa. Meursius recensuit et notas addidit. Lugd. Bat., Is. Elzevier. 1619. 4°- Artemidorus, De somnium interpretation e 11. V. De insomniis quod Synesii cujusdam nomine circumfertur. [Graece. Venetiis, Aldus et Andreas socer. 1518]. 8°.
153 20 Artemidorus, De somniorum interpretatione 11. V jam prim, a Jano Cornario Lat. lingua conscripti. Basileae, Froben. 1539- 8°. Scriptores. — 'lepxxotroCpiov. Rei accipitrariae scriptores [Graeci et Latini], nunc pr. editi [a N i c. R i g a 11 i o]. Acc. Kuvoaotpiov. Liber de cura canum. Lutetiae, S. Cramoisy. 1612. 4°. Arrianus, De venatione [Gr. et Lat.], LucaHolstenio interprete. Paris., S. et G. Cramoisy. 1644. 4 0 . Constantinus [Porphyrogenneta], Selectarum praeceptionum de agricultura 11. XX [Latine], Jano Cornario interprete. Basil., Froben. 1538. 8°. [Euclides, Elementorum 11. XV cum commentt. Procli 11. IV, Graece. Edidit Sim. Grynaeus.] Basil., J. Hervagius. 1533. fol. [Euclides, Elementa geometriae, Latine, cum commentt. J o h. Campani. Augustinae, Emh. Ratdolt. 1482. fol.] Euclides, Elementorum geometrie. 11. XV cum expositione T h e o- n i s in priores XIII a Barth. Veneto Latini t. donata, Cam pani in omnes et H y p s i d i s Alexandr. in II postr. His adj. sunt Phaenomena, Catoptrica et Optica, eet. Basil., Joa. Herva gius. 1546. fol. Euclides, Elementorum 11. XV una cum scholiis ant. a F e d. Commandino in Latinum conversi, eet. Pisauri, Flam. Con cordia. 1619. fol. Archimedes, Opera omnia, Graece et Latine. Adj. sunt Eu to ch ii Ascalon. in eosdem 11. commentaria, Gr. et Lat. [Edidit Tho. Gechauff cognom. Venatorius]. Basil., J. Herva gius. 1544. fol. Versio Latina deëst. Hero Ctesibius, Belopoeeca h. e. telifactiva [Graece et Lat.], Bernard. Baldo illustratore et interprete, cet. Aug. Vinde- lic., Dav. Francus. 1616. 4°. C. fig. Theo Smyrnaeus, Eorum quae in mathematicis ad Platonis lectionem utilia sunt expositio [Graece et Lat.] Notis illustr. ab Ism. Bu 11 ia 1 do. Lutet. Paris., Lud. de Heuqueville. 1644. 4 0 . Ptolemaeus, Cl., De praedictionibus astronomicis cui tit. fece- runt Quadripartitum, Gr. et Lat. 11. IV, Phil. Melanthone interprete. Ejusdem Fructus libr. suorum sive C dicta ex con vers. Jov. Pontani. Basil., J. Oporinus. [1553]. 8°.
154 Aelianus tacticus. — Cl. Aeliani et Leonis Imp., Tactica sive de instruendis aciebus, Graece et Latine. Quorum hic Graece prim, opera Joh. Meursii, ille ex Sixti Arceriinova interpret. Lat, ambo notis et animadvers. illustr. in lucem exeunt. Acc. Praeliorum aliquot descriptiones, eet. add. tabulis aeneis. et M o d e s t i libello de vocabulis militaribus. Lugd. Bat., Lud. Elzevier. 1613. 4 0 . /Vftlmnna tacticus. — La Milice des Grecs et Romains, trad. en Francois du Grec d' A e 1 i a n et de P o 1 y b e. Par L o u y s de Mac haul t. Paris, H. Drouart. 1Ó15- foL Av. pl. Diophantus Alexandrinus, Arithmeticorum 11. VI, et de nu- meris multangulis liber. Nunc pr. Graece et Lat. editi atque com- mentt. illustrati. Auctore Cl. Gasp. Bacheto. Lutet. Paris., Seb. Cramoisy. 1621. fol. Leo Imp., De bellico apparatu liber, e Graeco in Lat. conversus, Joa. Checo interp. Basil., M. Isengrin. 1554* l6°. Psellus, Michael, De arithmetica; musica, geometria, et Pro- clus de sphaera [Latine], Eli a Vine to interprete. Paris., G. Cavellat. 1557- 8°. Chytraeus, Dav., In Herodotum commentarius, eet. HalaeSax., P. Gröberus. 1597. 8°. Thucydides, De bello Peloponnesiaco 11. VIII [cum scholiis, Graece]. Iidem Latine,exinterpretat. Laur. Vallae, ab Hen. Stephano recogn. Excud. Hen. Stephanus. 1564. fol. Thucydides, De bello Peloponnesiaco 11. VIII. [Graece et Latine, cum comment. Fra. Porti]. Franco!., her. A. Wecheli. 1594- f° l - Caselius, joa., In Thucydidis interpretationem ufoXtyo^tvx. Rostochii, J. Lucius. 1576. 4°* Diodorus Siculus, Bibliothecae historicae 11. XVII [Latine]. His adjec. Dictys Cretensis et Daretis Phrygiide Trojano bello historiam, eet. [Edidit Mc. Hopperus]. Basil., H. Petri. 1548- fol. Dionysius Halicamasseus, Antiquitatum Romanarum 11. XI, ab Aem. Porto Latine redditi et doctiss. virorum annotatt. illustrati. Ejusdem D. quaedam de Legationibus, Graece, cum tripl. interpretat. Latina, eet. Lugduni,. F. Faber. 1592. fol. Josephus, Flavius, Opera [Graece, cum praefat. Am. Pe- raxyli Arlenii]. Basil., Froben. 1544- fol.
155 Josephus, Flavius, Opera [Latine. Accedit:] Rob. Goullet Tetramonon, ex ipsius J., Bibliae, Historiae scolasticae, Aege- sippi epithomat. conciliatum, cet. Parrhisii [impr. opera Joa. Barbier et impensis Fra. Regnault et Joa. Petit. 1514]- fol. Josephus, Flavius, Opera omnia, in Latinum sermonem trans- lata. Cum figuris. Francoforti, [Sigism. Feyerabendt], 1580. fol. Appianus, Romanarum historiarum Celtica, Libyca, cet. [Graece]. Lutetiae, cura ac diligentia Car. Stephani. 1551* fol. Scriptores. — Romanae historiae scriptores Graeci minores, cet. Opera et stud. Fri Sylburgii. Francof., A. Wecheli her., cet. 1590. Tom. III. fol. Phlegon Trallianus, Quae exstant opuscula [Graece et Lat.] Joa. Meursius recensuit et notas addidit. Lugd. Bat., Is. Elzevier. 1620. 4°- Aelianus, CL, Variae historiae 11. XIV. Rerumpublic. descrip- tiones ex H e r a c 1 i d e. [Graece] cum Lat. interpretat. J u s t i Vulteji Wetter. Edit, emendat. [Lugduni], Joa. Tomaesius. 1600. l6°. Philostratus. — P h i 1 o s t r a t e, de la vie d’Apollonius Thya- neen en 8 livres. De la trad, de B. deVigenere. Reveuë sur 1’orig. Grec. par Fed. M o r e 1, et enrichie d’amples commen- taires par Artus Thomas Sr. d’Embry. Paris, Veufue M. Guillemot. 1611. 4 0 . Zosimus, Historiae novae 11. VI. Quibusadd. sunt historiae Pro- copii Caesariensis, Agathiae Myrrinaei, JornandisAlani. Zosimi libros Jo. Leunclavius Latinos fecit, Agathiam re- dintegravit, ceteros recensuit. Adjec. et Leon. Aretini rerum Gothicarum commentaries, de Graecis exscriptos. Basil., Pt. Pema. S. a. [1576]. fol. Theodorus Metochita. Historiae Romanae, a Julio Caesare ad Constantinum M. liber sing. [Graece et Lat.] Joa. Meursius prim, vulgavit notasque addidit. Lugd Bat., J. Colsterus. 1618.4°- Hegesippus. — Egesippi de rebus a Judaeorum princip. in obsidione fortiter gestis, cet. 11. V. [Latine], D. Ambrosio Mediolan. episc. interprete, cet. Apud S. Coloniam, Jasp. Genne- paeus. 1544. fol. Constantinus Porphyrogenitus, De administrando imperio [Graece et Lat.] Joa. Meursius notas adjecit. Lugd. Bat., ex offic. typogr. J. Balduini impensis Lud. Elzevirii. 1611. 8°.
156 Georgius Logotheta Aeropolita, Chronicon Constantinopoli- tanum, cet. Graece et Latine ed. notisque illustr. Ex biblioth. Theod. Dousae. Lugd. Bat., G. Basson. 1614. 8°. Georgius Codinus Curopalata, De officialibus palatii Con- stantinopolitani et officiis magnae Ecclesiae [Graece etLat.] Fra. Junius transtulit, notis illustravit, cet. [Heidelb.], Hier. Com- melinus. 1596. 8°. Strabo, Rerum geographicorum 11. XVII [Graece el Latine]. Is. Casaubonus recensuit ac commentariis illustravit, cet. [Ge- nevae], E. Vignon. 1587. fol. Philo Byzantius, De septem orbis spectaculis, Leonis Al- latii opera nunc pr. Gr. et Lat. prodit, cum notis. Romae, Mascardus. 1640. 8°. ROMEINSCHE SCHRIJVERS EN HUNNE COMMENTATOREN. (Dichters; Redenaars; Rhetoren enz.; Wijsgeeren enz.; Wis- en Krijgskundigen; Oeconomen; Geschiedschrijvers). Corpus omnium veterum poetarum Latinorum, sec. seriem tem- porum in V 11. distinctum, cet. [a Pt. Brossaeo]. Lugduni, Hug. a Porta etc. 1603. (2 tom. l vol) 4 0 . Scriverius, Pt., Collectanea veterum tragicorum, L. Livii An- dronici, Q. Ennii, Cn. Naevii, M. Pacuvii, L. Attii, aliorumque fragmenta et circa ipsa notae breves. Quibus acc. castigationes et notae uber. Ger. Joa. Vossii. Lugd. Bat, J. Maire. 1020.8°. Plautus, M. Accius. — Plautus integer cum interpretatione Joa. Bapt. Pii. [Mediolani, Uld. Scinzenzeler. 1500.] fol. Plautus, M. Accius, Comoediae, emendationibus adque (sic) commentariis Bern. Saraceni, Joa. Pt. Valla e. [Vene- tiis, Laz. Soardus. 1511]. foL C. fig. Plautus, M. Accius opera Dion. Lambini emendatus ab eodemque commentariis explicatus. Nunc denuo mendis repurga- tus, cet. [Genevae], haer. Eust. Vignon. 1595- 4°- Plautus, M. Accius, Querolus sive Aulularia, ad Camerarii cod. denuo collata. Eadem a Vitale Blesensi eleg. car mine reddita. Add.P. Danielis, C. Rittershusii, J. Gru- t e r i notae. [Heidelb.], H. Commelin. 1595- 8°*
157 Plautus, M. Accius. — De tribus Plauti comoediis Menechmis, Milite et Mercatore, familiares loquendi formulae puerorum usui selecte. [Ediderunt Henricus Almelensis et Joannes War- menhusanus, Gorcomianae scholae praefecti. Impr. Antverpiae per Joa. Ghelen, impensis Ludolphi Horne bibliop. Gor- comiani. S. a.] 4°. Gulielmus, Jan., Plautinarum quaestionum commentarius. Lu- tetiae, Aeg. Beys. 1583. 8°. Terentius Afer, P., Comoediae, cum scholiis. — Persii Sa- tyrae. MSS. fol. In fine Terentii: „Completum per manum Theodrici AmelonckIISept. A. D. 1446.” [Terentius Afer, P., Comoediae cum commentariis Aelii Donati. Venetiis, Bernard, de Coris Cremomensis. 1488. fol.] Terentius Afer, P., Comoediae [cum commentariis variorum], cet. Venetiis, H. Scotus. 1545. fol. C. fig. Terentius Afer, P., Comoediae VI et in eas Aelii Donati commentaria. Er. Lindenbruchius recensuit et observatt. inlustravit. Paris., H. Perier. 1602. 4 0 . Paernus, Gabr., Emendationes in P. Terentii Fabulas. Joh. Calphurnii in ejusdem Heautontimorumenon interpretatio. Paris., H. Perier. 1602. 4 0 . Lucilius, C., Satyrarum quae supersunt reliquiae. Fra. Jani f. Dousa collegit, 'disposuit et notas addidit. Lugd. Bat., F. Ra- phelengius. 1597. 4 0 . Lucretius Carus, T., De rerum natura 11. VI, a Dion Lam- bino olim emendati et commentariis illustrati, nunc ab eodem recogniti cet. Lutetiae, Joa. Benenatus. 1570. 4 0 . Lucretius Carus, T., De rerum natura 11. VI, ad postr. Oberti Gifanii emendat. restituti. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1595.8°. Guarinus, Alex., In C. V. Catullum per B a p t. patrem emen- datum expositiones. [Venetiis, Geo. de Rusconibus. 1521.] 4 0 . Dousa, Jan., Praecidanea pro Q. Valerio Catullo. Antverp., C. Plantinus. 1582. 16 0 . — Praecidanea pro Albio Tibullo. Ibid. 1582. 16 0 . — Schediasma succidaneum nuperis ad Tibullum Praecidaneis ad dendum, cet. Ibid. 1582. 16 0 . LVirgillus Haro, P., Opera. Praec. Virgilii vita. S. 1., typ. nom. et a. Impr. Venetiis per Nic. Jenson circ. 1474. fol.] 204 ff. 34 ]jgn. Editio non descripta, sine sign., custod. et pag. num.
158 [Virgilius Maro, P., Opera, cum commentariis Mauri Servii Honorati, Venetiis, Andr. de Palthascichis Catarensis. 1488. Kal. Sept. fol.] Virgilius Maro, P., Opera [cum quinque vulgatis commentariis, figuris atque imaginibus nuper per Sebast. Brant superadditis. Argentinae, Joh. Grieninger 1502.] fol. Virgilius Maro, P., Bucolica, P. Ra mi praelection. exposita, eet. Ed. V. Francof., A. Wechel. 159°- 8°. Virgilius Maro, P. — Catalecta Virgilii et aliorum poetarum Latinorum veteram poematia: cum commentariis Jos. Scaligeri Jul. Caes. fil. Lugd. Bat., J. Maire. 1617- 8°. Ramus, Pt., Praelectiones in P. Virgilii Maronis Georgicoram 11. IV. Dilig. emendata. Francof., typis Wechel. 1606. 8°. HoratiUS Flaccus, Q., Opera cum quibusdam annotationibus imaginibusque pulcherrimis, eet. [Edidit Jac. Locher. Argenti nae, Joh. Reinhardus cognom. Grüninger. 1498]. fol. HoratiUS Flaccus, Q., Sermonum 11. IV seu Satyraram 11. II, Epistolaram 11. II. Cum argumentis, eet. [edidit Bernard. Pal- thenius]. Venetiis, Dom. Nicolinus. 1584. 4°* HoratiUS Flaccus, Q., cum commentt. et enarration. commen- tatoris vet. et Jac. Cruquii. Acc. Jani Dousae in eundem commentar., eet. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1597- 4°- Treterus, ThO., In Q. Horatii Flaccii poëmata omnia index. Antverp., C. Plantinus. 1575- 8°. Lambinus, Dion., In Q. Horatium Flaccum, ex fide libr. mss. a se emendatum, eet. commentarii, ab auctore plus III parte amplificati, eet. Francof. ad M., A. Wechel. 1577- f°l- Dousa, Jan., In novam Q. Horatii .Flacci editionem commenta- riolus. Antverp., C. Plantinus. 1580. ló°. — Ad super, commentar. suum VII capitum succidanea pro no- viss. Horatii editione adpendix. Ibid. 1582. ló°. Parthenius, Bernard., In Q. Horatii Flacci carmina atque epodos commentarii, eet. Venetiis, Aldus. 1585- 4°* Ovidius Naso, P., Opera. Dan. Heinsius textum recensuit. Acc. breves notae, eet. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1629. 3 torn. 12°. Ovidius Naso, P., Metamorphoses. MS. in charta saec. XV. fol. Ovidius Naso, P., Metamorphosis cum Raph. Regii enarra- tionibus, eet. [Venetiis, Geo. de Rusconibus. 1509]. fol. C. fig.
159 Ovidius Naso, P., Heroides epistolae cum interpretibus Hu- bertino Crescent, et Jano Parrhasio. Ejusdem Sappho cum Domitio, et Ibis cum Cph. Zaroto. Cum enarration. Jod. Badii Ascensii in haec omnia, et annotation. Jo a. Bapt. Egnatii. Venetiis, J. M. Bonellus. 1558. 4 0 . SyTUS, Publius, Selectae Sententiae. Dion. Catonis Disticha de moribus, cum vers. Graeca Planudis. Sententiae Publianae totidem versibus Graecis et quaedam Catonis Disticha Graece a Jos. Scaligero reddita, cum notis ejusdem. Lugd. Bat., Offic. Plantin. 1598. 8°. Manilius, M., Astronomicon, a Jos. Scaligero ex vet. cod. Gemblac. infin. mendis repurgatum. Ejusdem J. S. notae, cet. Lugd. Bat., Cph. Raphelengius. 1600. 4 0 . Persius Flaccus, A., Satyrae VI, Joa. Murmellio scholiaste. Item Herm. Buschii prologi, cet. Paris., C. Wechel. 1538.4°. Persius Flaccus, A., Satyrarum liber I. D. Junii Juvenalis Satyrarum 11. V. Sulpiciae Satyra. Cum vet. commentt. nunc pr. editis ex biblioth. P. Pithoei cujus etiam notae adjectae sunt. Heidelbergae [H. Commelinus]. 1590. 8°. Persius Flaccus, A., Satyrae VI illustr. commentariis Eilh. Lubini. Amstelred., Z. Heyns. 1595. 8°. [Seneca, L. Annaeus, Tragoediae cum commentariis Dan. Cajetani et Gellii Bern. Marmitae. Venetiis, Mt. Capcasa. 1493. foL] Seneca, L. et M. Annaeus, Tragoediae. Cum notis Thom. Farnabii. Amsterd., G. et J. Blaeu. 1632. 12°. Lucanus, M. Annaeus, Pharsalia. Adj. notis T. Farnabii. Londini, Rich. Field. 1618. 8°. C. tab. Silius Italicus, C., De secundo bello Punico. Amsterod., Guil. Janssonius[Blaeu]. 1620. 16°. MartialiS, M. Valerias, Epigrammata, cet. illustr. annotatio- bus, auctore T h e o d. M ar c i 1 i o. Lutetiae, Aeg. Beys. 1584.8°. Rader, Mt., Ad M. Valerii Martialis epigrammaton libros, plenis commentariis illustrates, curae III. Moguntiae, J. Kinckius. 1627. fol. C. tab. Juvenalis, Jun. et Aul. Persius Flaccus, Satyrae: cum annotat. [Th. Farnabii]. Ill edit, auction Londini, excud. Th. Snodham imp. Joh. Pyper. 1620. 8°. Petronius Arbiter, T., Satyricon, commentariis adornatum, cet. Recensente Jo. P t. Loti chi o. Francof ad M., L. Jennis. 1629. (4 pt. 1 vol.) 4°.
i6o Cato, Dion., Disticha moralia, cum Er asmi scholiis. Adj. li bellis aliis, cet. [Edidit Geo. Fabricius]. Francoph., Nic. Bas- saeus. 1584* 8°. Cato, Dion., Disticha, ab Erasmo Rot. castigata. Sylvaeducis, J. k Turnhout 1601. 4 0 . Nemesianus, M. Aurelius Olympius, et T. Calphur- nius Siculus, Bucolica, commentt. expos, opera ac studio Rob. Titii. Florentiae, Ph. Juncta. 159 0, 4°> Porphyrius, Publ. Optatianus, Panegyricus dictus Constan tino Augusto. Ex cod. ms. Pau. Velseri. Aug. Vindelic., ad ins. pinus. 1595- fol. Ausonius, D. Magnus, Opera. Amstelred., Guil. Janssonius. 1621. 32 0 . Claudianus, CL, Opera, serio emendata ex fide vet. codd. in biblioth. Cujac. Cum annotatt. perpet. St. Claverii, cet. Paris., G. Chaudière. 1602. 4 0 . Sidonius, C. Sollius Apollinaris, Opera. Jo. iSavaro re cognovit et lib. commentarium adjecit. II editio auctior. Paris., H. Perier. 1609. 4 0 . Licetus, Port., Allegoria peripatetica de generatione, amicitia et privatione, in Aristotelicum aenigma Elia Lelia Crispis. Patavii, G. Crivellarius. 1630. 4 0 . Cicero, M. Tullius, Opera omnia quae exstant. Editio ad Ma- nutianam et Brutinam conformata. Cum annotatt. et castigation, select. Francof., A. Wecheli heredes. 1590. 10 tom. 4 vol. 8°. Cicero, M. Tullius, Familiarum Epistolarum 11. XVI, cum var. lect., annotationibus, cet. doctiss. amplius XXIV virorum, cet. [Ed. Joa. Th. Bellovacus]. Paris., J. Dupuys. 1557- fol. Cicero, M. Tullius, Fragmenta, Car. Sigonii dilig. collecta et scholiis illustrata. Venetiis, J. Zilletus. 1559- 8°. Nizolius, Mar. — Nizolius sive thesaurus Ciceronianus, omnia Ciceronis verba cet., complexus, nunciterum Cael Sec. Curio- nis labore quarta parte auctior, cet. Basil., Offic. Hervag. 1568. fol. Nizolius, Mar., sive Thesaurus Ciceronianus, cet. Nunc demum per Jac. Cellarium locupletatus, cet. Basil., Henricpetri. [1595]- fol. Ramus, Pt., Ciceronianus. Ed. postr. Francof., A. Wechel. 1580. 8°. Manutius, Pau., In Epistolas M. Tullii Ciceronis quae familiares vocantur commentarius. Lugduni, C. Pesnot. 1580. fol.
21 l6l Manutius, Pau., In Epistolas M. Tullii Ciceronis quae familia- res vocantur commentarius. Cui add. est alter ejus comment, in Epist. ad M. Brutum et Quinctum fratrem. Francof., haer. A. We- cheli. 1600. 2 vol. 8°. Wolflus, Hier., In Ciceronis Officia, Catonem, Laelium, Para dox 3 et Scipionis Somnium commentarii atque scholia, eet. Ba sil., Eus. Episcopius. 1584. fol. Gulielmus, Jan., Adversus C. Sigonium assertio non esse M. Tullii aut satis dignam M. Tullio earn quae illius nomine vendi- tetur Consolationem, eet. Lutetiae, Aeg. Beys. 1584. 8°. Rutilius Lupus, Aquila Romanus, Julius Rufinianus, de figuris sententiarum et elocutionis [et alii Scriptores de arte rhetorica]. Omnia ex codd. mss. emendat. vel auctiora. Ex bi- blioth. Fra. Pith oei. Paris., H. Perier. 1599. 4 0 . Quintilianus, M. Pabius, Institutionum oratoriarum 11. XII. Ad fidem vet. cod. recogniti. Lugduni, Lud. Cloquemin et Steph. Michael. 1575. 8°. Declamationes XIX. Ad fidem vet. cod. recogn. Ibid. 1575. 8°. Plinius Secundus, C. Caecilius, Epistolarum 11. x. Ejus- dem Panegyricus Trajano dictus. Cum commentt. Joa. Mar. Catanaei. [Parisiis], Jod. Badius et Joa. Roigny. [1533]. fol. Gellius, Aulus, Noctium Atticarum II. XIX. [Edidit Nic. Ger- bellius. Argentinae, Joa. Knoblouch. 1517]. fol. Lambecius, Pt., Prodromus lucubrationum criticarum in Auli Gellii Nodes Atticas. Ejusdem L. Dissert de vita et nomine A. Gellii. Paris., S. et G. Cramoisy. 1647. 8°. Censorinus, Ad Q. Caerellium de die natali. Nova editio, Lud. Carrione recensente, eet. Lutetiae, Aeg. Beys. 1583. 8°. Macrobius, Aur., suo decori a Joa. Rivio restitutus [Satuma- liorum 11. VII]. [Parisiis], Jod. Bad;us et Joa. Parvus. [1515]. fol. Macrobius, Aur., In Somnium Scipionis 11. II. Ejusdem Con- viviorum Saturnalium 11. VII. [Edidit Hen. Stephanusl. Paris 1585. 8°. Auctores Latinae linguae in unum redacti corpus, eet. Adjec- tis notis Dion. Gothofredi. S. Gervasii, J. Chouët. 1602. 4 0 . Seneca, L. Annaeus a M. Ant. Mureto correctus et notis illustratus. Acc. seorsim animadversiones, eet. Jani Gruteri opera. [Heidelb.], H. Commelinus. 1594. fol.
1Ó2 Seneca L et M. Annaeus, Quae extant opera, illustrate com- “Siis 'selectioribus, cel. II edit, recens. et auctascholns Fed. Morelli. Paris., H. Perier. 1613. fol. *««!■ r E Tafel. Tubingae, bibliop. zu Guttenberg. 1841. » • . oannmlna p Liber II de mundi historia, cum com Plinius Secundus, o., j-ioci n f p r> rllbac h iariis Jac. Milichn, ab auct auctis. Francof., Pt Brubach. 15Ó3- 4°- Fraaie gefigureerde band van 15°4- QoimaiiiiiR Cl Plinianae Exercitationes in C. Julii Solini P°ly ■SSfSA jS solini Polyhistor ex vet mm —*► tus. Paris., H. Drouart. 1629. 2 vol. fol. Apulejns cum comment» Beroaldi et fignris noviter addins. [Venetiis, Joa. Tacuinus de Tndino. 1516]. fol- [Lugd. Bat], Offic. Plantin. Raphelengu. 1601. 64 • commentt ilhJata. II edit Paris., M. Henault 1635. 4 • . n TnliiiR Fabularum liber. Ejusdem Poeticon astro- Hygmus, 0. ‘ de fabulosis na rrationibus liber, nomicon U. JV- p aU«p M y tho l 0 g iarU m 11. IIL Ejusdem de F. F u 1 g e n 111 P1 a c 1 a aismyi s de Qatura deorum VOCU Tatio nt A 1 bricideDeorumimagin.liber. Arati fragmentum, Germanic» Cm. W srï r^a s?sïc^.* r si. j. £*» .549. fol. C. fig. . -rr -«no P Julius Fabularum liber. Ejusdem Poeticon astro- HygmUS.CJulJUa Palaephatus ÏÏS«ïi."; Phornutus, Aratus Pr^Cos. Apoi- 1 o d o r u s, cet. Lugduni, J. Degabiano. 1608. .
1Ó3 Vitruvius pollio, M., De architectura 11. X. [ad edit. Florent.] Cum nonnullis figuris nunquam antea impressis. Additis Julii Fron- tini de aquaeductibus libris. S. 1. [Lugduni]. 1523* 8°. Bandje van dien tijd met den naam van Jehan Vorins (?) Vitruvius Pollio, M., De architectuja 11. X. Acc. G u 1. P h i- landri annotationes, locupletiores, cet. Lugduni, J. Tomae- sius. 1586. 4 0 . C. fig. Vitruvius Pollio, M., De architectura 11. X cum notis [vario rum]. Praemitt. Elementa architecturae collecta ab Hen. Wot- ton. Acc. Lexicon Vitruvianum Bernard. Baldi et ejusdem Scamilli impares Vitruviani. De pictura 11. Ill L e o n i s B a p t. de Albertis. De sculptura excerpta ex Dialogo Pomp. Gaurici. Lud. Demontiosii Comment, de sculptura et pictura. Omnia collecta et illustr. ajoa. de Laet. Amstelod., Lud. Elzevier. 1649. fol. C. fig. Vegetius Renatus, PL, De re militari 11. IV. Sex. Jul. Front ini de strategematis 11. totidem. Aeliani de instruen- dis aciebus liber. M o d e s t i de vocabulis rei militaris liber. Item picturae bellicae CXX passim Vegetio adjectae. Collata ad ant. codd. maxime Bud a ei. Lutetiae, C. Wechel. 1532. fol. Vegetius Renatus, PI. —Flaue Vegece Rene du fait de guerre et fleur de cheualerie, quatre liures. Sexte Jule F r o n t i n, des stratagemes etc. de guerre, quatre liures. A e 1 i a n de lordre et instruction des batailles, ung liure. Modeste des vocables du fait de guerre, ung liure. Pareillement 120 histoires cone, le fait de guerre, ioinctes a Vegece. Traduicts de latin en frangois et collationnez par le polygraphe etc. [N i c. V o 1 c y r e de Serouville]. Paris, C. Wechel. 1536. fol. Av. fig. Hyginus gromaticus. — H. g. et Polybii Megalopolitani, de castris Romanis quae exstant. Cum notis et dissertation, de re militari pop. Rom. R. H. S. [S c h e 1 i i]. Amstelod., J. Pluymer. 1660. 4°. C. tab. Agrri — De Agrorum conditionibus et constitutionibus limitum, Siculi Flacci lib. I; Jul. Frontini lib. I; Aggeni U r b i c i 11. II; H y g i n i g r o m a t i c i 11. II; Variorum aucto- rum Ordines finitionum cet. [Edidit Pt. Gallandius]. Omnia figuris illustr. Paris., A. Turnebus. 1554- 4°- Opera Agricolationum: Columellae, Varronis, Cato- n i s q u e necnon P a 11 a d i i: cum exscriptionibus et commenta- riis Phil. B e r o a 1 d i. [Regii, Dion. Bertochus. 1496]- fol.
Libri de re rustica: Catonis lib. I, M. Terentii Varro- n i s lib. Ill eet. [ad edit. A1 d i], Basil., J. Hervagius. 1535. 4 0 . Cato, M. Porcius, De re rustica liber. Fragmenta quae super- sunt. Aus. Popma iterum recensuit et notas addidit. Ace. J o a. M e u r s i i notae. Aus. Popmae de instrumento fundi liber. Franek., J. Lamrinck. 1620. 8°. Vlitius, Janus, Venatio novantiqua. S. 1., Offic. Elzeviriana. 1645. 12°. Scriptorcs. — Historiae Romanae scriptores Latini minores, eet. Opera Fri. Sylburgii. Francof., A. Wecheli heredes. 1588. 2 tom. 1 vol. fol. Historia. — Historiae Romanae epitomae L. Julii Flori, C. Vel. Paterculi, Sex. Aur. Victoris, Sex. R u f i Festi, Messalae Corvini, M. Aur. Cassiodoriet E u t r o p i i. [Lugd. Bat.], Offic. Plantin. Raphelengii. 1607. ló°. Donatus, Mare., In Latinorum plerorumque historiae Romanae scriptorum locos obscuriores scholia, eet. [Edidit G e o. Draudt]. Francof., J. Rhodius. 1605. 8°. Caesar, C. Julius, De bello Gallico commentarii VII. A. Hir- c i i de eodem liber VIII. C. Caesaris de bello civili Pompeiano commentarii III. A. H i r c i i de bello Alexandrino; de bello Africano; de bello Hispaniensi. Cum scholiis Fra. Hotomani, Ful. Ursini, Aldi Manutii. Lugduni, B. Vincentius. 1574- fol. Caesar, C. Julius, Commentarii, novis emendation, illustrati. Ejusdem Fragmenta. Ex bibliotheca Fulvii Ursini. Ant- verpiae, Mart. Nutius. 1595- 8°. C. fig. Caesar, C- Julius, Commentarii, novis emendation, illustrati. Ejusdem. Fragmenta. Ex biblioth. Fulv. Ursini. Antverp., Vid. et haer. P. Belleri. 1609. 8°. C. fig. Caesar, C. Julius, Quae extant, ex codd. mss. ant. emendata, cum commentariis variorum ex musaeo Jac. Stradae. Acc.ta bulae topogr. et imagines, cum nova explicat. et recens. M c. Zuerii Boxhornii. Lugd. Bat., Offic. Elsevir. 1635. fol. Zerneman, Conr., TloXnsu^x sive labores C. Julii Caesaris, cet. Francof., J. Saurius. 1606. 8°. Sallustius Crispus, C., Opera, omnia quae exstant, cum Pt. C i a c c o n i i notis. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1594. 8°.
165 Sallustius Crispus, C., Opera, cum fragmentis. C p h. C o 1 e- rus notis illustravit. Noribergae, P. Kauffman. 1599- 8°. — Epistolae II ad C. Jul. Caesarem de repub. ordinanda. Notis polit. illustr. a Cph. Colero. Ambergae, M. Forster. 1599.8°. Sallustius Crispus, C. — Histoire de la république Romaine dans le cours du 7e siècle, par S a 11 u s t e : en partie trad. du Latin, en partie rétablie et composée snr les fragmens de ses livres perdus etc. [par Ch. de Brosses]. Dijon, L. N. Fran- tin. 1777. 3 tom. 4 0 . Av. portr. Nepos, Corn. — Corn. Nepotis vulgo Aemilii Probi de vita excell. Imperat. Graec. ac Roman, cum commentariis Dion. Lambini [et aliorum], eet. Francof., Cl. Marnius etc. 1608. fol. Nepos, Corn., Quae extant [cum notis G i 1 b. L o n g o 1 i i et Joh. Savaronis, eet] Lugd. Bat., J. Maire. 1628. 16 0 . Livius, Titus, Libri omnes quotquot ad nostram aetatem per- venerunt: una cum doctiss. vir. in eos lucubrationibus, artific. figuris [J. Ammanni] exornati, cet. Francof. ad M., J. et S. Feyerabendt. 1578. 2 vol. fol. Livius, Titus, Libri omnes quotquot ad nos pervenere, nove editi et recogn. a Fra. M o d i o. In eundem L. observationes, emendationes, cet. [variorum]. Una cum fragmentis historicorum annaliumque scriptorum quos L. secutus est. Francof., S. Feyra- bend et soc. 1588. fol. Tomasinus, Jac. Phil., T. Livius Patavinus. Patavii, Varisc. de Variscis. 1630. 4 0 . Valerius Maximus, Dictorum factorumque memorabilium 11. IX, mendis repurgati per Steph. Pighium. Acc. ejusdem annotationes et breves notae Justi Lipsii. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1594. 8°. Tacitus, C. Cornelius, Annalium 11. XVI. Ex castigatione Aem. Ferretti, Beati Rhenani, Alciati ac Beroaldi. Lugduni, S. Gryphius. 1542. 8°. Tacitus, C. Cornelius, Opera quae exstant. Just. Lipsius postr. recensuit. Additi commentarii aucti emendatique ab ult. manu. Acc. C. Velleius Paterculus cum ejusdem L. auc tion notis. [Edidit Joa. Woverius]. Antverp., B. Moretus etc. 1637. fol.
i66 Tacitus, C. Cornelius. — Des Causes de la corruption de 1’élo- quence; dialogue attribué k Ta cite [ou] k Quintilien. [Trad. en Francois par Louis Giry avec une préface par Ant. Go- deau]. Paris, C. Chappellain. 1630. 4 0 . Pichena, Cursius, Ad Cornelii Taciti Opera notae [Hanoviae?], her. A. Wecheli. 1600. 8°. Acidalius, VaL, In Q. Curtium animadversiones. Francof. ad M. [I. Feyrabend]. 1594- 8°. Raderus, Mt., Ad Q. Curtii Rufi de Alexandro magno histo- riam commentarii, eet. Colon. Agr., J. Kinckius. 1628. fol. Floras, L. Annaeus, De gestis Romanorum historiarum 11. IV. et seorsum in eos commentarius Joa. Stadii. Colon. Agripp., J. Gymnicus. 1579- 8°. Floras, L. Annaeus, Rerum Romanarum editio nova, accur. Joa. Freinshemio. Argent., L. Zetzner. 1636. 8°. Suetonius Tranquillus, C., XII Caesares et De illustr. gram- maticis et claris rhetoribus libelli II. [Lugd. Bat.], Offic. Plantin. Raphelengii. 1602. l6°. Suetonius Tranquillus, C., De la vie des douze Cesars. Nou- vell. traduit en Francois et illustrée d annotations [par Jean Baudouin]. Paris, J. Gesselin. 1611. 4°- Justinus. — Trogi Pompeii Historiarum Philippicarum epitoma. Acc. Victor. Strigelii Commentarius, eet. Ursellis, C. Sutorius. 1602. 8°. Aurelius Victor, S., Historiae Romanae breviarium, eet. Ex biblioth. Andr. Schotti cujus notae adj. sunt. Antverpiae, C. Plantinus. 1569- 8°. — De vita et moribus Imperatorum Romanorum excerpta ex libris S. Aur. Vict. Andr. Schottus emendabat, scholiis et vet. icon.illustrabat. Quibus acc.et El. Vinetae notae.Ibid. 1579-8°. Aurelius Victor, S. — Cornelii Nep o t is Opera quae qui- dem exstant, eet. Explicata pridem studio And. Schotti. hiunc denuo doet. hom. accession, locupletata. Francof., Cl. Marnius etc. 1609. fol. [Scriptores historiae Augustae]. Ex recognit. Des. Erasmi. C. Suetonius Tranquillus, Dion Cassius, Aelius Spar- tianus, Julius Capitolinus, eet. Coloniae, Euch. Cervicor- nus. 1527- fol- [Orosius, PaulUS, Historiae, castigatae per Aeneam Vul- pem, adjutore Laurentio Brixiensi. S. 1., typ. n. et a. Impr. Vincentiae per Herm. Levilapidem Colon, circ. 1475. fol.] Cat. libr. saec. XV bibl. Hag. b. N°. 811.
167 PHILOLOGIE. (In 't algemeen; Grieksche Letteren; Latijnsche Letteren). Politianus, Ang., Omnia opera et alia quaedam lectu digna. [Venetiis, Aldus. 1498]. fol. Folium in quo nomen typographi invenitur et folia postea addita desunt. Crinitus, Pt., De honesta disciplina 11. XXV. De poetis Latinis 11 V. Et Poematum 11. II. [Paris., Jod. Badius Ascensius. 1513]. fol. Crinitus, Pt., De honesta disciplina 11. XXV. De poetis Latinis ejusdem 11. V. Poematum quoque illius 11. II. Basil., Henr. Petri. [1532]. 4°- Scaliger, Jïll. Caes., Adversus Desid. Erasmum orationes II. [Acc. Des. Er. Ciceronianus]. Una cum ejusdem Epistolis et Opusculis aliquot nondum vulgatis. Quibus de novo accedunt Problemata Gelliana. Tolosae Tectosagum [Toulouse], D. et P. Bosc. 1621. 4 0 . Rhodigines, Lod. Cael., Lectionum antiquarum 11. XXX, re- cogn. ab auctore, eet. Basil., Froben. 1542. fol. Volaterranus, Raph., Commentariorum urbanorum 11. XXXVII, eet. Item Oeconoinicus Xenophontis ab eodem Latiodonatus. Basil., Froben. 1544- fol. Fortius, Joach., Opera. Lugduni, Ant. Vincentius. 1556. 8°. Decembrius, Ang., De politia literaria 11. VII. [Edidit August. Curio]. Basil., J. Hervagius. 1562. 8°. Magius, Hier., Variarum lectionum seu miscellaneorum 11. IV eet. Venetiis, J. Ziletus. 1563- 8°. Stephanus, Hen., Schediasmatum variorum id est observationum, emendationum, expositionum, disquisitionum 11. III, eet. S. 1. [Genevae]. Hen. Steph. 1578- 8°. Turnebus, Ant., Adversariorum 11. XXX. Paris., Ma. Juvenis. 1580. 3 tom. l vol. fol. Muretus, M. Ant., Variarum lectionum 11. XV. Antverp., C. Plantinus. 1586. 8°. Gruterus, Jan., Lampas sive fax artium liberalium, eet. Fran- cof., Jon. Rhodius. 1602. Tomus I. 8°. Wower, Joan, a, De polymathia tractatio. S. 1., ex bibliopol. Froben. 1604. 4°.
168 Scaliger, Jos. just., Jul. Caes. f., Opuscula diversa Graeca et Latina, partim nunquam hact. edita, partim ab auct. recens. atque aucta. Cum notis in aliquot vet. scriptores. Paris., H. Beys. 1605. 8°. Scaliger, Jos. Just., Jul. Caes. f., Opuscula varia antehac non edita. Paris., A. Drouart. 1610. 4°- Lipsius, Just., Opera omnia, postr. ab ipso aucta et recens. Antverp., B. Moretus 1637. 5 tom. 4 vol. fol. C. fig. Rubenius, Ph.iL, Electorum 11. II. In quibus antiqui ritus, emen- dationes, censurae. Ejusdem ad J. Lipsium Poematia. Antverp., J. Moretus. 1608. 4 0 . Verderius, Cl. In auctores pene omnes, antiquos potiss., cen- siones et correctiones, cet. Paris., B. Macaeus. 1609- 4°- Rutgers, Jan., Variarum lectionum 11. VI. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1618. 4°- Scriverius, Pt., Opera anecdota, philologica et poëtica. Ex schedis auctoris mss. eruit et edi curavit Arn. Hen. Wes- terhovius. Trajecti ad Rh., H. Besseling. 1737- 4°- Petitus, Sam., Miscellaneorum 11. IX. In quibus varia veterum loca, quae philologiam, historiam, philosophiam. chronologiam spectant, emendantur, illustrantur, explicantur. Paris., C. Morel- lus. 1630. 4 0 . Gaudentius, Pagan., Obstetrix literaria sive de componendis et evulgandis libris dissertationes. Ejusdem Epigrammata nova. Florentiae, A. Massa et soc. 1638. 4°. Historiens (Des anciens et principaus) Grecs et Latins, dont il nous reste quelques ouvrages. [Par La Mothe 1 e Vayer]. Paris, Velue N. de Sercy. 1646. 4°* Struchtmeyer, Jod. Joh., Animadversionum criticarum 11. II cet. Harderv., J. Moojen. 1755* 8°. Cum notis mss. Niger, Steph., Dialogus quo quicquid in Graecarum literarum penetralibus reconditum, quod ad historiae veritatem cet. con- ferre possit in lucem propagatur. His acc. Philostrati He- roica, ab eo Latinit. donata, cet. S. 1., typ. n. et a. [Mediolani, Offic. Minutiana. 1517]- fol. Mekerchus, Ado., De veteri et recta pronuntiatione linguae Graecae commentarius, jam auctus et recogn. Antverpiae, Cph. Plantinus. 1576. 8°.
22 1Ó9 Clenardus, N., Institutiones ac meditationes in Graecam lin- guam, cum scholiis et praxiP. Antesignani. Omnia a Fri. Sylburgio recognita, eet. Francof., A. Wechel. 1580. 4 0 . Scot, Alex., Universa Grammatica Graeca. Nunc ejusdem aucto- ris secunda cura facta politior eet. Colon. Allobr., P. et J. Chouët. 1613. 8°. Heinsius, Dan., Peplus Graecorum epigrammatum in quo om- nes celebriores Graeciae philosophi recensentur, eet. Lugd. Bat., ex offic. J. Patii. 1613. Prostant apud Lud. Elzevirium. 4 0 . Cum notiss mss. Punus linguae Hellenisticae, sive confutatio Exercitationis [Mart. Schoockii] de Hellenistis et lingua Hellenistica, eet. [Auctore Cl. S a 1 m a s i o]. Lugd. Bat., J. Maire. 1643. 8°. Salmasius, 01., De Hellenistica commentarius, controversiam de lingua Hellenist, decidens et pleniss. pertractans originem et dia- lectos Graecae linguae. Lugd. Bat., Offic. Elseviriorum. 1643. 8°. Budaeus, G., De transitu Hellenismi ad Christianismum 11. III. Paris., Rob. Stephanus. 1535. fol. [Valla, Laur., De linguae Latinae elegantia, et de ego, mei, tui et sui. Venetiis, Nic. Jenson. 1471. fol.] Valla, Laur., Elegantiarum libri. Necnon epitome Jod. Badii As een si i, eet. Item Libellus de reciprocis pronominibus Sui et Suus. Paris., Guich. Soquand. 1527. fol. [Annius (Joa.) Viterbiensis, Commentaria super opera diverso- rum auctorum de antiquitatibus loquentium confecta. Romae, Euch. Silber alias Franck. 1498. 2 tom. l vol. fol.] Comucopiae sive linguae Latinae commentarii, dilig. recogniti [auctore Nic. Perotto], eet. M. Terentii Varronis de lin gua Latina 11. III. Ejusdem de analogia 11. III. S. Pompeji F e s t i XIX librorum fragmenta. Nonii Marcelli Compen dia, eet. [Venetiis, Aldus et Andreas socer. 1513]. fol. Editio vera anni 1513. Linacer, Tho., De emendata structura Latini sermonis 11. VI eet., recogn. a Joach. Camerario. Ace. libellus ejusdem C. de arte grammat, et figuris dictionum. Lipsiae, Val. Papa. 1556. 8°. Scaliger, Jul. Caes., De causis linguae Latinae 11. XIII. S. 1. apud Pt. Santandreanum. 1580. 8°.
170 earners, joa., Commentaria in C. Julii Solini Polyhistora etLuc. Flori de Romanoram rebus gestis 11., ac tabulam Cebetis, [om nia cum textu]. Praeterea Pomponii Melae de orbis situÏ1.Ill cum commentariis Joach. Vadiani. Item alia J. V. opuscula. [Edidit Joa. HeroldJ. Basil., H. Petri. [1557]- fol. Hadrianus [Castellensis] tt. S. Chrysogoni Card. Botoien., De sermone Latine loquendi. Ejusdem Venatio. Item iter Julii II. P. R. Colon. Agr., G. Fabricius. 1566. 8 P . Stewechius, Godesc., De particulis linguae Latinae lib. I. Co lon. Agr., haer. A. Birckmanni. 1580. 8°. Palmerius, Jan. Mellerus, Spicilegiorum commentarius I qui- bus pteraque Sallustii, Lucretii, Plauti et al. scriptorum emacu- lantur, eet. [Francof. ad M., S. Feyrabend]. 1580. 8°. Modius, Fra., Novantiquae Lectiones, tributae in epistolas C et quod excurrit, cet. Francof., A. Wechel. 1584* 8?. Dialogus antiquarius vel Lexiphanes Latinus, cet. Heidelb., Cph. Leo. 1597. 4 0 . Scioppius, Gasp., Suspectarum lectionum 11. V in CIV epistu- las ad celeb, quosque viros facti. In quis Plautus, Apulejus, Diomedes, cet. illustrantur. Noribergae, P. Kaufmann. 1597* 8 • Fontanus, Joh. Is., Analectorum 11. II, in quis ad Plautum potiss., Apulejum et Senecas, ac passim ad historicos ant. et ; poetas censurae. Rostochii, Cph. Reusnerus. 1599- 4°* Manutius, Aldus, F. f., Orthographiae ratio jam vero aucta . a Casp. Rothio. Lipsiae, Cph. Eiger. 1607. 8°. Dausquius, Cl., Antiqui novique Latii orthographia. Tomaci Nerviorum, Adr. Quinqué. 1632. fol. Neuhusius, Edo, Triga scholasticarum artium, sive idea lo quendi, dicendi, disserendi, cet Leovard., Cl. Fontanius. 1636.8°. Scioppius, Gasp., In G. J. Vossii libro de vitiis sermonis animadversiones. Ravennae, P. P. Rubeus. 1647. 12°. Scioppius, Gasp., In Ger. Joh. Vossii libro de vitiis sermonis animadversiones. Amstelod., Jod. Pluymer. 1660. 8°. Scioppius, Gasp., Grammatica philosophica linguae Latinae cet. Amstelod., Jud. Pluymer. 1Ó59- 8°. Mariangeli a Nano Benedicti [pseud. Gasp. Sci- oppii] Auctarium ad Grammat, philosoph. ejusque rudimenta. Ibid. 1659- 8°. Grosippus, Pascasius [pseud. Gasp. Scioppii], Paradoxa literaria, contra Ciceronis, Varronis, Quinctiliani aliorumque U- terat. hom. sententiam, cet. Amstelod., Jud. Pluymer. 1Ó59’ 8 .
171 Scioppius, Gasp., Consultationes de scholarum et studiorum ratione, eet. Amstelod., Jod. Pluymer. 1660. 8°. Scioppius, Gasp., De paedia humanarum ac divinarum litera- rum. Amstelod., Jod. Pluymer. 1660. 8°. Baxius, Nic., Thesaurus elegantiarum seu Latinae phrases, eet. cum indic. Lat. synon., Gallico et Teutonico [Nederduitsch]. Ed. corr. Antverp., H. Verdussen. 1642. 8°. Dictionarium seu Latinae linguae thesaurus, eet. [Auctore Rob StephanoJ. Ed. II. Paris., Rob. Stephanus. 1543. 2 vol. fol. Faber, Basil., Thesaurus eruditionis scholasticae ex autoribus Graecis et Latinis, cum adjuncta interpretat. Germanica, eet. [Lipsiae], G. Voegelinus.. [1587]- fol.' Laurenbergius, Jan. Guil. f., Antiquarius: in quo praeter antiqua et obsoleta verba ac voces minus usitatas, dicendi for mulae insolentes, plurimi ritus exponuntur eet. Lugduni, J. Anard. 1622. 4 0 . Spelman, Hen., Archaeologus in modum glossarii ad rem anti- quam posteriorem, continentis Latino-barbara, peregrina, obso leta et novatae significationis vocabula, eet. Londini, J. Beale. 1626. fol. Roscius, L. Vitruvius, De commoda ac perfecta elocution deque conficiendis epistolis isagogicon, una cum aliis. Basil. 1541- 8. Macropedius, Geo., Epistolica studiosis Trajectinae scholae tyrunculis nuncupata, quae nihilominus quiequid ad prima rhe- torices elementa attinet brev. praeceptis plane complectitur. Ant verp., J. Withagius. 1556. 8°. Dieterich, Cunr., Institutiones oratoriae, eet. Marpurgi Catt., N. Hampelius. 1626. 8°. Vossius, Ger. Joa., De imitatione cüm oratoria tüm praecipue poëtica; deque recitatione veterum liber. Amstelod., Lud. Elze vier. 1647. 4°- Grosippus, Pascasius [pseud. Gasp. Scioppii], De rheto- ricarum exercitationom generibus, praec. de recta Ciceronis imi tatione, eet. Amstelod., Jod. Pluymer. 1660. 8°. Scaliger, Jul. Caes., Poetices 11. VII. [Lugduni], Ant. Vincen- tius. 1561. fol. Pithopoeus, Lamb. Lud., De studio poetices oratio I. [Acc. carmina]. Heidelb., Jac. Mylius. 1586. 4°* Cum dedicat. autogr. auctoris „Jano Douzae.”
172 Ritter, Steph., Poëtica prosometrica, eet. Francof., N. Hoff mann. 1619. 8°. Vossius, Ger. Joa., De artis poeticae natura ac constitutione liber. Amstelod., Lud. Elzevier. 1647. 4 0 . LATIJNSCHE REDENAARS EN BRIEFSCHRIJVERS VAN LATER TIJD. Oration.es clarorum hominum vel honoris officiique causa ad principes, vel in funere de virtutibus eorum habitae. In Acad. Veneta. 1559. 4 0 . Heroes. — Superioris aevi heroum, ducum ac principum curri cula: orationibus ac elogiis clar. virorum comprehensa. Studio Herm. Kirchneri. Marpurgi, P. Egenolphus. 1610. 8°. Thomasius, Vine. — Vincencij Rauennatis Oratiopublice habita ad Princ. Fredericum Saxonie ducem, cet. [Lubec, Steph. Arndes. 1506]. 4 0 . Erasmus, Des., Declamationes quatuor. I Encomium matrimo nii. II Encomium artis medicae. Ill De morte, cet. [Antverpiae, Mich. Hillenius. 1523.] 8°. Calcagninus, Cael., Opera aliquot. [Edidit Ant. Musa Bra- savolus]. Basil., Froben. 1544- fol. MuretllS, M. Ant., Orationes. XXIII. Ejusdem interpretatio V libri Ethicorum Aristotelis ad Nicomachum. Colon. Agr., J. Gym- nicus. 1576. 8°. Muretus, M. Ant., Orationes Edit, aucta, cet. Antverp., H. Verdussen. 1615. 2 tom. 1 vol. 12°. Majoragius, M. Ant., Orationes et Praefationes, una cum dia logo de eloquentia cet. Editae stud, et opera Dan. Caesaris. [Lipsiae], Voegelin. 1606. 8°. Junius, Melch. — Orationes quae Argentinensi in academia, exercitii gratia scriptae et recitatae ab illustr. generos. nobil. et aliis, ad tractandum vero propositae fuerunt a M. J. Argentor., L. Zetzner. 1606. Tom. I, III. 8°. Cramer, Dan., Orationum selectiorum et tarn personarum quam rerum argumento illustrium liber, cet. Argent., J. Carolus. 1607* 8°. Hovius, Jac., Oratio seu paraenesis panegyrica ad studium eloquentiae. Lugd. Bat., H. L. ab Haestens. 1613. 4 0 . Kirchner, Herm., Orationes XXXVI. Marpurgi, P. Egenolphus. 1617. 2 vol. 8°.
173 CaselitLS, Joa., Pro arte poetarum oratio, eet. Hamburgi, P. Langius. 1618. 8°. Heinsius, Dan., Orationes. Ed. nova auction Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1620. 8°. Nieuwenhuysen, Wilh.. van, Oratio de scholastici muneris difficultate. Harlemi, A. Roman. 1628. 4 0 . Bijgevoegd: „ Welkom-lied” en „ Geluckwenschinge” aan W. van N. door Corn. Helm-breecker organist te H., geheel op muzijk gezet voor vier stemmen. 5 biz. in piano. Onderaan: Gedr. tot Haerlem, by Adr. Rooman met de noten van D. V. Horenbeeck. 1629. Gratia tricharis Ferdinandaea, quae divorum Fra. Xaverii, Fer- dinandi II Caes., Ferdinandi III regis, basilicam porphyrogenitae galaxiae triodon illustravit, eet. [Olomuci, Nic. Hradeczky]. 1628. 4°. C. tab. [Orationes et Poëmata. 1629—1649 In 1 vol. fol.] M. Z. Boxhorn, Allocutio nuptialis ad Guil. Goesium. Lugd. Bat, Is. Commelinus. 1641. Joh. Polyander k Kerckhoven, Oratio fun. in ob. Festi Hommii. Lugd. Bat., Jac. Lauwiick. 1642. Jac. Trigland, Oratio fun. in ob. Const. 1’Empereur ahOpwiick. Lugd. Bat, J. Maire. 1648. C. fig. Jac. Skytte, Panegyricus in laudem Frederici HenriciArausionum princ. Amstelod., G. Blaeu. 1631. Pier. Winsemius, Oratio Gustavi II Suecorum regis memoriae consecr. Excusum in Frisia. 1633. Casp. Barlaeus, Oratio fest. de re sive ente reali. Amstelod., G. Blaeu. 1634. M. Z. Boxhorn, Orationes II de vera nobilitate et ineptiis saecu- lis. Lugd. Bat., J. Livius. 1635. Ma. Hortensius, Oratio de oculo. Amst., G. Blaeu. 1635. M. Z. Boxhorn, Oratio fun. in ob. Domin. Molini senat. Veneti. Lugd. Bat, D. Lopes de Haro. 1636. Casp. Barlaeus, Oratio panegyr. de recepta Breda. Amst., G. et J. Blaeu. 1637. Sim. Pratius, Triumphus super Breda expugnata. Lugd. Bat., Andr. Cloucquius. 1637. Pier. Winsemius, Oratio cum ad ordin. histor. et eloquent, prof. vocatus. Franek., Uld. Balck. 1637. M. Z. Boxhorn, Panegyricus in classem Hispanorum profligatam ductu M. Trompii. Lugd. Bat., Is Commelinus. 1639. Casp. Barlaeus, Christus patiens sive homilia, eet. Amst., J. et C. Blaeu. 1641. Pier. Wiasemius, Oratio in excessum Henrici Nassovii Frisiae eet. praefecti. Franek., Uld. Balck. 1641. Ejusdem Oratio in ob. Gul. Staakmans. Ibid. 1641. M. Z. Boxhorn, Panegyricus in nuptias Araus. princ. Guilielmi [II], Lugd. Bat., Is. Commelinus. 1641.
174 Joh. Cabeliavius, Oratio inaug. de praeparamentis ad studium juris. Amst., J. et C. Blaeu. 1641. . .... Tob. Andreae, Henricus Nassovius sive oratio in [ejus] exces- sum. Ibid. 1641. ,'. ' M. Z. Boxhorn, Oratio in excessum Constantini Alexandn pnnc. Ostrogiae. Lugd. Bat., Is. Commelinus. 1642. Ant. Thysius, Oratio fun. in obitum Jac. BrouchoviL Lugd. Bat., "Wilh. Christiani. 1642. 1 Intimatio in fun. Sigismundi march. Brandenburgensis, prop. a Reet. et Sen. Acad. Regiomontanae. Praelo Reusneriano. 1642. M. Z. Boxhorn, Oratio in Henricae Mariae Britanniae reginae urbem Leidensem adv. Lugd. Bat., Is. Commelinus. 1642 Pier. Winsemius, Oratio pro reparata aede Acad. Franek., Uld. Balck. 1643. - M. Z. Boxhorn, Oratio in excessum Com. van der Myle. Lugd. Bat., Is. Commelinus. 1643. Ejusdem Oratio ad Belgas, Sassa Gandavensi expugnata. Lugd. Bat., Andr. Wiingaerde et Fra. Moiardus. 1644. Hen. Delinanhorst, Oratio, M. T. Ciceronis Claros Oratores praelegendo auspicato invasuri. Lugd. Bat., Wilh. Christiani Bo- xius. 1644. ' Ant. Thysius, Panegyricus in expugnat. Hulstae. Lugd. Bat., J. Maire. 1645. . • Everh. Wassenberg, Panegyricus Ludovicae Mariae Gonzagae- Cliviae, Polon. reginae, sponsae eet. Amsterd., J. Blaeu. 1645. Salve sive Oratio gratulat. ad Fridericum Gulielmum march. Bran denburg. ac Ludovicam princ. Arausion. conjuges, Cliviam suam ingressos. Vesaliae, Hen. Wolphardt. 1647. Hen. Moreelse, Panegyricus Araus. princ. Gulielmo, post maii- gurat. in praefect. prov. Trajectinae. Ultraj., Jod. & Waesberge. [A^Thesserraeus de Brunei], Foeder. BelgiiAlcyonias.de pace Belgica dissertatio oratoria Lugd. Bat., typ. Liviana. 1649. M. Z. Boxhorn, Oratio inaug. cum histor. profess, aggredetür. Lugd. Bat., D. Lopez de Haro. 1649. ... ... , E. Spanheim F. fil., Oratio in excessum Guilielmi Hennci, march. Brandenburg, filii primogen. Lugd. Bat., Wilh. Chr. Boxius. 1649. Casp. Ledebuhr, Clara delineatio belli Assynaco-Judaici a Je- saia praedicti, eet, dedic. Universit. Regiomont. S. a. _ [Lamb. Barlaeus], Epinicium in expugnat. Sylvae Ducis. Am- stelod., P. A. f. è. Ravesteyn. 1629. . Tan. Bodecherus Benning, Panegyn ad Fredencum Henncum, post expugn. Hispan. classem ad Scaldin fluvium, eet. Lugd. Bat, J. Maire. 1631. . Ejusdem et Mc. Boxhorn-Zueru Ep1thalam1ad1ctaW1lh. de Nassau et Mariae ab Aerssen è, Sommelsdiick. Lugd. Bat., Wilh. Christiani. 1631. _ Pier. Winsemius, Panegyr. ad Gustavum II Suecorum regem. Amstelod., Hen. Laurentius. 1632. ✓
175 Casp. Barlaeus, Poemation in ducatum Limburgicum additum Federat. imperio. Amsterd, G. Blaeu. 1633. _ Gedichl op de veroveringh van Limburgh, in Hollandts naerge- volgt door Jac. van der Burgh. Ibid. 1633. Dion. Vossius, Panegyricus dicatus Friderico Henrico Araus. princ. Ejusdem Fridericus victor. Ibid. 1633. Andr. Claudius Petropolitanus, Animula exercitii hoc est ana- grammata et epigrammata Oculis Norvegiae, eet. Lugd. Bat., Wilh. Christiani. 1633. Casp. Barlaeus, Rheno-berca capta. Amstard., G. Blaeuw. 1633. [S. è. Praet], Honori Theod. Berckii, cum gradum doctoratus consequutus esset. Lugd. Bat., Is. Commelinus. 1632. Casp. Barlaeus, Schaga, sive epithalamium in nuptias Guil. van Schagen et Annae van Mathenes. Amsterd., G. Blaeuw. 1633. Jan. Bodecherus Benning, Epicedium in obitum Dion. Vos- sii, eet. Lugd., J. Maire. 1633. <; Casp. Barlaeus, Venus Cimbrica sive nuptiae Christiani electi Daniae regis haer. et Magdalenae Sibyllae ducis Saxon, fil. Am sterd. G. Blaeu. 1634. C. B[oyus], Vox triumphalis in Bredam expugnatam. Hag. Com., Anth. Tongerloo. 1637. [Ma. Hortensius], Epithalamium scr. copulae Mich. Pompe dom. in Meerdervoort nee non Adrianae de Beveren. Amsterd., Nic. Ravesteyn. 1637. Nic. Heinsius Dan. fil., Breda expugnata. Acc. Epigrammata aliquot Lugd. Bat., Offic Elzevir. 1637. Mc. Zuer. Boxhorn, Epigrammata in Bredam captam. Lugd. Bat., Is. Commelinus. 1637. Jan. Bodecherus Benning, Bredaidos 11. III. Ibid. 1638. Pt. Scriverius, Stryenorum felicitas schediasmate elegiaco adum- brata. Lugd. Bat., [Guil. Christiani]. 1638. Theod. Simonis, Impietas larvata Romanae Ecclesiae [Hag. Com., Is. Burchoom. 1Ö39]. [Fra. Vossius], Lusus in nuptias Rud. Bickeri et Agathes Fla- ïningae. ab Outshoom. Amsterd., J. et C. Blaeu. 1639. Jan. Bodecherus Benning, Epigrammata Americana, ad I. Mauricium com. Nassaviae, Lugd. Bat., Dav. Lopes de Haro. 1639. _ Fra. Vossius, Carmen de victoria navali ductu Ma. Herib. Trom- pii. Amstelod., J. et C, Blaeu. 1640. Lusus poeticus de origine Amstelodamensis reipublicae. Ibid. 1640. [G. Burend o nek], Honori Adr. Heereboord profess, logicae in Leyd. Acad. auspic. 1641. H. Delmanhorst, Ecphora funeris censorii Jac. Brouchovii. Lugd. Bat., Wilh. Christiani. 1642. Casp. v. Kinschot, Pugna Rocrojana. Lugd. Bat., excud. Sever. Matthaei pro Justo Livio. 1643. Casp. Barlaeus, Laurus Flandrica, in expugnat. Sassam Gandav. Amstelod., J. Blaeu. 1644.
Ejusdem Mauritius redux sive gratulatio ad J. Mauritium cum ex orbe Americ. in Europam sospes appulisset. Ibid. 1644.* Laur. Nyendael, Epithalamium in nuptias Ans. Bol cum Sandr. de Reede. Acc. ejusdem alia poëmata. Ultraj. J. k Paddenburch. 111. 1 heroi Joa. Mauritio, cum post Brasiliae praefect. patriae redde- retur. [Poëmata-variorum]. Lugd. Bat., W. C. Boxius. 1645. [Hen. Bruno],' Ad Ger. Pauw, cum Agatham Hartoghsveldt L uxorem duxisset. [Hag. Gom., Is. Burchoorn. 1645]. Carmina funebria in obitum Joa. Polyandri a Kerckhoven. Lugd. Bat, Offic. Elsevir. 1646. V _ . Plausus extemporales, quibus Joh. Mauntio com. Nassov. e Brasi lia reduci juventus studiosa giatulabatur. Sigenae. 1645. _ Ein. Zimmermann, Naeniae ac Lacrymaein Frid. Henrici Araus. princ. obitum. Lugd. Bat, W. C. Boxius. 1647. . Amicorum Congratulationes ad Abr. Knijff cum jure-consult. ordim insereretur. Lugd. Bat., Offic. Elzevir. 1647- Aug. Wisaeus, In Pau. Boguslai de Orzechow orationem epidic- ticam, cet. Bredae, Joa. k Waesberge. 1647. A dr Aelmondius, Oliva Belgica sive pacis inter Hispan. regem et Belgii foed. Ordines, Monasterii factae, encomium. Hag. Com., Sim. de Putter. 1648. Treur-dicht op de doodt van Cathar. van Rijn wed. van Com. van Toorenvliedt. [Leyden?] 1649. Gaudentius, Pagin., Chartae palantes, in quibus oratoria et poëtica sic exercetur ut multiplex rerum cognitio exhibeatur, Florentiae, A. Massa et soc. 1638. 4°- Boxhorn, Mc. Zuer., Oratio de somniis, hab. cum ordiretur interpretat. Somnii Sciponis. Lugd. Bat., Is. Commelin. 1639- 4 • Polyander a Kerckhoven, Joh., VII Oratio rector, de chari- tate erga Deum et proximum. Leydae, Jac. Lauwick. 1641. 4°- Lotichius, J. Pt., De opinione oratio. Herborn. 1642. 8°. Strada, Pam., Eloquentia bipartita. Pars I : Prolusiones acade- micae.'ll Paradigmata eloquentiae, cet. Amstelaed., J. Ravesteyn. 1658. 2 pt. 1 vol. 12°. Perpinianus, Pt. Joa., Orationes XVIII. Ad sunt OrationesV, V Presbyterorum Soc. Jesu. Hac III edit, adauctae, cet. Colon. Agr., P. Henning et M. Demenius. 1661. 12°. Lagomarsinns (Hier.) etjos. Ign. Chiaberge, Orationes. Ed. noviss. Aug. Vindelic., J. Wolff. 1763. 4°. Josepho, Paulinus a S., Orationes XXIII. Praefat. de ingenio oratorio addidit Joa. Pt. Millerus. Ed. IV emend. Ulmae.libr. Stettin. 1797. 8°.
177 Sylloge nova epistolarum varii argumenti. [Edidit J. L. U h 1]. No- rimb., hered. Felsecker. 1760—69- 5 tom. 8°. Erasmus, Des., Epistolarum 11. XXXI et P. Melancthonis 11. IV. Quibus adjiciuntur Th. Mori et Lud. Vivis Epistolae. Londini, M. F lesher etc. 1642. fol. C eff. Longolius, Cph., Epistolarum 11. IV. Item Pt. Bembi, Jac. Sadoleti, Gul. Budaei, Des. Erasmi Epistolarum ad eun- dem L. liber. Basil., [J. Valderus]. 154°- 8°. Bembus, Pt., Epistolarum 11. XVI. Basil., Froben. [1566]. 8°. Clenardus, Nic., Epistolarum 11. II. Quorum II jam prim, in luce’m prodit. Antverp., C. Plantinus. 1566. 8°. Scaliger, Jul. Caes., Epistolae et Orationes. [Edidit F r a. Dousa]. Lugd. Bat., Cph. Raphelengius. 1600. 8°. Sadoletus, Jac., Epistolarum 11. XVI nunc. recogniti, eet. Ejus- dem ad Paul. Sadoletum Epistolarum liber. Colon. Agripp., P. Cholinus. 1608. 8°. Wowerus, Joa., Epistolarum centuriae II. Ejusdem Syntagma de Bibliorum interpretatione. Cum Epistolis clar. vir. ad Wowe- rum. Hamburgi, M. Hering. 1609 [pro 1619]. 8°. Boxhorn, Mc. Zuer., Epistola ad Gabr. Oxensternium, de pe- regrinatione ejus Batavica. Lugd. Bat., Is. Commelin. 1Ó39 1 4 0> Salmasius, Cl., Epistolarum liber I. Acc. de laudibus et vita ejusdem prolegomena. Accur. Ant. dementi o. Lugd. Bat., Adr. Wijngaerden. 1656. 4°. NIEUWERE LATIJNSCHE DICHTERS l). Poetae. — Poetarum veterum ecclesiasticorum opera Christiana et operum reliquiae atque fragmenta. Collectus et commentario expositus studio Geo. Fabricii. Basil., Joa. Oporinus. [1564]. 4 0 . Poëmata. — In Testamenti novi majorem partem h. e. in Euan- gelia et Epistolas Pauli omnes poëmata, a variis poetis collecta, eet. [Edidit Barpth. Westhemerus]. Basil. [1542]. 8°. Pp. 517 sqq. desunt. Fabulae Aesopicae a Gabr. Faerno, Festo Aviano et Mich. Gabria versibus Latinis redditae, quibus subj. sunt Jo- coseria Luc. Lossi. Omnia figuris elegant, ornata. Lipsiae, H. Grossius. 1618. 8°.
178 Cento ethicus. Ex ducentis poetis hinc inde contextus per Dam. Blyenburgium, Ed. II auct. Dordraci, Abr. Canin. 1600. 8P. Calentius, Elis., Opuscula: Elegiarum Aurimpiae ad Colotium 11. Ill; Epigrammaton libellus; Epistolarum ad Hiaracum 11. Ill, cet. [Romae, Joa. de Besicken. 1503]- Blarrorivo, Pt. de, Insigne Nanceidos opus debello Nanceiano. [In pago D. Nicolai de portu per Pt. Jacobi. 1518]. fol. C. fig. Sannazarius, Jac., Opera omnia. Lugduni, S. Gryphius. 1536.8 . Palearius, Aon., De animorum immortalitate 11. III. Lugduni, S. Gryphius. 1536* 8°. Erasmus, Des., Bucolicon, cum scholiis Alardi Aemstel- redami. [Acc.Mulier, et alia, auctore Alardo Aemst.] Colo- niae, H. Alopecius. 1539* 8°. Hessus, Helius Eobanus, Operum farragines II. Halis Suevo- rum. 1539. 8°. Sussannaeus, Hub., Ludorum libri. Paris., S. Colinaeus. 1538.8°. Peifer, Dav., Imperatores Turcici, libellus cet. elegiaco carmine conscriptus. Basil., J. Oporinus. [1550]. 8°. Loescber, Abr., Threni seu lamentationes Jeremiae prophetae, - elegiaco carmine redditae. Basil., J. Oporinus. [1551 ?]• 8°. Vida, Me. Hieron., Opera. Lugduni, Seb. Gryphius. 1554. l6°. Zancbius, Bas., Poematum 11. VIII. Laur. Gambarae Poema- tum 11. III. Basil., J. Oporinus. [1555]- 8°. Secundus, Joannes, Opera, nunc II m in lucem edita [a G. Cripio]. Paris., A. Wechel 1561. l6°. Poëmata et effigies trium fratrum Belgarum Nic. Grudii, Hadr. Marii, J'oa. Secundi Acc. Luschi Antonii Domus pudicitiae et Dom. Lampsonii Typus vitae huma- nae. [Edidit Bon. VulcaniusJ. Lugd. Bat, Lud. Elzevier. 1Ó12. 8°. Marullus, Mich. Tarchaniota, Epigrammata et Hymni. Pa ris., A. Wechel. 1561. 16 0 . Sabinus, Geo., Poëmata aucta, cet. [Acc. Epistolae ejusdemj. [Lipsiae], Offic. Voegelin. [1563?]- 8 °- _ Poëmata cet. [ut praeced.J Ibid. 1597. 8°. Nevianus, Me., De plantarum viribus poëmatium. Lovanii, Hier. Wellaeus, 1563- 8°. Schellenberg, Cph., Carminum nuptialium 11. II. [Lipsiae], Voe gelin. S. a. [1563?]* 8°. ... : „ In fine quaedam cannina in obitum Joh. Zunderini (1601) var. auct. et alia.
170 Scorelius, Adl*., Poëmata. Studio et opera Guil. Mennentii correcta. His adj. sunt Corn. Valerii Ultrajectini Triumphi. Antverp.. Cph. Plantinus. 1566. 16 0 . Bacherius, Pt., Panicus tumultus rebus in Belgio pacatis ac mire tranquillis, quorundam improbitate iniectus. Antverpiae, Cph. Plan tinus. 1568. 8°. Beza, Theod., Poematum editio II ab eo recognita. Item ex G e o. Buchanano aliisque variis insign. poetis excerpta carmina. [Ge- nevae], Hen. Stephanus. 1569. 8°. Beza, Theod., Psalmorum sacrorum 11. V vario carminum genere Latine expressi et argumentis atque paraphrasi illustrati. II editio auctior, eet. Genevae. 1581. 8°. Beza, Theod., Cato Censorius Christianus. [Lugduni], Joa. Tor- naesius. 1591. 8°. Beza, Theod., Poëmata varia, eet. [Edidit Venc. Morkowsky de Zastrisell Jr.] S. 1. [Genevae, Henr. Stephanus]. 1597. 4 0 . C. fig. Buchanan, Geo., Franciscanus et fratres. Quibus ace. varia ejusdem et aliorum [Adr. Turnebi, Mich. Hospitalis, Joh. Aurati, Car. Utenhovii] Poëmata. Basil. Rauracorum, Th. Guarinus. S. a. 8°. Scaliger, Jul. Caes., Poëmata. S o p h o c 1 i s Ajax lorarius stylo tragico a Jos. Scaliger o Jul. f. translatus. Ejusdem Epigram- mata quaedam. S. 1. 1574- 2 pt. 1 vol. 8°. Lotichius (Pt.) Secundus, Poëmata. Cum praefat. Joach. Ca- merarii. [Lipsiae, J. Steinman. 1576]. 8°. Gambara, Laur., Rerum sacrarum liber. Cum argum. Jac. Pacti. Antverp., C. Plantinus. 1577. 4 0 . C. fig. Buchanan, Geo., Baptistes sive calumnia, tragoedia. Londini, et prostant Antverpiae ap. Jac. Henricium. 1578. 8°. Buchanan, Geo., Paraphrasis Psalmorum Davidis poëtica. Ejus dem Tragoediae II: Jephthes et Baptistes. Amstelreod., Hen. Laurentius. 1618. 8°. [Carmina varia Latina. 1582—95. 1 vol. 4 0 ]. Lamb. Lud. Pithopoeus, pro incolumit. Acad. Heidelb. 1588. Ejusdem Gratulatio in hon. Friderici com Palat. Ibid. 1587. In nuptias Jaui Gruteri et Janae Smetii carmina. Ibid. 1592. P. Melissus, in sec. nuptias Theod. Simelbekeri. Ibid. 1591. Epithal. in nuptias Philippi com. Hoenloo et Mariae fil. princ. Auriaci. [Auctore A. H u n t e r 0 Scoto]. Lugd. Bat., Fra. Raphelengius. 1595. Patr. Bokelmannn, Triumphus Groninganus. Franek., Aeg. Ra- daeus. 1594.
i8o Com. Martinus, Carmina gratul. Pt. Paaw. Rostochii, typ. My- liandr. 1587. Carmina gratulat. Pt. Paaw, scripts. ab amicis. Ibid. T587. Pro Dan. Rindfleisch vota peremptica. Rostochii. 1587- , Val. Acid alius, Rosae. Gryphisw., A. Ferber. 1588. P. Melis sus, Ode ad reg. Elisabetham. Aug. Vindelic. 1582 (?) Ejusdem Ode ad Fridericum II regem Dan. Norib. 1582. Ejusdem Elegia ad J. Hagium. Norib. 1583- Ejusdem Garnelion B. Asenhaimero. [Ibid.] 1582. Ejusdem Epithal. J. Loesero. pbid.] 1583. Schosserus, Joh., Poematum 11. XI. Acc.Epistolarumcumipsius S. tum amicorum 11. IV. Francof. ad Viadrum, A. Eichom. 1585- 8°. Frischlin, Nicod., Aristophanes, [Graece], repurgatus a mendis et imitatione Plauti atque Terentii [carmine Latino] interpretatus, eet. Francof. ad M., J. Spies. 1586. 8°. Frischlin, Nicod., Operum poeticorum pars elegiaca, eet. Cum praefat. Ge o. Pfluegeri. Argentor., haer. B. Jobini. 16OI. 8°. — Operum poeticorum pars epica, eet. Opera et stud. Geo. Pflue geri. Ibid. 1598- 8°. Operum poeticorum pars scenica, eet. Ex auct. emendat. Ibid. 1592. 8°. Auratus, Joa., Poematia, eet. Lutet Paris., G. Linocerius. 1586. (3 pt. l vol.) 8°. Dousa, Jan., Odarum Britannicarum liber. Item Jani Dousae fil. Britannicorum Carminum silva. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1586. 4°‘ Dousa, jan., Elegiarum 11. II. Epigrammatum lib. Cum. J.Lipsn aliorumque' ad eum carminibus. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1586. 4 0 . • ... ... - Ttonsa Jan Echo sive lusus imagims jocosae quibus titulus ^(So„:n [Accl alia qnaedam, cel Hagae Com.. B. Nieuland. Dousa ,Van., Ad Joa. Grotium elegia de oppidis Hollandiae eet. Nunc pr. edita ex musaeo Joach. Morsu. Lugd. Bat., G. A. a Marsce. 1Ó19- 4°» Encomia Dousana, hoe est varia variorum poetarum in honorem Jani Dousae carmina. Edita a Joa. Posthio. Haidelb. 587- Boissardus, Jan. Jac., Poëmata. Metis, A. Faber. 1589. 8°. Muretus, M. Ant., Juvenilia. Bardi Pomeraniae. 1590. 8 . Stonhanus Hen., Principum monitrix musa, poema. Ejus- S V^™’atiI »jus versus intercalatie Cavete vobis principes. Ejusdem libellus de Aristoteücae ethices differentia ab histo rica et poëtica, eet. Basileae. 159°- 8°*
l8l Susius, Jac., Carmina tam sacra quam prophana. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1590. 8°. Bersmanus, Greg., Poematum pars II [lege: pars I]. Adj. sunt Epistolae aliquot virorum praestantiss. [Lipsiae, H. Grosius. 1591 ?]• 8°. Dousa (J.) fil., Rerum caelestium liber I. In laudem umbrae de- damatio et carmen, una cum aliquot poematiis. Quibus add. sunt Orationes funebres in obitus aliquot animalium interpr. Gul. Canter o. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1591- 8°. Taurellus, Nic., Carmina funebria, eet. Norib., typis Gerlach. 1592. 8°. Pilius, Mart., De ambitione carmen. Lugd. Bat., F. Raphelen gius. 1593. 8°. Scultetus, Tob., Subsecivorum poëticorum tetras I. Myrtilleti ad Nicrum, Abr. Smesmann. 1594* 8°. Alealmus, Lud., Poematia. S. 1. et a. [Paris. 1594?]* 8°. [Carmina Latina. 1594—1631. 4 0 . Hanc de nihilo elegiam Nemini Guil. Laurus Anglus exul nun- cupavit. [Coloniae, Lamb. Andreae. 1594]. Oda in honorem Joa. Hasii [auctore H. Delmanhorst]. Lugd. Bat, J. Maire. 1629. Gratulatoria ad Joh. Walaeum, cum pro gradu doet. in medic, de febribus disputaret. Lugd. Bat., B. et A. Elzevier. 1631. Epithalamia in nuptias Joh. Polyandri et Cathar. Carolinae, a Col- legis Theolog. conscripta. Ibidem. 1631. Junius, Hadr., Poematum liber I. Jamprim. in lucem prol. ab auth. nepote [Alb. Ver laen]. Lugd. [Bat.], Lud. Elzevier. 1598.8°. Schonaeus, Com., Terentius seu comoediae sacrae VI. Nunc demum recogn. Antverp., J. Moretus. 1598. 8°. — Comoediarum II pars, qua continentur Susanna, Daniel, eet. His access, libellus I Elegiarum et II Epigrammatum. Amsterod., Z. Heyns. 1599. 8°. Blyenburg, Darn., Veneres Blyenburgicae sive amorum hortus, eet. Dordraci, Is. Canin. 1600. 8°. Pincierus, Joh., Meditationum variarum liber IV. Cum append. Carminum et ad ea annotationum. S. 1. [Sigenae Nassov.], Cph. Corvinus. 1601. 8°. Grotius, Hugo, Silva. Ad Franc. Aug. Thuanum Jac. Aug. f. Lutetiae, Rob. Stephanus. [In Hollandia impr.] 1601. 4 0 . Grotius, Hugo, Silva, ad F. A. Thuanum J. A. f. Excudebatur Lutet. Paris. [Amsterd., G. Blaeu]. 1634. 4°-
182 Grotius, Hugo, Sacra, in quibus Adamus exul tragoedia, cel. Hag. Com., Alb. Henrici. 1601. 4°. - Grotius, Hugo, Tragoedia Sophompaneas. Acc. Tragoedia ejus- dem Christus patiens et sacri argumenti alia, ex edit. a. 1617 recusa emendatiora. Amsterd., G. Blaeu. 1Ó35- 4 • Meursius, Joa., Poëmata. Lugd. Bat., Andr. Cloucquius. 1602.8 . Heinsius, Dan., Auriacus sive libertas saucia. Acceduntejusdem Jambi cet. Lugd. Bat., A. Cloucquius. 1602. 4 • Heinsius, Dan., Poematum editio III aucta et emend. Lugd. Bat., J. Maire. 1610. 8°. Heinsius, Dan., Herodes infanticida, tragoedia. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1632. 8°. Discours sur une tragédie de M. Heinsius intit. Herodes infan ticida. [Par J. L. Guez de Balzac]. Paris, P.Rocolet. 1636.8 . Heinsius, Dan., Epistola, qua Dissertationi D. Balsaci ad He- roden infanticidam respondetur, cet. Editore Me. Zuerio Box- horn io. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1636. 8°. Heinsius, Dan., Poëmata Graeca et e Graecis Latine reddita, cet. Lugd. Bat., F. Heger. 1640. 12°. Burch, Adr. van der, Piorum hexastichon centuriaelV, cet. [Lugd! Bat.], Offic. Plantin. Raphelengii. 1603. 8°. Pia decasticha sive sententiarum et exemplorum centuriae III. Ibid. 1599- 8°. Neuhusius, Edo, Princeps Agapetianus, cet. metricis adstr. numeris. Francof., Palthen. 1603. 8°. Academia. — Academiae Oxoniensis pietas erga Jacobum An- gliae regem, cet. Oxoniae, Jos. Barnes. 1603- 4 • Weston, Eli sab., Joanna, Parthenicón liber I. Opera ac studio G. Mart, k Baldhoven collectus. Pragae, P. Sessius. S. a. 8 . — Parthenicón liber II. Opera et stud, ejusdem editus. Ibidem. S a 8° _ Parthenicón liber III. Opera et stud, ejusdem collectus. Ibidem. S. a. [post a. 1605]. 8°. .... "R.nssus Joh., Britannica sive de regibus vet. Britanniae histo- ria, versibus expressa, cet. Francof., M. Becker. 1Ó07- 8°. Bartas G. de Saluste sieur du, Hebdomas II, a Sam. Be- nedicto Latinit. donata. Lugduni, B. Vincentius. 1609. 12°. Delbene, Barth., Civitas veri sive morum, Aristotelis de mori- bus doctrinam carmine et picturis complexa et illustrata com- mentt. Theod. Marcilii. Paris., A. et H. Drouart 1609. fol.
183 Lipsius, Just., Musae errantes. Ex auct. schedis descripsit Fra. Sweertius f. Antverp., J. Keerbergius. 1610. 4°. Albertus, Hei., Musaea adolescentiae Venus. Giessae, Casp. Chemlinus. 1610. 8°. Jonstonus, Job., leones regum Judae et Israelis carmine expres- sae cet. Lugd. Bat., Ulr. Cornelius et Geo. Abrahamus. 1612. 4 0 . Rosenbomius, Sam., Thalysia sive Floridorum liber sing. Cum epiphora Laureae Melisseae. Lugd. Bat., H. L. ab Haestens. 1612. 8°. Vernulaeus, Nic., Divus Eustachius sive fidei et patientiae tri- umphus. Tragoedia. Lovanii, Phil. Dormalius. 1612. 8°. Marca, jac. Corn, a, Opera omnia, qua poëtica, qua oratoria, qua historica. Lovanii, Ph. Dormalius. 1613. 8°. Barclaius, Joa., Poematum 11. II. Londini, E. Griffin. 1Ó15- 4°« Schwanmann, Cph., Poëmata cygnaea. Hamburgi, Froben. 1615. 8°. Velthusius, Hen., Natalis Christi carmine hero'ico celebratus. Amsteldami, Hen. Laurentii. [1617]. 4°- Leius, Mt., Reginae pecuniae 11. V. Amstelod., typ. Ravesten. 1618. 4 0 . Plempius, Corn., Giselb., Musius sive Rhythmi. Cum poema- tiis. Amsterod., J. Walschart. 1618. 4 0 - C. fig. TCnijff, Guil. J. f., Diaeta analeptica, seu vivendi ratio recrea- tiva, cet. Amstelod., Broer Jansz. 1618. 4 0 . Bavarius, Aeg., Musa Catholica Maronis sive catechismus Ma- roniano carmine expressus. Antverp., M. Nutius et fr. 1622. 12°. Thysius, Jac., Gratulatio in hon. nuptiarum E. F. a Mansbach nec non Annae Reideseliae, cet. Marpurgi, Offic. Sauriana. 1623. 4“. [Carmina Latina et Belgica. 1624—43. In 1 vol. fol.] Joh. Weslerburg, Epiced. in obitum Sam. Everwini. Lugd. Bat., Guil. Christiani. 1632. H. Delmenhorst, Ad juvenem Joh. Cabeliavium inSueciam abi- tum maturanti. (Lugd. Bat.), Pt. Muller. 1624. Epithalamium in nuptias Pt. de Rovere et Soph. 4 Beveren. [Auc tor. Jac. Roverio et Joa. Westerburg.] Dordrechti, H. Es- saeus. 1633. J. C [ a t s ?] Geluck-wensinghe aen Geer. Marcellus en Catar. van der Burch, in echten staet vergadert. Dordrecht. 1633. J. Westerburg, In Nuptias [eorundem] elegia (in piano). Joh. van der Burch Bruylof-dicht ter eeren van [dezelfden, in piano].
184 Epithalamium in nuptias [eorundem. Scripsit Jac. Roverius]. Dordrechti, H. Essaeus. 1633. (in 4 0 ). Carmen nuptiale elegiacum in honorem [eorundem, a G. C.]. Casp. Kinschot, Pugna Rocrojana. Lugd. Bat., J. Livius. 1643. Lotichius, JO. Pt., Bibliotheca poëtica, in quibus poetae cele- briores singulis tetrastichis recensentur, eet. Francof., L. Jenni- sius. 1625—28. 4 pt. 8°. Pars III cum effigie sculpta a M t. M e r i a n. Lotichius, Jo. Pt., Holofernes sive univ. historia sacra Holof. et Judithae heroico carmine conscripta. Acc. ejusd. auth. Studio sus miles eet. Francof., L. Jennisius. 1625. 8°. Reusner, Nic., Monarchae, hoe est summorum regum sive im- peratorum Assyriorum, Persarum, Graecorum, Romanorum, Constantinopolitanorum 11. VII elegiaco carmine scripti. Argu ments eet. illustr. per Conr. Bachmannum. Francof., L.Jen- nis. 1625. 8°. [Carmina Latina varia. 1600—1652. 4°-] Gratulatio Vladislai IV regis Poloniae et Lud. Mar. Gonzagae nup- tiis a Joh. Pt. Titio. S. 1. et a. . . Diis manibus Arm. Plessaei Richelii. [Acc. In statuam Ludovici XIII cetl S. 1. et a. , T , Epicedium in mortem Pt. Heinii [auctore Pt. Magero]. Lugd. Bat., J. Maire. 1629. . TT . . „ Exequiae Hen. Ploos ab Amstel [auctore Nic. Heinsio Dan. m.1 Lugd. Bat., Offic. Elsevir. 1639. Lacrymae in ob. Lud. Glandorpii Mt. fil. Leidae, F. Moyardus. Carmina gratulat. in hon. J. Klenckii. Lugd. Bat., Offic. Elsevir. Quirinalia in hon. Wilh. Quirini, auctore Pt. Scriverio, Lugd. Bat, T. Maire. 1643. . , , _ . Mc. Zuer. Boxhorn, Character caussarum patrom. Lugd. üat., W. Christiani. 1637. _ , T j ^ r n C. Vinck, Epith. in mortem Quinnae k Stockum. Lugd. Bat., l. Basson. 1600. HoeMin, Jerem., Davidis Psalmorum paraphrasis epica nova. Lugd. Bat., B. et A. Elzevier. 1630. 8°. Barlaeus, Casp., Poematum editio nova, auctior .Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1631. 12°. Berthault, Pt., Casallum bis liberatum sive belli Italici proMan- tuano duce feliciter confecti duplex expeditio. Paris., J. Libert. 1631. 8°.
185 Clemens, Vencensl., Gustavidos 11. IX. Quibus Gustavii II verb magni, Suecorum regis victoriarum heroicarum cet. series car mine heroico narratur. [Acc. ejusdem Miscellaneorum et adopti- vorum 11. IV]. Lugd. Bat., Guil. Christiani. 1632. 4 0 . Narssius, Joa., Gustavidos sive de bello Sueco-Austriaco 11. III. Poematum miscellan. liber. Hamburgi, J. Rebenlin. 1632. 4 0 . Pilius, Ma., De ambitione liber et alia ejus poëmata. Collegit et edidit Jac. Pilius. Lugd. Bat., Wilh. Christiani. 1633. 12°. Palmae regiae Ludovico XIII Regi christianiss. a praecipuis nostri aevi poetis in trophaeum erectae. [Edidit Scrip, d e Grammont]. Paris., S. Cramoisy. 1634- 4°* C. eff. Epinicia musarum Cardinali duci de Richelieu. [Edidit S c i p. de Grammont]. Paris., S. Cramoisy. 1634- 4°* C. eff. Delitiae poetarum Scotorum hujus aevi iliustrium. [Edidit Art. Jonstonus]. Amsterd., J. Blaeu. 1637. 12°. Musae. — Musarum Oxoniensium eTnftxTqpix Ser. Reginarum Ma- riae ex Batavia feliciter reduci. Oxoniae, L. Lichfield. 1643. 4 0 . Kockert, Jac., Scanderbegus id est carmen èyxupiixtFTiKov de Geo. Castrioti vita et morte. Lubecae, A. Hackelmann. 1Ó43- 4°. Caspari, Ma., Carmen de nativitate Jesu Christi cet. [Lat. et Germanice]. Amstelod., J. Broersz. 1643. 4 0 . Owen, Joa., Epigrammatum ed. postr. Amstelod. J. Janssonius. 1644. 24 0 . Huygens, Const., Momenta desultoria. Poematum 11. XII. Edente Casp. Barlaeo. Lugd. Bat., B. et A. Elzevier. 1644- 8°. Pastores. — Pastorum Hagiensium icones. [Auctore Const. Huygens]. Lugd. Bat., P. Leffen. 1651* 4°- ADAGIA, APOPHTHEGMATA, PROVERBÏA, EMBLEMATA 1), DIALOGI, SATYRAE, FACETIAE, cet. Vergilius, Polyd., Adagiorum liber. Ejusdem de inventoribus rerum 11. VIII ex autoris castigat., locupletat. cet. [Basil., Jo. Frobenius. 1520]. fol. Erasmus, Des., Adagiorum chiliades IV, quibus adj. sunt Hen. Stephani animadversiones. [Acc. variorum auctorum Adagia]. Paris., M. Sonnius. 1579- fol.
i86 Erasmus, Des., Apophthegmatum ex opt. utriusque linguae scriptoribus collectorum 11. VIII. Antverpiae, Cph. Plantinus. 1564. 8®. Brusonius, L. Domitius, Rerum memorabilium, insignium sententiarum, historiarum, miraculorum, apophthegmatum, exem- plorum, facetiarumque etc. 11. VII. Francof., N. Steinius. 1600.8°. Florilegium historicum apophtegmatibus, sententiis selectis, ve- nuste dictis, salibus, jocis ac variis omnino memorabilibus histo- riis, cet. refertum. Basil., Lud. Regis. 1608. 3 tom. l vol. 8". Est idem opus quam J o a. G a s t i i Convivales sermones. Apophthegmata Graeca, Latina, Italica, Gallica, Hispanica; collecta a Ger. Tuningio. [Lugd. Bat.], Offic. Plantin. Raphe- lengii. 1609. 8°. Florilegium ethico-politicum nunquam antehac editum; nec non P. Syri ac L. Senécae Sententiae aureae; recognoscente Jano Grutero. Accedunt Gnomae paroemiaeque Graecorum, item Proverbia Germanica, Italica, Belgica, Gallica, Hispanica. Fran cof., J. Rhodius. 1610—12. 3 pt. 8°. Langius, Jos. —Novissima Polyanthea in 11. XX dispertita. Opus primum a Dom. Nano Mirabellio, Barth. Amantio, Fra_. Tortio collectum, nunc titulis plur. auctum, cet. studio et opera J. L. Francof., L. Zetzner. 1613. fol. Lepidus, Corderius, Annona prima Emblematum, Epigramma- tum, variorum. Paris., Leodeg. Delas. 1595- 8°. Fayus, Ant. — Emblemata et epigrammata miscellanea selecta ex stromatis peripateticis A. F. Genevae, P. et J. Chouët. 1610. 8°. Reusner, Nic-, Symbolorum Imperatoriorum classes III. Fran co!., J. F. Weissius. 1627. 3 pt. 1 vol. 8°. Pignorius, Laur., Symbolarum epistolicarum liber I. cet. Pa- tavii, D. Pasquardus et soc. 1629. 8°. Brant, Seb. — Stultifera navis. Narragonice profectionis nunquam satis laudata navis: per S. B.nuper fabricata: atque jam pridem per Jac. Locher cognom. Philomusum in Latinum traducta elo- quium, et per S. B. denuo revisa. [Parisiis, Gaufr. de Marnef. 1498]. 4 0 . C. fig. De houtsneden zijn gekleurd. Vergilius, Polyd., De rerum inventoribus 11. VIII. Ejusdem in domin. precem commentar. Item Dialogorum de prodigiis 11. III. Basil., M. Isengrin. 1544. 8°. Exemplar expargatum a theol. profess. Lovaniensi J. Molano.
187 Scalichlus, Pau., Satirae philosophicae sive miscellaneorum to- mus I. Acc. Genealogia praecip. Europae regum et principum, eet. Regiomonti Boruss., J. Daubmann. 1563. 8°. Philadelphus, Eusebius [pseud. Nic. Barnaud]. — Dia- logi ab E. P. cosmopolita in GalLorum et caeterarum nationum gratiam compositi, quorum I ab ipso auctore recogn. et auctus, II vero in lucem nunc prim, editus fuit. Edimburgi, Jac. Ja- maeus. 1574. 8°. Pincierus, Joh.,, Aenigmatum II. Ill cum solutionibus, eet. [Sigenae Nassov.J, Cph. Corvinus. 1605. 8°. Reinaert. — Speculum vitae aulicae. De admirabili fallacia et astutia vulpeculae Reinikes 11. IV, nunc pr. ex idiom. German. Latinit. donati, adjectis elegant, iconibus, eet. Auctore H a r t m. Schoppero. Francof. ad M., [Nic. Bassaeus]. 1595. 12°. Cocajus, Merlinus [pseud. Theoph. Folengo]. Opus maca- ronicorum, eet. Venetiis, Bevilacqua. [In Germania impr.] 1613. 12°. C. fig. Laus asini, eet. [Auctore Dan. Hein si o]. Lugd. Bat., Offic. Elzevir. 1623. 4 0 . Euphormio Lusininus [pseud. Joh. Barclay], Satyricon.Cui praeter partes IV dudum editas, recogn. et locuplet. access, auc- taria quaedam eet. Una cum Scarabeo eet. Francof., J. Smidlin. 1624. 12°. Alitophili [pseud Barth. Morizot]. Veritatis lacrymae sive Euphormionis Lusinini continuatio. S. 1. et a. 12°. Kornmann, Hen., Sibylla Tryg Andriana seu de virginitate, virginum statu et jure tractatus, eet. Acc. ejusdem de linea amoris, annulo usitato, eet. tractatus, Francof., J. Fischer. 1629.12°. Queccius, Greg., Anatomia philologica continens discursus phi- lolog. de nobilitate et praestantia hominis, contra iniquos condi- tionis humanae aestimatores. Noribergae, S. Halbmayer. 1632.4 0 . Wouwerus, joa., Dies aestiva sive de umbra paegnion. Una cum Jani Dousaef. in eandem declamatione. Ed. locuplet. Oxonii, G. Webb. 1636. 12°. Barbarus, Era., De re uxoria 11. II. Amstelod., J. Janssonius. 1639. 12°. Nieius Erythraeus, Jan., Dialogi. Paris., J. Villery. 1642. 8°. Novitas (Antiqua) seu Sirius im umbra. S. 1. 1646. 8°.
Nieuwere Lettereu. IN HET ALGEMEEN. Becanus, Joa. Goropius, Opera, nempe Hermathena, Hiero- glyphica, Vertumnus, Gallica, Francica, Hispanica. Antverpiae, C. Plantinus. 1580. fol. C. fig. Duret, CL, Thresor de 1’histoire des langues de eest univers, etc. He édit. Yverdon, Soc. Helvétiale Caldoresque. 1619. 4°- Homkens, Hen., Recueil de Dictionaires Frangoys, Espaignolz et Latins, etc. Bruxellus, R. Velpius. 1599. 4° Calepinus, Ambr., Dictionarium undecim linguarum, eet. Res pondent Latinis vocabulis: Hebraica, Graeca, Gallica, Italica, Germanica, Belgica, Hispanica, Ungarica, Anglica. Basil., [Seb. Henriepetri. lóo5]- fol. ITALIAANSCH. (Taalkunde; Dichters; Prozaschrijvers). Alunno, Fra., Fabrica del mondo, nella quale si contengono le voci disante, del Petrarca, del Boccaccio et d’altribuoni autori, etc. Di nuovo ampliata etc. Vinegia, P. Gherardo. 1557. fol. Alunno Fra., Della fabrica del mondo 11. X. Ne’quali si con tengono le voci di Dante, del Petrarca, del Boccaccio et d'altri buoni auttori, etc. Cun un nuovo Vocabulario di tutte quelle voci che mancavano nella Fabrica etc. aggiunto da Th o Por- cacchi. Venetia, Pau. Ugolino. 1593- fol- Pergamino, Giac., II Memoriale della lingua, estratto dalle scritture de’ migliori autori antichi, ridotto in ordine d’alfabeto etc. Venetia, G. B. Ciotti. 1002. fol. Venuti, FiL, Dittionario generale Volgare et Latino etc. II im press. Venetia, G. A. Valvossori detto Guadagnino. 1568. 4°-
189 Dulcis, Cathar., Schola Italica, eet. Cum Dictionarii Italico- Latini appendice. Ed. II. Francof., Pt. Musculus. 1614. 8°. Hulsius, Lev., Dictionarium Teutsch-Italianisch und Italianisch- Teutsch, etc. Die IVe edit. Franckfurt a. M., W. Hofmann. 1630. 8°. Petrarca, Fra., Sonetti, canzoni e triomphi, con la spositione di Bern. D a n i e 11 o. Vinegia [per Pt. et Gioanmar. frat. de Nicolini de Sabio, ad instanzia di Gioambatt. Pederzano]. 1549.4 0 . Petrarca, Fra., riveduto et corretto et di figure ornato. Vinegia, G. Grifio. 1564- 12°. Ariosto, Lod., Orlando furioso con le annotazioni etc. de Gir. Ruscelli. Venetia, Vine. Valgrisi. 1556. 8°. Met houtsneden van Dosso Dossi. — De titel ontbreekt aan dit exem plaar, maar aan het slot bevindt zfch met afzonderlijken titel: , Annota tion! et Avvertimenti di Gir. Ruscelli” etc. (Ibidem 1556). Colonna, Vittoria, Tutte le Rime. Con 1’espositione de Rin. Corso, nuovam. mand. in luce da Girol. Ruscelli. Venetia, G. B. et M. Sessa. [1558]. 8°. Pimfl (De le) di diversi nobili poeti Toscani raccolte da Dion. Atanagi libro II. Venetia, Lod. Avanzo. 1565- 8°. Verdizotti, Gio. Mar., Cento Favole morali, trattati in varie maniere di versi volgari. C. figure. Venetia, G. Zileti e comp. 1570. 4°- Houtsneden van Verdizotti zelven, naarteekeningen van T iz iano en anderen. Tasso, Torq., La Gerusalemme liberata. Con le annotationi di Scip. Gentili e di Guil. Guastavini, et li argom. di Orat. Ariosti. Genova, Gius. Pavoni. 1617. fol. Houtsneden van Bern. Castello. Anguillara, Gio. Andr. delT, Le Metamorfosi di Ovidio ridotte in ottava rima, con le annotat. di Gios. Horologgi, etc. In questa nuova impress, di figure adornate. Vinegia, B. Giunti. 1584. 4°- Ferro, Giov., Teatro d’imprese. [Venetia, G. Sarzina. 1623]. 2 pt. 1 vol. fol. — Ombre apparenti nel Teatro d’imprese. Libro I. [Ibid. 1629]. fol. Guarini, Bapt., II Pastor fido con le Rime. Amstelod., Jod. Pluymer. 1663. 12°. C. fig.
igo PolipMLus [pseud. Fra. Colonna], Hypnerotomachia ubi hu- mana omnia non nisi somnium esse docet atque obiter plurima scitu sane quam digna commemorat. [Italice. Edidit Leon. Cras- sus. Venetiis, Aldus. 1499]- f°b C. fig. Ovidius Naso P. — Ouidio methamorphoseos vulgare. [Me tamorphoses tradotti in prosa Italiano, con le allegorie, da Gio. de’ Bonsignori. Venetia per Christofolo de Pensa ad in- stantia di Lucant. Zonta. 1501]- fol. C. fig. Castiglione, Bald., II libro del Cortegiano. [Venetia, Aldo Ro mano et Andr. d Asola. 1528]. fol. Rolo overo Cento Imprese de gl’illustri Sigri huomini d’arme Sa- nesi, militanti sotto ’1 stendardo del Ser. Ferdinando de Medici Gran Duca III di Toscana, etc. Bologna, G. Rossi. 1591- 4°- Novelle (Cento) scelte da piu nobili scrittori della lingua vol- gare di Fra. Sansovino. Con figure. Venetia, A. de Vecchi. 1603. 4°- Prose Fiorentine, raccolte dallo Sm ar r ito [pseud, di Ca. Rob. Dati] Accademico della Crusca. Venezia, Remondini 1751.Parte I—IV lig. in 7 vol. 4°. I Orazioni. (4 vol,) II Lezioni. (6 vol.) Ill Cose giocose. (2 vol.) IV Let tere. (4 vol.) SPAANSCH. Percivale, Bic., A Spanish Grammar. Now augmented etc. by John Minsheu. London, Edm. Bollifant. 1599- f °b Patti vale Ric., A Dictionarie in Spanish and English. Now SS êtc^y John Minsheu. London, E. Bollifant. 1599- fol, Antonins Nebrissensis, Ael., Dictionarium [Lat.-Hispanice et Hispan.-Latine]. Opera Jo a. Lopez Ser ram auctum, cet. Antiquariae, in aedibus August. Ant. de Nebnssa. 1595- fob Fernandez, Marcos, Ramillete «spiritual compuesto de la Sa- lutacion Angelica i Oracion Dominical. S. 1. [La Haya]. 1650.4 • T.ivius T.. — Las quatorze Decadas de Tito Livio, traslada- das de’ Latin en lengua Castellana etc. [por PedrodelaVega. Caragosa por Geo. Coci, Aleman de nacion. 1520]. fol. Met houtsneden blikbaar van Duitschen oorsprong. — De 12 eerste en 2 laatste bladzijden zijn bijgeschreven.
191 Cavallero (El) determinado, traduz. de lengua Francesca en Ca- stellana por Hern, de Acuna. Madrid, P. Madrigal. 1590- 4°* Vertaling van den „Chevalier de'liberé” van Olivier de la Marche, met goede navolgingen der oude houtsneden. Nervèze, Ant. sieur de. — Cartas morales y consolatorias del Senor de Narveza, etc. Les Epistres morales et consola- toires du Sr. de Nerveze, trad. en langue Espagn. par Mad. Fran5. de Passier. De nouveau corr. et augm. de 7 Epistres trad. par Ces. Oud in. [Avec le texte Francais]. Paris, Touss. du Bray. 1610. 8°. FRANSCH. (Taalkunde; Dichters; Prozaschrijvers). Remarques sur la langue Frangoise. [Par Cl. Favre de Vau- gelas]. Paris, A. Courbé. 1647. 4 0 . Lettres touchant les Nouvelles Remarques sur la langue Fran- goise. Paris, N. et J. de la Coste. 1647. 8°. Thresor de la langue Francoyse, tant ancienne que moderne. Auquel entre autres choses sont les mots propres de marine, venerie et faulconnerie, cy deuant ramassez par Ai mar de Ranconnet. Reveu et augmenté de plus de lamoitié par Jean Nicot. Avec une grammaire Francoyse et Latine etc. Ensem ble le Nomenclator de Junius mis par ordre alphabetic. Paris, D. Douceur. 1606. fol. Du Moulin, Pierre, Elements de la logique Frangoise. Dern. edit. Genève, J. Chouet. 1641. 8°. Marot, Clem., Oeuvres. Lyon, G. Roville. [Impr. par Est. Rous- sin et Jean Ausoult]. 1546. 4 pt. l vol. 12°. 1. Traductions de C. M. 276 pp. — 2. Pseaumes (sans titre) 128 pp. — 3. L’Enfer de M. (et quelques autres pièces, sans titre). 32 pp. — 4. Oeu vres., (Table et 527 pp. sans titre). Ronsard, Pierre de — Les Oeuvres de —, reueues et augm. et illustrees de commentaires et remarques [par N i c. R i c h e 1 e t]. Paris, N. Buon. 1623. 2 vol. fol.
192 [Poèmes Frangais. 1561—1618. 4 0 .] Chant royal du Roy Jesus Christ par forme d’allusion k 1’Escripture Sainte, pour le cry des Roys [„ Le Roy boit. Avec notes de chant pour quatre voix]. Paris, N. du Chemin. 1561. Une feuille in pl°. . • , Les Divinailles. A George de Mouxi, Conte de Monreal, ambass. pour son Alt. en France. [Par Cl. Et. Nouvellet]. Lyon, J. de Tournes. 1578. 4 0 . . , Les Vers Francois du Sr. de Pybrac. Pans, par M. Patisson chez R. Estienne. 1584. 4 0 . , Poèmes des trois horribles attentats contre Jaques Roy de la Grande Bretagne en 1600. 1603 et 1605. MS. de 126 pp. 4 • Vers de Mesdemoiselles de Rohan sur la mort de Mad. la du- chesse de Nevers. S. 1. 1618. Poèmes Chrestiens de B. de Montmeja et autres diuers auteurs [Theod. de Bèze, Sim. Goulart etc.] Recueillis et nouv. mis en lumiere par Phil, de P as. S. 1. [Genève?] 1574- 8 °- ' t Des Roches de Poetiers (Mes dames), mère et fille Les L)eu- vres de —. II e édit. augmentée. Paris, Abel 1’Angelier. 1579* 4 • Norry, Milles de, Les quatre premiers livres de 1’Univers etc. Paris, G. Beys. 1583- 4°- Bartas, G. de Saluste seign. du, La Seconde Semaine ou Enfance du monde. Paris, P. rHuillier. [1584]- 4°- Exemplaire imprimé sur velin, dans une belle reliure figurée du temps. Bartas, G. de Saluste seign. du, La Seconde Sepmaine. Reueuë, augmentee etc. par 1’auteur mesme, etc. S. 1. [Genève], Jaq. Chouët. 1601. 12°. Bartas, G. de Saluste sieur du, Suite des Oeuvres. Conte- nant les Pères, la Loy, etc. Avec annotations de S.G[oulartJ. S. 1. [Genève], J. Chouët. 1601. 12°. Bartas, G. de Saluste sieur du, La Judith, L’Urame, Le triomphe de la foy, L’Hymne de la paix, Les neuf Muses. Avec annotat. de S. G [oulart]. S. L [Genève], J. Chouët. 1601.12 . La Rocque, G. de — Les premières Oeuvres de —. Reveuëset augm. par 1’autheur. Rouen, R. du Petit Val. 1600. 12 . Pibrac, Guy de Paur seign. de — Les Quatrains de—. Amstel- redam, Did. de la Tombe. 1604. 8°. * Baddel, B., Poëmes d’amours etc. Amstredam, P. Ravesteyn. 1616. 4°. Sonnet, ThO. de Courval — Les Oeuvres satyriques de —. IIe édit. augmentée. Paris, R. Boutonné. 1622. 8 .
193 25 Sonnet, Tho. de Courval, Satyre menippée contre les fem mes sur les poignantes trauerses et incommoditez du mariage. Avec la Timethelie ou censure des femmes. Lyon, V. deCoeur- silly. 1623. 8°. Hervé, Fra. d’, Le Pantheon et temple des oracles ou preside fortune. Paris, D. Thierry. 1630. 8°. Avec portrait de Louis XIII. Paraphrase du PseaumeCXXXV1I. [Par Ant. Le Maistre?]. Paris, J. Camusat. 1635* 4°. Musette (La) D. S. D. [Poésies de C h. V i o n d ' A1 i b r a y]. Paris, Touss. Quinet. 1647- 8°. Des Hayons, Epigrammes consacrez a la vertu de Mile Anne Marie de Schurman. Utrecht, J. Waesberge. 1Ó49- 4°- Poirier, Hélie — Le Vaincu de Diane. Ballet dansé au Chateau royal de Stokholm en la prézance (sic) de la Sér. Rène Mère de Sa Maj. en le (sic) jour 1649. Le sujet inventé et les vers compozés par —. [Stockholm], Jan Janssonius. [1649]- f°L Pompe (La) de la félicité conduite au couronnement de la tres aug. Christine, par le chevalier Eudemon etc. A. Stockholm le 24 jour d’Oct. 1650 chez. J. Janssonius. fol. Pamasse (Le) triumphant etc. Ce magnifique Ballet fut dansé devant sa Majesté dans son pallais de Stocolme etc. Stocolme, J. Jeansson. 1651. fol. Parent, Louis, Le Tableau des merveilles de 1’univers. lepartie. Franequer, aux despens de 1’autheur. 1661. 4°- Gerard d’Euphrate. — Le premier liure de 1’histoire et ancienne cronique de Gerard d’Euphrate, due de Bourgongne etc. Mis de nouueau en nostre vulgaire Fran?oys. Paris, Vine. Sertenas. [impr. par Est. Groulleau]. 1549- fol* Av. fig. Herberay, Nic. de. — Le premier livre de la Cronique du tresvaillant et redouté Dom Flores de Graece, surnommé le che valier des Cignes etc. Mise en Frangoys [composée] par le Seig neur des Essars N. de H. Paris, Est. Groulleau. 1552- fol. Av. fig. La feuille A ij manque. Dio Cassius. — Dion historiën Grec, des faictz et gestes in signes des Romains etc. Premier, traduict de Grec en Italien par Nic. Leonicene, et depuis de Italien en vulgaire Frangois par Cl. Derozier. Paris, A. et C. les Angeliers. 154 2 * fol. Av. fig.
194 Boccaccio, Giov. — Le Decameron de Messire Jehan Bo- c a c e Florentin. Nouvell. traduict d’ltalien en Fran?oys par An th. le Macon. Paris, pour Est. Roffet diet le Faulcheur. 1545. fol. Av. fig. Ariosto, Lod. — Roland furieux. Composépar Loys Arioste Traduict en prose Franjoyse, etc. Paris, chez Sulp. Sabon pour Jeh. Thellusson. [Privil. de 1543]- fol. Ariosto, Lod.., Roland furieux. Traduit naïvement [en prose] de 1’Italien. Dern. édit. augm. de la Suite etc. [trad. par G a b r. C h a p p u y s]. Enrichie de figures etc. Lyon, P. Rigaud. 1604.8°. Ringhieri, Innoc. — Cinquante Jeus divers d’honnète entre- tien, industr. inuentés par Innoc. Rhinghier. gentilh, Bo- loignoys. Et fais Francoys par Hub. Phil, de Villiers. Livre I. Lyon, Ch. Pesnot. 1555- 4°- Introduction. (L’) au traitté de la conformité des merveilles anciennes avec les modemes, ou traité préparatif & 1'Apologie pour Hérodote. [Par Henri Es tien ne]. S. 1. 1566 au mois de Nov. 8°. Edition de 680 pp. — au traité etc. [comme le précédent]. S. 1. 1582. 8°. au traite etc. [comme le précédent]. Sur les Hasles. 1607. 8°. Rabelais, Fra. — Les Oeuvres de — etc. Dern. édit. de nouueau reueuë et corr. Anvers, J. Fuet. 1605. 12°. Montaigne, Mich, de — Les Essais de —. Edit, nouvelle enrichie d’annotat. en marge etc. Plus la vie de lautheur. Rouen, J. Berthelin. [1619]- 8°. La Boetie, Estienne de — La Mesnagerie de Xenophon. Les Regies de manage de Plutarque. Lettre de consolation de Plutarque a sa femme. Le tout traduict de Grec en Fran cois par feu—. Ensemble quelques vers Latins et Frangois de son inuention. Item un Discours sur la mort dudit Seigneur de la B. par M. de Montaigne. Paris, F. Morel. 1572. 8°. Belle-forest, Fra. de — Harangues militaires et concions de princes, capitaines, ambassadeurs et autres, manians tant la guerre que les affaires d’estat, etc. Recueillies et fakes Francoises par —. Reueu, augmenté etc. pour la II e édit. Paris, L. Breyel. 1588. fol. Poliphilus [pseud. deFra. Colonna]. —LeTableau desriches inventions couuertes du voile des feintes amoureuses, qui sont representees dans le Songe de Poliphile, desvoilées des om bres du Songe et subtil, exposées par [Fra.] Beroalde. Pa ris, Mt. Guillemot. 1600. 4 0 . Av. fig.
195 Chabodie, Dav., Le Petit monde, ou sont representées au vray les plus belles parties de 1’homme. Reueu et augm. He édit. Pa ris, G. Robinot. 1607. 8°. Théatre d’histoire, oü avec les grandes prouesses et auentures étranges du chevalier Polimantcs prince d’Arfine se représentent au vrai plusieurs occurrences fort rares, etc. [Par Phil, de Bel leville]. Bruxelles, R. Velpius. 1Ó13- 4°. Av. pl. Ovidius Naso, P. — Les Métamorphoses d’Ovide, trad. en prose Frangoise et de nouueau reueuës [par N. Renouard] et enrichies de figures. Avec 15 discours contenans 1’explication mo rale et historique. De plus, outre le Jugement de Paris, aug- mentées de la Métamorphose des abeilles, trad. de Virgile, de quelques Epistres d’Ovide etc. Paris, Veufve L’Angelier. 1619. fol. Florizel, Pra. Voilleret Sr. de, Le Preau des fleurs meslées, contenant plusieurs et differendz discours etc. Londres, W. S. S. a. [vers 1620]. 4 0 . Epistres Francoises des personnages illustres et doctes a Mr. Jos. Juste de la Scala. Mises en lum. par Jacq. deReves. Harderwyck, Vefve de T. Henry. 1624. 8°. Francois, Réné, Essay des merveilles de nature et des plus nobles artifices. Piece très-necess. a tous ceux qui font profes sion d’éloquence. Vile édit. augm. Rouen, J. Osmont. 1629. 4 0 . Olivier, Jacq.., Alphabet de 1’imperfection et malice des femmes etc. Augmenté en cette Ve édit. Rouen, R. Feron. 1630. 12°. Merille, N., La Philomène. Paris, P. Lamy. 1630. 8°. Gueux (Le) ou la vie de Guzman d’Alfarache etc. [Trad, de 1’Espagnol de Mateo Aleman par J. Chape 1 ain]. Paris, N. Gasse. 1632. 2 pt. 1 vol. 8°. La seconde partie est intitulée; „Le Voleur” et porte le nom de 1’auteur. Goumay, Marie de. — Les Advis OU les Presens de la De moiselle de G. Paris, Touss. du Bray. 1634. 4 0 . Camus, Jean Pierre. — Les Evenemens singuliers de Mr. d e Belley. Rouen, D. du Petit Val. 1637. 8°. Camus, Jean Pierre. — Varietez historiques. Par Mr. 1’Eves- que de Belley. Rouen, F. Vaultier. 1641. 8°. Camus, Jean Pierre. — Les Spectacles d’horreur, oü se des- couurent plusieurs tragiques effects de nostre siecle. Par M. 1’éves- que de Belley. Rouen, F. Vaultier et C. Malassis. 1640. 8°.
ig6 Camus, Jean Pierre. — Divertissement historique. Par Mr. 1’Evesque de Belley. Rouen, F. Vaultier. 1642. 8°. Camus, Jean Pierre. — Les Occurrences remarquables deMr. de Belley. Rouen, F. Vaultier. 1642. 8°. Camus, Jean Pierre, Les Decades historiques. Rouen, F. Vaul tier. 1643. 8°. Barclay, John, L’Argenis. Trad, nouvelle [de Pierre Mar- cassus] enrichie de figures. Dern. édit. reueuë. Paris, N. et J. de la Coste. 1638. 2 pt. 8°. Berger (Le) extravagant. Oü parmy des fantasies amoureuses on void les impertinences des romans et de la poésie. [Par Ch. Sorel]. Rouen, J. Berthelin. 1646. 3 pt. l vol. 8°. Bardin, Pierre, Le Lycee oü en plusieurs promenades il est traité des connoissances, des actions et des plaisirs d’un hon- neste homme. Des connoissances [l e —7 e promenade]. Rouen, Vefve du Bose. 1638. 8°. Des Accords [pseud. d’E t. T a b o u r o t] — Les Bigarrures et Touches du seigneur —. Avec les Apophtegmes du Sr. G a u 1 a r d et les Escraignes Dijonnoises. Dern. édit. augm. Rouen, L. du Mesnil. 1640. 8°. Av. fig. (XX), 396. 92. 75 , 75 et 100 pp. Messia, P. — Les diverses Legons de —. Mises de Castilian en Frangois par Cl. Gruget. Avec 7 Dialogues de 1’autheur dont les 4 dern. ont esté de nouueau trad, en ceste IVe edition etc. Rouen, J. Berthelin. 1643. 8°. Ecole. — L’Escole du Sage. [Par Urb. Chevreau]. Paris, N. de Sercy. 1645. 4°- Du Bose, Jacq.., La Femme héroique ou les héroines comparées avec les héros en toute sorte de vertus etc. Paris, A. de Som ma ville et A. Courbé. 1645. 2 tom. l vol. 4 0 . Av. pi. Audin, Fables heroïques, comprenans les véritables maximes de la politique chrestienne et de la morale. Enrich, de figures en taille-douce. Paris, J. Guignard et J. B. Loyson. 1648. 2 pt. 8°. Barbon (Le). [Par J. L. Gu ez d e Balzac]. Paris, A. Courbé. 1648. 8°. Grimm, P. M. de, et Den. Diderot, Correspondance litté raire, philosophique et critique, adressée k un souverain d’Alle- magne, depuis 1753 jusqu’en 1769. Paris, Buisson. 1813.6 tom. 8°. — depuis 1770 jusqu’en 1782. He édit. revue et corr. Ibid. 1812.5 tom. 8°. --pendant une partie des ann. 1775 ~76 et pendant les ann. 1782—90. [Par Grimm settlement]. Ibid. 1813. 5 tom. 8°.
I 197 Grimm, F. M. de, et Den. Diderot, Correspondance inédite et recueil de lettres, poésies, morceaux et fragmens, retranchés par la Censure impériale en 1812 et 1813. Paris, H. Fournier Jr. 1829. 8°. Bibliothèque de campagne ou amusemens de 1’esprit et du coeur. Amsterdam, M. M. Rey. 1764. 12 tom. 8°. Le tome I. manque. Contemporaines (Les) OU avantures des plus jolies femmes de l’&ge présent. Recueillies par N. E. R** d. 1. B*** [Rétif de la B r etonne], et publ. par Tim. Jo 1 y. IR édit. (du vol. I). Leipsick, Biischel. 1781—85. 42 vol. 8°. Av. pi. Les vol. 17—30 sous le titre de: Les Contemporaines du commun, ou avan tures des belles marchandes, ouvrières etc. de 1' üge present. — Vol. 31—42. Les Contemporaines par gradation [ou graduées] ou aventures des jolies femmes de l’&ge actuel. suivant la gradation des princ. états de la société. NEDERDUITSCH. (Taalkunde; Dichters, Prozaschrijvers). Mijl, Abr. van der. — Abrah. Van der-Milii Lingua Belgica, sive de linguae illius communitate turn cum plerisque aliis, turn praesertim cum Latina, Graeca, Persica, eet. Lugd. Bat., pro bibliop. Commelin. 1612. Excudebant Ulr. Cornelii et G. Abrahami. 4 0 . Montanus, Pt., Bericht van een nieuwe konst genaemt de spreeck- konst, enz. Delf., J. Pz. Waalpot. 1635. 4°. Berckelaer, Jo., Dictionarium Germanicolatinum [rectius: Bel- gico-Latinum], eet. Antverp., J. Loëius. 1556. 4 0 . Thesaurus Theutonicae linguae. Schat der Nederduytscher spra ken. Inhoudende niet alleene de Nederd. woorden maer oock verscheyden redenen ende manieren van spreken, vertaelt ende ouergeset int Fransois ende Latijn. [Met Fransche voorrede van Chrf. Plantijn]. Antverpiae, C. Plantinus. 1573- fol. Met geschreven bijvoegsels van omstreeks denzelfden tijd. Geschiedzangen (Nederlandsche) naar tijdsorde gerangschikt en toegelicht. 863—1609. [Door J. van Vloten]. Amsterdam, F. Muller. 1852. 2 dln. 8°.
Houwaert, Jan Bapt., Milenus clachte, waer inne de groöte tirannye der Romeynen verhaelt, ende den handel van desen tegenwoordighen tyt claerlijck ontdect wordt. Leyden, W. Sil- vius. 1578. 4 0 . Noot, Jan van der, Cort begrijp der XII Boeken Olympiados. Abregé des douze livres Olympiades etc. Anvers, G. van den Rade. 1579. fol. M. pl. Dit exemplaar behelst slechts 5 van de 17 oorspr. koperplaten; de overige bladzijden daarvoor bestemd zijn oningevuld maar beplakt met gravures van Z. Dolendo, J. Matham, B. Moncomet enz. Het portret is weggesneden. [Gedichten. 1593—1659. 4 0 .] Den Slach van Lepanten, des Con. van Schotlandt Jacobi VT. Overgeset in Nederl. dicht deur Abr. van derMyl. Middel- burgh, R. Schilders. 1593. P. J. Schaghen’s Alckmaar-beleg. Amsterdam, W. Jansz. [Blaeu]. 1615. Antwoorde op den Brief van C. P. H. [P. Cz. Hooft] gheschreven aen Helenam, waer in Helena haer ontschuldight. Z. pl. 1616. Den Lof van Haerlem. [Door Sam. Ampzing]. Haerlem, S. Bo- gaert. 1616. Het Lof der stadt Haerlem in Hollandt [Omwerking van het voor gaande door denzelfden. Haerlem, A. Roman. 1621.] Bruylofts-gedicht v. J. Dz. de Bergh en A. Floris dr. Delf, J. An- driesz. 1617. Bruyd-lofs-dicht van A. Pz. van Bieningen en M. Ds. de Bergh. Aldaar. 1621. Bruyloft-lied in 112 coupletten. Z. titel. Wilde Eenden-jacht ofte beschrijvinge van de Hollandtsche vogel- koyen. Door Viet. Rijckelsma. ’sGravenh., A. Meuris. 1622. M. afb. Leeden Strijdt. Aldaar. 1630. Catoós Koppel-dichten van de Seden, vertaeld ende berijmd door Sam. Ampzing. Haerlem, A. Roman. 1632. Amsterdamsche Sonne-schijn. Z. pl. 1639. Grove-Roffel ofte Quartier des Amsterdamsche Mane-schijn. Z. pl. 1639. (Blad D ontbr.) Nieuwe kluchtighe Amsterdamsche Mane-schijn met het quartier der selver enz. Z. pl. 1640. St. Nicolaes milde gaven aen d’Amstelse jonckheyt ofte het laetste Quartier der Amsterdamsche Mane-schijn. Z. pl. 1640. St. Nicolaes milde gaven enz. De He Editie, verbetert. Z. pl. of jr. I. Burchoorns Nieuwe Werelt vol Gecken enz. ’s Gravenh., in des autheurs boekdruck. 1641. Testament van Jan Splinter, een waerachtighe historie enz. Delff, A. Cloeting. 1647. 8°. Wm. van Velden, Hof-tapiit tot cieraed van de nieuwe ge welfde staet-zael van ’t vriie Batavia, ’s Gravenh., J. Veely. 1659. De Vermakelijckheyt selfs ofte Alle-mans Gadingh enz. (in poezy en proza). Z. pl. of jr. (Niet compleet).
199 Marnix, Phil, van, Het Boeck der Psalmen, wt der Hebre'is- scher sprake in nederd. dichte overgeset. Mitsg. de heyl. schrif- tuerlicke lofsangen enz. [en den Catechismus]. Middelburgh, Rich. Schilders. 1591* 8°. Leuen (Het) en sternen ben ick genaemt Want wy moeten al sternen om namaels te leuen Het reyn Acoleyken, een bloem der Rethorijcken Ghegroeyt, gheplant int Walchers dal .Binnen Vlissinghen, laet door het werck blij eken. Rethorices conste enz. [Door Jeron. van der Voort]. Rot terdam, D. Mulm (sic). 1597- 4°. ViveriUB, Jac., De Vierlinghen (of wijse Leerdichten) van Guy du Faur Heere van Pybrack. Vertalet wtFranschenin Nederl. dichte. Amstelredam, Desid. de la Tombe. 1604. 8°. Borcht, Wi. van der, Spieghel der eyghen-kennisse bestaende in te-saem-ghebonde mal ende treur-dichten enz. Met kop. pla ten. Brussel, L. de Grieck. 1643. 4 0 . Merwede, M. van der, Heere van Clootwijck, Geestelyke Minne-vlammen poëtischer wijse voor-gestelt. ’s Graven-hage, Is. Burghoorn. 1653. 4°- Vries, Sim. de, Zielen-Lust-hof bestaende in christelijcke over- denekingen ende heylighe betrachtingen over het werck onser salicheydt enz. Utrecht, L. Sz. de Vries. 1643. fol. M. pl. (XX), 47, (II), 23 blz. [Huygens, Const.], Eufrasia. Oogen troost aen Parthenine enz. Amsteldam, L. Spillebout. 1651. 8°. Overbeke, Aern. van, Geestige en vermaeckelicke Reys-be- schrijvinge naer Oost-Indien in den j. 1668. Mitsg. het Proces crimineel ofte halsgedingh in rijm door O. tegen sijnkies enz. [Amsterdam]. J. Joosten. 1672. 4 0 . [Tooneelstukken van 1617—1660. In 1 bd. 4 0 .] Spel des gheschils tot Athenen door Die riek Scabaelje. Amst., N. Biestkens. 16x7. Truer-spel van de moordt begaen aen Wilhem prince van Oraen- gien etc. door G. van Hoghendorp. Amst., C. van derPlasse. 1617. E. Gerckmans Slach van Vlaenderen gheschiedt tusschen den Prince van Oranien ende den Eerts-Hertogh Albertus. Amst., J. Ez. Cloppenburch. 1624. Theod. Rodenburgi Hoex en Cabeliaws oft Hartoch Karei den Stouten en Bataviana. Amst. J. Az. Colom. 1628. I. I. Co le veld Is Hartoginne van Savoyen. Amst., D. Cz. Hout- haeck. 1634.
200 Theod. Rodenborgh, Vrou Jacoba, Erf-Gravinne van Hollandt etc. Aldaar. 1638. ... ,, P. A. Codde’s Herdoopers Anslagh op Amsterdam den 10 May 1535. Aldaar 1641. . _ J. D[ullaert], Karel Stuart of Rampzalige Majesteit. Amst., G. van Goedesberg. 1652. Herstelde Hongers-dwangh of Haerlems langh en strenghe belege- ringhe enz. Door St. van d er Lust. Haerlem, K. Tz. Kas. 1660. History (Genoechlijcke) vanden schricklijcken ende onvervaerden reus Gilias enz. Ende hoe int selve Coninckrijck een Smeets- knecht, Sie-vreedt genaemt, gevonden wierde, welck tegensdese reus ghesonden wierde enz. Z. pi. 1641- 4 • [Historie (Die scoenre) hertoghe Godeuaerts van Boloen. Z. pi. of jaar. Met het drukkersmerk van Godfr. van Os te Gouda omstr. i486, fol. M. pi.] Campbell, Annales No. 968. Historie (De schoone) vande deerlijcke destructie ende ondergane der stadt van Jerusalem enz. Antwerpen, Jan van Ghele. 1603. 4 0 . M. houtsn. Reinaert. — Van Reynaert die Vos. een seer genoechlijcke ende vermakelijeke Historie enz. Met schoone figueren gheciert. Delii, B. Hz, Schinckel. 1589- 8°. Paradijs appel (Van den). HS. van t laatst der l5 e of t begin der l6 e eeuw 15 biz. in 4°- Aurelius, Me. — T’gulden Boeck, van het leven ende Seynd- brieven van den Keyser —. [Uit het Spaansch vertaald door Corn, van Beresteyn]. Franeker, R. Doyema. 1Ó15- 8°. Proces (Het wonderlijek) tusschen drie edel-luyden, gebroeders: zijnde den eenen een dronekaert, den anderen een hoereerder, den derden een tuysscher, disputerende tegeus malkanderen om hares vaders achter-latende goederen, s Gravenh., Is. Burchoom. 1634- 4°- Swetnam, jos., Recht-banck tegen de luye, korzelighe en wis- peltuyrighe vrouwen enz. Hier is by ghevoecht de Beeren-jacht enz. Uyt het Engelse gedr. exempl. nu eerst vertaelt. Leyden, Wm. Christiaens. 1641* 4°* De „ Beeren-jacht” ontbreekt aan dit exemplaar. Beeren-jacht, het tweede deel van de Rechtbanck. Onder don- ghestadigheydt en onghebondenheyt der weduwen enz. Beschr. in ’t Enghels. Amsterdam, M. de Groot. 1670. 4°.
201 26 Wonderen des werelds. Vervattende de uytstekenste vreemdig- heden en verwonderenswaerdige saken, in alderleye gewesten des werelds ontdeckt en voorgevallen enz. [Door P. de Lange]. Amsterdam, M. Wz. Doornick. [1671]. 4 0 . Het jaartal is misschien weggesneden. Reizen (Wonderbaarlijke en ongeloofelyke) door de lucht, water, land, hel, paradijs en hemel. Gedaan en beschreeven door den grooten Alexander, Cajus Plinius Secundus, den philosooph Lucianus en den Abt St. Brandanus. Mitsg. een gevaarlijke Tocht na het Vagevuur enz. Amsterdam, T. ten Hoorn. 1682.4 0 . M. pl. Fabulen (Sinrijke) verklaart en toegepast tot alderley zeedelessen enz. [Door Pt. de la Court]. Amsterdam, H. Sweerts. 1685. 4 0 . Met prentjes, door J. Gole in koper gesneden, in den tekst. Mercuur (Nieuwe oprechte Haegse) compleet, behelsende saty- rique, politique en academische reflexien. Door C. V. B. [van Bijnkershoek] He druk. Utrecht, A. Lobedanus. 1745. 8°. Mensch (De) ontmaskert [in wekel. blaadjes van 15 febr. tot 14 nov. 1718]. ’s Gravenhaage, H. Scheurleer enz. 1718. 8°. [Weyerman, Jak. Campo, Werken.] Amsterdam, H. Bosch enz. 1722—34. 12 din. 4 0 . I. II. Den Amsterdamschen Hermes [anon.] 1722, 23. — III, IV, DenOnt- leeder der gebreeken [anon.] 1724, 26. — V—VII. De Historie des Paus doms 1725—28. — VIII. Aanmerkingen daarover, enz. 1734; De voorn. . beweegredenen enz. voor Moses Marcus tot het verlaaten van den Joodschen godsdienst, enz. Z. jr. — IX, X. Den Echo des weerelds. 1726, 27. 2 dln. — XI. Den Vrolijke Tuchtheer. 1730; De Doorzigtige Heremyt. 1730. — XII. De Persiaansche Zydewever, Demokriets en Herakliets Bra- bandsche Voyagie enz. Z. jr. Beschry Vinge (Waarachtige) der wonderbare reysen van Wil helm Retchir of de Saxische Robinson enz. Door hem selve in ’t licht gegeven. M. pl. Amsterdam, J. ter Beek. 1730. 2 dln. 8°. Robinson (De Sweedsche) of ’t wonderlyk leven van Gustav Landcron enz. Volgens zyn eigen Hs. in ’t Hoogduits uitgeg. door G. F. V. M. en nu in ’t Nederd. vertaald, met pl. Amster dam, J. ter Beek. 1733. 8°. Robinzon (De Fransche) of de reisen van een ondéraardsch kluyzenaar. M. pl. Alkmaar, J. Maagh. 1742. 8°. Robinson (De Hollandsche) of wonderlijke gevallen van den Heer*** enz. Door hem zelfs beschreven. Gouda, F. Bellaart. 1743. 8°. Lotgevallen (De zonderlinge en wonderbare) van den Branden- burgschen Robinson enz. Door hem zelven beschreven. Utrecht, H. en J. Besseling. 1750. 8°.
202 Robinson (De Walchersche) zynde een zeldzame doch tevens ware geschiedenis enz. Door hem zelven beschreven. Rotterdam, A. van Eyk. 175 2 - 8°. * Robinson (De Silesische) of de ware en gedenkwaardige levens- byzonderheden enz. van den heer Frans Anthoni Wentzel van C. Uit 't Hoogd. vertaalt. M. pl. Amsterdam, bij de Compagnie boekverk. 1754- 2 din. 1 bd. 8°. Robinson (De Haagsche) of de gevallen van Alexander***** enz. Alkmaar, J. Maagh. 1758- 2 din. l bd. 8°. Robinson (De nieuwe Engelsche) of de overzeldzame gevallen van Capiteyn Rob. Boyle enz. Uyt het Engelsch vertaalt. M. pl. He druk, veel vermeerdert. Amsterdam, P. Spriet en Zn. 1761. 2 din. 1 bd. 8°. Robinson (De Libanonsche) vervattende aanmerkelyke avontu ren,. reisgevallen enz. IR druk. Herenveen, T. Roorda. Z. jr. 8°. Spectator (De) of verrezene Socrates. [Door Rich. Steele en Jos. Addison]. Uit het Engelsch vertaald door A. G. L. R. G. [en P. Ie Clercq]. Nieuwe druk [van Dl. I]. Amsterdam, D. Sligtenhorst. 1743; — Dl. II—VI. Derde druk. Amst., H. Uyt- werf. 174X—43; — Dl. VII. Derde druk. Amst., G. de Groot. •^59 • _ Dl. VIII. Tweede druk. Amst., J. Roman en G. de Groot. 1752; — Dl. IX. Utrecht, A. Lobedanus. 1744. 8°. Steele, Ricb., De Snapper of de Britsche tuchtmeester. Uyt het Engelsch vertaalt door P. Ie Clerc (sic). Amsterdam, H. Vie- root. 1733-52- 4 dln. 8°. , Aan het IV e deel is toegevoegd de Prognosticate van Partridges dood [van Jon. Swift] en de Trommelslager of het Huis-spook, blijspel van Jos. Addison. Steele, Rich., De Guardian of de Britsche Zedenmeester. Uit het Engels vertaalt door P. Ie Clercq. IR druk [van Dl. 1,11]. Rotterdam, J. D. Beman. 1734, 1731- 3 dln. 8°. Steele, Rich., De Boekzaal der Juffers, geschreven door een vrouw van aanzien. Nu uit de Engelsche taal overgezet. IR druk [van Dl. I]. Amsterdam, St. van Esveldt 1748; Adr. Wor en de Erve G. Onder de Linden enz. 1734 , 35- 3 dln. 8°. — De Boekzaal der Heeren. dienende tot een vervolg op de Boek zaal der Juffers enz. Uit het Engelsch vertaald. IR druk, merke lijk verbeeterdt en vermeerderdt. Amsterdam, St. van Esveldt. 1764. 8°. Rhapsodist (De Britsche) of mengelschriften van Rich. Steele en anderen. Amsterdam, W. Holtrop. 1780. 3 dln. 8°.
203 Spectator (De Hollandsche) [Door Justus van Effen]. Am sterdam, H. Uytwerf. [20. Aug. 1731—8 April 1735. N°.l—360]. 12 din. 6 bdn. 8°. Effen, Just, van, De Misantrope of de gestrenge zedenmeester. In het Fransch geschr. en in het Nederd. vertaalt door P. le CleYcq. IF uitgaave, Amsterdam, F. de Kruyff. 1765. 3 din. 8°. M. portr. Patriot (De) of Duitsche Zedemeester. Uit het Hoogd. vertaalt door Mt. de Ruusscher. Leyden, Is. Severinus enz. 1732. 3 din. 8°. Orakel (Het weekelijks) of aanmerkingen en ophelderingen om trent eene groote menigte van alderleye voorgeworpe zaken. Ten deele uit het Engelsch overgezet enz. Haarlem, J. Bosch enz. 24 Aug. 1735—26 Dec. 1736- N°. 1—60. 2 din. l bd. 8°. Schertser (De). Amsterdam, J. Loveringh. [11 April 1735 tot 28 Mei 1736. N°. 1—60]. 2 din. 1 bd. 8°. Aesopus (De Hollandsche). [In wekel. vertoogen]. Amsterdam, Jac. Verlouw. 1744- [N°. 1—30]. 8°. Spectator (De Nederlandsche). [In vertoogen]. Leyden, Pt. van der Eyk. 1749—60. [N°. 1—312]. 12 dln. 4 bdn. 8°. Zeedemeester (De) der kerkelyken, onderzoekende op een vryen trant, waarom onder een zoo groot aantal van leeraaren in de Nederlandsche Kerke hedendaagsch zoo weinig de waare gods dienstigheid bloeiende bevonden, veel min eene algemeene ker- kevreede bevorderd wordt. [In wekelijksche vertoogen door P. L. Statius Muller]. Amsterdam, K. van Tongerlo enF.Hout- tuyn. 1750—52. [N°. 1—120]. 2 dln. 8°. Snapsters (De verstandige). Dordrecht, Abr. Blussé. 1756. [N°. 1— 20]. 8°. Philanthrope (De) of Menschenvriend. [In wekelijksche vertoo gen]. Amsteldam, K. van Tongerlo en F. Houttuin. 1757—62. [N°. 1—326]- 6 dln. 8°. Met eerste nummer is van 6 October 1756. Eremiet (De) behelzende aangenaame godsdienst-, zeede-, staat kundige en andere vertoogen. Uit het Hoogd. vertaald. Rotter dam. J. van der Laan Jz. [circ. 1760—70]* 8°. Wysgeer (De Hollandsche). M. pl. He druk [van ’t Ie dl]. Am sterdam, D. Onder de Linden. 1761, 1760—63. 7 dln. 8°. Criticus (De Nederlandsche) bestaande in 86 zoo critique, sata- rique (sic) als ernstige vertoogen. Amsteldam, F. de Kruyff en A. van der Kroe. 1761. 2 dln. 8°.
204 Denker (De) [in wekelijksche vertoogen]. Amsteldam, K. van Tongerlo en F. Houttuin. 1764—66; Erven van F. Houttuyn. 1767—75. 12 dln. 8°. Philosooph (De) [in wekel. vertoogen door C. van Engelen]. Amsterdam, P. Meyer en Wed. K. van Tongerloo en Zn. 1766—69. [N°. 1—208]. 4 dln. 8°. Grijzaard (De) vervattende 52 [104] spectatoriuale vertoogen [door E1 i s. Wolff geb. B e k k e r en anderen]. Monnikkendam, T. Tjal- lingius. 1768, 69. 2 dln. 8°. Onderzoeker (De) [in wekelijksche vertoogen. Amsterdam, G. de Groot en Zn. enz.] 1769—72. [N°. 1—208]. 4 dln. 2 bdn. 8°. Naamlooziana (De) of vertoog zonder naam over vraagen zonder vinding enz. Door het Genootschap van de Zevenstar gezegd het naamlooze Twee-stuivers Collegie. Amsteldam, C. Philips Jz. 1772. 8°. Rhapsodist (De). Amsterdam, Pt. Meyer. 1771—83. 6 dln. 8°. Gezellige (De) in aangenaame spectatoriaale vertoogen enz. Het Hoogduitsch van het Genootschap der Geleeerden te Halle ge volgd [door Geo. M. Nebe]. Amsterdam, P.J. Entrop. 1771—74. [N°. 1—200]. 4 dln. 8°. Mensch (De) in aangenaame spectatoriaale vertoogen beschouwd door een Genoodschap van geleerde mannen te Halle. Uit het Hoogd. vertaald door Ge o. M. Ne be. Amsteldam, P. J. Entrop. Z. jr. 10 dln. 20 stn. 8°. Kosmopoliet (De) of waereldburger. [In wekel. vertoogen door O. C. F. Hoffham en anderen]. Amsteldam, Wed. D. Klip pink. 1776, 77. [N°. 1—105]. 2 dln. 8°. Vaderlander (De). [In wekel. vertoogen]. Amsteldam, Erven van F. Houttuyn. 1776 [75]—78- [N°- 1—209]. 4 dln. 8°. Borger (De) [in wekelijksche vertoogen]. Utrecht, Wed. J. van Schoonhoven. 1778—80. [N°. 1—lOO]. 2 dln. 8°. Spectator (De nieuwe Nederlandsche) of verzameling van ern stige en vrolijke vertoogen, de zedekunde en het huishoudelijke leeven betreffende. Haarlem, A. Loosjes. 1788. 8°. Menschenvriend (De) [in wekelijksche vertoogen, meerendeels door M. Nieuwenhuyzen]. Amsterdam, Mart. de Bruyn. 1788—97. 10 dln. 8°.
205 Star (De), een tijdschrift, uitgeg. van wege de Permanente Kom missie der Maatschappij van Weldadigheid. [Onder redactie van W. A. Ockerse]. Amsterdam, J. van der Hey. 1819—26.8dln. 16 bdn. 8°. Vriend (De) des vaderlands. Een tijdschrift toegewijd aan den roem en de welvaart van Nederland en in het bijzonder aan de hulpbehoeftigen in hetzelve. (Uitgeg. van wege de perman. Kom missie der Maatschappij van weldadigheid). [Onder redactie van P. O. van der Chijs]. Amsterdam, J. van der Hey en Zn. 1827—42. 16 dln. 8°. M. pl. HOOGDUITSCH, ANGELSAKSISCH ENZ. PsalteriumDavidisLatino-Saxonicumvetus.AJoh. Spelmanno Hen. fil. editum, eet. Londim, excud. R. Badger etc. 1640. 4 0 . Kutrun, Mittelhochdeutsch. Herausgeg. von Ado. Ziema'nn. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1835- 8°. Dit werk en de 35 volgenden verschenen ook met den titel: „Bibliothekder deutschen National-Literatur.*’ Mone, Fra. Jos., Untersuchungen zur Geschichte der teutschen Heldensage. Quedlinburg, G. Basse. 1836. 8°. Theuerdank, Herausgeg. und mit einer hist-krit. Einleitung versehen von Ca. Halt au s. Nebst lithogr. BI. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1836. 8°. Gedichte (Deutsche) des XII Jahrh. und der nachstverwandten Zeit. Herausg. von H. F. Massmann. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1837. 2 Th. l Bd. 8°. Herbort von. Fritslar, Liet von Troye. Herausgeg. von Ge. Ka. Frommann. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1837. 8°. Ziemann, Ado., Mittelhochdeutsches Wörterbuch zum Handge- brauch. Nebst grammat. Einleitung. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1838. 8°. Predigten (Deutsche) des XII und XIII Jahrhunderts. Heraus geg. und erlautert von Ka. Roth. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1839. 8°. — des XIII und XIV Jh. Herausgeg. von Herm. Leyser. Mit Glossar. Ibid. 1838. 8°.
206 Abschwörungsformeln. — Die deutschen Abschwörungs-, Glaubens-, Beicht- und Betformeln vom VIII bis zum XII Jahrh. etc. Herausgeg. von H. F. Massmann, Quedlinburg und Leip zig, G. Basse. 1839* 8°. Psalmen — Deutsche Interlinearversionen der —. Aus Hss. des XII und XIII Jahrh. herausgeg. von E. G. Graff. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1839. 8°. Krolewiz, Heinr. von, Vater Unser. Herausgeg. von Ge. Ch. Fri. Lisch. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1839. 8°. Strieker (Der). — Kleinere Gedichte von dem Strieker. Her ausgeg. von Ka. Aug. Hahn. Quedlinburgu. Leipzig, G. Basse. 1839. 8°. Brant, Seb., Das Narrenschriff nebst dessen Freiheitstafel. Mit Anmerk von Adam Walth. Strobel. Quedlinburg und Leip zig, G. Basse. 1839- 8°. Gedichte des XII und XIII Jahrh. Herausgeg. von K.A. Hahn. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1840. 8°. s Hatzlerin, Clara, Liederbuch. Herausgeg. und mit Einleitung und Wörterbuch versehen von Ca. Halt aus. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1840. 8°. Schauspiele (Altteutsche). Herausgeg. von F ra. Jos. Mone. Quedlinburg u. Leipzig, G. Basse. 1841. 8°. Bühel, von, Dyocletianus Leben. Herausgeg. von Adelb. Keiler. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1841. 8°. Gesta Romanorum das ist der Römer Tat. Herausgeg. von Adelb. Keiler. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1841. 4 0 . Arthur-Sage (Die) und die Mahrchen des rothen Buchs von San Mar te (A. Schulz). Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1842. 8°. Eraclius. Deutsches und französ. Gedicht des XII Jahrh. (jenes von Otte, dieses von Gautier van Arras), nebst Anhangen und geschichtl. Untersuchung herausgeg. vonH.F. Massmann. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1842. 8°. Titurel (Der jüngere) Herausgeg. von K. A. Hahn. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1842. 8°. Alexius (S.) Leben in acht gereimten mittelhochd. Behandlun- gen. Nebst geschichtl. Einleitung etc. von Hans F^erd. Mass mann. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1843. 8°.
207 Heinrich, von Meissen der Frauenlob, Leiche, Spriiche, Streitgedichte und Lieder. Erl&utert und herausgeg. von Ludw. Ettmiiller. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1843. 8°. Fleck, Konr., Flore und Blanscheflur. Eine Erzahlung Heraus geg. van Emil. Sommer. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1846. 8°. Ruff, Jac., Etter Heini uss dem Schwizerland, sammt einem Vorspiel. Erlautert und herausgeg. von Herm. Me. Kottin ge r. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1847. 8°. Theophilus der Faust des Mittelalters. Schauspiel aus dem XIV Jahrh. in Niederd. Sprache. Erlautert und herausgeg. van Ludw. Ettmiiller. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1849. 8°. Kaiserchronik — Der keiser und der kunige buoch oder die sogen. —. Gedicht des XII Jahrh. etc. herausgeg. von Hans Ferd. Massmann. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1849—54 3 Th. 8°. Scöpas (Engla and Seaxna) and Bóceras. Anglosaxonum poetae atque scriptores prosaici. Collegit Lud. Ettmuller. Quedlinb. et Lips., G. Basse. 1850. 8°. Ettmiiller, Lud. — Vorda Veallhstód Engla and Seaxna. Lexi con Anglosaxonicum, cet. cum synopsi grammatica edidit —. Quedlinburgi et Lipsiae, G. Basse. 1851. 8°. Spiel. — Dat Spil fan der upstandinge gedichtet 1464. Mit Ein- leitung und Erlauter. herausgeg. von Ludw. Ettmiiller. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1851. 8°. Thomasin von. Zinclaria., Der Walsche Gast. Herausgeg. mit Anmerk. von Hei. Riickert. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1852. 8°. Passional (Das). Eine Legenden-Sammlung des XIII Jahrh. Her ausgeg. m. Glossar von F r. K a. K ö p k e. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1852. 8°. Wizkiw IV Fiirst von Rugen, Spriiche und Lieder in Niederd. Sprache, nebst einigen kleinern Niederd. Gedichten etc. Erlautert und herausgeg. von Ludw. E 11 m ti 11 e r. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1852. 8°. Philipp (Bruder) der Carthauser, Marienleben. Herausgeg. von Hei. Riickert. Quedlinburg und Leipzig. G. Basse. 1853. 8°. Strieker (Der). —Karl der Grosse, von dem Strieker. Herausgeg. von Ka. Bartsch. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1857.8°.
208 Lohengrin. Herausgeg. und mit Anmerk. versehen von H e i Rückert. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1858. 8°. Erlösung (Die) mit einer Auswahl geistlicher Dichtungen heraus geg. von Ka. Bartsch. Quedlinburg und Leipzig, G. Basse. 1858. 8°. Petr ar ca, Fra., Trostspiegel in Glück und Unglück. Ausz dem Latein. verteutscht und mit Figuren gezieret. Franckfurt a. M., V. Steinmayer. 1604. fol. Eenige bladen zqn bijgeschreven en de houtsneden nageteekend. Zeizer, Joh., Bethlehemitische Hirten-Frewde etc. S. 1. [Leiden?]. 1646. 4°- „ Opdracht aan „Christophero Thisen ex ant.et nob. Thiesiorum prosapia ortum trahenti.” Worm 01. — Runer seu Danica literatura antiquiss. vulgo Gothica dicta,’luci reddita opera O.W.Cui acc. de prisca Danorum poesi dissertatio. Amstejrod., J. Jansonius. 1636. 4 • Cum notis mss. Geschiedenis. INLEIDING; ALGEMEENE WERKEN. Bodin, Jo., Methodus historica, XII ejusdem argum. scriptorum commentariis adaucta. Basil., P. Pema. 1576. 8 . Meusel, Joa. Geo. - Bibliotheca historica, instructa a Burc. Gotth. Struvio, aucta a Chr. Gotti. Budero, nunc vero a J. G. M. amplific. ét emend., eet. Lipsiae, her. Weidmann et Reich. 1782—1804. VoL I—XI 2. 22 pt. 8°. Dictionarium historicum, geographicum, poeticum, cet^Postr. hac edit, auctius redditum. [Genevae], Jac. Stoer. 1596- 4 •
209 27 [Fasciculus temporum (auctore Wern. Rolevinck de Laer. Venetiis, Erh. Ratholt Augustinensis. 1484. fol. C. fig.] [Bergomeusis, Jac. Phil., Supplementum Chronicharum, usque ad a. 1490. Venetiis, Bernard. Ricius de Novaria. 1492. fol. C. fig.] [Schedel, Hartman, Liber Cronicarum, cum figuris ligno in- cisis a Mich. Wolgemut et Wilh. Pleydenwurff. Nurembergae, Anth. Koberger. 1495. fol. maj.] Antoninus archipres. Florentinus, Historiarum partes III. Lug- duni, Joa. Clein. 1517. In 1 vol. fol. Mer (La) des histoires. Augmentee de plusieurs belles hystoires. Et premierement des faietz, gestes et victoires des roys Charles VIII et Loys XII. Auecques aucunes vaillances, triumphantes conquestes et oeuures cheualereuses faictes au temps du roy Francois I. [jusqu’i Fan 1516]. Paris, [impr. pour Anguilbert de Mamef et Fra. Regnault. S. a.] 2 tom. 1 vol. fol. Av. fig. Guillaume [Fillastre] évêque de Tournay, La Toison d’or. Auquel sont contenus les haulx, vertueux et magnanimes faietz tant des treschrest. maisons de France, Bourgongne et Flandres que dautres roys et princes de lancien et nouueau testament. Pa ris, [impr. par Anth. Bonnemere pour Fra. Regnault. 1517]. 2 tom. l vol. fol. Av. fig. Ryd, VaL Ans., Catalogus annorum et principum geminus ab homine condito usque in a. 1540. deductus. Bernae, s. typ. nom. 1540* fol. C. fig. Ryd, VaL Ans., Catalogus annorum et principum sive monar charum mundi, cet. Bernae, s. typ. n. 1550. fol. C. fig. Franck, Seb., van Word, Chronica, tytboeck engheschietbibel, van aenbegin der werelt tot den jare 1536 verlengt enz. Mitsg. den Spieghel ende beeltenisse des gheheelen aertbodems, ghe- naemt het Wereltboeck. Z. pl. [’s Gravenhage. Aelbr. Heyn- drickszoon.] 1595. fol. De raam van den uitgever staat op den titel van het „Wereltboeck.” Bischof, Herm., Sebastian Franck und deutsche Geschichts- schreibung etc. Tübingen, E. Riecker. 1857. 8°. Cario, Joa. — Chronicon Carionis, expositum et auctum a Phil. Melanthone et Casp. Peucero. S. 1.. apud Pt. Santandreanum. 1581. 8°. Cario, Joa., Een Chronijcke van al tghene datter geschiet is vant beghinsel des weerelts totten jare 1543. Item een wonderlike Prophecie gheduerende totten toecomenden jare van 60 ghemaeckt door den selven C. Antwerpen, Jan Grapheus. 1543. 4 0 .
210 Inventaire de 1’histoire journaliere, contenant par ans, mois et iours 1’eslite des choses remarquables adaenues depuis la création du monde jusques k present etc. Escrite par T. G. P. [T h o m. Galiot prêtre]. Paris, J. Rezé. 1599- 8 °- Opmeer, Pt., et Laur. Beyerlinck. - Opus chronographi- cum orbis universi, a mundi exordio usque ad a. lóll. Con- linens historiam, icones, eet In II tomos divisum, I auctore P. O., II auctore L. B. Antverp., H. Verdussen. lóll. fol. Théatre (Le) universel des Princes, ou histoire générale de tous les papes, empereurs, roys et monarques du monde etc. depuis la création jusques en 1613. [Traduit de 1'Italien de Giov. Nic. Doglioni et continué par G. D. A.] Paris, J. Houzé. 1Ó13- 2 tom. 1 vol. 4°. Merula, Pau., Tijdt-Thresoor ofte kort ende bondich Verhael van den standt der Kercken ende de wereldlicke regieringe etc. tot den jare 1614. Voltrocken ende vervolght van den jare 1200 by Gul. Merulam. Leyden, J. Cz. van Dorp. 1614- fol. Pezelius Cph. — Mellificium historicum, cujus pars I complec- titur historiam trium monarchiarum: Chaldaicae sive Assyriacae, Persicae, Graecae, eet. Olim a C. P. propositum, nunc perfectum a Toh. Lampadio. Marpurgi, P. Egenolphus. 1617. 4 • — Mellificii historici pars II complectens historiam Romanae rei- publicae, eet. propos, a. C. P. Ibid. 1616. 4°- Mellificii historici pars III complectens historiam V ultimarum periodorum Novi Testamenti, congesta ajoh. Lampadio. Ibid. 1Ó17- 4°- Tooneel der beroemder Hertogen, Princen, Graven ende Krijgs helden van Christenrijck binnen dese drij laeste eeuwen. Verva- tende hare beeldnissen, afcomsten en voomaemste daden enz. Wt de geloofweerdighste schrijvers bij een vergadert door N. D. C. [de Clerck]. Delf, N. de Clerck. 1617. foL M. portr. Bucelinus, Gabr., Historiae universalis turn sacrae turn propha- nae nucleus. Ulmae, J. Görlinus. 1650. 12°. Gottfried, Joh. Lud., Historische Chronyck, vervattende de eedenkwaardighste geschiedenissen voorgev. van ’t begin des we- relts tot op 't jaar 1660. Uyt 't Hooghduyts vertaalt en van 1618 tot 1660 vervolght. Met veele gedenkw. geschieden, in t kooper gesneeden en verciert door J a c. van Meurs. Amster dam, Wed. J. Brouwer en J. van Meurs. 1660. 2 dln. fol.
211 Histori (Algemeene) van het begin der wereld af tot den tegen- woordigen tijd toe, enz. Beschreeven door een Gezelschap van geleerde mannen in Engeland. Uit het Engelsch vertaeld en met aentekeningen vermeerderd door Korn. Westerbaen Wz. He druk [van Dl. I, l]. Utrecht, Herm. Besseling 1736,1735—55- 18 dln. en Bladwijzer. 37 vol. 4°- M. pl. en krtn. Welthistorie (Uebersetzung der Algemeinen) die in Engeland durch eiue Geselschaft von Gelehrten ausgefertiget worden. Nebst den Anmerkungen der hollandischen Uebersetzung, auch Kup- fern und Karten. Mit haufigen Anmerk. vermeret von S i e g m. Ja c. Baumgarten. He Auflage [des I, II Th.] Halle, J. J. Gebauer. 1745—60. 18 Th. 4°- — (Uebers. der Algem.) der Neuern Zeiten die in Engeland etc. Herausgèg. von Joh. Sal. Semler. Halle, J. J. Gebauer [und And.] 1759—74- 20 Th. 4 0 . Samlung von Erleuterungsschriften und Zusatzen zur Algem. Welthist., herausg. von S. J. Baumgarten [und And.] Ibid. 1747—65. 6 Th. 4 0 . — (Fortsetzung der Algemeinen) durch eine Gesellschaft von Ge lehrten in Teutschland und Engeland ausgefertiget. Verfasset von Joh. Ge o. Meusei [und Andern]. Ibid. 1776—95. Th. 39—61. 26 vol. 4 0 . Weltgeschichte (Allgemeine) von der Schöpfung an bis auf ge- genwartige Zeit, etc. ausgefertigt von Wi. Guthrie, Joh. Gray u. And. Aus dem Englischen übersetzt, berichtigt und m. Anmerkungen versehen von Ghr. Gottl. Heyne [und Andern]. Leipzig, Weidmanns Erben u. Reich. 1765—88. Bd. I—XVII. 3« Abth. Th. 1. 41 vol. 8°. Sabellieus, M. Ant. Coccius, Opera omnia, amendis repurg. per Cael. Sec. Curionem, eet. Basil., J. Hervagius. 1560. 4 tom. 3 vol. fol. JoviuS, PaU., Opera quotquot exstant omnia, imagin. illustrata. Basil., P. Perna. 1578. (8 pt. 2 vol.) fol. Ranzovius, Hen., Commentarius bellicus, 11. VI dist., praecepta, consilia et stratagemata pugnae terrestris ac navalis complectens. Francof., Z. Palthenius. 1595- 4°- Beurer, Joa. Jac., ’HóutttrTopi* sive Centuriae II lectissimarum historiarum, ex Adverrsariis Joa. Hartungi depromptae, eet. Hanoviae, G. Antonius. 1598- 8°.
212 Spittler, Ludw. Tim. von, Sammtliche Werke. Herausgeg. von Ka. Wachter. Stuttgart und Tübingen, J. G. Cotta. 1827—37. 15 Bde. 8°. Taschenbuch (Historisches). Herausgeg. von Fri. von Rau- mer. M. Bildn. Leipzig, Brockhaus. 1830—39. Ier—1 oer Jahrg.8°. Neue Folge. Ibid. 1840—49. Ier—lOer Jahrg. 8°. Morisot, Cl. Barth., Orbis maritimi sive rerum in mari et lit- toribus gestarum generalis historia, eet. Divione, P. Palliot. 1643. fol. C. tab. Vitae virorum illustrium, autoribus Aemylio Probo cum annotatt. Hier. Magii, Ge o. Cassandro, C. Plinio Secundo cum annotatt. Conr. Lycosthenis, C. Sue- tonio Tranquillo, Fr. Petrarcha, Lob. Sirichio, F1. Philostrato [Latine], eet. Basil., H. Petri. [1563]- lol. Du Verdier, Ant., Prosopographie ou description des hommes illustres et autres renommez etc. Enrichie de figures etc. Lyon, P. Frelon. 1603—4. 3 tom. fol. Masson, Jo. Papir., Elogia varia, mine pr. conjunctim edita, eet. Studio et opera J. B [a 1 e s d e n s]. Paris., S. Huré. 1638. 2. pt. 1 vol. 8°. Mignet, Notices historiques. He édit. augm. Paris, Paulin. 1853. 2 tom. 8°. OUDE GESCHIEDENIS; MIDDELEEUWEN. Roffiniacus, Cph., Commentarii omnium a creato orbe histo- riarum, Lutetiae, J. Benenatus. 1571' 4°- Beineccius, Hein., Historia Julia sive syntagma heroicum, eet. Helmaestad., A. Kirchner. 1594- fol. Meursius, Joa., Regnum Atticum, sive de regibus Athenien- sium eorumque rebus gestis 11. III. Amstelod., J. Jansonius. 1633.4 0 . Meursius, Joa., Solon, sive de ejus vita, legibus, dictis atque scriptis liber. Hafniae, J. Moltken. 1632. 4°* Pighius, Steph. Vin., Annales Romanorum, qui commentarii vicem supplent in omnes veteres historiae Romanae scriptores, aucti et illustr. opera et stud. Andr. Schotti. Cum Fastis Capitólinis a P. suppletis et Fastis Siculis è. S. emendatis, eet. Antverp., Vid. et fil. J. Moreti. 1Ó15- 3 tom. 2 vol. fol.
213 Cuspinianus, Joa., De Consulibus Romanorum commentarii. Praefertur Sexti Ruffi epitome cum C. scholiis; M. Aurelii Cassiodori Chronicon, eet. Francof., Cl. Marnius etc. 1601. fol. Catrou et Rouillé, Histoire Romaine, dépuis la fondation de Rome [jusqu’è 710]. Paris, J. Rollin etc. 1725—52. 17 tom. 4 0 . Huttichius, Joa. — Romanorum Principum effigies cum histo- riarum annotatione, olim ab J. H. confecta, nunc aucta opera Jo. Sambuci. Edit. III. [Argentor., Wolf. Cephalaeus. 1552]. 8°. C. fig. Sigonius, Car., Historiarum de Occidentali imperio 11. XX ab a. 284 usque ad a. 565• Francof., her. A. Wecheli etc. 1593. fol. Cuspinianus, Joa., De Caesaribus atque Impp. Romanis. Cum Wolphg. Hungeri annotation, eet. Francof., Cl. Marnius etc. 1601. fol. Notitia utraque cum Orientis turn Occidentis ultra Arcadii Hono- riique Caes. tempora. Praecedit Andr. Alciati libellus de ma- gistrat officiis. Cui succ. Descriptio urbis Romae quae sub nom. Pub. Victoris circumfertur, et altera urbis Constantinopoli- tanae. Subjung. liber de rebus bellicis ad Theodosium Aug. eet. Item Disputatio Adriani Aug. et Epicteti philos. [Edidit. Sig. Gelenius]. Basil., Froben. 1552. fol. C. fig. illumin. Notitia utraque dignitatum cum Orientis tum Occidentis ultra Arcadii Honoriique tempora. Et in eam Guidi Panciroli commentarium, eet. Venetiis, Fr. de Franciscis. 1593. fol. C. fig. Gibbon, Edw., Histoire de la décadence et de la chute de Tem- pire Romain, trad. de 1’Anglais. Accomp. de notes crit. ethistor. par F. Guizot. Paris, Ledentu. 1828. 13 tom. 8°. Lazius, Wolfg., De aliquot gentium migrationibus, sedibusfixis, reliquis, linguarumque intitiis et immutationibus ac dialectis 11. XII. Basil., Offic. Oporin. 1572, fol. Jornandes episc. Ravennas, De Getarum sive Gothorum origine et rebus gestis. Isidori Chronicon Gothorum, eet. Procopii Fragmentum de priscis sedibus et migration. Gothorum. Gr- et Lat. Acc. et Jornandes, de regnorum et temporum succes- sione. Omnia ex recognit. et cum notis Bonav. Vulcanii. Lugd. Bat., Rapheleng. 1597. 8°. Titulus deëst. Histoire de Constantinople depuis le régne de Tanden Justin jusqu'k la fin de TEmpire. Trad. sur les originaux Grecs par Cousin. Suiv. la copie impr. h Paris chez D. Foucault [En Hollande]. 1685. 8 tom. 10 vol. 8°.
214 Corpus universae historiae praesertim Bizantinae. Jo a. Zonarae Annales, aucti addition. Geo. Cedreni; Nicetae Aco- minati Choniatae 11. XIX; Nicephori Gregorae 11. XI; Laonici Chalcondylae 11. X historiae Turcicae [Latine] Lutetiae, G. Chaudicre. 1567- fol. Justinianus. — Justiniani Augusti historia, cet. Opera et studio Procopii, Agathiae, Jornandis, cet. [Curante Sim. Goulart]. Lugduni, F. le Preux. 1594- 8°. Outreman, Pt. d’, Constantinopolis Belgica sive de rebus gestis a Balduino et Henrico Impp. Constantinopolitanis ortu Valentia- nensibus Belgis 11. V. Acc. de excidio Graecorum liber sing., cet. Tornaci, A. Quinque. 1043- 4°* Ramnusius, Pau., De bello Constantinopolitano et Imperatoribus Comnenis per Gallos et Venetos restitutis histona [Edidit J a c. Gaffarellus]. Ed. II. Venetiis, M. A. Brogiolus. 1624. fol. C. fig. Chalcondylas, Laonicus. — L’Histoire de la décadence de 1 em pire Grec et establissement de celuy des Turcs par C h a 1 c o n- dile Athenien. De la traduction de B. de Vigenere et illus- trée par luy de curieuses recherches. Avec la Continuation jus- ques k present. A laq. ont esté adjoustez les Eloges des Seig neurs Othomans: plusieurs descriptions et figures etc. Par A rt u s Thomas sieur d’Embr y. Paris, VeufueM. Guillemot. 1632. fol. Scriptores. — Historiae Normannorum scriptores antiqui, res ab illis gestas explicantes ab a. 838 ad a. 1220, cet. Ex mss. codd. edidit Andr. duChesne. Lutet. Pans. [R. Fouet etc.] 1619. fol.
215 Thou, Jaq. Aug. de. — Jac. Aug. Thuani Historiarum sui temporis ab a. 1543 usque ad a. 1607 11. CXXXVII. Acc. Com- mentariorum de vita sua 11. VI hact. ined. Aurelianae, P. de la Rovière. 1620. 5 tom. 4 vol. fol. — Nominum propriorum quae in Jac. Aug. Thuani Historiis le- guntur index. Genevae, P. Aubert. 1634. 4 0 . ThOU, Jaq. Aug. de, Histoire universelle, avec la suite par N i c. R i g a u 11, les Mémoires de le vie de 1’auteur etc. Aug- menté de remarques histor. et crit. [par 1’abbé P r é v o st etc.] La Haye, H. Scheurleer. 1740. 11 tom. 4 0 . Düntzer, H., J. A. de Thou’s Leben, Schriften und historische Kunst verglichen mit der der Alten. Darmstadt, C. W. Leske. 1837. 8°. Conti, Natale. — Natalis Comitis Universae historiae sui temporis 11. XXX ab a. 1545 usque ad a. 1581, annotationibus illustrati, studio et opera Casp. Bitschii. Argent., L. Zetz- ner. 1612. fol. Bulengerus, Jul. Caes., Historiarum sui temporis 11. XIII, ab a. 1560 ad a. usque 1612. Lugduni, haer. G. Rovillii. 1617. fol. Curia. — De immensa Curiae Romanae potentia moderanda ad principes Christianos oratio. S. 1. 1607. 8°. Repraesentatio pacis generalis inter orbis christiani reges, prin cipes et status: pontificum et sedis Romanae sollicitudine prbcu- ratae. S. 1. [Rostochii?] 1608. 8°. GuiUiet, Scip., Le Renouvellement des anciennes alliances et confederations des maisons et couronnes de France et deSavoye en la pacification des troubles d’Italie et au mariage de V. Amé- dée Prince de Piemont avec Madame Chrestienne soeur de Sa Maj. Paris, Vefue Jacq. du Clou et Den. Moreau. 1619. 4 0 . Querimonia Europae, divisa in 11. II. Londini, G. Stansby. 1625. 4 0 . Scena Europaea personis suis instructa sine fuco et morsu. Au- gustae Vindelic. 1629. 8°. Patricius, Alex, [pseud. Corn. Jansenii]. Mars Gallicus seu de justitia armorum et foederum regis Galliae 11. II. S. 1. [In Hollandia impr.] 1636. 4 0 . Instrumentum pacis a. Plenipotentariis Caesareis et Regiis Suecicis Osnabrugis d. 27 Julii, 6. Aug. anno 1648 statuum, cet. S. 1. [In Hollandia impr.] 12°.
Affaires (Les) qui sont aujourd’huy entre les maisons de France et d’Austriche. S. 1. [A la sphere. En Hollande]. 1648. 12°. Gerbier, Balth., Les Effects pernicieux de meschants favoris et grands ministres d’estat es provinces Belgiques, en Lorraine, Germanie, France etc. La Haye, A. Vlac. 1Ó53- 8°. Nouvelles extraordinaires de divers endroits. Leide, Et. Luzac. 1755 — Mars 1783; Jean et Et. Luzac. Avril 1784 l2Avril 1785; Et. Luzac. 15 Avril 1785 — 4 Mai. 1798- 4°- — politiques publiées è. Leyde. Leyde, Abr. Blussé le jeune. 11 Mai 1798 — 5 Oct. 1804. 4 0 . Journal politique publié k Leyde. Leyde, J. C. Texier Westmuller. 23 Oct. 1804 — 28 Déc. 1810. 4°- Depuis le No. 41 du 22 Mai 1810 le Journal ne porte plus le nom de Texier Westmuller. Beytrage zur neuern Staats-und Krieges-Geschichte. II e Auflage [des I-VI St.] Danzig, J. C. Schuster. 1757—64- l90St.l9Bde. 8°. M. Kupf. Lettres historiques, politiques et critiques sur les evenements qui se sont passés depuis 1778 jusqu a présent. Recueillies et publ. par un homme de lettres etc. [le chev. de Metternich]. Lon- dres 1788—92. 16 tom. 8°. ITALIË. Casella, Pt. Leo., De primis Italiae colonis. De Tuscorum ori gine et republica Florentina. Elogia illustrium artificum. Epigram- mata. Inscriptiones. Lugduni, H. Cardon. 1606. 8°. Sigonius, Car., Historiarum de regno Italiae 11. XX ab a. 570 usque ad 1286. Francof., her. A. Wecheli. 1591- (2 pt. 1 vol.) fol. Guicciardini, Fra., Histoire des guerres d’ltalie, ecritte en Italien, et trad, en Frangois par Hier. Chomedey. Reveue et corr. de nouveau. Paris, M. Sonnius. 1577- fol. Justinianus, Pt., Rerum Venetarum ab urbe condita ad a. 1575 historia, ab eodem denuo revisa, cet. Argent., L. Zetzner. 1610. fol. Sarpi, Paolo, Interdicti Veneti historia de motu Italiae sub ini- tia pontificatus Pauli V commentarius. Ex Ital. conversüs [a Guil. Bedello]. Contabr., T. Bucke etc. 1626. 4°-
217 28 Meursius (Joa.) fll., Majestas Veneta sive de Venetorum reip. cum in Creta tum in Cypro, titulo regio, bono jure vindicato, contra anon, dissertatio. Lugd. Bat., J. Marcus. 1640. 12°. Panvinius, Onuphr., Antiquitatum Veronensium 11. VIII, ico- nibus et ant. inscription, locupletati. [Patavii], P. Frambottus. 1648. fol. tlUCCari, Giac. di Pietro, Copioso Ristretto de gli annali di ' Rausa. Libri IV. Venetia, Ant. Leonardi. 1605. 4 0 . Machiavelli, Nic., Historiae Florentinae 11. VIII. Hagae Com., A. Vlacq. 1658. 12°. Aretinus, Loon., Historiarum Florentinarum 11. XII. Quibusacc. quorundam suo tempore in Italia gestorum et de rebus Graecis commentarii. In lucem editi studio et opera Sixti Brunonis. ^ Argentor., L. Zetzner. 1610. fol. Pigna, Jo. Bapt., De principiis Atestinis historiarum 11. VIII, Jo. Baronio interprete. Venetiis, G. Bindonus. 1576. fol. Rubeus, Hier., Italicarum et Ravenatum historiarum 11. XI usque ad nostra tempora. Venetiis, Jo. Antonius et Jac. Fran- ciscus Senenses. 1603. fol. Collenutius, Pand., Historiae Neapolitanae ad Herculem I Fer- rariae ducem 11. VI, eet. Ex Ital. serm. in Lat. conv. Joa. Nic. Stupano interprete. Basil., P. Pema. 1572. 4 0 . Barrionuevo, Garcia, Panegyricus Petro Fernandez a Castro, Proregi Neapolitano scriptus. Neapoli, T. Longus. 1616. fol. C. tab. Scriptores. — Rerum Sicularum scriptores ex recentioribus prae- cipui [T h o. F a z e 11 u s et alii] in unum corpus nunc pr. con- gesti, eet. Francof. ad M., A. Wechel. 1579. fol. Baronius ac Manfredi, Fra., De majestate Panormitana 11. IV. Panormi, A. de Isola. 1630. fol. C. fig. SPANJE EN PORTUGAL. Mayeme Turquet, Loys de, Histoire generale d’Espagne etc. Paris, A. 1’Angelier. 1608. fol. Perreras, Juan de, Histoire générale d’Espagne, trad. de 1’Es- pagnol, enrichie de notes hist, et crib, de vignettes et de cartes par D’Hermilly. Paris, C. Osmont etc. 1742—51. 10 tom.4 0 .
218 Bleda, Jac., DefensiO fidei in causa neophytorum sive Morischo- rum regni Valentiae totiusque Hispaniae. Ejusdem Tractatus de justa Morischorum ab Hispania expulsione. Valentiae, J, C. Gar- riz. lóio. 4°- Nebrissensis, AeL Ant., Rerum a Fernando et Elisabe Hispa- niarum regibus gestarum decades II. Necnon belli Navanensis 11. II. Annexa insuper archiep. R o d e r i c i Chronica [et historia Ostrogothorum, Hugnorum, eet.; Alph. de Carthagena Genealogia regum Hispanorum; Episcopi Gerundensis Fa- ralipomenon Hispaniae 11. X —. Apud inclytam Granatam.j 1545- 3 pt. 1 vol. fol. Cancellaria Hispanica. Adjecta sunt acta publica, h. e. senpta et epistolae authenticae, e quibus partim proscriptions in Elec- torem Palatinum scopus praecipuus apparet. Adj. sunt Flores Scoppiani ex Classico belli sacri.[Auctore Lud. CamerarioJ. Freistadii. [In Hollandia impr.] 1622. 4 ■ Histoire de tout ce qui s’est passé en la Catalogne depuis qu elle a secoué le joug de 1’Espagnol etc. [en 1640—41- Par Gasp. Sal a]. Rouen, J. Berthelin. 1642. 4°- Osorius Jeron. — Histoire de Portugal, contenant les entre- prises, navigations et gestes memorables des Portugallois tant en la conqueste des Indes Orientales par eux descouuertes, qu es euerres d’Afrique et autres exploits, depuis Tan 1496 jusques a f’an 1578. Comprinse en 20 livres dont les 12 premiers sort tra- duits du Latin de J er. O so r iu s, les 8 suiuans pnns de Lo pez de Castagnede et d’autres historiens. NouveU. mise en en Frangois par S. G[oulart]. Genève, de limpr. de Fr. Es- tienne pour A. Chuppin. 1581- fol. Historia de bello Africano in quo Sebastianus, Portugalliae rex, periit ad diem 4 Aug. A 0 . 1578, eet. Ex Lusit. serm. primö in Gall., inde in Lat. transl. per Joa. Tho. Frel 8 iu ®' bergae, [Cathar. Gerlachin et haer. Joh. Montam]. 1580. 8 . O. tab. geogr. Fuora Vülaco eest h dire la Liberté de Portugal - Auquel se montre le droit chemin et vrais moyens de resister h 1 effort du Castilian etc. Traduict de langqe Castillane. S. 1. [En Hollande]. l6 Attribué 'k los. Teixeira. Le traducteur, qui se nomme I. D. Dra 1 y- m o u,, est J. d e M o n 11 y a r d . seigneur de M e 1 e r a y.
219 Macedo, Franc, a S. Augustino, Propugnaculum Lusitano- Gallicum, contra calumnias Hispano-Belgicas, eet. Paris., s. a. [circ. 1640]. fol. Cararnuel Lobkowitz, Joa., Joannes Bargantinus Lusitaniae illegitimus rex demonstratus. ïransl. inidioma Lat.a Leandro van der Bandt. Lovanii, Ev. de Witte. 1642. 4 0 . C. eff. Neves, José Accursio das, Historia^ geral de invasao dos Francezes em Portugal e da restaurragao deste reino. Lisboa, S. T. Ferreira. 1810—11. 5 tom. 8°. FRANKRIJK. (In het algemeen; In bijzonderheden; Verschillende gewesten en steden). Gilles, Nic., Les Croniques et annales de France, depuis la de struction de Troye jusques au Roy Loys XI. Nouvell. impr. sur la correction de Denis Sauvage et additionnëes tant parluy que par autres jusques au Roy Charles IV. Paris, P. 1’Huillier. 1569. 2 tom. 1 vol. fol. Gagum, Rob., Rerum Gallicarum annales, cum Hub. Velleii supplemento, usque ad Henricum II. Cumpraefat. J o. Wolfii. Francof. ad M., A. Wechel. 1577- fol. Vignier, Nic. — Sommaire de 1’histoire des Frangois etc. Ex tracts de la Bibliothèque historiale de —. etc. Paris, S. Nivelle. 1579. fol. Belle-Forest, Fra. de, Les grandes Annales et histoire géné rale de France, de la venue des Francs en Gaule jusques au regne du Roy Henry III, etc. Paris, G. Buon. 1579. 2 tom. fol. Dupleix, Scip., Histoire générale de France, avec 1’estat de 1’Eglise et de 1'Empire [jusques k Henry III] Paris, L. Sonnius. 1621—30. 3 tom. fol. — Histoire de Henry III Roy de France etc. Ibid. 1630. fol. — Histoire de Henry le grand, IV du nom, Roy de France etc. Ibid. 1632. fol. Av. portr. — Histoire de Louis le juste, XIII du nom, Roy de France etc, Ibid. 1635. fol. Av. portr.
220 Girard, Bern, de, Sr. du Haillan, Histoire générale des roysde France etc. jusques k Louys XI. Et depuis continuée des escripts de plusieurs autheurs. Paris, J. Petit-Pas. 1627* 2 tom. fol. Mezeray, F. E. de, Histoire de France depuis Faramond jus- qu’k maintenant etc. Avec les portraits des roys etc. Le tout embelly dun recueil des medailles etc. Paris, M. Guillemot. 1643—51. 3 torn. fol. Serres, Jean de, Inventaire général de 1’histoire de France de puis Pharamond iusques a present etc. Augmentée en ceste dern. édition et nouvell. enrichi des figures en taille-douce de tous les roys. Paris, Cl. Marette. 1647. fol. Velly, Histoire de France, depuis 1’etablissement de la monarchie etc. [continué jusqu’a 1564par Villaret et Gagnier], Nouv. édit. Paris, Saillant et Nyon etc. 1769—86. 30 tom. 8°. BeHe-Forest, Fra. de, L’Histoire des neuf roys Charles de France etc. Paris, P. 1’Huillier. 1568. fol. Luyt, Bob., La Régence des reynes en France, ou lesRégentes. Paris, J. Henault. 1649. 4°* Du TiHet, Jean — Les Mémoires et Recerches de—. Contenans plusieurs choses memorables pour 1’intelligence de 1'estat des af faires de France. Rouan, Phil, de Tours. 1578- fol. Pasquier, Est., Les Recherches de la France, reveuës et aug- mentées de 4 livres. Paris, J. Mettayer et P. L’Huillier. 1596. fol. Godeftroy, Th., Le Ceremonial Francois, contenant les ceremo nies observées en France aux Sacres et Couronnemens des Roys et Reynes, et de quelques anciens Dues de Normandie, d’Aqui- taine et de Bretagne: comme aussi k leurs Entrées solennelles etc. Mis en lumièrepar Den. Godefroy. Paris, S. et G. Cra- moisy. 1649. 2 tom. fol. Chifletius, joa. Jac., De ampulla Remensi disquisitio, ad diri- mendam litem de praerogativa ordinis inter reges. Acc. Parergon de unctione regum, contra Jac. Alez. Tenneurium. Antverp., B. Moretus. 1651. fol. Tenneurius expensus; ejus calumniae palam repulsae. Subj. est appendix ad Corollarium de baptismo Clodovei I regis. Ibid. 1652. fol. Du TiHet, Jean, sieur de la Bussière, Recueil des guerres et traictez d’entre les roys de France et d’Angleterre. Paris, J. du Puys. 1588. fol.
221 Ramus, Pt., Liber de moribus veterum Gallorum. Francof., haer. A. Wecheli. 1584. 8°. Porcatulus, Steph., De Gallomm imperio et philosophia 11. VII. [Genevae], Jac. Chouët. 1595- 8°. Aimoinus monachus coenobii D. Germani a Pratis, Libri V de gestis Fran corum. Ejusdem Libri II de inventione et translatione corporis S. Vincentii. Abbonis, discip. Aimoini, de obsessa a Nortmannis Lutetia. Chronicon Casinense Leonis Marsicani [et alia]. Omnia stud, et opera Jac. du Breul. Paris., A. et H. Drouart. 1602. fol. Scriptores. — Historiae Francorum ab a Chr. 900 ad a. 1285 scriptores veteres XI, eet. Ex biblioth P. Pithoei. Francof., A. Wecheli her. 1596. fob Zampinus, Mt., De origine et atavis Hugonis Capeti, cet. Pa ris., T. Brumennius. 1581. 8°. Histoire des ministres d’estat, qui ont servi sous les roys de France de la troisiesme lignee etc. [Par Cha. de Combault baron d’Auteuil]. Paris, A. de Sommaville. 1642. fob Blanche infante de Castille, mere de S. Louis, reyne et régente de France. [Par Cha. de Combault, baron d’Auteuil]. Pa ris, A. de Sommaville et A. Courbé. 1644. 4 0 . Froissart, Johan, Histoire et chronique memorable. Reveu et corr. sur divers exempl. par Denis Sauvage. Paris, R. Gran- jon. 1574. 4 tom. 1 vol. fob Commines, Phil, de, Cronicques du roy Loys XI et du roy Charles VIII, etc. Paris, Jehan André. 1539. 2 tom. l vol.8°. Le titre du premier tome manque, Scriptores. — Tres Gallicarum rerum scriptores nobilissimi. P h i 1. Cominaeus de rebus gestis a Ludovico XI et Carolo VIII, Frossardus in brevem epitomen contractus, Cl. Sesellius de repubb Galliae et regum officiis: a Jo a. Sleidano in Lat. serm. conversi brevique explicat. illustrati. Francof. ad M., A. Wechel. 1578. fob Monstrelet, Enguerr. de, Chroniques etc. commenc. en 1’an 1400 et finissant en 1’an 1467. Reueuë et corr. sur 1’exempl. de la Librairie du Roy etc. Paris, L. Sonnius. 1596.3 tom. l vol. fob Obsèque. — Lodre [sic] qui fut tenue a lopseque et funerailie de feu princesse Anne royne de France duchesse de Bretaigne depuis Bloys iusques a labbaye de Saint Denys en France. S. 1, ni d. [vers 1514]. 4°.
222 Bellay, Ma. du, Seigeur de Langey — Les Memoires de . depuis 1’an 1513 jusques au trespas du Roy Francois I,ausquels 1’autheur a inséré 3 livres et quelques fragmens des Ogdoades de Guill. du Bellay. Mis en lumière par René du Bellay. Pa ris, P. 1’Huillier. 1569- fol. — Les Memoires de — etc. [comme le précédent]. [Genève], pour J. Chouët. 1594- 8°. Histoire véritable des guerres entre les deux maisons de France et d’Espagne, durant le regne des Roys Frangois I etc. jusques k la paix de Veruins, 1598. Paris, G. Chaudiere. 1599- 8°. Heg, _ Rerum in Gallia ob religionem gestarum 11. III: regibus Henrico II, Francisco II et Carolo IX. [Transl. e Gallico P. de la Place]. S. 1. 1570. 8°. Adj. est: „Supplicatio Carolo IX exhib. post collectas conjunctasque copias et stipendia German, exerc. persoluta" eet, 1570. Beschrijuinghe (Warachtighe) van den standt der religiën ende ’t ghemeyne weluaren onder den Coninghen van Francriick Hen rico II, Francisco II ende Carolo IX gheschiet. Wt den Fran- choysche [van P. de la Place] in Nederl. tale ouergheset enz. Z. pl. [Emden]. A°. 1567- 20 Octob. 8°. Davila, H. G., Histoire des guerres civiles de France, contenant tout ce qui s’est passé de plus mémorable soubs le regne de quatre rois, Francois II. Charles IX, Henry III et Henry IV, jusques a la paix de Vervins inclus. Escrite en Italien et miseen Francois par I. Baudoin. lie édit. Paris, P. Rocolet. 1Ó47- 2 tom. fol. Paschaiius, Pt., Henrici II Galliarum regis elogium, cum ejus effigie. Ejusdem H. tumulus autore eodem. [Acc. versio Gallica, Italica et Hispanica Elogii]. Lutetiae, M. Vascosanus. 1560. fol. Mémoires de 1’estat de France sous Charles IX. [Publ. par Sim. Goular t]. II* édit. augmentée. Heidelberg, H. Wolf. 1578.3 vol. 8°. Discours merveilleux de la vie, actions et deportemens de Ca therine de Medicis Royne mere etc. [Attribué a Henri Es- tienne]. S. 1. 1575. 8°. 164 pages. Discours merveilleux de la vie, actions et deportemens de Ca- thérine de Medicis Royne Mere etc. [Attribué aHenry Estienne]. Selon la copie impr. a Paris. 1649* 8 . Sancerre. — De Sacrocaesarei (quod Sancerrum vocant) obsi- dione, fame et deditione historia. Heidelb., J. Mareschal. 1576.8°.
223 Bocherius, N., Caroli Lotharingi Card, et Francisci ducisGuysii literae et arma, in tunebri oratione hab. Nancii et ab eodem postea Latine planius explicata. His acc. utriusque icones et ejus- dem Card. Tumulus atque Concio, eet. Lutetiae, F. Morellus. 1577- 4°- Icones desunt. Motus. — De postremis motibus Galliae varia utriusque partis scrïpta, eet. Omnia fere ex Gallico conversa. Francof., J. We- chel. 1586. 8°. Histoire des derniers troubles de France soubs les regnes des Rois Henry III et Henry IV. Reueuë et augmentée etc. [Par P. Mathieu]. Avee un recueil des Edicts et Articles accordez par Henry IV pour la reünion de ses subiects. Dern. édit. S. 1. 1601. 8°. Momay, PML. de, seign. du Plessis Marli, Mémoires. Con- tenant divers discours, instructions, lettres et depesches par lui dressées ou escrites depuis 1’an 1572 jusques k 1’an 1589 [le tome II de 1589—1599]- S. 1. [La Forest]. 1624, 25. 2 tom. 4?. — Memoires etc., depuis 1’an 1572 jusques k 1’an 1589. Ensemble quelques Lettres audit Sr. Du Plessis. S. 1. 1626. 4 0> Villeroy, Nic. de Neufville seign. de, Memoires d’estat [1575— 1621]. Sedan, jouxte la copie impr. a Paris. 1622—25. 4tom. 8°. Du Perron, Jacq. Bavy cardinal, — Les Ambassades et nego tiations de —. Avec les Lettres qu'il a escrites sur toutes sortes de sujets et celles qui luy ont esté addressées etc. Recueillies par Ces. de Ligny. IV « édit. augm. Paris, H. le Gras. 1633. 4 0 . Froumenteau, N., Le Secret des finances de France, descou- uert et departi en 3 liures. S. 1. 1581. 8°. Puimen (Brutum) papae Sixti V adv. Henricum Regem Na- varrae et Henricum Borbonium Princ. Condaeum. Una cumpro- testatione multiplicis nullitatis. S. 1. et a. [Genevae? 1586?] 8°. Antisixtus. [Auctore Mich. Hurault dom. du Fay. Praec. Sixti V de Henrici III morte sermo, Romae habitus II Sept. 1589]. Londini, Joh. Wolphius. 1590- 4°- Discursus. — Exactissimr Discursus de rebus Gallicis anno 1588 editi continuatio, Latine reddita, eet. S. 1. 1592- 8°. Banosius, Theoph., Censura orthodoxa in excommunicationem Sixti V. P. P- contra Henricum Borbonium, nunc Galliae regem, cét. Francof., J. Wechel. 159 2 - 4*•
224 Verone, Fra. d© [pseud, de Jean Boucher], Apologie pour Jehan Chastel Parisien, executé a mort et pour les pères et escholliers de la Societé de Jesus bannis du royaume de France. Contre 1’arrest de Parlement, donné contre eux k Paris le 29 Dec. 1594- S. 1. 1595- 8°. Av. inscription sur le titre d’une main contemporaine: „Prodiit Antwerpiae anno (15)98.” Canaye, Phil., seigneur de Fresne, Lettres et Ambassade [1601—1607]. Avec un sommaire de sa vie etc. Paris, M. du Puys. 1645. 3 tom. fol. Oratio ad Regem Christianiss. perscripta, de eo quod postulatur ut Jesuitae restituantur in regno Galliae, eet. Edit. II auct. Lugd. Bat. [Rostochii?]. 1603. 8°. Soldat (Le) Francois. [Par Pierre L’Hostal]. S. 1. 1604. 8°. Cavalier (Le) de Savoye, ou response au Soldat Francois. [At- tribué k Mc. Ant. de Buttet et k Cl. Bu let]. Plus un Discours servant d’apologie contre les faussetez etc. du Caualier de Sauoye. S. 1. 1606. 8°. Jeannin, Pierre — Les Negotiations de — [1607—9]. Paris, P. le Petit. 1656. fol. Av. portr. Avant-victorieÜX (L’). [Par P. 1’Hostal] S. 1. ni d. [Orthès, Royer. 1610]. 8°. Le titre contient le portrait de Henri IV k cheval. Legrain, Bapt., Decade contenant le vie et gestes de Henry le grand roy de France etc. Paris, J. Laquehay. 1614. fol. Hooft, P. C., Henrik de gróte. Zijn leven en bedryf. Den IVen druck. Amsterdam, Nic. van Ravesteyn. 1648. 12°. Legrain, Bapt., Decade commenfant 1’histoire du roy Louys XIII roy de France etc. depuis 1'an 1610 jusques k 1’an 1617 inclus etc. Paris, M. Guillemot. 1619. fol. Histoire générale des guerres et mouvemens arrivez en diuers estats du monde sous le regne de Louys XIII Roy de France etc. depuis 1’an 1610 [jusqu’ii 1’an 1642]. [Par Cl. Malingre] Rouen, J. Cailloue. 1647. 4 tom. 8°. Piard, Anth., Apologie roy alle [contre la Cour de Rome]. S. 1. 1612. 4 0 . Boissat, Pierre de, Le Brillant de la Royne ou les vies des hommes illustres du nom de Medicis etc. Lyon, P. Bernard. 1613. 8°.
225 Beaufort, Jean de, Le Tresor des trésors de France, voilé a la Couronne par les incogneuës faussetez, artifices et supposi tions commises par les principaux Officiers de finance, etc. S. 1. 1615. 8°. On y a joint les pamflets suivants, tous de 1Ó15 excepté le lid: Anatomie des trois Ordres de la France sur le sujet des Etats. — Privilèges des Of ficiers domestiques de la maison du Roy. Paris 1606. — Raisons pour 1’opposition de Mess. du Clergé et de la Noblesse a Partiele proposé par aucuns en la Chambre du tiers Estat. — Le Paciiique pour la defence du Parlement. — Le Caton et Diogene Franqois. — Recueil des Manifestes et articles accordez par le Due de Savoye etc. Chambéry 1615. La Serre, Puget de, Les Amours du Roy et de la Reine sous le nom de Jupiter et de Junon, avec les magnificences de leurs nopces, ou 1’histoire morale de France, soubs le regne de Louys le juste et Anne d’Austriche. Enrichi de figures. Paris, N. Bessin et D. de Cay. 1625. 4°. Apologeticus pro Rege Christianiss. Ludovico XIII adv. factio- sae Admonitionis calumnias in causa Principum federatorum. [Auctore Nic. Rigault]. Lutet. Paris., J. Bouillerot. 1626. 4 0 . Harangue prononcée au Parlement, [au Grand Conseil et en la Cour des aydes] sur la presentation des Lettres de M. Seguier Chancelier de France. [Toutes les trois par Ant. Le Maistre]. Paris, J. Camusat. 1636. 4 0 . Barlaeus, Casp., Panegyris de laudibus Cardinalis Armandi Jo- annis Plessiaci Richelii ducis, eet. Amstelod., J. et C. Blaeu. 1641. fol. Du Cros, Sim., Histoire de la vie de Henry dernier due de Montmorency etc. Paris, A. de Sommaville etc. 1643. 4 0 . Panégyrique & M. le Comte de Harcourt, de ses victoires d’lta- lie. [Par Fra. de Meaulx]. Paris, P. Ménard et T. Quinet. 1643- 4°- La Serre, Puget de, Le Portrait de la Reyne. Paris, P. Targa. 1644. 4°. La Serre, Puget de, L’Alexandre, OU les paralleles de M.leduc d’Anguien avec ce fameux monarque. Paris, N. Talon. 1645. 4°* Av. portr. Paralleles d’Alexandre le grand et de M. le due d’Anguien. Ibid. 1645. 4°. Av. portr. Le second ouvrage, qui est la suite du premier ne porte pas le nom del’au- teur sur le titre. Bassompierre, Mareschal de, Mémoires, contenant 1’histoire de sa vie etc. Cologne, P. du Marteau [EnHollande]. 1665. Vol. II. 12°. 29
22Ó Annales (Lss) générales de la ville de Paris etc. [Par Cl. Ma- lingre. Suivies des Antiquitez de la ville de P. par le P. Du Breuil]. Paris, P. Rocolet etc. 1640. fol. BuzelinilS, Joa., Gallo-Flandria sacra et profana, eet. Duaci, M. Wyon. 1625 (2 pt. l vol.) fol. C. tabula geogr. Du Moulin, Gabr., Histoire générale de Normandie etc. jus- ques k la réunion de la N. k la couronne de France. Rouen, J. Osmont. 1631. fol. Argentré, Bertr. d\ L’Histoire de Bretaigne, des roys, dues, comtes et princes d’icelle, etc. jusques au temps de Mad. Anne dernière duchesse et depuis Royne de France, etc. A vee carte etc. Paris, J. duPuys. 1588. fol. Le Maire, Fra., Histoire et antiquitez de la ville et duché d’Or- leans etc. Plus les généalogies des nobles etc. lie édit. Orleans, M. Paris. 1648. fol. Bouchet, Jean, Les Annales d’Aquitaine. Faicts et gestes en sommaire des roys de France et d’Angleterre etc. Angmentées de plusieurs pieces rares etc. par A. Mounin. Edit. nouv. Poic- tiers, A. Mounin. 1644. fol. Les pièces aioutées avec titres séparés sont: 1 Les Mémoires et Recherches du Sr. Jean de la Haye sur 1’origine des Poietevms. 2 De 1 Umversité de Poictiers. Extraict d’un ancien ms. [suivi dautres piècesj. Guichenon, Sam., Histoire de Bresse et de Bugey etc. Avec les fondations des abbayes, prieurés etc., origmes des villes, chas- teaux, seigneuries et principaux fiefs et genealogies de toutes les families nobles. Lyon, J. A. Huguetan et M. A. Ravaud. 1650. fol. Av. fig. 4. Heuterus, Pont., Rerum Burgundicarum 11. VI eet. Antverp., C. Plantinus. 1584* fol. Gollut Lois, Les Mémoires historiques de la répub. Séquanoise ct des princes de la Franche-Comté de Bourgogne etc. Dole, A. Dominique, 1592- fol. Poldo, Jean, Discours historial de la cité de Nismes en laGaule Narbónaise. Avec les portraitz des plus ant. et ins. bastimens etc. Lyon, G. Rovile. 1559* fol* La Pise Jos. de, Tableau de 1’histoire des princes et princi- pauté d'’Orange, etc. IUustré de ses généalogies et enrichi de plusieurs antiquités avec leurs tailles douces. La Haye, T. Maire. 1Ó39- fol- , „ * . Le nom de 1’auteur se trouve sur le titre gravé. Favyn, André, Histoire de Navarre, contenant 1’origine, les vies et conquestes de ses roys, depuis leur commenc. jusques a présent etc. Paris, L. Sonnius etc. 1Ó12. fol.
227 Masson, Fap., Elogia seren. Ducum Sabaudiae. Paris., J. Quesnel. 1619. 8°; GROOT BRITTANNIË. Vergilius, Polyd., Anglicae historiae 11. XXVI. Ab ipso autore recogn. Basil., M. Isengrin. 1546. fol. Vergilius, Polyd., Historiae Anglicae 11. XXVI. Ex nova edit. Ant. Thysii. Lugd. Bat, J. Maire. 1649. 8°. Du Chesne, André, Histoire d’Angleterre, d’Escosse et d’lr- lande etc. Hie édit. augmentée. Paris, P. Rocolet. 1641. fol. Lingard, John, A History of England, from the first invasion by the Romans. Vth edit. Paris, Baudry. 1840. 8 vol. 8°. Anglica, Normannica. Hibernica, Cambrica, a veteribus scripta, cet. In lucem ed. ex biblioth. Guil. Camdeni. Francof., Cl. Marnius etc. 1603. fol. Metamorphosis Anglorum sive mutationes variae regum, regni, rerumque Angliae. S. 1. [In Hollandia impr.] 1653. 12°. Selden, Joa., Analecton Anglobritannicon 11. II, usque ad Nor- manni adventum cet. Francof., Offic. Palthen. 1615. 4 0 . Bacon, Fra., Historia regni Henrici VII Angliae regis. Lugd. Bat., F. Hackius. 1642. 12°. Res. — Rerum Anglicarum Henrico VIII, Edwardo VI et Maria regnantibus annales, nunc pr. editi. [Auctore Fra. Godwin]. [Londini], ex offic. Norton, ap. Jo. Bill. 1616. fol. Cochlaeus, Joh., De matrimonio regis Angliae Henrici VIII con- gratulatio disputatoria. [Lipsiae, Mich. Blum]. 1535. 4 0 . Camden, Guil., Annales rerum Anglicarum et Hibernicarum regnante Elizabetha, ad a. 1589. Londini, S. Waterson. 1615. fol.. Apologia pro juramento fidelitatis [adversus duo brevia P. P. Pauli V et epist. Card. Bellarmini ad G. Blackvellum, auctore Jacpbo I rege Angliae], denuo edita. Cui praemissa est prae- fatio monitoria S. Caes. Rodolpho II cet. inscripta, eodem auc tore. Londini, J. Norton. 1609. 4°* Eudaemon-Joannes, Andr., Ad actionem proditoriam Ed. Coqui apologia pro Hen. Garneto Anglo, Soc. Jesu. Colon. Agr., J. Kinckius. 1Ó10. 8°.
Guizot, F., Histoire de Charles I er depuis son avénement jasqu’a sa mort (1625—49). Ve édit. Paris, Didier. 1854. 2 tom. 8°. Horuius, Goo., Rerum Britannicarum 11. VII, quibus res in Anglia, Scotia, Hibernia, ab a. 1645 bello gestae, exponuntur. Lugd. Bat., F. Hackius. 1648. 8°. Howell, Jac., Angliae suspiria et lachrymae ob horrendos hosce tumultus, eet. Londini. H. Mosley. 1646. 12°. Defeusio regia pro Carolo I ad Britanniae regem Carolum II. [Auctore Cl. Salmasio]. S. 1. [Lugd. Bat, Elzevier?] 1649. fol. Eikon. — Eixav fixviXix» vel imago regis Caroli in illis suis aerumnis et solitudine. [Edidit Jo Earles], Hag. Com., S. Broun. 1649. 12°. Apophthegmata aurea regia Carolina. Ex libro ’Eixav fixtrihixy collecta. Hag. Com., S. Broun. 1650. 12°. Guizot, F., Histoire de la république d’Angleterre et de Crom well (1649—58). Paris, Didier. 1854. 2 tom. 8°. Apologia. — Pro rege et populo Anglicano apologia contra Joh. Polypragmatici (alias Miltoni Angli) Defensionem cet. [Auctore John Bramhall episc. Armagh.] Antverpiae, H. Verdussen. 1651. 12°. Philippi, Joa., Responsio ad Apologiam anonymi cujusdam te- nebrionis pro Rege et Populo Anglicano infantissimam. Londini, typis Du-Gardianis. 1652. 8°. Adolphus, I. H., The royal exile or memoirs of the public and private life of Caroline, Queen consort of Great Britain etc. XVIIIth edit. London, Jones a. Co. 1821. 2 vol. 8°. W. portr. — Voyages and Travels of Caroline Queen of England. (Wants the title). 8°. W. pi. — Report of the trial of Caroline, Queen Consort of Gr. Britain etc. Edited by —. London, Jones a. Co. 1820. 8°. W. pi. Boethius, Hect. — Scotarum Historiae a prima gentis origine, cet. Impressa Jod. Badii Ascensii typis et opera, impensis autem H. B. a quo sunt et condita et edita. [Paris. 1526]. fol. Fol. a ij deëst; fol. a (vij) manu scriptum est. Buchanan, Geo., Rerum Scoticarum historia, 11. XX descripta. cet. Acc. de jure regni apud Scotos dialogus, eodem auctore. Francof. ad M. [J. Feyrabend]. 1594- 8°.
DUITSCHLAND. (In het algemeen; Verschillende gewesten en steden, ook Zwitserland.) Opus (Historicum) in IV tomos divisum, quorum tomus I Ger- maniae antiquae illustrationem continet, in qua veterum autorum descriptiones cum doctiss. virorum nostrae aetatis commentariis explicantur, eet. Tomus II compraehendit ea quae sub imperio Caroli V acciderunt, eet. Tomus III historias complectitur quae venerunt in gubernationem Ferdinandi I. Tomus IV res gestas in se continet quae incurrerunt in Maximiliani II imperium eet. usque ad a. 1574. [Collegit Sim. Schardius]. Basil., [Offic. Henricpetr. 1574]. fol. Res Germanicae. — Germanicarum rerum quatuor celebriores vetustioresque chronographi eet. Joh. Turpinus, de vita Caroli M. et Rolandi; Rhegino abbas Prumiensis; Sigebertus Gem- blacensis ejusque continuator Robertus de Monte; Lam- bertus Schaffnaburgensis. [Edidit Sim. Schardius]. Francof. ad M., [Geo. Corvinus etc. 1566. fol. Scriptores. — Veterum Scriptorum qui Caesarum et Imperato- rum Germanicorum res, per aliquot secula gestas, literis manda- runt, tomus unus, ex biblioth. Justi Reuberi. Francof., haer. A. Wecheli. 1584. fol. Scriptores. — Germanicarnm rerum Scriptores aliquot, a Ka- rolo M. usque ad Fridericum III Imp. eet. Ex biblioth Marq. Freheri Francof., her. A. Wecheli. 1600. fol. Desunt Appendicis pp. 15—18. Scriptores. — Rerum Germanicarum veteres jam primum publi- cati scriptores VI, eet. Ex Joa. Pistorii bibliotheca eruti et vindicati. Francof., Cl. Marnius, eet. 1607. fol. Monumenta Germaniae historica inde ab a. C. 500 usque ad a. 1500. Edidit Ge o. Hei. Pertz. Hannov., Hahn. 1826—75. Tom. l—23. fol. — — Edidit Societas aperiendis fontibus rerum Germanic, medii aevi. Berol. Weidmann; Hannov., Hahn. 1877. Tom. l, 2. 4 0 . Mutius, Huid., Chronici 11. XXXI de Germanorum prima origine, moribus eet. et rebus gestis usque ad a. 1539. Basil., H. Petri. 1539- fol. Titulus deëst.
230 Megiserus, Hier., Theatrum Caesareum historico-poeticum, quo Rom. Imperatorum cüm icones ex ant. numismat. éxpressae, tüm vitae et eulogia continentur. Lentiis ad Istrium, J. Plancus. 1616. 8°. Gewold, Cph., De S. Rom. Imperii septemviratu commentarius, mine recogn. ab eodem et auctus. Ingolst., W. Eder. 1621. 4°- Mallinckrot, Bern. a, De archicancellariis S. Romani Imperii ac cancellariis Imper. aulae. Quibus access. Summi Pontifices et S. Rom. eccles. Cardinales Germanici, aliaque. Monasterii Westph., B. Raesfeld. 1640. 4°* Wimpheling, Jac., Carolus magnus Germanus, h. e. Germa- niam a Gallia per interfluentem Rhenum male dividi declaratio. E biblioth. Barpt. Agricolae, cum ejusdem notis marginal. Haidelb., G. Vögelin. [1615]. 4°- Witichindus mon. Corbeiensis, Rerum ab Henrico et Ottone I Impp. gestarum H. Ill, una cum aliis quibusdam raris historiis, ab a. 800 usque ad praes. aet. Basileae, J. Hervagius. 153 2 - fol. Witichindus mon. Corbeiensis, Annalium 11. Ill, emend, etauc- tius quam antea editi cum notis, opera et studio Hen. Meibor mii. Francof., Dan. et Dav. Aubrii etc. 1Ó21. fol. Liechtenaw, Conr. a, Urspergensis coenobii abbatis, Chrom- con, cet. Cui annexa sunt paraleipomena usque ad a. 1537. Acc. Annales Rheginonis abbatis Prumiensis et Lamberti Schaffnaburgensis monachi. [Cum praefat. Phil. Me- lan ch ton is]. Argent., L. Zetzner. 1609. fol. Ditmarus episc. Mersepurgii, Chronici 11. VI. Acc. de vita et fa- milia D., cet. auctore Rein. Reineccio. Francof. ad M., A. Wechel. 1580. fol. Niem, Theod. de, Historiae qua res suo tempore sub Carolo IV et subsequent. II Imperator, gestae exponuntur, 11. IV. Hisce Joh. Marii Belgae Liber de XXIV schismatis in Ecclesia, cet. e Gallico in Lat. conversus adjectus est. Basil., Th. Guarinus. 1566. fol. Sleidanus, Joa., De statu religionis et reipublicae, Carolo V Caesare, commentarii. [Argentorati, Wend. Rihelius]. 1555- fol. Zenocarus a Scauwenburgo, GuL, De republica, vita, mo- ribus, gestis, cet. Imp. Quinti CaroU U. VII. Gandavi, GisL Ma- nilius. 1563. fol. Zenocarus a Scauwenburgo, GuL, De vita Caroli V Imp. 11. V. Antverpiae, Gisl. Jansenius. 159^- fob
231 Vivat rex Carolus. [Orationes III in electionem Caroli regis Ro- manorum, Legatörum regisGalliae: Herm. Nuenarii etjac. S o b i i. Franco!., s. nom. typogr. 1519. 4 0 .] Exemplum protestationis qua Caes. Maj. usa est apud Rom. pont. collegium, cet. (17 Apr.) Item de clade Turcarum a Sofi accepta. Item de recenti montis Aetnae incendio. Omnia ex Ital. in Lat. transscripta. S. 1. 1536- 4°- Sleidanus, Joa., Orationes II ,• una ad Carolum V Caes., alt. ad Germaniae Principes, anno 1544 excusae, et nunc denuo editae stud, et opera Conr. Rittershsii. Helmaestad., haer.J.Lucii. 1598. 8°. Mameranus, Nic., D. Caroli V Rom. Imp. Iter ex Inferiore Germania ab a. 1545 usque ad Comitia apud Augustam Rheti- cam indicta a. 1547 cet. Denuo revisum, auctum et emend. S. 1. 1548. 8°. ElectiO. — De electione et inauguratione Maximiliani Austrii II Rom. regis, Francof. ad M. anno 1562 historia, ex German. Latine reddita per Adam, et Nic. Hey den os fr. Una cum Catalogo Electorum, Principum, cet. [Acc. alia. Franco!., Geo. Corvinus et al.] 1563- 4°- Defensio. — Foederatorum Inferioris Germaniae defensio II con tra calumniam de invasis et usurpatis in imperium. S. 1. [Rosto- chii?]. 1608. 8°. — Foederat. In!. Germ. de!ensio III cet. Ibid. 1608. 8°. Wassenberg, Everh., Floras Germanicus sive Commentario- rum de bello inter. Ferdinandos II et III et eorum hostes gesto liber sing, ad ann. 1641 contin. Hamburgi, B. Balduinus. 1641.12°. Steinberg, Joa.., Acclamatio votiva ad Fridericum coronatum regem Bohemiae, cet. Argentor., J. Reppius. 1619. 4 0 ' Acta publica inter Matthiam et Ferdinandum II Rom. Imperato- res atque Fredericum V Electorem aliosque Imperii Ordines ex- terosque Reges ac Principes atque Respublicas, ab initio Aus- trio-Bohemo-Germanicorum motuum hue usque ventilata, cet. Curante Mich. Gasp. Lundorpio. Moeno-Frandurti, J. F. Weissius. 1621. 4 0 . Cancellaria secreta Anhaltina, id est occulta consilia, inaudita proposita cet. Capitum ac Directorum Unionis correspondentium in Germania, occasione rebellionis Bohemicae agitata cet. Nunc integre Latinit. reddita. 1621. 4 0 .
232 Jlistinus, Justus [pseud. Lud. Camerarii]. — Mystenum iniquitatis sive secreta secretorum Turco-Papistica secreta, contra libellum famosum sub titulo „Secreta Calvinoturcica auctore quodam personato Theonesto Cogmandolo. cet. Vindice liberta- tis Germanice Justo Justino cet. Justinopoli [in Germania]. 1625. 4°- Vossius, Ger. Joa., Commentarius de rebus pace beUoque ges- tis Fabiani senioris burggravii a Dhona, dom. in Karwinden. Ejusdem F. a D. Precationes et suspina. Lugd. Bat., Otlic. h.1- zeviriana. 1628. 4°- Soldat (Le) Suédois. [Histoire de la guerre de Gustave Adolphe en Allemagne par Fréd. Spanheim]. S. 1. 1Ó33- 8 . Asterius Just, [pseud. Joh. Stellae], Klagrede über den zwi- schen dem R. Kayser Ferdinand II vnnd Churf. Johan Georgen zu Sachsen etc. den f§ May A°. 1Ó35 zu Praag auffger. Vertrag etc. Erstl. in Latein. Sprach gestellet. Jetzo m das^ Teutsche ubers. vnd gebessert durch Reinm. Habrecht. S. 1.1030.4 • Comenius, Bernh., Prodromus exequiarum funestae: pacificatio ns Pragensis, nec non Gustavus, Fridericus et Landgravius re- divivi, pro religione et regione protestantes, cet. Roterod., Pt.v. Waesbergen. 1639. 4°- Werden, Joh. Ang. a, Germania supplex Ferdinando HI Cae- sari omnem sceptri beati felicitatem cum pace salubemma op- tans’, cet. Francof., M. Merian. 1641. 8». Venditio. — Innocentis et liberi principis vendiüo Viennae celebr. die 25 Junij a°. 1642. Venditore Rege Hunganae. Emptore Rege CasteUae, cet. Venditus est Eduardus frater Regis PorbigaUiae Joannis IV pretio 40.000 Reistalerorum. S. L 1642. 4 • G. en. Steffens, Hei., Was ich erlebte. Aus der Erinnenmg niederge- schrieben. Breslau, J. Max u. Ko. 1840—44- 10 Bde. 8 . Arndt, E. M., Gedichte. Neue vermehrte Ausgabe. Leipzig, Weidmann. 1840. 8°. . 1Q/IC Schriften für und an seine lieben Deutschen. Leipzig, Dyk. 1845. _ 3 Erinnenmgen aus dem auszeren Leben von Hie verbess. Auflaee Leipzig, Weidmann. 1842. 8°. M. Portr. _ Nothgedrungener Bericht aus semem ^ m. dw demagogischen und antidemagog. Umtnebe. Ibid. 1847» 2 Th.8 .
233 30 Scriptores rerum Germanicarum septentrionalium vicinorumque populorum diversi, eet. Studio atque opera Erpoldi Linden- brogii. Francof., Vid. T. de Bry et fil. 1609. fol. Krantz, Alb., Wandalia. De Wandalorum vera origine, variis gentibus, crebris et e patria migrationibus, regnis item quorum vel autores vel eversores fuerunt. Adj. est Polonici regni et Prus- siae, turn regiae turn ducalis descriptio. Francof., A. Wechel. 1575- fol. Northof, Lev. a, Origines Marcanae sive chronicon comitum de Marta et Altena, eet. Opera et stud. Hen. Meibomii. Hanoviae, typis Wechel. 1613. fol. Teschenxnacher, Wernh., Clivia, Julia, Möntia, Marchia, Ravensburgia, antiquae et modemae, Annalium partibus II r.e- praesentatae, eet. Arnhemiae, Jac. v. Biesen. 1638. fol. C. tab. Isselt, Mich. ab, De bello Coloniensi 11. IV h. e. rerum ab electione Gebhardi Truchsesii in archiepiscopum Coloniensem usque ad recuperatam ab Ernesto duce Bavariae, ejus succes- sore, Westphaliam, tota dioecesi gestarum narratio. Cui praef. est histor. defectionis et schismatis Hermanni com. de Weda Colon, quondam archiepisc., eet. relatio. Auctore Arn. Mes- h o v i o. Colon., G. Greuenbruch. 1620. 8°. Serarius, Nic., Moguntiacarum rerum ab initio usque ad ho- diernum archiepisc. Joan. Schwichardum 11. V. Moguntiae, B. Lippius. 1604. 4 0 . C. tab. Kyriander, Wilb., Augustae Treverorum annales sivecommen- tarii historici, eet. Biponti, Casp. Wittelius. 1619. fol. Bertelius, Joa., Historia Luxemburgensis, eet. usque ad praes. Archiducem Albertum. Adj. est. opusc. de gentilium deorum cultu. Coloniae, C. Butgen. 1605. 4 0 . Freher, Marq., Origines Palatinae. Ed. II locuplet. [Heidelb.], G. Voegelin. 1613. 2 pt. 1 vol. fol. Freher, Marq., De electoratu S. Rom. imperii comitivae Pala- tinatae Rheni antiquitüs adnexo et cohaerente. Ad Cph. Gewol- dum epistola responsoria. Heidelb., G. Voegelinus. 1612. 4 0 . Thomas, Hub., Annalium de vita et rebus gestis Friderici II Electoriis Palatini 11. XIV. Addid. icones, tab. aeneis expr. Fran cof, J. Ammonius. 1624. 4 0 .
234 Rusdorf, Joa. Joach. a, Vindiciae causae Palatinae sive asser- tio et deductio juris inviolabilis legitimae successions Caroli Lu- dovici, Comitis Palatini ad Rhenum, cet. in electoratum et co- mitatum Palatinum, cet. S. 1. [Lugd. Bat., Elzevier?] 1640. fol. Met inschrift: „Ex dono 111. Principis sum J. de Laet.” Mémoires sur la vie et la mort de Loyse Juliane, Electrice Pa latine, née Princesse d’Orange, etc. [Par Fréd. Spanheim]. Leyden, J. Maire. 1Ó45- 4°- Av. portr. — Le même ouvrage sur grand papier ou k grandes marges. Le portrait manque. Krantz, Alb., Saxonia. De Saxonicae gentis origine, longinquis expeditionibus susceptis et bellis domi gestis. Denuo emendat. edita. Cum praefat. Nic. Cisneri. Francof. ad M., A. Wechel. 1575. fol. Fabricius, Geo., Originum ill. stirpis Saxonicae 11. VII. Acc. icones, cet. Ex recognit. Nic. Reusneri. Jenae, Tob. Stein- mann. 1598* fol. Fabricius, Geo., Rerum Germaniae magnae et Saxoniae univer- sae memorabilium mirabiliumque volumina duo, a Jac. Fabri- cio collecta. Lipsiae, H. Grosius. 1609. fol. Chytraeus, Dav., Chronicon Saxoniae et vicinarum aliquot gen tium ab a. 1500 usque ad 1593- Lipsiae, H. Grosius. [1593]- f°L Fabricius, Geo., Rerum Misnicarum 11. VII cet. His acc. Rein. Reineccii Comment, de Misnorum origine [et alia]. Jenae, Tob. Steinmann. 1598. fol. Aventinus, Jo., Annalium Boiorum 11. VII ex autent. mss. codd. recogn., restit., aucti,. N i c. C i s n e r i diligentia. Basil., Pt. Pema. 1580. fol. Burgundius, Nic., Historia Bavarica sive Ludovicus IV. Impe rator. S. 1. [Amstelod?] 1636. 4 0 . Cuspinianus, Joa., Austria, bus, ducibus, archiducibus, cet. cum omnibus ejusdem marchioni- Francof., Cl. Mamius etc. 1601. fol. Dubravius, Jo., Historia Boiemica, aTho. Jordano anno- tatt. cet. illustrata. Basil., Pt. Perna. 1575- fol* Müller, Geo., Fortuna Bernensis, hoc est oratio in qua summa enarrantur beneficia quae Deus contulit in Ecclesiam et Remp. Bernensem, cet. Bernae, St. Fabricius. 1637. 4°-
235 SKANDINAVIË; RUSLAND; POLEN; HONGARIJE. Krantz, Alb., Regnorum Aquilonarium: Daniae,. Sueciae, Nor- vagiae chronica, eet. Acc. Dithmarsici belli historia, Chr. Ci- licio autore. Item Jac. Ziegleri Schondia, eet. Francof. ad M., A. Wechel. 1575. fol. Magnus, Olaus, Historia de gentium Septentrionalium variis conditionibus statibusve, eet. Basil., Offic. Henricpetr. [1567]- fol. C. tab. et fig. Henricsonius, Jonas, De ratione et via regiones Septentriona- les ad cultum sedis Romanae reducendi, eet. S. 1. et a. [circ. 1600]. 8°. Saxo grammaticus, Danorum historiae 11. XVI, eet. Basil., J. Bebelius. 1534. fol. Saxo grammaticus, Danica historia, 11. XVI conscripta. [Edi- dit Phil. L o nice rus]. Francof. ad M., A. Wechel. 1576. fol. Fontanus, Job. Is., Rerum Danicarum historia, 11. X, ad domum usque Oldenburgicum deducta. Acc. Chorographia regni Daniae, eet. Amstelod., H. Hondius. 1631. fol. C tab. Worm, Olaus, Fasti Danici, universam tempora computandi rationem antiquitus in Dania et vicinis regionibus observatam 11. Ill exhibentes. Hafniae, S. Sartorius. 1633. fol. Worm, Olaus. — Regum Daniae series duplex et limitum inter Daniam et Sueciam descriptio. Ex vet. Legum Scanic. literis Ru- nicis in membr. exar. codice eruta et notis illustrata ab O. W. Hafniae, J. Moltken. 1642. fol. Meursius, Joa., Historica Danica pariter etBelgica, eet. Operum omnium tomus I. Amstelod., G. et J. Blaeu. 1638. fol. C. eff. Insunt: Historia Danica 2 partes; Gulielmus Auriacus; Ferdinandus Albanus; liber de induciis. Panegyricus scriptus Christiano IV Daniae, Norwegiae regi eet. [Auctore Joa. a Wower], S. 1. 1603. 8°. Mao.Vi i n A.f.i nnfla Cornificii Ulefeldii [Daniae ministri prim.] S. 1. et a. (1664 aut postea). 12°. er
236 Helmoldus presb. Buzoviensis, Chronica Slavorum seu annales hisque subjectum derelictorum supplementum A r n o 1 d i abbatis Lubecensis. etc. Opera et stud. Rein. Reineccii, Francof, A. Wechel. 1581. fol. Herberstein, Sigism. lib. baro in, Rerum Moscoviticarum commentarii. Quibus Russiae ac metropolis ejus Moscoviae des- criptio, chorpgraph. tabulae, religionis indicatio, eet. continentur. Acc. Scriptum de Graecorum fide, et comment, de bellis Mosco- rum adv. finitimos gestis ad a. usque [15]71 scriptus ab J o a. Leuuenclaio. Basil., Offic. Oporin. 1571 • fol. Cromorus, Ma., De origine et rebus gestis Polonorum 11. XXX. Adj. est ejusdem autoris funebris Oratio Sigismundi regis vitam complexa. Basil., J. Óporinus. [1555]- fol. Guagninus, Alex., Rerum Polonicarum tomi III: quorum I omnium Polon. regum res gestas complectitur; II Provinciarum chorogr. descriptionem continet; III res singul. a Polonis in Va- lachia gestas, eet. habet. Francofurti, excud. J. Wechelus, imp. S. Feyerabend. 1584- 8°. Scriptores. — Polonicae historiae corpus, hoe est Polonicarum rerum Latini recentiores et veteres scriptores quotquot extant. Ex biblioth. Joa. Pistorii. Basil., Seb. Henricpetri. [1582"]. 3 lom. l vol. fol. Bonfinius, Ant., Rerum Ungaricarum decades IV cum dimidia. His access. Joa. Sambuci appendices et alia, una cum pris- corum regum Ungariae decretis seu constitutionibus, eet. Omnia nunc denuo recogn. et aucta per Joa. Sambucum. Francof., A. Wechel. 1581. fol. Scriptores. — Rerum Hungaricarum scriptores varii: historici, geographici, eet. [Edidit Jac. Bongarsius], Francof., her. A. Wecheli. 1600. fol. Isthuanflus, Nic., Historiarum de rebus Ungaricis 11. XXXIV. Colon. Agr., A. Hieratus. 1622. fol. TURKIJE, PERZl'É. Chronica. — Chronicorum Turcicorum, in quibus Turcorum origo, principes, eet exponuntur, eet, tomi II. Collecta sermone- que Latino exposita a Phil. Lonicero. Francof., excud. J. Wechelus imp. S. Feyerabend. 1584- 2'torn. l vol. 8°.
237 Leunclavius, Jo-, Historiae musulmanae Turcorum, de monü- mentis ipsorum excriptae 11. XVIII. Acc. commentarii II: Libiti- narius index Osmanidarum et apologeticus alter. Francof., here- des A. Wecheli. 1591. fol. Curio, Cael. August., Sarracenicae historiae 11. III. His access. Wolfg. Drechsleri ear. rerum Chronicon [et alia]. Fran cof., A. Wecheli heredes eet. 1596. fol. Annales Sultanorum Othmanidarum, a Turds sua lingua scripti, a Jo a. Gaudier dicto Spiegel Germanice translati. J o a. Leunclavius Latina redd, illustravit et auxit usque ad a. 1588. Francof., her. A. Wecheli, cet. 1596. fol. Camerarius, Joach., De rebus Turcicis commentarii II, cet. Francof., heredes A. Wecheli. 1598. fol. Barletius, Mar., De vita, moribus ac rebus praecipue adv. Tur- cas gestis, Geo. Castrioti qui Scanderbegus cognomin. fuit, 11. XIII. Argentor., C. Mylius. 1537. fol. Sturm, Job., De bello adversus Turcas perpetuo administrando ad Rudolphum II Rom. Imp. commentarii sive sermones II. Acc. [alia] ejusdem. Ex recognit. Nic. Reusneri. Jenae. 1598. 8°. Soranzo, Laz., Ottomannus sive de rebus Turcicis liber, conti- nens descriptionem potentiae Mahemetis III, cet. Nunc pr. Latio donatus. S. 1., Guil. Antonius. 1600. 12°. Lusinga, Ben. de, De incremento, conservatione et occasu imperiorum 11. III. In quibus de imperii Turcici amplitudine quaestiones politicae pertractantur, cet. Latinit. donati a J a c. Geudero. Norib., C. Agricola. 1603. 8°. Bizarus, Pt., Rerum Persicarum historia, cet. ad haec usque tempora. Cui acc. [alia opuscula ad hist. Pers. spectantia]. Fran cof., Cl. Marnius etc. 1601. fol. AMERIKA. Grotius, Hugo, De origine gentium Americanarum dissertatio. S. 1. [Parisiis?]. 1642. 4 0 . Las Casas, Bart, de, Seer cort Verhael vande destructie van d’Indien. In Brabantsche tale uyte Spaensche ouergeset. Z. pi. 1578. 4°.
238 La Casas, Bart. de, Spieghel der Spaenscher tyrannye inWest- Indien enz. In Spaenscher talen beschreven. Amstelredam, by Nic. Biestkens de jonghe, ende te coop by Corn. Claesz. 1596. 4°‘ — Spieghel enz. [als ’t voorgaande"]. Amstelredam, Corn. Claesz. 1607. 4 0 . — Den Spieghel vande Spaensche Tyrannie beeldelijcken afgemaelt enz. Aldaar. 1609. 4°* Titel en 17 platen, gevolgd naar die van Jod. van Winghe gegraveerd door Th. de Bry te Frankfort (1597). met korte beschrijving in letterdruk onder elke plaat. Netscher, P. M., Lés Hollandais au Brésil. Notice histor. sur les Pays-bas et le Brésil au 17e siècle. Avec portr., fac-sim. et carte. La Haye, Belinfante fr. 1853. 8°. Plante, Fra., Mauritiados 11. XII hoc est rerum ab Joanne Mau- ritio com. Nassaviae etc. in Occidentali India gestarum descriptio poëtica. Lugd. Bat, J. Maire. 1647- ma J‘ Met 4 kaarten én 20 platen van Brazilië, de laatsten meerendeels met den naam F. Post 1645. De portretten van den schrijver en van Johan Mau- rits ontbreken. Moreau, Pierre, Klare en waarachtige Beschrijving van de leste beroerten en afval der Portugezen in Brasil. In de Fransche taal beschr. Met de Reisbeschrijving van de zelve schrijver na Brasil enz. Door J.- H. Glazemaker vertaalt. Amsterdam, voor Jan Hendrikz. en Jan. Rieuwertz. 1652. 4°’ ^8- NEDERLAND EN BELGIË. In het algemeen. (Hoofdzakelijk vóór de afscheiding op het laatst der ló e eeuw). Kluit A , Primae lineae collgii diplomatico historico-politici, sis- tentes vetus jus publicum Belgicum historice enarratum. Lugd. Bat., C. van Hoogeveen Jun. 1780. 8°. Rijks-Archief (Het Nederlandsche). Verzameling van onuitgege ven oorkonden en bescheiden voor de geschiedenis des vader lands. Uitgeg. door R. C. Bakhuizen van den Brink enz. ’s Gravenhage, M. Nyhoff. 1857* Hl. I. 8 .
339 An., A. J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlan den enz. [vervolgd door K. J. R. v a n H a r d e r w ij k en G. D. J. Schotel]. Haarlem, J. J. v. Brederode. 1852—78- 21 dln.8°. Batavia illustrata seu de Batavorum insula, Hollandia, Zelandia, Frisia, territoria Traiectensi et Gelria scriptores varii notae me- lioris, nunc prim, collecti. Ex musaeo Pt. Scriverii. Lugd. Bat., Lud. Elzevier. 1609. 4 0 . C. fig. Junius, Hadr., Batavia. In qua praeter gentïs et insulae anti- quitatem, originem, decora, mores, aliaque ad eam historiam pertinentia, declaratur quae fuerit vetus Batavia, quae item Francorum nationis sedes. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1588.4 0 . Miraeus, Aub., Rerum Belgicarum chronicon, ab Julii Caesaris in Galliam adventu usque ad a. 1636, eet. Antverp., G. Lestae- nius. 1636. fol. Houve, Mt. van der, Hantvest of Ch&rtre Chronijck van de landen van Oud-Batavien, Oud-Vriesland, Oud-Franckenland, nu Holland, Zeeland, West-Vriesland ende andere Vrieslanden, Utrecht ende Over-IJsel enz. IR editie, vermeerdert [van’t Ie dl.] 'sGravenh., D. Maire. 1645, 1638. 2 dln. fol. Scrieck, Adr. van, Van ’t beghin der eerster volcken van Europeri, in-sonderheyt vanden oorspronek van saecken der Ne- derlandren, 23 boecken enz. IJpre, F. Bellet. 1614. fol. Ook met Latijnschen titel (Originum rerumque Celticarum ct Belgicarum 11. XX1ÏI) en voorwerek. Grutberus, Phil., De prisca virtute Batavorum oratio, eet. Lugd. Bat., Is Elzevier. 1618. 4 0 . Koning, Corn, de, L. Dz., De voorvaderlijke levenswijze en gewoonten hier te lande, tot aan het einde der 16e eeuw beknopt, voorgesteld. Haarlem, F. Bohn. 1810. 8°. Heuterus, Pontus, Rerum Belgicarum 11. XV quibus describun- tur pace belloque gesta a Principibus Austriacis in Belgio, nempe Maximiliano I, Phillippo I, Carolo V, Philippo II [ad ann. us que 1564]. Antverpiae, M. Nutius. 1598. 4 0 . Du Puys, Remy, Les exeques Et pompe funerale dë feu Don Fernande roy catholicque faicte et acomplie en lesglise saincte Goule a Bruxelles le vendredi 13e de Mars 1515 par Don Char les son heritier. S. 1. ni d. fol. Vergelijk de afdeeling Historische Plaatwerken bij Kunst. Dit geschrift van Remy du Puys is gebonden achter de daar vermelde Entree van Ka rei V te Brugge.
240 Marlianus, Aloisius, Oratio in Comitiis Ordiniis Aurei velleris ser. Caroli regis cathol. aedita. S. 1., typ. n. et a. [Lovanii, Theod. Martinus Alostensis, circ. 1516—19]. 4 0 . Aitsinger, Mich., De Leone Belgico ejusque topographica atque historica descriptione liber, V part. distinctus, F-ra. Hogen- bergii 112 figuris ornatus, rerumque in Belgio maxime gesta- rum ab a. 1559—1583 perpetua narratione continatus (sic). [Colon. Ubiorum, impressit Ger. Campensis impensis Fra. Ho- genbergii. 1583.] fol. Meteren, Email, van, Historia oder eigentliche und warhaffte Beschreibung aller Kriegshandel vnnd gedenckwürdigen Geschich- ten, so sich in Niderteutschland etc zugetragen haben unter der Regierung keysers Caroli des V vnnd Philippi II Königs in Hispanien, bisz auff diese jetzige zeit. Sampt Charten, Bild(- nussen, etc. S. 1. [Cöln] 1596. fol. — Hetzelfde werk. Hierin zijn de volgende platen van F. Hogenberg ingevoegd (naar de nummers bij Muller, Beschr. v. historiepl.) 3—17. 19—54, 56, 58—61, 1 64—67, 71, 73, 75, 76, 78, 80—82,98—106,108—33,135—37,139—62, 164—70, 172—77. 179—86, 188—226, 228-34, 236—45, 247—52, 254—69, 271—73, 275—92, 294—301, 304, 307, 309,311,313—17.319. 322—25. — Historia etc. [als ’t voorg.] Jetzo wider auffs new auszgangen vnd an vilen örttern gebessert vnnd vermehret. S. 1. [Cöln] 1597. fol. Meteren, Eman. van. — Historia Belgica nostri potiss. tempo ris, eet. ad annum usque 1598, conscr. abE. Meterano. S. I. et a. [Coloniae 1598]. fol. C. icon. Onder de Praefatio een octostichon van Car. Utenhoven onderteekend .In Ubiis anno 1597 Cal. 7”. — De titelrand komt overeen met dien der beide voorgaande Hoogduitsche uitgaven. Meteren, Eman. van, Niderlendischer Historiën Ander Theil, von anfang des Jahrs 1599 bisz auf dasz Jahr 1614 etc. Jetzun- der auff newen nach der leste Edition vbersehen etc. vnd mit Kupf- fern gemehret. Arnhem, J. Janssen. 1614. fol. Meteren, Eman. van, L’Histoire des Pays-bas jusques èi 1’an 1612, enrichi de pres de 100 pourtraits etc. Traduit de Flamand par J. de la Haye. Avec la vie de 1’autheur. la Haye, H. Jz. Wou. 1618. fol.
241 31 Meteren, ~F.ma.ri. van, Historie der Nederlandscher ende haer- der na-buren oorlogen ende geschiedenissen tot den jare 1Ó12. Nu de laestemael bij hem voor sijne doodt merckelijck verbetert enz. Met conterfeytsels van de voortreff. personagien in coperen pl. gesteken, ’s Gravenh., Wed. ende Erfgen. van H. Jacobssz van Wouw, 1623. fol. Histoire des Pays-bas depuis 1560 jusqu’a la fin de 1602. [Tirée de 1’Histoire de J. F. Ie Petit par S. Goulart], S. Gervais, J. Vignon. 1604. Vol. II. 8°. Oorsprong en voortgang der Neder-Landtschen beroerten ende ellendicheden enz. [Door Joh. Gijsius]. Z. pl. 1616. 4 0 . M. portr. en pl. Eremundus, Ern. [pseud. Joh. Gijsii], Origo et historia Bel- gicoruni tumultuum immanissimaeque crudelitatis per Cliviam et Westphaliam patratae. fidel. conscripta et tab. aeneis repraesen- tata. Acc. Historia tragica de furoribus Gallicis. Lugd. Bat., B. van der Bild. 1619. 8°. Lanario, Franc., Histoire des guerres de Flandres etc. Trad. d’Italien et augmenté. Avec une brieve narration de Tancienne histoire de Flandre etc. Par Mich. Baudier. Paris, S. Chap- pelet. 1618. 4 0 . Bor, Pt., Chrz., Nederlantsche Oorloghen, beroerten, ende bor- gerlijcke oneenicheyden enz. [1555—lóoo]. Leyden, G. Basson; Amsterdam, M. Colyn. 1621—[1634]. 6 din. fol. M. pl. Chappuys, Gabr. — Histoire générale de la guerre de Flandre, contenant toutes les choses mémorables advenuës en icelle de puis 1'an 1559 jusques & présent. Par — et depuis la Trefve par C. M. H. Gentilh. Francois. Paris, R. Fouët. 1623. 2 tom. l Vol. 4 0 . Reid, Ever, van, Belgarum aliarumque gentium annales [1566— 1601], Dion. Vossio interprete. Lugd. Bat., J. Maire. 1633. fol. Strada, Fam., Histoire de la guerre de Flandre, trad. par P. du Ryer. Paris, A. de Sommaville et A Courbé. 1644. fol. Av. portr. Hooft, P. C., Nederlandsche Historiën, sedert de ooverdraght der heerschappye van Kaizar Karel V op Kooning Philips zijnen zoon. Amsterdam, J. Jz. Schipper. 1656. (2 din. l bd.) fol. M. portr. Grotius, Hugo, Annales et historiae de rebus Belgicis [1566— 1609]. Amstelaed., J. Blaeu. 1Ó57* fol. C. eff.
242 Drakenborch, Ara. van, Dictata inhistoriamFoederatiBelgii, a tempore Caroli V usque ad inducias duodecennales (1609)- MS. 7 vol. 4 0 . Motley, John Lothrop, De opkomst van de Nederlandsche republiek. Met inleiding en aanteeken. van R. C. Bakhuizen van den Brink, ’s Gravenh., W. P. van Stockum. 1859—00. 3 dln. 8°. ■ r . . « , Tweede Afdeeling. Geschiedenis van de Vereemgde Neder landen sedert den dood van Willem den Zwijger tot op de Sy node van Dordrecht. Aldaar 1861 69. 6 dln. 8 . Guillaume le Taciturne, prince d’Orange, Correspondence, publ. pour la le fois, suivie de pieces inédites etc. par Ga chard. Bruxelles, A. van Dale. 1847—57- 6 tom. 8°. Juste, Th., Vie de Marnix de Sainte-Aldegonde (1538—1598), tirée* des papiers detat et d’autres documents inédits. La Haye, M. Nijhoff. 1858. 8°. Staden, Guil., Trophaea Verdugiana pace et bello ab ill.Verru- viani vet et nob. stemmatis proceribus immortalitatis cedro glo- riose appensa, historiis vere memorabilibus cet. elucidata. Colo- niae, Joa. Kinckius. 1630. 4°- Haer Flor. van der, De initiis tumultuum Belgicorum 11. II. a Caroli v'-Caes. morte usque ad Ferdinandi ducis Albani ad- ventum. Ed. . II. Lovanii, Jud. Coppenius. 1Ó44- 8°. Pers, Dirck Pz., D’Ontstelde Leeuw: of springh-ader der Ne- derlandscher beroerten van den j. 1560 tot het eynde van 1581 enz. Amstelredam, voor D. Pz. Pers. [1641]- 4 • Meursius, Joa., Rerum Belgicarum H. IV. In quibus Ferdinandi Albani sexennium, belli Belgici principium. Additur V in quo iuduciarum historia. Lugd. Bat., Lud. Elzevier. 1614- 4 • Meursius, Joa., Gulielmus Auriacus, sive de rebus toto Belgio tarn ab eo quam ejus tempore gestis ad excessum Ludov. Re- quesensii. Pars I [ad a. 1576]. Lugd. Bat., Is. Elsevier. 1621. 4 0 . C. eff. Montigny’s leven en dood in Spanje (1566—70) [Door J. van Vloten]. Amsterdam, F. Muller. 1853. 8°. Deduction (La) de 1'innocence de Philippe baron de Montmo rency, Conte de Hornes etc. contre la malicieuse apprehension etc. et tyrannicque éxecution en sa personne a grand tort par voye de faict perpetrees. [Attribuée a Jac. van Wesenbeke]. Impr. au mois de Sept. 1568. 8°.
243 Leiden's belegering en ontzet in 1573 en 1574- Naor de oorspronk. stukken en bescheiden. [Door Joh. van Vloten]. Leiden, D. Nooth. van Goor. 1853. 8°. M. pl. Verzameling van onuitgegeevene stukken tot opheldering der vaderlandsche historie, opgezogt, bijeengebragt en met aanmerk. opgehelderd door Pt. Bondam. [1576—78]. Utrecht. B. Wild. 1779—81. 5 dln. 8°. Bloembergen, A., De intrede en huldiging van Frans, hertog van Anjou enz. binnen Antwerpen den 19 febr. 1582 enz. Ley den, J. Hazenberg Cz. i860. 8°. Noord-Nederland, hoofdzakelijk na de afscheiding in de 16e eeuw. Gaillard, Vict., De 1’influence exercée par la Belgique sur les Provinces-Unies sous le rapport politique et intellectuel, depuis 1’abdication de Charles V jusqu a la paix de Munster (1555—1648) Bruxelles, M. Hayez. 1855. 8°. Slichtenhorst, Ara., Oratio de navigationibus ac commerciis Foederatorum Belgarum. Lugd. Bab, D. Lopes de Haro. 1639.4°• Tiele, P. A., Bibliotheek van Nederlandsche Pamfletten. Eerste Afdeeling. Verzameling van Fred. Muller te Amsterdam. [1500— 1702]. Naar tijdsorde gerangschikt en beschreven. Amsterdam, F. Muller. 1858-61. 3 dln. 4°- Wulp, J. K. van der, Catalogus van de tractaten, pamfletten enz. over de geschiedenis van Nederland aanwezig in de biblio theek van Is. Meulman [1500-1713]. Amsterdam, Erven v. Munster en Zn. 1866—68. 3 din. 4 0 . Ontwerpen van de Unie van Utrecht enz. Uitgeg. door Laur. Pt. van de Spiegel. Goes, J. Huysman. 1778. 8°. Oratio. — De jure belli Belgici adversus Philippum regum Hispa- niarum oratio nobilis Belgae ad christiani orbis principes. [Auc- tore Guil. Verheiden]. Hagae Com., Alb. Henrici. 1598- 4 0> Oratio. — De jure belli Belgici adv. Philippum regem Hispaniarum oratio nobilis Belgae [Guil. Verheiden]. Seorsum acc. Prin ceps Auraicus sive libertas defensa, tragoedia nova Casp. Cas pari i. Hagae Com., Alb. Henrici. [In Germania impr.] 1599. 8°. Verbeiden, Guil., In Classem Xerxis Hispani oratio. Hagae Com., Alb. Henrici. 1598. 4°.
244 ƒ> Orlers, Jan, Warachtige Beschrijvinghe van alle de belegerin- ghen ende victorien te water ende te landen, door de raden der Staten-Generaal der geun. Provinciën ende de daden ende beley- dingen des Fursts Maurits van Nassau, enz. Den Hen druck, vermeerdert. Verciert mette figuyren enz. Leyden [bij H. Lz. van Haestens voor J. Jz. Orlers] 1619. fol. Baudartius, Guil., Memoryen ofte cort Verhael der gedenck- weerdichste so kercklicke als werltlicke gheschiedenissen van Nederland, Vranckrijck etc. van 1603 tot 1624. lie editie ver meerdert. Arnhem, J. Jansz. 1624, 25. 2 dln. l bd. fol. M. portr. Baudius, Dom., Libri III de induciis belli belgici. Lugd. Bat., Lud. Elzevier. 1Ó13- 4°- Puteanus, Eryc., De induciis Belgicis dissertatio politica, eet. Adj. est Justi Lipsii de induciis epistola. S. 1. 1617. 4 0 . Heinsius, Dan., Rerum ad Sylvam-ducis atque alibi in Belgio aut a Belgis anno 1629 gestarum historia. Lugd. Bat., Offic. Elzevir. 1631. fol. C. tab. Hugo, Herm., Le Siege de la ville de Breda conquise par les armes du roy Philippe IV etc. Traduict du Latin par Phil. Chifflet. Antverpiae, Offic. Plantin. 1631. fol. Av. pl. Hexham, Hen. — Korte Beschrijvinge ofte Journael vandeop- treckinge des Prince van Orangien den 29 Mey 1632 van Nieu- megen naer de Mase, de in-neminge der steden van Venlo, Rourmunde ende Stralen, belegeringe ende veroveringe van Maestricht enz. Met Kaerte. In ’t Engels beschr., ende getransl. in ’t Nederd. door J. van Langenhoven ’sGravenh., H. en G. Hondius. 1633. fol. Boxhorn, Mc. Zuer., Historia obsidionis Bredae et rerum a. 1637. Lugd. Bat., Is. Commelinus. 1640. fol. C. tab. Barlaeus, Casp., Oratio in adventum Henricae Mariae M. Bri- tanniae Reginae, eet. Amstelod., J. Blaeu. 1642. fol. Spanheim, Frid., Laudatio funebris Frederici Henrici Arausio- nens. principis, eet, Lugd. Bat., Offic. Elzevir. 1647* f°f• Ch. maj. Commelyn, J., Frederick Hendrick van Nassauw, Prince van Orangien, zijn leven en bedrijf. Met kop. figuren. Amsterdam, J. Janssonius. 1651. 2 dln. 1 bd. fol. Lijndrajer, Pt., De ontwikkeling der stadhouderlijke macht on der Prins Frederik Hendrik. Amsterdam, J. Muller. 1859. Verhael van de Nederlantsche Vreede-handeling. [Door L. v a n Aitzema]. ’sGravenhage, J. Veely. 1650. 4 0 .
245 Mereurius (Hollandtsche) behelzende het gedenckweerdighste in Christenrijck voor-ghevallen enz. in 1650—1690. Haerlem, Pt. Casteleyn. [1651]—1691. 41 dln. 12 bdn. 4 0 . M. pl. Resolution van de Raaden van Staate der Vereenigde Nederlan den, van 31 Jan. 1709 tot 4 Julij 1788. In 3 bdn. fol. Merkes, J. G. W., Memorie behelzende eenige belangrijkste krijgsgebeurtenissen gedurende het leven van Menno baron van Coehoorn enz. ’s Gravenhage, A. Kloots en Co. 1825. 8°. SchaafF, J. H- van der, Proeve van vergelijking tusschen Neder- derland als gemeenebest in 1743 en als koningrijk in 1843 enz. Amsterdam, Weytingh en v. d. Haart. 1848. 8°. IJvoy van Mijdrecht, D. M. M. d’Angest baron d’, Frank rijks invloed op de buitenlandsche aangelegenheden der voormalige Nederlandsche republiek gestaafd door oorspr. stukken uit de archieven te Parijs [1755—83]. Arnhem, Nijhoff en Zn. 1858.8°. Palck, A. R., Brieven. 1795—1843. [Uitgeg. door O. W. Hora Siccama]. ’sGravenh., M. Nijhoff. 1857* 8°. Bruining, G, Herinneringen met betr. tot de omwentelingen in staat en kerk gedurende zijnen levensloop. Dordrecht, Blussé en v. Braam. 1830. 8°. Recueil de pieces diplomatiques relat. aux affaires de la Hollande et de la Belgique en 1830—1832 La Haye, Schinkel. 1831—33. 3 torn. 8°. Bosscha, Joh., Het Leven van Willem II Koning der Nederlan den enz. M. plans en krtn. Amsterdam, C. M. van Gogh. 1852.8°. — Veranderingen en Bijvoegselen der IR uitgave. Aldaar. 1854. 8°. M. portr. Zuid-Nederland, na de afscheiding in de 17e eeuw. Bochius, Joa., Historica narratio profectionis et inaugurationis Belgii principum Alberti et Isabellae Austriae archiducum, eet. Antverp., J. Moretus. 1602. fol. C. fig. Berigten (Verzamelde) omtrent de krijgsbevelhebbers bij Nieuw- poort, 2 Julij 1600. [Door C. L. Schuller tot Peursem]. Utrecht, N. van der Monde. 1836. 8°. Fleming, Phil., Oostende vermaerde belegheringhe enz. in de J. 1691—1604 waerac itelick beschreven. ’sGravenh., A. Meuris, 1Ó21. 4°. M. pl.
246 Bentivoglio — Les Relations du Cardinal —. Traduites [dellta- lien par Pierre Gaffardy]. Paris, C. Rouïllard. 1642. 4 0 . Beyerlinck, Laur., Laudatio funebris Philippi III Hispan. regis, eet. [Ace. Justi Rycquii Epicedion, eet.] Antverp., Offic. Plantin. 1621. 4°- Miraeus, Aub., De vita Alberti pii Belgarum principis com- mentarius. Ace. seorsim Laur. Beyerlinck et aliorum elogia. Antverp., Offic. Plantin. 1622. 4°‘ Peinture (La) de Isabelle Claire Eugenie Infante d’Espagne. [Poèmes de Tristan]. Anvers, Impr. Plantin. 1634. 4°- Inscriptiones arcuum triumphalium et pegmatum Antverpiae erectorum honori Ferdinandi Austrii, Belgarum gubernatoris, etc. Cüm earn urbetn adventu suo bearet XV Kal. Maij a°. 1Ö35« [Antverp.], B. Moretus. 4 0 . Gratulatio (Emblematica) Cardinali Ferdinando Hispan. infanti exhibita, dicata, dum Societ. Jesu Collegium Mechliniae auspi- cato praeterveheretur. Antverp., B. Moretus. 1Ó35* 4°- Vota. — Ser. Ferdinando Hispan. infanti eet. Gandae vota. [Auc tor. Guil. Becano et Sidr. Hosschio]. Antverp., Offic. Plantin. 1Ó35- 4°• Accedit: Exc. Francisco de Moncada [urbs] Ganda. [Auctora Sidr. Hos schio]. Ibidem 1635. Puteanus, Eire., Purpura Austriaca hierobasilica, Ferdinandi Hispan. infantis, S. R. E. Cardinalis, imaginem colore panegy- rico repraesentans. Antverp., J. Cnobbarus. 1Ó35- 4°- Arndt, E. M., Belgien und was daranhangt. Leipzig, Weidmann. 1834- 8°. Verschillende gewesten en steden van Noord- en Zuid-Nederland. Stoke, Melis, Rijmkronijk met historie-, oudheid- en taalkun dige aanmerkingen door Balth. Huydecoper. Leyden, J. Ie Mair. 1772. 3 dln. 8°. Chronijcke (Die) van Hollandt, Zeelant ende van Vrieslandt, totten Jare 1517, enz. [Met] vervolch tot den jare 1594 [door Ellert de Veer]. Amsterdam, Corn. Claesz. 1595- [3 st. l bd.] fol. M. fig. , — Appendix andersins genoemt een bijvoechsel enz. van den Jare 1591 af tot den wtganek des Jaers 1597’ Aldaar 1597- f°l>
347 Dousa, jan. — Bataviae Hollandiaeque annales, a J. D. filio con- cepti atque inchoati jam olim, nunc vero a patre recogniti, sup pled, novaque VIII librorum accessione condnuati [ad a. 1120], eet. Lugd. Bat., Cph. Raphelengius. 1601. 4°. Vossius, Mt., Annalium Hollandiae Zelandiaeque 11. V [ad ann. 1432]. Amsterd., G. Blaeu. 1635. 4°- Grotius, Hugo, Van de Oudheydt der Batavische en Holland- sche Republique, Haerlem, Adr. Roman. 1641. 4°- — Tractaet vande Oudtheydt vande Batavische, nu Hollandtsche Republique. Den Uien druck. Amsterdam, Pt. Arentsz. 1651.4 0 . Rieu, W. N. du, De intrede en huldiging van Karel V tot graaf van Holland binnen Dordrecht, den 3 Junij 1515 enz. Leiden, v. d. Hoek en Engels. 1855. 8°. Goes, Aert van der — Register gehouden by — Advocaat van de Staten ’sLandts van Hollandt, van alle die Dachuaerden bij des Staten gehouden, mitsg. die Resolutien, Propositien enz. 31 Jan. 1524—13 Dec. 1570. [Gedrukt in ’t begin der i8eeeuw?] 9 dln. fol. Resolution van de Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt van 1581—1794. 268 dln. fol. Generalen Index. 1524—1790. 18 dln. De 7 eerste deelen tot 1652 gedrukt in 1768—72. fol. — (Secrete) van de Staten van Hollandt ende W—Vr. van 1653— 1795. 25 dln. fol. Resolutien van de Staten van Hollandt met bijgevoegde stuk ken, geschreven en gedrukt. 1723 —31 Mei 1787. En eenigevan vroegere jaren. 119 dln. fol. Pit is niet de doorloopend gedrukte verzameling even als het vorige No. maar eene collectie van stukken zoo als ze voor de leden gedrukt of afge schreven werden. Zij is afkomstig van den Raadpensionaris Steyn. Resolution van de Staten van Holland en andere staatsstukken van de 17e en 18e eeuw, op de onderwerpen bijeengevoegd, ge deeltelijk in HS. 16 dln. fol. Admiraliteit. — Hierin : Collegiaal-boek van den Raade ter Adm. te Amsterdam van 8 Mey 1589 tot 27 Dec. 1686. In HS. Finantiën. Justitie en Jurisdictie-questien. Militie. Petitiën van den Raadt van Staate. Rivieren en Zeeweringen. 2 dln, Stadhouder. Vergaderingen (Hoogc) en Collegien, Domeinen en Kerkelijke Zaaken. Allerhande Zaaken. 2 dln.-
348 Register (Vijfde tot Twee en twintigste) der Missivens, Advisen en anderen van en aan den Hove van Holland enz. van 28 Jan. 1600 tot 22 Sept. 1718. In HS. 7 bdn. fol. Dit is eigenlijk geen Register maar eene Verzameling dier stukken. Dagbladen van het verhandelde ter vergadering van de Provi- sioneele Repraesentanten van het Volk van Holland, van 26 Jan. 1795 lot 3 Mrt. 1766. 'sHage, I. van Cleef enz. 1795—96- 4 dln. fol. Pontanus, Joh. Is., Epistola apologet. pro iis quas Historiae suae rerum et urbis Amstelodamensium subinde inseruit excur- sionibus, coenobia praesertim sacraque immutata spectantibus. Amstelod., J. Jansonius. 1628. 4 0 . Handelingen van de Municipaliteit der stad Amsterdam. Aid., H. Gartman. 1795. 3 dln. 8°. Dagblad van de vergaderingen der Repraesentanten van het volk [later van den Raad der gemeente] van Amsterdam. Aldaar, Sted. drukk. 10 Juny 1795—15 Mrt. 1798- 10 stn. 8°. Bijlagen. 5 dln. (Dl I in 2 stn]. 8°. der vergaderingen van de Administratieve Municipaliteit van Amsterdam. Aldaar. 15 Mrt. —13 Juny 1798- 2 stn. 8°. Bijlagen. 8°. der vergaderingen van de Municipaliteit van Amsterdam. Al daar. 13 Juny 1798—31 Oct. 1801. 10 dln. (Ontbr. dl. 9). 8°. Bijlagen. 3 dln. 8°. der vergaderingen van het Intermediair Gemeentebestuur van Amsterdam. Aldaar. 31 Oct. 1801 — 12 Maart 1803- 3 dln. 8 . Bijlagen. 8°. Hout, Jan van, Der Stadt Leyden Dienst-bouc, innehoudende verclaringe van twezen ende ghelegentheyt vande zelve Stadt, gelijck die van outs gheweest ende verdeelt is: van de vermeer- deringhen ende vergrootinghen van dien enz. Gedruct opt Raedt- huys der voorschr. stede. 1602. fol. Someren, Corn, van, In obitum Gulielmi de Beveren Corn, filii, toparchae in Strevels-houck, consulis urbis Durdrechtanae, eet. oratio funebris. Dordrechti, H. Essaeus. 1636. fol. Eyndius, Jac., Chronici Zelandiae 11. II. Middelburgi, Offic. Moulert 1634. 4°- Ch. maj. Beka, joa. de, et Wilh. He da. — Historia veterum episcopo- runi Utrajectinae sedis et comitum Hollandiae, explicata Chroni- cis Joh. de Beca usque ad a. 1345 et Historia Guilh. Hedae, completa appendice usque ad a. 1574 auctore Suffr. Petri; Bern. Furmerio recensente et notis illustrante. Franeq., R. Doyema. 1612. 4 0 .
249 32 Beka, Joa. de, et Wilh. He da. De episcopis Ultrajectinis, re- cogn. et notis histor. illustr. ab Arn. Buchelio. Acc. Lamb. Hortensii Secessionum Ultrajectinarum libri et Siffr Petri Appendix ad Hist. Ultraject. Ultraj., J. k Doorn. 1643. fol. C. tab. Hortensius, Lamb., Secessionum civilium Ultrajectinarum et bellorum ab a. 1524 usque ad translat, episcopatus ad Burgundos 11. VII. Ultrajecti, J. è Doorn. 1642. fol. Mees, G., Az., Lambertus Hortensius’van Montfoort als geschied schrijver. Utrecht, J. Altheer. 1836. 8°. Fontanus, Joh. Is., Historiae Gelricae 11. XIV, eet. Praec. du- catus Gelriae et comitatus Zutphaniae chorograph. descriptio. Cum chartis geograph. [et imagin.] Harderv. Gelr., Nic. a Wie- ringen. 1639. fol. Nijhoff, Is. An., Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland, door onuitgegevene oorkonden opgehelderd en be vestigd. M. afbeeld. Arnhem, P. Nijhoff enz. 1830—75. 6 dln. (het 6* in 3 stn.) 4 0 . ReviïlS, Jac., Daventriae illustratae sïve historiae urbis D. 11. VI. Perducti usque ad a. 1641. Lugd. Bat., P. Leffen. 1651. 4 0 . Emmius, Ubbo, Rerum Frisicarum historia distincta in decades VI. Acc. praeterea de Frisia et republ. Frisiorum inter Flevum et Visurgum flumina libri aliquot, ab eodem autore conscripti. Lugd. Bat., Lud. Elzevier. 1616. fol. C. tab. Winsemius, Pier., Historiarum ab excessu Caroli V Caes. sive rerum sub Philippo II per Frisiain gestarum 11. II. Leovardiae, Cl. Fontanus. 1629. 4 0 . Winsemius, Pier., Historiarum ab excessu Caroli V Caes, sive rerum sub Philippo II per Frisiam gestarum ab a. 1555 usque ad a. 1581 II. VI. Leovardiae, Cl. Fontanus. 1646. fol. C. eff. Emmius, Ubbo, Guilhelmus Ludovicus comes Nassovius, eet. Groningae, J. Sassius. 1621. 4 0 . Nyenborgh, Joh. van, Groninger Historijen: of kort verhael van het gedenekwaerdighste datter in de Stadt Groningen en Ommelanden geschiedt is van de eerste geheugenisse af tot desen tegenwoord. jare toe. Den V«“ druck vermeerdert. Groningen, J. Sipkes. 1660. 4 0 . Rengers van ten Post, Joh., Werken uitgeg. door H. O. Feith Groningen, Scholtens. 1852—53 3 dln. 8°. M. portr. I, II. Kronijk III. Verhandeling van ,den standt en politie der Ommelanden.” Brieven van Ubbo Emmius.
250 Barlandus, Hadr., Ducum Brabantiae chronica. Item Braban- tiados poema Melch. Barlaei, icon. nunc pr. illustrata, aere ac studio Joa. Bapt. Vrientii, opera quoque Ant. de Sue ca. Antverp., J. Moretus. 1600. fol. Met 36 portretten, waarvan één met onderschrift: Otho Vaenius invent., Joa. C o 11 a e r t sculp Joa. Woutneel excudit. Haraeus, Fra., Annales ducum seu principum Brabantiae totius- que Belgii. Cum imaginibus, eet. Antverp., B. Moretus etc. 1623. 3 torn. 2 vol. fol. Butkens, Cph., Trophées tant sacrés que propbanes deladuché de Brabant, etc. S. 1. [Anvers], M. Borrekens. [1637]. Tome I. fol. Av. fig. Loo, Jeh. Berthaut van, De Beschrijvinge der Forestiersende Graven van Vlaenderen etc. Den Slagh van Pavijen, ’t innemen van Roome door Philibert de Chalon Prince van Orangien etc. Hoe de XVII Nederlanden bij den anderen gekommen zijn, niette beroerten, oorlogen, treves, etc. tot in Julio 1631. sGravenh., A. Meuris. 1631. 4°- Vredius, Oliv., Sigilla Comitum Flandriae et inscriptiones di- plomatum ab iis editorum, cum expositione historica. Brugis Flandr., J. B. Kerchovius. 1639. fol. C. fig. Vredius, Oliv., Genealogia comitum Flandriae, a Balduino Fer- reo usque ad Philippum IV Hisp. regem, variis sigillorum figuris repraesentata, eet. Brugis Flandr., J. B. et L. Kerchovii. 1642, 43. 2 tom. 1 vol. fol. C. tab. Vredius, Oliv., Historiae Comitum Flandriae pars I: Flandria ethnica, a primo consulatu Cal. Jul. Caesaris usque ad Clodo- vaeum I Franc. Regem Christ. Brugis Flandr., L. Kerchovius. 1650. fol. Gramaye, J. B., Primitiae antiquitatum Gandensium. Antverp., H. Verdussen. lóll. 4 0 > Antiquitatum Gandensium vol. II in quo illustratum Corturia- cum. eet. Ibid. 1611 4°‘ Sacher-Masoch, Leop. van, Der Aufstand in Gent unter Kai ser Carl V. Schaffhausen, Fr. Hurter. 1857- 8°. Lindanus, Dav., De Teneraemonda 11. III. Antverp., H. Ver dussen. 1612. 4 0 . Vinchant, Fra., Annales de la province et comté d’Haynau etc. Augmentées et achevées par Ant. Ruteau. Mons, J. Havart. 1648. fol.
251 Hulpwetenschappen der geschiedenis. TIJDREKENKUNDE. (Wiskundige, Geschiedkundige chronologie in ’t algemeen; van verschillende tijden). Stoeffler, Joa., Calendarium Romanum magnum. [Oppenheym, Jac. Köbel. 1518J. fol. Maestlin, Mich., Alterum Examen novi pontif. Gregoriani Ka- lendarii, eet. Tubingae, G. Gruppenbach. 1586. 4 0 . Vieta, Fra., Relatio Kalendarii verae Gregoriani. [Parisiis, J. Mettayer]. ÏÓOO. fol. Calendarium Romanum vetus forma Juliana, eet. Acc. succ. enarratio de periodi Juliani origine et usu, eet. [auctore N i c. M u 1 e r i o s. Des M u 1 i e r s] S. 1. et a. [Privileg. anni lóio]. 4 0 . Keppler, Joa., De vero anno quo aeternus Dei filius huma- nam naturam in utero virginis Mariae assumpsit commentatiun- cula recocta, eet. Francof., J. Bringer. 1614. 4 0 . Keppler, Joa., Eclogae chronicae, ex epistolis doctiss. aliquot viroruin et suis mutuis, eet. Francof., G. Tampach. 1615. 4 0 . Cimingham, Rob., Tractaet des tijdts, Almanach, Kalendier, Journael ofte Tijdt-Boeck eeuwich gheduyrende enz. Franeker, D. Jz. Prins en R. Doyma. 1605. 4 0 . Met portret in houtsnede van den schrijver (1605 aet. 47) die zich op den titel noemt „Engelsman, School meester ende Reecken-meester binnen Har lingen.” Traudenius, Dirck', De Nederduitsche Tyd-zifter, dat is kort tractaat van de onderscheydinge ende afdeelinge van den tyd enz. Zanerdam, H. Jz. Zoete-Boom. 1648. 4 0 . Hainlin, Joh. Jac., Vindiciae pro sole temporum et chrönolo- gia mystica, ex septenario creationis profluente, ad versus nebu las Reinh. Franckenbergeri, eet. Tubingae, J. A. Cellus. 1653.4°-
252 Almanacb. (d’Erven Stichters Comptoir) op 't jaar 1739 enz - Nevens de maens op en onderganghdoor Jan Albertsz van Dam. Amsterdam, Erfgen. Wed. C. Stichter. 4 0 . M. fig. Mercator, Ger., Chronologia hoc est temporum demonstratio exactiss. ab initio mundi usque ad a 1568. Colon. Agr., haer. A. Birckmanni. 1569- fol. Eber, Pau., Calendarium historicum. Ab eodem auctum. Vite- bergae, J. Crato. 1573- 4°- Reusner, EL, Ephemeris sive diarium historicum, cet. Acc. ve- tus Calendarium Graecum et Romanum triplex, cet. Francof., N. Bassaeus. 159°* 4°- Scaliger, Jos., Jul. Caes. f., Opus de emendatione temporum, castigatius et auctius. Item Vet. Graecorum fragmenta selecta, cet. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1598. fol. Bucliolzerus, Abr., Index chronologicus, cura secunda Gf r. Bucholzeri f. usque ad finem a. 1598 continuatus. Gorlicii, J. Rhamba. 1599- 8°. Funccius, Job., Chronologia, hoc est omnium temporum etan- norum ab initio mundi usque ad annum 1Ó01 computatio. Item Commentariorum 11. X. Witebergae, A. Hoffmann. 1601 • fol. Lydyat, Tbo., Defensio tractatus de variis annorum formis praes. contra Jos. Scallgeri obtrectationem, cet. Londini, Fel. Kyngston. 1607. 8°. Reusner, EL, Isagoges historicae 11. II cet. II edit, auction [Cum appendice]. Jenae, C. Lippold. 1609* 4°* Helvicus, Cph., Theatrum historicum sive chronologiae systema novum, cet. Giessae Hess., Nic. Hampelius. 1616. pi . Calvisius, Sethus, Opus chronologicum ex authoritate potiss. S. Scripturae et historicorum fide digniss. Cui praem. est. Isagoge chronologica, cet. Ed. II auction Francof. ad Od., J. Thym. 1620. fol. Wolphius, Hei., Chronologia sive de tempore et ejus mutatio- nibus ecclesiasticis tractatio theolog., 11. II compreh. Tiguri,Fro- schouer. 1585- 4 8 * Christmann, Jae., Epistola chronolog. ad Just. Lipsium: qua constans annorum Hebraeorum connexio demonstratur, cet. Hei- delb., J. Harnisch. 159 1 - 4°-
253 Cappellus, Jac., Historia sacra et exotica ab Adamo usque ad Augustum. Demonstration, mathemat. fulta eet. Sedani,J. Jannon. 1613. 4 0 . Lansbergen, Phil., Chronologiae sacrae 11. III, eet. Middelburgi, Vid. et haer. S. Moulertii. 1625. 4 0 . Petitus, Sam., Eclogae chronologicae. In quibus de variis anno- rum Judaeorum, Samaritarum, Graecorum, Macedonum, Syro- macedonum, Romanorum typis cyclisque veterum Christianorum paschalibus disputatur. Paris., C. Morellus. 1631. 4 0 . Maestlin, Mich., Chronologicae theses et tabulae, eet. Cum exegesi quaestiouum chronologicarum. Studio et cura Sam. Ha- fenrefferi. Tubingae, P. Brunius. 1646. 4 0 . Caranza, Alph. a, Diatriba super primore temporum doctrina, in libris Dion. Petavii contenta. Genevae, J. de Tournes etc. 1677 (?) 4°* Het jaartal is weggesneden. Molther, Joh., 2vvvjyiiris de forma et quantitate anni diluviani, eet. Francof., A. Hummius. 1618. 8°. Dunus, Thadd., De peregrinatione filiorum Israel in Aegypto tractatus chronolog., eet. Tiguri, J. Wolphius. .1595- 4°- Chytraeus, Dav., Chronologia historiae Herodoti et Thucydidis. Cui adj. est series temporum mundi, usque ad hunc a. i593.de- ducta. Helmaestad., J. Lucius. 1593- 4°- Haraeus, Fra., Olympiades et fasti usque ad Christum passum, eet. Coloniae, Offic. Horteniana. 1602. 4°* Panvinius, Onuphr., Fastorum 11. V a Romulo rege usque ad Imp. Caes. Carolum V. Ejusdem in Fastorum 11. commentarii. Venetiis, Vine. Valgrisius. 1558. lol. — Commentariorum in Fastos consulares appendix. Ibid. 1558. fol. Siccama, Sibr., Fastorum Kalendarium 11. II ex vet. monimen- tis, marmoribus eet. aucti et emend. Amstelreod., Z. Heyns. 1600. 4 0 . Hippolytus episc., Canon paschaliscum Jos. Scaligeri com- mentario. Excerpta ex Computo Graeco Is. Argyri decorrec- tione paschatis. Jos. Seal. Elenchus et castigatio anni Grego- riani. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1595* 4°* Petrous, Theod., Chronologxa tam Romanorum Pontificum quam Imperatorum historia, eet. Colon. Agr., P. a Brachel. 1626. 4°.
254
255 Bayflus, Laz., Annotationes in L. II de captivis et postliminio reversis, in quibus tractatur de re navali. Ejusdem Annotationes in tract, de auro et argento leg. quibus vestimentorum et vascu- lorum genera explicantur. Omnia ab auth recogn. etaucta. Ant. Thylesii de coloribus libellus. Lutetiae, Rob. Stephanus. 1549. 4°. C. fig. Scheffer, Joa., De militia navali veterum 11. IV. Ubsaliae, J. Janssonius. 1654. 4°* Pignorius, Laur., De servis et eorum apud veteres ministeriis commentarius, cet. Aug. Vindelic., ad insigne pinus. 1613. 4 0 . C. fig. Bulengerus, «Tul. Caes., De ludis privatis ac domesticis veterum liber. Lugduni, L. Prost. 1627. 8°. Tomasinus, Jac. Phil., De tesseris hospitalitatis liber, cet. Utini, N. Schirat. 1647. 4 0 . Budaeu3, Guill., Libri V de asse et partibus ejus, ab eodem B. castigati, cet. [Venetiis, Aldus et Andr. Asulanus socer]. 1522.4 0 . Alciatus, Andr., Libellus de ponderibus et mensuris, cet. A 1- ciati quoque et Phil. Melanchthonis in laudem juris civilis Orationes II. Haganoae, Joh. Secerius. 1530. 8°. C. tab. Agricola, Geo., De mensuris et ponderibus Romanorum atque Graecorum 11. V. De extends mens, et ponder. 11. II [et alia de eodem argum.] De precio inetallorum et monetis 11. III. Basil., Froben. 1550. fol. Angelocrator [Engelhardt], Dan., Doctrina de ponderibus, monetis et mensuris per totum terrarum orbem usitatis, cet. II cura auctior. Francof., J. Berner. 1628. 4 0 . Thylesius, Ant. — Corona gemmata, h. e. de coronarum gene- ribus commentarius A. T. et de gemmarum ortu ac viribus syn tagma Fra. Ruaei. Groningae, J. Sas. 1629. 12°. Magius, Hier., De tintinnabulis liber. Fra. Sweertius notis iliustrabat. Hanoviae, typ. Wechel. 1608. fol. Meursius, Joa., Graecia feriata sive de festis Graecorum 11. VI. Lugd. Bat., Otfic. Elzeviriana. 1619. 4 0 . Meursius, Joa., Graecia ludibunda sive de ludis Graecorum liber. Acc. Dan. Souterii Palamedes sive de tabula lusoria, alea et variis ludis 11. III. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1625.8°. Meursius, Joa., Eleusinia sive de Cereris Eleusinae sacro ac festo liber sing. Lugd. Bat., Offic. Elzeviriana. 1619. 4 0 .
256 Meursius, Joa., Atticarum lectionum II. VI, eet. Lugd. Bat.. Offic. Elzeviriana. 1617. 4°. Meursius, Joa., Athenae Atticae sive de praecipuis Athenarum antiquitatibus 11. III. Lugd. Bat., Ccxnmelini fr. 1624. 4 • Postellus, Gul., De magistratibus Atheniensium liber, eet. Ba- sileae [1551]- 8°-. Du choul, Guill., Discours de la religion des anciens Romains, de la castramétation et discipline militaire d iceux, des bains et antiques exercitations Gr. et Rom. Illustré de figures etc. Lyon, G. Rovillc. 1581- 4°- Rosinus, joa., Antiquitatum Romanarum syntagma. Auctum et exorn. a Th o. Dempster o. Colon. Allobr., G. Cartier. 1613* (2 tom. 1 vol.) 4 0 . Kipping, Hen., Antiquitatum Romanarum 11. IV. Franeq., L. Stride. 1684. 8°. Lazius, Wolfg., Commentariorum reipub. Romanae 11. XII. Basil., J. Oporinus. [1550- 0. tab. Panviuius, Ouuplir., Reipublicae Romanae commentariorum 11. III, et alia quaedam. Franco!., A. Wecheli heredes, eet. 1597. fol. Merula, Pau. G. f. P. n., Opera varia posthuma, de sacrificiis, sacerdotibus, legibus, comitiis, praemiis, etc. Romanorum. Lugd. Bat., P. k Meersche et J. de Vivié. 1684. 4°- Ciacconius, Pt., De triclinio sive de modo convivandi apud priscos Romanos, eet. Acc. Fulvii Ursini appendix. [Hei- delb.], Offic. Sanctandr. 1590- 8°. Kobierzycki. stan., De luxu Romanorum commentarius, eet. Lovanii, Ph. Dormalius. 1628. 4°* Ramus, Pt., Liber de militia C. Julii Caesaris. Franco!, haer. A. Wecheli. 1584. 8°. Fontaninus, Just., Dissertatio de corona ferrea Langobardorum. Lipsiae, M. G. Weidmann. 1719- 8°. Muratorius, Lud. Ant., De corona ferrea qua Romanorum imperatores in Insubribus coronari solent commentarius. Lipsiae, M. G. Weidmann. 1719- 8°. Boccaccio, Giov. — Genealogie Joa. Boccatii cum de monstration. in formis arborum designatis. Ejusdem de monti- bus et silvis, eet. [Venetiis, Manfr. de Strevo de Monteferrato. 1497.] fol-
257 33 Conti, Natale. — Natalis Coimtis Mythologiae sive explica tion's fabularum 11. X. Ejusdem 11. IV de venatione. Acc. G. Li- nocerii Musarum mythologia, eet. [Lugduni], Sara. Crispinus. lóio. 8°. Lubinus, Eilh., Fax poëtica sive genealogiae et res praecipuae gestae deorum gentilium, illustrium virorum, eet. Rostochii, C. Reusner. 1617. 8°. Cartari, Vine., Le Imagini de i Dei de gli antichi etc. Con figure ristampate, corrette et ampliate. Venetia, M. A. Zaltieri. 1592. 4°- Struchtmeyer, Joh. Cph., Theologia mythica, sive de origine tartari et elysii 11. V. Harderv., G. Brinkink. 1743. 8°. — — Idem liber, cum charta inserta et addition, mss. auctoris. 2 vol. 4 0 . Struchtmeyer, Joh. Cph., Oorsprong van het heidensche Go dendom en den zinnebeeldigen Hercules, afgeleidt uit den gods dienst van de eerste waareld. Uit deszelvs Hs. vertaalt door Joh. Claessen. Harderwijck, Joh. Moojen. 1757- 4°. Met papier doorschoten, waarop geschreven aanteekeningen van den S Struchtmeyer, Joh. Cph., De Jongelingschap van Hercules enz. qlsmede de geschichten van Perseus: uit de godgeleerdheid van de eerste waereld afgeleid en verklaard. Uit deszelfs Hs. ver taald door Coenr. Died. Struchtmeyer. Zutphen, A. J. van Hoorn. 1759. 4 0 . Met papier doorschoten, waarop geschreven aanteekeningen van den S. Struchtmeyer, Joh. Cph-, Opera mythologica mss. 7 vol. 4 0 . I. Herculis mythici liber I et II sive unde H. sumtus sit ejusque ortus et infantia. II, III. Herculis mythici lib. III sive de adolescentia. Item Perseus. IV, V. Hercules Dodecathlus. VI, VII. De Orientalium Diis. Struchtmeyer, Joh. Cph., Excerpta mss. 13 vol. 4 0 . I. De quatuor dementis, sole et luna. II." de deis Aegyptiis. III— * VII. De Hercule. VIII—XII. Mythologica alia. XIII. Theologica. Schedius, El., De diis Germanis, eet. syngrammata IV. Amste- lod., Lud. Elzevier. 1648. 8°. Boxhorn, Mc. Zuer. van, Bediedinge van de tot noch toe onbekende afgodinne Nehalennia, onlancx ontdeckt op het strandt van Walcheren. Leyden, W. Cs. van der Boxe. 1647. 4°- Vraagen aan M. Z. van B. over de Bediedinge enz. Aid. 1647.4 0 . Antwoord van M. Z. van B. gegeven op de Vraaghen enz. Aid. 1647. 4 0 .
258 Faunus, LliC., De antiquitatibus urbis Romae. [Venetiis, Mich. Tramezinus. 1549]- 8°. Fabricius, Geo., Roma. Ejusdem Itinerum liber. Antiquitatis monumenta insignia per eundem collects, jam auctiora. Basil. J. Oporinus. [155°]- 8°. Boissardus, jan. Jac., Romanae urbis topographia^et antiqui- tates, eet. Figurae in aere incisae, artifice Theod. de Bry. Francoford. 1597—1602. 6 pt. 2 vol. fol. Lauras, jac. — Antiquae urbis [Romae] splendor h. e. praeci- pua ejusdem templa, amphitheatra, theatra, circi, naumachiae, arcus triumphales, eet. Opera et ind. J. L. in aes incisa. Cum almae urbis antiq. ac modern, vestig, additione utcunque hoe a. 1630 reperiuntur, eet. Romae 1612 [1637]- 4 pt 1 vol. fol. obl. 167 tabulae. Ritratto di Roma antica, con le dichiarationi di Bar tol. Mar- liani e di altri autori. Roma, Pomp. Totti. 1627. 8°. C. fig. Marianus, Andr., Ruinarum Romae epigrammata. [Bononiae, Jac. Montius et Car. Zenerus. 1641]- 8°. Rycquius, Just., De Capitolio Romano commentarius. Gandavi, C. Marius. 1617. 4°- Bosio Ant., Roma sotterranea, accresc. daGiov. Severani de S. Severino, etc. Public, da Ca. Aldobrandino. Roma, G. Facciotti. 1632. pl°. C. fig. TmfLginfta. — Illustrium imagines, ex antiquis marmoribus, no- mismatibus et gemmis expressae, quae exstant Romae, major pars apud Fulv. U r s i nu m. Ed. II aliquot imagin. et J. Fa- bri commentar. auction Theod. Gallaeus delineabat Romae et archetypis incidebat Antverpiae 1598. Antverp., Offic. Plan tin. 1606. 4°. ... ,• n Sadeler, Marco, Vestigi delle antichita di Roma, Tivoli, Puz- zuolo et altri luoghi. Pragae, stamp, da Aeg. Sadeler. 1606. fol. obl. „ . . . 50 tabulae. — Tabula 49: „Vestigi d'antichita presso a Barlant villagio ce- lebre dell’ isola Suydbevelant" etc. Onera- — Operum antiquorum Romanorum hinc inde per diver- las Europae regiones extructorum reliquias ac ruinas saeculis omnibus suscipiendas, non minus vere quam pulcerrime defor- matas, libellus hic novus continet. [Amstelod.], C. Dankerts excudebat. S. a. fol. obl. 20 Tabulae. H. Cock excudebat [et fecit], 1562 etc-
259 [Asselyn, J. — Vues d’antiquités en Italië, dessin, par J. A., grav. par Perelle. Paris, P. Ferdinand. S. a. fol.] 6 Planches, nura. 1—6. Inghirami, Curt. — Ethruscarum antiquitatum fragmenta, a C. I. reperta Scornelli prope Vulterram. Francof. 1Ó37- f°l- C. tab. Allatius, Leo, Animadversiones in antiquitatum Etruscarum fragmenta ab Inghiramo edita. Paris., S, Cramoisy. 1640. 4°- Velserus, Mc., Rerum Augustanarum Vindelicarum 11. VIII. [Aug. Vind. 1620]. fol. C. fig. Worm, Ol., Danicorum Monumentorum 11. VI. Hafniae, Joach. Moltken. 1643. fol. C. fig. Worm, Ol., De aureo Christiani V Daniae electi principis cornu dissertatio. Hafniae, J. Moltken. 1641. fol. C. tab. Inscriptiones sacrosanctae vetustatis, non illae quidem Roma- nae, sed totius fere orbis, eet. Raym. Fuggero Pt. Apianus et Barth. Amantius ded. Ingolstadii, inaed. Pt. A p. 1534- fol. C. fig. Inscriptiones. — Inscriptionum antiquarum quae passim per Europam liber. [Collegit Ma. Smetius]. Acc. Auctarium a Justo Lipsio. Lugd. Bat., Fra. Raphelengius. 1588. fol. Inscriptiones. — Inscriptionum Romanarum corpus absolutiss., ingenio et cura Jani Gruteri, eet. Acc. Notae Tyronis ac Senecae, nunquam antehac excusae. S. 1., bibliopol. Com- melin. 1616. fol. Goltz, Hub., Thesaurus rei antiquariae huberrimus, ex ant. tam numismatum quam marmorum inscriptionibus conquisitus ac de- scriptus, eet. Antverpiae, Ger. Wolsschaten, sumpt Jac. Biaei. 1618. fol. Marmora Arundelliana, sive saxa Graece incisa eet. Acc. In scriptiones aliquot vet. Latii. Publicavit et commentar. adjecit Joa. Seldenus. Londini, G. Stanesbejus. 1628. 4 0 . Malvasia, Car. Caes., Marmora Felsinea, innumeris non solum inscription, exteris hucusque ined. sed etiam doet. vir. exposition, roborata et aucta. Bononiae, Pesari. 1690. fol. Ciacconius, Pt., In Columnae rostratae C. Duilii inscriptionem commentarius. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1598- 8°.
2Ö0 MUNT- EN PENNINGKUNDE. Moneta. — De monetis et re numaria varii tractatus, eet. [Edi- dit Ren. Budelius]. Coloniae Agr., J. Gymnicus. 1591. 4 0 . Snellius, Willebr., R. f., De re nummaria liber singul. [Lugd. Bat.], Offic. Plantin. Raphelengii. 1613. 8°. Savot, Louis, Discours sur les medalles (sic) antiques etc. Paris, S. Cramoisy. 1627. 4 0 . Kohier, Joh. Dav., Historische Münz-Belustigung, darinnen allerhand merkwürdige und rare Münzen in Kupfer gestochen, beschrieben und erklaret werden etc. Nürnberg, C. Weigels Wittwe. 1729—50. 22 Th. 11 vol. — Register. Ibid. 1764, 65. 2 Bde. 1 vol. 4 0 . Augustinus, Ant., I Discorsi sopra le medaglie et altre anti- caglie, divisi in II dialoghi. Trad, dalla lingua Spagnuola nell’ Italiana. Con ritratti. S. 1. et a. [Venezia? circ. 1590?] 4’. Augustinus, Ant., Antiquitatum Romanarum Hispanarumque innummisveteramdialogiXI,Latineredditiab Andr. Schotto, cujus acc. XII de prisca religione, diisque gentium. Antverp., H. Aertssens. 1617. fol. Vico, Enea, Discorsi sopra le medagli de gli antichi etc. Opera restit. da Gi. B a 11. Du Va 11 io. Parigi, M. Ruette. [1619]. 4 0 . Goltz, Hub. — Graeciae universae numismata H. G. quondam scalptore. [Cum comment. Lud. Nonnii]. Antverp., H. Ver- dussen [typis Is. Elzevirii Lugd. Bat.] 1620. fol. Goltz, Hub. — Sicilia et Magna Graecia sive historiae urbium et populorum Graeciae ex antiquis nomismat. liber I, H. G. auc- tore et scalptore. Cum scholiis And. Schotti. Antverp., Jac.de Bie. 1617. fol. Titulus typis impr. „ex officina Ger. Wolsschatii sumpt. Jac. Biaei. I6l8.” Goltz, Hub., Fasti magistratuum et triumphorum Romanorum ab urbe condita ad Augusti obitum ex ant. tarn numismatum quam marmoram monumentis restituti. Bragis Flandr. [apud auct.] 1566. fol. Goltz, Hub., C. Julius Caesar sive historiae Imperatorum Cae- saramque Romanorum ex ant numismatibus restitutae liber I, cet. Bragis Flandr. [apud auct.] 1563. fol. — Caesar Augustus sive historiae Imperatorum cet. liber II. Ibid. 1574- fol-
2Ó1 Sweertius, Fra., Deorum Dearumque capita, ex ant. numismat. Abr. Ortelii collecta et histor. narrat, illustrata. Antverp., Offic. Plantin. 1612. 4 0 . Vico, Enea, Ex libris XXII Commentariorum in vetera Impe- ratorum Romanorum numismata liber I. Opus a Jo. Bapt. Du Vallio restitutum. Paris. 1619. 4 0 . C. tab. ViCO, Enea — Le Imagini delle Donne Auguste, intagliate in instampa di rame, con le vite et ispositioni di—. Libro I. Vine- gia, Vine. Valgrisi. 1557. 4 0 . Vico, Enea, Augustarum imagines aereis formis expressae: vi tae quoque earundem brev. enarratae, eet. Nunc a Jo a. Bapt. Du Vallio restitutae. Lutet. Paris., M. Ruette. 1619. 4 0 . Histoire des impératrices, avec les observations morales et poli- tiques. Enrichie de leurs portr. en taille-douce. Paris, N. deSercy 1646. 4°. Les planches sont tirées de 1’ouvrage d’Enea Vico. Hulsius, Lev., XII Primorum Caesarum et LXIIII ipsorum uxo- rum et parentum ex ant. numismat. in aere incisae effigies, eet. Spirae, B. Albinus. 1599. 4 0 . Imagines et vitae Imperatorum Romanorum: illae ad vet. nu mismata designatae; hae ex probatiss. auctor, depromtae, eet. Lugd. Bat., Cph. Raphelengius. 1599. 16 0 . OCCO, Ado., Impp. Romanorum Numismata, a Pompeio M. ad Heraclium. Edit. II aucta. Aug. Vindelic., ad ins. pinus. 1601.4 0 . Bye, Jac. de — Nomismata Imperatorum Romanorum aurea, argentea, aerea, eet. opera Jac. Biaei aeri graphice incisa. Ant- verpiae. 1617. fol. Bye, Jac. de — Imperatorum Romanorum numismata aurea, arte — in aes incisa; opera Joa. Hemelarii comméntario ex- plicata. Ed. II auct. Antverp., P. et J. Bellerus. 1627. 4 0 . Strada, Oct. de — Aller Römischer Keyser Leben und Thaten, so wol deren genen Nider- als gegen Auffgang, etc. von C. Ju lio Caesare bisz. auff unsern Keyser Matthiam, mit ihren Bild- nussen und Symbolis, ausz den altesten Muntzen und Antiquite- ten abgezeichnet etc. Durch — in Latein. Spraach beschrieben. Nun- mehr aber durch Oct. de Strada è Rosberg ausz dem La tein ins Teutsch transferirt, vermehret etc. Franckfurt a. M P Jacobi. 1618. fol.
2Ö2 Chanler, Geo., Nieuwe Keysers Chronica ofte Gheschichtboeck van alle de Roomsche soo Oostersche als Westersche Keyseren, tot op den tegenw. Keyser Mathias toe enz. Ghetoghen wt ori ginele munten, antiquiteyten enz. Wt den Hoochd. doen over- setten door Geo. Chanler, des autheurs soons sone. Interprete jac. Westfrisio. Amsterdam, Nic. Biestkens. 1617. fol. Tristan, J., Commentaires historiques, contenants en abregé les vies, eloges et censures des Empereurs etc. de 1’empire Romain jusques h Pertinax. Le tout illustré de medailles en 18 pl. de tailles douces. Paris, P. Billaine. 1Ó35- fob Le Menestrier, Jean Bapt., Medales illustrées des anciens Em pereurs et Imperatrices de Rome. Dijon, P. Palliot. 1642. 4 0 . Luckius, Joa. Jac., Sylloge numismatum elegantiorum quae diversi Impp., Reges, Principes eet. diversas ob causas ab a. 1500 ad a. usque 1600 cudi fecerunt, histor. narrat. ïllustrata. Argentinae, typis Reppianis. 1620. fol. MÜntz Buch darinnen zubesehen die besten vnnd; schönsten, so wol alte als newe Geit Müntze etc. Mit sampt Register vnd Prob etlichen Gelder angehangt. Hamburg, B. Arendts. 1631. 4°- Bve Jac de, La France métallique, contenant les actions cé- lèbres tant publiques que privées des rois et reynes, remarquées en leurs medailles etc. Paris, J. Camusat. 1636. Pl. et Texte. 2 pt. 1 vol. fol. Bye, Jac. de, Les vrais Portraits des Rois de France tirez de ce qui nous reste de leurs monumens, sceaux, medailles, etc. He édit. augmentée de nouveaux portraits et enrichie des vies des Rois par H. de Coste. Paris, J. Camusat. 1636. fol. •Rvfi Jac de. Les Families de la France illustrées par les monu- B ^ ie ns des medailles anciennes et modemes etc. Pans, J. Camu sat. 1636. fol. _. . . Penningh-boeck ofte Wech-wijser der Chromken, van Dienck denVII tot Hertogh Philips van Bourgondien enz. [Door Erasmus van Houwelinghen]. Rotterdam, Philips Ja- CO De Z platen 7 die 'in de orde staan door de signatuur aangewezen, zijn genum- merd V—XIII* I—VII. Ordonnantie prouisionael des Conincx opt stuck ende toleran- tk vanden prijs ende loop vande gouden ende silueren munte, cours ende ganek hebbende over al des C. Maj. landen vanher- wertsouer. [Met Beeldenaar]. Antwerpen, C. Plantin ende G. van Parijs [typis Aeg. Radaei]. 1576. 8°.
363 Munte. — Dongheualueerde gouden ende silueren Munte van di- ueersche Coninckrijcken, Hertoochdommen, Graeffschappen enz. Ende oock eenighe Penninghen ghemaeckt inde Munte vande Landen van herwaerts ouer, die welcke niet ghenaempt zijn inde leste permissie. Antwerpen, C. Plantijn ende G. van Parijs [ty- pis Aeg. Radaei]. 1575- 8°.
2Ó4 Petra Sancta, Silv., Tesserae gentilitiae ex legibus fecialium descriptae. Romae, haer. F. Corbelletti. 1638. fol. Varennes, Mc. Gilb. de, Le Roy d’armes ou 1’art de bien former, charger, briser, timbrer, parer, expliquer et blasonner les armoiries, etc.' lie edit. augm. Paris, Veufue N. Buon. 1640. fol. Vulson, Marc de, Sr. de la Colombicre — Recueil de de plusieurs pieces et figures d’armoiries obmises par les autheurs qni ont escrit jusques icy de cette science. Blasonnées par —. Avec un discours du blason etc. Paris, M. Tavernier. 1639. fol. Avec 75 planches. Vulson, Marc de, Sr. de la Colombicre, La Science hé- roique, tractant de la noblesse, de 1’origine des armes, de leurs blasons etc. Avec la Généalogie succ. de la maison de Rosma- dec en Bretagne. Embelly de figures en taille douce. Paris, S. et G. Cramoisy. 1644. fol. Segoing, C., Armorial universel, contenant les armes desprincip. maisons, estatz et dignitez des plus consider, royaumes de 1’Eu- rope, etc. Paris, N. Berey. 1654. fol. Miraeus, Aub. — Origine des chevaliers et ordres militaires. Rec. par Aub. Le Mire.-Anvers, Dav. Martens. 1609. 8°. Pantaloon, Hen., Militaris ordinis Johannitarum, Rhodiorum aut Melitensium equitum rerum memorabilium, usque 1581 annum, historia nova 11. XII compreh. Basil., Guarinus. 1581. fol. C. fig. Histoire des Chevaliers de 1’Ordre de S. Jean de Hierusalem etc. Cy-devant escrite par le feu S. D. B. S. D. L. [c’est è dire tra- duite de 1'Italien de G i a c. B o s i o par P. de Boissat seign. de L i c i e u]. Augmentée de sommaires etc. ensemble d’une tra duction des Establissements et Ordonnances de la religion, par J. B a u d o i n. Oeuvre enrichie de figures en taille douce et illustrée d’une ample Chronologie, des Eloges des Grands-Mais- tres, d’un abregé des Privileges de 1’Ordre etc. par F. A. d e N a be rat. Paris, M. Soly etc. 1629. fol. Goussancourt, Mt. de, Le Martyrologe des Chevaliers de S. Jean de Hierusalem dits de Malte, contenants leurs éloges, armes, blasons, preuves de chevalerie et descente généalogique etc. Gravé par Mich, van Lochom. Paris, F. Noel et Veuve G. Le Noir. 1643. 2 tom. 1 vol. fol.
265 34 chifflet, Joa. Jac., Insignia gentilitia equitum ordinis Velleris aurei, fecialium verbis enuntiata, Latine et Gallice. Le Blason des armoiries etc. Antverpiae, B. Moretus. 1632. 4°- La Masserie, Jacq. Morin ou Marin sieur de, LesArmeset Blasons des Chevaliers de 1’Ordre du Sainct Esprit creez par Louys XIII. Paris, P. Firens [vers 1620?]. fol. Reineccius, Rein., Tomus I. Xuvrxy/tx de familiis quae monar chijs III prioribus rerum potitae sunt: tertiae Alexandri iis sub- jectis regnis, eet. Tomus II continens historiam quadrigem. de familiis II Aegypti regnorum, Battiadarum, Cyrenaeorum et dy nast. Israelitic. Basil., Offic. Henricpetr. [1574]- fol. — Tomus III. Historia familiarum quae in Trojano et Latinis reg nis imperarunt, eet. Ibidem [1580]. fol. Streinnius, Rich., baro Schwarzenavius, Gentium et familia-; rum Romanarum stemmata. S. 1., Hen. Stephanus. 1559- fol. Panvinius, Onuphr., Romanorum Principum et eorum quorum maxima in Italia imperia fuerunt 11. IV. Ejusdem de comitiis imperatoriis liber, eet. Basil., H. Petrus. 1558. fol. Sansovino, Fra., Della origine et de’ fatti delle famiglie illustri d’Italia libro I, etc. Vinegia, Altobello Salicato. 1609. 4°. Ammirato, Scip., Delle famiglie nobili Fiorentine parte I etc. Firenze, G. Donato e B. Giunti. 1615. fol. C. tav. Ammirato, Scip., Delle famiglie nobili Napoletane parte I etc. Fiorenza, G. MareScotti. 1580. fol. C. tav. Pag. 195—98 desunt. Campanile, Filib., Dell’ armi overo insegne dei nobili. Ove sono i discorsi d’alcune famiglie cosi spente come vive del regno di Napoli. II impress. Napoli, Tarq. Longo. 1618. fol. Miraeus, Aub., Gentis Spinulae illustrium elogia. Ed. II auct. Colon. Agr., J. Kinckius. 1611. 4°. Scaliger, Jos.. Jnl. Caes. f., Epistola de vetustate et splen- dore gentis Scaligerae et Jul. Caes. Scaligeri vita. J. C. Seal. Oratio in luctu filioli Audecti. Item testimonia de gente S. et J. C. S. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1594- 4°* C. eff. Cum dedicatione autogr. auctoris „Mauricio comiti Nassawio.” — Ex biblio theca principum Auriacorum. Du Tillet, Jean, sieur de laBussière, Recueil des roys de France, leurs couronne et maison, ensemble le rang des grands de France. Plus une Chronique abbregée par Jean du Tillet, evesque de Meaux. Paris, J. du Puys. 1586. fol. Av. fig.
266 Saincte-Marthe, Soev. et Louis de, Histoire genealogique de la maison de France etc. Paris, A. Pacard. 1619. Tome II. 4 0 . Paradin, Cl., Alliances généalogiques des rois et princes de Gaule. III e édit augmentée. [Lyon], Jean de Tournes. 1636. fol. Av. fig. Boisseau, Jean, Genealogie, contenant 1’origine, progrets (sic) et avancement de la royalle familie de France etc. Paris. 1646. pl°. Titre impr. et 14 ff. grav. sur cuivre. Moreau, Phil., Le Tableau des armoiries de France etc. Paris, R. Boutonné. 1630. fol. Becueil (Le) des armes de plusieurs nobles maisons et families etc. en ce royaume de France. Paris, Claude Magneney [gra veur et tailleur d’armoiries. Privilege de 1633]. fol. En tout 109 feuilles, y compris les ff. préliminaires. Le Laboureur, I., Les Tombeaux des personnes illustres, avec leurs éloges, généalogies, armes et devises. Paris, J. le Bouc. 1642. fol. Av. fig. Genealogie de la royale maison de Bourbon. Paris, Jean le Clerc. 1610. pl°. Genealogie (La) des roys, dues, princes etc. de la maison de Bour bon, auec leurs alliances. [Par Th. de Fougasses]. Paris, J. le Clerc. 1613. pl°. La Roeque, Gilles André de, Les Blasons des armes de la royale maison de Bourbon et de ses alliances recerchees. Le tout gravé en taille douce. Paris, P. Firens. S. a. [Privilège de 1620]. fol. Avec la planche du sacre de Louis XIII. d’après F. QuesnelparP. Firens. Texera, JOS., Explicatio genealogiae Henrici II Condaei, Fran- ciae principis, eet. Paris., Offic. Plantin. 1596- 8°. Rosières, Fra. de, Stemmatum Lotharingiae ac Barri ducum tomi VII, eet. Paris., G. Chaudière. 1580. fol. Du Chesne, Andr., Histoire de la maison de Chastillon sur Marne. Avec les Genealogies et armes des illustres families de France et des Pays-bas, lesq. y ont esté alliées. Paris, S. Cra- moisy. 1622. fol. Du Chesne, André, Histoire généalogique de la maison royale de Dreux et de quelques autres families ill. [de Bar-le-Duc, de Luxembourg et de Limbourg, du Plessis de Richelieu, deBroyes et de Chasteauvillain] qui en sont descenduës par femmes. Le tout justifié par chartes etc. Paris, S. Cramoisy. 1631. fol. Av. fig.
267 Du Chesne, André, Histoire généalogique des maisons de Gui- nes, d’Ardres, de Gand et de Coucy etc. Paris, S. Cramoisy. 1631. (2 pt. 1 vol.) fol. Av. fig. Mémoire pour faire veoir la suite de la maison de Courtenay, branche de la roy. maison de France etc. [vers 1620]. pl°. Marques (Les) d’honneur de la maison de Tassis. [Par Jul. Chifflet]. Anvers, B. Moretus. 1645. fol. Av. pl. L’Hermite-Souliers, J. Bapt. de, Les Eloges de tous les premiers presidens du Parlement de Paris etc. Ensemble leurs généalogies, épitaphes, et blazons en taille douce. Paris, Car din Besongne. 1645. fol. Gebvilerus, Hier., Epitome ortus S. Caesar. Majestatis Ferdi- nandi Ungariae ac Bohemiae regis, omniumque archiducum Austriae ac Habsburgensium comitum. [Haganoae, Joh. Secerius. 1530]. 4 0 . C. fig. et tab. Gans, Joa., Arboretum genealogicum, eet. exhibens omnes fere imperii principes et Europae hodie reges linea recta descendentes a Rudolpho I Imperatore. Colon. Agr., J. Kinchius. 1638. fol. Sibmacher, Joh., New Wapenbuch: darinnen des H. Röm. Reichs Teutscher Nation hohe Potentaten, Fürsten, Herren und Adelspersonen, auch anderer Standt und Statte Wapen uffKupf- ferstück zum Truck verfertigt. Norimbergae. 1605, 1609. 2 Th. l Bd. 4 0 . obl. Am Ende des Registers: „Gedruckt zu Nürnberg durch Abr. Wagenmann, in verlegung Joh. Siebmachers Seel. Erben, im 1630 Jahr.” Wessel, Wi., Hessisches Wapenbuch: darinnen auch die Für sten zu Hessen beschrieben und abgebildet seind etc. Cassel. 1Ó21. 8°. Responsa jurisconsultorum qui habentur in universa Europa longe clariores, de origine, gente ac nomine Pauli Scaligeri commilitio- nis et principis regni Hungariae, domini Creutzburgi in Prussia, adv. Alb. Truchium Wetzhausum et alios obtrectatores. Col- lecta partim a judice hujus controversiae Duce Prussiae, partim a Joa. Malmediano, partim a Cph. Rechstein. Colon., N. Graphaeus. 1567. 2 pt. 1 vol. 8°. 368, (8), 8, 56, 38, 79, 136 pag. Stemma Leostenianum sive genealogia Comitum in Löwenstein etc. Cum iconibus. Francof., J. Ammonius. 1624. 4 0 .
268 York©, Jam., The Union of honour. Containing the armes, mat ches and issues of the Kings, Dukes, Marquesses and Earles of England, from the conquest untill 1640. With the armes of the English Viscounts and Barons now being, and of the Gentry of Lincolnshire, etc. London pr. by E. Griffin, for W. Lake. 1640. fol. Noublanche, M. G. de, Genealogie de la maison royale de Stuart. Paris, M. Mondiere. S. a. pl°. Genealogie (La) des ill. Comtes de Nassau, nouvell. imprimée: avec la description de toutes les victoires, octroiées aux. Estats des Prov. Unies du Pais-bas, sous la conduite de Maurice de Nassau. [Par Jan Orlers]. He edition. Leyden, J. Orlers. 1Ó15- fol. Av. pi. Orlers, jan, Geslacht-boom der Graven van Nassau enz. Ver- ciert met 16 afbeeld, der voorn. Nass. helden. Leyden. 1616. 4°- Land- en Volkenkunde. IN ’T ALGEMEEN; REIZEN IN MEERDERE WERELDDEELEN. Maginus, Jo. Ant., Geographiae universae turn veteris turn no vae absolutiss. opus, cet. Insunt tabulae [ab Hier on. Porro in- cisae]. Colon. Agripp., P. Keschedt. 1597. 2 tom. l vol. 4 0 . Cluverius, Phil., Introductions in universam geographiam 11. VI. Edit, emend. Paris., J. Libert. 1635. 32". Respublicae Elzevirianae, cet. in 32 0 . Th. Aquinas, de rebus publ. et principum institut. L. B., Maire. 1643. J. A. Werdenhagen, Introd. in omnes resp. Amst., Jansson. 1632. Ant. Thysius, Memorabilia vet. rerumpubl. L. B. Maire. 1646. J. Leo, Africae descriptio. L. B.. Elzev. 1632. Arabia. Amst., Jansson. 1633. G. Postellus, de rep. Atheniens. L. B., Maire. 1645.
20$ Ant. Thysius, Comp. hist. Batav. L. B., Maire. 1645. Belgii confoederati resp. [auctore J. de Laet] L. B., Elzev. 1630. (352 pag.) P. Stransky, Resp. Bojema. L. B., Elzev. 1643. Pt. Gyllius, de Bosporo Thrac. L. B., Elzev. 1632. Regni Chinensis descriptio. L. B., Elzev. 1639. Pt. Gyllius, de Constantinop. topogr. L. B., Elzev. 1632. De regno Daniae et Norwegiae. Ibid. 1629. (447 pag.) Gallia [auctore J. de Laet]. Ibid. 1629. (443 pag.) Resp. et status imperii Romano-Germanici. Ibid. 1634, 40. 2 vol. (408 et 382 pag.) Jac. Lampadius, de rep Rom. Germ. L. B., Maire. 1642. Status particularis imperii Ferdinandi II. S. 1. [L. B., Elzev.] 1637. (36S P a g-) U. Emmius, Graecorum resp. L. B., Elzev. 1632. 2 vol. (426 et 323 pag.) J. A. Werdenhagen, de reb. publ. Hanseat. L. B., Maire. 1631. 2 tom. 4 vol. (985 et 1307 pag.) B. C. Bertram, de rep. Ebraeorum. L. B., Maire. 1641. Pt. Cunaeus, Resp. Hebraeorum. L. B. Elzev. 1632. (372 pag.) Helvetiorum resp. L. B., Elzevier. 1627. (535 pag.) Resp. Hollandiae et urbes. L. B, Maire. 1630. (526 pag.) Resp. et status regni Hungarici. S. 1., Elzevier. 1634. - B. Varenius, Descr. regni Japonici. Amst., Elzevier. 1649 (287 et 320 pag.) De imperio magni Mogolis s. India [auctore J. de Laet]. L. B., Elzevier. 1631. (285 pag.) De principatibus Italiae. Ibid. 1631. C. tab. Resp. Namurcensis, Hannoniae et Lutzenburgensis. Amst., Jansson. 1634. Persia. [Auctore J. de Laet]. L. B., Elzev. 1633. Resp. Poloniae. Ibid. 1627. (450 pag.) Portugallia. Ibid. 1641. F. Sprecher, Rhaetia. Ibid. 1633. Pt. Scriverius, Resp. Romana. Ibid. 1629. (575 pag.) Russia seu Moscovia et Tartaria. Ibid. 1630. (327 pag.) Resp. Moscoviae et urbes [auctore M. Z. Boxhorn]. L. B., Maire. 1630. (565 pag.) Sabaudiae resp. L. B., Elzev. 1634. Resp. Scotiae et Hiberniae. Ibid. 1627 (1630. 282 pag.) Suecia. Ibid. 1633. Turcici imperii status. Ibid. 1634. Jos. Simler, Vallesiae et Alpium descr. Ibid. 1633. Casp. Contarenus, de rep. Venetorum. Ibid. 1628. (431 pag.) Don. Jannotius, Rep. Venetorum. Ibid. 1631. (467 pag.) Orbis (Novus) regionum ac insularum veteribus incognitarum, una cum tabula cosmograph., cet. [Edidit Sim. Grynaeus]. Basil., J. Hervagius. 1532. fol. Tabula cosmogr. deëst.
270 TnHm — Indiae Orientalis partes XI [sive Peregrinationes et his- toriae variorum auctorum cum figuris Theod. et Joa. ïheod. de Bry]. Francof., W. Richter, M. Becker. 1598—1613; Oppen- heim, H. Gallerus. 1619. In 2 vol. fol. I Regnum Congo hoc est vera descriptio regni Africani eet. per Phil. Pigafettam, olim ex Ed. Lopez acroamatis lingua Ital. excepta, nunc Latio serm. donata ab Aug. Cassiod. Reinio. 1598. ; . . II pars, in qua Joh. Hugonis Lintscotani Navigatio in Onen- tem eet. proponuntur. Latina reddita enunciavit Teucr. Ann. Lonicerus. 1599. III pars, qua continentur II pars Navigationum a Joa. Hugone Lintschotano in Orientem susceptarum; Navigatio Hollandorum in insulas Orientates Javan et Sumatran [A 0 . 1595]; Tres Naviga tions Hollandorum per Septentrionalem [A°. 1594—96]. De Ger man. in Lat. translata a Bilib. Strobaeo. 1601. IV pars, qua primum varii generis Animalia, Fructus, cet. sicut in India effodiantur describuntnr, per Joa. Hugonem Lintscho- tanum et nonn. alios. Secundo Noviss. Hollandorum 111 Indiam Orientalem navigatio A 0 . 1598 suscepta exponitur. De German. Latinit. donata studio et opera Bilib. Strobaei. 1601. V pars, quA continetur Descriptio navigationis quam Hollandi in terras Orientates susceperunt A°. 159^ > ex German, idiom. Latio donatum a Bilib. Strobaeo. 1601. _ ... VI pars descriptionem regni Guineae ad Africam pertinentis conti- nens [auctore Pt. de Marees]; Latinit. ex German, donata stud, et opera Gt. Arthus. 1604. . . VII pars, navigationes a Geo. Spilbergio a . 1601 in Indiam Orient, susceptam et a Casp. Balby a°. 1579 ad regnum Pegu usque continuatam continens. Auctore Got. Arthus. 1606. VIII pars, navigationes a Jac. Neckio a. 1600—1603, Jo. Herm. (jg Bree a. 1602—4, Corn. Nicol&i [Claesz], Corn, de Vena [van Veen], Steph. de Hagen in Ind. Or. susceptas continens. Auctore Got. Arthus. 1607. IX pars, descript, navigat. sub imp. Pt. Guil. Verhuffii [V er- hoeff] a. 1607—9 peractae continens, cet. Auctore Got Ar- — Supplementum h. e. continuatio itineris P. G. Verhuffii. Acc. Colloquia Latino-Malaica, cet. 1613. (Desunt in hoc exempl. pag. 1—30. Adsunt Colloquia et leones). . . . , . .. X pars qua continetur histor. relatio s. descriptio mm ad Aquilo- nem transitus ab Hen. Hud so no nuper mv., item Discursus ad Hisp. regem super detecta nuper V orbis parte a Pt. Fern, de Quir[os] conscriptus. Addita Descriptione regionum Sibenae, Samoiediae etc. [ab Is. Massa]. 1613. . , _ . XI pars qua continetur II Navigationum quas m Ind. Orient, a. 1501 Amer. Vesputius instituit historia; Angli cujusdam rela tio qui in Cambajam vectus incogn. regiones peragravit [a. 1607 auctore R. Co verte]; Descriptio regni Spitzbergae cet. [auctore Hessel Gerritsz]. 1619.
271 America. — Americae partes XIII [sive Peregrinationes et histo- riae variorum auctorum, cum figuris Theod. et Jo a. Theod. de Bry et Mt. Merian] Francof, ad M., Sig. Feyrabend etc. 1590—1602; Oppenheim, H. Gallerus. 1619, 20; Francof., haer. J. T. de Bry 1624; Mt. Merian 1634, In 3 voi. fol. I. Admiranda Narratio de commodis et incolarum ritibus Virginiae, nuper ab Anglis, qui a Rich. Greinville ed in coloniam A°. 1585 deducti sunt, inventae, sumtus faciente Wa. Raleigh, Angl. scripta serm. a Tho. Hariot. Nunc (autem) Latio donata a C. C. A. [Car. Clusio?]. [1590], II Brevis Narratio eorum quae in Florida Gallis acciderunt, secunda in illam navigatione duce Ren. de Laudonniere, A 0 . 1564. Auc- tore Jac. le Moine cui cognomen de Morgues. Latio donata a C. C. A. [Acc. alia]. 1591. III pars, memorab. provinciae Brasiliae historiam continens, Ger man. serm. scriptam a Jo a. Stadio, nunc. Latinit. don. a T e u- crio Annaeo [Adamo Lonicero]. Add. est Narratio profec- tionis Jo a. Lerii in eamdem provinciam. 1592. — Brevis Summa etc (leones). 1617. IV pars sive Historia de reperta primum Occidentali India a Cph. Columbo anno r492, scripta ab Hier. Bezono. 1594. V pars. Hier. Bezoni secundae sectionis historia, cet. 1595. VI pars sive Historiae ab Hier. Benzon scriptae sectio III, cet. 1596. VII. Verissima et jucundissima descriptio praecipuarum quarundam Indiae regionum et insularum, quae ab Ulr. Fabro inventae et consignatae fuerunt, ex German, in Lat. serm. conversa, autore Got. Artus. 1599. VIII pars continens Descriptionem itinerum Fra. Draken cum Joh. Hauckens, Tho. Candish, Gualt. Ralegh. In Lat. serm. conversa auctore Got. Artus. 1599. IX pars, qua de Novi Orbis natura, cet. pertractatur [auctore Jos. Acosta]. His acc. Designatio navigationis Seb. de Weert [auctore Bar. Jansz.] Add. est Navigatio Olev. k Noort. Om nia e Germanico Latinit. donata. 1602. X pars qua continentur II Navigationes Amer. Vesputii; Narra tio de Virginiae statu, authore Raphe Ham or; Descr. Novae Angliae a cap. Joh. Schmidt [Smith]. 1619. XI pars seu descriptio itinerisa Guil Schouten peracti, cet. 1619. — Appendix seu navigat a Geo. k Spilbergen, aba. 1614—1618 peractae descriptio. 1620. XII pars seu descriptio Indiae Occident., auctore Ant. de Her rera, quibus cohaerent Paralipomena Americae. 1624. XIII pars quae contiiiet descriptionem I Novae Angliae, Virginiae, cet.; II Terrae Australiae incogn. [Pt. Fern, de Quiros]; III Expugnat. urbis S. Salvatoris etc. ab Hollandis; IV Novi Mexici, Cibolae, cet.; V Navigationis Holland, duce Jac. Eremita [L’Hermite]; VI Classis Hispan. ab Holland, duce Pt. Hei- nio interceptae; VII Urbis Olindae de Fernambuco ab Hollan dis, duce H. C. Lonckio occupatae. 1634.
272 Zee- en Landreizen (De aanmerkenswaardigste en alombe- roemde) der Portugeezen, Spanjaarden, Engelsen en allerhande natiën, voornaamenlyk ondernomen tot ondekking van de Oost en Westindiën, midsg. andere verafgelegene gewesten des aard rijks enz. Voormaals alleen ten deele verzaameld en in het Hoog duits uitgeg. door Joh. Lod. Gottfried, maar onlangs uit de Portugeesche, Spaansche, Engelsche en andere taaien overgezet, en doorgaans met zee- en landkaarten nevens prentverbeeld. ver sierd enz. ’s Gravenhage, Wed. Boucquet en Zn.; Leyden, J. van der Deyster en de Janssoons van der Aa. 1727 [Leiden, Pt. van ner Aa]. 8 dln. 4 bdn. tol. Annales (Nouvelles) des voyages, de la géographie etc. Avecdes cartes et planches. Publ. par J. B. Eyriès et Maltebrun. Pa ris, Gide fils. 1819—26. 3° torn. 8°. lie Série publ. par Eyriès, de Larénaudière et Malte brun [plus tard Klaproth]. Ibid. 1826—33- 4° tom. 8°. Ille Série publ. par Eyriès, [A. de Humboldt, Wal- ckenaer etc.] Ibid. 1834—39- 24 tom. 8°. IVe Série. Par une réunion de savants etc. Paris, A. Ber trand. 1840—44. 20 tom. 8°. y e Série, redig. par Vivien de Saint-Martin. Ibid. 1845, 46. Tome 1—8. 8°. Verhael (Cort) eender heerlijcker Reysen, ghedaen byden mach- tighen Factoor des Coninck van Portugael Emanuelis dieXIVste [jan Aertsz] enz. Int licht ghebracht door Laur. van Haecht. Hantwerpen. Gheleyn Jansens. 1595- 4°* Baumgarten, Ma. a, Peregrinatio in Aegyptum, Arabiam, Pa- laestinam et Syriam [1507—8]- In lucem edita studio et opera Cph. Donaveri. Praef. est equitis vita eodem auctore. Nori- bergae, Pau. Kauffmann. 1594- 4°- t] r Pinto, Pern. Mendez — De wonderlijke Reizen van — die hy inde tijt van 21 jaren [1537—57] in Europa, Asia en Afrika ge daan heeft. Nieuwelijks door J. H. Glazemaker vertaalt, en met kop. platen verciert. Amsterdam, J. Rieuwertsz en J. Hendriksz. 1652. 4°- Epistolae. — De rebus Japonicis, Indicis et Peruanis epistolae recentiores, a Jo a. Hay o in lib. unum coacervatae. Antverp., Mart. Nutius. 1605. 8°. Busbequius, A. Gislenius, Omnia quae extant. Lugd. Bat, Offic. Elzeviriana. 1633. 32°.
273 35 Descriptio ac delineatio geographica detectionis freti, sive trans- itus ad occasum supra terras Americanas, in Chinam atque Ja- ponem ducturi. Recens investigati ab Henr. Hu d so no. Item Exegesis regi Hispaniae facta super tractu recens detecto in quinta Orbis parte cui nomen Australis incognita. Cum descriptione terramm Samoiedamm et Tingoesiorum, cet. [auctore Is. Massa]. Amsterod., Hess. Gerardi. 1613. 4 0 . C. tab. et fig. LithgOUW, Wi., 19 jaarige Lant-reyse uyt Schotlant naer Eu ropa, Asia ende Africa. Voltrocken in drie Voyagien enz. [1609 —27]. Uyt ’t Engels overgeset ende met kop. pi. versien. Am sterdam, J. Benjamijn. 1652. 4 0 . Relation (A) of a journey begun A. D. 1610. IV bookes. Con taining a description of the Turkish empire, of Aegypt, of the Holy Land etc. [By Geo. Sandys], London, W. Barrett. 1615. fol. W. pi. and. map. Valle, Pt. della — De voortreffelijke Reizen van — in veel voorname gewesten des werrelts, sedert het jaar 1615 gedaan enz. Door J. H. Glazemaker vertaalt. M. kop. pl. Amsterdam, J. Hz. Boom enz. 1664—65. 6 dln. 2 bdn. 4 0 . Schouten, Willem Comelisz — Joumael ofte beschrijvinghe van de wonderlijcke reyse, gedaen door — in de j. 1615 17. Hoe hij bezuyden de Straet van Magellanes een nieuwe passagie ontdeckt ende voort den geheelen aerdt-kloot omgezeylt heeft, enz. Desen laetsten druck uyt eenige geschreven Journalen ver meerdert. Hoorn, voor M. Jz. Appel. 1648. 4 0 . M. pl. Journael vande Nassausche vloot, ofte beschryvingh van de voya- gie om den gantschen Aerdt-kloot, ghedaen met elf schepen on der ’t beleyd van Jaques 1’Heremite ende Geen Huygen Schapenham inde jaeren 1623—1626. M. figuren. Amstelredam, Hessel Gerritsz. ende J. Pz. Wachter. 1626. 4 0 . Joosten, Jaques, Tolck tot Amsterdam, De kleyne wonder lijcke Wereldt, bestaende in deze keyserrijken, koningrijken en landen: als Turckyen, Hungaryen, Polen, Ruslant hetLant van Beloften, het Nieuwe Jerusalem en Braesilien enz. Amsterdam, Frans Pels. 1651. 4 0 . Met kaarten in houtsnede. Joosten, Jaques, Tolck tot Amsterdam, De kleyne wonder lijcke Werelt, waer in verthoont worden veele rarigheden van de wereldt, bestaende in dese keyserrijcken, koninckrijcken en lan den: als Turckyen, Hungaryen, Polen, Ruslandt, het Landt van Beloften, het Nieuwe Jerusalem, en Brasilien. Als mede
274 een Beschrijvinge van de Noordsche Landen enz. Desen laetsten druck met figueren verciert. Utrecht, J. van Poolsum. 1684. 4 0 . La BouUaye-Le-Gouz — Les Voyages et Observations du Sr. de — [en] Europe, Asie et Affrique etc. Enrichy de figures. Nouvell. reveu et corrigé par 1’autheur et augmenté etc. Troyes, Nic. Oudot; et se vendent h Paris chez G. Clousier. 1657. 4 0 . Nieuhof, Joan, Gedenkwaerdige Zee en Lantreize door de voor- naemste landschappen van West en Oostindien. Amsterdam, Wed. van Jac. van Meurs. 1682. fol. Met afzond, titels: 1. Gedenkweerdige Brasihaense Zee- en Lant-reize enz. Met afbeeldingen; — 2. Zee- en Lant-reize door verscheide gewesten van Oostindien enz. Verciert met koop. platen. OUDE AARDRIJKSKUNDE. Theatrum. — Theatri geographiae veteris tomus I in quo Cl. Ptolemaei Geographiae H. VII Graece et Latine, opera P. B e r t i i. [Cum tabulis geograph. G e r. Me r c a t o r i sj. Amste- lod., Jud. Hondius. 1618. fol. maj. — Theatri geographiae veteris tomus II in quo Itinerarium Anto- nini, Provinciarum Romanarum libellus, Civitates provinc. Galli- carum, Itinerarium a Burdigala Hierosolymam usque. Tabula Peutingeriana cum notis Mc. Velseri, Parergi Orteliani tabu lae aliquot, edente P. Bertio. Ibid. 1619. fol. maj. Bochart, Sam., Geographiae Sacrae pars I. Phaleg seu de dis- persione gentium et terrarum, divisione facta in aedificatione tur ns Babel. C. tab. chorogr. Cadomi, P. Cardonel. 1646. fol. — Geographiae Sacrae pars II. Chanaan seu de coloniis et ser- mone Phoenicum. C. tab. chorogr. Ibid. 1646. fol. AdrichomiuS, chr., Theatrum Terrae Santae et biblicarum historiarum, cum tab. geogr. [Colon. Agr., Herm. Mylius. 1628]. fol. ReiSDer, A^ arn — Jerusalem, vetustissima civitas, ex sacris literis et approbatis historicis ad unguem descripta, eet. Quae A. R. German, lingua delineata edidit, nunc Latine perscripta sunt eet. per Joh. Heydenum. Francof., [Geo. Corvinus, Sig. Feirabent et haer. Wig. Galli]. 1563. fol. C. fig.
275 Adrichom, Chr. — Clare Beschrijuinge vande stadt Jerusalem met de voorgebochten (sic), gelijck die was in haer fleur ten tijden onses Salichmakers enz. Hierby wesende een schoone caerte. Beschreuen int Latijn door —. Ende nu ouergeset door Mar ten Eue-raertsz B. Leyden, by Hend. Lodowijcks zoon, voor Harm. Allertsz tot Amsterdam. 1598. 4°- De „Caerte” ontbreekt. Gerbelius, Nic., Pro declaratione picturae suae descriptionis Graeciae Sophiani 11. VII. Basil., J. Oporinus. [1550]- fol. Chifflet, Joa. Jac., Portus Iccius Julii Caesaris (demonstratus. Ed. II aucta. Antverp., Gffic. Plantin. 1627. 4 0 . Cluverius, Ph.il., CommentariuS de tribus Rheni alveis et ostiis, item de quinque populis quondam accolis, eet. C. tab. geogr. Lugd. Bat., ap. J. Balduinum, impensis. Lud. Elzevirii. lóll. 4 0 . Pontanus, Joh. Is., Disceptationes chorographicae de Rheni di- vortiis atque ostiis eorumque accolis populis, eet. Amstelrod., H. Laurentius. 16141 8°. Inest: Corn. Haemrodii Bataviae descriptio. Herold, Joa., De Germaniae veteris locis antiquissimis, eet. S. 1. et a. [Basil.? circ. 1550?] 8°. NIEUWERE AARDRIJKSKUNDE, IN ’T ALGEMEEN. Munster, Sob., Cosmographiae universalis 11. VI eet. [Basileae, Henr. Petri. 1552]. fol. C. tab. et fig. Houterus, Joa., Rudimentorum cosmographicorum 11. III. Cum tabellis geographicis, eet. Antverpiae, J. Richardus. [1560]. 8°. Thevet, André, Cosmographie universelle. Illustrée de div. figures etc. Paris, P. 1’Huillier. 1575- 2 tom. fol. Theatrum principum orbis universi. In quo omnes principes, opibus et'viribus conspicui, representantur, eet. [Ex Joh. B o- teri Relation, universal.] Colon. Agr.. L. Andreae. 1596. fol. C. tab. geogr. Add. est: Partitio magnitudinis universi orbis eet. Ibid. 1596. Bertius, P., Tabularum geographicarum contractarum 11. VII. [Texte Francais]. Amsterod., Jud. Hondius. 1618. 8°. obl. Ritter, steph., Cosmographia prosometrica: hoe est universi terrarum orbis regionum, eet. turn oratione soluta, turn ex va- riis poetarum monumentis oratione ligata descriptio. Marpurgi, P. Egenolphus. 1619. 4°-
276 Merula, Pau., Cosmographiae generalis 11. III. Item Geographiae particularis 11. IV, eet. Cum tabulis geogr. Amsterod., H. Hon- dius. 1Ó21. fol. Estats (Les), empires et principautez du monde, representez par la description des pays, moeurs des habitans etc. Par le Sr. D. T. U. Y. [Pierre Davity]. Rouen, J. Caillové. 1638. 4 0 . Davity, Pierre, Le Monde OU la description generale de ses quatre parties etc. Nouv. édition, augm. par Jean Bapt. de Rocoles. Paris, D. Bechet et L. Billainè. 1660.7 tom.6 vol. fol. Meisner, Dan., Sciographia cosmica, dasz ist: newes emblema- tisches Büchlein darinnen in acht Centurijs die vornembsten Statt, Vestung, Schlösser etc. der gantzen Welt gleichsamb adum- brirt und in Kupffer gestochen mit. Latein. und Teutschen Ver- siculn ad vivum abgebiltet werden etc. Nürnberg, P. Fürst. 1642 [1638—42]. 4 0 . Theatre (Le) de TUnivers ou 1’abbregé du monde, contenant les descriptions particulieres de tous les estats etc. [Par Chateau- nières de Grenaille]. Avec les figures des souverains. Paris, Ant. Robinot. 1646. 2 tom. 3 vol. 8°. Blaeu, J. — Atlas major sive Cosmographia Blaviana. Amste- laed., J. Blaeu. 1665 [1662]. 11 vol. fol. maj. Alleen het eerste deel heeft het jaar 1665; alle volgenden 1662. Bordone, Bened., Isolario nel qual si ragiona di tutte 1’isole del mondo, etc. [Vinegia, ad instantia et spese di Fed. Tore- sano]. 1547. fol. C. fig. Porcacchi, Thom., L’Isole piu famose del mondo descritte. Con nova aggionta. Padova, P. et F. Galignani. 1620. fol. C. fig. VERSCHILLENDE GEWESTEN EN STEDEN. Situs. — De situ ac moribus regnorum omnium quae hac prae- sentis Europae charta continentur, quaeque sunt Europae con- tigua, epitome. [Norimbergae, Cph. Ze lie. S. a. (circ. 1530)]. 4°. Deliciae. — Deliciarum Germaniae tam Superioris quam Inferio- ris index. [Edente Gasp. Ens], Coloniae, W. Lutzenkirchen. 1609; — Appendix. Ibid. 1612. 8°. — Deliciae apodemicae et index viatorius Hispaniae, eet. Ibid. 1609. 8°. — Deliciae Italiae et index viatorius. eet. Ibid. 1609. 8°.
277 Deliciae. Deliciae Gallicae sive itinerarium per universam Galliam. Ibid. 1609. 8°. — Magnae Britanniae Deliciae, cet. Ibidem 1613. 8°. — Deliciae transmarinae, id est insignium aliquot Maris Mediterra- nei insularum, portuum ac maritim. oppid. descriptio. Ibid. 1610.8°. Fridericus Achillas Dux Wiirtemberg., Consultatio de prin cipal inter provincias Europae. [Edidit Tho. Lansius]. Tii- bingae, typis Cellianis. 1613. 4 0 . Haestens, Hour, van, De Magnificentie ofte Lust-Hoff van gantsch Christenrijck, bestaende in verscheyden tempels, paley- sen, triumph-colommen enz., soo in Italien, Vranckrijck, Span- gien, Duytslandt, [Hollandt] enz Schriftelick in ordre gestelt ende figuyrlick vertoont. Z. pi. [Amsterdam], voor J. Iz. Bosch. 1619.4 0 . Topographia. — Beschreibung und Abbildung der fiirnembsten Statt und Platz [in den Staaten Deutschlands, der Niederlanden, der Schweiz und Frankreich. Beschrieben von Mt. Zeiller. Die Kupfer gestochen von Mt. Merian]. Franckfurt a M., M. Me- rian. 1642—1661. 20 vol. fol. I. Provinciae Austriacae: Austria, Styria, Carinthia, Camiola, Ty rol etc. 1649. II. Bohemia, Moravia et Silesia, 1650. III Bavaria. 1644. IV Franconia. (1648). Mit dem grossen Prospect Nornbergs von Pt. Kaerius Amstelod. (16x9) breit 2.10 Meter. V Suevia (Schwaben). 1643. VI Palatinatus Rheni 1645. Mit Zugab von Lothringen etc. S. a. VII. Hassia et regiones vicinaé. S. a, Mit Portrat Merians. VIII. Archiepiscopatus Moguntinensis, Trevirensis et Coloniensis. 1646. IX. Westphalia. S. a. X. Saxonia superior: Thuringia, Misnia, Lusatia etc. 1650. XI. Braunschweig und Ltlneburg. 1654. XII. Saxonia superior: Thuringia, Misnia, Lusatia etc. 1650. XIÏI. Elector. Brandenburgicus et Due. Pomeraniae. M. Anhang v. Preussen u. Liffland. 8. a. XIV. Germania inferior. (II« Ausgabe. 1659. Die erste hiess: Circu- lus Burgundicus). XV. Alsatia. 1644. XVI—XIX. Gallia. 1655—61. 13 pt. 4 vol. XX. Helvetia, Rhaetia et Valesia. 1642. Rohan, Due de, Voyage faict en 1’an 1600 en Italië, Alle- maigne, Pays-bas uni, Angleterre et Escosse. Amsterdam, Louis Elzevier. 1646. 12°.
278 Alberti, Leand., Descriptio totius Italiae. Ex Ital. lingua inLat. conversa, interpr. Guil. Kyriandro. Coloniae, Th.Baumius. 1567. fol. Hondius, Jod., Nova et accurata Italiae hodiernae descriptio, geogr. tabulis et urbium praecip. iconibus illustrata cet. Amste- lod., J. Hondius. 1626. fol. obi. Blaeu, J. — Theatrum statuum Sabaudiae ducis, Pedemontii principis, cet. Amstelod., J. Blaeu. 1682. 2 vol. fol. maj. Bacco, Era, II regno di Napoli diviso in 12 prouincie etc. Ampl. da Ces. d’Engenio. Napoli, Laz. Scoriggio. 1626. 8°. C. fig. Alberti, Leandro, Isole appartenenti alia Italia. Aggiuntovi i disegni di quelle etc. Venetia, Lod. Avanzi. 1567- 4°- Antiquitez des villes de France, contenant tout ce qui c’est passé de remarquable en iceux. [Par Fra. Des Rues]. Reueu et augmenté de cartes, figures etc. Rouen, J. Cailloue. 1624. 8°. Antiquitez (Les) et recherches des villes, chasteaux et places plus remarquables de toute la France, etc. [Par André du Chesne], Pans, M. Collet. 1Ó37- 8°. Coulon, Louis, L’Ulysse Francois ou le voyage de France, de Flandre et de Savoye etc. Paris, G. Clousier. 1643- 8°. Voyage (Le) de France, dressé pour 1’instruction et commodité tant des Francois que des Estrangers. [Par Cl. de Varennes], IVe édit. augm. Rouen, J. Cailloue. 1647. 8°. Masson Pap., Descriptio fluminum Galliae qua Francia est. Pa ris., J. Quesnel. 1518 [sic pro 1618]. 8°. C. eff. Guicciardini, Lud., Description de touts les Pais-bas etc. Main- tenant reveue et augm. plus que de la moictié par le mesme au- theur. Avec cartes geograph, et pourtraicts de villes. Anvers, C. Plantin. 1582. fol. Heuterus, Pontus, De veteram ac cui saeculi Belgio 11. II. Ant- verp., J. Keerbergen. 1600. 4 0 . , Gramaye, J. B., Antiquitates comitatus Namurcensis, 11. VII compraehensae, cet. Lovanii, J. Masius. 1611. 4 • Puteanus, Eryc., Bruxella, incomparabili exemplo septenaria, gripho palladio descripta, cet. Bruxellae, J. Mommaert. 1646. fol. Mar Chant, Jac., Flandria, commentariorum 11. IV descripta, cet. Antverp., Vid. Plantini et J. Moretus. 1596- 8°. Maestertius, Jac., Beschrijvinge van de stadt ende landt van Dendermonde, midtsg. de Costumen, Statuten ende Usantien enz. Leyden, Nic. Rosa. 1646. 4°-
279 Scribanius, Car., Antverpia. [Acc. Origines Antverpiensium]. Antverp., J. Moretus. lólO. 4°. C. tab. Aurelius, Corn., Batavia sive de antiquo veroque ejus insulae quara Rhenus in Hollandia facit situ, descriptione et laudibus, adv. Gerardum Noviomagum 11. II. Bon. Vulcanii opera nunc pr. in lucem edita. Antverp., C. Plantinus. 1586. 8°. Junius, Adr. — Een seer cort doch clare Beschrijvinge vande voornaemste ghemuyrde ende ongemuyrde steden ende vlecken van Holland ende West-Vriesland. In ’t Latijn beschr. door — ende verduytscht door G f r. Boot. Delf, J. Andriesz. 1609. 4 0 . Hegenitius, Gotfr., Itinerarium Frisio-Hollandicum et A b r. O r t e 11 i Itinerarium Gallo-Brabanticum. Lugd. Bat., Offic. El- zeviriana. 1630. 16°. Orlers, J. I., Beschrijvinge der stad Leyden enz. Verciert met caerten ende figuren. Leyden, H. Haestens, J. Orlers en J. Maire. 1614. 4°. Bleyswijck, Dirck van, Ev. Z., Beschrijvinge der stadt Delft enz. Delft, A. Bon. 1667. 4 0 . — Generale Tafel. Aid. 1668. pl°. Reges, reginae, nobiles et alii in Ecclesia Collegiata B. Petri West - monasterii sepulti, usque ad a. 1603. Londini, M. Bradwood. 1603. 4 0 . Reusner, Nic., Urbes imperiales. Acc. Emporium Francofor- diense Henr. Stephani. Francof. ad M., J. Hüttner. 1651.8°. Stephanus, Hen., Francofordiense emporium sive Francof. nun- dinae. eet. [Genevae], Hen. Stephanus. 1574. 8°. Hertfelder, Bern., Basilica SS. Udalrici et Afrae Augustae Vin- delicorum historice descripta et aeneis fig. illustrata, eet. Aug. Vindelic., A. Aperger. 1627. fol. Tbaarup, Pred., Udförlig Vejledning til det Danske Monarkies Statistik. Kjobenhavn, F. Brummer. 1812—19. 6 dln. 8°. Guagninus, Alex., Sarmatiae Europeae descriptio, quae regnum Poloniae, Lituaniam, Samogitiam, .Russiam, eet. complectitur. Spirae, B. Albinus. 1581. fol. C. fig. Danckaert, I., Beschrijvinge van Moscovien ofte Ruslant enz. Amsterdam, Broer Jansz. 1615. 4 0 . Broniovius, Ma., de Biezdzfedea, Tartariae descriptio, cum tab. geogr. Chersonesus Tauricae. Item Transsylvaniae ac Mol- daviae, eet. descriptio Ge o. a Reichersdorff, c tab. geogr. Praeterea Ge o. Werneri de admirandis Hungariae aquis hy- pomn., addita tab. lacus ad Circknitz. Colon. Agr., Offic. Birck- mann. 1595- fol.
28o Nicolay, Nic. de, Le Navigation! etviaggi nellaTurchia. Nouam. tradotto di Francese da F ra. Flori. Con figure. Anversa, G. Silvio. 1576. 4°. De platen zijn gevolgd naar die van Louis Danet in de fransche uitgave van 1567, door Ahasv. van Londerseel en anderen. Dousa, Geo., De itinere suo Constantinopolitano epistola, eet. Lugd. Bat., Cph. Raphelengius. 1599. 8°. Leven (Het ellendigh) der Turcken, Moscoviters en Chinesen, aende Christenheyt vertoont. Ofte korte beschrijvinge van yder in ’t byzonder zijn regeringh, handel en wandel étc. Met kop. fig. 'sGraven-hage, Joh. Tongerloo. 1664. 4 0 . Uit het Latijn vertaald. Ville, Ant. de, Descriptio portas et urbis Polae. Venetiis, [ty- pogr. Pinell. 1633]- 4°- C. tab. Dapper, Olf., Naukeurige Beschrijving van Morea, eertijts Pelo ponnesus: en de eilanden gelegen onder de kusten van Morea en binnen en buiten de golf van Venetien enz. Met kaerten en af beeldingen. Amsterdam, Wolfgangh enz. 1688. fol. Dapper, Olf., Naukeurige Beschrijvingh der eilanden in de Ar chipel der Middelantsche Zee en ontrent dezelve gelegen enz. Verrijkt met zee- en eilant-kaerten en afbeeldingen. Amsterdam, Wolfgangh enz. 1688. fol. Dapper, Olf., Naukeurige Beschrijving van gantsch Syrië en Pa- lestyn of Heilige lant enz. Verrijkt met lantkaerten en afbeeldin gen enz. Amsterdam, J. van Meurs. 1677. fol. Hese, Joa. de. — Itinerarius Joannis de Hese presbyt. a Hierusalem describens dispositiones terrarum eet. Tractatus de decem nationibus et sectis Christianorum. Epistola Joannis Sol data ad Pium papam II. Epistola responsoria Pii pape ad Solda- num. Joannis presbiteri maximi Indorum et ethiopum christiano rum Imperat. et patriarche Epistola ad Emanuelem Rome gu- bernat. de rita et moribus indorum eet. Tractatus pulcerr. de situ et dispositione regionum et insularum totius indie, eet. [Da- ventriae, Jacobus de Breda. 1504]- 4°- [Breydenbach, Bemh. von, Die heylighe Beuarden tot dat heylighe grafft in Jherusalem ende van daen totten berch Synai. Mentz, Eerh. Rewich van Utrecht. 1488. fol. M. pl.] De platen zijn geteekend en misschien ook in hout gesneden door E e r h a r d Rewich (van Reewijk).
281 36 Radzivilus, Nic. Cph., Ierosolymitana Peregrinatio. Primum a Th o. Tretero ex Polon. serm. in Lat. translate), nunc aucta. Antverp., Offic. Plantin. 1614* fol. In fine: Ordo processionis S. Sepulchri, c. fig. Linschoten, Jan Huygen van, Itinerario, Voyage ofte Schip- yaert naer Oost ofte Portugaels Indien enz. Waer by ghevoecht zijn die Conterfeytsels van de habyten enz. [Daarachter de Be- schryvinghe van de gantsche Custe van Guinea enz. enhetReys- gheschrift]. Amstelredam, Corn. Claesz. 1596. fol. De platen zijn gesneden door Joa. en Bapt. van Doetecom. Dapper, Olf., Naukeurige Beschrijving van Asie: behelsende de gewesten van Mesopotamie, Babylonie, Assyrie, Anatolie of Klein Asie: beneffens eene volkome beschrijving van gantsch Arabie enz. Verrijkt met lantkaerten en afbeeld. Amsterdam, J. van Meurs. 1680. fol. Dapper, Olf., Asia, of naukeurige beschrijving van het rijk des Grooten Mogols en een groot gedeelte van Indiën enz. Beneffens een volkomen beschrijving van geheel Persie, Georgie, Mengre- lie en andere gebuur-gewesten enz. Verciert met afbeeld. Amster dam, J. van Meurs. 1672. fol. Valentijn, Fra., Oud en en nieuw Oost-Indiën, vervattende een naaukeurige en uitvoerige verhandelinge van Nederlands mogent- heyd in die gewesten, enz. Met prentverbeeld en kaarten. Dord recht en Amsterdam, J. van Braam en G. Onder de Linden. 1724—26. 5 dln. 8 bdn. fol. Baldaeus, Phil., Naauwkeurige Beschrijvinge van Malabar en Choromandel, derz. aengrenzende rijken en het machtige eyland Ceylon enz. Zynde hier by gevoeght een Malabaarsche spraak- konst. Met kaarten en afbeeldingen. Amsterdam, J. Jansonius van Waasberge en J. van Someren. 1672. fol. West-Zanen, Wi. van. — Derde voomaemste Zee-getogt (der verbondene vrye Nederlanderen) na de Oostr Indien, gedaen on der Jacob Heemskerk en Wolfert Harmansz in den j. lóoi—3- Uyt de aenteekeningen van W. van W. en met byvoegselen vermeerdert door H. Soete-Boom. Wormerveer, W. Sz. Boogaert. 1648, 4 0 . M. fig. Reyse (Javaense) gedaen van Batavia over Samarangh na de Kon. hoofd-plaets Mataram , door de Heere N. N. [R ij k 1 o f van Goens] in den jare 1656 enz. Dordrecht, V. Caimax. 1666. 4°.
282 Reyse (Vremde) inde Coninckfijcken Cambodia ende Louwen door de Neederlanders: en ’t geen daer tot den jare 1644 is ge schiet. Haerlem, Pt. Casteleyn. 1669. 4°- Reisverhaal van Gerard van Wusthof (doch zonder zijn naam) naar Kam- bodja en ’t land der Laos. — Bovenst, is de plaatdruktitel omgeven door 6 afbeeldingen en een kaartje. De titel in letterdruk luidt: .Vreemde Geschiedenissen in de Koninckrijcken van Cambodia en Louwen-lant in Oost-Indien, zedert den j. 1635 tot den jare 1644" enz. Semedo, Alvarez, Histoire universelle du grand royaume de la Chine. Composée en Italien. Et trad. en ndstre langue par Louis Coulon. Paris, S. et G, Cramoisy. 1645. 4°. Trigautius, NiC., De Christiana expeditione apud Sinas suscepta ab Societate Jesu, ex M t. R i c i i commentariis 11. V eet. Aug. Vindelic., C. Mangius. 1615. 4°. <7 Nieuhof, Joan, Het Gezantschap der Neêrlandtsche Oost-Indi- sche Compagnie aan den grooten Tartarischen Cham, den tegen- woordigen Keizer van China enz. 1655 tot 1657. Beneffens een naukeurige beschrijving der Sineesche steden enz. Verciert met afbeeldtsels, na ’t leven in Sina getekent. Amsterdam, J. vau Meurs. 1670. fol. Dapper, Olf., Gedenkwaerdig Bedrijf der Nederlandsche Oost- Indische Maetschappye op de kuste en in het keizerrijk van Taising of Sina: behelzende het tweede gezandschap door Jan van Kampen en Konst. Nobel. Vervolgt met een verhael van het voorgev. des jaers 1663 en 64 op de kuste van Sina onder ’t gezag van Balth. Bort; en het derde gezandschap onder beleit van Pt. van Hoorn. Beneffens een beschrijving van geheel Sina. Ver ciert met kop. platen. Amsterdam, J. van Meurs. 1670. fol. Hamel, Hend., Joumael van de ongeluckige voyagie van ’t Jacht de Sperwer, van Batavia gedestineert na Tayowan in ’t jaar 1653, en van daar op Japan; hoe t selve jacht door storm op 't Quel-paarts eylant is ghestrant, hoe de maats van daan naar 't Coninckrijck Coeree [Korea] sijn vervoert enz. M. figueren. Rotterdam, J. Stichter. 1668. 4°. Trigautius, NiC., De Christianis apud Japonios triumphis sive de graviss. ibidem contra Christ! fidem persecutione exorta a°. 1612 usque ad a. 1620 11. V. Cum Raderi auctario et iconi- bus Sadelerianis. Monachii. 1623. 4 0 . Solier, Franc., Histoire ecclésiastique des isles et royaumes du Japon. Paris, S. Cramoisy. 1629. Tome II (1595—1624). 4 0 .
283 Montanus, Am., Gedenkwaerdige Gesantschappen der Oost- Indische Maetschappy in 't Vereen. Nederland, aen de Kaisaren van Japan enz. Verciert met afbeeldsels in Japan geteikent. Ge trokken uit de geschriften en reis-aentekeningen derz. gesanten. Amsterdam, J. Meurs. 1669. fol. Kaempfer, Engelb., De Beschrijving van Japan enz. Uyt het oorspr. hs. in het Engelsch overgezet door J. G. Scheuchzer, die daar bij gevoegt heeft het Leven van den schrijver. M. pl. Uyt het Engelsch vertaalt. Amsterdam, J. Roman de jonge. 1733- fol. Dapper, Olf., Naukeurige Beschrijvinge der Afrikaensche gewes ten van Egypten, Barbaryen, Lybien, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinie enz. Met landkaerten en afbeeldin gen. Den IRn druck, verbetert. Amsterdam, J. van Meurs. 1676. fol. Aan het eind met afzond, titel.- Naukeurige Beschrijvinge der Afrikaensche eilanden enz. Aid. 1676. Pijnacker, Corn. — De Reyse naer Africa, Tunis, Algiers, etc. gedaen in den jare 1625 onder ’t beleyd van Dr. Ryn- Acker (sic) als Ambassadeur van haere Hog: Mog: enz. Haer- lem, Pt. Casteleyn. 1650. 4 0 . M. fig. Bontier, Pierre, et Jean Le Verrier, Histoire de la pre mière descouverte et conqueste des Canaries, faite dés 1’an 1402 par Jean de Bethencourt. Mise et lumière par Gal. de Be- thencourt. Plus un Traicté de la navigation et des voya ges de descouuerte et conqueste modernes et principal. des Fran cois [par P. Bergeron]. Paris, M. Soly. 1630. 8°. Acosta, Jos. de, Historie naturael en morael van de Westersche Indien. Wt den Spaenschen overgheset door Jan Huyghen van Lin schoten. De He editie. Amsterdem, bij Broer Jansz voor J. Ez. Cloppenburgh. 1624. 4 0 . M. houtsn. Laet, Joa. de, Nieuwe Wereldt ofte Beschrijvinghe van West- Indien enz. Met kaerten. Leyden, Is. Elzevier. 1625. fol. Laet, Joa. de, Beschrijvinghe van West-Indien. He druck, ver betert, vermeerdert, met nieuwe caerten, beelden van versch. dieren ende planten verciert. Leyden, bij de Elzeviers. 1630. fol. Histoire naturelle et morale des iles Antilles de 1 Amérique. [Par Cés. de Rochefort]. Rotterdam, A. Leers. 1658. 4 0 . Av. fig. Lery, Jean de, Histoire dun voyage faict de la terre du Brésil autrement dite Amerique etc. Avec les figures, augmentée en ceste Ille édition, S. 1. pour Ant. Chuppin. 1585. 8°.
284 Staden, Hans, van Homburg, Beschrijvinghe van America [Bra zilië] enz. Alles figuerlijck afgebeelt. Amsterdam, Broer Jansz. 1634. 4*- Abbeville, CL d’, Histoire de la mission des Pères Capucinsen 1’isle de Maragnan et terres circonvoisines etc. Paris, Fr. Huby. 1614. 8°. Ercilla y Quniga, Alonso de, Historiale Beschrijvinghe der goudtrijcke landen in Chili ende Arauco enz. Overgheset wt de Spaensche tale door Is. Jansz. Byl. Rotterdam, Jan van Waes- berghe. 1619. 4 0 . Beschrijvinghe van Virginia, Nieuw Nederlandt, Nieuw Enge- landt, en d’eylanden Bermudes, Barbados en S. Christoffel. Met kop. figuren verciert. Amsterdam, Joost Hartgers. 1651. 4°- Kunst. IN 'T ALGEMEEN; TEEKEN- EN SCHILDERKUNST. Bulengerus, Jul. Caes., De pictura, plastice, statuaria 11. II. Lugduni, L. Prost. 1627. 8°. Ville, I. de, T’samen-spreeckinghe betreffende de architecture ende schilder-konst enz. Gouda, P. Rammaseyn. 1628. 4 0 . Junius, Franc., F. f., De pictura veterum 11. III. Amstelaed., J. Blaeu. 1637. 4 0 . Alberti, Leon. Bat, La Pittura, trad. per Lodov. Domeni- chi. Vinegia, G. Giolito de Ferrari. 1647. 8°. Franco, Batista, De excellentia et nobilitate delineationis 11. II eet. Nunc pr. per Jac. Francum evulgatum. Venetiis,adinsign. solis. S. a. tol. 33 platen zonder tekst.
285 Durer, Alb., Les Quatre Livres de la proportion des parties et pourtraicts des corps humains. Trad. par Loys Meigret de langue Latine en Frangoise. Arnhem, J. Jansz. 1613. fol. Av. fig. Durer, Alb., versus e German, lingua in Latinam, IV his sua- rum Institulionum geometricarum libris, lineas, superficies et solida corpora tractavit, eet. Lutetiae, C. Wechel. 1532- fol. C. fig. HoudiUS, Hen.., Instruction en la science de perspective. La Haye. 1625. fol. Avec 43 planches. PORTRET VERZAMELINGEN. Goltz, Hub. — Les Images presque de tous les empereurs, de- puis C. Julius Caesar iusques è Charles V et Ferdinandus son frère, pourtraitées au vif, prinses des medailles anciennes, en semble aussy leur vie etc. Par Hub. Gholtz. [Anvers, Gilles Coppenius de Diest. 15591- f°l Afcoemste (Dit is die) en de Genealogie der Hertoghen ende Hertoginnen van Brabandt enz. Thantwerpen by Jan Moll ij ns ghesw. Boeckdr. ende Figuersnijder. 1565* fol. 71 afbeeldingen in houtsnede met bijschriften in letterdruk. Tertius, Fra., Austriacae gentis imagines. Venetiis, Gasp, ab Avibus. S. a. [circ. 1570] 5 ptes. l vol. pl°. 57 Portretten naar Fra. Terio in koper gesneden door Gasp. Osello (ab Avibus). De No. 14, 15, 38—40 ontbreken. Galle, Ph.il., Virorum doctorum de disciplinis benemerentium effigies XLIV. Antverp. 1572. 4 0 . 11 platen ontbreken. — Imagines L doctorum virorum qui bene de studiis literarum meruere. Cum singul. elogiis. Ibid. 1577- 4°- Voorrede van .Fr. Raphelengius. — 10 platen ontbreken. Thevet, André, Les vrais Portraits et vies des hommes illus- tres Grecz, Latins et payens [jusqu’au XVIe siècle]. Recueilliz de leurs tableaux, liures, medaUes ant. et mod. Paris, Vefue J. Keruert etc. 1584. 2 tom. 1 vol. fol. Barbuo, Scip., Sommario delle vite de’ duchi di Milano, cosi Visconti come Sforzeschi. Col natural ritratto di ciascun dessi, intagl. in rame. Vinetia, F. Ziletti. 1584* fol.
286 Reusner, Nic., leones sive imagines virorum literis illustrium, in Germania praesertim, eet. Ex II recognit. Curante B e r n h. Jobino. Argentor. 1590. 8°. Houtsneden van Tob. Stimmer. Clement, Nic., Austrasiae reges et duces epigrammatis descripti. Coloniae. 1591- 4°> Met 63 portretten gegraveerd door Pt. W o e i r i o t. Bertelli, Pt., Vite de gl’Imperatori de Turchi, con le loro effi- gie intalgiate in rame. Vicenza, P. Bertelli. 1599- Met 15 portretten gegraveerd door Pt. Bertelli. Schrenck von Notzing, jac. — Der Aller Durchleuchtigsten und Groszmachtigen Kayser, Königen und Ertzhertzogen, Für- sten, Grafen, Herren vom Adel und anderer berühmter Kriegsz- helden, warhafftige Bildtnussen und kurtze Beschreibungen ihrer thaten vnd handlungen etc. Von J. S. von N. continuiert vnnd zu end gebracht: anjetzo aber ausz der Latein. Sprach transfe- riert durch Joh. Engelb. Noyse von Campenhouten. Ynszprugg, Dan. Baur. [Privileg. von 1603]. pi- 127 Portretten gegraveerd door Domin. Custos, naar Joh. Bapt. F ontana. Description A trewe) of the nobill race of the Stewards: succe- dinge lineallie to the Croun of Scotland unto this day: and now this yeir 1603 unto the Croun of England: with lhair lywelie portraturs, etc. [In fine: Printed in Amsterdam, ad the the ex- pensis of Andro Hart Buikseller in Edinbrugh anno 1603.] fol. Titel en to portretten in koper. Bij gevoegd zijn nog 2 portretten van Jacobus VI 1603 aet. 37, en Anna, Jacobi VI uxor. Pas, Crisp, de. — Regiae Anglicae majestatis pictura et histo rica declaratio. Coloniae apud Crisp. Passaeum. 1604. 4°. 8 portretten in koper gesneden. [Abbildungen der Grafen und Herzogen von Cleve, in Holzsch- nitt (colorirt), mit Deutschem Text, aus dem Anfang des XVII Jahrh. fol.] 19 dubbele bladen of38 portretten, het laatste van Johann Wilhelm (obiit 1609). Pas, Crisp, de. — Abbildung desz Fürsten Friderichs desz V Pfaltzgraffen bey Rhein etc., und der Fürstin Elisabeth, altesten Tochter desz Königs in grosz Britannien, beneben ihrer königl. und churfürstl. Eltern und nechsten Blutsverwandten. Durch Crisp, de Passe in Kupffer geschnitten. Dabey eine kurtze Beschreibung ihrer Hochheiten etc. Arnheim, Joh. Janson. 1Ó13* 4 • Alleen blz. 1—8, met de portretten van Frederik V, zijne ouders en zijne gemalin.
287 [Kilian, Luc., Bildnissen Evangel. Prediger und einzelner andern Personen. 1613—34. 38 St. 1 vol. fol.] Fuggeri. — Fuggerorum et Fuggerarum quae in familia natae quaeve in familiam transierunt, quotquot extant aere expressae imagines. [Opus quod annos abhinc XXVI Domin. Custos e suo dia- grammate in aere incisum edidit, nuncque Luc. et Wolfg. Ki lian chalcographi ampliarunt, eet. Aug. Vindelic., A. Aperger. 1618]. fol. maj. 127 portretten. Herwologia Anglica hoe est clariss. et doctiss. aliquot Anglo- rum qui floruerunt ab a. 1500 usque ad pres. a. 1620 vivae effi gies , vitae et eologia. Authore H. H. [H o 11 a n d]. Impensis Crisp. Passaei calcogr. et Jansonii bibliop Arnhem. 2 torn. 1 vol. fol. Blad 5 van het voorwerk ontbreekt. De „Tumuli Elisabethe delineatio” (tus- schen bl. 40 en 41) en *t portret van Frobisher (tusschen bl. 96 en 97) bevinden zich in dit exemplaar doch die van Joa. Harington junior en Joa. Ba leus ontbreken. Kilian, Wolfg.— Geschlecht Register der durchl. Hertzogen in Bayren und etlicher aigentliche Bildtnus, an ietzo in die Teutsche Sprach versetzt unnd von — in Kupfer gestochen. [Augspurg, getruckt bey Luca Schultes.] 1623. fol. Met Stamboom op een dubbel blad, 11 portretten in den tekst en aan bet eind de afbeelding van Kilian's plaatdrukkerij. Kilian, LUC. — Inclytae reip. Augustanae Vindelic. ab anno 1548 praefecti duumviri a — chalcógraph. formis expressi. 1624. fol. 13 Portretten door L. K en 2 door Wolfg. Kilian. Boissardus, Jau. Jac. — Bibliotheca sive thesaurus virtutis et gloriae: in quo continentur illustrium eruditione et doctrina vi- rorum effigies et vitae, descripta per J. J. B. Artific. in aes in- cisae a Joa. Th. de Bry, eet. Francof., G. Fitzer. 1628. 8°. II Pars Iconum, eet. Ibid. 1630. 4 0 . III Pars Iconum, eet. Ibid. 1631. 4°. IV Pars Iconum, eet. Ibid. 1631. 4 0 V Pars Iconum, cat. Ibid. 1632. 4 0 . De VI Pars komt voor achter den volgenden bundel. Zie bl. 228. Boissardus, Jau. jac. — Icones et effigies virorum doctorum quotquot celebres fuerunt per Europam, artific. in aes incisae a Joh. Th. de Bry. Collecta vero per J. J. B. Ab eorum exitu continuatae, eet. Francof., Joh. Ammonius. 1645. 4 0 . 214 Portretten uit de vroegere bundels met bijschriften maar zonder de vitae.
288
289 37 16 Lucia Percye comes Carlylensis. 121 I. 17 Maria Margareta de Barlemont. 145 I* 18 Hier. Westonius comes Portlandiae. 134. I. 19 Maria Stuart comit. Portlandiae. 135 I. 20 Joannes com. de Tserclaes dom. Tilli. 30 II. 21 Ambr. Spinola. 92 III. 22 Don Alvar. Bazan march, de Sta Cruc. 43 IV. 23 Franc. Thom, a Sabaudia princ. Carignani. 63 III. 24 Don Diego Phil, de Gusman. 50 III. 25 Franc, de Moncada. 117 IV. 26 Eman. Frockas Perera et Pimentel. 47 IV. 27 Albertns dux Fritland com. W allest(ein). 4 0 II. 28 Albertus princeps com. Aremberg. 19 IV. 29 Maria princeps com. Arenbergiae. 146 I. 30 Henrica Lotharingiae princip. Phalseburgae. 124 I. 31 Maria Clara de Croiio dux Haureana. 149 I. 32 Ant. Triest episc. Gandavensis. 13 VI. 33 Caes. Alex. Scaglia abbas Staphardae. 64 VI. 34 Engelb, Taie baro Wemmelius. 128 I. 35 Kenelmus Digbi. 71 IV. 3Ó Paulus Halmalius. 32 IV. 37 Joan. Malderus episc. Antverp. 133 I. 38 Carolus de Columna. 45 III. 39 Honorius Urfeius. 122 I. 40 Godefridus Henricus comes de Papenheim. 127 I. 41 Deodatus Del Mont. 78 III. 42 Anth. de Zuniga et Davila marchio Mirabellae. 130 I. 43 Joannes de Montfort. 139 I. 44 Wenceslaus Coeberger. 77 IV. 45 Petrus Snayers. 98 II. 46 Palamedes Palamedessen. 58 V.. 47 Jacobus de Breuck. 44 IV. 48 Franciscus Franck Jr. 28 VI. 49 Simon de Vos. 69 V. 50 Henricus van Baelen. 42 V. 51 Guilielmus de Vos. 51 IV. 52 Theodorus Rombouts. 61 III. 53 Artus Wolfart. 27 VI. 54 Martinus Pepijn. 24 IV. 55 Franciscus Franck. 6 V. 56 Joannes de Wael. 17 III. 57 Joannes Snellincx. 37 IV. 58 Cornelius Schut. 91 V. 59 Adam de Coster. 31 III. 60 Judocus de Monper. 88 IV. 61 Paulus de Vos. 61 V. 62 Franciscus Snyders. 11 III. 63 Joannes Meissens. 126 II. 64 Caspar Ravestyn. 60 IV. 65 Cornelius de Vos. 95 V.
290 66 Cornelius Poelenbourch. 35 V. 67 Theodoras Vanlonius. 67 IV. 68 Isaac Mytens. 56 III. 69 Gerardus Honthorst. 52 V. 70 Adrianus Brouwer. 21 V. 71 Horatius Gentilescius. 83 V. 72 Lucas van Uden. 94 III. 73 Jacobus Callot. 76 IV. 74 Joannes Breugel. 1 V. 75 Henricus Steenwyck. 67 IV. 76 Carolus de Mallery. 86 V. 77 Petrus de Jode. 84 V. 78 Guilielmus Hondius. 29 IV. 79 Robertus van Voerst. 79 IV. 80 Joannes Baptista Barbé. 20 III. 81 Theodoras Galle. 81 III. 82 Petrus de Jode junior. 104 II. 83 Joannes de Milder. 87 IV. 84 Andreas Colyns de Nole. 34 IV. 85 Hubertus van den Eynden. 80 IV. 86 Antonius de Tassis. 114 II. 87 Philippus le Roy. 185 VI. 88 Petrus Stevens. 93 III. 89 Jacobus de Cachopin. 75 III. 90 Antonius Comelissen. 3 VI. 91 Cornelius van der Geest. 48 V. 92 Antonius van Dyck. 79 III. 93 Maria Ruten. 101 I. Van bovenstaande portretten zijn N°. 1, SS, 56, 62, en 74 ge ëtst door A. van Dijck zelven; voorts gegraveerd door: Corn. Galle jr. N°. 2, 5, 30, 34, 40, 63. L. Vorsterman N°. 3, 7, 21, 25, 41, 44, 5 8 » 6o » 6 5> 7 1 » 7 2 » 73» 76, 77» 81 » 8 3> 8 5> 88 » 8 9> 9°> 9 2 - S. ét Bolswert N°. 4, 28, 51, 54, 61, 70, 80, 93. Pt. de Balliu N°. 6, 16, 39. W. Hollar N°. 8, 9, 18, 19, 37. Pt. van Lisebetten N°. 10. Pt de Jode (jr.) N°. n, 14, 15, 27, 32, 36, 43, 57, 59, 66, 82, 84. Pau. Pontius N°. 12, 22, 23, 24, 26, 29, 33, 38, 46, 47, 49» 5°> 5 2 > 64, 67, 68, 69 75, 87, 91. Hen. Snyders N°. 13. Jac. Neeffs N°. 17, 86; bijwerk van 1 en 62. Pt. de Jode (sr.) N°. 20. Conr. Waumans N°. 31, 42. Rob. van Voerst N°. 35, 79. Andr. Stock N°. 45. Guil. Hondius N®. 48, 78. Corn. Galle N°. 53.
291 Aan de keerzijde van N°. i is het volgende bijschrift geschreveh: In libros Iconum Illustr. Virorum Ant. Dyckii. Vivitur ingenio servat cum vertice dextras Dijckius, et, susito (sic) caetera mortis, ait. Constanter. En bij het portret van Van Dijck (N°. 92): In Ipsius Dijckii effigiem. Os, aliquis fronten), atque oculos imitarier aude Dijcki, nemo manum non imitabilem. Constanter. Aan de voorgaande verzameling zijn de volgende portretten en prenten toegevoegd: 94 Rudolphus II Imper. 1609. Aeg. Sadeler (sculpsit). Marco Sa dder excudit. 95 Guilielmus pr. Auraicae. 1581. H. Goltzius fecit. H. H(ondius) ex. 96 Carola Burbonia princ. Aur. 1581. H. Goltzius fecit. H. H(on- dius) ex. 97 Matthias archiduc Daustrice etc. Guillamme (sic) prince Do- ranges. Op een blad met doorloopend Hollandsch onderschrift : O Jerusalem ick wil wachters etc. 98 Ferdinandus II Caes. aug. 1644. Joan. Geile fee. et exc. H. H. 99 Leopoldus Guilelmus archidux Austriae. I. van den Hoecke pinxit. L. Vorsterman fecit. 100 Joannes Tollenarius Soc. Jesu. P. Fruitiers delin. Jac. Neefs sculpsit et excudit. 101 Christianus electus Daniae princeps 1615. Pt. Isaac pinxit. Adr. Matham sculp. 102 Christianus dux Brunsvicensis 1623. Crisp. Queboren delin. et sculp, et excudit. 103 Charles (I) Kinge of England. Sould by Rob. Peake. 104 Henriett Maria Queene of England. Als 103. 105 Charles prince of Great Brittaine. Will. Dobson pinxit. Gu. Fa thome sculpsit. Sold by Thom. Rowlett. 106 Rupert Prince Elector Palatine. Als 105. 107 Jeames Steward Duke of Richmond. (Address effaced). 108 Thomas Farfax (sic). Rob. Walker pinxit. Guil. Faithorne sculp. Sould by Tho. Rowlett. 109 Endimmyon Porter. Guil. Dobson pinxit. Guil. Faithorne sculp. Sold by Tho. Rowlett. no Henry Earle of Holland. Als 103. hi Edward Lord Littleton. (Address effaced). 112 Gustavus Adolphus Suec. rex. Mich van Lochom excudit. 113 Ferdinandus III Imper. Als 112. 114 Fredericus Henricus princ. Arassionensium (sic). Als 112. 115 Vladislaus IV rex Poloniae. Z. adres. (Als 112?) 116 Christianus IV rex Daniae. Als 112. 11 7 Christina regina (Sueciae) 1649. D. Beck pinx. J. Falck sculp, et excu. 118 Carolus Gustavus com. Palat. 1649. Als 117. 119 Dn. Hammerstein Sued, praef. 1651. Als 117. 120 Dn. a Twenhusen pictor. Jerem. Falck (sculpsit). 121 Gabr. de la Gardie gub. gen. Livon. 1649. Als 117.
292 i 22 Axel Oxenstiema. 1652. Als 117. 123 Axel Lillius baro in Kydes. 1651. Als 117. 124 Leonh. Torstenson com. in Ortala. 1649. 11 7- 125 Gabr. B. f. Oxenstiema. 1650. Als 117. 126 Arfwedus Wittenberg com. in Neuburg. 1651. Als 117. 128 Adamus in Czasnicki Polon. maresc. 1648. Marten van Kou- wenburg pinxit. Wilh. Hondius (sculpsit). 129 Bohdan Chmielnicki dux Ukraynensis. 1651. Guilh. Hondius sculpsit. _ o i n- 130 Andr. de Leszno Leszcynski episc. Culmensis. 1652. Dan. bcliuitz pinxit. Guil. Hond(ius sculpsit). 131 Ludovica Maria Gonzaga reg. Polon. 1649. Just, d Egmont de- pixit. Wilh. Hondius (sculpsit). 132 Joannes Casimirus, rex Polon. 1649. Wilh. Hondius (deun. et sculpsit). , 133 Joannes Casimirus, rex Polon. (met de muts). 1650. Dan. bchultz pinxit. Wilh. Hondius (sculpsit). 134 Carolus princ. Polon. episc. Plocensis. 1650. Als 133. 135 Joan. Car. Chodkiewicz com. in Szklow. Wil. Hondius sc. 136 Henricus comes Nassaviae. Joa. Meyssens pinxit. Paul. Pontius i37 S Ambroise conte de Homes. Franc, de Nys pinxit. Paul. Pon tius sculpsit Jo. Meyssens excudit. 1 38 Jean baron de Beck. Franc de Nys pinxit. Paul. Pontius sculpsit. 139 Laur. Ramires de Prado 1649. P. H. Fruytiers fecit. M. F. Langrenus aeri incidi curavit. _ 140 Guillaume baron de Lamboy. Franc, de Nys pictor. Pau. Pon tius sculptor. Joa. Meyssens excudit. 141 Georgius dux in Ossolin. Barth. Strobel pinxit. Wilh. Hondius sculpsit. •' __ ' ,. , 142 Emestus Bavaraustriades. Gisb. Vaemus f. H. H(ondjus) exc. 143 Johan Guilielmus dux Juliae etc. J. Malthan pinxit. W. Swa- nenburg sculp. , . . , _ 144 Januschius Radzivilius. Joa. ab Heyden pictor et ejus f. Jaco- bus sculptor. _ 145 Wladislaus Sigismundus princ. Poloniae. 1624. Ex archetypo P. P. Rubenii Pau. Pontius fecit. 146 Arit. de Loménie. Ferdinand pinxit. M. Lasne sc. 1637. 147 Mein. Schotanus. J. van Zuylen pinxit. S. v. Lamsweerde sc. 1647. 148 Gisb. Voetius. S. A Lamsweerde delin. sc. et exc. 1649. 149 Christ. Rompf. 1645. M. zesreg. Lat. bijschrift van B. Scho- 150 Dan. Dilgerus Gedanensis. S. Wagener pinxit. J. Falck sculp. 1648. 151 Frider. Otho. Joh. W(ierix) fe. H. H(ondius) exc. jc2 Herm Cruserius. Crisp, de Pas (sculpsit). 153 Joan. Stalpardus. Joh. van Nes pinx. Wilh. Delff sculp.- 154 Pt. Wittewrongel Met 12 reg. Holl. vers. 155 Godefr. Hotton. 1650. Met 8 reg. Lat. vers. 156 Fabr. Bassecourtius. 1650. W. Vaillant inve.
293 157 Joh Ducherius. W. Delff sculpsit. 158 Tho. Maurois. D. Boudringheen pinx. A. Conradus fee. 159 Volck. ab Oosterwyck 1641. A. Palamed. pinxit. C. v. Que- boor(en) sc. 160 Herm. Tegularius. 1641. C. Dame pinxit. C. v. Quebooren sc. S. Kloeting exc. 161 Leon. Fodinaeus. 1641. A. Palamed. pinxit. C. v. Quebooren sculp. S. Kloeting exc. 162 Joh. Geo. Goethals. 1641. Als 159. 163 Rob. Junius. 1645. C. v. Quebooren effig. et sculp. S. Kloe ting exc. 164 Joh. Cloppenburch. 1644 C. ten Houte pinxit. C. van Dalen sc. A van Waesb. exc. 165 Bindo Altovitii. Titianus pinxit. W. Hollar fecit 1649. F. van den Wijngarde exc. 166 Arcol. Armafodrito, fatto da Correggio. W. Hollar fecit 1650. F. van den Wijngarde exc. 167 Dan. Barbara. Titianus pinxit. W. Hollar fecit 1650. F. van den Wijngarde exc. 168 Pt. Aretino. Titianus pinxit. W. Hollar fecit 1649. F. van den Wijngarde exc. 169 Johanna Vesella filia de Titiano. Titianus pinxit. W. Hollar fe cit 1650. F. van den Wijngarde exc. 170 Imago Florae, ex Titiani protot. Joach. Sandrart incid. et ex cud., in aed. Alph, Lopez. 171 Endimion. Huret inv. Rousselet fecit. De 1’impr. de Mariette. 172 Diane. P. Farinat inv. Rousselet fecit. De 1’impr. de Mariette. 173 L’Asie. Huret inv. Rousselet fecit. De 1’impr. de Mariette. 174 L’Affrique als 173. 175 L’Amerique als 173. 176 L’Aurora. Huret inv. Couuay fecit. De 1’impr. de Mariette. 177 Le Midy als 176. 178 Le Vesper als 176. 179 Gautier Garguille. Huret inv. Rousselet fecit. Mariette exc. 180 Guillol Goriu. Huret inv. Couuay fecit. Mariette exc. 181 Turlupin. Huret inv. Rousselet fecit. Mariette exc. 182 Gros Guillaume als 181. 183 Jodelet. Huret inv. Couuay fecit. Mariette exc. 184 Le capitaine Matamore. Huret inv. Rousselet fecit. Mariette exc. 185 (bijschrift: Sy ce portrait tant seullement etc.) M. Lasne inuen. et fee. Mariette excud. 186 Julius Caesar. Julio Romano inv. H. H(ondius) exc. Getee- kend I. 187 Octavius Aug. Get 2. Als 186 doch z. adres: 188 Tiberius. Get. 3. Als 187. 189 C. Caes. Caligula. Get 4. Als 187. 190 Claudius. Get. 5. Als 187. 190* Domitius Nero. Get. 6. Als 187. 191 Galba. Get. 7. Als 187. 192 Otho Sylvius. Get. 8. Als 187,
294 193 Vitellius. Get. 9. Als. 187. 194 Vespasianus. Get. 10. Als 187. 195 Titus. Get. 11. Als. 187. 196 Domitianus. Get. 12. Als 187. 197 Begrabnusz etc. zie bl. 297. 198 Gust. Hom com. Biömeburgi. D. Beck pin. J. Falck (sculpsit) 1651. 199 Joan. Rulitius. C. Dusart delin. J. Brouwer sc. C. Danckerts exc. 200 Pt. Jeanninus. Ex vultu expr. Mich. Joh. a Mierevelt. W. Swa- nenburg aeri inc. 1610. 201 Car. a. Longueval com. de Busquoy. 1623. Pt. de Jode exc. 202 Joh. Cph. de Konigsmarck. D. Beck pin. J. Falck (sculpsit) 1651. 203 (Charles II King of England), jong, met lang haar, geharnast, met bandelier. Proefdruk vóór de letter. Op de prent is (door den graveur?) geschreven „roy d’anlatere.” Door J. Falck? 204 (James II Duke of York) als ’t voorgaande. Op de prent is geschreven: „Duck de Jorck.” Door denzelfden? [Portretten van vorsten, staatslieden enz. van de 16e en 17* eeuw. In l bd. kl. fol.] 1 Guilelmus pr. Auraicae. H. Goltzius fecit. 2 Carola Burbonia prin. Aur. H. Goltzius fecit. 3 Henricus Frid. Auraicae princ. Crisp, de Passe sculptor. 4—25, 28—35, 37—44- (Principes varii) 1593—1601. Eenige met merk C. v. P., sommige met naam van Crisp, de Passe. Allen in ovaal, met Latijnsch randschrift. 26 Henry IV roy de France. Joan. Buchsenmacher excudit. 27 Carolus (I) Angliae rex. Ant. van Dijck pinxit C. Danckerts exc. 36 Franc. Guil. episc. Osnabrug. Met 4 reg. Lat. onderschrift van Bemh. Rottendorff. 45 Muley Hamet Imperator Maroci. M. 5 reg. onderschrift. 46 Rob. Sherley, M. Sophi legatus ad Paulum V. P. M. G. f. 47 Phil, de Monte. 1594. Raph. Sadeler sculpsit. 48 Elisabet Angliae reg. Crispin, de Passe excudit. 49 Antonia Lotharingica due. Cliviae. Crisp. Passae caelator ad vivum depinxit Coloniae 1599. 50 Elisabetha Lotharingica. 1603. Crisp, van de Passe excudit Coloniae. 51 Anna conjux Philip. Ludov. Palatinae. (C. de Passe sc.) 52 Sybilla filia Guilhelmi Jul. et Cliv. ducis. 1598. Crispin van de Passe imprimit. 53 Ernestus march. Brandeburg. Met merk C. v. P. 54 Marchionis Badensis uxor. Crispin van de Passe exc. ss 66 Effigies Regum Anglorum. Are to be sould by Robt. Peake (in London). 8°. obi. 24 portr. op 12 bl. (1 blad ontbr.) 67 Magdalena conjux Joan. Pal. Bipon. dux. (C. de Passe sc.) 68 Catharina Borbonia Henrici IV soror. Crispin de Passe excudit. 60—77 (Portraits de Löuis XIII et sa cour). Mich, van Lochom fecit et excud: 16 portr. op 8 bl. in 8° obi. (1 ? blad ontbr,)
295 78 Ludoica Juliana com. Nassov. Crisp, de Passe impr. (Beschadigd). 79—82, 85, 89—94, 97—m, 114—117, 119—128, 136—139, 141, 143, (Princes, Hommes d’état etc.) B. Moncomet excudit. 83—84, 86, 87, 130 (Princes divers). Mariette excudit. 88 Henricus III Franc, rex. Franc, van den Wyngaerde excudit. 95 Henricus Walliae princ. Crisp, vande Passe excudit. 96 Anna Angliae regina. 1604. Crisp, de Pass. f. et excud. Colon. 112 Simon Dissy laic Cap. 1643. I. Couuay Nepos sculpsit et excud. 113 Ange de Joyeuse Capuchin. 118 Charles de Gontaut de Biron. Tho de Leu fc. 129 Pierre de Broussel, Conseiller du Roy. 131 (Ongen. graveur.) N. van der Horst in. Lucas Vorsterman scul. 132 (Ongenoemde.) N. V. Horst in. Cor. Galle f. 133 (Ongenoemde meit devies: Hoc virtutis opusi. N. V. Horst in. C. Galle f. 134 Ambr. Spinola. Crispin de Pas excu. 1 35 Jean Conte de Tilly. N. van der Horst in. Luc. Vorsterman scul. 140 Anna Poloniae regina. Crispin van de Passe excudit. 142 Albertus archidux. Anton. Wierx fecit. 144 Wolfgangus Wilhelmus com. Palat. Merk C. v. P. 145 (Ongenoemde. Randwerk weggesneden.) Aetatis suae 3T. 146 Anna Cathar. Althuysen, huysvr. van Bernh. Schotanus. 147 Margarita Schotana, dochter van B. S. 1644, 148 Ongenoemde in politieke kleeding, staande geplooide kraag, kort haar. Proefdruk vóór de letter. Door H. Wierix? [Portretten van Nederlandsche predikers. In kl. fol.] 1 Sam. Bartholdi aet. 66. Amst., M. Jz. Brandt. 1642. 2 Nic. Nomius. J. Matham fecit D. V. Lijnhouen impensis. 3 Gratianus Cornelii. W. C. Heda pinx. J. V. Velde sculp. C. Koning excudit. 4 Wem. Helmichius (met 8 reg. onderschrift) C. Dankert exc. 5 Joh. Hochedaeus. A Vinck pinxit. W. Delff sculp. 6 Joh. Hallius. W. Delff sculp. 7 Pt. Plancius (met 7 regels onderschrift) overl. 1622. 8 Joh. Wtenbogardus. P. Moreelse pinxit. W. Delff sculpsit. 1619. 9 Casp. Pfeiffer. Theod. Matham sculp. 1644. C. Caspari excud. 10 Luc. Ambrosius aet. 56. Met merk van C. J. Visscher. 11 Joh. Ambrosius aet 53. Met merk van denzelfden. 12 Franc. Gomarus, anno 1608 out 45 jaer. C. Danker, exc. 13 Dierck Philps (sic). C. Koning sculpsit et exc. C. Dankerz exc. 14 Hans de Ries. M. Mierevelt pinxit. W. Delff sculpsit. 15 Sim. Episcopius. S. Savry sculps. P. Walschaert excud. 16 Ed. Poppius 1619 aet. 42 (aldus in het randschrift.) Het onder schrift luidt: „geschildert a°. 1618 out 41 jaren.” (W. Delff sculpsit.) 17 Harb. Tombergius. M. Mierevelt pinxit. W. Delff sculpsit. 18 Lubbert Gerritz. M. Mierevelt pinxit. W. Delff sculpsit. 19 Abr. Dirckssen. C. de Pas del. P. de la Burgh excudit. 3° Joost Hendrickzen, ob. 1644. J. Rieuwertz excudebat,
296 HISTORISCHE PLAATWERKEN (INTREDEN, BEGRAFENISSEN ENZ.); KOSTUMEN. Du Puys, Romy, La tryumphante et solemnelle entrée faicte sur le nouuel et ioyeux advenement de Charles prince des hes- paignes etc. En la ville de Bruges lan 1515 le l8f iour dapuril etc. [Paris], Gilles de Gourmont. S. a. fol. Av. pl. Entrée. — La magnifica et triumphale Entrata del Chr. Re di Francia Henrico II nella citta de Lyone alli 21 di Sept. 154^- Colla particulare descritione della Comedia che fece recitare la natione Florentina. Lyone, G. Rovillio. 1549- 4°- C. fig. Grapheus, Com., Spectaculorum in susceptione Philippi Hisp. princ. an 1549 Antverpiae aeditorum mirificus apparatus. [Ant- verpiae, pro Petro (Coeck) Alostensi, typis Aeg. Disthemii. 1550]. fol. C. fig. Bijgevoegd: „Protraict (sic) de la Tombe posée en Anuers le 6 Dec. 159 8 au grand coeur de 1’Eglise cath. de nre Dame k la célébr. des Exeques de Philippe le 2” etc. met adres van A. H u b e r t i. Grapheus, Corn., La tresadmirable entree du Prince Philipes, prince d’Espaignes etc. ensemble la vraye description des specta cles, theatres, archz triumphaulx etc. en la ville d, Anvers, Anno 1549. Premierement composee et descr. en langue Latine et de- puis trad. en Franchois. [Anvers, pour Pierre Coeck d Alost, par Gilles van Diest. 1550]- fol. Av. pl. La feuille L iij manque. Thurnier Buch. Von Anfang, ursachen, ursprung und her- kommen der Thurnier im heyl. Röm. Reich teutscher Nation etc. [Von Ge o. Rüxner. Vermehrte Ausgabe]. Mit neuwen Figu ren, sonderlich auch der Adelischen Wappen zugericht etc. Franckfurt a. M., S. Feyerabend. 1566* 2 Th. l vol. fol. Vol. I: (VI), 243 et (3) R —Vol.II: Thurnier Buch. Warhafftige Beschreibung aller kurtzweil und Ritterspiel so Maximilian Künig zu Beheym in der Statt Wien lassen halten. (IV) et 8 ff — De platen zqn van Jobst Amman. [Hogenberg, Fra., Afbeeldingen van veldslagen, belegeringen en andere gebeurtenissen in Europa, in 1535—1607. Met Hoog- duitschen, sommige ook met Franschen tekst. Keulen, omstr. 1570?—1607. fol. obl.] Dit exemplaar behelst de volgende nummers bij Muller vermeld: 2 12,19 44, 46-49, 56, 62, 63, 66—70, 72-77. 80—83, 87—93, 98. 101, 103, 104, 108, 114, 115, 117—139, 141—43, 146. 148—151. 153. 155. 156, 162—66, 168—70, 18I—249. 253—269. 271—342 , 344—50 , 352—368, 394, 399. Aan het slot: Afbeeld, van ’t beleg van Larache in Afrika in 1610, met Lat. beschr. Augsburg, Dom. Custos. 1611.
297 38 Fendt, Tob. — Monumenta sepulcrorum cum epigraphis ingenio et doctrina excellentium virorum aliorumque, tam prisci quam nostri seculi, eet. Per T. F. in aes incisa et aedita. Vratislav. 1574. fol. 125 platen in koper gesneden. Entree (La joyeuse et magnifique) de M. Fran^oys fils de France etc. due de Brabant, d’Anjou, Alencon, Berri, etc. en sa ville d’Anvers. Anvers, Chr. Plantin. 1582. fol. Avec 21 planches chiSrées. Narratio (Brevis) quomodo Henricus IV Franciae rex hereseos absolutionem obtinuerit, eet. Add. sunt aeneae sculpturae Sculp- serunt Crisp. Passaeus et Sim. Novellanus. Colon. Agr., L. Andreae. 1596. fol. Hogenberg, Fra., et Sim. Novellanus, Res gestae Friderici II Daniae Regis, aeneis tabulis sculptae ac expressae. S. 1.1589* fol. Portret en 15 platen in fol. obl. [Pompa funebris etc. Pompe funèbre k Nancy, au transport du feu Prince Charles III due de Lorraine etc. Cl. de la Rue 11 e in ventor. Fred. Brentel fecit. Herm. de Loye excudit.Nancy, vers lóll. fol. obl.] Seulement le Convoi en 48 planches. Entrée. — L’ordre tenu au marcher parmy la ville de Nancy a 1’entrée du Prince Henry II due de Lorraine le 20 Apvril 1610 etc. Cl. de la Ru e lie inventor. Mt. Meryan fecit. (12 plan ches). fol. obl. Comme son Alt. de Lorraine M. le Due Henry II du Nom va k 1’Eglise etc. C. D. L. Rfuelle] inventor. Frid. Brentel fecit. Herm. de Loye excudit Nancei in Majo lóll. (4 planches), fol. obl. Bescbribung der Begrebnuss Herren Johan Wilhelm hertzogen zu Gulich, Cleue und Berg etc., gehalten zu Düsseldorf den 30 Oct Anno 1628 etc. [Von Adolph vom Kamp. Düsseldorf 1629] fol. obl. Bovenstaande titel ontbreekt hier en is van een ander exemplaar overgeno men, — Opdracht en „kurtze erzehlung” 9 blz. m. signatuur A—E. Daarop volgen 45 platen in koper gesneden, waarvan 3 op dubbele bladen. Relatione delle feste fatte in Roma per 1’elettione del Re de Ro mani in persona di Ferdinando III. [Da Teod. Amideni]. Roma, Lod. Grignani. 1637. fol. Met 22 platen, waarvan 3 geteekend I, 2 get. VIII, 3 get. XVII.
298 Barlaeus, Casp., Medicea hospes sive descriptio publicae gratu- lationis qua Reginam Mariam de Medicis excepit Senatus popu- lusque Amstelodamensis. Amstelod., J. et C. Blaeu. 1638. fol. Met platen naar C. L. Moyaert en S. de Vlieger? door S. Savry? Dit exemplaar behelst slechts plaat 2—5* 7—14 en 16. Besch.rivin.ge vande blyde Inkoomste, rechten van zeegebogen en ander toestel op de wel-koomste van H. Majesteyt van Groot- Britanien tot Amsterdam, den 20 May 1642. Amsterdam, by Nic. van Ravesteyn, voor Pt. Nolpe 1642. fol, Met 10 platen, gegraveerd door Pt. Nolpe, de'groote naar teekeningen van J. W. Boelens, A., De zes Vertooningen die op de Schouburg vertoont zijn den 23 Junij 1648. Amsterdam, T. Houthaak. 1649. fol. Zes platen met de bijschriften geëtst door Sal. Savry naar Isaac Isaacsz. Valdor, Jean, calcographe du Roy. — Les Triomphes de Louis le juste XIII du nom, roy de France etc. réprésent. en figures aenigmat. exposées par un poëme heroique de C h a. B e y s et accomp. de vers Frangois par P. de Corneille. Avec les portraits des rois, princes et generaux etc. et 'leurs devises etc. par Hen. Estienne. Ensemble le plan des villes, sieges etba- tailles etc. avec un abrégé de la vie de [Louis XIII] par Réné Barry. Le tout trad. en Latin par J. Nicolai. Ouvrage en- trepris et finy par Jean Valdor. Paris. A. Estienne. 1649.fol. [Mausolea saec. XVI, XVII. 27 Tabulae in aes incisae, cum inscription, versibus Latinis mss. fol.] Habitus. — Omnium fere gentium nostraeque aetatis nationum habitus et effigies. In eosdem Jo a. Sluperii epigrammata. Adj. Gallica tetrasticha. Antverpiae. J. Bellerus. 1572. 8°. Triaignia. S. Caesar. Majestatis, Principum Electorum ac aliquot illustrissimarum et aliarum familiarum, formis artific. expressa: addito cuique peculiari symbolo et carmine octasticho [auctore Phil. Lonicero], cet. His adjecta sunt vacua scuta, cet. Francof. ad M. [ap. Geo. Corvinun, impensis Sig. Feyeraben- dii]. 1579- 4°- 120 ff met 233 houtsneden van Jobst Amman en anderen, voor kleder drachten van dien tijd merkwaardig. Bruyn, Abr. de. — Omnium pene Europae, Asiae, Aphricae atque Americae gentium habitus. Habits de diuerses nations etc. Trachtenbuch etc. Abr. de Bruyn excudit [Antverpiae]. A°. 1581. fol. 64 platen in fol. obl.
299 Amman, Jud. — Cleri totius Romanae Ecclesiae subjecti seu pontific. ordinum habitus, artific. figuris, quibus Fra. M o d i i octosticha addita sunt, a J. A. expressi. Addito libello ejusdem F. M. in quo cujusque ordinis ecclesiast. origo, progressus cet. delineatur. Francof., Sig. Feyrabendius. 1585. 4 0 . Amman, Jud. — Gynaeceum sive theatrum mulierum quo prae- cipuarum nationum foemineos habitus videre est, artific. figuris expressos a J. A. Additis octostichis Fra. Modii. Francof., Sig. Feyrabendius. 1586. 4 0 . Bertelli, Pt., Diversarum nationum habitus, nunc pr. editi. Quib. addita sunt Ordo Romani imperii ab Othone II institutus, Pompa regis Turcarum et Personatorum vestitus varii quorum est in Italia frequens usus. Patavii. 1591. 8°. Opdracht aan Wolfgang Ludov. ab Hutten met zijn wapen, 3 ff. Platen No. 1—104 (Pars I), No. I—78 (Pars II), Pompa regis Turc. (2 ff. dupl.) Papa Rom. et Curia (f. dupl.) — Additio ad II superiores libros de habitibus diversarum natio num. S. 1. et a. 8°. Met 79 afbeeldingen. Weigel, Hans. — Habitus praecipuorum populorum tam viro- rum quam foeminarum, olim J. W. arte depicti et excusi, nunc denuo recusi. Das ist Trachtenbuch etc. durch H. W. Form- schneider zu Nürnberg. Ulm, Joh. Görlin. 1639. fol. Titel, Opdracht, 219 Platen. Aan het einde eene houtsnede die de prediking van Johannes den dooper voorstelt. La Chappelle, Geo. de, Recueil de divers portraits des princi- pales dames de la Porte du Grand Turc, tirée au naturel sur les lieux. Paris, Ant. Estiene. 1648. fol. Met 12 afbeeldingen. „G. La Ch. pinxit.” [Gheyn, Jac. de, Gemaskerden]. Assuw. Londerseel ex- cudebat. N°. l—9, zonder titel. fol. PLAATWERKEN VAN VERSCHILLENDEN AARD. Luther, Ma., Enchiridion piarum precationum, cum Passionali ut vocant, quibus acc. novum Calendarium [auctore E r a s m o Reinhold], cet. Wittembergae, [Joh. Lufft]. 1543. 8°. Met 50 houtsneden.
3oo leones historiarum Vet. Testamenti, ad vivum expressae [a Hans Holbein], emendatiores factae, eet. Lugduni, J. Frellon. 1547- 4°. min. Au dessous de chaqne planche se trouve un quatrain en Franqaisde Gilles Corrozet. Solis, Vergilius. — Biblische Figuren desz Alten Testaments, gantz künstlich gerissen durch —. Frarickfurt a. M. [Dav. Ze- phelius, Joh. Rasch und Sigm. Feyerabend]. 1562. 4 0 . obi. — Biblische Figuren desz Neüwen Testaments, gar künstlich ge rissen durch —. Ibid. 1562. 4 0 . obi. Cogelerus, Joh., Imagines elegantissimae ad intelligendos doc- trinae Christianae locos, eet. [Witebergae, J. Crato]. 1568. Pars I; 1564. Pars II; 1565. Pars III; 1567- Pars IV; 1567. Pars V. In b vol. 8°. leones biblicae, praecipuas S. Scripturae historias representantes, etc. [Met Lat., Fransche, Engelsche, Duitsche en Holl. bijschrif ten, de laatste van R. Anslo.] Amsterdam, C. Danckertz. 1648. (3 din. l bd.) 4 0 . obi. Rosarium sive Psalterium B. Virginis Mariae, a T. W. A. edi- tum, eet. Antverp., J. Keerbergius. 1604. 12°. Platen naar M. de Vos door J. Collaert. Cavalleriis, Jo. Bapt. de, Ecclesiae Anglicanae trophaea sive sanct. martyrum qui mortem in Anglia subierunt passiones, Ro- mae in Collegio Anglico per N i c. C i r c i n i a n u m depictae, nuper autem per J. B. de C. aeneis typis repraesentatae. Romae, B. Grassus. 1584- fol. Titel en 35 platen. Cavalleriis, Jo. Bapt. de, Ecclesiae militantis triumphi sive Deo amabilium martyrum gloriosa pro Christi fide certamina prout opera Patrum Societ. Jesu Collegii Germanici et Hungarici moderatorum, in Ecclesia S. Stephani Rotundi Romae Nic. Cir- ciniani manu visuntur depicta, a J. B. de C. aeneis typis ex- pressa. Romae, B. Grassus. 1585- fol. Titel en 31 platen. Bijgevoegd 4 platen „de triumpho Christi in mortem.” Cartari, Mar. — leones operum misericordiae cum Jul. Ros- c i i H o r t i n i sententiis et explication. Impensis B. Grassii in- dicebat Romae M. C. 1586. 2 pt. fol. Titel en 16 platen. Statuta hospitalis Hierusalem [edita a Ptolem. Veltronio. Romae 1588]. fol. Met 31 platen doot Phil. T h o m a s s i n. — Op’t einde Index met jaar 1588.
3oi Mair, Wilib., Vita Aurelii Augustini Ecclesiae doctoris iconibus olim illustrata, rudiori nunc calamo explicata. Ingolst., W. Eder. 1631. fol. Esbatement moral des animaux. [Gravures de Marcus Ghee- raerts avec vers Francais de Pt. Heyns.] Anvers, Phil. Galle. [Chez Ger. Smits. 1578]- 4°- 125 platen De eerste uitgave met holl. tekst van 1567 zou er slechts 108 behelzen. Amman, Jod.— Künstliche wolgerissene new Figuren vonaller- lai Jagt und Weidwerck. Durch Jost Ammon. Darzu mit Latein Verzen und Teutschen Reimen erklaret. Frenckfurt a. M. [Sigism. Feyerabents Erben]. 1592. 4°. Collaert, Adr. — Avium vivae Icones, in aes incisae et editae ab Adr. Collardo. S. 1. et a. 4°. i6 platen. Hollar, WenC., Animalium ferarum et bestiarum, florum, fruc- tuum, muscarum, vermiumque icones variae ad vivum delineatae. A new and perfect Book of Beasts, Flowers etc. London, Pt. Stent. 1663. fol. obi. Titel en 9 platen. Bijgevoegd: Icones avium, num. 2—24. Bruyn, N. de. — Libellus varia genera piscium complectens. N. d e B. fecit. F. v. B e u s e c o m. excudit. S. a. fol. obi. 13 platen. Aesopus. — Esopi appologi siue mythologi cum quibusdam car- minum et fabularum additionibus Sebast. Brant. [Basileae, Jac. de Phortzheim. 1501]. fol. C. fig. Signat. a—s, A—M. De houtsneden in het eerste gedeelte (Aesopus) zijn in een geheel ander genre dan die in het tweede. Vite (Le) de’ filosofi cavate da Laertio et altri. Adornate di figure di Gios. Salviati. Nuovam ampliate. Vinegia, G. Brugnolo. 1602. 4°. Houtsneden in den tekst. Philostratus. — Les Images ou Tableaux de platte peinture des deux Philostrates sophistes Grecs, et les Statues de Ca 11 i- strate. Mis en Francois par BI. deVigenere. Reueus et corr. sur 1’original et représ. en taille douce. Avec des épigr. par Art. Thomas sieur d’Embry. Paris, Seb. Cramoisy. 1637. fol. Platen door Jaspar Isac, Léon Gaultier en Th o. de Leeu. Ovidius Naso, P., Metamorphoseon figurae elegantissimae. Fran- cof. apud Joh. Ammon. 1650. 4 0 . Titel (M. M e r i a n fecit) en 16 platen.
302 [Caravagio, Polyd. de, Sabinarum raptus etc., tab. aereis in- sculpta a Cherub. Alberti. Romae 1628. fol. obl.] 11 platen waarvan vijf op dubbele bladen. VaenillS, Oth.0, Batavorum cum Romanis bellum, a Com. Ta- cito descriptum, figuris nunc aeneis expressum. Antverpiae, ap. auct. 1612. fol. obl. 36 platen door AU. Tempest a. Tab. 12 ontbreekt. Figuren. — Ne we künstliche wohlgerissene vnnd in Holz ge- schnittene Figuren. Von Albrecht Dürer, Hansz H o 1- beyn, Hansz Sebaldt Böhem, Hansz Scheuflin vnnd andern Teutscher Nation fürtreffl. Künstlern mehr etc. Franckfurt a. M., Vine Steinmeyer. 1620. 4 0 . obl. Signat (A)—Yy. Aan ’t eind het jaartal 1619. De platen tot Ii met onder schrift in duitsche verzen. [Plakboek van de zestiende eeuw, behelzende uitgeknipte af beeldingen van planten, dieren, bedelaars, kostumen, enz. fol.] Van de titels der prentwerken hiervoor gebruikt is alleen behouden: „Livre de petits enfans, gravé en eau forte après l’invention de Corn. Holstein.” [Prenten (Verzameling van) van de XVIe en XVIIe eeuw. In 3 kunstboeken, waarvan 1 in plano en 2 in fol. obl.]. 1—18 Encomium musices quod ex sacris litteris concinnabat Phil. Gallaeus. Iconibus exprimebat Jo. Stradanus. Versibus illustrabat Jo. Bochius. [Sculpsit Adr. Collaert], Antverpiae, Ph. G. jo—33 (Jachten door) Ant. Tempesta. Met twee opdrachten, een door hem zelven geteekend (Calistus Ferrante for. Roma 1609), een geteekend Vivot. (Decascis scrip. Firens sculp. Parigi 1627). 34) 35 (Voorstellingen uit het N. Test.) Joan. Stradanus inuent. Carol, de Mallerij sculp. Phis. Galle excud. 36 (Voorstelling uit Genes. 42.) Bis quinos fratres etc. Sign. 6. Sine nom. 37 111. Domino Pt. Seguier Galliae Cancell. (Wapen met de figuren Justitia en Prudentia). Simon Vouet inven. M. Lasne fecit et ex. 38—43 Slooterdyck; ’t Gemeen-Lands Huys; Sparendam ; Den Over toom; Amsterveen; Ouderkerck. (Dorpen waar het krijgsvolk van Willem II ingekwartierd was, tijdens het beleg van Amsterdam. Naar G. Roghman. Zie: Muller, Ned. Historiepr. N°. 2007). 44 Designation des Seances du Cambresis. I. Carpentier invenit. C. Belkin sculpsit. 45, 46 Effigies Angeli S. Annuntiationis et B. Virg. Mariae. Joan. Stradan inuen. Theodoras Galle sculp. Phis. Galle excud. 47—51 Virtutes Jesu Christi etc. Mart. de Vos fig(uravit) Joa. et Raph. Sadeler sculps. Dedic. a. 1588. e 2 —60 Vita Christi. Mart de Vos inuentor. Adr. Collaert sculpsit Sadler excudit (I, V—VIII, IX—XII). 61—73 Triumphus martyrum. M. de Vos inuent. Crisp, vande Passe sculpsit. Sadeler excu.
303 74 Dira ferens Christus etc. M. de Vos inue. Aux 4 vents. 75—78 Typus divinae indulgentiae eet. Mar. de Vos inuen. (Adr. Collaert sculpsit). Phls. Galle excudit. 79—82 Apostoli et Credo. P. Vos (sic) inven. P. a Me(ricasculpsit). Cock excudit. 1568. 83 (Voorstelling uit 2 Paralip. 33.) Qui postquam coangustatus etc. Sign. 5. Mar. de Vos inuentor. Phls Galle excudit. 84—91 (Ornamenten voor goudsmeden). Paulus Birckenhulz fecit.- 92—96 (Idem). Henricus Toutinus aetatis suae anno 14. A. Chas- teaudun. 1628. 97—102 (Modellen voor messenheften). Mich. Blondus fee. et[excud. Amstelodami. S. Savrij excudit. 103—ito (Modellen voor niellure). Guilhelmus de la Quewellerie fecit A°. Dui 1611. S. Savrij ex: Amster. in—114 (Ornamenten voor goudsmeden door Mich. Le Blon). 115—121 (idem door A. Muntinck). 122 (Ornament.) Blon Fecit. 123—132 (Modellen voor juweliers). Daniel Mignot fecit hoc Au- gustae Vindelicorum. 1593. 133—157 (Ornamenten en Miniaturen door Theod. de Bry, mee- rendeels in ovaal). 158—174 (Ornamenten voor juweliers en goudsmeden). D. M. (Da niel Mignot) F (fecit). 17S— r &4 Monilium, bullarum inauriumque arlificiocissimae (sic) icones. Joannis Collaert opus postremum. Theodoras Gallaeus excudebat. 185—190 Livre de fleurs et de feuilles pour servir è. 1’art d’orfeve- rie invanté par Frangois Le Febvre maistre orfevre k Paris. Bal thazar Moncornet fecit et excudit. F. L. D. Ciartres excud. 191—196 (Modellen voor juweliers). Hans Georg Mosbach invent. Balthasar Moncomet fecit et excudit. 1626. ' 197— 202 (Idem). Anthoine Hedouyns inventor. Balthasar Moncornet, fecit et excud. 1633. 203—208 (Idem). Met monogram D. O. 2 09— 2I 4 (idem). Baltasar le Merset inuentor. Baltasar Moncornet fecit et excua. A°. 1626. 215— 2 (8 Aurora, Meridies, Vespera, Nox. M. de Vos inuent. Adrian. Collaert sculp, et excud. 219—222 Ver, Aestas, Autumnus, Hiems. M. de Vos inventor. Adrianus Collaert sculpsit et excudit. 223—226 Europa, Asia, Africa, America. M. de Vos invent. Adrian. Collaert sculps, et excudit. 227—230 Diligentiae et sedulitatis typus; Negligentiae et socordiae typus; Miseriae et egestatis typus. Felicitatis et opulentiae typus. Martin de Vos figur. Crispian de Pass sc. et exc. Dedic. Georgio Brain Agrippinati. 2 3i— 2 37 Flora, Ceres, Pomona etc. Sign, r, 3—8. F. Floris in uentor. H. Cock excudebat. 2 33— 2 4i- Ver, Aestas, Autumnus, Hiems. H. Cock excudebat. 1568.
242 (Christus aan de geeselpaal). Dion. Calvart pinx. Jac. Matham sculp. H. H(ondius) exc. Bartsch N°. 84. 243—246 (Evangelisten) B. B. F. (Balthasar Bos fecit). Cock excu. 1551. 247 (Landschap). Abraham filij immolationem parat. Cock fecit. 248 (idem). Comité divino Tobias proficiscitur. Cock fecit 1558. 249 (idem) Judas nurum suam Thamar comprimit. Cock fe. 250 (idem) Samaritanus a latronibus vulneratum medicat. Cock ex cud. 1538. 251 (Landschap met de bergrede enz., behoorende bij de twee vol genden). H. Cock excu. 252 (Landschap). Salue Antoni. Monogram L. G. (Lucas Gassel van Helmont?) H. Cock excud. 253 (idem). Hieronimus in deserto. Hetzelfde monogram. H. Cock excud. 254—58 (Landschappen naar) H. Bol. Op drie: H. Cock excu. Een met 1562. 259 (Fontein). Aurea qua celsis surgit Floxentia muris, etc. Joan nes Stradanus Inuentor. L. B. (?) 1575- 260 (Farao’s leger verdrinkt in de Roode Zee). Cochin fe. Le Blond excud. 261 (Marcusplein). Urbs Venetum ut nulli cedit etc. Ludov. Pozose- ratus Fland. pinxit. 1585. Venetiis Justus (sic) Sadeler formis. 262 (Boerenkermis). Die boeren verblijen hun in sulken feesten enz. Rechts: Bruegel. Links het monogram F. B. Achter’t onder schrift: de mumpere Excu. 263 (Kop uit fantastische figuren samengesteld, met kardinaalshoed). Z. naam. 264 (Haring waarop figuren en letters geteelcend zijn, aldus zoo het heet in 1597 bij Drontheim gevangen). Met ioregelig.duitsch onderschrift: Die hohe grosse über die Weisheit etc. 265—299 (Equile Joannis Austriaci Caroli V Imp. f.) Joan. Strada nus invenit. Hieron. Wierix, Adr. Collaert, H. Goltzius sculps. Phis. Gdle excudit. Bartsch III p. 89. 300 (Emmaüsgangers). Discipuli agnoscunt, dum panem frangit, Je- sum etc. H. Goltzius Inuent. I. Matham sculpt. (Bartsch 102). 301—308 (Krijgsbedrijven van Giovanni de’ Medici). Johannes Stradanus inuentor. Phil. Galle et Henr. Goltzius sculps. Sign. i—8. Bartsch III p. 87. 309—312 (Verheffing van Cosmo de’ Medici tot groothertog). Joan nes Stradanus inuen. Phil. Galle (sculpsit et) excud. 1582. 3I3 —320 (Krijgsbedrijven van Cosmo de’ Medici). Johan. Strada nus inuentor. Phls. Galle fecit. 3 2i—324 Ver, Aestas, Autumnus, Hyems. Mt. Merian Inuentor. Michel van Lochom excu. 325—345 (Verschillende kleine landschappen) Mt. Merian Inuentor. Mich, van Lochom excu. 346—349 (Landschapjes in breed ovaal naar Mt. Merian) Moncor- net fe. et ex. 350—357 (Maanden van ’t jaar). M. Merian fecit. P. Aubri excudit.
305 39 358—360 (Sources, avec figures et des vers Francais). N. de Son fecit. Mich, van Lochom excu. 361, 362 (Landschappen, door Meyer). Marco Sadeler excudit. 363—374, 440—444 Landschapjes in verschillende grootte) Bal thasar Moncomet excudit 1626. 373 (Schansen aan de Schelde). E. V. Velde fecit, I. P. Beeren- drecht excud. 376—378 (Landschapjes door S. SavTy). 37^—382 (Landschapjes). Moncomet excud. 383 Suratte. A. Matham fecit (Uit het Journaal van Pt. van den Broecke). 384 Hans de Schaffer. P. Goos excudit 385 (Mythologische voorstelling met tooneeldekoratie, z. naam.) 386—388 Ver, Aestas, Autumnus. Joh. Stradanus inuentor. Phis. Galle excudebat. _ • 389 Sol decus ac oculis mundi etc. Joh. Stradanus inuentor. Phil. Galle excudebat. 350—53 (Daden van Romeinsche vrouwen). Joann. Stradanus in ventor. Phis. Galle excudit. Geteek. 1—6. 356—401 (Dezelfde onderwerpen). Joannes Stradanus Inuent. P. Fur- nius fecit. Anverpiae Apud Viduam Hieronymi Cock 1373. Ge teek. 1—6. 402—439 Venationis, Piscationis et Aucupii typi. Joannes Bol de- pingebat. Philip. Gallaeus excud. Geteek. 1—47* (Ontbr. 2,3, 7—10, 33. 35. 36)- 440—444 Zie bij 3 6 3~74 : . „ „ _ , , . , 445—446 (Landschappen in klein ovaal). M. van Lo(chom) excud. 447 (Schepen op zee, in klein ovaal). 448 (Tijger door Commodus gedood). Pensilis e cauea etc. Joan. Stradanus inuent. Phis. Galle excud. 445—458 (Jachten). Joan. Stradanus inuent. Joan. Collaert sculp. Phis. Galle excud. 455—454 (Jachten, met voorbericht: Ad lectorem). Johannes Stra- densis Flandrius inuen. Philippus Galle sculp, et excud. 157^- Geteek. 1—12, 17—20, 23—44. 455—500 (Groote Jachten). Joannes Stradanus inventor. (Herman Muller sculpsit). H. Cock excud. 1370. 501 (Amazonengevecht). Antonius Tempesta Inuentor et fecit Anno Iubilei 1600. 502 Hebraeorum victoria ab | (Linker-blad van het gevecht met de Amalekieten door Ant. Tempesta). 303 (Kaïn verslaat Abel. Linkerhoek beschadigd. Naar Comelisvan Haarlem door Herm. Muller.) Rechts: Harm. Muller excudebat Amsterodamj. Bartsch. 29. 304—332 (Paarden). Ant. Tempesta invent. R. de Baudous, Egb. van Paendren (et Sim. Frisius) sculps. C. J. Visscher excud. Geteek. 1—27, 29, 30. 533—54° (Paarden, zeer klein. Geteek. 3, 4, 7,11,12,14,16, 20). 541 (De heks. Ets van A. Teniers).
306 544—550 Animalium quadrupedum varij generiis effigies, eet. ta- .bellis aeneis incisa per Nicol. de Bruin, public, per Ahasv. van Londerseel. (1594) 12 0 obl. 551 (Adam en Eva). H. Goltzius Inuentor. I. Sanredam sculp. A°. 1597. Bartsch. N°. 40. 552—58 (Schepen). F. H. (Frans Huys sculpsit). Bruegel (invenit). 559—561 (Schepen, één met naam H. Cock, één met jaar 1565). 562—567 Decalogus cum acerbissimis praevaricatorum poenis. M. de Vos inven. Adrian. Collaert sculp. Phis. Galle excud. Sign. (I), II, IIII—VII. 568 Afbeeldinge ende korte verklaringe van datter ’t voorleden jaer (1598) ghepasseert is in de Landen van Gulick, Kleef etc. Met een prophesie van datter noch apparentelijck te passeren staet. (Zinneprent; tekst in vier kolommen). 569—570 (De zeven hoofddeugden met titelplaat voorstellende de wijze en dwaze maagden). P. Brueghel inv. (Phls. Galle sculp sit). H. Cock excud. Op de Charitas het jaar 1559. 577—581 (De Zeven hoofdzonden. P. Breughel inv. P. k Me(rica sculpsit). H. Cock excudit. 1558. (Ontbr. N°. 6 en 7.) 582 (Tentatie van den H. Antonius. Naar Pt. Brueghel door Pt. k Merica). Cock excud. 1556. 583 (De Magere keuken). Ou Maigre os le pot mouue etc. Brueghel inue P. k Me(rica sculpsit). H. Cock ex. 1563. 584 (De Vette keuken). Hors dici Maigre-dos etc. Pt. Brueghel inue. P. k Me(rica sculpsit). H. Cock excud. 1563. 585 (De Vastenavond). Masquers entrez etc. Hiero. Bos Inuentor. P. è, Me(rica sculpsit). H. Cock excud. 1567. 586 Niemant en kent hem selven. Nemo non quaerit etc. (Naar Pt. Brueghel door Pt. k Merica). H. Cock excud. 587 Wel aen ghy Spaerpotten, Tonnen en Kisten enz. P. Bruegel Inuent. P. k Me(rica sculpsit). Aux quatre Vents. 588 D. Jacobus diabolicis praestigiis ante Magum sistitur. Brueghel inuent. (Pt. è, Merica sculpsit). Cock excud. 1565. 589 Mopso nisi datur, quid non speremus amantes. Bruegel inuen tor. P. k Me(rica sculpsit). H. Cock excud. 1570. 590—594 Litis abusus. H. G(oltzius) fecit. H. H(ondius) excud. 1597. Bartsch 117 a—124 a. (N°. 4, 7 en 8 ontbreken). 595—605 (De 12 maanden). Ant. Tempesta invenit. Just. Sadeler (sculpsit et) excudit. N°. 1 ontbreekt. 606 (Titelplaat door Simon Frisius). 607—610 (Boerenverdriet.) D. V(incke-)Boons Inue. B. k Bolsuerd excu. 1. Hou boer doet op enz. 2. Ja vertwijfelden boer enz. 3. T’sa schelmen sa, sa enz. 4. Siet nu hoe 'den trefues alles verkeeren gaet. 611, 612 (Eene vrouw laat een bedelaar overrijden; De Vrouwen van Weinsberg. Door H. Hondius). 613—618 (Fabel van den ouden man, den jongen man en den ezel, met titel: Omnibus haud possit etc.) Amb. Francken in uent. Carol, de Mallery sculp. Phis. Galle excud.
307 6ig—630 (Acta Caroli V). M. Heemskerck Inuentor. D. V. Cueren- hert fecit. Cock excud. 1556. Geteek. I—XII. Met onderschrif ten in ’t Latijn, Ital. en Fransch. 631—634 (De vier Jaargetijden). Ant. Tempesta inuentor. Pt. de Jode excud. Sign. 1—4. 635 (Heksentooneel). Nugae fraudesque mere sunt semina diffiden- tium etc. Tis al droom en bedroch wat hier den godloosen saeyt enz. Adr. Hubertus excu. 636 (De lustige schoenmaker door zijne vrouw bekeven). Ce faquin fol Auare etc. M. de Vos invent. P. van der Borcht f. I. Bapt. Vrints excud. 637 Ghij Jonghe gesellen houdt v int vrijen cloeck | Want ghij siet dat hier seuen vrouwen vechten om eens mans broeck. loos de bosscher excudebat. 638 (Hetzelfde onderwerp). Traités modestement Amoureuse cohorte etc. Daer de wyfs vechten en ghebreeckt gheenen tier etc. Z. naam. 639 Des geistlichen Ordens andacht. Ordinis romani devotio. An fruch- ten wird der Baum erkannt etc. Bijgeschreven de naam M. Gruter. 640—43 (Triomfwagens). M. Heemskerck inv. (D. V. Cuerenhert sculpsit). H. Cock excu. Alleen N°. 5, 6, 7, 8. 644 Soo Vuyl sause soo wilt die aeyeren plansen enz. (Vuyl Sause en Lippe Loer). H. Cock excude. 645 (Gemak). Vroch gesocht by tyts geuonden etc. P. D. Jode fe. Hans Jacops excu. 646 Bona Intentio, Discordia. (Zinneprent, onderschrift in ’t Holl. en Duitsch; daaronder de regel: Quid jam ultra etc. Z. naam). ^47 O ghy valsche ketters dit wil ick strycken enz. (De geestelijken, die de kerkschatten verspelen enz. Spotprent naar P. A Merica. Vgl. Muller, Ned. historiepr. N°. 434.) 648 Phallagogia Priapi. M. onderschrift Ceditur et rigido custodi ruris Asellus etc. Z. naam. 649 (Het kuischheidsslot) Wie jaloers syn wil die siet vry my enz. (Holl. bovenschrift in 8, hoogd. onderschrift in 32 verzen). Z. naam. 650 (Musico door Jan Lis). 651 (De man die op de eieren zit). Och Gooisen tis hier verdriet enz. Z. naam. 652 lm Kloster Garten wirdt verricht Solch Disciplin wie man hie sicht. M. Greuter exc. 653 Heyn Plomp (bot geslepen. Door D. Vinckeboous). C. J. Vis- scher excu. 654 (De heidin) Cui media turget vena etc. I. D. G(heyn) in(ve- nit). N. de Clerck ex. Onderaan: H. H(ondius) ex. 655 (De dronkaards in een fornuis uitgedampt, door G. van Nieuw- land). Pt. de Jode excudit. 656 (Oud vrijt met jong). Den Jongen geylen nar enz. D. V(incke-) Boons Inue G. V. Breen sculptor. 657 Ce famfaron qui fait le Vain etc. Jaspar Isac excudit. 653 Lespousée de vilage. Mariette excud. 659 Vous n’estendez pas mieux vos mains sur la platine etc. Jas par Isac fecit et excudit le 21 Janv. 1635.
308 660 Officium si quod etc. Wie den botten esel wil wasschen schoone | Voor Moeyt en seep crycht slaghen te loone. K. Manderus Inve. G. v. B(reen) schulpt. I. P. Beerendrecht exc. 661 (Adam en Eva). M. monogram H. S. E. (Hans Ladenberger von Essen? Brulliot 1754O 662 (Hercules en Omphale.) Z. naam. 663 Tis al sot soomen wel mach aenschouwen hier etc. Z. naam. Aux quatre vents. 664 (Gevecht tusschen boeren en soldaten). Hey by gans mey enz. de zaer (Com. Dusart de oude?) inuenter (sic) F. Baltesers fe cit. W. A. Sluis excudebat. 665—674 (Masken, met titelprent Detrahe personam etc.) Jac. de Geyn inuentor et excud. ~ 675 Wandelend paar m. monogram van Hei. Aldegrever. 676 Pelicitas. Rauy de ioye et de merueille etc. Jaspar Isac excud. 677 Desolatio. Sans que iamais etc. Jaspar Isac excudit. 678 La nopce de village. Jaspar Isac excudit le 13 nouembre 1634. 679 (De slapende marskramer door apen geplunderd.) Brueghel mve. P. a Me(rica sculpsit) H. Cock excu. 1562. 680 (Nimf door een satyr gedragen, naar Marco Dente da Ra venna) M. Monogram S. R. 681 (Chirurgijns winkel) Bruegel Inven. 1557. 682 Le Taste-poule. Jaspar Isac ex. 683 (Gevecht tusschen boeren en soldaten.) Wat meynen dees Huys- ceekers hertneckighe Boeren enz. (15 versregels). Z. naam. 684—687 (Gevolgen der dronkenschap). J. Matham fecit et excud. Bartsch. N°. 55—58. , _ , 688 Discordia. M. de Vos figuravit. Cnsp. van de Pass sculp, et excud. A. 1589. , A „ 1, . , 690 Bericht: wie es gehe | Gar nach dem A. B. C., Welche sich zur Ehe Unbesonnen geben etc. (6 voorstellingen op één blad; daaronder een uitleg in 3 kolommen.) Pet. Iselburg Excudit in Nurrenberg. 1616. 601 (Het gehoor). A. van Oort fig. P. de Jode scul. 692 (De man die een ander bij zijn vrouw vindt. Met gefigureerd randwerk in ’t genre der getijdeboeken). Z. naam. 693 (Het gevoel). Adam van Oort figur. Pt. de Jode sculpsit. For- mis heredum Ger. de Jode. 695 (Verleidings-scène). Toy qui tiens mon ame captiue etc. Jaspar Ïs3.c excudit. 696 (Une dame, chantanf.) Tyrcis qui te plains nuit et jour etc. A. Bosse fe. Le Blond excud. (Le Blanc 768). 697 Piéces de cabinet k vendre. Jaspar Isac excudit le 26 Aout 1634. 698 (Jongman bij een lichte vrouw) Hans Jacops excud. 699 (Naakte vrouw te paard rijdende op een geleerde). I mine, 01- renum cantus etc. G. Congiet Inue. 700 (Dansende boeren door) C. J. Visscher. 701 (Man met een lichte vrouw op de knie). Z. naam. 702 (Soldaat keert met houten been uit den oorlog terug.) Vionot F. Huart excud.
309 703 (Naakte vrouw in de armen van een jongman. Ets met onder- derschrift:) Dit t’ (sic) Etsen heb ick derven proeven enz. G. Sprs f. 1632. 704 Le duel de 1’Andoville. Jaspar Isac excudit le 9 Octobre 1634. 705 Colin et Alison. Jaspar Isac excudit. 706 Je Veus Mourir au Cabaret etc. Mariette exc. 707 (Vioolspeler met drinkende boerin op zijn rug) Ci (sic) quel- cun nous vient demander etc. Fran?. Ragot fecit et excudit. 708 Den vergulden horendraegher. Le Cornard contant. Z. naam. 709 (Muziekles aan katten). Ceans Ion prend pensionnaires etc. Francois Ragot fecit et excud. k Paris. 710 Dom Haraman de Chico et le Goviat. Gerineau excu. 711 (Schooljongen die gestraft wordt. Een ander roept:) Je vous crie mercy mon maistre. Jaspar Isac exc. le 15 Nov. 1634. 712 (Neptunus en Amphitrite? enz. Z. naam) 713 Cap de Bious ce fat d’Espagnol etc. Z. naam. 714 (Bok die 't vertrek bevuilt en andere figuren. Z. naam). 715, 716, 7x9 Tèekëningen met O. I. inkt. Z naam). 717 (De sotte liefde door W. van den Valckert). 718 La genealogie de Jean Le blanc. Die geburt von Jan De weisses. (Geboorte der hostie, door D. Vz. Cuerenhert?) Vgl. Muller, Ned. historiepr. N°. 442. 720 (Spotprent op de vrees van de boeren voor een vreemde visch met verschillende inscripties. Bovenaan:) Hout hou mannen al met een | laet het volck comen op de been | heet leent bul may- kers die peel | want weet moleuaert, tongerloo en alle dije ge huchten enz. C. J. Visscher ex. 721 Effigie des sept peches mortelz. M. de Vos inuent. Pet. Cool sculp. Joa. Bapt. Vrints excudit. (In de prent: N. Lauwers ex.) 722 (Gevolgen van de goudzoekerij). Paupertatem alius fugit, ast hie advocat ipsam. M. de Vos inuent. Pet. Cool sculp. Joan Bapt. Vrints excud, 723—726 (Landschappen.) P. Molyn inv. J. v. Velde fe. C. J. Vis scher excudebat. (De insriptie slechts op een der vier.) 727 (Het zorgelooze gezin. De man spreekt:) Ick Sorghelos leuen stelle dwerck op sije enz. Z. naam. Aux Quatre Vents. 728 (Bordeel) Tis hier ghoede vente laet druck verslaan, Want tis al vercocht eert voort is ghedaen etc. A Hubertus ex. 729 (Presentatie in den tempel). 1568. Z. naam. 730 (De vlucht naar Egypte). F. Huys excu. 1558. 731 (Naakte vrouw in een vischfuik, waar zij de mannen in lokt). Bovenaan: Stijll Stijll wir wöllen Ihn fangen. Z. naam. 732 Der Schwanger Baur vnd Grillen vogt. Z. naam. 733 Geltt zeucht die welt. Math! Greuter inv. fe. et exc. 1589. 734 (Leander. Voorstelling uit Ovidii Metamorph.) D. V(incke-)Boens Inventor. (J. van Londerseel sculpsit). Vergel. N°. 912—15. 736 Die Blau Schuyte. Hieron. Bos Inuentor. P. a Me(rica sculp sit). Cock excudebat. 1559. 737 (Christus op een ezel en de Paus in plechtgewaad te paard.) Onderschrift: Sihe an Christum disz Bilde recht, Hie reit der Herr und auch der Knecht.
3lo 738 (Loth en zijne dochters, naar Rembrandt door J. G. van Vliet). 739 (De Slavenhandelaars). Callot f. A Paris 1629. Israel excudit. Le Blanc 1368. Tweede staat met de Pont-neuf in ’t verschiet. 740 Justitia (en) Violentia. Sadeler fe. 741 (Marskramer en boeren). Kopie n. Ostade. 742 (Smederij in een rots. Kopie naar Callot). 743—746 (Landschappen door J. van de Velde). 747 (Abrahams offerande door Hans Bol). 748 (Het landschap met den wandelaar). Esaias vanden Velde fecit. 1. P. Beerendrecht excudit. 749 Titelprent der Nieuwe Scheeps Batalien door Rein. Zeeman. Bartsch N°. 99. 750 (Landschap. Kopie n. Swanevelt). 731 (Voorstelling uit Ovidii Metamorph. d. R. van Orley). 752—778 (Bustes naar Pt. Breughel, twee op een blad.) Geteek. 2, 4—10» 13—18, 20, 22—30, 33—35- . . 779—877 Emblemata sacra, e praecipuis utriusque Testamenti his- toriis concinnata et a Pt. van der Burgi'o [Pt. van der Borcht] figuris aeneis illustrata, edita a Nic. Joh. Piscatore [Visscher]. 1639. De platen zijn van in82. Geteek. x—100. N°. 13 ontbreekt. 878—897 (Voorstellingen uit Ovidii Metamorph.) H. Goltzius inuen. A°. 1589. Geteek. 1—20. 898—903 Schema seu Speculum Principum. Joa. Stradanus figuravit. (Joa. Sadeler sculpsit). C. J. Visscher excudit. Geteek. 1—6. 904—906 (De elementen). Ant. Wierinx fecit. C. J. Visscher excu. Alleen N°. 1, 3, 4. 907—909 (Landschappen). Pau Bril inue. (Kopien n. Sadeler). C. J. Visscher excudit. N°. 1, 2, 4. 910, 911 (Landschappen). G. van der Horst Inventor. I. Van de Velde fecit. C. J. Visscher excudebat. Anno 1628. N°. 1, 4. 9 I2 —915 (Voorstellingen uit Ovidii Metamorph.) D. V(incke-)Boens Invent. (J. van Londerseel sculpsit). C. J. Visscher excudit. N . 1—4. 9x6—918 (De elementen). K. v. Mandere inue. I. De Gheyn sculp. C. J. Visscher excu. N°. i, 2, 4. 919—921 Vieux Chateau de Bissestre etc. (Ruines du chat, de Bi- cêtre). C. Goyrand fecit. Le Blanc. N°. 6. 922—925 (De elementen). M. de Vos inu. N. de Bruyn f. F. van Beusecom excudit. 926—929 S. Augustinus, S. Albertus, S. Franciscus, S. Dominicus. Merten de Vos In ven. Assuw. a Londerseel (sculpsit). Cl. Jz. Visscher excudebat. Geteek. 1—4. 930 (De heks). Quantum malorum clausa etc. Jan V. Velde fecit. 1626. Eerste staat vóór het adres van yan Schagen. 931 (Christus hemelwaarts gedragen). F. Floris inuentor. Jac. Ma tham excudit. _ . 932 (Verkondiging aan Maria). Virgo tibi plenis etc. Abr. Bloe- maert Inuentor. Ia. Matham scul. et excud. 1610. Bartsch 65. 933 (H. familie). O felix partus etc. Abr. Bloemaert Inuentor. Ia. Matham sculptor et excud. Bartsch. 66. 934 (Vaas met bloemen). H. Hondius excudit. 1611. \
311 935 (Christus aan het kruis). Aspicis ut pro te cruce etc. H. V* Balen Inuentor. C. V,. Queboren sculp, et excudit. B. I. f. 926 (Jael en Sisera). Sternitur imbelli perfossus etc. (Lucas van Leyden invenit). I. Saenredam sculp. Bartsch 107. ZINNEBEELDEN; DOODENDANSEN. PierillS Valerianus, Joa., Hieroglyphica sive de sacris Aegyp- tiorum literis commentarii. Basil., Isengrin. 1556. fol. C. fig. Pignorius, Laur., Characteres Aegyptii, hoe est sacrorum qui- bus Aegyptii utuntur simulachrorum delineatio et explicatio, eet. Ac ab eodem auctarium in quo ex ant. sigillis gemmisque selec- tiora quaedam ejus generis et vet. haeret. amuleta exhibentur. Omnia in aes emissa per Joa. Theod. et Joa. Isr. de Bry. Francof. 1608. 4 0 . Jovio, Pau., Dialogo de los empresas militares y amorosas, comp. en lengua Ital. Traduz. en Romance castellano por Alonso de U 11 o a. Anadimos a esto las Emblemas heroicas y morales de Gabr. Symeon. Leon [Lyon], G. Roville. 1561. C. fig. Paradin, Cl., Heroica et Gabr. Symeon is Symbola. Ex idiom. Gall, in Lal. a Joh. Gubernatore conversa. Antverp., J. Steelsius. 1563. 16°. C. fig. SambuCUS, Joa., Emblemata et aliquot nummi antiqui. II edit. cum emendat. et auctario. Antverp., C. Plantinus. 1566.8°. C. fig. Rime de gli Academici occulti, con le loro imprese et discorsi. Brescia, [appr. Vine, de Sabbio]. 1568. 4 0 . C. fig. Bocchius, Ach., Symbolicarum quaestionum de universo genere quas serio ludebat 11. V. Bononiae, Soc. typogr. 1574. 4 0 . Met platen van Giulio Bonasone. [Junius, Hadr., Emblemata et Aenigmata. Antverp., C. Planti nus 158.? ló°. C. fig.] Titulus deëst. Montenay, Georgette de, Emblematum Christianorum centu- ria, cum eorundem Latina interpretat. Cent Emblemes Chrestiens. Tiguri, Cph. Froschouer. 1584. 4 0 . Met portret en loo platen door P. Woeiriot. Camilli, Cam. — Imprese illustri di diuersi coi discorsi di — et con le figure intagl. in rame di Girol. Porro. Venetia, Fra. Ziletti. 1586. 3 pt. 1 vol. 4 0 .
312 Horozco y Covarruvias, Juan de, Emblemas morales. Se govia, Juan de la Cuesta. 1589- 4°- C. fig. Alciatus, Andr., Emblemata, cum explicat. per Cl. Minoem, eet. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1591. l6°. C. fig. Alciatus, Andr., Emblemata, cum Cl. Minois commentariis. Ed. IV. Lugd. Bat., F. Raphelengius. 1594- 8°. C. fig. Capaccio, Giul. Ces., Delle imprese trattato, in III libri diviso. Napoli, Hor. Salviani. 159 2 - 4°- C. fig Camerarius, Joach., Symbolorum et emblematum ex re herba ria desumtorum centuria. [Noribergae, J. Hofmann et H. Camo- xius. 1593]- 4°- Bry, Theod. de — Emblemata nobilitati et vulgo scitu digna, singulis historiis symbola adscripta et elegantes versus historiam explicantes. Acc. Galearum expositio et Disceptatio de origine nobilitatis Omnia collecta, inventa et in aes incisa a . Stam und Wapenbuchlein, etc. Francof ad M. 1593- 4°- Gegrav. titel; voorrede onderteekend: „Dieterich Bry von Lüttich” 6 pp.; Tekst Lat. en Duitsch 31 pp.; Emblemata 27 ff.; Wapenschilden: 68 ff. Bry, Jo. Theod. ét Jo. Isr. de — Emblemata saecularia, mira et jucunda varietate saeculi hujus mores ita exprimentia ut soda- litatum symbolis insigniisque conscribendis et depingendis perac- commoda sint. Versibus Latinis rithmisque German., Gallicis, Belgicis, speciali item declamatione de amore exornata. Welt- liche lustige neuwe Kunststück etc. Stamm und Wapenbüchlein. In aere sculpta per —. Francof. 1596- 4°* Gegrav. titel; tekst 377 pp.; Emblemata 50 ff. (De laatste ontbreekt); Wa- penschilden etc. 51 ff* Taurellus, NiC., Emblemata physico-ethica, eet., vario conscr. carmine. Norib., P. Kaufmann. 1595- 8°. C. fig. Emblemata anniversaria Academiae Altorfinae, variorum ora tion. exposita. Norimb., Lev. Hulsius. 1597- 4 • L. fig. Benedetti, Fel., L’Imprese della M. C. di D. Filippo d Austria II re di Spagna. Rappresentate nel tumulo per la sua morte etc. Nell’ Aquila, appr. Lep. Facii. 1599. 4° c - fi g- Sadeler, Egid. — Symbola divina et humana pontificum, impe- ratorum, regum. Ex musaeo Oct. de Strada. S. C. M. sculp tor Egidius Sadeler excu. Pragae. lóoo. fol. Titel, 6l platen en portret van O de S. in koper; opdracht en voorrede in letterdruk. Emblemata amatoria: jam demum emendata. S. 1. et a. 4 • 24 afbeeldingen in cirkel, in koper gesneden, met tekst in Lat. verzen door J. A. Timmermans. Vooraan: Elegia ad Belgicam juventutem.
313 40 Hövel, Hei. von, Neuwer wunderbarlicher Thiergarten, in wel- chem der unvernünfftigen irdischen Gethieren, auch der Vögeln und Fischen Natur und Eygenschafften beschrieben und auff al- lerley Sachen durch wolgereimpte Vergleichungen gedeutet werden etc. Franckfurt a. M., C. Egen. Erben. 1601. 4°. M. Fig. Loth, Baruch — Cervus, hoc est quae per cervum significata fuere sacris Aegyptiorum literis. Der Hirsch etc. In Latein. und Teutsche Versen gebracht durch —. Mit Kupfferst. gezieret durch Domin. Custos. Augspurg, J. Schultes. 1602. 4 0 . Coomhert, D. Vz. — Emblemata moralia et oeconomica, de rerum usu et abusu, olim inventa et Belgicis rithmis explic. a Th. Cornhertio, nunc variis carminum gener. illustr. a Rich. Lubbaeo. Arnhemi, J. Jansonius. 1609. 4 0 . C. fig. Microcosme (Le) nontenant divers tableaux de la vie humaine, representez en figures avec une brieve exposition en vers fran- gois. Amsterdam, Th. Pierre. S. a. 4 0 . De titel (in koper) heeft gediend voor „Den Gulden winckel” van Vondel (1613); over het middenvak is de Fransche titel heengeplakt. Ook de platen zijn dezelfde (van Mc. Gheeraerts) in slechte afdrukken. Vgl. blz. 301. Budowez, Wenc., baro èi Budowa, Circulus horologii lunaris et Solaris, h. e. breviss. synopsis historica, typica et mystica, figuris et emblematis illustrata, repraesentans • ex Vet. et Novo Test. continuam seriem praecip. Ecclesiae et Mundi mutationum, eet. Hanoviae, typis Wechel. 1616. 4°- Major, Mich., Atalanta fugiens, hoe est emblemata nova de se- cretis naturae chymica, accommodati partim oculis et intellectui, figuris cupro incisis, adjectisque sententiis eet., partim auribus 50 Fugis musicalibus trium vocum, eet. Oppenheimi, H. Galle- rus. Sumpt. Joh. Th. de B r y. 1618. 4 0 . Zincgreflus, Jul. Guil., Emblematum ethico-politicorum cen- turia Coelo M t. M e r i a n i. Prostat apud Joh. Th. de Bry. [Francof.] 1619. 4 0 . Neugebauer, Sal., Selectorum Symbolorum heroicorum centuria gemina. Francof., L. Jennis. 1619. 8°. C. fig. Vaenius, otto, Emblemata sive symbola, eet. Deuises ou Em- blemes pour princes, gens d’église, gens de guerre et aultres. Bruxellae, Hub. Antonii. 1624. 4 0 . C. fig.
s 3U Pfann, Joh. — Biblische Emblemata vnd Figuren, welcheinden 2 verneurten Stuben desz Hospitals zum Heiligen Geist in Nürn berg allen Krancken zu sonderm Trost sind vorgemalet worden. In Kupffer gestochen durch —. Nürnberg. 1626. 4 0 . Aigentlicher Abrisz der neuen im Spital ufgehengten Tafeln etc. [Ibid.] 1626. 4 0 . Giarda, Chrf., Bibliothecae Alexandrinae icones symbolicae, elogiis illustratae. [Mediolani], J. B. Bidellius. 1628. 4°. C. fig. Maccius, Pau., Emblemata. [Bononiae, Clem. Ferronius. 1628]. 4°. C. fig. Musart, Car., Adolescens academicus sub institutione Salomonis. [Symbola cum explicat.] Duaci, B. Bellerus. 1633. 8°. C. fig. Petrasancta, Silv., De symbolis heroicis 11. IX. Antverp., B. Moretus. 1634. 4 0 . C. fig. Hesius, Guil., Emblemata sacra de fide, spe, charitate. Ant verp., B. Moretus. 1636. 12°. C. fig. Baudoin, J., Recueil d emblèmes divers, avec des discours mo- raux, philosophiques et politiques etc. Paris, J. Villery. 1638, 39. 2 pt. 1 vol. 8°. Av. pl. Burgundia, Ant. a, Mundi lapis Lydius sive vanitas per veri- tatem falsi accusata et convicta. Antverp., Vid. J. Cnobbari. 1Ó39- 4°- Met 50 afbeeldingen van emblemata naar Abr. v. Diepenbeke, in ko per gesneden door Andr. Pauli ofPauwels. Emblemata politica in aula magna Curiae Noribergensis depicta, eet. Nürnberg, W. Endter. 1640. 4 0 . Met 33 platen in koper gesneden door Pt. Isselburg (1617). Bipa, Ces. — Iconologie on explication nouvelle de plusieurs images, emblemes etc. Tirée des recherches et des figures de —. Morali- sées par J. Baudoin. Paris, M. Guillemot. 1644. 2. pt. l vol. fol. Met koperplaten van Jac. de,Bye. Oraeus, Hen., Aereoplastes theo-sophicus sive Eicones mysti- cae, eet. Francof, J. de Zetter. 1644. 4 0 . Oraeus, Hen., Viridarium hieroglyphico-morale, iconibus illustr. Francof., J. de Zetter. 1644. 4 0 . Vogel, Joh. — Meditationes emblematicae de restauratapace Ger- maniae. Sinnebilder von dem widergebrachten Teutschen Frie- den. Kürtzlich erklart durch —. Francof., J. D. Zunner. 1648.4°. Saavedra, Did., Idea principis christiano-politici, centum sym bolis expressa. Bruxellis, J. Mommaert. 1649. f°l- C. fig. Le Moine, Pierre, Devises héroiques et morales. Paris, A. ' Courbé. 1649. 4 0 . Av. fig.
315 Images (Les) de la mort [par Hans Holbein], aux quellessont adioustées douze figures. Davantage la Medecine de 1’ame; la Consolation des malades etc. Lyon, Jehan Frellon. 1547. 8°. [Holbein, Hans, Groote Doodendans, met de pen in omtrek- ken nageteekend door F. C. B ruining?] 4 0 . Merian (Mt.) der Eltere — Todten-Tantz, wie derselbe in der Statt Basel als ein Spiegel menschlicher Beschaffenheit gantz künstlich gemahlet zu sehen ist: mit beygef. ausz H. Schrifftund denen alten Kirchenlehrern gezogenen Erinnerungen etc. Nach deni Original in Kupffer gebracht und herausz geg. durch —. Franckfurt. 1649. 4 0 . BOUWKUNST; ORNAMENTEN; SCHRIJFKUNST. Grapaldus, Fra. Mar., De partibus aedium, cum additamentis, eet. [S. 1. sed Parmae, Fra. Ugoletus. 1506]. 4 0 . Serlio, Seb., Tutte 1'Opere d’architettura et prospetiva. Diviso in 7 libri etc. De nuovo ristamp. e corrette. Vinegia, her. di Fra. de’ Franceschi. 1600. 4 0 . C. fig. Serlio, Seb., De architectura 11. V, a Jo a. Car. Saraceno ex Ital. in Lat. linguam. translati, cet. Venetiis, Fra. de Fran- ciscis Senensis et Joa. Chriegher. 1569. fol. C. fig. Pag. 337—38, 343—44 ontbreken. Palladio, Andr., I quattro libri dell’architettura etc. Venetia, B. Carampello. 1581. fol. C. fig. Vignola, Giac. Barozzio da, Regola delli cinque Ordini d’ar chitettura con la nuova aggionta di Michel-Angelo Buona- roti. Regel van de vijf Ordens etc. [Tekst in ’t Ital., Holl., Fransch en Hoogd.] Amstelredam, W. Janssz. [Blaeu]. 1619. fol. Scamozzi, Vine., L’Idea della architettura universale di—. Gront- regulen der bow-cunst ofte de uytnementheyt vande vijf ordens der architectura. Uyt het Italiaens overgeset en met copere plae- ten verciert. Amstelrod., Corn. Danckersz. 1640. fol. Kaseman, Rutg. — Architectur. Herm. Esser exc. Coloniae. S. a. fol. 30 p'sten waaiop het monogram van R. K. voorkomt.
3i6 Architectura moderna ofte bouwinge van onsen tyt, bestaende in verscheyde soorten van gebouwen enz. staende soo binnen dese stat Amsteldam als elders, alle gedaen by Hend. de Key- ser en in weesen gebracht by Corn. Danckerts. Met een by- voegsell van eenige wercken van andere meesters enz. [Beschre ven door Sal. de Bray]. Amstelredam, Com. Danckertsz van Seevenhoven. 1631. [1641?] fol. Met 44 platen. De tekst van S. de B. is gedagteekend „in Haerlem den 14 Decemb. 1640.” Marot, J. — Receuil des plus beaux édifices et frontispices des Eglizes de Paris. Dessin, et grav. par —. Paris, J. van Merlen. S. a. fol. obl. Titelplaat en 10 platen. Tetius, Hier. — Aedes Barberinae ad Quirinalem a H. T. de- scriptae. Romae, P. de Rubeis, typis V. Mascardi. 1647. fol. C. tab. Seilen Buch., Darinnen derselben Grunt, Theilung, Zieradt und gantze Volkomenheit vorgebildet wirdt. Collen, Johan Buchseme- cher. S. a. fol. Titel en 25 platen, waarvan de laatste met twee monogrammen (G. I. en I. I. E), de laatste misschien van J. Ebelmann. Kaseman, Rutg. — Seulen Buch. Anweisung und wollgegrund- ter Bericht, Mass-und Semetryischer (sic) Ausstheilung der funff Seulen. R. K. inventor. [Coin], Abr. Hogenberg. 1643. fol. Titel, voorbericht en 24 platen. (A—Z). Boillot, Jos., Nouveaux Pourtraitz et figures de termes pour user en 1’architecture: composez et enrichiz de diuersité d’ani- maulx etc. Lengres. Jeh. des Prey. [159 2 1- fol» Dietterlin, Wendol, Architectura. Von Ausztheilung, Symme- tria, und Proportion der fünff Seulen, und aller darausz vol- gender Kunst Arbeit von Fenstern, Caminen etc. Nürnberg, B. Caymor. 1598* fol. 209 platen, waaronder titel, portret en voorbericht. Vredeman Vriese, Joh. — Parerga a J. V. V. ingeniose in- venta, a Car. Mallery in lucem edita. Antverpiae. 1612.4 0 . obl. Plaat 1—3, 5. 7, 8, 10—12, 14. 16. Vredeman Vriese, Joh. — Caryatidum vulgus Termas vocat. centuria I. eet. Veelderley dieuerse Termen op de V ordene der Edificien enz. Geinventeert door Joh. Vreedman (sic) Vriese. Ger. de Jode excud. S. a. 4 0 . obl. 15 platen, waaronder de titel.
317 Montani, Giovanbat. — Diversi ornamenti capricciosi per de posit! o altari, novam. inventati da —. Dati in luce da Giovan bat. Soria. Roma, Soria. 1625. fol. Titel; opdracht; portret van Soria; 38 platen gemerkt 1—35, 37—39* Collot, Pierre, Pieces d’architecture ou sont comprises plusieurs sortes de cheminées, portes, tabernacles etc. Paris, Mich, van Lochom. 1633. fol. Titel en 31 platen. Collo[t], P., inventor. Ant. Le Mercier insidit [sic. Figures de cheminées]. Paris, Mich, van Lochom. S. a. fol. 12 platen zonder nummer. Radi, Bern. — Scudiero di varii disegni d’arme e targhe invent, da —. Fiorenza. 1636. fol. Titel, opdracht, voorrede en 40 platen. Barbet, J. — Livre d’architecture d’autels et de cheminées. De 1'invention et dessein de —. Gravé k 1’eau forte par I. Paris 1641. Amsterdam, Corn. Danckertz. fol. 20 platen, genummerd. Florus, Jac., Compertimenta pictoriis flosculis manubiisque bel- licis variegata. [Parisiis], Mich, van Lochom exc. S. a. 4 0 . obl. 16 platen, waarbij de titel. Mitelli, Agost., Freggi dell' architettura. Bologna. 1645. fol. Titel, opdracht en 24 dubbele platen met No. 1—48. Pas, Crisp, de, Jr. — Oficina (sic) arcularia, eet. Schrinwer- ckers winckel waer in begrepen syn de principaelste stucken der Schrinwerckers. Const fondamentlich gestelt ende mit nieuwe inuentien verciert door Crisp. Passeum Juni. Amstelod. 1651. fol. Met 42 platen. Aan de keerzijde van den titel: „Grondigh Verhael van de ordre der colommen, door Gabr. Kramer in ’t lieht gebracht.” Caravagio, Polyd. de. — Vasae a P. C. inventae Cherub. Albertus in aes incidit atque edidit Romae a. 1582. [Romae], C. A. haeredes. 1628. fol. ÏO platen. Bijgevoegd figuren van messen door Fra. Salviato op 2 bladen. [Kempener, Jac. — Afbeeldingen van bloemruikers met Lat. onderschriften. J. K. pinx. Joan. B u s z. exc. 1604. fol.] 8 platen, de zesde met jaartal. [Le Blon, M. — Afbeeldingen van wapens, naar teekeningen van Vallet? Met Holl. bijschriften. M. Blonde, Blondus, Blon fee. et exc. 6 platen in fol. obl.]
Bry, J. Theod. de. — Nova Alphati [sic pro Alphabeti] effic- tio historiis ad singulas literas correspondentibus et toreumate Bryanaeo artificiose in aes incisisillustrata: versibusinsuper La- tinis et rithmis Germanicis non omnino inconditis. — Neiw kunst- liches Alphabet etc. Francof. ad M. 1595- fol. min. 27 ff. waarvan 25 in koperdruk. Kilian, Lucas — Newes ABC Buechlein, inuentirt und inKup- ffer gestochen von —. Augspurg. 1Ó37- fol. min. 25 ff. Parnaso de’ piu eccelsi scrittori de’ nostri tempi. Doue con nuove invenzioni d’intagli di rame spiegasi in 200 essemplari il perfetto modo di scrivere cancellaresco moderno. Libri IV. Dati alia luce di Me. Sadeler. Venetia. S. a. fol. obi. Door Carlo Lud. Curione, Sempronio Laneione, detto il Ro mano (1601), Fab. Testa en anderen. Lely, Lucas Fopsz. — Ieughts nut’lijck A. B. C. Vervatende meest alle de voornaemste Nederlandtsche, Frangoysche, Itali- aensche ende Overlandtsche gheschriften. Met hunne groote ende kleyne A. B. C. letteren enz. Uytgeg. door — Schrijf Mr. binnen de stadt Hoorn. Amstelredam, C. Lz. van der Plasse. 1621. Ger. Gauw sculpsit. fol. obi. Titel en 18 ff. (pngenommerd.) Beaulieu, Le Sieur de. — Exemplaires du Sr. de B. Ou sont monstrees toutes sortes de lettres et caracteres etc. Livre I. Taillé par Mt. Greuter. Montpellier. 1625. fol obi. 30 feuilles. Velde, J. van de. — Deliciae variarum insigniumque scriptura- rum. Autore Jo a. Veldio. Littera (sic) Ger. Gauw sculpsit Harlemensis. 1649. Gedruckt by Henr. Hondius [te Amsterdam], fol. obi. 54 ff, waarvan 50 genommerd. Smyters, Ant., van Antwerpen, Schryf Kunst Boeck, daerinne gheleert worden velerleye Nederlandtsche, Italiaensche, Spaensche ende Hooghduytsche handtgheschriften enz. Amsterdam, H. Meurs. Ger. Gaw (sic) sculpsit. S. a. fol. obi. 45 & Carpentier, Geo. de, L’Alphabet Frangois, inhoudende d’alder- nootwendichste geschriften voor de joncheyt ende alle liefhebbers der edelder pennen. [Amsterdam], Henr. Meurs. Z. jr. fol, obl. 34 ff. (ongenommerd.)
319 Swaef, Sam. de, ende H. L an cel — Gedichten van verscheyde poëten, geschreven door eenige liefhebbers der pennen. By een vergadert, gesneden en uutgegeven door —. [Amsterdam], Henr. Meurs. Z. jr. fol. obl. 27 ff. (ongenommerd) en portret van S. de Swaef naar J. 6 e c k x door J. Sarragon. [Exempla artis scribendi Sal. Henrix (1594)» Fel. van Sam- bix, J. Beauchesne, J. v. Velde, C. L. Curione, J. Hon- dii, P. Go os. 14 ff. fol. obl.] TOONKUNST 1). Gafurius, Franch , De harmonia musicorum instrumentorum opus. [Mediolani, Got. Pontanus. 151b]- fol. C. fig. Folianus, Llld., Musica theoria. [Venetiis, Jo. Ant. et fr. de Sa- bio. 1529]. fol. Schlick, Rodh., Exercitatio qua musices origo prima, cultus, eet. exponuntur. Spirae, B. Albinus. 1588. 8°. Pichselius, Seb., Carmen de musica. Spirae, B. Albinus. 1588.8°. [Muziekstukken voor zang en luit, van Italiaansche, Belgische, Nederlandsche en andere componisten, zoo als: Feretti, Or lando Lasso, G. en J Boni, J. & Castro, Clemens non Papa, P. Philippi, Gaudimel, J. Pz. Swee- linck, John. Dowland enz. Voorts vele anonieme melo- dieh van Nederlandsche en andere liederen. Handschrift van de eerste helft der XVIIe eeuw. fol.] Vooraan is geschreven: .Johan Thijs wt d’Auctie van Smoutius.” Padbrué, C. T., Synphonia in nuptias I. Everswyn et Luc. Buys. Amstelod., Broer Jansz. 1641. 2 pt. (Cantus et Bassus), fol. — Synphonia in nuptias Mt. Steyn et Mar. van Napels [met Bruy- lofs Gesangh]. Ibid. 1642. 3 pt. (Cantus I, II et Bassus), fol. — Eerekrans voor Constantin Sohier en Cathar. Koymans [met Holl. lied]. Ibid. 1643 3 pt. (Cantus a 2, Tenor-Bas en Cantus en B. Continuo), fol. 1 Vergelijk bladz. y?3
Anders, H. — Trioos, Allemande, Courante, Sarbande, Gighe etc. gecomponeert door —. [Amsterdam, A. de Lairesse. Privil. van 1696]. 3 stn. 8°. obi. Behelzende: Violino primo en secondo, en Basso continuo. Anders, Hen., Symphoniae introductoriae trium et quatuor in- strumentorum. Amsterdam, W. de Coup. [1698]. 4 pt. 2 fasc. fol. obi. Basso continuo, Violino primo, secondo et Violoncello. BIJVOEGSEL. Bibliander, Theod., De ratione communi omnium linguarum et literarum commentarius, eet. Tiguri, C. Froschouer. 1548. 4°- Le Culrot, Andr., Le Magazin des sciences ou vray art demé- moire descouvert par Schenkelius. Traduit et augmenté tant de 1’alphabet de Trithemius que de plusieurs autresrecherches etc. Paris, J. Quesnel. 1623. 12°. Schenckelius, Lamb., Memoria artificialis. Una cum clavicula Arn. Backhusii. Colon. Agr., W. Friessem. 1643.12°. Apollinarius, Interpretatio psalmorum versibus heroicis [Gr. et Lat.] Recensuit F. Sylburgius. [Heidelb.], H. Commelinus. 1596. 8°. Lois et Coutumes de Sainct Amand [enFlandre, aujourd’ hui dans le Départ. du Nord en France]. 1448. Avec des additions jus- qu’ii 1523. MS. de 1540. 102 pp. fol. A la fin d’un livre de dettes, de recettes etc. Avec la souscription suivante: „Tout che liure cy fut escript et acheues par ung nomet Mahieu Dan- gremont filz de Mahieu qui furent bon compangnon en lan que on dit 1540 le 23 jour de Januier.” VERBETERINGEN. Biz. 20 staat A m a n a, lees A m a m a. Biz. 65 staat C e r r i, U r b., Opdracht aan den Paus enz., lees Stee 1 e, Rich., Opdracht enz. Blz. 110. Achter den titel van Aldrovandus bijvoegen: Cum figuris.
41 BLADWIJZER. (De namen met Des, Du, E, Ia, Le beginnende zoeke men op die artikels. De m achter het cijfer beteekent dat op die bladzijde meer dan éénmaal de naam van den schrijver voorkomt.) Aa, A. J. van der, 239. Abaelardus, Pt., 25. Abarbanel, Isaac, 145. Abattus, Rob., 32. Abbeville, Cl. d’, 284. Abbildungen der Grafen von Cleve, 286. Abbo monachus, 221. Abendana, Jac., 145. Abenteuer (Schwedenb.), 60. Abkoude, Joh. van, 5. Abschwörungsformeln, 206. Academiae Oxon. pietas, 182. Ultraj. inaug., 11. Accursius, Fra., 77 m. Acidalius, Val., 166, 180. Ackworth, Geo., 73. Acosta, Jos., 271, 283. Acronius, Ruard., 28. Acta eruditorum, 2. ofte handel, des nat. Synode, 72- publica inter Matthiam et Fer- dinandum II, 231. Synodi dioec. Leod., 69. Synodi Dordrecht, 72. de la Conférence de 1566, 30. Acuna, Hern. de, 191. Adaire, Archib., 35. Adamus, Melch., 8. Addison, Jos., 202. Adolphus, I. H., 229. Adrichom, Chr., 274, 275. Ad vis charilables, 61. Advysen, certificatien enz. 86. Aelianus, Cl., 155. Aelianus tacticus, 154, 163 m. Aelmondius, Adr., 176. Aenmerckinghe op de Steert-sterre, I 3S‘ Aertsz, Jan, 272. Aesopus, 147, 301. (De Hollandsche), J 203. Afcoemste ende Genealogie d. Hert. v. Brabandt, 285. Affaires (Les) entrelaFranteetl’Au- triche, 216. Aflfó, Iren., 8. Agathias Myrrinaeus, 153. Aggenus Urbicus, 163. Agostini, Ant., zie: Augustinus. Agricola, Geo., no m, 255. Agricola, Rod., 13. Agrippa ab Nettesheym, Hen. Com., nS* Agrorum condition. (De), 163. Aimonus monachus, 221. Aitzema, L. van, 244. Aitzinger, Mich., 240. Alagona, Artel d’, 141. Alberti, Leand., 278 m. Alberti, Leon. Bat., 163, 284. Albertus magnus, 38, 99. Albertus marchio Brandeb., 30.
322 Albertus, Hei., 183. Albi, Hen., 66. Albohazen Haly, 123. Albricus, 162. Album amic. S. Bacchaeri, 4. Alcaeus, 148. Alciatus, Andr., 78, 95,213, 255, 312 m. Alcinous, 152. Aldinus, Tob., 1x2. Aldrovandus, Ulysses, 110. Alealmus, Lud., 181. Alegambe, Pt., 7. Aleman, Mt., 194. Alexander Severus, Aur., 162. Alexandrinus, Jul., 106. Alessio Piemontese, 104. Alexius (S.) Leben, 206. Algebra, 128. Alghisi da Carpi, Gal., 143. Alibray, Ch. Vion d’, 193. Alison, Archib., 97. Alitophilus, 187. Allatius, Leo, 7, 61, 259. Almanach, 252. Alpinus, Prosp., 112. Alscheich, Moses, 145. Alteser^j Ant. Dadinus, 84. Alunno,|Fra,, 188 m. Amama, Sixt., 10, 20. Amantius, Barth., 186, 259. Ambrosius, Barth., 110. Americae pars I—XIII, 271. Amideni, Teod., 297. Amman, Jud., 299 m, 301. Ammirato, Scip., 265 m. Ampzing, Sam., 198 m. Amusemens d’un homme de lt. 2. Amyraut, Moyse, 37, 38 m. Anania, Jo. Laur., 116. Anatomia Soc. Jesu, 37. Anders, H., 320 m. Andreae, J. H. Beucker, 91, Andreae, Tob., 174. Andreas, Val., xi. Angelocrator, Dan., 255. Anglica, 227. Anguillara, Gio. Andr. dell’, 189. Annales de Paris, 226. des voyages, 272. Annales sultan. Othmanid., 237. Annius Viterbiensis, Joa., 169. Annotata et collectanea, 86. Anselmus Cantuariensis episc., 21, 2 S- Anselmus episc. Marsic., 123. Anslo, R., 300. Anthologia epigramm., 149. Antigonus Carystius 152. Antiquitate (De) Britann. eccl. 73. Antiquiteiten, 254. Antiquitez des villes de France 278. et recherches des villes etc. de France, 278. Antiphonarium, 62. Antisixtus, 223. Antoninus archiep. Florent., 209. Antonius Nebrissensis, Ael., 190. Antonius, Luschus, 178. Apianus, Pt., 131 m, 259. Apollodorus, 162. Apollinarius, 320. Apollonius Dyscolus, 149. Apollonius Rhodius, 148. Apologeticus pro Ludov. XIII, 225. Apologia pro juram. fidelit. 227. pro rege Angl., 228. Apomasar, 1x5. Apophthegmata, 186. aurea, 228. Appianus, 155. Apulejus, 162. Aquila Romanus, 161. Aquila, Joa., 254. Aquin, P. L. d’, 2. Aquino, Tho. de, 27, 268, Arabia. [Respubl.], 268. Aratus, 148 m, 162 m. Arboin, Jam., 57. Archimedes, 153. Architectura modema, 316. Archiv f. Rechtsgelehrs., 74. Aretaeus, 152. Aretinus, Leon., 155, 217. Aretius, Ben., 26. Argelatus, Phil., 7. Argentré, B. d’, 84, 226. Argolus, Andr., 136, 137 m. Ariosto, Lod., 189, 194 m. Aristaenetus, 149.
Aristides, AeL, 149. Aristoteles, 150 m. Arles, Mart, de, 115. Arminius, Jac., 21, 26, 33. Arndt, £. M., 232, 246. Amisaeus, Henn., 93 m. Arnobius, 24. Arnoldt, Dan. Hei., 12. Amoldus abbas Lubec., 236. Amoldus Villanovanus, 106 m. Arrenberg, Rein., 5. Arrianus, 153. Ars magica, 117. medica, 152. Artemidorus, 152, 153. Arthur-Sage (Die), 206. Artus, Got., 270, 271. Aschbach, Jos., 12. Asher, G. M., 76. Aslach, Cunr., 133. Asselyn, J., 259. Asterius, Just., 232. Astrologer (The), 125. Athenaeus, 150. Aubery, Ant, 66. Aubertin, Edme, 36. Auctores Latinae linguae, 161. Auctoritate (De) S. Script., 33. Audin, 196. Augenius, Hor., 100, 102. Augustinus (S.), 25. Augustinus Ant., 78, 260 m. Auratus, Joh., 179, 180. Aurelius, Corn., 279. Aurelius, Me., 200. Aurelius Victor, S., 164, 166 m. Aurora (The), 56. Ausonius, D. Magnus, 160. Avant-victorieux (L*), 224. Aventinus, Jo., 234. Avian us, 147, 177. Avicenna, 99. Avienus, 148. Vgl. Avianus. Avisamenta, Instructiones, cet. 69. Baader, Fra., 122. Baccius, Andr. 105. Bacco, Era., 278. Bacher, Sam. de, 4. Bacherius, Pt., 179. Bacon, Fra., 14, 107, 109, 227. Baddel, B., 192. Bakhuizen van den Brink, R. C., 238, Balbi, Casp., 270. Baldaeus, Phil., 281. Baldus de Ubaldis, 78. Baldus, Bern., 163. Balzac, J. L. Guez de, 94, 182, 196. Banck, Laur., 66. Banosius, Theoph., 31, 223. Bara, Hier. de, 263. Baranzanus, Red., 134. Barbaras, Fra., 187. Barbet, J., 317. Barbeyrac, J., 73. Barbon (Le), 196. Barbuo, Scip., 283. Barclay, John, 183, 187, 196. Bardin, Pierre, 196. Baret, R., 143. Barlaeus, Casp., 173 m, 173 m, 176, 184, 223, 244, 298. Barlaeus, Lamb., 174. Barlaeus, Melch., 250. Barlandus, Hadr., 230. Barletius, Mar., 237. Barnaud, Nic., 187. Baronius ac Manfredi, Fra., 217. Barrionuevo, Garcia, 217. Barry, Réné, 298, Bartas, G. de Saluste sieur de, 182, 192 m. Bartholinus, Casp., 98,108 m, 109. Bartsch, Ka., 208. Basilica, 77. Basilius magnus, 149. Bassantin, Jacq., 132. Bassompierre, 225. Basta, Geo., 142. Batavia illustrata, 239. Baudartius, Guil., 17, 244. Baudier, Mich., 241. Baudius, Dom., 10, 244. Baudoin, J., 264, 314 m. Bauhinus, Casp., 98, in m. Bauhinus, Joa., 105, 112. Baumgarten, Ma. i, 272. Baumgarten, Siegm. Jac., 3, 211. Bavarius, Aeg., 183.
3^4 Baxius, Nic. 171. Baxter, Rich., 43 m. Bayer, Joa., 133. Bayfius, Laz., 255. Beaufort, Jean de, 225. Beaulieu, le Sr. de, 318, Beaulieu vid. Bouju. Beausardus, Pt., 132. Beca, zie: Beka. Becanus, Guil., 246. Becanus, Joa. Goropius, 186. Beguin, Jean, 109. Beka, Joa. de, 248, 249. Belgii confoederati respubl. 269. Bellarminus, Rob., 33, 144. Bellay, Ma. du, 222. Belle-forest, Fra. de, 194, 219, 220. Belleville, Phil, de, 195. Belley (Evêque de) vid. Camus (]•?•) . Bellonius vid. Belon. Belluga, Pt., 92. Belon, P., 113, in. Bembus, Pt., 177 m. Benech, R. O., 83. Benedetti, Fel., 312. Benedictis, J. Bapt. de, 129. Benedictus, Mariang. a Nano, 170. Benedictus, Sam. 182. Bentivoglio, 246. Benzoni, Jeron., 271. Berckelaer, Jo. 197. Berger extravagant (Le), 196. Bergeron, P., 283. Bergh, L. Ph. C. van den, n. Bergomensis, Jac. Phil., 209. Berigten omtr. de krijgsbevelh. bij Nieuwpoort, 245. Berkhey, J. le Francq van, no. Béroalde, Fra. 194. Bersmanus, Greg., 181. Bertelius, Joa., 233. Bertelli, Pt., 286, 299. Berthault, Pt., 184. Bertius, Pt., 275. Bertram, B. C., 269. Bertrandus, Steph., 80. Beschreibung der Begrebnuss Jo han Wilhelmen hertz, zu Gulich. 297. Beschrivinge d. inkoomste van H. Maj. v. Gr. Britanien, 298. Beschrijvinge der reysen van W. Retchir, 201. (Waracht.) van den standt d. religien, 222. van Virginia, 284. Besson, Jac., 139. Bettinus, Mar., 127. Beurer, Joa. Jac., 16, 211. Beverwijck, Joh. van, 14, 97, 98. Beyerlinck, Laur., 210, 246 m. Beys, Cha., 298. Beytrage (Dörptische), 3. zur neuem Staats- und Krie- ges-Gesch. 216. Beza, Theod., 20, 28, 30, 70 m, 71, 78, 179 m, 192. Biblia, Anglice, 17. Belgice, 17 m. Gallice, 17, 18. German ice, 18. Hispanice, 18. Italice, 18. Latine, 18 m. Magyarice 18. Saxonice, 18. Biblia magna, 19. Bibliander, Th., 320. Bibliotheca fratrum Polon., 26. Bibliothek d. sch. Wissensch., 3, Bibliothèque de campagne, 197. universelle, 3. Bie, zie: Bye. Binet, Est., 67. Binsfeld, Pt., 116. Bion, 148. Biringoccio, Vann., 139. Bischof, Herm., 209. Bizarus, Pt., 237. Blaeu, J., 276, 278. Blaeu, Wi. Jz., 136, 140. Blancanus, Jos., 127, 135. Blanche infante de Castille, 221. Blarrorivo, Pt de, 178. Blatter für höhere Wahrheit, 121. Bleda, Jac., 218. Bleyswijck, D. van, 279. Bloembergen, A., 243. Blon, zie: Le Blon.
3 2 5 Blondel, Dav., 37 m. Blyenburg, Dam., 181. Bobynet, Pierre, 137. Boccaccio, Giov., 194, 256. Boccalini, Traj., 94. Bocchius, Ach., 310. Bocerus, Hen., 79. Bochart, Sam., 63, 274. Bocherius, N., 223. Bochius, Joa., 245. Bockelmann, Joh. Fri., 82. Bodecherus Benning, Jan., 174m, i7S ®. Bodinus, Joa., 92, 108, 116, 208. Boekelen, Chr. Otth. ü, 82. Boeck der zeerechten, 85. Boelens, A., 298. Boethius, 127, 162. Boethius, Heet., 228. Boetzeler, Rutg. k, 16. Bogaerde van Ter Brugge ,'A. J. L. van den, 97. Bogerman, Joh., 34. Böhmer, Just. Henn., 82. Boillot, Jos., 316. Boissardus, Jan. Jac., 117, 180, 258, 287 m, 288. Boissat, P. de, 224, 264. Boisseau, Jean, 266, 288. Bokelmann, Patr., 179. Bonacursius, Barth., 102. Bonbra, Fra. Dav., 94. Bondam, P., 84, 243. Bonfinius, Ant., 236 Bongarsius, Jac., 236. Bonnefoy, J. P., 119. Bonsignori, Gio. de’, 190. Bonder, Pierre, 283. Bor, P. Chrz., 241. Borcht, Wi. van der, 199. Bordone, Bened., 276. Borger (De), 204. Bornatus de Forlivio, Guido, 131. Bornitius, Jac., 92, 96 m. Borre, Nic. de, 118 m. Borstius, Jac., 42. Bosscha, Joh., 24;. Bosio, Ant., 258. Bosio, Giac., 264.... Boterus, Joh., 275. Bottonus, Alb., 100. Boucher, Jean, 224. Bouchet, Jean, 226. Bouju, Theophr., 14, 36. Bourgeois, Louyse, 103. Boussuet, Fra., 112. Boussut, Nic. de, 109. Bovillus, Car., 127. Boxhorn, Me. Zuer., 10, 71, 75, 173 m, 174 m, 176, 177, 184, 244» 257. Boyus, C., 175. Brachet de la Milletière, 71. Brahe, Tycho, 133, 135. Bramhall, John, 228. Brandmyller, Jac., 19 m. Brant, Seb., 186, 206, 301. Brantius, Joa., 16. Braun, Joh., 27. Bravardinus, Tho., 129. Bray, Sal. de, 316. Brechtel, Fra. Joach.. 142. Bree, Jo. Herm. van, 270. Breydenbach, Bernh. von, 280. Briefe ober die Phanom. d. thier. Magnet., 120. Briggs, Hen., 129. Brightman, Tho., 22. Brissonius, Bam., 82, 83. Brocardus, Jac., 22. Broch, F. K., 122. Broniovius, Ma., 279. Brouck, Jan van den, 139. Broue, Sal. de la, zie: La Broue. Broughton, Hugo, 23. Bruining, G., 245. Bruno, Hen., 176. Brunus, Corn - ., 26, 67. Brunsfels, Oth., 100, hi. Brusonius, L. Domitius, 186. Bruyerinus. Joa., 106. Bruyn, Abr. de, 298. Bruyn, Nic. de, 301. Bruytsma, Reg., 106. Bry, J. Isr. de, 312. Bry, J. Theod. de, 270, 271, 312, 318. Bry, Th. de, 270, 271, 312. Bucelinus, Gabr., 210. Bucerus, Ma., 70, 71.
326 Buchanan, Geo., 179 m, 228. Bucholzerus, Abr., 252. Budaeus, Gul., 78,83,169,177, 255. Budelius, Ren., 260. Budowez, Wenc., 313. Btlhel, Hans von, 206. Btllau. Fri., 122. Bulengerus, Jul. Caes., 95, 215, 254 m, 255, 284. Bulet, Cl., 224. Bullae, eet. de Soc. J., 67. Bullinger, Hei., 22 m, 29 m, 31,39 m. Bülow, Hei. von, 57. Buma, J. Minnema, 91. Bunting, Hen., 23. Buonaroti, Mich. Ang., 315. Burch, Adr. van der, 182. Burch, Joh. van der, 183. Burchoom, I., 198. Buret, Bug., 97. Burgh, Jac. van der, 173. Burgundia, Ant. ét, 3 I 4* Burgundius, Nic., 234. Burnet, Gilb., 73-, Busbequius, A. Gisl., 272. Butkens, Cph., 230. Buttet, Me. Ant. de, 224. Buxerius, Cl., 128. Buzelinus, Joa., 226. Bye, Jac. de, 261 m, 262 m. Bynkershoek, C. van, 201. Cabeliavius, Joh., 174- Caecus, Ventura, 80. Caesar, C. Jul., 164 m. Caesaris, Const., 26. _ Cajetanus, Tho. a Vio, 27. Cajus vid. Gajus. Calcagninus, Cael., 172. Calendarium Romanum, 251. Calentius, Elis., 178. Calepinus, Ambr., 188. Callimachus, 148. Callistratus, 301. Calphurnius Siculus, T., 160. Calvin, Jean, 19, 20 m, 21 m, 26, 27. Calvinus, Joa., Wetteranus, 150. Calvinus, Justus, 32. Camden, Guil., 227 m. Calvisius, Seth., 232. Camerarius, Joach., 113,128,133, 237» 312- Camerarius, Joa. Rud., 101, 123. Camerarius, Lud., 218, 232. Cameron, J., 34, 35. Camers, Joa., 170. Camilli, Cam., 3x0. Campana, Jo. Mar., 81. Campanella, Tho., 13, 125, 135. Campanile, Filib., 263. Campesius, Joa. Ant., 114. Campolongus, Aem., 100. Camus, J. P., 42 m, 193 m, 196 m. Camusat, Den. Fra., 2. Canaye, Phil., 224. Cancellaria Anhaltina, 231. Hispanica, 218. Candish, Tho., 271. Canones Apostolorum, 62 m, 77. Cone. Trident., 62 m. Congregat. Soc. Jesu, 67. Canonherius, Pt. Andr., 107. _ Canticum Canticorum, Aethiopice, 146 m. Capaccio, Guil. Caes., 312. Capanus, Andr., 82. Capitolinus, Jul., 166. Cappellus, Jac., 19, 22, 34, 33, 233. Caramuel Lobkowitz, Joa., 131, 137, 219. Caranta, Jac., 105. Caranza, Alph. k, 233. Cardanus, Hier., 107 m, 115,124, 127, 129. Caravagio, Polyd. de, 302, 317. Cario, Joa., 209 m. Carolus I, zie: Eikón; Apophtheg- mata. Cartari, Mar., 300. Cartari, Vine., 237. Carthagena, Alph. de, 218. Carmina varia, 176» 179» *8*» 184. Carné, Louis de, 96. Carolus magnus, 61, 68. Carpentier, Geo. de, 318 Carpi vid. Alghisi da C. Casaubonus, Is., 33 m. Case, Joa., 14- Caselius, Joa., 134, 173.
327 Casella, Pt. Leo, 216. Casmannus, Otho, 99. Caspari, Ma., 185. Casparius, Casp., 243. Cassander, Geo., 30, 212. Casserius, Jul. 99. Cassiodorus, M. Aur., 164, 213. Castanheda, Lopez de, 218. Castiglione, Balt., 16. Castiglione, Bald., 190. Castillon, J. L., 91. Castriotto, Jac., 143 m. Castro, Jos. Rodr. de, 8. Casus, Joa., 93. Catalogue of writings of Sweden borg, 60. Catalogus yan verschillende biblio theken, 6, 7. Cataneo, Geron., 143. Catéchisme des Jésuites, 32. Catechismus Romanus, 27. Catechismus, Malaice, 147. Cato, Dion., 159, 160 m, 198. Cato, M. Porcius, 163, 164 m. Catrou, 213. Cats, Jac., 135, 183. Cavalier (Le) de Savoye, 224. Cavaliero (El) determinado, 191. Cavalleriis, Jo. Bapt. de, 300 m. Caux de Cappeval, N., 2. Cebes, 170. Cedrenus, Geo., 214. Cellarius, Andr., 144. Celsus, Corn. 152. Censorinus, 161. Censura generalis etc., 30. Cento ethicus, 178. Cerri, Urb., 65. Ceulen, Lud. van, 128, 130. Chabodie, Dav., 195. Chalcondylas, Laon., 214 m. Champier, Simphor., 98. Chanler, Geo., 262. Chant royal, 192. Chappuys, Gabr., 241. Chassanaeus, Alex., 162. Chassanion, J., 68. Chassenaeus, Barth. k, 84. Chastenet, M. J. de, marq. de Puységur, 119. Chastel, Et., 97. Chateaunières de Grenaille, 276. Chauvet, Jacq., 139 m. Cherlerus, Joh. Hen., 112. Chesne (Du), zie: Duchesne. Chevreau, Urb., 196. Cheyneius ab Arnage, Jac., 133 m. Chifflet, Joa. Tac., 220, 26s, 275. Chifflet, Jul., 267. Ching-léi etc., 147. Chiromantie, 125. Chirurgia (De) scriptores, 103. Chokier, Joa. k, 75. 93. Choul, zie: Du Choul. Christinaeus, Pau., 82, 87. Christmann, Jac., 252. Chronica Turcica, 236. Chronographi rerum German. 229. Chronycke van Hollandt enz. 246. Chijs, P. O. van der, 205. Chytraeus, Dav., 22, 154, 234, 253. Ciacconius, Pt., 256. Ciazzius, Almontes, 81. Cicero, M. Tullius, 160 m. Cicogna, Strozzio, 117. Claesz, Corn., 270. Claras Sylvius, Ant., 80. Claudius, Cl., 160. Claudianus, Andr., 175. Clavius, Cph., 128, 133. Clemangiis, Nic. de, 25. Clemens Alexandrinus, 24. Clemens, Vencesl., 185. Clement, Nic., 286. Clenardus, N„ 169, 177. Clerck, N. de, 210. Clichtoveus, Jud., 127. Clouet, Fra., 40. Clowes, J., 56 m, S7 m, 58 m, 59 m - Clusius, Car., hi m. Clutius, Aug., 112. Clutius, Theod., 112. Cluverius, Phil., 268, 275. Cnaustinus, Hen., 1. Cocajus, Merlinus, 187. Coccius Sabellicus, zie: Sabellicus. Cochlaeus, Joa., 29, 227. Codes, Barth., 123. Codde, P. A., 200.
328 Code du roy Henry III, 83. Codex legum antiq., 83. Theodosianus, 76. Coelestinus, Geo., 70. Cogelerus, Joh., 300. Colerus, Cph., 79. Coleveldt, J. J, 199. Collaert, Adr., 301. Collatio legum Mos. et Rom., 78. Collenutius, Pand., 217. Collibus, Hipp. k, 16, 92. Collot, P., 317 m. Colmerus, Clem., 95. Colonna, Fra., 190, 194. Colonna, Vittoria,. 189. Columella, 163, 164. Coluthus, 148. Combault, Cha. de, 221 m. Comenius, Bemh., 232. Comes zie: Conti. Commelyn, J., 244. Commentarii Collegii Conimbr., 14. Commines, Phil, de, 221 m. Concilia orbis Britann., 68. Concilium Trident., 62 m. Concordata nat. German., 68. Confessio August., 27. per leg. Civit. Argen* tor. etc., 27. Eccles. Belg. Graece, 28. Eccles. Polon., 28. Confirmation de la disc, ecd., 30. Conjurer’s Magazine, 120. Connor, Bern., 98. Conradus, Alf., 22. Conringius, Herm., n. Constantinus Porphyrogenneta, 153, I 5S- Constitutiones presbyt. in Belg. Foed. 69. Soc. Jesu, 67. Consuetudines due. Burgund., 84. Contant d’Orville, A. G., 3. Contarenus, Pt., 269. Contemporaines (Les), 197. Conti, Natale, 215, 257. Contzen, Adam, 93. Convenant, Pau. Jos., 125. Coolhaes, Casp., 44. Coomhert, D. Vz., 26, 313. Copernicus, Nic., 132. Coquaeus, Leon., 34. Cordus, Euryc., in. Coren, Jac., 88. Cormerius, Tho., 83. Corneille, P., 298. Cornelis Adriaensen, 69. Comelissen, Norbert, 11. Cornelius, Lucius, 37. Comucopiae, 169. Corpus historiae Bizantinae, 214. juris, 77 m. poetarum Latin. 156. Costalius, Pt., 80. Costumen, zie: Rechten. Coulon, Louis, 278. Court, Pt. de la, 201. Cousin, 213. Coverte, R., 270. Covet, Jaq., 31 m. Cowel, Joh., 84. Cramer, Dan., 172. Cravetta, Aymo, 79. Crellius, Joh., 26. Crescentiis, Pt. de, 140. Crespin, Jean, 70 m. Crinitus, Pt., 167 m. Criticus (De Nederlandsche), 203. Croïus, Joa., 21. Croix, I de la, zie: La Croix. Crollius, Osv., 109. Cromerus, Ma., 236. Crowe, G., 122. Cueren vid. Keuren. Cujacius, Jac., 79. Cunaeus, Pt., 269. Cuningham, Rob., 251. Cuno, Joh. Chr., 54 m. Curiae (De) Rom. potentia, 2x5. Curio, Cael. Aug., 237. Cusa, Nic. de, 63, Cuspinianus, Joa., 213 m, 234. Czanaki, Mt. Mant., 14. Dagblad van d. vergad. d. Muni cipal. van Amsterdam, 248. Dagbladen d. vergad. van de Prov. Repraesentanten v. Holland, 248. Daillant de la Touche, 54. Dallaeus, Joa., 36, 37. Dam, J. Az. van, 252,
329 42 Damhouder, Jod. de, 85 m. Damius, Mt., 34. Danckaert, I., 279. Danckaerts, Seb., 146, 147. Danckerts, Com., 316. Daneau s. Danaeus, Lamb., 23, ne. Danfric, Phil., 138. Dante, 95. Dapper, Olf., 280 m, 281m, 282, 283. Dares Phrygius, 154. Dasypodius, Cunr., 124, 129, 132, ï39- Dathenus, Pt., 72. Dati, Ca. Rob., 190. Daumer, G. Fr., 122. Daunois, Ezech., 38. Dausquius, CL, 170. Davenant, John, 36. Davila, H. G., 222. Davity, Pierre, 276 m. Decembrius, Ang., 167. Decreta Congreg. Soc. Jesu, 67 m. Decretum Synodi nation., 37. Deduction de 1’innoc, du conte de Homes, 242. Défense des empereurs, 63. Defensio foeder. Inf. Germ., 231. regia, 228. Delbene, Barth., 182. Deliciae Germaniae, 276. Hispaniae, 276. Italiae, 276. Galliae, 277. Britanniae, 277. transmarinae, 277. poet. Scotorum, 185. Delmanhorst, Hen., 174, 175, x8i, 183. Delommeau, P., 83. Delphinus, Fed., 138. Delrio, Ma. Ant., 33, 117. Demetrius Phalereus, 149. Demontiosius, Lud., 163. Demosthenes, 149. Dempstér, Tho., no. Denker (De), 204. Deodatus, Joh., 73. Des Accords, 196. Descartes, Réné, 15 m. Descriptio ac delineatio geogr. de tect. freti, 273. Description of the nobill race of the Stewards, 286. Des Essars vid. Herberay. Des Franchieres, Jan, 141 m. Des Hayons, 193. Des Roches, Mesd., 192. Des Rues, Fra., 278. Deusing, Ant., 136. Dhona, Fab. k, 232. Dialogue between a churchman etc. 56. Dialogues on E. Swedenborg, 55. sur E. Swedenborg, 55. Dialogus antiquarius, 170. Dictionnaire univ. des sc. morale, économique etc. 91. Dictionarium historicum, 208. Lat. ling., 171. Dictys Cretensis, 154. Didascalia, 28. Diderot, Den., 196, 197. Diestius, Sam., 38. Dieterich, Cunr., 171. Dietterlin, Wendel, 316. Dieu, Lud. de, 22. Dio Cassius, 166, 193. Dio Prusaensis, 149. Diodatus, zie: Deodatus. Diodorus Siculus, 154. Diogenes Laertius, 151. Dionysius Halicamasseus, 154. Diophantus Alexandr., 154. Dioscorides, Pedac., 152. Discours de la vie de Cath. de Medicis 222 m. des choses memor. 10. histor. de 1’élection etc. 95. servant de response etc. 145. sur les moyens etc. 92. véritable etc. 32. Discursus de rebus Gallicis, 223. Disputationes in Acad. L. B. def. 26. Dissertationes Acad. L. B., 3, 74. Dissertations on the regener. life, .57- Ditmarus episc. Mersep., 230. Divinailles (Les), 192.
330 Dodoens, Remb., 111 m< Doglioni, Giov. Nic., 210. Dominis, Mc. Ant. de, 63, 138. Donatus, Mare., 164. Donellus, Hugo, 79 m - Doncker, 96. Dorisus, Joa., 109. Domeus, Ger. 114. Dorotheus, 25. Doumanus, Geo., 35- Dousa, Geo., 280. Dousa, Jan., 137, i5 8 > 180 m > 2 47- . „ Dousa, Jan., fil., i8x, 187, 247. Drake, Fra., 271. Drakenborch, Arn. van, 242. Draudius, Geo., 5. Drebbel, Com., 130. Dryander, Joa., 132. Du Bellay, zie: Bellay. Du Bosc, Jacq., 190. Dubravius, Jan., 113, 234. Du Breuil, 226. Du Chesne, Andr., 214, 227, 266 m, 267, 278. Du Chesne, Fra., 72. Du Chesne, Sim., 129. Du Choul, Guill., 256. Du Cros, Sim., 225. Du Fouilloux, Jaq., 141. Dulcis, Cathar., 189. Dulignon, P., 45 m - Dullaert, J., 200. Dumont, J., 75- Du Moulin, Gabr., 226. Du Moulin, Cha., 32. Du Moulin, Pierre, 16,33,34m, 35 m, 36 m, 37, 40m, 61 m, 191. Dtlntzer, H., 215. Dunus, Thadd., 253. Du Perron, Jacq. Bavy card., 35 m, 223. Du Pleix, Scip., 14, 219. Du Plessis, zie: Mornay. Du Puys, Remy, 239, 296. Durandus, Güil., 61. Durante,' Cast., 112. Durer, Alb.. 143» * 8 5 m » 3° 2 - Dtlrr, Fra. Ant., 61. Duret, Cl., 111,-188.. Du Tillet, Jean, 220 m, 265. Du Verdier, Ant., 212. Duyck, Adr., 142. Dijck, Ant. van, 288. Dyer, Geo., 12 m. Eber, Pau., 252. Eckartshausen, Ka. von, 120 m. Edrisi, 145. Effen, Just, van, 203 m. Egesippus, 155. Eichstadius, Laur., 105. Eifert, Max, 12. Eikón basilikè, 228. Ekenberger, Bias., 85. Electione (De) Maximiliani II, 231. Eleutherius N. Batavus, 88. Elhoungne (D’), 96. El-Makin, 145. Emblemata amatoria, 312. anniversaria Acad. Altdorf., 3 12 - politica, 314. Emmius, Ubbo, 249 m, 269. Empereur, Const. 1’, 26. Encomia Dousana, 180. Engeland’s Wereldhandel, 97. Engelen, C. van, 204. Engelgrave, Hen, 42. Engelhard, Nic., 15. Engelhardt, Dan., 255. Ens, Casp., 127, 276. Enslin der jongere, 120. Entrata di Henrico II di Fran- cia, 296. Entrée de Francoys d’Anjou, 297. de Henry II de Lorraine. 297. Epigrammata Graeca, 149. Epinicia musarum etc. 185. Epistolae de rebus Japonicis eet. 272. medicinal es, 100. Epistres Francoises, 195. Eraclius, 206. Erasmus, Des., 15, 21 m, 29 m, 39 m, 172, 177 m, 178, 185, 186. Erastus, Tho., 115 m. Ercilla y £uniga, Al. de, 284.
33i Eremiet (De), 203. Eremundus, Em„ 241. Erlösung (Die), 208. Ernst, Benj. Gottl. 125. Erpenius, Tho., 145. Errard, J., 143. Erreurs (Des), 15. Esbatement moral des animaux, 301. Eschenmayer, G. A., 121, 122. Eschuid, Joh., 123. Escole du sage, 196. Essay on the credib. of Sweden borg, 59. Estats (Les), empires etc. 276. Estienne, Cha., 140. Vgl. Stepha- nus. Estienne, Hen., 194, 222 m. Vgl. Stephanus. Estienne, Hen., 298. Ettmüller, Ludw., 207 m. Euclides, 153 m. Eudaemon-Joannes, Andr., 227. Euphormio Lusininus, 187. Euripides, 148. Eusebius Pamphilus, 25 m. Eutropius, 164. Evagrius, 25 m. Evangelia, Arabice, 146. et Epistolae, 62. Everardi, Nic., 85. Excerpta ex trag. et com. Gr., 148. Gr. sophist, ac rhet. 150. Exemplum protestationis, 231. Extrait des joumaux d’un magné tiseur, 119. Eynatten, Max. ab, 117- Eyndius, Jac., 248. Faber, Ant., 80. Faber, Bas., 171. Faber, Pt., 254. Faber, Ulr., 271. Faber Stapulensis, Jac., 127 m, 131 m - Fabricius, Geo., 23, 65,117, 233 m, 258. Fabricius, Joa., 113. Fabricius ab Aquapendente, Hier., 98. Fabronius, Ang., 7. Fabulae Aesopicae, 177. Fabulen (Sinrijke), 201. Fachineus, Andr., 80. Facultat (Der Theol.) in Halle noth- wend. Nachricht etc. 118. Faemus, Gabr., 157, 177* Falck j A R., 245. Fallesius, Fra., 98. Falloppius, Gabr., 104, 105. Farinacius, Prosp., 80. Fasciculus temporum, 209. Faunus, Luc., 258. Favyn, André, 226. Fayus, Ant., 186. Fazellus, Tho., 217. Feith, H. O., 91. Fendt, Tob., 297. Fernandez, Marc., 190. Ferrand, Jacq., 102. Ferrarius, Jo. Bapt., 140 m. Ferreras, Juan de, 217. Ferrettus, Jul., 79. Ferro, Giov., 189. Ferwerda, Abr., 5. Festus, S. Pompejus, 169. Feuerbach, Ludw., n. Ficinus, Mars., 13, 152. Fienus, Thom., 102. Figuren, Newe künstl., 302. Filesacus, Joa., 68, 1x8. Fillastre, Guill., 209. Finaeus, Oront., 126, 129, 132. Finck, Tho., 124. Fioravanti, Leon., 1. Flaccus, Siculus, 163. Flamand, Cl., 126, 139, 143- Flayder, Frid. Herm., 10. Fleck, Konr., 207. Fleming, Phil., 245. Florilegium ethico-politicum, 186. Florilegium historicum, 186. Florizel, Fra. Voilleret Sr. de, 195» Floras, Jac., 317. Floras, L. Annaeus, r66 m, 164, 170. Fludd, Rob., 105, 108 m. Folengo, Theoph., 187. Folianus, Lud., 319. Fontana, Fra., 137* Fontaninus, Just., 256. Fontanus, Nic., 99.
332
333 Gewold, Cpb., 230. Gezellige (De), 204. Giarda, Chrf., 314. Gigas, Hier., 80. Gilbertus, Guil., 133. Gilles, Nic., 219. Giphanius, Obertus, 151. Girard, Bern de, 220. Girard, E., 83. Giustiniani, zie: Justinianus. Glanvil, Jos., 118. Glareanus, Hen., 128. Glauburg, Ado. &, 1. Glins, Taco van, 86. Gloriosus, Joa. Cam., 135. Gnomae, zie: Florilegium. Goblerus, Just., 85. Gockelius, Eberh., 118. Goclenius, Rod., 125. Godefroy, Den., 63 m. Godefroy, Th., 220. Godwin, ,Fra., 227. Goeddaeus, Joh., 79. Goens, R. M. van, 281. Goes, Aert van der, 247. Goldastus, Melch., 95 m. Gollut, Lois, 226. Goltz, Hub., 259, 260 m, 285. Gomes, Lud., 62. Görres, J., 59. Gospels (by Swedenborg), 56. Gosse, P. F., 58. Gothofredus, Jac., 81. Gottfried, Joh. Lud., 210, 272. Goulart, Sim., 222, 241. Goullet, Rob., 155. Goumay, Marie de, 195. Goussancourt, Mt. de, 264. Gradi, Joa. Mt. de, 99. Graff, E. G., 206. Graken, Joh., 81. Gramaye, J. B., 250, 278. Grammont, Scip. de, 185 m. Grandamicus, Jac., 137. Grapaldus, Fra. Mar., 315. Grapheus, Com., 296 m. Graserus, Conr., 22. Gratarolus, Guil., 106, 107. Gratia tricharis Ferdin. 173. Gratulatio (Emblemat.), 246. Greblinger, Geo., 288. Gregorius Nazianzenus, 24 m. Gregorius Nyssenus, 24 m, 25. Gregorius, Pt., 1, 93. Grenaille, De, 17. Grevinchoven, Nic., 34. Grimalius, Laur., 92. Grim, Egb., 13, 66. Grimm, F. M. de, 196, 197. Groot, H. de, zie: Grotius. Groot, Wi. de, 89. Grosippus, Pasc., 170, 171. Grossius, Joh. Geo., 19. Grotius, Hugo, 1, 21, 27. 34, 74 m, 75. 88, 139, 148 m, 181 m, 182 m, 237, 241, 247. Grudius, Nic., 178. Gruterus, Jan., 167, 186, 259. Grutherus, Phil., 239. Giynaeus, Sim., 269. Gryzaard (De), 204. Guagninus, Alex., 236, 279. Guarini, Bapt., 189. Guarinus, Alex., 157. Gudelinus, Pt, 81 m. Guenois, P., 84. Gueux (Le), 195. Guevara, Ant. de, 16. Guibertus de Tomaco, 61. Guicciardini, Fra., 216. Guicciardini, Lud., 278. Guichard, Cl., 254. Guichenon, Sam., 68, 226. Guidius, Joa., in. Guillaume (Fillastre) év. de Tour- nay, 209. Guillaume le Taciturne, 242. Guillemeau, Jacq., 103. Guilliet, Scip., 215. Guintherius, Joa., 105. Guizot, F., 228 m. Gulielmus, Jan., 157. Gumposch, V. Ph., 13. Günther, Ant., 102. Guthrie, Wi., 211. Gutierrez, Joa., 63. Gyllius, Pt., 269 m. Gynaecia, 102, 103. Gysius, Joh., 241 m. Habitus omnium nationum, 298.
334 Habrecht, Is., 135. Hadrianus Castellensis, 170. Haemrodius, Com., 275. Haer, Flor. van der, 242. Haestens, Hen. van, 277. Hafenreffer, Mt., 20. Hafenreffer, Sam., 102. Hagen, Car. vom, 74. Hagen, Stev. van der, 270. Hahn, K. A., 206 m. Hainlin, Joh. Jac., 251. Hall, Jos., 20, 35, 40 m, 41 m. Haltaus, Ca., 205. Hamberger, Geo. Cph., 8. Hamel, Hen., 282. Hamellius, Pasch., 128. Hamelmann, Herm., 39. Hamelsveld, IJsbr. van, 54, 55. Hamor, Ralph, 271. Handelingen v. de Municipal, y. Amsterdam, 248. Handtveste v. d. Crimpenre-weert, 89. Happach, L. P. G., 120. Haraeus, Fra., 250, 253. Harangue pron. au Pari. etc. 225. Haren, O. Zw. van, 87. Hariot, Tho., 271. Harpocrates, 16. Hartley, T., 55. Hartung, Joa., 211. Hartzheim, Jos., 8. Hatzlerin, Clara, 206. Hauber, Eberh. Dav., 114- Hautz, Joh. Fri., 12. Havemann, Mich., 130, 137. Hawenreuter, Joa. Lud., 109. Hawkins, John, 271. Hayus, Joa., 272. Heda, Wilh., 248, 249. Hegenitius, Gotfr., 279. Hegenmuller, Joh. Rod., 95. Hegesippus, 155. Heider, Wolfg., 94- Hein, Pt., 271. Heine, G., 214. Heinrich von Meissen, 207. Heinroth, Joh. Chr. Aug., 121. Heinsius, Dan., 9, 10, 169, 173, 182 m, 186, 244. Heinsius, Nic., Dan. f., 175, 184. Heliodorus, 148. Helm-breecker, Corn., 173. Helmoldus presb. Buzov., 236. Heloisa, 25. Helvetiorum respublica, 269. Helvicus, Cph., 252. Hemelarius, Joa., 261. Hemminga, Sixt. ab, 124. Henischius, Geo., 134. Hennings, Just. Chr., 119, 120m. Henricsonius, Jon., 235. Heradides, 155. Heraclitus, 150. Heraldus, Des., 81. Herberay, Nic. de, 193. Herberstein, Sigism. ab, 236. Herbort von Fritsldr, 205. Heresbach, Conr., 140. Herlinus, Chr., 129. Hermans, C. R., ix. Hermas, 23. Hermes Trismegistus, 113. Hermius Sozomenus, 25 m. Hero Ctesibius, 153. Herold, Bas. Joa., 15. Herold, Joa., 275. Herwologia Anglica, 287. Heroum sup. aevi curricula, 172. Herrera, Ant. de, 271. Hertfelder, Bern., 279. Hervé, Fra. d’, 193. Herwart ab Hohenburg, Joa. Geo., 128, Hese, Joa. de, 280. Hesiodus 1 ; 147 m. Hesius, Guil., 314. Hess, Joa. Dom., 31. Hessel, zie: Gerritsz. Hessus, Hel. Eob., 178. Hetzel, Joh. Phil., 94. Heumius, Joa,, 100. Heutems, Pont., 226, 239, 278. Hey den, Joh., 22. Heyne, Chr. Gotti,, fix. Heyns, Pt, 301. Hexham, Hen., 244. Hibbert, Sam., 121. Hieronymus Stridon., 64. Hierovius, Barth., 100, 103.
335 Hilarius Pictav. episc., 24. Hindmarsh, Jam., 55. Hindmarsh, Rob., SS, 57 m > 5^ 1 59 m - Hippolytus episc, 253. Hircius, A., 164. Hirsching, Fri. Ca. Gottl., 7. Hispaniae bibliotheca, 8. Histoire crit. d. journ., 2. de Catalogne etc. 218. de Constantinople, 213. de Gerard d’Euphrate, 193. des chevaliers de 1’ordre de S. Jean de Hierusalem, 264. des derniers troubles de France, 223. —— des guerres de France et d’Espagne, 222. . des guerres sous Louys XIII, 224. des iles Antilles, 283. des impératrices, 261. des martyrs, 70. des ministres d’état, 221. des Pays-bas dep. 1560, 241. des persecutions, 71. des traitez de paix, 75. des vrays tesmoins, 70. ecclés. des égl. Réf., 71. en forme de journal etc. 117. Historia de bello Africano, 218. ecclesiastica, 25 m. Lombardica, 65. natur. Brasiliae, 110. persec. Eccles. Bohem. 71. Historiae Romanae epitomae, 164. Historiae sacrae, 65. Historie (Algemeene), 211. Godevaerts van Boloen, 200. van B. Cornelis, 69. vande destructie van Jerusa lem, 200. Historiën (Kerck- en Wereltl.), 64. Historiens (Des anciens), 168. History van den reus Gilias, 200. Hodson, J., 56. Hoelzlin, Jerem., 184. Hofaker, Ludw., 60. Hoffham, O. C. F., 204. Hoffmann, J. G., 96. Hogenberg, Fra., 240, 296, 297. Hogerbeets, R, 88 m. Hoghendorp, G. van, 199. Holbein, Hans, 300, 302,315m. Holder, Wilh., 31. Holland, H., 287. Hollar, Wenc, 301. Homerus, 147 m. Homme (L’) d’estat, 94. Hondius, Hen., 144 m, 285. Hondius, Jod., 278. Honorius Augustodunensis, r, 64. Honterus, Joa., 275. Hooft, P. Cz., 224, 241. Hoombeeck, Joh., 1. Höpingk, Th., 263. Hopperus, Joach, 77. Horapollo, 152. Horatius Flaccus, Q., 158 m. Homius, Cph., 105. Hornius, Geo., 228. Hornkens, Hen., 188. Horozco y Covarruvias, Juan de, 312. Horstius, Greg., 14, 105. Hortensius, Lamb., 249 m. Hortensius, Ma., 136 m, 173, 175. Hortinus, Jul. Roscius, 300. Hortus sanitatis, 103. Hospinianus, Rod., 33, 62. Hospitalis, Mich., 179. Hosschius, Sidr., 246. Hostus, Mt, 128. Houard, 84. Hout, J. van, 248. Houtman. Fred, de, 146. Houve, Mt. van der, 239. Houwaert, Jan Bapt., 198. Houwelinghen, Erasm. van, 262. Hövel, Hei. von, 313. Hovius, Jac., 172. Howell, Jac., 228. Hudson, Hen., 270, 273. Hues, Rob., 133. Hugen, Alex., 85.' Hugo, Herm., 143, 244. Hulsius, Lev., 189, 261. Hummel, Bern. Fri., 5. Hunnius, Helfr. Ulr., 80. Hunterus, A., 179.
336 Hurault, Mich., 223. Huttichius, Joa., 213. Huygens, Const., 185 m, 199. Hyginus, C. Jul., 148, 162 m. Hyginus gromaticus, 163 m. Hypotyposes orbium coelest. 132. Ibn Sirin, 115. leones biblicae, 300. histor. V. Test., 300. Images de la mort, 315. Imagines (Vivae), 98. et vitae Imp. Rom., 261. illustrium, 258. Imperio (De) m. Mogolis, 269. Inchofer, Melch., 37. Indagine, Dav. Pau. ab, 54. Indagine, Joa., 123 m. Indiae Orientalis pars I—XI, 270. Indice et recueil etc. 22. Inghirami, Curt., 259. Inscriptiones antiquae, 259. arcuum triumphal., 246. Romanae, 259. sacros. vetust., 259. Insignia S. Caes. Majest., 298. Instructie van den Hove v. Hol- landt, 88 m. voor den Stadthouder enz. 88. Instructio Adr. de Trajecto, 69. Instrumentum pacis, 215. Insulis, Alanus de, 123. Intimatio in fun. Sigismundi, 174. Introduction au traitté de la conf. d. merv., 194. Inventaire de 1’histoire, 210. Irenaeus, (S.), 24. Irvinus, Alex., 63. Isaac!, Joa., 113. Isidorus Hispalensis, 64, 213. Isidorus Pelusiota (S.), 25. Isocrates, 149. Isselt, Melch. ab, 233. Isthuanfius, Nic., 236. Itinerarium Antonini, 274. Jacobus, Epistolae, Arab, et Aethiop. 146. Jacobus rex Angliae, 116, 198, 227. Jaffé, PhU., 66. Tamblichus, 152. James, Tho., 6. Jannotius, Don., 269. Jansenius, Com., 215. Jansz, Bar., 271. Janszoon, Wi., zie: Blaeu. Jaquerius, Nic., 113. Jardin (Le) de santé, 103. Jarrige, P., 37» 38 m. Jeannin, Pierre, 224. Joachimus abbas, T23. Jöcher, Chr. Gotti., 2. Johannes, Epistolae, Arab, et Aethiop. 146. Johannes, Focco, 42. Jonstonus, Art., 185. Jonstonus, J., 112, 183. Joosten, Jaques, 273 m. Jorgius, Tho., 20. Joris, Dav., 43 m, 44 m. Jornandes, 155, 2x3, 214. Josef Albo, 144. Josef ben Gorion, 144. Josef ibn Jachja, 145. Josepho, Paul, a S., 176. Josephus, Flavius, 154, 155 m. Josselyn, Tho., 73. Joubert, Laur., 100. Joumael van de Nass. vloot, 273. Journal du traitement magnét. de la Demois. N. 119. de Mad. B., 119. (The new Jerusalem), 55. politique, 216. Jovius, Pau., 21 x, 310. Judas, Epistolae, Arab, et Aethiop. 146. Julianus Imp., X52. Julianus antecessor, 76. Jung Stilling, Joh. Hei., 120. Jungfrauen (Die Tyroler ekstat.), 122. Junius, Fra., F. fil. 284. Junius, Hadr., 112, 181, 239, 279, 3 10 - Junius, Melch., 92, 172. Jus Graeco-Romanum, 77. Juste, Th., 242. Justinianus, 76, 77 m, 214. Justinianus, Pt., 216.
337 48 Justinus, 166. Justinus, Just, 232. Juvenalis, Jun.. 159 m. Kahl, Alb,, 53, Kaiserchronik, 207. Kamp, Ado. von, 297. Kampfer, Eng, 283. Kampschulte, F. W., 12. Kaseman, Ru tg., 315, 316. Kay, John, 12. Keckermann, Barth., 14 m, 109. Keiler, Adelb., 206 m. Kempener, Jac., 317. Keppler, Joa., 127, 133, 134 m, 136 in, 138, 251 m. Kercken-Ordeninghen, 72. Kerner, Just., 121 m, 122. Keuren v. den Crimpenre-weert, 89. v. de Weesk. v. Gouda, 89. v. de Weesc. v. Rijnlant, 89 m. van Leyden, 89. van Sluys, 90. van Zeelandt, 90. zie: Ordonnanties. Keyser, G. A., 119. Keyser, Hen. de, 316. Khunrath, Hen., 117. Kilian, Luc., 287 m, 318. Kilian, Wolfg., 287. Kimchi, Moses, 144. Kink, Rud., 12. Kinschot, Casp. van, 175, 184. Kipping, Hen., 256. Kirchner, Herm., 84, 93, 172 m. Kitsch, Hen., 16. Klebitius, Wilh., 30. Kluit, A., 238. Klüpfel, K., 12. Knight, Sam., 9. Knijff, Guil., 183. Kobierzycki, Stan., 256. Kockert, Jac., 185. Köhler, Joh. Dav., 260. Kolb, Greg., 69 m. König, Reinh., 93. Koning, Corn, de, 239. Köpke, Fr. Ka., 207. Kommann, Hen., 108, 117, 187. Kosmopoliet (De), 204. Krantz, Alb., 69, 233, 234, 235. Krause, Joh. Gottl., 2. Kriechbaum in Kirchperg, J. F., 81. Kriegel, Abr., 2. Krolewiz, Heinr. von, 206. Kutrun, 203. Kyriander, Wilh., 233. Labadie, Jean de, 44 m, 43 m. La Barre, 10. La Boetie, Est. de, 194. Laborde, L. de, 5. La Boullaye Le Gouz, 274. La Broue, Sal. de, 142. La Chappelle, Geo. de, 299. La Croix, I.,de, 42. La Croix du Maine, 3. Lactantius Firmianus, L. Coel., 24 m. Lacuna, And., 97. Laet, Joa. de, no, 269 m, 283 m. Lagemans, E. G., 76. Lagomarsinus, Hier., 176. La Haye, Jean de, 19, 226. La Madeleyne, Jeh. de, 92. La Masserie, Jacq. Morin de, 263. Lambecius, Pt., 161. Lambertus Schaffnaburg., 229, 230. Lambertus, Fra., 20, 21 m, 22, 26, 28, 29 m. Lambinus, Dion., 158. La Mothe le Vayer, 168. Lampadius, Jac., 269. Lampadius, Joh., 210. Lamprias, 151. Lampsonius, Dom., 178. Lanario, Fra., 241. Lancel, H., 319. Lancilottus, Conr., 79. Lange, P. de, 201. Langius, Joa., 100. Langius, Jos., 186. La Noue, Fra. de, 92. Lansbergen, Jac., 136. Lansbergen, Phil., 129 m., 130, 135 J 36, 253. La Pise, Jos. de, 226. La Place, P. de, 222.
33 s La Primaudaye, P. de, 16. Largus, Scrib., 152. La Roche de Chandieu, Ant., 30, 71- La Rocque, G. de, 192. La Rocque, G. A. de, 266. Las Casas, Bart, de, 237, 238. Lasco, Joa. è., 72. La Serre, Puget de, 225 m. La Touche, Daillant de, 54. Launay, J. Abr., 126. Lauremberg, Pt., 112, 140. Laurenbergius, Jan. Guil. f., 171. Laurentius, Andr., 98. Laurus, Guil., 181. Laurus, Jac., 258. Laus asini, 187. Lavater, Joh. Casp., 119. Lavater, Lud., 70, 115. Lavinius, Vencesl., 114. Lazius, Wolfg., 213, 236. Le Blon, M.. 317. Le Clerc, Jean, 73. Le Cuirot, Andr., 320. Ledebuhr, Casp., 174. Leeden Strijdt, 198. Leeuwen, Sim. van, 88. Leges municip. Mechlin., 87. Scotiae, 84. Legrain, Bapt., 224 m. Leidens belegering en ontzet, 243. Leius, Mt., 183. Le Laboureur, I., 266. Le Loyer, Pierre, 116. Lely, Lucas Fopsz, 318. Le Maire, Fra., 226. Le Maistre, Ant., 193, 225. Le Menestrier, J. Bapt., 262. Le Mire, vid. Miraeus. Lemnius, Lev., 108, 116. Le Moine, Jac., 271. Le Moine, P. 314. Le Mort, Jac. 109. Lennep, J. van, xi, Lentulus, Pau., 102. Leo Imp., 154 m. Leo, J., 268. Leon, Jac. Jeh., 23 m. Leonard us, Cam., 114. Leovitius k Leonicia, Cypr., 132. Le Petit, J. F., 241. Lepidus, Cord., 186. Lemsnher, Jac., 76. Léry, Jean de, 271, 283. L’Espine, Jeh. de, 39 m. Lessius, Leon., 33 m, 40. Letters to a friend, 58. Lettre sur le magnét. animal, 120. Lettres historiques etc., 216. —■— touchant les Nouv. Rem. 191. Leunclavius, Joh., 77, 236, 237. Leuttner, Coelest., 69. Leven der Turcken, 280. (Het) en sterven enz. 199. Le Verrier, Jean, 283. Leyden, Phil, de, 91. Leyser, Herm., 203. L’Hermite, Jaq., 271, 273. L’Hermite-Souliers, J. Bapt. de, 267. L’Hostal, P., zie: Lostal. Libavius, Andr., 114 m. Libri de re rustica, 164. Licetus, Fort., 102, 149, 160. Liebault, Jean, 140. Liebaut, Jean, 103, 104. Liechtenaw, Conr. k, 230. Lilly, Wi., 125. Linacer, Tho., 169. Lindanus, Dav., 230. Lindenbrogius, Erp., 233. Lindenbrogius, Fri., 83, Lineweg, Annchen, 60. Lingard, John, 227. Linschoten, Joh. Huygen van, 270m, 281. Lipsius, Just., 13, 113, 168, 183, 244, 259. Literaturzeitung (Neue Leipz.), 3. (Allgemeine), 3. (Jenaische Allgemeine), 3. Lithgow, Wi., 273. Litterae apostol. de Soc. J., 67. Liturgy of the New Church, 56. Livius, Titus, 163 m, 190. Locher, Jac., 186. Locher, Joa. Geo., 134. Loei communes philos. Gr., 132, Lodovicus, Ant., 100 m, 107.
339 Loescher, Abr., 178. Lohengrin, 208. Lois et coutumes de Sainct Amand, 320. Lonck, H. C., 271. Londinensis, 12. Longolius, Cph., 117. Lonicerus, Phil., 236, 298. Loo, Jeh. Berthaut van, 250. Lopez, Ed., 270. Lorini, JBuonaj., 143. Loryot, Fra., 16. Lostal, P. de, 13, 224. Lotgevallen van den Brandenb. Ro binson, 201. Loth, Baruch, 313. Lotichius, J. Pt., 176, 184 m. Lotichius Secundus, Pt., 179. Love, Cph., 43. Lowbock (Judske), 85. Loyseau, Cha., 83 m. Lubbaeus, Rich., 313. Lubberd, Sibr., 34. Lubinus, Eilh., 257. Lucae, Frid., n. Lucanus, M. Annaeus, 159. Luccari, Giac. di Pietro, 217. Lucianus, 151 m. Lucilius, C., 137. Lucius, Joh., 83. Luckius, Joa. Jac., 262. Lucretius Carus, T., 157 m. Luisinus, Aloys., 102. Lullius, Raym., 13. Lulofs, J., 74. Luminary (The halcyon), 57. Lundorp, Mich. Gasp., 231. Lupanus, Vine., 83, 95. Lusinga, Ren. de, 237. Lust, St. van der, 200. Lusus poet. de orig. Amstelod., 173. Luther, Ma., 26, 28, 299. Lutzebourg, Comte de, 119. Luyt, Rob., 220. Lycosthenes, Conr., 122, 212. Lydyat, Tho., 252. Lijndrajer, Pt., 244. Maccius, Pau., 314. Macedo, Fra. a S. Augustino, 219. Macer, Aem., 105. Machiavelli, Nic., 92 m, 141,217. Machinationes Cornif. Ulefeldii, 23S- Macrobius, Aur., 161. Macropedius, Geo., 171. Maestertius, Jac., 1, 82, 278. Maestlinus, Midi., 133, 251, 233. Magazin ftlr die n. Kirche, 39. zur Erfahrungsseelenk., 119. Magazine (The new), 55. (The New-Jerus.), 55. Magerus, Ma., 84. Magerus, Pt., 184. Maggi, Girol., 143 m. Magica, 116. Magikon, 122. Maginus, Joa. Ant., 133, 134, 268. Magius, Hier., 107, 167, 253. Magneney, Cl, 266. Magnus, Olaus, 233. Maimon, SaL, 119. Mair, Wilib., 301. Majer, Mich., 114 m, 313. Majolus, Sim., 108. Majoragius, M. Ant., 172. Malingre, Cl., 224, 226. Malleus maleficarum, 116. Mallinckrot, Bern. k, 3, 230. Malmedianus, Joa., 267. Malvasia, Car. Caes., 239. Mameranus, Nic., 231. Mamfredus, Hier., 100. Manardus, Joa., 100. Manilius, M., 139. Mantica, Fra., 81, 82. Manutius, Aldus, P. fil. 170. Manutius, Pau., 160, 161. Marca, Joa. Com. k, 183. Marcellus, Nonius, 169. Marcgravius de Liebstad, Geo., 11 o. March ant, Jac., 278. Marcus, Joa. Mc., 108. Marees, Pt. de, 270. Mariana, Joa., 93. Marianus, Andr., 258. Marinello, Giov., 106. Marius, Hadr., 178. Marius, Joh., 230. Marlianus, Alois., 240.
34° Marlianus, Bart., 258. Marmora Arundelliana, 259. Felsinea, 259. Mamix, Jean de, 94. Marnix, Phil, van, 16, 31, 44, Ï99. Marolois, Sam., 126. Marot, Clem., 191. Marot, J., 316. Marques d’honneur de la maison de Tassis, 267. •Marsicanus, Leo, 221. Marstaller, Geo. Hier., 16. Martialis, M. Valerius, 159. Martinus, Com., 180. Martyr Vermilius, Pt, 30. Martyrbuch ,70. Marullus, Mich. Tarchan., 178. Marulus, Me., 39. Mascardus, Jos., 82. Mason, Fra., 73. Massa, Is., 270, 273. Massa, Nic., 100. Massaeus, Chr. 22. Massalia, Alex, él, 81. Massaria, Alex., 101. Massarius, Dom., 104. Massmann, H. F., 205, 206 m, 207. Masson, Pap., 212, 227, 278. Mathieu, P., 223. Matthaeus, Joh., 101. Matthias, Chr., 94. Matthiolus, P. Andr., 104. Mauritio (Joa.) poëmata, 176. Maurolycus, Fra., 138. Mausolea, 298. Mayerne Turquet, Loys de, 217. Meaulx, Fra. de, 225. Medicina Salernitana, 106. Medicis, Seb., 79. Meenen, van, 96. Mees, G., Az., 249. Megiserus, Hier., 230. Meidani, 145. Meisner, Dan., 276. Meisner, Joh., 118. Mekerchus, Ado., 168. Mela, Pomponius, 170. Mélanges tirés etc. 3. Melanthon, Phil., 13, 27,29,177,255- Melissus, P. } 179, 180. Mémoire s. la maison de Courte nay, 267. Mémoires de 1’estat de France, 222. pour servir él 1’ hist, du mag- nét. animal, 119. sur la vie de Loyse Juliane, 2 34- . ' ’ ' . Memorialists (The two heavenly), 58. Menabenes, Apoll., 106. Menasseh ben Israel, 19, 23, 36 m. Mendoza, Bern, de, 141. Mengus, Hier., 116, 117. Menochius, Jac., 80. Mensch (De), 204. (De) ontmaskèrt, 201. Menschenvriend (De), 204. Mer (La) des histoires, 209. Mercator, Ger., 252, 274. • Mercurius (Hollandtsche), 245. Mercuur (Haegse), 201. Merian, Mt., der Eltere, 315. Merille, N., 195. Merkes, J. G. W., 245. Merkur (Der Teutsche), 3. Merlinus Ambrosius, 123. Mersenne, Mar., 127 m. Merula, Pau., 86, 88, 210, 256, 276. Merwede, M. van der, 199. Meshovius, Arn., 233 Messala Corvinus, 164. Messia, Pt., 196. Mesue, 99. Metamorphosis Anglorum, 227. Meteren, F.man. van, 240 m, 241. Metius, Adr., 128, 135. Mettemich, Chev. de, 216. Meusel, Joh. Geo., 8 m, 208,211. Meursius, Joa., 182, 212m, 235, 242 m, 255 m, 256 m. Meursius, Joa., fil. 2x7. Meyer, Joh. Fri. von, 120, 121m, 122. Mezeray, F. E. de, 220. Microcosme (Le), 313. Middendorpius, Jac., 11, 93. Middot, 144.
i&CZ/ CiZZ - < '^. /■ fafï-Qx*. tC(_^L <fh**-f (l4*-c^ (}£ m^<_<_ ls-*U i rL M (iA£i*^. . ^^7 2tt4 i z ^p < ~~ h~U2>-^J> t<sj O*- 6W~—~- krf. ^L . r

34i
34* Nemorarius, Jord., 127. Nenna, Giov. Bat., 263. Neperus, Joh., 129. Nepos, Corn., 165 m, 166, 212 (Aem. Probus). Nervèze, Ant. de, 191. Netscher, P. M., 238. Neucrantz, Pau., 102. Neugebauer, Sal., 288, 313. Neuhusius, Edo, 2, 170, 182. Neves, José Accursio das, 219. Nevianus, Mc., 178. Nicephorus Basil., 150. Nicephorus Gregoras, 2x4. Niceron, Jean Fra., 138. Nicetas Acominatus, 214. Nicholson, Geo., 56. Nicius Erythraeus, Jan., 187. Nicolaus de Clemangiis, 25. Nicolay, Nic. de, 280. Nicot, jean, 191. Niem, Theod. de, 230. Nierembergius, Joa. Eus., no. Nieuhof, Joan., 274, 282. Niger, Steph., 168. Niger Hapelius, Nic. 114. Nieuwenhuysen, Wilh. van, 11, . I73 '~ , Nieuwenhuyzen, M., 204. Niphus, Aug., 125. Nizolius, Mar.. 160 m. Noble, Sam., £9 m. Nolden, Jos., 263. Nonius, Pt., 131. Nonnus, Lud., 107. Noort, Oliv. van, 271. Noot, Jan van der, 198. Norry, Milles de, 192. Northof, Lev. a, 233. Nostradamus, Mich., 124. Notice nécr. s. J. J. Raepsaet, 11. Notitia utraque cet. 213 m. Noublance, M. G. de, 268. Nouvelles extraordinaires, 216. politiques, 216. Nou vellet, Cl. Et., 192. Novellae, 76, 77 m. Novelle (Cento), 190. Noviomagus, Joa., 127. Novitiate’s Preceptor, 59. Novitas (Antiqua), 187. Nuenarius, Herm., 231. Nuisement, De, 114 m. Nunc Licet, 58. Nyenborgh, Joh. van, 249. Nyendael, Laur., 176. Nyhoff, Is. An., 249. Oberlin, Jo. Fr., 121. Obitum (In), F. Coenders ab Hel pen, 10. Obsèque d’Anne reine de France, 221. Observateur (L’) politique, 96. Occo, Ado., 261. Ocellus Lucan us, T50. Ockerse, W. A., 205. Octroy van de Beemster, 90. van de Heer-Huygewaert, 90. van de Purmer, 90. van de Scher-meer, 90. van de Enge Wormer, 90. Octroyen ende ordonn. van de Zype, 90. Oegger, Wi., 60. Oetinger, F. C., 54. Ofmülner è. Mülfeldt, Wolfg., 84. Olivier, Jacq., 195. Olivier, Jord., 43. Onderzoeker (De), 204. Ontwerpen d. Unie v. Utrecht, 243- Oorspronck ende voortg. der kerck. verschillen, 72. Oorsprong en voortgang der Ned. beroerten, 241. Opera agricolationum, 163. antiqua Roman., 258. Opleiding tot waarheid, 57. Opmeer, P., 2x0. Oppianus, 148. Optatus Afer, 67. Opus (Historicum), 229. Oraeus, Hen., 314 m. Orakel (Het weekelijks), 203. Oratio ad Kegem Christian., 224. de jure belli Belg., 243 m. Orationes clar. hominum, 172. inaug. Coll. Theol., 11. inaug. Acad. Ultraject., 11. Orbus (Novus), 269.
343 Ordonnances de 1’Egl. de Genève, 71 m. de la cité de Geneve s. la réform. 71. Ordonnantie op de munte, 262. op de justitie in Holland, 88. op de justitie in Vlaendren, 87. roer. de weescamer v. Dord recht, 89. vande vierschare van der Goude. 89. vande weeskamer der stadt Goude, 89. van de wildemisse v. Brede- rode, 90. Ordonnantiën op de justitie in Ant werpen, 87. Ordonnanties, keuren, enz. van Staten en Steden, 86, 87. Oresmius, Nic., 97. Orlandinus, Nic., 67. Orleans, Loys d’, 95. Orlers, Jan, 244, 268 m, 279. Orosius, Paulus, 166. Ortelius, Abr., 279. Osiander, Luc. 64. Osorius, Hier., 92, 218. Ost-Friesland (Das gelehrte), 9. Otho, L. Val., 130. Otte, 206. Outreman, Pt. d’, 214. Overbeke, Aem. van, 199. Ovidius Naso, P., 138 m, 159, 189, 190, 195, 301. Owen, Joa., 185. Paaw, Pt, 100. Pachmayr, Mar., 68. Pachymerius, Geo., 150. Padbrué, C. T., 319. Paduanius, Jo., 132. Palaephatus, 162 m. Palatius, Ang., 27. Palearius, Aon., 178. Palestine (Dr. de), 32. Palladio, Andr., 315. Palladius, 163, 164. Palmae regiae Ludov. XIII, 185. Palmerius, Jan. Mellerus, 170. Pancirolus, Guido, 213. Panegyricus Christiano IV, 233. Pauégyrique au Comte de Harcourt, 225. Pantaleo, Hei., 64, 264. Panvinius, Onuphr., 66, 217, 253, 2 54> 2S 6 . 263. Pape controrolé, 63. Papin, Nic., 109. Papinianus, 76. Pappus, Pt., 86. Paracelsus, zie: Dorneus (Ger.) Paradin, CL, 266, 310. Paradijsappel (van den), 200. Paraphrase du Pseaume 137, 193. Paré, Ambr., 103. Parent, Louis, 193. Parnasse (Le) triumphant, 193. Parnasso de’ scrittori, 3x8. Parthenius, Bern., 138. Parthey, G., 2. Pas, Cresp. de, 286 m. Pas, Crisp, de, Jr. 317. Paschalius, Pt., 222. Pasquier, Est., 220. Passavant, Joh. Ca., 121. Passional (Das), 207. Pastorum Hagiens. icones, 185. Paterculus, C. Vellejus, 164, 163. Paternus, Bern., 99. Patricius, Alex., 213. Patriot (De), 203. Paulinus episc. Aquilejensis, 68. Paulinus episc. Nolanus, 25. Paulli, Sim., 104. Paulus, Julius, 76 m. Peckius, Pt., 86. Pecquet, Joa., 98. Pegelius, Magn., 108. Peifer, Dav., 178. Peinture (La) d'Isab. Cl. Eugenie, 246. Peletarius, Jac., 128. Pellius, Joa., 130. Penningh-boeck, 262. Percivale, Ric., 190 m. Perezius, Ant., 82. Pergamino, Giac., 188. Perkins, Guil., 19, 42. Perottus, Nic., 169.
344
345 44 Porphyrius, Publ. Optatianus, 160. Porta, Jo. Bapt., 99, 111, 115, ï4ï. Portugallia [Respublicae], 269. Portum investigand. ratio, 139. Possevinus, Ant., 1, 92. Postellus, Gul., 256, 268. Pott, Joh. Hen., 1x8. Praecepta conserv. bonae valetud. 106. vitae eet., 149. Praet, Sim. van, vid. Pratius. Pratius, Sim., 173, 175. Predigten (Deutsche), 205. Principatibus (De) Italiae, 269. Priscianus, 152. Privilegies (The), of the Univ. of Cambridge, 12. Probus, Aemylius, vid., Nepos. Proces (Het wonderlijck) enz., 200. Proclus, 152, 162 m. Procopius, 155, 213, 214. Prognostica, 123. Prose Florentine, 190. Protocol van Franckenthal, 72. Proud, J., SS, 58. Prouning, Gerh. de, 32. Proverbia Arabica, 145- Persica, 146. Providence (De la juste), 34. Psalmen (Deutsche) des XII und XIII Jahrh., 206. Psalmi Aethiopice ed. Potken ,146. Aethiopice ed. Ludolf, 146. Arabice, 146. Syriace, 45* Psalterium Latino-Saxonicum, 205. Psellus, Michael, 152. Ptolemaeus, Cl., 153, 274. Puccinus, Vine., 65. Puissance {De la toutte), 34. Puteanus, Eryc., 6, 40, 244, 246, 278. Puységur, Marquis de, 119. Pybrac vid. Pibrac. Pylades, Burc., 147. Pynacker, Com., 283. Pythagoras, 147, 148, 152. Quaestiones de vent. orig., 109. Queccius, Greg., 187. Quercetanus, Jos., 103. Querimonia Europae, 215. Quintilianus, M. Fabius, 161. Quiros, Pt. Fem. de, 270, 271, 2 73 bovenste titel). Rabanus Maurus, 6x. Rabelais, Fra., 194. Rader, Mt., 68, 159, 166. Radi, Bem., 317. Radulphus Carnotensis, 95. Radsivilus, Nic. Cph., 281. Raepsaet, J. J., 85. Raevardus, Jac., 79. Raey, Joa. de, 15. Raguseus, Geo., 123. Raimondi, Eug., 141. Raineval, C. de, 34. Rainoldus, Joh., 32. Raleigh, Wa., 271 m. Ramnusius, Pau., 214. Ramus, Pt., x, 126 m, 128 m, 138, 160, 221, 256. Ranchen, Fra., 104. Ranconnet, Aimar de, 191. Ranzovius, Hen., 106, 124, 211. Rassius, Adam, 93. Rassmann, Fri., 9. Raumer, Fri. von, 212. RebuiFus, Pt., 80. Rechstein, Cph., 267. Rechten ende Costumen v. Ant werpen, 87. Recordatione (De) IV Noviss., 39. Recueil de pièces diplom., 245. des armes etc., 266. des traités etc., 76. Recupitus, Jul. Caes., 109. Reges, reginae, eet., 279. Regesta Pontif. Roman., 66. Regiomontanus, Joa., 131. Register der Missivens enz. van den Hove van Holland, 248. Reglement v. den Crimpenre-waard, 89. Reglementen v. Godschalx-oord, 90. Regnerus, Cypr., 74, 81. Regni Chinensis descr., 269. Regno (De) adv. Machiav., 92. (De) Daniae et Norw., 269.
Regulae Cancell, apostol. 62. Reichersdorff, Geo. a, 279. Reid, Ever, van, 241. Reinaert, 187, 200. Reineccerus, Fidej., 104. Reineccius, Rein., 212, 265. Reisner, Adam, 274. Reita, Ant., 137. Reizen (Wonderbaarlijke), 201. Relation of a journey etc., 273. Relatione dell’ elettione di Ferdi- nando III, 297. Relations des ambass. Venet., 214. Religion (Pure'evangel.), 57. Remarques sur la langue Fran?., I 9 I * s. la retractation etc., 38. Remigius, Nic., 116. Remonstrance (Tres-humble), etc., 68. Rendella, Prosp., 8x. Rengers van ten Post, Joh., 249. Rennow, Arn . 125. Renou, Jean de, 104. Renouard, N., 195. Repraesentatio pacis gener.. 2x5. Repository (The intellect.), 57, 59- (The N. Jerus. Church), 58. Res Anglicae, 227. a Carolo V in Africa gest. 214. in Gallia ob relig. gestae, 222. Resolutien van de Raaden v. Staate, 245- van de Staten v. Holland, 247 m. Responsa jurisconsultorum etc., 267. Respublicae apud Elzevier etc., 269. Rétif de la Bretonne, 197. Reuber, Just., 229. Reusner, El., 94, 252 m, 263 m Reusner, Nic., 184, 186, 279, 286. Reuvens, C. J. C., 254. Reveau, Geo., 38. Revius, Jac., 195, 249. Reynolds, Edw., 42. Reyse (Javaense), 281. Reyse (Vremde) in Cambodia, 282. Rhapsodist (De), 204. (De Britsche), 202. Rhegino abbas Prum., 229, 230. Rhegius, Urb., 29. Rheticus, Geo. Joach., 130. Rhinghier, zie: Ringhieri. Rhodigines, Lod. Cael., 167. Rhodius, Ambr., 138. Rhotmannus, Cph., 134. Rich, Elihu, 61. Richelieu (Arm. J. du Plessis card, de), 40. Richeome, L., 26, 32. Rieu, W. N. du, 247. Rigault, Nic., 78, 215, 225. Rime de gli Academ. occulti, 310. di poeti Toscani, 189. Ringhieri, Innoc., 194. Riolanus, Joa., iox. Ripa, Ces., 314. Risnerus, Fri., 138. Ritratto di Roma antica, 258. Ritter, Steph., 172, 275. Rivallius, Aym., 76. Rivetus, Andr., 26, 37 m. Rivetus, Gul., 37. Rivius, Joa., 39 m, 115. Robertas Arboricensis, 61. Robertas de Monte, 229. Robinson (De Saxische), 201. (De Sweedsche), 201. (De Fransche), 201. (De Hollandsche) , 201. (De Brandenburgsche), 201. (De Walchersche), 202. (De Silesische), 202. (De Haagsche), 202. (De nieuwe Engelsche), 202. (De Libanonsche), 202. Robinet, J. B. R., 91. Roccha, Ang., 5. Rochefort, Cés. de, 283. Roches, zie: Des Roches. Rocholl, R., 13. Rockenbachius, Abr., 134. Rocoles, Jean Bapt. de, 276. Rodenburg, Th., 199, 200. Rodericus, 218. Roffiniacus, Cph., 212.
347 Rohan, Due de, 277. Rohan, Mesdem. de, 192. Rolevinck van Laer, Wern., 209. Rolo overo C. imprese, 190. Romanus, A., 126. Rondelet, Guill., 113. Ronsard, P. de, 191. Rosarium Virg. Mariae, 300. Roscius, L. Vitr., 171. Rosenbomius, Sam., 183. Rosenmüller, Joh. Geo., 120. Rosières, Fra. de, 266. Rosinus, Joa., 256. Rossus, Joh., 182. Roth (Ka.), 205. Rotmarus, Val., 148. Rouillé, 213. Rousset, J., 75. Roverius, Jac., 183, 184. Rtlbel, Joh. Fri., 119. Rubenius, Phil., 168. Rubeus, Hier., 217. Rtlcker, Joa. Conr., 82. Rückert, Hei., 208. Ruellius, Joa., in. Rueus, Fra., 108. Ruff, Jac., 207. Ruffinus, 25. Rufius, Gir., 127. Rufinianus, Jul., 161. Rufus Ephesius, 152. Rufus Festus, Sex., 164, 213. Rulandus, Mart., 101. Rupertus abbas Tuitiensis, 20, 22, 61. Rusdorf, Joa. Joach. ft, 234. Russia seu Moscovia etc., 269. Rutgers, Jan., 168. Rüxner, Geo., 296. Rijckelsma, Viet., 198. Rijcquius, Just., 258. Ryd, Val. Ans., 209. Rijks-Archief (Het Nederl.), 238. Saavedra, Did., 314. Sabaudiae respublica, 269. Sabellicus, M. Ant. Coccius, an. Sabinus, Geo., 178. Sacher-Masoch, Leop. van, 250. Sacr'obosco, Joh. de, 131. Sacrocaesarei (De) obsidione, 223. Sadeler, Aeg., 312. Sadeler, Me., 318, 258. Sadoletus, Jac., 177 m. Saint-André, 118. Saint-Gelais, 71. Saint-Martin, L. Cl. de, 15. Saint-Prest, Jean Yves de, 75. Sainte-Marthe, Scev. de, 8, 266. Sainte-Marthe, Louis de, 266. Sala, Ang., 101, 102, 105. Sala, Gasp., 218. Salignacus, Bern., 128, 129. Sallustius Crispus, C., 164,165 m. Salmasius, Cl., 37, 42, 63,81m, 149, 162,. 169 m, 177. Salomo ibn Melech, 145. Saluces, L. P. de, 95. Salve sive Oratio, cet. 174. Sambucus, Joh., 7, 236, 310. Sammarthanus, zie: Sainte-Mar the. Sammlung v. Urk. betr. Sweden borg, 60. San Marte, 206. Sancerre (De obsid. urbis), 223. Sancto Josepho, Paul, ft, vid. Jo- sepho. Sancto Vincentio, Greg, it, 130 Sandaeus, Max., 16. Sande, Joa. k, 82, 91. Sandeus, Fel., 63. Sandolinus, Cherub., 137. Sandys, Geo., 273. Sanga Verinus, Liberius, 33. Sannazarius, Jac., 178. Sansovino, Fra., 94, 190, 265. Sapphus, 148. , Saresberiensis, Joa., 15. Sarpi, Paolo, 216. Sasgerus, Gasp., 29 m. Satler, Wolffg., 124. Savonarola, Jo. Mich., 102. Savorgnano, Mar., 141. Savot, Louis, 260. Saxius, Jos. Ant., 7. Saxo grammaticus, 235 m. Saxonia, Here., 100 m. Scabaelje, Dier., 199. Scamozzi, Vina, 315. Scalichius, Pau., 187.
Scaliger, Jos., 129, 168 m, 179, i9S> 2 5 2 > 2 53> 2Ó 5- Scaliger, Jul. Caes., 107,151,167, 169, 171, 177, 179- Scaliger, Pau., 267. Scappi, Bart., 141. Scena Europaea, 215. Scepperus, Com., 214. Schaaff, J. H. van der, 245. Schaghen, P. J., 198. Schardius, Sim., 78, 229. Schauspiele (Altteutsche), 206. Schedel, Hartm., 209. Schedius, El., 257. Scheffer, Joa., 255. Scheiner, Cph., 134, 138. Schelius, Rab. Herm., 94. Schellenberg, Cph., 178. Schenck, Joa. Geo., 97. Schenckelius, Lamb., 320 m. Schenkius k Grafenberg, Joa., 101. Schertser (De), 203. Schille, Hans van, 143. Schlick, Rodh. 319. Schlosser, Jo. Geo., 119. Schola Salerna, 106. Schonaeus, Com., 181. Schoner, Joa., 126. Schopffius, Joh., 64. Schopperus, Hartm., 187. Schoppius, zie: Scioppius. Schosserus, Joh., 180. Schotanus, Bern., 81, Schotel, G. D. J., 73’ Schottus, And., 8. Schott, Aug. Fri., 74, Schouten, Wi. Cz., 271, 273. Schreckenfuchs, Er. Osw., 124, 132. Schrenck von Notzing, Jac., 286. Schubert, Gott. Hei. von, 121m, 122. Schuller tot Peursem, C. L., 245. Schultheis, Hinr. von, 117. Schwammann, Cph., 183. Scioppius, Gasp., 170 in, 171 m. Scohier, Jean, 263. Scópas (Engla and Seaxna), 207. Scorelius, Adr., 179. Scot, Alex., 169. Scotus, Jul. Clem., 37. Scotus, Mich., 99. Scribanius, Car., 61, 94, 279. Scribonius, Gul. Ado., 16, 108, I33> Scrieck, Adr. van, 239. Scriptores de agrorum condition., zie: Agri. —— de chirurgia, 103. de re militari, zie: Vegetius. historiae Augustae, 166. historiae Byzantinae, 213, 214. historiae Francorurn, 221. historiae Normann., 214. historiae Rom. Gr. min. 155. historiae Rom. Lat min. 1 64. rei accipitrariae, 153. rei rusticae, zie: Opera; Libri. rerum Gallicarum, 221. rerum Germanicarum, 229 m. rerum German. Septentrion., 2 33- rerum Hungaricarum, 236. rerum Polonicarum, 236. rerum Sicularum, 217. Scripture histories, 58. Scriverius, Pt., 156,168,175,184, 2 39, 2Ó 9- Scultetus, Tob., 181. Secreti, zie: Falloppius (Gabr.) Secundus, Joa., 178 m. Segoing, C., 264. Sehergaben (Die), 122. Seilen-Buch, 316. Selden, John, 75, 227, 259. Semedo, Alv., 282. Sender, Joh. Sal., 211. Senalis, Rob., 30. Seneca, L. Annaeus, 159 m, 161, 162 m, 186. Seneca, M. Annaeus, 159m, 162. Sennert, Dan., 102. Sententia incerti auctoris, eet. 74. Serarius, Nic., 233. Series profess. Ac. Franeq., u. Serlio, Seb., 315. Sermons of the Swedenb. Church., SS- Serres, Jean de, 220. Sesellius, CL, 221.
349 Severus, Alexandr., 150. Severus, Sulpicius, 65. Sextus Empiricus, 151. Seyssel, Cl. de, 95. Sfondratus, Pand., 109. Sibly, Man., 55. Sibmacher, Joh., 267. Siccama, Sibr., 253. Sidonius, C. Sollius Apollinaris, 160. Sienicius, Nic., 95. Sigebertus Gemblacensis, 64, 229. Sigonius, Car., 76, 213, 216. Silius Italicus, C., 159. Silvaticus, Joa. Bapt., 100. Simler, Jos., 9, 31, 269. Simonis, Th., 175. Sinibaldus, Jo. Ben., 99. Sirach, Jesus, 18. Sirenius, Jul., 124. Sirichius, Lob., 212. Situ (De) ac moribus regnorum, cet. 276. Skarbek, Fred., 96. Skenaeus, Joa., 84. Skytte, Jac., 173. Slechtingius & Bucowietz, Jon., 26. Sleidanus, Joa., 230, 231. Slichtenhorst, Am., 243. Sluperius, Joa., 298. Smarrito, 190. Smetius, Ma., 259. Smith, John, 271. Smoll, Gfr., 101 m. Smyters, Ant., 318. Snapsters (De verstandige) 203. Snellius, Willebr., 130, 134 m, 140, 260. Sobius, Jac., 231. Socinus, Faust., 26, 33. Socrates (Kerkv.), 25 m. Soldan, Wi. Gotti., 115. Soldat (Le) Francois, 224. (Le) Suédois, 232. Sober, Fra., 282. Solinus Polyhistor, C., 162, 170. Solis, Verg., 300. Solon, 147. Someren, Corn, van, 248. Sonnet, Tho. de Courval, 192, 193- Sophocles, 148. Sopingius, Gfr., 34. Soranzo, Laz., 237. Sorel, Ch., 196. Soria de Crispan, Diego, 74. Souterius, Dan., 255. Sozomenus, Hermius, 25 m. Spachius, Isr., 103. Spanheim (E.), F. fil., 174. Spanheim, Frid., 10, 37,71, 232, 234, 244. Spartiauus, Ael, 166. Spectator (De), 202. (De Hollandsche), 203. (De Nederlandsche), 203. (De nieuwe Nederlandsche), 204. Spelman, Hen., 68, 171. Spelman, Joh., 205. Spence, Wi., 55. Speusippus, 152. Spiegel, L. P. van de, 96, 243. Spiel v. d. Upstandige, 207. Spilbergen, Joris van, 270, 271. Spina, Pt. de, 12. Spittler, Ludw. Tim. von, 212. Sprecher, F., 269. Staden (Hans) van Homburg, 271, 284. Stampa, Pt. Ant., 1x7. Star (De), 205. Starovolscius, Sim., 9. Status particul. imperii Ferdinandi II, 269 Statuta hospit. Hierusalem, 300. Synod. Eccles. Colon., 69. Synod. Nicolai episc. Harlem., 69. Synod, dioeces. Buscoduc., 69. Steele, Rich., 43, 65, 202 m. Steffens, Hei., 232. Steinberg, Joa., 231. Stella, Joh., 232. Stemma Leostenianum, 267. Stengel, Car., 68. Stephanus, Car., 98. Vgl. Estienne. Stephanus, Hen., 167, 180,279m. Vgl. Estienne.
35° Stephanus, Rob., 171. Sterre, Joa. Crisost. van der, 66. Steubing, Joh. Herm., 12. Stevin, Sim., 126, 139. Stewechius, Godesc., 170. Stobaeus, Joa., 149, 152. Stoeffler sive Stoeflerinus, Joh., 131, 251. Stoke, Melis, 246. Strabo, 156. Strada, Fam., 176, 241. Strada, Jac. de, 139. Strada, Oct. de, 261. Stransky, P., 269. Streinnius, Rich., 265. Strieker (Der), 206, 207. Struchtmeyer, Joh. Cph., 257 m. Struchtmeyer, Jod. Joh., 168. Struppius, Joach., 106. Struvius, Burc. Gotth., 208. Sturm, Joh., 237. Suarez, Fra., 14. Suecia [Respublicae], 269. Suetonius Tranguillus, C., 166 m, 212. Sulpicia, 159. Surdus, Joa. Pt., 82. Surendonck, G., 175. Surendonk, Jac., 87. Suringar, G. C. B., 6. Suringar, Luc. Joh., 91. Surius, Laur., 214. Susius, Jac., 181. Sussannaeus, Hub., 178. Sutholt, Bernh., 80. Sutlivius, Mt., 73. Swaef, Sam. de, 319. Swedenborg, Eman., 46—54 m, 56. Swedenborg (Over) en dweeperij, 5 6 * . Sweertius, Eman., 112. Sweertius, Fra., 9, 261. Swetnam, Jos., 201. Swift, Jon., 202. Sylloge nova epistol., 177. Sylvius, Ant. Claras, 80. Symeon, Gabr., 310. Synesius, 152. Synesius Cyrenaeus, 150. Systema logicae, 14. Syrus, Publ., 159, 162, 186. Tableau anal, de 1’Egl. de la N. Jérus. 54. Tabourot, Et., 196. Tabula Peutingeriana, 274. Tacitus, C. Cornelius, 165 m, 166. Tackius, Joh., 137. Tafel, Joh. Fri. Imm., 59, 60 m. Taffin, Jean, 39 m, 64. Tamianus, Jul, 118. Tanner, Adam, 135. Tanstetter, Geo. Collimitius, 100. Tardif, Guill, 141. Tariffe general des droicts etc. 97. Taschenbuch (Histor.), 212. Tasso, Torq., 189, 263. Taurellus, Lael., 78 m. Taurellus, Nic., 181, 312. Taylor, W, B. S., 12. Teixeira, Joa., 218. Tennhardt, Jöh., 60. Terentius Afer, P., 157 m. Tertius, Fra., 285. Tertullianus, Q. Sept. Flor., 24. Teschenmacher, Wernh. 233. Testament van Jan Splinter, 199. Testamentum novum Graece, 18. Gr. et Lat., 18. Latine, 19. Gr. et Neo-Gr., 19. Testimonium Acad. Ultraj., 11. Tetius, Hier., 316. Tetti, Carlo, 143. Texera, Jos., 266. Thaarup, Fred, 279. Théatre de 1’univers, 276. d’histoire, 195. universel des princes, 210. Theatrum geographiae vet., 274. pontificum, 288. principum orbis univ., 275. Theo Smymaeus, 153 m. Theodoretus episc. Cyrensis, 25, Theodoritus, 25. Theodoras lector 25 m. Theodoras Metochita, 155. Theodosius, Joa. Bapt., 100. Theognides, 147. Theophilus, 207.
35i Theophilus antecessor, 77. Theophrastus, 151 m. Thesaurus exorcism., 117. Theuton. ling., 197. Theses Acad. Leid., 3, 26. Theses seu communes loci, 100. Thesseraeus de Brunei, A., 174. Theuerdank, 205. Thevet, André, 275, 285. Thibault, Gir., 142. Thomas, Hub., 233. Thomasius, Vine., 172- Thomasin von Zinclaria, 207. Thomson, Greg., 93. Thou, Jaq. Aug. de 2x3 m. Thresor de la langue Fran?, 191. Thuanus, vid. Thou. Thucydides, 154. Thumier Buch, 296. Thylesius, Ant., 255 m. Thyraeus, Pt., 116 m. Thysius, Ant., 174 m, 268, 269. Thysius, Jac., 183. Tiele, P. A., 243. Tilenus, D., 32. Tilius, Joa., 95. Timmermans, J. A., 312. Tiraboschi, Girol., 7, 8. Tiraquellus, Andr., 79. Titius, Joh. Pt., 184. Titurel (Der jtingere), 206. Tjaden, Enno Joh. Hei., 9. Tomasinus, Jac. Phil., 7,9, 10, 165, 255. Tomek, Wenz. Wlad., 12. Tooneel der beroemder hertogen, 210. Topographia (Deutschlands etc.), 277. Toppi, Nic., 8. Torniellus, Aug., 64. Torreblanca Villalpandus, Fra., 117. Tortius, Fra., 186. Toussaint, Dan., 39 m. Tractatus (Selecti) juris, 78. Tiaité contenant le vray moyen etc., 31. Traités de conféderation etc., 73. Traudenius, Dirck, 251. Treterus, Tho., 158. Trew, Abd., 136. Tricassus, Patr., 123. Trigautius, Nic., 282 m. Trigland, Jac., 72, 173. Tristan, J., 246, 262. Trithemius, Joa., 1,^115 m, 116. Tronchin, Th., 10. Tryphiodorus, 148. Tuccaro, Arch., 106. Tuningius, Ger., 186. Turcici imperii status, 269. Tumebus, Ant., 167. Turpinus, Joh., 229. Turturetus , Vine., 263. Tyro, 259. Ubaldus vid. Monte. Ufano, Diego, 143. Uhl, J. L., 177. Uhuhu, 119. Ulpianus, 76. Ulstadius, Phil., 114. Unverzagt, W. P. J., 127. Usserius, Jac., 73. Utenhovius, Car., 179. Uterverius, Joa. Com., 1x0. Uytenbogaert, Joh., 72. Vaderlander (De), 204. Vadianus, Joach., 170. Vaenius, Otto, 302, 313. Vaihinger, J. G., 60. Vairus, Leon., 116. Valdor, Jean, 298. Valentijn, Fra., 281. Valerius Maximus, 163. Valerius, Corn., 179. Valla, Laur. 169 m. Valle, Pt. della, 273. Vallesius, Fra., 108. Vallone (De), 38. Valturius, Rob., 141. Valverde de Hamusco, Juan, 98. Vander-Milius vid. Mijl. Vander-Vilius, Ael. Fra., 108. Varenius, B., 269. Varennes, Cl. de, 278. Varennes, Mc. Gilb. de, 264. Varro, M. Terentius, 163, 164, 169. Vaugelas, Cl. Favre de, 191. Vaughan, Tho., 119.
Veen, Com. van, 270. Veer, Ellert de, 246. Vega, Pd. de la, 190. Vegetius, Flav., 141. Velde, J. van de, 318. Velden, Wm. van de, 198. Velleus, Greg., 38. Velly, 220. Velsen (Die neun), 60. Velserus, Me., 259, Velthusius, Hen., 183. Venator, Balth., 10. Venditio liberi principis, 232. Venei, Adr., 117. Venerius, Joh. Ant., 123. Venuti, Fil., 188. Verantwoordinghe van S. Franck, 44- Verborgenheit (Van) der Schnft, 43- Verdizotti, Geo. Mar., 189. Vereycken, Gfr., 106. Vergilius, Polyd., 185,186, 227 m. Verhad (Cort) eender heerl. rey- sen, 272. van de Nederl. Vreedehande- ling, 244. .. Verhandeling (Bnefs-wijze), 55. Verheiden, Guil., 9, 243 m. Verheiden, Jac., 9. Verhoeff, Pt. Wz., 270. Verinus, Simplicius, 37. Verklaringhe der Scheppenissen, 43- Vemulaeus, Nic., 17 m, 94, 183. Verone, Fra. de, 224. Verslag van de leerst. der Kerk van het N. Jerusalem, 58. Versterfrecht (Nederl.), 86. —— (’t Hollandtsche), 89. Vertoogh (Kort) betr. A. van der Laen, rentm. van Rijnlandt, 89. Verulamio, zie: Bacon. Verzameling van onuitgeg. stukken, 243- Vesalius, Andr., 98 m. Vespucci, Amer., 270, 271. Vicecomes, Zach., 117- Vicelius, zie: Wicelius. Vico, Enea, 260, 261 in. Victor, Pub., 213. Victor, S. Aurelius, 166 m, 164. Vida, Mc. Hier, 178. Vieta, Fra., 129, 251. Vigenere, Bl. de, 114, 214. Viglius Zuichemus, 78. Vignier, Nic., 33, 219. Vignola, Giac. Barozzio da, 315. Villanovanus, Am., 106 m. Villaret, 220. Ville, Ant. de, 280. Ville, I. de, 284. Villeroy, Nic. de Neufville Sr. de, 223. Vincentio, Greg, a Sancto, zie: Sancto. Vincentius Ravennas, 172. Vincentius, Phil., 37. Vinchant, Fra., 250. Vinck, C., 184. Viret, P., 27, 30 m. Virgilius Maro, P., 157, 15 8 m - Vita G. Verheiden, 9. Vitae virorum illustr., 212. Vite de’ fllosofi, 301. Vitellio, 137. Vitruvius Pollio, M., 163 m. Vivat rex Carolus, 231. Vives, Joa. Lud., 13, 15 m > I 77* Viverius, Jac., 199. Vlacq, Adr., 129, 136. Vliet, J. van, 91, 164. Vliet, L. van 97. Vlitius, Jan., zie: Vliet. Vloten, J. van, 197, 242, 243. Voerthusius, Joa., 7. Voetius, Gisb., 26. Vogel, Joh., 314. Volaterranus, Raph., 167. Voort, Jeron. van der, 199. Voragine, Jac. de, 65. Vorstius, Ev., 10. Vossius, Dion., 173. Vossius, Fra., 175 m. Vossius, Ger. Joa., 171, 172» 232. Vossius, Mt., 247. Vota Ser. Ferdinando etc., 246. Voyage de France, 278. Voyages imaginaires, 119. Voyer d’Argenson, A. R. de, 3.
3$.4 Vredeman Vriese, J., 126, 316 m. Vredius, Oliv, 250 m. Vreede, G. W., 76. Vriend (De) des vaderlands, 205. Vries, Sim. de, 199. Vulson, Mare. de, 254,^64 m. Wacker, Mt., 95. Wagener, Sam. Chr., 120. Waghenaer, Lucas Tansz., 139. Wahmemungen e. Seherin, 121. Wallhausen, Joh. Jac. von, 141, 142 m. * Warner, Lev., 146. Wassenberg, Ev., 174, 231. Water, J. W. te, 10. Wecker, Jo. Jac., 104 m. Weert, Seb. de, 271. Wegelinus, Tho., 33. Weigel, Hans, 299. Weihe, Eberh. ét, 93. Weis, A., 74. Weltgeschichte (Allgem.) 211. Welthistorie (Algem.), 211. Welz, Gius. de, 96. Wemmers, Pt., 65. Wendelinus, Frid., 94. Werden, Joh. Ang. ét, 232. Werdenhagen, J. A., 268, 269. Werner, Geo., 279. Wesembecius, Mt., 79. Wesenbeke, Jac. van, 242. Wessel, Wi., 267. Westendorp, Nic., 254. Westerbaen, Kom., Wz., 211. Westerburg, Joh., 183 m. Weston, Elis. Joa., 182. Westonus, Odov., 94. West-Zanen, Wi. van, 281. Wetten van Brugghe, 87. Weyerman, Jak. Campo , 201. Weytsen, Quint., 86. Whitaker, Guil., 31 m, 32. Wicelius, Geo., 23, 30, 66, 67. Wicqueiort, Abr. de, 95. Wideburgius, Hen., 134. Wieland, C. M., 3. Wielant, Phil., 83. Wier, Joh., 113. Wilhelmus de Stutgardia, 31. Wilkens, John, 132. Wilman, Th., 64. Wiltens, Casp., 146. Wimpheling, Jac., 230. Winsemius, Pier., 173 m, 174 m, 249 m. Wirtsung, Cph., 101. Wisaeus, Aug., 176. Witichindus mon. Corbeiensis, 230 m. Witte, Pt. de, 28. Wittichius, Joh., 103 m. Wizl&w IV Ftlrst von Rügen, 207. Wohnungen (Ueber die) d. Seele, 60. Wolfius, Hier., 161. Wolfrath, Fri. Wi., 119. Wollebius, Joa., 27. Wolphius, Hei., 252. Wolzogen, Job. Lud., 26. Wonder-boeck, 43. Wonderen des werelds, 201. Worm, Gl. 208, 235 m, 239 m. Wotton, Ed., ii 2. Wotton, Hen., 163. Wower, Joa. él, 167,177,187, 233. Wulp, J. K. van der, 243. Wunder (Die), des Herm, 60. Wusthof, Ger. van, 282. Wijsgeer (De Hollandtsche), 203. Xenocrates, 152. Xenophon, 130, 194. Ximenez, Rod., 143. Yorke, Jam., 268. Yvon, P., 45 m. Yvoy van Mydrecht, D. M. M. d’Angest d’, 245. Zadith (Senior) f. Hamuelis, 113. Zanchius, Bas., 178. Zapata, Gio. Batt., 104. Zawacki, Teod, 83. Zeedemeester (De), der kerkdijken, 203. Zee- en Landreizen, 272. Zeerechten, 85. Zeiller, Mt., 277. Zeiser, Joh., 208. Zeitungen (Neue)von gel. Sachen, 2. Zenocarus k Scauwenburgo, Gul., 230 m. Zememan, Conr., 164. 45
354
REGISTER VAN KUNSTENAARS (SCHILDERS, TEEKENAARS, GRAVEURS, ENZ)
356 Cochin, 304. Cock, Hier., 258, 303 m, 304 m, 306. Coeck, Pt, 296 m. Collaert, Adr., 301,302 m, 303 m, 304, 306. Collaert, Joa., 250, 300,303, 305. Collot, P., 317 m. Congiet, G., 699. Conradus, A., 293. Cool, Pt., 309 m. Coornhert, D. Vz., 307 m, 309, 3I3- Couvay, 293 m, 295. Cuerenhert, zie: Coornhert. Curione, Carlo Lud., 318, 3x9. Custos, Domin., 286, 287, 296, 3I3- Dalen, C. van, 293. Dame, C., 293. Danckertsz, C., 300, 316. Danet, Louis, 280. Delff, W. Jz., 142, 292, 293], 295 m. Dente (Marco) da Ravenna, 308. Diepenbeke, Adr. van, 314. Dietterlin, Wend., 316. Dobson, Wi., 291 m. Doetecom, Joa. en Bapt. van, 281. Dolendo, Zach., 198. Dossi, Dosso, 189. Durer, Alb., 142, 285 m, 302. Dusart, C., 294. Dusart, Corn., de oude? 309. Dijck, Ant. van, 288, 290, 294. Ebelmann, J., 316. Egmont, Just, d’, 292. Ende, J. van den, 90. Faithorne, Gu., 291 m. Falck, Jer., 291m, 292 m, 294 m. Farinat, P., 293. Fendt, Tob., 297. Ferdinand, 292. Firens, P., 265, 266, 302. Floris, F., 303, 310. Floras, Jac., 317, Fontana, Joh. Bapt., 286. Francken, Amb. 306. Franco, Batt., 284. Frisius, Sim., 305, 306. Fruitiers, Ph., 127, 291, 292. Furck, Seb., 288. Fumius, P., 305. Galle, Corn., 67, 290, 295 m. Galle, Corn., Jr. 290. Galle, Phil., 285, 304 m, 305 m, 306. Galle, Theod., 258, 302. Gassel van Helmont, Luc., 304. Gaultier, Léon, 301. Gauw, Ger., 318 m. Geile. Joa., 142, 291. Gerritsz, Hessel, 90, 273 (platen in de Descriptio). Geyn, zie: Gheyn. Gheeraerts, Me., 301, 313. Gheyn, Jac. de, 299, 307, 308, 310. Gole, J., 20X. Goltzius, Hen., 291 m, 294 m, 304 m, 306 m, 310. Goos, P., 319. Goyrand, C., 310. Greuter, Mt., 309, 318. Haarlem, Corn, van, 305. Heda, W. C., 295. Hedouyns, Anth., 303. Heemskerck, M., 307. Henrix, Sal., 319. Heyden, Jac. ab, 292. Heyden, Joa. ab, 292. Hoecke, I. van den, 291. Hogenberg, Fra., 240 m, 296,297. Holbein, Hans, 300, 302, 313m. Hollar, W., 290, 293 m, 301. Holstein, Corn., 302. Hondius, Guil., 290, 292 m. Hondius, Hen., 144 m, 285, 306. Hondius, Jud., 278, 319. Horst, G. van der, 310. Horst, N. van der, 295. Houte, C. ten, 293. Huret, 293 m. Huys, Frans, 306, 309. Isaac, Pt., 291. Isaacsz, Is., 298. Isac, Jasp., 301, 307 m, 308 m, 309 m. IsselSurg, Pt., 142, 308, 314. Jode, Pt. de, (senior), 307, 308 m.
357 Jode, Pt. de, (junior), 288, 290. Kaerius, Pt., 277. Kamp, Ado. vom, 297. Kaseman, Rutg., 315 m. Keller, G. 141. Kempener, Jac., 317. Keyser, Hend. de, 316. Kilian, Luc., 287 m, 318. Kilian, Wolfg., 287 m. Koning, C., 295. Kouwenburg, Ma. van, 292. La Chappelle, Geo. de, 299. Ladenberger van Essen. H., 308. Lamsweerde, S. van, 292 m. Lancel, H., 319. Lancione, Sempr., 318. Langren, M. F. van, 292. La Ruelle, Cl. de, 297 m. Lasne, M., 292, 293, 302. Lastman, N., 142. Laurus, Jac., 238. Le Blon, Mich., 303 m, 317. Le Blond, 304, 308. Le Febvre, Fra., 303. Lely, Lucas Fopsz, 318. Le Mercier, Ant., 317. Le Merset, Balt., 303. Leu, Tho. de, 295, 301. Leyden, Luc. van, 311. Lis, Jan, 307. Lisebetten, Pt. van, 290. Lochom, Mich, van, 264, 291 m, 294, 304 m, 305 m. Londerseel, Ahasv. van, 280, 310. Londerseel, Jan van, 309, 310. Magneney, Cl., 266. Mallery, Car. de, 302, 306. Malthan, J., 292. Mandekens, Ma., 127. Mander, Ka. van, 308, 310. Marot, J., 316. Matham, Adr., 142, 291*, 305. Matham, Jac., 198, 295, 304 m, 308, 310 m. Matham, Theod., 295. Merian, Mt., 112, 184, 271, 277, 2 97. 3 01 » 3°4 m, 313. Merian, Mt. de oude, 315. Merica, P. a, 303, 306 m, 307, 308, 309. Meurs, Jac. van, 210.' Meyer, 305. Meyssens, Joa., 292. Mierevelt, Mich. Joh. -van, 294, 295 m. Mignot, Dan., 303 m. Mitelli, Agost., 317. Mollijns, Jan, 285. Molijn, P., 309. Moncornet, B., 198, 295, 303 m, 304, 305 m. Montani, Giovanbat., 317. Mosbach, Hans Geo., 303. Moyaert, C. L., 298. Muller, Herm., 305 m. Muntinck, A., 303. Neefs, Jac., 127, 290, 291. Nes, Joh. van, 292. Nieuwland, G. van, 307. Nolpe, Pt., 298. Novellanus, Sim., 297 m. Nys, Fra. de, 292 m. Oort, Ad. van, 308 m. Orley, R. van, 310. Osello, Gasp., 285. Ostade, Adr. van, 310. Paenderen, Egb. van, 142, 305. Palamedes, A., 293 m. Palladio, Andr., 315. Pas, Crisp, de (vader of zoon), 142 m, 286 m, 287,292, 294 m, 295 m, 2 97> 3° 2 > 3°3 > 308, 317. Pasti, Ml., 141. Pauli of Pauwels, Andr., 314. Peake, Rob., 291, 294. Perelle, 259. Pfann, Joh., 314. Pleydenwurff, Wi., 209. Pontius, Pau., 290, 292 m. Porro, Girol., 311. Post, F., 238. Pozoseratus, Lud., 304. Queboren, Cr. van den, 142,291, 2 93 m, 3 11 » Quesnel, F., 286. Quewellerie, Guilh. de la, 303. Radi, Bern., 317. Ragot, Fra., 309 m. Rembrandt, 310. Rewich, Eerhard, 280.
35» Roghman, G., 302. Romano, Julio, 293. Rousselet, 293 m. Rubens, P. P., 292. Sadeler, 282, 310. Sadeler, Aeg., 258, 291, 312. Sadeler, Joa., 302, 310. Sadeler, Just., 304, 306. Sadeler, Marco, 258. Sadeler, Raph., 68, 294, 302. Saenredam, J., 306, 311. Salviati, Gios., 301. Sambix, Fel. van, 319. Sandrart, Joach, 293. Santvoort, A., 91. Sarragon, J., 319. Savry, Sal., 142, 295, 298m, 303, 305. Scamozzi, Vine., 315* Schfluffelin, Hans, 302. Schille, Hans von, 143. Schulz, Dan., 292 m. Serlio, Seb., 315 m. Serwouters, P., 142. Smyters, Ant., 318. Snyers, Hen., 290. Solis, Verg., 300. Son, N. de, 305. Sprs, G., 309. Stimmer, Tob., 286. Stockius, Andr., 142, 290. Strada, Jac. de, 139. Stradanus, Joa., 302 m, 304 m, 305 m. Straet, J. van der, zie Stradanus. Strobel, Barth., 292. Swaef, Sam. de, 319. Swanenburg, W., 292, 294. Swanevelt, Herm., 310. ïempesta, Ant., 302 m, 305 m, 306, 307. Teniers, A., 305. Terzo, Fra., 285. Testa, Fab., 318, Thomassin, Phil., 300. Tiziano Vecelli, 189, 293 m. Totti, Pomp., 258. Toutinus, Hen., 303. Vaenius, Gisb., 292. Vaenius, Otho, 250, 302. Vaillant, W., 292. Valckert, W. van den, 309. Valdor, J., 298. Veen, zie: Vaenius. Velde, Es. van de, 305, 310. Velde, J. van de, 295,309, 310 m. Velde, J. van de (de schoonschrij ver), 3x8, 319. Verdizotti, Gio. Mar., 189. Vico, Enea, 260, 261 m. Vignola, Giac. Barozzio da, 3x5. Vinck, A., '295. Vinckeboons, D., 306, 307 m, 309, 310. Vionot, 308. Visscher, Claes Jansz, 17, 90 m, 295 m, 308, 309. Vlieger, S. de, 298. Vliet, J. G. van, 310. Voerst, Rob. van, 290. Vorsterman, Luc., 290,291,295 m. Vos, Mt. de, 300, 302 m, 303 m, 306, 307, 308, 309 m, 310 m. Vouet, Sim., 302. Vredeman Vriese J., 126, 316 m. Wagener, S., 292. Walker, Rob., 291. Waumans, Conr., 288, 290. Weigel, Hans, 299. Wierix, Ant., 295, 310. Wierix, Hier., 295, 304. Wierix, Joa., 292. Winghe, Jod., van, 238. Woeiriot, Pt., 286, 286, 311. Wolgemut, Mich., 209. Zeeman, Rein., 310. Zuylen, J. yan, 292.



BOEKDRUKKE RIJY AN R. J. BRILD» BEIDEN*