182 ‘ ‘ ‘ Ltk.’ 339
SCHRIFT
Littera bastarda in bleekbruinen inkt op hier en daar geheel verhoornd per- kament. Rubrieken, roode opschriften en roode en blauwe lombarden (2112 l1oog).Blauwe initialen (3—6rr. hoog), de grootste met opengewerkte schachten, met rood en groen penwerk, zich hier en daar in de marges voortzettend, versierd.
INHOUD V Mnl. vertaling der vier boeken van de Imitatio Christi van THOMAS
A KEMPIS. Zie M. J. POHL, Thomae Hemerken a Kempis opera
omnia II, p. 5-263.
F. 1-3: onbeschreven.
F.4: HJier begi(n)t dat prologus va(n) som(m)ighe vermani(n)ghen die seer oerberlic si_'j(n) tot enen gheestelilce(n) leue(n) mede~ te comen —— Inhoudsopgave. 25 capita.
F.4’a: DJe mi volghet die en wtmdert niet in duuste-misse .. Expl. f. 26b Hier eyndet dat eerste boec van quisequiturDat omder beghint — Er volgt een inhoudsopgave, Waarin de capittelen xlix-law door den afschrijver zelf zfin veranderd in J (lees ii)-asj (lees xij). De titel van het eerste caput is overgeslagen.
F. 26’a: Vcmder inwendigher wanderinghe 0'ap(ittel) J —- Inc. DAt rike godes is bi1me(n) 12 seg/t die he(7'e)
F. 3910: Inhoudsopgave. 58 capita. _ -
F. 40’ b: Vcmde(n) inwendighen spreken gods totter ghelouiger sielen Capittel J. — Inc. IC sel harem) wat die heer in my spreke(n) sel . . . ‘
F. 95’a: VaMd61l heilige(¢i) sacrament Dit sijn die capittel ——‘ 17 ca ita..
F. 9693.: Vomden heilige(n) sacrament. die stem(m)e acfyi —- Inc. ONse heer spreect Coemt tot my ghi alle die daer arbeit en(de) verladen sijt . . .EXpl. f. 1181) Hier eylndet dat eierde boec mm quisequitur.
Uitgaven: Fragmenten door VAN VLOTEN,P1‘0za., \
blz. 244-247 —— Varianten bij 0.‘ WOLFSGRU- BER, Vander navolginge Cristi ses boeke (Wien 1879).
F.118b: Dat vijfte boeck — Inhoudsopgave. 14 capita. Van men doechdeliken en(de) y7i(n)ighe(7i) leue(n) Dat eerste cappittel -—— Inc. ALdus spreket die heylighe p(ro)phe_et dauid inden saute?‘ Wat sel ic den ,he(re) geuen voer al dat hi mi gegheuen heeft . . . Onbekend tractaat ale ,,vijfde boek van quisequitur” daaraan toegevoegd.
Uitgave: WOLFSGRUBER, o.c. S. 318-330.
, F. 124’a: Dit sel me(n) lesen alsmen dat heilige sacrament ontfcmghen
heeft —— Inc. 0 Here ih’u xfie lof si diy'(n)re ontsprekelilcer min- (n)entZiker guedertiereizheit die mi so minliken deelachtich heues gemaect... Naar een ander hs. uitgeg. bij MEERTENS III,‘blz. 89-90. Grevolgd door twee zeer korte gebeden.
F. 125’a: onbeschreven.
F. 126a: Van mierighe toetroestinghe totte(n) doechden, voorafgegaan (f.125’b) door een inhoudsopgave. 12 capita -—— Inc. W0rdet
Ltk.339 I I , I 0 U -. A 133
vernyewet. not den gheest uwes herte(n). .. Vertaling van het Li-
bellus spiritualis exercitii van THOMAS A KEMPIS. Zie POHL, o.c. II, p. 329-355. Varianten by WOLFSGRUBER, o.c. blz. 263-292.
F. 137b: Van bekennisse der eyghenre cmncheit, vocrafgegaan (f. 137a) door een mhoudsopgave. 8 capita — Inc. 10 heb bekent 0 here want dyn oerdelen sijn gelijclaeit ende in dijnre waerheit hebstu mi ver- oetmoedich_t,.._Vertal1ng van het Libellus de recognitione pro- pr1ae frag1l1tat1s van THOMAS A KEMPIS. Zie POHL, o.c. II S. 359- 373. Naar een) ander hs. uitgeg. door WOLFSGRUBER, o.c. S. 295-310.
F. 143’b‘: Titel ontbreekt. Vporaf gaat een inhoudsopgave. 18 capita —— Inc. lVIItten heilige(n) selstu weseii. ende mitte(n) v(e7‘)keerden seltu verkeert w0rde(n) . .. Vertaling van den Hortulus rosarum van THOMAS A KEMPIS. Zie POHL, o.c. IV, p. 3-50.
F. 164’a: Dat ghebet des minres mfii en(de) der gelouigher sielen die tot gode euchtet —— Inc. 0 Mij(n) dire suetste he(re) god mijn hulper en(o_le) mijn verlosser in al mine(n) perilcelen en(de) in oil mine be- cormge(n) Ic eiisoeke niet Jo en eyssce niet. . . Dit gebed Wordt door den afsch_r;)ver of vertaler gerekend tot het voorgaande, ge- tulge het exphclt f. 164’b: Hier eyndet dat hoef/cijn der rose(n) inden dal der ti-omen. ,
F. 165-167: onbeschreven.
Tusschen fi'.2 en 3 bijgebonden een diploma (papier) met een
1 aanteekening over de Imitatio-vertaling van J. 0’. R. ACQUOY (Za1t-
Bommel 1876).
Na f. 3 een ingeplakt bled papier met eenige knipsels beplakt: 3.. met de handteekening Z. H. ALEWIJN. b. een perkamenten knipsel met 1n de hand van P. VAN DER MEERSCH: o heijlige(n) en zalige(n) Eenvoudigkeit: Dit. is een bysonder Wijs en Godtvrugtigh Boec/c: geschreven omtrent het jwer 1428 of 1430. ik den-k naest, dat het
vroeger geschreven is. c. een knipsel uit een ouden catalogue, ver- 7
meldende het hs. en daarna den incunabel. In verso inhoudsopgave
Van de hand van ALEWIJN, eveneens met ale tweede gedeelte den.
incunabel. F. 4b in de ondermarge een rfimpje van VAN DER MEERSCH, afgedrukt in de oude oatalogi (1829 en 1847). I 1
, HERKOMST
Holland.
BEZITTERS P. v,xN DER VMEERSCH (XVIII1; zie boven) —— B. HUYDECOPER? (niet in diens
cat2;.l7cg%us) —— z. H. ALEWIJN (zie boven) — Verworven met het Legaat-ALEWIJN m .
LITERATUUR
Handel. 1789. Bijlage — Catal. 1829, blz. 38-39 — Catal. 1847 I, blz. 32 — c. WOLFSGRUBER. Vander navolginge Cristi ses boeke (Wien 1879), S. XI-XIV - 0. A. SPITZEN, Thomas a Kempis als schrijver der Navolging van Christus gehandhaafd (Utrecht 1880), blz. 64-65 — Catal. 1887, blz. 21 ab — M. J. POHL, Thomae Hemerken a Kempis opera omnia IV (Friburgi Brisagavarum 1918), p. 506 (God. Lu) —- Bouwstoffen, art. 653.