Dateering

, p Watermerken

I

INRICHTING VAN DEN CATALOGUS

Na de opgave van het materiaal dat beschreven Werd, perkament of papier, volgt de datum, indien die door den copiist is opgegeven of op andere wijze bekend is en anders, in verreweg de meeste gevallen, een schatting van den ouderdom van het handschrift. Het dateeren van een handschrift is een hachelijke onderneming, vooral omdat Wij thans in een periode verkeeren Waarin men, door de ondervinding geleerd, een gegronden twijfel koestert aan apodictische uitspraken van geleerden uit een voorafgegane periode. W3’ zijn er eohter aan den anderen kant van overtuigd dat alleen een grootere belangstellirfg voor dit probleem ons verder zal kunnen brengen en die belangstelling kan men niet beter stimuleeren dan door het uitlokken van tegen- spraak. Wij h_ebben dan een poging gewaagd en Wij hopen dat onze fouten tenminste consequent zullen blijken, m.a.w. dat Wij erin geslaagd zijn de hss. in juiste tfidsorde ten opzichte van elkaar te plaatsen, zoodat indien bi_jv. later blijken mooht dat een hs. onmogelijk zoo oud kan zijn als Wij meenden, men toch zal moeten toegeven dat de stijl van het schrift naar den tijd verwijst dien Wij ervoor opgeven.

Verreweg het moeilijkste is het materiaal uit de 14e eeuw te dateeren, ten eerste omdat wfi slechts Weinig gedateerde hss. uit dien ti_jd hebben en ten tweede omdat zij op perkament zijn geschreven, Waaraan geen ouderdom valt af te lezen. Vindt pmen bier nu drie dateeringen, XIV1, c. 1350 en XIV“, dan versta men daaruit niet anders dan: Wij kennen een aantal gedateerde hss. uit het midden dier eeuw, een enkel uit de eerste helft en een aantal uit de tweede helft en de door ons gegeven dateeringen sluiten zich hierbij eenigszins

aan. Meestal kwamen Wij ertoe 1350 als norm aan te nernen en‘

constateerden dat sommige bepaald jonger, enkele misschien Wat ouder konden zijn. Tegen 1400 echter wordt het geheele beeld toch bepaald anders, naar ons voorkomt. Voor de volgende eeuwien be- schikken Wij over meer gegevens: voorzoover de hss. op papier zijn ‘geschreven hebben Wij een soms vrij betrouwbare, in ieder geval oriénteerende hulp aan de vvatermerken. Met het oog daarop hebben Wij bij papieren hss. na de dateering steeds de nrs. der Watermerken in het standaardwierk van Briquet opgegeven. Komt een watermerk volkomen overeen met een dat aldaar gereproduceerd is, dan hebben Wij, met een marge van 15 jaar naar weerskanten van het bij Briquet opgegevenljaartal, een gegeven voor den ouderdom.

Zijn er verschillende watermerken in éen handschrift, dan corri- geeren zij elkaar Wat den ouderdom betreft en een dergelijke da-

/

teering heeft natuurlijk groote waarde, terwijl een niet volkomen overeenstemming met een der gedateerde merken van Briquet (bij ons met circa aangeduid) natuurlijk tslechts een zeer oppervlakkige

orienteering geeft voor den ouderdom van het handschrift. Dat Wij‘

in de gedateerde hss. die Wij in den loop der jaren hebben onder- zocht, nooit eenmaal een tegenspraak hebben ontmoet tusschen datum en Watermerk, ja dat deze meestal op een paar jaar nauwkeurig bleken overeen te stemmen, heeft ons zeer gesterkt in one vertrouwen in deze hulpmiddelen. In de kloosters zal men slechts over geringe voorraden papier beschikt hebben, in mindere mate nog dan in kanselarijen. Het is alleszins aannemelijlc te achten dat men jaar- lijks zijn voorraad aanvulde overeenkomstig de behoefte. Gold niet het inslaan van goederen bij groote hoeveelheden tegelijk als woeker

en zal men zioh in het milieu der Moderne Devotie, Waaruit het V

meerendeel der hss. die Wij beschreven zijn voortgekomen, niet

zoo fel bestreden kwaad?

Na de dateering volgt het aantal bladen, voor zoover tot het boek zelf behoorende; schutbladen Worden bij den band behandeld, tenzij zij deel uitmaken van het eerste of Van het laatste katern van het hs. zelf. Achter het aantal bladen komt tusschen haakjes een formule die aangeeft op Welke Wijze het boek uit katernen is opgebouwd. Als eenheid is aangenomen het dubbele blad, on- versehillig of dat oorspronkelijk een dubbelgevouwen blad is zooals in een folio-hs., dam of het na vouwen en snijden door deeling van een Vel ontstaan is (quarto en octavo). Een katern van vier dubbele bladen duiden Wij aan als‘ IV, een diploma als I. Toegevoegde en uitgesneden bladen Worden met arabische cijfers aangeduid: 3 (IV-1) beteekent 3 katernen van 4 diplomata, Waaruit telkens een blad is weggesneden ‘).

Na de opgave der katernen vermelden Wij de signaturen, een systeem van letters en cijfers, Waarmede de plaats der katernen zelf in het boek, zoowel als de volgorde der diplomata in het katern is vastgelegd. De gewone manier was het katern een letter en de afzonderlijke bladen een cijfer te geven, dus a1, a2 . . .b1, b2. Aileen wanneer deze telling iets bijzonders heeft, wordt dit vermeld, zoo ook indien bovendien nog reclamen (custoden) voorkomen. Tenslotte vindt men nog opgegeven de maten vanblad en van‘ bladspiegel,

1) Bij de beschrijvingen van hss. op papier met ingevoegde bladen perkament is een inconsequentie ingeslopen, die ik betreur: men treft daarin n1.katernen aan, waarvan het buitenste en soms ook het binnenste vel van perkament is; In deze gevallen zijn de bladen en niet de dip1oma.’s geteld (hss. 252, 305, 323, 327, 344 en 348). Men leze dus op b1z_ 68 bijv.: III—1 perk., '17 [IV pap. -+4 II perk.] . . . IV pap. + I + 1 perk. , ;

angstvallig gehoed hebben voor het ‘bedrijven van een van oudsher i

Katernen

Signaturen , I