202 I I ' , I Ltk. 3154

van HENRICUS SUSO, Horolbgium Aeternae Sapientiae, boek I cap.

6, 8, 9,11-14, 16, boek II cap. 3-5, 7 en 8. Zie DOLCH, S. 70 § 117 vlgg. V, V _ _

Intgave: Gedeelten u1t hetf, lste-5de caplttel

door M. SIEGENBEEK in Proeven van Nederduitsche Welsprekendheid (Leiden 1799) I, blz. 6-11.

F. 225: Overdenking des Doods, etc. X T7 cap. (opschrift17e eeuw) Inc. Alle menschen van admn tijden af tot onse tijden toe, sijn den wech des doots Inghegaen . .. ,

F. 123’: Rljmspreuken (c. 1600):

naer corte ghennchte// volcht ewich snehten//

0 mijn liefde niet meer ‘ghesondicht

Jesus van gheen vrindt en hondt die in sijn liefde is slap en kondt

Die godt acht is wel bedacht

swerels soch is pner bedrock

ghelooft sij Jesus wiens do0t/ toont dat zijn liefde

is sterck en groot

Mat is al des werels schoonheijt daer wij nu trachten // bnijten Godt die wij verwachten

F. 1/1’: Titel in schoonschrift met rooden inkt en register in een cunsieve hand uit het midden der 17e eeuw.

HERKOMST Klooster van de bervoete susteren (zie benedeu) in Weste1'1_jk Neder

land (Carmelietessen).

BEZITTERS Ff.224’ en 227’: Dit boeck hoert toe suster Aef Gornelis wonen-

de tot die beruoete susteren (cop.) F.2:Co1'nelis van Ever- dingen 1688 Cat-al.-J. J. SCHULTENS (Lugd. Bat. 1780), :11". 6959 - Gekocht in 1780. ' .

LITERATUUR .

M. SIEGENBEEK, Proeven van Nederd. Welsprekendheid (Leiden 1799) I, blz. XVII vlgg. —— Catal. 1829, blz. 51 —— C-atal. 1847 I, blz. 35—36—- Catal.'1887, blz. 23b Bouwstoifen, art. 655. ,

Letterk. 354 (olim 117) _ DEVOTIEBOEKJE

Pap. XVII (0.2, Briquet 11469 en c.2069), 294 bll. (VII, IV-2,6 IV,V-2, 221V, IV—2, 4 IV, 3 bll.). Resten van signaturen (van f. 180 at), geen reclamen, 132 X 97_ (96/105 X 70/75), 1 1:01,, '17 Ex 21 1'12 Moderne folieering met potlood, beginnende

, bij f. 111; signaturen met potlood uit den tijd van den band.

BAND

Gespikkelde kalfslederen band uit de 1/8e eeuw. Op den rug gouden stempels en een 1-cod ma.rokijn etiket: CATHOLYCK DEVOTIE BOECK. Voo1-- en achteraan 3 schutb1l.,wam‘van telkens een tegen den band geplakt is. Gespikkelde suede.

SCHRIFT '

Vijf handen. I. f. 2-12: littera bastarda. II. ff.13-179’, 286-290’: littera tex- tualis. III. f.180-265’: littera brevitura. lV.f. 266-286: littera. cursiva (moderner type). V. f. 290’-291: littera bastarda. Bubrieken, mode opschriften, roode en

Ltk,354 1 .17

,blauwe lombarden (1-2 may hoog), hier en daar met rood en blauw penwerk.

F. 179 D't'.l ft h. ' "

INHOUD

£1121, II, 1: onbeschreven.

F.1;31'2SKa1ender voor het blsdom Utrecht; f.,12’ onbeschrevem ° ' amenspraak 1f11§SCheI1 een geestelfiken Vader en een jonge dochter, naar aanleldlng van de gelijkenis van den barmh t’ Samaritaan —— Inc. L/lnghe ,2/aren ende veel ddghen si'jn—v:dr1%:ii ooghen des innichs rechters... Uitvoerige beschrfiving van djt tractaat bjj DE VREESE, Ruusbroec-hss., blz. 589 (he Rr)

F. 131: Dit siin die drie dootschoten der grooter gracien Inc 0

liene heer ihfi xfii Ick biddi bi der eerster dootschote Vgl

MEERTENS I, blz. 148 noot 64.

F. 132: Totter ghe[b](en)e(n)did(e7') hdrten ons liefs here ihn Inc 0 inorch der minnende-r ha-rte(n) ihd mit wdt hefer min(n)en wort gin gheyaghet . . .

F. 534,: H/zer beghinne(n) die da(n)cbdeNeede(n) Inc. 0 wijsheit die

aei oplnncste die in0(n)den den stominen. (de co iiste wa doofstom 1). Grebeden voor elken dag van de.v.veek P S F. 155: Mec11tat1es en korte gebeden over de zeven kruiswoorden

-—'— Inc. ]Vn coemt ghi onghetronwede bastaert d0cht(ei‘) va(n) ba-

bilonie(n) . . . Zie MEERTENS VI, blz. 190 sub If.

F. 169: Die senen ween onser lie(n)er vrouwen Inc. Weest ghe-‘

groet soete moed(er) xfii die mit droeuigher herten ontfincste die woerden symeo(n)s , , _ F.I1n7C1:0Ee,n denoet biddelijc ghelfetjot die snner mdge[t] m(m‘a, __ . are soetste maghet maria is mine sondighe ine(n)sch ned(er) gheworpen . . . F.v174:d§ziite edmu(n)dns des ,biscops va(n) cc_z(n)telenbe7'chs ghebet Ian (i)e SM;L(e1') inaghet m(em)d en(de) ‘van smt ian euangelist —— no. on eulecte en(de) inder ezcich(eit) gheb(e)n(e)dide sond(e7-)-

linghe en(de) onglielikelike maghet . . . Mn1.vert van 0 Intemerata zie , ' 7 '

MEERTENS VI, blz. 17 sub. 6. ‘Dit gebed, dat aan ANSELMUS wordt toe- geschreven, komt 00k in andere hss. voor op naam van EDMUNDUS F. 176: Tien Weest Gegroeten tot Maria voor het verkrjjgen van. deugden Inc. Weest ghegrnet 0 alre wiste in0ede[i‘] en(de) ind (gt) Maria inaec mij(n) deldchtich van die qrote dnechde . Het Iagtste , , , . . 'V)‘eest_Gregroet gaat even 1n eengebed tot J ezus Olieue h(e7‘)e F 171 H/xpe szet _g0ed(er)'tierlic op mi . . . .178 . Dit syn vtjf punte[n] va(n) den liden ons lzeren —~ Inc,

Ten eersten denct dat banghe herte ans liefs here(n) welck nyemensch en conde begripen . . . I

179; Dictum van AUGUSTINUS.

F. 180: Een oetmoedighe beclaghinghe vim» die mete” (ms hgren __

-2’: I V . Ec2M§NDd§§eor”§3‘§I§§3§s§"”"”“" es de m hs. Ltk. 219, 1°. 430' genoemae