, 204 ' I Ltk. 354

Inc. 0 ghemij(n)de wta(er)c0re(ii)_ briidego(m) . . . Zie EMM. DE BOM, Een uitgave van den Amsterdamschen boekdrukker DOEN PIETERSZ. teruggevonden, Tijdschr. v. Boek- en Bibl. Wezen I (1903), blz. 168-171'.‘

F. 184: Drie verzuchtingen des Heeren —— Inc. 0 Heer ih’u acfie ic dancke di des iiiweridighe v(er)suchtens . .. Zie MEERTENS VI, blz. 175 sub 33. I

F. 185’: De drie doodstooten Inc. 0 Alre soetste ‘heer ih’a xfye ic bidde doer dat brekeri dij(n)re heiligher oghe(n) . . . Zie a1d.b1z. 168 sub 16d. .

Ff. 186-191: Gebeden over het lijden van Christus, van den O1ijf- berg tot Golgotha —— Inc. 0 Mij(r2) soete mijri(ii)e ih’a Hoe was mit 22 doe 22 baiighe heri sc0re(ii) most . . . Het gebed aan het slot

, tot het hart van Christus (f. 189) is hetzelfde ale op f. 132.

F. 191: Hier begij(n)t dat ambocht vande(ii) goede(r¢) vridach —— Inc.

IN hore droeffenisse sellen sy vroech op staeii. . . Zie hs.Ltk. 349, I

1'. 61-69’.

F. 204’ : Seqaenci vande(ii) heiligheii crace ans heren ihesu christi Inc. Die loue des heilighen cruys laet oris verhefien . . .

F. 207’ : Samenspraak tusschen bruid (ziel) en bruidegom (Christus) Inc. Och wtuercore(n) mfi(n)s herte(ii) begheertem) hoe laiighe sel ic dij(ii)re derue(n) . . . »

F. 216': Een goede leer Inc. Heilicheit en leit iiiet indcii schi7'(ii) Mer heilicheit leit in heilich te sij(n) . . . Twee en zestig regels in rijm, als proza geschreven; zie MEERTENS VI, blz. 61 sub ‘13.

F. 218: Grebeden tot Maria, gewijd aan haar leven van de annunciatie tot haar hemelvaart Inc. 0 reg/me maghet maria Een moed(er) des hemelsche(ii) coiii(n)cx Een soriderlirighe toeulcht (sic) en(de) toeuerlaet alre creataere(ri) . . .

Ff. 247-266: Grebeden-cyclus ter eere van de heilige vrouwen.

F. 247: tot S. Agnes Inc. God graet 12 agnes gods brag/t wa(n)t dfi(n) herte hadde ih’m ghetroawet. . . Zie voor eenige gebeden MEERTENS VI, blz. 151 sub 526 en b1z.42 sub 19b.

F. 256’ : tot S. Ursula -— Inc. Wrsula heilighe maghet en(de) marte- laerster cristi een wtaercore(ri) c0m'(ri)g3/ra(ii)e . . .

F. 260: tot S. Katherina Inc. Katherina heilighe maghet en(de) martelaerst(er) wfii bidt voer dat volck der clercscap . ..

F.263: tot S. Barbara -—— Inc. Barbara heilighe maghet en(de) gloriose martelaerster xiii eii(de) een v(er)weerid'e brag/t . . .

F. 266: Dit sijn die acij raden des heijiilichs (sic) ewangelijs in duytsche Inc. HEt sijn xij raden der heijligher ewangelien die den mensche te hemelrijke brenghen . . . Die iersteri raet is willeghe aermoede . . . Zie LIEFTINCK, Tau1erhss., blz. 83.

F. 286: Zes punten voor den stervenden mensch Inc. IO’ begheer van dii(n)re miii(n)en want m2 dit vegheuier aldus bitter is . . .

F. 290: Drie korte devote stukken, o.a. de samenspraak van AUGUS- TINUS en ADEODATUS -—- Inc. Sirite augustijn onse heilighe vader

vraechde op een tijt dat /cijiit adeodatus . . . 290’ Inc. D0e arise heere Op uoer iia zine verriseiseriesse (sic) Ende hi ('a(m) ’i’)’Lt rijlce . . .

HERKOMST Westelijk Noordnederland.

BEZITTERS I

Catal.-H. VAN W1 ’-G . 1834 -.12 . N‘12),_ Gekocht §8s34.I-av ), nx (dit nr. met potlood op f. 1'_ H.S.

LITERATUUR Handel. 1834, blz. 82 -— Catal. 1847 I, blz. 42 Catal. 1887 blz 2421' De Samaritaan en de zieke —— Een ootmoedighe beclag,ing.he,'

Lette1'k.i356S(o1im 9118) DEVOTIEBOEKJE

Pap. en pelik. XVI1 (Briquet 11422 c.8669, 8622 1745 .6112 215 bll (IV + 1, 8 IV, IV +1, 3 IV, V-1 V-2,’ 5 IV, IV +1,,V-1 +e'1n,Xc[-1, 3 Gear; ,S1enatu1'en of reclamen, 131 >< 99 (90/95 X 64/66), 11:01., 1916». Linieerincr met lnkt. Moderne fclleermg met potlood. D

BAND Zwart schapenlederen band uit de 1% eeuw.

SCHRIFT

Littera bastarda. Rubrieken, roode opschriften, roode en blauwe lombarden '

(1-211'. -hoog). Rood-blauwe initialen en blauwe met opengewerkte schachten met rood, blauw, zwart en soms ook bleek-rood penwerk dat zich langs den’ bladspiegel voortzet.

Ff. 74’ en 173’ ingeplakte gekleurde prenten resp. de «Nood Gods»; Christus véér de kruisiging, zittend op een steen, weigert te drinken en een voorstellin van de H. Drievuldigheid. g

De eerste is een houtsnede, die volgens Mr. M. J. Schretlen het meeste herinnert aan de illustraties in de werken gedrukt door den'Haa1'1emschen

jboekdrukker J. BELLAERT (1483-’86).

D Dcfitweedea is een kopergra_vu1‘e, volgens mondelinge mededeeling van Prof. I‘. 1. van_ e Waal een cople van een pfent van den «Melster der Berliner Passlon» Z18 M. LEHRS, Geschlchte u. Knt. Katalog des deutschen, niederl. u. franz. Kupferstichs im XV. Jhdt. III. (Wien 1915), nr. 77.

INHOUD~. F. 1 : Varider v(er)lossi7ighe des mertscheli/ce(n) gheslachts. eri(de) vand(er) , boetscap oiiser lieaer vrouwe(7i) eri(de) dair iia varider gheboirte(n) cristi ih’a ons liefs heren Inc. IO ghebeiiedie en(de) daric/ce di h(er)e mij(n) god... Om dijii oa(er)grote min(n)e Gebeden. cyclus over het leven en lijden van Christus, tevens gebeden over de Wonden, den naam, de 7 kruiswoorden van Christus en de hemelvaart van Maria, eiudigend met gebcden van s. AUGUSTINUS. F. ; Dzt keuet braed(er) ian brugma(ri) v(er)creghe(7i) vande(n) paeus . . . Inc. DEer orm(er)sche_ydend(er) heiligher drieuoudicheit .\. . F. 74: blank; f. 74’ houtsnede ingeplakt. F. 75: Middelnederlandsche vertaling van de 100 A1-tikeleu van , HENRICUS SUSO met proloog Inc. S0e wie begheert te wete(n) vand(er) miimeiitliker marteliliker (sic) ons h(er)en . . . A y ewighe wijsheit gods ghenadighe h(er)e ihfi xfie do v(er)mang 1; hudg(1/0 _ _ _ Voor den proloog zie MEERTENS blz. 89 sub. 6.