« ‘t wensten IJìeuwfiunk,
na de ramp van Iâeoembetì 1880.-
N ieuw-Kuik ,' eeuwen lang verscholen , Ja, vergeten door den Staat,
Kwam als Neêrlandsch dorp tot welvaart, Won in opbrengst: vee en zaad.
’t Stroomnatkwam dat heil verstoren, Sohond èn huis, èn- hof, èn land,
Overstelpte er ‘weide en‘ akker’ l Voetenhoog met heidezand.
’t Vee ging in den poel verloren, De oogst dreef weg met‘ stal en schuur,
Nauw borg de arme ’t veege leven ‘ l In dat bittre lijdensuur.‘
Doch, nu wordt gij niet vergeten, Dorpjen in uw droeven stand,
’t Gansohe volk biedt u zijn hulpe, ’t Weldoend volk van Nederland.
uflqocmteekewiwg. “Vergeten door den Staat.”
Dikwijls spreekt men van een vergeten hoekje, van eene vergeten plaats. Van geen kan men het ten onzent met grooter recht zeggen dan van Nieuw-Kuik. Het behoorde namelijk sinds de middeleeuwen, met enkele andere ‚Wijduiteengelegen dorpen aan de Neder-Maas, tot het verwijderde Prins-Bisdom Luik, ingeklemd gelegen tusschen de Hollandsohe Heerlijkheid Heusden en de Brabantsche Meierij van ‘s Hertogenbosoh. Na eeuwen in dezen stand gebleven te zijn, werd het na den vrede van Münster door onze Staten aan de Republiek verbonden. Men vergat het echter bij Holland of bij Brabant in te lijven. Zóó bleef Nieuw-Kuil: een vergeten hoek tot na de groote omwenteling van 1795.
' wee %/2.%% 740% j_
De nieuwste strafrechtsleer in wetten neergeschreven Zoekt de allerzwaarste straf in ’t eenzaam cellen-leven; En heeft daarmee erkend als het gevoeligst kwaad Waarmede ’t lot bestraft: —— het eenzaam celibaat.
De straf voor eigenwaan of ijdel zelfbeminnen:
Straf ‘voor een ijskoud hart; straf voor verdorde zinnen;
Straf voor de sehuchterheid die ’t faalt aan vragensmoed; Straf voor een zuur gezicht of gemelijk gemoed.
En, mocht er onverdiend een deze lijfstraf dragen —
Dan worde op ’s Konings feest hij gratielijk ontslagen.
í ‚uw «MVVMLD
Ífeureux celui, guí sur la íerre, Ïoyeux du óím, gz/í/ a „m faire, Dit à sou Izeure demíère:
Paríons/ Man cmge me 30u72?!
ìâïxìthnkkrni îijmlìthrirynnlning.
I. De gelukkigsten zijn, zij, die niet geboren worden.
II. De bestemming vanvden menschpis: het leven zijner medemenschen te verbitteren. lII. Genialiteit is een vloek voor idengeen, die er mede behebt is, tenzij karakter haar verhooge, of liever, tempere. IV. Gewiehtige deftigheid of deftige gewichtigbeid is meer waard dan talent.
V. Een der treurige gevolgen van een watersnood is de watersnoodslitteratuur.
VI. Zeebaden zijn in den regel zout, enrivierbaden zoet.
VII. Koude baden zijn die, welke ons door onze naasten worden toegediend; aangenaam lauw en juist van pas ‘zijn de
baden, die wij voor ons zelven toebereiden. VIII. Het mooiste in een vrouw is, dat zij vrouw‘ is.
IX. De meeste mensohen eten slechts het kommiesbrood, der dagelijksche zorgen; enkele eten ook oesters.‘
X. Verloren is een staatsman, die geest bezit en geestig
is niet geoorloofd.
w In Aquam.
Projice, quaeso, in aquam quanto-cius haec mea verba. “Cur ?” Nonne ipse Vides? Soripta fuere in aquam.
77M ‘já/w‘.
is, vooral ‚alsghij _ nog geniaal is daarenboven. Zulke luxe
Een geestig woord —— een kloeke raad - Een warm gevoel zij niet versmaad, Goed hollandsch is: een flinke daad!
Men noem’ het Vrij de hoogste prijs Als kunst ons tranen perst uit de oogen. Hier werkt men op eene andre wijs, Hier ligt de kunst in ’t tranen droegen.
kunst.
Geven is dikwijls een opwelling, goed
À
Wat zal ik nu, en hier beter met mijne naamteekening doen, Dat men toch éérst voor de dijken zorge, en dan ‘aan
dan den vurigen wensch onderschrijven, dat de Regeering door het maken van Spoorwegen denke Het behoud ga vóóro) beleid en kracht rampen, als die ons Vaderland zoo herhaaldelijk ' l
treffen zoo mogelijk, immers zoo veel mogelijk, vóórkome?
eez/„w/a,
geven een
en dan mogen ontwikkeling en vooruitgang volgen.
/°a‚„