10 Ang. '97, I.] 100 in liet Duitsch) zoodat het onnoodig schijnt een opzettelijk besluit te nemen om de plaatsing van stukken in cene vreemde taal mogelijk te maken. Ten slotte wijst spreker nog op eenige practische bezwaren verbonden aan de bezorging, te Parijs, van de vertaling van voor 's Genootschap* edita bestemde opstellen en aan de correctie van in cene vreemde taal geschreven stukken, welke dikwijls cacographiën zullen blijken te wezen. Spreker meent de redactie van het Tijdschrift waarschu wend te moeten voorhouden, dat zij de verantwoordelijkheid draagt voor de richtige vertaling der in het Hollandsch aan geboden opstellen. De Heer Snouck Burgronje treedt in eene wederlegging van eenige der door den lieer Serrurier aangevoerde be schouwingen en bedenkingen. Hij stelt op den voorgrond dat hij met zijn voorstel geene finantiëele baten voor het Genootschap heelt beoogd maar geleid is dour de overtuiging. dat ons Genootschap, in verband met de tegenwoordige eisenen der hier beoefende wetenschappen, slechts dan aan zijn doel beantwoorden kan. wanneer het de bijdragen, waarover het beschikt, waarlijk algemeen bekend maakt. Hij verwacht niet dat bij aanneming van zijn voorstel het aantal gewone leden zal toenemen, maar evenmin vreest hij dat ons dien tengevolge leden zullen ontvallen. De ondervinding heelt hem geleerd dat bij de buitenland schc geleerden die het Hollandsch heeten machtig te zijn, de kennis onzer taal in den regel zeer gering is en herhaaldelijk is door zulke geleerden tegen hem uiting gegeven aan de grief dat de werken van het Genootschap en van Nederland sche schrijvers in het algemeen, voor hen ontoegankelijk bleven. Dat door hem op het oogenblik aan het Franse!) de voorkeur wordt gegeven, is een gevolg van het aanbod \an den Heer Chailley Hert, dat den weg opent voor het verkrij gen van zorgvuldige vertalingen tegen ecne matige vergoeding. [10 Aug. '97, I 101 De kans is gering dat stukken op welker plaatsing in 's Genootschaps werken prijs moet worden gesteld, ons zullen worden onthouden omdat de schrijvers afkeerig zullen zijn van een vreemd gewaad. De schrijvers zullen er veeleer prijs op stellen dat hunne opstellen niet alleen onder de oogen komen van 's Genootschaps leden maar ook worden gelezen door de deskundigen in de geheele wereld De technische bezwaren zullen gemakkelijk te overwinnen zijn wanneer de leden der Directie hunne medewerking verlcenen, waartoe spreker zich bij voorbaat bereid verklaart. Het nemen van eene ernstige proef in den door hem aangegeven zin, blijft hij met aandrang aanbevelen Nadat het eerelid Dr. Nii-twkniius nog in het midden heeft gebracht dat het Hollandsch karakter van het Genoot schap niet zal behoeven te lijden door den vorm waarin 's Genootschaps weiken in het licht worden gegeven, geeft het eerelid Yzekman als zijn gevoelen te kennen dat door een Indische instelling aan de Hollandsche taal ten minste gelijke rechten behooren te worden gegeven als aan eene vreemde en dat het hem daarom wenschelijk voorkomt ook opstellen in het Nederlandsen te plaatsen wanneer de schrij vers het verlangen te kennen geven dat eene vertaling achterwege blijve. Na beraadslaging wordt daarop besloten dat het Tijdschrift zijn tegenwoordigen vorm zal behouden maar dat de daarvoor bestemde opstellen in den regel zullen worden vertaald in eene internationale taal, tenzij de schrijver uitdrukkelijk heeft bedongen dat zijne bijdrage in het Nederlandsen zal worden geplaatst. Ten aanzien van het verder door den Voorzitter voor gestelde, wordt conform beslist; terwijl voorts wordt bepaald dat van de uitkomsten van het in deze vergadering behandelde, aan de leden bij circulaire kennis zal worden gegeven. 10 Aug. '97, IL] 102 11. De ]leer Snouck Hurgronje biedt namens het buiten gewoon lid Sajjid Ükthman bin Abdallah bin Jaiua ai- Ai.ayvi, ten geschenke aan, een exemplaar van het door hem geschreven werk: Miftahoe' s-sa'adah, ërtinja pemboeka'an ka'oeutoengau bësar. Lithogr. Batavia 1315 H. = 1897. (Maleisch). Bibliotheek. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. De Voorzitter, <;. A. SCHEBEB. De Secretaris, B. HOETINK. 7 Sept. '97, I,c—/.] 104 liet schrijven der Directie van 17 Juli j.1., N°. 151, (Not pag. 68, I, b). Wordt besloten deze missive, met de daarbij gevoegde opgave van personen en instellingen hier te lande die reeds een exemplaar van genoemd werk van den Minister van Binnenlandsche Zaken dan wel van wege de Indische Re geering hebben ontvangen, te stellen in handen van het directielid Dr. L. Serrürier. il. Een Gouvernement» Besluit dd. 2 dezer, N u . 43, waarbij machtiging wordt verleend om, ten behoeve van het Genoot schap, tegen levering van het benoodigde papier en overigens kosteloos, ter Landsdrukkerij te doen drukken 100 exempla ren van eene dankbetuiging voor schenkingen van ethno graphische voorwerpen, door Inlanders en met dezen gelijk gestelden gedaan (Not. pag. 73, 111, I°, c). Aan den Secretaris wordt opgedragen om voor de uitvoering van dit besluit in overleg te treden met den Directeur dei- Landsdrukkerij. e. Eene missive van den Directeur van ü. Ë. en N., dd. 7 Aug. j.1., X°. 10627, waarbij, niet terugzicht op het schrijven van dien departementschef van 20 Maart j.1., N°. 4052, (Not. pag. 35) de vraag wordt gedaan of de daarbij aan geboden calques en photographicé'n van den Mendoet-tempel spoedig kunnen worden terugontvangen. De Secretaris bericht dat, naar hem is medegedeeld, een en ander aan het Departement van Onderwijs is terugbezorgd, met uitzondering van éénc photographie, waaromtrent hij inlichtingen heeft gevraagd aan de Heeren Kersjes en den Hamer. /'. Van denzelfden dd. 16 Aug. j.1., N°. 11215, houdende verzoek om toezending der gewone opgave voor den Regee ringsalmanak voor 1898. De Secretaris bericht dat hieraan is voldaan. [7 Sept. '97, l,g—k. 105 ff. Van denzelfden, dd. 23 Aug. j. 1., No. 11638, ten geleide van een ontwerp tot uitbreiding van 's Genootschap* gebouw, met verzoek de urgentie van deze uitbreiding te willen toelichten. Hieraan zal worden voldaan, terwijl tevens zal worden gewezen op de wenschclijkheid om het werk te doen uit voeren in eigen beheer. h. Van denzelt'den, dd. 28 Aug. j.1., N°. 25159, waarbij ter kennisneming worden toegezonden 20 door den Heer C'. den Hamer vervaardigde photographiën van de tjandi Mendoet, waarbij eene opname van hetgeen is opgedolven op een afstand van ongeveer 25 M. van den hoofdtempel. Deze inderdaad prachtige photographiën worden met groote belangstelling bezichtigd en zullen, onder dankbetuiging, aan den Directeur van 0. E. en N. worden terugaangeboden. /. Van denzelfden dd. 3 dezer, N°. 25704, ten geleide van een gouden ring, in den grond gevonden in de desa Goentoer, district Loano, afdeeling Poerworedjo, residentie Bagelen. Aangezien dit voorwerp geschonden is en overeenkomt met ringen die in 's Genootschap* verzameling aanwezig zijn, wordt besloten tot terugzending. i. Van denzelfden dd. 4 dezer, N°. 12143, houdende de vraag of aan de gewone Gouvernementssubsidie voor het Genootschap ook in 1899 werkelijke behoefte zal bestaan. Hierop zal bevestigend worden geantwoord. /.-. Van den Resident van Menado, dd. 1 Aug. j.l. N°. 2559, ten geleide van twee woordenlijsten, de eene van het Gorontalcesch, vervaardigd door den Kontroleur van Smjijk en de andere van het Bareë en het Saoesoe (Tomini-hocht) samengesteld door den Kontroleur Liebert. 7 Sept. '97, l,h— l.] 106 Zullen voorloopig in de verzameling handschriften worden opgenomen. /. Van den Uesident van Bantam, dd. 13 Aug. j.1,. N°. 5462/10, ten geleide van oen afschrift van de inscriptie, voorkomende op den grafsteen welke door den Heer Delprat is aangetroffen bij den Pasanggrahan te Anjer lor (Not. pag. 73, 111, 2*). Dit grafschrift blijkt nu te luiden als volgt: M. S. Honorabilis ('aroli Cathcarl & C & C & C. Non minus animo acri veliemente interrito in Bello quam Facnndia in Senatu Magnae Britanniae et Comitate, Benevolentia, Probitate, omni deniqne rirtute, i|iiae Hominem ac Civem ornat Xobilitati (Jui, res pnblicas propriae salnti anteponens, Corpus praecoeptis pro statu Laboribus, sub vario coelo fractum, (qnamvis reqnie forsan otioqne sanabile) periculis et difficultatibus navigationis arduae, Honorotieo admodum mnneri explendo snsceptae, in id adhuc ardens nee minuta landabili perseverantia el mira, objecit: Haeeque prope littora, intei lachrymas et suspiria sociornm, mnltisqne diu tlebilis amicis, 10"° die mensis junii annus M.D.CCLXXXVffI™ obiit, anuos 29 natus. famam adeptus pulcherrimam [7 Sept. '97, 1,1. 107 eo aetatis, qno perpauci inclarescnnt. (Gewijd aan de nagedachtenis vanden HoNOUBABLECHARLES Cathoaet etc. ete. (een man) geadeld niet minder door een wakkeren, krachtigen, en verschrokken geest in den oorlog dan door welsprekendheid in het Parlement van Groot- Brittanië en door vriendelijkheid, welwillendheid en braaf heid, kortom door elke deugd die den mensen en burger siert: die, de belangen van den staat boven zijn eigen welzijn stellende, zijn lichaam, geknakt door de voor den staat in verschillende lnchtstreken ondernomen beslommeringen (of schoon liet misschien door rust en ledigheid had kunnen worden hersteld) heeft blootgesteld aan de gevaren en be zwaren van eene moeielijke zeereis, ondernomen ten einde eene zeer eervolle opdracht te vervullen, daarvoor nog vol vuur en zonder zijne prijzenswaardige en verwonderlijke volharding te verminderen en (die) nabij deze kusten, onder de tranen en zuchten zijner reisgenooten, en nog lang te beweenen door zijne vrienden, op den I<>» dag van de maand Juni, anno 1788, is overleden in den ouderdom van 29 jaar, na een zeer schoonen naam te hebben verworven op dien leeftijd, waarop zeer weinigen beroemd worden.) Door den Secretaris wordt de volgende nota overgelegd: In het bekende werk van J. F. Davis „The Chinese" wordt op blijdzijde I'2 van deel I het volgende gezegd: „(oionel Cathcart was sent from England (in 1788) in the Vestal frigate, as amhassador to China, llis death on the passage out, in the Straits of Sunda, put an entire stop to the mission tbr the time, and the frigate retnrned to England" i). 1) The tomb ol' Colonel Catheart is slill markeil by a handtome monument, visible from the anchorage of ships at Anjer Point. Omtrent (leze missie schijnt niets in druk te zijn verschenen (Cf. 11. Cordiek, Bibliotheca Siniea). 7 Sept. '97, I,l—lL] 108 Uit de mededeeling van don Resident blijkt dat bot monument door den vloedgolf in 1883 geheel is vernield, zoodat daarvan niets meer over is en dat de grafsteen op bet boveneinde waarvan een familiewapen is afgebeeld, later, ongeschonden, op eene andere plaats is teruggevonden. in, Van bel Comité van Bestuur der N. I. Spoorweg Mü., dd. 10 Aug. j.1., N°. 305, ten geleide van een exemplaar van liet jaarverslag over 1896. Bibliotheek. ii. Van het lid don Heer J. Knebkl, dd. 20 Aug. j.l, waarbij op nieuw wordt aangeboden eene vroeger door hem ter plaatsing in bet Tijdschrift toegezonden verhandeling, (Nut. pag. 58, I, ƒ en pag. 72, 11, ri) welke eenigszins is gewijzigd en thans is getiteld: „Over wapenen en andere zaken, die door den Javaan genoemd worden met kjai, iijn'i, poen en si. Kaampoehan en kasiat. Volksgeloof en traditie". In handen der Redactie ter plaatsing in het Tijdschrift. 11. De Heer van der Chijs: I°. biedt, namens het eerelid Dr. Xu;rw kxhuis, ten ge schenke aan, eenige etbnographische voorwerpen, afkomstig uit Centraal-Horneo en door dezen reiziger verzameld gedu rende zijn jongsten tocht door die streek. Etbnographische aldeeling. 2°. bericht de ontvangst der navolgende geschenken: Van den lieer V. 11. Dalitz: Nederland, prov. Zeeland, halve ducaton, 1766. — z. schecpjesschelling, 1791.— z. provincie Overijsel, galden, 1795.— z. Zweden, koper ör, 1648. — k. Numismatisch kabinet. [7 Sept. '97, lI—IV. 109 ,'s°. doet voorlezing van een aan hem gericht schrijven van het lid den Heer Delprat, waarin o. a. het volgende voorkomt: „Bij liet ontgraven van liet halte-emplacement te Tangerang, stuitte men op de fundeering van een gemetselden muur. zuiver afgebroken tot op ongeveer 0,70 M. onder het terrein. Ik liet die vérder ontgraven en in kaart brengen: vermoedelijk is het een oud verdedigingswerk geweest waaromtrent echter niemand te Tangerang eenige inlichting kan geven". Bij vergelijking van de aangeboden kaart in lichtdruk met Plaat 35 in llcijdt's Schanplatz en/., blijkt, dat de aange troffen fundeering moet hebben behoord tot de vroegere benteng te Tangerang (ten rechte: Tënggöran) welke onder G. G. Daendels is gesloopt, zoodat de juiste ligging dier versterking thans bekend is. Aan den lieer Delprat zal dank worden gezegd voor zijne mededeeling, terwijl de door hem aangeboden kaait onder de Varia zal worden opgenomen. 111. De Heer ia Chapelle wijst op de wenschelijkheid om door het aanbrengen van gasgloeilicht of electrisch licht de temperatuur in de vergaderzaal dragelijker te maken. Aan den Secretaris wordt opgedragen om te informeeren naar de kosten welke zoodanige verandering ten gevolge zal hebben. IV. De Heer Shouck Hurgron.ik: I°. biedt, namens het buitengewoon lid Ka.j.riD Oetiim.vn, ten geschenke aan cen exemplaar van het boekwerk, getiteld. Sa.ijid Oethman bin Abdallah al Ai.awi. Icjah al-hal bitalab al-balal basana basa Malajoe dipindabkenn kana basa Soenda koe kaoela Raden Hadji Adj'hari Bandoeug. Lithogr. Batavia 1315 H. Bihliotheek. 7 Sept. '97, IV—V.] 110 2°. deelt mede dat door den toenmalige» schenker, den lieer J. ('. Veehhfijzen, zijne aandacht is gevestigd o[i het bestaan van een Maleisch geschrift, na <le inneming van den kraton aldaar gevonden en handelende over de aanleiding tot de eerste Atjeh-expeditie, (Not. 1877, pag. 130en146), welk geschrift aanwezig is in de verzameling handschriften en zou verdienen, met eene vertaling, te worden geplaatst in hel Tijdschrift. In advies. V. De Heer BOSBOOM biedt ten geschenke aan: een rebab, met strijkstok en kam: een bangsi of fluit; een seroenai of clarinet, met reserve mondstukken; een kerambit of mesje. Deze voorwerpen zijn vervaardigd in de Zuidelijke afdee ling (Painan) van het Gouvernement Sumatra's Westkust, naar voorwerpen van dien aard. zooala ze in die af deeling in gebruik zijn. Ethnographische a fdeeling. Worden benoemd tot gewone leden, de lleeren Mr. .1. A. Nedebburgh, laatstelijk Lid in den Raad van Justitie te Batavia, D. J. Cramer, Aspt. Controleur te Moeara Doea (Palembang) en Otavk Collet, particulier, te Weltevreden. Van de ledenlijst worden afgevoerd, de lleeren Vetteb, van der Hout, Meeng, Kxxkx, Mr. Hubbegtse, Xi-tmaxx. van Bekbergen, Eebdmans, de Gboot en Bosman, Niets meer te behandelen zijnde, sluit de wd. Voorzitter de vergadering. l/f ir''. Voorzitter. J. A. VAN' DER CU IJS. l)c Secreten is. 15. H OETI N K. 5 Oct. '97, l,b—d.\ 112 b. Eene missive van den len Gouvernenients Secretaris. dd. 21 Sept. j. 1., No. 2105, waarbij de Directie wordt uitgenoodigd van haar gevoelen te doen blijken nopens de bestemming te geven aan eeuige door den Resident van Ternate opgezonden voorwerpen (4 gongs, 3 lilla's, 4 potten, 55 schalen en borden, G groote blaashoornschelpen) welke als boete zijn opgebracht door de bevolking van een deel der Zuidkust van Nieuw-Guinea (Etnabaai en omgeving). Wordt besloten in overweging te geven om de lilla's benevens drie tritonschelpen af te staan aan het Koloniaal Invalidenhuis te Bronbeek en het overige, dat weinig waarde heeft en voor een deel ten gevolge van slechte ver pakking is geschonden, op publieke vcndutie te vcrkoopen, met uitzondering van drie pullen en de houten roeispanen, welke de Directie gaarne zal behouden. c. Van den Directeur van O. E. en N. dd. 15 Sept. j. 1., No. 128G3, waarbij wordt gevraagd of er bij de Di rectie bedenking bestaat dat de Resident van Kedoe worde uitgenoodigd om, in hoofdzaak overeenkomstig de werkwijze aangegeven in de kopielijk overgelegde nota van den Inge nieur der l e klasse J. Nuhout van deb Veen, een aanvang te doen maken met het verwijderen van den bovenlast van den Mëudoct-tempel, na bescherming van de beelden en de buitenwanden en na stempeling van bet gewelf. De Voorzitter deelt mede dat, spoedshalve, aan den Di recteur is geantwoord dat de voorgestelde maatregel geheel in overeenstemming is niet de inzichten der Directie, het geen door de Vergadering wordt goedgekeurd. d, Van denzelfden dd. 24 Sept. j. 1„ No. 13220, ten geleide van een vergiftigde werpschicht en eene vergiftigde lanspunt, hoogstwaarschijnlijk afkomstig van de zeeroo vers uit den Lingga-archipel en door de lulandsche bevol king van Bangka als poesaka bewaard. [5 Oct. '97, l,d—f 113 Aan den Directeur zal worden medegedeeld dat de Di rectie er prijs op zal stellen deze voorwerpen voor de ethno graphische afdeeling te mogen behouden. c. Van het Bestuur der Koninklijke Natuurkundige Ver eeniging, dd. 3 dezer, houdende mededeeling dat het be sluit is genomen om de Bibliotheek dezer instelling over te brengen naar Buitenzorg; dat de door het Genootschap in bruikleen afgestane werken, overeenkomstig het verlangen der Directie (Not. pag. 83, I, k.) van die overbrenging zul len worden uitgesloten; dat echter van wege de Natuur kundige Yerecuiging gecne aanteekening is gehouden van hetgeen op de aangegeven wijze in liet bezit der Vereeni ging is gekomen, om welke reden eene opgave wordt ver zocht van de werken welke door de Directie in bewaring zijn gegeven. Wordt besloten te berichten dat aangezien alle aan het Genootschap toebehoorende werken voorzien zijn van 's Ge nootschap* stempel, de voorgenomen schifting geene moei lijkheid zal opleveren en dat de Bibliothecaris bereid is daarbij zijne medewerking te verleenen. Tevens zal de aandacht van liet Bestuur er op worden gevestigd dat som mige werken welke deel uitmaken van 's Genootschaps dêpót, zich in handen van andere instellingen en zelfs van particuliere personen moeten bevinden. /'. Van 's Genootschaps correspondeerend lid, den Heer Dr. A. B. Meijer te Dresden, dd. 18 Aug. j. L, waarbij de ontvangst wordt bericht van de beide klapperraspen (Not. pag. 64, 111, 3°) onder dankbetuiging voor de wel willendheid der Directie en onder mededeeling dat het voor geschoten bedrag ad / 4.65 per postwissel is overgemaakt. De Penningmeester deelt mede dat bedoeld bedrag door hem is ontvangen. Informatie. 5 Oct. '97, l,g—m.] 114 g. Van de Geographische Gesellschaft in Miinchen, dd. October a° p°., ten geleide van bet Jahresbericht over 1894/5 en, onder uitnoodiging om de ruiling van edita voort te zetten, eenc opgave verstrekkende van de edita van het Genootschap welke zijn ontvangen. Wordt, op advies van Mr. van der Cirus, besloten aan de uitnoodiging gevolg te geven en de werken van het Ge nootschap welke na 1892 zijn verschenen, voor zoover mo gelijk, aan te bieden. h. Van het Mtmt-College, dd. 13 April j. 1., No. 747/664, ten geleide van bronzen afslagen van drie penningen, in 1896 voor het eerst aan 's Kijks Munt geslagen. Numismatisch kabinet. /.:. Van den Gouverneur van Celebes en Onderhoorighe den dd. 4 Sept. j. 1., No. 742, houdende aanbieding van eene woordenlijst van het Saleijereesch en het Layoloosch, samengebracht door den Controleur van Saleijer, den Heer G. J. Koopman. Zal voorloopig in de verzameling handschriften worden bewaard. /. Van den Resident van Kedoe, dd. 30 Sept. j. 1., No. 4105, waarbij wordt gevraagd of door de Directie prijs wordt gesteld op negen gladde bronzen armbanden, in den grond gevonden in de desa Sajongan van genoemd gewest. Voor dit aanbod zal worden bedankt omdat in 's Genoot schaps verzameling reeds een groot aantal dergelijke voor werpen aanwezig is. m. Van den Heer Alfred Maass, dd. Padang, 28 en 30 Sept. j. 1., waarbij ten geschenke wordt aangeboden eene verzameling van vijftig ethnographische voorwerpen van de Mentavvei-eilanden. [5 Oct. '97, ï,m—u 115 De Heer van der Chijs bericht dat deze collectie nog niet is ontvangen. ti. Van 's (ienootsckaps Eerelid, Dr. R. D. Verbeek dd. 12 Ang. j. 1., waarbij in voldoening aan een verzoek der Directie (Kot pag. 54, VII, 3°) ecne opgave wordt verstrekt van de kosten eener reproductie der afbeeldingen behoo rende bij het opstel van den lieer den Hamer over de Tjandi Tegawangi. De Heer den Hamer verzoekt met de publicatie zijner verhandeling te wachten tot dat hij in de gelegenheid zal zijn geweest betere photographieën van genoemde tjandi te vervaardigen, waarmede de Vergadering zich vereenigt. o. Van het lid den Heer P. LesüßUß, controleur van Kroë dd. 29 Sept. j. 1.. waarbij omtrent de gouden gong te Kendali, marga Boeway Beloengoe, afdeeling Kroë (Not. pag. 71, I, o) het volgende wordt medegedeeld: „Toen in overoude tijden een ingezetene van de sedert opgeheven marga Liman —- afdeeling Semangka —in een vijver zat te visschen, hoorde hij op eens het geluid eener gong uit het water opkomen. Door nieuwsgierigheid geprikkeld, dook hij onder water en ontdekte op den bodem ecne groote opening, welke toe gang gaf' tot een onderaardschen gang, die naar het inwen dige van een berg voerde. Den gang binnentredende, zag hij heel in de verte ecne groote verzameling van personen, die bezig waren feest te vieren en muziek te maken. Hij begaf zich derwaarts, doch bij zijne nadering verlie ten zij haastig de plaats, met achterlating van eene groote en eene kleine gouden gong. Hij eigende zich die voor werpen toe en wilde ze daarna huiswaarts brengen. Omdat zij echter te zwaar wogen voor één persoon, zoo droeg hij eerst het grootste exemplaar naar buiten. En na het op den top van ecu berg te hebben gedeponeerd, keerde hij 5 Oct. '97, 1,0.] 116 weer terug, om het andere te kalen. Toen bij evenwel met de kleine gong op den berg aankwam, was de groote nergens meer te vinden. Hij ging daarom alleen met bet kleinste instrument naar zijne doesoen, doch bij aankomst aldaar, bemerkte bij dat bet in eene ijzeren gong was veranderd en in bet gebeel geen geluid meer gaf'. Om die reden werd zij ondersteboven midden in de doesoen neergelegd, om gebezigd te worden voor verga derbak van water, bcnoodigd voor bet slijpen van messen. Omstreeks dien zelfden tijd beklom Pangeran Poeloen 11, Pasirah van de marga Boeway Beloengoe, den berg Bockit Pesagi. Hij viel aldaar in slaap en droomde dat er in de marga Limau eene gouden gong was gevonden. Onverwijld toog hij op reis en stelde aldaar een ondei zoek in naar bet bewuste muziekinstrument. Nadat men hem de gong had laten zien, verzocht hij die te mogen koopen, doch de eigenaar wilde daarvoor geen geld aannemen, omdat zij slechts van ijzer was en boven dien geen geluid gaf'. Op aandringen van Pangeran Poe loen II liet hij zich echter ten slotte overhalen, om daar voor een paar gouden armbanden in ruil aan te nemen. Toen hij nu daarmede te Kenali aankwam, zag hij tot zijne groote verbazing dat de ijzeren gong wederom in eene gouden was veranderd en haar oorspronkelijke!) klank rijken toon had teruggekregen. Sedert dien tijd is zij in het bezit gebleven van de af stammelingen van genoemden Pangeran en hoewel daaraan geen bovennatuurlijke kracht wordt toegeschreven, koes tert de bevolking toch daarvoor grooten eerbied. Zij wordt zeer zorgvuldig bewaard en alleen bespeeld bij een bezoek van den Resident en bij gelegenheid van groote feesten. In vorm en grootte gelijkt zij volkomen op eene middel - [5 Oct. '97, 1,0-11. 117 matige Javaansclie gong. Haar gewicht kan niet opgege ven worden, omdat er te Kenali geen weegschaal is. Nog dient hierbij vermeld te worden, dat de gong bij wijlen afgevijld wordt, ten einde daarvan gouden sieraden te vervaardigen". Informatie. //. Van den Heer Wawo Roentoe, l e districtshoofd van Sonder (Minahasa), waarbij ten geschenke worden aange boden : l c . een siuekadan, van een model dat thans zeer zeldzaam is en van welk voorwerp de heidensche priesters en piïester ressen in de Minahasa zich bedienen bij hunne I'oso's (offer feesten) ; 2 e een watën, een soort kolder van gënëmoe touw, die door de krijgslieden wordt aangetrokken wanneer zij ten strijde trekken en thans moeilijk meer te krijgen. Ethnographische afdeeling. 11. De Voorzitter geeft alsnu het woord aan den Heer den Hamer, die het volgende overzicht geeft van hetgeen door hem, bij de voldoening aan eene opdracht der liegeering (Not. pag. 56, I, a) ten aanzien van den Mëndoet-tempel is gevonden en verricht: „In welken toestand de tjandi Mëndoet verkeerde bij de opgraving ouder Resident Hakt.mann in l.S.'ïl is mij niet bekend, doch hetgeen voorkomt in het Tijdschrift voor Neerland's Indië — eerste jaargang, tweede deel, pg. 70 en 398 enz. — geeft ook ongeveer aan in welken staat de halve ruïne door mij is aangetroffen. Het omliggend terrein is niet tot op voldoende diepte uitgegraven, zoodat het fundament vaak onder water staat; ook de openingen voor afvoer van regenwater kunnen niet aan hare bestemming voldoen, omdat de vloer van den 2 d ™ omgang te veel naar binnen helt en de openingen door afgevallen steenen gesloten zijn. 5 Oct. '97, ll.] 118 Op het plein worden twee groepen steenen aangetroffen, waaronder vele, waarvan de plaats van herkomst valt aan te. wijzen. Bijzondere aandacht verdienen de resten van een lotuskussen, waarvan ook nog een gelijk stuk bij het groote beeld in de kamer is aangetroffen: deze geven aanlei ding tot de veronderstelling, dat het Boeddha beeld eveneens is geplaatst geweest op een lotuskussen, sluitende of pas sende in een zetel van gelijke constructie, als nog volledig wordt gevonden bij de twee overige beelden. Leeuw gedragen door olifant, zijn geplaatst bij het por taal, waar zij een ornament bedekken, wat uit den aard der zaak reeds aanwijst, dat de plaatsing niet juist kan zijn. M. i. behooren zij bij het gestoelte van Boeddha, daar ook de beide andere beelden gelijk ornament dragen met wat kleinere afmetingen. Bij nader onderzoek van de massa opgestapelde steenen om de tjandi en die welke op de aanleunende erven ver spreid liggen, voor velerlei doeleinden aangewend, is geble ken, dat er veel wordt aangetroffen, wat betrekking heeft op den bovenbouw; zoo ook met die welke op en naast de balustrade van den 2 lle " omgang worden gevonden. In het weer in juisten vorm herstellen van een dagob boven het kapiteel, ben ik geslaagd en het verder beloop van lijnen nagaande, meen ik te mogen aannemen, dat elke zijde 4 dagob heeft gedragen. Op den 2 den omgang is aanwezig een afgeknotte kegel met een middellijn van 84 e. M; hoogstwaarschijnlijk heeft ook deze behoord tot den bovenbouw. Dat de bouwmeester veel aandacht heeft gewijd aan at voer van regenwater bewijst het aantal spuiers, totaal 12, waarvan de sluitornainenten op het erf verspreid liggen. Bij het aanbrengen van de reliëfs op het voetstuk van de tjandi is steeds rekening gehouden met de 4 lagen stee nen; bij de grootere in het front zijn voor mensch en dier de 2 de en laag gekozen; bij alle overige de l c en 2 if >. f5 Oct. '97, 11. 119 Aan den l 9tcn omgang is slechts één pilaster geheel af gewerkt, iets wat ook aan andere oudheden op Java voor komt. De lijsten hebben geen bladornament zooals de tjand in het Kedirische uit lateren tijd. Om de in sila- en djengkeng-houding zittende beelden is blad- en bloemornament in rijke verscheidenheid aange bracht, doch in weinig diep relief; aan de balustrade komt traliewerk voor; de lotus in verschillende graden van ont wikkeling, is op velerlei wijze als symbool voorhanden. Bouwheer en beeldhouwer hebbeu op uitnemende wijze voldaan aan de eiseben voor symmetrie en harmonie in verband met de functiën voor steunende en dragende deelen. Opmerking verdient, dat het soubassement een tandlijst heeft, welke ook voorkomt aan de drie zetels. Nadat ik, op ongeveer 70 M. van den hoofdtempel, bij een bamboe-stoel een klein gedeelte van een muurtje had ont dekt, meende ik te kunnen overgaan tot graven op het erf van den naib, beginnende op 30 M. van de tjandi, in de veronderstelling, dat daar eene kleinere tjandi zoude worden aangetroffen. Reeds op eene diepte van ongeveer 2 M. werd een fraai Boeddhabeeld opgedolven, hoog 1 M., in sila-hoiuliug, gelijk aan de exemplaren te Boroboeder; verder 2 goed bewerkte banaspati, 80 en 04 c. M. hoog; G stukken van een pilaster; een drager met kap; 2 kleine, fraaie bewerkte beeldjes; een steen, lang 1,32 M. met can dalabres en vazen, alsmede cirkel- en kwarteirkclbanden; het vrije uiteinde van een trapleuning en enkele zooge naamde Modjopait-steenen, waaronder één in sectorvomr Slechts een 50 M 3 . is onderzocht, doch de massa geeft voldoende het bewijs, dat de Mëndoet niet een alleenstaan de tjandi is geweest, op grond waarvan voorstellen aan hangig zijn om de ontgraving voort te zetten". Op grond van de mededeelingen van en in overleg met den Heer den Hamer, wordt besloten den Resident van 5 Oct. '97, 11,— H1.1 120 Kedoe om inlichtingen te vragen aangaande het bedrag dat zal worden vereischt om de beschikking te erlangen over het door den Heer den Hamer gedeeltelijk ontgraven ter rein, grenzende aan den Mendoet-tempel, waar door hem reeds veel belangrijks is gevonden. De Voorzitter brengt voorts den Heer den Hamer den dank der vergadering voor zijne belangwekkende mededeelingen. De Heer dex Hamer biedt nog een afdruk in papier aan van een relief van den Mëndoct-tempel en geeft het voor nemen te kennen daarvan een afgietsel in gips te vervaar digen. Verzameling handschriften. 111. De Heer vax der Chijs: 1° bericht de ontvangst der volgende geschenken: a. van het lid den Heer Th. A. F. Delprat, een stel photographieën van de Tjandi Scwo; b. van het lid Lm Liang Boe, drie gobogs van modern fabricaat; e. van den Heer V. H. Dalitz, drie zilveren munten. d. van het lid den Heer P. de Koo de la Faille, de ori gineelen van twee door den Commandant der expeditionaire troepen op Lombok uitgevaardigde proclamaties in de Ma leische taal, welke door de Sasaks moeten zijn vervalscht. Zullen in de betrekkelijke afdeelingen worden geplaatst. 2° legt ter tafel: a. het XVI e deel van het Ned. Indisch Plakaatboek, waarmede dit werk, behoudens een algemeen zakelijk re gister, is voltooid. De Voorzitter wenscht den Heer van der Chijs geluk met het gereedkomen van zijn belangrijken arbeid. b. het 3° stuk van deel IL der Verhandelingen, bevat tende: „Het dialect van Djap&ra" door A. 11. J. G. Walbeehm (Not. 1896 pag. 76, 11, d ). [5 Oct. '97, 111 —VI. 121 Wordt besloten den prijs voor niet-leden te bepalen op / 1.50. IV. De Heer Vorderman deelt mede dat tot de kabesaran van Gorontalo behoort eene oude bronzen klok welke een (vermoedelijk) oud-Javaansch opschrift draagt en het eigen dom is van het districtshoofd aldaar. De medewerking van den Ass.-Eesident van Gorontalo zal worden ingeroepen ter verkrijging van een afdruk in papier van bedoelde inscriptie benevens, zoo mogelijk, van eene photographie dor klok. V. De Heer ea Chapelle doet voorlezing van een aan hem gericht schrijven der Borneo Company L d . alhier, waar uit blijkt dat op een der vensters van haar bureau het volgende met diamant is ingekrast: Geo: Cunningham May 4th. 1798, was Robbcd of the Grion of Boston: en waarbij wordt gevraagd of bekend is wie in 179S de bewoner was van haar tegenwoordig kantoor, toko merah genaamd, dat, volgens de overlevering, vroeger moet zijn geoccupeerd door een Gouverneur-Generaal. De Heer van der Ciiijs deelt mede dat bedoeld gebouw nimmer aan een G. G. heeft toebehoord maar het eigen dom is geweest van v. Imhoff, toen deze Raad van Indië was, en door hem aan de Compagnie is verkocht ten behoeve der Academie de Marine. Zal worden medegedeeld dat de Directie de gevraagde in lichtingen niet kan verstrekken, maar dat de vermelding harer mededeeling in deze Notulen misschien zal leiden tot het verkrijgen van het gewenschte licht. VI. De Heer Snouck Hlrgrox.ie biedt, namens het lid den Heer 11. X. Kiuaa.n, ten geschenke aan: 5 Oct. '97, VI,— VIL] 122 I°. eene teekening van eene Javaansche inscriptie, aan getroffen op eenen steen in de desa Tjandi, afdeeling Ber bek, residentie Kediri, welke teekening liet eigendom is geweest van den Regent van Sumënëp, Pangeran Akio Pakoe Nataniïigeat ; 2". een lontarhandschrift van de Brata Yoeda, van Ma il nra medegebracht en gekregen van een Chinees. Verzameling handschriften. VII. De heer Abexdanon: I°. geeft in overweging om aan het correspondeerend lid den Heer Dr. E. Modigliani te vragen of door hem reeds iets is uitgegeven omtrent de Mentawei-eilanden. Cfm. 2". stelt voor te bepalen dat de Bibliotheek dagelijks in den vooravond voor het publiek toegankelijk zal zijn en aan hen die een of ander onderwerp willen bestudeeren dan wel kennis willen nemen van eenig werk dat in de Biblio theek aanwezig is, daartoe alsdan gelegenheid te geven in de vergaderzaal. Bij de discussie welke naar aanleiding van dit voorstel ontstaat, wijst de Heer Snoück llurgronje er op dat het denkbeeld van den Heer Abendanon gemakkelijk tot uit voering zou kunnen komen indien werd overgegaan tot den reeds lang in beginsel goedgekeurden maatregel, om een Directeur van het Museum aan te stellen, die in het Museum zou wonen, daar geregeld dagelijks zou werkzaam zijn en voor een groot deel de taak zou overnemen van den Bi bliothecaris, den Thesaurier en den Secretaris, terwijl hij ook, onder de leiding der Conservatoren, voor de verschil lende verzamelingen zorg zou kunnen dragen. .Met het oog op het vergevorderde uur wordt besloten voor de bespreking van en het nemen van eene beslissing in [5 Oct. '97, VII,—VIII. 123 deze zaak en eenige andere aanhangige aangelegenheden, eene afzonderlijke vergadering te houden, op een nader door den Voorzitter te bepalen datum. VIII. Van de ledenlijst worden afgevoerd de Heeren P. van Titbergen, Dr. C. Swaving, Dr. H. Gabkiël en J. P. C. Hartevki.t. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. De Voorzitter, <:. A. SCHEEER. De Secretaris, B. HOETINK. [14 Oct. '97, I. 125 gronje, die het voor het Genootschap eene levenskwestie vindt dat de werkzaamheden thans door onderscheiden leden der Directie verricht, worden opgedragen aan iemand van wien kan worden gevergd dat hij daaraan al zijne ga ven en krachten en al zijn tijd zal wijden, vooral omdat geene zekerheid bestaat dat op den duur leden der Directie bereid zullen worden gevonden om voor de zich steeds uit breidende verzamelingen van het Genootschap zooveel te doen als voor een goed beheer noodig zal wezen. Daarentegen is de Heer van der Ciiijs van oordeel dat tot den voorgestelden maatregel niet zal mogen worden overgegaan, zoolang de Bibliotheek niet op orde zal zijn gebracht, hetgeen stellig eenige jaren zal vereischen en waarbij de diensten van den tegenwoordigeu custos niet zullen kunnen worden gemist. Ook heeft de ondervinding geleerd dat het voor den goeden gang van zaken nadeelig is wanneer iemand wordt geplaatst tusschen de Directie en het Inlandsche personeel, welks besef van verantwoordelijk heid daardoor wordt verzwakt. Deze en andere bezwaren welke de Heer van der Chijs ontvouwt, cuhnineeren in de verzekering dat hij, hoe noode ook, zijne relaties met het Genootschap zal moeten afbre ken wanneer het thans aanhangige vraagstuk wordt op gelost in den zin waartoe de meerderheid blijkbaar geneigd is, omdat hij in die oplossing geen heil, slechts nadeel voor het Genootschap kan zien, zoowel afgaande op zijne ruim dertigjarige ervaring, als omdat de bewuste, ontwik kelde persoon schier een ideaal man zoude moeten zijn die van alles, wat bij het Genootschap voorkomt, verstand moet hebben en welke, zoo vindbaar, in geen geval voor een salaris van f 200 a f 250 's maands te verkrijgen zoude zijn. Nu de tegeustand van den Heer van der Chijs niet te overwinnen is, brengt de Voorzitter in rondvraag of thans het oogenblik kan geacht worden te zijn aangebroken om 14 Oct '97, I— IL] 126 een bezoldigd persoon aan te stellen die op de hiervoren aangegeven wijze zal werkzaam zijn. Het antwoord der meerderheid luidt ontkennend. Al leen het directielid la. Chapelle is van een afwijkend ge voelen; hij zou het in de hoogste mate betreuren als de Heer van der Ciiijs zijne relatiën met het Genootschap, dat zooveel aan hem te danken lieeft, verbrak, maar het komt hem voor dat, hoe eer hoe beter, het toezicht op al de schatten welke in het Museum en in het bijzonder in de goudkamer voorhanden zijn en waarvoor de Directie tot zekere hoogte de verantwoordelijkheid draagt, worde ont trokken aan het Inlandsche personeel dat — ten minste de mandoer — thans daartoe vrijelijk toegang heeft, en worde overgedragen aan een Europeaan, op wiens betrouwbaarheid meer staat kan worden gemaakt. 11. In den loop der hiervoren aangegeven discussie, is mede het denkbeeld ter sprake gebracht om, in plaats van een „Directeur van het Museum", een amanuensis aan te stellen die door de conservatoren, zooveel doenlijk, met het materieële weïk zoude kunnen worden belast, eenig toezicht zoude kunnen oefenen op het Inlandsche personeel en vreemde bezoekers van het Museum — waarbij wonen en dagelijks aanwezig zou zijn — zoude kunnen te woord staan en die langzamerhand zou opgroeien tot een factotum wiens ondervinding, bij de onvermijdelijke wisseling van conser vatoren, van veel nut zou wezen. Ook tegen het in dienst nemen van zoodanig persoon, kant zich het derectielid vak der Chijs, in hoofdzaak op dezelfde gronden welke te voren door hem zijn ontwikkeld en ook thans stelt hij zijne verdere medewerking ten be hoeve van het Genootschap, afhankelijk van het onthaal dat dit denkbeeld bij de Directie zal vinden. Ook het voorstel om, ten minste voorloopig, den tegen woordigen custos te behouden naast een amanuensis en aan [14 Oct. '97, ll,— m. 127 Notulen 1897. 9 dezen laatste geen gezag toe te kennen oveï het Inlandsche personeel, vermag den Heer van der Chijs niet tot andere gedachten te brengen, terwijl de Heeren la Ciiapelle, Snouck Hukqronje eu de Voorzitter van oordeel zijn dat door deze concessies, in verband met de inzichten van den te genwoordigen Thesaurier-Bibliothecaris, de uitgaven voor een amanuensis niet geevenredigd zullen zijn aan het nut dat van zijne werkzaamheid in de gegeven omstandighe den mag worden verwacht, zoodat de ratio van de aanstel ling van zoodanig beambte daardoor vervalt. Bij de stemming blijken dientengevolge alleen de Heeren Serrukier, Abendanon en Hoetink de benoeming van een amanuensis toch wenschelijk te achten, zoodat ook dit voorstel is verworpen. 111. Alsnu komt aan de orde het voorstel van den Heer Abendanox, dat de aanleiding is geweest tot deze bijeen komst der Directie, namelijk om de Bibliotheek dagelijks in den vooravond open te stellen en aan het publiek ge durende dien tijd gelegenheid te geven om in de verga derzaal kennis te nemen van de werken die in het bezit zijn van het Genootschap. Ter aanbeveling van dit denkbeeld, voert de Heer Ser rurier aan dat, zooals hij met genoegen heeft ontwaard, in den laatsten tijd zich meer en meer het streven openbaart om hetgeen door het Genootschap wordt gedaan en hetgeen in het bezit van het Genootschap is, „naar buiten te laten werken;" dat door de leeraren aan de afdeeling B. van het Gymnasium Willem 111 alhier, de richting wordt voor gestaan om de dictaten-studie te vervangen door meer vrije studie, zoodat wanneer het voorstel van den Heer Abendanos bij de Directie bijval vindt, onder hen die de lessen aan genoemde inrichting volgen, er ongetwijfeld zullen worden gevonden die van de hun geboden gelegen heid gaarne gebruik zullen maken. 14 Oct. '97, 111,— V.l 128 Bij de verdere discussie over dit voorstel, komen op den voorgrond de vraag op welke wijze, nu over de diensten noch van een Directeur noch van een amanuensis kan wor dan beschikt, daaraan uitvoering zal kunnen worden ge geven en het bezwaar dat de geregelde verlichting van bibliotheek en vergaderzaal eene vrij belangrijke uitgaaf zal vereischen. Niet algemeen toch is men van gevoelen dat de verwachting van den Heer Abendanon zal worden verwe zenlijkt en dat de openstelling der bibliotheek in den voor avond zal blijken in eene behoefte te voorzien. Intusschen toont zich de Vergadering niet afkeerig van het nemen van een proef, zoodat de uitslag der beraadsla ging is dat de Heer van deb ('hijs wordt uitgenoodigd om den custos af te vragen of bij bereid is om, tegen eene matige vergoeding, zijne diensten voor het aangegeven doel beschik baar te stellen, in welk geval, te beginnen met 1 Nov. a. s. de bibliotheek en de vergaderzaal, dagelijks van 6— 8 uur 's avonds, voor het publiek zal worden opengesteld, het geen door middel der bier verschijnende dagbladen zal worden bekend, gemaakt. Voldoet deze proef, dan zal ook tot de verlichting der bibliotheek worden overgegaan. IV. In voldoening aan eene hem verleende opdracht, brengt de Secretaris verslag uit omtrent de kosten welke het gevolg zullen zijn van eene vervanging der tegenwoor dige verlichting door gasgloeilicht of door electriscli licht. Wordt besloten gebruik te maken van de aanbieding der Ned. Ind. Electriciteits Maatschappij en den Secretaris op te dragen voor de uitvoering van dit besluit het noodige te verrichten. V. De Heer Abendanon : I°. vraagt of, nu het Ned. Indisch Plakaatboek op het algemeen register na voltooid is, de Directie geene aanlei [14 Oct. '97, V,—VI. 129 ding vindt om den Heer van der Chijs uit te noodigen een dergelijk werk samen te stellen, loopende over het Engelsebe tusschenbestuur. Wel is waar zijn de wettelijke bepalingen uit dat tijdvak reeds in druk verschenen, ten minste gedeeltelijk, maar die uitgave is zoo zeldzaam dat zelfs de bibliotheek van het Genootschap geen volledig exemplaar bezit, zoodat een herdruk alleszins wenschelijk moet worden geacht. Ook zal de Heer van der Chijs daar aan vermoedelijk veel belangrijks kunnen toevoegen uit het oud-archief alhier, terwijl bovendien de medewerking zou kunnen worden ingeroepen van den Heer Mr. W. Roose gaarde Bisschop, voor zoover stukken betreft die in de En gelsche archieven berusten. Het denkbeeld van den Heer Abendanon vindt algemeen bijval. De Heer van der Chijs verklaart echter dat met de bezorging van het register op het Ned. Indisch Plakaat boek nog wel een jaar zal gemoeid zijn, doch doet de toe zegging dat hij al dadelijk zal nagaan welke deelen van de door den Heer Abendanon bedoelde publicatie in de bibliotheken der Algemeene Secretarie en van het Genoot schap aanwezig zijn. Wordt besloten den uitslag van dit onderzoek af te wachten. 20. geeft in overweging om het initiatief te nemen tot het houden van populair-wetenschappelijke voordrachten door mannen als Prof. Bastian, Dr. Nieuavenhuis en andere geleerden. Ook dit voorstel vindt een gunstig onthaal, zoodat wordt besloten om den Heer van der Chijs uit te noodigen deze zaak met de zooeven genoemde heeren te bespreken en daarover in de eerstvolgende vergadering te rapporteeren. VI. De Heer Snouck Hurgronje deelt mede dat de Javaansche schrijver, die aan den Conservator der hand- 14 Oct. '97, Vl.] 130 schriften is toegevoegd, het verzoek heeft gedaan om één maand verlof ten einde zijne negorij te bezoeken, welk ver zoek hij voorstelt in te willigen. Cfm. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. De Voorzitter, G. A. SCHERER, De Secretaris, B. HOETINK. 2 Nov. '97, I,c—/.] 132 de overgelegde teekening, het gebouw van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen aan de West zijde van het Koningsplein, afdeeling Stad en Voorsteden, residentie Batavia, voorkomende onder No. 459 in den leg ger van landsgebouwen in genoemd gewest, uit te breiden, zijnde de kosten, blijkens de mede overgelegde begrooting, geraamd op: /' 25801 aan geld; „ 3072 aan materialen van den Lande met te zamen /' 28873; met bepaling, dat de benoodigde in 's lands voorraad ont brekende materialen, voor zoover voor de levering daarvan geen overeenkomst bestaat, ondershands zullen worden in gekocht en onder aanteekening dat de uit deze beschikking voortvloeiende uitgaaf wordt gebracht ten laste van artikel 347 der begrooting van 1897. (Not. pag. 105, I, g.). Informatie. '/. Van den Directeur der B. O. W. dd. 25 Oct. j. 1., No. 163561 D. ; ten geleide van 52 munstukken, in den loop van dit jaar met baggermolens opgelxiald uit de rivieren en grachten te Batavia. Numismatisch kabinet. e. Van den Kesident van Menado dd. 20 Sept, j. 1., No. 3051, waarbij het verzoek wordt gedaan een zilveren en een bronzen exemplaar van den gedenkpenning op Me nado 's behoud (Not. pag. 82, I, i) te doen toekomen aan den Heer E. G. A. Taexzer te Tondano. De Secretaris bericht dat de gevraagde medailles aan bet adres van den Heer Taenzer zijn verzonden. /. Van den Consul van Groot Britannië en lerland, dd. 6 Oct' j. 1, No. 274, waarbij, namens het Britsch Indisch Gouvernement, een exemplaar wordt aangeboden van „The Assam Code." Bibliotheek. [2 Nov. '97, I,g—h. 133 (f. Van den w d - Kontroleur van Goeboeg, dd. 3 Oct. j. 1., No. 559/68, waarbij de vraag wordt gedaan of door de Directie prijs wordt gesteld op het bezit der volgende oud heidkundige voorwerpen: a. een beeld van Gaueca, hoog 63 e. M., bijna onge schonden en van gelijke bewerking als het op Not. 1896, pag. 113 genoemde Doerga beeld; b. een liggende stier, lang 98 c. M. en hoog 45 c. M., zijnde de kop geheel van den romp gescheiden; c. een steenen gong, hoog 28 c. M. en met een diame ter van 37 c. M., voorzien van een knop. Deze voorwerpen, welke zijn aangebracht uit het ge hucht Prigi, moeten afkomstig zijn van Brabo, waar ook het hiervorenbedoelde Doergabeeld is gevonden en waar thans nog andere oudheden worden aangetroffen, o. a. eene prachtig geconserveerde joni, waarvan eene teekening wordt overgelegd. Voorloopig zal alleen opzeuding van de gong worden ge vraagd, terwijl in overleg zal worden getreden omtrent de weuschelijkheid om de ontgravingen voort te zetten. li. Van den Heer Ant. A. Penninus, zendelinglceraar te Lëbak, dd. 7 Oct. j. 1., welke in verband met zijne studie aangaande do Bedoewi's, inlichtingen vraagt omtrent een paar steenen beeldjes, het mannelijke aanwezig te Ko sala en het zeer versleten vrouwelijke — dat ter beschikking der Directie wordt gesteld — afkomstig uit de desa Kërta; terwijl bovendien toezending wordt verzocht van een paar nummers van het Indisch .Magazijn. De Bibliothecaris wordt gemachtigd de gevraagde boek werken toe te zenden. Verder wordt besloten den Heer Pkxmxus te vragen welke reden hij heeft voor de onderstel ling dat de door hein beschreven beeldjes in betrekking staan tot den godsdienst der Bedoewi's, terwijl opzending dier beeldjes zal worden aanbevolen. 2 Nov. '97, y—»».] 134 f'. Van den Raad van Bestuur van liet Koninklijk Insti tuut van Ingenieurs, dd. 26 Aug. j. L, No. 102, waarbij ten geschenke wordt aangeboden eenc exemplaar van bet Gedenkboek, uitgegeven ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan dezer instelling. Bibliotheek. ;'. Van den offg. Superintendent van het lndian Museum te Calcutta, dd. 28 Sept. j. 1., houdende mcdedeeling dat de ter ruiling aangeboden medailles zijn teruggezonden en dat een galvanoplastischc afdruk van den door de Directie bedoelden gedenkpenning (Not. pag. 9, 111, 2° en pag. 57, I, f) tegen den prijs van Rp. 5. zal kunnen worden bezorgd. Van dit aanbod zal, op advies van Mr. van der Chijs, worden gebruik gemaakt. /.•. Van den Bibliothecaris der Deutschen Gesellschaft fiir Natur- und Völkerkunde Ost-Asiens te Tokio, dd. 10 Oct. j. 1., waarbij aanvulling wordt verzocht van ontbre kende edita van het Genootschap. In handen van den Bibliothecaris. /. Van den Resident der Padangsehe Bovenlanden, dd. 23 Oct. j. 1., houdende mededeeling dat, volgens den aspt.- controleur die pas van eenc reis naar het Loeboe-Oelang- Alangsche is teruggekeerd, bij de bevolking geene legenden in omloop zijn aangaande den steen gelegen in het rijkje Si Goentoer (Not. pag 73, 111, 3°) en dat nader de uitslag zal worden bericht van eene poging tot erlanging van de toestemming van den Radja van genoemd rijkje tot het nemen van eene photographie van bedoelden steen. Informatie. m. Van het bestuurslid, den Heer H. D. H. Bosboom, dd. 10 Oct. j. 1,, houdende kennisgeving dat hij wegens [2 Nov. '97, Lm- -11. 135 zijn aanstaand vertrek naar Nederland, zich genoodzaakt ziet zijn ontslag te nemen als lid der Directie. De Heer Louw deelt mede dat de Heer Bosboom, op den voet van liet bepaalde bij de slotalinea van art. 7 van het Algemeen Reglement, gewoon lid van het Genootschap wenscht te blijven. Het vertrek van den Heer Bosboom, wiens medewerking door de Directie op hoogen prijs is gesteld, wordt door de Vergadering zeer betreurd, gelijk blijkt uit de instemming geschonken aan de waardeerende woorden, welke door den Voorzitter aan de werkzaamheid van dit bestuurslid wor den gewijd. 11. De Heer van der Chijs: I°. geeft in overweging om naar aanleiding van het optreden van een nieuwen Minister van Koloniën, tot 's Ge nootscbaps Beschermheer, Z. E. den Gouverneur-Generaal, het verzoek te richten eene gunstige beschikking omtrent de van Lombok afkomstige kostbaarheden welke in 's Ge nootschaps Museum zijn geplaatst geweest, bij het opper bestuur aan te bevelen. Cfm. 2°. stelt voor om de bemiddeling in te roepen van den Heer H. C. V. Leibbrandt, Keeper of the archives te Kaapstad, ter verkrijging van een exemplaar van het werk, getiteld „Precis of the archives of the Cape of Good Hope," waarvan eenige stukken zijn verschenen. Cfm. 3°. bericht dat van wege de Algemeene Secretarie gcene inlichtingen zijn kunnen worden verstrekt aangaande het schrijven der Directie dd. 19 Nov. 1877, No. 137, handelende over het uitgeven van een, bij de vermeestering van den kraton tijdens de 2 e Atjeh-expeditie, gevonden Maleisen 2 Nov. '97, lI—III.] 136 document, bevattende een verhaal van de voorafgegane ex peditie (Not. pag. 110, TV, 2°). Informatie. 4°. brengt ter tafel een aan bcm gericht schrijven van het lid den lieer 11. E. Steixmetz, waarin op nieuw de aandacht wordt gevestigd op twee houten tafels — waarvan thans nog slechts een stuk over is — vroeger aanwezig in de pësanggrahan te Tosari en waarop de namen voor kwamen van bezoekers sedert het einde der vorige eeuw. Wordt besloten den Heer Steixmetz, onder dankbetui ging voor zijne mededeeling, te kennen te geven dat naar het oordeel der Directie aan de restes der door hem bedoelde tafels geene plaats in het Museum kan worden gegeven. 111. De Heer Louw I°. deelt mede dat hij iii verband met zijn aanstaand vertrek naar Atjeb, waarop waarschijnlijk een verblijf in Nederland zal volgen, als bestuurlid wenscht at' te treden, terwijl hij zich aanbeveelt in de herinnering van die bestuurs leden welke hetgeen hij voor het Genootschap heeft gedaan, hebben geapprecieerd. De Voorzitter verklaart, namens de Directie, met leed wezen te hebben vernomen dat zijne overplaatsing naar Atjeh den Heer Louw dwingt om zijn ontslag te nemen als directielid en bedankt hem voor hetgeen hij ten bate van de wetenschap en van het Genootschap heeft verricht. 2°. verzoekt voorshands in het magazijn te mogen op bergen de hem nog toekomende exemplaren (6 van het l e en 13 van het 2« deel) van zijn werk: »de Java Oorlog, 1825—1830." Cfm. [2 Nov. '97, IV,—V. 137 IV. die Heer Serrurier: I°. biedt, in voldoening aan een hem gegeven opdracht, eene lijst aan van personen welke in aanmerking komen voor de ontvangst van een exemplaar der S° uitgave van zijn werk: „de Wajang Poerwa" of van „de Pionier" (Nut. pag. 104, I, c). Tn banden van den Bibliothecaris. ' 2°. stelt voor om door aanplakking in hotels, stations, tramrijtuigen enz. grootere bekendheid te geven aan de be paling dat ook niet-ledeu de werken waarover het Genoot schap te beschikken heeft, in leen kunnen krijgen en dat de leeskamer ook voor niet-ledcn open staat. Cfm. V. De Heer Snoück Hurgronje : I°. deelt den uitslag mede van zijne besprekingen met de Meeren Bastian en Nieuweniiuis, aangaande het hou den van eene voordracht, waartoe beiden zich bereid heb ben verklaard, de laatstgenoemde echter niet vóór Januari a. s. (Not. pag. 129, V, 2°). Wordt besloten al dadelijk Prof. Dr. Bastian van wege de Directie uit te noodigen eene spreekbeurt te willen ver vullen, liefst over de ontwikkeling der ethnologie, en den Voorzitter en den Secretaris te machtigen om wanneer het antwoord van den Heer BaSTIAN gunstig is, alle noodige maatregelen te nemen voor de uitvoering van het genomen besluit. 2°. vraagt of reeds is ontvangen het door het Bestuur van het Koninklijk Instituut van Taai-Land- en Volken kunde, op advies van Dr. Brandes, toegezegde handschrift, bevattende eene beschrijving van Grësik. (Not. pag. 83, 1, IJ. 2 Nov. '97, V,— VIL] 138 Aangezien bedoeld handschrift het Genootschap nog niet heeft bereikt, zal bij het Bestuur van het Instituut na vraag worden gedaan. •'S', legt over een prijslijst van te Singapore verschenen en verkrijgbare Maleiscke drukwerken. In handen van den Bibliothecaris. VI. üe Heer Abendanox: l e . biedt, namens liet lid den Heer J. Kxeuel, eene verhandeling getiteld: „Over het meten der wapenen door de Javanen (met eene teekening), voor het Tijdschrift aan. In rondlezing. 2<\ wijst op de wcnschelijkheid om de tijdschriften, welke zich in de vergader-tevens leeszaal bevinden, dadelijk na ontvangst te doen opensnijden, en de plaats waar elk tijd schrift ligt duidelijk aan te wijzen door het opplakken van den titel. Hiertoe wordt besloten. Naar aanleiding van eene vraag van den Heer Louw, deelt de Heer van der Chijs mede, dat hij de firma M. NIJHOFF heeft opgedragen de tijdschriften voortaan eersl te zenden wanneer de jaargang voltooid en ingebonden is. Met het oog op voormeld besluit zal genoemde firma worden uitgenoodigd de tijdschriften wederom dadelijk na verschijning, per mail toe te zenden. VII. De Secretaris: U. bericht dat de ter landsdrukkerij vervaardigde di ploma's (Not. pag. 73, 111, 1" en pag. 104, I. d) zijn ont vangen. Wordt besloten den Directeur der Landsdrukkerij, den [2 Nov. '07, VII,—VIII. 139 Heer Qüentin, dank te zeggen voor de wijze waarop door hem aan den wensch der Directie is voldaan, 3 e . geeft in overweging om aan den Javaausehen schrij ver Mas Rkujo Wikarto, aan wien een verlof van ééne maand is verleend (Not. pag. 129. VI) een voorschot groot f 100.— te verstrekken. Cfm. 4'. stelt voor om aan het Inlandsen bediendenperso neel van het Genootschap eene voldoende hoeveelheid van eene passende kleeding ten gebruike te geven. De Secretaris wordt gemachtigd tot de aanschaffing daar van over te gaan. s e , biedt ten geschenke aan : a. namens den Heer J. P. MOQUETTE, eene verzameling Chineesche koperen munten, welke door hem, Secretaris, zijn gecatalogiseerd. Numismatisch kabinet. b. uit eigen hoofde: 1. een Chineesche amulet: 1. s. 2. een exemplaar van het boekje: P(ieter) v.(an) ll(oorn). Eenige voorname evgenschap pen van de ware Deugdt, voorsichtigheydt, wysheidt en volmaeektheid: getrokken uit den Chineschen Confucius. Batavia, 1675. (Cf. van der Ciii.is, Proeve eener Ned. Indische bibliographie, Supplement, pag. 5). Bibliotheek. VIII. Wordt benoemd tot gewoon lid, de Heer F. H. ScHHTEDELt, koopman, te Weltevreden. Op verzoek wordt van de ledenlijst afgevoerd, de Heer Mr. C. Lydits Ratidek. 2 Nov. '97, VIII.] 140 Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. De Voorzitter, G. A. SC HE REK. De Secretaris, B. HOETINK. 7 Dec. '97, I,h—f.] 142 aan te koopon ten behoeve van 's Rijks Ethnographisch Mu seum te Leiden. e. Eene missive van den Resident der Padangsebe Bovenlanden dd. 3 Nov. j. 1., No. 4744 waarbij wordt mede gedeeld dat de radja van Si Goentoer er geen bezwaar tegen heeft dat zijn gebied wordt betreden door Gouverne ments ambtenaren voor het maken van eene afbeelding van een steen (Not. pag. 134, I, l) maar dat hij niet bij machte is voor hunne persoonlijke veiligheid in te staan, zoodat de Resident de voorgenomen reis moet ontraden. Informatie. //. Van het Bestuur der Koninklijke Natuurkundige Ver eeniging, dd. 20 Nov. j. 1., waarbij o. a. wordt medegedeeld dat in de bibliotheek der Vereeniging zorgvuldig wordt nagegaan welke werken het eigendom zijn van het Genoot schap, ten einde die uit te sluiten van de overbrenging naar Bmtenzorg (Not. pag. 83, I, /.). U. s. e. Van het eorrespondeerend lid Dr. A. Bastian, waarbij hij zich bereid verklaart eene voordracht te houden over: „die Aufgaben der Ethnologie". De Voorzitter deelt mede dat, in overleg met Dr. Bastian, de datum waarop de voordracht zal worden gehouden is bepaald op 13 dezer. Aan den Secretaris wordt opgedragen voor de noodige publiciteit te zorgen. f. Van den Heer B. Kersjes, Ingenieur der l e klasse der B. O. W., dd. 24 Nov. j. 1., houdende aanbieding van de door hem toegezegde bouwkundige beschrijving van den Mëndoettempel (Not. pag. 19, I, f, 4°) vergezeld van een bundel calques, en onder mededeeling dat hij de beide photographieën, waarvan sprake is op pag. 39 alinea 3 der [7 Dec. '97, 1,/ —i. 143 Notulen 1897. 10 Notulen van dit jaar, nog niet heeft kunnen doen ver vaardigen. De beschrijving en calques zullen in rondlezing worden gezonden. g. Van den w 1 Kontroleur van Goeboeg, dd. 18 Nor. j. 1. No. 363/68, houdende mededeeling van de verzending van de stecnen gong (Not. pag. 133, 1, g) en voorts berich tende dat de plek waar hij zich voorstelt eerder te graven dezelfde is waar reeds een joni werd aangetroffen. De Secretaris deelt mede dat de gong nog niet is ont vangen. Wordt besloten de gemaakte kosten ad / 0.95 te resti tueeren en verder /' 25 ter beschikking te stellen van den w d Kontroleur v a . /(. Van den Heer Ant. A. Pennings te Lebak, dd. 18 Nov. j. 1., waarbij in antwoord op eene vraag der Directie (Not. pag. 133, I, h) de herkomst van het in bezit zijnde beeldje wordt, opgegeven (desa Kerta, district Pa roengkociljang, Lebak kidoel, Bantam) en wordt medege deeld dat het andere beeldje zich bevindt op liet gewezen land Kosala, ten zuiden van Tji Panas. en dat de bewo ners der desa Karang daarheen één maal per jaar ter be devaart gaan. Dit de overeenkomst in adat en godsdiensti ge gewoonten van de Badoewi en de orang Karang besluit de Heer Pennings tot gelijkheid van afkomst. De omtrent dit punt geleverde beschouwingen komen der Directie vooralsnog niet afdoende voor, zoodat de Directie haar oordeel wenscht op te schorten tot dat het beeldje, waarvan de afzending is toegezegd, zal zijn ont vangen. i. Van liet lid, den Heer C. Canne te Oengaran, dd. 29 Nov. j. 1., waarbij eene afbeelding en een afdruk wor 7 Dec. '97, 1,1— 11.] 144 den aangeboden van een massief gouden ring, wegende 60 gram, met verzoek de daarop voorkomende inscriptie te ontcijferen. De ring is gevonden in het district Oengaran en in liet bezit van iemand die ongenegen schijnt daarvan afstand te doen. Zal worden medegedeeld dat de Directie op het bezit van dezen ring prijs zal stellen en dat na de terugkomst van het directielid Dr. Bkandes, de afdruk van de inscriptie in diens handen zal worden gesteld. /. Van het lid den Heer J. van Aalst, dd. 5 Nov. j. 1., houdende verzoek om terugzending der door hem gezon den oudheidkundige voorwerpen (Not. pag. 43, 2°, c). De Secretaris bericht dat aan het verlangen van den Heer van Aalst is voldaan. k. Van tbc Royal Scottish Geographical Society, dd. 28 Oct. j. 1., waarbij de vraag wordt gedaan of een der leden van bet Genootschap bereid is om van tijd tot tijd geographischc mededeelingen betrekkelijk Ned. Indië in te zenden, ten behoeve van het Tijdschrift van genoemde ver eeniging, welk periodiek hem alsdan geregeld zal worden toegezonden. Zal worden in overweging geven om het Tijdschrift te zenden aan de Directie, ter kennismaking, waarna misschien de Directie zelve bereid zal wezen aan het te kennen ge geven verlangen te voldoen. 11. De Voorzitter: l c . doet voorlezing van een aan hem gericht schrijven van den Ass.-Resident van Djember, waaruit blijkt dat tweemaal eene poging is gedaan om een martcvaan met munten van het Janggebergtc te halen (Not. pag. 30 1., 1. en pag. 51, 11, l e ) maar dat de eenige uitkomst der expe- [7 Dec. '97, II — 111. 145 dities is geweest dat is medegebracht eeu groote scherf van den bovenrand van een martevaan en een mortier of vijzel zonder bodem. Informatie. 2 e . legt ter tafel de bem door het gewezen directielid den Heer Louw, ter hand gestelde papieren van den Heer J. Hageman (Not. 1896, pag 112, I, f). In rondlezing. 111. De Heer van der Chijs : 1». legt over de volgende lijst van geschenken: I°. van het lid H. J. J. Hepp: Griekenland 20 drachmen, 1884.— goud. 2°. van den heer G. P. Ch. van Weel, administrateur van de thee-onderneming Gedel (Tjiandjoer): Compleet stel gedrukte notulen van de Soekaboemische Landbouwvereeniging. 3°. van het lid van Oosterzee: Eeu groot aantal verslagen van uaamlooze vernootschap pen, enz. 4°. van het buitengewoon lid, den Hamer : a. afgietsels in gips van drie, te Toeban gevonden oud- Singaleesche munten. b. drie koperen munten. 2 e . biedt, namens het bestuurslid den Heer Vorder man, ten geschenke aan: a. eenige afdrukken van inscripties voorkomende op Hindoe-ringen; b. rattenvallen uit de Minahasa, waar ratten eene gezochte toespijs voor de bevolking ziju. Zullen in de betrekkelijke verzamelingen worden opge nomen. 3«. deelt, namens voornoemd bestuurslid, mede dat van 7 Dec. '97, lII,—VI.] 146 het afgebroken fort Nassau, te Banda aanwezig is een steen met het wapen van Rotterdam. De Assistent-Kesident van Banda zal worden uitgenoo digd dien steen herwaarts op te zenden. 4 1 '. vestigt er de aandacht op dat de medicinale gewich ten waarvan sprake is op pag. 69 der notulen, nog niet zijn ontvangen. Hieromtrent zal navraag worden gedaan. s e . stelt voor om de Société de Géographie de Tours. welker publicaties nooit zijn ontvangen — slechts ééne alieve ring uitgezonderd —af te voeren van de lijst der instel lingen waarmede ruilverkeer plaats heeft. Cfm. 6 e . geeft in overweging een abonnement te nemen op het Maleischc weekblad Pengadilan. Cfm. IV. De Heer Sekiuriek stelt voor om alle kasten in de ethnographischc afdeeling te voorzien van gelijke sloten, ter vergemakkelijking van het bestudeeren van de in die kasten opgestelde voorwerpen. De Heer Sereueeer wordt uitgenoodigd te onderzoeken welke uitgaven de aanneming van zijn voorstel ten gevolge zal hebben. V. De Heer Snouck Hürgronje biedt eenige munten ten geschenke aan. Numismatisch kabinet. VI. De Heer Abenbanon: l e . deelt mede dat onlangs uit Nederland is aangekomen een candidaat in de letteren en geeft de vraag in over weging of aan dezen persoon geen opdiacht zou kunnen wor- [7 Dec. '97, VI,—VIII. 147 den gegeven ten einde zoodoende liet op orde brengen van de boekerij, hetwelk, volgens den tegen woordigen bibliothe caris geruimen tijd zal duren, te bespoedigen. De Heer van DEB ('hijs heeft bezwaar tegen dit voorstel, zoodat de Directie van oordeel is dat daarop niet kan worden ingegaan. 2 e . geeft in overweging oin uit de thans voor lees kamer opengestelde vergaderzaal de handschriften te ver wijderen en daarvoor books of reference in de plaats te stellen en voorts daar een kast te plaatsen voor plaat werken. Het eerste voorstel zal tot uitvoering worden gebracht wanneer ten gevolge van den toegestanen uitbouw van het Museum, cene andere ruimte voor de handschriften beschik baar zal komen. Daarentegen maakt de Bibliothecaris, Mr. van der Ciius, die van oordcel is dat de noodigc ruimte ontbreekt, be zwaar zijne medewerking te vcrleenen om plaatwerken uit de bibliotheek over te brengen naar de vergaderzaal, waar zij door het publiek zullen kunnen worden geraad pleegd, zoodat de Directie vermeent dit denkbeeld te moeten loslaten. VII. De Secretaris biedt, ter plaatsing in het Tijdschrift, aan de navolgende verhandelingen: l e . J. G. Dooeman : „die West-Indische Compagnie an der Goldküste". 2 e . „Brieven van K, P. t,e Cocq d'Armanville," uitge geven door Dr. Herman tem K.vte. In rondlezing. VIII. Wordt besloten in deze notulen aan te teekenen dal het bestuurslid Mr. J. 11. Ai;i:m>a.\on zich bereid heeft verklaard om op te treden als mede-redacteur van het Tijdschrift. 7 Dec. '97, IX.] 148 IX. Worden benoemd tot gewone leden, de Heer H. van der Steenstraten, Assistent-Resident te Medan (Deli), K. van Gelder, fabricatiechef der suikerfabriek Kaliwoengoe te Djombang, G. J. P. Biegman, Directeur der kweek school v. I. O. te Fort de Koek en A. J. W. Harloff, Kontroleur der 2 C . kl B. B. te Tjipadelarang (Preanger- Regentschappen). Van de ledenlijst worden afgevoerd, de Heeren Haag mans, Veenhuizen, Haren Noman, Prins, Dr. Swaving en Mr. Willinck, terwijl het lid de Heer S. Cohen zal worden uitgenoodigd een adres in N. I. op te geven. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. De Voorzitter, G. A. SCHERER. De Secretaris, B. HOETINK. De lijst dezer doubletten wordt gesteld in handen van den Bibliothecaris, ten fine van bericht. VI. De Heer Louw: 1°. bericht dat, tengevolge van de toeneming van het aantal gewone leden, geene exemplaren meer voorhanden zijn van de laatst verschenen aflevering van het Tijdschrift en stelt voor op nieuw 200 exemplaren van bedoelde atlevering (Deel XXXIX, No. 4) te doen drukken. Cfm. 2°. stelt voor aan Dr. N. Adriani, buitengewoon lid, te Posso (Celebes), toe te staan zijn exemplaar van het Tijdschrift uit 's Genootschaps voorraad te completeeren, voor zoover dit moge lijk zal blijken, en voor het deswege verschuldigde bedrag eth nographica te zenden uit de landstreek waar hij gevestigd is. Cfm. VII. De Heer Abendanon deelt mede dat door 's Ge nootschaps buitengewoon lid, den Heer K. Cepiias te Djokja karta, eene groote collectie Javaansche typen-photographieën zijn vervaardigd, welke eene volledige voorstelling geven van het Javaansche volksleven, en betoogt dat het op den weg van het Genootschap zou liggen om door reproductie en verspreiding op groote schaal van deze photogrammen mede te werken tot de bevordering der kennis van de Ja vaansche maatschappij. Hij stelt daarom voor: 1°. den Heer Cephas te vragen wat de prijs is van eene volledige collectie van bedoelde photographieën; 2°. met genoemd buitengewoon lid in overleg te treden omtrent de voorwaarden waarop hij zou willen medewerken tot eene goedkoope reproductie op groote schaal. Cfm. VIII. Ingevolge de opdrachten in de vorige vergadering gegeven, worden de volgende rapporten uitgebracht: 2 Febr. '97, V—VIII.] 22 1°. door de Heeren van den Berg en la Chapelle over het financieel beheer. Zij berichten dat dit op de meest zorgvuldige wijze is gevoerd en stellen voor den Thesaurier, onder dankbetuiging, acquit en décharge te verleenen. Cfm. 2°. door de Heeren Bosboom en Abendanon over de archaeologische en ethnologische verzamelingen, luidende als volgt: Archeologische verzameling. In het afgeloopen jaar was de aanwinst weder niet groot; de verzameling werd uitgebreid met slechts 37 voor werpen, waaronder een fraai metalen beeldje, afkomstig uit de afdeeling Toeban, residentie Kembang, en drie stccnen beelden (zeer geschonden) uit Koetei, als de belangrijkste moeten worden aangemerkt; de aanwinsten zijn opgenomen in de lijst die, als 10 de vervolg op den catalogus, aan de nutulen der vergadering van December jl. is toegevoegd. In de schikking der voorwerpen kwam geen verandering. Ethnologische verzameling. Deze werd in het afgeloopen jaar slechts verrijkt met 1-A7 nummers, waaronder als de belangrijkste moet worden vermeld eenc collectie hainpatoe's, afkomstig van de Wcster afdeeling van Borneo; het grootste deel der aanwinsten, hoofdzakelijk voorwerpen uit West-Java benevens enkele van Lombok, werd door aankoop verkregen. De kostbare voorwerpen, na de veroveiing van Tjakra negara gevonden in de poeri aldaar, en in 1895 door de Indische Kegcering aan het Genootschap in bewaring af gestaan, moesten ingevolge den weusch van den Minister van Koloniën, naar Nederland worden gezonden, zoodat deze belangrijke verzameling, getuigende van Lomboksche kunst nijverheid en van den rijkdom van den overleden vorst [2 Febr. '97, VTII. 23 2 Febr. '97, VTIL] 24 van Selaparang, niet langer deel uitmaakt van de in het museum tentoongestelde voorwerpen. De aanwinsten zijn vermeld in de bijlage IX bchoorende bij de notulen der vergadering van December jl. en opge nomen in den geschreven vervolg- catalogus. In de schikking der voorwerpen kwam geen verandering; voor wat betreft de beschikbare ruimte wordt verwezen naar vorige verslagen. Nnmismatische verzameling. Door ruiling tegen een aantal doubletten van ethno graphische voorwerpen, werd een vrij groote verzameling munten en penningen van den Heer J. H. T. Zimmktoiann verkregen: hierdoor, alsmede door ettelijke geschenken en door aankoop, zijn de aanwinsten in 1896 belangrijk talrijker geweest dan ooit te voren; de verzameling werd toch met bijna 500 nummers verrijkt. De aanwinsten zijn vermeld in de bjjlage X behoorende bij do notulen der vergadering van December jl. De4 de druk van den Catalogus verscheen in den loop van dit jaar. Weder trok de algemeene verveloosheid van het gebouw de aandacht der Commissie; het is werkelijk noodig dat daarin worde voorzien. Het aantal bezoekers die hun naam in het daarvoor bestemde boek stelden, bedroeg in 1896 bijna 8000. 3°. door de Heeren van der Chijs en Snouck Huegroxje over de bibliotheek en de handschriften, luidende als volgt: De vermeerdering van het aantal boekwerken bedroeg gedu rende het afgeloopeu jaar 390, dus 31 minder dan in 1895. Uitgeleend werden aan 102 personen (19 meer dan in 1895) 1038 boekdcelen van 742 werken (178 doelen meer dan in 1895). Bij den aanvang van 1897 waren nog löödcelenin handen van 46 personen. Een enkel persoon bleef nalatig in het teruggeven der hem geleende boeken. [2 Fel». '97, VIII. 25 Om in weerwil van het gebrek aan ruimte, waarover in het vorige verslag reeds geklaagd werd, eenigszins te ge moet te komen aan de behoefte aan meer bergplaats, werd eene nieuwe boekenkast aangeschaft. Werd in het vorige verslag de wenschelijkheid betoogd van maatregelen ten aanzien der talrijke doubletten onzer boekerij, thans heeft de Heer van der Chijs eene lijst van die dubbelen vervaardigd, naar aanleiding van welke met de firma Nijhoff overlegd zal worden over de beste wijze om die boeken te gelde te maken. In den loop van het jaar 1896 werd de verzameling handschriften vermeerderd door geschenken van den Heer H. K. H. Wilkbns (een Jav. hds.), Not. 1896, bl 53; van Dr. J. Brandes (een id. hds. twee Mal. hdss., vijf Javaan sche en zes lontar's), bl. 106; van den Heer J. van Aalst (afteekening van Jav. alphabets) bl. 111, en van den Heer H. Borel. (een Chineesch hds.), bl. 81. Voorts werd het Regeeringsbesluit ontvangen, waarbij aan de reeds in de not. van 1895, bl, 19, genoemde handschriften uit den boe del van Dr. van der Tuuk een plaats in 's Genootschaps verzameling werd aangewezen, not. 1896, bl. 84. Een zelf de beschikking nam de Regeering omtrent de door Dr. Brandes op het eiland Lombok in de poeri aangetroffen handschriften, bl. 1 en 12. Het afschrift van de Koentara Radjaniti, (vgl. not. 1895, bl. 37, 57 en 62,) werd door den Heer Laurens weer opgevraagd, not. 1896, bl. 102; volgens besluit der Directie werd er eene copie van aangehouden, ibid. Dr. Ph. S. van Ronkel maakte in zijn „Een Soendasch Hamzah verhaal" gebruik van eenige handschriften van 't Bat. Gen, bl. 9 en 13, en Dr. J. Brandes deed dit van de drie daar van de Pararaton voorhandeue bij zijne uit gave van dezen tekst, ibid. bl. 80. Van Mr. L. W. C. van den Berg en van den Heer F. A. Liefrinck werden handschriften terugontvangen, die zij in gebruik hadden, zie bl. 27, 106 en 121. 2 Febr. '97, VIII—X.] 26 De loods, waarin de besebreven steenen opgesteld zijn, werd naar buiten door een ijzeren rastevwerk afgesloten. Onder de exvoto's vermeld op bl. 14 bevindt er zich één, waarop oud-Javaansche letters werden aangetroffen. Een vijftal koperen platen werden in den grond ge vonden in het gehucht Bendosari (Djambangan, Trëuggalek, Këdiri), en door het Genootschap aangekocht, bl. 45 en 64. Ter inzage werden ontvangen drie piagem's op koper uit de Lampongs, bl. IG, 34, 48, 58 en 60, en een koperen plaat van Midden-Java, die het eigendom was van den Heer J. Dieduksman, bl. 53 en 60. De Heer van Aalst zond eene afteekening van bet op schrift op een zuil, in de nabijheid van Tjandi Asoe en Tjandi Loemboeng, Probolinggo, Ködoe, ontdekt, bl. 89, en 112. Over een hds. uit de Lampongs, door den Heer H. T. Andreas aan het genootschap ter bezichtiging gezonden werd in de Deceinber-vergadering verslag gedaan, bl. 36, 58 en 123. X. Wordt weder op de ledenlijst gebracht, de Heer \V. Meijer Ranneft, Adjunct-Inspecteur bij het Inlandsch onderwijs, voorloopig te Fort de Koek. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de voorzitter de vergadering. De Voorzitter, G. A. SCHERER. De Secretaris, B. HOETIXK. [2 Maart '97, I,c— f. 28 N°. 229, waarbij, in voldoening aan een verzoek der Directie, worden aangeboden 3 photograpbiën en 2 teckeningen, ver vaardigd door den aspirant-kontroleur Moorrees te Tondano, benevens 5 teckeningen, gemaakt door den ex-majoor van Sonder A. L. AVaworoentoe,- allen van den steenen zetel der Enipongs in de Minabasa. Verder deelt de Resident mede, dat bet terrein waarop deze steen wordt aangetroffen is scboon gemaakt en om heind, terwijl aan de hoofden is opgedragen er voor te waken, dat de steen niet worde beschadigd. De Secretaris beriebt, dat de 5 teekeningen van den ex majoor A. L. Waworoentoe niet zijn ontvangen Wordt besloten twee der bier vorcnvermelde photograpbiën als bijlagen van het opstel van 's Genootscbaps ecrelid Dr. J. G. F Riedel (Not. 1896 pag. 93 IV), t. z. t. in het Tijdschrift op te nemen en de overige illustraties te plaatsen in de afdeeling Varia. d. Van den Resident van Bantam dd. 5 Febr. j, 1. X°. 717, houdende mededeeling dat op het erf der residents woning te Serang verscheidene steenen op oude graven wor den aangetroffen maar dat, met uitzondering van een enkelen waarin Cbineesche letters zijn gebeiteld, op geen der bedoelde steenen inscripties voorkomen (Not. pag. 8). Wordt] besloten te verzoeken een afschrift te zenden van de vermelde Chineesche inscriptie. e. Van den Resident van Timor en onderhoorigheden, dd. 26 Januari j. 1., N°. 157, ten geleide van eene woordenlijst der Hawoeneesche en Soembaneesche talen, samengesteld door den zendeling W. Pos te Melolo (eiland Soemba). Zal voorloopig in de verzameling handschriften worden opgeborgen. /. Van het lid J. van Aalst, kontroleur te Moentilan, 2 Maart '97, I,f—h.] 29 dd. 20 Febr. j. 1., waarbij wordt medegedeeld dat door hem eenige oudheidkundige voorwerpen zijn opgezonden, voor een deel ter bezichtiging en voor een deel ter overname door de Directie tegen de aangegeven prijzen, benevens een abklatsck (Xot. 1896, pag. 89 en pag. lil) en een kropak welke door Raden Poespodiredjo, zoutverkooppakhuis meester, ten geschenke wordt aangeboden. Bij dit schrijven is gevoegd eene opgave van Hindoe oudheden voorkomende in de contróle-afdeeling Prapag, met een kaart. Voorts wordt hierbij bericht dat voor de desbetreffende onderzoekingen is besteed een bedrag van / 50; terwijl / 100 is uitgegeven voor het onderzoek van 6-4 vindplaatsen in de contröle-atdeeling Moentilan. Ter voortzetting der uit graving van Tjandi Xgawen en ter beëindiging van het onder zoek der verder.' vindplaatsen in de afdeeling Moentilan, wordt verder een nieuw crediet van / 100 aangevraagd. De Secretaris bericht dat de bedoelde voorwerpen nog niet zijn ontvangen. Wordt besloten het schrijven van den Heer van Aalst in rondlezing te zenden. g. Van den w d . Directeur van 's Rijks Ethnographisch Museum te Leiden, dd. 20 Januari j. 1. No. 52, houdende bericht dat. namens Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken, aan de Directie is gezonden een exemplaar der door Mr. Serkurier bewerkte uitgave: „De Wajang Poerw.-i ", één deel tekst in 4°, benevens eene portefeuille met platen (Not. 1896, pag. 122. 2"). De Bibliothecaris bericht dat dit werk nog niet is ont vangen. h. Van den Ingenieur der b kl. bij de B. O. W. den Heer B. Kerssen, dd. 2f> Febr. j. 1, waarbij deze zich bereid ver klaart om zijne krachten te beproeven aan eene door de [2 Maart '97, I,h—l. 30 Directie gewenschte bouwkundige beschrijving van den Men doet-tempcl (Not. pag. 19, 4°), waartoe toezending wordt verzocht van de onlangs aangeboden calques en photographiën (Not. pag. 18). Wordt besloten den Directeur van O. E. en N. te verzoeken de Directie in de gelegenheid te stellen aan het omschreven verzoek te voldoen. j, Van de Hoofd-Commissie van bet Kotterdamsch Lees kabinet, dd. 21 Januari j. L, waarbij dank wordt betuigd voor de beslissing der Directie om genoemde instelling op te nemen onder die met welke ruiling van edita plaats vindt. (Not 1896, pag. 120, e), Informatie. j. Van den Heer C. M. Pleijte te Leiden, dd. 2 Febr. j. 1., houdende bericht dat aan het adres der Directie zijn verzonden eenige overdrukken van eene door hem in het Intern. Archiv fiir Ethnographie gestelde vraag, benevens enkele platen, met verzoek een en ander te doen toekomen aan personen die in deze licht zullen kunnen geven. Cfm. /. Van den Heer Dr. J. H. F. Kohlbrugge te Tosari, dd. 23 Febr. j. 1., waarbij wordt medegedeel dat hij terrassen heeft gevonden aan de zuidzijde van het Janggebergte, waarop zich potten bevinden van Chineesch fabricaat en van gelijke soort als vroeger op den top van den Argopoero gevondene, welke blijkbaar hebben gediend om daarin (Chi neesche koperen) munten te déponeeren, wellicht als offe rande vóór men tot het heiligdom opklom. Voorts worden inlichtingen gevraagd omtrent hetgeen aangaande het bestaan van dergelijke trappen enz. van den Argopoero bekend is en wordt toezending verzocht van het verslag van den Chef v. d. Topogr. Dienst over een tocht naar den Argopoero (Not. 1882 p. 55 en 72). 2 Maart '97, 1,1— 11.] 31 Aan het verzoek om inlichtingen en toezending van het rapport zal worden voldaan. 11. De Heer tan der Chijs: I°. bericht de ontvangst der navolgende geschenken: a. Van den heer (t. 't Hooft : België, centime, 1887. —k. (met Vlaamsche op schriften). Spanje, real, 1841. —z. 2 pesetas, 1870. — z. Portugal, X réis, 1884. — k. V „ , 1885. —k. Saksen, '/e Thaler, 1863. —z. Savoye, lira, 1828. —z. Canada, cent, 1876.—k. Ver. Staten v. N. Amerika, cent, 1887. —k. 111 cent, 1871. —nikkel. V „ , 1883. - nikkel. Dominicaansche republiek, 2'/ 2 centavos, 1882.— nikkel, llaiti, 6 centimes, 1846. — k. 20 , , 1863. —k. 2 , , 1881, 86. —k. centime, 1881, 86. — k. Deensch W. Indie, cent, 1883. —k. stuiver met LXC, z. j. — nikkel. noodmunt, fragment van een Spaansche peso. — z. Berhice, drie gulden, noodmunt. —z. Venezuela, naam onbekend, 1879. — z. 10 centavos Marzo de 1877 (papieren geld). Colombia, 5 centavos, 1832. — z. idem, 188(5.—nikkel, banco nacional, 20 centavos, Junio 15 de 1885 (papieren geld). [2 Maart '97, 11. 32 b. Van van der Chijs: Italië, Napoleon I, 40 lire, 1811. — g. c. Van 11. V. Davids: Engeland, Gouden: 1 van 10/ — (half sovereigen).! Zilveren: 1 „ 5/ — (crown). 1 „ 2/6 (half crown). j 1 „ 2/— (florin). f . 1 „ —/6 (six pence). \ g 1 „ —/3 (three pence). Koperen: 1 „ 1/ — (penny). 1 „ £ (half penny). 2 , i (farthing). / 4°. Van C. G. Vattier Kraaxe, administrateur bij bet kolen-etablissement der Atjeh-associatie te Sa bang : Medaille op bet 25 jarig bestaan van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, 1895. — br. s°. Van J. M. H. v. Oosterzee: Een soeasa neusring van den vechtstier van Toekoe Oemar, in Jan l , j. 1. bij de expeditie naarLobong Loöug buit gemaakt. Een koperen lamp. Een Atjehsohe broek. Twee „ Zakdoeken, zijde en katoen. Twee Atjehsche gouden munten. Zullen in de betrekkelijke verzamelingen werden geplaatst. 2°. Stelt voor aan de Kegeering in overweging te geven om in Atjeb buit gemaakte goederen, welke blijkens eene over gelegde annonce, thans te Kota Kadja in openbare veiling worden gebracht, evenals vroeger, naar Batavia te laten overbrengen; de Directie in de gelegenheid te stellen de aangebrachte goederen te bezichtigen ten einde daaruit een keus te doen en de gekozen voorwerpen aan het Genoot schap in bewaring af te staan op den voet van het Gouv'. 2 Maart '97, II — lII.] 33 Besluit van 11 December 1858 No. 77 (Bijblad No. 3121), Cfm. 3°. deelt mede dat op bet vendukantoor albier eene antieke kast aanwezig is, welke in bet Museum verdient te worden geplaatst en welke de Kesident-Superiutendent bereid is tot dat doel af te staan. Wordt besloten om voor de overbrenging van deze kast bet noodige te verrichten. 4°. stelt ter bezichtiging eenige door den Heer J. M. 11. van Oostekzee van Atjeh medegebrachte voorwei pen. Hiervan wordt met belangstelling keunis genomen. 111. De Heer Brandes: I°. geeft kennis van zijn aanstaand vertrek naar Neder land, met verlof voor één jaar, en verzoekt om die reden te worden ontheven van zijne functies van Conservator der handschriften. Wordt besloten dat de Heer Brandes gedurende zijn aan staande verlof, lid der Directie zal blijven. Op uitnoodiging der Directie, verklaart liet bestuurslid Dr. Snouck Hurgronje zich bereid om gedurende de afwe zigheid van den conservator Brandes, voor de verzameling handschriften zorg te dragen. Ter voorkoming van misverstand wordt verder aangetee kend dat de Javaansche schrijver welke in dienst is van het Genootschap, is toegevoegd aan en staat onder de bevelen van den conservator der handschriften of diens vervanger. 2°. IV. De Heer Snouck Hurgronje biedt, namens 's Genoot schaps buitengewoon lid Sajjid Othman bin Abdallah al-Alawï, de navolgende boekwerken ten geschenke aan: a. Sajjid Otuman bin Abdallah al-Alawi. Al-'lqd al-farid fï ba'dh masa'il at-tawhid. [2 Maart '97, IV. 34 ,£»> <;ƒ? **'' *H C jjri u/*ac .A*flfu![j l«—Ajib 11*11* <Ü.w t_fj& ,_«* -iw»i) Litliogr. Batavia 1314 H. Arab. met Mal. vertaling. h. Sajjid Othman bin Abdallah al-Alawï. Irsjad al-anam (uit het Maleiseh in het Soendaasch bewerkt), Hut-a ujfjt r jU,I j>/& «-_>ur ,»i .fljJuni L*"*"J tü' t -^i* c 'J* 'JiA«j L/"''- 4->W .**£aaj ,_S") ir~iH= jó!) «;> tiM*™ tjy. A J>*«J Lithogr. Batavia 1314 H. c. Sajjid Aboe Bakr bin Salim al-Habsjï kitab Toehfat al-Achjar JU Juujl J.a!l *¥ƒ• J' .A&ftS) Jaall «*». Lithogr. zonder pi. en j. (gedrukt bij Sajjid Othman te Batavia, 1897). Zullen in de bibliotheek worden geplaatst. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. De Voorzitter, G. A. SCHERER. De Secretaris, B. HOETINK. 6 April '97, I,c— h.] 36 c. Een renvooi van denzelfden dd. 10 Maart jl., No. 7729, ten geleide van cenige bronzen voorwerpen in den grond ge vonden in de dessa Tjëndono, district Poerworëdjo, regent schap Bangil, residentie Pasoerocan. Wordt besloten deze voorwerpen tegen de getaxeerde waarde (ƒ 2, —) over te nemen. d. Eene missive van denzelfden dd. 6 Maart jl., No. 3437, ten geleide van een bamboekoker en een kist, inhoudende oudheidkundige voorwerpen, welke door den Heer J. vax Aalst herwaarts zijn opgezonden (Not. pag. 28, 1,/). De ontvangst dezer voorwerpen zal worden bericht. e. Van denzelfden dd. 9 Maart jl., No. 3481, ten geleide van een gouden ring, waarvan toezending was verzocht. (Not. pag. 3, Ij.) In handen van den Conservator der oudheidkundige afdee ling. ƒ. Van den Resident van Mcnado, dd. 13 Februari jl., No. 558, ten geleide van 5 teekeningen van den steenen zetel der Empongs, vervaardigd door den ex-majoor van Sonder A. L. Waworoentoe (Not. pag. 27, I,c). Zullen in de afdeeling Varia worden geplaatst. g. Van den Resident van Kedoe, dd. 3 Maart jl., No. 1015, ten geleide van eene door den controleur J. vax Aalst samengestelde opgave van de basreliefs van den Borobocdoer, welke geheel of gedeeltelijk zijn gespaard en niet zijn afge beeld in het werk van Dr. Leemans, (Not. 1896, pag. 80, IV, 4°). Wordt besloten deze opgave als bijlage der Notulen op te nemen, doch vooraf den vervaardiger eenige inlichtingen te vragen. &. Van den Resident van Batavia, dd. 27 Maart jl.. No. 79, [6 April '97, l,h—l. 37 houdende mededeeling dat een voorstel zal worden gedaan tot overbrenging der kast, welke thans in gebruik is op het vendukantoor alhier, naar 's Genootschaps Museum, (Not. pag. 33, 11, 3°) indien de Directie zich bereid verklaart een houten rek, waarvan de kosten / 35 zullen bedragen, in de plaats te geven. Wordt besloten voor dit aanbod te bedanken. i. Van den Directeur a. i. van het Ethnographisch Museum te Leiden, dd. Januari jl., No. 26, waarbij namens Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken een exemplaar wordt aangeboden van het boekwerk: Dr. J. D. E. Schmeltz, Ethuographische Musea in Midden Europa. Bibliotheek. j. Van het Bestuur der Archeologische Vereeniging te Jogjakarta, dd. 29 Maart, jl., No. 204, ten geleide van twee reeksen photographiën, elk groot 27 stuks, van de beelden van de Brahma- en Wisnutcmpels der tjandi Prambanan (Not. 1896, pag. 79, P7, 3 e ), onder mededeeling dat deze f 121.50 kosten, van welk bedrag genoemde Vereeniging de helft voor hare rekening neemt. Wordt besloten de som van f 60.75 aan het Bestuur der Archeologische Vereeniging over te maken, onder dankbetui ging voor de door haar verleende medewerking, en de pho tographiën in de betrekkelijke verzameling op te nemen. h. Van het buitengewoon lid, den Heer K. Céphas, dd. 6 Maart jl., ten geleide van 66 photographiën, gevende voor stellingen van het Javaausche volksleven (Not. pag. 22, VII) welke ter beschikking van de Directie worden gesteld. In handen van het directielid Mr. J. 11. Abendanox. /. Van den wd. Britsehen consul alhier, dd. 9 Maart jl., No. 87, namens het Britsch-Indisch Gouvernement, aanbie dende een exemplaar van: „A. collection of the acts passed 6 April '97, 1,1~m.] 38 by the Governor-General of India in Council in the year 1896." Bibliotheek. m. Van den Ingenieur der l e klasse bij den W. en 's lands B. O. W. B. Kersjes, dd. 15 Maart jl., waarbij in ant woord op eene door de Directie gemaakte bedenking tegen de door hem bezorgde bouwkundige teekeningen van den Mendoet-tempel (Xot. pag. 18, 11/) o. a. het volgende wordt medegedeeld : „Na de ontvangst van uw brief vond ik nog tijd den Menddoettempel te bezoeken en kan nu beslist mededeelen, dat voorstellingen, ontleend aan oude dierenfabels, niet op den voet van het hoofdgebouw, voor zoover die in de projectie op een verticaal vlak door de balustrade bedekt wordt, voorkomen. Er komen wel paneelen op voor, die minder hoog dan breed, nagenoeg op dezelfde wijze bewerkt zijn als de paneelen op den borstweringsmuur, die in de teeke ning van het Zuidwestelijk front of facado zijn aangegeveu. De in bedoelde teekening aangegeven versieringen bestaan in een figuur, (gewoonlijk van een mensch), waaromheen rankvormige arabesken zijn aangebracht. Op den voet van het hoofdgebouw wordt het middenpunt dezer versieringen ingenomen door een vogel, een hert, een stier een aap of een tijger, terwijl de rankvormige arabesken een horizontale — in tegenstelling van de verticale bij de versieringen op den borstweringsmuur—richting of houding hebben verkregen. Op de binnenzijde van de balustrade komen zeer eenvou dige versieringen voor (vierkantjes waarin een bloem is uit gebeiteld), zooals trouwens in de doorsnede volgons de lijn AB (als ik mij wel herinner) is aangegeven. De door mij geleverde teekeningen zijn dus overeenkomstig de werkelijkheid en wat door de balustrade in de teeke ning van het Zuidwestelijk front bedekt wordt, levert m. i. niets belangrijks op. f6 April '97, I,m. 39 Is het nu te doon om een misverstand, uit vroegere be schrijvingen geboren, uit den weg te ruimen, dan is het m. i. voldoende om nog een photografie van een gedeelte van den voet te nemen en een afdruk daarvan in de beschrijving op te nemen, daarbij vermeldende dat alle andere versie ringen aan don voet van het hoofdgebouw, hiermede in hoofdzaak overeenkomen. Kunnen met de door u vermelde voorstellingen, ontleend aan oude dierenfabels, ook bedoeld zijn de voorstellingen op de trapboomen'? Een dezer trapboomen komt op de teekening van de Z. W. facade voor. De andere trapboom is daarop natuurlijk onzichtbaar. Op deze laatste trapboom zijn afge beeld een schildpad, op den rug liggende; een schildpad door vogels weggedragen, apen, slangen, enz. Hiervan zou men ook nog een photografie kunnen laten nemen en in de beschrijving doen opnemen. Xu is mijn voorstel geene andere teekeniugen te laten afdrukken dan die door mij geleverd zijn, en nog 2 photo grafien te laten nemen, nl. van de gedeelten door mij hierboven aangegeven. Kan zich de Directie met deze zienswijze vereenigeu —en dit is m. i. de gemakke lijkste oplossing, — dan zal ik den E. A. waterstaatsamb tcnaar van Kedoe, den heer de Rooij, met wien ik reeds over deze aangelegenheid sprak, verzoeken daarvoor zoo spoedig mogelijk te willen zorgen. De kosten, die hoog stens f 20, — zullen bedragen, zullen, naar ik vertrouw, gaarne door het Genootschap aan den heer de Rooij worden gerestitueerd." Wordt besloten den Heer Kersjes vd., onder dankzegging voor de verstrekte opheldering, te verzoeken de beide door hem bedoelde photographiën voor rekening van het Genoot schap te laten vervaardigen en die daarna te voegen bij de vroeger door hem ingediende en op het oogenblik in zijn bezit zijnde photographiën (Not. pag. 35, 1,6) van den Mendoet-tempel. 6» April '97, I,«—lL] 40 n. Van den Heer J. L. D. v. d. Roest, zendeling leeraar te Windessi (Ned. Nieuw-Guinea) dd. 1 Februarijl., houdende aanbieding van eene verhandeling: „Het een en ander uit het leven van de bevolking van Windessi." In rondlezing. o. Van het lid den Heer Ch. E. Bodemeijer, dd. 20 Maart jl., waarbij de vraag wordt gedaan of de Directie prijs stelt op eene beschrijving van de in de controle-af deeling Krak saiin aanwezige overblijfselen uit het Hindoe-tijdperk. Zal worden medegedeeld dat de Directie gaarne van die beschrijving kennis zal nemen. p. Van het lid, den Heer Mr. L. Serrukiee, dd. gisteren, waarbij in overweging wordt gegeven dat de Directie zich zal wenden tot Z. E. den Minister van Binnenlandscbe Zaken, met het verzoek om een honderdtal exemplaren van de 8° uit gave van zijn werk: „de Wajang Poerwa", ter beschikking der Directie te stellen, ter verspreiding onder personen in Ned.-Indië van wier belangstelling mag worden verwacht dat zij daarin aanvullingen en verbeteringen zullen aan brengen. Cfm. 11. De Voorzitter deelt mede dat uit rondlezing is terug ontvangen: I°. de stukken betrekkelijk de plannen tot behoud van den Mendoct-tempel (Not. 1895, pag. 34, 57 en 96 en Not. 189G, pag. 26 en 71), welke waren gevoegd bij de missive van den Directeur van Nijverheid dd. 4 Maart jl., No. 3327, waarin o. m. het navolgende voorkomt: „Terwijl blijkens Uwc aangehaalde missive van 7 Mei 1895, No. 155, zoowel Uwe Directie als de Ingenieur der l e klasse J. Nuhout van der Veen, die reeds in 1884 bestudeerd heeft welke maatregelen tot behoud van den [6 April '97, 11. 41 Mendoct-tempel moesten worden genomen, met bovenbedoeld ontwerp ten volle zich konden vercenigen en Uwe Directie overtuigd was, dat door de uitvoering van dit ontwerp het behoud van den Mendoet-tempel in zijn tegenwoordigen staat voor geruimen tijd zou zijn verzekerd, blijkt thans dat zoowel bij den Eerstaanwezenden Waterstaatsanibtenaar iu de residentie Kedoe als bij den Ingenieur der l e klasse B. Kersjes, die de Uwer Directie bekende bouwkundige tee keningen van dien tempel heeft vervaardigd, tegen de uit voering van het ontwerp overwegende bezwaren bestaan. De Directeur der Burgerlijke Openbare Werken acht blij kens zijne missive van 10 Februari jl., No. 2177/A, het niet onmogelijk, dat de Eerstaanwezende Waterstaatsambtenaar in de residentie Kedoe gelijk heeft en de grootere dikte, die de afgescheurde bekleedingen aan de bovenzijde van den tempel hebben, bij het wederplaatsen in cementspecie aanlei ding zal geven tot eene weinig stabiele verbinding met de binnengedeelten der muren. Bovendien voert genoemde Departementschef, die vroeger blijkens zijne missive van 20 Januari 1896, No. 1070/A, voor zoover zulks hier beoordeeld kon worden, met de voorgenomen wijze van herstelling zich wel kon vereeuigen, thans aan dat deze werkwijze een palliatief was, waarbij weinig werd gedaan tegen het gevaar van instor ten van het gewelf en het voorkomen van inwatering van de muren en de bedekking. De Eerstaanwezende Waterstaatsanibtenaar in de residentie Kedoe, de opzichter der l e klasse II J. de Rooy, geeft nu in het kort de strekking terug van het in 1884 door den heer NriiouT van der Vees samengesteld ontwerp, en raamt de uitvoering daarvan, destijds begroot op f 16.620, op niet minder dan f 40.482.— Hij treedt niet in beoordeeling van de doel matigheid, doch wijst er met nadruk op, dal het gevaar voor instorting bij de uitvoering en daaruit voortvloeiende bescha diging of vernieling van het monument niet kan worden voorkomen. 6 April '97, IL] 42 De Directeur der Burgerlijke Openbare Werken is van oor deel dat bij voorzichtig werken het gevaar van instorten tot een minimum beperkt kan worden en acht thans de door den Ingenieur Xuhout van der Veen aangegeven werkwijze de eenige afdoende om de Tjandi Mendoct voor jaren te herstellen. Ook hij schat de kosten der uitvoering, welke aan een bekwaam opzichter der 1" klasse zou moeten worden opgedragen, op ruim f 40.000, doch hij stelt voorop dat van een dergelijk werk bezwaarlijk eene juiste raming is te maken. Stond het werkelijk vast, dat eene afdoende restauratie van den Mendoet-tempel mogelijk is, dan zou ik wegens de groote beteckenis, welke aan het behoud van dit monument uit den Hindoetijd moet worden gehecht, mij verplicht achten der Regeering in overweging te geven om zelfs een zóó aanzienlijk offer te brengen als daartoe blijkens het vorenstaande nu wordt noodig geacht. Waar echter aan het aanvankelijk door verschillende des kundigen goedgekeurde en door de Eegeering geautoriseerde ontwerp thans nagenoeg alle waarde wordt ontzegd, moet ik tot mijn leedwezen verklaren in de restauratie op de nu aan bevolen wijze geen vertrouwen te hebben, te minder omdat daaromtrent reeds belangrijk verschil van gevoelen bestaat. De Ingenieur Kersjes, die door de vervaardiging der hooger bedoelde bouwkundige teekeningen mag geacht worden met den tegenwoordigen toestand van de ruïne vertrouwd te zijn, betoogt dat de restauratie volgens het ontwerp van den heer Nuhoüt van der Veen gevaarlijk en niet afdoende zou zijn. In deze omstandigheden verdient naar mijne meening erns tige overweging het door den heer Kersjes in zijne nota van 29 December 1896 uitgewerkt denkbeeld, om met opoffering van een deel der overblijfselen van de Tjandi Mendoet, het merk waardigste van die ruïne voor vernieling te vrijwaren. Alvorens de zaak bij de llegeering voor te brengen, meen [6 April '97, 11. 43 ik Uwc Directie in de gelegenheid te moeten stellen, van Uw gevoelen te doen blijken." Nadat de Heer Nunc-UT van dee Veen zijne zienswijze heeft te kennen gegeven en toegelicht, wordt, na beraad slaging, besloten deze zaak in advies te houden tot de eerst volgende vergadering en den uitslag af te wachten van het mondelinge overleg met de Directeuren van O. E. en N. en van de B. O. W., waartoe de Voorzitter zich bereid verklaart. Voorts wordt besloten om de aandacht van den Directeur van O. E. en N. te vestigen op de wenschelijkheid der vervaar diging eener nauwkeurige beschrijving van den Mendoet tempel uit een oudheidkundig en artistiek oogpunt, en zijne medewerking in te roepen ten einde de Regeering te bewegen den Heer C. den Hamer, Adjunct Inspecteur van het I. O. in de 2e atdeeling, die voor zulk een arbeid geschikt en waar schijnlijk daartoe genegen is, uit te noodigen en in staat te stellen zich daarmede te belasten. 2». het schrijven van den Heer J. van Aalst dd. 20 Febr. '97 (Not. pag. 28, l,f) waarbij: a. in voldoening aan het verzoek der Directie, een afdruk in papier wordt toegezonden van het opschrift voorkomende op eene door hem gevonden zuil (Not. 1896, pag. 89 en 112, e, 3°); b. namens Raden Poespadiredjo ten geschenke wordt aangeboden een kropak waarschijnlijk afkomstig van Geda kan, district Balak, op den berg Merbaboe. Zullen in de betrekkelijke verzameling worden geplaatst. c. eenige koperen voorwerpen, deels ter bezichtiging en deels ter overneming, worden aangeboden. Die voorwerpen, welke verkrijgbaar zijn gesteld zullen, daar zij Of geene oudheidkundige waarde hebben, of omdat op het bezit er van geen prijs wordt gesteld, worden teruggezon den, terwijl pogingen zullen worden in het werk gesteld om in het bezit te geraken van de ter bezichtiging afgestane bronzen beeldjes. 6 April '97, n— III.] 44 (I. het verzoek wordt gedaan om restitutie van de door hem, boven de door de Directie toegestane som van /100, — ten behoeve van ontgravingen gedane voorschotten ad f 50, — Cfm. e. in overweging wordt gegeven om opnieuw eene som van f 100, — beschikbaar te stellen voor verdere ontgraving van de fundamenten van de tjandi's te Ngawen (residentie Kedoe) en ter beëindiging van het onderzoek van verdere vindplaatsen in de coutróle-afdeeling Moentilan. Wordt besloten voor het omschreven doel geene fondsen meer beschikbaar te stellen, omdat tot nog toe de uitkomsten niet aan de verwachting hebben beantwoord en er geen grond bestaat om aan te nemen dat verdere onderzoekingen met beteren uitslag zullen worden bekroond. 111. De Heer van der Chijs bericht de ontvangst der navolgende geschenken: I°. van het lid J. M. H. van Oosterzee: Britsch-Indie. Ropij, geslagen te Haiderabad, 1312.—z. 2°. van Dr. Erik Nyman: Zweden, 25 öre, 1876.— z. 5 „ 1878.- -k. 2 „ 1894.— k. Noorwegen, 10 öre, 1875.— bill. Denemarken, 25 öre, 1874.— z. 10 „ 1882, 86, 04.—bill. 5 „ 1875.—k. 2 „ 1883, 91.—k. 1 „ 1893.—k. Duitsche rijk, 2 Pfennig, 1875 (C). — k. Pfennig, 1887, 94, 9G —k. 30. van den heer L. Th. Maijer, Translateur der Malei sche taal, recepis van f 100.— en van f 5.— een twintigtal, moderne, koperen munten, hoofdzakelijk Nederlandsch-Indische. [6 April '97, ni— V. 45 4°. van de firma Reiss & Co., alhier: een wapen (vermoedelijk gevelsteen) met het opschrift. Trajectnm. Zullen in de betrekkelijke verzamelingen worden opge nomen. 2°. legt ter tafel het pas gereed gekomen Daghregister over de jaren 1668—69. De Voorzitter wenscht den Heer van der Chijs met de voltooiing hiervan geluk. IV. De Heer Louw: 1". bericht, welke hoeken, vermeld op eenelijst van dou bletten in de bibliotheek van den Raad van Nederlandsen- Indië (Not. pag. 21, V) niet in 's Genootschaps bibliotheek worden aangetroffen. Wordt besloten het verzoek te doen bedoelde boekwerken ten behoeve van 's Genootschaps bibliotheek te willen afstaan. 2 0 . vraagt machtiging om eenige van 's Genootschaps edita (Tijdschrift en Verhandelingen) ter aanvulling af te staan aan de bibliotheek van het Gymnasium Willem 111 alhier. De gevraagde machtiging wordt verleend. V. De Heer Snouck Hurgronje: I°. biedt, namens het directielid Dr. Brandes, voor het Tijdschrift aan eene verhandeling, getiteld: „Tjandi Tegawangi als dharma genaamd Koesoemapoera, district Papar, afdeeling Kcdiri", door het lid C. den Hamer, die tevens zes photographiën van den tjandi Soerawana, 3 paal meer oostwaarts gelegen, ter bezichtiging heeft ge zonden, waarvan met belangstelling wordt kennisgenomen. Overeenkomstig het prae-advies van Dr. Brandes, wordt besloten de verhandeling van den Heer den Hamer in het 6 April '97, V—Vl.] 46 Tijdschrift te plaatsen met reproductie der 11 daarbij be hoorende photographieën. 2°. geeft, namens hetzelfde directielid, in overweging om te trachten een afdruk in papier te krijgen van een opschrift dat, volgens een door den lieer den Hamer ver vaardigde photographie, aan een der reliëfs van Tjandi Soerawana (zie Verbeek, Oudheden van Java, bl. 281, No. 580) voorkomt, namelijk onder het smalle tableau aan den noord kant van den eersten voorsprong. Wordt besloten zich ter zake te wenden tot den Resident van Kediri. 3°. biedt, namens het buitengewoon lid Sajjid Oethman, ten geschenke aan: Hadji Moehamad Ali van Baroegboeg (Fandeglang),. Qit'ah, bewerkt in Bantënsch Javaansch naar de Arabische werken Sjarh Sittin en ar-Rijfulh al.-badl'ah. &\xi o Jból yjUtf <cic _U- -Xjjlj) )yf L*« { Jxh ï Jö! Jy«J fy}s <J*+ Lithogr z. p. of j. (Batavia 1897) Bibliotheek. 4° brengt ter tafel twee klapperraspen (Kot. 1896, pag 113, j), de groote afkomstig uit Bantën en de kleine uit de Preanger Regentschappen, onder mededeeling dat deze raspen allengs in onbruik raken, wegens de toenemende goedkoopte van paroed's. Zullen aan den Heer Dr. A. B. Meijer te Dresden worden toegezonden. VI. De Heer Abejjdanon biedt, namens het correspon deerend lid den Heer A. Marre, ten geschenke aan: [6 April '97, VI—VII. 47 I°. Le Sadjarah Malaijou, traduit da Malais en Francais par Aristide Marre. Tomé l er 1896. 2°. Les Galibis, par M. Antoine Biet, Curé de Senlis, revu et publié par Aristide Marre. Paris, 1896. Bibliotheek. VII. Op verzoek worden van de ledenlijst afgevoerd, de Heeren E. C. Baron Sweerts de Landas Wijborgh, en Jhr. J. Gr. O. S. VON SCHMIDT AUF Al/TENSTADT. Wordt weder op de ledenlijst gebracht de Heer P. J. F. van Heutsz, Assistent-Resident te Karang Anjar. Niets meer te verhandelen zijnde, zegt de Voorzitter dank aan den Heer Nühout van der Veen voor zijne bereidwillig heid om de Directie wederom van advies te dienen en sluit daarna de vergadering. De Voorzitter, G. A. SCHERER. De Secretaris, B. HOETINK. [11 Mei '97, I,a—e. 49 einde de vereischte commissiereizen naar den Mendoet tempel te doen ondernemen. (Not. 40, 11, 1°). Informatie. b. Een renvooi van den Directeur van O. E. en N., dd. 30 April jl., No. 12520, waarbij ter kennisneming wordt toege zonden een extract uit de beschikking van den Directeur der B. O. W. van 24 April t. v., No. 6G85/D, houdende opdracht aan den Ingenieur J. Nijhout van der Veen vd. om de noodige commissiereizen te ondernemen naar den Mendoet tempel, in opvolging van het hierboven aangehaalde Gou vernements Besluit. Informatie. c. Een renvooi van den Gouvcrnements Secretaris van 22 April jl., No. 8249, waarbij ter kennisneming wordt toe gezonden ecne missive van den Gouverneur van Atjeh en Onderliooriglieden dd. 7 April t. v., No. 470/14, houdende o. a. ilc incdedeeling dat bet plaatselijk bestuur is aange schreven om buitgemaakte wapens, goudwerken en dergelijke voorwerpen aan hem, Gouverneur, te doen toekomen, ter opzending aan 's Genootschaps Museum. (Not. pag. 32, 11, 2°) U. s. d. Van den Directeur van O. E. en N., dd. 15 April jl., No. 11002, ten geleide van 15 blaadjes goud en eene teeke ning van een steen (urn?), bij het omwerken van eene sawah gevonden bij de desa Rokam, district Doro, regent schap Pekalongan. Wordt besloten de blaadjes goud, welke geene oudheid kundige waarde bezitten, daar zij geheel plat zijn geslagen, terug te zenden en nadere inlichtingen te vragen omtrent den gevonden steen. e. Van denzelfden, dd. 4 dezer, No. 12873, ten geleide van 11 Mei '97, l,e—j] 50 een klein steenen potje en een paar gouden voorwerpen, in den grond gevonden in de desa Sembiran, residentie Kedoe. Wordt besloten deze voorwerpen over te nemen tegen de getaxeerde waarde van f 1, — en den daartoe beboorenden ring ter beschikking van den vinder te stellen. f. Van den Resident van Kedoe, dd. 4 dezer, No. 1949/10, ten geleide van een schrijven van bet lid J. van Aalst, con troleur van Probolinggo, dd. 30 April t. v., houdende mede deeling dat de door hem gebezigde nummers der basreliefs van den Boroboedoer (Not. 1896, pag. 80, IV, 4° en Not. pag. 36, I, g) dezelfde zijn als die voorkomen op den platten grond, gevoegd bij het plaatwerk van Dr. Leemans. Informatie. g. Van den Resident van Kediri, dd. 7 dezer, No. 4296/11, ten geleide van den door de Directie gewenschten afdruk in papier van eenc inscriptie, voorkomende op de Tjandi Soerawana (Not. pag 46 V, 2°). Zal in de verzameling handschriften worden opgenomen. h. Van den Ass.-Resident van Banda, dd 2 April jl., No. 355, ten geleide van vijf woordenlijsten van even zoovele dialecten, welke in genoemde afdeeling voorkomen. Zullen voorloopig in de verzameling handschriften worden bewaard. i. Van den Heer J. C. van Eeede te Singaradja, dd. 6 April jl., waarbij de medewerking der Directie wordt ingeroepen ten behoeve van de voorgenomen oprichting eener bibliotheek aldaar, waarin zooveel mogelijk zullen worden opgenomen de boekwerken, brochures en tijdschriftartikelen, welke handelen over of betrekking hebben op de residentie Bali en Lombok. In handen van den Bibliothecaris om prae-advies. ;'. Van het correspondeerend lid C. Poensen, dd. 13 [11 Mei '97, ty— ll. 51 Notulen 1897. 4 Maart jl., ten geleide van zijn portret voor 's Genootschaps album en van een exemplaar van zijne „Grammatica der Javaanscbe taal." Zullen in de betrekkelijke verzamelingen worden geplaatst. k. Van den Heer H. P. de Fluiter, tijd. leeraar aan de H. B. S. te Soerabaja, dd. 27 April jl., waarbij de aandacht der Directie wordt gevestigd op bet voorkomen van een steen van eigenaardigen vorm te Trawas, achter den pasanggrahan, waaraan vermoedelijk oudheidkundige waarde moet worden toegekend. Wordt besloten inlichtingen te vragen aan den Resident van Soerabaja. /. Van den Heer F. Twiss te Moeara Doea, dd 27 April jl, waarbij onder de aandacht der Directie wordt gebracht dat in de archieven verschillende rapporten berusten omtrent de onafhankelijke streken in Midden-Sumatra, de afdeclingen der residentie Benkoelen, enz. Wordt besloten tot de Regeering het verzoek te richten om inzage van bedoelde rapporten, met machtiging die c. q. in het Tijdschrift of in de Verhandelingen op te nemen. 11. De Voorzitter: I°. doet voorlezing van een schrijven van den Heer Dr. J. H. F. Kohlbrugge, waaruit blijkt dat door hem geen gevolg kan worden gegeven aan het verzoek der Directie om een martevaan met Chineesche munten, gelijk door hem is aangetroffen aan de zuidzijde van het Janggebergte, op te zenden (Not. pag. 30, 1, 1). Wordt besloten hetzelfde verzoek te doen aan het lid J. P. E. Versteeg. 2°. biedt, namens het lid P. J. Kooreman, ten geschenke aan het navolgende papiergeld: the Chartered Mercantile Bankof India, London and China: 11 Mei '97, lI—IV.] 52 Singapore, 5 dollars. Brown and Co., Medan. 5, 2'A dollars en 1 dollar. Kumismatisch kabinet. 3°. deelt mede dat met goedvinden van den schrijver Dr. C. Snouck Hurgronje, door hem, onder nadere goed keuring der Directie, vergunning is verleend om de verhan deling „lets over verjaring in het Moehammedaansche Recht", voorkomende in ah 1 . 5 van Deel XXXIX van het Tijdschrift over te nemen in het tijdschrift: „Het Recht in Ned. Indië". Goedgekeurd. 4<>. bericht dat uit rondlezing terug is het opstel van den Heer J. L. D. vak der Roest : „Het één en ander uit het leven van de bevolking van Windessi". In handen der Redactie, ter opneming in het Tijdschrift. 111. De Heer Louw: 1° brengt ter tafel een exemplaar van de juist gereed gekomen „Inhoudsopgave tevens Prijslijst van de werken van het Rat. Gen. van K. W." (Not. 189G, pag. 80, V, 1°). Wordt besloten aan de leden kennis te geven dat, op aan vrage, een exemplaar kosteloos zal worden toegezonden. 2° stelt voor om den prijs van het 3 e stuk van deel L der Verhandelingen te bepalen op ƒ 1.50. Cfm. IV. De Heer Snouck Hurgronje: 1° bericht de ontvangst der Bataksche handschriften (drie in getal) benevens een almanak, welke door het lid O. L. Helprich ten geschenke zijn aangeboden. (Not. pag. 11, V, 1°). De handschriften zullen in de betrekkelijke verzameling worden opgenomen, terwijl de almanak zal worden geplaatst in de ethnologische afdeeling. [11 Mei '97, IV—VII. 53 2° biedt, namens bet buitengewoon lid Sajjid Oethnian ten geschenke aan, bet boekwerk: Sajjid Oethnian bin Abdallab Boennat al- djalls waqahwat al- anls. Litbogr. Batavia 1314 H. Bibliotheek. V. De Heer Bosboom biedt, namens den Heer V. L. de Lannoy, Assistent-Resident van Loeboe Sikapeng (residentie I'adangsche Bovenlanden), ten gesebenke aan: een model van een praboe pentjalang en van een trek- of sleepnet; een en ander in gebruik bij visschers, langs de geheele Westkust van Sumatra. Zullen in de etlmographiscbe afdeeling worden geplaatst. VI. De Heer Abendanon: 1° deelt mede dat bij beriebt beeft ontvangen van den Bibliotbecaris der Universiteit te Upsala, waarin deze zijne voldoening uitspreekt over bet besluit der Directie tot ruiling van edita (Not. 1896, pag. 82, VII, 1°). Informatie. 2° bericht dat een deskundige alhier zicb bereid heeft ver klaard om de clichê's ten behoeve van de reproductie der typen photograpbieën (Not. pag. 37, 1, k) te leveren af L3 per stuk. Wordt besloten de voorgenomen reproductie over te laten aan bet initiatief van eene particuliere firma, welke, des gewenscht, over de in 's Genootscbaps bezit zijnde photo grapbieën tot dat doel zal kunnen beschikken. VII. De Secretaris : 1° biedt, namens het lid L. SC. Vonck, ten gesebenke aan: A. een bewerkte Immboekoker, door de Seribas-Dajaks (Scravvak) gebruikt tot bewaring van passen en derge lijke documenten. B, twee pakejan's, bestaande uit: a. een baadje van kralen; 11 Mei, '97, VII]. 54 I). een zwarte sarong met geborduurden rand; c. een witte ceintuur met dergelijken rand. N.B. De tweede ceintuur is op bet oogcnblik niet beschik baar, doch kan, desgewenscht, worden toegezonden. il. een scbild. Naar aan den schenker werd medegedeeld, worden deze pakejan's bij feestelijke gelegenheden gedragen door de Dajak's in Sambas. Etbnographiscbe afdeeling. 2° geeft in overweging om den ring, welke in zijne banden is gesteld (Not. pag. 3, I, j en pag. 36, 1, e) over te nemen voor de getaxeerde waarde ad fB, en te plaatsen iu de oudheidkundige afdeeling. Cfm. 3° bericht dat de firma 6. Kolff &Co alhier, aanneemt om de cliché's voor de reproductie der photographiën van den Tjandi Tegawangi (Not. pag. 45, V, 1°) op een formaat van 11 X 13 cM., te leveren a f 25 per stuk. Wordt besloten de medewerking in te roepen van 's Genoot schaps eerelid Dr. R. D. M. Verbeek, ter verkrijging van eene opgave van de kosten eener reproductie in Europa, in 750 exemplaren, van bedoelde photographicen in haar tegen woordig formaat, doch zonder randversiering. 4°. stelt voor te besluiten: a. dat alleen door de Directie wijzigingen zullen worden gebracht in de bestaande ledenlijst. Cfm. I>. dat de photographiëu welke op oudheden betrekking hebben, zullen worden overgebracht naar de oudheidkundige afdeeling. Cfm. s°. vestigt er de aandacht op dat: o. door den Resident van Menado niet is voldaan aan het [11 Mei '97, VII—VIII. 55 verzoek om toezending van in de Minahasa gedragen oorringen (tembëga) dan wel van kopijen of afbeeldingen daarvan (Not. 1896, pag. 15, 4°. a.), nocb de toegezegde medailles (idem, pag. 76, c.) zijn gezonden; b. door het lid P. de Koo de la Faille nog geen gevolg is gegeven aan zijne belofte om de legenda van de schetskaart van Narmada te verbeteren en eene besebrij ving van dat lustverblijf te bezorgen (idem, pag. 73, A); c. dat de inlichtingen welke aan de Regeering zijn gevraagd omtrent een standaard-el, welke bij het Genootschap in bewa ring zou zijn (idem pag. 105, IV, 2"), nog niet zijn verstrekt; d. dat van den Heer Haye geen antwoord is ingekomen op het verzoek der Directie, om photographiën en eene be schrijving te ontvangen van eenige der in de afdecling Djëmbër aangetroffen dolmen's (idem, pag. 107, VII, 2°). Wordt besloten te verzoeken de afdoening te willen bespoedigen. VIII. Wordt benoemd tot gewoon lid, de Heer P. J. van Ravesteyn, onderwijzer der 2« klasse te Batavia. Op de ledenlijst worden weder gebracht de Heeren W. van der Lee, Inspecteur van het Lager Onderwijs te Batavia, Mr. J. R. Voute, particulier, idem; en D. A. Hooyer, chef der firma G. Kolff & Co., idem. Op verzoek worden van de ledenlijst afgevoerd, de Heeren Mr. 11. A. van de Poel, G. Fischer en H. A. de Groot, terwijl de Heer Mr. M. M. RoSMAN, die een adres in Neder land heeft achtergelaten, zal worden gewezen op het sint van art. 7 van 's Genootschaps reglement). Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. De Voorzitter, G. A. SCHERER. I)v Secretaris, B. HOETINK. [1 Juni '97, l,c—h. 57 ad / 22.50, over te nemen ten behoeve der oudheidkundige verzameling. d. Van denzelfden, dd. 31 Mei j. L, No. 15269, ten geleide van een gouden ring, in den grond gevonden in de kampong Pondok Aren, district Kebajoran, afdeeling Meester- Cornelis, residentie Batavia, en geschat op eeue waarde van ƒ3O. U. s. e Van den Resident van Bantam, dd. 20 Aprilj. 1, No. 2439/32, ten geleide van eenc afteekeniug der inscriptie, voorkomende op een grafsteen te Serang (Not. 28, I, (/). De Secretaris bericht dat uit de inscriptie blijkt dat het graf dateert van 1 November 1780 en daarin eene Chinecsche vrouw rust. ƒ. Van den otfg. Superintendent van het Indian Museum, dd. 1 Mei j. 1, No. 45/d, waarbij wordt gevraagd een af druk te mogen ontvangen van de Britsch-Indische medaille, welke zou kunnen worden afgestaan in ruil voor die welke betrekking heeft op den slag bij Meester-Cornelis (Not. pag. 9, 111 20.) De Heer van der Chijs bericht dat geene Britsch-Indische maar wel Xederlandseh-Indische medailles of munten beschik baar zijn, waarvan eene lijst door hem zal worden overgelegd. g. Van den Consnl Generaal van Duitschland, dd. 29 Mei j. 1., No. 889, waarbij wordt medegedeeld dat hij zich alleen met de verzending van de voor Dr. A. I>. Meijer bestemde kist kan belasten, indien genoemde geleerde in Saksischen staatsdienst is. Zal worden bericht dat dit laatste inderdaad het geval is. li. Van 's Genootschaps correspondeerend lid Eaja Togore te Calcutta, dd. 4 Mei j. 1., ten geleide van een exemplaar van een zijner jongste werken: 1 Juni '97, l,h— m]. 58 „The Universal History of Music". Bibliotheek. i. Van den Heer C. de Wolff van Westerrode, Assistent- Resident van Poerwokcrto (residentie Banjoemas), dd. 27 Mei j. 1., waarbij, namens den Regent van Banjoemas, Raden Adipati Merto di Redjo, ter kennisneming en publiceering wordt aangeboden een aan genoemden inlandschen hoofd ambtenaar toebehoorend Javaansch handschrift, behelzende een geschiedverhaal, Babad Pasir genaamd Zal worden medegedeeld dat de Directie op de toezen ding veel prijs stelt. j. Van het lid, den lieer J. Ksebel, dd. 3 April j 1., waarbij ter publiceering wordt aangeboden cene verhande ling: „Tiet onbezielde in de babad tanah djawi, genoemd met het demonstratief der vereering. Eene nalezing." In rondlezing. k, Van den Heer Dr. J. H. F. Kohlbrugge, dd. 27 Mei j. 1., waarbij ter publiceering wordt aangeboden de verban deling: „De Lingga-tempel en andere oudheden op het Jang-gebergte". U. s. /. Van het lid, den Heer H. E. D. Engelhard, dd. 19 Mei j. 1., ten geleide van een lijstje van drukfouten, aange troffen in zijne verhandeling: „Aanteekeningcn betreffende de Kindjin Dajaks in het landschap Baloengan" (Tijdschrift, deel XXXIX, pag. 458). In handen der Redactie. m. Van het lid, den Heer G J. Oudemans, dd. 6 Mei j. 1,, ten geschenke aanbiedende een exemplaar van zijn werk: „Javaansche wetten en andere bepaliDgen, geldig in Jogjakarta". Bibliotheek. [1 Jnni '97, I,«— II. 59 m. Van het lid, den Heer Ch. E. Bodemeyer, dd. 17 Mei j. 1., ten geleide van zijne verhandeling: „Een en ander over de oudheden in de contröle-afdeeling Gending, afdeeling Kraksaiin, residentie Probolinggo (Not. pag. 40, 1, o). In rondlezing. 11. De Voorzitter opent de beraadslaging over de vermin dering der contributie (Not. pag. 10, 111, 3°, a). Bij de hierover plaatsvindende gedachtenwisseling, legt de Heer Snouck Hurgronje de volgende nota ter tafel: „Verlaging der contributie zal ni. i. op den duur niet leiden tot ecnigszins belangrijke vermeerdering van het ledental van ons Genootschap, dus ook niet tot die finan tiele verbetering, die zou moeten strekken om het Genoot schap beter aan zijn doel te doen beantwoorden. De groote meerderheid der leden beschouwt het lidmaat schap als een zuiver offer aan de wetenschap, niet als de betaling van eenen prijs, waarvoor men iets begeerlijks van gelijke waarde terugontvangt. Degenen, die thans door hunne positie zich verplicht achten zulk een offer aan ons wetenschappelijk lichaam te brengen, zullen ons ook zonder contributieverlaging getrouw blijven, maar de sympathie, die ons Genootschap door zijnen arbeid in ruime kringen wekt, is naar mijne ervaring gering, veel te gering om de hoop te wettigen, dat verlaging der bijdrage ons op den duur eenen toevloed van nieuwe leden zal verschaffen, waardoor de bloei van het Genootschap verhoogd wordt. Zullen wij ooit, zonder onverwachte gunstige gebeurtenis sen, in hoogere mate dan thans op den steun van de regee ring en van het publiek mogen rekenen, dan moet eerst eene hoogere mate van sympathie voor ons werk den weg daartoe banen. Maar zelfs afgezien hiervan, zijn er andere middelen, waardoor wij den bloei van het Genootschap kun nen verhoogen, zonder bedenkelijke proefnemingen op finan tieel gebied. 1 Juni '97, ll]. 60 Het terrein, waarop zich de wetenschappelijke uitgaven van ons Genootschap bij voorkeur bewegen, is in onzen tijd veel meer dan vroeger een internationaal gebied geworden. De vergelijkende taalkunde heeft groot belang bij de kennis van de talen van dezen Archipel; de vergelijkende ethnologie vindt hier een terrein, dat door een man als Bastian met recht éénig wordt genoemd, omdat in ons Indonesië als het ware elk stadium van ontwikkeling der menschenwereld in een of anderen vorm vertegenwoordigd is. Zelfs de kleinste bijdragen, de eenvoudigste mededeelingen van eigen waar neming op dit gebied in dezen Archipel gemaakt, hebben haar belang voor de wetenschap, die thans bij uitnemendheid de aandacht trekt door bare verrassende resultaten en haar jeugdigen ijver. Zelfs onze geschiedenis in Oost-ludië is meer dan vroeger hare plaats in de wereldgeschiedenis gaan innemen, sinds koloniale vraagstukken de aandacht van zoo vele Europeesche geleerden bezig houden Al deze om standigheden hebben de taak van ons Genootschap veel belangrijker gemaakt dan zij voorheen kon wezen. Maar om die taak te vervullen moeten krachtiger middelen aan gegrepen worden dan die, waarmede men vroeger kon volstaan. In dit opzicht nu schieten wij zeer te kort. Weinig doen wij om den ijver van hen, die wetenschappelijke bijdragen kunnen leveren, te prikkelen, niets <>m hunne producten onder de oogen te brengen van allen, die daar belang bij hebben. Onder deze laatsten immers maken zij, die Ilollandsch verstaan, eene zeer kleine minderheid uit. Evenzeer als hoogst belangrijke studiën op ethnographisch of taalkundig gebied, die in het Russisch of Hongaarsch verschijnen, voor de meeste vakgenooten als niet bestaande gelden, is dit ook met in onze taal gepubliceerde bijdragen het geval. Nu mogen sommige Kussen meenen, dat met het oog op den omvang en de politieke beteekenis van hun land, ook hunne [1 Juni '97, 11. 61 taal tot de algemeen beoefende moet gaan behoorcn, en mogen verder sommige Hongaren, onder den invloed van den treurigen strijd der nationaliteiten van de Oostenrijksch- Hougaarsche monarchie, weigeren zich van eene vreemde taal te bedienen — voor ons zou eene illusie als die van zulke Russen te belachelijk, een chauvinisme als dat van zulke Hongaren te kleingeestig zijn, te meer daar wij door dat verbergen van ons licht onder de korenmaat ons zelven minstens evenveel nadeel doen als anderen. De wetenschap is internationaal; de vakken, die wij bij voorkeur beoefenen, zijn het in de hoogste mate. Nu schat ik de waarde niet gering van een eigen, degelijk nationaal karakter, dat ook de studiën van onze geleerden moge blijven kenmerken, maar dwaasheid ware het, dit te willen zoeken in het gebruik van een verkeersmiddel, dat nagenoeg ner gens gangbaar is. Het is eene levensvoorwaarde voor ons Genootschap, dat het de wetenschappelijke bijdragen, die het in zijn Tijdschrift, zijne Verhandelingen, zijne Notulen en zijne afzonderlijke werken uitgeeft, voor de groote meer derheid der belangstellenden toegankelijk make door het gebruik van eene der drie zoogenaamde „moderne talen". De wetenschappelijke roem onzer vaderen werd gevestigd door werken, die in de destijds algemeen gebruikelijke Latijnsche taal werden uitgegeven. Dit doode instrument werd steeds meer onbruikbaar, hoe meer de wetenschap in het volle leven ging grijpen, maar de behoefte aan een internationaal middel van communicatie nam daarbij eerder toe dan af. Verschijnen de studiën, die wij uitgeven, in het Fransch, Engelsch of Duitsch, dan zal de geheele wetenschappelijke wereld, die thans onze werken in hare bibliotheken volledig heidshalve bijzet, dankbaar van het door ons geleverde kennis nemen; onze betrekkingen met den vreemde zullen zich niet tot de ruiling van boeken bepalen, maar de weg wordt gebaand tot vruchtbare wisseling van gedachten, wrijving 1 Juni '97, IL] 62 en prikkeling. Onze naam zal niet meer berusten op den eer bied, dien men aan den ouderdom verschuldigd is, ook waar die een duttend en dommelend bestaan voortsleept, maar op hetgeen wij, in overeenstemming met de behoeften van den tijd aan bruikbare bouwstoffen leveren. Een heilzame prikkel wordt daardoor tevens geoefend op hen, die iets presteeren kunnen, want zij zullen weten, dat hetgeen zij schrijven, niet slechts door de weinig talrijke beoefenaren hunner wetenschap onder hunne landgenooten, maar door vele buitenlandsche deskundigen gelezen, gebruikt en ge toetst zal worden. Dit zal menigeen tot schrijven dringen, die thans de pen laat liggen, en anderen aansporen om de meeste zorg aan hunne bijdragen te besteden. Maar op het reusachtige, nog nauwelijks ontgonnen wetenschappelijk ter rein, dat onze Archipel aanbiedt, behoeven ook leeken zich niet angstvallig aan medewerking te onttrekken; er is voor ieder gelegenheid te over om zonder bovenmatige inspan ning bouwsteenen aan te dragen, die in ruimen kring waar deering zullen vinden. Om de aangevoerde redenen komt het mij van overwegend en urgent belang voor, dat wij zooveel eenigszins mogelijk, onze publicaties in eene der drie genoemde talen het licht doen zien. Willen sommige inzenders zelf al dadelijk hunne bijdragen in cosmopolitisch gewaad aanbieden, des te beter; maar wij dienen maatregelen te nemen om de opstellen of werken van de meerderheid, die zich alleen in hare eigen taal gemakkelijk uitdrukt, voor den lezerskring, waarop wij rekenen moeten, leesbaar te maken. Het kan geheel van omstandigheden afhangen, welke der drie „moderne talen" daartoe telkens gekozen zal worden. Een tinanticel offer zal daartoe vereischt zijn: een jaar lijks terugkeerende, misschien niet onbelangrijke post voor vertaalloon zal op de begrooting onzer uitgaven gebracht moeten worden. Wie op de ware belangen van het Ge nootschap let, zal dat offer zonder weerzin brengen, en over [1 Juni '97, 11. 63 wegende materieele bezwaren zullen daartegen niet bestaan. Het voorstel toch tot vermindering der contributie was gegrond op den betrekkelijk gunstigen finantieelen toestand van het Genootschap, die zulk eene proefneming zou ver oorloven, in de hoop dat op den duur de inkomsten daar door niet zouden verminderen, eerder toenemen. Besteden wij, in plaats daarvan, een belangrijk deel van het thans beschikbare saldo aan vertaalloon, dan acht ik de hoop niet geheel ijdel, dat zelfs in zuiver materieelen zin dat geld niet weggeworpen zal zijn. Een genootschap toch, dat zoo veel belangrijks aan de wetenschappelijke wereld kan le veren als het onze, zal, wanneer het dat ook doet in al gemeen bruikbaren vorm, wanneer het toont op de hoogte van zijnen tijd te willen blijven en de wetenschap meer actief te dienen, in hooge mate de sympathie van de re geering en het publiek verwerven, die zich ook zal uiten in grootere bereid vaardigheid, waar wij een beroep moeten doen op finantieelen steun. Hoeveel steun van dien aard geniet niet de Maatschappij tot bevordering van het natuur kundig onderzoek onzer koloniën, die ook streeft naar de vermeerdering onzer nationale productie voor de interna tionale markt der wetenschap. Hoeveel medewerking geniet niet van alle zijden onze Plantentuin, die eveneens in zulke richting werkt. Zeker is deze laatste gunstige verwachting evenmin in cijfers uit te drukken als de gevolgen, die men van eene vermindering der contributie verwacht en die naar mijne overtuiging op teleurstelling zouden uitloopen. Maar ik stel dan ook directe of indirecte finantieele gevolgen niet op den voorgrond; ons Genootschap met de beschikbare middelen beter te doen beantwoorden aan zijn karakter en meer dan thans het geval is tot een werkzaam, vruchtbaar leven te brengen, is het doel van mijn voorstel, voor welks meer gede tailleerde uitwerking, na gebleken instemming van de directie, natuurlijk inwinning van nadere informaties noodig zal wezen." 1 Juni '97, ll— in.] 64 Naar aanleiding van deze nota wordt besloten het vraag stuk van de vermindering der contributie, te zamen met het voorstel van Dr. Snotjck Hurgronje, in eene volgende vergadering opnieuw in behandeling te nemen. 111. De Heer van der Chijs: I°. bericht de ontvangst der navolgende cadeaus: A. van den heer J. P. Moquette: a. China. Twee mesvormige munten (valsch). /*. il banco di Napoli, 50 eentesimi, 1872. c. Honncur ;'i I'inventeur dn crayon Mengin. Paris, z.j. k. </. jeton van I. Farlysman, ironmonger, London, z. j.— k. B. van liet lid J. M. H. van Oosterzee: a. medaille ter cere van den Italiaanschen jurist, Gian Vincenzo Gravina, overl. 1718.— jjzer. b. photographie van het gebouw der Winkel-Maatsckappij „Eigen Hul])" te Batavia. C. van het lid G. .1. Oudemans : Vier Indische zegels uit het begin dezer eeuw. Zullen in de betrekkelijke verzamelingen worden geplaatst. 2°. stelt voor om het lid, den Heer J. Faes, uit te noo digen afdrukken in papier te willen bezorgen van in de buurt bij Bantar Moentjar (Tjibadak) aangetroffen inscripties, voorkomende op steeuen (één grof, één fijn gebeiteld) welke niet zijn vermeld in het bekende werk van Dr. Verbeek. Cfm. 3°. deelt mede dat de kosten van verpakking enz. van de door Dr. A. Meijer gevraagde klapperschaven (Not. pag. 4G. V, 4°) f 4.65 hebben bedragen. Hiervan zal Dr. A. B. Meijer kennis worden gegeven. [1 Juni '07, IV—VIII. 65 IV. De Heer van den Berg deelt mede dat hij wenscht af te treden als lid der Directie. De Voorzitter betuigt, namens de vergadering, zijn leed wezen over dit besluit, waarvan de redenen door de Directie worden geëerbiedigd, en zegt den Heer van den Berg dank voor de diensten welke bij aan bet Genootscbap beeft bewezen. V. De Heer la Chapelt-e biedt ten gesebenke aan een bonk, halve stuiver, 180? Zal in bet numismatisebe kabinet worden geplaatst. VI. De Heer Lotrw brengt, ingevolge eene hem in de vorige vergadering verleende opdracht (Not. pag. 50, 1. i), ver slag uit over het verzoek om eenige deelen van 's Genoot schaps edita af te staan ten behoeve van eene te Boleleng op te richten gewestelijke bibliotheek. Wordt besloten aan het verzoek te voldoen. VII. De Heer Snouck Hurgronje: 1". biedt, namens het buitengewoon lid Sajjid Oethman, ten geschenke aan, een exemplaar van bet boek werk: „Sajjid Oetman bin Aldallah, Taftlh al 'oejoen 'ala fasad az-zoenoen basana basa Malajoe di pindabkeun kana basa Soenda koe Raden Hadji Adjhari, Bandoeng." Bibliotheek. 2°. biedt, namens het lid den Heer Dr. Mr. H. J. E. Tendeloo, ter publiceering aan, diens verhandeling: „Feiten en cijfers in de Sadjarah Mëlaiju in ver band met enkele betwiste hoofdpunten der Maleische Grammatica." in rondlezing. VIII. Wordt besloten in deze notulen aan te teekenen 1 Juni '97, VIII.] 66 dat in de bestuursvergadering van 3 November a<> p°, de Heer Dr. A. W. Nieuweniiuis is benoemd tot Eerelid van het Genootschap. (Not. 1896, pag. 115, 111, 3°). Wordt weder op de ledenlijst geplaatst de Heer Mr. W. C. Veenstra, Procureur-Generaal bij het Hoog-Gerechts hof van N. I. Op verzoek worden van de ledenlijst afgevoerd, de Heeren M. Segov, K. F. H. van Langen, Mr. A. H. du Mosch en C. G. van Baerle. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. De Voorzitter, G. A. SC HER ER. De Secretaris, B. HOETINK. 6 Juli '97, I,l'—r.] 68 beschikking te stellen (Not. "pag. 40, I, p.) wordt mede gedeeld dat reeds bij brief van 22 Januari, j. 1., N°. 235, aan den Minister van Koloniën zijn gezonden één exemplaar van „de Wajang Poerwa" 8° uitgave, met verzoek dat aan de Bibliotheek van het Genootschap te doen toekomen en 119 exemplaren van dat werk om deze kosteloos ter be schikking te stellen van het Indisch Bestuur, ter versprei ding in Nederlandsch-Indië. Wordt besloten om het aan den M. v. B. Z. gedane verzoek, thans te richten tot de Indische Regeering. c. Een renvooi van den Directeur van O. E. en X. dd. 16 Juni. j. 1., N°. 16625, ten geleide van één stel voet-en drie stellen armringen van zilver, in den grond gevonden in de desa Pamottan, district van dien naam, residentie Kembang. Aangezien's Genootschaps verzameling reeds in het bezit is van dergelijke voorwerpen, wordt besloten tot terugzending. d. Van denzclfden, dd. 18 Juni, j. L, N°. 16965, ten ge leide van eenigc gouden ringen en oorsieraden benevens van een aantal tinnen (ten rechte: zilveren) Hindoe-muntjes, (Ct. Netsciier en van der Ciiijs PI. XIII, N°. 126), in den grond gevonden op de algemeene weideplaats Pasir Goc noeng Pandan, desa Tjirabak, district Lebakwangi, residentie Cheribon. De Heer van der Ciiijs vestigt er de aandacht op, dat dergelijke Hindoemuntjes tot nog toe nimmer op Java zoo ver Westelijk zijn aangetroffen. U. s. e. Van denzelfdcn, zonder datum, N°. 17G36, ten geleide van eene missive van den Resident van Kcdoe, dd. 17 Juni j. 1., N". 2626/10, houdende mededeeling dat nabij de desa Maron, district Kcdoe, afdeeling Temanggoeng, eeuige [6 Juli '97, I,e— h. 69 koperen voorwerpen (borden, bakjes, schepper) benevens een beschadigde ijzeren ploegschaar — waarvan teckeningen wor den overgelegd —in den grond zijn gevonden, welke voor werpen ter beschikking van het Genootschap worden gesteld. Wordt besloten van dit aanbod geen gebruik te maken. /. Van denzclfden, dd. 28 Juni, j. L, N°. 8662, waarbij de vraag wordt gedaan of door de Directie prijs wordt gesteld op eenige oud-medecinalc gewichten van koper, welke door den Inspecteur van het ijkwezen in Nederlaudsch- Indië, bij ecne inspectie in de Prcanger Regentschappen, zijn afgekeurd. Zal worden bericht dat de Directie bedoelde gewichten gaarne aan 's Genootschaps verzameling zal toevoegen. g. Van denzelfden, dd. 2 dezer N°. 18582, waarbij ter kennisneming wordt toegezonden een schrijven van den Heer C. den Hamer, dd. 25 Juni j. 1., N°. 430, houdende bericht omtrent den voortgang zijner werkzaamheden betrekkelijk de hem opgedragen beschrijving van den Mendoct-tempel (Not. pag. 43, 11. 2° en pag. 56, I,o). Informatie. h. Van den Resident van Pekalongan, dd. 13 JunLj.l., N°. 1841, waarbij in voldoening aan het verzoek der Direc tie (Not. pag. 49, I, d) wordt medegedeeld, dat de af metingen van den uitgcholdcn steen met deksel, zijn als volgt: hoogte van het geheelc voorwerp: 33 c. M. en zonder deksel 24, 5 c. M; hoogte van het deksel 8, 5 c. M; breedte idem 24. 5 c. M; dat dit voorwerp cenigszins is geschonden en het deksel in twee stukken is gebroken en dat de daarin gevonden gouden plaatjes zijn aangetroffen in denzelfden voim waarin zij de Directie hebben bereikt (als het ware platgeslagen). Opzending van dit voorwerp zal worden gevraagd. 6 Juli '97, I,»'— m.] 70 /. Van den Resident van Bantam dd, 21 Juni, j. 1., N°. 4178/10, ten geleide van een extract uit liet daglioek van den aspirant-controleur A. de Quant, houdende eene be schrijving van oudheden te Kosala, in die residentie. In rondlezing. j. Van den Resident van Kederi dd. 30 Juni j. 1., N°. 5727/12, waarbij wordt bericht dat te vergeefs pogingen zijn gedaan om den schrijver uit te vinden van een aan de Directie gerichteu brief, houdende mededeeling omtrent eenige gouden oudheidkundige voorwerpen en dat aan hem, Resident, niets bekend is van de door dien onbekenden schrijver bedoelde vondst. Informatie. k. Van 's Genootsehaps eerclid Dr. A. W. Nif.iw kxihis. dd. 26 Juni j. 1., waarbij dank wordt betuigd voor de hem te beurt gevallen benoeming tot Eerclid, (Not. 189G, pag. 115, 111, 3o en Not. pag. 65, VIII) waarvan hem den 18 ca t. v. door het directielid Mr. J. A. van deb Chijs, onder uitreiking van het betrekkelijke diploma, mede deeling is gedaan. /, Van het lid den Heer J. vax Aalst, dd. 10 Junij. 1., waarbij de ontvangst wordt erkend van het door de Directie overgemaakte bedrag ad / 50 (Not. pag. 44, 11, */.) en wordt bericht dat de bezitters van de bronzen beeldjes waarop door de Directie prijs wordt gesteld (Not. pag. 43 11, c.) niet genegen zijn daarvan afstand te doen. Wordt besloten bedoelde beeldjes terug te zenden, terwijl de Conservator der oudheidkundige afdeeling wordt ge machtigd daarvan vooraf afgietsels in gips dan wel pho tographiën te laten vervaardigen, indien dit met geringe kosten zal kunnen geschieden. mi. Van het lid, den Heer P. uk Roo de la Faille, [C> Juli '97, I,m—lL 71 dd. 8 Juni, j. 1., waarbij de spoedige vervulling der belofte betrekkelijk de verbetering van de legenda der kaart van Narmada (Not. 189G, pag. 73, I, h en Not. pag, 55, VII, b.) wordt toegezegd. Informatie. n. Van den lieer W. P. D. de Wolff van Westerode, ten geleide van een handschrift bevattende de legendarische geschiedenis van het rijk Pasir (Not. pag. 58, I, i). In handen van den w l . Conservator der handschriften. o. Van den Heer F. Twiss, dd. 1 Juni j. 1., waarbij de aandacht der Directie wordt gevestigd op een gouden gong, in het bezit van den Pangeran van Kinalie (afdceling Kroë, residentie Benkoeleu), waarvan o. a. melding is ge maakt in het opstel van E. A. van Vloteh „de Ranaudistricten in de residentie Palembang" (Tijdschrift v. N. I. Nieuwe serie, 11° jaargang, 2° deel, pag. 301). De Voorzitter, die een twintigtal jaren geleden deze gong in oogenschouw heeft genomen, deelt daaromtrent het een en ander mede, op grond waarvan wordt besloten den Ee sident van Benkoelen te verzoeken om nadere inlichtingen. 11. De Voorzitter: I°. bericht dat uit rondlezing terug zijn de navolgende verhandelingen; a. „Ken en ander over de oudheden in de contröle afdeeling Kraksaan, residentie Probolinggo", door Ch. E. BoDEMEUER (Not. pag. 40, I, o en pag. 50, I, n). In handen der Bedactie, ter opneming in het Tijdschrift. b. „De Lingga-tempel en andere oudheden op het Jang gebergte", door Dr. J. 11. F. Kojii.hrucgi: (Not. pag. 58, 1, /.•). U. s c. „Feiten en cijfers uit de Sadjarah Mëlayn, in verband 6 Juni '97, lI—III.] 72 met enkele betwiste hoofdpunten der Malciscke Grammatica", door Dr. Mr. 11. J. E. Tendeloo (Not. pag. 65, VII, 2°). d. „liet onbezielde in de babad tanah djawi, genoemd met het demonstratief der vereering.— Eene nalezing" door J. Knebel. Zal in het Tijdschrift worden geplaatst, nadat de schrijver zal zijn uitgenoodigd den titel te wijzigen en zijne ver handeling te doen voorafgaan van eene korte inleiding waardoor de bedoeling dezer bloemlezing voor den lezer duidelijker zal worden. 2°. brengt op nieuw ter sprake de plannen betrekkelijk eene verlaging der contributie en het in de vorige verga dering door Dr. Snouck llürgroxje ingediende voorstel tot vertaling van 's Genootschaps cdita in eene der internationale talen. Na cenige gedachtcnwisseling wordt, met het oog op de onvoltalligheid dezer vergadering, besloten om deze aange legenheid in eene volgende vergadering op nieuw aan de orde te stellen. 111. De Heer van der Chijs: I°. bericht de ontvangst der navolgende geschenken: a. van D. Groeneveld, president, W, E. van Ciiarante, l en pi. directeur en 11. P. J. van den Berg, directeur secretaris van de Javasche Bank: Engeland. Fivc pounds, 1893.— g. h. van J. P. Moquette: . . . Chinecschc munten; e. van Pangcran Tuxg Merga, Pager-dewa (Menggala): ettelijke Lampongsche voorwerpen, waaronder eene zeer kostbare tapis. Zullen in de betrekkelijke verzamelingen worden geplaatst. [6 Juli '97, lII—V. 73 Voorts wordt besloten om, ter uitreiking aan schenkers welke behooren tot de Inlandsche en daarmede gelijkgestelde bevolking, speciale brieven van dankbetuiging te laten ver vaardigen, waartoe door den Secretaris het noodige zal worden gedaan. 2°. biedt, namens het lid den Heer Th. A. F..Delprat, een afschrift aan van eene latijnsche inscriptie, welke voor komt op een geheel onbeschadigden grafsteen, liggende bij den Pasanggrahan te Anjer lor. De Resident van Bantam zal worden uitgenoodigd een duidelijker afschrift dan wel een afdruk in papier te laten maken. ?>°. doet voorlezing van een aan hem gericht schrijven van hetzelfde lid, waarbij de aandacht wordt gevestigd op een steen met tcekening, gelegen bij de grens van de beide onafhankelijke rijkjes Si Goentoer en Poelau Pandjang in Sumatra. De Eesident der Padangsche Bovenlanden zal om in lichtingen, zoo mogelijk vergezeld van eene photographie, worden gevraagd. IV. De Heer la Chapelle biedt een exemplaar aan van den Catalogus der bibliotheek van den Raad van Neder landsch-Indië, samengesteld door Dr. F. de Haan. Bibliotheek. V. De Heer Abendanon: I°. biedt, namens het lid den Heer J. Khebel, ter plaatsing in het Tijdschrift aan eene door dezen samengestelde verhandeling, getiteld: „Geschiedenis van Pünaraga, uit het Javaansch medegedeeld". In rondlezing. 6 Juli '97, VI— VIL] 74 VI. De Heer Snouck Hurgronje: I°. biedt aan, namens het directielid Louw, eene door den Heer L. F. Galon vervaardigde woordenlijst in het Lioneesch (Midden-Flores)-Sikkaneesch-Ilollandscli. Zal in de betrekkelijke verzameling worden bewaard. 2°. bericht, namens heizelfde bestuurlid, dat het 2° deel van diens werk: „de Java-Oorlog" zal knnnen verschijnen, zoodra daartoe de vereischte goedkeuring der Kcgeeringzal zijn verleend. Informatie. 3°. biedt, namens het lid den Heer S. Coiien, eene ver handeling aan, getiteld: „lets over eedzweriug bij de Javanen". Op advies van Dr. Snouck Hurgronje, wordt besloten tot opneming in het Tijdschrift. 4°. biedt, namens 's Genootschaps buitengewoon lid Sajjid 'Oethman, ten geschenke aan de navolgende boekwerken: Ijen kitab dingaranan Tjampaka Moelija karangan Sajjid 'Oethman bin Abdallah dipiwarang disoenda keun. koe kaoela .... Raden Hadji Adjhari bin Raden Hadji Irsad Bandoeng. Lithogr. Batavia 1897. Sajjid Oetiiman bin Aisdallah bin'Aqil en Raden Hadji Adjhari. Qamoes kötjil arabizzah-melajoe-soenila. Lithogr. Batavia z. j. (1897). Bibliotheek. VIL De Secretaris: I°. brengt, ook namens zijn mederedacteur den Heer Louw, verslag uit over eene in hunne handen gestelde lijst [6 Juli '97, VII. 75 van errata, voorkomende in de „Aanteekeningen betreffende de Kindjin Dajaks in het landschap Baloengan", opgenomen in het Tijdschrift, deel XXXIX, pag. 458-495 (Not. pag. 58, I, /)• De redactie toont aan dat de overgroote meerderheid der door den schrijver, den lieer H. E. D. Engelhard, opgemerkte fouten in diens manuscript worden aangetroffen, terwijl som mige andere onbelangrijk zijn. Wordt besloten een lijstje der voornaamste verbeteringen te voegen bij de eerst verschijnende aflevering van het Tijdschrift. 2°. biedt ten geschenke aan: a. een Chinecsch muntbillet van 1000 cash; b. een idem van 2000 cash. Omtrent deze billetten komt het navolgende voor in „Coins of the present dynasty of China", by S. W. Bushell, M. D. (Journal of the North-China Branch of the Royal Asiatic Society, XV, 1880). „In the third year of Hsien fêng (1853) when the large copper tokens were coined, the government paper currency of preceding dynasties was also revived. The notes of two kinds, cash-notes and silver-notes, were issued by the Board of Revenue and forced into circulation by paying part of the salary of officials in the new currency and by compelling the banks and large pawnbroking establishments to accept it in lieu of more solid money. The value of these notes however depreciated rapidly, until in 1861 they were sold by Dutch auction in the streets of the capital at a discount of 97 per cent (see Dr. Rennie's Peking and the Pekingese). Soon after this they disappearcd altogether trom circulation. The cash-notes are of tour denominations, equivalent to 500, 1000, 1500 and 2000 cash respectively. They are priuted trom wood-blocks with blue ink on thick whitish 6 Juli '97, VIL] 76 paper It is keaded Ta ch'ing pao clvao „Money note of the great Ch e ing (dynasty)". The omamental border lias above two dragons striving tbr a pearl, below the fabu lous mountain of precious stones with ooral-trees iu the midst of seawaves, and at the sides clouds interrupted by medallions containing, on the right the characters: THen hsia l°ung hsincf „To circulate throughout the empire", on the left C/iiin p°%ng ch'u ju „Issned and accepted at equal value". Within the border are three lines; the central, specifying the value „Equivalent without deduction to 1000 pieces of government cash"; the right, the number in black, partly starnped partly written, classitied ander the clmracter pien (one of the words of „the thousand character classic" used numeratively); the left, the date: „made in the seventh year of Hsieng-fêug (1857)", the number of the year stamped in blue with a separate stamp. Below these is printed: „These notes shall circulate in place of government cash and will be received in the proportion fixed for the different taxes, for all the customs dues, and for the purchase of rank. The treasuries both of the Capital and provinces shall alike accept and forward them. The cash-notes shall be exchangeable for government silver-notes in the proportion of 2000 cash for one tacl of silver". The large square vermilion seal in the centre is that of the Revenue Board, in Manchu and Chinese, Ta ch'ing pao rh r ao chih yin. The small oblong seal in black under the date is that of the official in charge, put on when the number is written. There is also at the side a round seal (differing in design in different notes) and blotched lines made with a brush before the note has been out from the tally". 11. twee billetten van particuliere Chineesche banken te Peking. Numismatisch kabinet. [6 Juli '97, VIII—X. 77 VIII. Wordt besloten om als een blijk van waardeering van zijne verdiensten aan de wetenschap en in het bijzonder aan bet Genootschap bewezen, bet Eerelidmaatschap aan te bieden aan den Heer J. W. Yzerman. IX. Wordt besloten om bet lid den lieer Dr. L. Serrurier, uit te noodigen als bestuurslid zitting te willen nemen. X. Worden benoemd tot gewone leden, de Heeren W. A. Schxeider, Generaal-Majoor te Scmarang; C. P. J. van Vliet, Civiel en militair gouverneur van Atjeb en Onder hoorigheden; E. Th. H. van Bentiiem van den Berg, Re sident van Bagelen; C. J. de Jaager, Resident van Kediri; J. C. Castexs, Resident van Besoeki en 11. Th. Kal, asp'.- controleur te Manondjaja (Preanger-Rcgentsebappen). Op verzoek worden van de ledenlijst afgevoerd, de Heeren D. Gerth van Wijk, P. J. Avis en W. van Gelder. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. De Voorzitter, G. A. SCHERER. De Secretaris, B. HOETINK. [3 Aug. '97, ï,b—c. 79 Wordt besloten: I°. den prijs waarvoor dit boekwerk voor niet-leden verkrijgbaar zal zijn, te bepalen op ƒ5; 2°. den Secretaris op te dragen aan de leden kennis te geven dat bun een exemplaar van dit 2 e deel, op aanvrage aan den Bibliothecaris, kosteloos zal worden toegezonden; 3°. al dadelijk een exemplaar te doen toekomen aan die leden welke destijds in het bezit zijn gesteld van bet l e deel van hetzelfde werk. c. Eene missive van den Directeur van O. E. N. dd. 15 Juli, j. 1., N°. 9546, ten geleide van het Gouvernements renvooi van 23 Juni j. 1., N°. 13152 en de daaraan gehechte ministeriëcle dépêche van 25 Mei t. v. L a . A', N°. 8/119G, handelende over het verzoek van den lector in de Maleische taal aan de Indische instelling te Delft, J. S. A. van Dissel, om het origineel van het Maleiseh-Nederlandsch woorden boek door H. von de Wall, dat krachtens het Gouver nements Besluit van 10 Februari 1878, N°. 28, aan het Genootschap ter bewaring is afgestaan, naar Nederland op te zenden en bij voorbeeld in do Leidsche Universiteitsbi bliotheek te déponeeren, ten einde hem en anderen in de gelegenheid te stellen om in het belang van de Maleische taaistudie het werk in zijn geheel te bestudeeren. De Minister vestigt er de aandacht op dat de Heer van Dissel, ter ondersteuning van zijn verzoek er op wijst dat ook het origineel van het Javaansch-Hollandsch Woor denboek, op last der Indische Regeering bijeengebracht door wijlen de Hoeren Winter en Wilkkxs, sedert jaren op de Leidsche Universiteitsbibliotheek berust, zoodat geleerden als Professor Vrede en Poensen er telkens uit kunnen putten, doch dat Maleische philologen van zoo een hulpbron geheel en al verstoken zijn. Wordt besloten om, in voldoening aan den wensch van den Directeur van O. E. en N. om ter zake het gevoelen der Direc 3 Aug. '97, I,c-/.] 80 tic te vernemen, aan dien departementschef mede te deelcn : I°. dat de Directie er prijs op stelt dat liet Woordenboek van wijlen H. von de Wall, dat herhaaldelijk wordt ge raadpleegd, beschikbaar blijft voor hen die zich hier te lande met de studie der Maleische taal bezig houden; 2°. dat niet het origineel — dat door bijwerking onbruikbaar is geworden — maar een afschrift van het Javaansch-Hollandsch Woordenboek naar Nederland is opgezonden (zie Gouv' 3 . Besl. dd. 12 October 1885, N°. 2); terwijl een ander afschrift berust in de raanuscriptenverzamcling van het Genootschap; 3°. dat de Directie gaarne bereid is om hare tusschen komst te verleenen tot het laten maken van een afschrift van het door wijlen den Heer H. von de Wall samen gebrachte woordenboek, ten behoeve van eenige weten schappelijke instelling of verzameling in Nederland, maar dat — wegens den omvang van het manuscript — de kosten van zoodanigen arbeid niet gering zullen zijn. </. Een renvooi van den Directeur van O. E. N., dd. 23 Juli j. 1., N°. 20851, ten geleide van drie bronzen voorwerpen (één vogel en twee Boeddha-beeldjes, waarvan één beschadigd) in den grond gevonden in de desa Klapagading, district Djamboe, afdeeling Poerwokerto, residentie Banjoemas, en geschat op ecne waarde van f 2. Wordt besloten deze voorwerpen over te nemen voor den prijs van / 5.— en te plaatsen in de oudheidkundige afdeeling. c. Van denzelfden dd. 28 Juli, j. 1., N°. 21416, ten geleide van een armband van agaat, in den grond gevonden in de desa Tjikadoe, onder-district Sitoeradja, afdeeling Soeme dang, residentie Preanger-Kcgentschappen. Wordt besloten mede te deelen dat op dit voorwerp geen prijs wordt gesteld. f. Van denzelfden dd. 28 Juli, j.1., N\ 21G47, ten geleide [3 Aug '97, l,f-i>. 81 van een gouden halssnoer, in den grond gevonden in de desa Madoekoro, district Singomcrlo, fii'deeling Bandjarnegara, residentie Banjoemap. Wordt besloten dit voorwerp voor de getaxeerde waarde van f 28. over te nemen ten behoeve der oudheidkundige afdecling. g. Van denzelfden dd. 28 Juli, j. 1, N°. 10034, ten ge leide van een exemplaar van het I e deel van het door wijlen Dr. H. N. van der Tuük samengestelde Kawi-Balineesch- Nederlandsch Woordenboek. Bibliotheek. /(. Van denzelfden dd. 31 Juli j. 1., X°. 2201G, waarbij ter kennisneming wordt aangeboden een schrijven van den Heer C. den Hamer, Adjunct-Inspecteur van liet lulandsch- Ondenvijs in de 2 e . afdeeling, dd. 23 Juli t. v. N°. 479, houdende mcdedeeling dat de hem opgedragen taak om eene beschrijving van den Mendoet-tempel samen te stellen (Not. pag. 56, I, n) is ten einde gebracht. Omtrent eene door den Heer deh Hamer gedane ontdekking van de over blijfselen van een andere tjandi in de buurt van den Mendoet — waarvan door hem bereids kennis was gegeven aan de Directie bij zijn schrijven van 12 Juli j. 1., N°. 470, — windt in zijne lioogeraangehaaldc aan den Directeur gerichte missive het navolgende gezegd: „Nagaande wat er zoo al op de aanleunende erven om de tjandi aanwezig was, rees het vermoeden dat het totaal dier stecnen, gebruikt voor fundamenten, duikers, muurtjes om badplaatsen, neuten enz. grootcr moest zijn dan de afge vallen stecnen, hetgeen aanleiding heeft gegeven tot het vinden van eene tweede tjandi op 25 M. van den hoofdtempel. Onder eene laag lava, zand, gewone aarde en padas werd weldra een fraai Boeddha-beeld opgedolven, in houding overeenkomende met de vele exemplaren te Boroboedoer. 3 Aug. '97, l,h—j.] 82 Verder werden gevonden: twee banaspati, verschillende van afmetingen, ongeschonden; een steen van + 1.25 M. met relief, voorstellende offervazen, kandelabres en gandharwa's; pilasters met drager, geheel verschillend met tjandi Mendoet; kleine beeldjes en haut relief; ornamenten enz. Ook kon een gedeelte van het soubassemcnt worden onder zocht, zoodat ook de Heer Nuhout van der Veen kon constateeren dat hier cene tjandi werd aangetroffen, ver schillend in afmetingen met den hoofdtempel". Van de mededeelingen van den Heer den Hamer wordt door de Vergadering met groote belangstelling kennis geno men, terwijl wanneer het volledige verslag zijner verrichtingen in het bezit der Directie zal zijn gekomen, zal worden over wogen of moeite behoort te worden gedaan om verdere naporiugen op het door den Heer den Hamer aangeduide terrein uit te lokken. L Van den Resident van Mcnado, dd. 8 Juli j.1., N°. 2248, ten geleide van 24 zilveren en 7.1 bronzen gedenkpen ningen, geslagen ter herinnering aan Menado's behoud (20 Augustus 1875) (Not, 1896, pag. 7G en Not. pag. 55 VII, s°, o]. De penningen worden gesteld in handen van den Conser vator van het nnmismatisch kabinet, terwijl aan den Resident van Menado, onder dankbetuiging voor zijne welwillende tusschenkomst, zal worden medegedeeld dat de Directie geen heil verwacht van de opsporing, door middel van eene advertentie in de Javasche Courant, van die rechthebbenden op een exemplaar dezer medaille, aan wie dit niet is kunnen worden uitgereikt. ƒ. Van denzelfden dd. 9 Juli j. 1., N°. 2253, ten geleide van twee koperen tembcga's (Not. 189G, pag. 15, 4°, a en Not. pag. 55, VII, s°, n), door een inwoner van het district Bantik der Minehassa, ter bezichtiging afgestaan. De Conservator der ethnologische afdeeling wordt uitge [3 Aug. '1)7. l,j-l 83 Notulen 1897. 8 noodigd zoo mogelijk afgietsels en reproducties van de/.e voorwerpen te laten vervaardigen, tot welk doel deze in zijne handen worden gesteld. /,-. Van liet Bestuur der Koninklijke Natuurkundige Yer eeniging dd. 8 Juli j.1., waarbij het oordeel der Directie wordt gevraagd nopens het denkbeeld om de bibliotheek van ge noemde Vereeniging over te brengen naar Buitenzorg, over eenkomstig een voorstel van Dr. Teeub, neergelegd in diens schrijven van ."> Maart j.1., waarvan een afdrnk wordt aan geboden. Wordt besloten mede te deelen dat de Directie omtrent de wenschelijkheid van het overbrengen naar Buitenzorg van de bibliotheek der Vereeniging. op de daarvoor door Dr. Teeub aangevoerde gronden, geen oordeel durft uit spreken, maar dat de Directie, geen vrijheid kunnende vinden om de eigendomsrechten prijs te geven welke het Genoot schap kan doen gelden op een deel van de tot die bibliotheek behoorendeboekwerken, aan de K. N. V. in bewaring gegeven. (Not. 1878, pag. 23, VI, a en Not. 1881, pag. 51, VIII) be zwaar heeft tegen de overbrenging van dat deposito naar elders, zoodat zij er op rekent dat. bij aanneming van Dr. Tbeub's voorstel, de aan het Genootschap toebehoorende boek werken wederom ter beschikking der Directie zullen komen. /. Van den Secretaris van het Koninklijk Instituut voor de Taal-, Land-en Volkenkunde te 's Gravenhage, dd. 1!* Juni, j.1., N°. 861, waarbij de toezending wordt bericht van een der beide in het bezit van het Instituut zijnde exem plaren van eene uitvoerige, met tal van Inlandsche tecke niugen versierde statistieke beschrijving van de residentie Grissee in 1822, waarop, volgens het directielid Dr. J. Bbandes, door de Directie vermoedelijk prijs zal worden gesteld. Informatie. 3 Aug. '97, I,ro—HL] 84 ui. Van denzelfden dd. 12 Juni j. 1. waarbij, ten behoeve van de bibliotheek van hei Koninklijk Instituut voor Taal-, Land-en Volkenkunde, toezending word) verzocht van de na 1880 rerschenen catalogi van be! Genootschap. ('tra. 11. De Voorzitter bericht dat uit rondlezing zijn terug ontvangen de verhandelingen getiteld: „Extract uit bet dagboek van den aspirant-controleur A. de Qdakt van Etangkas-Betoeng, over de maand Mei 1807" welke in het Tijdschrift zal worden geplaatst, en „Geschiedenis van IV nar&ga, uit het Javaansch medegedeeld door J. Knebel, waaromtrent wordt besloten dat de auteur in kennis zal worden gesteld van eenige door Dr. Snouck Hurgronje gemaakte opmerkingen, 111. üe Voorzitter geeft alsnu het woord aan den Heer J. NüHOüX van DBB Vebüt, ten einde verslag te geven van zijne bevinding bij liet onlangs door hem gebrachte bezoek aan den Mendoel (Not. pag. 48, I, a, 2°). De lieer Nriion' van deb \'ken bericht als volgt: „Mijne bevinding is dat het bouwwerk sedert December 1884 veel te lijden moet hebben gehad van aardschuddingen. Ue vroeger reeds bestaande scheuren zijn verergerd en er zijn vele nieuwe bijgekomen; de toestand van liet valsche gewelf is er mede niet op vooruit gegaan, zoodanig zelfs, dat de gewelfvlakken eene flauwe buiging binnenwaarts vertoonen, welke vroeger niet werd waargenomen. De toestand van de Tjandi is in het algemeen van dien aard geworden, dat de kans op ongevallen gedurende eene restauratie, is toegenomen, zoodat bij de uitvoering de uiterste omzichtigheid moet worden in acht genomen. In hoofdzaak moet de in 1884 door mij in overweging gegeven manier van werken nog als de meest aanbevelens waardige beschouwd worden. [3 Aug. '97, 111. 85 Zonder voorloopig nader in de détails dier uitvoering te treden welke vermoedelijk gedurende het werk, naar bevin ding van den toestand van het muurwerk inwendig, meer malen gewijzigd zullen moeten worden, wat voor het meeren deel aan het inzicht en het beleid van den uitvoerder moet worden overgelaten, verdient het nu aanbeveling, om da delijk niet liet afnemen van den hovenlasl en met de daar mede in verband staande werkzaamheden te beginnen. Hiertoe moeten gerekend worden te behooren: l e . het beschermen van de beelden in de Tjandi tegen eventneele beschadiging door neervallende steenen. Hoe zorgzaam de uitvoering ook geschiede, de groote kans blijft bestaan, dat tijdens het afnemen van den top één of meer steenen naar beneden vallen. Kr moet voor gezorgd worden, dat deze de, beidden c. a. niet beschadigen. Door den Resident van Kedoe werd in overweging gege ven de gehecle binnenruimte tot boxen de beelden met grond aan te vullen. Deze grondaanvulling zal tegen de tempelwauden een zekeren druk uitoefenen, welke wellicht een noodlottigen invloed op het geheel zou kunnen hebben. Ten einde een tegendruk in het leven te roepen zou men den geheelen tempel tot op de hoogte van de kroonlijst weder kunnen begraven, waardoor dan tevens liet afvallen van de steenen nut de reliëfs zou worden belet. Hoe eenvoudig deze methode van werken echter schijnt, zoo brengt ze toch hare eigenaardige bezwaren met zich, die niet te licht moeten worden geteld. De hoeveelheid grond, welke verzet moet worden is vrij groot. De aanaarding zon onder taluds van 2 op 1 gesteld moeten worden met 2 banketten van minsten 1 meter breedte. De grond zal goed moeten aangestampt en de taluds zorg vuldig tegen afregenen beschermd moeten worden. Voorts kleef', (leze werkwijze een nadeel aan. dat onder bepaalde omstandigheden zeer ernstig kan worden. 3 Ang. '97, lII]. 86 De ve.r.srh pjjgezette grond zou n.l. bij aanhoudende regens, waarop men hier toch rekenen kan, wol—eens zon danig kunnen duorweekcu, dal belangrijke inzakkingen en afschuivingen intraden in welk geval do-hcclc-Tjandi m, i. in gevaar zou komen mode om te zakken, om het zoo eens uit te drukken. Ter bescherming der heelden zou echter het denkbeeld van den Resident gedeeltelijk kunnen worden toegepast, door n.l. de binnenruimte 10l de boogie van den onderkant der lotuskussens in de nissen, d. i. dus tot op ± 1.70 M. hoven den beganen grond in de Tjandi, met aarde of zand aan te vullen. De geringe zijdelingsche druk die door deze aanvulling wordt uitgeoefend, kan gerust tegen de muren worden ftinpnln+nn De grond- of zandlaag zal al wat door haar bedekt woidtj volkomen tegen beschadiging beschermen, terwijl ze een goede gelegenheid aanbiedt om stijlen en bamboezen, welke aangebracht moeten worden tot stempeling van het gewelf en ter bescherming der heelden een vasten stand te geven. Voorts kunnen de heelden ingepakt worden in een ge makkelijk en voor weinig geld te verkrijgen stol' n.l. de zoogenoemde tëpfts kalapa. het harige -omhulsel van den klapper. Wanneer deze vezelstof eerst tot ecu soorl worsten wordt bijeengebonden, dan kunnen hoofd, armen, handen, beenen en verdere uitstekende deelen daarmede stijf omwonden worden, zooals men doet bij het inpakken van fijne porceleinen voorwerpen in de zoogenaamde hout wol. liet geheele beeld kan daarna met worsten van alang alang ot' iets dergelijks stijf omwonden worden, ter dikte van bijv. 0.40 a 0.50 M. Nadat deze omkleeding goed stijl' is aangebracht, wordt het geheele beeld ingepakt in een bamboezen bekleeding, bestaande uit drie lagen vlak naast elkander te plaatsen hcclc bamboe talie, waarvan de binnenste laag in verticalen zin schuin tegen bet beeld op, de tweede in horizontalen zin en de derde of buitenste weder [3 Aug. '97, 111. 87 wordt; een en ander stijf aan elkander te naaien niet taliedoek, rottan of wat ter plaatse te krijgen is. Nadat de/.e baniboe-omklecding is aangebracht, zullen tusschen haar en sommige deelcn van liet omwonden beeld, openingen worden aangetroffen, Deze kunnen met dezelfde stof worden aangevuld, gedeeltelijk tijdens, gedeeltelijk na het stellen der bamboe-omhulling. De geheele inpakking moet boven de hoofden der beelden minstens 1 M. dik zijn. Nadat de drie heelden op de omschreven manier zullen zijn ingepakt, zal daartnsschen niet heel veel ruimte meer overblijven. Deze ruimte stel ik voor aan te vullen niet zoo regelmatig mogelijk gestelde steenstukken, welke in de nabij heid voldoende voorhanden zijn. Deze steenstapeling zal wel eenigen druk tegen de wanden uitoefenen, doch ik meen dat die g'ülust kuu worden toegelaten: zij zal echter ten gevolge hebben dat steenen die eventueel van hoven neerkomen niet langs de bamboe inpakking der heelden scharen, zoodat alle beschadiging buitengesloten is. r van het gewelf. De stempeling dient om het naitl'binuw* vallen der gewelf- steenen te voorkomen. Hoe ze moet worden aangebracht moet alweder aan hef beleid en inzicht van den executant worden overgelaten. 3 e . liet beschermen van de buitenwanden tegen afvallen. De groote vrees bestaai dat de buitenbckleeding, hij het wegnemen der onderste lagen van den top, naar buiten zal omvallen. Dit kan worden belet door het aanbrengen van steigerwerk, op de manier als aangegeven werd in mijne nota van De cember 1894, gericht aan den Directeur der B. O. W. Wil men voor dit steigerwerk ter erlanging van grootere sterkte djatihoui gebruiken in plaats van klapperstammen, 3 Aug. '97, lII]. 88 welke ik toenmaals voldoende achtte, dau bestaat daar tegen natuurlijk geen bezwaar en verdient bet djatibout nut bet oog op den meer bouwvalliger! staat waarin Int geheel thans verkeert, zelfs alle aanbeveling. De steiger moet zoodanig worden aangebracht, dat enkele steeuen niet kunnen uitvallen. Dit kan bereikt worden door tusseben de muren en de steigerpoten een zware dubbele sassak aan te brengen, die, gesteund door gordingen, tegen den steiger aan rust. liet kiezen van de doelmatigste constructie in verband niet plaatselijk in- en uitspringen van lijstwerken e. a. blijft aan den uitvoerder overgelaten. Het verdient alle aanbeveling om onderling tusseben de steigerpoten een soliede dwars-kruis verband aan te brengen. De bamboezen werksteiger moet zooveel mogelijk on afhankelijk van den steunsteiger worden opgetrokken. Inden ingang moet, alvorens tot bet afnemen van den boven last wordt overgegaan, een stempeling van zware djati balken worden aaugebraebt om te beletten dat de opening inzakt. De sub 1 en .'! bedoelde werkzaainbeden kunnen te gelijker tijd worden ondernomen. Met die sub 3 moet gewaebt worden, tot dat de beelden goed zijn ingepakt; nadat 1, 2 en .'! voltooid zijn, wordt niet liet afnemen der steenen van den top overgegaan. Men kan die steenen in goten, zooals men met dakpannen pleegt te doen, naar omlaag laten glijden. M. i. moet men beginnen niet alle losliggende steenen weg te nemen en pas nadat die verwijderd zijn beginnen met liet gewelf. Hierbij kun de noodige voorziebtigbeid niet genoeg worden aanbevolen en liet verdient aanbeveling een bamboezen werksteiger over de Tjaudi been te maken, zoodat bij bet wegnemen der allerboveuste steenen bet werkvolk op dien steiger staat en geen gevaar loopt met [3 Ang. '1)7, 111. 89 een paar steunen mede te vallen. Op die manier kun ni, i. /.onder gevaar afgewacht worden wat hét gewelf doet wanneer de stcencn van boven at' laagsgewijs voorzichtig worden weggenomen. Gelukt liet op deze manier den top weg te nemen tot op de hoogte van de kroonlijst, dan kan m. i. alle gevaar als geweken beschouwd worden en dan /.uilen wij tevens in de gelegenheid zijn na te gaan of het /aak is het ge welf nog verder weg te nemen ol niet. Van een geheelen wederopbouw, zooals ik vroeger meende dat zou kunnen plaats hebben, zal, vrees ik, wegens den toestand van het beneden muurwerk moeten worden afgezien. Door het ingieten van ecmeni zullen vele scheuren echter dicht gemaakt kunnen worden, waardoor het geheel aan soliditeit zal winnen. Bij het bespreken der bovenbehandelde aangelegenheid mot den Eerstaanwezend Waterstaat ambtenaar in de Re sidentie Kedoe is mij gebleken, dat deze liet restauratiewerk zeer zwaar inziet. Ik kan ook niet ontkennen dat er zeer groote zwarigheden aan verhouden zijn: ik acht ze echter uiet onoverkomelijk, maar veel hangt at' van het doorzicht en het beleid van den persoon, die het dagelijkse!) toezicht zal houden. De reeds toegestane som is zeker hij lange na niet vol doende. Wat de heer SCHOTEL zich met de door hem begroete reparatie eigenlijk heeft voorgesteld is niet duidelijk, maar iets afdoende kan het niet geweest zijn. Ik geef in overweging den Resident van Kedoe uit te nóodigen mei het werk te doen aanvangen en daarbij in hoofdzaak te doen volgen de bovenomschreven werkmethode. Ik stel mij dan voor het werk te gaan bezoeken tijdens men met het stollen van don steiger bezig is". 3 Ang. "97, lII—VI.] 90 Aangezien de II eer Nuuon van deb Veo de meening blijft toegedaan dat de beveiliging der beelden en hel afdragen van den bovenlast des tempels, ondanks de veranderde omstandigheden, ook thans nog zonder groot gevaar voor instorting zal kunnen geschieden, indien daarbij wordt te werk gegaan volgens de door hem gegeven aanwijzingen, geeft de Vergadering den wensch te kennen dat de plannen van den Heer Nuhoüt van deb Veen spoedig mogen worden uitgevoerd, waartoe deze deskundige belooft te zullen mede werken. IV. Dooi- den Voorzitter wordt medegedeeld dat het directielid 1\ .1. F. Louw tot herstel van gezondheid naar Soekaboemi is vertrokken en vooraf zijne betrekking van Bibliothecaris heeft neergelegd, na overdracht der bibliotheek aan het directielid Mr. J. A. VAK DEB ('mis, zoodat in de daardoor onstane vacature thans dient te worden voorzien. Wordt benoemd tot Bibliothecaris de lieer Mr. vax der Chijs, die zich bereid verklaart deze betrekking te vervullen. V. De Heer vax per Ciilts: I°. bericht de ontvangst der navolgende geschenken van het lid J. M. H. vax Oosterzki;: Nederland, prov. Holland, stuivertje 1724.— /.. Nod Indië, cent, 1897.—k. 20. deelt mede dat door den Heer .1. (\ van Eeede de goede ontvangst is erkend van de door de Directie ten behoeve eener gewestelijke bibliotheek te Bolelcng afgestane werken van het Genootschap i Xot. pag. 50, 1, ;' en pag. 65, VI). Informatie. VI. Het Eerelid Dr. A. W. Nieüwenhuis vraagt mach tiging om, tot het maken van photographieën, te beschikken over eenige in het Museum aanwezigeethnographißche voor werpen, afkomstig van zijne eerste reis in Borneo. [3 A.ug. '97, VI— Ml. 91 De gevraagde machtiging wordt gaarne verleend, terwijl de Conservator der ethnologische afdeeling wordt aitgenoodigd de bedoelde voorwerpen aan Dr. Nikuwknihis ter hand te stellen. VU. De lieer SnoüCK HubgBONJE I°, bericht omtrent liet in de vorige vergadering in zijne handen gestelde manuscript van de Babad I'asir (Not. pag. 58, I, i en pag. 71, I, ») als volgt: „Deze tekst van de Babad J'asir is geheel gelijk aan dien, welken ik in 1890 van Banjoemas medebracht. Dr. Brandes liet van mijn exemplaar een afschrift maken (vergelijk Pararaten, pag. 177), zoodat het onnoodig zal zijn er nog een voor het Genootschap te doen vervaardigen". Van het vorenstaande /al mededeeling winden gedaan aan den lieer DE Wolff VAH WestebbodE, terwijl hot doof hem ter inzage toegezonden handschrift, onder dankbetuiging. zal worden terugaangeboden. 2". biedt, namens het buitengewoon lid Sajjid Oethman, ten geschenke aan de navolgende boekwerken: a. Sajjid Alawi bin Saqqaf bin Moehamad al-Djoefbï, Kitab al-Qaul as-sadld iil-ahkam al-moeta c alliqah bil- c abid (Arab. Batavia 1897). h. Sajjid Ahmad bin Zeis al-Habsj] al-Alawl. Kitab ar-Kisalah (Arab. niet Mal. interlineaire vertaling. Batavia. 1897). Bibliotheek. 3°. doet mededeeling van den uitslag zijner bemoeiingen ter zake van het vinden van cene geschikte wijze, waarop uilvnering zal kunnen worden gegeven aan zijn voorsiel om 's Genootschaps werken (e vertalen in eene der moderne talen (Not. pag. 59, II), waaruit blijkt dat de Heer Chailley . 3 Ang. '97, VII— VIII.I 92 Bert, Secrétaire-Général de I'Union Coloniale Erangaise, heeft aangeboden oin vertalingen in liet Fransen te bezorgen op alleszins aannemelijke voorwaarden. Wegens het vergevorderde uur, bepaalt de Voorzitter dat eene beslissing in deze aangelegenheid en in de daarmede verband houdende kwestie van de verlaging der contributie, zal worden genomen in eene buitengewone vergadering, te houden op Dinsdag 10 Augustus a. b. Intusschen wordt de Heer Snouck Hurgronje gemachtigd den lieer ('umi.i.kv Bert te kennen te geven dat de Directie in beginsel gaarne bereid is van zijn welwillend en belangeloos aanbod ge bruik te maken. \III. De lieer Abendanoh wenscht eenige'deelen van bet Ned. Ind. Plakaatboek aan te koopen, welke in de bibliotheek van het Hooggerechtshof ontbreken, en vraagt in verband daarmede welke uitlegging door de Directie wordt gegeven aan de bepaling dat de leden 's Genoot schaps edita kunnen bekomen tegen den door de Directie vastgestelden prijs, welke in den regel de helft is van den prijs waarvoor de edita in den handel verkrijgbaar zijn. Wordt besloten aan te teekenen dat, gelijk vroeger reeds is uitgemaakt, de bevoegdheid der leden om, zoolang de vooraad strekt, 's Genootschaps werken tegen verminderden prijs aan te koopen, geheel onbeperkt is. Worden benoemd tot gewone leden de Heeren H. ,). Monod de Froedeville, Resident van Palembang en 11. E. Steihmetz, Assistent-Resident van Bandoeng. Van de ledenlijst worden afgevoerd, de Heeren Mr. L. A. (;, W. Neümanb en (i. E. C. Güffrot. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering, na déri dank der vergadering te hebben betuigd [3 Aug. '97, VIII. 93 aan den Heer J. NuHOUi vau der Veen voor zijne bereidwil ligheid om de Directie op nieuw yoor te lichten. De Voorzitter, ■G. A. SOU EK EB. De Secretarts, 13. HOETINK. flO Aug. '97, I. 95 in dit opzicht reeds is besproken en gedaan, geeft de Voorzitter een overzicht, dat in hoofdzaak op bet volgende neerkomt: Kort na zijn optreden als Voorzitter, is door liem de wenschelijkhcid bepleit om de populariteit van het Genoot schap te verhoogen door de leden, bij velen van wie daar omtrent eene onjuiste opvatting bestaat, volledig op de hoogte te brengen van de wijze waarop de gelden, waarover de Directie de beschikking heeft, door haar worden besteed. Toen aan dit denkbeeld geen gunstig onthaal ten deel viel, heeft hij getracht het boven aangegeven doel te bereiken door voor te stellen om de contributie voor alle leden af hankelijk te maken van hun inkomen, op den/elfden voet als ten aanzien van de ambtenaren van het Binnenlandden Bestuur is bepaald. Dit voorstel kon evenmin de sympathie der Directie ver werven, waarna werd besloten om te trachten het ledental uit te breiden en zoodoende den kring te vergrooten waarin 's Genootschaps streven bekend en gewaardeerd werd. Deze poging werd met goeden uitslag bekroond: het aantal gewone leden steeg tot bijna het dubbele. De gunstige geldelijke gevolgen welke deze toename van het ledental met zich bracht, deed op nieuw het denkbeeld rijzen om de contributie voor alle gewone leden te stellen op ƒ 20. De lieer vam dek Ciii.is wenschte daartoe echter eerst over te gaan wanneer het kapitaal van het Genootschap genoegzaam zou zijn aangegroeid om het verlies dat de contributieverlaging zou te weeg brengen, gedekt te zien door eene vermeerdering van renten; terwijl eene Commissie ad hoc. bestaande uit de lleeren VAM dek Ciii.is, vax den Berg en ea Chapelle tot de slotsom kwam dat de be sproken verlaging der contributie zonder gevaar voor 's Genootschaps linantiën en bestaan, zou kunnen doorgaan wanneer de regeeriugssubsidie met / 1000 'sjaars werd verhoogd. 10 Aug. '97. I. 96 Heide denkbeelden vonden ernstige bestrijding, waarop ten slotte door den Heer van der <'iii.is liet voorstel ter tafel werd gebracht om voorloopig de verlaging der contri butie tol / 20, te beperken tot de gewoneleden welker in komen minder dan /' 1000 's maande bedraagt. Toen dit voorstel in de vergadering voor Juni j.l. aan de orde kwam en besproken werd, brachl de Heer Sm hik HtjRGRONJE de kwestie in een geheel nieuw stadium door de zijner belangrijke nota, welke is afgedrukt op pag. .">'.) e. v. der notulen van dit jaar. Al dadelijk bleek dat bet door den HeerSNóucK Hürgronje voorgestane denkbeeld voor de meerderheid der Directie veel aantrekkelijks bezat, al wilde men niet algemeen zoo ver gaan als dit directielid. Ten einde aan de directieleden gelegenheid te geven tot gezette overweging van het ingrijpende voorstel Shouck HrjRGRONJE in verband met bet vraagstuk der contributie verlaging, werd besloten de behandeling van een en ander te verdagen. Omtrent dit voorstel levert de Voorzitter de volgende beschouwingen: Het Genootschap bestrijdt zijne uitgaven uit de contri buties der gewone leden, de subsidie der Regeering en den verkoop van edita, welke laatste post zeer onbeduidend is. De contributies moeten uitsluitend in Indië worden ge zocht; hel tegenwoordige bedrag is te hoog om van pogingen tot verkrijging van gewone Leden buiten Indië eenig heil te mogen verwachten en wanneer de contributie tot / 20 wordt teruggebracht, zal het voordeel dat zulke leden aanbrengen, uiterst gering zijn. /al nu mogen worden verondersteld dat wanneer 's (!enoot schaps werken in een der internationale talen in plaats van in het Hollandsen worden uitgegegeven, het ledental in Indië en daardoor het bedrag der geinde contributies zal toenemen? Eerder zal bet tegendeel moeten worden gevreesd, daar niet [in Au- 97, I. 97 alle leden wetenschappelijke opstellen in eene vreemde taal gemakkelijk /.uilen kunnen lezen e'n sommigen bovendien zullen vinden dat hun nationaliteitsgevoel niet toelaat lid te blijven van eene Indische instelling die voor zijne werken aan eene vreemde taal hoven de eigene de voorkeur geeft. Om nu te voorkomen dal door de ongewijzigde aanneming van.het voorstel-SNOUCK, liet ledental in plaats van toe te nemen zal achteruitgaan, zal het overweging verdienen een middelweg te kiezen, liet Nederlandsen karakter van het Genootschap zal behouden dienen te blijven maar tevens zal aan bedoeld voorstel, waarmede de geheele Di rectie tot op zekere hoogte instemt, gedeeltelijke uitvoering kunnen worden gegeven opdat het streven van hetDenoot schap voor de wetenschap vruchtdragender worde doordat de •geleerden in het buitenland van den inhoud van 's (le nootschaps werken kennis zullen kunnen nemen, hetgeen thans noodzakelijkerwijs eene hooge uitzondering is. Het aangegeven doel zal worden bereikt wanneer wordt bepaald : I°. dat opstellen welke ter publiceering aan het Genoot schap worden aangeboden, behalve in het Nederlandsen, ook kunnen geschreven worden in het Pransch, het Engelschof het Duitsch ; '2". dat in het Xederlandsch geschreven opstellen welke naar het oordeel der Directie daarvoor in aanmerking komen, op kosten van het Genootschap, zullen worden vertaald in een der genoemde vreemde talen: ."!". dat de Notulen in het Hollandsen gesteld zullen blijven, maar dat aan het einde van het jaar door den Secretaris een volledig overzicht zal worden gegeven van hetgeen daarin belangrijks voorkomt en dit overzicht, na goedkeuring der Directie, in het Pransch vertaald en in het Tijdschrift opgenomen zal worden. liet vertalen van het meerendeel der voor het Tijdschrift bestemde opstellen zal, daar de Directie blijkbaar eene 10 Aug. '97, Ij 98 ruime toepassing voorstaat van het beginsel, eene niet onbelangrijke uitgave 'vorderen waarop niet is gerekend en die uit de gewone middelen zal moeten worden bestreden. Bij aanneming van bet boven geformuleerde voorstel zal daarom de voorzichtigheid gebieden om voorloopig van con tributieverlaging at' te zien. De Heer Sereurdeb verklaart in beginsel geen tegenstan der te zijn van het door Dr. Sxouck Hürgronje bepleite voorstel, gelijk reeds daaruit kan blijken dat twee van zijne eigen werken in eene vreemde taal zijn uitgegeven. Hij wenscht echter de aandacht der vergadering te vestigen op eenige bedenkingen welke hem voorkomen bij de behan deling der thans aanhangige aangelegenheid, wel de over weging waard te zijn. Breedvoerig wordt nu door hem uiteengezet dat het sentinients-argument niet te licht moet worden gesteld, omdat naar veler meening onze taal te goed is om alleen te worden gebezigd voor daghladartikelen maar haar voor weten schappelijke geschriften in den ban te doen; dat sedert het latijn heeft opgehouden de algemeene taal der geleerde wereld te zijn, herhaaldelijk pogingen zijn in het werk gesteld om zulk eene universeele taal te scheppen maar al die pogingen op niets zijn uitgeloopen en daarentegen de Scandinavische volken, de Russen, de Italianen, ja zelfs de Finnen, Czechcn en Magyaren, die vroeger veelal van de meer bekende Europeesche talen zich voor hunne publicaties be dienden, tegenwoordig in hunne eigene talen schrijven. Terwijl nu de verschillende takken van wetenschap meer en meer de neiging vertoonen tot specialiseering, zal het meer en meer voorkomen dat voor sommige vakken eene bepaalde taal nagenoeg de overheerschende is geworden zoodat hunne beoefenaars die bepaalde taal behooren aan te leeren, zooals spreker met, voorbeelden staaft; dat, gelijk blijkt uit de overzichten welke daarvan in huiteulandsche geleerde vak [10 Aug. »97, I. 99 schriften voorkomen, de werken van liet Genootschap niet zoo onbekend zijn in den vreemde als de lieer Snoück HuKGROWJE vermeent; dat o. a. tal van met name genoemde ethnographen in verschillende lauden de Nederlandgche taal machtig zijn omdat zij de kennis daarvan voor hunne studie niet kunnen ontberen; dat zoolang andere periodieken en werken welke stndiën over Ned. Indic bevatten, in bet Nederlandsch blijven uitgegeven, het voordeel van de ver taling van 'sGenootschaps werken gering zal wezen. Voorts zal. volgens spieker, het vertalen van opstellen over volkenkundige onderwerpen alleen waarde hebben wan neer die een algemeen, vergelijkend karakter hebben in den trant van die van wijlen Prof. Wilken; taalkundige arbeid zal zich door dubbele overzetting te ver van den oorspronkelijken zin verwijderen; historische stukken zullen hun eigenaardig cachet, dat zij aan oud-holkindsche citaten ontkenen, verliezen en alleen verhandelingen over oudheidkundige onderwerpen zullen onvoorwaardelijk in eene vreemde taal, maar dan liefst in het Engelsch, kunnen worden uitgegeven. In Frankrijk moge in den laatsten tijd de zin voor de behandeling van koloniale vraagstukken zijn ontwaakt, de ethnographie is er niet populair en vindt daar weinig beoefenaren, (leen enkel degeüjk genootschap tot bevorde ring van de studie der ethnographie wordt in Frankrijk aangetroffen; voor ethnographische stukken zal daarom bet Duitsch de voorkeur verdienen boven liet Franscb. De Maatschappij tot bevordering van bet natuurkundig onderzoek onzer koloniën, welke door den lieer Snouck HüRGBONJE ten voorbeeld is gesteld, geeft haar Bulletin uit in het Hollandsch. Zij oefent geen dwang uit op bare medewerkers en moedigt hoogstens het schrijven in eene vreemde taal aan. Ook thans stelt het Genootschap zijne werken beschikbaar voor stukken die in eene andere taal zijn gesteld dan de onze (Geoeneveldt schreef in bet Engelsch, Klerk de Reus Notulen 18U7. 7 II Bovk (C), lm Reiche des weissen Elcphanten. Vierzehn Monate im Lande und am Hofe des Könings von Siam. Deut sche Ausgabe besorgt dureli Dr. F M. Schröter. Mit vielen Holzschnittcn im Text. einem Farbeudruck und Karte. Leipzig 1885. B°. Bonvalot (G.), Across Thibet. London, Paris & Melbourne. 1891, B°. Vol. I and 11. Bosch (W. J. P. van den), Verslag van het bezoek door [den schrijver] gebracht aan de landen Pondok Gredeh c. a. 's-Gravenliage 1896. 4°. Browne (E. G.), A Catalogue of the Persian manuscripts in the library of the University of Cambridge. Cam bridge 1896. B°. Loge „Excelsior", gevestigd in het O. van Buitenzorg. Huis houdelijk reglement. Batavia 18v)6. 8". — Van den Heer Albrecht. Campbell ( W.), The Gospel of St. Matthew in Formosan (Sinkang dialect) with correspondiug versions in dutch and english. Edited trom Oravius' edition of 1661. London 1888. B°. Catalogus der Volksleesbibliotheek te Batavia. Batavia 1896 B°.— Van den Heer Albrecht. Chijs (Mr. J. A. van der), Burgerlijke, europeesche gezag hebbers over Soerabaja. (Overgedrnkt uit het Tijd schrift voor Indische Taal-, Land-en Volkenkunde, deel XXXIX). Batavia 1897. 8". hamers (F. C), Letters received by tbc East India Com pany from its servants in the East, transcribed from the original correspondence' series of the India office records. Vol. 1.1602—1613, with an introduc tion by—. London 1896. B°. Djalaloeddln (sseTeungkoe di Lamgoet) Taubïh al-ghafilïn (Tambihöj rapiliu) di tardjoemahkën döngan basa Atjeh. Lithogr. Singapoera (jaar onleesbaar) '• c tv * • j &■• ■■• j' •• • - III tJL-y u >±s jv é- ****' S.yuLk-i („f.ti iJJO JljjO y;***" Jl*" C/*V^ Engelhard (H. £". Z).), Aanteekeningcn betreffende de Kiu djin Dajaks in het landschap Baloengan. (Overge drukt uit het Tijdschrift voor Indische Taal-, Land en Volkenkunde, deel XXXIX). Batavia 1897. B°. Francis (G.), Dari hal merawatingigija-itoebebrapanasehat akan piara gigi bagoes karangan doctor-doctor gigi Elcus dan Kloosterman, Noordwijk (Batavia). Tersalin dalam behasa melajoe ren dab oleh —. Batavia 1896. B°.— Van den Heer Albrecht. Fujishima (liyauon), Le Bouddhisme Japonais. Doctrines et bistoire des douze grandes sectes bouddhiques du Japon. Paris 1889. B°. Groneman (Dr. ƒ.), De Choleraproef te Soerabaja (Overge drukt uit De Locomotief van 5 en 6 Januari 1897). Jogjakarta 1897. B°.— Van den schrijver. Groneman (Dr. J.), Nog eens de Choleraproef. (Overgedrukt uit De Locomotief van 20 en 21 Januari 1897). Jogjakarta 1897. B°.— Van den schrijver. Hilgers (Th. J A.), De avonturen van Paul Kreutzer. Een verbaal uit het Indische Krijgsleven door—. Deven ter. B°. Hurgronje (Dr. C. Snouck), Eenige arabisebe strijdschriften besproken door—. (Overgedrukt uit het Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, deel XXXIX). Batavia 1896. B°.—Van den schrijver. Hurgronje (Dr. C. Snouck), lets over verjaring in het Moe hammedaansche recht. (Overgedrukt uit het Tijd schrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, deel XXXIX). Batavia 1897. B°.— Van den schrijver. Poedjian anak-anak sekolah pada hari raja taperanakan Toehan Jesus Christus. Batavia 1896. 8°. — Van den Heer Albrecht, IV Njonja Johanna. Boekoe masakan baroe menoendjoekken bagimana bikinnja segala roepa Makanan dan kwé kwé jang enak tjara blanda, tjina, djawa, prasman dan laen-laen sebaginja menoeroet recept jang soedah terkoempoel oleh —. Dengen terhias gambar. (Ini boe koe masakan ada paling baek dari laen-laen boekoe ma sakan jang soedabdi kaloewarken). Batavia 1897. B°. Kale (Dr. H. (en), Sur quelques points d'ostéologie ethnique imparfartement connus. La Plata 189ö. B°.— Van den scbrijver. Kemp (P. IJ. van der), De economische oorzaken van den Java-oorlog van 1825—30. (Overgedrukt uit de Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned.-Indië, 6°. Volgr., deel III). 's-Gravenhage 1896. B°.— Van den scbrijver. Komoan, De vogelnestgrot „Róngköb" in Djokjakarta, (met een plaat). (Overgedrukt uit bet Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, deel XXXIX). Batavia 1897. B°. Lotman (G.), Handboek voor bet onderzoek van grondstof fen en producten der suiker-industrie door —. Herzien en geheel bijgewerkt door N. M. Bosch, ten dienste van laboratoria der suikerfabrieken, verder voor fa brikanten, scheikundigen en leerlingen der landbouw en H. B. school. Met 123 houtsneefiguren. Derde vermeerderde druk. Amsterdam 1896. B°. Maaien (K. van der), De Indische oorlogen. Een boek ten dienste van den jongen officier en het militair on derwijs. Eerste deel: De inlandsche vijand, zijn karakter, strijdbenden, bewapening, aanvoering, ver pleging, versterkingen, enz. Tweede deel: Tactiek van den inlandschen vijand. Met platen. Haarlem, Batavia, 1896, B°. Mayer (L. Th.), Dari penjakit kolera. Katerangan pegi mana mistinja mendjaga soepaia djangan sampe kena IX zenden Gebirgslander. Nach den Reisen der Brüdcr Schlagintweit nnd anderer neuerer Forscher darge stellt. Mit 12 Landschaften in Tondruek und zahl reichen in den Text gedruckten Holzschnitten. Jena 1884. B°. XL Ontwerp-mijnwet voor Xed.-Indië. De Ombilien zaak. De nieuwe bewerker der „Maandelijksche Ke vue" in „de Ind. Gids". Levens-berichten van Holle en Keuchcnius. (Overgedrukt uit de Economist). s'Gravenhage. 8°. — Van den schrijver. v. U., productiviteit van Suriname (Overgedrukt uit de Economist, Juli—Aug. 1896). B°.—Van den schrijver. Over het oude muntregt der stad Utrecht (overdruk uit het Tijdschr. v. gesch., oudheid en statistiek van Utrecht). Ibid., 1837. B°. Vatsyayana, de kama-soetra. Grondbeginselen der proef ondervindelijke liefde (Zedenleer der Brahmanen). Amsterdam, z. j. B°. Verbeek (/?. IJ. M.) en R. Fennema, geologische beschrij ving van Java en Madoera. Amsterdam, 1896. 2 deelen. B°. — description géologique de Java et Madoura. Amster dam, 1892. 2 vol. B°. Veer (H. de), de „mijnheers" en hun polderland, door den bril van een Duitseher bekeken. Leiden, 1887. B°. Vereeniging tot bevordering van Christelijk leven en onder ling hulpbetoon (Erkend bij gouv. besluit dd. 28 Dec, 1896, rto. 20). Verslag, R halfjaar 1897. Magelang, 1897. B°. Verslag van de redenaars van I'Union Royale aan de mees tersvergadering over het ontwerp van de algemeene wet der orde van vrijmetselaren onder het Groot- Oosten der Nederlanden (1885). z. n. v. pi. 4°. Vierkandl (A.), Naturvölker und Kulturvölker. Ein Beitrag zur Socialpsyehologie. Leipzig, 1896. B°. Vreede (G. VV.), republiek of constitutionele monarchie ? Toespraak bij het hervatten der lessen van Neder landsch staatsregt. Utrecht, 1869. B°. Vreede (G. W.), onze volksgeest, vóór en na de grondwether ziening van 1848. Teekenen des tijds. Eischen van XLI bet oogenblik. Met een' brief ter inleiding, aan den Heer Mr. J. M. de Kempenaer. Utrecht. 1870. B°. Tbe Vrihat Svayambhü Puranam, containing tbc traditions of tbe Svayambhü Kshetra in Nepal, cditcd bij Fandit Haraprasa'd Sa'stri. Calcntta, 1894/6.8°. (Bibliotheca Indica). Winter (L. F.), penjoeka hati jaitoc berbagai-bagai per mainan soelap, hikmat, teka-tcki dan permainan dji naka, akan menjoekakan hati di dalam perkoem j poelan. Batavia, 1897. B°. Woermann (K.), die Ausstellung der Hirtscben Sammlung chinesischer Malereien iin ethnographischen Museuin zu Dresden. (Sonderabdruck aus dem „Dresdner Jour nal" voni 15—17 Februari 1897). B°. . Zanten (./. //. van), beschouwing over de wijze, waarop de armenzorg behoort besebreven te worden. (Gedrukt voor de leden van de Ver. voor de Staath. en de Stat.) Haarlem. 1897. B°. lettersteen (K. V.), ur Jahja bin 'Abd-el-Mu c tf ez-ZawA\vi's dikt El-Durra cl- Alfïje ft«llm el-itrablje. Akademisk Afhandling. Leipzig, 1895. B°. XLIV Bechmann (A. vori), der churbayerische Kanzler Alois Freiherr von Kreittmayr. Festrede in der k. b. Akademie der Wissenschaften. München, 1896. 4°. Bodemeijer (Ch. E. \, de oudheden in de controle afdeeling Gcnding, afdeeling Kraksaiin, residentie I'roboliuggo. (Overgedrukt uit liet Tijdschrift van het Bataviaaseh Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, deel XL, ah. I—2). Batavia, 1897. B°.— Van den schrijver. 800l (IJ. </.), wet, houdende vaststelling van liet Reglement op het beleid der Regering van Nederlandsch-Indië. Tweede uitgave. Zalt-Bonmiel, 1876. B°. Steenkolen Mij. n Oost llurneo". Circulaires, April en 15 Mei 1897. 4°. Brockkaus und Meyer's Konversations-lexica. Kritiken von A. Bai'tels, E. Brausewetter, <;. Uphnes u. A. (Son der-abdruck aus der Post, <ler Allgemeinen Buchhand lerzeitung, der Akademischen Revue u. s. w.) 1896. B°. Cohen (S. Fzn.), iets over eedzwering bij de Javanen. (Over gedrukt uit het Tijdschrift van het Bataviaaseh Ge nootschap van kunsten en wetenschappen, deel XL, all. I—2). Batavia, 1897. B°. — Van den schrijver. Crawjord Johnston (T.), did the Phoenicians discover Ame rica? (Special bulletin of the geographical society of California) [Overdruk uit the Californian illustrated magazine, 1892J. <S°. Eijkman (P. IJ.), prospectus van de pbysiatrische inrichting: „Natura Sanat" te Seheveningeu. 1896. Plano. Faes (./.), ontwerp nieuw reglement op de particuliere lande rijen bewesten de Tjimanoek met memorie van toe lichting. Artikel 1-5. Batavia, 1897. B°. Féral (G.), observations météorologiques sur les pluies gé nérales et les tempêtes. Nouvelle édition. Albi, 1897. B°. Ferguson (B. W.), captain Kobcrt Knox: the twenty years captive in Oeylon and author of „an historical re- XLIX Iji. jjXo ,e.Ub Lithogr. Batavia, 1315 H. = 1897. 12°. Oudemans (G. ./.), keur-keur dan bebrapa besluitnja kang djeng resident Japara, prilial atoeran roepa-roepa di dalem karesidenan Japara. Di toetoep pengabisan boelan Oktober 1897. Samarang, 1897. B°. — Van den schrijver. Padangsche han del-maatschappij. Verslag, 1895. B°. Riedel (J. G. F.), de wotu rerumëran ne empung of de stee nen zetel der empungs in de Minabasa. (Overge drukt uit bet Tijdschrift van het Bataviaasch ge nootschap van Kansten en Wctenscliappen, deel XL, afl. I—2). Batavia, 1897. B°.—Van don schrijver. Roest (./. L. D. run der), uit het leven der bevolking van Windessi (Nedcrl. Nieuw-Guinea). (Overgedrukt uit het Tijdschrift van bet Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, deel XL, ati. 1—2.). Batavia, 1897. B°. — Van den schrijver. Rui) {L. W. G. tic), de invoering van opiumregie, Eenige opmerkingen, 's Gravenhage, 1897. B°. Sair binatang, soewatoe dongeng jang betoel dari perkara pacht opium jang soedah kcdjadian di Betawi, be rikoet: sair madat, soewatoe peringetan jang baek boewat orang-orang jang makan „madat". Soepaja mana jang belom makan barang itoe, boleli djaga, djangan sampei dirinja djatob di dalam katjilaka-an itoe. Batavia, 1887. 4°. Schaank [S. E.), het Loeh-foeng-dialect. Leiden, 1897. B°. S. \rlilcgel] (G.), bulletin critique (hierin kritiek van Cata logus mim. verz. Bat. Gen., 4 e druk] (overdruk uit T c oung pao, vol VII). B°. [Scolt (W.)\, the life of Napoleon Buonaparte, emperor of the French, with a preliminary view of the French XLV lation of the island Ceylon in the East Indies" (London 1681). Contributions tovvards a biography. Colombo, 1897. B°. — Van Mr. J. A. van der Chijs. Flammarion (&-), L'astronomie. Revue mensueüe d'astro nomie populaire, de météorologie, de physique du globe et de photographie céleste. Paris, 1893/4. 12 e année, No. 6, 7, 9 — 12: 13« anuée, No. I—l2. B°. Fokker (M.), Zelandia illustrata Verzameling van kaarten, portretten, platen, enz. betreffende de oudheid en geschiedenis van Zeeland, toebehoorende aan het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen (2 e ver volg). Middelburg, 1897. B°. Gansoijen (.1. Paris lol), eenige opmerkingen over het ont werp eener nieuwe regeling van den privaatreohte lijken toestand der Chincezeu in Nedcrlandseh-lndië. Soerabaia, 1897. B°. Groeneveldt (VV. ƒ>.), de Nederlanders in China. Eerste deel. De eerste bemoeiingen om den handel in China en de vestiging iu de Pescadores (1601 —102-1). (Over gedrukt uit de Bijdragen tot de Taal-, Land-en Volkenkunde van Ned.-Indië, 6 ( '. volgr., deel IV.). 's-Gravenhage, 1898. B°. — Van den schrijver. Grotwman (ƒ.), De bouwvallen van Parambanan. Gids voor bezoekers. Jogjakarta, 1897.8°. — Van den schrijver. Groneman (,/.), naar het Jang gebergte (Overgedrukt uit de Locomotief van Nov. en Üec. 1897). 4°. — Van den schrijver. Gijselman en Steup, bericht over mijnwaarden. No. 1. Ba tavia, 1897. 4°. Urncs (./. /•;.), de afstand der Kaap de Goede Hoop aan Engeland in 1814. (Overgedrukt uit de handelingen en mededeelingen van de maatschappij der Nederl. letterkunde te Leiden, 1890—1897). Leiden, 1897. B°. — Van den schrijver. XLVI Hemden ( W. van), wijnkeuringen in Nederlandsck-lndië. Batavia, 1897. B°. — Van Mr. J. A. van der Chijs Uien (H. A. van), de Javaansehe geestenwereld en de be trekking, die tusschen de geesten en de zinnelijke wereld bestaat, verduidelijkt door petang.in's of tel lingen bij de Javanen in gebruik. I de primbon's: .II de tëngëïan's; 111 de woekoe's; IV de ngelnioe's. Semarang, 189G. B°. Hihjers (Tli. J. A.), gewond voor den vijand. Verhalen voor de Indische en Nederlandsehe jeugd. Soerabaija, 1897. B°. llindrik (Boeng), boekoe pantoen kalocng melati bagei ka soekaiin hati segala orang moeda. Batavia, 1897. 12°. Hirlh (F.), mélanges [hierin aanteekeniug op Groeneveldt's notes on the Malay Archipelago| (overdruk uit T c oung pao, 1895). B°. Hoëvell (G. W. W. C. van), eenige typen uit den Nederlandsch- Indischen archipel. (Separat-Abdruck aus Interna tionales Archiv i'ür Ethnographie, Bd. X, 1897). 4°. — Van den schrijver. Circulaire betreffende de oprichting van een monument ter eere van K. F. Holle. Mei 1897. 4°. P. V. H.[oorn], eenige voorname eygenschappen van de ware deugt, voorsichtigheyt, vvysheydt en volmaeckt heydt, getrocken uyt den Chineschen Confucius, en op rym gebracht. Batavia, 1675. 4°. — Van den heer B. Hoetink. Houten (f. ./. van), nota aangeboden aan het bestuur der Maatschappij ter bevordering van het natuurkundig onderzoek der Nederlandsehe koloniën. Staatsbescher ming van nuttige ot merkwaardige dieren en plan ten in de Nederlandsehe koloniën. Den Haag. 1896. B°. Government ot' India. I.egislative departement. The As sam code: containing the Bengal regulations, local XLVII acts op the gorernor genend in council, regulations made under the governnient of India act, 1870 (33 \'iet., C. 8) and acts of the lieutenant-govevnor of Bengal in conncil, in force in Assam, and lists of the enaetmens whieh have heen notitied for scheduled districts in Assam under the scheduled districts act (XIV of 1874); with chronological tables and index. Calcutta, 1897. B°. Aivhaeological survey of India. (New series) vol. XIX. Lists of antiquarian remains in the centralprovinces and Berar. Compiled by Haury Cousens. Calcutta, 1897. 4°. lierson (G. Roessingh run), waar vele millioenen reeds ge bleven zijn en waar vele millioenen nog zullen blij ven. Een verzoekschrift aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Leiden, 1897. B°. ïStaatsspoorvvegen op Java. Algemeene orders voor de ex ploitatie der westerlijnen. Batavia, 1897. S°. Koffie-pel en sorteerinrichting „Kalimaas". Verslag 1895. Soerabaija, B°. Naamlooze vennootschap Koflie-cidtuurmaatschappij „Kelo non", te vestigen te Batavia. Prospectus, inschrijvings biljet en circulaire van 20 September 1897. Batavia, 1897. 4". Krans (E.), christlicher Bücherschatz. Illustrierter Weih nachtskatalog fürs evangelische Haus. XVI Jahrgang. Berlin, 1894. 4°. Landstrom O'.), Eranos. Acta philologica Suecana. Vol I, fase. 2—4; Vol 11, fase. 1. Upsaliae, 1896/7. B'. Van Majuha tot Krugersdorp. Album bevattende Trans vaalsche landschappen, volkstypen en portretten Haarlem, z. j. 4°. Mijnbouw-Maatschappij Marlapoera. Verslag en verantwoor ding stukken over het 2 <le boekjaar. Soerabaija 1897. B°. XLVIII Mijnbouw maatschappij „Mmano", te vestigen te Batavia. Prospectus, 1897. 4°. Naessens ( W.) en ('o. geïllustreerde prijscatalogus van pia nos en diverse muziekinstrumenten en/.. Samarang en Soerabaia, /.. j. [vóór Dec. 1897] — B°. Nederlandsehe vereeniging voor elektrotechniek. 1896—1897. lIJ. Notulen der vergadering van 19 December 1896. Naamlijst der leden op 1 Januari 1897. 's Gra venhage, 1897. B°. Vereeniging voor ziekenverpleging in Nederlandsch-Indiê. Jaarverslag, 1897. Batavia, B°. Wetboek van strat'regt voor inlanders in Nederlmdsch-Indiê. Batavia, 1897. B°. Nieuwe regeling van den privaatrechtelijken toestand der Chineezen, ontworpen op last der regeering van No derlandsch-Indiê. Batavia, 1897. B°. De zes Regerings-Reglementen van Nederlaitdsch-Indiè van 1815, 1818, 1827, 1830, 1836 en 1854, met ver wijzing naar de gelijkluidende artikels Derde, her ziene druk. 's Gravenhagc, 1883. B°. < hitwerp van een wetboek van strafrecht voor de Europe anen in Nederlandsch-Indië, met memorie van toe lichting. Aangeboden aan de Koningin-Weduwe, Ee gentes van het Koninkrijk, door de Staatscommissie, ingesteld bij Koninklijk Besluit van 28 Maart 1887, No. 15. 's Gravenhagc, 189]. B°. Ned. I»(l. crediet en bankvereeniging. Verslag, 1896 Am sterdam, BU.8 U . Ned. Tnd. houtaankapmaatschappij. Verslag, 1895. Kot tcrdam, B°. Sajjid Oethman bin Abdallah bin Aqïl bin Jahja al-Ahuvi, mit'tahoe 's-sa'adah, ërtinja pëmboeka'an ka'oen toengan bësar. ïtïU-J) -.Ui* J.ABX J tHO\<iXC J ,jl»Jk£ l_JU£-i £j .C\.i ,*.} L revolution, by the author of' „Waverley", etc. Phi ladelphia, 1827. 3 vol. B°. — Van den lieer G. Landolt. Smylh (A. II.), memoir Hemy Phillips, jr. Read before the American Philosophical Society, May 15, 1896. Re printed from Proc. Ainer. Philos. Soc. Memorial volume. B°. Mijnbouwniaatschappij „Soepajang". Prospectus, inschrij vings-biljet. Batavia, 1897. 4°. Sleinmelz (IJ. E.), oudheidkundige beschrijving van de af deeling Bondowoso (residentie Bësoekie). (Overgedrukt uit het Tijdschrift van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, deel XL, afl. 1.) Batavia, 1897. B°. — Van den schrijver. Stoppelaar (L. P. de), de petroleum industrie, in het bij zonder die van Nederlandsen Oost-Indië Overzicht bewerkt ten behoeve van houders van petroleum waarden. Amsterdam, 1897. S°. Cultuur-maatschappij Tandjong Pinang. Verslag l e boekjaar 1896. Batavia, 4°. Rapport, over de onderneming Tandjong Pinang. Batavia, 1897. B°. Tendt'loo (11. J. E.), feiten en cijfers uit de Sadjarah me laiju in verband met enkele betwiste hoofdpunten der Maleische grammatica. (Overgedrukt uit het Tijdschrift van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, dl. XL, afl. I—2). Ba tavia, 1897. B°. — Van den schrijver. Tjerita dahoeloe kala di negri tjina tersalin dari boekoe „T/iag Ang Paim," di tjeritaken: Hay Soey baroe di lahirken, tempo keradja'an Khe Tjeng Koen merk Tay Béng Tianw. (Overgedrukt uit de courant De minggoe van 19 Juli 1896, No. 29 en volgende). No. 1. B°. Tjoa Tjoe Kwan, penjoeratan pada menjataken hoeroef tjina jang beroepa gambar. Batavia, 1897. B°. LI Tjerita tjina dari dzaman doeloe kala tempo keradja-an, Han Tiauw tersalin dari boekoe tjina Tour/ Se Ban. Betawi, 1897. 4°. Vimonl (E.), les sciences populaires. Revue mensuelle in ternationale d'astronomie, de météorologie et des sciences d'observation. Paris, 1895/G. 9 e année (2 e sé rie), No. 2—4, 6, 7, 9, 10; ÏO année, No. 3,12. B°. Vorderman (A. Ér.), onderzoek naar het verband tusschen den aard der rijstvoeding in de gevangenissen op Java en Madoera en het voorkomen van beri-beri onder de geïnterneerden. Uitgegeven door de Ver. tot bevord. der gen. wet. in N. I. Batavia, 1897. 4°. .Met atlas. Walbeehm (A. 11. J. G.), het dialekt van Djapiira. Over gedrukt uit Verh. Bat. Gen. Batavia, 1897. 4°. Wifigcrs (F.), Toerki dan Joeuani (Griekenland). Percenan boeat langanan Pembrita Betawi. Batavia, 1897. 12°. Zimmermann f/4.), die europiiiseben Koloniën. Schilderung ihrer Entstehung. Ëntwickelung, Erfolge und Aus sichten. I* 1 "' Band. Die Kolonial-politik Portugals und Spaniens in ihrer Ëntwickelung von den An fangen bir zur Gegenwart. Berlin, 1896. B°. Zwierzina (W. K. F.), beschrijving der medailles sedert 23 November 1890 lot 1 Januari 1897 geslagen aan de Kon. fabriek van zilverwerken, firma C. J. Begeer te Utrecht. 1897. B°. (Overdruk uit het Tijdschrift v/h Ned. gen. voor munt- en penningkunde). LIII Lanspunt Panenggor babad \ Tjomlré i Beeldje van een inl. hoofd te paard. ....... I Beeldje van een gamboeh. . Teekening tot afwering van ziekten Wajang voor kraamvrouwen (2 stuks) Beeld van een roover. . . Bendo \ Pedang (2 soorten). . . . J <**«**• Djëbak Wajang lilingoeng Kalong kembang tjabé. . . Peniti oelar rantang. . • • I Piso rantjang wawali . I Koperen doos, met krokodillen 1 versierd I Gedog oegel oebar. : . . Zetel van een Regent in oude | tijden. Krissen (10 soorten). . . . W. u/d. van Borneo. Bamboe koker (Seri- \ bas-Dajak) j Badioe van kralen (2 stuks), f 7 ~ , r „ J v J \ L. M. Vonck. Sarong (2 stuks) i Tjawat \ Klein sebild (2 stuks). . . ) Slendang songket Gekocht. Centraal-Bomeo. 6 voorwerpen. . . . Dr. Nii;i wkmuis. Celebes. Kris met 9 loek en fraaije schede Gekocht. Menado. Tembaga (2 stuks). . . , Gekocht. LIV ïSinekadan Gekocht. Rottenval (3 soorten). . . . A.G. Vordermax. Nieuw Guinea. Gebeeldhouwde stijl van eene roemseran Dr. D. W. Horst. Roeispaan ) Knods (o soorten) > Pul (3 , ) ' Balt. Tika ) Kris loeroes met fraai pamor.! Gekocht. Dodot ) Ban/.ii. Lanspnnt ) Werp-lans ) Varia. Gevelsteen met het wapen van Utrecht Rsass & Co. LIX Halt' erown, 1896.—z. . .\ Six pence, 1896.— z. . . . f Three pence, 1896.— z. . . 11. V. Davids. Penny en half penny, 1896.—k.l Farthing, 1896.—k. . . ../ Frankrijk '/, franc, 1828.— z Spanje. 2 reales, 1841. — z i , ~ ' ' G. L. : Hooit. 2 pesetas, 1870.— z. . . .) Pistole, 1794.—g Lm Luim Boe. Gibraltar. 2 quarto's, 1802.— k. . . . Gekocht. Hamburg. 2 Mark, 1876.— z P. A. deNijsßik. Saksen. «/, Thaler, 1863.—z. . .. G. L. 't Hooft. Salzburg. 7 31 Thaler, 1760.—hi11. . | Duilscherijk Pfennig, 1894,96.—k. . ( ' " 2 Mark, 1876 -z. ...)-,. v .. \ I'. A. de Ni.is Bik. 50 Pfennig, 1875.— z. . . ) Oostenrijk. i/ 4 Thaler, 1735.— afslag in koper Geruild. Savoye. Lira, 1828.—z G. L. 't Hooft. Venelie. Zecchino van A. Moceniöo, z.j.—g Dr. C. Skouck lli kg kon je. Kerkelijke Staal. ,/., scudo, 1697.— z. . Papello, 1780.—z Scudo, 1830, 37, 53.—z. . . 5 haiocclii, 1842.— z. . . . Kon. Italië, 40 lire, 1811.—g Mr. J. A. v. i>. CIIUS. Denemarken. Daler van de Deenschc Aziati sche Compagnie ; 1749.— z. Gekocht. 25, 10, 5, 2 en 1 ore. —z. en k. Dr. Krik Nyman. /tinten. Koper ör, 1648. — z V. 11. Du.ii/. 2 ör, 1747, 1890, 94.— k , 5 öre, 1878—k [ Dr. Erik Nyman. 25 „ , 1876.— z. . . .. 1 LVI Prij.s-niedaille van het scherm- \ gezelsöhap: „de vrije wape- / nen", 1895. — br. ... Xed. Regeering. C. Proper, 1896. — br. . . I Jhr. Vkkiiki.iion, 189(1. — br.) Engeland. Jeton van .1. Faki.ysm.vx, ■/.. j. — k f. P. Moquette. Frankrijk. Mil. draagpenning voor den oorlog in Mexico, 1862/3. —z. Gekocht. Ter eere van den uitvinder van het crayon Mengin, z. j.—g. k. J. P. Moquette. Italië. G. V. Gratina, 1718. — ijzer. J. H. M. van OOSTEBZEE. Benoeming van paus Leo XIII, \ 1878. —br. J Duiltchland. P. C. W. Beuth, 1846.—br. f Mr. J. A. v. i». Oostenrijk. Onthulling van het standbeeld i Chijs. van Maria Theresia te Wee- j nen, 1888. — br ) lojarige regering van Frans! Joseph, 1888.— z. . . .J 70Qjarig bestaan van Wiener' ~ ... •' & Geruild Neustadt, 1892.—z. . .i Feest van het „Wiener Kunst-1 ler-llaus", 1892.—z. . . ƒ Mexico. Mil. draagpenning, z. ]. —z. ) m j ai -toon Gekocht. Madagascar. Als voren, 1862. — z. . . \ AM ULET TEN. Java. Gobog, negen soorten. —k. . Gekocht. China. Amulet.— k B. Hoetink. M L' N T E N. Aljeh. Mas, drie soorten. —g. . . Dr. C. SnouckHi k gronje en J. M. H. V. OOSTERZEE. LVII Java. Dubbele Java-ropij, 1783.—g. Gekocht. Halve stuiver (bonk), 1804. —k. (3 variëteiten) J. M, H. van Oostekzee en H. M. LA Cha- PELLE. Sumalra. Dolok, 5 cents. — k H. M. i.a Cha pelle. Bonieo. Sandakan comp, 20 cents, z. j. — nikkel Gekocht. Japan. Twee soorten.—k B. Hoetink. China. Een 20tal soorten. —k. . . Dr. J. H. F. KOHLBRUOGE, B. Hoettnk en J. P. Moquette. mesvorrnige munten (2 soor ten). — k J. P. Moquette. Formosa. 10 cents, z. j. — z B. Hoetink. Anmam. 10 soorten. — z „ „ Pocloc pinang. International bodega, 100, \ 20, 10, en 5 cents, z. j.— i g- k I Nepaul. 14 soorten, z. en k. . . . I Indo-Sassaniden. 3 soorten —z. en k. . I Moqol's. Dubbele ropij, 1185.— z.. .1 _ , p •• ioor / Gekocht. Kopij, 1235. — z / Madras. Halve moelir, zj.— g. . .1 Baroeda. Ropij en halve ropij, ir» v ; —z. 1 Kwart ropij, z. j. —z. . .1 Pie en dubbele idem, 1950. — I k . .; Hyder-abad. Ropij, 1312.— z J. M. 11. van Oostekzee. Koernal. Ropij. —z.j. — z I « D t ioiö i f Gekocht. Mysore, Behram, 1218. — k LVIII Nowanagoer. Anna, 1928. — k. . . Travankore. Fanam met R. V. —z. . . Gou. Roda, z. j. — tin Perziê, Sassaniden. Drachme, 3 soorten. —z. f Kleine munt. —z. . . > Gekocht. Tspehbed's. Drachme, 134.— l AH Moerad Khan. Ashrafi, ' 1197.—g Syrië. Alexander de groote. Drachme (valsch) Geruild. Judaea. Oholon. — k „ Nederland-. Ducaton, Utrecht, 1765.— z. .P. A.deNijrßik. Stuiver, Holland, 1724.—z. . J. M. H. van OOSTERZEE. Halve cent, 1894.— hr. . . Mr. J. A. v. d. Chijs. Speclmunt van J. M. Zetseb, 2'/ 2 cent, z. j. — hr. . . . H. M. la Cha pelle. België. Philips de stoute. Dubhele) groot, z. j. — z > Geruild. Groot, z. j. —z ) Centime met Vlaamse]i opschrift. 1887.— k G. L. 't Hooft. 5 centimes met Vlaamse!) op schrift, 1895.— nikkel. . . Mr. J. A. v. r>. Clll.ls. Engeland. Half sovereign, 1835.— g. . Geruild. Five pounds, 1893.-g. . . D. Gboeneveld, H. P. J. vaniu:.\' Berg en W. E. van Charantk. Half sovereign, 1896.— g. .) _ _ , H. V. Davids. Crown, 1890.—z ) LX Noorwegen. 10 öre, 1875.— bill. . . . Dr. Euik Xyman. Griekenland. 20 drachmen, 1884.—g. ■ • H. J. J. Hi:im\ Turkije. Sequin van Machmoed 11. —g. Dr. C. Snoick lII'RGRONJE. Californië. i/ 4 dollar {eureka), 1884. — g. Geruild. Brilsch Honduras. 25 cents, 1895.—z. . Gekocht. Haïti. 6 centimes, 1840.— k. . . \ 20 „ , 1863.—k. . . 2 „ , 1881, BG.—k. .1 Centime, 1881, 86.—k. . .[ r „.. . ~. n . f G. L. 't Hooft. Lurarao. Stuiver met LX*-.- z -J- — l nikkel I Noodmunt, fragment van cen | peso. — z Suriname, de la Fuente, wagen-vracht, /.. j. — g. k Gekocht. Berbice. Noodmunt van drie gulden.— z. \ Dominicaansche republiek. 2'/o centavos, j 1882.—nikkel f _, „ Venezuela. Naam onbekend, 1879. — z. .. Colombia. 5 centavos, 1822, 86. — z. enl nikkel ' Brasilië. Pedro I, patagon, z. j. —z. ,\ 40 reis, 1889.—k. .• . .( Gekocht. Marokko. Halve du-ham, 1311. — z. .) Azorische eil. Vintem, 1795.— k. . .. Lim Liakg Boe. Groot Coaua'f. 5 francs, i~.a. — z. . .1 ... . , (rekocht. Abyssvnte. y, franc, z.j. — z ) PAPIEREN GELD. Deli. Brown and Co. 2'/ 2 en 1 dollar, 1890 P..T. Koorkman. China. 1000 en 2000 cash. Billetten ) , , „, . [ B, HOETIHK. van part. banken te Peking.) LXI Oostenrijk. Gulden, 3 86(3 Mr. J. A. v. n. Chijs. Hongarije. Hungarian i'und. Dollar. New- York, 1852. ...... G. Labtdolt. I talie. Banco di Napoli, 50 centcsimi, 1872 J. P. Moquette. Colombia. Banco nacional. 20 centavos, 1 1885 ' G. L. 't Hooft. Bolivia. 10 centavos, 1877 ; LXIII De linkerhand omvat een kalebasvormig voorwerp (wa terkruik '?) Het nauwsluitende lendekleed hangt van voren in plooien af. Arm-en polsringen, halssnoer; oepawita. Hoven de navel een eenvoudige gordel met sluitstuk. Conische hoofdtooi. Lengte (zonder uitsteeksel) 19.4: Grootste breedte 5.5. Herkomst als N°. 1349*. 730. Haan vaii brons, met geopenden snavel waarin een halve maan. Hoog 6.5 Not pag. 80, I,d. Desa klapngadiug, district Djamboe, afdeeling Poerwokerto, residentie Banjoemas. 1294*. Ring, effen, open, met over elkander gebogen spits toeloopendc uiteinden. Het lichaam van den ring is bijna over zijne gcheele lengte bilateraal afgeplat. g. Not. pag. ï)6, I,c. Kali Lembon, district Widoeng. afdee ling Demak, residentie Semarang. 1306a. Ring, gouden, bestaande uit drie boven elkander liggende ringen (gladde) die aan de voorzijde zijn omwoeld met in verschillende richtingen gebogen draad. Not. pag. 13, a. Desa Taloenpring, district Mautoep, af deeling Lamongan. residentie Soerabaja. IiJI.V. Idem als voren, zeer dun. Opschrift: (,'ri (?). Not. pag. 19, g. Desa Keboemen, district Djelis, afdee ling Temauggoeng-, residentie Kedoe. 1320'. Ring als voren. Aan één kant bolvormig ver breed. Opschrift: <>i Herkomst als No. 1315". LXIV 132(K Ring als voren. Opschrift: Cri. g. Herkomst als No. 1315". 1325*. Ideui als voren, zeshoekige zegelplaat met op schrift: (,'ri. g. Not. pag. 14, b. Desa Koerahan, district Godejan, re gentschap Sleeman, residentie Djokjakarta. 1325*. Idem als voren, kleiner en lichter. g. Herkomst als No. 1325". 1328". Idem als voren. De zegelplaat is rond met vier uitspringende bogen. Op de plaat eene versiering bestaande nit vier ellipsen met een cirkel in het midden. g. Not. pag. 19, g. Desa Keboemen, district Djelis, afdee ling Temanggoeng, residentie Kedoe. 1328*- Idem als voren. Op de plaat echter Qri. g. Herkomst als No. 1328". 1334"' Idem als voren, met kleine, ronde zcgelplaat waarin een arabesk of bloemfiguur is gegraveerd. g. Not. pag. 54, Vil, 2°. Desa Sitoeradja, district Soeme dang, residentie Prcanger Regentschappen. 1375". Idem als voren, massief en vrij zwaar, vierkante, hooge zegclplaat met een uitspringenden rand in het midden. Ruw, groen steentje. g. Not. pag. 57, I,d. Kampong Pondok Aren, district Keba joran, afdeeling Meester-Cornelis. residentie Batavia. 1420". Oor-knoppen (een paar). De steentjes ontbreken. De ring is aan de achterzijde verbreed en heeft daar ook een steentje bevat. g. Herkomst als No. 1328" 1458". Oorring, open, bestaande uit een middelstuk, bestemd tot het houden van een steen (die is uitgevallen) LXIX P. M. Ader, Indrarnajoe. H. F. Andreas, Telok Betong. P. C. Arends, Batavia. R. C. Bakhuijzen van den Brink, Batavia. H. P. A. Bakker, Pontianak, J. Ballot, Batavia. C. L. Barentz, Nangga Pinoh (W. afd. v. Borneo). F. H. Barkeij, Toboali. C. H. Baumgarten, Tjikopo. E. Th. Th. H. van Benthem van den Berg, Poerworodjo. H. P. J. van den Berg, Batavia. H. V. Baron Bentinck, Koedoes. Mr. Gr. J. A. van Berckel, Batavia. W. P. van Berkel Bik, Batavia. W. A. Berkholst, Smitau (W. afd. v. Borneo). H. G. H. de Bie, Tjiandjoer. G. J. P. Biegman, Fort de Koek. K. N. Binnendijk, Poerwakarta. Mr. W. Biruie, Soerabaja. J. J. Bischoff, Batavia. G. E. A. Bischoff, Gading (Probolinggo). W. C. Blanken, Bandoeng. Ch. P. J. Blok, Djoewana. Ch. E. Bodemeijer, Kraksaan. D. Breedvelt Boer, Indragiri. J. C. Baron van Boetzelaer, Lingga. Th. L. Bogaardt, Kediri. H. D. H. Bosboom, 's-Gravenliage. Mr. V. A. van den Bossche, Patjitan. D. F. van Braam Morris, Makassar. J. A. van der Breggen, Djocjacarta. P. W. van den Broek, Ngrambe (Madioen). J. A. G. Brugman, Makassar. P. M. L. de Bruijn Prince, Magelang. B. L. van Bijleveldt, Bodja (Kendal). LXV en verder uit twee spiraalvormig gewonden zijstukken die te zanien den ring vormen. g. Not. pag. 131, I,b. Desa Tjoeroekbolong, district Poer woredjo, residentie Banjoemas 1469''. öorsieraad. Open ring van fraai gedreven goud, hol en niet klei opgevuld. Herkomst als No. 1325«. 1454 ,; . Hals- of borstsuoer bestaande uit twaalf schakels van verschillende grootte, waarvan liet grootste spits toe loopt en de overige bladvormig zijn. Aan den bovenkant van eiken schakel bevindt zich een dubbel, paralelloopcnd recht kanaal ter aanrijging. Versieringen over de geheele oppervlakte. g. Xot. pag. 80. I,f. Desa Madoekoro, district Singomerto, afdceling Bandjarnegara, residentie Banjoemas. 1510». Knop van een kHen, in den vorm van een sterk gestyliseerden vogelkop. g. Not. pag. 49. I.c. Desa Sembiran, residentie Eedoe. lf)(>l'. Bronzen bijl, onversierd. Lang 9. Not. 1896, pag. 116, 3°. Tjiliwoeng (land Tan djoeug West). 1608''. Kris. De versiering op het lemmet is niet meer te onderscheiden. Lang. Not. 1896, pag. 11G, 3». Vindplaats onbekend. 1909«. Pot, grijs verglaasd, aardewerk, /onder oogje-; of deksel. Op het lichaam van den pot, bladvormige versiering. Hoog 9. Grootste middellijn 11.5. Herkomst als No. 1510". LXVII Eereledcn. Z. K. 11. Alexis, Alexandrovitch, Grootvorst van Rusland. A. Barth, Parijs. (10, rue Garancière). Begin, Parijs. Mr. N. P. van den Berg, Amsterdam. Prof. Mr. L. W. C. van den Berg. Delft. M. J. van Bosse, 's Gravenlmg'e. Mr. J. A. van der ('hijs, Batavia. J. D. Fransen van der Putte, 's-Gravenhage. W. P. Groeneveldt, 's-Gravenhage. A. Haga, 's-Gravenhage. H. Helb, Amsterdam. Prof. Dr. J. H. Kern, Leiden. Mr. T. II der Kinderen, 's-Gravenhage. Mr. J. W. van Lansberge, 's-Gravenhage. Mr. Jhr. .F. Loudon, 's-Gravenhage. Dr. B. F. Matthes, 's-Gravenhage. Dr. A. H. Nieuwenhnis, Buitenzorg. Dr. J. G. F. Riedel, 's-Gravenhage. Prof. Dr. G. Schlegel, Leiden. Z. M. KSomdet Phra Paramendr Maha Chulalonkorn, Koning van Siam. Dr. R. D. M. Verbeek, Batavia. W. F. Versteeg, Amsterdam. J. W. Yzerman. 's-Gravenhage. ('orrespondeerende Leden. Dr. A. Bastian, Batavia. Prius Roland Bonaparte, Versailles. Dr. R. Brandstetter, Luzern. Dr. J. Burgess, Edinhurgh. Marquis de Croizier, Parijs. R. van Eek, Breda. Dr. A. Ehrenfeld, Weenen. LXVIII A. G. Ellis, Amsterdam. Prof. Dr. R. Fruin, Lcideu. Prof. Dr. J. M. de Goeje, Leideu. Prol. Dr. J. M. M. de Groot, Leiden. Dr. B. Hagen, Homborg i Rheinpfalz). P. S. Hamel, 's-Gravenhage. Dr. E. llul/.scli, Bangalore (Madras). Prof. Dr. ('. M. Kan, Amsterdam. Dr. J. Kohier, Perlijn G Lavino, Nederland. Prof. Mr. P. A. van der Litli, Leiden. Mr. O. J. W. Graaf van Limburg Stiruin. 's-Gravenhage. Aristide Marre, Vaucresson, st Cload. A. Meulemaus, Brussel. Dr. A. B. Meijer. Diesden. Dr. E. Modigliani. Florence. Prof. Dr. F. Max Muller, Oxford. Prof. G. K. Xiemann, Delft. A. N. Nördcnskiüld, Stokholm. Dr. W. Pleijte, Leiden. C. Poensen, Delft. Prof. Dr. J. Pijnappel Gzn., Leiden. Jhr. Mr. J. K. W. Quarlefi van Utford, 's-Gravenbage. F. M. Koest, Leiden. Dr. A. Schreiber, Barmen (l'ruisen). Dr. Hugo Schuchardt, Graz. Va. K. 11. Kroma Mün Sommot Ainarabaudbu, Bangkok. Th. Speidel, Saigon. ltaja ïagore. Calcutta. Truong Vinh-Ky, Saigon. Prof. Dr. A. C. Vreede, Leiden. Alfred Bussel Wallaee. Londen. Gewone Leden. J. van Aalst, Moentilan (Temanggoeng). LXX Dr. W. Burck, Batavia. C. Canne, Oengaran. Mr. C. Cantcv Visscher, Soerabaja. J. J. Ph. Cambier, Menado. J. W. Campagne. Riouw. A. S. Carpentier Alting, Batavia. H. Carpentier Alting, Godong (Semaraug). J. C. Castens, Besoeki. C. L, Gr. Castens, Pasoeroean. F. K. W. van Cattenburgh, Wonosobo. Mr J. G. J. Oetgens v. Wavcren Paneras Cliftbrd, Djember. J. Coenen. Makassar. J. Collard, Rcmbang. O. Collet, Batavia. S. Cohen, Nederland. F. H. Cordesius, Soenggal (Üeli). A. J. L. Couvreur, Kcdiri. F. C. H. Cramer, Soernenep Dr. J. Cramer, Moeara Doca (Palembangj. Mr. R. Z. Dannenbargh, Batavia. F. M. Dekker, Poeloc Raja (Atjeh). J. A. van Delden, Batavia. R. A. J. van Delden, Atjeh. Th. A. F. Dclprat, Batavia. E. G. W. C. Derx, Tebing Tinggi (Balembang). Mr. C. Th. van Deventer, Amsterdam. J. A. E. van Deventer, Bondowoso. J. A. Dezentje, Ampel (Soerakarta). J. Dinger, Batavia. Mr. H. van Dissel Sr., Batavia. E. W. H. Doeve, Keboemen. L. E. Dom, (rading (Kraksaan, l'robolinggo). J. P. Dom, Karangkobar (Banjoemas). Ch. H. A. de Senerpont Domis, Pengaron (Z. en O. atd. v. Borneo). LXXI H. C. Douwcs Dekker. Moeara Doea (Palembang). Tb. J. H. van Driesche, Fort de Koek. .(. Pb. van Driest, Bindjei (Delij. H. A. van Drongelcn, Soemenep. S. J. Dunlop, Batavia. J. Dunnenwold, Maospati (Madioen). J. C. van Eerde, Mataram (Lombok). J. A. Einthoven, Bocloengan (Z. en O. afd. v. Borneoi. P. S. J. Eman, Lahat (Palembang). F. H. D. H. von Fnde, Weltevreden. J. L. Engel, Soeliki, (Sumatra's W. kust I. A. J. N. Engelenberg, Ampenan. 11. E. D. Engelhard, Moeara Tewe (Z. en O. afd, v. Borneo). W. J. Enger, Tjebougan (Djocjacarta). Mr. J. J. G. Enschedé, Soerabaja. B. Erkelens, Makassar. J. P. Ermeling, Buitenzorg. J. Faes, Buitenzorg. C. J. Feitb, C'lieribon .T. .1. Feijtcs, Tanah Merah (Madura). B. W. F. Fokker, Sanggau (W. afd. van Borueo). .1. ('. L. Fonteijn. Karimon (Kiouw). L. ('li. 11. Fraenkel, Toeloeng Agoeng, .1. Francois, Kendal. Mr. P. H. Frombcr-, Batavia. Mr. A. L. E. Gastman, Batavia. K. van Gelder, Djombang (Soerabaja). Mr. W. F. L. Gericke, Soerabaja. Mr. H. Gerritzen, Batavia. K. W. Gisolf, Look-Nga (Atjeb). A. W. Glazeuer, Padang. C. van der Gon Netscher, Batavia. E. Gordon, Sidoardjo. 11. .1. Grijzen, Tirnor Koepang. K. E. (.'. Groen, Amboina. LXXII D. Groeneveld, Batavia. H. A. de Groot, Soekanegara (Preanger-Kegentschappen). Dr. J. van Breda de Haan, Deli. Mr. W. F. Haase, Toeloeng Agoeng. H. J. van Haastert, Singkarah (Padangsche Bovenlanden). J. Habbema, Bandoeng. J. E. Hagen, Ponorogo (Madioen). C. H. Hall, Kendangan (Z, en O. afd. v Borneo). S. van Hamel, Tjitjalengka. J. A. Hardeman, Serang. H. J. Hardeman, Batavia T. M. Harthoorn, Tjikadjang (Preanger-Regentsehappcn). A. J. W. Harloff, Bandoeng, H. A. Hartogb Heijs, Segeri (Celebes). B. W. Heaviside, Brebes (Tegal). Mr. A. J. C. E. van Heycop ten Ham, Pasoeroean. Mr. J. C. Hcijning, Sitoebondo. W. D. Helderman, Tandjong Poera, (O. Kust. v. Snmatra). R. L. A. Hellwig, Djambi. H. J. J. Hepp. Batavia. M. Herz, Sindanglaut (Cberibon). Mr. A. D. H. Heringa. Buitenzorg. P. J. F, van Heutsz, Karang Anjar. J. W. van Hille, Seroewai (Sumatra'a O. kust). D. van Hinloopen Labbcrton, Sempal Wadak (Malang). D. H. van der Hoek, Pekalongan L. T. Hoeke, Kota Nopan. H. C. van den Honert, Medan, G. Hoogenraad, Semarang. W. C. Hoogkamer, Padang Sidempoeau. D. A. Hooyer, Weltevreden. Jhr. L. Tli. Hora Siccama, Batavia. Jbr. W. ,). Th. Hora Siccama, Cberibon. L. P. Th. Hoyer, Krawang. J. P. W. Houtman, Bodjouegoro. LXXIII J. J. van Huffel, Bandjermasin. A. E. Immink, Benkoelen. G. M. G. M. Ingenluijff, Edi. H. Ingerman, Medan. C. J. de Jaager, Kediri. Mr. H. 'sJacob, Soerabaja. A. G. Jansen van Raay, Djember. E. F. Jansen van Raay, Batoe Bara, (O. kust van Surnatra). J. P. Jannette Walen, Batavia. E. F. Joehim, Batavia. A. M. Joekes, Tandjong Pinang. Dr. J. C. G. Jonker, Amsterdam. J. L. Kal, Baudjarnegara (Banjoenias). A. L. Kamerling, Loeboe Pakam (Delij. W. A. de Kanter, Bwool. A. A. P. von Karacson, Weltevreden. E. J. Kerkhoven, Sinagar. P. K. W. Kern, Garoet. H. N. Kiliaan, Bangkalan. Mr. C. W. Kist, Bandoeng. E. A. Klerks, Martapoera. E. E. Klerks, Moeara Enim (Palembang). G. C. Klerk de Reus, Pekalongan. J. H. Klomp, Batavia. Dr. J. P. Kloos, Batavia. J. Knebel, Magetan. Jhr. H. de Koek, Batavia. Ko Mo An, Djocjacarta. D. C. J. Kool, Seniarang. G. J. Koopman, Saleier (Celebes). P. J. Kooreman, Medan. J. C. Th. Kroesen, Batavia. J. A. Kroesen, Tandjong Balei (O. kust van Surnatra). W. F. J. Kroon, Blinjoe. W. J. Kroon, Sampit. LXXIV G. Kruijs, Batavia. H. Kuijp, Tjitjoeroeg (Preanger). J. 11. J. Laats, Amboina. P. Landberg, Batavia. L. O. A. F. Lange, Banjoemas. li. IL V. de Launoy, Goenoeng Toe;! Sumatra's W. kust). Y. L. de Lannoy, Loeboe Sikaping. J. J. Lans, Pankadjene. 11. J. W. >an Lawick van Pabst, Batavia. W. van der Lee, Batavia. J. D. L. Letebre, Baros. Mr. A. Lens, Soerabaja. P. Lesueur, Kroë, Lie Hwie Lam, Solo. E. J. van Lier, Singkawaug (W. afd, v. Borneo). F. A. Liefrinek. Singaradja. Lim Liang Boe, Batavia. D. K. A. van Logheni, Goenoeng Sitoli. C. Lok, Loemadjang. K. Lorch, Kota Radja. Mr. J. Luijke Koskott., Kraksaan. 11. K. Manupassa Jr, Muntok. M. Masset, Laboean Bilik (O. K. v. Suuiatra). C. B. Masthoff, Baudjermasin. P. J. van Marie, Singaradja. L. A. Martens, Batavia. Mr. .1. 11. Mattb.es, Salatiga. E. G, Th. Maijer, Tebing-tinggi (Palembang). E. Meertens, Bandoeng. Dr. G. L. Mens Fiers Smeding, Soerabaja. P. D, Mens Fiers Smeding, Tjipadelarang (Preanger). .1. W. Mesman, Pati. G. Metz, Batavia. J. H. O. ter Meuleu, Bangil. H. Meijer Banneft, Siboga. LXXIX P. Wijers, Soerabaja. J. van Wijk, Telok Betocng. A. M. Zandveld, Pontianak. ■T. van Zon, Mampawa (W. afd v. Borneo). Mr. B. 11. P. van der Zwaan, Batavia. .). P. O. Zwager, Sitoebondo. J. H. van der Zweep, Buitcnzorg. Buitengewone Leden. Dr. N. Adriani, Posso (Celebes). G. L. Bink, Rboon (N. Guinea). K. Cepbas, Djokjakarta. S. Coolsma, Rotterdam. J. F. de Corte, Buitenzorg. N. Graafiand. Depok. Dr. J. Groneman, Djoejacarta. J. G. de Groot, Muntok. C. den Hamer, Batavia. K. L. Harmsen, Semarang. Raden Rangga Soeria Nata Legawa, Soekaboemi. J. van Kinsbergen, Batavia. F. Kramer, Nias. J Kreemer, Malang. A. Kruijt, Modjowarno. C. A. van Opbuijzen, Padang. W. H. Sunderman, Nias. W. F. van der Waarden, 's-Gravenbage. Sajjid Oetbman bin Abdallab bin Akil biu Jabja Alawi, Batavia. LXXV W. J. M. Miehielsen, Padang. A. Mohr. Batavia. A. E. Moll, Medan. .1. F. A. C. van Moll, Modjokerto. H. J. Monod de Froideville, Palembaug. F. ('li. N. van der Moore, Seinarang. .1. I'. Moquette, Sido-ardjo. .). 11. Morbeck, Telok Semawe. P. ('. van Motnian. Buiteuzorg. Mr. D. Mounier, Socrabaja. A. Mulder, Boemiajoe (Tegal). Mr. .). ('. Mulock Houwer, Batavia. L. W. H. de Munnick, Fort van der Capellen. J. G. Mijer, Blitar. .Mr. .1. A. Xederburgli. Batavia. A. L. F. A. Nepveu tot Ameijde, Pekalongan. O. Netscher, Semarang. W. A. .1. Noltenius van Elsbroek, Toeban. H. A. de Nooij, Magelang. H. H. T. J. Nusselein, Bagan api-api (O. K. van Sumatra). J. L. O'Brien, Kota Baliroe (Sumatra's Westkust |. 11. I). A. Obertop, Soekapoêra. fProbolinggo). (.'. F. B. Ockerse, Riouw. .1. 11. B. Oomen, Bondowoso J. B. Onnen, Kediri. G. A. F. J. Oosthout, Ambarawa. J. M. 11. van Oosterzee. Batavia F. Ottolander, Pantjoer (Sitoebondo). G. J. Oudemans, Pati. P. A. Oudemans, Bojan (Riouw) Ch. L. J. Palmer van den Broek, Atjeli. F. A. Palnier van den Broek, Nias. J. A. Pecqueur, Rembang. K. Peereboom, Socmenep. J. A. J. C. Pieters, Djeneponto. LXXVI Ch. Pino, Soerabaja. H. J. van der Plas, Soemedang. S. van der Plas, Soelikie (Sumatra W. kust). Mr. Th. B. Pleijte, Semarang. S. W. van der Ploeg, Tangerang. L. R. Priester, Banjoeinas. A. J. Baron Quarles de Quarles, Sragèn. J. T. H. van Raadshoven, Batavia. Mr. L. H. Rambonnet, Soemenep. C. J. van Ravesteijn, Batavia. G. P. A. Renaud, Batavia P. Richter, Sitoebondo. Dr. Ph. S. van Ronkel, Batavia. P. de Roo de la Faille, Brcbes Mr. D. W. K. de Roo de la Faille, Batavia. L. F. J. Rijckmans, KenJangan (Z. en O. afd. v. Borneo) I. A. van Rijn van Alkemade, Telok Semawe. A. P. van Rijn, Boeloekomba. A. Salmon Vz., Pasoeroean. P. J. van Santen, Soerabaja. J. J. van Santen, Poerwakarta. H. van Santwijk, Batang. H. Th. de Santij. Besoeki. G. Schaap. Siboga. M. C. Schadee, Edi. J. Scheel, Bangkalan. Jhr. Mr. J. W. A. von Schmidt aaf Altenstadt, Batavia. C. J. L. van Scbmid, Medan. F. H. Schmiedel, Batavia. W. A. Schneider. Semarang. J. G. Schot, Amoentai. Mr. J. Schoutendorp, Batavia A. Schulz, Tjonggeang (Preanger). J. F. H. Schultz, Benkoelen. V. A. Schiissler. Negara (Bali). LXXVII G. Schuurman. Medan. H. J. E. F. Sehwartz, Boentok (W. afd. v. Borneoj. Secretaris Sociëteit Concordia, Batavia. G. A. Sedée, Temate. H. Selleger, Tjaringin. J. H. ,1. Sigal, Pasoeroeau, Kaden Mas Ario Soegondo, Pasoeroean. Raden Mas Toemenggoeng Soerio di Koesoemo, Wonosobo. H. C. Soeters, Batavia. F. W. Sollewijn Gelpke, Poerworedjo. H. Somermeijor, Nederland. A. 11. Spaan, Berouw (Z. en O. afd. v. Borneo). P. A. M. Spaan, Wonosobo. F. R. Speltie, Loeboe Lintang (Benkoelen). H. van Steeden, Soekaboenii. H van der Steenstraten, Medan. H. E. Steinmetz, Bandoeng. L U. van Stenis, Benkoelen. D. G. Stibbe, I'losso, Djombang (Soerabaja i. G. Th. Stibbe, Lengkong (Preanger). A. P. Stoorvogel, Madjaleugka. Mr. W. Stortenbeker, Batavia. W. B. P. 11. Stortenbeker, Tjiawi. G. Stortenbeker, Amoentai (Z. en O. afd. v. Borneo). H. N. Staart, Soerabaja L. Swart, Batavia. P. F. Sijthotf, Semarang. Mr W. Tadema, Semarang. J. W. Tanison, Fort de Koek. E. G. Taylor, Bahivia. Dr. Mr. 11. J. E. Tendeloo, Tebiug Tinggi (Deli). C. L. Thieme, Moeara-enim (Palembang). M. J. Tiele, Medan. L. F. 11. Timmermans, Balei Selasa (Painan). Tio Tek Ho, Batavia. LXXVIII Raden Mas Toeinenggoeng Tjokru Negoro, Blora. Dr. M. Treub, Buitcnzorg. I'. van Tubergen, Kajoe Tanani. A. G. Valette, Batavia. .). W. van der Valk, Banjoewangi. W. C. F. \ eenstra, Boea (Padangsohe Bovenlanden). Mr. W. C. Veenstra, Batavia. ('. van de Velde, Saparoea. A. F. Velders, Soekaboemi. I'. Vellema, Bandoeng. J. P. E. Versteegh, Besoeki. C. M. Verloop, Kendal. C. P. J. van Vliet, Kota Radja W. de Vogel, Soerakarta. H. C. A. G. de Vogel, Tjitjalengka. L. M. Voiick, Palerabang. Mr. J. K. Voute, Batavia. N. van Vuuren, Bikeroe. J. Vijzelaar, Billiton. A. H. J. G Walbeehni, Batavia. H. P. Wagner, Beugkalis. E. A. F. AVeber, Muntok. L. van Weelderen, Bangil. ('. W. J. Weuueker, Batavia. L. R. Wentholt, Singkel (Tapanoelij. C. J. A¥estenberg, Daina Djaniboe (Deli). L. C. Westenenk, Pajakoemboh. Jhr. A. .1. Westpalm van Hoorn van Burgb, Ijigombong. A. H. Westra, Gorontalo. B. A. J. van Wettum, Pontianak. 11. I). Wiggers, Japara. K. Wijlirauds, Batavia. Jhr. O. van der Wijck. Batavia. B. H. G. Wittenrood, Lais (Beukoelen). H. J. Wijers, Pekalongan. V atau katoelaran penjakit itoe. Terpetik dari be berapa boekoe-boekoe dan soera t-soeratnja dokter- dokter jang pandei atas hal itoe oleh—. Batavia 1896. B°.— Van den Heer Albrccht. Meuten (11. van der), Over de liefhebberij voor boeken. Voornamelijk niet bet oog op bet boek vóór onze dagen beschreven en afgebeeld door —. Met ruim 200 in den tekst gedrukte afbeeldingen, benevens 18 tussehengevoegde kunstbijlagen. Leiden 1896. B°. Meyer (Dr. A. ö.), Album von Celébes-Typen. Circa 25 OAb bildungen auf 37 Tafeln in Lichtdruck. Dresden 1889.4°. Meyer (Dr. A. B.), Album von Philippinen-Typen. Circa 250 Abbilduugen auf 32 Tafeln in Lichtdruck. Dresden 1885. 4". Moll (J. van), Tabellen te gebruiken op suikerfabriek-la boratoriums. Semarang 1894. 4<>.— Van den schrijver. Morren (F. W.), De boekhouding eener koffie-onderneming. Amsterdam 1896. 8". Muller (Dr. P. L.), Onze gouden eeuw. De republiek der Vereenigde Nederlanden in haar bloeitijd geschetst door —. Geïllustreerd onder toezicht van J. H. W. Unger. I. De opkomst. Leiden 1896. B°. Nederlandsen-Indisch rechterlijk ambtenaar. De rechtspraak in Nederlandsch-Indie en speciaal die over den in lander. Een voorloopig program door een —. Leiden 1896. B°. Sajjid Oelhman b. Abdallah al 'Alawï Taftlh al-moeqlatain wa-tanblh al-mafsadatain (wederlegging van het strijd schrift van Ahmad Chatlb al-Menangkabawï getiteld Qoelh al-djama c atain) VI Tweede vermeerderde druk, Lithogr. Batavia 1314 H. Sajjid Oethman bin Abdallah al-Alawi. Al-'lqd al-farld fi ba'dh mas&'il at-tawhid. (__j.ïatl) SXal\ Ax&-*'x\\ J.jLj.« fjö'-i) '» J>J.A't ii-a.si.) (_yjli.il .Aso (Jwjzc .1 iXi< ó-xz .3 Ij Lithogr. Batavia 1314 H. Avali. met Mal. vertaling. — Van den schrijver. S;ijjiil Oelhrnan bin Abdallab al-Alawi. Ir<j;'iil al-an&m uit het Maleisch in het Soendaasch bewerkt, *l!' J>Ar j Ua> )j.s-tf y If-i t_>US' ,_s>) .jij y! jy \sj&* £ y/Lc liw yr? J.>ac l_jl>' ' J «JtfiJ C-rfÜf ,_sd irii l Ü.sft _;Utt<i A J.£«J Lithogr. Batavia 1314 H. — Van den schrijver. Pascha (Slatin), Feuer und Schwert im Sudan. Leipzig 1896. B°. Vonnis van den Baad van Justitie te Padang in zake W. B. Pearxon (Extra bijvoegsel van de Java Bode). Batavia 1896. B°. Raghavaiyangar (S. Srinivosa), Memorandum on the progress of the Madras presidency during the last forty years of British administration. Madras 1893. 8". G-oud-exploratie maatschappij „Redjang-Lebony". Circulaire en inschrijviugsbiljet. Batavia 1897. 4°. Rees (0. F. W. van), De bezwaren in het Indisch Tijdschrift van het Recht, betreffende de nieuwe regeling der z. g. inlandsche grondverhuringen op Java en Ma doera, besproken door—. 's-Gravenhage 1897. B°. Risley (H. IL), The Gazetteer of Sikhitn. Calcutta 1894.4°. VII Ronkel (Ph. S. van), Aanhangsel op het Maleisch-Nederlandsck woordenboek van H. von de Wall, bewerkt door H. N. van der Tunk en uitgegeven door—. Batavia 1897 B°. Serrurier (Dr. L.), Bibliothèque Japonaise. Catalogue raisonné des livres et des manuscrits japonais enrégistrés a la bibliothèque de 1' Université de Leydepar—. Leyde 1896. B°. Serrurier (Dr. L.), Einiges über die neueren Beitrüge zur Kenntnis der Etlinographie von Japan. Scparat-Ab druck aus: „Internationales Archiv für Ethnographie" Bd. IV. 1891). Leiden 1890. 4" —Van den schrijver. Serrurier (Mr. L.), Museum of mesthoop? Leiden 's-Gravenhage 8°. — Van den schrijver. Serrurier, De Leidsche rijksmusea. (Overgedrukl uit „de Gids" 1894, No. 6). B".—Van den schrijver. Serrurier (Dr. L.), De Pandji-legende op het vasteland. (Overgcdrukt uit den feestbundel van taal-, letter-, geschied- en aardrijkskundige bijdragen ter gelegen heid van zijn tachtigstcn geboortedag aan Dr. P. J. Vcth, dooi eenige vrienden en oud-leerlingen aan geboden). Leiden 1894. B°.— Van den schrijver. Serrurier (Dr. L.), Versuch einer systematik der Neu-Guinea Pfeile (Mit Tafel 1 und 2). (Scparat-Abdruck aus: „Internationales Archiv filr Ethnographie". Bd. I. 1888). Leiden 1887. 4°.—Van den schrijver. Serrurier (L.), De anthropologie in dienst der ethnologie. (Overgcdrukt uit de Handelingen van het vierde Ne derlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres). B°.— Van den Schrijver. Serrurier, Juridische ethnologie. (Overgedrukt uit „de Gids" N°. 3, 1895). B°.— Van den schrijver. Serrurier, Kunstindustrie en ethnologie. (Overgedrukt uit de „Nederlandsche Spectator" 1895, N°. 13). Leiden 1895. B°.— Van den schrijver. VIII Serruriér (Dr. L), De tentoonstelling van Japansche pren ten in den Haagschen Kunstkring. Augustus—Sep tember 1893. (Overgedrukt uit „Het Vaderland" van 3-1 Augustus 1893). B".— Van den schrijver. Serruriér (Dr. L.), Toespraak van den waarnemendcn voor zitter bij gelegenheid van de constitueerende ver gadering der maatschappij ter bevordering van het natuurkundig onderzoek der Nederlandsche Koloniën, gehouden te Amsterdam op 14 Mei 1890. Leiden 1890. 8°. — Van den schrijver. Smid (11. </.), Het beheer van Indische kuidbouw-onder nemingen, met wenken en inlichtingen voor ouders en voogden, die hunne zonen of pupillen voor die ondernemingen wenschen te doen opleiden. Bussum 18%. B°. Tamson (J. W.), Eene onverdiende reputatie en eene mis stelling in het staatsblad. (Overgedrukt uit liet Tijdschrift voor Indische Taal-, Land-en Volkenkunde, deel XXXIX). Batavia 1897. B°. Vereeniging tot onderlinge verzekering van paarden. Circu laire met uittreksel van het reglement en signalement staat. Semarang 1896. 4°. Officiers- Vereeniging tot ondersteuning van nagelaten betrek kingen. Ledenlijst op 1 Januari 1897. Batavia 1897. B°.—Van den Heer Albrecht. Vermandel (C. A.), Wees- dan boedelkamer, perbendaharaiin harta peninggalan di dalem tanah Indi Nederland. Parentah negii jang bergocua sekali akan orang Arab, Melajoe, Tjiua, dan lain-lain bangsa, melaiuken orang Ollanda dan anak-anak negri, oleh —. Batavia 1896. B°— Van den Heer Albrecht. Walbeehm (A. H. J. O.), Javaansch leesboek behoorende bij de woord-afleiding in het Javaansch, door —. Batavia 1896. B°.— Van den schrijver. Werner ( W.), Das Kaiserreich Ostindien und die angren- II Basset (fi.), Contes arabes. Histoire des <lix vizirs (Bakhtiar nameh) tradnite et annotée par—. Paris, 1883. B°. Bastian (A.) } Der Buddhisnms als religions-pbilosophisches System. Vortrag gehalten in der Aula des Kgl. Museum fiir Völkerkunde zu Berlin von—. Mit 3 Tafeln. Berlin, 1893. B°. Baslian(A.), Lose Blatter aas Indien. I. Batavia, 1897.8°. Bastian (A.), Ethnische Elernentargedaukcn in der Lehre vom Menseben. Abtheilung I und 11. Berlin, 1805. B°. Bastian (A.), Vorgeschichtliche Schtfpfungslieder in ihren ethnischen Elementargedanken. Ein Vortrag mit er ganzenden Zusiitzen und Erlauterungen. Mit zwei Tafeln. Berlin, 1893. B°. Bastian [A.), Zur Lcbre vom Menseken in ethnisclier An thropologie. Abtheilung I. Mit einer Farbentafel. Abtheilung 11. Mit Abbildungen. Berlin, 1895. B°. Bastian (A.), Controversen in der Ethnologie. IV. Frage stcllungen der Finalursachen. Berlin, 1894. B°. Bastian (4.), Zur Mythologie und Psychologie der Xigritier in (ruhiea mit Bezugnahme aut'socialistische Elemen targedanken. Mit .einer Karte. Berlin, 1894. B°. Bastian (4.), Ueber Methoden in der Ethnologie. (Abdruck aus Dr. A Petermann's. Mittheilungen 1893, Helt 8). Berlin, 1893. B°. Bastian (4.), Ethnologisches Bilderbuch mit erkliirendem ïext. 25 Tafeln, davon 6in Farbendruck, 3in Licht druck. Zugleich als Illustrationen beigegebcn zu dein Werke: Die AVelt in ihren Spiegelungen unter dem Wandel des Völkergedankens. Berlin, 1887. Fol. Bastian (4.), Ideale Weiten in Wort und Bild. I. Reisen auf der Vorder-indisohen Halbinsel ini Jahre 1890. Fttr etlinologische Studiën und Sammlungszwccke. Mit 9 Tafeln. 11. Ethnologie und Geschichte in ihren Berührungspunkten. Unter Bezugnahme auf Indien. Mit 9 Tafeln. Berlin, 1892. B°. III Bastian (A.), Bunte Bilder für die Spielstunden des Denkens auf zwanzig Tafeln. Entnommen dem Werke: Al lerlei ans Volks- uud Menschenkunde. Band I und 11. Berlin, 1888. B°. Bcrgsoe (V.), Trankebar-Monter (1644 —1845) saint Monter og Medailler vedrorende den danske Handel paa Ostindien, China og Guinea (1657 —1777). Kjöben havn, 1895. B°. Koenigliclies Museum Berlin. Abbildungen ethnologiscber Gegenstiinde aus der melanesiscben Sainmlung S. M. Scbiff Gazelle im Königl. Museum befindlicb. 3 Tafeln Berlin, 1877. 8». Küniglicbc Museen zu Berlin. Original-mittbeilungen aus der ctbnologischen Abtbeilung. Erster Jahrgang. Heft I, 11, 111 und IV. Berlin, 1885/86. 8». Königlicbes Museum für Vülkerkunde in Berlin. Etbnologi sches Notizblatt. Heft I. Mit 41 in den Text ge druckten Abbildungeu und einer farbigen Tafel. Heft 11. Mit 12 in den Text gedruckten Abbildungen, einer farbigen und drci sehwarzen Tafeln. ■ Berlin, 1894/95. 8». Küniglicbc Museen zu Berlin. Amerika's Nord west-kuste: neucste Ergebnisse: ethnologisclie Reisen. Neue Folge. Berlin, 1884. Fol. Nadere beschouwingen betreffende de plantwijze in de ruit, vergeleken met die in bet vierkant, ten beboeve van de kofliecultuur. Cheribon, 1886. B°. Boekoe pantoen Kaloeng Melati karangannjaboeng Hindrik, bagei kasoekaiin hati segala orang moeda. Ini boekoe pantoen ada berikoetnja boekoe pantoen „Rodja melati". Batavia, 1897. 12°. — Van den lieer Albreebt. Boehoc meliatan oentoeng atawa tjilakanja orang. Betavvi, 1897. 8°. — Van den Heer Albreebt. Borel {U.), De Cbineescbe ftlosofie toegelicbt voor niet- IV Sinologen. I. Kh'oeng foetsz' (Confucius). Amsterdam, 189G. B°. — Van den schrijver. Brondgèest (J. P. T. ƒ.), Het burgerlijk wetboek voor Nederlandsch-Indië met aanteckcningen naar de beste schrijvers over bet burgerlijk recht; toegelicht en door voorbeelden en rechterlijke uitspraken opge helderd. Eene handleiding voornamelijk ten dienste van hen, die zich wcnsehen te bekwamen voor notaris en wijders voor allen, die de beteekenis der wettelijke bepalingen en haar onderling verband willen lecren kennen. l ste en 2° deel. Batavia —'s Gravenhage, 1897. 8». Burnouf {E.). Introduction a Fhistoire du Buddhisme In dien. Deuxième édition rigoureusement conforme i'i I'édition originale et précédée d'une notice de M. Barthélemy Saint-Hilaire sur les travaux de M. Eugène Burnouf. Paris, 187G. B°. Collard (P. L. A.), Roekoen-roekoen hoekoem jang lakoe di tanali Hindia-bclanda, pertania-tama di poelau Djawa dan Mendoera diterangken olch —. Batavia, 189G. B».—Van den Heer Albrecht. Davey (li.), The sultan and bis subjects. Vol. I and 11. London, 1897. B°. Dieren (E. van), Beri-bcri. Eene rijstvergiftiging. Critisch historisehe Bijdrage tot de kennis der meelvcrgiften. Amsterdam, 1897. 8". Eerde (./. C. van), Minangkabauscbe poëzie. (Overgedrukt uit het Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, deel XXXIX). Batavia, 1897. 8». Fokkens (F.), Afschaffing van pachten op Java en Madoera en in verband daarmede verscherping van het toe zicht op de beweging der vreemde Oosterlingen. (Redevoering, gehouden in de vergadering van het Indisch Genootschap te 's Gravenhage op den 2en Februari 1897). B°.—Van den schrijver. IX Marre (A.), Glossairc ezplioatif des mots de provenanee malaise et javanaise usités dans la langue francaise. Vancresson, 1897. 12 u . —Van den schrijver. Matthes (D. F.), De boeken van Mozes Leviticus, Numeri en Deuteronomium, in het Makassaarsch vertaald door—. (Uitgegeven voor rekening van het Neder landsch bijbelgenootschap). Amsterdam, 189G. B°. Mayer (L. Th.), Een blik in het Javaausche volksleven. Iste en 2 e deel. Leiden, 1897. 8°. —Van den schrijver. Meijer (W.), Nota van toelichting in zake verslag kunst nijverheid der Javaansche bevolking. (Overgedrukt uit het Tijdschrift v. Nijv. en Landbouw in N. 1., Deel XLIV, aft 1 . 6. 1892.) 8". Notulen der l e algemecne vergadering gehouden den G Februari 1897, ter gelegenheid van de reunie van oud-kweekeling machinisten te Madjakerta. Soerabaia, 1897. B».— Van den Heer J. van Moll. lladji Moehama il AU van Bauoegboeg (Pandeglang). Qit'ab, bewerkt in Bantënsch Javaansch naar de Arab. werken Sjarh Sittln en ar-Rijadh al-badë'ah. Cx» ijij'i' (1 )Ulli' Ac y;Az*- **!j' |j»- Lithogr. ÜJLj êKj j>i» ï. Jol Jó }>) (_/>-c z. p. of j. B°. (Batavia, 1897). Molt (J. van), Een en ander omtrent den in- en verkoop van mest. (Overgedrukt uit het „Archief voor de Java-suikerindustrie"). B°. — Van den schrijver. Nansen (F.), The Norwegian polar expedition. 1893—189G. „Farthest north". Vol. I and 11. Westminster, 1897.8°. Post en telegraafgids voor Nederlandsch-Indië. Staatsblad 1896 no 110. Eerste jaargang. Batavia, 1897. 8". Voorwaarden van de overeenkomst voor de bediening van de paketvaart in den Nederlandsch-Indischen archipel XXX commerciellen Gesellschaft in Aarau. Band 2—6. Aarau, 1888/94. B°. Filzgerald |P. F.), a treatise on the principle ot' sufficienl reason. A psychological theory of reasoning, showing the relativiiy of thought to the thinker, of recognition to cognition, the identity of presentation and represen tation, of perception and apperception. London, 1887.8°. Fitzgerald iP. F. i, a protest against agnostieism: the ra tionale or philosophy of belief. London, 1890. B°. Fries \K.\, weddasê .Marjain, ein athiopischer Lobgesangan Maria nach mehreren Handschriften herausgegeben und übevset/.t. [nangnral dissertation. I'psala, 1892. 8". Geesteranus (A. .)/. Maas), het opperbestuur in de Nederland schc vrijmetselarij. Bouwstuk, gehouden in de ver gadering der loge „I'Union Royale," Oosten van 's Gravenhage, van 11 November 1884. 4°. Georgim i.l. A.), alphabetum Tihetanum, etc. Romae, 17G2. Folio. Goslinga <S. ram, mémoires relatifs d la guerre de succes sion de 1706—1701» el 1711, publiés par 1". A. Evertsz et <;. 11. M. Delprat au nom de la société d'histoire, d'archéologie et de linguistique de Frise. Leeuwarden, 1857. 8». Greaorius har Hebraeus, in psalmos Bcholiornm specimen e codicibus mss. Syriacis musei Britannici l.ondiuensis et bibliothecae Bodleianae Oxoniensis edidit. Latine reddidit et annotationibus illustravit <>. F. Tullberg. üpsaliae, 1842. 4°. ,in Jesaiam scholia uit supra). Lpsaliae, 1842. 4". Groneman (/.), de geneeskundige raad te Soerabaja in ver band niet het weren van vruchten en de besproeiing der wegen (Overgedmkt uit De Locomotief van 4en en .5 Augustus 1897). 4°. Groneman (</.), een waarschuwing (Overgedrukt uit de Lo comotief van 8 en 9 September 1897). B°. XXXI Groneman I. ), voorkoming en bestrijding van cholera. Voor leeken. Jogjakarta, 1897. 8°. — Van den schrijver. Groneman (■!.), creolinc in Grobogan. (Overgedrukt uit De Locomotief van 22 Juni 1897). Jogjakarta 1897. B°. hoe de cholera over Java verspreid wordt. Jogjakarta, 1897. B°.— Van den schrijver. Groneman (J.), de Koning van Siam te Paramhanan. (Over gedrukt uit De Locomotief van 5 Augustus 189Ü). Djokjakarta. B°.— Van den schrijver. Groneman (•/.), de Koning van Siam, de baraboedoer en de tjandi Mëndoet. (Overgedrukt uit De Locomo tief van 12 Augustus 189(i). 8°. — Van den schrijver. v. 11., nats isreen ro agama Kristen. Kiawer kwaar béwoos Nöefoor. Andaij, 1894. B°. . Habbema (J.), boenga rampai jaitoe berbagai-bagai tjeritcra. Tjitakan jang kaempat. Betawi, 1897. B°. Haly (.Li, first report on the exhibited coins in the Co lombo museum. 1889. B°. Antiquités, curiosités, porcelaines et faïenees, tableaus anciens et modernes, livres d'heures, incunables, armures et armes, tapisseries. ('olleetion d'un ama teur distingué a Harlem. 18 ( .»7. 8". L'art du Japon. Laques, netzukés, armures, etc. 2 in " partie de la collection d'un amateur distingué a Harlem. 1897. B°. Hazeu (G. A. ƒ.), bijdrage tot de kennis van het Javaansche tooneel. Acad. Proefschr. Leiden, 1897. B°. De historie van de schoone en verduldige Helena van Constantinopolen. Amsterdam, 1793. 4°. Herner (S.) ; Svntax der Zahlwörter im alten Testament. Doctordissertation. Lund, 1893. B°. Brief uit Lombok van Nathan Hertzleb aan zen goeje mem mele Saartje Hertzleb, geb. Saijet. Hartjesdagsteeg. no. 124, Amsterdam. Zesde druk. Gorinchem, 1894. B°. Ilirih i F.), chinesische Malereien auf Papier und Seide aas XXXII der Sammlung des Herrn Professor F. Hirth. Dresdeu, 1897. B°. Holle (K. F.), blanco woordenlijst, uitgegeven op last der Eegeering van Ned. Indië ten behoeve van taal vorschers in den Ned. Indischen archipel. Batavia, 1894. 12°. Hylén (J. E.), de Tantalo commentatio academica. Upsaliae, 1896. 8». Archaeologieal survey of Western India. Vol. VI. Burgess (J.), on the Muhammadan architecture of Bharoeh, Cambay, Dholka, Champanir and Mahmudabad in Gujarat. London, 1896. 4°. The India office. Catalogue of the library. Sanskrit books. Vol. 11, part 1. London, 1897. B°. Jadab Chandra LhakrabarU, the native states of India. London, 1896. B°. Jansz (P.), proeve van taalkundige beschouwingen over Maleisch, Javaansch en Nederlandsch ten dienste van het algemeen. Eene handleiding hoofdzakelijk voor de transcriptie, meest van het Javaansch. Semarang, 1897. B°. The kala-viveka, edited by Pandit Madhusudana Smrtiratna. Calcutta, 1897. B°. Fase. I. (Bibliotheca Indica). Kedirische landbouw vereeniging. Notulen der alg. ver gadering 6 Maart 1897. Samarang. B°. Kemp (P. H. van der), Fendall's en Raffles' opvattingen in het algemeen omtrent het Londensch tractaat van 13 Augustus 1814. (Overgedrukt uit de Bijdr. t. d. t. 1. en volkenkunde van N. 1., 6e volgr., deel III). B°. Kessler (11. M. C), de perichorioidale ruimte in betrekking tot de lymphbeweging in het oog. Akademisch proefschrift. Utrecht, 1891. B°. Kircher (A.), China, monumentis qua saeris qua profanis etc. illustrata. Amstelodami, 1667. Folio. Kjellberg (L.), Asklepios. Mythologisch-archaologische Stu- XXXIII dien. I. (Overdruk uit Sprakvctenskapliga Sallskapcts t'örhandl. 1894 —97 i Upsala Universitets Arsskrift). B°. Kul IJ (I. A. C.) en B. ten Bruggen Cate, de verpondings ordonnantic (Staatsblad 1880, no. 78). Verzameling van officieele en andere beseheiden op de verpon dings-ordonnantie betrekking bobbende. Batavia, 1897. B°. Doja ro festa Krisloes. Vertaald naar: zu Betblebem (Mis sionsharfe). Z. n. v. pi. enj. B°. [Noefoorsche liederen |. Lanessan (./. L. dé), principes de colonisation. Paris, 1897. B°. Lindberg (0. E.), Studiën öfver de semitiska Ljuden W och Y. Akademisk Ai'bandling. Lund, 1893. B°. Lindenberg (E.), Praebt-album photographischer Aufnahmen der Berliner Gewerbe-ausstellung 1896 und der Sehenswürdigkeitcn Berlins und des Treptower Parks, Alt-Berlin, Kairo, etc. Berlin, s. d. Folio. Loflman (K.), Öfversattning och Komuientar till Profeten Hoseas Bok. Akademisk Af handhmg. Linköping, 1896. B°. Lofiman (K.), kritisk Undersökning af den masoretiska Texten till Profeten Hoseas Bok. Akademisk Af handling. Linköping, 1894. 4°. Litiljes (F. E.), Kitab edja dan batja. Bagian jang kadoea. Tjitakan jang katiga. Betawi, 1897. b°. M. v. 11. i/eb. M., faija di soeroe ro mansren Jesoes Kris toes bedjadi snoen kakoe ro romawasi kiawer kwaar ro—. Anday, 1889. B°. M. v. 11. geb. Mundl, dqjasi ko disen sjoom faro mansren Allah roem skola ro farkoor ma roemsi kobena (lie derbundel voor school en huis op Papoea). Anday, 1886. B°. M. W., Wilhelmina's beschermengel. Phantasie op „Sneeuw witje" en „Doornroosje". Uitgevoerd te Batavia ter ge- XXXIV legenheid van den verjaardag vau 11. M. Koningin Wilhelmina op 30 Augustus 1897. Z. n. v. pLenj. B°. Government oriental mss. librarv, Madras. Alphabctical index of' manuscripts. Sanskrit, Telugu, Tamil, Kanarese, Malayalaui, Mahratbi, l'riva. Arabic, Persian and Hindnstani. Madras, 1893. Folio. Les chefs-d'oeuvre dn mueée du Prado & Madrid. Berlin, etc., 1896. B°. Man (1/. de), penningen van hot St. Lucia-of Bakkerinnen gilde te Zierikzee (Overdruk uit het Tijdsei), v. h. Xed. Gen. v. munt- eu penning-kunde). /.. j. —B°. , iets over een gildepenning van de scheepstimmerlieden te Zierikzee (Overdruk als voren). Amsterdam, 1897. B°. De wonderlijke reizc van Jan Mandevyl. Amsterdam, 1779. 4°. Mangkoemihardïo, voorbeelden voor inlandsen mat- en vlecht werk. Tjonto-tjonto anjaman tikar. Batavia, 1896.12°. .Marre (A.), Ie sadjarab malayou (I'arbre généalogique Malais) ou bistoire des radjas et des sultans malais depuis les origines jusqu'a la eonquête de Malaka par Alphonse d'Albuquerque, en 1511, traduit du Ma lais en Francais. Tomé I. Paris, 1*96. 8°. — Vanden schrijver. Malthes (B. F.), de boeken van Mozes, Leviticus, Numeri en Deuteronomium, in het Boegineesch vertaald. Uitgegeven voor rekening van bet Ned. Bijbelgenoot schap op Celebes. Amsterdam, 1897. B°. .u UI II (ld. i» »<-n «sn njn -Jllil xyi '•' '/' wtttn z-ji m -jnxetii wit :üïj en en O O O. O / , O iin\<Ln r ~n niri.'ULmiLLl % xjn &} ojt irut <i>9Jifn,i!iri arijiijt «s>i ö_sa ? aAjitrnirji&iip run tfn tin nmi n r'n i &j) i.«- vt tuh itsn Ba {v:ui \ oOCraKarta. 10. W . o . Molin {().), om Prepositionen i Bibelbebreiskan. Akade misk Al'bandling. üpsala, 1893. B°. Moren dl. II.), leerboekje der aardrijkskunde van Neder landsch-Indië. (Vierde druk). Batavia, 1897. B°. XXXIX a n o o o. O » /rt „ o. o /' o o. _ Soerakarta, 189G. B°. Tjerita saioe orang ada piara boeroeug kakatoea, etc (Overgedrukt uit de courant Deininggoe van 22 N'ov. 1896, n°. 47 en volgende). Z. n. v. pi. en j. B°. Beberapa tjerilera peroepamaiin (Herziening). 4<= druk. Batavia, 1897, B°. Tjiang \O. S.), sair tjerita di tempo tahon 1813 soeda ka djadian di Betawi, terpoengoet tjaritanja dari boekoe „njaie Dasiina ". Tjitakanjangpertama. Betawi, 1897. 12°. Tjerita dahoeloe kala di negri Tjina tersalin dari boekoe „Thai] Ang Pauw''. — z. pi. en j. 4°. Xo. 1 (Ovcr gedrukt uit de courant Deminggoe). 7'. T. H., pantoen kembang-ranipe. Batavia, 1897. 12°. Tullberg \<>. /•'. . Malavika et Agnimitra. Drama Indicum. Kalidasae adscriptum. Textum primus edidit, in Latinum convertit, varietatem seripturae et annota tiones adjecit. Bonnae ad Khenum, 1840. B°. Tullberg iü. F.), strödda Anmiirkningar rörande Indien ocli Sanskrit-litteraturen. Upsala, 1839. l e haftes B°. —niigra Anmiirkningar vid C. J. Tornbergs academiska Afhandling de linguae aramaeae dialectis. Upsala, 1843. B°, Bibang teil Skritten (ut supra). Stockholm, 1843. B°. Tmtk (11. N. van der), Kawi-Balineesch-Xederlandsch woor denboek, deel I. Batavia, 1897. B°. Uffbrd (-/. K. W. Quarles van), Koloniale kroniek. Atjeli. Mr. J. E. Heeres, bouwstoften voor de geschiedenis der Xederlanders in den Maleischen 'Archipel, derde deel. Een opiumpraatje. Academische proefschriften over koloniale onderwerpen. Landrente-onderzoek. XXXV Beschrijving der verzamelingen van het Groot-Oosten der Nederlanden. Gedenk-, draagpenningen, enz. 'sGra venhage, 1893. B°. Nederlandsch Bijbelgenootschap. Wetten en reglementen, z. j. B°. (met wijziging. 1865). Reglement en algemeene bepalingen voor den pakketpost dienst binnen Nederlandsch-Indië en lijst der post-en hulppostkantoren en der andere plaatsen in Xederl. Indië tusschen welke postpakketten kunnen worden gewisseld met tnriel'sprjjzen voor de verzending van Weltevreden en tabellen ter berekening der kosten van verzending van elke andere plaats niet uitge werkte voorbeelden. Batavia. L893. B°. Cultures in Nederlandsch Oost-Indië. Overgenomen en bij eenverzameld uit het Koloniaal verslag van 1890. (Premie van de Indische Mercuur 1897). Amsterdam. 1897. B°. Nederlandsch-Indische vereeniging tot bescherming van dieren. Circulaire. 10 Sept. 1896. Batavia, 4". Dojasi kiawer kwaar ro woois Woranda be woois Noefoor. Tweede, vermeerderd en verbeterde uitgave. Andaij. 1887. 8». Liturgie der Xederduitsche hervormde kerk, vertaald in het Noefoorsch. Andaij. 1887. B°. Nordlander {K. G. A.). die Insehrit't des Konigs Mera von Moab. Leipzig, 1896. 8». Nylander (A'. /'.). Inledning till Psaltaren, isagogisk-exe getisk Afhandling. Upsala, 1894. B°. Nypels [G.), de expeditiën naar Bali in 1846, 1848, 1849 en 1868 en de daaruit te putten lessen. Met een voorwoord van P. J. Bh»k. Samarang en Haarlem, 1897. B°. Sajjid Oethmau bin Abdallah al-'Alawl Iclab al-hal bitalab al-halal basana basa Malajoe. . . . di pindahkeun kana basa Soenda koe kaoela Kaden XXXVI Hadji Adjhaiï Bandoeng. Jï-sjl JlsJl -JLsl cl>j* jjwU J—.U *i!) &xc .) (jLlic Lithogr. Batavia, 1315 H. SjjJu uf_,U:l «U- Ontario. Archaeological report 1894—95 bij D. Boyle.— Appendix to tbc report of the Minister ot' education Ontario. Printed by order of the Legislative Assembly. Toronto, 1896. 4». Paalt. De laatste rad jah yan Lombok. Oorspronkelijk treur spel in vijf bedrijven. Batavia, 1896 B°. Naamlooze vennootschap „Padangsch prauwenveer". Acte van oprichting, 1885. Fol. rdtltliO dOCSflSlVttj nuaa <Cw tlJim &ticn ijatrntm nrrtfn imfj w/i t/n . S o « / o o. / a tut njifinvnvtiitiasn O(mo -D. 1* . Vail Uol' I ailt, m> O . O. Q O Ti «ii* ff i ik «jï ijn tut <£.* iu KI po *k ki om tï ren tsn ui\ k) rt,i ten «sm kjn tn* \ 1883. Soerakarta, 1897. B°. The padumawali of Malik Muhammad Jaisi, edited bij G. A. Gricrson and Makamahopadhyaya Sudhakara Dvi vedi. Calcutta, 1896. 4°. (Bibliotheca Indica). Souseription internationale pour Ie monument Pasteur. (Cir culaire van het comité voor Nederlandsen Indië). z. j. Folio. Prol (S. E.), comparison of some words (in verschillende Aziatische en Australische talen). Sibsagar, Assam, 1895. Folio. Homenagem do Instituto historico e geographico Brazileiro a raemoria de Sua Magestade o Senhor, D. Pedro 11. Rio de Janeiro, 1894. B°. Perelaer (M. T. IL), het kamerlid van Berkenstein in Ne derlandsch-Indië. Teekeningen door Jhr. J. ('. Rap pard. Leiden, z. j. [1888]. 4". 2 dcelen. XXXVII Pillniil (L.), Ie musée du conservatoire national de musiqne. 1" supplément au catalogue de 1884. Paris, 1894. B°. Cl a <n At axi £3 .o «rn Tl rmtnntJt>nimt.nasnimnriiM r rt<ni/ni-W7an'n<ima*jl tn n rui fn nun t 131 * tzn rm ri tn f tut tn .1 un ui tn tnji i .tn in h» °p U\ i=n tui « un §oomnin:tn9T}tiniisn . . antunojitn njitnn<najnn njittrnntun rooïf e>no-rusi ? v Batavia, 1897. B°. Madoereesche vertaling der verzameling zedelijke verhalen, naar de Javaansche vertaling van C. F. Winter S r . Reuter (.ƒ. iV.), die altindisehen Nominal eomposita ihrer Betonung nach untersucht. l e Abtheilung Die Be tonung der Copulativen und der Determinativen Composita mit einem Verbalnomen als Schlussglied. Helsingfors, 1891. B°. Sair hikajat si miskin dipindahken oleb Bismillahi'rrah mani' rraliini. Betawi, 1897. 12°. Schalin (/.), der Aufenthall der Israeliten in Aegypten naeh Genesis XV: 13—16 und Exodus XII: 40, 41. Exegetische und textkritisclie Untersucbungen zur Lösung des chronologischen Broblems. Akademische Abhandlung. Helsingfors, 1896. B°. Schoemaher (</. P.), hikajat prang di Edi pada boelan Mei 1889, terdjoempoet dari pada hikajat praug di Atjeh terkarang pada behasa olanda oleh toean —, dan tersalin di dalam behasa melajoe rendah. Tjitakan jang kadoewa. Batavia, 1897. B°. Schuckardt (-S-), recensie van: G. Vianna, les vocables ma lais empruntés au portugais. (Overdruk). B°. Schueren (G. van der), Teuthonista of Duytschlender. In eene nieuwe bewerking van wege de Maatschappij der Ne derlandsche letterkunde uitgegeven door J. Verdam. Leiden, 1896. B°. Sell (E.), the faith of Islam. 2 nd cdition, revised and enlarged. London, 1896. B°. XXXVIII Semarangsche ambachtsschool Vijfde jaarverslag-, 1896/7. Se marang-üheribon, 1897. B°. Serrurm (L.), De wajang Poema, eenc ethnologische studie. Leiden. 1896. B°. hetzelfde werk met atlas. Leiden, 1896. Folio. Bockoe tjcrita doeloe kala di benoewa negri tjina di tjerita in Si/i Teng San Tjeng-Sec tocroen dari bapanja „Hih Djin Koei" tatkala tempo hongte Lie Si Bin. merk Tong Tiauw sabingga toeroeu hongte Lie Tic. Bagian jang ke-dlapan, ke-scmbilan dan ke-sepoe loeli. Betawi, 1886—1893. B°. Xaamlooze vennootschap SoerotaiascA-bandelsblad en druk kerijen. Prospectus, 1896. 4°. Spencer {II.), recht. Vertaling van Mr. Th. van Tricht. Arnhem, 1895. B°. Stok (./. P, van der), wind and weather, cnrrents, lidesand tidal streains in tbe east Indian arcbipelago. Batavia, 1897. Fol. Arib Tabari continuatus, quem edidit, indicibus et glossario instruxit M. J. de Goeje. Lugd. Bat., 1897. 8". Talk/vist {K. /..), die Sprache der Contractc Nabö-Na'ids (555—538 v. Chr.) mit Berticksichtigung der Con tracte Nebukadnezars und Cyrus'. Helsingi'ors, 1890.8°. Tan Tjeng Nio. Saii tiga sobat nona boedjang di eret oleh baba pranakan Tangerang: di koempoelken oleh Intjé Ismail. Betawi, 1897. 12°. Tiele (C. P.), geschiedenis van den godsdienst in de oud heid tot op Alexander den grootc. Amsterdam, 1895. B°. 2« deel, l s < c helft. Timor exploiratie maatschappij te Batavia. Prospectus, 1897. 4°. o O o (un WJ}*™ -J { tun*nha jo mao ttn*rn (La e/i on\ 'nw o. O Q . o (Lil i*sn «yn tm nmntui*nn ttn nvt*rn itm fati/n »J» »u»n«i iJ> *A a-t am \ *n tfz V Gelpke (./. 11. F. Sollewijn), Gegevens voor een nieuwe landrcnte-regeling. Eindresumé der onderzoekingen bevolen bij gouvts. besluit van 23 Oct 1879, No. 3. Batavia, 1885. 8». Groneman (./.), Hoe men 't uitbraken van creoline kan tegengaan. (Overgedrukt uit De Locomotief van G en 7 April 1897.) Folio.—Van den schrijver. Groneman (J.), Mangaan en creoline (Overgedrukt uit De Locomotief van 17 en 18 Maart 1897.) Folio.— Van den schrijver. Groneman (/.), Waarom de cholera niet wijkt. (Over gedrukt uit De Locomotief van 19 April 1897). Folio. — Van den schrijver. Groneman (ƒ.), Een antwoord. (Overgedrukt uit De Loco motief van 5 Mei 1897.) Folio.—Van den schrijver. Groneman (</.), De drinkwaterquaestie te Soerabaja. (Over gedrukt uit het Soerabaiasch Handelsblad van 8 Mei 1897). Folio. —Van den schrijver. Groneman («ƒ.), Creoline in Baujoemas. (Overgedrukt uit De Locomotief van 29 April 1897). 4<>.—Van den schrijver. Baak («/.), Leerboek den plantkunde voor Indië, bewerkt ten behoeve der H. B. scholen, normaal-scholen en docter-djawa-school. Semarang, 1890. B°. Haan (F. de), Catalogus der boeken en kaarten, uitmakende de bibliotheek van den Baad van Indië, samengesteld door—, Batavia, 1897. B°. Haan (/. van Breda de), Rapport over de proefnemingen ter bestrijding der bibitziekte in de tabak. Batavia — 's Graveuhage, 1894. B°. Hendriks (II.), Het Burusch van Masarèté. (Uitgegeven door het Koninklijk Instituut voor de Taal-, Land en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië). 's Graven hage, 1897. B°. Hoêvell (G. W. W. C. van), Over de middelen tot herstel van VI de welvaart en tot ontwikkeling der Ambonselie eilanden. Voordracht gehouden in het koloniaal mu seum te Ilaarlem op 12 December 1896 door—. (Overgedrukt uit „De Indische Mercuur" van 30 Jan. 1897). B°.— Van den schrijver. Holle (K. F.), De zending van twee Minahassaschc hoofden naar Java. (Overgedrukt uit het Tijdschrift voor het Binn. Best. No. 189), 1895. B°. Holle (K. F.), Graphische voorstelling van den aard van het grondbezit in de gouvernements landen op Java en Madoera, 1891. 8». Tabel van de resultaten eener, met behulp van den plani meter, verrichte meting van den vlakken inhoud der Nederlandsche bezittingen in Oost-lndic. Batavia, 1895. B°. Naamlooze vennootschap „Industrie voorheen Noothout en Co". Statuten. Soerabaia, 1897. B°. liersan (G. Roessingh van), Waar vele millioenen reeds ge bleven zijn en waar vele millioenen nog zullen blijven. Eene bijdrage tot de kennis van het Indisch staats bestuur. Leiden, 1897. 8». I-lsing, A record of the Buddhist religion as practised in India and the Malay arehipelago (a. d. 671—695). Translated by J. Takakusu. Oxford, 1897. B°. Jonge (J. C. de), Verhandeling over den oorsprong der Hoek sche en Kabeljaauwsche twisten, ontleend uit echte, meest onbekende gedenkstukken. Leyden, 1817. B°. —Van den heer P. J. F. Louw. Kemp (P. H. van der), I°. De Nederlandsen-Indische stand penning van 1817. (Overgedrukt uit Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië, l e jaarg., afl. Maart 1897). B°. 2°. Aanteckeningcn op deze studie. — Van den schrijver. Kemp (P. 11. van der), De sluiting van het Londensch tractaat van 13 Augustus 1814. (Overgedrukt uit VII de Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned.-Indië, 6» volgr., deel 111}. 8». — Van den schrijver. Kemp (ƒ'. //. pan der), De zendingen van Ibbeston on An derson naar Sumatra's oostkust in 1820 en 1823. (Overgedrukt uit de Bijdragen tot de Taal-, Land en Volkenkunde van Ned.-Indië, 6« volgr., deel III). 's Gravenbage, 1897. 80. — Van den schrijver. Kiesewetler (A'.), . Der Occultisinus des Altertums. Leipzig, 1896. B°. Küiaan (11. V.), Madocrcescbe spraakkunst. Eerste stuk, inleiding en klankleer. Batavia, 1897. B°. Kniijlil (E. F.), Where tbree empires meet; a narrative of recent travel in Kashmir, Western Tibet, Gilgit, and the adjoining countries. With a map and u-1 illustrations. London, 1893. B°. Kronccker (F.), Von Javas Feuerbergen. Das Tengger- Gebirge und der Vulkan Bromo. 2880 Meter ti. M. Mit zehn Vollbildern, zwei kleinen Karten und einer grossen Karte. Oldenburg und Leipzig, 1897. B°. Kruijl (ƒ. A.), Poeloe Web. Waarom staats-exploitatie van dit eiland af te keuren is. 's Gravenbage, 1897. B°. L. Pantoen siudiran oleh terkarang si Xona — boenga hati negri Betawi, Batavia, 1896. B°. Lange (G. A de), De veranderde inzichten van de Tweede kamer der Staten Generaal in zake de afschaffing van den accijns op de suiker, 's Hage, 1897. B°. Legrand (A.), 1' Hygiëne des troupes euxopéennes aux colonies et dans les expéditions coloniales. Paris, Limoges, 1895. 80. Lias (llrait Üe Sn in i-Pol.), Ainour Sauvage; deuxième édi tion. Paris, 1896. B°. Lic Kim Hok, Ilikajat Kbong boe tjoe. Ditjeritaken di dalem bahasa melajoe oleh—.Batavia, 1897. B<>. M, Over groothandel en nog wat of verplaatsing van euro- VIII peesch kapitaal naar China en Arabië via Batavia. Lectuur voor H. H. chefs van importhuizcn, procuratiehouders, boekhouders, correspondenten in vreemde talen, verkoopers, boomklerken, enz. Batavia, 1897. B°.—Van den lieer Albrecht. M. C. Jules Verne. Michael Strogoff djoeroe pembawa soerat dari baginda Czaar Rusland Tersalin di da lem bahasa melajoe renda oleh—. Betawi, 189G. B°.— Van den lieer Albrecht. Marikowski (L. von), Der Auszug aus dem Pancatantra in Kshemendras Brihatkatham anjarï. Eihleitung, Text. Uebersetzung und Anmcrkungen von—. Leipzig, 1892. B°. Manouvrier (L.), Deuxième étude sur lc Pithecanthropus Erec tus comme precurseur présumé de I'homme. (Extrait dos Bulletins de la Société d'Anthropologie de Paris, tome VI (IV e serie). Paris, 1895. B U . —Van den schrijver. Manouvrier (Z,.), Sur Ie nain Auguste Tuaillon et sur Ie nanisme simple avec ou sans microcéphalie. (Extrait des Bulletins de la Société d'Anthropologie de Paris, tome VII (IVe serie). Paris, 1896. B<>.—Van den schrijver. Manouvrier (L.), Observation d'un microcêphale vivant et de la cause probable de sa monstruosité. (Extrait des Bulletins de la Société d'Anthropologie de Paris). B°.—Van den schrijver. Manouvrier (L.), Képonse aux objections contre Ie Pithe canthropus. Extrait des Bullctius de la Société d'Anthropologie de Paris, tome VII (IV e serie) Paris, 1896. 8°. —Van den schrijver. De marine begrooting voor 1897 in de tweede kamer. Eene nabetrachting. 's Gravenhage. BÜ.8 Ü . Marie (A. ■/. van), De gouvernements koftïe-cultuur op Java en Sumatra met handhaving van het beginsel: de boomen het eigendom der bevolking, 's Gravenhage, 1897. B°. X gedurende de jaren 1891 t/m 1905, behoorende bij bet besluit van 3 Juli 1888 No. 1. Batavia, 1888. 4<>. Noord-ziek (</. ./. F.), Geschiedenis der beraadslagingen ge voerd in de tweede kamer der Staten Generaal over het ontwerp van burgerlijk wetboek, s' Gravcnbage, 1873. 80. Norman (H. D. Levyssohn), Rapport over de agrarische aange legenheden. Batavia, 1875. B°. Sajjid Olhimin "bin Abdallah al-Alawi. Al-'lqd al-farïd fi ba'dh masall at-tawhïd. A jjiai) L' l_j.ïa*!) I ' .iJlfill S*St-Jij\ --ASO IJ.AAr £-1!) SXC .i -.A^Aal). »t~ii= *JL. .... JU-g.»!) jjjlaj! Litbogr. Batavia, 1314. [Arab. met Mal. vertaling]. Ijeu kitab dingaranan Tjampaka Moelija karangan Sajjid Oei liman bin Abdallah dipiwarang disoen dakeun koe kaocla. . . Kaden Hadji Adjhari bin Raden Hadji Irzad Bandoeug. Litbogr. Batavia, 1897. B°. ai!) sxc j UL* U.A.**- «—j'.a£ ,_s•) ju; r u. c u Sajjid Oelhmdn bin Abdallah, Tat'tïh al-'oejoen ala fasad az-zoenoen basana basa Malajoe dipin dahkeun kana basa Soenda koe Raden Hadji Adjhari Bandoeng. jUi pxJiï JIJ. «JU, ,_yt J J *i,) J>AC J jj;l.*li- tiJkuj jjjlcl.f |oJüa!l yi )j.j»«j .tftJ>ÜJ «JÏ< lif*"^ l _ y ytj) -w* Litbogr. Batavia, 1314 H.=1897.8». Sajjid Olhman bin Abdallah al-Alawi. Irsjad al-anam (uit het Maleisch in het Soendaasch bewerkt). fimï) J\£j) j*rj <J é\iï) dAj J/d *S ] XI U*-tf } 'i l/S UjlJtf ji) i_f;) • • • • i-iüU *»jIC« ,»i «> O'* • IjJLj (j»li ULiJ *liï) jl£.) i—jUS" irit« ii.»a> (jiytUi *..(*!! * (JJLaJ Lithogr. Batavia, 1314. B°. Sajjid Oethmdn bin Abdallah bin 'Aqll en Raden Hadji Adjhari, Qamoes kerjil arabijjah — mëlajoc — soenda. Litbogr. Batavia, z. j (1897). B°. 'itt.sA) felilïl {jöa> '<i>* XjüjT ó-*r*s (j»)*^ i__>.c tal JlS' 3U«J .... laUa* SuJlii) cj'J J A *- uli *Ü' ***£ u_a.>ft*<j «-fr*)' liji^ } Sajjid Octhman bin Abdallah, Boennat al-djalïs waqahwat al-anls. Lithogr. Batavia, 1314 H. B°. Oudetnans (G. J.), Javaansche wetten en andere bepalingen, geldig in Jogjakarta ten dienste van landhuurders, beheerders en gecmploieerden van ondernemingen en van de Javaansche ambtenaren in dat gewest. Ver taald, verzameld en bewerkt door—. Eerste deel (Hollandsche tekst). Jogjakarta, 1897. B°. Tweede en derde deel (Javaansche tekst). Jogjakarta, 1895/6. 8°. — Van den schrijver. XII Padmasoesaslra, ffiutüwnmtaj Tjarakan Djawa Soerakarta, 1897. 80. Peratoeran baroe di atas peri hal zegel, sebageimana telah di-oendang-oendangkcn dengan staatsblad tabon 1885 No. 131 serta di-obah dan ditambah poela dengan staatsblad 1886 No. 25 dan 1892 No. 260 dan 261, berikoet: daftar soerat-soerat jang dibebasken dari pada pembajaran bca zegel, bea zegel atas wissel dan laen-laen soerat penoekaran wang dan bea zegel orang asing, soerat permissi aken doedoek di teinpat tempat jang tiada ditentoeken kampocng orang asing. Batavia, 1896. B°.—Van den Heer Albrecht Piepers (M. C), Nabetracbting in zake de Costa-rica-paeket. Amsterdam, 1897. 8". Pierson (N. G.), Leerboek der staathuishoudkunde. Eerste deel. Tweede, herziene druk. Haarlem, 1896. B°. fjietle (h\), Etudes d'ethnographie préhistorique (Extrait de „I'Anthropologie", T. VII, No. 3). Paris. B»,—Van den schrijver. Pietle (E.), Fouilles faites a Brassempony en 1895 (Extrait des Bulletins de la Société d'Anthropologie de Paris, tome VI (IVc serie). 1896. 80. —Van den schrijver. Poensen (C), Grammatica der Javaansche taal. Leiden, 1897. 8°. —Van den schrijver. Pottin (Ch.), Le roman du Benard mis en vers d'après les textes originaux précédé d'une introduction et d'une bibliographie par—. Paris, Bruxelles, 1861. B°. Preanger stoomtram maatschappij, op te richten naamlooze vennootschap. Prospectus, voorwaarden, inschrijvings billet, concept-statuten. 1897. 4°. Gouvernements-koi'iie-cultuur. Rapport van de staatscommis sie benoemd bij Koninklijk besluit van 14 October 1888. s'Gravenhage, 1889. 4°. Rasche (E.), Land und Volk der Japaner. Leipzig, 1897. B°. Rees (W. A. van), Vermeulen Krieger. Nieuwe herziene XIII uitgave met illustratien van G. B. Hooycr. Rot' terdam. B°. Rees (W. A. van), Indische typen en krijgstafereelen. Nieuwe herziene uitgave met illustratien van G. B. Hooycr, l ste en 2" deel. Rotterdam. 1896.8°. Reglement voor den dienst van het boschwezen op Java en Madoera. 1897. 4°. Reilingh (W.), De cultures van Nederlandsen Oost-Indië. (Uitgegeven door de Maatschappij tot nut van 't alge meen). Amsterdam. B°. Goud exploiratie maatschappij Riam Kanon. Circulaire. Batavia, 1897. 4°. Roero (O.) Ricordi dei viagge al Cashemir, piccolo e medio Thibet e Turkestan in varie escursioni dall'anno 1853 al 1875. Volume primo (con quattro tavole). Volume secondo (con sei tavole). Volume terzo (con sei tavole). Torino, 1881. B°. Roest {Th. lA.) Les monnaies des seigneurs de Bronchorst- Batenbourg (Overdruk uit het Tijdschrift van het Nederlandsch genootschap voor munt- en penning kunde). Amsterdam, 1897. B°. — Van den schrijver. Sarras Poeha, Etude sur la theorie du droit musulman. Première partie. Paris, 1892. B°. Sarras Poeha. Le droit musulman expliqué; réponse a un article de M. I. Goldziher para dans le Byzantinische Zeitschrift 11, 2, p. 317—325— 1893. Paris, 1896. 8". Naar aanleiding van het door den controleur //. F. R. Schmalhausen in de afdeeling Djombang gehouden onderzoek. Cheribon, 1890. B°. Schmeltz (</. D. E.), Ethnographische musea in Midden- Europa. Verslag cener studiereis 19 Mei —31 Juli 1895. Met 3 bijlagen, 1 plaat en 35 tekstillustraties. Leiden, 1896. 4°. Schulze (/''.), Oost-Java en Madoera. Handboek voor reizigers. Batavia, 1897. 12". XIV Slingelandt (S. van), Staatkundige geschriften opgesteld en nagelaten door —. l e , 2«, 3 e en 4 e deel. Amsterdam, 1784/85. B°.—Van den Heer P, J. F. Louw. Smith (V. .1.), The remains ncar Kasia, in the Görakhpur district, the reputed site of Kucanagara or Kncju&ra, the scène of Buddha's death. Allahahad, 1896. 4°. Slamat dateng dan semhah soedjoed dari patik njang amat hina ja-itoe pengarang hersama njang ampoenja soerat kahar ini dengen segala pengawenja, dipersembah ken kabawak doeli Sri maha baginda radja Siaiu Somdet Phra Paramendt Maha Chulalonkorn Permci soeri serta Poetra-Poetra Baginda njang Maha koe wasa dan amat Moelia pada waktoe datenguja di negeri Bctawi. Batavia, 1896. B°. — Van den Heer Albrecht. Tagore (Sourindro Mohyn), Universal history of music, compiled from divers sources together with various original notes on llindu music. Calcutta, 1896. B°. Tan Teug Kip, Sair dari hal datangnja poetra makoeta keradjaan Roes di Betawi, dan pergihnja tersamboeng dengan sair sekalian binatang di hoetan aken meng ingetin anak-anak, soepaja mendengar kata, dan sajang kepada harta bonda, terkarang oleh —. ïji takaii jang ka-doewa. Batavia, 1897.12.° — Vanden Heer Albrecht Tan Tjlitut Wc, Sair ikan disalingken dari hoeroef arab oleh —. Batavia, 1896. 12°. — Van den Heer Albrecht. ijafcra PiOgara, nvmurn .-■-* >■>> ntsntnnjTlf irnnam lui *sn «jiti n . (?) Cl o. (?) . arj »(i tfl itn t* itï)«.i nra on* \ »m *k n njt im -m un tn min ■'nn in ui r,t nrn \ Batavia, 1897. B°. De Toelioc Oemar-politiek. Inleiding en wording, 's Gra venhage, 1897. B°. Mijnbouw-maatschappij Totok gevestigd te Batavia. Re glement. Batavia, 1897. B°. XIX Nummers der basrelief, welke Derde omgang, achterwand: Nihil. XV Uflbrd (J. K. W. Quarles van), Koloniale kroniek. Koloniale literatuur. Van Heutsz, van Nunen en anderen over de reorganisatie van bet Binnonlandsch-Bestuur in N. Indië — Reinier D. Verbeek en anderen over het gewijzigd ontwerp eener mijnwet voor N. Indië. Uit breiding van directe stoomvaartvcrbindingeu moet vermeerdering van handel ten gevolge hebben. —Van der Kemp en Kielstra over Louw's geschiedenis van den Java-oorlog. — Brieven van Dr. en mevrouw Adriani. (Overgedrukt uit de Economist, Maart 1897). 's Gravenhagc, B°.—Van den schrijver. ija mine pajoe pajoe wana Hidjahidi. Makassarsche vertaling van de lotgevallen van Djahidin. Batavia, 1896. 8». Veen {II), Koloniaal museum te Haarlem Handleiding voor het verzamelen en conserveeren van dieren en dierlijke producten in de Nederlandsche overzeeschc gewesten. . Haarlem, 1897. B°. Vloten (/. van), Neerlands opstand tegen Spanje, in zijn beginselen, aard en strekking geschetst (15G4 —1567). Haarlem, 1856. B°.—Van den Heer P. .1, F. Louw. Vreede {A, C), De oorspronkelijke figuurlijke bcteckenissen der Javaansche woorden Redevoering uitgesproken op den 322 9tcn verjaardag der rijks-universiteit te Leiden, 8 Februari 1897. Leiden, 1897. B°.—Van den schrijver. Walbeehm (4. ƒ/. J. G.) ; De taaksoorten in het Jaraansch. 3 e stuk. Batavia, 1897. B°.—Van den schrijver. Warburg (0), Die Muskatnuss ihre Gescbicbte, Botanik, Kultur, Handel mul Verwerthung sowie ihre Verfal schungen und Surrogatc. Zugleich ein Beitrag zur Kulturgeschichte der Banda-inseln. Mit 3 neliogra viiren, 4 lithographiseben Tal'eln, 1 Karte und 12 Abbildungen im Text. Leipzig, 1897. B U . XVI Wildeman (E. de), Prodrome de la florc algologique des Indes Néerlandaises (Indes Néerlandaises et parties des territoires de Borneo et de la Papuasie non Hollan daises). Public par Ie Jardin botanique de Buiten zorg. Batavia, 1897. 8». IJ. T. H, Tjerita dabocloe kala di negri Tjina, tempo keradja-an Song Tjin Tjong merk Taij Song Tiauw katjerita-an Sie Laij Kon, tersalin dari boekoe tjina oleh —. Tjitakan jang ka I. Batavia, 1896. 8°. —Van den heer Albreebt. XVIII Nummers der basreliefs, welke No. 42 moet zijn No. 43, en omgekeerd. Tweede omgang, achterwand : Tweede omgang, voorwand: Serie A. Tweede omgang, voorwand: Serie B. XX Nummers der basreliefs, welke No. 35 moet zijn No. 36 ; en omgekeerd. Vierde omgang, achterwand: Vierde omgang, voorwand: Vijfde omgang, achterwand: XXI Nummers der basreliefs, welke Totaal 107 stuks. 8 stuks. Vijfde omgang, voorwand: XXII Van den derden omgang, voorwand, zijn afgebeeld de volgende nummers: Van den vierden omgang, voorwand, zijn afgebeeld de volgende nummers: Van den vijfden omgang, voorwand, zijn afgebeeld de volgende nummers: XXIII RECAPITULATIE. XXIX Dahhiiami (./.), Nirvana. Eine Studie zur Vorgeschichte des Buddhismus. Berlin, 1896. B°. öe/f'-Batavia-Maatschappij: gewijzigde statuten. 1893. B°. Djafa di Ningrat (Raden Toemenggoeng). <*fl,li »!.,.»$ 0.),, iLsjjU». èySiLny p f£)js.j ) jlyi Kxi Batavia, 1897. 8«. Djaja tli Ningrat (Raden Toemenggoeng). <jS [ t>-> £!i»jü *-'•« J (JJ •■ iiJ » JJ ïj*iS\x*. )jjtjf Kjü Batavia, 1897. 8". Naamlooze vennootschap: „dagblad liet Centrum", te vestigen te Djocjacarta. Prospectus, concept-statuten en in schrijvingsbiljet. Djocjacarta, 1896. 4°. Dorssen (./. M. 11. eau), de lepra in Nederlandsen Oost-Indie tijdens de 17 de en 18 ae eeuw (Overgedrukt uit het Ge neeskundig Tijdschrift voor Ned: Indie, deel XXXVII, afl. 3en 4). Batavia, 1897. B°.— Van den schrijver. Haagsche bouwgrond-maatschappij „Duinoord". Het concours van gevelontwerpen, gehouden in December 1896. den Haag, z. j. B°. Eek (R. van), luctor et emergo of de geschiedenis der Ne derlanders in den Oost-Indischen archipel. Zwolle, z. j. 8". Afl. 1, 2 en 3. Ehmann (P.), Sprichwörter und bildliche Ausdrücke der Ja panischen Sprache. Tokyo, 1897. Theil I. B°. (Sup plement der „Mittheilungen" der deutscheu Gesell schaft für Natur- und Völkerkunde Ostasiens). Elezoviv (Fr.), carmina. Belgradi, 1897. B°. Elliolt (/}.), views in India, China and on the shores of the Red Sea. With descriptions bij E. Roberts. Vol 11. London, s. d. 4°. Esquiros (A.), the Dutch at home. Essays from the „Revue des deux mondes", translated bij L. Wraxall. London, 1861. 2 vol. B°. Fermchau, .Jahrhuch der mittelschweizerischen geographisch- XXVI (Ia:-l. Translated from the Arabic and edited by <■. S. A. Ranking and R. F. Azoo. Calcatta, 1897. B°. Vol I, fase. 1 (Bibliotheca Indica). Annersledt {('.), om Samhüllsklasser och Lefnadssiitt under I'öira Halften of 1600-talet. Stockholm, (1896). (Föreningen Heimdals Folkskrifter, no. 33-34) B°. Xaamlooze vennootschap Assam thee onderneming „Pasir Salam." Prospectus en begrooting. Batavia. 1897. 4°. De i4//(7(-onlusten in 1890 door een officier van het Nedcr landsch-Indisch leger in actieven dienst. Voorafge gaan door een kort overzicht van den Atjeh-krijg en de voornaamste gebeurtenissen op politiek en mi litair gebied gedurende het bestuur van generaal C. Deijkerhoffi in het bijzonder de oorzaken, aanleiding en gevolgen van ons bondgenootschap met Toekoe Oemar. Rotterdam. Folio. Bakr (J. von) och Th. Brandberg, l'psala l'niversitets Ma trikel. Upsala, 1896. 4°. Soiree donnée ;'i I'occasion des races ;'i Bandoeng, 26 Juillet 1896. Batavia. B°. Vereeniging tot het oprichten, besturen en instandhouden van scholen met den bijbel te Batavia. Circulaire en inteekenbiljet. Weltevreden, 1897. 4°. Lieder zur Weihnachtsfeier 1895, gesungen im Deutschen Tnrnverein zu Batavia den 21 December 1895. B°. Naamlooze vennootschap Batavia-Japara petroleum exploratie maatschappij, te vestigen te Batavia. Prospectus en inschrijvingsbiljet. Batavia, 1897. 4°. I'hinten-en Dierentuin te Batavia, Weldadigheids-bazar ten voordeele eener inrichting voor ziekenverpleging, te houden op 9 en 10 October 1896. Zonder naam van uitgever. 12° oblongo. Congres international colonial sous Ie haut patronage de 9. M. Ie Roi tier Belges. Programme, etc. 1897. Bruxelles,fol. Bell (A. M.), the Bcienee ol speech. Washington, 1597. B°. XXVII Bell (H. C. P.), tirst — seventh progress report on the ar ehaeological survey of Anuradhapura and the North central province. Colombo, 1890/6. Folio. Berg (L. W. ('. van den), landrecht in /.wang in de Palem bangsche bovenlanden. Oendang-oendang simboer tjabaja [Mal-tekst met Arab. kar.]. Batavia, 1897. 12°. Das Museum für Naturkunde der Königlicben Friedrich- Wilhelms-Universitftt in Berlin. Zur Friiffnung-Feier Berlin, 188'.». B°. Berlram (S. C. ./.), de tabak. Handleiding voor ben, die zich in „bet tabaksvak" wenschen te begeven, benevens eene opgave van de belastingen op de tabak in Europa. Amerika, Azië, Afrika en Australië. Uit het Duitscli voor Nederland bewerkt door denzelfde. Culemborg. B°. tn »j ttrtrntuintuitn «s« i , J>ataWl, 18Jl. 8 . Bink {G. L.), soerat be soeroc ro Samoeël kiawer ro woois Woranda ro woois Xoefoor. Het tweede boek van Samuel vertaald in de Noefoorsche taal. Andaij, 1890. B°. Biel (A.), les Galibis. Tableau véritable de leur moeurs, avec un vocabulaire de leur laugue. Revu et public» par A. Marre. (Extrait de la Revue de Linguistique). Paris, 1896. B°. Bleicher (II.), statistische Besch reibung der Stadt Frankfort ara Main und ihrer Beviïlkerung. Theil TT. Frankfort a. M., 1895. B°. Boekoe pantoen karang-karangan koempoelaDJa si nona Boe djang, akan goenanja orang moeda, jang soeka ple siv dengen nona-nona atawa bertjinta satoe sama laen, djoega boewat bikin orang tertawa dan liboerin hati jang soesah. Tjitakan jang kadoewa. Betawi, 1897. 12°.— Van den Heer Albrecht. Bontemantel 11. . de Regeeringe van Amsterdam soo in 't XXVIII civiel als crimineel en militaire (1653—1672). Uit gegeven door G. W. Kernkamp. l e deel. (Werken uitgegeven door het Hist. Genootschap gevestigd te utrecht, 3« Serie, No. 7). 's Gravenhage, 1897. 8». Brav.del (B. A.), om och ur den arahiske Geografen 'Idrïsi. Akademisk Afhandling. Upsala, 1894. B°, Brandt ( W.), die evangelische Geschichte and der Ursprung des Christenthums, auf Grund einer Kritik der Be richte tiher das Leiden und die Aufcrstehung Jesu. Leipzig, 1893. B°. Brederoode (G. A.), Spaanschen Brabander lerolimo. t'Amstel redam bij Corn. Lodewijcksz. van der Plassen, z j. 4°. Commission centrale de bibliographie Brèsilienne sous la di rection de I'lnstitut histoiique et géographique Brési lien. Rio de Janeiro, 1895. B°. l e année, fase. I. Brinkman (W. F. Gramser), critische beschouwingen over de te Batavia gevestigde maatschappij van aankoop en levering: „Onderlinge hulp", voorafgegaan door een open brief aan de aandeelhouders der maatschappij. Batavia, 18C6. B°. Buning (1. Werumeus), in en om de kampong. Oost-Indische schetsen. Rotterdam, z. j. B°. Caspar (F. /?.), die Seele des Menschen, ihr Wesen und ihre Bedeutung. Mit einer Anleitung zur Wahrnehmung des seelischen Aether-lichtes und einer Tafel iiber die Lichtformenwelt der Seele. Dresden, (1897). B°. Cassell's portrait catalogue. London etc. l st . list, 1893. B°. Cenlenaire de I'école des langues orientales vivantes 1795— 1895. Recueil de memoires public par les professeurs de I'école. Paris, 1895. 4°. Lettres Chinoiscs ou correspondance philosophi<iue, historique et critique, entre un Chinois voyageur et ses cor respondans a la Chiue, en Moscovie, en Perse et au Japon, Nouvelle édition, augmentée de nouvelles lettres et de quantitc. de remarques. 5 vol. la Haye, 1769. 12". Bestuursvergadering van Dinsdag 7 September lsitï. Tegenwoordig de Heer Mr. J. A. van der Chijs, w l . Voorzitter, Dr. C. Snotjck Hurgronje, H. D. H. Bosboom, H. M. la Chapelle en B. Hoetink, Secretaris. I. Nadat de notulen der vergadering van 3 Aug. j. 1. zijn goedgekeurd, worden in behandeling genomen de navolgende stukken: o. Een extract uit het register der besluiten van den Gouverneur-Generaal, dd. 12 Aug. j.l, N°. 10, waarbij is bepaald dat op den voet van het besluit van UDec. 1858, N°. 77 (Bijblad N°. 3121; aan het Genootschap ter bewaring worden afgestaan eenige bij den dokter-djawa te Manondjaja i Preanger Regentschappen) in verantwoording zijnde afge keurde koperen gewichten (Not. pag. 09, I, f). De Heer van deb Chijs bericht dat deze voorwerpen nog niet zijn ontvangen. I>. Idem van den 21 eu Aug. j.1., N°. 33, waarbij is bepaald dat het van den Gouverneur van Ceylon ontvangen exemplaar van de ~ Reports of the Archacological Survey of Ceylon" aan het Genootschap ter bewaring wordt afgestaan. Bibliotheek. c. Eene missive van den l sten Gouveruements Secretaris, dd. 27 Aug. j.1., waarbij worden aangeboden de 70 nog beschikbare exemplaren van de 8° uitgave van het door Dr. L. Sebeuriek samengestelde werk over de Wajang Poerwfi., om daarmede te handelen zooals is aangegeven in Bestuursvergadering van Dinsdag 5 October 1897. Tegenwoordig de Heeren G. A. Scherer, Voorzitter Mr. J. A. van der Chijs, Dr. C. Snouck Hurgronje, A. G. Vorderman, H. D. H. Bosboom, H. M. LA Chapelle, Mr. J. 11. Abexdaxox, Dr L. Serrurier en B. Hoetink, Secretaris. Op uitnoodiging der Directie, wordt deze vergadering mede bijgewoond door het lid, den Heer C. den Hamer. I. Nadat de Voorzitter do vergadering heeft geopend en den Heer den Hamer met een waardeerend woord welkom heeft geheeten, worden de Notulen goedgekeurd der ver gaderingen van 3 en van 10 Augustus j. 1., waarna de volgende stukken in behandeling worden genomen: a. Een Gouvernements Besluit van 11 September j. 1., No. 34, waarbij is bepaald dat van alle door den anthropo metrischen dienst te vervaardigen photogrammen, voor zoover deze geen zuiver Europeesche personen betreffen en tegen de verstrekking daarvan om kieschheidsredenen, ter beoor deeling vau de betrokken Hoofden van gewestelijk bestuur, geen bezwaar bestaat, een exemplaar, vergezeld van een afschrift van het anthropometriseh signalement, slechts be vattende de lichaamsmetingen, aan het Bataviaasch Genoot schap van Kunsten en Wetenschappen zal worden afgestaan. Een afschrift van dit Besluit zal worden aangeboden aan het Comité ter bevordering van het natuurkundig onder zoek der koloniën, dat in deze het initiatief heeft genomen (Not. pag. 20, 11, f). Bestuursvergadering vau Donderdag 11 October iS97 Tegenwoordig de Meeren Q-. A. Scherer, Voorzitter, Mr. J. A. van der Chijs, Dr. C. Snouck Hurgronje, H. M. la Cii.u-Ei.i.i:, Mr. J. 11. Abendanon, Dr. L. Serririer en B. Hoetisk, Secretaris. I. Na opening der vergadering brengt dé Voorzitter in herinnering dat aan de orde is de beslissing in cenige aange legenheden welke in de laatste vergadering onafgedaan zijn gebleven. Onder deze komt in de eerste plaats voor be handeling in aanmerking de vraag of zal worden omgezien naar een ontwikkeld persoon die de werkzaamheden zal verrichten welke thans komen voor rekening van den The saurier, den Bibliothecaris en den Secretaris en die verder, onder de leiding van de Conservatoren, het toezicht zal houden op de verschillende verzamelingen van het .Museum, waar hij geregeld dagelijks zal aanwezig zijn en, zoo mo gelijk, zal wonen, en wiens bezoldiging, tot een bedrag van f 200 a f 250, zal worden gevonden uit de toelagen voor bureaukosten, welke thans overeenkomstig artikel 12 van het Reglement worden te goed gedaan. Aan het debat, waartoe de Voorzitter thans gelegenheid geeft, wordt door alle aanwezigen deel genomen. Hierbij blijkt dat de meerderheid in beginsel geneigd blijft, om, zooals eenige jaren geleden reeds is aangenomen, tot de aanstelling van zoodanig beambte over te gaan, indien iemand kan worden gevonden die, naar het oordeel der Directie, de uoodige geschiktheid bezit. De voordeden van zoodanige regeling worden vooral op den voorgrond gesteld door het directielid Snouck Uur Bestuursvergadering van Dinsdag 2 November 1897. Tegenwoordig de Heeren G. A. Screrer, Voorzitter, Mr. J. A. van der Chijs, Dr. C. Snotjck Hurgronje, P. J. F. Louw, H. M. la Ciiapelle, Mr. J. H. Abexdanox, Dr. L. Serrurier en B. Hoetink, Secretaris, I. Nadat de Voorzitter de vergadering heeft geopend, worden de notulen goedgekeurd der vergaderingen van den 5™ en den 14 cn October j. 1., waarna de volgende stukken in behandeling komen: 11. Eenc missive van den l steu Gouvernt* Secretaris dd. 23 October j. 1., No. 2425, ten geleide van een exemplaar van het met financieelen steun der Kegeering uitgegeven werk van Prof. Dr. K. Martbn, getiteld „Reisen in den Moluk ken, in Ambon, den Lliassern, Seran (Ceram) und Buru". Bibliotheek. h. Een renvooi van den Directeur van O. E. en N., dd. 18 Oct. j. 1., No. 30602, ten geleide van een gouden oor ring, in den grond gevonden in de desa Tjoeroekbolong. district Poerworedjo, residentie Banjoemas. Wordt besloten dezen ring voor den getaxcerden prijs van f 10 over te nemen en te plaatsen in de oudheidkun dige afdeeling. c. Van denzelfden dd. 23 Oct. j. 1., No. 32243, ter kennisneming toezendende een extract uit het Gouvern's. Besluit van 22 Oct. t. v., No. 5, waarbij is goedgevonden „machtiging te verleenen om in daghuur, overeenkomstig Bestuursvergadering van Dinsdag 7 December 1597. Tegenwoordig de Heeren G. A. Scheree, Voorzitter. Mr. J. A. vax deb Chijs, Dr. C. Snouck Hurgroxje, H. M. la Chapellk, Mr. J. 11. Abendanon, Dr. L. Sereüriee en B. Hoetink, Secretaris. I. Na opening der vergadering door den Voorzitter, worden de notulen der vorige vergadering goedgekeurd, waarna de navolgende stukken in behandeling komen: i/. Ken Gouvernements Besluit van 16 Nov. j. 1., No. 47, waarbij is bepaald dat van de goederen, welke door de hoofden van Lakahia, Haik en Biroe (Zuidkust van Nicuw- Guinea, residentie Ternate en Onderhoorigheden) als boete zijn opgebracht: 1. op den voet van het besluit van 11 December 1858 no. 77 (Bijblad No. 3121) aan het Genootschap ter bewaring worden afgestaan: drie potten en vijf stuks houten gereedschappen (Not pag. 112, I. b). Kthnologische afdeeling. li. Een renvooi van den Directeur van O. E. en N., dd. 1 dezer No. 35628, ten geleide van een bonang, met tien dergelijke voorwerpen in den grond gevonden in de desa Sonoredjo, district Modjoroto, residentie Kediii. Aangezien op het bezit dezer voorwerpen door de Directie geen prijs wordt gesteld, zal, overeenkomstig het voorstel van Dr. Serrueieb, in overweging worden gegeven die Bestuursvergadering van Dinsdag den 2' n Maart 1897- Tegenwoordig de Hceren G. A. Scherer, Voorzitter, Mr. J. A. van der Chijs, Dr. J. L. A. Brandes, Dr. C. Sjïocck HIJRGRONJE, P. J. F. LOUW, A. G. VoRDERMAN, 11. D. H. Bosboom, H. P. J. van hen Berg, H. M. la Chapelle, Mr. J. H. Abendanon en B. Hoetink, Secretaris. I. Nadat de notulen der vorige vergadering zijn goed gekeurd worden in behandeling genomen de navolgende stukken: n. Een renvooi van den Directeur van O. E. en N. dd. 4 Febr. j.1., N°. 4108, ten geleide van een scbrijven van den Resident van Besoeki dd. 29 Januari t. v., n°. 49, houdende de vraag of door de Directie prijs wordt gesteld op 24 stuks in de afdeeling Djember opgedolven muziek instrumenten (bonang en paneroes). Aangezien bet Museum reeds een groot aantal van soort gelijke voorwerpen rijk is, wordt besloten te verzoeken de opzending achterwege te laten. b. Van denzelfden dd. 24 Februari j. 1., No. 6282, ten geleide van een gouden voorwerp, in den grond gevonden in de desa Reboek, district Kemiri, afdeeling Koetoardjo, residentie Bagelen. Wordt besloten tot terugzending, omdat in het Museum reeds eenige dergelijke voorwerpen (Catalogus N os . 1470-1479) aanwezig zijn. c. Van den Resident van Menado dd. 15 Januari, j. t, Notulen 1897. 3 Bestuursvergadering van Dinsdag den 6en April 1897. Tegenwoordig de Heeren G. A. Scherer, Voorzitter, Mr. J. A. van der Chijs, Dr. C. Snouck Hurgronje, P. J. F. Lorw, H. D. H. Bosboom, H. P. J. van den Berg, H. M. la Chapelle, Mr. J. H. Abendanon en B. Hoetink, Secre taris. De vergadering wordt, op uitnoodiging der Directie, mede bijgewoond door den Heer J. Nuhout tan der Veen, Inge nieur der l e klasse der B. O. W. alhier. I. Nadat de notulen der vorige vergadering zijn goed gekeurd worden in behandeling genomen de navolgende stukken: o. Eene missive van den 1™ Gouvernements Secretaris dd. 18 Maart jl., No. 608, ten geleide van 526 exemplaren van het l e deel van het Daghregister van Batavia, ter ver deeling onder de personen en instellingen aan wie het in Indië uitgegeven Daghregister pleegt te worden gezonden. De Bibliothecaris wordt uitgenoodigd zicb met die ver deeling te belasten. b. Van den Directeur van O. E. en N. dd. 20 Maart jl , No. 4052, ten geleide van de door den Ingenieur der I<= klasse bij den Waterstaat en 'slands B. O. W. B. Kersjes inge diende calques en photographiën betrekkelijk den Mëndoet tenipel (Not. pag. 30, l,h). De Secretaris bericht dat de calques en photographiën aan den Heer Kersjes zijn toegezonden ingevolge diens verzoek (zie Not. pag. 29, I,A). Bestuursvergadering van Dinsdag 11 Mei 1897. Tegenwoordig de Heeren G. A. Scuerer, Voorzitter, Dr. C. Snouck Huroronje, P. J. F. Louw, H. D. H. Bosboom, H. M. la Chapelle, Mr. J. H. - Abendanon en B. Hoetink, Secretaris. I. De notulen der vorige vergadering worden goedge keurd, waarna in behandeling komen de navolgende stukken: a. Een extract uit het register der Besluiten van den Gouverneur-Generaal van N. 1., dd. 17 April jl., No. 42, waarbij is goedgevonden en verstaan: I°. Met wijziging in zoover van het besluit van 16 Juli 1896, No. 26 (Not. 1896, pag. 71, I, a) te bepalen: a. dat de daarbij voor het verrichten van herstellingen van den Mendoet-tempel in de afdeeling Magelang der resi dentie Kedoe toegestane fondsen voor zooveel noodig zullen worden gebezigd om, overeenkomstig de aanwijzingen van den Ingenieur der l c klasse bij den Waterstaat en 's Lands Burgerlijke Openbare Werken J. Nühout van der Veen, den bovcnlast van dien tempel tot zoodanige hoogte te ver wijderen als noodig zal blijken om het gevaar van vernieling door instorting af te wenden; b. en dat eerst na afloop van de sub a. bedoelde werk zaamheden en na het opmaken van een nader project, omtrent de uitvoering van eventueele herstellingen aan den Mendoet tempel zal worden beslist. 2°. Den Directeur der B. O. W. te machtigen om deu Ingenieur Nuhout van der Veen voornoemd tot voorschreven Bestuursvergadering van Dinsdag 1 Juni 1897. Tegenwoordig de Heercn G. A. Scherer, Voorzitter, Mr. J. A. van der Ciiijs, Dr. C. Snouck Hurgronje, P. J. F. Louw, H. D. 11. Bosboom, H. F. J. van den Berg, H. M. la Chapelle, Mr. J. H. Abendanon en B. Hoetink, Secretaris. I. De Notulen der vorige vergadering worden goedge keurd, waarna in behandeling komen de navolgende stukken: a. Een extract uit het Kegistcr der Besluiten van den Gouverneur-Generaal, dd. 21 Mei j, 1., No. 14, waarbij is bepaald den Heer C. den Hamer, Adjunct-Inspecteur van het Inlandsen onderwijs in de 2« afdecling, uit te noodigen om eene beschrijving te vervaardigen van den Mendoet tempel, als monument van Hindoesche kunst. (Not. pag. 43, 11, lo). Informatie. h. Eene missive van den Directeur van O. E en N., dd. 25 Mei j. 1., No. 7COO, waarbij, namens den Gouverneur- Generaal, worden aangeboden één exemplaar van den Ne derlandschen en één van den Franschen tekst van de Geologische beschrijving van Java en Madoera, door Dr. R. D. M. Verbeek en R. Fennema. Bibliotheek. r. Een renvooi van denzelfden, dd. 2 ( J Meij. 1., No. 15175, ten geleide van een gouden ring, in de desa Brahankoelon, aan den oever van de kali Lembon, district Widoeng, afdec ling Demak, residentie Seniarang, iu den grond gevonden. Wordt besloten dezen ring voor de getaxeerde waarde, Notuleu 1897. & Bestuursvergadering vau Dinsdag 6 Juli 1897. Tegenwoordig de Heeren 6. A. Scherer, Voorzitter, Mr. J. A. van der Chijs, Dr. C. Snouck Hurgronjk, 11. M. la Cuapelle, Mr. J. 11. Abendanon en B. Hoetink, Secretaris. I. De Notulen der vorige vergadering worden goedge keurd, waarna in behandeling komen de navolgende stukken: il Eene missive vau den l Gouverncinents Secre taris dd. 2 Juni, j. 1., N°. 1273, houdende mcdedceliug dat een ter Algemecnc Secretarie ingesteld onderzoek naar gegevens omtrent een standaard-meter welke bij het Genoot schap in bewaring zou zijn geweest (Not. 1896 pag. 105, IV, 2° en Not. pag. 55, VII, d.) tot geene andere uitkom sten heeft geleid dan dat is gebleken dat door de Indische Eegeering in 1838 uit Nederland de uitzending is gevraagd o. a. van eenige stellen maten en gewichten, ten einde tot standaard en tot model te strekken voor den aanmaak van die voorwerpen alhier, en dat de tusschcnkoinst van den Minister van Koloniën is ingeroepen om in de archieven van zijn Departement te doen nagaan of aan bedoeld ver zoek gevolg is gegeven. Informatie. I). Van den Minister vau Binnenlandsche zaken dd. 5 Juni, j. 1., N°. 1371, waarbij, in antwoord op het verzoek der Directie om een honderdtal exemplaren vau de 8° uit gave van Dr. L. SerrußlEr's „Wajang Poerwa" te harer Bestuursvergadering van Dinsdag 3 Augustus 1897. Tegenwoordig de Ileeren G. A. Sciierer, Voorzifter, Mr. J. A. van DEB ('in.is, Dr. C. Sxouck Hurgronje, H. D. 11. Bosboom, Mr. .T. 11. Abendanon, Dr. L. Serrurier, B. Hoetink, Secretaris en liet Eerelid Dr, A. W. Nieuwenuuis. De vergadering wordt, in gevolge eene uitnoodiging der Directie, mede bijgewoond door den lieer J. Ni iuut yan der Veen, Ingenieur der l c . klasse der 15. O. W. alhier. I. Nadat de Voorzitter liet Eerelid Dr. A. W. Xiiü'yvkxiiuis, het nieuwe bestuurslid Dr. L. Serrurier en den Heer J. Nuhout van deb Veen, ieder afzonderlek, niet een waar deerend woord welkom beeft gebeeten, worden de Notulen der vorige vergadering goedgekeurd, waarna in behandeling komen de navolgende stukken: a. Eene missive van den l sten Gouvernements Secretaris dd. 5 Juli, j. 1, N°. 1555, waarbij een exemplaar wordt aangeboden (van de 8° uitgave) van het door Dr. L. Sj:ki;ui;ii:r samengestelde werk over de Wajang Poerwê (Not. pag. 67, 1,6). Bibliotheek. b. Een Gouvernements Besluit dd. 17 Juli, j. 1., N°. 2, waarbij is goedgevonden machtiging te verleenen tot liet uitgeven van het ll e deel, met bijbeboorende kaarten en teekeningen, van het werk getiteld: „de Java-Oorlog van 1825—30", samengesteld door den Kapitein der Infanterie P. J. F. Loow (Not. pag. 74, VI, 2°). Bestuursvergadering van Dinsdag 10 Augustus 1897 Tegenwoordig de Hoeren G. A. Scbebeb, Voorzitter, Mr. J. A. van dek Chijs, Dr. C. Skodck Huegbonje, H. D.H. Bosboom, .Mr. .). H. Aeendanos, Dr. L. Sebbubieb en B. HoETiHK, Secretaris. De vergadering wordt mede bijgewoond door de Eereleden de Hoeren .1. W. Yzeeman en Dr. A. W. Nïéüwenhüis. Xa opening der vergadering, héél de Voorzitter de beide aanwezige Eefetedên welkom en, in hei bijzonder het woord richtende tot den Heer Yzeeman, wijst de Voorzitter op de verdiensten in vroeger tijd dom' den Heer Yzeeman aan de wetenschap en vooral aan het Genootschap bewezen, waarin de tegenwoordige Directie onlangs aanleiding heeft gevonden om hem alsnog hu! eerclidnïaatsehap van liet Genootschap - aan te bieden, in de hoop dat deze erkenning zijner ver diensten door hem op prijs zal worden gesteld en tot nieuwe krachtsinspanning ten bate der wetenschap /.al helpen op wekken. De heer Yzebman zegt der Directie dank voor zijne be noeming tot Eerelid en verklaart zich gaarne bereid om liet streven van liet Bataviaasch Genootschap, dat zijne Mille sympathie heeft, zooveel zijne veranderde omstandigheden zullen toelaten, te steunen en te bevorderen. Alsnu lot de werkzaamheden voor dezen avond overgaande, brengt de Voorzitter in herinnering dat bet doel dezer ver gadering is cene beslissing te nemen in de sedert lang aanhangige kwestie der contributieverlaging. Van hetgeen Bijlage I. LIJST van ingekomen boekwerken gedurende het l e kwartaal 1897. Sajjicl Aboe Bakr bin Salim al-Habsjt. Eitab Toehfat al-Acbjar .iA.ï) «ji-.ii ,\só\ *ui,n ï.i»: i*>* j ,u*.ji *i»; «—»üé JLi f"*.)') J>i»*Jl .s' 1 ' •>*«!' ƒ***• Lithogr. zonder pi. en j. (gedrukt bij Saj.tid Oetumax te Batavia, 1897). — Van don uitgever. Adriani (Dr. N.), Over bet tusschenzetsel inliet Baree en eenige verwante talen. (Overgedrukt uit het Tijd schrift voor Indische Taal-, Land-en Volkenkunde, XXXIX). Batavia 1897. B°. Alling {A. S. Carpenlier), In ledige uren. Voordrachten voor militairen. Leiden 1893. B°. Festschrift lür Adolf Baslian zu sein cm 70. Gebnrtstage — 26 Juni 1896— Gewidmet von seinen Freunden und Verebrern. Berlin 1896. B°. Jaarverslag van de loge „De Sier in het Oosten" te Ralavia en van door haar rechtstreeks beheerde instellingen met een aanhangsel en bijlagen 1895/96. Batavia 1896. B°, Nederlandsen Indische vereeniging tot bescherming van dieren, gevestigd te Batavia, opgericht ten jare 1896. Statuten en Reglement van orde voor het hoofdbestuur. Batavia. 1896. B°. Bijlage IV. van ingekomen boekwerken gedurende het 4" kwartaal 1897. Alliance. Assurance company, established in 1824. Report, 1891, 92, 93. London, 4°. Statistisch jaarboek der gemeente Amsterdam uitgegeven door het gemeentelijk bureau van statistiek. l e jaar gang 1895, 2 e . deel: armenzorg te Amsterdam in 1895. Amsterdam, 1897. B°. Amiles del musea de la Plata, Anthropologie. I. Anthropologie des anciens habitants de la région Calehaquie (republique Argentine) par 11. F. C. ten Kate La Plata, 18913. Fol. 11. Notes ethnographiques sur les ludiens Guayaquis par Ch. de la Hitte et description de leurs caractères physiques par le Dr. 11. ten Kate. La Plata, Fol. — Van den schrijver. Arthur (é?.), le Congo. Communication ;'i la Société de géo graphie de Lisbonne. lbid., 1886. B°. Railli (A.), découvertcs récentes de Al. le Dr. Ftlhrer au Nepal (Extrait du Journal des Savauts, 1897). 4°. /Inilli (Ai), critique de J. Dahlmau, das Mahabharata als Epos umi Iïechtsbuch u. s. w. (Extrait du Journal des Savants, 1897). 4°. Bastian (A.), lose Blatter aas Indien. 11. Batavia, 1897 B°.— Van den schrijver.  Bijlage V. AANWINSTEN \ AX DJ'] ETHNOLOGISCHE VERZAMELING IN 1897. Geschenk van: Menlawei-eilanden. 55 voorwerpen. . . . A. Maass. Sumalra'e Westkust. Model eener prauwj pentjalang V. L. deLaottot. Idem van een sleepnet . . 1 Rebab \ Bangsi f . 8 . B.D.H.Bosboom. Seroeni L Toembak lada. ' Lampong. Kibo (5 soorten) ' 86si P f Pahgeram Tiahg Lesoen S s:mibal . Merga. Kanilo liling \ Tapis dewasana / Atjeh. Zakdoek r_ J stuks) \ Lamp / T ~ .. _.' .... F J. -M. 11. VAN Ring van een vccntsticr. . > . _.. 1 OOSTERZEE. Djimat I Broek ) Gouden oorkrabbeu (1 paar). ) , , , \ Gekocht. „ knoopen (4 stuks). . ) Jam. Tabaks-doos H. M. la Cha- PELLE. Rëngkong met toebehooreu. G. Th. Stibbe. Bijlage VI. AANWINSTEN VAN DE NÜMISMATISCHE VERZAMELING IN 1897. GEDENKPENNINGEN Ned. Inde. Prijs-medaille van de ambacht school te Soera baia, 1854.—br. Gekocht. Sr(lerland. Penning van het schilders-gilde . te Amsterdam, 1754. —k. Derde eeuwfeest van een wees- I huis te Delft, 1878. — br. / Prijs-medaille van de nat. ten- I toonstelling van oude en | nieuwe kunstnijverheid te f 's Hage, 1888.—aluminium. \ ~ ~ . ° ' } Geruild. Als voren van de maatsch. ter / bevordering van nat. onder- 1 zoek der Ned. koloniën, z. I j-—br 1 Als voren van de internat. I sport-, visscherij- en paar- 1 den-tentoonstelling te Sche veningen, 1892. — br. . . ' 25jarig bestaan van de stoom vaart-maatschappij Nederland, 1895. — br C. G. Vattiek Kraane. Bijlage VII. LIJST der voorwerpen, die in 1897 voor de archaeölo gische verzameling zijn verkregen. (ll c vervolg van den Catalogus). 649 / '- Onbekend beeld, staande en bij de voeten (welke zijn geschonden) afgebroken. De recliter-bovenarm langs liet lijf. en de -onderarm opwaarts gebogen: de naar buiten geopende, vertikaal staan de -hand houdt tusschen duim en vingers een langwerpig, rond voorwerp, dat aan de onderzijde is omgebogen en tegen palm en pols aanligt. De linkerarm is flauw gebogen en rust op de dij: de gesloten arm houdt een voorwerp in den vorm van een ka lebas (waterkruik ?). Nauwsluitend lendekleed, reikende tol onder de kuit. (leene versierselen. Het hoofdtooiscl is rondom voorzien van evenwijdig loo pende, horizontale groeven. Lengte 13.5: grootste breedte 4. Xot. pag. 80,1,d. Desa Klapagading, district Djamboe, afdeeling foerwokerto, resi dentie Banjoemas 653«. Idem als voren, staande, met een uitsteeksel onder de voeten ter bevestiging in een voetstuk. Beide armen gebogen, de rechter (die bij de pols is af gebroken) sterker dan de linker. Bijlage VIII. DER LEDEN VAN HET BAT. GENOOTSCHAP VAN KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. Beschermheer: Jhr. C. H. A VAN DER WIJCK, Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Ind>ë. Bestuur, (>. A. Scherer, President. Mr. J. A. van der ('hijs, Vice-Prcsident, tevens Thesaurier, Bibliothecaris, Redacteur der verhan delingen en Conservator van de ethno logische en numismatische afdeelingen. Dr. .1. L. A. Brandes, ('onservator der handschriften. Dr. C. Snouek Hurgronje, \v ll . Conservator der handschriften. B. Hoetink. Secretaris, tevens Conservator van het archaeolo gisch museum en Kcdacteur van het Tijdschrift. Mr. J. H. Abendanon, Redacteur van het Tijdschrift. A. G. Vorderman. H. M. la Cbapelle. Dr. L. Serrurier. Bijlage I. van ingekomen boekwerken gedurende het 2 C kwartaal 1897. Aars (II.), Hikajat pcrang terkarang serta terpindab dari pada behasa wolanda kapada bcliasa melajoe oleb —. Bebagian jang pertama. Batavia, 1897. B°. — Van den Hoer Albrecbt. Sajjid Aboc Dakr bin Salirn al-llabsjt. Kitab Toehfat al-Achjar, SjLJ' *M> **\V° (_s* ïs&ü «—->US" Litb. zonder pi. en j. (gedrukt bij Sajjid Otbman te Batavia, 1897). At'lllll'llllllllj sjimi üjilid I dan 11. Batavia, 1897. B°. Arnold {T. W.), The preacbing of Islam. A history ot the propagation of the Muslim faith. Wcstminster, 1896. 8». Een assistent-resident. De verkrijging van kennis omtrent het nationaal vermogen van de inlanders (Overge drukt uit de Locomotief), Semarang. B°. Ai/iixlci/ (J. C. Miirnu/.), Our visit to Hindostan, Kasbinir, and Ladakb. Londen, 1879. B°. Bartli (J. P. J-), De landschappen aan de boven-Pinoh (Westerafdceling van Borneo). Overgcdrukt uit het Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volken kunde, deel XXXIX). Batavia, 1897. B°. Bijlage 11. OPGAVE VAN' DE BASRELIEFS VAN DEN BOROBOEDOER, DIE GEHEEL OF GEDEELTELIJK GESPAARD ZIJN EN NIET ZIJN AFGEBEELD IN HET WERK VAN Dli. LEEMANS. SAMENGESTELD DOOR J. VAN AALST. (Cf. Not. pag. 36, I, g en pag. 50, I, f). Hf. 11 • De nummers welke in deze opgave worden vermeld, komen overeen met die welke worden aangetroifen opliet Plan van de plaatsing der basrcliefs, PI. XIV, in het werk van Dr. C. Leemans: Bóru-Boedoer op het eiland Java. Leiden, E. J. Brill.  Bijlage 111. van ingekomen boekwerken gedurende het 3 C kwartaal 1897. Aberstin (S.), Gittin i den babyloniska Talmud Perek 1. ÓfversattDing med fürklarende Aninarkningar. Aka demisk Afhandling. Göteborg, 1896. B°. Abu Zakarïya Yahya Al-tibrlzï, a commentary on the an cicnt Arabic poems: edited bv C. J. Lyall. Cal cutta, 1894. 4°. Fase. II (Bibliotheca Indica). Open brief van eenige Hollandsche Afrikaners aan hunne broeders in Nederland benevens een brief van den Consul-generaal der Nederlanden te Kaapstad. Am sterdam en Kaapstad, 1896. B°. Sajjid Ahmad bin Zein al-Habsji al-Alawï. Kitab ar-Risalah CS» Ij) u-jUS" o-^J^' iri6 «Ju* .!.j J.i i_jU£ j) (JL&M* JU»JI« *U (Arab. met Mal. interlin. vert. Batavia, 1897). Sajjid Alawl bin Saqqftf bin Moehamad al-Djoefrï, kitab al- Qaul as-sadld fil-ahkam al-moera'alliqah bil- c abll. i—aal'U J.aa«!U ÏAlaJu!) (»U*-Ï) J JoJ.-J) Jj£) i_jU? li*»-» .; i )['&*> (_fjic l_«jw.s>!l ■• • Ui\ju« (Batavia, 1897). ir ie sa* dij 0 * Ahsanu-t-taqasim ft Ma c rifati-l-aqallm. knowa as Al-maqnd-  ■NOTULEN VAN DE ALGEMEEN EN BESTUURS-VERGAOERINGEN VAN HET BATAVIAASCH GENOOTSCHAP VAN KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. DEEL XXXV. -1897. BATAVIA, ALBKECHT & Co. 1898. typ: albrecht & co.-batavia.