RIJKSUNIVERSITEIT LEIDEN 0474 9987 1©0£J 2)65


CATALOGUS.

CATALOGUS DER BIBLIOTHEEK VAN DE MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE DERDE DEEL. ALPHABETISCHE CATALOGUS, bewebkt door LOUIS D. PETIT. LEIDEN, E. J. BRILL. 1889.

Deze alphabetische Catalogus, tevens alphabetisch Register op den in 1877 — 1887 verschenen, naar vakken ingedeelden Catalogus, wijkt in vele opzichten van dergelijke alphabetische Catalogi af en bevat meer dan de titel belooft. Ten einde toch den gebruikers het vinden van hetgeen zij zoeken zoo gemakkelijk mogelijk te maken, zijn niet slechts de verkorte titels van alle Handschriften en Drukwerken opgenomen met aanduiding der bladzijde of kolom waar de meer uitvoerige titel gevonden wordt, maar is tevens door talrijke verwijzingen aangeduid welke der voorhanden zijnde ge schriften iemand vertaald, bewerkt of van andere schrijvers uitgegeven heeft, van welke tijdschriften hij redacteur was, wat door anderen over zijne levensgeschiedenis of over zijne werken geschreven is, en of in de Bibliotheek overdrukjes zijner tijdschrift artikelen gevonden worden. Tevens zijn opgenomen alle Levensberichten door onze Maatschappij sedert 1848 tot en met 1886 uitgegeven, vermeld zoowel op de namen der behandelde personen als op die der schrijvers. — Daar nu al die titels en verwij zingen weder alphabetisch onder de namen der schrijvers gerangschikt zijn, zal men niet slechts met éen oogopslag kunnen ontdekken of het werk dat men zoekt, in de Bibliotheek voorhanden is, maar tevens een helder denkbeeld verkrijgen van den grooten rijkdom onzer Boekerij. Daarenboven zijn in dezen alphabetischen Catalogus opgenomen de opschriften der talrijke hoofd- en onderafdeelingen waarin de naar vakken ingedeelde Catalogus gesplitst is, zoodat men, als men b. v. verlangt te weten of in onze Bibliotheek ook werken met betrekking tot het Baskisch voorhanden zijn, slechts dat woord behoeft op te slaan om te bespeuren, dat die op kolom 998 van deel I vermeld zijn. Zoekt men naar de Middelnederlandsche Dichtwerken of naar werken met betrekking tot Portugal, men sla die woorden slechts op en men zal vinden dat de eerste op kolom 197 van deel I, kolom 985 van deel n en blz. 8 en 78 der Handschriften, de laatste op kolom 847 van deel H voorkomen enz. Alle werken zijn in alphabetische volgorde 'geplaatst op de namen der schrijvers. Anoniem verschenen werken staan, voor zooverre de schrijvers bekend zijn, op hunne namen, en voor zooverre dit niet het geval is, op het eerste zelfstandig naam woord dat in den titel voorkomt, terwijl daarenboven bij elk dier werken zooveel mogeüjk ook naar den naam des schrijvers is verwezen. Komt in den titel geen zelfstandig naamwoord voor, dan vindt men hem op het woord waarmede hij aan vangt. — Zinspreuken van Genootschappen en Rederijkerskamers zijn in den regel geplaatst op het woord waarmede zij aanvangen.
VI Bij de rangschikking der anoniem verschenen boeken is de hedendaagsche spel ling gevolgd, d.w.z. dat de titels zijn geplaatst op het woord zooals het tegenwoordig gespeld wordt, b.v. Aenmercking is gespeld als Aanmerking, Gostuymen is geplaatst op Gostumen, Ghronyck of Gronyck op Kroniek, Zamenspraak op Samenspraak enz.. Voor eene behoorlijke verwijzing is steeds gezorgd. Alle namen'en titels zijn streng alphabetisch gerangschikt. Woorden en namen in de eerste lettergreep gespeld met a, ö, ü zijn geplaatst alsof zij gespeld waren met ae, oe, ue. Het letterteeken y is beschouwd als dubbele i of ij, uitgezonderd in zelf standige naamwoorden in vreemde talen, in eigennamen van vreemdelingen alsmede in eenige Nederlandsche eigennamen om verwarring te voorkomen, als Tydeman (in onderscheiding van Tideman). Dubbele eigennamen zijn op den eersten geplaatst, indien het niet bekend is dat de schrijver zich met den tweeden bij voorkeur placht te noemen, als Van Limburg Brouwer op Brouwer. Van gehuwde vrouwen zijn de geschriften öf op haren geboortenaam, of op dien van haren echtgenoot geplaatst, al naardat zij onder den een of den anderen naam het meest bekend zijn. Ook hierbij ontbreekt het niet aan de noodige verwijzingen.. De opschriften der Afdeelingen van den naar vakken ingerichten Catalogus zijn met vette letters gedrukt, b.v.: Baskisch. 993. Staan achter een titel slechts arabische cijfers, b. v.: Beets, N., Camera obscura. 642, dan wordt naar het Ie deel van den Catalogus verwezen; een romeinsch èn een of meer arabische cijfers, b.v. Beets, N., God ons betrouwen. H. 597, verwijzen naar het II® deel; een romeinsch cijfer zonder arabisch cijfer, b. v. Brederoo, G. A., Kluchten. XVI, duidt aan dat men in de 3® Afd. van den Catalogus: Nederlandsen Tooneel zoeken moet, terwijl een arabisch cijfer met bijvoeging der letters Hs., b.v.. Lennep, J. van, Over Taal en Spelling. Hs. 3, naar de 1® Afd. van den Catalogus, de Handschriften verwijst. Vindt men verder vóór een arabisch cijfer een jaartal en de letters Lb., b.v.: Cremer, J. J. (Leven van). Lb. 1880, 117, dan geeft dit te kennen dat de bedoelde levensschets te vinden is in de reeks Levensberichten der afgestorvene leden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. Is eindelijk als laatste titel van de werken van een schrijver het woord Overdrukjes genoemd, dan wordt daarmede aangeduid dat in de Bibliotheek onzer Maatschappij overdrukjes zijner tijdschriftartikelen voorhanden zijn, die niet onder hunne afzonderlijke titels in den Catalogus opgenomen werden. Ten slotte nog dit. Alle menschenwerk is onvolmaakt. Ondanks al de zorg, die ik mag zeggen aan dezen Catalogus te hebben besteed, zijn mij toch nog enkele uitlatingen en misstellingen onder de oogen gekomen. Zij hebben mij, zeer tegen mijn wensch, tot het plaatsen van eenige bijvoegingen en verbeteringen aan het slot van dezen Catalogus verplicht. Leiden, 10 Juni 1889. Louis D. Petit. Conservator bij de Bibliotheek der Rijks-TJniversiteit.
1 A.
Aanmerkingen op den brief a. e. vriend. — Zie van I Kampen. II. 483. — op de Gedenkschr. betr. de uitv. d. boekdrnkk. 12. — » >« Grondwet. — Zie Tydeman. II. 238. — ,, „ Memorie v. von Salm. II. 597. — „ het Polit. Systema v. Amsterdam. II. 543. — „ „ ltedeneerend vertoog. II. 180. — „ de Vergaderingen. II. 185, 471. — „ de Wetten Genootsch. v. Wapenh. II. 475. — „ den Zedezang a. d. menschenliefde. CCL1X. — over de althans swevende Verschillen. II. 167. — „ de dichtkunst. 179. — „ den droeven toestant v. Nederl. II. 183. — „ den Kooph. in Gr. Brittanje II. 842. —• „ de letterk. verdiensten van J. D. Michaëlis. 86. —• „ den oorsprong en voortg. d. Nederd. taaie. 138. — ,, den opgeworpen Hermes. 630. — „ het verhaal... d. Rijnsburgers. — Zie Oudaan. II. 358. — (Dichtk.) op de Evang. Gezangen. 249. — (Eenige) op Het waare daglicht. H. 543. — (Eenige) op de historie d. Hernhuttersche secte. — Zie Weppelman. II. 359. — (Eenige nieuwe) enz. — Zie Barman. 57. —• (Geschiedkundige) — Zie Gallois. II. 227. — „ omtr. Erederik Hendrik. — Zie de Stoppelaar. H. 411. — (Gewicht.) — Zie v. d. Berch v. Heemstede. H. 269. — (Korte) over de Extraord. Crt. IL 169. — (Nodige) op d’Antwoorde van ’t Parlem. H. 144. — „ ter opheld. d. beschr. v. Amsterd. H. 539. — (Onpartijdige en vrijmoedige). H. 629. . — (Patriott.) over de... noodzakelijkheid. H. 190. — (Politike) op de Propositie. II. 777. — (Staatkundige) — Zie Hofstede. II. 203. — „ over ’t gedrag d. Engelschen. H. 682. — (Toelichtende) op de Missive. II. 614. — (Vrije) op de Ned. dicht en tooneelk. Biblioth. H. — (Vrijmoedige) op de Memorie van Yorke. H. 197. — „ „ „ Holl. Tooneelbesch. H. — „ over de Theorie d. seh. Kunsten. 2. — „ — Zie Wagenaar. H. 191. — ( „ dog zedige). — Zie v. d. Kemp. H. 630. — (Zeedige). — Zie v. Haren. H. 618. Aanplakbiljetten Ned. Schouwb. te ’sHage. CCLIX. — Schouwburg te Leiden. CCLIX. Aanschryvingen tot het houden van Dank- en Bid dagen. n. 224. Aansorgh, J. M. J., Gedachten by Leydens ramp. 488. Aanspraak a. h. Burger-Leesgezelsch. Littera C. II477. — a. d. Protest, mogentheden. 447. — bij het Huwelijk v. d. Erfprins v. Brunswijk. 480. — d. dichtkunst. VI. — d. Nederl. tooneelpoesy. — Zie Mauricius. 360. — en plichtsherinnering. 466. — over de nieuwe Psalmberijminge. 235. — v. d. Hertog v. Brunswijk. H. 201. Aanspraak v. d. Knecht v. h. Genootsch. Kunst wordt d. arbeid verkreegen. 484. — v. d. Kooplieden a. d. Erfstadhouder. H. 198. — (Popul.) aen de Germ. Belgen. II. 792. — (Uitmunt.) ged. b. h. o verg. d. Gener. Petitie. H. 182- — (Vrijmoedige). H. 158. Aansprake des Grooten Canceliers. II. 836. — door H. K. H. de Princ. Gouvernante. H. 189. Aanspraken ged. a. h. Gezelsch. v. d. Wapenhandel te Leyden. 473. — bij het overh. d. vaandels te Deventer. H. 635. Aanstellingen (De) der Stad-houderen. II. 179. Aanteekeningen (Eenige). — Zie Versluys. n. 578. — (Eenige) v. hetg. in Schied. is voorgevallen. Hs. 50. — (Geschiedk.) omtr. het beleg v. Groningen. H. 647. — „ betr. Loevestein.—Zie Boonzajer. H. 428. — (Een handvol). — Zie Alewijn. H. 380. — (Korte) op een geschrift, n. 471. — (Korte hist.). — Zie v. Rooswyck. H. 560. — betr. Ned. Gesch. en plaatsbeschr. Hs. 40. — betr. eene reis door de Molukken. —Zie Quarles v. Ufford. H. 677. — op het... Request (v. 19 Sept. 1748). n. 471. — „ ’t Ontw.-Wetb. v. Strafr. — Zie de Wal. II. 273. — „ den vorm v. processen. Hs. 74. — tijdens het beleg v. Leyden. — Zie Verhalen. 463. — van Burgerm. d. Stad Amsterdam. H. 166. — van een protest, student. II. 603. — „ „ Staatsman. — Zie Elout. H. 232. — v. h. verh. in het Prov. Utrechtsch Genootsch. 115. — voor een Nederl. woordenboek. Hs. 4. Aantekenaar (De schrandere)... ontleed. II. 472. Aanwijsing (Korte! v. h. recht toekom. a. h. Huys Palts Neubing. H. 729. Aanwijsinge tot Kort-schrift. Hs. 85. — (Der Reden-ryckers Stichtige). 215. — (Waerachtige) enz. — Zie David Joris. 617. Aanwijsingen(Seer schoone) enz.—Zie David J oris. 616. Aanwijzing schilderijen ’s R. Museum te Amst. H. 548. Aarböger for Nordisk Oldkyndighed. II. 774. Aarde (Vervult de). H. 659. Aardkunde in het algemeen, II. 947. — van Nederland. II. 295. Aardrijksbeschrijving. II. 37, 1039. Aardrijkskunde (Wis-, natnnr- en staat kundige). II. 37. — van Nederland II. 46, 393, 1053. — en geschied, v. d. Oranje-vrijstaat. H. 683. Aart (Van die)... deser arge boose werlt. — Zie David Joris. 617. Aartsbisschop (De) ... v. Ned. a. d. Geloovigen. H. 343. A. A. V. M. V. D. M. D. D. — Zie Holberg. 857. A. B. — Zie Auzon de Boisminart. — Boelens. — Brandt. 700. — Hooft. 525. — Veezorg. 456. — Reg. Tooneel. Abba, B. — Zie Verzameling. 229. ' Abbadie, J. Chemical change. II. 897.
Abbildungen v. Mainzer Alterthiimer. II. 744. Abbinck, R. J. De Testamentis. II. 423. Abbing, C. A., Gesch. van Hoorn. II. 564. — Beknopte „ „ „ II. 564. — Leven van Cicero 883. — Leven van Th. Pan. Lb. 1860. 208. — (Leven van). Lb. 1873. 145. Zie: Erasmus 893. — Grotius et Strada. 886. Abbing, D. H. P. — Zie Hein. 95. Abbinga, A. S., Brief met bio- en bibliogr. Hs. 56. Abbinga, A. W. — Zie A. S. Abbinga. Hs. 56. Abbinga, J., Brief. Hs. 56. Abbink, J. J., — Zie: Broederliefde. 232. — de Yriarte. 316. — Rog. Tooneel. A. B. Boeck (Het Hollandts). II. 159. — Boek (Het Nederlandsch). 710. — (Vaderlandsch). — Zie Swildens. 708. Abbott, J. S. C., Hist, of the civil war. II. 872. Abbring, H. J., Lijkbus of de graven. II. 1013. ABC. (Het aardige Indisch). II. 666. — oft exemplen oin ... te leeren schryven. 8. ABC Boek (Groot). 155. — (Nieuw) en spelleboekje. 155. A. B. C. D. — Zie Reg. Tooneel. Abcoude, J. van, Naamreg. v. Nederd. boeken. 22. — en R. Arrenberg, „ „ „ „ 22. Abcouw, C. J. van, — Zie Reg. Tooneel. Abderiten (De). — Zie Wieland. 672. Abdulvabeb Temini, Fragm. über Spanien. II. 845. Abeele, A. van den, Den uyterlyken boogaard. 366. Abegg, J. J. (Andenken an). 749. Abeillard en Eloize (Leven van). 671. Abeille (La nouvelle) du Parnasse. 942. Abel, H. F. O., Die deutschen Personen-namen. 770. Abel-Rémusat, J. P., Langue et littér. Chinoise. 995. Abenator, D. — Zie Psalmos. 919. Abercrombi, D„ Fur academicus. 896. Abhandlungen d. Schles. Gesellsch. f. vaterl. Cultur. II. 709. — (phil. hist.) d. K. Sachs. Gesellsch. d. Wissensch. zu Leipzig. II. 740. — d. K. Böhm. Gesellsch d. Wissensch. n. 757. Abiasa, een Javaansch tooneelstuk. 1002. Ablaing, W. M. d’, Recht en Rechtswetensch. n. 922. Ablaing v. Giessenburg (d’). De Tijdgeest. H. 259. — Overdrukjes. Ablaing v. Giessenburg, R. C. d’, Proeve v. wijsgeer, ontwikkeling, n. 292. — Tweetal beschouwingen. H. 335. Ablaing v. Giessenburg, W. J. d’, Baanderheeren v. Zutpnen. 422. — De Duitsche orde. H. 64. — Regtmatigheid v. schadevergoeding. H. 264. — Ridderschappen in het Koningr. d. Nederl. H. 64. — Wapenboek d. Ridders v. d. Duitsche orde. II. 64. Ablehnung (Der ges. Theol. Facultat z. Jena). H. 745. Ablijn, C. — Zie Hugen. H. 983. Abou Chodja. Précis de jurisprud. musulmane. 986. Abraham van St. Clara (Bloeml. uit de werken van). 659. — De geleerde Nar. 701. — Iets voor allen. H. 88. Abrahams, H. A., — Zie Bewijzen. 11. Abrahamson (d’j, Progrès de 1’enseignement. II. 785. Abrahamson, W. H. F., Danische Sprachlehre. 858. Zie Tode. 858. Abrahamsz, Gall. (Lijkrede op). 725. Abrahamszen, S. De imput. peccati Adamitici. II. 890. A. B. R. A. M. D. E. Y. R. 1. — Zie Abrah. de Yri. Abrégé chronologique. — Zie Panckoucke. II. 801. — chronol. de 1’hist. d’Espagne. II. 845. — de l’histoire sacrée 55. II. 904. — de la gramm. Suédoise. 860. — des droits d. 1. ville de Bergh op Zoom. II. 406. — hist, du règne d’Albert et Isabelle. II. 122. — » d. guerres des rois de France et d’Angleterre. II. 154. Abresch, F. L., Brief. Hs. 56. Abresch, P., Brief. Hs. 56. — Leerrede. IL 199. Zie: Chevallier. 723. — Clarisse. 734. Abresch, W. J. Wicherts, Leerrede. 250. Abrugge, M., Mengelmoes. 346. Abschwörungs-Glaubens-formeln (Deutsche). 778. Abstract of the Debates. II. 682. Abteeck. — Zie Apotheek. A. C. — Zie Reg. Tooneel. Academia anti-remonstr. libert. — Zie Batelier. H 369. Academie der Schrijf konst. 8. — (De Kleyne Christelyke). H. 903. — (Koninkl.) v. wetenschappen. 121. H. 975. — (Nederduydtsche). 216. — (Quartierlijke) — Zie In de Betouw. II. 435. Zie verder Akademie. Académie d’Archéologie d. Belgique. H. 792. — Royale de Bruxelles [de Belgique], 122, 123. Accademia dei Lincei. II. 856. Accoord (Prov.) ... rak. d’admin. v. d. Justitie. II. 271. — „ ... op d. grieven b. d. Staten v. Zeeland gheprop. U. 569. — ... weg. de Koop d. Colonie v. Suriname. H. 679. Accoordt tuss. d. Grave van Zeeland... ende den Eedel- luyden. Hs. 51. Account (The Norwegian). II. 843. Achabs Biddagh. — Zie Uytenbogaert. II. 132. Achilles Tatius. — Zie Venus. 600. Achillis. — Zie Jemans. 449. Achlum, J, van Eysden van, — Zie Eysden. Achter-hofje... bevatt. stigtel. Gesangen. 262. Achter-Hofken. — Zie Kruydt-Hofken. 256. — Liedt- Boecxken. 256. A-chter-Indië. II. 866. Achterklap sonder Sonde. 659. Acker, J. H., C. Melissanders Leben. II. 736. Acker, V. H., Brief met bio- en bibliogr. Hs. 56. Zie: Fortuyn. 907. — Reddingius (G. Benthem). 908.
Acker Stratingh, G. — Zie Stratingh. Ackere geb. Doolaeghe, (M. van), (Verscbill. dicht werken). 407. — Grafdicht op J. Wap. 576. — Petr. Moens. 86. — Veqaarf. v. J. J. F. Wap. 526. Ackerlin, G., — Zie Reuter. 684. Ackerman, H., Spiel aus dem Evang. Luce. 805. — D er verlorne vn vngeratue Sohn. 805. Ackermann, P., Formation d. 1. langue Franp. 925. — Diet. d. Antonymes. 938. — (Der) aus Böhmen. 789. Ackersdijck, J., Brief. Hs. 56. — Ontwerp eener girobank. II. 269. — Reize in Rusland. II. 779. — (Leven van), Lb. 1862. 25. — Overdrukjes. Ackersdijck, W. C., Aanmerk.omtr.de Nederl. Taal. 64. — Aant. op een adres tegen de invoering v. h. Ko- ningsch. over Holland. Hs. 83. — Aant. omtr. zijne ondervindingen. Hs. 84. — Beschrijving v. Loemel. II. 414. — Boekdrukkerij te ’s Bosch. Hs. 46. — Brieven. Hs. 56. — Disp. de utüit.. Poëseos et Poëtarum in Jurispr. 178. — Memoria Copesiana. Hs. 54. — Overdrukjes. Zie verder: Adres. II. 1046. — v. d. Capellen. Hs. 45. — Foppens. II. 410. — v. Oudenhoven. IL 410. •— en C. Wygants. Aant. betr. ’s Bosch. Hs. 46. Acket, J. — Zie Reg. Tooneel. Ackner, M. J. — Zie Inschriften. H. 851. Ac. L. G. — Zie Tobias (Boek van). 691. Acoluthus, A. — Zie Obadias. 978. Acolye (de Blaeu). — Zie Rederijkerskamer. Acquoy, 1. G. R., Het geestelijk lied. H. 990. — Herman de Ruyter. II. 113. — Jan van Venray. II. 438. — Kerkgesch. en gesch. v. h. Christendom. H. 26. — Het Klooster te Windesbeim. II. 333. — Leven v. H. J. Spijker. Lb. 1871, 301. — Nut d. beoef. v. d. geschied, d. Herv. Kerk in Nederl. H. 343. Zie Archief. II. 329. — Gerardus Magnus. 890. — Moll. 73. — R«g. Tooneel. Acronius, R., — Nootw. vertooch. II. 392. Zie Bedenkingen. II. 366. Acronius a Buma, J. — Zie Buma. Acta oder Lehengedinge tuss. Albr. v. Yoirsts. Hs. 47. ofte Handelinghen d. Nation. Synodi. II. 349. (Nova) liter. Societatis Rheno-Trajectinae. 115. — secul. solenn. Acad. Lugd. Bat. II. 1054. — Synodalia v. Zeelandt. II. 572. — Virum Probant. — Zie Nagroet- 454. — visitationis Dioec. Daventriensis. II. 1056. Acte waarbij de Gouverneur v. Vore verklaart. Hs. 43. van Verbintenis (8 Aug. 1786). II. 206. Acte (Generale) van Amnestie. II. 432. Acten (Nederl. Notariële). Hs. 75. — van de Colloquia d. Ned. Gem. in Engeland. U. 841. — ,, den Vredehandel te Colen. II. 118. Actenstiicke z. Gesch. d. Hochd. in Mittel-Schlesw. 746. Actes des Etats-Généraux. H. 115. A. C. T. J. — Zie Port. H. 807. Acts... of the Synod of the Dutch Church in N. America. II. 880. A. D. — Zie A. Dobbe. — Reg. Tooneel. Ada, Gravin v. Holland. Fragm. v. e. treurspel.Hs. 32. — Heeren en dames-oorlog. H. 1016. Adagia et Gnomata usitatoria. Hs. 77. — id est Proverbiorum... collectio. 56. — Malabarica. 996. Adalbert. — Zie Reg. Tooneel. Adam, M., Vitae German, philosophorum. 748. — Vitae German. Jureconsultorum et polit. 748. n „ Theologorum. 748. H. 35. Adama, H., Brieven. Hs. 56. Adama v. Scheltema. — Zie Scheltema. Adames, Nik., Brief H. 765. Adams, John, Memorie. H. 200. Zie Parker. II. 871. Adamus Balsamiensis Epistola ad Anselmum. 890 Addington Symonds, J., — Zie Wine. II. 1026. Addison, J., — Zie Steele. 632, 847. — Reg. Tooneel. A. D. E. — Zie Eilshemius II. 139. — Brouwslang. 707. Adelbold, Bisschop v. Utrecht. — Zie v. d. Aa. II. 585. Adelheide de Montherbois ofderampsp. vluchteling.668. Adelhoom, A. S. v., — Zie J. S. Adelhoorn. 527. Adeline of., bijzonderh. eener jonge juffer. 671. Adelung, F., Catherinens d. Grossen Verdienste um d. vergl. Sprachenk. 39. — Nachr. von altdtschen Gedichte. 776. — Uebersicht aller bekannten Sprachen. 39. Zie Gedichte (Altdeutsche). 776. Adelung, J. C., Anweisung z. Dtsch. Orthogr. 761. — Deutsche Sprachlehre. 759. — Gramm.-krit. Wörterbuoh. 766. — Gramm. Theodisca. 759. — Kleines Dtsches Wörterbuch. 761. — Ueber d. Gesch. d. dtsch. Sprache. 745. d. Ursprung d. Sprache. 745. Zie: Du Fresne Du-Cange. 882. — Tham. 51. — u. J. S. Vater, Mithridates. 30. Ader. — Zie Catalogus. 602. — Reg. Tooneel. Ader, J., Plutarque d. Pays-Bas. H. 66. A. D. G. — Zie Ramsay. 8. A. d. J. — Zie Bijdragen. 171. Adjaran dalam jang manna etc. 999. gampang dari agama serani pendek. 1000. Adjurationen. — Zie Mittheilungen. II. 762. Adler, F. C., Kurze Gesch. d. Christl. Religion. II. 27 Adlerstam, J. P.. De origine... poëseos sept, antiq. 849 Admiraal, A., Een schoofje distels. 645. Zie Landjuweel. 184.
Admirandorum quadruplex spectaculum. II. 40. Adnet. — Zie Reg. Tooneel. Adolf en Amalia. — Zie van Hensden. 674. Adolf Graaf v. Bentheim. Brieven. Hs. 70. Adolf van Nassau (Werken over). II. 112. Adolphe. — Zie Reg. Tooneel. — Tectandro Venatore — Zie Reg. Tooneel. Adolphsz., J., — Zie Bekker. II. 899. Adoni-Beseck. — Zie Focanus. II. 140. Adorator. — Zie C. v. Koetsveld C.Ez. A. D. R. — Zie Bosch. 529. Adres aan alle mijne Geloofsgen. — Zie Molenaar II. 359. — „ het gezond verstand. II. 383. — „ d. Koning en Opwekk. d. gemeente. II. 360. — „ d. Tw. Kamer. — Zie Oldenhuis Gratama. II. 254. — ... betr. de Delftsche aangelegenheden. II. 450. — (Het) getoetst. — Zie Verwey. II. 359. — nop. Art. 183 v. h. Ontw. v. Grondwet. H. 253. — over de Wet op de Regterl. Organ. 11. 272. — ... over de jurisd. v. Rector en Recht. v. ’s lands Univ. te Leyden. II. 502. — tegen de invoering v. h. Koningschap. II. 1046. — „ het Ontw. Wet Armbestuur. II. 293. — van eenige onderwijzers. II. 311. — „ ’t Committé v. Assignaaten. n. 480. — „ Ingezetenen van Assen. II. 655. — „ participanten d. Ned. O. I. Comp. II. 668. Adresboek van Nederl. Indië. II. 669. Adresse au Direct.-exécutif. d. 1. Republ. Bat. H. 222. Adressen (Versch.) betr. de gebeurtenissen v. 1853. II. 335. — aan den Koning aangeboden. H. 360. Adriaan VI (Paus). — Zie Bosch. H. 591. Adriaansz., A., — Zie Reg. Tooneel. Adriaansz., J., — Harders Stafje. 277. Zie Swaving. 559. Adriani, A., Brief. Hs. 56. — Bijdragen, H. 889. — Lijkdicht. 562. — Opheld. bijbelplaatsen. II. 889. Zie Blau. 551. Adriani, M. J., Levensbijzonderh. d. Apostelen. H. 28. — De Prosodist. 154. — Rede over H. Wester. H. 972. Zie Zelling. 151. — en H. A. Spandaw, Hulde a. Adolf v. Nass. II. 112. Adriani, R. (Leven van). Lb. 1863. 64. Adrianus Jansz. — Zie Herinnering. H. 528. A. D. S. — Zie A. D. Schinkel. Adsertio libertatis academicae. II. 921. Adsignaten (Verschill.). Hs. 45. Adventures of five hours (The). — Zie Engl, plays. 843. Adversaria. Aanteek. v. allerlei aard. Hs. 31. — (Bibliographische). 20. Advertissement (L’)... des estats de Haynault. II. 810. Advies v. d. Staatsr. — Zie Faber v. Riemsdijk. II. 530. Advys (Oprecht tronwh.) a. d. Borgerie v. Nijm. 11.431. — (Onpart.) ov. de Alliantie met Vranckryck. II. 165. — van een Goet Patriot. II. 165. Advysen nyt Engelandt. H. 837. — en Sententien... teegen C. Kaspers. H. 426. — in den Joodschen Raad. Hs. 32. Adviezen (Taalk.) betr. zekere testam. quaestie. 166. Advis du ciel au Roy. — Zie de Brianville. H. 822. — familiers proposez par un Zelateur. H. 126. — fldelle. — Zie de Wicquefort. H. 159. — van de Heeren v. Middelburgh. II. 166. — v. d. Gee. Raden ter Admir. in Zeeland. II. 268. — over bet Hertogd. Gelderlant. n. 417. — (Schriftelijk) wegens... Amsterdam. II. 190. — „ v. d. Heeren v. d. Riddersch. n. 190. Advocaat (De) der christelijke Kerk. IL 378. — „ „ R. Cath. Kerk. II. 378. — „ „ „ „ „ . . . beoordeelt. H. 378. — (De) der Kerkelijke ondersteunt. H. 377. — „ „ nederd. poëzy. II. 379. —. „ „ Protest. Kerk. H. 378. — „ „ vaderl. Kerk. — Zie Barueth. II. 377. — „ „ „ „ (Gedichten betr. de). 460,461 — voor de vrije Staatsbestiering. II. 202. — (Zeeuwsch). — Zie Fokker. H. 272. — (De zwervende) enz. 669. A. E. — Zie A. Elsevier. — Reg. Tooneel. M v. H. — Zie JE. van Hoven. A. E. 3. — Zie v. d. Kemp. II. 630. Aelhuysen, J. van — Zie Psalmos. 892. Aelst, }., Grafdicht. 565. Aemilius, A., Oratio. H. 600. Aemylius, P., De rebus gestis Francorum. H. 818. Aeneas Sylvius. De Bohemorum ... origine. II. 755. Aanmerkingen. — Zie Aanmerkingen. Aenspraek. — Zie Aanspraak. Aanstellingen. — Zie Aanstellingen. Aenteekeningen. — Zie Aanteekeningen. Aenwysingen. — Zie Aanwijzingen. Aerde, J. van, — Zie Reg. Tooneel. Aerssen, C. van, Brief. Hs. 56. Aerssens, F., Andere Vraech-al. H. 368. — Lettres. II. 123. Aerts van Bocxtel, H., Nwe amour. Refereynen. 319. Aeschylus et Sophocles, Tragoediae. 874. Aeschylus. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Aesopus (De Nieuwe). 597. — Defensor sig beklagende. II. 149. — Fabelen. 597. — Fables, mises en Franpais. 949. — (Niederdeutscher). 814. Aesopus Stomachatus.—Zie Uy tenhage de Mist. H. 150. — (Wonderl. leven v. d. spitsvindigen). 597. — in Europa. H. 174. Zie: Boner. 797. — van Hoven. Hs. 28. — Phaedrus. 297.
A. F. — Zie A. Flas. — A. de Fonseca. — Proeve. 160, 221. — Verwelkomstzang. 221, 455. A. F. B. d. L. — Zie Fasciculus. 902. Afbeelding v. d. belegering d. Stad Haarlem. H. 560. — v. drie Deventersche noodmunten. II. 635. — v. d. gecostum. optogt te Delft. II. 451. — d. Ilium, v. h. huis v. C. C. d’Engelbronner. H. 545. — d. Justitie over Annin, verraders. II. 137. — (Naauk.) d. forten Fred. Hendrik. H. 797. — van ’tonde Romen. H. 855. Afbeeldinge d. Stadt Coppenkagen. II. 786. — v. d. Ouden ende Nieuwen-Tijt. 190. Afbeeldingen v. d. graf-tombe (te Delft). H. 68. — v. d. Hoogstraat en Vischbrugge te Leiden. H. 472. — (Op de) d. 12 Roomsche Keizers. Hs. 27. Afbeeldinghe des Synodi Nationael. H. 348. Affiches, annonces et avis divers de Leyde. — Zie Courant (Leydse). H. 484. Afgescheidenen. H. 359. Afhacker (Aeg). 'Evwtik&v dissecti Belgii. H. 132. Afkomst.. van de .. jufrouwe Podagra. 323. enz. v. alle de Koningen van Schotlant. IL 835. — leven en dood v. Maria Louise. H. 194. Afkondiging v. Kaerle van Brimen. H. 416. Afkondigingen (Verschill.) d. h. Gemeentebestuur enz. v. Leyden. H. 477-492. Aflaet (Vollen) verleent d. S. H. Benedictus. H. 334. Aflesinghe v. ’t Raedthuvs d. Stadt Leyden gedaen. H. 468, 469. Aflezingsboek (Afschrift uit het) v. Leiden. Hs. 84. Afman, E. — Zie Reg. Tooneel. Afrekening-Maal. — Zie van Walré. 390. -AXidli». H. 867. Afrikaander (Een). H. 684. A&ihaansche talen. 987. Afscheid aan Leiden. — Zie Bilderdijk. 388. — v. J. Spillieurs. — Zie Oudaan. 343. (Het) v. d. Staten.. aan de Gecom. v. d. Con. v. Spaengien. H. 128. ■ Afscheids-brief aan Rome. H. 335. Afachetsing (Korte) der toonmeting. 179. Afstands-wijzer v. h. Koningr. d. Nederl. H. 399. Aftochtblaazer (De geweldige). VH. Afzelius, A. A., Volkssagen nnd Volkslieder. 862. Afimtml. v. d. Repnblyk ... v. Venetië. — Zie v. Hoog straten. 360. A. G. — Zie Ackerlin. 684. — Boileau. 314. Agape, Christel, jaarboekje. 189. Agatha. — Zie R. de Goeje. Agatobiblophilus. Nozemans schrijfst. ontmask. n.375. Agent d. Nationale opvoed. — Zie v. d. Palm. H. 224. Aggreatie d. Con. v. Hisp. ghes. aen de Staten. H. 126. A. G. H. — Zie Gijsberti Hodenpijl. A. G. K. H. — Zie Verleegenheid. H. 377. A. G. L. — Zie Geest. H. 839. A. G. L. R. G. — Zie Steele. 632. Agnes. — Zie A. D. Damen. 516. Agricola. — Zie le Francq van Berkhey. 374. — (Car.). — „ Calvinus. H. 896. Agricola, J. (Leven van). — Zie Tacitus. 604, 605. — Deutsche Sprüchwörter. 768. Agricolae (De Rudolphi). 69. Agrippa, H. C. Edelheydt d. vrouwel. gheslachts. 703. Agrippa v. Nettenheim, H. K., Onzekerh. d. weten schappen. H. 959. Agron, P. — Zie Chemin. 657. Aguilar (d’). — „ Monuments. 911. A. G. v. C. Gezangen. H. 1003. Agylaeus, H., Inaug. Philippi H. Hs. 43. H. 107. Ahlemann, Overdrukjes. Ahlstrand, J. A. — Zie Samlinger. 861. Ahlwardt, C. W., — Zie Ossian. 868. — Verglei- . chungstafeln. 39. Ahn, F., Holland. Sprachlehre. 145. Ahrens, E. A. L, — Zie Aeschylus. 874. A. H. V. (Mr.). — „ A. Hordijck Verstolk. Aicard, J., Smilis. 960. Aiol (Middelnederl.). 202. — et Mirabel. 947. Aisy (d’), Genie d. 1. langue Franjoise. 930. Aitton, R. O., Beschr. v. Zevenbergen. H. 414. — De doornstruik t. Koning gemaakt. H. 248. Aitzema, F. van (Leven van). 69. Aitzema, L. van, Herstelde Leeuw. n. 143. — Poëmata. 895. — Saken van Staet en Oorlogh. H. 135. (Ueber den Naohlass von). 69. A. J. v. G. — Zie Banheining. 528. A. J. Z. — „ A. J. Zubli. A. K — „ Reg. Tooneel. Akademie (K. Vitterhets Hist, och Antiq.). H. 778. (K.) d. Wissenschaften zn Wien. H. 753—54. — (De Delftsche). H. 450. — d. geleerden of Uitspanningen enz. 111. AlrftliRmiën (De) en het kunstonderwijs. H. 323. Aken, F. van, Aan de manh. Schutterij. 473. Aan het Leydsche Gen. v. Wapenhandel. 474. — Aan de muitzugt. 473. — Vaderlandsche Gezangen. 272. Zie: Nienwjaarwenschen. 523. — Reg- Tooneel. AVhq (Hein van). — Zie Hein van Aken. Aken, J. van, Grafdicht. 569. AWlRRp.Vmi- M. M. van, Cleefsche Pegasus. 434. Akerlaken, A. van, Banken van Leening. H. 564. Akerlaken, D. van, De pactis licitis. H. 925. — Mr. Hendrik v. Stralen. 91. AVflrman, J. Y., Preserv. of antiquities. H. 841. Akersloot, G. G. (Lijkrede op). 725. Akooy, J. van, — Zie Gedenkrolle. 491. Aktstykker for störste Delen. H. 786. Al (Den) sieck, gestorven en begraven. 334. Alaethophilus Transisalanus. — Zie Verhandel. H. 543. Alan Philomusis. — Zie Reg. Tooneel.
Alanus de Hype, Salter. Hs. 11. Alardin, C., Geluksaligheit. II. 1018. Alarm (Engelschen). II. 145. Alba, amicorum. Hs. 55, 84. Albada, Agge ran, Briefe an R. Aekema. 757. Zie Acten. 11. 118. — Sepp. II. 35. Albaneesch. 875. Albanus, A., Belli adv. Napoleonem memor. II. 1030. Albe (Due d’). — Zie Alva. Alberdingk Thijm, J. A., Aan Hare Majesteit. 516. — De bezwaren van F. A. Hartsen beantw. H. 386. — „ geschiedenis onzes vaderlands. II. 53. — „ Heer Hofdijk geschiedleeraar. H. 537. — „ heilige linie. H. 324. — „ Nederd. spelling. 152. — [Versch. dichtwerken], 418. — Een broederlijk woord. H. 257. — „ Hollandsch woord. H. 107. — „ misverstand uit den weg geruimd. H. 113. — „ nieuw lied van Vondel. 518. — „ weinig Amsterd. kritiek, n. 233. — „ woord over de Inquisitie. IL 277. — Gedichtjes gedrukt op den praalwagen. 519. — Geen kerkel. bouwk. zonder oriëntatie. H. 324. — Giftbrief v. Honing Karel. H. 97. — Het Haagsche monument. H. 233. — C. Huygens en de Familie v. Dorp. H. 70. — In-stand-houding onzer monumenten. II. 975. — De Kathol, kerkregeling. H. 336. — „ la littérature Néerlandaise. 60. — Het Xe Nederl. letterk. Kongres. 63. — Leven v. H. A. A. v. Berkel. Lb. 1868, 3. — „ „ V. H. J. H. Delecourt „ 1854, 39. — „ „ J. P. Heije. „ 1877, 43. — Levensbericht v. J. v. d. Vondel. 93. — De muurschilderingen v. Gullens. H. 798. — Palet en harp. 196. — Portretten van Vondel. 326. — De restauratie d. Groote Zaal. H. 458. — Spelling d. bastaartwoorden. 163. — Trouw. 513. — Verspr. verhalen in proza. 680. — [Versch. verhalen], 680. — Wat wil men u doen vieren? II. 114. — Willen wij alleen de Gothiek F H. 324. — (Leven van). — Zie J. ten Brink. H. 1063. — Overdrukjes. Zie verder: van der Aa. 68. — Bilderdijk. 888. — Ge- denksteenplaatsing. 71. — Gedichten. 224. — Jezus voor Filatus. 697. — Kerstliederen. 268. — Ko- nings-krooning. II. 97. — Kunst in Nederl. II. 828. — Lees- en Zangboekje. 425. — Malegys. 694. — Nederdaling ter helle. 697. — Faeile. 14. — Poirterfi. 254. — Verhalen (Karolingische). 694. — Volks-Alm. v. Nederl. Kathol. 188. — Warande (Dietsche). 131. — Keg. en Snppl. Reg. Tooneel. Alberdingk Thijm, J. A., H. Gerlings Cz. en A. J. Enschedé, Wapenen in de Bavo’s Kerk. H. 562. Alberdingk Thijm, J. A., en A. A. Vorsterman v. Oyen, Het Geslacht Hooft. II. 70. Alberdingk Thijm, K. J. L., Over literatuur. II. 969. — Overdrukjes. Alberdingk Thijm, L. J., De muziek in de kerk. II. 955. — Nog eenige gedachten over Kerkmuziek. II. 955. Zie: Hoffmann. 294. — Kerstliederen. 268. Alberdingk Thijm, P. P. M., Karei de Groote. H. 94. — Het onderwijs in geschiedenis. II. 2. — Schets d. alg. gesch. EL 11. — Spiegel v. Nederl. letteren. 61, 183. — H. Willibrordus. H. 331. Albergensia. II. 633. Alberoni, Lettre. II. 848. Albert. — Zie A. Thiry. — Gouv.-génér. d. 1. Belgique. — Zie Montpleinchamp (De). II. 791. Albert, L., Wörterb. d.Engl. u. Amerik. Eigennam. 839. Alberthoma, A., — Zie Bartholini. II. 785. Alberthoma, R., Onderwijzings-liederen. 366. Alberti, C. E. R., Pestalozzi. 754. Alberti, E., Reg. üb. Ztschr. u. Sammelwerke. II. 717. Alberti, E. F., Leerredenen. 723. Alberti, F., — Zie Variscia. II. 747. Alberts, C., Beschreib. v. Ostfriesland. H. 714. Albertsz., H., May-gift v. verscheyde vogelen. 361. Albertus. — Zie Bemo v. Reichenau. 794. Albertus Magnus. — Zie Vrouwen heimelykheid (Der). 208. . Albine (St.). — Zie St. Albine. Albini. — Zie Reg. Tooneel. Albinus, J., Ad Vergilium. II. 1030. — Sponsa nautae. 900. Albinus, P., Nov. Saxonum hist, progymnasm. EI. 1057. Albrecht, C. J., — Zie Dichter. 226. Albrecht, F. H. J., Handb. v. d. philos. H. 910,1067. Albrecht, K. — Zie Reg. Tooneel. Albrecht v. Halberstadt. — Zie Ovidius. 794. Albrecht von Kemenaten. — Zie Heldenbuch. 780.— Sigenot. 795. Albrich, K., - Zie Programm. II. 760. Album aan het schoone geslacht toegewijd. 183. — Academicum v. h. Athen. te Amsterdam. II. 556. — (Bouwkundig). EL 956. — (Dichterlijk). II. 988. — d. deelgenoten a. d. Vereen, v. Oud-Stud. H. 650. — d. Generaals en Admiraals. H. 1050. — (Godsdienstig). 224. — de la Grande Sauve. II. 829. — v. Hall. en Belg. Kunstschilders. II. 326. — v. d. Maatsch. Tot bevordering d. Toonkunst. 293. — Studiosorum Acad. Lugd. Batavae. H. 496. — Tentoonst. v. oudheden te Delft. II. 449. — (Het vaderlandsch). H. 260. — (Vlaamsch letterkundig). 190. — voor de aardrijkskunde. II. 398. Albumazar. — Zie Engl, plays. 843.
Alchimie (Werken over). 690. Alchimistisch-geneesk. werk (Fragm. van), Ha. 76. Alcibiades (Werken over). II. 859. Alciatus, A., Tract, contra vitam monast. EL 332. Alda Guarini Yeronensis Carmen. 888. Alden, H. M., — Zie Guernsey. II. 872. Aldenbrück, Aug., 11e religione antiq. Ubiorum. ü. 729. Aldenhoven, S., — Zie Sententie. H. 182. Alderkerk, J., Wonderdaden d. allerh. Godts. II. 465. Zie Bragee. 530. Aldrete, B., Del origen de la leng. Castellana. 917. Yarias antiguedadas. II. 845. Aleethophilus. Stok in ’t honderd. 452. Alembert (d’). Eloges. 927. Zie Encyclopédie. 8, 28. Alen, P. van, — Zie Paringet. II. 409. Alenzoon, J. — Zie Jobert. H. 7. Alerten, A. H., De statu nobil. German. II. 693. Aletheia. Zeitschrift f. Geschichte. II. 20. Alethophilus Hollandus, Brief. II. 378. Alewijn, A., Zede- en Harpgezangen. 355. Zie Pleidooyen. 228. — Reg. Tooneel. en J. Collé. Tesóuro dos Yocabulos. 49. Alewijn, F. (Lat. lijkdicbt op). 907. Alewijn, G. Brief. Hs. 56. Alewijn, W. Brief. Hs. 56. Alewijn, Z. H., Aant. bij Yondels Palamedes. Hs. 7. — Aant. uit HSS. v. Maerlant. Hs. 8. — Antwoorden of bedenkingen. Hs. 2. — Bedenkingen over s t woord Mijn. Hs. 2. -- Briefje op rijm. Hs. 27- — Brieven. Hs. 56. _ ~KTTT Brieven. II. 380. — Gedichten en Vertoogen. Hs. 81. — Grafdicht. 573. — Handvol aanteekeningen. II. 380. — Taalkundige „ Hs. 3. Zie: Tuinman. 142. — Verzameling. 633. Alewijnsz, H., Yeel schone... leeringhen. 623. Alexander. — Zie Suppl. Beg. Tooneel. — Prins d. Nederl., Nadere toelichting. II. 260. — Vermoedelijk slotwoord. II. 260. Alexander de Groote (Werken over). 605, H. 859. Alexanders Geesten. 201. Alexandre. — Zie Dejardin. 940. Alexi, J., Gramm. Daco-Romana. 961. Alexis, W. — Zie Beg. Tooneel. Alexius (St.) legende. Hs. 15. Alexiuslegenden (Engl.). 844. A. L. F. — Zie Proeve. 229. Alfieri, V., — Zie Beg. Tooneel. Alfoersch.. 1003. Alfred de Groote (Werken over). EL 833. Alfred (King). — Zie Boethius. 831. Alfrik. — Zie Bibliothek. 830. Algarotti,'^Brieven. II. 767. Algiers. Et. 869. Ali. — Zie Reg. Tooneel. Ali Cohen. — Zie Cohen. Ali Hadjie (Radja), Gesch. v. Abdoel Moeloek. 1000. Ali Musthathier. — Zie Roorda van Eysinga. 403. Alings, A. W. — Overdrukjes. Zie Catalogus. 36. Aliscans, Chanson de geste. 948. Alison, A. en P. W., Staatszorg voor de armen. H. 292. Alissan de Chazet. — Zie Chazet. Alkemade, C. (of K.) v., Afbeeld, en aant. bij Yaenius Batav. cum Rom. bellum. Hs. 42. — Behandeling v. h. Kampregt. H. 263. — Beschrijving v. Brielle. H. 447. — Cerem. d. begraavenissen. H. 88. — Geschied- en oudheidk. aanteek. Hs. 40. — Papegaay-schieten. Hs. 73. ■— Rotterdamsche heldendaden. H. 519. — (Leven van). 69. Zie: Brandt. 530. — Melis Stoke. II. 985. — Sohotel II. 8. Alkemade, K. van, en P. van der Schelling, Catal. Holl. scriptorum. Hs. 39. Holl. Spreek-wiisen. Hs. 77. Ned. displegtigheden. H. 89. All mistaken, or the mad couple. — Zie Engl, plays. 843. Allainval, L. J. Ch. Soulas d’., — Zie Reg. Tooneel. Allamand, J. N. S., Solemnia verba. H. 497. Allan, F., Eiland Ameland. II. 620. — Eiland Marken. H. 535. — „ Schiermonnikoog. H. 620. — „ Texel. H. 536. _ „ Urk. H. 535. — „ Vlieland. II. 536. „ Wieringen. H. 536. — Stad Edam. H. 557. — „ Enkhuizen. H. 559. Allard, A., — Zie Hobrink. 534. Allard, H. J., „Een genie”. 72. — Pater Adr. Cosyns. 75. Zie Vondel. 328. Allarde, M. F. D. Théresa le Roi, baron d’. — Zie Reg. Tooneel. Allart, J., De vrijheid. H. 203, 1046. — De Vrijheid. Aan de Nederl. Jeugd. 709. Allatius,L.,De templis Graecoruin recentioribus. H. 23. Allebé, G. A. N., Beweging en rust. H. 938. — Lichaamsoefeningen. II. 938. — Neerl. wettige strijdkrachten. H. 1049. — Ontwikkeling van het kind. H. 938. — Overdrukjes. Alleenheersching (De). — Zie Bilderdijk. 482. Alleen-sprake met God. — Zie Huygen. 355. Allemagne littéraire. H. 700. Allemand, W. 1’, (Lijkrede op). 725. Allen, C. F., Dan. Sprache in Schleswig. 859. Zie Fragmenten. II. 718. Allen, W., Brief. Hs. 70.
2 Alleplas, A. v., Dichtl. bedenk, o. ’sHeilands geb. 382. — Opwekking aan Neerl. volk. 469. Aller, W. van, — Zie van Leeuwen. H. 271. Alliantie (Nader) of Yerbont. II. 160. Allingham, J. Thill., — Zie Reg. Tooneel. Allioli, F. J. v., Die Bronze-Tllüre. II. 738. Allmers, H., Der Altarschrein. II. 712. Allocutie (De) van Paus Pius IX. H. 336. — (De Pauselijke) toegelicbt. II. 336. Allocution rimée. II. 275. Alma, E., Bellum giganteum. 894. Alma, P., — Zie Ontwerp. II. 312. Almanack d. K. Akad. d. Wissensch. H. 753. — du Dep. d. Bouches du Rhin. II. 405. — „ Depart, de la Dyle. IE. 813. — de Goettingue. H. 713. — hist., géogr., généalogique. II. 51. — du Gr. Duché de Luxembourg. II. 766. — aus Rom. II. 856. — supputé sur le mérid. de Liége. II. 812. — de la Prov. de Limbourg. IE. 658. — (Revolutions-). IL 1040. Almanak d. Adelborsten te Willemsoord. H 566. — der Kon. Milit. Akademie te Breda. II. 408. — „ Akademie v. Groningen. IE. 649. — „ Bataafeche omwentelingen. II. 221. — v. Beschaafde kundigb. — Zie Ernst en boert. 186. — aan Bevalligheid en deugd gewijd. 186. — ter Bevordering v. kennis en goeden smaak. 187. — voor Blijgeestigen. 187. — „ „ (Nieuwe). 187. — v. h. Dep. d. Monden v. d. Schelde. II. 570. — voor de 19e Eeuw. 186. — „ „ Ned. Geref. Gemeente v. Z. Afrika. II. 683. — tot Gezellig onderhoud. 187. — voor Jan en Alleman. 189. — „ de Deugd. 708. — „ Jonge heeren en dames. 185. — „ ,, „ „ juffers. 185. — de Liefde sticht. 190. — voor Liefde, deugd en vriendschap. II. 984. — „ „ en vaderland. 186. — aan Luim en ernst gewijd. 187. — van Mavors Medicator. H. 557. — voor Meisjens door meisjens. 186. — in Miniatnur voor kinderen. 708. . — der Musen en gratiën. 186. — tot Nut en vergenoegen. — Zie Uilkens. 187. — „ „ „ vermaak (Oude). 185. — » » >, verpoozing. II. 984. — of Politiek Zakboekje. — Zie Swildens. II. 202. — voor Protest. Nederlanders. II. 330. — „ Reizigers in h. Koningr. d. Neder! II. 397. — „ Scherts en luim. 187. — „ het Schoone en Goede. 187. — aan de Schoone sekse gewijd. 186.
Almanak (Schiedamsche). EL. 525. — (Schouwburgs-) IV. — ( „ en Brievetas-) (Speet.). II. — (Groote Schrijf-). 216. — (’s Gravenhaagsche Stads-). II. 457. — (Staats-). II. 278. — (Erfg. d. Wed. C. Stichter’s). 184, 185. — (d’Erven Stigters Leydse). II. 484. — (Studenten-) (Amsterdamsche). II. 557. _ „ „ M.O.D.U.S. H. 557. — „ (Delftsche). II. 451. — „ (Gentsche). IE. 809. — „ (Groninger). II. 650. — „ (Leidsche). II. 505. „ (Utrechtsche). II. 602. d. „ vereen. Mutua Fides. II. 602. — (Surinaamsche). H. 680. — (Tooneel-). IV. — „ (N. en Z.-Nederl.). CCLVU. — „ (Volledige). IV. — Uilenspiegel. 190. — (Utrechtsche) (Nieuwe). II. 583. — (Vaderlandsche) ,, 185. — (Volks-) (Christelijke). 189. II. 986. — „ (Drentsche). IE. 653. „ „ (Nieuwe). IE. 653. — „ (Friesche). H. 607. „ „ (Nieuwe). IE. 607. — „ (Geldersche). IE. 415. — „ (Groninger). II. 641. — „ (Katholyke). II. 986. _ „ v. Nederl. Katholieken. 188. „ t. verspr. v. waarh. en deugd v. d. Katho lieken. 189. ' — (Volks-) (Leidsche). II. 484. „ (Nederlandsche). IE. 985. m (Noord-Brabandsche). IE. 405, 406. „ (Noord-Hollandsche.). IE. 527. „ tot Nut v. ’t Algemeen. 188. „ (Praktische). II. 287. „ (Twentsche). 174. — „ (Utrechtsche). II. 583. „ van het Willems-fonds. 189. — „ (Zeeuwsche). IE. 567. u „ (Nieuwe). IE. 567. „ (Zuid-Hollandsche). IE. 442. „ (Zuid- en Noordholl.). H. 442. — (Vondel-). 190. — (Vreedes-). IE. 226. — (Vrij-metselaars-). H. 388. — (Weezen-). H. 294. (Zak-) voor Zeeland. H. 567. — (Zeelands Cronijk-). IE. 567. — (Zendings-). IE. 390. — (v. Zwaamen’s). 185. („ „ Haagsche). II. 457. Almanak (v. Zwaamen en Thompson’s). 190. Zie verder: Jaarboekje. — Kalender. — Zakboekje. Almeloveen, Th. Janss. ab, De vitis Stephanorum. 16. Zie Collectio. II. 66. Alof. — Zie A. Meeter Pz. Alpen, Joh. von, — Zie Kurz. H. 155. Alphabet (Algemeen). 6, 7. — van Doofstommen. 36. — (Le grand) Franjois. 932. — manuel. Gloire a 1’Abbé de 1’Epée. 36. — (Tamoulsch). Hs. 36. Alphabetum Uthiopicum. 6. — Armenum. II 960. — Barmanum. II. 959. — Bramhanicum. II. 959. — Gothicum. Hs. 34. — Graecum. 6. IE. 959. — Grandonico-Malabaricum. IE. 959. — Ibericum. 6. — Illyricum. IE. 959. — poëtico-religiosum. Hs. 34. Alphart. — Zie Heldenbuch (Das Kleine). 780. Alpharts Tod. — Zie Helden Buch (Der). 780. Alphen, D. van, Brieven. Hs. 56. — Voor- en nabericht op v. Mieris Beschr. v. Leyden. Hs. 48. Zie: Chronyk (Vaderl.). II. 90. — Grotiue. 891. — v. Mieris. II. 461. — Stukken. Hs. 48. Alphen Dz., D. van, Lijkdicht. 573. Alphen, D. F. van, Advys. H. 240. — Brieven. Hs. 66. — De Novo Belg. colonia. H. 685. — Redev. Ontw. Wet d. Geldleening. H. 664. Alphen, H. van (Aan) over zijn Mengel. 194. — KI. bijdragen tot bevord. v. wetensch. 660. — Briefwisseling met W. E. de Perponcher. 2. — Brieven. Hs. 56. — Dichtkund. verhandelingen. 178. — Verschil! Gedichten. Hs. 26. Hs. 81. — [Verschil!, dichtwerken]. 382. — [Verschil! dichtw. v. kinderen]. 427. — Gedigten en overdenkingen. 194. — Grafdicht. 561. — Iets over Jezus Christus. H. 1012. — Kinderzangboek. 294. — Leerr. 2e Jubelf. Univ. Utrecht. H. 601. — (Leven enz. van) 69, 382. — Mengelingen. 194. — Proeve v. christe! liederen. 266. — Theorie d. schoone kunsten. 2. — Twaalf stukjes. 291. — De waare Volksverlichting. H. 212. Zie: J. T. W. v. Alphen. 527. — Dichter. 226. — Fabius. 412. — Kabinet-bibliotheek. 183. — Proeve. 230. — Vertellingen. 712. Alphen Hz., H. van, (Lat. gedicht aan). 907. Alphen, H. S. van, Antw. aan J. V. Arnhem. 527. — Lijkrede op G. Anslaar. 727.
Alphen, H. S. van, (Orat. fan. in obitum). 69. Alphen, J. van, Bruiloftdicht. 542. Zie Nieuw-jaers-gift. II. 170. Alphen, J. A. van, — Zie Mengelwerken. 220. Alphen, J. D. van, Redenerent Vertoog. II. 179. Alphen, P. C. van, Gedichtjes v. d. jeugd. 427. Alphen, P. H. W. van, Opm. o. d. Kiezerslijsten. II. 280. A. L. P. Z. — Zie A. Loosjes Pz. 468. Alsche, A. G. C., De Jac. Catsio. 73. — Leven v. E. Canneman. Lh. 1862, 47. — (Leven van). Lb. 1886. 198. — Toespr. in de Mtsch. Diligentia. 119. Alstein, L. van, — Zie Woordenboek. Hs. 36. Alstorphius, Joh., Viro J. Nissinck. n. 1042. Alstorphius Grevelink. — Zie Grevelink. Alta, P. Canter, De lege naut. Roterod. H. 271. Altaer-geheimenissen. — Zie Vondel. 327. Alten (Wie die) den Tod gebildet. II. 22. Altenburg, P. W., Bemerk, üb. philos. Gramm. 31. Zie Tacitus. II. 688. Alterthümer (Celtisehe).’ II. 761. — (Deutsche). II. 687. — (Gallische). 868. — (Gottesdienstl.) d. Obotriten. n. 744. — (Die) unserer heictn. Vorzeit. n. 697. Alteserra, A. D., De ducibus et comitibus. II. 819. Altgelt, H., Gesch. d. Grafen v. Moers. II. 731. — Samml. d. gesetzl. Bestimmungen. H. 732. Althamer, A., Scholia in Taciturn. II. 689. Althochdeutsches aus Wolfenbüttler Handschr. 777. Althuysen, J., Priesche rymelery. 824. Alting, B., Pilaren ende Peerlen. II. 645. Alting, Ch., De haan met negen hennen. 672. Alting, G., Lijkdicht. 563. Zie Rollenhagen. 308. Alting, H., — Zie Emmius. II. 643. Alting, Jac. (Leven enz. van). 69. Alting, M., Desoript. Agri Batavi. n. 398. — „ Prisiae. II. 398. — herdacht. 69. Zie: Bericht. II. 716. — Emmius. II. 643. Alting v. Geusau, G. A., De falso nummaria. H. 1049. Alting (Carpentier), — Zie Carpentier. Altius, A., — Zie Hoghe-Liet. 318. Altman, F., Eere aan God. 514. Altmann, B. W. (Lijkrede op). 726. Altmeyer, J. J., Hist. d. relations commerciales. II. 268. — en K. Nijs. Gesch. v. d. Vrede te Munster. II. 141. Altorffer, J. C., Op „Overduin.” II. 966. — Twee offers. 414. — Overdrukjes. Zie verder v. Grijpskerke. II. 569. Alutarius, H., Gorinchems verlossing. II. 453. Alva (Hertog van). Brief. Hs. 70. — Correspondance. II. 112. — (Werken over den Hertog van). H. 111, 112. Alvaarsma, B. Bomius, De winter. 372. Alvarès, D. L., Les Omnibus du langage. 937. A. L. v. d. H. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Alvensleben (ab). — Zie Kettner. II. 712. Alvinus Tractates, n. 608. Alwin en Theodoor. 709. A. M. — Zie A. Maas. Amadis van Gaule. [Versch. uitg. d. Neder! vert.]. 661. — en Pranpais. 922. Amadutius, J. C., — Zie Alphabetum. II. 959. Amalry, J. Portal, — „ Portal. Amandus (Diss Buch das da gedicht hat der ... Vater) enz. 797. Zie Heinrich Soso. 797. Amasoon (De grootmoedige en heldhaft. Holl.) 670. Ambachtsheerlijkheden (Pamfl. betr. de), n. 225—6. 1046. Ambachtsschool (Pract.) te Leiden. H. 510. — te Rotterdam. H. 524. Ambassade (d’Ontdeckte) van de Groot. II. 158. Amboise, G. d’, — Zie Lettres. II. 820. Ambros, A. W., — „ Cersne aus Minden. 787. Ambrosius. — Zie Leeringen. Hs. 20. Ambrosius, Th., Introd. in Chaldaicam ling. 979. Ambtgenoot (Een). — Zie v. Zuylen v. Nievelt. H. 283. Araelot de la Houssaye. — Zie Aubry du Mouriez. II. 106. | Amelung, A., — Zie Heldenbuch (Deutsches). 780. I Amendementen (Onpersoon!). — Zie Vissering. II. 322. Amends for ladies. — Zie Engl, plays. 843. Amerbach, Nic. de, — Zie Epistolae. 892. Amerika. H. 871. Amerikaansche talen. 1003. Amerom, P. van, Grafdicht. 571. Zie Nieuwjaarwenschen. 523. Amersfoordt, H. (Leven enz. van). 69. Zie: Archief. II. 606. — Catalogus. II. 623. — v. d. Heyden. II. 618. — Werken. II. 608. Amersfoordt, Jac., — Zie Catalogus. II. 623. Amersfoordt, J. P, [Verschil! dichtw.]. 416. — Amsterdam vereen, met de Noordzee. 521. — Het Haarlemmermeer. II. 530. — Hand! bezoek Badhoeve. II. 531. — L’hymne au printemps. 956. — Loflied. 522. — Ontw. v. spoorwegen in d. Haar! Meer. H. 531. — Een oud plan v. doorgraving v. Holland. H. 531. — (Leven van). Lb. 1880. 127. — Overdrukjes. Zie verder Reg Tooneel. Ames Gevaeft (Ser Thomas), Oeuvres. 955. Ameshoff, H., De Societate commenditaria. H. 925. Ameshoff Azn, H., Brief. Hs. 56. Ameshoff, P. J., Beschouw, toest. v. Drenthe. II. 653. — Brief. Hs. 57. Amesius, G., Coronis ad collat. Hagiensem. II. 349. Ameydt, N., Grafdicht. 570. Ami (L’) du peuple, II. 823. Ami, (A. A. Gaignan de F), — Zie Gaignan.
Amicis, E. de, Nederland. II. 86. — Olanda. H. 86. Amicitia. — Zie Gezelschap. Amien al-Madani, Het Orientalistencongres. 983. Amiens (Gedichten op den Vrede van). 486. Amigo de las Antillas. — Zie Incident. H. 259. AmintOR (sic). — Zie Suiogothia munita. II. 778. Amis et Amiles. 943. A. M. M. — Zie Ter gedachtenis. 488. Amman, J. C., — Zie van Helmont. 36. Amme-lied. — Zie Roorda. 825. Amnestien (Nederl.). II. 210. Amore patriae. — Zie Gedichten. 471. Amorie van der Hoeven, des, — Zie Hoeven. Amour, G. d’, Grafdicht. 565. Ampt (A. A. E. H. Steens Zijnen geb.)—Zie Steens. Ampzing, S., Christen-Hoogtiiden. 254. — [Verschill. Dichtwerken]. 329. — Eer-verdediging. 69. — Ease, epigrammatum. 433. — Heylige Traenen. 254. — Klaeg-lieden v. Jeremias. II. 990. — Naszousche lanren-kranze. 433. — Rijm-catechismus. II. 996. — Suppressie v. d. vermeynde vergaderingen, n. 996. — Taelberigt d. Ned. spellings. 149. Zie: Cato. 304. — Hoog-lied. 317. — Nienwen- huysen. II. 918. — Scriverins. 305. Amshoff, J. E., Leerr. bij 50-j. evangeliebediening. 726. Amshoff, M. A., De geschikth. d. Prot. Kerk. H. 382. — Leerrede hij 25-j. Evang. dienst. 726. Zie: J. P. Amshoff. 726. — Luiken. 350. — Woor- den 646. —, C. P. L. Rutgers en E. 3, Diest Lorgion. Vraag boekje. 907. Amatei (De), de Drecht enz. —Zie de Jong. H. 445. Amstel, A. van den, — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Amstel, Jan van, — Zie Heije. II. 257. Amstel, J. Ploos van, — Zie Ploos. Amsteldam en zijne geschiedenissen. H. 539. Amstelophilus, De Amsteld. Schouwburg. IV. Amstelredams eer ende opcomen. Zie Marius. II. 540. Amsterdam gehoont en beledight. H. 166. — (Het tegenwoordig). H. 547. —, Parijs en Berlijn. — Zie Yntema. H. 1004. — (Kaarten van). II. 546, 547. Amsterdamsch 6 Jemeny! VI. Amsweer, D. van, — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Amthorus, O. — Zie Horti 977. Amulette (Une). Legende. 948. Amur. — Zie Got Amur. Amurath-Effendi. — Zie v. Woensel. II. 211. Amusemens (Les) de la Hollande. H. 87. Amusement deg Dames. 944. Amyot, J. — Zie Longus. 949. — Phitarchus. 599. Amys, W. — Zie A. Amys. 527. Anakreon, Gezangen. 281, 297. Anakreon, Liederen. 297. — Oden. 297. Zie: Ausonius. 304. Analecta quib. Uegni Norv. illustrantur. II. 781. — a sive vetera aliq. scripta inedita. H. 60. — Anglo-Saxonica. 830. — Belgica. — Zie Hoynck v. Papendrecht. H. 1041. — medii aevi ofte oude Ned. geschiedenisboeken. H. 60. — Norroena. 852. — of enige oude ongedr. schriften. IL 615. — (Veteris aevi). H. 59. Analectes historiques [d. Archives de Lille]. H. 830. — Yprois. II. 804. Anastasio. — Zie G. Barger. Anatomia ofte Ontledinge. H. 678. Anatomie v. d. Barvoeter monniken Alkoran. — Zie Mauritius. H. 371. Ancelmus (St.) — Zie Augustinus. 607. Ancelot, Mad. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Anchersen, J. P., Opuscula minora. 851. Anchor. — Zie J, Watts de Peyster. Anckarsvard, C. H., Nagra Ord. H. 780. Anckeren, J. v. d. Houven van, Spec, inaug. H. 923. Ancona, G. J. d’, Zedek. schouwtooneel. XVII. Zie: Reg. Tooneel. Andel, A. van, De jure Scabinos eligendi. H. 447. Andersen, H. C., Bilderbuch ohne Bilder. 860. — Eventyr. 860. — Sprookjens. 317. Zie: Reg. Tooneel. Andersen Peldborg, A., Denmark delineated, n. 786. Andrade, J. d’. — Zie Reg. Tooneel. Andras, F., Szépirodalmi összes muntói. 992. Andreae, P., Henricus Nassovius. H. 140. Andreae, J., — Zie Köllner. H. 738. — Lebret. H. 37. Andreae, P. J., Ev.-Lnth. gemeente teZierikzee.H.584. — Overdrukjes. Andreae, D. J. Beucker, Brieven. Hs. 57. Andreae, J.H.Beucker,Herinneringen aan Italië.H.854. — De orig. juris municipalis. H. 617. — (Leven van). Lb. 1865. 165. — Overdrukjes. Zie verder: Verba. Hs. 52. Andreae, S. J. Pockema, Besch. over burenrecht. II. 267. — Gronden beoef. d. Germ, rechtsgesch. II. 701. Overg. v. Oud-Nederl. Rechtsbronnen. II. 261. — Overdrukjes. Zie verder: Stad-, Dijk- en Markeregten. II. 632. Andreas und Elene. 832. Andreas, J., Verwoestinghe v. d. Mahom. Religie. H. 26. Andree, S., Const Boeck,... wten Alchemist, gront vergadert. 692. Andres, G., Dell’ arte d’insegnar a parlare ai Sordi muti. 36. Andres de Soto, F., — Zie de Lieja. H. 32. Andresen, K. G„ Ueb. Deutsche Volksetymologie. 763. — Ueb. J. Grimm’s Orthographic. 762. Zie: Grimm. 740.
Andreson, A. A., De cura prodigorum. n. 266. Andrews, J., A defence oftheStadtholdership.il. 207. Andries (Lijkrede over J.). 69, 727. Andriesse, J. C. ten Brum meier, — Zie Bilderdijk. 71. Andriessen, A., Aanm. op de psalmberijming v. P. Datheen. 233. — Bescheiden [en nader] antwoord. 234. — Dightl. uitspanningen. 366. — Inwyingsrede. II. 891. Andriessen, Jakz., A., Brieven. Hs. 57. — Inhuldiging v. W. K. H. Friso. IE. 580. — Judaas weeklagte. EL 187. — Lijkrede op J. Keiser. 730. Andriessen, J., Morgenwandelingen. II. 457. Zie: van der Hoop. 535. Andriessen, L., — Zie J. Andriessen. IE. 457. Andriessen, P. J., [Versch. kinderwerkjes]. 712—714. — Enschedé. 517. — Gedenkb. d. nation, feestviering. IE. 259. — Jezus de volmaaktste leermeester. IE. 918. — ’s Koniags zilveren feest. II. 259. — Land of water. EL 527. — Nieskruid. 680. — Opstellen en schetsen. 643. — Oranje Nassau. II. 67. — Overdrukjes. Zie verder: Almanak. 708. — de Génestet. 421. Andriessen, Sus., Uit v. Lennep’slievelingsboek. 716. Andriessen, Sijm., Een schoon tractaet v. sommighe werckingen d. Alchemist, dinghen. 692. Andriessen, S. J. — Zie Gottschall. 24. Andrieux, F. G. J. Stanislas, — Zie Reg. Tooneel. Andromana. — Zie Engl, plays. 843. Anegenge (Das). 789. Anekdoten (Spreuken, Gedachten en). 657 H. 1013. Ange, S. Olympe 1’, Bruiloftdicht. 543. Ange, J. Teissèdre 1’, Bruiloftdicht. 543. — Burgerwapening voorgest. als pligt. IE. 247. — Doel v. h. schoolonderwijs. EL 309. — Lofrede op S. F. J. Rau. 88. — Leben u. Charakter S. F. J. Rau’s. 88. —i Leerrede over Psalm 85. IE. 234. — Souvenirs. EL 553. — Wat staat het Lag. schoolw. te wachten. II. 311. — (Leven van). Lb. 1853. 43. Zie: Barbaald. II. 1015. — en P. Chevallier, Sermons. II. 37. Leerredenen. II. 1038. Angelbeek, C. van, — Zie Werndly. 997. Angelkot, H., — Zie Verzameling. 229. Zie: Keg. Tooneel. Angelsaksisch. 829. II. 1025. Angier-Hoff (Reynsburchs). 217. Angillius, P., Grafdicht. 567. Zie: v. Alphen. 550. — Psalmen. 242. Anglo-Saxon. — Zie Tollens. 398. Anglosaxonicae ... linguae fragm. quid valeant etc. — Zie Responsio. Hs. 1. Anianus Secundus. — Zie Chrysostomus. 602. Anicet-Bourgeois. — „ Reg. Tooneel. Ankeren, M. van Koetsveld van, — Zie Koetsveld. Ankerhielm, M. d’, Brief. Hs. 70. Ankersmit Wz., J. H., Deventer ketterjacht. H. 636. Zie: Benedix. 718. — Reg. Tooneel. Ankringa, J. D. — Zie: Jierboeckje. 823. — Surin- gar. 559. Anleitung (Kurze) zur Tachygraphie. 9. Anna (Geschriften op het overlijden van Prinses). 457. H. 192, 193. Anna, Histor. tafereel. — Zie de Sfint-Genois. 675. — (Historie van de weerdighe moeder Sint-). 698. — (of Anne). — Zie Steens Zijnen A. A. E. H. geb. Ampt. Anna Paulowna (Overlijden van). H. 257. Annaeus Florus, L., Epitome rerum Romanarum. 887. Annalen d. hist. Vereins f. d. Niederrhein. H. 731. — d. Vereins f. Nassauische Alterthumsk. H. 720. AnnaLer (Antiquariske). H. 773. — f. Nordisk Oldkyndigh. H. 774. Annales Academici. H. 322. — Acad. Groninganae. H. 649. — de 1’Acad. d’Archéologie de Belgique. EE. 792. — Cauonicorum regul. S. Augustini. H. 333. — du Comité Flamand de France. 124. — Egmundani. H. 89. — Franciscanorum. — Zie Scriptores. H. 709. — du Hainaut. — Zie Guerre. H. 1063. — s. historiae rerum Belgicarum. H. 59. — Noviomagi. — Zie In de Betouw. H. 428. — (Rerum Belgicarum). H. 59. — de la Soc. d’émul. p. 1’hist. d. 1. Flandre. H. 799. — » » » archéol. de Namur. H. 816. Anne, J. M. — Zie Reg. Tooneel. Anneessens, Franp. (Werken over). H. 813. Anniversaire... de 1’Acad. Roy. de Belgique. 123. Anno-lied (Das). 786. Annone (Rhytmus de St.). 786. Zie:- Schilter. 776. Annuaire de 1’Académie Roy. d. Belgique. 123. — de la noblesse d. Pays-Bas. H. 63, 1067. — „ „ Prov. de Limbourg. H. 658. — „ „ Soc. libre d’émul. de Liége. H. 811. Anonymus Gelrus. — Zie v. d. Schaaff.H. 245,247,252. Anrooy, A. G. van, — Zie von Sybel. H. 1038. Anrooy, P. G. van, De incrustatione. H. 518. Ans, E. Ruth d’, Brief. Hs. 70. Anseaume. — Zie Reg. Tooneel. Anselmus. — „ Leeringen. Hs. 20. Anselmus, A. — Zie Placcaeten. II. 791. Anslaar, G. (Lijkrede op). 727. Anslo, R., Poezy. 341. Zie: Pamas. 227. — Beg. Tooneel. Anslijn Nz., N., Leesboek. 155, 223. II. 979.
Anslijn Nz., N., Viertal verhandelingen. 640. Anspach, J. Overdrukjes. Zie: Navorscher. 131. Anspach, J. A., Leerrede. II. 636. Anstoss (Wohlwoll.) z. Beantw. d. Frage: Durch wel ches Mittel etc. 746. Antheunis, G. T., Uit het hart. 424. Anthologia Sanscritica. 974. Anthologie aus d. altern dtsch. Dichtern. 780. — d. poëtes Franpais. 942. — (Epigrammatische). 223. — uit den Utr. Studenten-almanak. II. 602. — universelle. 56. * Anthology (Batavian). 226. Anthonisz, J. M. — Zie de Bosch. 529. Anthony, B — ,, Reg. Tooneel. Anti-Brittannus. — Zie Heersch- en plonderzugt. 484. Anticyr voor Hermes Furibundus. 630. Antieken (Romeinsche). — Zie Loosjes. II. 853. Anti-gerusiomachia. — Zie ten Kate. 417. Antigonus. — Zie Nick. H. 860. Antiphonaire de S. Grégoire. II. 34. Antiqnarius (Denkw. u. nützl. Rheinischer). II. 726. Antiquary (The). — Zie Engl, plays. 843. Antiquitates Celto-Scandiae. II. 773. Antiquitatum chorographicarnm. II. 738. Antiquiteiten, een oudheidk. tijdschrift. H. 73. Antiquities (Galic). 868. Anti-schoolwetverbond (Is een) noodig? H. 313. Antoine v. B. v. H. — Zie Ecrits. H. 1031. Antoinette, Miniaturen. 689. Anton, A. — Zie Reg. Tooneel. Anton, C., De lingna primaeva, 27. Anton, C. G., Untersch. d. Orient, u. Occident. Spra- chen. 38. Zie: Tacitus. 688. Anton, C. Th., De accentibus graecis. 871. — De discrimine partic. o& et /nj. 871. Anton, F. C., Wörterb. d. Gaunersprache. H. 1023. Antonides van der Goes, J., — Zie Goes. Antonie. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Antonini, A., Dizzion. Italiano-Tedesco. 51'. Antoniszen, K., Kaart v. Amsterdam. H. 540, 546. Antonius a Burgundia, Wereldts proefsteen. H. 993. Antwerpen. (Prov). II. 795. Antwerpen, B. D. van. — Zie Reg. Tooneel. Antwerpener Liedersammlung. H. 992. Antwoord aan I. da Costa. H. 383. — aan G. K. van Hogendorp. — Zie Ouwerkerk de Vries. H. 239. — aan Jan van Utrecht. H. 594. — ,, Jonkh. Wildvang. H. 630. — „ den opstelder d. Aanmerkingen. H. 185. — „ „ Razende Roeland. H. 375. — „ „ Schryver d. Dankbetuyging. 463. — (Corte) op de valscbe beschuldinghen. — Zie van der Linde. H. 364. Antwoord (Corte) op een seker schrift. H. 368. — ( „ ) „ sekere Balade enz. 430. — der Pellicanisten. 216. — (Een Godtlycke) enz. — Zie David Joris. 617. — (Eenvoudig en zedig) aan P. Hofstede. H. 375. — (Ernstig) a. d. schrijvers d. vriendel. vraag. H. 359. — (Gepast) op de vrymoed. Aanmerk. — Zie Luzac. H. 191. — (Kort) op de Benthomsche getuychenissen. —Zie Hoeingius. H. 366. — (Korte) op een lasterlick schrift. H. 367. — op den brief.. aen Helenam. 324. „ „ van een koopman te R. H. 189. „ de Gepredestineerden dief. 369. den schrobber. H. 166. de Vraghe d. Rederijkk. ’t Wit-Lavender. 214. dry Vraghen. — Zie Trigland. H. 368. een Missive van een Regend. H. 166. het soog. Onnutte discours. H. 166. — „ „ 2e Refer, by de overh. Neder! provint. gheschreven. 429. — op zekeren brief. IL 377. — (S. M 8 ) op den brief v. d. St. Gen. (Nov. 1673). 161. — vnde onderricht D. J. — Zie David Joris. 617. — van den vriend in Gelderland. H. 375. — „ een getrouwen Hollander. H. 168. — „ ,, jong onderdaan. 197. — „ ,, koopman te Amsterdam. — Zie van der Kemp. H. 630. — van een Leewaerder. H. 648. — „ „ Leidsen Rotterdammer. H. 471. — „ eenige Medische Studenten. H. 603. — ,, een Republiquain. II 166. — ,, Pietje de... vaderlander. H..594. — „ d. Prins op de Miss. v. J. de Witt. H. 155. — „ d. St. Gen. op d’Oratie van R.Winwood. H. 366. —- van de St. Gener. (27 Mei 1594). II. 122. — „ (26 Nov. 1666). H. 151, — „ Voogden v. h. St. Anthony Gasthuis. U. 627. — (Volkomen) op de disposition. H. 837. — (Zeer aanmerkelijk). H. 189. Antwoorde. — Zie Antwoord. Antwoorden (Alle de) v. verscheide Redenkamers. 219. Antwoort. — Zie Antwoord. Anweisung zur Danischen Spraehe. 858. (Prakt.) z. Kenntn. d. Hauptverand. der Teutschen Spraehe. 771 Anzeiger d. Germ. Nationalmuseums. n. 736. — f. Kunde d. dtsch. Mittelalters. H. 695. — „ „ » ». Vorzeit. H. 695. A. P. — Zie A. Peys. A. P. C. — Zie Pegasus. 276. A. P. E. boek (Oranjes). H. 521. Apel, A. — Zie Reg. Tooneel. Apèl. — Zie Appèl. Apbelen, H. von, Dictionn. Danois et Franp. 53.
Apherdianus, P., Tyrocinium ling. Latinae. 884. Aphtaroth (Libro de las). 920. Apian, Ph. — Zie Archiv. II. 734. Apianns Alexandrinus, Oorlogen d. Romeynen. 599. Apianus, P., Cosmographia. H. 39. Apocryphe (De Boecken genaemt). 591. Apolephtus. — Zie Sohouw-plaets. 628. Apollineum. Bijdragen enz. 128. Apollo aan de burgerye v. Amsterdam. IV. — en Dafne. 279. i —of ghesang der Musen. 274. — over de inwydinghe v. d. Ned. Academie. IV. — Tijdschrift enz. — Zie Argus. 129. Apolloos-Pamas. 218. — snaaren. 278. — Weghwijser. II. 650. Apollo’s harp. 227. — harp (Den herstelden). 227. — Kermisgift. 283. _ — Marsdrager. 359. — Nieuwe-jaers-gift. 283. — St. Nicolaasgift. 283. Ir — Vastenavond-gift. 283. Apollonius of Tyre (Anglo-Sax. vers. ofthe story of). 832. Apollus-Helicon. 219. Apollus Lust-hof. 218. Apologetiek. II. 891. Apologie ofte verantwoordinge d. Vorsts Wilhelm v. Orangien. II. 117. • — ofte Verantwoordiginge. — Zie Uytenhage de Mist. II. 150. — van den Grave van Essex. II. 834. . — van mijn Afscheidsbrief aan Rome. II. 335. — van Prins Willem I. II. 117. — van de Stadhouderl. Regeringe. — Zie Verdedi ging. II. 156. — van den Vaderl. en Vryheidl. Pensionaris. II. 544. Apostelen (Leven der). II. 25. — en Profeten. Gedichten. 232. Apostool, P., Bruiloftdicht. 544. Apoteeke (Geestelycke). Hs. 24. Apotheek (Der susteren gheistelike). Hs. 80. Apparat Royal (Le petit). 934. Apparatus ad histor. Sveo-Gothicam. II. 778. Appel, W. — Zie de Stoppelaar. II. 574. Appèl (Engelandts) en beroep. JQ.. 836. — van het vonnis contra d. Luth. Koster. II. 379. Appelbom (Arvid.). — Zie StadzLagh. II. 779. Appelius, J. H., De Staatsomwenteling v. 1795. n. 213. — Ad Statuta Zelandiae Anni 1495. II. 572. Appeltere, A. W. van, Het Staatsregt in Nederl. n. 361. Appendix, andersins gen. een Byvoechsel. II. 1039. ’ Appenzeller, 3. C., Gertruida van Wart. 675. . Appius and Virginia. — Zie Engl, plays. 843. Aprilbeweging (De) en de oude Oranje-partij. II. 335. Zie: Koorders. II. 335. A. P. S. — Zie: Proeve. 229. — Reg. Tooneel. Apulejus, Gulden Esel. 606. — Psiche en Amor. 304. Aquila Romanus. — Zie Gesner. 882. Aquiüus, H., Chron. Gelriae compend. II. 413. Zie: Batavia illustrate. II. 1041. Arabië. II. 863. Arabisch. 983. Arago, E. — Zie Reg. Tooneel. Arbeiderskwestie (De) en de Kerk. II. 293. Arbeiten (Von den) d. Kunstgewerke d. Mittelalters z. Hamburg. II. 749. Arber, Edw. — Zie Stanyhurst. 845. Arbois, E., Les Hollandais sous Philippe II. 960. Arcadia (Batavische). — Zie van Heemskerk. H. 439. — (Geldersche). — Zie Nijhoff. II. 425. Arcay, J. d’, Indiscrétions contemporaines. 956. Arcerius, J. — Zie Epistolae. 889. Archer, W. H. — Zie Essais. II. 883. Archief van d. gesch. v. h. Aartsbisdom v. Utrecht. II. 583. — „ kerkel. en wereldl. geschiedenis. II. 583. — (Kerkhistorisch). II. 329. — v. kerkel. geschiedenis. II. 329. —... meded. betr. Zeeland. II. 567. — (Nieuw) v. kerkel. geschiedenis. II. 329. — (Nederl.),, „ „ n. 329. — v. Nederl. Kerkgeschiedenis. II. 329. — „ Nederl. taalkunde. 139. — (Nieuw) v. Nederl. taalkunde. 139. — v. vaderl., inzond. Vriesche geschiedenis. II. 606. Archiefwezen. II. 57. Archiv d. Breslauer Künstler-Vereins. 782. — (Eriesisches). II. 607, 714. — f. Friesisch-Westf. Geschichtskunde. II. 1060. — ,, Frankfurts Geschichte. II. 723. — d. Gesellsch. f. altere dtsche Geschichtsk. II. 687. — f. Gesch. u. Alterthumsk. Westphalens. II. 724. — » » f, „ v. Oberfranken. H. 735. — „ d. Gesch.... d. Nieder-Rheinlande. II. 727. — ,, „ ,, d. Niederrheins. II. 727. — „ Hessische Geschichte. H. 741. — d. Hist. Vereins f. d. Untermainkreis [v. Unterfr. u. Aschaffenburg], II. 737. — (Königsberger). II. 1021. — f. Kunde Oesterr. Geschichtsquellen. II. 751. — (Neues) f. Sachsische Geschichte. II. 737. — (Oberbayerisches). II. 734. — d. Schlesw.-Holst.-Lauenb. Gesellsch. II. 717. — f. d. Studium d. neueren Sprachen. 25. — (Vaterl.) d. hist. Vereins f. Niedersachsen. II. 712. — d. Vereins f. Gesch. v. Bremen u. Verden. IL 712. — ,, „ ,, Siebenbürg. Landesk. II. 759. Archives de Clervaux. — Zie Publications. II. 765. — du Conseil de Flandre. II. 799. — du Musée Teyler. II. 948.
Archives Néerl. d. sciences exactes el natur. II. 939. — (Nouvelles) historiques. II. 977. — ou Correspondance d. 1. Maison d’Orange-Nassau. n. io2. Arckel, C. van, Bruiloftdicht. 550. Zie: de Back. 528. — Brandt. 530. Arckel Czn, C. van, Het algem. sterflot. II. 193. — Lijkrede op T. van der Hoeven. 729. — „ ,, P. Westberg. 734. Arctoa tempe. Zie Westerbaen. 330. Arend, J. P., Algem. Gesch. d. Vaderlands. II. 80. — Het aanbeveleusw. v. d. beoef. d. Eng. letterk. 831. .— Don Carlos. H. 847. — 2e Eeuwf. d. Doorl. School te Deventer. II. 636. — Gesch. d. dichtkunst ond. de Angelsaksen. 830. — Hand! Spaansche taal. 918. — Krit. aanm. op da Costa’s Bezwaren. II. 240. — Richard Savage. 834. — (Leven van). Lb. 1856, 3. —- Overdrukjes. Zie verder: Abraham v. St. Clara. 669. —Beeloo. 665 — Manual. 919. — Navorscher. 131. — Ossian. 641. — Schoonheden. 843. Arend, P. v. d., Misbruiken bij de Verkiezingen. II. 337. Arends, F., Natuurk. geschied, d. Noordzee. 11.300. Arends, R. — Zie Reg. Tooneel. Arends de jonge, R., Bruiloftdicht. 549. — Gedichten. 376. — Vaderl. kermisvreugd. 426. Zie Reg. Tooneel. Arends, T., Mengelpoezy. 350. — Ter Lijkstaatzie v. Maria [Stuart]. 441. Zie: Amya. 627. — Verzameling. 229. — Reg. Tooneel Arendt, Rech. s. 1. confession d. Balth. Gérard. II. 118. Arendt, W. A., De Brabantache omwenteling. II. 792. Arendzen, A. W., Jozefs laetste liefdepligt. IL 193. Arendzen, P. J. — Zie Platen. 412. Arent, J., Vernieuwd Paradijs-hof jen. 652. Arent Willemsz. — Zie Bedevaart. H. 863. Arenz, K. — Zie Heije. 428. A. R. E. S. — Zie Nouvelles. 432. Aretalogus sive Epigrammata. 893. Aretyn, P. — Zie Reg. Tooneel. Argentré, B. d’, Comm. in patrias Britonum leges. U. 828. Argentré B fil., C. d’. — Zie B. d’Argentré. II. 828. Argument van een Tragische-comedie Prophetique. H. 128. Argus (De). Tijdschrift. 128. — „ d. F. Reland. 129. Aria aan de vrijheid. 483. — voor de gewapende Studenten. 483. — „ „' Leydsche Burgerij. 483. Ariaza, J. B. de, Profecia del Pirineo. 922. Arien, d’. — Zie Reg. Tooneel. Ario Tjondro Negoro, Aanteekeningen. II. 671. Ariosto, Orlando Furioso in Nederl. rijmen. 316. Aristides. — Zie Epkema. II. 859. Aristocraticus Belga, Philal. Batavo manium Wittia- norum vindici. 457. Aristogiton. — Zie Bemoediging. 471. Aristoteles [In het Oudhoogd.]. 788. — Spreek-Kunst. 598. — Verhand, o. d. Dichtkunst. 177, 598. Arms Thorgilsis fil. cogn. Froda. II. 787. Arke Noaohs (De). Weekblad. II. 224. „ (De). Maandschrift. 128. Arkel, F. Fz., Gedenkschriften. — Zie van Hall. 640. Arkel, K. van, Bruiloftdicht. 548. Zie: Brandt. 905 — van Geel 345. — Psalmen. 246 Arkiv till uppl. om Svenska Krigens historia. II. 776. Arkstée, H. K., Nymegen. 367. Arlequin distelateur. — Zie van Swaanenhurg. 667. Armana Prouvenpau. 926. Armand. — Zie Reg. Tooneel. Armen (Der) wensch aan de HH. v. Lelyveld. Hs. 84. — (De Engelsche). II. 655. Arm e ni sell. 977. Armenscholen in Nederland. H. 307. Arminiaens Testament (’t). II. 132. Arminius, J. (Leven van). 69. — Vierderley theses. II. 365. Zie: Brieven. 11. 357. — Disputation (Twee). II. 365. — Epistolae. 889. — Tractaetgen (Een cleyn). II. 365. Armwezen in Nederland. H. 291. Armwezen en armenverzorging. — Zie Blaupot ten Cate. II. 292. Army and Navy Journal. II. 873. Arnaud, d’. Nouvelles historiques. 948. Arnaud, F. T. M., Klaagliederen v. Jeremia. 315. Zie Reg Tooneel. Arnaud, G. d’, Carmen in nuptias Guil. Frisonis. 902. Arnauld. — Zie Quesnel. 927. Arnault, A. V. — Zie Reg. Tooneel. Arnault, L. E. — „ „ „ Arndt, C. G. von, ürspr... d. Europ. Sprachen. 39. Arndt, G. A., De ingenio.. Mauritii. IL 739. Arndt, E. M., Holland en de Hollanders. II. 81. Arndt, K. F. L., Glossar z. d. Liede d. Nibelungen. 793. Arndt, L. R., De Dante Alighieri scriptore Ghibol- lino. 912. Amdtsen, A., Physik. Meddelelser. II. 945. Arnemann, J., Brief. Hs. 70. Arngrimus. J., Crymogaea. II. 788. — Spec. Islandiae historicum. II. 788. Arnhem, J. van, Gedagten en gedichten. 353. Zie van Alphen. 527. Araim, L. A. von. — Zie Wunderhorn. 786. Arnkiel, F., Ausführl. Eröffnung etc. II. 14. Amobius Bibliophilus. — Zie Advokaat. II. 378. Arnold. — Zie A. Wijnstok. Arnold Jost Graaf v. Bentheim, Brieven. Hs. 70. Arnold, Edw., Het licht van Azië. 313. Arnold, J. G. D., Der Pfingstmontag. 772.
3 Arnold, Th. J. I., Shakespeare Bibliography. 836. — Overdrukjes. Zie verder: Catalogus. 113. — Marnix. 624. Amoldi, J. van, Levenssch. v. Willem Frederik. II. 231. — Leven van Willem George Frederik. II. 223. Amoldi, N., Brief. Hs. 57. Amould, Ang. — Zie Reg. Tooneel. Arntzenius, H., Brief. Hs. 57. Amizenius, H. J., De natal. Gymn. Leovard. II. 625. — Gratae mem. Mariae Lndovieae. 902. — Inst, de conditione hominum. H 266. — Oratio de A 0 . 1572. H. 113. — (Lat. bruiloftdicht aan). 905. Zie: J. Amtzenins. 897. — O. Arntzenins. 905. — Schomaker. 908. Arntzenius, H. 0. — Zie O. Arntzenius. 907. Arntzenius, J., Poëmata et orationes. 897. Zie: J. Ode. 906. Arntzenius, J. O., Brief Hs. 57. — De mentis Gelrorum in jurisprudentiam. II. 261. Arntzenius, O., Bruiloftdicht. 564. — (Lat. bruiloftdicht op). 905. — ( „ lijkdicht aan). 907. Zie: Boskoop. 907. — F. P. Burmannus. 907. — J. Burmannus. 905. — P. Barman. 530. — van der Bassen. 907. — Geelvinck. 905. — Hop. 906. — Huydecoper. 908. — Taets van Amerongen. 906. Arntzenius, P. N., Brief. Hs. 57. — Bedelbrief. 406. — Oratio pro ignavia. 898. Arntzenius, R. H., Alexander, Keizer aller Russen. 491. — Bij de terugkomst v. d. Adm. de Winter. 483. — [Verschil! dichtwerken], 397. — Dichter! tafereel, d. stad Leyden. 488. — Grafdicht. 561. — De Hollander zooals er meer zijn. 492. — Lierzang v. d. 18e eeuw. 485. — „ bij de algem. vrede. 486. — Moed en trouw. 494. Zie: Bloemlezing. 231. — de Bosch. 486, 904. — Bosscha. 464. — Nieuwjaarwenschen. 523. Arondeus, H. — Zie Zangboekje. 264. Arons, J. L., De sleutels v. Leyden. H. 465. Arouet de Voltaire. — Zie Voltaire. Arp, 3. van, Bruiloftdicht. 543, 546. Zie: Reg. Tooneel. Arp, P. F., Themis Cimbrica. H. 772. Arps, J. van. — Zie Baptiste. 528. Arrenberg, R., Brief. Hs. 57. Zie: van Abkoude. 22. Arresto (von). — Zie Reg. Tooneel. Amanus. — Zie Plutarchus. 599. Amens, Bijdr. kennis onzer Marine. H. 304. Arrivabene. — Zie Senior. H. 933. Ars Notariatus. 163. — superat fortunam. — Zie Genootschap. — usu juvanda. — Zie Tooneelstukken. XIV. Arsberattelser om Vetenskapernas framsteg. H. 938. Arsi, J. L. d’, Le Gazophilace d. 1. langue Franc, et Flamande. 47. Art militaire. — Zie Kéralio (de). II. 943. Arthur-Sage (Die). 845. Arti et Amicitiae. — Zie Maatschappij. Articles extraicts du Traicté d’Amitié. II. 148. — prop. p. 1. capital, du chateau de Namur, n. 816. — du Traicté de Trefve. H. 129. Articul-brief, waer by eenige annotation. H. 646. Articulen ende Eysch... tegens J. v. Baneken. H. 456. — (Geëxtrah.) uyt h. Tract, v. Vriendschap. H. 148. — v. h. Contract.. tuss. Jacobus de Ie enz. II. 834. — van Vrede, Unie ende eeuwich Verbondt. H. 146: — (Dit syn die 100) vader Passien.. Jesu Christ! 619. Artikelen (De 6) door de Synode vastgesteld. H. 384. — (Drie) aeng. een Moderatie. H. 834. — van ’tBestandt ghesl. voor 12 jaren. H. 129. — van den Peys (van 1604). H. 834. — vande Payse... tot Ghendt. H. 115. — vanden Treffues oft Bestant voorgestelt. H. 130. Artillerie (Nederlandgche). H. 304. Artyckelen. — Zie Artikelen. Arum, P. Hanou van, Verspr. gedichtjes. 427. Arx, J. von. — Zie Reimchronik. 798. A. S. — Zie: van Halen. 534. — Tys en Gys. 451. A-saga. E-legende. O-sprook. 160. Zie: Paaschmaandag. 160. Asbjörnsen, P. Chr. — Zie Larsen. 857. Asch van Wijck, A. M. C. van, Geschied, van het ambtsgebed. H. 394. — Woord in het belang v. h. Archiefwezen. H. 57. — Overdrukjes. Zie verder: Archief. II. 583. — van de Velde. II. 153. Asch van Wijck, H. M. A. J. van, De stad Utrecht. H. 600. — Handelsverkeer v. Utrecht. H. 598. — Iets over de verantwoordelijkh. d. ministers. H. 279. — Instellingen v. Hooger Onderwijs. H. 600. — Muntregt v. Utrecht. H. 598. — Overz. v. h. Nederl. verkiezings-stelsel. H. 279. — Proeye over d. loop v. d. rivier de Eem. H. 590. — Verslag over Utrecht. H. 1055, 1056. Asch van Wijck, L. H. .van, Spec, inaug. II. 597. Asch van Wijck, M. A. van, Grafdicht. 562. Asega-Buch. H. 617. A. S. F., Afschetsing der toonmeting. 179. Ashby. — Zie Warton. 833. Asher, A., Bibliographical essay. H. 685. Asher, G. M., Bibliogr. and histor. essay. H. 685. Ashton, J., Chap-books of the XVUBh century. 833. A. S. M. — Zie Dood v. Casp. de Coligny. 513. Asma, Th., De divertio Henriei VTTT H. 833. Asman, P. H., Geneesk. plaatsbeschr. v. Leeuwarden H. 1056. Asmodée. — Zie J. de Vries. — Suppl. Reg. Tooneel. Aspasia. — Zie Hermans. H. 859. Asperen, P. Schols van, Bruiloftdicht. 527.
Asperen, P. Schols van, Leerr. bij 25j. predikd. 727. A. S. Q,. T. — Zie Verzameling. 435, 436. Asschenbergh, G., Brief. Ha. 70. Asschenbergh, H., [Versohill. dichtwerken], 395. — Lijkdichten. 563, 564, 571, 576. II. 1008. Zie: Eerzuil. 453. — Gedenkteeken. 464, 455. — Hooft. 555. — Reg. Tooneel. Asseline, A., Victor Hugo intime. II. 1031. Asselineau, Ch. —■ Zie Livre des Sonnets. 942. Asselijn, T., Dichtwerken. Hs. 26. — Werken. CCLX. Zie: Gebedt. 229. — Gedichten. 27. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Assen, C. J. van, Begrippen v. kieschheid b. d. ouden, n. 15. — De beste leerwijze op de Lat. Scholen. IL 317. — De Hooge Raad. H. 272. — Hulde aan C. G. Heyne. 752. — Leven v. G. C. J. van Massow. Lb. 1852. 88. — Perikles van Athene. H. 859. — Wenken, herinneringen. II. 244. — (Leven van). Lb. 1860. 135. — Overdrukjes. Assen, W. van, Brief. Hs. 57. Assenath (Die Historie). 810. Assendelft, A. van, Brieven. Hs. 57. — Eeuwzang. 461. — Grafdicht. 573. — Lijkrede over Willem de lil 8 . H. 174. Zie: *8 Grave8ande. 533. — Nieuwjaarwenschen. 623. Assendelft de Coningh, C. T. van, — Zie Coningh. Assenede, Diederic van, — Zie Diederic. Asser, C., De jure quod est civi gentis. II. 931. — Snoeyen v. geldmunten. II. 1049. — Verantwoordelijkheid d. Ministers. H. 278. Asser, E. J., De exercitione navium. H. 932. Asser, T. M. C., Overdrukjes. Assertio juris Imp. Caroli V. H. 416. Assezan, P. d’, — Zie Reg. Tooneel. Assiduitas perflcit. — Zie Vreugdezang. 461. Assigny, M. d’, Voortreffelijkheid van ’s menschen ge heugen. n. 919. Assink Calkoen, J. M. — Zie Calkoen. Assmann, C., Shakspeare u. s. Dtsche Uebers. 835. Assonville geb. Oflferhaus, E. d’, Zeelands Maagd in rouw. 457. A.ssyrië. H. 865. Assyrisch.. 981. Asters. Dichtbundeltje. 232. Astier, P. 3., Graphodromie. 7. Astorga, Leven van Al va. II. 111, 112. Astrand, J. J., Rejseminder. II. 402. Astrea. Letterk. tijdschrift. 133. — Maandschrift. 131. Astrée (L’), Recueil périodique. 131. Asyl (Het) Steenbeek. H. 438. — v. Zeelieden te Brielle. II. 448. Athanasius, S. — Zie Psalmen. Hs. 12. — Psalter. 589 Athenaeum. Tijdschrift. 129. Atheneum (Graphisch). H. 326. Athlone, Markies Devenich, Brief. Hs. 71. Atkinson, R., Overdrukjes. Atlas van Nederland. H. 398. — (Histor.) d. algem. geschiedenis. H. 11. Atlee, J., Bruiloftdicht. 539. A. Tr. — Zie Reg. Tooneel. Attento, Attega & Co. — Zie Penkrassen. H. 484. Atti della R. Accad. dei Lincei. H. 856. Attwell, H., Poems. 848. A. U. — Zie A. TJytterschout. 359. Aubéri, Manuscrits. Hs. 37. Aubert, H., Shakespeare als Mediciner. 835. Aubery, L., Gedenkschriften. H. 106. — Memoires, n. 106. Aubigny, Th. Baudouin d’. —■ Zie Reg. Tooneel. Aubry den Borgengoen. Hs. 10. Aubry de Mouriez, Memoires. H. 106. Auctores Lat. ling, in nnum redacti corpus. 888. Aude, J. — Zie Reg. Tooneel. Audigier, L’origine d. Fran9ais. H. 818. Audouard, 0., Voyages a trav. mes souvenirs. H. 1031. Auerbach, B., Brigitta. 804. — Erlebnisse einer Mannesseele. 804. — Spinoza. 90. Zie: Hübner. 749. Aufgaben d. Germ. Museums. — Zie Essenwein.IL 736. Aufrecht, Th. — Zie Zeitschrift. 25. Aufruf an die deutschen Luxemburger. H. 765. Aufruhrbuch (Das) v. Prankfurt. — Zie Nenjahrsblatt H. 723. Aufsess (Von und Zu), Des Adels z. Pranken Leben. H. 735. Zie: Anzeiger. II. 695. Augier, E. — Zie: Célébrités. 927. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Auguste. — Zie Reg. Tooneel. AugustijJ.C. W., De audiend. in theol. poetis diss. H. 893. — Betrachtungen. H. 362. — Orat. in hon. Prederici de Solms-Laubach. II. 729. Augustinus, A. [Verschill. werken in Nederl. vertaling]. 607—8. Zie verder: Die enighe spraec. Hs. 23. — Deeringen. Hs. 20. — Omeliën. Hs. 20. — Tractaten. Hs. 23. Auke. — Zie Stellingwerf. 828. Aumale (Due d*). — Zie Célcbrités. 927.—Ulbach. 927. Aumer, J. — Zie Catalogus. H. 735. Aurelius, C., Batavia. II. 394. — Elucidarium. Hs. 46. — Diadema Imperatorium. H. 394. — Epistolae. II. 394. Zie: Batavia illustrata. II. 1041. Aurelius, Joann. — Zie ter Gouw. Aurelius, M., ’t Gulden boeck. — Zie de Guevara. 625. Aurivillius, C. et E. Hallgren, De usu dialecti Arab. 983. Aurora. Jaarboekje. 188.

Baale, P. J., Oranje en Nederland verblijd. 522. Baaien, M. — Zie Nederlandt. 436. Baan, J. van der, Beschouw, van de letter G. 153. — Beschouwing v. Zaamslag. H. 582. — Wolfaartsdijk. II. 582. — Overdrukjes. Baardt, D. van, Sonde-Kraem. 345. Baardt, P., Deugden-spoor. 192, 341. Zie: Almanach. 183. —Nebnlo nebulonum. II. 993. Baarlant, M. van, De uytmuntende Dorimena. 277. Baart, Elise, Koket. 687. Baart de la Faille, J. — Zie La Faille. Baartmans, H. W. Callenburch, — Zie Callenburch. Baas, B. — Zie Suppl. Beg. Tooneel. Babad Tanah djawi in proza. 1002. Babo, von, — Zie Heg. Tooneel. Babst, D. G., Allerhand Schnaksche Saken. 819. Zie: Gedichte. 818. Babst, J. L. D. — Zie Gedichte. 818. Babucke, H. —- Zie Gnapheus. H. 716. Bachetus, G. C., Geomotrische voorstellen. Hs. 76. Bachiene, J. H., Neerland in rouwe. II. 187. Bachiene, W. A., Kerkel. geographie. II. 353. — Yaderl. geographie. II. 396. Bachusius, G., Grafdicht. 565. Back, J. de, Begt v. d. Prince v. Orange. II. 119, 580. Zie: D. de Back. 528. Backer, A., Diss. de varia ratione. H. 704. Backer, C., Iets over Gooiland. IL 531. — (Leven van). Lb. 1866, 73. Zie: Kluit. Hs. 40. Backer de jonge, C., Brief. Hs. 57. Backer, G., Brief. Hs. 57. Backer, G. de, Diet. d. proverbes Francais. 937. Backer, Jan de, — Zie Gnaphaeus. II. 346. Backer, J. A. — Zie Heg. Tooneel. Backer, J. C. — „ Spotprent. II, 483. Backer, J. D. — „ Bouman. 530. Backer, L. de, Etudes Néerlandaises. 61. —■ Histoire de la littér. Néerlandaise. 61. — De la langue Néerlandaise. 139. Zie: G. de Rubroeck. II. 866 en ook L. de Baecker. Backer, S., Leven van J. Bendorp. 89. Backer Dirks, J. J. — Zie Dirks. Backer Korff, J., De interpellatie. II. 336. — De staatkundigen bij de motie. H. 336. — Vrijzinnige onstaatkundigheid. H. 336. Backere, Dan. de, — Zie Huygens. 331. Backs, W., Grafdicht. 564. Bacon-Tacon, P. J. J., Origines Celtiques. II. 817. Bacot, G. J. G., Dichter! Aanspraak. 473. — Proeve óp de Gezelligheid. 383, Zie: Capellen. 564. — Wichers. 560. Baculard d’Arnaud, F, Th. M. de, — Zie Arnaud. Baczko, L. von, — Zie Keg. Tooneel. Baden (Groothertogdom). II. 741. Baden, J., Forelaesn. over det Danske Sprog. 858. Badings, A. H. L., Holl.-Mal. woordenboek. 50. Badon, E. — Zie Beg. Tooneel. Badon, J. (Levensbijzonderheden van). Hs. 54. Zie: Ghyben. 230. — Targier. 362. Bachtold, J. — Zie Mittheilungen. II. 762. Baecker, L. de, Des Nibelungen. 203. — Tombeau de Bobert le Frison. II. 801. Zie: Chants. 273 en ook L. de Backer. Bahler, L. H., La vérité de Jésus Christ. IL 241. Bahler geb. Despar, H. W. M., De groote straatweg. 403. Bahr, B. — Zie Beg. Tooneel. Bahring, B., Thomas von Kempen. II. 970. Baelden, H., — Zie Suppl. Beg. Tooneel. Bar, P. H., Die Abtei Eberbach. II. 722. Baerle, C. van, Dialogi aliq. nuptiales. 895. — Faces Augustae. 895. — Oratiën en Blyde Inkomst v. Maria de Medicis. 719. — Poezy. 323. — Berum in Brasilia gestarum historia. H. 881. — Sylvae-Duois obsidio. 900. Zie: Aendacht. 305. — Epistolae. 889. — Fortius Ringelbergiu8. II. 918. — Gedichten. 224, 227. — Huygens. 331. — Respublica. II. 59. — Tesselschade Roemers. 227. Barmann, J. N., Grote Höög- un Hawel Book. 819. Zie Immen-Honnig. 819. Baert, J. F. B., Adam Smith. H. 934. — Overdrukjes. Bassler, F., Altchristl. Geschiehten. II. 699. Bagavadam ou doctrine divine. II, 22. Bagchus op zijn’ troon. 190. Bagelaar, J., Sluys in Vlaanderen’s dankdag. H. 580. Bagelen, E. W. J., Brief. Hs. 57. Baghynken van Parijs. 207. Bagyn-hof (Het vermakelyk). 283. Bahder, K. von, Die Deutsche Philologie. 739. Bahrdt, J. F., De martyris Christianorum. II. 30. Bailey, N., Universal Dictionary. 838. — New universal „ 838. Zie: Gordon and Miller. 838. — Words. 840. Bailey, W. H., Overdrukjes. Bake, A., Lessen o. d. Bedekunde. H. 914. — Opmerkingen over het logisoh beginsel in het ge- slachtsattribuut. 881. — Or. de humanitatis studio. II. 919. Bake, H. A., Brief (met bio- en bibliogr.), Hs. 57. Bake, J., Leven v. A. v. Goudoever. Lb. 1858, 79. — Parentatio H. A. Hamaker! 79. — Vertegenwoordiging d. wetenschap. 3. — (Bede ter nagedachtenis van). 69. — Overdrukjes. Zie: Acta. II. 1054. — Bakhuizen van den Brink. 69- en J. Geel, Over Universiteiten. II. 819. Bake, L., Amisfoorts lofkrans. II. 997. — [Verschil! gedichten]. 349. — Op het Ontzet der Stad Weenen. 439. Zie: Juvenalis en Fersius Flacons. 303. —* Verza meling. 229. — Reg. Tooneel.
Bake, R. G. J. C., De deliberationibus a J. de Witt... habitis. II. 152. Bake, R. W. J. C. de Menthon, Brieven. II. 676. Baker, R., Vragen en bedenkingen o. h. Vader Onse. 650- Baker- en Kinderrijmen (Nederl). 425. Bakhuizen van den Brink, R. C. — Zie Brink. Bakhusius, 1?., Plenaria Sedis Apostolicsce. II. 334. Bakhuyzen, H. G. van de Sande, De methode b. d. beoef. der Sterrenkunde. II. 942. Zie: Catalogus. II. 504. — Verslag. II. 504. Bakhuyzen, W. H. van de Sande, De paroedia in comoed. Aristophanis. 875. — Overdrukjes. Bakker, A. P., Grafdicht. 568. Bakker, B. de. — Zie Illuminatie. II. 545. Bakker, D., Roemtrompet der vrouwen. 354. Bakker, G., Aan zijne landgenooten. II. 236. — (Leven enz. van). 69. Zie: Wapenschilden. II. 426. Bakker, J., Lofrede op H. Venema. 92. Bakker, J. A., Proeven... geschied., oudhdk. 136. Zie: Euthymia. 130. Bakker, J. J. — Zie Psalmen. 238. Bakker, P., Brieven. Hs. 57. — Schoolb. oeh. d. namen d. geslachten. 171. Bakker, P. Huisinga, Brieven. Hs. 57. — Grafdicht. 563, 577. — Poëzy. 370. Zie: Gedenkteeken. 454, 455. — Higt, 306. Leeven. 94. — Wagenaar. II. 207. Bakker, R. — Zie van Ollefen. H. 396. Bakker Korff, J., De Schildwacht. II. 277. Baks, A. — Zie ten Braak. 530. Bal (Het gemaskerde). II. 251. Bal Snijders, J. — Zie Snijders. Balance ontrent de Kerck en Politie. H. 592. Baldaeus, P., Album amicorum. Hs. 55. Balde, J. — Zie Cooke. H. 369. Balderic, Chronicon Cameracense. 13. 828. — Chronique d’Arras. H 828. Baldewinus de Haga Comitum, Cathalogus monach. Ord. S. Benedicti etc. Hs. 38. Baldur (IJslandsche Crt.). 857. Balen, B. A. Plemper van. — Zie van Halmael. 13. 527. Zie: Orphea. 183. Balen, J. Hond. van, De adelborst van de Hollandia.715. Balen Jansz, M., Beschr. d. Stad Dordrecht, n. 451. Balfour, Account of a botanical Excursion. H. 762. Balkius, Y., Het cleyn-mostert-zaet. 721. Ball, A., Gedichtjes voor kinderen. 428. — Treurlied b. h. overlijden v. d. Kroonprins. 522. Ball, E. F., Leerr. over 1 Petrus II: 7. 733. Ball, J. — Zie Gyllius. II. 858, Ballade van een Quidam. — Zie Antwoord’. 430. Balladen (Mittel-Englische). — Zie Frühlingsgabe. 778. — (Politieke) enz. d. XVIe Eeuw. 211. Ballhorn, L. W., De libris quibusd. rarioribus. 21. Ballot, A., Lijst v. Twentsche woorden. Hs. 77. Ballot, C. H. D. Buys, — Zie Buys. Balsem, N. C., Overdrukjes. Zie verder: Mannen v. beteekenia. II. 7. Balthasar, Aug. — Zie Geschichtsdenkmaler. 13. 708. Balthazaar, A., Lofgalmen [en gedichten daarop]. 464. Baltensz, Fr., Samaritane. 650. Baluzius, S. — Zie Capitularia. II. 826. Balzac, H. de, — Zie Topin. 927. Bamberg, Verhaltniss d. Eltern zur Schule. II. 917. Ban ende Edict... teghens Wilhelm I. — Zie Moord. H. 117. Ban, J. A. — Zie Zangh-bloemzel. 276. Banc, C. de, — Zie Verklaring. II. 470. Banck, J. E., Atchins verheffing en val. II. 676. — De Brielsche waternimf. II. 448. — [Verschil! dichtwerken]. 422. — De koloniale staatkunde. II. 664. — Vondel herdaoht. 94. Zie: Asters. 232. — Verkooping. II. 622. — Suppl. Reg. Tooneel. Banck Jr., J. E. — Zie Nieuwjaarwenschen. 524. Banck,M. A. van der, Le Samaritain charitable.il. 341. Bancket (Stichtelyck). 341. Banda in het verleden. II. 678. Bandello, M., Traged. ofte Klaechlycke Historiën. 663. Bandy de Nalèche, L. — Zie de 1’Hospital. II. 1029. Bange, J. J., Vaarwel aan de Oorijzers. 516. — Wederwoord (naar aanl. van het voorg.). 516. Zie: Bloemlezing. 307. Bange, J. J. H., Gellert krijgsgevangen. II. 1021. — Prof. Gellert herdacht. 750. Banier (De). Tijdsclirift. 132. Bank, van der, Het Bruidje van den hemel. 400. — Grafdicht. 574. Bank, M. A. van der. — Zie Honneurs. 94. Bank v. Leening te Leiden (Stukkenbetreff.de). II. 492. Bankau, J. F., Dondangen, Ritterschloss. 800. Bankbreeker (De) door list. H. 193. Banken van Leening. H. 147, 294, 1044. Bannissement (Het wel verdiende), n. 179. Banqueroetier (De vlugtende). 707. Banville, Th. de, Lettres chimériques. II. 1033. — Petites études. 927. n. 830. — Petit traité de poésie Franjaise. 934. — Requet a la houppe. 960. — Scènes de la vie. 956. — Socrate. II. 1034. Zie: Bergerat. II. 1038. Banyai (St.). — Zie Lampe. H. 1012. Baour-Lormian. — Zie Ponsard. 927. — Reg- Tooneel. Bara, J., Godvruchtige verklikker. 342. Zie: Reg. Tooneel. Barailon, J. F., Peuples Cambiovicenses. II. 817. Barante (de), Histoire d. Dues de Bourgogne. II. 820. Barbara (Legende d. Heilige). Hs. 15. Barbaras, H. — Zie Mela. 886. Bart>arüe. II. 869. Barbauld, A. L., Lofzangen. II. 1015.
Barbaz, A. L., A Buonaparte. 486. — De algemeene vrede. 491. — Amstels Schouwtooneel. HI. — La Campagne des trois Empereurs. 954. — [Verschill. dichtwerken], 395. — Feestplegtigh. verjaring Koning v. Holland. "VII. — Gedenkzuil v. Wattier-Ziesenis. XU. — Grafdicht. 570. — Isménor on la vengeance. 959. — Landing d. Engelschen en Russen. 485. — Levensschets van Talma. XII. — Lierzang aan Amicitia. X. — Lijkplegtigheid van Talma. XU. — Overzigt staat d. schouwburgs. IV. — Veldtogt der drie Keizers. 488. — De Vrede. 482. Zie: De Fortuin. 127. — H. Hooft Dz. 525. — de Saint-Lambert. 315. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Barbazan, E. — Zie Fabliaux. 941. — Hues de Tabarie. 944. Barbert, Kruckestoel- Hs. 26. Barbey d’Aurevilly, J., Goetbe et Diderot. 751. — Memoranda. 955. Barbeyrae, J. — Zie Eloge. 74. Barbier, A. T. — Zie Michallet. II. 83. Barbier, M. A. — Zie Reg. Tooneel. Barbonius, J., Morale Sinne-beelden. 626. Barbry, F. — Zie Weissenburg. II. 956. Bardt, C. F. — Zie Reg. Tooneel. Barels, J. M., Brief. Hs. 57. Baxentsz, J. — Zie Reg. Tooneel. Barenzonius, N. — Zie Kloek. 257. Baret, E., De l’Amadis de Gaule. 922. Baretti, J., Reize door Engeland. II. 44. — Zeden en gewoonten van Italian. H. 853. Barge, H., Wij gaan vooruit. H. 314. Barger, G., Antwoord aan C. Broere. II. 337. „ „ C. W. Opzoomer. II. 385. — Beoord. d. leerrede v. H. J. Spijker. 736. — Onze Voorbereiding tot een heiligen strijd. H. 341. Barger, J., Bloesems en Knoppen. 425. Bargeus, H., 'Grafdicht. 566. Barham, R. H., The Ingoldsby Legends. 848. Barkey, N., Het verloste Hulst. H. 577. Barklai, J., D’Argenis (met ■ vervolg). 662. — Satyrikon of Heekel-schrift. 629. Barlaeus, C. — Zie van Baerle. Barlandus, H., Hollandiae Comitum historia. II. 94. Zie: Annales. 11.69. — Bataviaillustrata. II. 1041. Barlinckhoff, J., Brief. Hs. 57. Barnes, JuL”—'„Zie Treatyse. 844. Barneveld, W.’ van, — Zie Redevoeringen. 116. Bamevelt (Geslacht van). — Zie Scheffer. II. 68. — (Herstelden). II. 150. op de jaght. — ;Zie]Maximes. II. 150. — (Den Verresen). II. 150. Zie ook: Maximes. II. 150. Bamevelt (Den waren). II. 159. Barney, C., Recollections. II. 873. Baron, J. Z., Grafdicht. 561. Zie: Reg. Tooneel. Barra, J. — Zie Cats. 525. Barre, P. Yon., — Zie Reg. Tooneel. Barreau, H.j Décadence d. 1. langue latine. 878. Barrois. — Zie Raimbert de Paris. 945. Bartas. — Zie Saluste G., Seign. de Bartas. Bartelink, A. — Zie Reg. Tooneel. Bartelink, J., Beemster Kermis. 382. Zie: Kermispamas. 228. Bartels, A., Les Flandres. II. 244. Barter, C., Zes maanden in Natal. H. 683. Barth, C. K., Drniden der Kelten. II. 698. Barth, F. G., Span. Gramm. — Gramm. Espaflola. 917, Barthe, N. Th., De fraaie vrouw. 670. Barthelemy. L’alphab. et la langue de Palmyre. 985. Barthema, L. di, Zee- en Landt-Reyse. H. 42. Bartholinus, C. — Zie Th. Bartholinus. II. 14, 1035. Bartholinus, C. Th. — Zie Th. Bartholinus. II. 14. Bartholinus, Th., Antiq. vet. Puerperii Synopsis. II. 14. — De Armillis veteram schedion. II. 1|. — „ Inauribus veteram syntagma. II. 14. — „ Unicorum observationes novae. II. 1035. Zie: Opuscnla. 850. Bartholinus Th.fil., Th., Antiq. Danicarum. II. 785. Bartholma, J. G. — Zie Das Hohe Lied. 785. Bartholomaus v. St. Aegidius, Chronik v. Prag. II. 757. — Ludolphides Gelrus. — Zie Lulofe. 128. Bartholomeus Engelsman, Boeck v. d. proprieteiten d. dinghen. 610. Bartlett, W. H., De Pelgriin-vaders. II. 877. Bartsch, A. — Zie Jahrbücher. II. 743. Bartsch, Karl, Overdrukjes. Zie verder: Berthold von Holle. 813. — Chresto mathie. 941. U. 1031. — Dichtungen. 779. — Flovent. 202. — Konrad von Wiirzburg. 795. — Kudrun. 795. — Lesebuch. II. 1031. — Niebelun- genlied. (Der). 792. — Rolandslied. 789. — Vidal (Peire). II. 1032. — Wolfram von Eschenbach. 790. Barueth, J., Aanwezen d. Naamremonstr. II. 377. — Afscheid- en Intreeleerrede. 727. — De Advocaet d. vaderl. Kerk. II. 377. — Brief. Hs. 57- — Bloeyende Gemeentens. II. 350. Dankdag over de Akensche vreede. H. 186. — Davids wyze keuze. II. 182. — Echt karakter v. e. Holl. tolerant. II. 377. — Historie v. ’t Stadhouderschap. II. 194. — Hollands en Zeelands jubeljaar. II. 113. — Jakobs balzeming. H. 187. Regering v. Nederl. Stadhouderen. H. 194. De Rhytmus monachicus. 461. II. 379. Zie: Vogel (de). II. 195. Barzas-Breiz. Chants populates. II. 1027. Bas, F. de, Prins Frederik. H. 260. Residentiekaarten van Java en Madoera. II. 671.
Bas, F. de, Triangulatie v. Sumatra. IE. 675. Bas, W. de, Bruiloftdicht. 535. Zie: Marsyas. 221. Baselius, J., Grafdicht. 565, 567. Zie: Boxhorn. II. 329. Basilius, De commend, vitae solitariae. Hs. 24. Basins, J-, Bruiloftdicht. 536. Baskiech. 993. Basnage, Annales des Prov.-Unies. II. 141. Bassecour Caan, J. J. de la, — Zie Caan. Bassecourt (Geslacht de la). — Zie Chalon. IE. 68. Basson, G. — Zie Scot. 691. Bassen, Th. — Zie Scot. 691. Bast, A. de, Nécrologie de M. J. de Bast. 70. — Relation historique. IE. 807. — Overdrukjes. Bast, J. de, Recherches s. 1. langue Celtique. 863. Bast, M. J. de, L’ancienneté d. 1. ville de Gand. II. 807. — L’institution d. communes. IE. 793. — 36 Meditatiën op d. lijdenden Jezus. 723. -— (Nécrologie de). 70. — Recueil d’antiquités. IE. 806. Bastaard-woorden. 161. Bastert, C. N., Aan Loots. 392. — Kunst en vriendschap. 397. Bastingius, J. — Zie Oordeel. IE. 367. Basuel, Ph. C. — Zie Reg. Tooneel. Basutoland Records. IE. 870. Bataksch.. 1001. Batavia de hoofdstad v. Nederl. Indië. IE. 674. — illustrata. II. 1041. — sacra. — Zie van Heussen. II. 329. — (Verwoest). 450. Batavier (Vrank en Vrve). — Zie le Franco, v. Berkhev. n. 475. Batavus. — Zie: Bedenkingen. II. 189. — Bosch. 475, 478, 484. — Gedrag. II. 595. — Klagte. 467. Batavus, Ch. Phil. — Zie van Henghel. H. 593. Batavus, Junius, Aan... P. J. Marcus. II. 477. Batavus Hollandus. — Zie Mengelingen. 500. Batelier, J. J., Acad. antiremonstr.-libertinica. IE. 369. Batementen. XHE. Batenburg (Geslacht). — Zie Pfeil. II. 68. Batenburg, J. H. van Basten, De imperii formis. H. 929. Bateus, G. — Zie Mercurius quadril. 43. Batissier, L., Elem. d’archéologie nationale. H. 818. Bato, Tijdschrift voor jongens. 707. Batofilius. — Zie le Francq van Berkhey. 457. — Roterodamensis. — Zie Verzameling. 453. Battely, J., Antiquitates Rutupinae. IE. 841. Batteux, Einl. in die schonen Wissenschaften. 1. Battonn, J. G., Beschreibung v. Frankfurt a/M. H. 724. Battum Rotterdam, J. van, Nederl. vreugde. 458. — Ysselvreugd. 458. Baud, G. A., De munere burgimagistrorum. II. 282. Baud, J. C., Ontslag van J. D. Kruseman. H. 664. (Leven van). Lb. 1860, 29. Baud, J. J., Geschied, d. strafwetg. tegen de zee- rooverij. II. 932. Baudaert of Baudartius, W., Apophthegmata. 657. — Memorien oft kort verhael. II. 131. Baudartius, W. — Zie Baudaert. Baudelaire, Ch., Les fleurs du mal. 956. Zie: Bourget. 927. Baudot, P. J., A la ville de Deventer. H. 636. — Notice s. 1. ville de Deventer. 634. Baudot, P. J. H., Leven van W. Jansz. Blaeu. 71. Baudius, D., De induciis belli Belgici. II. 129. — Epistolarum Centuriae tres. 891. — Poëmata. 894. Zie: Brandt. 69. Baudouin. — Zie d’Aubigny. Baudous, W. de. — Zie Reg. Tooneel. Baudoyn (Le Livre de). 949. Bauduin, H. — Zie Toekomst. H. 307. Bauduin de Sebourc (Romans de). 948. Bauer, S., Biograph. v. beroemde menschen. H. 6. Bauernfeld, Ed. von. — Zie Reg. Tooneel. Baum, J. Chr. (Leven van). Hs. 54. Bauma, G. de, Catechismus. H. 903. Baumann, J. — Zie Stender. 972. Baumgarten, J., Glossar d. Volksmundarten. 937. — Glossaire d. idiomes populaires. 937. Baumgarten, S. J., De Hebraea et adfinibus orient. ling, a Graeca derivandis. 981. Baumgarten-Crusius, D. C. W. — Zie Müller. 873. Baumgarten-Crnsius, L. F. O., Feestrede. 13. Baumgartner, A., J. van den Vondel. 93. Baumhauer, E. H. von. — Zie Archives. II. 939.— Congrès. H. 20. — Tijdschrift. H. 287. Baumhauer, M. M. von, De morte voluntaria. II. 911. — Veterum philosophorum... doctrina. II. 911. — Overdrukjes. Bauquier, J., Bibliogr. de la Chanson de Roland. 944. Baur, F. C., Das Christenth. d. drei ersten Jahrh. II. 29. — Die christl. Kirche v. IV bis VI Jahrh. H. 29. — » » „ d. Mittelalters. n. 29. — Kirchengeschichte d. neueren Zeit. H. 29. Zie: Scheffer. 749. Baur, F. F. — Zie F. C. Baur. H. 29. Baur, K., Ueb. d. Art.. Sprachen zu erlemen. 34. Baur, L., Urknnden z. Hess. Landesgesch. II. 741. Zie: Archiv. II. 741. — Urkundenbuch. II. 743. Bausset (de), Discours. II. 824. Bautain, L. E. M., Antwoord van een christen. 954. — De kunst om in ’t publiek te spreken. 718. Bauwens (Werkjes over Lieven). II. 809. Bavay, de, Procés du Comte d’Egmont. II. 112. Bavay, Ch. V., Hist. d. 1. Révólution Beige. II. 243. Baviere, 8., Grafdicht. 568. Bavinck, H., De ethiek v. Ulrich Zwingli. H. 36. — De theol. van De Chantepie de la Saussaye. H. 105 — Wetenschap d. godgeleerdheid H. 885. Bax, C., In memoriam J. C. de Jonge. II. 969,
Bax, C., In memoriam J. C. van (ie Kasteele, II. 969. — Laud. J. Kappeyne van de Coppello. 82. Bax, D„ Grafdicht. 571, 574. ■— Nagelaten gedichten. 402. Zie: Nieuwjaarwenschen. 523. Bax, B., Grafdicht. 563. Bax, P. — Zie Verhael. II. 405. Baxter, W., Glossar. Antiq. Britannicarum. 13. 840. Bay, G. D. — Zie Castillo de Solerzano. 665. Bayard, J. F. — Zie Reg. Tooneel. — et Vanderburch, Le gamin de Paris. 960. Bayle, P., Dictionn. historique et critique. II. 3. Bayly, A., An Introduction to Languages. 37. — Grammar of the Hebrew Language. 982. Bazel, N. C. K. de. — Zie Mande. H. 1012. B. B. — Zie B. Boekholt. B. D. —- Zie Bruno Daalberg. B. D. M. — Zie Reg. Tooneel. Beantwoording van eenige weinige vraagen. II. 197. Beatrijs. Bene sproke. 202. — Bine Legende. 202. — en Carol ende Elegast. 202. Beattie, J., Proeve over het lachen. 180. Beauchamp (de). — Zie Reg. Tooneel. Beaufort, A. de. — Zie Légendes. 957. Beaufort,L. F. de, Leven v. FrederikHendrik. II. 140. — Leven v. Willem I. n. 119. — „ „ Willem II. II. 143. — „ „ Willem IY. II. 188. — Vryheid in den Burgerstaet. H. 180. — Vrijmoedige bedenkingen. II. 180. Beaufort, W. H. de (Leven van). 70. — Overdrukjes. Zie verder: Brieven. II. 974. — van de Capellen van de Poll. 109, 110. — De Gids. 130. — van Hensde. II. 970. — Noord en Zuid. 132. Beaulieu, J. de, Oeuvres spirituelles. 314. Beaulieu, Malles de. — Zie Malles. Beaumarchais, A. de La Barre de. — Zie La Barre. Beaumarchais, P. A. Caron de. — Zie Reg. Tooneel. Beaumont, A. van, [Verschillende Dichtwerken]. 370. — Grafdicht. 574. Haarlems Boetbazuin. 451. — Nederlands voor- en tegenspoed. 451. — Ongeleerde geleerdheid. 451. Triumfeerende Oostenrijksche Adelaar. 451. Zie: van Coeverden. 552. — van Eybergen. 563. — Jaarzangen. 220. —- Reg. Tooneel. Beaumont, E. G. de. — Zie Rog. Tooneel. Beaumont, J. J. van (Lat. gedicht aan). 907. Beaumont, J. J. van Haren geb. — Zie Haren. 484. Beaumont, S. van, Gedichten. 321. — Horae succisivae. 321. Zie: Scriveriue. 306. Beaunoir, A. L. B. Robineau, dit de. — Zie Reg. Tooneel. Beausar, A. Th., Afecheidleerrede. 727. j)e Ilias v. Homerus tot model v. d. redenaar. 717. Beauvais, 3. B. C. M.de,Lijkr.ov.LodewijkXV.il. 823. Beauvais (Vine. von). — Zie Vincentius Bellovacensis. Beauzée, N., Grammaire générale. 29. Zie: Encyclopédie. 23. Bebel, H., Proverbia Germanica. 768. Beccard, T. — Zie Lauer. 874. Bech, F. — Zie Hartmann von Aue. 790. Becherus, F. L., Bibl. Lycei Chemn. memor. II. 739. Bechstein, L. — Zie Marchenbuch. 808. Bechstein, R. — Zie Gottfried von Strassburg. 791. — Heinrich von Freiberg. 796. Becius, J. — Zie Antwoorde. H. 368. — Beden kingen. JH. 366. Beck, A., Mengel-digten. 355. — Die ... Leistungen d. Acad. Franpaise. 935. Beck, Chr. D., Epicrisis quaest. de hist. Roman. II. 849. — De epitritis Doriis dissert. 874. — De interpret, veterum scriptorum. II. 1027. — Die Fortschritte d. Wissenschaften. 24. — Pragm. histor. ap. veteres ratio et iudicium. H. 13. — De ratione et sorte varia diutum. Imperior. H. 2. — Spec, accessionum ad Fabricii Biblioth.graecam. 871. Zie: Nobbe. 749. Beck, H. — Zie Reg. Tooneel. Beck, J. R. W., De origin, ling, franco-gallicae. 925. Becken, J., Entzifferer oder Aufschliisse. 38. Becker, G. — Zie Vanderstraeten. 209. Becker, G. A., De Romae veteris muris. H. 855. Becker, G. E., Blasii Pascalis vitae. 928. — De ludrico cottaborum. H. 15. Becker, H., Belydenisse. II. 431. Becker, J. — Zie Neujahrsblatt. H. 723. Becker, J. G. Burman, Notice s. 1. familie Burman. IL 69. Becker Bz., J. J. — Zie Description, n. 9. Becker, K. F., Die Deutsche Wortbildung. 763. Becker, M. A. — Zie Mittheilungen. H. 37, 753. Becker, P. W., De rebus inter Joannem et Christianum H ...actis. n. 784. Becker, R., Der altheimische Minnesang. 785. Becker, U. J. H., Anmerkungen u. Excurse. II. 689. Becker, W. A., Gallus. H. 853. Beckh-Widmanstetter, L. v., Kampf urns Recht. II. 754. Beckering, J. J., Studiën des levens. 644. Beckering Vinckers, J. — Zie Vinckers. Beclach. — Zie Beklag. Beeque, H., La Parisienne. H. 1034. Beda, Brief. Hs. 71. Zie: Omiliën. Hs. 20. Bedarides, F. de, Geldersche Playsier-hof. 347. Bedeboec (Een nieu christelick). 623. Bedeböck (Ein Nye Christlick u. niitte). 816. Bedebökelin (Eyn schijn andechtich). 816. Bedel, W. — Zie Biobla. 867. Bedelaer (Den geveynsden). 346. Bedencken op de Aggreatie d. Con. v. Spangien. II. 126. Bedencking (Gerymde) om Uitrecht... te vergroo- ten. — Zie Meyster, 437.
4 Bedenckingen op de Deductie v. d. St. v. Holland. H. 146. Bedenckinghen [en Naerder bedenckingen]. — Zie Usselincx. H. 126. — (Christ.) o. d. Tien Geboden. — Zie Huygens. 331. Bedenking (Vrijmoed.) d. Nederl. Gemeente. II. 381. Bedenkingen betreffende de Hijmpsalmen. 235. — betreffende bet redres d. milit. abuisen. II. 587. — (Drie gewigtige). — Zie L. ten Kate Hz. 652. — (Eenige) over oorlog of vrede. H. 246. — (Hollandsche vrijmoedige). H. 630. — (Onpartijdige). — Zie Schat. n. 185. — omtr. de aanmerk. opde psalmberijming v. Voet. 247. — „ de door de Synode aangenomen Artikelen. — Zie v. Herwerden. II. 384. — over de armoede. — Zie Scherenberg. H. 292. — „ „ beroepinghe D. Vorstii. II. 366. — „ „ burgerl. vrijheid d. Utrechten. H. 596. — „ „ Hoogescholen. II. 808. — „ „ Ontboezeming van R. Engels. II. 359. — „ „ vacantien. — Zie Reuvens. H. 320. — „ „ vrouwelijke genitivus. Hs. 3. — „ het berusten d. oppermagt enz. II. 206. — (Politique) over... De Vrijheid. II. 1046. — (Rondborstige) over d. Brief v. e. Koopman. II. 189. — (Schriftuurlijke). — Zie de Mey CCLVII. — tegen de Aanteeckeningen. H. 471. — „ eenige punten. II. 119. — „ het Groenwezen. H. 604. — „ vergelijkende examens. H. 312. — van eenige Burgers v. Leyden. H. 479. — „ h. Coil. v. Diakenen te Groningen. H. 1051. — „ Frank de Vrije. — Zie van der Kemp. II. 630. — (Vrije) over het schriftelijk Advis. H. 190. — (Vrijmoedige). — Zie de Beaufort. H. 180. — „ over „Onschuld durft spreken”. 465 — „ „ de Tael- en Dichtk. Bijdr. 112. — (Zedige) ov. d. beste keus .. v. psalmberijming. 235. — „ „ „ Bezwaren v. I. da Costa. — Zie d’Engelbronner. II. 240. Bedenkt wat gij doet. — Zie Koorders. H. 338. Bedeno. — Zie Dejaure. Bedevaart naar Jerusalem in 1525. H. 863. Bediedenisse der Misse. Hs. 11. 21. Bedlerman (Mendie). Brief. Hs. 71. Bedriegers (Geschiedenissen van). 706. Bedriegstucken (De Sweedsche). n. 777. Beeck, J. Claes v. d. — Zie Minnedichten. Hs. 29. Beeck Calkoen. — Zie Calkoen. Beeck Vollenhoven, H. van, Feestrede. H. 554. Beeckerts a Thienen, A., Panegyricus. II. 152. Beeckius, B., Grafdicht. 576. Beeckman, D., Toespraak in de Kage-Kerk. II. 1055. Beeftingh (Geslacht van). — Zie Scheffer. II. 68. Beehr, M. J., Rerum Mecleburg. 11. VTIT II. 744. Beek, D. van, Bruiloftdicht. 547. — Grafdicht. 576. Zie: Blaaupot. 529. Beek, G. van. — Zie Reg. Tooneel. Beeke, B. — Zie Reg. Tooneel. Beekman, A. A., Nederland als polderland. H. 297. — Schetsen en Novellen. 690. Beekman, M., Beschrijving v. Asperen. H. 447. Beelaarts, F. — Zie Graafland. '554. Beelaerts van Blokland, C. A. J., Hist. Coll. Consi- liariorum commissorum. H. 281. Beelaerts van Blokland, F., Overdrukjes. Beelaerts van Blokland, F. G. A., Hist. Ordinum Gene- ralium sub Carolo V. II. 101. Beelaerts van Blokland, G., Diss. ad Privilegium Joannis Bavari. HL 97. — Advies Ontw. Wet bevord. v. d. landbouw. II. 290. — Redevoering verg. Nut v. ’t Algemeen. 118. Beelaerts van Blokland, P. A., Open brief aan Car. Belgrado, n. 336. — Tot hiertoe en niet verder. H. 336. — Wat is een PausP II. 336. Beeldenaer ofte Figuerboeck. H. 285. Beeldhouwkunst (in Nederland.) H. 324. Beeldsnijder van Voshol, G. J., Het album v. J. Narsius. 86. — Catalogus v. eigenhandige brieven. H. 66. — (Leven van). Lb. 1853, 100. — Overdrukjes. Zie verder: Asschenberg (J. H. Hackman). 627. Catalogus II. 8. 56. — Facsimiles. II. 7. — d’Yvoy van Mydrecht. II. 110. Beelen, T. T. H., De Bisschoppen van Utrecht. H. 585. Beelenkamp, G. J. — Zie Reg. Tooneel. Beeloo, A., Bedoeling d. letteren. 4. — [Verschil! dichtwerken], 404. — Frankrijk, Engeland en Nederland. 505. — Geschiedenis d. vaderlands. H. 81. — Gods-oordeelen. 510. — Grafdicht op W. Bingley. 562. — Instelling d. Orde van St.-Jaeob. H. 98. — Leven v. J. P. Arend. Lb. 1856, 3. — » m A. J. Berkhout. Lb. 1858, 263. — „ „ J. van Lennep. „ 1869, 44. — Nederland in gebed tot God. 505. — Noord-Holland en de N.-Hollanders. n. 527. — Tooneel- en mengelpoëzy. XVII. — Overdrukjes. Zie verder: Nieuwjaarwenschen. 523. — Toespraken. 119. — Zelfopoffering. 244. — Reg. Tooneel. Beeloo, A., J. P. Arend en A. A. Deenik, De bede van C. Boon beoordeeld. II. 565. Beels, L. (Lijkrede op). 727. — Lijkrede op C. Ruppius. 732. — ,, „ J. van Staveren. 732. Beelthouwer, J. P., Alle wercken. 191. Beems, H. P. J. — Zie Reg. Tooneel. Beems, J. — Zie Reg. Tooneel. Beer, A., Holland u. d. Oesterr. Erbfolge-Krieg. H. 181. Beer, J. den, Tjampoer-Adoek. II. 666. Beer, P. — Zie Schoolboek. II. 1013.
Beer, P. R. de, Grafdicht. 570. Beer, T. H. de, Dagbladen: kritiek en reclame. II. 962. — Losse bladen uit de gesch. d. beschaving (Letterk. geschiedenis v. Dnitschland). 747. — Stof voor Kamerdebatten. 646. — Yan Westminster naar het Binnenhof. H. 277. — Overdrukjes. Zie verder: Dickens. 848. — Goethe. 806. Noord en Zuid. 140. — De Portefeuille. 138. — Reader. 843. — Taalstudie. 26. — Tooneel-Al- manak. CCLVII. Beer Poortngael, den, — Zie Poortugael. Beers, J. van, [Verschill. dichtwerken], 418, 419. — Lijkkrans voor Tollens. 575. — Nederd. Spraekleer. 146. — Het Vlaemsch en het onderwijs. 66. Zie: Jasmin. 316. — Taelverbond. 134. Beethoven, L. von, — Zie Heije. 411. Beets (Geslacht). — Zie Vorsterman van Oyen. II. 68. Beets, A., De Disticha Catonis in h. Mnl. II. 986. Beets, D. — Zie Noord en Zuid. 132. Beets, H., Bruiloftdicht. 539. Beets, J., Dichtkonst. 346. Zie: Suppl. Reg. Tooneel. Beets, M. J., Bruiloftdicht. 546. Beets, N., Aan de bruid v. d. Erfprins. 508. — Aan mijne landgenooten. II. 238. — Bruiloftdicht a. I. da Costa. 548. — Camera Obscura. 642, 643. — Christelijke lesjes. II. 907. — De Christen bij en op het ziekbed. 655. — Op den Dag der bevestiging. II. 1013. — Ten Dage v. d. feestelijken optocht. 519. — [Yerschill. dichtwerken]. 413, 414. — Fantasie en werkelijkheid. II. 311. — Feestcantate. 519. — Gesprek over letterdieverij. 643. — God ons betrouwen. II. 597. — ’sHeilands goedkeuring. II. 1052. — De herstelde kranke. 665. — [Yerschill. leerredenen]. 725, 733. — Leven van B. ter Haar. Lb. 1881, 247. _ „ „ O. G. Heldring. Lb. 1877, 79. — „ „ J. H. v. d. Palm. 88. — Life of J. H. v. d. Palm. 88. ' — De Masquerade. 507. — Meded. over een HS. mh. eene Chronycke v. Hol land. Hs. 42. — Een Nederlandsch lied. 513. — Een oud randschrift voor de nieuwe munt. 655. — Sparsa. 643. — Spreken. 35. — Een Yaderlandsch lied. 519. — Verpoozingen op letterk. gebied. 61. — Verscheidenheden meest op letterk. gebied. 137. — Nieuwe verscheidenheden „ „ » U. 966. Beets, N. (Leven van). — Zie J. ten Brink. II. 1063. — F. Smit Kleine. II. 967. — Overdrukjes. Zie verder: Adviezen. 166. — van Alphen. 294. — Anslijn. 640. — Bilderdijk. II. 998. — Böaken. II. 967. — Bohn geb. Beets. 679. — Bogaers. 403. — Byron. 312. — Catullus. 304. — Ge schiedenis. II. 27. — Huygens. 330. — de Jager. 92. — Kehrer. 420. — Knutzen. 422. — Neder landen (De). II. 86. — Nieuwjaarwenschen. 523. — Orphea. 183. — van der Palm. 683, 719.— Proeven. 268. — Proza en poëzy. 196. — Schipper. 428. — Staring. 395. — Roemer Visscher. 323. — Voor visschers gevangen. 184. — de Vries. II. 967. _ Vrouwen (Bjjbelsche). 232. — Woor den. II. 968. Beets, P., Lijkrede op M. Fortgens. 728. Zie: van Dooregeest. II. 903. — van Hamelsveld. 554. — Reg. Tooneel. Begebenheit (Traurige u. merkwürdige). 812. Begemann, C. G. S., Lijkrede op B. W. Altmann. 726.' Begemann, G., De suffixis latinis „t’or.” 880. Begin, voortgang ... d. erfgravelike bediening. H. 93. — ende Voortganch d. Vereen. Ned. O.I. Gomp.H. 668. Beginselen (De) v. Gods Koninkrijk in den mensch. 228. — van den redelijken mensch. II. 957. Beginsels van die Afrikaanse taal. 178. — (Eerste) van di Afrikaanse taal. II. 982. Beginzels d. Kantiaansche wysgeerte. H. 913. Begrafenispenningen (De). — Zie Gnyot. II. 504. Begrafenisstoet v. Neerl. Koningin. H. 250. Begrip (Evang. Kort). — Zie Meijer. H. 909. — (Cort) v. d. ghewichtichste redenen. II. 830. — (Kort) d. algem. geschiedenis. — Zie v. Kampen. H. 9. „ „ christel. Godsdienst. H. 909. — „ „ „ Religie. II. 906. n „ „ „ in het Taipulsch. 996. „ „ geographic. — Zie Dumbar. 426. „ leerende recht Duidts spreken. 141. — „ d. leeringhe van de.. ghemeynte Gods. 622. „ „ Nederl. geschiedenissen. Hs. 40. — „ van de stucken van Ant. Perez. II. 847. „ v. h. zamenstel onzer Taal. 145, 149. Begrooting (Alg.) d. Staatsbehoeften. H. 224, 228. Begoin, T. J. P. — Zie Reg. Tooneel. Behaegel, Nederd. Spraekkunst. 145. Beheer (Gteldelijfa) v. Nederland. H. 283. Behnsch, O., Geschichte d. Engl. Sprache. 831. Behrens, G. H., Hercynia curiosa. II. 745. Behrmann, H. — Zie Skra. II. 706. Behms, J. H., Nieuwe Hoogd. Spraakleer. 760. — (Leven van). Lb. 1884, 11. Beier, A., De collegiis opiflcum. II. 1036. Beieren (Koningrijli). H. 733. Beierlein, J. P. — Zie Sammlungen. II. 734. Beijer, Britta. — Zie Levensbeschrijving. 693. Beijer, G., Bruiloftdicht. 536, 547. — Dichtgewijde mengelingen. 381. II. 998. Zie: Dichtproeven. 230. — van Hoogstraten. 625. — Vosmaer. 560. Beijer, J. C., Beschr. v. h. Koningr. d. Nederl. II. 397.
Beijer, L. de, De jure aquatico Gelrorum. II. 419. Beijeren, J. van. — Zie Spoelstra. 425. Beijerinck, J. A., Droogm. v. d. Zuidplaspolder. II. 445. — Indijking d. stad Rotterdam. II. 522. — Proeve van een ontwerp tot droogmaking v. e. ge deelte d. Zuiderzee. II. 299. — (Leven van). Lb. 1874, 141. Beijerman, H., Drie maanden in Algerië. IL 869. Beijerman, Hugo, Belang eener welingerigte Marine. H. 304. — Betoog dat het geensz. de Engelschen zijn enz. II. 85. — De geschied, d. .vaderl. een kostbaar erfgoed. H. 53. — Gedachten over de histor. karakterkunde. EL 2. — Noodzakelijkh. om de jongelingschap grondige ken nis mede te deelen v. d. taal enz. d. vaderlands. 57. — Oldenbarneveld, de Staten en Leycester. H. 121. — Over het schrijven v. d. gesch. d. Nederl. II. 53. — (Leven van). Lb. 1871, 109. — Overdrukjes. Zie verder: Redevoeringen. 116. Beijers, J. L., Catal. v. boeken geschr. d. Utrechtsche Professoren II. 602. — Catal. v. boeken te Utrecht gedrukt, n. 589. Zie: Lijst. 126. Beijnen, J. A., Art. 188 der Grondwet. II. 306. Beijnen, L. R., Herinn. bijeenk. op Noorthey. II. 517. — Leven v. P. de Raadt. Lb. 1863, 311. — (Maaltijd ter eere van). 70. — Overzicht d. Staatsregeling v. o. Vaderland. EI. 275. — Overdrukjes. Zie verder: Konapartisme. II. 825. — Fantasiën. II. 978. — Magdalena. 188. Beijnen, L. R. Koolemans. — Zie Koolemans. Beijnink, T., Nieuwjaarswensch. CCLIX. Beil, D. — Zie Reg. Tooneel. Beins, L., Jan de Witt. H. 145. Beinhöfer, C. A., Die quade ïoelke. 806. Beintema Peima, J. J. W. — Zie Peima. Beismann, H., De Iustratione exerc. apud Veteres. II. 15. Beitrage (N. Actenmassige) z. Gesch.... G. Schumachers. II. 719. — z. Geschichte Böhmens. EI. 755—757. — >, „ Kareis V. H. 846. — » „ d. Teutschen Sprache. 743. — „ crit. Historie d. Dtschen Sprache. 743. — „ Kenntn. d. altdeutschen Sprache. 777. — » ,, ,, Klopstockschen Jugendlyrik. 753. — „ „ d.Zustandesv.Prankr. u.Holland.H.209. — (Kleine) z. altem dtschen Sprache u. Literatur. 778. — (Kleinere),, „ „ „ „ „ 744. — z. Kunde altfranzösischer Literatur. 941. — „ „ Steierm. Geschiohtsquellen. II. 754. — „ „ d. teutschen Rechtsalterthümer. II. 701. — f. Kunst u. Alterth. im vor. Oberdonau-Kreise. H. 737. — (Neue) z. Gesch. dtsch. Alterthümer. n. 696. — z. Pommerschen Rechtsgeschichte. II. 708. — „ Reohtfertigung d. Niederl. Regierung. n. 243. — „ vaterlandische Geschichte. II, 763. Beitrage z. vergleich. Sprachforschung. 25. — (Wetzlarsche). H. 730. Beka, Joa. de. — Zie Analecta. II. 59. — Cronyken van Utrecht. Hs. 52. — et W. Heda, Hist. vet. Episcop. Ultraiect. II. 584. Beke, Ch. F., Views in Ethnography. 28. Beke, Ch. T., A few Words with Colenso. II. 888. — [Versch. Werken over den Nijl]. H. 868. Zie: de Veer. II. 42. Beke, D. v. — Zie Boon. 529. Beke, J. v. d. — Zie Joa. de Beka. Bekendmaking v. h. roekeloos bestaan v. P. Burman. CCLVIH. Bekendmakingen (Versch.) v. h. Gemeentebestuur enz. van Leiden. H. 479—492. Bekendtenisse (Korte) d. Christl. Lehre. H. 716. Bekentnisse van beyden Sacramenten Do vpe ende Nacht- mael. II. 355. Bekius, Jz. B., Grafdicht. 567. Bekker, Balth., De betoverde wereld. 692. II. 898. — Oorspronk des Satans. II. 899. — (Gedichten tegen). 440, 441. I — (De betoverde). H. 898. — (Leven enz. van). 70. Bekker, E., gehuwd met Wolff. — Zie Wolff. Bekker, I. — Zie: Fierabras. 924. — Flore und Blanceflor. 946. — Thomas von Canterbury. 946. Bekker, W., De Herodiaslist. H. 341. Beklagh (Het) van Jan van Hembyse. 429. — (Een droevich) enz. — Zie David Joris. 618. Beklaginghe (Een ootmoedighe). Hs. 24. Beklemregt (Het Groninger). II. 643. Belang... v. d. Advoc. Fiscaal v. Braband. H. 407. Belangboek (Politiek). — Zie Swildens. H. 219. Belastingen in Nederland. II. 283. — (Welke) zouden de beste zijnP — Zie van Ouwer» kerk de Vries. II. 240. Beldenak, J. A. — Zie Paludan-Müller. II. 786. Beleg (Het) d. stede Alkmaar. — Zie Masdorp. EI. 537. — „ van Gent. II. 807. — van Maastricht. — Zde Klijnsma. II. 658. Beleuchtung (Krit.) v. Allen, Danische Sprache. 859. — (Schleswigsche). II. 719. Belfort, Les Parisiens en Hollande. 959. . Beige (Un). — Zie Vanderelst. België. H. 789, 1063. Belgrado, A., Herderlijke brief. II. 336. Belial, of der sondaren troost. 612. Belijdenis des Geloofs. — Zie Schriften. H. 894. Belijdenis-Boek (Singaleesch). 977. Belijdenis-Boekje (Singaleesch). 977. Belijdenisse des Geloofs. H. 348, 349. Belin, J. F. A., Dictionn. d. proverbes franp. 938. Belinfante, J. — Zie Wetten. 18. Belinfante, J. J. (Leven van). Lb. 1883, 3. — Overdrukjes. Zie verder: Lour. Jansz. Coster. 14.
Belinfante, M., Overdrukjes. Belius, M., De vetere litt. Hunno-Scytica exerc. 961. Belizarius (Gedichten op d. strijd oyer d.). 459. II. 375. Bell, C. J. van, De Raad van State. II. 279. Bell, F. W. B. van, De patefactionis Christ, indole. II. 889, 1067. — Karakter d. onafhankelijke theologie. II. 885. — Leerr. over 2 Corinth. XH: 7. 733. — Samenhang v. logica en ethiek. II. 916. — Woord t. nagedachtenis van A. Brown. 73. Bell, R. (Leven van). Lb.'1875, 3. Zie: Bloemlezing. 224. Bell Jhz., Th. van der, De dankbaarheid. II. 466. _ Leerrede t. bevest. v. H. Swanenburg. II. 1020. — De wijsheid... des Heeren. II. 497. Bella, A. della, Dizion. Ital. Lat. Illyrico. 44. Bellamy, J., Aan H. van Alphen. 194. — Aan Phillis enz. Hs. 27. — [Verschil! dichtwerken]. 389. — Grafdicht op Cappellen t. d. Pol. 564. Twee nagel, leerredenen m. e. voorberigt hem be treffende. 723. — (Leven van). 70. Zie: Catalogus. II. 967. — Gedichten. Hs. 27. — Proeven. 194. II. 984. — Spectator. 230. Bellan(van), Gedenckw. gheschied. van Ruis Dias. 662. Bellay. — Zie Reg. Tooneel. Belle, J. van, Schels d. Nederd. Spraakkunst. 143. — Wegwijzer, t. Nederd. spelkunst. Hs. 6. — Korte wegwijzer t. „ ,, 372. Zie: de la Motte. II. 994. — Psalmen. 246. Belle, J. A. van. — Zie von Brnnner. 655. Belleforest, F. de. — Zie Bandello. 663. Bellemans, D., Citherken van Jesus. 262. — Lieffelyke Paradys-vogel. 257. Bellemont (Earl of). — Zie de Peyster. II. 871. Bellermann, C. F. — Zie Liederbücher. 923. Bellermann, J. J., Phoenic. ling, vestigiorum inMeli- tensi Spec. 984. Bellet, B. L. — Zie Imbert. II. 813. Belley. — Zie Schouw-plaets. 628. Bellingwout, J., Bruiloftdicht. 535. Belloy, P. L. Buirette de. — Zie Reg. Tooneel. Bellum pst inexpertis dulce. 451. Belmonte, B. E. Colapo. — Zie Colapo. Belon, P., Observat. de plus. singularités II. 16. Belustigungen (Dialogische). 804. — (Philologische). 760. Bembo, P., Le prose. 915. Bemerckinge (Christ.) op de dood. — Zie Labare. 363. Bemerkungen auf einer Reise nach Holland. II. 400. — (Kurze) auf einer Reise am Rhein. H. 47. — üb. d. Schweizerisehen Kriegsverfassung. II. 763. Bemint elkander. Verhalen en gedichtjes. 707. Bemmel, A. van, Beschrijving v. Amersfoort 11.603. Bemmel, E. van, De la langue provenpale. 923. Bemmel Suyck, C. J. van, Een dag op den Karmel. 424. Bemmelen, A. van, Brief. Hs. 57. — (Leven van). 70. Bemmelen, J. van, Brief. Hs. 57. — (Verschil! gedichten). 386. — Gedichten aan verschil! personen. 559. — (Verschil! Grafdichten). 562, 565, 566, 567. Zie: A. C. van Bemmelen. 525. — Eigeman. 632. — Nieuwjaarwenschen. 523. Bemmelen, J. H. van. — Zie Verslag, n. 509. Bemmelen, J. M. van, Toespraak. II. 510. Zie: Verslag. II. 510. Bemmelen, P. van, Bedenk, v. J. L. deBruijnKops bestreden. H. 928. — Doodstrafpolemiek. H. 928. — Leven v. G. van Leeuwen. Lb. 1872, 245. — Luxemburg. EL 766. — Overdrukjes. Bemoediging voor Leydens .. Burgervad’ren. 471. Bendorp, K. F. — Zie Arends. 426. Bendsen, B., Die Nordfriesische Sprache. 821. Benecke, G. F., Brief. Hs. 71. Wörterbuch z. Hartmannes Iwein. 790. Zie: Beytrage. 777. — Boner. 797. — Hartmann von Aue. 790. — Wirnt von Gravenberg. 794. — Wörterhnch. 758. Benedict, Ant. — Zie Leben d. Heil. Hieronymus. 797. Benedictus, Declaratio. H. 334. Zie: Batavia illustrata. II. 1041. Benedix, R., De aesthetische voordracht. 718. Zie: Beg. en Suppl. Keg. Tooneel. Beneficiaalboeken van Friesland. H. 615. Beneken, G. W. F., Teuto, oder Urnamen. 770. Beneyton, C. A. — Zie Chroniques. 957. Benfey, Th. — Zie Keilinschriften. 977. — Patscha- tantra. 976. Bengel, J. A. — Zie Sepp. 749. Beni, P., L’Anticrusca. 911. Benigné. — Zie Cabeljau. 531. Beninga, Egg. — Zie Analecta. H. 59. Beninga, S. — Zie Analecta. H. 60. Benit, H. A., Amsterdam. H. 548. — Redevoering. H. 652. Benjamin, H. — Zie Reg. Tooneel. Benkowitz, C. F., Der Messias von Klopstock beur- theilt. 800. Benningbroek. — Zie van Dishoek. 531. Benninghs, J. Bodecheers, Leydsche Oorlofdaghen. 334. Zie: Keg. Tooneel. Bennink Janssonius, R. — Zie Janssonius. Benoorden, A., Bruiloftdicht. 535. Benserade, J. de. — Zie Esopus. 949. Benson, Th., Vocabularium Anglo-Saxon. 829. Bent, J., [Verschil! gedichten], 365. — Allervroegste Vaderlandsche Oudheden. H. 75. Benthem, H. — Zie Gedichten. Hs. 27. Benthem, H. L., Holland. Kirchen-u. Schulen H. 351. Benthem Reddingius, G. — Zie Reddingius. Bentinck, V. R., Echte stukken. H. 205.
Bentivoglio, Hist. d. guerres de Flandres. H. 104. — Verhael-boecken. II. 104. Bentlejus, R. — Zie Horatius. 887. — Rahnkenius. 80. Bentoth, G., Diet. Grec-moderne-Frang.-Ital. 45. — Gramm .-Franpaise en Grec. 931. Benzelius, E. — Zie: Serenins. 45. Benzelius Efil., E., Periculum Runicum. 737. Beoordeeling (Afgevergde). VIII. — v. alle Evang. Gezangen. 267. — „ d. Geestelijken Wapenkreet. H. 241. Beowulf (Yersckill. uitg. en vertalingen van). 831, 832. Bep (Tante). — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Bepalingen omtrent boeten bij drinkgelagen. Hs. 73. — over de uitg. van handschriften. II. 54. — (Spec.) ter verzekering v. d. opbrengst. IE. 412. — (Wettel.) v. h. gebruik d. Nederl. taal in België. 66. Beproeft alle dingen. — Zie Paape. 384. Beproeving (Welmeen.) v. e. Aanzienelijk Ingezeten. ft. 190. — (Zedige) v. d. karakters. — Zie Luzac. II. 191. Beraud, L. F. G. van la Rochelle. — Zie Reg. Tooneel. Berbersch. 987. Berch van Calvarien. — Zie Rosemondt. 612. Berch 'van Heemstede, v. d., Gewigt. aanmerkingen. Bercben, W. de, De nobiliprincipatu Gelris. H. 1053. Berchmans (J. D. Courtmans geb.) — Zie Courtmans. Berchoux, J., La Gastronomie. 953. Berck, Tb. (Lat. gedicht aan). 907. Berckel, E. F. van, Missive. II. 545. Berckel, G. J. A. van, Europ. opperbestuur. II. 663. Berckel, H. A. A. van, Leven van A. A. J. Mevlink. Lb. 1866, 50. — (Leven van). Lb. 1868, 3. — Overdrukjes. Berckenhoff, J. A., Grafdicht. 572. Bereitb von Geuterbog. — Zie Scriptores. II. 709. Beresteyn, C. van. — Zie de Guevara. 625. Beresteyn, C. J. van, De jurisdictione etc. H. 412. Beretning om den Udstilling f. Tromsö Stift. H. 782. Beretti-Landi, Discours. H. 847. Berg (Geslacht van den). — Zie Tadama. H. 68,121. Berg, A. van den, Brieven (met bibliogr.). Hs. 57. — Bruiloftdicht. 535, 547. — Hoogd. briefje op rijm. Hs. 27. — Bijbelsche historievragen. H. 904. — Kort onderwijs. H. 904. — Korte vragen. H. 904. — Leerredenen. 235, 250, 423. — Lijkrede op H. Ribbers. 731. „ „ L. Serrurier. 732. — Op het graf van W. R. Nanninga. 27. -— Veluwsche gemeene landtaal. Hs. 5, 6. Zie: Gedachten. 249. — Gellert. 308. — Geschenk. 707. — Mensinga. 735. — Post. 635. —Proe ven. 265. Berg, F. E., De foederibus patronicii. H. 932. Berg, J. van den, Koninckl. rad v. avonturen. 352. — Winkel en luyfen banquet. 353. Berg, L. W. C. van den, Yerslag eener verzameling Maleische Handschriften. 122. Zie: Friederich. 122. Berg, N. P. van den, Een conflict. H. 673. — De handel van Java. H. 673. — De muntquaestie. H. 670. — Het Tooneel te Batavia. CCLIX. Berg, O. F. — Zie Reg. Tooneel. Berg, P., Die Syntax d. Verbums. H. 1031. Berg, P. R. van den, Beheer van den voogd. H. 266. Berg, Wilh. — Zie Lina Schneider. Berg van Dussen Muilkerk, G. (of W.) E. J., De vectigalium. H. 283. — De Refugiés in de Nederlanden. H. 353. — Overdrukjes. Berg van Middelburgh, F. E., Afschaffing d. kaap vaart. H. 270. — De Nederlanden en het Hanse verbond. II. 99. Bergé, A. — Zie Sagen. 993. Berge, N. H. Th. ten. — Zie Bilderdijk. 388. Bergen, van. — Zie Montanus. Bergen, T. M. ten. — Zie K. van der Zijde. Bergen op den Zoom beleghert. H. 405. Bergendahl, A. A., Bij het huwelijk d. Konings. H. 1006. — Helpt elkaar. H. 1000. Berger, H. A. M., Nordisehe Mythologie. 775. Berger, J., Prononc. Grecque-moderne. 876. Berger, T. B. — Zie Reg. Tooneel. Bergerat, E., Enguerrande. II. 1033. Bergeron, P., Guillelmus Araus. princ. erigitur etc. 899. Berggren, J. A. — Zie Tilberg. 877. Bergh, A. — Zie Reg. Tooneel. Bergh, A. van den. — Zie Reg. Tooneel. Bergh, B. van den. — Zie Reg. Tooneel. Bergh, G. de. — Zie van Alphen. 550. Bergh, H., Lijkrede op J. D. v. d. Cappellen. 727. Bergh, H. van den, Alacrité. 956. Bergh, J. A. de, Haagsche penkrassen. H. 457. — De Sclieveningscke tolquaestie. H. 525. — Het wapen des Konings. H. 64. — Overdrukjes. Zie verder: Quatuor. XI. 976. — Suppl. Reg. Tooneel. Bergh, J. L. C. van den, Hist. nov. legum de flu- minurn communium navigatione. H. 932. Bergh, L. Ph. C. van den, Het Baskische meisje. 507. — Beschrijving d. Nederl. Gemeentezegels. H. 9. — Bespiegeling over onze taal. 137. — Bloemlezing uit Shakespeare. XVH. — Gedachten over armoede. H. 292. — Gedenkboek d. Utrechtsche Hoogeschool. II. 602. — Gedichten. 414. — ’s Gravenhaagsche bijzonderheden. H. 455. — Grondtrekken d. Ned. wapen- en zegelkunde. H. 64. — Handboek d. Middelnederl. Geographie H. 393. — Iets over oud Nijmegen. H. 429.
Bergh, L. Ph. C. van den, Leidens regt op d. Haar lemmermeer. II. 530. — Nederl. volksromans. 689. — „ volksoverleveringen en godenleer. II. 76. — „ wateren vóór de 12 4e eeuw. H. 297. — Nijmeegsche bijzonderheden. H. 429. — Eenige Opmerkingen over Ned. geslacht- en wapen kunde. H. 63. — Oude wijze van strafvordering in Gelderland. II. 273. — Proces v. Oldenbarnevelt. II. 133. — Regist. v. Holl. en Zeeuwsche Oorkonden. II. 97. — Verslag d. histor. nasporingen in Frankrijk. IE. 61. — Vokaalspelling. 152. — Wapenklank. 501. — Woordenboek d. Nederl. mythologie. IE. 76. — Overdrukjes. Zie verder: Beurtrede. Hs. 35. — ten Broecke Hoek stra. Hs. 34. — Cats. 325. — Gedenkstukken. II. 61. — Heinrio van Aken 202. — Intendit. H. 133. — Jacob v. Maerlant. 200. — Kaarten. Hs. 47. — van Loon. II. 71- — Mengelingen. 500. — Mone. 197. — Proeve. 173. — Rijks-Archief. II. 62. Bergh, P. A. van den, Vorsten en Bewindvoerders. IE. 7. Zie: Herderszangen. 313. Bergh, P. F. Helvetius van den, Kunstspelen. 13. 941. — Proza en poezy. 195. — Lied aan Utrecht. 403. — (Leven van). Lb. 1874, 133. Zie: Reg. Tooneel. Bergh, S. J. van den, [Verschil! dichtwerken]. 414. — De brandklok klept. 517. — Leven van B. P. de Kanter. Lb. 1866, 115. — Liederen v. h. Burg. Weeshuis. 517. — Standbeeld voor Willem IE onthuld. 515. — Voor de overstroomden. 511. — Watersnood. 515. — (Leven van). Lb. 1869, 161. Zie: Anakreon. 297. — Apostelen en profeten. 232.— Aurora. 188. — Bundel XIV. — Bloemen. 295. — Gedichten. 232. — Gezangen. 519. — Kinderwereld. 708. — Longfellow. 312. — Moore. 312. — Muze (Onze). II. 988. — Poezie. CCLX.— Het Nachtegaaltje. 425. — Nienwjaarwenschen. 524. — Silhouetten. 233. — Tennyson. 313. — Vrouwen (Bijbelache). 232. — Eeg. en Snppl. Reg. Tooneel. Ber»h, W. van den, Calvijn over het Genadeverbond. II. 36. — Kalender d. Leidsche Academie. IE. 496. — Na het ontslapen van O. G. Heldring. H. 968. Zie: Magdalena. 188. Bergh van Eysinga, M. H. Ph. van den, Bijdr. tot de bevolkingsstatistiek. IE. 457. Berghaus, H., Sprachsehatz d. Sassen. 817. Berghuis, L. [Verschil! dichtwerken]. 407. Bergier, N. S., Elémens primitifs d. langues. 40. Bergman, A., Ernest Staas. 686. — Twee reisnovellen. 687. Bergman, J. T. Gedachten o. h. Wetsontw. Hooger Onderwijs. II. 321. Bergman, J. T., Leven van D. T. Huët. Lb. 1874,113. — Leven van U. G. Lauts. ,, 1367, 141. — » » W. L. Mahne. „ 1852, 77. — „ „ J. Nieuwenhuis. „ 1857, 162. _ „ „ J. M. Schrant. „ 1866,231,1869,258. .— „ „ J. M. Schrant (med.Prof.)Lb. 1864,382. — Memoria L. C. Valckenarii. 92. — Nagedachtenis van L. G. C. Ledeboer. 83. — De Odyssee. 873. — De toekomst d. Leidsche Bibliotheek. II. 503. — Wetsontw. Hoog. Onderw. onderzocht. II. 321. — (Leven van). Lb. 1879, 35. — Overdrukjes. Zie: Bijdragen. 112, II. 973. — Catalogus. 113. II. 515. — Grotins. II. 891. — Koppen. 878. — Patroon II. 464. — Peerlkamp. 899. — Sie- genheek. 151. Bergmann, A., Philips van Marnix. II. 799. Bergmann, F. G., Les Scythes. II. 767. Bergmann, F. W., Bedeutuug d. Buchstaben. 6. — Strassburger Volksgesprache. 772. Bergmann, G. — Zie Bihbele. 972. Bergmann, H. A. — Zie MoDita secreta. II. 33. Bergmann, J., Ankniipf. d. Franz. Sprachunterr. a. d. Lateinischen. 933. Bergmann, F. J. E. v. Zinnicq, Leven v. B. Schreuder. Lb. 1863, 266. — Oorsprong v. h. Tiendregt. II. 264. — Uitbreid. v. d. regtsmagt d. Kantongeregten. II. 272. — Voormalig Hertogd. Braband. H. 403. Bergrath, P. B., Das Brüderhaus in Goch. II. 733, Bergreien, eine Liedersammlung. 788. Bergschotsch. 866. Bergsma, C. A., De incrustationibus. II. 518. Bergsma, W. B., De conversie. II. 673. — Overdrukjes. Bergstedt, J., — Overdrukjes. Bergstrom, R. — Zie Samlinger. 861. Bergnes sur le Soom assiégée. II. 405. Bericht betr. de Landbouwkol. Ned. Mettray. H. 436. — (Claer) betreff. A. v. d. Laen. II. 443. — (Cort) vn schrift! Antw. — Zie David Joris. 616. — d. dirig. leeden v. d. Oecon. Tak te Leyden. H. 510, 511. (Echt) weg. de brieven toegez. a. W. v. Helden. H. 521. — (Echt) wegens de receptie van Kaat Mossel. II. 521. (Heylsaem) aen alle de gene. II. 169. (Kort en beknopt histor.). — Zie Spangenberg. II. 358. mitsg. Consideration. — Zie Rosenboom. II. 499. (Nader) van een Liefhebber der Waerheyd. II. 167. t M s t voorgevalleneteSchoonhoven.il. 525. (Noodig) aan het publiek. IE. 680. nopens de verbetering v. h. Psalmgezang. 236. — op de requests van A. C. Braconier. IE. 500. — op de Vragen v. d. Amsterd. Academie. CCLVUE. — over d. Vrouwen-Vereen. te Groningen. H. 651.
Bericht (Summier) rakende de Charters v. Rotterdam. H. 518. — uit het rijk der dooden. EL 594. — v. d. Burgerverg. d. Gemeente van Leyden. EL 479. — „ „ handel, v. h. Bijbelgenootsch. Afd. Leiden. H. 516. — v. d. Uitgevers d. Bijdragen. II. 309. — „ h. Prov. Committé te Leyden. H. 481. — weg. d. spoorweg tnss. Amsterd. en Keulen. II. 552. — weg. d. vertaling des works v. P. Hofstede. II. 376. Bericht d. Antiq. Gesellsch. [f. vaterl. Alterth.1 in Zurich. II. 762. — d. Dtsch. Gesellsch. z. Erf. vaterLSprache in Leipzig. H. 737. — d. geschichtf. Gesellsch. d. Osterlandes. II. 746. — (Gründtl. warh.) v. d. Reform, tho Embden. IE. 716. — d. histor. Vereins v. Oberfranken. H. 735. — „ Sachs. Vereins f. Erf. vaterl. Alterth. II. 737. — „ K. Schlesw. Holst. Lauenb. Gesellsch. n. 717. — „ Vereins f. Lübeckische Geschichte. II. 750. — „ Vereines z. Bild. e. Museums f. Oesterr. H. 753. — ueb. d. Museum Brancisco-Carolinum. II. 753. — vff d... fürgest. Anstandt z. Nürenberg. n. 736. Berichte (Deutsche AUgemeine). IE. 687. — d. K. Sachs. Gesellsch. d. Wissensch. z. Leipzig H. 740. Berichten v. h. Historisch Genootschap. II. 62. — v. h. Traktaat-Genootschap. IE. 1011. — (Eenige). — Zie Meerman. IE. 45, 772. — omtrent Gr.-Britannien. — Zie Meerman. II. 840. — over het storten van olie in zeegevaren. II. 945. — (Verz.) omtr. de krijgsbevelh. bij Nieuwpoort. IE.124. Berichtinge (Een onderscheydelijcke) enz. — Zie David Joris. 618. — wie sijn huys op een steenrotze bouwt enz. — Zie David Joris. 618. Berigt. — Zie Bericht. Beringen, S. van, Kronykje v. Roermond. II. 659. Beringer, E. — Zie Fournié. II. 882. Berington, J. — Zie Leeven. 671. Berkel, B. van, De legibus in Cod. Civ. Neerl. sanc- tione distitutis. 1L 265. Berkel, Hees van. — Zie Hees. Berkenbosch, H., Leerrede bij 25j. predikdienst. 727. Berkhey, J. Ie Francq van, (Geschriften over). 70 H. 473, 474. — (Gedichten op). 462, 463, 465—72. — (Doctorale bul enz. van). Hs. 54. — (Notitie d. werken van). Hs. 77. — Aan de getrouwe Patriotten. 472. — » » HH. die vandegrooteVroedschap.il. 475. — „ „ Leydsche Schuttery. 480. — » » Verlossers d. Vereen. Nederlanden. II. 209. — „ zijne hooners. H. 473. — „ „ medeburgeren. U. 473. — „ A. van Assendelft. 550. — Aan J. C. Brandt. 552. Berkhey, J. Ie Francq van, Aan J. A. Clignett. 552 — „ P. van Damme. 553. — „ W. J. T. van der Does. 553. — „ J. ten Eyken. 553. — „ J. W. Kumpel. 556. — „ J. C. Schuts. Hs. 81. — (De Advocaat van). 468. II. 203. — (Anthologie uit de prozaschriften van). 634. — De antiq. et nobili urbe Lugd. Batav. EI. 461. — Antwoord aan P. Vreede. 573. — Bataafsche menschelijkheid. 485, 486. — Bemoediging a. d. vrije Nederlanden. 457. — Beredeneerde aanmerkingen. II. 295. — Beschrijving d. medaille zeeslag v. Gibraltar. 468. — M v. een snaphaan. IE. 466. — Brief aan J. Meerburg. 573. — » » J. W. te Water. Hs. 57. — Bruiloftdicht. 550. — (Catal. v. geschriften bijeen gebragt door). II. 474. — „ zijner natuurk. verzameling. H. 939. — Concept-Missive. II. 1003. — Copia autentiek v. d. gedrukte Memorie. H. 475. — De beste middelen om landen... ten meesten voordeele aan te leggen. H. 290. — Christen vriendschap. 489. — Dankbaarheid aan J. v. Hoogstraten. 479. — [Verschil! dichtwerken], 374, 375, Hs. 26. — Dichtlievende uitspanning. 478. — Eerbare proefkusjes. 671. Eerstelingen d. Katw. Haring-visscherij. 479. — Ernstige bedenkingen. II. 945. — Expositio charact. structurae florum. II. 949. — Gebed a. d. H. Maagd. 553. — Feestvierend Leyden. 482. — Gebruik van turf en hout-assche. II. 290. — De-Gehoonde Batavier. 458. — Hartelijk welkom. 480. — Herdenking v. J. Punt. CCLX. — Hollandsch vriendschap. 489. — Jongelings Vreugdezang. 478. — Katwijker Vreugde-lied. 479. — Kingsbergens traanen. 467. — Kort bericht wegens de omstandigheden. II. 476. — De Koepokken en derz. inenting. II. 295. — Lierzang herstelling v. P. van Blyswyk. 467. — Lijkdicht op A. van Assendelft. 562. — „ „ H. D. Gaubius. 566. — „ „ J. A. Lanschot. 569. — » „ J. van der Marck. 569. » » A. A. van Meurs geb. van Veen. 570. „ „ J. Pla. 571. „ „ J. Wagenaar. 576. „ „ W. L. van Wassenaer. 576. „ „ A. Wijnbeek. 578. „ „ Willem V. 488. Nw. Matroozen Geuzen Lietboek. 467.
Berkhey, J. le Franco van, Menschelijkheid v. e. Leydschen kuiper. II. 481. — Naturgeschichte v. Holland. H. 296. — Natuurl. historie v. kinderen. II. 947. „ „ v. Nederland. H. 296. — Nieuwe Roe voor Leydse billen. 463. — Onderzoek azijnsteen. H. 948. — Ontijdig noodlot v. van Welderen. 469. — Opdragt-vers a. d. Staten. 466. — Oranje konsseband. 476. — Order van Bataille. H. 206. — Parodie op de Yaderl. Feestzangen. 472. — Patriotsche geest. 467. — De Politieke Holl. Koemarckt. II. 1046. — Op de Proefneming m. d. lugtbollen. 475. — Provis. antwoord aan F. van Lelyveld. 573. — Rhijnlandsch wedspel. 458. — Toren d. Leydsche Saaihalle. 489. — Triumph d. Oranje Schutterij. 473. — Tromp’s sluijer. 467. — Yaderlandsche aanteekeningen. Hs. 40. — Vaderlijk afscheid. 467. — Yaerzen en gedigten, ernstige als boertige. XI. — Vergelijkende aanmerkingen. II. 409. — Verheerlijkt Leyden. 462. — Verjaring v. Willem Frederik. 472. — Verklaring d. Sledevaart. H. 467. „ d. zinneb, eeuwprent. 463. — Verneederd ’s Graavenhaage. 465. — Vertellingen mijner jeugd. 193. — Vervolg op de Oranjeboomen. 470. — Verzameling v. Leydsche keur- en hekeldichten. 471. — „ „ schutterlijke Eerenvaerzen. 472. — Voorst, betr. eene Vee-artzenijk. school. H. 320. — Vorderingen in wetenschappen. Hs. 31. — Vredelievende Meygroete. 476. — Vreugdeblijk optocht Schutterij. 480. — Vreugde-galm op het herstel v. Willem V. 479. — Vriendentraanen over J. C. Schütz. 573. Welke boomen op de duinen te planten. EL 295. — Welkomst-versjes. 480. — Zeetriumpf d. Bataafeche vrijheid. 468. — Zendbrief v. J. Kikkersloot. 470. ,, v. Joch. Kraayepoot. 469. Zie: Bijzonderheden (Yaderl.). II. 205. — Copie. II. 1003. — Denker (De). 634. — Dreyhaupt. 532. — van Engestrom. II. 948. — de Groot. 533. — Herdenker (De). 634. —van Hoogstraten. 524. — Kabinetbibliotheek. 183. — Rommelpot. 87. _ Schietspoel. Hs. 26. — Reg. Tooneel. Berkhoff v. Toulon geb. Houttuyn, A. — Zie Bun del. 481. Berkhout,.A. J. (Leven van). Lb. 1858, 263. Berkhout, A. M. (Lijkrede op). 727. Zie: Nieuwjaarwensohen. 523. Berkhout, N., Leven v. J. E. Voet v. Campen. Lb. 1852, 72. Leven v. W. N. Munting. Lb. 1849, 99. Berkhout, N., (Leven van). Lb. 1855, 136. — Overdrukjes. Zie verder: Redevoeringen. II. 889. Berkhout, H. Teding van, Brief. Hs. 67. Berkhout. J. J. Teding van. Diss. inaug. II. 183. Berkhout, P. J. Teding van, Register. II. 637. Berkum, H. van, Antoinette Bourignon. II. 825. — Beschrijving van Schoonhoven. II. 525. — „ d. watervloeden. H. 300. — Eenvoudig vraagboekje. II. 907. — Geschied, v. Nieuw-Beerta. II. 651. — De Labadie en de Labadisten. H. 358. — Schortinghuis en de vijf nieten. II. 645. — De Togt naar Ameland. 414. Berlepsch, J. W. L. de, Filins periurus. II. 693. Berlic, J. A., Gramm, d. Illyrischen Sprache. 965. Berlijn, W. J., De Voorzienigheid. 675. — George en Louize. 675. Berman, A. J. — Zie Landjuweel. 184. Berman, J., Drietal zangen. 506. — Feestdronk. 504. — Gedachten. 500. — Wapenkreet. 500. Zie: W. J. P. Kroef. II. 682. Bemagie, P., Bruiloftdicht. 536. Zie: Reg. Tooneel. Bernard, A., Brief. Hs. 57. Bernard, Ch. de. — Zie Topin. 927. Bernard, E. — Zie Hickesius. 829. Bernard, F., Aan Willem V. H. 203. — De edelmoedige menschenliofde. 382. — De memor. v. d. Graave v. Byland getoetst. II. 203. — Précis historique. II. 207. — Verslag a. d. Magistr. v. Leyden, n. 473. — Vrije gedachten. H. 204. Bernard, J., Or. de philosophiae studio. H. 909. „ „ „ utilitate. EI. 909. Bernardus. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Bernardus, E., De mensuris et ponderibus antiq. II. 15. Bernardus, S., Eenlike spreken. Hs. 23. — Sermonen. 610, Hs. 19, 20. — Spreuken. Hs. 21. — Skrifter. 861. Zie: Augustinus. 607. — Leeringen. 20. Bemeggerus, M. — Zie J. Freinshemius. II. 689. Bernet, F. — Zie Reg. Tooneel. Bernhardi, J. L., Gebeurtenissen v. 1853. II. 335. — De Zeeuwsche Vrijbuiter. H. 465. Bernhardi, K., Sprachkarte v. Deutschland. 771. Bernhardt, E., Der Artikel im Gothischen. 741. Krit. Unters. iib. d. Goth. Bibelübersetzung. 741. — Kurzgef. Gotische Grammatik. 741. — Overdrukjes. Zie verder: Ulfilas. 744. Bernhardy, G., Grundriss d. Griech. Litteratur. 871. — „ „ Röm. „ 883. Bemier. — Zie Raoul de Cambray. 944.
Berno von Reichenau, 8t. Ulrichs Leben. 794. Bernolak, A., Schlowakische Grammatik. 972. Bemos, A. — Zie Reg. Tooneel. Bernoulli, J. J., Minerven-Statuen. IL 1037. Bernoulli, A., Die Schlacht bei St. Jakob. II. 761. Zie: Mittheilungen. II. 763. Bems, J. L. — Zie Landrecht. II. 421. Beroep (Const-Riiek) ofte Antwoort. 215. — op het oordeel v. alle onpart. gemoederen. II. 242. Beroepinghe (Van de) d. Kercken-Dienaeren. II. 392. Beroerte (Onchristelijke) in ’t Christenrijk. 440. Beroerten (Binnenlandsche borgerlijke). II. 153. — (De) in de Yereen. Nederlanden. II. 207. — (Napelsche) met de op- en ondergang vanMasaniello. II. 855. Beronicius, P. J., Boeren en Regeeringsstrijd. 306, 437. — quae extant etc. 629. — (De weergalooze dichter) vertaalt. 629. Berr, M. — Zie J. Mayer. 984. Berriat, M., Overdrukjes. Berryer, P. A. — Zie Jaubert. 927. Bert, J. de. — Zie Bandello. 663. Bert, P. — Zie Célébrités. 927. Berte aus grans piés (Li Romans de). 946. Bertelius, J. — Zie Respublica. II. 816. Bertelsen, R. — Zie Worsaae. II. 786. Bertha en Jaromir. — Zie Antikritiek. Hs. 7. Berthold von Holle, Demantin. 813. Bertholet, J., Histoire ecclésiastique. II. 765. Bertin, ï. P., Système de Stenographie. 9. Bertius, P., Oratio in obit. J. Arminii. 69. — en J. Arminius. ïwee disputation. 11. 365. Bertken (Suster), Boecxke v. dye passie ons liefs heeren. 613. — Boeck tractierende van desen puncten. 613. Bertleff, G. — Zie Programm. II. 760. Bertling, E. C. J., De Senatorio ... Concilio. II. 279. Bertlingius (M.) (Leven van). 70. Berton, Précis hist. d. batailles de Fleurus. II. 237. Bertram. — Zie Kalewipoeg. 994. Bertram, B. — Zie Muller. 749. Bertram, J. T., Leerrede over Jesaja XLVI: 12. 733. Bertramus, B. C., De republ. Ebraeorum. II. 24. Bertrand, E., Langues de la Suisse. 939. Bertrijn, Geer. — Zie Chronyck. II. 796. Bertuch. — Zie Reg. Tooneel. Bertuch, F. J. — Zie Manual. 919. Bervoets, H. C. — Zie Bösken. II. 967. Berzelius (Het Borstbeeld van) onthuld. H. 602. Besant de Dieu (Le). — Zie Guillaume le Clerc. 947. Bescheiden (Echte) van den jare 1787. Hs. 45. — aang. h. gebeurde met de Princesse v. Orange. H. 207. — (Officiële) d. Z. Afrikaansche Republiek. H. 684. Beschouwer (De letter-, historie- en boek-). 126. Beschouwing v. h. beiderzijdsche ongelijk. — 'Zie Olivier Schilperoort. H. 241. Beschouwing (Ernstige). •— Zie P. de Haan. H. 669. — (Onpartijdige). — Zie J. van Ouwerkerk de Vries. H. 269. — (Onpartijdige) d. staatk. aangelegenheden. H. 256. — (Ontzaglijke doch nuttige). V. — (Provis.) en eenvoudige aanmerkingen. H. 470. — v. h. stelsel v. d. Nederl. Marine. H. 304. — „ d. toestand v. Drenthe. — Zie Ameshoff. IL 653. Beschouwingen (Eenige). — Zie van Hees van Berkel. H. 305. — omtr. de besluiten betr. het Huiszittenhuis. H. 493. — over het Athenaeum illustre. — Zie Pinner. II. 555. — „ „ Kon. Ned. Instituut. 121. — (Staat- en krijgskundige). — Zie van Gorkum.II. 301. — van iemand d. Israel. Kerk. II. 336. Beschreibung u. Abbild. d. Todtentanzes z. Lübeck. H. 750. — (Warh.) wie d. Statt Groningen belegert. II. 646. Beschrijving v. Amsterdam. — Zie van Domselaer. H. 539. — der Borden van Rhetorica te Sluis. 25. — v. d. Brand v. h. Weeshuis te Leyden. II. 472. — » ,, „ op de Nieuwstraat te Leyden. II. 472. — d. Decoratien te Leyden. II. 470. — v. h. Eiland Curacao. — Zie van Paddenburg. H. 682. — v'. e. Exempl. v. d. Biblia Pauperum. 21. — v. h. Feest voor Lour. Jansz. Koster. 497. — .» .. » op den Wartburg. — Zie Frommann. H. 694. — van.. Friesland! — Zie Schotanus. II. 610. — d. Gebeurtenissen te Antwerpen. H. 797. — v. h. Gedenkteeken voor Th. Ainsworth. II. 637. — „ h. Handschrift der Batavia [van H. Junius], II. 76. — „ „ Hertogdom Limburg. H. 657. — „ „ Huldeblijk d. Ingezetenen v. N.-Brab. II. 404. — „ „ Instituut voor Doofstommen te Groningen. 36. „ „ Inwijdingd.St.Antoniuskerk.ZieWap.n.408. — d. Kloekm. daden v. J. Stz. de Sipier. II. 520. — v. d. Kunstplaat voorstel! het Rapenburg te Lev- den. H. 482. — v. h. Landt Guajana. -r- Zie Keye. II. 679. — „ Nederl. Gemeentezegels. — Zie v. d. Bergh. H. 9. — „ Out-Batavien. — Zie Scriverius. H. 95. — „ h. Oude Batav. Zeestrant. — Zie Bolstra. H. 393. — d. Plegtigheden bij het 2e eeuwgetijde v. Leydens ontzet. TL 466. — d. Plegtigh. bij de 40e verj. v. Willem V. II. 209. — .» „ » » verkiezing v. P. E. Voet van Wensen. H. 695. — v. d. Schilderij voorst, de Slag bij Waterloo. H. 236. — d. Schilderijen in het Museum Boymans. H. 523. — » » op ’t ’s Rijks Museum te Amster dam. H. 548. — d. Sledevaart te Leyden. H. 467, 497. — „ Stad Antwerpen. H. 797. — „ „ Bergen op Zoom. II. 405. — „ „ Bommel. — Zie van Hasselt, n. 437. 5
Beschrijving d. Stad Delft. II. 449. — d. Stad Gouda. — Zie Walvis. H. 453. — „ „ Oudewater. — Zie van Kinschot. II. 518. — v. ’t Stadhuis te Amsterdam. 548. — d. Triomphev.H.J. van Susteren. — ZieLabare. 450. — v. e. Triptikon. — Zie Schinkel. II. 326. — „ d. Uitdeeling d. 8 nieuwe vaendelen. IE. 475. — d. Uittocht v. Leydens weezen. II. 476. — v. d. Volkplanting Zuriname. — ZieHerlein.II.679. — „ „ Vroedschapspenningen.—Zie Snoeck. IE. 412. ti. Werken van schilderkonste in Antwerpen. U. 798. n Wapen verzameling v. Generaal Geisweit v. d. Netten. H. 302. — v. Westvoom of Goedereede. H. 446. d. Wydt-verm. Koopstadt Amstelredam. IE. 538. — (Aardrksk.) d. stad Arnhem. — Zie Nijhoff. IE. 424. — (Bekn.) v. Haarlem. — Zie Quarles v. Ufford.H. 562. „ d. Prov. Utrecht. — Zie Quint. H. 590. — (Geogr.) d. „ Gelderland. H. 415. — (Gesohiedk.) v. h. Kasteel te Breda. IE. 408. — (Histor.) v. Amsterdam. — Zie Dapper. IE. 539. „ d. reizen... ter ontdekking gedaan. IE. 663. — (Korte) d. boeken d. L. Jz. Koster gedrukt. 12. _ „ „stad Delft. H. 449. „ v. Geertruidenberg. II. 408. n u ’sGravenhage. — ZieWagenaar.II.455. „ d. Landing d. Engelschen in Zeeland. H. 570. (Korte) „ Loemel. — Zie Ackersdijk. II. 414. d. Oorspronck.. d. droeve oneeniche- den/n. 367. (Korte) weg. d. Opkomst d. Leydsche Academie. H. 497. (Korte) v. d. Regering d. 7 Vereen. Prov. Hs. 83. m a d. Strenge Belegheringe v. Leyden. — Zie Fruytiers. II. 463. — (Korte) v. d. Tien-daagsche veldtogt. II. 244. : alle Verschantsingen. IE. 545. _ ” „ Z.-Holland. — Zie van derEyck. EI. 441. (Korte histor.) d. Neder! oorlogen. II. 105. Zie ook: Daim. II. 104. (Kortbondigo) v. Lissabon. II. 850. (Merkwaardige) d. alliantiemaaltijden. II. 1055. (Naauwkeurige) d. batterijen. II. 545. u d. overstemmingen (v. 1784). II. 204. v. d. plegtigh. te Leyden op 8 en 9 Pebr. 1775. EL 497. (Naauwkeurige d. watervloeden. — Zie v. Brussel. n. 300. (Nieuwe) d. Stad Utrecht. II. 598. (Perfecte) v. h. leven v. d. Joodsen Messias. IE. 24. (Rechte) van ’t gene A. Paau... getracteert heeft. II. 144. (Statist.) v. Gelderland. — Zie Nijhoff. IE. 415. (Warachtige) d. Jerusalemsche reyse. Hs. 53. (Ware) d. Conscientien. 625. Beschryvinge. — Zie Beschrijving. Beschryvingen (Schilderachtige) v. d. Rotterd. Schouw burg. VEI. Beschryvinghe. — Zie Beschrijving. Bescrivinghe. — „ „ Beseke, J. M. G., Abbild. e. Röm. Rechtsgelehrten. H. 922. Besier, A. A. A., De juris Placeti historia. IE. 344. Besier, A. G., De juste abdicate PhilippoEL II. 629. Zie: Inventaris. II. 633. Besier, G. J. B., De leg. fund, indole et ambitu. II. 239. Besier, L. W. (of G.) A., Proeve y. e. hist, onderzoek (Spec. jur. de sociis delinquendi). II. 1048. Zie: Catalogus. II. 599. Beslissing... weg. de geschilpunten in het schrijven d. Nederd. Tael. 64. Besluit (Kon.) houd. de Acte van afstand. II. 1046. — op het Hooger Onderwijs. II. 320. — tegen oproerige bewegingen te Leyden. H. 471. — v. d. Gemeenteraad te Deventer. — Zie Ledeboer. n. 636. — v. d. Raad v. Leiden. 27 Jan. 1807. Hs. 49. Besluiten betreff. Siegenbeek’s Spelling. 150. — (Verschil!) v. d. Provis. Raad enz. v. Leyden. IE. 477—92. Besnier, P. — Zie Ménage. 933. Besoldus, C., De Natura Populorum. 27. Zie: Clapmarius. II. 934. Bespiegeling (Boertige) op de .. Leidsche jufferen. Zie: Schouwtooneel. 456. Bespiegelingen (Boertige en niet min schimpige). Hs. 27. — bij het oude jaar. IE. 980. — der vier levensstanden. — Zie A. Loosjes Pz. 639. — over Gods Kerk. — Zie Braconier. 373. Bessan, J. — Zie Heilwenschen. 220. Bestaan (50-j.) v. h. Genootsch. t. bevord. v. Natuurk. wetensch. te Groningen. II. 650. (50-j.) d. Hol! Mtsch. v. Fraaie Kunsten. 120. Besteben, M. F. — Zie Reg. Tooneel. Bestrijder (De ongelukkige)... den mond gestopt. EL 471. Bestuur (Provino. en G-emeenteltjk) in Ne derland. U. 281. Betankande (Underdanigt). II. 780. Beteekenis en afleiding van eigennamen. 171. Betge, C. C., Hartelijke toespraak. II. 359. Bethesda. Wederlegging d. redenering. II. 425. Bethesdani. — Zie Reg. Tooneel. Bethmann, L., Overdrukjes. Beths, N. D. — Zie ten Cate. 531. Bethune, M. de. — ^ie de Sully. Betoog (Beredeneerend) over het wezen en bestaan van geesten. 693. Betouw, A. in de, De succedendi ratione etc. II. 434. Betouw, G. C. in de, Comm, in C. laciti Hist. H. 92. De ordine procedendi coram Neomag. tribun. II. 434. [Verschil! geschriften over Nijmeegsche oudheden]. II. 433. Betouw, J. in de, Ad legem Rhodiam de jactu. IE. 922. — Annales, Noviomagi. H. 428, 429.
Betouw, J. in de, Brief aan J. W. te Water. Hs. 57. — Gemmae elegantissimae incisae. II. 852. — Kerken te Nymegen. II. 436. — Lotgev. v. d. Burgt binnen Nymegen. II. 432. — Nummi Consulares. II. 852. — „ Imperatorum Romanorum. II. 852. — Qnartierlijke Academie te Nymegen. II. 435. — Wandeling over het Valkhof. II. 433. — [Verschil! geschriften over Nijmeegsche oudheden], H. 433. — Overdrukjes. Zie verder: Catalogus. II. 9. — Handvesten. II. 428. Betrachtinge (Een aendachtige) enz. — Zie David Joris. 618. Betrachtingen over de Tentoonst. v. schilderijen. II. 459. Bets, P. V. — Zie Mengelingen. II. 812. Bettbuch Caroli Magni. 787. Betting, J. H., Leerr. hij den brand te Beest. II. 447. Betz, G. H., Overdrukjes. Betz, H. J., Art. 194. H. 307. — Beginselen of woorden? II. 388. — Een en ander. II. 388. — Ervaringswijsbegeerte. II. 914. — Hun Program. H. 260. — Leven van B. de Spinoza. 90. — Spinoza en Kant. n. 912. — Spinoza en de vrijheid. 91. — Het Spiritisme, een zg. wetensch. vraagstuk. H. 916. Beucker Andreae, J. H. — Zie Andreae. Beudeker, Chr. — Zie Psalmen. 247. Bengem, V. van. — Zie Costuymen. H. 410. Beuker, J., Rijmen, Minnedichten. 346. Beukhof, J., Het Seminarie. II. 674. Beulingen, J. G. van. — Zie Reg. Tooneel. Beulwiz, L. F. de, De consuetudine arma. H. 85Q. Beuni, J. B. de, Profytelykste planten. H. 794. Beuningen, C. van, Alle brieven en schriften. 651. — Zendbrief enz. H. 541. Beuningen, J. van. — Zie Reg. Tooneel. Beuningen, W. van, Overdrukjes. Beuningen van Helsdingen, R. van, Leerrede. II. 1017. Beunke, H. E., Walchersche boerenleven. 174. — Walchersche novellen. 174. Beurs (De poëte). 451. — (De) der vrouwen. 704. Beursen (Ordonnantiën betr. de) te Leiden. II. 514. Beurtrede over de liefde. Hs. 35. Beusekamp, H. J., Leerboek d. christ. godsd. n. 905. Beusekom, E. T. van, Allerlei. 675. — Hl November. — Ida. — Verhalen. 675. Beusekom, J. van. — Zie Bundel. 481. Beutler, C. — Zie Blumenbach. 907. Beutner, J. H., Parergon criticum. 746. Beuzekom, W. W. van (Lijkrede op). 727. Bevel, M. I. S. — Zie Verzameling. 293. Beveland, A. van, Brief aan Philomusus. IL 376. Bevelhebbers d. Land- en Zeemacht. H. 1050. Bevelschrift v. d. Aartsbisschop v. Utrecht. II. 334. Bevere, E. van, Les Pays-Bas. H. 66. Beveren, A. W. de, De jonge Josia. H. 194. Beveren, L. de. — Zie Bunyan. 651. Beveren, W. van. — Zie Nederland! 436. Beverland, H. (Testament van). Hs. 54. Beverningk, H. van (Werken over). H. 155. Zie: Verbad. II. 142. Beverovicius, J. — Zie Epistolae. 889. Beversluis N.Hz., P., De Verlossing. 423. Bevervoorde (van). — Zie Slenner-Hincke. 698. Bevervoorde, A. van, History of Holland. H. 81. Bevervoorde, H. J. Engelb. van, Geschied, v. h. Ge slacht van Bevervoorde. H. 68. Beverwijck, J. van, ’t Begin v. Hollant in Dordrecht. H. 451. — Hertog van Alva, geessel v. Nederlandt. H. 111. — Wtnementheyt d. Vrouvvel. Geslachts. 703. — Alle de Wercken.. in de Medecijne enz. H. 935. Bevestiging (De) v. Neerl. volksbestaan. —ZieDumans. H. 237. Bewaarscholen in Nederland. H. 307. — (De) in Zuid-HoUand. H. 443. Bewiis (Olaer) v. h. H. Auontmael. 897. Bewijs dat de Hollandsche taal korter is. Hs. 2. — (Eyghentl. ende treffend) van alle grouwelycke daden. H. 123. Bewijsreden (Een suyverlycke) enz. — Zie David Jo ris. 617. Bewyzen (Geloofw.) dat de boekdrukkunst te Haarlem is uitgevonden. 11. Beij-, — Zie Bei-, Beyer, A. — Zie Münster-Blatter. H. 742. Beyer, J. de. — Zie Cuper. 930. Beyer, W. G. — Zie Jahrbücher. H. 743. Beyerus, H., Predic. over d. 127 Psalm. H. 138. Beyerus, T. S., De Numis Romanis. H. 707. Beyma, J. M. van, Hist. Curiae Frisiacae. H. 615. Beyma thoe Kingma, F. H., Volksonderwijs. H. 313. Beyma thoe Kingma, S. G. H. A. van, Hist. Ordi- num Frisiae. H. 613. Beyschlag, D. E., Beitr. z. Gesch. d. Meistersanger. 747. Beyschlag, F. J. — Zie Collectio epistolarum. 757. Beyschlag, F. W. T. (Leven van). 749. Beyschlag, W., Leven van F. W. T. Beyschlag. 749. — Lessing’s Nathan de Wijze. 806. Beza, Th., Bekentenisse d. Christel, geloofs. H. 896. Zie: Morghenwecker. II. 820. — Psalmen. 247, 590. — Pseaumes. 943. — Strabo. 298. —Uit- breyding. 239. II. 989. Bezittingen (Buitenl.) v. Nederland. H. 661. Bezoek (Een) in ’t Gesticht v. minderj. idioten. H. 460. Bezwaren tegen d. hoofdelijken omslag. — Zie de Mare. H. 492. B. F. — Zie B. Fonteyn. B. F. T. — Zie B. F. Tydeman. B. H. — Zie B. Huydecoper. B. H. — Zie B. Hulsius.
B. H. v. A. — Zie Reg. Tooneel. B. H. B. — Zie Poesie. 818. Biagioli, G., Grammaire Italienne. 914. Bianconi, J. B., De antiq. Litteris Hebr. et Graec. 6. Biang-Lala. Indisch Leeskabinet. 131. Bibel. — Zie Bijbel. Bibel-arbeten (Svenska Medeltidens). 861. Biben, A., Het dorp aan zee. II. 1014. — Overdrukjes. Biben, M. G., Aanslibbing d. haven v. Amsterdam, n. 548. Bible. — Zie Bijbel. Biblia. — „ „ Bibliandrus, T., De ratione communi omn. linguarnm comment. 27. Biblie. — Zie Bijbel. Bibliographie. 19. — d. Geschiedenis v. Nederland. II. 54. — v. li. Nederl. Tooneel. I, CCLVH. — académique (de 1’Acad. Royale de Belgique). 123. — van Haarlem. — Zie van der Linde. II. 559. — (Proeve eener) over het Middelb. Onderwijs. — Zie Catalogus. H. 316. — (Nederlandsche). 22. — (Vlaemsche). 22. Bibliotheca Grotiana. — Zie Rogge. 78. — historico-Neerlandica. II. 55. — Hulthemiana. H. 814. — Japonica. 994. — Neerlando-Indica. II. 661. — Paroemiologica. H. 965. — Thyssiana of Catal. v. verscheyd. boeken, n. 432. — Vondeliana. II. 971. Bibliotheek (Algem.) vervatt. naauwk. berigten. 126. — (Evangelische). 578. — (Hedendaagsche vaderlandsche). 127. — (Heraldieke). II. 4. — (Land- en Stad-). 119. — v. Middelnederlandsche letterkunde. 199. — (Nederd, Dicht- en Tooneelkundige). II. — (Nederlandsche) — Zie Em. Hiel. 423. — v. Nederl. Dichters. — Zie van Beaumont. 321. — v. Nederl. schrijfsters. 660. — (Neêrlands). 132. — v. Oude Letterkunde. H. 1067. — „ Volksvoordrachten. 689. — (Zak-) v. vernuft en smaak. 127. Bibliothek d. Angelsachsischen Poesie. 830. — d. Angelsachsischen Prosa. 830. — „ alt. Dtschen litter. Denkmaler. — ZieUlfilas.743. — n Frohsinnes. — Zie Sprüchwörter. 769. — „ Mittelhochd. Litter, in Böhmen. — Zie Acker man (Der). 789. — Leben d. H. Hieronymus. 797. — Ulrich von Eschenbach. 796. Bicker, L., Brieven. Hs. 57. Bickerstaff, J. — Zie: Nachtstudie. 639. — Steele. 632. Bidloo, G., [Verschil!, dichtwerken]. 348. Bidloo, G., Bruiloftdichten. 538, 544. — Eerdichten voor M. A. de Ruiter. 439. — Laatste ziekte van Willem III. n. 174. —■ Tooneelpoezy. XVI. — Zeegegroet. II. 173. Zie: Amya. 527. — Crucius. 531. — van der Ende. 532. — Hop. 555. — Keg. Tooneel. Bidloo, L., [Verschill. dichtwerken], 346. — Gedagten o. h. schoon zaizoen enz. 446, 447. — Panpoëticon Batavum. 67. Bidpai. — Zie Voorbeelsels. 625. Bidrag (Et) til Knudens Lösning. H. 718. Bie, C. de, [Verschill. dichtwerken], 343. — Echos weder-klanck. 192. — Spiegel van de verdrayde werelt. 628. Zie: Reg. Tooneel. Bieberstein, F. H. J. de, Bijdr. tot de kennis d. geld middelen. H. 658. Biedermann, W. von. — Zie von Göthe. 801. Biegelaar, H. J., Tuiltjen viooltjens. 426. Biehler, B., De lapidibus Romanorum. II. 851. Biekorf. — Zie Bijenkorf. Bielevelt, H. [Verschill. dichtwerken], 404. — Grafdicht. 570. Bielz,E. A.,Fauna d. Wirbelth. Siebenbürgens. H. 759. — Steuerwesen in Siebenbürgen. II. 759. Bienboeck. — Zie Bijenboek. Biener, A., Brief aan H. W. Tydeman. Hs. 71. Bienkorf. — Zie Bijenkorf. Biens, C. P., [Verschill. dichtwerken]. 333. Zie: Cabinet. 192. — Liefde-vlammen. 192. — Reg. Tooneel. Bierens, S., Diet, physic, magis principalia. Hs. 76. — et S. Seruraux, In univ. Aristotelis Logicam. Hs. 75. Bierens de Haan, D. — Zie de Haan. Bierman Jr., J., Bij het overlijden van H. I. Roskes. H. 1020. Biesten, H. van. — Zie van Teylingen. H. 105. Biestkens, C. — Zie Reg. Tooneel. Bifrun, J. — Zie Testamaint. 960. Bigland, J., Letters on the study of... history. II. 1. Bihtebuoch... Beichtbuch a. d. XIV Jahrh. 797. Bijbel. — Opgave van Bijbels in verschillende talen en tongvallen. 54. — in het Angelsaksisch. 830, 831. — „ „ Czechisch. 969, 970. — „ „ Deensch. 859. — „ „ Engelsch. 841. — „ „ Esthnisch. 993. — „ „ Fransoh. 943. — „ „ Gaelisch. 867. — „ „ Gothisch. 741. — „ „ Hoogduitsch. 781. — „ „ Iersch. 867. — „ „ Italiaansch. 913. — „ „ Latijn. 891, 892. Hs. 14. — ., „ Lettisch. 972.
Bijbel in het Litausch. 972. — „ „ Magyaarsch. 991. — „ „ Maleisch. 999. — » „ Manx. 867. — „ „ Nederlandseh. 579—596. II. 1007. Hs. 12—13, 30. — in het Nedersaksisch. 818. — „ „ Plat-duitsch. 818. — „ „ Portugeesch. 923. — „ „ Sanskrit. 975. — u Spaansch. 920. — „ „ Welsh. 865. — „ „ Zweedsch. 862. Zie verder.- Testament. — in ’t eorte. 612. — „ duytsche. 587. — (Delftsche). — Zie Biblia. 582. — met de baarden. — Zie Bibel. 612. — (Staten). — „ „ 585, 586. — van Deux-Aes. — Zie Biblia. 581. — „ Uilenspiegel. — „ „ 581. — voor de jeugd. 587. — (De) en de leerstellingen d. Boomsche Kerk. II. 33. Bijbelgenootschap (Het Nederlandsche). H. 390. 516. Bijbelstudiën, n. 891. Bijbladen v. h. Tijdschr. v. h. Aardr. Genootschap. II. 38. Bijdrage tot de kennis d. Ned. O. I. bezittingen. — Zie de Jancigni. II. 664. — ter beantw. v. d. Gekortwiekte Faam. II. 603. Bijdragen der Gazette van Gend. 124. — en Mededeel, v. h. Histor. Genootschap. II. 62. — ter aankweeking v. eendracht. II. 476. — tot bekendm. v. d. voorn, zaken v. d. handel. II. 269. — „ boeken en menschenkennis. 129. — „ de feestv. v.h. Metalen Kruis te Haarlem. II. 561. — » » Friesche gesch., taal en letterkunde. II. 607. — „ „ geschied, d. Evang. Luth. Kerk. n. 354. — » » ,< v. Groningen. II. 639. — » » m d. Mtsch. d. Nederl. Letterk. H. 973. — » » „ v. h. Nederl. Zeewezen. II. 303. — » » ,, d. onderhandel, in Engeland. II. 664. — „ het l e jaarf. v. d. heldendood v. J. C. J. van Speyk. 505. — tot de kennis v. d. Mts. Tot Nut v. ’t Algemeen. 117. — » » » d, Ned. Gymnasiën. II. 317. — » » » d. Nederl. Spreekwoorden. 171. — » » voortbrengs. v. N. I. Zie Lothes. II. 667. — „ het oude strafregt in België. II. 802. — „ de oudheidk. v. Zeeuwsch-Vlaanderen. H. 576. — „ „ taal-, land- en volkenk. v. N. I. 997. n. 661, 666. — voor genie en menschengevoel. — Zie Rleyn. 639. — „ d. gesch. v. h. Bisdom v. Haarlem. H. 559. — >• » » v. d. Nederl. boekhandel. II. 961. — „ vaderl. geschiedenis en oudheidkunde. H. 61. — (Nieuwe) op het gebied v. godgeleerdheid. II. 886. — » tot opbouw d. Vaderl. Letterkunde. 112. Bijdragen (Taalkundige). 139. — (Tael- en dichtkundige). 111, 112. — (Tweetal) betreffende de boekdrukkunst. 13. Bij-dragiana bevattende twee Brieven. 112. Bije, P. de, Bruiloftdicht. 542, 544. — De Zangberg buiten gevaar. 446. — Zegezang. 444. Bije-coer. (De). 823. Bijenboek. — Zie Thomas Cantipratensis. 610. Bijen-korf (De) d. H. Roomsche Kercke.—Zie v. Marnix. II. 362. — (De Vlaemscke). 134. Bij- en ongeloof. 422. Bijgeloof (Het belagchelijke). 513. Bijl, Brief. Hs. 57. — Eigenhandige bibliographic. Hs. 57. Bijl, D. Wz. van der. —Zie J. van den Bos Az. 529. Bijl, Is. Jansz. — Zie Historie. II. 845. Bijl, Joost. — Zie Cort-begryp. H. 847. Bijl, J. de. — Zie Reg. Tooneel. Bijlage tot de Vaderl. historie. — Zie Vreede. II. 78. Bijlagen tot de Post van den Neder-Rhyn. II. 200. Bijlert, A. v., Godvertrouw. kerk- en landweese. II. 174. Bijleveld, F. P., De Comito Leycestrio. H. 121. Bijlevelt, W. L. van, Smeekstem der liefde. 521. Bijllaardt, H. van, Brief aan M. Tydeman. Hs. 57. Bijnaeus, A., Naerdens Burgermoort. II. 565. Bijnamen [in het Nederlandseh], 160. Bijndop, Jacob. — Zie Kronyken. II. 637. Bijnkershoek, C. van (Leven van). 73. — (Latijnsch gedicht aan). 907. Bijns, Anna, Refereinen. 317. — Nieuwe Refereinen. II. 995. Bijns, A., (ps.). — Zie Reg.*Tooneel. Bijsprake Salomonis (Die). 590. Bijsterbos, J. C., De Ordinibus Transisal. H. 631. — Rede t. open. verg. d. Overijss. Vereen. II. 627. — Leven v. J. N. J. Heerkens. Lb. 1868, 124. — „ „ G. A. Yssel de Schepper. Lb. 1869, 31. Zie: Register. II. 629. Bijtzalf der gebreken, n. 1009. Bijvanck, W. G. C., Essai critique s. 1. oeuvres de Vil lon. 949. — Overdrukjes. Zie verder: Los en Vast. II. 1066. — Suppl. Reg. Tooneel. Bijzonderheden omtr. d. jeugd v. E. A. Borger. 72. — (Vaderlandsche). H. 205. — van Leydens ongeval. II. 482. — (Voorn.) betr. de belegering v. Breda. H. 407. Bik, P. Vreede. — Zie Reg. Tooneel. Bikkers, I., Overdrukjes. Bilderdijk, O. R. geb. Woesthoven. Grafdicht. 570. — Brief aan H. W. Tydeman. Hs. 70. — Opwekking v. Lazarus. 389. Bilderdijk, Is., Verschil! gedichten. Hs. 26. — Aan Mr. J. W. Kumpel. Hs. 27.
Bilderdijk, Is., Arria en Petus. Hs. 32. — Geneesk. aanteekeningen. Hs. 76. — „ recepten enz. Hs. 76. — Index excerptorum. Hs. 76. Zie: Echtvereeniging. Hs. 27. — de Liege. Hs. 28. — Reg. Tooneel. Bilderdijk, K. W., geb. Schweickhardt, Lijst harer werken. 71. — [Verschilt, dichtwerken]. 389. — Afsterven v. Will. George Frederik v. Oranje. 484. — Feestzang. 493. — Gedenkdag van Waterloo. 495. —■ Gedichten voor kinderen. 497. — Lijkdicht op J. W. Bilderdijk. 562. — „ „ N. Schotsman. 573. Hs. 27. — De Moord van Woerden. 491. — De Overstrooming. 489. — Treurspelen. XVH. Zie: W. Bilderdijk. 231, 272, 387, 490, 492, 494. XVII. — Gedichten. Hs. 27. — Nieuwjaarwen- schen. 523. — Proeven. 268. — Southey. 312. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Bilderdijk, L. S., gen. van Teisterbant (Voor de vrienden van Vrouwe). 70. Bilderdijk, L. W., Brieven. Hs. 57. Bilderdijk, W., Dichtwerken. 386. H. 998. — Verschilt, afzond, dichtwerken. 386—389. Hs. 26. — Aan den Koning. 488. — „ Le Sage ten Broek. II. 382. — „ Leyden. 496. — „ Nederland. 482. — „ den Prins Erfstadhouder. 486. — „ de R. KathoL dezer dagen. H. 241, 382. — Aanmerkingen (Korte). H. 992. n op Romances van Tollens. Hs. 4. — Aanteekeningen betr. declinatie. Hs. 3. „ „ Nederl. etymologie. Hs. 3. — De Alleenheersching. 482. — Bath hernomen. 489. - — Beginselen d. woordvorsching. 158. — Bericht wegens ingekomen Verhandelingen. Hs. 3. — De Bezwaren teg. d. geest d. eeuw toegelicht. H. 240. — Bijdragen tot de Tooneelpoezy. Hl. — Biografie (Mijne). Hs. 54. — (Bloemlezing nit). 388. — Brief aan M. Siegenbeek. 151. — „ over B. J. Docen’s Verhandeling. Hs. 9. — Brieven. 110. Hs. 57, 84. aan H. Hoffmann von Fallersleben, J. L. Kesteloot, A. Loosies, M. en H. W. Tydeman, P. J. Uylenbroek, J. J. F. Wap, J. F. Willems. 110. — Buchstabenschrift (üeber die). 5. — Droom. 487. Epist. de collat. legum Mosaic, et Rom. H. 923. Echtviering van Napoleon. 489. — Feestzang. 493. — Feestviering d. Leydsche Hoogeschool. 498. — Geboorte (Ter) v. d. Prins v. Oranje. 481. Bilderdijk, W., Gedicht aan D. van Hogendorp. 555. — Gedicht aan J. C. Lannoy. 556. — „ „ L. C. Luzac. 556. — „ „ J. H. van der Palm. 557. — „ „ K. van der Palm. 557. — „ „ F. C. C. Tydeman. 560. — „ „ Jo. de Vries. 560. — Geologie. H. 948. — Geschiedenis d. Vaderlands. H. 80. — Geslachten d. naamwoorden. 157. — Geslachtlijst d. naamwoorden. 157. (Verklar.) d. naamwoorden. 158. — Hulde aan Z. K. en K. Majesteit. 489. — Intogt d. Franschen. 483. — Krijgsdans enz. 490. — Letterschrift (Van het). 5. — Lijkdicht op Joh. Bilderdijk. 562. — » „ J. W. Bilderdijk. 562. — „ „ B. de Bosch. 563. „ „ T. A. Clarisse. 565. — „ „ H. Coster. 565. „ „ J. Hinlópen. 567. _ „ „ W. Krull. 568. „ „ J. C. de Lannoy. 569. — „ „ L. Pater. 571. H. 1008. „ „ J. B. Scheffer. 572. „ „ N. Schotsman. 573. — „ » J- Wagenaar. 576. — Lijkgedachtenis v. Prins Willem. 484. — Lycidas. 479. — De 8e Maart. 483. — MDCCCIV. 487. — Memorie uit uaam v. J. Schot. Hs. 75. — Mengelingen en Fragmenten. 639. — Napoleon. 488. — Nederlandsche Spraakleer. 145. Observationem et emendationem liber I. 899. — October (De 3e). 497. — Opstellen v. godgel. en zedek. inhoud. 135. — Oud-Amsterdamsch volksdeuntjen. 173. — Perspectief, n. 953. — Pestel. Gedachtenisrede. 88. — Prins Karei Napoleon. 488. — Propositie d. d. Gedeput. v. Leyden. H. 473. Protestant(Een) aan zijne mede-Protestanten. H.382. — Quartet op gegeven muzyk. 472. Registers op de excerpten van Walewein. Hs. 10. — Request aan Lodewijk Napoleon. Hs. 35. . — Stukken (Eenige) in dichtmaat. 480. — „ (Losse). 487. •— Theses aliquot selectas. H. 921. — Treurspel (Het). H. 958. (Over het) in Nederland. Hl. — Uitspraak ( „ de) der g. Hs. 3. — Vaderlandsche Oranjezucht. 487. — Verband d. dichtkunst en welsprekendheid. 179.
Bilderdijk, W., Verhandeb'ngen. II. 977. — Verscheidenheden (Taal- en dichtk). 135. — „ (Nieuwe taal- en dichtk.). 135. — Voorlezingen (Nagel.) o. d. hollandsche taal. 137. — Voortreffelijkheid d. schilderkunst. II. 953. — Vreugdezang. 489. — Willem Frederik, Koning d. Nederlanden. 493. — Wapenkreet. 489, 493. — Woordenboek v. d. Nederduitsche spelling. 152. — Woordenlijst o. heraldieke termen. Hs. 74. — Zegefeest. 488. — (Werken betreff. het leven van). 70, 71, 388. — (Verschil! stukken betreffende). Hs. 54. —’s Eerste huwelijk. 71. — (Lijst der werken van). 71. — Overdrukjes. Zie ook: 1’Ange, J. Teissèdre. 88. — Antonides v. d. Goes. 347. II. 997. — Is. Bilderdijk. Hs. 26. — C. K. Bilderdijk, geb. Woesthoven. 526.—Bogaers. 389. — Brisseau-Mirbel. II. 949. — Bürger. 309. — Chalmers. II. 891. — Chrysostomus. II. 1009. — Clavareau. 226. — Dedekind. II. 898. — Delille. 815. — Extract. II. 204. — Ge dachtenbeelden. 231. — Gedichten. Hs. 27. — Girard d’Amiens. Hs. 35. — van Haren. 371, 372. — Homerus. 297. — Hooft. 324. — Const. Huygens. 332. U. 996. — Ibn Doreid. 317. Hs. 7. — Jacob van Maerlant. 204. — de Jager. 388, 389. — Kallimachus. 298. — de Lannoy. 379. de Liege. Hs. 28. — Lindner. II. 387. —Ludolfi. 963. — Maria. 307. — J. II. Merle d’Aubigné. 736. U. 389. — Nierstra8z. II. 241. — Nieuw- jaarwenschen. 523. — Ossiaan. 311. — Ovidius Naso. 801. — Perzius. 303. — Pope. 311, 312. — Proeven. 268. — Rau. 387. — Rey- nolt. Hs. 15. — Riemsnijder. 380. — van Royen. 307. — Sadi, Muslih Eddin. 317. — van Schelle. 383. — Spieghel. 320. — Stukken (Echte). 71. — Swartendijk Stierling. 387. — Tyrtéus. 297. — Verhaal. II. 942. — Jo. de Vries. 525. — Wap. 501. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Bilderdijk, W. en K. W., Nieuwe Dichtschakee- ring. 231. — Hollands verlossing. 492. — Treurspelen. XVn. — Vaderlandsche uitboezemingen. 494. — Wit en rood. 231. Bilderdijk, W. en K. W. en S. Iz. Wiselius, Nieuw liedeboekje. 272, 490. Bilderdijk, W. en M. Siegenbeek. Leydens ramp. II. 482. F Bilders, A. G., Brieven en Dagboek. 111. Bileams Raedt. II. 594. Billardon de Sauvigny, L. E. — Zie Reg. Tooneel. Bilt La Motte, C. v. E. van der, Eene wandeling op de Delftsche Tentoonstelling. II. 449. — (Leven van). Lb. 1869, 197. Biman, A., Grafdicht. 576. Biman, H. A. — Zie Bundel. 481. Biman, J., Oratio de principibus. H. 183. Binartius, M, — Zie Montanus. II. 964. Binckhorst (Den). — Zie van Borsselen. 320. Binder, W. — Zie Volkssagen. 807. Bindseil, C. H. — Zie Reg. Tooneel. Binger, H., Apollo en de Muzen. 519. — Het Meifeest in 1874. 521. — Nagalm a. d. Amsterdamsche kermis. 515. — Vondels standbeeld onthuld. 519. Zie: Gedenkboek. 17. — Volks-Almanak. II. 985. — Reg. Tooneel. Binger, M. H. — Zie Reg. Tooneel. Bingley, Ward. — Zie: van Walré. 390. — Ree. Tooneel. 6 Bingley, W. A. — Zie Hoedt. Hl. Binnart, M., Biglotton amplificatum. 166. — Diction. Teutonico-Latinum. 166. Binnevest, D. S. van, Brief. Hs. 57. Binnewiertz, H. H. B., Heemstede, n. 563. Binter, Brief aan E. v. Hogendorp. Hs. 71. ' Biverner, E. J. — Zie Opusculae. 850. Biörno (St.). — Zie Hervararsaga. 856. Biörno Haldorsonius, Lexicon Island. Lat. Dan. 45. Biographia Ultrajectina. H. 594. Biographie Nationale. II. 65. Birch-Pfeiffer, Ch. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Birkenstock, J. M. de, Denkschr. auf Priedr. H. II. 705. — In Predericum Hl... inscriptio lapidaris. II. 706. Bird, F. Spencer, A Sketch of Holland. H. 86. Birken, S. von, Brandenburgischer Ulysses. H. 710. Birgittas (Heliga) Uppenbarelser. 861. Birkmyre, W. — Zie Essais. H. 883. Birlinger, A., Aus Schwaben. 772. — Schwab.-Augsburgisches Wörterbuch. 772. — Wörterb. z. Volksthüml. aus Schwaben. 772. Birnie, G. —• Zie Levenslicht. H. 1011. Bischoff, F., Deutsch Zigeunerisches Wörterbuch. 776. Bischoff, O., Hoofdzaken uit de geschied, d. Kerk v Christus. H. 27. Bisdom (Het) v. Groningen. — Zie Bennink Jans- sonius. H. 336. Bisdom, D. R. Wyckerheld, De modestia. 898. Bishop of Natal. — Zie J. W. Colenso. Bismarck, O. von. (Leven van). H. 694. Bisschop, W., Justus van Effen. 76. — Woelingen d. Leicestersche partij. H. 468. — Overdrukjes. Zie verder: Bijdragen. II. 973. — Fragment. 201. — Tollens. 399. — Willem v. Hildegaersberch. 200. Bisschoppen (De). Een woord v. bemoediging. II. 336. — (De nieuwe). H. 336. — (Indien de) komen. H. 336. — (Utrechts), hun heerschzuchtig gedrag enz. 514. Biterolf und Dietlieb. — Zie Gedichte. 779. — Hel- denbuch 780. Bizot, P., Medalische historie d. Republ. v. Holland. H. 71. B. J. —• Zie Bennink Janssonius. B. Jz. — Zie Reg. Tooneel. B. J. D. — Zie B. J. Docen. Bjelke, H. von, Dansk-Tydsk Haand-ordbog. 51. Björnsen, Steph. — Zie Rymbegla. II. 788.
Bjömstahl, J. J., Reize door Europa. II. 46. B. K. Achttien honderd dertien. 517. Blaadje (Een vliegend). II. 336. Blaas, C. M., Der ewige Jude. 808. Blaas-balgh (Kleynen geestelycken). 651. Blaaupot de jonge, G. — Zie de Bosch. 529. Blaauw, H. T. de, Nederland... tot hoofdzetel v. h. Protestantisme bestemd. II. 342. — (Aandenken aan). 71. — (Leven van). Lb. 1858, 149. Blaauw, W. — Zie Verhandelingen. 156. Bladen over Japan. EL. 861. uit nicht Suze’s Schetsenboek. 686. — (Vliegende) v. d. leden d. Vereen, v. d. Boekh. 294. (Wetenschappelijke). 131. Bladzijden v. Neerl. geschiedboek. — Zie Boom. II. 546. Blaes, B. — Zie Mémoires. II. 110. Blaes, J. B. — Zie Mémoires. II. 116. Blatter (Altdeutsche). 778. — (Periodische) d. Hessischen Vereine. II. 720. , ZU r naheren Kunde Westfalens. II. 725. Blaeu, W. — Zie Onderwijs. II. 958. Blaeu, W. Jansz. (Leven van). 71. Blaeuw, Brief aan M. Tydeman. Hs. 57. Blair, R., Gedachten over het graf. 636. Blanc, E., Traité de la contrefapon. 18. Blanc, H., Okygraphie. 9. Blanc. L„ Hist. d. 1. Révolution Franpaise. II. 823. Zie: Célébrités. 927. — Ulbach. 927. Blanc (Le). — Zie: Le Blanc de Guillet. Blanc, L. G. — Zie Fuohs. 909. Blanck, D., Bruiloftdicht. 538. Blanckart, Alex. — Zie Bibel. 580. Blanckenburg,v.,Doodsmertd.volkeoverkomen.II.1001. Blankaart, S., De Kartes-Academie. II. 936. Blankaert, P., Bruiioftdicht. 542. Blankaert, S. — Zie Lucianus. 600. Blanken Jz., A. en J. Blanken Jr. — Zie Catalogus. II. 1050. Blanken, G. H., Aantal Studenten te Leiden. II. 505. Blanken Jz., J., Mem. v. geschiedk. aanteek. H. 298. — Uitstrooming d. Opper Rijn wateren. II. 297. Blankenaar, J., Leven van G. J. Spoor. Lb. 1884,131. — Overdrukjes. Blankenheym, C. M„ Gesch. d. Comp. v. Ostende. II. 669. Blankesteyn, C. van. — Zie Lemuel Gulliver. 702. Blansaert, A. — Zie Sententien. II. 136. Blansaert, J. — » >» Blaren van allerlei boomen. 225. Blasius, J., [VerschM. dichtwerken]. 345. — Bruiloftdicht. 535. Zie: Daudiguier. 664. — Reg. Tooneel. Blass, F., Socialen Zustande Athens. II. 860. Blaunfeldt, M. F., Naar lagdes Spiren. II. 719. Offenes Sendschreiben. II. 719. — Das Schlesw. Sprachrescript vertheidigt. 746. Blaupot ten Cate, S. — Zie ten Cate. Blauw, J., Aanspraak. II. 479. en van Irhoven van Dam. Geschiedk. verhaal. II. 211. Blecourt, J. de, Bey d. Hintritt.. A. G. Pagenstechers. 754. . Bleeck van Rijsewijk, F. G. B. van, De stichting v. h. Nassau-Veluwsch Gymnasium. H. 427. Bleecker, D., Grafdicht. 563, 577. Zie: Reg. Tooneel. Bleeker, P., Bibl. Societ. quae Batav. floret Catalo gus. 122. —- Geneeskunde onder de Chinezen. II. 674. — Geneesk. topographic v. Batavia. H. 674. Ichthyologiae Archip. Indici prodromus. II. 667. — Overdrukjes. Bleekersmeisje (Het vrolijke). 293. Bleibtreu, L. C., Volkshuishoudk. Rekenboek. II. 933. Bleiswijk, J. C. van, Gereform. Graedboecxke. 650. Bleiswijk, P. v., Aanleggen en versterken v. dijken. H. 297. — De aggeribus. II. 950. Blesdikius, N., Hist, vitae D. Georgii. 82. Bleu, F. le, Minne-vlam. 339. Bleuland, J., Orat. in memor. H. D. Gaubii. 77. Bleyswyck, Ez. D. van, Beschr. v. Delft. II. 449. Bleyswyk, A. V. — Zie Crucius. 531. Blieck, F. J., Mengelpoezy. 408. Bliek, P., Lijkrede op J. Drieberge. 728. Blijspelen (Vaderlandsche). XV. Blik op ’s Hertogenbosch. — Zie Keller. II. 411. — (Een) op iets van nationaal belang. 153. H u de Ned. volksschool. — Zie Veth. II. 312. n u „ Onpartijdige beschouwing. II. 256. — „ „ Rome. 513. Blikken in het krijgsmansleven. — Zie Theunissen. H. 48. Blin de Sainmore, A. M. H. — Zie Reg. Tooneel. Blinden (Onderwijs van). II. 307. Blinkert (De). — Zie van Walré. 390. Blix, E., De vigtigste Udtryk. 980. Bloch, M., Gramm, d. Ungarischen Sprache. 989. Taschenwörterb. d. Ungar. u. Deutschen Sprache. 51. Block, B. — Zie Reg. Tooneel. Block, J. — ,, « w Block, J. A. — Zie van Berkum. H. 525. Block (Tannetge). — Zie Kornelis. Blockhuys, J. — Zie Toekomst. II. 307. Bloed (Het Heylig) Ons Heeren J. C. 401. Bloem, H. V7. — Zie Tentoonstelling. II. 314. Bloem, J., Bruiloftdicht. 544. Stigtelyke zeede-versen. 260. Bloemaert, H. — Zie Reg. Tooneel. Bloembergen, A., Intrede v. Frans van Anjou. LL 797. Bloeme, A., Notice sur la Guillotine. II. 823. Bloemen. Keur v. Nederlandsche poezy. 223. op het outer van ’t vaderland. 186. uit den vreemde. 311. — „ Salomo’s gaard. II. 994.
6 Bloemen van Nederl. proza en poëzie. 181, 200. — (Nieuwe). Keur v. Nederl. poezy 223. — (Onverwelkte). 225. — (Uitheemsche). 295. Bloemenknopjes. — Zie Camper. 401. Bloemensprookje (Èen) uit Wurtemberg. — Zie van Vloten. 680. Bloem-Hof van de Nederl. jeught. 274. — der doorluchtige Voorbeelden. 628. Bloem-Hof ken (’t Gheestelyck). 254. Bloemhoven (Uit drie). 307. Bloemkrans (Een). Leesboek. 156. — om het hoofd van P. Hofstede. H. 381. — van verscheiden gedichten. 227. Bloemlezing. (Dichtlievende). 231. — Gesehiedk. bijzonderheden betr. de Nat. Synode. H. 349. — uit de Apocriefe boeken d. O. Testaments. H. 1014. — „ het Christelijk Album. 645. — „ den Delftsche Studenten-Almanak. H. 451. — „ de Evang. Gezangen. 267. ft ft ft ft ft ft ft ft ff ft ft ft » Godsd. Geschriften d. Israëlieten. 656. Hoogduitsche dichtstukken. 307. Maleische geschriften. 999. Middelnederlandsche dichters. 199. H. 985. de Nederl. berijming d. Psalmen. 250. » » dichters en prozaschrijvers. 181. Nederl. dichtwerken. 223. » dichters d. J. ten Brink. 224. » » ,, P. van Genabeth. 224. » » d. 17e—19e eeuw. 224, 225. „ prozaschr. [d. N. G. v. Kampen], 577. » „ der 17e—19e eeuw. 577. 578. de Oudste geschriften d. Christenen. 656. Bloemlezingen en Verzamelingen in JPoëzie en Proza. 181. II. 983. — nit Nederlandsclie dichters. 223. » » prozaschrijvers. 577. Bloemsel (Afgeslagen). — Zie Tengnagel. 337. Bloetstortingen (XV) ons heerë Jesu Christi. 621. Blogg, S. E., Aedificium Salomonis. 981. Bloijs, Johan van, Lantrechten v. Ovefyssele. Hs. 52. Blok, E. G., J. v. ïtoyen en D. M. G. Heldewier, Nadere aanteekeningen. II. 475. Blok, G. — Zie Strabo. 298. Blok, Jan, b. d. maaltijd d. Mt. Tot Nut v. ’t Alg. 485. Blok, P. J.j Doel v. d. beoefening d. geschiedenis. II. 2. — Eene stad in de middeleeuwen. H. 462. .— » .. onder de Bourgond. heerschappij. II. 462. — Overdrukjes. Zie verder: Rechtsbronnen. II. 490. Blok, R., Grafdicht. 571. Zie: de Bosch. 629. — van Haren. 654. — Ver zameling. 453. Blokbergen, J., Ledige uren. H. 1000. Blokhuizen, E. — Zie Insignis. H. 815. Blokkade (De) van Delfzijl. — Zie van Heynineen Bosch. II. 645. J ^ Blom, A. H. (Leven van). Lb. 1885, 109. Blom, C., Aanspraak a. d. vollen Magistraat. II. 625. — Gods belofte aan Salomo, n. 195. — Origineel Request. II. 626. Blom, H., Russisk Sproglaere. 964. Blom, J. G. van, Het harmonische in de Friesche dichtkunst. 823. — De opkomst v. Dragten. II. 621. Blom, Ph. van, Aide Friske wetten. H. 617. — Dr. J. H; Halbertsma. Foarlêzing. 78. — Overdrukjes. Blomhert, J., Gesch. v. h. Vereen. Nederland. H. 77. Blommaert, Ph., [Verschilt, dichtwerken], 409. — Aloude geschiedenis d. Belgen. H. 790. — Ambachtsgilden te Gent. H. 809. — Gesch. d. Kamers van Rhetorics te Gent. 209. — Hilda. II. 999. — Nederduitsche schrijvers van Gent. II. 966. — Nederlandsche begravingswijze. H. 88. — Overdrukjes. Zie verder: Balladen. 211. — Beclach. 429. —Beleg. H. 807. — Gedichten. II. 986. — Gewoonten. II. 816. — Kronijk. II. 800, 807. —Leven van St. Amand. 206. — Oorlog (Grimbergsche). 201. — Theophilus. 207. — Vrouwen heimelykheid (Der). 208. — van Zevecote. 330. Blommen (Moaye) fen ós Frysce Letterkroane. 823. Blonck, A. a, Album celeb, et doet. virorum. Hs. 55. Blondeel, V., Heylsame gedagtenis. H. 557. Blondeel, V. J., Beschr. d. stad Utrecht. H. 590. Blondel (Geslacht). — Zie Butkens. H. 68. Blondel de Néele, Oeuvres. 944. Blondin, J. N., Manuel d. 1. pureté du langage. 936. Bloodzukers (De;. 176. Blouwett Ligeoiss. 940. Bloys van Treslong, C. J. — Zie Reg. Tooneel. Blüting. — Zie Low Buch. n. 1059. Blum, J. C., Deutsches Sprichwörterbuch. 769. Blumauer, A. — Zie Bloemlezing. 307. —Virgilius. 299. Blume, C. L., Antw. aan W. H. de Vriese. II. 967. Blume, H. A., Algem. beschouwingen. H. 669. Blumenbach, H., Antiquitates Epiphaniorum. II. 30. Blumenbach, J. F„ Brieven. Hs. 71. — (Lat. gedichten aan). 907. Zie: K. E. A. von Hoff. 749. Blumenlese (Deutsche) aus der Böhm. Kunst- en Naturpoesie. 970. — aus Niederlandischen Dichtem. 226. — aus den Werke der Troubadours. 924. Blumhardt, M. G., Vergl. Bemerkungen. H. 965. Blumhof, J. G. L., Einige Nachrichten. H. 852. Blussé (Genealogie der familie). Hs. 57. Blussé, A., Brief. Hs. 57. — Eerkroon. 374, 470. — Iets dichtmaatigs. 374. — De beste Opvoeding d. jeugd. 465. — Proeven v. Kerkgezangen. 266. Zie: A. Blussé. 651, 562. — de Voider. II. 195.— Zacharia. 308.
Blussé de jonge, A. (Leven van). Lb. 1851, 17. — (Gedichten aan). 551, 552. Zie: Siegenbeek. 11. 225. Blussé, P., Brief aan D. H. Heinemeyer. Hs. 57. Historia novarum legum. II. 842. Bo, L. L. de, Westvlaamsch idioticon. 177. Boas, D. S., De mutua inter histor. patriae et jus patrium necessitudine. II. 53. Bobbin, T., The Lancashire Dialect. 840. • Bocardus, J. — Zie Antwoorde. II. 368. Bocca. Zie Bauduin de Sebourc. 948. Boccaccio, J., Auswahl s. besten Novellen. 915. _ II Filicolo. 915. — Lustige Historiën. 662. (Scelta della migliori Novelle di). 915. — De Verliefde Fiammette. 663. Zie: Keg. Tooneel. Boccalini, Pr., De ratione status imperii. II. 164. Missive raeck. de... drievoud. Vreede. II. 164. Politiikke Toetsteen. 628. Boccone. Natuurkundige naspeuringen. II. 947. Bocharie van Djohor, De Kroon aller Koningen. 1000. Bochoven, F. van, Nagel, stichtelijke gedichten. 353. Bochoven, L. C. van, Rouw-klagte op Friso. 455. Bock, C., Reis in O. en Z. Borneo. H. 677. Bock, 0. W., Analysis verbi. 41. — Erklarung d. Baues d. Sprachen Europa’s. 41. — Versteben d. neueren Völker ihre Sprachen noch richtig? 41. Bock, F., und M. Willemsen, Reliquienschatze. II. 659. Bock, L., Ueber einige Falie d. Conjunctiva. 758. Zie: Wolfram v. Eschenbach. 791. Boekenberg, P. Czn, Egmundanorum... gentishisto ria. II. 69. Historia Brederodiorum. 11. 69. Prisci Bataviae et Frisiae Reges. H. 93. Bocstadius, A. — Zie Westerburgius. H. 1030. Boddaert, P., Brieven. Hs. 57. (Levensgeschiedenis van). H. 967. Zie: Gedenkteeken.454.455. — Historie. II. 568. Meulman. II. 1005. — Moorman. 363. — Pope. 312. — Keg. Tooneel. Boddaert Czn, P., [Verschill. dichtwerken]. 364— 365. — (Leven van). 365. Zie: Kethaan. 229. — Tijdkortingen. 229. Boddaert Jr., P. [Verschill. dichtwerken]. 396. Bodde, D. [Verschill. dichtwerken]. 412. Boddens, M. A., Brief. Hs. 57. Boddien, F. von, De nobilitate. II. 63. Boddien, F. G. von, Der Mecklenb. Haken. II. 950. Zie: Bruchstiicke. II. 716. Boddien, G. F. von, Brieven. Hs. 71. Bode, M., Oorlogszang. 444. Zie: Verzameling. 229. — Reg. Tooneel. Bodecheer Benningh, .1. — Zie Benningh. Bodegom, A. van, Zegen-wensch. 460. Bodel, Jean. — Zie Jean Bodel. Bodel Nijenhuis, J. T., De juribus typographorum et bibliopolarum. 18. — Leven v. A. Brown. Lb. 1856, 78. — „ „ D. P. G. Humbert de Superville. Lb. 1849, 129. — Leven v. L. J. F. Janssen. Lb. 1870, 3. — „ „ F. W. van Mauvillon. Lb. 1852, 82. — „ „ P. van Musschenbroek. Lb. 1824, 38. — „ „ F. A. F. Th. de Reiffenberg. Lb. 1850,143. — „ „ W. Steven. Lb. 1857, 176. — H. van Wijn geschetst. Hs. 55. — Liste d. portraits d’imprimeurs. 14. — Topographische lijst d. plaatsbeschrijvingen. H. 393. — (Leven van). Lb. 1873, 247. — Overdrukjes. Zie: A. J. van der Aa. 68. — Archives. 11.102.— Boonzajer. Hs. 74. — Catalogus. 113. II. 57. — Chronike. Hs. 42. — Demetrins. H. 859. — Groshans. 46. — van Harderwijk. Hs. 54. — Mnemosyne. 128. — Repertorium. II. 55. — Stoke. 205. — v. Wessele Scholten. Hs. 55. — Williams, n. 112. en W. Eekhoff, Kaarten v. Friesland. H. 609. Bodenburg, C. C., Die Donau. 802. Boden-brood voor ... J. van Vondelen Voorlooper. 241. Bodensele, W. von. — Zie Grotefend. H. 712. Bodenstedt, F., Liederen v. Mirza-Schaffy. 310. — Neues Leben. H. 1024. Bodenstein, A. — Zie Füeszler. 750. Bodmer, J. J. — Zie: Fabeln. 780. — Nibelungen Lied. 792. — Proben. 779. — Sammlung v. Minne- singern. 785. Boec, Boeck. — Zie Boek. Böckh. Zie Bragur. 737. Böckh, A., d’Alembert u. Friedrich der Grosse. 3. Zie: Sophokles. 874. Boeking, E., Ueber d. Notitia dignitatum. H. 850. Zie: Epistolae obscurorum virorum. 890. — 1’eperi- cornns. 890. Boeder, J. G. de, De jure hospitiorum. H. 1060. Boecop, A. Toe. — Zie Uittreksels. H. 629. Boedeker, H. W., Reformation d. Altstadt Hannover, n. 7i3. Boeff, J. C., De decreto Tiberii Imperat. H. 28. Boeff, T. — Zie Hultman. 555. Boegineesch. 1001. Böhl de Faber, J. N. — Zie Floresta. 919. Böhm, M. — Zie Reg. Tooneel. Boehme, J. G., Memor. J. C. Gotschedii. 751. Boehme, J. G. et J. P. Meisner, De Iside Svevis olim cvlta. H. 689. Boehmius, J. G. — Zie de Curius Dantiscus. 893. Haltaus. 758. Böhringer, J. A., Redev. Nut v. ’tAlgem. n. 974. Zie: Liederen. 269, 270. Böhtlingk, O., Overdrukjes. Zie: Sanskrit-Chrestomathie. 974. — Unftdi-Affixe (Die). 975. — en R. Roth, Sanskrit-Wörterbuch. 973. Boek (De) der amoreusheyt. 212. (Het) Anonymi gen. Deutero Jubilon. II. 497. Hs. 49.
Boek (Het 2e) Anonymie. II. 474. — (De) van Catone. 207. — (Het) der Chronyken. H. 202. — „ der geestelycke sangen. 255. — (Het Groene) d. Trans valera.—Zie Bescheiden.H.684. — des Galden Throës. 609. — (De) vanden Houte. 206. — der inghelen. 612. — van der kennisse Godes. Hs. 80. — des Kerstens ghelove. Hs. 22. — (Een nieu sunderling). II. 857. — van onser lieuer vrouwen miracule. 608. — „ de oorspronck. Hs. 32. — der Psalmen. — Zie Psalmen. — (Dat) der Sproecken. — Zie Wyera. 621. — van Twaleff graden der duechden. Hs. 22. — „ den verlichte van Cistercien en van Clareval. Hs. 37. — van d’ zonne te maken. Hs. 75. Boekdrabkunst (Praktijk der). 15. H. 962. — (Uitvinding der). 11. II. 961. Boeke, J., Eenvoud, en beknopte handleiding. II. 356. — Schriftuurlijke Katechismus. II. 906. Zie: Redevoeringen. 116. Boekel, P., Gesch. v. h. Haarlemmermeer. H. 531. — Haarlemmermeer. 522. Boeken (Al de) des Nieuwen Verbonds. 595. — (De Apocriefe) des Ouden Verbonds. 591. — (De Canonyke) v. d. Stad daer de Schoole der Wysheid is. TL 474. Boekenlijst (Alg.) v. d. Lagere Scholen. H. 310. Boekenoogen, J.G., Oorsprong des Avondmaals.II.1037. Boekeren, W. van, Verslag, d. Comm. v. d. optogt te Groningen. H. 649. Beekeren, R. Eoopmans van, [Verschil! kinder- en prentenboekjes], 714, 715. — [Verschil! romans en novellen], 685, 686. — Afscheidleerrede. 727. — Bevestiging van J. Knappert. 730. — Een paar Dordtsche collega’s. H. 1012. — „ Homoeopatisch geneesmiddel. II. 536. — Kathederkout. II. 1012. — Kinderpreken. 726. — (Leerrede ter bevestiging van). 727. — Leven van C. H. Dee. Lb. 1884, 141. — Op het Loo. H. 483. — De Oude tolbaas. 156. — Schoenen op keur. 645. — Snaaksche rijmoefeningen. 422. — Voor en na de pauze. 645. — Overdrukjes. Zie: Handleiding. 234. — Kennis en Kunst. 132. Boekeren, G. R. Voormeulen van, Leven v. Neer! Zeehelden. H. 303. Boekhandel. 17. H. 961. Boekholt, B., Wonder! vryagien tuss. Arantus en Rosemondt. 664. Zie: Reg. Tooneel. Boekholt, J., Uitspanningen. 351. Boeksken v. d. inwendighen naevolgen des leuens. 613. — van der minnen Gods. 619. — (Nieuw zuyverlyk). 263. — v. d. inwendighen ghesteliken oefeninghen. Hs. 24. Boekstavering (De Fiyske). 822. Boekzaal der Leesgierigen. 634. Boel, J. — Zie Spreuken. Hs. 21. Boele, A. — Zie Tydeman. H. 934. Boele van Hensbroek, P. A. M., Beoefening d. Oos- terache talen. H. 1034. — Gedichten. II. 1000. — Overdrukjes. Zie verder: Bijdragen. II. 961. Boelen, H. Th., [Verschil! romans]. 682. Zie: Proza en poezie. 184. — Tooneel-Almanak. CCLVI! — Voor visschers gevangen. 184. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Boelens, A. — Zie Reg. Tooneel. Boelensz, J., Brief aan G. Bicker. Hs. 57. Boeles, P., Beleg en bevrijd, v. Groningen. H. 647. — Handleiding onderw. godsdienstleer. H. 907. — Leerrede, t. bevest. v. A. T. v. d. Tuuk. 733. — Leiddraad b. h. godsdienst onderwijs. H. 907. Boeles Jr., P., De eisch der tijden. H. 342. Boeles, W. B. S., Bijzond. finant. regtsbetrekking. IL 644. — Frieslands Hoogeschoo! H. 622. — Geestelijke goederen in de Prov. Groningen. H. 644. — Leven v. M. J. Noordewier. Lb. 1866, 219. — De patriot J. H. Swildens. 91. H. 970. — Scheiding v. Kerk en Staat. H. 393. — Stemregt v. eigenerfden. H. 644. — Overdrukjes. Zie verder: Bijdragen. II. 639. — Dichtvreugde. 437. — Jonckbloet. II. 649. Boendale, Jan. — Zie Jan Boendale. Boer (Di Afrikaanse). II. 684. — te Stolwijk (Spotdichten op d. slapenden). 444. — (De Wassenaarache). H. 201. Boer (Franc. de). Nieuwe dichtproeven. 399. — [Verschil! dichtwerken voor kinderen], 427. Boer, J. de. — Zie Reg. Tooneel. Boer, L. M. de, Stemmen d. Natuur. H. 1000. Zie: Prins Willem I. II. 991. Boer, M. de. — Zie Historie. IV. Boer, P. J., Bruiloftdicht. 545. Boer, P. Jz. — Zie van Ede. 532. Boer, W. R., De Arbeid. H. 933. — De dominio gentium aquatico. H. 932. — Overdrukjes. Boerden (Dit syn X goede). 202. Boere-dans (De), oft ’t Gezelschap na de mode. 289. Boere-krakeel (Het). II. 998. Boere-Schrieuwer (De) oer it Nys fin de dey. 825. Boere-Vriesk, yn rym en onrym. 822. Boere Zoon (De tankbre). 828. Boeren-bruyloft (De vermakelyke). 287.
Boeren-Catechismus. II. 212. Boeren-Litanie ofte Klachte d. Kempensche Landt- lieden. 430. Boeren-praatje (Ernstig en vertrouwlijk). II. 192. Boeren Samenspraak. II. 1002. Boeren Zeun (De) v. Bellingwolde. II. 982. Boerkave (Stamboom van). — Zie Schimmelpenninck van der Oye van Nyenbeek. II. 69. Boerhave, H. (Herinnering aan). 71, 72. — (Lat. gedicht aan). 907. Zie: Burmannns. 902. Boerinnetje (Het geschaakt). 671. Boers, B., Beschrijving van Goedereede. II. 446. — Leren van J. Tichler. Lb. 1866, 125. Boers, C., Brief aan M. Tydeman. Hs. 57. Boers, P. W., Brief aan J. W. te Water. H. 502. — Brieven. Hs. 57. — Propositie. H. 501. — Vaderlandsche brieven. II. 349. — Woorden te Katwijk in gebruik. Hs. 6. Boers, W. A. — Zie Verzameling. H. 589. Böeseken, N. A. A. — Zie Broederliefde. 232. Böeseken, S. M. — Zie Broederliefde. 232. Bösken, J. H. (In memoriam). H. 967. — (Woorden ter nagedachtenis van). H. 967. Boesnach Czn, W. — Zie Suppl. Heg. Tooneel. Boesnach Jz., W. — Zie Reg. Tooneel. Böthführ, H. J., Die Livlander auf auswartigen Uni- versitaten. H. 770. Boëthius, C. C., De consolatione philosoph. 605, 789. — De consol, philos. in Angels, vertaling. 831. — „ „ „ „ Nederl. „ 304, 606. — „ „ „ „ Oudhoogd. „ 789.11.1023. — Eeuwgedicht. 304. Zie: Burmannus Sec. 457. — Denkmaler. II. 1028. — Ghebruyck. II. 993. — Jean de Meang. Hs. 35. Boëthius, H. — Zie Respublica. H. 843. Boetius a Bolswert, Duyfkens en Willemynkens Pelgrimagie. 661. Zie: Marius. II. 540. Boetselaer (Van) (Genealogie van). Hs. 56. Böttcher, Het groote huiskruis. II. 294. Böttger, H., Diöcesan- u. Gau-Grenzen N. Deutsch- lands. II. 696. Einführung d. Christenthums in Sachsen. II. 693. — Entstehung der welflschen Lande. H. 712. — Grenzen zwischen den Alloden. H. 693. — Overdrukjes. Boetticher, P., Horae Aramaicae. 986. Böttiger, C. A., Abschiedsrede. II. 746. — Die heilbringenden Götter. H. 699. Böttiger, C. G., De Henrico Leone reipubl. Christ. per Germ. sept, statore. H. 693. Böttiger, K. W., Allg. Geschichte. H. 10. Boeuff, C. W. du, Verspreide poezy. 419. Boeven-tucht. — Zie Coornhert. 624. Boexken. — Zie Boeksken. Boey, C. — Zie Psalmen. 240. Boey, T., De oudheid v. d. Hove van Holland. IL 263. — Woorden-tolk. 163. Boeye, J. P. Schuurbeque. —■ Zie Sehuurbeque. Bogaard, P., Overdrukjes. Bogaard, S. Tak van den, Laus picturae [Lat. en Nederl.]. 382, 898. Bogaerd, K., [Verschil! dichtwerken]. 423. Bogaerde, A. J. L. v. d., Distrikt St. Nikolaas. H. 809. Bogaerde, C. van den (Lijkrede op). 727. Bogaerde van ter Brugge, A. J. L. van den, Be langrijkheid van den handel. H. 269. — (Leven van). Lb. 1858, 134. Bogaers, A., [Verschil! dichtwerken], 403. — Aan de Verdedigers v. Antwerpens Kasteel. 516. — Albertus Everts. 506. — Feestcantate. 516. — Jubelzang. 517. — Leven van H. Tollens Czn. Lb. 1857, 103. — Lierzang. 513. — Het Metalen Kruis. 515. — Taalkundige opstellen. 140. — Terugkomst d. hezetting v. d. Citadel. 506. Wezen d. uiterlijke welsprekendheid. 718. Woordenboek op Bilderdijk. 389. — (Leven van). 72. Lb. 1872, 3. Zie: Anna Bijns. 317. — Dichtbloemen. 295. — van. Beesema. 641. — Tollens. 675. — Verslag. II. 458 Bogaert, A., [Verschil! dichtwerken]. 353. Zie: Caesar. 604. — van Focquenbroch. 334. — Juvenalis. 303. — van Paffenrode. 845. — Rou- klagten. 442. — Suetonius Tranquilius. 605. — Valerius Maximus. 604. — Vondel. 328. — Reg. Tooneel. Bogaert, A. van den. — Zie Block. 529. Bogaert, P., Toegepaste spreekwoorden. 172. Bogaerts, A. M. en M. J. Koenen. Pract. taalstudie. H. 977. Bogaerts, F., Epigrammes. 956. — Notice sur W. J. J. Nuyen. H. 325. — Overdrukjes. Bogaerts, K. J. — Zie School- en Letterbode. 134. Bogardus. — Zie Bedenkinge. H. 366. Boge, Ch. M. B. van den (Leven van). Hs. 54. Bogerman, J., Christ, overlyden v. Mauritius. H. 137. — (Leven van). 72. Zie: Waerschouwinghe. Hs. 366. Bobeemsoh. 969. H. 1033. Bobemen (Koningrijk). H. 755. Bohl, J., Oom Adriaan. 687. Zie: Dante. 816. Bohn, geb. Beets, D. P., Onze Buurt. 679. Bohn, H. G., A Handbook of Proverbs. 840. Zie: Polyglot. II. 966. Boie, H. (Leven van). 72. Boieldieu, M. — Zie Théaulon. 959. Boileau Despréaux, N., Dichtkunde. 314. — De kunst der poëzy. 177. — Oeuvres. 951. — [Versch. hekeldichten in Neder! vertaling]. 314.
Boirie (Eug. Catiran de). — Zie Reg. Tooneel. Bois, J. P. J. Du. — Zie Beschrijving. II. 663. Bois, L. du, Overdrukjes. Bois, P. du. — Zie Schuermans. 176. Bois de Gomicourt, G. du, Sentenze e proverbi. 914. Boisjermain (Luneau de). — Zie Luneau. Bois-Reymond, E. dn, Goethe und kein Ende. 761. Boisse (de Montemart), Koningrijk d. Nederlanden. 11. 236. Boissevain, Ch., Overdrukjes. Zie ook: Allard. 72. — Gids (De). 130. Boissevain, G. J. — Zie Klijn. 195. Boissevain, G. M., De Pinanciëele toestand. II. 1049. — Gewone en buitengewone uitgaven. II. 1049. — Leniging van armoede, n. 1049. — Het Streven onzer Sociaal-democraten. EL 1048. — Overdrukjes. Boissy, L. de. — Zie Reg. Tooneel. Boiste, C. V., Diet. d. 1. langde Franpaise. 935. Boiste, J. A. — Zie Philippon la Madeleine. 935. Boitet, R., Bruiloftdicht. 543. Zie: Beschrijving. II. 449. Boivin. — Zie Poetarum ... carmina. 893. Bojadschi, M. G., Romanische Sprachlehre. 961. Bok, Brief aan H. W. Tydeman. Hs. 57. Bok, Jr. J. H. — Zie Proeven. 268. Bok, J. W. — Zie Letteroefeningen. 125. Bokkalim. — Zie Boccalini. Bokkel, L. J. W. ten, Bemoediging. 414. — Ernstig woord. II. 336. Zie: Huisvriend. 707. — Mengelingen. 184. Bokma, H. — Zie Jaarboekje. H. 354. Bol, J. van der, Lofrede op Willem denVe. EL 214. Bolderman, J., Grafdicht. 570. Bolhuis, J. H. van, Gesch. v. h. kasteel Vredenburg. — Inrigting d. Latijnsche School te Utrecht. H. 600. — Letterarbeid. 136. — De Noormannen in Nederland. EI. 94. — Aant. op de Noormannen in Nederland. Hs. 42. — Overdrukjes. Bolhuis, L. van, Brieven. Hs. 57. — Grammatica of Nederd. Spraakkunst. II. 977. — Groninger woorden. Hs. 5. — Nederd. spraakkunst. 144. — Rudimenta of gronden d. Nederd. taal. H. 980. — Syntaxis of woordvoeging. II. 980. — Tweetal redevoeringen. EI. 651 Zie: St(jl. 150. Bolhuis, M., Grafdicht. 565. Bolhuis Hoitsema, C. M. van, Overdrukjes. Bolhuis van Zeeburgh, J. van, Gesch. d. eerste Graven uit het Hollandsche Huis. EL 95. — Kritiek d. Friesche geschiedschrijving. EI. 607. — Overdrukjes. Bolingbroke, H. St., Recht gebruik d. historiën. EI. 50. Bolkenhain, M. van. — Zie Scriptores. II. 709. Boller, Overdrukjes. Bollmann, K., Deutsch-Danische Frage. H. 719. Bolmer, J. G. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Bolognino, G., Noodeliicke ortographie. 149. Bolstra, M., Beschr. v. h. oude Batav. Zeestrant.il. 393. Bolt (Aslak), Jordebog. II. 782. Bolt, J., Eeuw-Zang. 457. Bolten, Bruiloftdicht. 537. Bol te, A., Die Sprache und ihr Leben. 33. Bolwerck, J., Lijkrede op M. Heydenryck. 729. Bom, H. Gz., G. D., Catal. v. boeken over de Utr. Hoogeschool. H. 602. — Het Geslacht v. Keulen, n. 961. — „ Hooger Onderwijs te Amsterdam. H. 556. Bom, G. Th. — Zie Lijst. II. Bombardement uit het oorijzerbastion. 516. Bomble, F. (Lijkrede op). 727. Bomelius, H., Bellum Traiectinum. EI. 591. Bomhoff, Hz. D., Handwoordenb. v. d. spelling. 152. — Nw. groot Woordenboek d. Nederl. taal. 167. Bomme, L., Redenvoering. II. 579. Bommel, R. A. C. van. — Zie Capitaine. H. 812. Bommenaar, A. van den, Bruiloftdicht. 529. Bonafont, C., Avantages d. 1. langue Franpaise. 925. Bonapartes reize na de Elizeesche velden. 496. Bonapartisme (Het). H. 825. Bonarelli, G. de. — Zie Reg. Tooneel. Bonaventura, Boexken v. d. volmaecth. d. levens. Hs. 24. — Centiloquium s. Centilogium. H. 1029. — Prickel der miné gods. 611. — Betraktelser öfver Christi lefverne. 861. Bondam, A. C., De Ortensche verwikkelingen. H. 1053. Bondam, P., Adversaria jurid. et hist, indolis. Hs. 37. — Adversaria de jure publico. Hs. 40. — „ jurid. et hist. Belg. inprimis argum. Hs. 40. — Annot. ad J. J. Mascovii d. jure feudorum. Hs. 74. — Analecta. Hs. 5. „ juris Romani et Medii aevi. Hs. 74. — Brieven. Hs. 57. — Copie uit een Reg. v. d. Abdy v. Loosduinen. Hs. 38. — Differentiae Juris Romani et Belgici. Hs. 74. — De Foedere Trajectino. II. 116. — „ Jurisprudentia Belgica. n. 261. — „ subsidiis. H. 261. Zie: Charterboek. II. 416. —Handtvesten. II. 559. — Kilianus auetue. 166. — Mascovius. II. 1060. — Privilegiën. Hs. 51. — Verzameling. II. 114. Bondam, R., De provocationibus. H. 418. Bondt (J.) herinnerd. 72. Bondt (N.) „ 72. — Comment, ad Unionis Ultrajectinae. EL 116. Zie: Denker (De). 633. — P. Panins. II. 116.— Philanthrope (De). 633. Bone, C., Das Plateau von Ferschweiler. II. 1061. Bonebakker, J. A., Bruiloftdioht. 538. Zie: Beumer. 528. — Bruinier. 530. Bonefonius, J., Pancharis of minnedichtjes. 305. Bonel, P. G. A. — Zie Reg. Tooneel.
Bonerius, Der Edelstein. 797. Boneval Faure, B. van. — Zie Faure. Bongaardt, C., Bruiloftdicht. Hs. 539. Bongardt, B. J., Troostzang. 376. Zie: F. D. Bongardt. 529. Bongardt, F. D. — Zie Elderbeek. 532. Bongarsius, J. — Zie Justinus. 888. Bongartz geb. Smeets. — Zie Verzameling. Ets. 55. Boniface, C. E. — Zie Reg. Tooneel. Bonifacius. — Zie Gabbema. Et. 299. — Müller. II. 331. Bonilla, J. de, Een cort tractaet. 648. Bonin, C. F. — Zie Heg. Tooneel. Bonjour, Cas. — Zie Reg. Tooneel. Bonn. — Zie v. d. Breggen. 72. Bonné, D., Het boekdrukken. 497. ■ . Bonnecbose, E. de, La plus facile d. Grammaires. 932. — Overdrnkjes. Bonnett, A. A. geb. Wesseling, Brief. Hs. 58. Bonnet, G., Aanmerkingen. II. 380. — Ie Antwoord aan van Hemert. II. 380. le (en 2e) Brief aan een vriend. II. 380, 381. — Brieven (en Bibliographic). Hs. 57. Zie: D. van der Kemp. II. 374. Bonnet, G., en H. Roijaards, Bijlagen tot de brie ven. H. 382. Bonnet, G. W. J. — Zie P. Bonnet. 727. Bonnet, P., Laatste leerrede. 727. Bonnier-Hellyer, L. — Zie Snyers. 75. Bontenbal, Cl. Mz. — Zie Sententien. II. 137. Bontius, R. — Zie Reg. Tooneel. Bonvarlet, A. — Zie Messer. H. l062. Boogaard, F. H. — Zie Rüstow. H. 53. Boogaard, J. A., Toespraak over Boerhave. 72. — (Leven van). Lb. 1878, 131. — Een volksbelang. II. 495. Boogaard, 3. F., Welke verbeteringen enz. II. 404. Boogaard, M. van den. — Zie Charters. II. 414. Boogaard, P. van den, Feest van Sinte Zwijn. 372. Boogaart, J. — Zie Gebedt. 229.. Boogert, J. — Zie Reg. Tooneel. Bookes, P. H., Grafdicht. 568. Bool, EL 3., Militieplichtigheid. II. 301. — Statistiek van Leiden. II. 484. — Overdrukjes. Zie ook: Wet. II. 669. Boom (Den) der gierigheyt. 322. Boom, G. van de. — Zie Reg. Tooneel. Boom, H„ Bladzijden v. Neerl. geschiedboek. II. 546. Prins Hendrik in Drenthe. II. 653. Zie: LeBturgeon. II. 653. — Volksalmanak. II. 653. Boom, H. en A. L. Lesturgeon, Een Drentsch Ge- meente-Assessor op reis. 678. Boom, N. — Zie Reg. Tooneel. Boomgaert, C. — Zie Coornhert. 189. Boomgaert, C. A. — Zie Plutarchus. 599. Boomhuys, J., Grafdicht. 571. Zie: Reg. Tooneel. Boomkamp, G., Alkmaar endesz. geschiedenis.II. 535. — Egmond aan zee. Et. 558. Booms, P. G., Le 12 Aout 1831. ü. 244. — Veldtogt tegen Klein-Kabilie. H. 87Q. Boon Cz., A. van der, Beschr. d. lithothripsie. II. 936. — Leven van P. J. van Maanen. Lb. 1855, 40. — Overdrukjes. Boon, C., Bede tot de Hooge Regering. II. 565. — Godsdienstige beschouwing. II. 530. — Lijkrede op H. J. Commys. 728. Zie: Beeloo. II. 565. Boon, C. of K. (Terschill. dichtwerken]. 353. — Aanmerk. op het Gebruik en misbruik d. too- neels. 351. — Bruiloftdicht. 544, 547. — Tooneel-poezy. XVI. Zie: Grijspaert. 533. — Reg. Tooneel. Boon, P. — Zie G. Boon. 529. Boon Mesch, A. H. van der, Redevoering 75-j. best. d. Mtsch. v. Nijverheid. H. 287. — Redevoering over Humphry Davy. 834. Invloed d. natuurkundige wetenschappen. II. 286. — Leven v. J. W. van Vredenburch. Lb. 1850, 138. — Noodzakelijkheid v. d. beoeff. d. natuurk. weten schappen. II. 290. — (Leven van). Lb. 1876, 3. — Overdrukjes. Zie ook: Tijdschrift. II. 287. Boon Mesch, A. L. van der (Leven van). Lb. 1852,94. Boon Mesch, H. C. van der, Grafdicht. 571. — Overdrukjes. Boon van Ostade. Grafdicht. 570. Zie: Heilwenschen. 220. Boonacker, V. F. J, Overdrukjes. Boone, F. A., De tooverdrank. 681. Zie: de Laveleye. II. 290, 795. Boonekamp, P. 3. — Zie Handleiding. 8. Boonen, J. — Zie Reg. Tooneel. Boonzajer, C , Aant. over NederL schrijvers. Hs. 7. Zie: van der Schneren. 166. Boonzajer, C. G., Brief aan H. W. Tydeman. Hs. 581 Lijst van Muntverzamelaars. Hs. 74. „ „ Stempelsnijders. Hs. 74. - Naaml. d. steden v. Oud-Nederland. Hs. 46. — (Leven van). Lb. 1863, 380. en J. G. W. Merkes. Geschiedk. aanteek. H. 428. Booren, E. van, Het 200e jubels vreugt verhaal. 461. Boos, H. — Zie Chroniken. IL 764. Boos, Mart. — Zie Lincke. II. 730. Boot, C. H. B., De actionum natura. H. 826. Encomium Gulielmo I. U. 1030. Be jure postliminii Romanorum. II. 923. Leven van 3. H. Burlage. Lb. 1874, 93. „ „ M. C. van Hall. 79. _ n „ J. A. Jolles. Lb. 1883, 103. u „ F. F. Karseboom. Lb. 1879, 93. „ „ H. Provó Kluit. „ 1861, 11. — Overdrukjes.
Boot, Ger., Vermaeckelycke Uren. 627. Boot, G. — Zie Junins. II. 437. Boot, J. C., Dichtstuk. 487. Boot, J. C. G., Disp. inauguralis. II. 924. — Gedachten o. h. Staatsexamen. II. 320. — De hist. Gymnasii Leovardiensis. II. 625. — De vita... P. Wesselingii. 95. — Overdrukjes. Zie: Catalogus. 121. — Gronovios. 892. —Hein- sins. 895. Booth, A. — Zie Joumael. II. 138. Booth, C. — „ van Cortgeen. II. 590. Boots, D., Bruiloftdicht. 540. Boots, J., „ 540. Boots-gezel (Groote Nieuwe Hollandsche). 281. Boott, C., Vlugschriften tegen P. Burman. CCLVIII. — (Lijkrede op). 727. Bopp, F., Glossarium Sanscritum. 973. — Gramm. ■ d. Sanskrita-Sprache. 973. — Yergl. Grammatik d. Sanskrit etc. 42. — Vocalismus od. sprachvergleichende Kritiken. 740. Bor, L., Amboinse oorlogen. II. 678. Bor, M. A. — Zie A. Bormeester. Bor Chrz., P., Gelegenth. v. ’s üertogen Bosch. n. 411. — Nederl. Oorloghen. II. 103. — Oorspronck.. d. Ned. Oorloogen.. in Liederen. 269. — Oorspronk d. Ned. oorlogen, n. 103. Zie: Carion. II. 12. — Tragi-Comediën. XVI. — Reg. Tooneel. Borch (de), Lettres sur la Sicile. II. 856. Borch, L. von, Beitr. z. Rechtsgeschichte. II. 701. Borch tot Verwolde, A. P. R. C. v. d., Comment. II. 423. Borcharen, C. van, De evictione. II. 922. Borchgrave van Couchi (Roman van de). Hs. 79. Borchgrave, E. de, Overdrukjes. Borchgrave, J. de. — Zie P. J. de Borchgrave. 384. Borchgrave, P. J. de, Gedichten. 384. Borchgravinne (De) van Vergi. 209. Borcht, J. van der, Parnas-galm. 494. Borcht, P. van der. — Zie Vyants Net (Dat). 621. Borcht, P. E. de, Mémoire s. 1. Maison de Kerckhove. H. 70. Borde, A. de la. — Zie La Borde. Bordes, A. J. Th., De cessione bonorum. II. 924. Bordes, J. P. de. — Zie: van Sypesteyn. II. 155. — Tijdschrift, n. 287. Bordus, W. la, Vreugdeblijk. II. 183. Zie: Euclides. 598. Boreel, A. — Zie Evangely. 596. Borel. — Zie Ménage. 933. Borel, E., Scène lyrique. II. 482. Borger (De). II. 196. Borger, E. A., [Verschill. dichtwerken], 400. — Bevalling d. Prinses v. Oranje. 495. — Boezemklagt. II. 998. — Brief aan een vriend. II. 482. — De modesto... sacrarum liter, interprete. II. 887. Borger, E. A., Disp. de historia pragmatica etc. II. 1. — Gevecht van Napoleon en Minerva. 493. — Grafdicht op H. A. v. d. Palm. 571. — Iets nopens den Brief aan een vriend. II. 483. — Leerredenen. 724. — Oon myn graete makker B. F. Tydeman. 825. — De Vaderlander. 492. — (Leven, dichtvruchten enz. van). 72. — (Lijkrede op). 727. — (Lijkdicht op). II. 1007. Zie: Auswahl. 720. —v. Borssum Waalkes. II. 967. Borgnet, A., Histoire des Beiges. II. 791. — Philippe II et la Belgique. II. 107. — De Nederlanden onder Filips II. II. 107. — Overdrukjes. Zie ook: Stockmans. II. 791. Borgnet, J. — Zie: Memoires. II. 117. — Protocole. II. 816. Borheck, A. C. — Zie Archiv. II. 727. Boria, J. de, Emblemata moralia. 896. Borluit, G. — Zie Ovidius Naso. 301. Bormans, J. H., Lettres. 1. éléments Thiois d. 1. lansme Wallonne. 940. — Notae in Reinardum vulpem. 889. — Observations s. 1. roman de Cléomadès. 946. — Overdrukjes. Zie ook : Chanson. II. 985. — Fragmenten. 203. — Fragments. 202. — Heynryck van Veldeken. 206. — Jacob van Maerlant. 208. — Jan de Klerk. 206. — Leven. I. 207. II. 986. — Jan Praet. 209. — Parthenopeus. 203. Hs. 1Ö. — Schooi en Letterbode. 134. — Verslag. 65. Bormeester, A. — Zie Reg. Tooneel. Born, D., Deutschl. Vertheidigungskampf. II. 52. Born, F. G. — Zie Adelung. 759. Born, H. van den, Verh. over de letter Q. 150. Born, J. D., Overdrukjes. Bom, W. — Zie Sint-Anna. 698. Bornemann, L. — Zie Thomsen. II. 767. Bomemann, W., Plattdütsches Volksbok. 820. Bonder, H. de, La fiUe de Roland. 960. Bornius Alvaarsma, B. — Zie Alvaarsma. Bornman, H. G., In nuptias Guilielmi IV. 902. Borrra-taal. 987. Borre, A. van der. — Zie Copye. n. 136. Borrebagh, H. J., [Verschill. dichtwerken], 352. H. 1065. Borrelly. — Zie de Hordt. H. 707. Borremans, N. — Zie Palaephatus. 598. Zie: Vo8sius. II. 95, 96. Borret, E. J., De summiimperiicivilisorigine.il. 929. Borret, L. J. H. — Zie Verzameling. Hs. 55. Borret, Th., Overdrukjes. Bonichius, O., Analecta ad cogitationes de Ling. La- — De causis diversitatis linguarum. 29. — Hermetis Aegyptiorum... sapientia. EL 945. — Lingua Pharmacopaeorum. 884. — De ortu... chemiae. n. 945.
Borrichius, O., De Poetis. 870. Borring, L. E., Notice sur C. C. Rafu. 857. Borross, J., Brieven aan M. Tydeman. Hs. 71. Borrow, G., The Zincali. 920. Borsius, J. (Leven van). Lb. 1859, 61. — Leerredenen. 733. — Overdrukjes. Borski, G. van Wieringhen, Beknopt leerboek. II. 978. — Beoefening v. d. Nederl. prozastijl. 180. — Blik op het verledens. II. 247. — Het taalonderwijs verdedigd. 138. — (Leven van). Lb. 1871, 53. — Overdrukjes. Borsselen, Ph. van (Verschil! gedichten). 320. 321. II. 1065. Borssum Waalkes, G. H. van, Hulde aan de vaderen. II. 618. — Priesche Klokke-opachriften. II. 612, — Kerkelijke toestand van Huizum. H 623. — Overdrukjes. Borssum Waalkes, G. H. van, en H. v. d. Meulen. Hulde aan Borger. H. 967. Borstius, J., Vier Predication. 721. Borwinkel, C., Grafdicht. 573. Bos, D. Az. van den. — Zie J. van den Bos. 529. Bos, E. Le. — Zie Le Bos. Bos, J., Val en opstanding v. Europa. H. 53. Bos, J. A. — Zie Nepos. 886. Bos, J. P. — Zie Reg. Tooneel. Bos, L. V. — Zie L. V. Bosch. Bos, P., Bruiloftdicht. 536. — Grafdicht. 564. Zie: Brandt. 630. — Bremer. 530. Bos, P. R. — Zie Schoolbode. H. 309. Bos, S. — Zie Reg. Tooneel. Bos, M. Muller van den, geb. van den Broeck. — Zie Reg. Tooneel. Bosboom-Toussaint, A. L. G., [Verschil! romans]. 678, 679. Hs. 82. — Pantasien in December 1848. II. 254. — Gedenkschrift v. d. inhuldiging v. Willem HI. H. 546. (Leven van). — Zie J. ten Brink. II. 967, 1063. — Overdrukjes. Zie ook: Almanak v. h. Schoone en Goede. 187. Bosch (Het Haagsche) vol vrolijke zangers. 286. — (Het vermakelijke Haagse). 286. Bosch, A. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Bosch, A. G., Scheepvaart d. h. Suez-Kanaal. H. 868. Bosch, B., De Eigenbaat. 477. — Ernstige dichtluim. 478. — Gedichten. 382. Lofzang' op de Davidsgezangen. 248. — Neopolem Buonaparte. 484. — De Nieuwe Oranjeboom. 470. _ n Vrijheid aan ’s lands vaderen. 477. der drukpers. 478. Bosch, B., De Waarheid a. d. Eigenbaat. 477. — De Weelde in Nederland. 476. Zie: d’Arrest. 650. — Bellamy. 562. — Eerzuil. 236. — Heer Janns Janusz. II. 225. — Heer Poli tieke Blixem. II. 225. —. H. Hooft Dz. 555.— Moena. 290. — Reg. Tooneel. Bosch, B. de, Brieven. Hs. 58. — Bruiloftdichten. 542, 546, 547. — Dichtlievende verlustigingen. 369. — Grafdichten. 563, 571, 574. H. 1008. Zie: Aecama. 549. — Blaanpot. 529. — 1 H. de Bosch. 552. — Clifford. 552. — Gellert. 308. — van Lelyveld. Hs. 7. — RuyBch. 558. Bosch, C., Het heyl der Koningen. II. 173. Bosch Dz., D. W., Zakwoordenboekje. 152. H. 979. Bosch, F. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Bosch, P. D. — Zie H. Bosch. 529. Bosch, H. de, Aan Buonaparte. 483, 486. — Ad Buonaparte. 904. — „ Galliam. 904. — Carmen de aequalitate hominum. 897. — Lat. gedichten ter eere v. Buonaparte. 904. Zie: Alewijn. 907. — van Beaumont. 907. — van Boetzelaer. 907. — Bondt. 907. — Jnd. de Bosch. 663. 907. — Bosscha. 72. — Burmannus. 903. — Cras. 907. — Deiman. 907. — Dijl. 907. — nana. 907.—van Hensde. 907.—Hinlópen. 567.— Elis. Hooft. 908. — Hnlshoff. 908. — C. van hennep. 656, 908. — S. H. M. van hennep. 908. — van hijnden. 908. — A. H. Nienwland. 670. — P. Nienwland. 909. — Ran. 572, 909. — Rauwenhoff. 908. — Rover. 908. — van Royen. 903. — van Santen. 908. — Schimmelpenninck. 908. — Verzameling. 893. —■ de Vries. 576. — Walraven. 908. — Willink. 56 L. Bosch, Jac. — Zie: Arntzenius. 905. — Bosch. 529. Bosch, 3. de, Brieven. Hs. 58. — Bruiloftdicht. 563. — Dichtstuk aan R. J. Schimmelpenninck. 486. — Gelijkheid der menschen. 308. — Grafdicht. 570. — (Lofrede op). 72. — „ „ H. G. Oosterdijk. 87. Bosch, J. van den, Armeninrigting. II. 655. — La Colonie de Prederiksoord. H. 655. — Nederl. bezitt. in Azië, Amerika enz. H. 661. — Stadhouderen v. Vriesland. H. 611. Bosch, J. C. ten. — Zie Verhaal II. 596. Bosch, J. H. van den. — Zie Liedjes. 518. Bosch, L. E., Gedenkboek d. Utrechtsche Schutterij. H. 597. — De Kompagnie vrijwillige Jagers. II. 603. — Paus Adriaan VI. H. 591. — De Willemskazerne. II. 599. Bosch of Bos, L. V., [Verschil! gedichten]. 339—340. — Dordrechtsche Arcadia. 663, 664. — Engelsche Floras. H. 831. — Leven en bedrijf v. Willem HI. H. 172. n „ daden d. door! zeehelden. H. 5. — ’tOude Nieuws der ontdeckte Weereld. 627. — Praeltoonneel d. doorluchte mannen. H. 5.
7 Bosch of Bos, L. V., De Reysende Mercurius. H. 162. — De Spaensche Mercurius. II. 162. — Tooneel des Oorlogs. II. 153. — Treurtoonneel d. doorluchte mannen. H. 5. — Zuyd-Hollandtsche Tessalia. 663. Zie: Beroerten. II. 855. — Boccalini. 628. — Brache- liu8. II. 19. — Carrington. II. 836. — Cervan tes. 664. — Flavins Josephus. 599. — Neder- landt. 436. — Papinius Statius. 302. — Beg. en Suppl. Reg. Tooneel. Bosch, M. en A. Deken, Stichtelijke gedichten. 230. Bosch, P. van den, Brieven. Hs. 58. — Bruiloftdichten. 535, 548, 571. — Beschr. d. plegtigheden te Leyden. II. 496, 497. — Lierzang aan P. Hofstede. 459. — Redev. bij gelegenh. v. h. 2e eeuwfeest, v. Leydens ontzet. 461. n. 466. Zie: Gaubius. II. 497. Bosch, S., Brieven aan A. Kluit. Hs. 58. — Bruiloftdicht. 540. — Lijkdicht. 564. — Op de vrede. 439. Zie: Amya. 527. Bosch, H. van Heyningen. — Zie Heyningen. Bosch van Drakestein, M. E. Ch., Bezoek aan Leiden door d. Graaf v. Leicester. H. 468. Bosch Kemper, de. — Zie Kemper. Boscheiden, A. van, Leidens feesth. gemeente. H. 496. Bosdijk, J. F., De Koning heerscht niet meer. 509. — De spiegel d. natuur. 413. — Uitspraakleer d. Nederd. Taal. 154. Zie: Stukken. II. 560. Bosius, F. — Zie Cyriacus. n. 855. Boskoop, J., Intree- en Afscheidleerrede. 727, — Jacobs uitvaart. H. 187. — Lijkrede op J. Temmink Wz. 733. — (Lijkrede op). 727. — (Lat. gedicht aan). 907. Boskoop, J. van. — Zie ten Dam. 525. — Verza meling. 453. Bosman, J. (Leven van). Hs. 54. Bosman, Th. J., Het opstel. 180. Bosman, W., Beschrijving v. d. Guinese kust. H. 681. Bossaert, J. — Zie Verhandelingen. 9. Bosscha, H., Brief aan D. H. Heinemeyer. Hs. 58. — Ter Gelegenh. v. d. 81e verj. v. h. Gezelsch. Li- bertate et Concordia. 494. Geschied, d. Neder! Staatsomwenteling, n. 229. De institut. procurat. ex antiq. jure publ. iupatria nostra. H. 307. — Memoria H. de Bosch. 72. Or. de Batav. ingenii cum ad morum humanitat. 57. — „ de Graecarum Romanarumq. liter, studio commendando. 867. — Or. pro commend, medii aevi historia. n. 15. — Pax Ambianensis. H. 1030. Zie: Bibliotheek. II. 1067. — Forsten. 907. — Verzameling. 893. Bosscha, J., Brief aan M. Tydeman. Hs. 58. — Willem de Clercq herdacht. 74. Bosscha, J., De Duitschers en de Nederlanden. H. 141. — Het Grondwettig verbond. H. 232. — Kroon en Ministers. H. 278. — Leven van Willem de He. H. 255. — Neerl. heldendaden te land. II. 304. — Pruissen en Nederland. II. 257. — Schets d. Algem. Geschiedenis. H. 10. — Welke verpligting rust op de regeringen. H. 960. — Overdrukjes. Zie ook: Aanspraken. II. 291. — Almanak. II. 408. — A-Saga. 160. — van Lennep. 103. — Paaschmaandag. 160. — Rousseau. 930. — Wap. II. 255. — Reg. Tooneel. Bosscha Jr., J., Aanspr. Nut v. ’t Algemeen. H. 974. Bosscha,P.,Gesch.v.Oos telijk enNoordelijkEuropa.n.50. — Gul. H. Regni Neerl. moderam. capessenti. 906. — Hymne halve eeuwf. v. Deventers verlossing. 518. — Inwijding v. d. gehoorz. v. h. Athen. te Deventer. 508. — Opg. d. handschr. en levensseh. v. G. Cuperus- 5. — Oratio de G. Cupero. 75. — Tentatem criticum. 887. — Vaderlandsche zegepraal. 494. — Vindiciae Horatianae. 887. — (Leven van). Lb. 1873, 3. — Overdrukjes. Zie: Demetrius. II. 869. — Fransen van Eek. II. 685. — Palearins. II. 32. — Redevoeringen. 117. — Verzameling. 893. Bosschaerts, W., A;arp//3a» de primis vet. Fris. Apo- stolis. H. 331. Bosse, A. — Zie Virgilius. 949. Bosse, J. Ph. van, Het Muntwezen op Java. H. 673. Bosse, P. P. van, De Regimims Municipalis origine. H. 281. Bosson, A. de, [Verschil! dichtwerken], 383. Bosson, P. J. de, Elias offer. 402. Zie: Peetsold. 77. Bossuet, J. B., Doctrinae catholicae expos. H. 895. — Uytlegginge d. Cathol. leeringe. H. 895. Zie: d’Alembert. 927. Bossuyt, J. — Zie Conen de Prépéan. 9. Bosteau, P., Wonder! Schadt-Boeck d. historiën. 691. Zie: Toonneel. 627. Bosveld, P., Brief aan A. Kluit. Hs. 58. —■ (Leven van). Hs. 54. Zie: van der Dussen. 532. Boswel, G. H. J. Elliot [Verschil! dichtwerken], 421. — (Leven van). Lb. 1875, 93. Bosworth, J., Compendious Anglo-Saxon a. Enel Dictionary. 830. — Diction, of the Anglo-Saxon Language. 830. — Elements of Anglo-Saxon Grammar. 829. — Origin of the Dutch. 138. Zie: Delepierre. 138. Boterus, J. — Zie Respublica. H. 818. Both Hendriksen, J., lets tot antwoord. H. 224. Both J. Jzn, J. — Zie Reg. Tooneel. Both Nic.zn, J. de. — Zie Reg. Tooneel. Bottelgier, J., Somme ruyrae! 613. Boucart, A., Bruiloftdicht. 540.
Bouchardy, J. — Zie Heg. Tooneel. Boucher. — Zie Jullien. 957. Bouchet, J. — Zie Choix. II. 819. Bouchette, Brief aan A. Kluit. Hs. 71. Bouchin, S., Yolmaekte Magistraet. II. 925. Bouckart, J. — Zie Reg. Tooneel. Bouckart, J. M. Gr. V., Koning Bodewijk in de Griekse A. 413. Bouclet de Préville, G., Overdrukjes. Boudaen, J., Orat. de Alexandri Magni. 898. — De titulis honorum. II. 15. Boudery, Bruiloftdicht. 541. Boudewijn. — Zie J. L. van der Vliet. Boudewijnse, J., Onthulling v. h. standb. v. Thor- becke. II. 258. Zie: Catalogus. II. 662. Boudier, H. P. — Zie Keg. en Suppl. Reg. Tooneel. Bouestuau, P. — Zie Bandello. 663. Bougainville (de). — Zie Burger. 309. Bouhours, La maniere de bien penser. 1. Bouillet, N., Dictionn. d’histoire et de géographie. II. 3. Bouillette, Des sens de la langue Pranpoise. 932. — La manière d’enseigner a lire. 932. Bouilly, J. N., Raadgevingen aan mijne dochter. 639. — Vertel! (en Nieuwe Vertel!) van een grijsaard. 712. Zie: Reg. Tooneel. Bouman, A., Opvoeding en onderwijs. II. 917. — Leven v. S. Blaupot ten Cate. Lh. 1885, 23. Zie: Gedenkboek. II. 507. Bouman, EL, Geschied, v. d. voormalige Geldersche Hoogeschool. II. 427. — J. Heringa Ez. geschetst. 80. II. 1018. — Lijkrede op J. Heringa Ezn. 729. „ „ H. J. Royaards. 731. — Memoria J. Clarisse theologi. 74. — Redev. godsd. inwijding Academiefeest. II. 601. — (Leven van). Lb. 1864, 261. Zie: Leerredenen. II. 247 Bouman, H., Eerste trap v. h. leesonderricht. 156. — Leesboekjes met plaatjes. 156. — Het Schoolverbond II. 313. — Vormleer. H. 941. Zie: Schoolbode. II. 309. Bouman, J., Bedijking v. d. Beemster. EL. 532. — De volkstaal in Noord-Holland. 173. Bouman, K. H., Verspreide gedichten. 399. Bouman, W. P. R. — Zie Schoffel. 310. Bouquet (Lou) Prouvencaou. 924. Bourgeat, J. B., Etudes sur Vincent de Beauvais. 927. Bourgeois, A meet. — Zie Amcet. Bourget, P., Essais de psychologie contemporaine. 927. Zie: Barbey d’Aurevilly. 955. — Cladel. 956. Bourgueil. 1 — Zie Reg. Tooneel. Bourguignon, A., Gramm, d. ! langue doï! 929. Bourignon (Ant.). — Zie van Berkum. H. 825. Bourlain, J. A. dit: Dumaniant. — Zie Dumaniant. Bournonville (de). — Zie Dartois. Boursse, J. G. — Zie Reg. Tooneel. Boursse Wils, H., — Zie Bewaarscholen. II. 443. — Verslag. II. 509. Bousquet, J. C. — Zie Reg. Tooneel. Bousquet, L., De Adm. de Ruiter geschetst. H. 163. Boussy (de). — Zie L. de Boissy. Bout, J., ’t Merg v. d. Historie d. Martelaren. II. 356. Bouterwek, C. G. of K. W., Zur Literat. u. Geschichte d. Wiedertaufer. II. 729. Zie: Caedmon. 831. — Screadunga. 832. — Zeit- schrift. II. 731. Boutkan, N., Grafdicht. 570. Boutmy, E., Diet, de 1’Argot d. typographes. 938. Bouton, V., Overdrukjes. Boutteville, M. de, Gevallen van Nine. 669. Bouvrie, J. B. G., Brief. Hs. 71. Bouwens, R. L., Aan zijne Committenten. II. 219. Bouwersius, J., Oratio. II. 635. Bouwhunst in Nederland. H 324. — Overzicht d. onuitgegeven werken. II. 1051. Bouwmeester, J. — Zie Onderwijs. II. 958. Bouwmeester, W. — Zie Huisvriend. 707. Bouworde (De) v. ’t Stadhuis. — ZieWagenaar.il. 548. Bouws, E., M. van der Wiel en P. J. Maas, De prediking d. Paters Redemptoristen. II. 336. Bouwsteenen. Jaarboek. II. 327. Bouyer de Pontenelle. — Zie Pontenelle. Bovell-Sturge, E., Opvoeding der weezen. H. 294. Bowdler, Th., Letters written in Holland. 1L 208. Bowier, H., De conditionibus. H. 923. Bowier, M., Diss. jurid. inauguralis. II. 931. Bowring, J., Antiq. d. 1. nation d. Celtes. Hs. 35. — Brieven. 11. 401. — Iets over de Hol! taal- en letterkunde. II. 965. — Poetry of the Magyars. 990. — Sketch of the Language a. Literat. of the Dutch. 57. Zie: Anthology. 226. — Specimens. 966. Boxherger, R. — Zie Klopstock. 800. — Lessing. 800. — Schiller und Goethe. 758. Boxheudel, Barth. Scilv. — Zie Ordonnantie. 700. Boxe, W. C. van der. — Zie Breton. 181. Boxhorn, M. Z., Antwoord op de vraagen. II. 573. — Bedenckinghen aeng. de Successie. II. 835. — Bediedinge v. d. afgodinne Nehalennia. 37. II. 573. — Ter Eere den almogenden God enz. 433. — Emblemata politica. H. 1029. — Historia obsidionis Bredae. II. 407. — Nederlandsche Historie. H. 329. — Originum Gallicarum liber. II. 818. — Spiegeltien vertoon, ’tkort [en ’tlanek] hayr. H. 87. — De Statu Confoederatarum prov. Belgii. II. 395. Theatrum s. Hollandiae descriptio. H. 438. Zie: Alciatns. II. 832. — Bpistolae selectae. 889.— Haymon. 831. — Respublica. II. 767. Rey- gersbergen. II. 568. — Veldenaer. II. 90. Boxman, A., Brieven. Hs. 58. — (Bibliogr. d. werken van). — Zie Tollens. Hs. 77. — Gedichten en nalatenschap. 404. — Inrigting onderwijs v. d. geringe standen. II. 315.
Boxman, A. (Leven van). 404 Lb. 1856, 84 Zie: ^ Catalogus. II. 8. — Gedenkrolle. 491. — Nieuwjaarwenschen. 523. Boyer. — Zie Miège. 836. — Keg. Tooneel. Boyer, P., Histoire des Yaudois. II. 1062. Boy mans, J. A., Le Garde d’honnenr. II. 230. Boyus, C. — Zie Barlaeus. 895. — Epistolae. 889. — Uytenbogaert. II. 391. B. R. — Zie B. Rekker. — B. Ruloffs. Braam, H. G., Dissertatio inauguralis. II. 894. Braam, J. van, Bruiloftdicht. 540. — Op het jubelfeest v. Pictura. 460. Zie: Duurcant. 908. Braam, P. van, Grafdichten. 563, 568. — (Lofrede op). 72. Zie: Drieling. 582. — Maria. 307. — Keg. Tooneel. Braam Houckgeest, P. A. van. — Zie Leupe. II. 303. Braambeek, J. van, De Nutscatheder enz. 720. Braams, J. — Zie ie Prancq van Berkhey. 467. Braauw, J. de. — Zie Brief. 502. Brabander (Den oprechten). II. 822. Brabant (Prov.). 812. Brachelius, A., Geschiedenis onzes tijds. II. 19. j — Historia nostri temporis. II. 19. Brachet, A., Diet, etymol. d. 1. langue Franpaise. 936. ; — Diet, des doublets d. 1. langue Franpaise. 938. Bracht, E., Die Ausgrabung d. Buchenlochs. II. 731. Bracht, H. van. — Zie Reg. Tooneel. Bracht, T. van, [Verschil! dichtwerken], 363. Brachthuizer, W. H. — Zie van Lennep. 293. Brack, W., Vocabularius rerum. 766. Braconier, A. C. de, Provisionele deductie. H 500. I — Requeste met eene memorie. II 500. Braconier, A. J., [Verschil! brochures]. CCLV1II. I — Lijkrede op K. Ruiter. 731. Braconier, geb. de Wilde, C., [Verschil! dichtwerken]. 373, 374. j — Eensame overdenkingen. 452. | — Ernstige nagedachten. 457. i Brady, N. — Zie Psalms. 841. i Braeckman, P. — Zie Reg. Tooneel. f Braekel (Juffr.), Stichtelijke verzen. Hs. 27. j Braga. Dichterlijke mengelingen. 231, 232. I — und Hermode, Neues Magazin etc. 738. | Braght, K. V., Bruiloftdichten. 530, 540, 541, 544. i Braght, T. J. van, Bloedigh tooneel II. 356. I Bragiaantjes en ander klein goed. 418. I Bragiana. Humor en satire. 232. I Bragur. Ein Litterarisches Magazin. 737. Zie: Odina nnd Teutons. 739. I Brahain Ducange, V. H. J. — Zie Ducange. I Brahé, J. J., Kerkelijke redenvoering. II. 681. I — Lijkrede op G. Schortinghuis. 732. I — Vlissings eeuwvreugde. H. 581. Zie: Verzameling. 453. 1 Brahe (Soph.). — Zie Inscriptiones. II. 786. H Brahe, T. — Zie: Alciatus. H. 332. — Descriptio- nes. II. 786. — Miscellan. H. 783. Brahm, O., Das Deutsche Ritterdrama. 803. Brakel, C. van. — Zie J. van Brake! 530. Brakel, H. van. — Zie Lemuel Gulliver. 702. Brakel, J., Bijbelsche geschiedenissen. II. 904. Brakel, Joh. — Zie A. J. Leeuwen. 525. Brakel, W. a, Eerste beginselen. II. 903. — Leerrede over Psalm II: 6. 733. — (Lijkrede op). 727. Brakel, P. Hooijer van. — Zie Hooijer. Brambach, G. — Zie Corpus. II. 729. Brand, B. — Zie Reg. Tooneel. Brand, C. J., De jure coloniarum. II. 659. Brand, H., Bruiloftdicht. 543. Brand, J., Observ. on the popul. antiquities of Gr. Britain. H. 840. Brand, J., Wapenkreet. 493. — Zegezang op de overwinning te Algiers. 495. Zie: Volksliederen. 272. II. 992. Brand van Cabauw, J., Amsterd. Schutterslied. 500. — Dichtstukjes. 399. — Overdrukjes. Zie verder: Keg. Tooneel. Brand van Langerack en Cabauw, J., Heilgroet aan Willem HI. 509. Brand, J. A., Hulde aan M. A. de Ruyter. II. 163. — (Leven van). Lb. 1850, 92. Brandaine (La légende Latino de Saint). 943. Brandan (Sanct). Lat. u. drei Deutsche Texte. 793 Brandane (Van Sinte). 207. Brande, G. H. van den. — Zie Reg. Tooneel. Brandeler, J. J. van den, Grafdichten. 568, 575. — (Leven van). Lb. 1848, 30. Brandeler, M. van den, Grafdicht. 575. Zie: Borger. 400. Brandeler, P. van den, Invent. Archief Dordrecht. H. 451. — De locatione conductions famulorum. H. 266. — Overdrukjes. Brandeler, W. C. van den (Leven van). Lb. 1880,135. Brandemer geb. von Franklin, S.von.—Zie Reg.Tooneel Branden, F. J. van den, Willem v. Nieuwelandt. H. 969. Zie: Keg. Tooneel. Branden, F. Joz. P. van den. — Zie Huberts. 68. Brandenberg, X. D., Lesebuch. 761. — Neueinger. Namen- u. Buchstabirbuch. 761. Brandenburg (Prov.). H. 710. Brandes, E., Geest der eeuw. II. 700. Brandes, J. Chr. — Zie Reg. Tooneel. Brandes, J. L. A., Klankleer d. West. afd. d. Mal- Polyn. taal-familie. 998. Brand-keuren d. Stad Leyden. H. 490. Brandolphus, Th. — Zie Catechismus. 902. — Enge len. 532. Brandsma, P..— Zie Wetten. H. 616. Brandstetter, J. L. — Zie Geschichtsfreund. H. 763. Brandstotter, R., Technik d. Luzerner Osterspiele. H 763. Brandt, B., Bekeering v. Augustinus. Hs. 32. Brandt, Chr. — Zie Reg. Tooneel.
Brandt, G., Bruiloftdichten. 538, 550. — Historie van Enckhuysen. EL 559. — „ „ d. rechtspleging geh. 1618 en 1619. n. 133. — Historie d. Reformatie. II. 343. — Kort verhaal v. d. Reformatio. H. 343. — (Leven van). 72. _ „ „ P. C. Hooft. 80. — „ „ M. de Kuiter. II. 162. — » ,, Vondel. 92. — Poezy. 340. — Stichtel. gedichten. 340. — Verantwoording. II. 344. Zie: J. Brandt. II. 344. — Chronyxken.'H. 124.— H. de Groot. 329. — P. de Groot. 533. — Lyk- reede. 80. — Palaephatus. 598. — Parnas. 227. — Vondel. 327. Brandt de jonge, G., Gedichten. 340. — (Lijkrede op). 727. — Tweejaerige Geschiedenissen. II. 161. Zie: Gedichten. 227. — Keg. Tooneel. Brandt, H. F. van den. — Zie Reg. Tooneel. Brandt, J., G. Brants gedagtenis verdedigt. II. 344. — Brief aan R. Leers. Hs. 58. — Lijkrede op Maria Stuart. II. 838. — Mengeldichten. 352. Zie: K. Brandt. 229, 530. — Gedichten. Hs. 27.— Halma. 442. — Moonen. II. 344. — Kabos. H. 838. — Out en Nieu. EL 173. Verantw. v. d. Historie d. Reform, v. G. Brandt. II. 344. Brandt de jonge, J., Grafdicht. 564. Brandt, J. G. E., Den 8e van Slachtmaand. 475. Brandt, K. of C., Bruiloftdichten. 539, 546. Hs. 27. — Himne oft’ Lofsanck v. Hollandt. 321. — Historia vitae J. Arminii. 69. — Historie v. h. leeven v. H. de Groot. 77. — (Lat. bruiloftdicht op). 905. — Poezy. 350. Zie: Bos. 529. — Bremer. 530. Brandt, K. en J., Poëzy. 229. Brandt, Kasper. — Zie J. Winkler Prins. Brandt Maas, G., Gedichten. 401. — Levensschetsen v. Vriesche mannen enz. II. 611. Brandts Buys, M. A. — Zie Baker- en Kinderrij men. 425. Brans, J. H., Lijkklacht. Eb. 27. Brant, Seb., Aff-ghebeelde Narren Speelschuyt. 700. — Narrenschiff. 798. Brantome, Vie des dames galantes. 950. Brants, A., Geschied, d. Geldersche Plooierijen. H 417. Brantsen, J. P. J.Th., De snmmo imperante etc. II. 267. Brantsma, P., De jure summorum imperantum. IE. 497. Brasch, K., Unterr. in der Teutschen Satz- u. Inter- punctionslehre. 764. Brassen (Over). — Zie Snoeck. H. 87. Brasser Jzn, 3., Afscheidsgroet. VUL Zie: Keg. Tooneel. Brasser, J. J., Week- en Jaarmarkten. II. 570. Brasseurd de Bourbourg, C. E., Manuscrit Troano. 1004. Brassica, J., Hollandiae etymon. II. 94. — Resp. ad J. Dousae Objectiones. II. 95. Brassicanus, J. A. — Zie Adagia. 56. Brassinga, A. J., Eene klacht. H. 651. Braun, D. — Zie Becken. 38. Braun, J., Naturgeschichte d. Sage. II. 21. Braun, J. M. — Zie Sprüchwörter. 769. Braun, Th., De onbevlekte ontvangenis. IE. 31. Brauns, JuL, Quelle d. altfranz. Canpun de saint Alexis, n. 1032. Brauw, C. J. de, Mijne Emigratie. 72. Brauw, G. M. de, De obligat. conditionalibus. IE. 924. Brauw, O. G. Staveniense de, Dejure victorii. IE. 932. Brauwer, M. de, Het Otterken. 254. Brave, J. — Zie Geschiedenis. H. 27. Brawe, J. W. von. — Zie Sauer. 750. Bray, Guido de. — Zie van Langeraad. 928. — Rahlenbeck. 928. Bray, S. D., Minne-Zughjes. 276. Zie: Minnekand. 313, 705. Brazier. — Zie Reg. Tooneel. Brazilië. H. 881. Bread, W., De eenige waare hulp d. Engelschen. n. 202. Breda, F. van, Brieven. Hs. 58. Breda, M. van. — Zie Reg. Tooneel. Bredenburg, J., Bruiloftdichten. 536, 537. — Grafdichten. 572, 574, 575. Op de Kerkvrede d. Doopsgezinden. 442. — Korte aanmerkingen. IE. 371. Bredenburg de jonge, J. — Zie ten Cate. 531. Brederode (Geslacht). — Zie Boekenberg. IE. 69. — van der Toom. IE. 69. — Voet. IE. 69. Brederode, H. van, Brief a. Margar. v. Parma. Hs. 58. — Instruction p. P. de Willach. EEs. 43. Brederoede, J. van. — Zie Summe le roy. 608, 609. Brederoo, G. A., Boertigh Liedboeck. H. 992. — Kluchten. XVI. — (Leven van). 72. — (Lijckdichten op). EE. 1007. Nederduytsclie Poëmata. H. 996. — Spelen. XV. — Werken. CCLX. — I Verschil! werken]. 328. 329. Zie: Apollo. 274. — Catalogus. H. 967. — Frijlink. 165. — Gheslacht. 84. — Reg. en Sappl. Reg. Tooneel. Brederoode, Drama. — Zie Mendes de Léon. 806. Bredius, A. — Zie Catalogus. II. 549. Bredovius, C. G. — Zie Tacitus. EI. 688. Bredow, G. G., Lasebok. II. 690. Bree, J. B. van (Werken over). 328. — (Lijkrede op). 727. Brée, M. van. — Zie Comelissen. II. 465. Breedspraak (Koenr.). — Zie M. C. van Ilall. Breem, A. — Zie Huisvriend. 707.
Breeman, J. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Breen, G. van. — Zie Gillis. II. 855. Breen, J. van. — Zie Heg. Tooneel. Breet, J. de. — Zie Verscheidenheden. 225. — Suppl. Reg. Tooneel. Bref ifran Landsorten. II. 777. Breggen Cz., F. van der, Memoria A. Bonn. 72. Breicha, A. D. — Zie Reg. Tooneel. Breidel v. heerschende muytzucht. — Zie Trip. 455. Breijer, J. H., Versch. Kinderwerkjes. 716. Breimund (Balser). — Zie Sachsenhauser. 773. Breitinger, J. J. — Zie: Proben. 779. — Sammlung von Minnesingern. 785. Brelfft, C., De literarum Hebraicarum origine. 983. Bremen. II. 747. Bremer, J. — Zie Verzameling. 453. Bremer Cz., J., Bruiloftdicht. 540. Bremer, J. C., Siebenfacher oratischer ünterricht. 763. Bremer van Heel, J. B., Grafdicht. 574. Brenck, Th. a. — Zie Streso. 721. Brendel, F., Geschiedenis d. muzijk. II. 955. Brender a Brandis, G., Brieven. Hs. 58. — [Verschill. dichtwerken], 384. — Doel d. Mts. Tot Nut v. ’t Algemeen. 117. — Lijkrede op M. Nieuwenhuyzen. 87. — Proeven v. geschied- en letterk. oeffeningen. 135. Zie: le Francq van Berkhey. 467. — Kabinet. 126. — Magazijn. 126. — Mengelpoezy. 222. — Redevoeringen. 116, 117. — Reg. Tooneel. Brentano. — Zie Reg. Tooneel. Brentano, C. — Zie Wunderhorn. 786. Brerewood, E., Recherches s. 1. diversité d. langues. 27. — Scrutiuium religionum et linguarum. 28. Bres (Gui de). — Zie de Bray. Bresemann, F., Dtsch-Danischer Parleur. 858. Brésil (Le) a 1’Exposition internationale. II. 882. Breslau, L. H. van, Plegtige gebeden. II. 212. Bresser, A., Brieven. Hs. 58. Zie: W. C. Vosmaer. 560. Bresser, L. J., Grafdicht. 575. Brester Az., J. (Leven van). Lb. 1864, 386. — Verspreide en nagelaten gedichten. 407. Zie: Gedichten. 232. Breton. 863, II. 1027. Breton, N., Nederd. Briefdragher. 181. Bretzner, C. F. — Zie Reg. Tooneel. Breugel, C. van, Mémoires. II. 213. — (Leven van). H. 249. Breugel, H. G. van, Brief. Hs. 58. Breugel, J. E. van, Leerw. d. Maleische taal. 998. Breugel, J. F. van. — Zie Chrestomathie. 644. Breugel Douglas, R. van, Herinneringen. II. 237. Breughel, G. H. van, Boertighe duchten. XV. Zie: Boccaccio. 662. — Reg. Tooneel. Breuk, B. R. de, Het Roode Kruis. H. 1005. Breuk, H. R. de, Gedichten. 414. — (Leven van). Lb. 1862, 70. — Overdrukjes. Zie ook: Albrecht. II. 910,1067. — Döbel. II. 47. — Nieuwjaarwenschen. 523. Brenkelen, J. van, Grafdicht. 574. Breunissen Troost, J., Drie godsd. toespraken. II. 1053. Breusing, A. — Zie Koppmann. 814. Breve fra Maend og Qvinder. 857. Breviarum Trajectense. H 584. Brevoort, H. van. — Zie Verzameling. 453. Brewer, J. W. — Zie Chronik. H. 731. —Harzheim. H. 731. Breydel, A. R. C. — Zie van der Dassen. 532. Breydenbach, B. de, Heilige Bevaerden. 610. Brezee, L. — Zie Reg. Tooneel. Brianville, O. F. de, Devise pour le Roy. II. 822. Brickman, J., Beschryvingh d. Nederlanden. II. 83. Bridel. — Zie Mémoires. II. 764. Brieder (M. C. le Sage ten Broek, geb. de).—Zie Broek. Brief aan H. van Alphen. 2. — aan P. Hofstede. H. 375. G. Hortensius. 301. J. H. N. H. 377. C. Nozeman. II. 375. F. J. van Overschie. 368. Philalethes. 300. J. de Piere. — Zie Freeborn. H. 377. Salentin. II. 124. den Advocaat d. Vaderl. Kerke. H. 377. de Burgers en Inwoners v. Leyden. II. 473. den Hollandschen Tooneelbeschouwer. n. „ Koning v. Sardinië. H. 856. de leeraren d. Herv. gemeenten. 235. den onderzoeker v. d. zugt v. J. de Witt. II. 191. de Polit. Praatvaar. — Zie Luzac. II. 204. den Schrijver der Oordeelk. Aanmerkingen. VI. „ » „ Vrymoed. „ H. „ Stigtschen Briefschrijver, n. 378. eene guede vriendynne Hil. Hs. 80. eenen Staats-Raad. II. 538. een tooneeldirecteur. VlH. „ vriend. — Zie Borger. II. 482. ,, „ — Zie Siegenbeek. II. 359. het volk v. Nederland v. 3 Sept. 1781. Hs. 44. mijnen vriend D. II. 506. - behelsende twee preuves. H. 262. - der Keys. May. v. Duytsland (9 Oct. 1607). H. 128. - geschréven uit Amisfort. II. 375. „ uyt Londen (1688). II. 172. - handelende over de acteurs. IX. - in Zutfensch dialect. Hs. 6. - over de afdamming v. h. Sloe. — Zie J. ab Utrecht Dresselhuis. II. 572. - (1—3e) over d. Drostendiensten. — Zie van der Kemp. II. 630. - over de Kweekschool v. Zeevaart te Leiden. II. 510. - „ „ langwijligheid in het preekeD. 718. „ „ Santhorstsche Geloofsbelijdenis. — Zie E. Wolff, geb. Bekker. 378. - over de Sententie J. Grevii. II. 135.
Brief over het belang d. aanmerk. op v. d. Kemps rede. II. 374. — over het papier vermorsen der Wouldbes. II. 605. — „ „ vertoonen van het Serail. "VU. — „ „ „ „ d. Yaderd. Quisgezins.il. — van A-belard aan Eloize. 315. — „ den Deken van St. Pieter te Utrecht. Hs. 38. — „ de Letter G aan de CH. 62. — „ d'Onzijdige D. IE. 189. — „ d. tijdel. Minist.v. Oorlog.—ZieNepveu.il. 253. — „ een aanzienelijk Heer. H. 564. — „ „ Amsteld. Advocaat beoordeeld. II. 472. — „ „ AmsterdammeraaneenLeydenaar.il. 475. — „ „ Backer... aen den Paus. II. 854. — „ „ Beminnaar van’t Vaderland. IE. 473. — „ „ gemelijk Nederlander. H. 228. — „ „ good Patriot. IE. 166. — „ „ Heer uit Amsterdam aan zijn vriend te Leyden. H. 472. — van een Heer te Dordrecht. Y. — „ „ „ uit Leeuwarden. — Zie van de Ca- pellen van de Pol. H. 630. — van een Heer in de Prov. v. Holland. H. 625. — » » „te Rotterdam. YHI. — „ „ „ uit Utrecht. H. 197, 381, 594. — „ „ „ v. Utreoht o. d. belastingen. H. 586. — „ „ Hollander in Frankrijk. H. 823. — „ „ Koopman in Amsterdam. II. 188. — „ „ „ te „ n. 189. — „ „ „ „ R.—ZieWagenaar.II.188,189. — „ „ Matroos aan zijn slaapsteehoudster. 502. — „ „ moeder aan haar toekomende kindt. — Zie Luiken. 349. — van een onpartijdig Burger. H. 475. — a n „ Schiedammer. H. 525. — „ „ Rentenier (le en 2e). H. 189. — „ „ Rotterdamseh heer. VI. — » » » poëtje. V. — „ ,, rnstend-opziener d. Herv. Gemeente, (le tot 4e). H. 220. — van een Utrechts Burger. 595. — „ „ „ Heer. IX. — » » vijand d. kwaadspreekendheid. H. 629. — „ „ vader. — Zie Taylor. II. 918. — „ „ volbloed Kanonier. H 508. — „ „ vriend aan een vriend. 573. — a „ „ te Amsterdam. II. 375. „ „ u over den Brief v. G. Bonnet. H. 382. — „ „ welmeenend vaderlander. H. 201. — „ „ Zwitsers officier. II. 185. — „ gelukwenschinge aan Van der Groe. II. 373. — „ h. Hooch, a. d. Staten (13 Mrt 1607). H. 125. — „ Jan van Utrecht (le en 2e). H. 594. — „ Krelis Louwen. Hs. 6. — „ N. N. H. 595. — „ Prins Alexander (De). IE. 260. Brief van Sophia aan J. Kinker. — Zie Feith. 385. — „ W. P. Tiddy toegelicht (De). — Zie van der Schaaf. II. 384. van zeker op reis zijnden Dordregtsen heer. VI. — wegens de Hamburger Kooplieden. H. 193. — „ het voorgevallene met A. G. de Braconier. n. 500. — (Aanmerk.) aan J. le Francq van Berkhey. H. 473. — (Circulaire) v. d. Classis v. Walcheren. II. 573. — „ „ „ Riddersch. v. Hollandt. H. 541. — (Een) of korte reisbeschrijvinge. II. 43. — (Een niet onbelangrijke). H. 336. — (Herderlijke). IE. 336. — (De Herderlijke) besohouwd. n. 336. — (Naeuwkeurige en schilderachtige). V. — (Onpartijdige) aan den Ned. Spectator. 633. — „ van een reizende Hagenaar. H. 506. — (Open) aan den Aartsbisschop. II. 336. — „ „ den Paus. — He Lublink Weddik. H. 338. — (Open) „ de Professoren d. Facult. v. Letteren te Leiden. II. 505. — (Open) aan J. Snijders. H. 336. — ., „ H. H. Tels. H 336. — (Schilderagtige en naauwkeurige). H. 542. — (Tweede) v. e. Amsterdamschen jood. 176. — (Vriend-broederlijke). II. 377. Briefe (Lübecker). n. 750. — (V ertraute). — Zie Strick van Linschoten. H. 85,221. Briefgesprek aan A. 630. — of samenkouting door letteren. 630. Briefmuster (Neue Französische). 934. Briefwisseling tuss. Eusebia en Sophia. Hs. 31. tuss. W. E. de Perponeher en H. van Alphen. 2. — „ het Hof v. Rome en het Ned. Gouv. H. 335. — van de Artillery-officieren. H. 603. Brieven. Hs. 56, 84. — (van Duitsohers). 757. — ( Franschen). 930. — (Latijnsciie). 889. — (van Nederlanders). 109. H. 973. — aan eenen vriend in Holland. H. 653. — „ R. M. v. Goens. H. 974. en Handelingen d. Apostelen enz. Hs. 13,14,86. geschr. op eene wandeling d. Duitschl. en Holland. 110. H. 46. — gewisseld tuss. Nymegen... en Arnhem, n. 429. — op den wech afgeworpen. H. 115. over de in omloop zijnde geruchten. — Zie Kemper. H. 228. over de onlusten in de Oostenr-Nederl. H. 792. u M tijdsomstandigheden. — Zie van Goens. H.’ 198. over het... wenschelijke eener scheuring in de kerk. H. 359. — rakende de bedijkte polder ten halven Crijte. Hs. 51. het beleg v. Alkmaar. H. 536.
Brieven uit onderscheidene kerkelijke Archieven, n. 347,732. — van A. aan Z. — Zie Valckenaer. II. 234. — „ B. „ T. — „ Tydeman. EL 234. — „ een gevlugten Hollander. EL. 209. — „ 8. over het gebruik v. Fransche woorden. 162. — „ toelating van Regnlen aan de Kamer „In liefde werckende.” Hs. 25. — v. versch. vermaerde en geleerde mannen. II. 357. — wegens de gedichten van B. C. van Dorp. 402. — (Achttal van oordeelkundige). H. 379. — (XEH) aan een vriend. — Zie Alewijn. n. 380. — (Drie) aan A. Kluit. II. 118. — „ „ Lucia. II. 381. — ( „ singuliere). II. 443. — (Gemeenzame). — Zie Donker Curtius. II. 244. — (Nieuwe Provinciale). H. 52. — (Openhartige). — Zie Luzac. EI. 200. — (Oudste) in het Archief van ’s Gravesande. Hs. 48. — (Twee) aan P. Camper. — Zie Swildens. II. 202. — „ „ den Koning van Engeland. EI. 837. — » „ „ Schrijver der Memorie.—Zie Valk. H. 377. — (Twee) in Bergen op Zoom’s dialect. Hs. 6. — ^ „ v. d. Municip. te Leyden en Leyderdorp. — (Twee) van een Zeeuwsch Heer. H. 582. — ,, „ wijlen Jan v. Oostenrijk. H. 116. — „ weg. de ongerijmdh. v. d. smaadnaam Naam- remonstrant. II. 377. — (Vijf) beh. eenige aanmerkingen.—ZieLotze. H.240. — (Vrijmoed.) aan da Costa. — Zie Pothoff. II. 241. — (Zedelijke). — Zie Dusch. 635. Brieventas v. d. Ouderw. Nederl. Patriot. H. 200. — (De gevonden) m. patriottische stukken. 470. Brievingh, J. van. — Zie Heg. Tooneel. Brigant (Le), Langue d. Celtes Gomérites. 866. Brijf van ’n Grönnenger jongen. 175. — van Kees... an zien vrund Jaap. 175. Bril der droomen Pindarus. VEI. Brill, Joh. (Lijkrede op). 727. Brill Jr. (Lub. Ign.). — Zie M. C. van Hall. Brill, W. G., Aanmerk. over de Fransche spraakk. 932. — De Bewondering h. beginsel d. ware kennis. 4. — De Eisch des tijds. 3. — Goethe’s Faust 2e ged. verklaard. 806. — Geslacht d. naamwoorden. 158. — Hollandsche (Nederlandsche) spraakleer. 146. — Hoogduitsche spraakleer. 760. — Leven van T. T. Kroon. Lb. 1879, 229. — „ „ A. J. Lastdrager. Lh. 1855, 161. — „ „ H. J. v. Lummel. „ 1878, 34. — „ „ H. J. Matthes. „ 1879, 161. — „ „ A. Perk. „ 1881, 27. — Over de liefde. 4. — Opmerk, betr. de Engelsche spraakkunst. 837. — Over de taal. 32. Brill, W. G., Voorl. over de geschied, d. vaderlands.H.82. — Overdrukjes. Zie ook: Adviezen. 166. — Arend. II. 80. — Bogaers. 140, 389. — Brieven. II. 131. — Maerlant. Hs. 78. — Melis Stoke. II. 986. — Sinte Brandane 207. Brillen (Nieuwe Geïnventeerde). H. 50. — voor alderhande gesichten. EI. 158. Brillenburg, G. C., De Bedevaartgangster. Hs. 32. Brillenburg, J. M., De Coll, agger. Sehielandiae. n. 445. Brillenburg, P. — Zie Bloemlezing. H. 451. Brillerus Sondags-praetje. H. 159. Brille-Smousje (Het wandelende). V. Brinck, E. — Zie van Bappard. n. 131. Brinckmeier, E., Glossarium diplomaticum. II. 686. — Handb. d. historischen Chronologie. H. 17. — Hist, diplom, chrono!. Anweisung. H. 17. — Die Provenzalischen Troubadours. 923. Zie: Blumenlese. 924. Brink, A., Eenvoudig onderwijs. H. 905. Zie: Adjaran gampang. 1000. Brak, A. J. ten. — Zie B>eg. Tooneel. Brink, Bar. ten, Leven van R. M. van Goens. 77. — Overdrukjes. Brink, Bernh. ten.—Zie Quellen und Forschungen. 739. Brink, D. J. W. van der. — Zie van Kampen. 82. Brink, J. ten, Aan mijne medgezellen. 482. — Aan onze medestudenten. H. 506. — Bedenk, tegen het voorstel v. van Beyma. H. 221. — [Verschil! dichtwerken]. 395. [Latijnsche gedichten]. Hs. 27. — Grafdicht. 572. — Kort betoog dat de Mogentheden. H. 824. — Nieuwe Fransche tiranny. II. 229. — Een Noord-Nederlander. 500. — Redevoering op 17 Junij 1795. H. 479. — Zang voor de echte Nederlanders. 482. Zie: Bibliotheek. 885. II. 1067. — Dagverhaal. 219. — Glasius. 533. — van Heyningen Bosch. 397. — Jouy. II. 820. — du Paty. II. 854. — Recensent ook d. Recensenten. 127. — Sa- lustins. 604. — Santvoort. 658. — Tresling. 560. — Xenophon. 597, 598. Brink, Jan ten, Mevr. Bosboom-Toussaint. II. 967. — G. A. Brederoo. Hist.-aesthet. studie. 72. — De D. V. Coornhert scriptors ethico. 74. — D. V. Coornhert en zijn Wellevenskunst. 74. — Drie Volksliederen. 270. — Gesch. d. Ned. letterk. en hare leerwijze. II. 965. — Onze Hedendaagsche letterkundigen. II. 1063. — Kleine geschied, d. Nederl. letterkunde. 61. — Prins Frederik. H. 260. — [Verschil! romans]. 686. — Schets eener geschied, d. Ned. letterkunde. 60. — Van den Haag naar Parijs. H. 48. — Vondel bekroond. 93. — Overdrukjes. Zie verder: de Amicis. H. 86. — Bloemlezing. 224, 577. •—Brandt. H. 162. — Bredero. CC1X.—Fantasia. H. 984.—landjuweel. 184. —Proza en poezie. 184. — Voor visschers gevangen. 184. — Reg. Tooneel.
Brink Azn, J. — Zie Jaarzangen. 217. Brink Gz., J. ten, Grafdicht. 573. Zie: R. W. P. de Vries. II. 961. Brink, R. A. ten (Lijkrede op). 727. Brink, S. E. ten, en G. Jordens, Consideration II. 629. Brink, ten, en de Vries (Gesch. d. firma). — Zie R. W. P. de Vries. II. 961. Brink, R. C. Bakhuizen van den, Huwelijk v. Willem v. Oranje. H. 109. — Nagedachtenis van J. Bake. 69. 70. — Overzigt v. h. Rijks-Archief. II. 59. — Piscatio, Pècherie, Visscherij. 166. — La Retraite de Charles V. H. 102. — Les Rubens a Siegen. H. 326. — Studiën en Schetsen. 136. — Toespraak ontkull. monument v. Tollens. II. 971. — Overdrukjes. Zie verder: van Deventer. 11.111.— Gids(De) 130.— Konst- en Letterbode.126. — Motley. 107,120. Rapporten. 20. — Rijks-Archief. II. 62. — Specta tor [De Nederl.). 132. — Tesselschade. Jaarb. 188. Brinkhof, L. — Zie Verzameling. 453. Brinkman, C. — Zie van Lodenstein. 722. Brinkman, H., Bruiloftdicht. 541. Brinkman, H. R., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 71 Brinkman, N. C. — Zie van Streek. . Brinxman Jz., H., Brieven aan P. Hofstede. H. 381. Brion, Eriederike. — Zie Ealck. II. 1022. Briquet, A., Nouv. éclaircissements. H. 83. Brisebar, E. — Zie Reg. Tooneel. Brisman, S., Engelskt och Svenskt... Handlexicon. 53. Brisseau-Mirbel, Erlauterung meiner Theorie. II. 949. Brisson, H. — Zie Célébrités. 927. Brit (Gezine). — Zie Houbraken. 364. Britten, J., Old country a. farming Words. 842. Zie: Turner. 842. — et R. Holland, English Plantnames. 842. Broch, O. J., Le Royaume de Norvège. H. 781. Zie: Guldberg. II. 941. Brochure (Delftsche). — Zie Coornhert. 624. Brockes, B. H., Herodes Kinder-moordt. 308. Brockhaus, E., Nikolaus Falck. II. 1021. Brockhaus, E. A. — Zie Katalog. H. 685. Real- Encyklopadie. 4. Broderus Bircherod Jac.f., Tb., Spec, rei monetariae Danorum. H. 786. Brodhead, J. R. — Zie Documents. II. 878. Broeck, P. v. d., Doorluchticheyt v. Brederode. 343. Broeckaert, J. — Zie E. de Potter. H. 805. Broeckaert, K., Jelle en Mietje. 177. Broecke, Ph. van den, Leven v. G. A. Pokker. Lb. 1879, 3. Broecke Hoekstra, A. ten. — Zie Hoekstra. Broeckhoff, J. P. — Zie Prijsvaerzen. 464. Broecklandt, P. — Zie Cabeljau. H. 370. Broeokx, C., — Overdrukjes. Zie ook: Ypennan. II. 935. Bröder, C. G., Beantwortung zweier Recensionen. 881. — Kleine Latijnsche spraakkunst. 879. Bröder, C. G., Lectiones Latinae of Lat. leesoefe ningen. 880. Broeck, M. van den. — Zie Muller van den Bos. Broedelet, Brief a. M. Tydeman. Hs. 58. Broeder, J. den, en A. Jansen. Taalboekje. 148. Broederhand (De). Tijdschrift. 134. Broederliefde, Gedichten. 232. Broeder-Moort (De Haaghse). 437. Broeders (Aan mijne R. Kath.). 514. Broeders, waakt! II. 336. Broek, J. J. van den (Bevestiging van). 727. Broek, L. van den, [Verschil! dichtwerken). 408. — Feesttoon. 514. — J. C. J. van Speyk. 502. — Lof- en troostzangen. 505. — De Schelde en de Maas. 506. — Tollens. Feestzang. 516. Zie: van den Bergh. 616. — B. de Bosch. 629. — van der Hoop. H. 247. — Silhouetten. 233. — Reg. Tooneel. Broek, L. van deu, Eene Schipbreuk. H. 1000. — Willem I, Prins v. Oranje. H. 1004. Broek, W. van den, Tweetal leerredenen. II. 1018. Broek, W. Palmer van den, Overdrukjes. Zie ook: Vertellingen. 1002. Broek, H. W. le Sage ten, Lijkrede op M. C. le Sage ten Broek. 727. Broek, J. G. le Sage ten, De ware aanbidding. 654. — Brief (en 2e brief) aan Bilderdijk. II. 382. Broek, J. J. le Sage ten, Leerredenen. 733. Zie: Redevoeringen. 116. — v. d. Wijuperase. 11.914. Broek, M. C. le Sage ten, geb. de Brieder (Lijk rede op). 727. Broeke, H. van den. — Zie Reg. Tooneel. Broekhof, J. — Zie Gellert. 308. — Reg. Tooneel. Broekhof, J. P., Dichtkundige zinnebeelden. 381. Broekhuisen, J., Grafdicht. 568. Broekhuizen, G. van. — Zie: Heldin. 668. — Huët. 659. — Segrais (de). 665. Broekhuizen, J. van. Gedichten. 348. — (Leven van). 348. — Poematum 11. XVI. 896. Zie: F. Bnrmannus. 906. — Franken. 905. — Ver zameling. 229. Broekhuizen, J. van, en J. Pluimer, Gedichten. 227. Brömel, W. H. — Zie Reg. Tooneel. Broens Jr., G., Max Havelaar! 680. Broere, C., Een bezadigd woord. II. 336. Broers, H. J., Utrecht. Histor. wandelingen. H. 599. — De vogels. H. 952. Zie: Bijdragen. II. 303. Broers, J. C. — Zie Suringar. 73. Broers, R. H., Wederlegging der brochure. H. 565. Broes, B., Brief. Hs. 58. — Eeuwzang. 463. — Grafdicht. 587. — [Vier verschil! leerredenen], 733. Broes, P. (Brief over de intreepredicatie van). 727. Broes, W., Brieven. Hs. 58.
Broes, W. (Brief over de intreepredicatie van). 727. — De Bijbel uit God. 654. — „ Eerste Kerkvergadering. II. 29, 383. — „ Engelsche Hervormde Kerk. II. 841. — „ Evangelische godsdienst. H. 886. — Filips van Marnix. 84. — De Kerk en de Staat. H. 391. — Leerredenen. 723. — „ over bijb. historisch onderwijs. 723. — Lijkrede op E. A. Borger. 727. — Bandschrift tot „De Evang. Godsdienst.” II. 886. — Willem de Ie. II. 119. — (Leven enz. van). 73. Lb. 1858, 85. — Overdrukjes. Zie verder: Auswahl. 720.—Bundel. 11.482.—Woor denboek (Uitlegk.). 164. Broese, J. ten. — Zie Jaarzangen. 217. Broestershuysen, J., Een Christen. 374. Broglie (de). — Zie Célébrités. 927. Brome, R., Dramatic Works. 847. Bromet, M. S. — Zie Zondvloed. II. 888. Bromminck, Joris. — Zie A. F. H. de Lespinasse. Bronchorst, W. van, Kwitantie. Hs. 42. — tot Batenburch. — Zie Stukken. Hs. 56. Brondahl. — Zie Reg. Tooneel. Brongers, H. H. — Zie Opuscula. II. 923. Bronkhorst, J. — Zie Reg. Tooneel. Bronn, H. G., Overdrukjes. Brons Jr., B., Friesische Namen. 821. Bronsraed, G. — Zie Rheede. 558. Bronsveld, A. A. — Zie Testament. 995. Bronsveld, A. W., [Verschil! dichtwerken], 424. — Ons Middelbaar onderwijs. H. 315. — Het Volkslied in 1569. 270. Zie: Lodensteyn. 341. Bronsveld,S.Abr.,De procuranda Indorum salute.Il.389. Zie: Abrahamszen. II. 890. — Begryp. 996. — Catechismus. 995. — Kinder-Catechismus. 996. Broocman, C. D., Hist. Poetarum Suecanorum. 859. Brooke, H. — Zie Reg. Tooneel. Broomans, L., Gedichten. 344. Zie: Ovidius. 302. II. 993. Brooshooft, P., Acad, dissolving-views. II. 322. — Beschouwingen over Thorbecke. n. 258. — Herinneringen in proza en poëzie. 521. Zie: Tolk (Onze). 132. — Suppl. Reg, Tooneel. Brosi, J. B., Kelten u. Alt-Helvetier. II. 761. Brosius, J. Th. et A. M. Mappius, Juliae, Montiumque Comitum ... Annalium. II. 728. Brosses, C. de, Ueber Sprache und Schrift. 27. Zie: Traité. 26. Brosses, P. de, Histoire des navigations. H. 883. Brossette. — Zie Boileau. 951. Brou, Ch. de, La gravure de 1418. H. 327. Brouerius van Niedek, M. — Zie Niedek. Brough Smyth, R. — Zie Essais. n. 883. Brouke, J. van den, Poëmata. 897. Zie: Duurcant. 908. — Verzameling. 893. — Reg. Tooneel. Brouwenaar, J. F., Dichter! nalatenschap. H. 999. — Lodewijk XIV in de Nederlanden. 414. Zie: Reg. Tooneel. Brouwer, A. G., Proeve ten betoog. H. 419. Brouwer, Bz. B., Aanprijzing v. heilig zingen. 235. Brouwer, H., Deductie... jeg. R. Roseboom. H. 469. — Grafdichten. 565, 572. Zie: Heidanus. 525. — Reg. Tooneel. Brouwer, H., Object, grond d. Christ, kerk. II. 386. Brouwer, J., Grafdicht. 565. — Lammeren-vreugd. 286. Zie: Stijl. 375. — Reg. Tooneel. Brouwer, J. D. B., Gods vele barmhartigheden. II. 342. — Opwekking tot Godverheerlijking. II. 467. Brouwer, J. F. N. — Zie Houding. II. 337. Brouwer, Az. K., Dichtlievende oeffeningen. 384. Brouwer, P., Brief a. A. Kluit. Hs. 58. Brouwer, Pz. P. en W. Eekhoff, Nasporingen. H. 611. Brouwer, P. W., Brief a. M. Tydeman. Hs. 58. Brouwer, R., Eeuw-gezang. IV. — Grafdicht. 576. Brouwer, G. A. van Limburg, Armenverzorging. H. 292. — Brieven over afschaffing v. sterken drank. H. 294. — Opstellen uit het Christel. Maandschrift. 654. — Overdrukjes. Brouwer, P. van Limburg, Beauté d. poésies de Pin- dare. 874. — Cesar en zijne tijdgenooten. H. 852. — Explication d. ! mythologie Grecque. H. 23. — Een Ezel en eenig speelgoed. 641. — Hist. d. 1. civilisation morale d. Grecs. H. 857. — Leven v. S. Ipz. Wiselius. 96. — Nasporingen van Champollion. H. 867. — Proeve eener recensie. 874. — Romantische werken. 674. — [Verschil! romans]. 674. — Schoon!, uit Grieksche treurspeldichters. 874. — Verband tuss. d. godsd. enzede! beschavingd.Egyp- tenaren. n. 867. — Verhandelingen en losse geschriften. 136, 641. — De Zonnevlecht. H. 936. — (Leven van). Lb. 1848, 22. — Overdrukjes. Zie verder: Catalogus. II. 649. — Cellini. 11.855. — Manzon! 674. Brouwer, P. A. S. van Limburg, Akbar. 684. — II movimento intellettuale in Olanda. 60. — (Leven van). Lb. 1875, 19. — Overdrukjes. Zie verder: Gids 130. — de Olozaga. II. 846. Brouwer van Staveren, J. D., Bruiloftdicht. 539. Brouwerius, D. — Zie Genesis. 999. Brouwers, H. J., Staatsregt. toest. v. Limburg. II. 658. Brouwers zoon, J. [Verschil! dichtwerken], 419—420. — Rosa. H. 999. — Verjaring d. inhuldiging v. Leopold de le. 515. Brouwers, J. W., Een groot Nederlander, n. 967. Zie: Gedenksteenplaatsing, 71. — Vondelsfeest. 93. 8
Brouwslang (De ontslipte). 707. Browerus, Chr. et J.Masenius, Antiq. et Annal. Treviren- sium 11. XXV etc. II. 730. Brown, A. (Leven van). Lb. 1856, 78. Brown, E., Naauwk. en gedenkw. reysen. II. 43. Brown, G. L., Brief a. M. Tydeman. Hs. 71. Brown, H. — Zie Nederlanden (De). II. 86. — Voisin. H. 98. Brown, Th., Alle werken. II. 936. Browne (Geslacht). — Zie Scheffer. II. 69. Browning Society. — Zie Furnwall. 833. Bruce, S. J., Deductie. II. 230. Bruce-Whyte, A., Hist. d. langues Komanes. 909. Bruch, J. Er., Theorie v. h. bewustzijn. II. 915. Bruchem, J. P. T. du Quesne van. — Zie Quesne. Brucherus, H. H., Gedenkb. v. Stad en Lande. H. 644. — Geschied, v. d. opkomst der Kerkhervorming. II. 644. Brucherus, J. C., Isagoge grammatica. 982. — Wettige Avondmaalgebruiker. H. 1037. Bruchstücke z. Geschichte d. Stadt Aurich. II. 716. — mittelniederlandischer Gedichte. 199. Bruder Lustig. — Zie Volksbücher. 809. Bruder, C. H. — Zie Spinoza. II. 912. Brücker, J., De vita E. Ehingeri. 750. Brueckner, A. — Zie Blumenbach. 907. Bruckner, G., Handb. d. neuesten Erdbeschreibung. II. 39. Zie: Beitrage. II. 696. — Urkundenbuch. II. 747. Brühl, A. E. G. van. — Zie Reg. Tooneel. Brühl, B. K. — Zie Talvj. 962. Brueil, A. du, Des assolements. II. 827. Brueys, D. Aug. de. — Zie Reg. Tooneel. Brugge, J. van den, Bruiloftdicht. 546. — Grafdicht. 567- Brugge, M. A., Bruiloftdicht. 544. Bruggemans, A. — Zie Eeg. Tooneel. Bruggen, J. van, 10 Juli 1584. II. 120. Bruggen, Th. ter, Lijkrede op B. van Velsen. 733. Bruggencate Hz., G. ten, Gedichten. 407. Brugghen van L., C. F. van der. — Zie Eeg. en Suppl. Reg. Tooneel. Brugghen, J. J. L. van der, Iersch Gevangenisstelsel. H. 843. — Troostrede a. h. oude Nijmegen. II. 432. Brugman Pzn, G. — Zie Verzameling. 510. Brugman, Joh. (Leven van). 73. Zie: Leeringen. Hs. 20. Brugmans, A. (Leven van). Lb. 1879, 75. Brugmans, P. A., De collations legum. H. 921. — (Leven van). Lb. 1851, 82. — Overdrukjes. Zie: R. H. van Someren. 270. Brugmans, S. J., Lithologia Groningana. II. 642. Brugsma, B. — Zie Pestalozzi. H. 1050. — Sluiting. II. 648. Brugts, J. W., Grafdicht. 574. Bruidsdans (De). — Zie Hofdijk. 415. Bruijn, C. de. — Zie Beyjers. 529. Bruijn, D. L. J. de. — Zie Suppl. Eeg. Tooneel. Bruijn, J. — Zie Heliodorus. 601. — Ecg. Tooneel. Bruijn, M. de, Brief a. M. Tydeman. Hs. 58. Bruijn, P., Letterkundige silhouetten. 24. — Overdrukjes. Bruijn, S. van E. de, Brief a. D. H. Heinemeyer. Hs. 58. Bruijn, J. van Oosterwijk, [Verschil! dichtstukjes]. 403. — De Hulpbeurs op den Dam. 508. — Tafereeltjes op de Tusschenbeurs. 510. — Vaderlandsche zangtoonen. 502. Bruijne, A. de. — Zie Verslagen. H. 48. Bruijne, P. de. — Zie Catalogussen. H. 973. Bruijskerk, Brief a. M. Tydeman. Hs. 58. Bmiloitdicliten. 527. H. 1005. — (Latijnsche). 905. Bruiloftdichten (Versch.) ende liedekens. 274. Bruiloftspraatje bij zeeker voornaam huwelijk. 79. Bruin, Cl., [Verschil! dichtwerken], 357. — Bijbelsche Toonneelpoezy. XVI. — Bruiloftdichten. 535, 543, 545, 546. — Grafdichten. 565, 566, 569, 570—72, 576. — Leven van Paulus. II. 997. XVI. Zie: Bloemlezing. 224. — Gebedt 229. — Hes man. 366. — Horatius. 300. — Reg. Tooneel. Bruin, G., Bruiloftdicht. 542. Bruin, G., Civitates orbis terrarum. II. 40. Bruin, Servaas de, [Verschil! dichtwerken]. 419. Zie: Schleyer. II. 963. — Reg. Tooneel. Bruine, A. H. de. — Zie Reg. Tooneel. Bruine, J. de, Feestzang. 476. Bruine, J. R. de, Godsd. viering v. d. 6 Dec. II. 251. Bruinier, G. — Zie Hugenholtz-Bruinier. Bruinier, N., Brief a. M. Tydeman. Hs. 58. Bruinier,. W. H., Brief a. M. Tydeman. Hs. 58. Zie: Stolte. 559. Braining, G., Aanmerk. opLe Jeune,Nasporingen. 1. —■ België beschreven, n. 795. — Betere toekomst voor Nederland. II. 242. — Bevrediging v. Palembang. II. 676. — Over Bilderdijks spraakleer. 145. — Comm, in J. Caesaris... historicorum. II. 92. — Een hartig woordje. II. 240. — Eenige antikritiek. II. 241. — Geschiedenis van Nederland. H. 79. — Herinneringen ged. mijn levensloop. II. 209. — Kerkelijke redevoering. II. 482. — Nederduitsche Synonymen. 169. Tableau topogr. de Rotterdam. II. 522. — Het Verheugde Nederland. II. 239. Braining, H. en P. Hofetede, Het Kralinger laster schrift. II. 373. Braining, H. A., Brieven. Hs. 58. — Bijbel- en Mengelpoezy. 380. Zie: Ermerins. II. 574. Braining, P., Eenige denkbeelden. II. 304. — Gedachten over maritieme onderwerpen. II. 304.
Bruins, F. — Zie Schoolbode. II. 309. Bruins, H. J. (Lijkrede op). 727. Bruinsma, J. J., Flora Frisica. II. 618. — Overdrukjes. Bruinvis, C. W., Alkmaar in 1560. II. 536. — Catal. d. schilderijen te Alkmaar. II. 638. — Het Patriotisme te Alkmaar. II. 1055. — Wegwijzer in Alkmaar, n. 538. — Overdrukjes. Zie ook: Catalogus. 113. — Verovering. II. 534, 1067. — Verslag. II. 1055. Bruistens, A., Lijkrede op F. W. v. Oosterzee. 731. Brulay. — Zie Reg. Tooneel. Brull, A. de, Bruiloftdicht. 539. Brummeler Wz., G. ten, Mnemotechnie. II. 919. Brummeler Andriesse, J. C. ten. — Zie Andi-le*»» Brummelkamp, A., Uitgang uit de gemeensch. m. h. Kerkbestuur noodzakelijk. II. 359. Zie: van Rhijn. 250. Brumund, J. F. G. (Leven van). Lb. 1864, 1. — Het Volksonderwijs onder de Javanen. II. 674. Brun, J., La verit. religion d. Hollandois. n. 350. — Le conseil d’extorsion. n. 350. Brun, Pigault le. — Zie Pigault. Bruna, G., Kort begrip v. d. waarheid, n. 908. Bruna, H. M. — Zie Karpeles. 752. Brune, J. de, Bankket-werk van goede gedagten. 657. — Emblemata. 189. — Grond-steenen v. e. vaste regeringe. II. 148. — Nieuwe Wijn in oude le’er-zacken. 169, 336. — Zielgerechten. 189. Zie: Bloemlezing. 224. — Jnnius. 963. — Psal men. 240. Brune de jonge, J. de, Jok en Ernst. 627. — Volgeestige Werken. 191. — Wetsteen der Vemoften. 627. Zie: Baker. 650. — Schumpff vnnd Ernst. 798. Bruneel, D., Zegepr. Diederyck v. Elsaten. II. 803. Brunelle, P. J., Bruxelles ancien et moderne. H. 814. Brunet, Ch. — Zie Dolopathos. 947. Brunet, P. G. — Zie Proverbes. 994. Brunings, Brief a. D. H. Heinemeyer. Hs. 58. Brunings, Chr. (Leven van). 73. Brunings, P. F., [Verschill. romans], 681. — Over bergen en door dalen. H. 48. Zie: Reg. Tooneel. Bruhn, F. L. — Zie Pallavicino. 916. Brunner, Ph. J. von, Gebedenboek. 655. Brunnhofer, H., Ueb. d. Geist d. Indischen Lyrik. 974. Bruno, H., Bruiloftdicht. 542. — Mengelmoes. 346. Zie: Ovidin8. 301. — Psalmen. 241. — Virgilius. 299. — Reg. Tooneel. Bruns, P. J. — Zie Gedichte. 818. Bronswijk (Hertogdom). H. 747. Brunt, J., Spelleboek. 155. Brunton, J., Voorschriften v. h. Whistspel. 315. Bruschius, C. — Zie Horawitz. II. 37. Brusse, A. — Zie Reg. Tooneel. Brussel, A. van. — Zie: Riemsnijder. 380. — Vis- scher. 676. Brussel, Th., Beschr. d. voorn, watervloeden. II. 300. Brutel de la Rivière, G. J., Leven van H. Moded. 86. Bruun, Chr. — Zie Modus confitendi. 860. Bruijn. — Zie Brui-, Bruyn, F. de, Aan A. Spatsier. XII. — Grafdicht. 574. Zie: Tijken. 660. — Reg. Tooneel. Bruyn, H. — Zie Hasselaar. 534. Bruyn, J. W. de. — Zie Andriessen. II. 891. Bruyn, M. D. de, Beschr. eener bokaal. II. 325. — Leven van G. J. Beeldsnijder v. Voshol. Lb. 1853.100. — (Leven van). Lb. 1882, 67. Zie: van Alphen. 382. — le Francq van Berkhey. 375, 634. — Harp (Christelijke). 223. — Ka binetbibliotheek. 188. — de Perponeher. 686. — Spitta. 310. — A. Visscber en M. Tesselscbade Visscber. 227. — te Water. 636. — van Winter geb. van Merken. 373. Bruyn, R. le. — Zie Verzameling. 999. Bruyn, W. L. de. — Zie Reg. Tooneel. Bruyn, G W. van Oosten de. — Zie Oosten. Bruyn Kops, de. — Zie Kops. Bruynbeeck, H. de. — Zie Reg. Tooneel. Bruyne, J. de, Bruiloftdicht. 547. Bruyne, Jan de. — Zie Refereinen. 211. n. 987. Bruyning, L., Bruiloftdicht. 548. Bruyningen, W. van. — Zie Reg. Tooneel. Bruynne, F. de, Grafdicht. 563. Bruyns, W. A. — Zie Reg. Tooneel. Bruys, Mémoires histor., critiq. et littéraires. 953. Bruzelius, M. u. C. F. Raaf, Nord. Alterthümer. n. 773. Bruzen la Martinière, Bruiloftdicht. 543. Bryennios, Ph. — Zie AIAAXH. n. 1037. Brynjulffil., G., Periculum runologicum. 737. B.... s. — Zie P. A. Beelaerts van Blokland. Buatte, G. F., Brief a. le Francq v. Berkhey. Hs. 71. Bubbenius, A., Encomium Fred. Henrico victori. H 139. Bucaille, N., Aanspraak a. d. Burger J. Blauw. II. 479. Bucerus. — Zie Butzer. Buch der Sinnspriiche. 56. Buchanan. — Zie Reg. Tooneel. Buchanan, G., Poëmata. 893. Zie: Respublica. II. 843. Buchel, H. E. van, Copie v. h. testament enz. 73. Buchelius, A., Album amicorum. Hs. 55. — Brieven. Hs. 58. — (Opgave van brieven aan). Hs. 58. — Descriptio urbis Rheno-Traiectinae. II. 598. Zie: de Beka. II. 584. Buchellius, A. — Zie Epistolae. 889. Bucherius, A. — Zie Gesta. II. 816. Buchholz, F. — Zie Handbuch. 919. Buchler, J., Thesaurus Phrasium poeticarum. 893. Buchner, W., Gesch. d. dtsch. Nationalliteratur. 747.
Buchon, J. A. — Zie: Godefroy de Paris. 948. — Guillaume Guiart. 945. — Molinet. II. 819. — Muntaner. II. 819. Buchon, J. A. C. — Zie Choix. II. 819. Buchwald, G. von. — Zie Urkundensammlung. II. 717. Buck, O., Bruiloftdicht. 541. Buckens (Drooge). — Zie Meyster. 341. Bucki, N., Anl. z. Erlernung d. Polnischen Sprache.967. Buckle, H. T., Essays. 848. — History of the Civilization in England. II. 832. — Invloed der vrouwen. II. 317. Bucquoy, A. de, Bruiloftdicht. 546. Budaeus, G., Commentarius linguae Graecae. 870. Budde, W., Lijkrede op J. Boskoop. 727. Buddingh (Geslacht). — Zie D. Buddingh. II. 69. Buddingh, D., Archief. Mengelwerk. II. 985. — Archief v. Nederl. oudheden. 198. — Beknopte schetsen d. Nederl. geschied. II. 789. — Het Boetregt. II. 69. — De Cosmos en Zodiac. II. 776. — Dietsche taal en poezy. 197. — [Drie werkjes over Eist]. H. 426. — Edda-leer. H. 775. — Geschied, v. opvoeding en onderwijs. II. 309. — Hoogere Burgerscholen. H. 315. — Jacob v. Maerlant. — Laatste woord over Jacob v. Maerlant. 198. — Kerk, School enz. van N. Amerika. II. 876. — Leven v. S. A. Buddingh. Lb. 1870, 235. — De Loo-en. — Loo-kwestie. 172. — Noordsche godenleer. H. 775. — Oude en nieuwe drinkplegtigheden. n. 87. — Podhem of Poddinghem. II. 69. — Verhandeling over het Westland. IE. 445. Wandelingen [en Nieuwe wandelingen] door de Betuwe. II. 421. — Wenken t. bestrijding d. Paus. hiërarchie. II. 337. Woord over practisch lager onderwijs. II. 312. — Zak-Atlas v. Nederland. II. 398. — (Leven van). Lb. 1876, 125. — Overdrukjes. Zie ook: Niemeijer. 917. Buddingh, N. W., Overdrukjes. Buddingh, S. A., Allerlei 196. Dagboeken mijner overlandmailreize. IE. 47. — Over de Doodstraf. IE. 928. Geschiedk. overzicht v. h. Batav. Genootsch. 122. — Kuituur der suiker. IE. 673. — Leerrede. 733. Naaml. v. predikanten in Ned. O.-Indië. II. 672. — Neêrlands Oost-Indië. U. 667. — Pantheïsme of Algodendom. H. 1037. Proeve eener chrou. historische schets. H. 672. Projet d’un plan d’association. IE. 928. _ De Redactie v. h. Tijdschr. v. Ned. Indië. IE. 664. — (Leven van). Lb. 1870, 235. — Overdrukjes. Zie ook: E. Nott. II. 877. Budenz, J., Das Suffix tó( im Griechischen. 870. Budts, J. P. — Zie Katholikon. 128. Buecheler, P. — Zie Cicero. 885. Bucher, J., De vera ratione exorcismorum. IE. 898. Bücherwesen (Das) nach Staatsklugheit. 18. Büchler, D. D., Leven van Is. Warnsinck. Lb. 1857,77. Büchler, J. L. —- Zie Archiv. II. 687. Büchner, P. W. — Zie Reg. Tooneel. Büchner, W. P., Geneesk. topogr. v. Gouda. IE. 454. Bücking, J. J. H., Medic. Erklarung Dtscher Sprich- wörter. 769. Bülau, F. — Zie Tacitus. H. 688. Bünös (Az elveszett) etc. 991. Bueren, G. W. — Zie Moore. 848. Bürger, C. A., De Vesperis Siculis. IE. 854. Bürger, G. F., Lenore. — Vrouwen v. Wijnsberg. 309. — Werke. 801. Zie: Bloemhoven. 307. — Bloemlezing. 307. — Goedeke. 750. — Liederen. 307. Warre Tyn- dale. 312. Bürja, A., Die Pasilalie oder allgem. Sprache. 34. Büsching, A. F., Rede üb. J. D. Diterich. IE. 711. Zie: Ihre. 742. Büsching, J. G., Das Bild des Gottes Tyr. IE. 699. — Wöchentliche Nacbrichten. II. 1024. Zie: Bruzelins. II. 773. — Gedichte. 779. von der Hagen. 747. — Merkwürdigkeiten. II. 711. — Museum. 777. — Volkslieder. 786. Büsching, J. G. G., Die Alterthümer Schlesiens.H. 710. Büser, J. T. [Verschil! dichtwerken]. 401. Zie: Anakreon. 297. — Hein. 95. Büttikofer, J., Mededeelingen over Liberia. H. 869. Büttner, C. W„ Vergl. Tafeln d. Schriftarten. 6. Buffier, Grammaire Pranpoise. 930. Bugenhagen, J. — Zie Bibel. 581. Kraft. 750. Psalter. 589. — Souter. 589. Bugge, S., Rune-indskriften paa ringen. 738. Zie: Edda. 853. Buhle, J. P., Elogium H. M. T. Grellmann. 751. Buhle, J. G., Calend. Palaestinae oeconom. II. 24. Buhler, R., De utilitate etc. H. 35. B. U. H. S. — Zie le Sage ten Broek. 733. Buijs, Joh., Volksnatuurkunde, n. 944. Buijs, J. T. Eeuwf. d. Mtsch. t. Nut v.j’t Algem. 11.974. Leven v. D. T. Gevers v. Endegeest. Lb. 1881,167. — Rede uitgesproken op 9 Pebr. 1875. H. 498. H e t Regt van de Tweede Kamer. II. 257. — Overdrukjes. Zie verder: Gids. 130. — Bladen(Wetensch.). 131. Buijs, P., Leerrede. II. 605. Buijtendijk, 8. H., Watersnood. II. 422. Zie: Ezel. II. 422. Buirette de Belloy. — Zie Belloy. Buis-man (Vermakelycke). 282. Buismans rust-poosen. — Zie Sohainck. 722. Buitenbuurt (De zoete) of zeldz. levensgevallen. 667. Buitencingel (Nieuwe Amsteldamsche). 287. Buiten-cingels (De vermakel. Leidsche). H. 462. Buitenleven (Het vermaaklijk). 280-
Buitensporigheden (Op de) ... in de vreugdebedrijven van 1747. 453. Bukelare, Jan. — Zie Jacob van Maerlant. 207. Bulderen, A. van. — Zie Heg. Tooneel. Bulderen, H. van, Grafdicht. 570. Zie: Reg. Tooneel. Bulgaarsch. 967. Bulkus, J. — Zie Predikatie. 706. Bull, A. J. de, [Verschill. dichtwerken]. 419. — Leven van J. Brester Azn. Lb. 1864, 386. — Novellen. II. 1014. — Overdrukjes. Zie verder: Apostelen. 232. —Fantasia. II. 984. — van Lennep. 676. — Poëzie. CCLX. — Proza en poëzie. 184. — Verslag. II. 975. — Volks-Al- manak. II. 985. —Voor visschers gevangen. 184. — Reg. en Snppl. Reg. Tooneel. Balie „Ineffabilis” (De) in de Priescbe taal. 822. — (Die Gulden) des 4den Kaisers Karoli. Hs. 37. — ofte Mandaet des Paus v. Roomen. 430. Ballen, A. H. — Zie Tragedy. 846. Ballens Voogt, G., Bruiloftdicht. 539. Bullet, Onderzoek over de speelkaarten. II. 942. Bulletin de 1’Acad. d’Archéologie de Belgique. II. 792. — bibliogr. d. 1. littér. Angl. et Holland. 22. — du Comité Flamand de Prance. 124. — de l’Institut archéologique Liégeois. II. 811. — of the Nation. Institution at Washington. II. 880. — de la Société d. antiquaires de la Morinie. II. 827. — » » » d. 1’hist. d. Protestantisme Pranj.II.825. — m » » scientifique du Limbourg. II. 815. Bulletins de 1’Académie Royale de Belgique. 123. — d. 1. Société d. antiquaires de Picardie. II. 827. Bultetyn v. d. Maatsoh. d. Antwerpscbe Bibliophilen. Bullinger, H., Huysboeek. Yiiftich Sermoonen. EL 1017. — Somma d. christelicken religions. 622. Bulliot, J. G. et J. Roidot, La cité Gauloise. II. 827. Bulwer. — Zie Cooper. 834. — Reg. Tooneel Buma, J. — Zie Reg. Tooneel. Buma, L. A., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 58. Buma, W. W., Antwoord a. D. H. Andreae. H. 651. — De jure gratiae. II. 278. — Geschiedkundige nota. H. 620. — Onbevoegdheid d. Algemeens Synode. II. 619. — Regt d. Ploreenpligtigen. II. 619. — (Leven van). Lb. 1874, 39. — Overdrukjes. Zie ook: Register. II. 619. Buma, J. Acronius van, Betbleh. Mengelzangen.259,350. — Christus in Getsemane. 306. — „ patiens. 895. — Uraniae cantas durus et mollis. 895. — [Verschill. Lat. gelegenheidsgedichten], 901. Barna, J. Minnema, Bijdr. tot d. geschied, v. h. dijkrecht in Friesland. II. 618. Bundel v. Aanspraken... gedaan to Leyden. II. 482. — v. Bataafsche Volks-liedjes. 272. Bundel blijspelen. XIV. — v. Dichtstukken bekroond d. d. Mtsch. v. Rhetorica te Eecloo. 220. — dramatische poëzy. XIV. — v. Keurdichten t. viering v. Oranjes jaardag. 481. — „ Requesten teg. d. aanwas van grofwild. II. 587. — „ Stukken... ter opheldering d. Vaderl. Historie. n. ii6. — uitg. d. d. Mtsch. Eendragt en Vaderlandsliefde. 123. Bundeltje v. aangename volks-liedjes. 292. — (Nieuw) v. uitgekipte geestelijke Gezangen. 262. Bunge, F. G. von, Das Archiv zu Reval. II. 770. Buning, A., Guil. Car. Frisonis memoria celebrata. II. 187. Buning, A. Weruméus, Een kritiek oogenblik. 688. — Marine-schetsen. 688. — (Leven van). — Zie J. ten Brink. EI. 1063. Zie: Jaarboek. II. 304. Baning, F., Bruiloftdicht. 542. Bunk, W., Amsterdamsche Graanhandel. II. 551. Bunsen, C. J., Wijsgeerige aphorismen. II. 910. Bunsen, C. K. J. von, Brieven. Hs. 71. Bunsen, P. L. — Zie Reg. Tooneel. Bunte, F. B. — Zie: Roobol. 503. — Vreedenberg. 503. Buntzen, Th. geb. Gyllenbourg, De Kruisweg. 678. Bunyan, J., Eens Christens reize (Pelgrimstogt). 651. — Geestelijke zinnebeelden. 311. — De heilige oorlog. 651. Buommattei, B., Avvert. gram. p. 1. ling. Italian! 913. — Della lingua Toscana. 911. Burbure, L. de. — Zie Ommegangen. II. 796. Burch, F. van der, De laudibus Justiniani, legisl. 897. Zie: Reg. Tooneel. Burch, H. van der, Bruiloftdicht. 547. Zie: Dichtproeven. 230. Burch, L. van der, Sabaudiae respublica. II. 1064. Burch, T. van der, Grafdicht. 576. Burchard, M. H. G.Hfll., Lavrus Cimbrica arescens ad bvsta Morhofli. 753. Burchhoom, I., [Verschill. dichtwerkenj. 335. — Proces van drie edel-lieden. 191. — Een Staeltjen van d’andere werelt. 691. — Den Verheerden Hemel voor de deur-waerders. 700. Zie: Homeros. 296. Bnrckhardt, A. — Zie Mittheilungen. H. 762, 1061. Burckhardt, C. — Zie Mittheilungen. II. 763. Burckhardt, C. E., De Henrico I, Germ. rege. II. 693. Burckhardt, J., De J. Caselii... meritis. 750. — De J. Reuchlini... epistolae. 890. Zie: Mittheilungen. II. 763. Burckhardt, L. A. — Zie Mittheilungen. II. 763. Buren, B. van. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Buren, H. J. van, Misbruiken bij de verkiezingen. H. 337. — De zaak met Paus Pius de IXe. H. 337. Buren, R. van. — Zie Reg. Tooneel. Buren, C. A. Chais van. — Zie Chais. Buren Schele, A. D. van, Magdalena Moons. 675. Bureus, A., Suecia. H. 775.
Burg, H. van den, Bruiloftdicht. 645. — Grafdicht. 572. — Mengelpoëzy. 362. Zie: Jaarzangen. 217. — Jostinus. II. 993. — Langendijk. 2L7. — Reg. Tooneel. Burgemeester (Een Plattelands). — Zie C. A. Nairac. Burgemeesteren (Aan de) d. Stad Leyden. 471. Burger, C. P., Ongevraagd advies. II. 625. Burger, D., Handl. v. h. Nieuw-Grieksch. 876. — Locke’s bewijs v. h. bestaan van God. II. 912. — De Mensch en zijne bestemming. II. 914. — Kadelijk geloof. 387. — Zedekunde. II. 915. — De Ziel des menschen. II. 915. — Overdrukjes. Zie verder: Demosthenes. II. 1009. — Herbart. II. 910. — Lijkoedis. II. 860. Burger Jr., D., Homerus, Plato, Spinoza. II. 912. — Een Yoorlooper van Garibaldi.. II. 859. Zie: Auerbach. 90. — von Sybel. II. 52. — Tijd schrift. II. 318. Burger Jfil, H.M.fr. D., Dank-altaar. n. 142. Burger v. Schoorl, D., Chronyk v. Medenblik. II. 564. — Chronyk v. Scbagen. II. 566. — Klein Kronyxken. H. 536. Burger, geb. Hahn, E. — Zie Bag. Tooneel. Burger-Gecommitteerden (De) v. Zwolle aan hunne Committenten. H. 638. Burgerhart. — Zie Verzameling. 462. — van Vrijheidsburg. — Zie Project. 452. Burgerij (Voor Leydens), n. 474. Burger-Lied. II. 1002. Burgerpraatje (Eenvoudig). H. 156. Burger-recht (Amsterdams). II. 542. — d. Stad Leyden. II. 470. Burgersdijk, L. A. J. — Zie Shakspere. 311. CCLX. — Suppl. Bag. Tooneel. Burgersdijk, P., Wetten d. XII Tafelen. 350. Burgervriend (De) of.. . gesprekken. H. 595. Burggraaff, Grafdicht. 574. Burgh, J. van den. — Zie: Gedichten. 224. —Hooft. 324. — Suppl. Bag. Tooneel. Burgh, M. D. van den, Bruiloftdicht. 545. Burgh, P. van der. — Zie van Halen. 905. Burgh, W. ter, Gereform. Bloem-Hof. 191, 255. Burghers-dyk, Institutio logica. H. 913. — Kort be-ghryp van ’t Bedenk. Onderwijs. H. 913. — Sinopsis logica. II. 913. Burgmeyer, J. J., Kerkelijk Nederland. II. 331. Burgundius, N., Historia Belgiea. H. 109. Burguy, G. F., Grammaire d. 1. langue d’oïl. 929. Buri, F. K. von. — Zie Codex. H. 692. Buri, L. V. von. — Zie Bag. Tooneel. Buri, W. A. von. — Zie Codex. IL 692. Burian, Th., Lehrb. d. Böhmischen Sprache. 969. Burkery (De), of it boere bedrief. 828. Burkhardt, C. A. H. — Zie Geschichtsquellen. H. 745. Burlage, J. H., Aan Neerlands laatste vlag. 516. Burlage, J. H., Academische tafereelen. 508. — 13 November 1868. 519. — Genade, o Koning! 272. — Een Hollandsch klaverblad. 517. — Loyale en eerlijke Verklaring. 514. — Neerlands Weerbaarheid. 519. — Op Hoog bevel. 519. — Puntdicht en Sneldicht. 520. — Een Stemme uit het Metalen Kruis. 519. — Leven v. W. P. d’AuzondeBoisminart. Lb.1870,505. — „ v. E. W. van Dam van Isselt. Lb. 1860, 272. — (Leven van). Lb. 1874, 93. Zie: Boot. II. 1030. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Burlett, C. F. de, Dissert, inauguralis. H. 929. Burman (Geslacht). — Zie Burman Becker. H. 69. Burman, A., Bruiloftdicht. 548. Burman, C. of K., Trajectum eruditum. H. 589, 590. — Utrechtsche jaarboeken. H. 590. Zie: Prologue. 365. Burman, F., Aenm. de Nederd. tael aengaende. 57. — Grafdicht. 564. — Itineris Anglican! II. 841. — [Verschill. Lat. gedichten], 898. — (Lat. bruiloftdicht op). 905. Zie: Heidanus 525. Burman Fz., F., Oratio fun. in obit. G. Irhovii. 81. Burman, F. P. (Lat. gedichten aan). 907. Burman, J. F. — Zie Kam. 908. — Woertman. 908. Burman, P., De Auspicatissima terra marique Ai. 1702. H. 175. — Batesteinium. 896. — Brieven. Hs. 58. — Carmen in natalem Acad, diem recitatnm. 902. — Dictata in Historiam patriam. Hs. 40. — „ „ Tursellini Histor. epitomen. Hs. 34. — Favoriti Norici Observationes. H. 1041. — Oratio de eloquentia et poetice. 177. — „ „ publ. human, disc.professorisofficio.II.959. — „ „ pace. IL 177. — „ in humanitatis studia. 1. — Pax et libertas. 901. — Bedev. over de besch. letteroeffening. 1. — „ tegen de beschavende geleertheit. 1. — ,, voor de Comedie. CCLVIH. — Somnium s. iter in Arcadiam novam. 896. — Wederlegging (en 2e Wederl.) v. h. Verweer schrift. CCLVni. — (Lat. gedicht aan). 907. Zie: du Bois. 907. — F. Burmannus. 906. —Com- melin. 905. — C. en W. Crucius. 905. — Graevius. H. 60. — Producten. 72. — Rouklagten. 442. — Tuinman. 142. — v. Tuyl v. Serooskerken. 910. — Reg. Tooneel. Burman de jonge, P. of Burmannus Sec., Brederodius. 903. H. 993. — Brief enz. over Chr. Saxe. 89. — Deductie ter verdediging tegen Saxe. 89. — De enthusiasmo poetico. 177. — Over de poëtische verrukking. 178.
Barman de jonge, P. of Burmannus Sec., Grafdicht. 564. — Or. fan. in obitum J. Ph. d’Orville. 87. — De Schim v. Oldenbarneveld. 457. — [Verschil! lat. gedichten]. 897. — [ „ „ gelegenheidsgedichten]. 903. Zie: Boerhave. 907. — J. Burmannus. 905. — J. H. en 'S. Dedel. 907. — van Lynden. 906. — van Overmeer. 459. 903. — Weiss. II. 194. — Wolthemale. 908. Barman Fz., Fneef, P. — Zie W. a Lyere. 909. — Vlaming. 910. Borman Becker, J. G. — Zie Becker. Burmania, E. M. van. Brieven. Hs. 58. — Naamlijst d. Grietslieden. II. 611. Zie: Analecta. II. 615. Burmania, E. S. van, Schuitepraatje. II. 179. Burmania, G. O. van, Brief a. Van Sytsema. Hs. 58. Burmania, St. van, De Zee is de Helena. H. 145. Burmania (Herinneringen aan U. A. van). 73. Burmania, V. van, Uittreksel uit een diohtstuk. Hs. 27. Burmannus. — Zie Burman. Burmeister, C. C. H , Sprache d. Obodriten-Wen- den. 971. Bum, J. Southerden, History of the... Refugees H. 841. Burnet, G., Leven van Maria de Hde. H. 838. — Predicatie voor den Prins v. Orangie. H. 172. Burns, R., Poetical Works. 847. Burrish (Onslow). — Zio Onslow Burrish. Burroughs, J., Locusts. II. 1026. — Winter Sunshine II. 1026. Bursian, G. — Zie Mittheilungen. H. 762. Burton, G., Graecae linguae historia. 869. Bury, J. D. Fulgence. — Zie Reg. Tooneel. Bus, J., Bruiloftdicht. 548. Bus, W., Bruiloftdicht. 548. Bus de Ghisignies, L. de, Brief a. H.W. Tydeman. Hs. 58. Bus de Gisignies, du. — Zie v. d. Wijck. H. 664. Busaeus, Schadt der Meditatiën. 648. Busbecq, A. Gisleen, Aan den grooten Soliman. II. 857. Busch, J. D. — Zie Wagner. 750. Busch, Wilh. — Zie Kortum. 309. Busch Reiser, I., Comp. placitorum Platonis et Aristo- telis de ratione ... artis poeticae. 870. Buschbeck, F., Französische Grammatik. 932. Buschman, R. H. Rebenscheidt geb. — Zie Rebenscheidt. Busehmann, E. — Zie Papebrochius. H. 796. Buschmann, J. E. — Zie Ledeganck. 407. Busken, C., Bruiloftdicht. 543. — Lijktranen op K. Evertsen. 460. Busken Huet. — Zie Huet. Buskens, C. R„ Gedenk-zuil. H. 1003. Buslav, J. Th., De lingua originali Evangelii sec. Matthaeum. H. 890. Busmann, J. C., De Oarminibus nuptialibus. 882. Buss, F. J. — Zie Rask. 820. Bussaeus, A. — Zie Arius Thorgilsis. H. 787. Bussche, E. van den, Overdrukjes. Busscher, M., Opwekking en aanmoediging. H. 184. Busschof, B., Nieuwe Lof-sangen. 251, 252. Busse, G., Der Conjunktiv. II. 1031. Busselkijn of dat bondekijn van Mirren. Hs. 24. — van myrre. — Zie Fasciculus myrre. 613. Busserus, H. — Zie Naamlijst. H. 397. Bussingh, J. W., Aan Nederland. 498. — Brief over zijn remotie te Gouda. H. 967. — Bruiloftdicht. 543. — Gezangen. 265. — Grafdicht. 573. — De Weldadigheid. 488. Zie: Bilderdijk. 551. Bussmann, E. W. — Zie Goudschaal. II. 960. Butkens, C., Trophées de Brabant. Hs. 9. — Généalogie des Barons de BlondeL n. 68. Butler, C., Life of Erasmus. 76. — Life of H. Grotius. 78. Butler, Jos. — Zie Camphuysen. 253. Butte, W., Erinnerungen. H. 694. Buttingha Wichers, P. A. v., Beteekenis v. briefkaart n. 273. Buttmann, A., Die deutschen Ortsnamen. 770. Buttura, A., Dictionnaire Franpais-Italien. 52. Butzer, M. — Zie Psalter. 589. — Souter. 589. Buul, H. J. van. — Zie van Santen. H. 339. Buul, J. H. van, Grafdicht. 566. Buuren, A. D. — Zie Reg. Tooneel. Buuren-dochter (De) in ’t Pension. 820. Buuren-kout (Amsterdamsche). H. 592. Buur-praetjen... op den Brief van... Aerssens. II. 128. Buurt (Onze). — Zie Bohn geb. Beets. 679. Buurt, geb. v. Lynden, J. C., Logika. II. 914. Buxtorf, J., De abreviaturis Hebraicis. 981. — Institutio epistolaris Hebraica. 982. — Lexicon Hebraicum et Chaldaicum. 983. — Verba Anglicana ab Hebr. foute deducta. 982. Zie: Epistolarnm decas. 889. Buxtorffll., Joh., De punctorum vocalium.. origine. 981. Zie: Liber Cosri. 983. Bnij-, — Zie Bui-. Buyn, L. A. P. F., Onbelemmerde gedachte-uiting. 19. Buys, A., Observations s. 1. prononciation. 932. Buys, Egb. — Zie Vertellingen. 672. Buys, J. — Zie Viering. H. 554. Buys, J. Maartensz., Het ongeluk van J. A. Zuvder- duyn. U. 43. Buys, M., Thorbecke herdacht. II. 258. Zie: Smiles. 645. Buys, M. A. Brandts. — Zie Brandts. Buys Ballot, C. H. D., Herstell. d. Utr. Hoogesehool. H. 1056. — Meteorologische waarnemingen, n. 296. — Suggestions on a uniform System of meteor. Ob servations. H. 946. — Uitkomsten d. meteorol. waarnemingen. H. 295. — Overdrukjes. Buysen, H. —Zie Jaarzangen. 217. — Langendijk. 217.
O.
9 Calkoen, A. J. van Beeck, Op welke wijze behoort de Kerk enz. II. 313. — Observationes aliq. juris publ. sacri. II. 389. Calkoen, J. van Beeek, Brieven. Hs. 58. Calkoen (Ter gedacht, van J. F. van Beeck). 73. Call, J. van, Admirand. quadr. spectaculum. n. 40. Callenbach, C. C., De Hervorming herdacht. H. 342. Callenbureh Baartmans, H. W„ Gedichten. 395. Callenfels, M. L. v. Stein. — Zie Stein. Calliope. — Zie Ledeboer. 502. Callot. — Zie van Elsland. 280. Calmberg, De utilitate. 973. Calmée, M., Open brief. II. 318. Calonne, E. de. — Zie Reg. Tooneel. Calprenede, G. de la. — Zie La Calprenede. Calpurnius, T., Herderszangen. 304. Calvus, M. F., Antiq. urbis Romae c. region, simu- lachrum. H. 855. Calvyn, J., Institntio christianae religionis. II. 896. — Institutie ofte onderwijs. H. 896. — Heilige overblijfselen en derz. vereering. n. 34. — Lettres. 930. — Eene zeer nuttighe waersehouwinghe. n. 364. Camaille Saint-Aubin. — Zie Saint-Aubin. Camberlyn, J. B. G., Amatiss. Princ. Frederico et Ludovicae Epithalamium. 498, 904. — Huwelijksdicht. 498, 904. — In caedem Egmondi etc. Hs. 34. — Miscellanea. 899. — Wilhelmo Germ. Infer. Regi desiderato. 904. Zie: Jenner. 909. — Verzameling. 893. Cambon geb. van der Werken, M. G. de, [Yerschill. dichtwerken]. 374. — Dichtoffer aan Willem den Geduldigen. 478. — Ter inhuldiging v. Willqm V. 456. — Yrije bedenkingen. H. 209. Zie: Bentinck 562. — Nieuwjaarwenschen. 523. — Reg. Tooneel. Cambresier, R. H. J., Dictionn. Walon-Franpois. 940. Cambry, P. de. — Zie Fery de Guyon. EL 100. Cambyses. — Zie Engl. Plays. 843. Camdenus, G. — Zie Respublica. II. 843. Cameraars-rekeningen van Deventer. II. 635. Camerarius, L. — Zie Languet. 891. Camerarius, Ph. — Zie Bloemhof. 628. — Supple ment. 750. Cammaert, J. F., Wercken. XVI. Zie: Reg. Tooneel. Camoës, L. de, Os Lusiadas. 924. Camp, M. du, En Hollands. II. 86. Campagne de la Belgique. II. 236. — de Hollands en 1672. H. 154. Campaign (The) in Holland 1799. H. 223. Campan, A. — Zie Abrégé. EL 122. Campan, Ch. Al. — Zie Bergnes sur Ie Soom. II. 405. — de Enzinas. H. 101. Campana, C., Della guerra di Fiandra. H. 109. — Vita del Don Filippo II. n. 846. Campanella, Th., De monarchia Hispanica. H. 845. Zie: Cypriano. 912. Campanus, M. — Zie M. van Velde. Campbell, J. W. — Zie Kumpel. Campbell, M. F. A. G., Annales d. 1. typographic Néerlandaise. 15. — Leven van P. C. G. Guyot. Lb. 1861, 144. — „ „ J. W. Holtrop. „ 1870, 633. — Overdrukjes. Zie ook: Colerus. 90. — Konst- en Letterbode. 126. — Reynardus Vulpes. 890. Campbell, Th. — Zie Shakespeare. 845. Campe, J. H., Wörterbuch fremder Ausdriicke. 766. — Reinigung d. Dtschen Sprache. 765. Cam pen, A. W. van, Bidt voor Rome’s volgelingen. — Inleiding tot de schriften d. N. Verbonds. II. 889. Campen, J. van, Wegh des Hemels. 349. Zie: Psalter. 589. — Wtlegginghe. 590. Campen, P. van. — Zie Nieuwjaarwenschen. 523. Campen, S. R. van. — Zie H. Tollens Czn. H.998. Campen, W. C. van, Overdrukjes. Zie ook: Nieuwjaarwenschen. 623. — Tydeman. 560. Campens, E., Schetsen uit het dierenrijk. H. 950. Camper, A. G., Brief a. M. Tydeman. Hs. 58. — Redevoering te Franeker uitgesproken. H. 623. — Overdrukjes. Camper, P., Aanspr. aan de Princesse v. Oranje. II. 208. — Bloemenknopjes. 401. — De Justo Vondelio, poëta tragico. 93. — Lettre a M. G. Forster. H. 947. — Overeenkomst tuss. dieren en gewassen. II. 950. — (Redevoering over). 73. Zie: Wassenbergh. 908. — Reg. Tooneel. Camphuis, Joan. — Zie van Haren. II. 663. Camphuizen, A. — „ Denker (De). 634. Camphuyzen, C., Brief. Hs. 58. Camphuyzen, D. of D. R., Stichtelijke Rijmen. 253, 323. EL 990. — Stichtelijk zangwerk. 253. — Theologische Wercken. 649. — (Leven van). 323. Zie: Uitbreyding. 239. II. 989. — Testament (Nieuwe). 695. Campion, P. L., Cacographie. 932. Campistron, J. Galbert de. — Zie Reg. Tooneel. Cancioneiro Geral. Altportug. Liedersammlung. 924. Candeille, A. J., dit Simons-Candeille. — Zie Reg. Tooneel. Candidus. — Zie van Irhoven van Dam. — Open Brief. H. 336. Zie: Open Brief. II. 836. Candidus, G. — Zie: Annales. II. 59. — Historia Belgica. II. 100. Candidus, P., Belgicarum rerum epitome. II. 90. Canisius, P., Kleiner Katechismus. H. 899. Zie: Brouwers. II. 967. Canjoncle Jr., I. de, Bruiloftdicht. 540. Canjoncle, J. de. — Zie Reg. Tooneel.
Cankof, A., und D. Kyriak, Gramm, d. Bulgarischen Sprache. 967. Cankrien Jr.. H., De ludo et sponsione. II. 273. Cannabich, J. G. F., Beknopte aardrijkskunde. II. 40. — Leerboek d. aardrijkskunde. II. 39. Cannaert, J. B. (Leven van). Lb. 1849, 110. Zie: Bijdragen. II. 802. — Iets. 137. Cannart d’Hamale, L. van. — Zie Welvaarts. II. 414. Canne, J. — Zie Bible. 841. Cannegieter, H., Aanteek. Rom. gedenksteen. Hs. 73. — Brief over Nederlandsche oudheden. II. 655. — Brieven. Hs. 58. — De gemma Bentinckiana. II. 16. — „ mutata Romanorum nominum. II. 853. — In G. Koenii memoriam. II. 969. Zie: Placaet-boek. II. 418. Canneman, D. W., De Batav. mercatura Levantica. II. 669. Canneman, E. (Leven van). Lb. 1862, 47. Canoniek (Den Naackten). II. 592. Cantate ved det... Universitets Mindefest. 860. Cantelius, P. J., De Romana republica. II. 850. Cantenac, B. de. — Zie Boileau. 314. Canter Alta, F. — Zie Alta. Cantu, C., Histoire des Italiens. II. 854. Cantwel, A. — Zie Voyage. II. 45. Canu, R. Robberts le. — Zie Robberts. Canzius, J. H. Onder de Wijngaert. — Zie Onder de Wijngaert. Canzler, F. G., Englische Sprachlehre. 836. Capadose, A., Ernstig en biddend woord. II. 360. Zie: Aan de Herv. Gemeente. II. 888. — Bur- mannus. II. 841. — Gedenksteenplaatsing. 71. Capadose, H. Edwards. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Capadose, I., De Algemeene Rekenkamer. II. 283. Zie: Kemper. 424. Capelle, H. van der, Brief a. A. Kluit. Hs. 58. Capelle, J. van der. — Zie J. F. Bosdijk. Capellen, A. van der, Gedenkschriften. II. 135. Capellen, G. Th. van der, Dissert, inaug. II. 585. Capellen, R. van der, De Baanderheeren. Hs. 47. — Brief a. F. v. Lelyveld. Hs. 58. Capellen, R. J. van der, Brief a. J. de Kruyff. Hs. 58. Zie: A. van der Capellen. II. 185. Capellen van Berken wonde, G. A. G. P. van der, (Leven van). Lb. 1848, 59. Zie: Catalogus. II. 866. — van der Dnyn van Maas dam. II. 234. — Spengler. II. 668. Capellen van de Poll, J. D. van der, Advis. II. 629. Brief v. e. Heer uit Leeuwaarden. II. 630. — Brieven. Hs. 58. (Brieven van en aan). 109, 110. — (Lijkrede op). 727. . Ziei Copie. II. 680. — Du Puy. II. 199. — Price. H. 196. Capesius, G. — Zie Programm. II. 760. Capitaine, U. [Verschil! werken]. II. 811, 812. Etude sur le mot Pasquèie. 940. Capitaine, TL, Le Chant national Liégeois. 940. — J. B. et C. J. Pouplin.. instituteurs. 36. — Quelques mots s. 1. théate ligeois. 940. — Recherches sur 1’imprimerie a Liége. 15. — Overdrukjes. Zie ook: Pasquée. 941. Capitein, J. E. J., Onderzoekschrift. H. 680. Capittel (Het 2e en 3e) d. oude Cronyken. H. 474. Capittelen (Zeer merkelic) v. e. volcomen leven. Hs. 22. Capitularia regum Francorum. H. 826. Capitulatie tuss. den Grave van Marlburg enz. II. 811. — tuss. d. Koning v. Vrankryck enz. II. 659. Cappelle, A. G. van, In memor. G. J. Zillesen. 96. Cappelle, J. P. van, Aanteekeningen op Hooft. Hs. 7. — Bijdragen t. d. geschied, d. wetensch. en letteren in Nederland. 59. — Bijdragen t. d. geschied, d. natuurkunde. II. 943. — Nagelaten bijdragen. 136. — Dictaten over den Nederd. stijl. Hs. 6. — „ „ Neder! dichters. Hs. 7. — Filip Willem Prins v. Oranje. H. 122. — Geschiedenis d. Vereen. Nederlanden. Hs. 40. — (Gedachtenisrede op). 73. — Overdrukjes. Zie ook: Hooft. II. 105. — Woordenboek(Uitlegk.). 164. Cappellemans, V., De la propriété littéraire. 19. Cappellen de Marsch (De). — Zie v. d. Marsch. Cappol, J. van, Nomenclature Romanscha. 959. Capraez, F., Griffologische Blatter, n. 916. Capsius, M. B., Revelationes. n. 777. Caracteren (Honderdt geestige). 191. Caracters (De) der Opper baasen. H. 1002. Caraman, M. — Zie Rudimenta. 965. Carbasius, H., De communi dividundo. II. 923. Carbasius, N. — Zie Seghelyn. H. 985. Carbasius Cz., N., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 58. — De institutis juris publici et privati inter Batavos. H. 93. Carbon de Flins. — Zie de Flins. Cardale, J. S. — Zie Boethius. 831. Cardinael, S. Hz. — Zie Cortenaer. Hs. 76. Cardozo, E. U. — Zie Verzameling. 453. — Reg. Tooneel. Caree, J., Bruiloftdicht. 543. Carel de I», Landgraaf v. Hessen (Lat. gedicht aan). 907. Carel, A., Histoire d. contemporains. H. 1031. Carelius, M. L. G. Griethuizen geb. — Zie Griethuizen. Carelsen, G. — Zie A. G. de Leeuw. Carey, H. C., The past, the present and the future. IL 936. Carioatura Gobiana. H. 595. Carigiet, P. B., Raeto-romanisches Wörterbuch. 959. Carillon, A. C., Leerrede. H. 601. Carillon, B. C. — Zie Carillon A. C. II. 601. Carion, Chronica, v. d. Beghinne d. werelt. H. 12. Carisch, O., Formenlehre d. rhatoroman. Sprache. 959.
Cansch, O., Wörterb. d. Rhatoromanischen Sprache. 959. Caritus. — Zie Beckering. 644. Carl ende Elegast. 202. Carlebur, J. D., Een blik in de lente. 415. Carlebur, W. F., Het spelling-stelsel.. beoordeeld. 152. Carlstadt. — Zie Bodenstein. 750. Carlyle, Th., Frederick the Great. H. 706. — The French Revolution. IL 823. Carmen Sylva, Jehovah. 310. — Een gebed. 690. Carmina (Poetarum ... qui Latinè, ant Graecèscrip- serunt.) 893. Carmina Societ. cuj. insigne est Prodesse canendo. 893. Carminum epicorum German. Neder! saec.Xm et XIV. Fragmenta. 200. Carmoly, E., Des Khozars au Xe siècle. H. 864. Carmouche, P. F. A. — Zie Reg. Tooneel. Carnel, D. — Zie Jacob v. Maerlant. 205, Hs. 78, Carolus, J., De rebus Casp. a Robles Billaei in Frisia gestis. II. 613. Zie: Snellaert. II. 935. Caron, F. — Zie Adjaran. 999. — Voorbeeldt. 1000. Caron de Beaumarchais. — Zie Beaumarchais. Carondelet, J. de. — Zie Murray. IL 791. Carové, F. W., Ursachen d. Franz. Revolution. H. 823. Carpenterius, P., Eleg. Lat. ling. orat. ramus aureus. 882. Zie: C. de Fresne Du-Cange. 882. Carpentier, D. P., Alphabetum Tironianum. II. 17. Carpentier, J. B. — Zie Le Glay. II. 829. Carpentier, R. de. — Zie Bentivoglio. H 104. Carpentier Alting, A. S. — Zie Bibliotheek. 689. Carpovius, J., De perfectione linguae methodo scientif. adorn. 29. I — Vindiciae meditationis de lingua eiusq. perfect. 29. Carr, J., A Tour through Holland. II. 401. | — Voyage en Hollande. II. 401. ; Carr, W., Remarks of the Government. H. 50. | Carré. — Zie Reg. Tooneel. I Carrière. — Zie ten Doornkaat Koolman. 33. ■ Carrière, A. — Zie Kuenen. H. 887. | Carrière, D. — ,, de Lamartine. 315. I Carrington, 8., Leven van Olivier [Cromwell], H. 836. I Carruthers, R. — Zie Cyclopaedia. 833. Carson, L., Overdrukjes. j Carstens, B., Dialectbestimmung d. mittelengl. Sir Firumbras. 837. I Carstensen, H. P., Overdrukjes. I Carstensz, J., Bruiloftdicht. 546. [ Cart, W. — Zie Rahn. H. 764. j Carteromaco. — Zie Fortiguerra, de. I Cartesius. — Zie Descartes, f Cartheuser, Danemark in Schleswig. H. 717. | Cartier, 8., Orat. compleet, orat. Petri ad Judaeos. 897. I Carton, C. — Zie Liederen. 200. I Cartouche of de gestrafte booswigt. 176, 706. | Cartulaire du Prieuré de Marienthal. H. 1062. Cartulaires de 1’église de Térouane. H. 830. Carus, F. A. — Zie Schott. 750. Carutti, D., Di Giovanni Eckio. H. 856. Casa, G. della, Le Galatée. 54. — Galatéus of welgemanierdheid. H. 1009. Casanuova, F. A. G., Was hindert die Aufhahme d. Wissenschaften P 2. Casati, C. C. — Zie Richars li Bians. 947. Casaubonus, Is. — Zie Epistolae. 889. — Uytenbo- gaert. II. 391. Casaubonus, M., De quatuor Linguis commentationis. 37, 829. Case, I. de la. — Zie G. della Casa. Caselius, J. — Zie Burckhardt. 750. Casernbroot, E. A. O. de, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 58. Caseneuve, P. de. — Zie Ménage. 933. Casius, K. — Zie Boon. 529. Caspar, J. C., De lingua prima. 25. Caspari, C. P. — Zie Quellen. H. 893. Caspari, O., Die Sprache als psych. Entwicklungsgr. 32. Casparson, W. I. C. G. — Zie Wilhelm d. heilige v. Oranse. 791. Cassamus (Roman van). 204. Cassander (Leven van G.). 73. Cassel, J. P. — Zie Cooke. H. 840. Cassianus und Germ anus oder Lere d. Harpffen. Hs. 33. Cassianus, Joh., Der Oude Vaders Collatiën. 606. Hs. 20. Cassius, B. D., Eglises reform, en Pologne. II. 772. Castalia. Jaarboekje. 188. Casteele, D. van de, Chambre de Rhét. Cruusbroers. 209. — Overdrukjes. Zie ook: Keuren. II. 803. Castel-Moncajo [Verschil! Memoriën). II. 168. Casteleyn, M. de, Diversche Liedekens. 275. — [Verschil! dichtwerken], 317, 318. Zie: Reg. Tooneel. Castella, H. de, Notes d’un vigneron. H. 883. Castelli, N. de. — Zie Veneroni. 43. Castellier. — Zie Gebed. H 830. Casteren, H. van, Bruiloftdicht. 547. Castil-Blaze, Molière musicien. 958. Castilhon, J. B. L. de, Sacra Belg. Chrono! II. 332. Castilliona, C. O. — Zie Ulfilas. 742. Castillo Soarcono. — Zie Castillo de Solorzano. Castillo de Solerzano, A., Doorsleepen bedrieger. 665. — Leven van RufSne of het Wezeltje van Sivilien. 667. Castor Rhodius. — Zie Herodotus. 875. Castren, A., Finnische Mythologie. H. 770. — Ostjakische Sprachlehre. 993. Castricomius, P. — Zie Epistolae. 889. Castro Mz., D. H. de, De Synagoge d. Port. Israel. Gemeente te Amsterdam. H. 553. — Keur van Grafsteenen. — Auswahl etc. II. 565. Castro, J. a, De onghemask. liefde d. Heeren. 351. Cat, S. — Zie Handelingen d. Apostelen. 976. Catalanisch. 917.
Catalogussen Tan Bibliotheken: A. Catalogus d. Nieuwe Bibliotheek te Alkmaar. H 538. — v. d. Bibliotheek d. stad Amsterdam. EL 556. — n n „ v. E. J. Potgieter. 556. IL 1067. — „ Boeken uit de bibl. v. J. d. Bosch Kemper. 556. EL 1067. — v. HSS. uit de bibl. v. W. Moll. H. 556. — Bibl. Instit. Reg. Neerl. [te Amsterdam]. 120. — T. d. Bibl. d. Kon. Acad. v. wetensch. te Am sterdam. 121. II. 975. — v. d. BibL v. h. Luth. Semin, te Amsterdam. IL 553. — » » ,» d. Doopsgez. Gem. te „ II. 553. — v. d. Bibl. d. Mtsch. tot bevord. d. Bouwkunst te Amsterdam. II. 558. — v. d. Bibl. d. Mtsch. tot bevord. d. Geneeskunde te Amsterdam. H. 557. v. d. Bibl. d. Mtsch. tot bevord. d. Toonkunst te Amsterdam. II. 556, 557. y d. Bibl. d. Yereen. v. d. Boekh. te Amsterdam. 17. EL 961. — d. Bibl. v. h. Leesmuseum te Amsterdam. EL 549. y. d. Bibl. v. h. Genootsch. Doctrina et Amicitia te Amsterdam. 116. d. Bibl. v. h. Genootsch. Felix Mentis te Amster dam. 119. d Bibl. v. h. K. Oudhdk. Genootsch. te Amster dam. EL 74, 549. d. Bibl. v. li. Wisk. Genootsch. Een onvermoeide arbeid enz. te Amsterdam. IL 557. d. Bibl. v. h. Zool. Genootsch. Natura Artis Ma- gistra te Amsterdam. EL 549. Catalogue d. 1. Biblioth. d. J és ui tos d’Anvers. II. 799. Catalogus v. d. Openb. Biblioth. te Arnhem. EL 424. Catalog d. hist. Kreisvereins v. Schwaben zu Augs burg. H. 738. B. Catalogus v. d. Bibl. v. h. Batav. Genootsch. te Ba tavia. 122. Catalogue d. 1. BibL de Francois I a Blois. II 820. Catalog d. Bibl. d. Franzens-Museum in Brünn. IL 758. Catalogue d. MSS. d. L Bibl. d. Dues de Bourgogne a Bruxelles. H. 814. D. Catalogus v. d. Gemeenteboekerij te Delft. II. 449. — Bibl. v. d. Polytechn. School „ „ II. 450. n Acad.abolitaeGelro-Zutph.Daventriae.n.427. — „ pnbl. Daventriensis. II. 635. d. Archieven v. h. Gasthuis te Deventer. II. 636. E. Catalogus d. boeken v. d. Latijnsche school te Edam. EL 557. — Biblioth. Monasterii Egmundensis. Hs. 38. Catalog d. Biblioth. d. Gesellsch. f. bild. Kunst, Emden. H. 716. F. Catalogus libr. MSS. Bibl. Mediceae [te Florence]. — Zie Lambecius. 23. Catalogus (Novus) Biblioth. Franequeranae. IL 623. G. Catalogue d. L Bibl. de 1’Univ. de Gand. H. 808, 809. Catalogus v. d. Openb. Boekerij te Gouda. II. 454. — libr. qui in Bibl. Reg. Bagana in duplo.. inve- niuntur. II. 458. — v. d. Bibl., Kaarten en Modellen v. h. Min. v. Marine, ’s Gravenh. EL 459. — v. d. Bibl. v. h. Ministerie v. Oorlog te ’sGravenh. II. 459. — d. Bibl. v. de Tweede Kamer te’sGravenh. IL 458. — „ „ ,, h. Indisch Genootschap. „ IL 662. — „ Surinaamsche Bibliotheek. „ IL 681. — Bibl. Universitatis q. Groningae est. II. 649. — „ Guyotianae. [te Groningen], 36. H. Catalogus d. Bibl. v. h. Prov. Genootsch. in N. Brab. ’s Bosch. 122. — d. Bibl. Harlemensis. II. 562. Catalogue d. 1. Bibl. d. Musée Teyler a Harlem. 115, II. 562, 974. Catalog der Bibl. d. Hist. Vereins f. Niedersachsen in Hannover. II. 712. L. Catalogus d. Provinc. Bibl. v. Friesland te Leeuwar den. EL 605. Catalogi duo instruct. Bibliothecae Leovard. II. 605. Catalogus d. Bibl. v. h. Friesch Genootsch. Leeuw. IL 606. — Bibliothecae Lugduno-Batavae. II. 503. — libr. Mss. Bibl. Lugd. Bat. IL 503. — Cod. Orient. „ „ „ H. 503. — „ Hebr. „ „ „ EL 503. — libr. altera exempl. Bibl. Lugd. Bat. II. 503. Catalogue de livres Chinois a 1. Bibl. de Leyde. 996. IL 503. Catalogus der Bibl. v. J. Thysius te Leiden. II. 503. — „ „ „ d. Mtsch. d. Ned. Letterk. te Leiden. 113. Hs. 76. Catalogue d. 1. Bibl. Wallonne a Leyde. IL 515,516. Catalogus v. d. „ d. Sterrenw. te Leiden. IL 504. — v. d. Bibl. v. h. Studentenweekbl. Minerva te Lei den. EL 505. — v. d. Bibl. v. h. Genootsch. Mathesis Scient. Genetrix te Leiden. H. 510. — v. d. Bibl. d. Ned. Dierkundige Yereen. te Leiden, n. 516. — d. Leesbibl. v. d. Mtsch. Tot Nut v. h. Algem. te Leiden. EL 516. Catalogue d. Mss. d. L Biblioth. de Liége. EL 1064. — d. 1. Bibl. music, d. 1. Soc. d’émul. de Liége. II. 811. — of books belonging to the Dutch Church at London. II. 843. M. Catalogo de los Mss. del Duque de Osuna é Infantado. Madrid. EL 848. Catalogue of books of the Manchester liter. Society. H. 844. I — of the Melbourne Library. IL 884.
Catalogus (en Nieuwe Cat.) v. d. Prov. Bibl. v. Zeeland. Middelburg. II. 567. — d. Bibl. v. h. Zeeuwsch Genootsch. d. Wetensch. Middelburg. 114. — Cod. Mss. Bibl. Reg. Monancensis. H. 735. N. Catalogue of the New-York State Library. II. 879. P. Catalogue de Mss. Néerl. d. 1. Bibl. Nation. Paris. II. 1063. R. Catalogus d. Bibl. d. Remonstr. Kerk te Rotterdam. II. 524. — v. handschr. d. Rem. Kerk te Rotterdam. II. 524. S. Catalog d. Bibl. d. Vereins f. Gesch. d. Herzogth. Bremen u. s. w. zu Stade. H 712. U. Catalog d. Bibl. d. Vereins f. Kunst in Ulm. n. 741. Catalogus d. boekerij v. h. Hist. Genootsch. te Utrecht. H. 62. — Bibl. Universitatis Ultrajectinae. II. 602. — eener verz. Kaarten op de Bibl. d. Hoogeschool te Utrecht. — Zie Reuvens. H. 397. W. Catalogus v. d. Bibl. d. Landbouwschool te Wage- ningen. II. 437. Catalog d. Biblioth. d. KK. Geogr. Gesellsch. z. Wien. H. 37. 753. Z. Catalogus v. Charters uit het Burgerweesh. te Zwolle. H. 638. — d. Boekerij d. Overijss. Vereen. teZwolle.H.627,628. Zie ook: Index. — Inventaris. — Lijst. — F. Muller. — S. Muller Fz. — A. Namur. — Répertoire. — Yerzeiohniss. Catalogussen van Boekyerkoopers-magazijnen: Catalogue d. livres s. 1’hist. littér. en vente chez F. Muller. 1. — de livres s. 1’hist. littér. en vente chez M. Nijhoff. 1. — » „ » I belles lettres Néerl. en vente chez M. Nijhoff. 57. — of Books in Oriental Literature. II. 1033. — d. livres s. 1. langues Orientates. H 1033. — d’une collection de Calligraphic. 8. Catalogus eener Verzameling v. Holl. Bijbels. 579. — eener Verzameling Kinderboeken enz. 707. — Dissert, et Orationum histor. et antiq. H 55. — v. boeken over Nederlandsche Geschiedenis. H. 55. — » » 9> 99 Waterstaat. II. 297,1050. — .. >, „ Indië. n. 661. Catalogue of books in the Bohemian language. 969. — de livres sur la Russie. II. 767. — of books relating to America. H 871. — d’une coll. d.. livres imprim. par les Elzevirs. 16. Catalogussen van Museums: Catalogus v. ’sRijks-Museum v. Schilderijen te Amster dam. II. 548, 549. — v. h. Museum v. h. K. Oudheidk. Genootsch. te Amsterdam. H. 549. — d. ethnogr. Afd. v. h. Bataviaasch Genootsch.n.976. — „numism. „ „„ „ „ 11.976. Catalogue de la coll. paléontologique d. Musée Teyler a Harlem. H. 562. Catalogus v. h. Kolon. Museum te Haarlem. H. 563. — Museum v. Kunstnijverheid „ „ II. 563. — d. Munten v. h. Prov. Brab. Genootsch. te ’sHer- togenbosch. H. 976. — v. h. Stedelijk Museum te Leiden. H 516. — d. Schilderijen op het Raadhuis te Leiden. II. 516. — „ Verzamelingen v. h. Zeeuwsch Genootschap te Middelburg. H. 973. Catalog d. im German. Mus. zu Nürnberg befindl. Gemalde. H. 736. Catalogus v. h. Museum Boymans te Rotterdam. II. 523. Catalog v. Salisburgensia. II. 753. Catalogus d. archaeol. Verz. v. h.Utrechtsch Genootsch. H. 974. — v. medaillestempels v. ’s Rijks Munt Utrecht. H. 599. Catalogussen van Tentoonstellingen: Catalogussen van Nijverheids-tentoonstellingen. H. 288. Catalogus d. Tent. v. oudh. betr. de gebeurtenissen in 1570—78 te Alkmaar. H. 113. — d. Brederoo-tentoonst. te Amsterdam, n. 967. — „ Afd. Ned. Koloniën d. Kolon. Tentoonst. te Amsterdam. H. 662. — of the exhibits from New South Wales at Amster dam. H. 884. — d. tweejaarl. tentoonst. v. schilderijen te Amster dam. II. 558. — d. tentoonst. v. Photographic te Amsterdam. H.327. — d. Tentoonstellingen v. Ned. oudheden te Am sterdam en Utrecht. II. 75, 76. — d. inzendingen v. Nederl. op de Visscherij-tentoonst. te Bergen. H. 289. — d. Tentoonst. v. voor Nederl. belangrijke oudheden te Delft. n. 442. — d. Tentoonst. v. voorw. betr. hebbende op Willem 1 te Delft. H. 119. Catalog d. Gewerbe-Ausstellung z. Düsseldorf. H. 732. Catalogus d. verz. v. voorwerpen betr. de geschied, v. Goes. H. 576. — d. Tentoonst. v. voorwerpen betr. het Huis v. Oranje te ’s Gravenhage. II. 68. — v. voorw. ingezonden t. typogr. Tentoonstelling te Haarlem. 14. — d. Tentoonst. v. Nijverheid te Leiden. H 511. — v. oudheden betreff Leydens beleg. H 457. Catalogue d. peintures au Salon de Liége. II. 812. Catalogus d. Tentoonst. v. Zeeuwsche oudheden. Mid delburg. H. 571. Catalogue de Portugal a 1’expos. de Philadelphia.H.849. Catalog d. Rigaschen culturhist. Ausstellung. H.770. Catalogus d. schilderijen-tentoonst. te Rotterd. H. 523.
Catalogus d. Bellamy-tentoonstelling te Utrecht. II. 967. — Tentoonstelling Middelb. onderw. te Utrecht. H.316. — v. schilderijen enz. betreffende M. A. de Ruyter te Vlissingen. II. 163. — d. Wolff en Deken-Tentoonst. te Ylissingen.il. 972. — v. d. tentoonst. v. Zaanlandsche oudheden. II. 533. — d. Overijsselsche Tentoonstelling te Zwolle. II. 628. Catalogussen van Yerkoopingen: Catalogussen (Verkoop-) v. verschil! Boekverkoopers- magazijnen. 17. — v. verschil! particu! bibliotheken. 96,756.11. 971. — „ Neder! historieprenten, portretten, authographen. U. 56—58. — van handschrift! documenten, autographen, por tretten. H. 8. — van Munt- en Penningkabinetten. II. 9, 10, 74. Catalogue de MSS. autogr. de Hugo Grotius. 78. Catalogus v. Staatsstukken afk. v. D. v. Wyckerheld Bisdom. Hs. 76. — verkooping tooneelen, decoratien enz. VI. m tooneelkleederen. VIL — v. allerhande treur-, blij- en klugtspelen. Hs. 83. d. boeken v. h. Genootsch. Kunst wordt door arbeid verkregen. 114. — d. tooneelbib! v. Ollefen, Moor en Veltman. CCLIX. nalatenschap v. Mevr. Kleine-Gartman. CCLX. Catalogue des Tableaux de S. M. Guillaume II. ’s Hage n. 255. — du Musée de Calligraphic de G. J. Dekker. 8. of a collection of antient Armour. II. 841. Verschillende Catalogussen: Catalogus v. boeken in de Byblioth. v. J. de Witt (Pamfl. v. 1672). II. 158. — „ schilderijen (Pamfl. v. 1783). II. 203. (Beredeneerde) v. schilderijen (Pamfl. v. 1783). h. 203. y. e . Klein Kabinetje Rariteiten. II. 201. v. boeken ontvangen ten voordeele d. vaderlands. II. 245. van Chinosche matrijzen. 996. — met tooneelstukken. I. H. CCLVn. Catalogus et gesta Episcoporum Monasteriensium. Hs. 38. Cate, S. Blaupot ten, Armwezen en armenverzorging. H. 292. (Versch. werken over de Doopsgezinden). H. 356. — Geschied, d. Doopsgezinden in Friesland. II. 618. 9 y. Neder! Zeevaart. II. 268. — Handleiding Wet Lager Onderwijs. IE. 312. — Oud-Nederland. H. 154. — Staatszorg voor de armen. H. 292. Verlevendiging v. d. welvaart te Zaandam. H. 566. De Wet, Regeering en Tweede Kamer. H. 648. — (Leven van). Lb. 1885, 23. Zie: Tijdschrift. II. 291. — Wet. II. 312. — Zwaardemaker. 413. Cate, M. Weimar ten. — Zie Reg. Tooneel Cate Fennema, J. ten, Overdrukjes. Catechesis Religionis Christianae. II. 904. — Theotisca Seculo IX conscripta. 788. C at e clieti ek. H. 899. Catechismus der Bankroetiers. H. 194. Catechismus: dat is de Christelijcke Leennge. H. 901. — effte Kinderlehre. H. 900. — ofte Christelijke leeringe. H. 901. — (De) oft kinder leere. II. 900. — of onderwijs in de Christel, leer. H. 894, 907. — in het Groenlandsch. 1003. — „ „ Malabaarsch. 995. — „ „ Singaleesch. 978. — „ „ Tamulsch. 995, 996. — van de Juffrouwen. 704. (De) v. d. Koning v. Vrankrijk. H. 822. — v. h. Stadhouderschap. — Zie de Vogel. H. 195. — (Altfriesische) in der Sylter Mundart. 821. (Gereform. christel.) in 52 Klinkdichten. 353. — (De Goudsche). II. 901. — („ Heidelbergsche). II. 900, 902, 906. # a ) in het Spaansch. 920. — (De kleyne). II. 899. (Kleine) over de geschied, d. Kath. kerk. — Zie van Vlooten. H. 344. — (Kleine) voor eenvoudigen. IE. 906. — (Kleyne Catholycke). IE. 902. — (R. Cath.) in het Neger-Engelsch. 1006. Catharina. — Zie Landjuweel. 184. de De van Rusland. — Zie Reg. Tooneel. Cathérinot, N., Annales typogr. de Bourges. 15. — L’art d’imprimer. 16. Catiran de Boirie. — Zie Boirie. Cato, Dionysius, Disticha. — Tweelings-veerzen. 603. — Disticha de moribus. 886. — Koppeldichten van de Seden. 304. Zedekundige Tweelingverzen. II. 1009. Zie: Beets. II. 986. — Horatius. 800. — Plu- tarchus. 599. — Rusting. 338. Catoen (Die Dietsce). 207. Hs. 86. Catootje (Het vrolijk). 291. Cats, C. — Zie Testament (Het Nieuwe). 595. Cats, H. — Zie Bijbel. 587- Cats, J., Werken. 324, 325. H. 995. — Sinnreiche Werke. 325. (Keur uit de werken van). 325. [Verschil! afcond. dichtwerken]. 325. L’art du mariage. 325. (Leven enz. van). 73. Zie: Barlaeus. 895. — van Beverwijck. II. 985. — Bloemlezing. 224. — Keur. 224. — Kops. 717. TJdemans. 338. — Reg. Tooneel. Catsianum (Museum). 73. Cattenbaert, J., Hollands Op-komst. IL 149. Cattenburgh, A. van, Biblioth. scriptorum Remon- strantium. II. 357. Zie: Brandt. 77.
Cattenburch, A. L. van, Intogt d. Hollanders binnen Zierikzee. Q. 582. Cat alius, Bruiloft s-beurtzang. 304. Catz Small enburg, F. van. — Zie Tijdschrift. II. 287. Cau, Com. — Zie Placaet-boeck. II. 108. Can, J. P. Th., Hist. Marchionatus Yerae etc. II. 580. Candron, G., Leven v. Catharina v. Alexandria. 336. Caukercken, C. — Zie Virgilius. 298. Causeries Parissiennes. 944. Causin, N. — Zie Deugds-tooneel. 663. Cautelen (De) met het Canon... van der Misse. H. 362. Cauteren, Ph. van, Over tabak. H. 950. Zie: Mill. II. 916. Cauwelaert, J. B. van, Francois de Röye. II. 813. Cauwenberg, A. J. V., Omstandig verhaal. II. 578. Cans (de). — Zie Reg. Tooneel. Cavalerie (Nederlandsche). H. 304. Cavallius, G. O. H., Vocabularium Yaerendicum. 861. Zie: Samlinger. 861. C. A. V. R. — Zie: C. A. van Ray. Cayla, J. M. — Zie Godolin. 950. Cayley, C. — Zie Rijkdom. 834. C. B. — Zie Verzameling. 453. C. C. — Zie: Gordon. 533. — Speel-werck. 281. C. D. G. — Zie C. de Grieck. C. D. P. — Zie Leeuwerck. 257. C. de B. — Zie C. de Brou. Cebes Tafereel. 297, 597- Zie: Epictetus. 599. ï Cedée, A., Lijktranen over Anna Paulowna. 518. ; Cedercrentz. — Zie Sverige. H. 777. Cefas en S. J. du Toit, Godsd. stukken. H. 1014. Celébrités contemporaines. 927. | Celestina, Ende is een tragicomedie. 660. II. 1067. Zie: de Rojas. 922. • Celestine. — Zie C. F. van Rees. [ Cellarius, C., Brief a. H. Copes. Hs. 71. I — Historia universalis. II. 9. I — De Latinitate mediae et infimae aetatis. 778. I — Judicium de vind. Lat. ling. Borrichianis. 884. I Cellarius, L. F., Leerrede. 734. [ Cellini (Leven van Benvenuto). H. 855. I Celosse, H. — Zie Psalmen. 242. [ Celse, M. a. — Zie Apparatus. II. 778. I Celsius, O. O., Biblioth. Upsaliensis historia. H. 782. [ Ceitisct. 863. H. 1027. i Centen, S. — Zie Brandt. H. 559. | Centliore. — Zie Reg. Tooneel. I Ceporinus, Joh. — Zie Jan van Venray. I Ceratinus. — Zie J. J. Abbink. j Ceremoniboek v. d. Regeering te Amste1da.ni H. 550. I Cerff, J. de, Brief a. Mej. Paets. Hs. 58. | Cerisier, A. M., Observations impartiales. II. 197. 1 — Réplique au second discours. H. 197. Zie: Geschiedenis. II. 79. I Cersne aus Minden, E., Der Minne Regel. 787. I Ceruti, Ant. — Zie Statuta. H. 855. Cervantes, M. de, Den ialoerssen Carrizale. 662. — De doorluchtige Dienstmaegt. 662. — Het schoone Heydinnetie. 662. — Den verstandigen Ridder Don Quichot. 664. Zie: Chasles. 917. Cesarotti. — Zie Ossian. 868. Ceylon. H. 681. C. G. K. — Zie Speel-werck. 281. C. G. P. — „ van Nieueveen. 305. C. G. v. d. H. — Zie Speel-werck. 281. C. H. — Zie Clignet. 531. — Reg. Tooneel. Chaalkin, S., Brief. Hs. 71. Chabaille, P. — Zie: Gaufrey. 948. — Renart. 945. Chabannes, M. A. J. Rockon de. — Zie Rochon. Chabert, P. M., Overdrukjes. Chabot (Geslacht). — Zie Scheffer. H. 69. Chad, G. W., A Narrative of the Revolution. H. 229. — Verhaal d. jongstleden omwenteling. H. 229. Chais, C., Lettres historiques et dogmatiques. H. 33. Chais van Buren, C. A., Staatk. beginselen v. Mar nix. n. i2i. Zie: de Wicquefort. II. 141. Challa, P. T. Menagé. — Zie Reg. TooneéL Challamel-Lacour. — Zie Célébrités. 927. Chalmers. — Zie Johnson. 838. Chalmers, Th., Christelijke openbaring. H. 891. Ckalmot, J. A. de, Brieven. Hs. 59. — Biogr. woordenboek d. Nederlanden. H. 65. Zie: Chomel. 3. — Kok. II. 61. Chalon, R., P. de la Bassecourt, pasteur. H. 68. — Un coup d’état manqué. IL 822. — Recherches s. 1. monnaies de Hainaut. H. 810. — Les Seigneurs de Muno. H. 816. — » » „ Plorennes. II. 816. — Overdrukjes. Chambeau, P. C., De Alcibiade. II. 859. Chamberlain, E. L., Worcestershire Words. 840. Chamberlayn, J. — Zie Oratio Dominica. 54. Chambers. — Zie Reg. Tooneel. Chambers, R. — Zie Cyclopaedia. 833. Chambers, T. W. — Zie History. IL 880. Chambrun (Larmes de Jacq. Pineton de). H. 826. Chamfort, S. R. N. de. — Zie Reg. Tooneel. Chamilly (de). — Zie Campagne. H. 154. Chamisso, A. von, Die Hawaiische Sprache. 1004. — Werke, nebst Biographie. 802. Champagnac, J. B. J. — Zie Poètes Franpais. 942. Champblanc, P. D., Het Krijgsspel. H. 943. Champollion-Figeac, J. J., Patois de la France. 939. Zie: Charte. 912. Champsaur, F., Paris. — Le massacre. II. 1034. Chancel (La Grange). — Zie La Grange. Changuion, A. N. E., Brief over het Woordenb. Hs. 4. — Bezwaren teg. de Theolog. Kweekschool. H. 683. — Geslachtwijzer d. Nederl. taal. 158. — Heilz. invloed eener grondige studie. II. 1028. — De Nederd. Taal in Z. Afrika hersteld. 177.
144
Chijs, J. A. van der, Gesch. d. O. I. Comp. II. 668. — De Latijnsche scholen te Batavia. II. 674. — Opening d. school te Bandong. n. 675. — Vestiging v. h. Ned. GezagoverdeBandaeil. 11.1057. — Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 976. — Netscher. II. 670. — Plakaatboek. II. 670. — Register. 122. Chijs, P. O. van der, Academisch Tijdschrift. II. 322. — De M. T. Ciceronisaeq. veliniq. deGraec.judicio. 885. — Comm, geogr. in Arrianum d.expeditione Alexandri. H. 859. — Leven van A. Doyer Tz. Lb. 1854, 3. — „ „ L. J. E. Keuller. Lb. 1864, 160. — „ „ S. H. v. d. Noordaa. „ 1851, 55. — „ „ G. v. Orden. „ 1854, 25. — „ „ P. W. B. de Wilde. „ 1856, 69. — Het Munt- en Penningkabinet d. Leidsche Hooge- school. — Notice etc. II. 504. — De Munten onzer voormalige hertogen. II. 74. — „ „ d. Prank, en Duitsch-Nederl. vorsten. IL 94. — De Munten >t ff ff ft v. Braband en Limburg. II. 404. „ Priesl., Gron. en Drenthe. II. 612. „ Gelderland. II. 420. „ Holland en Zeeland. II. 442,568. „ Overijssel. II. 629. „ Utrecht. II. 585. — Nut d. beoef. van de munt- en penningkunde. II. 7. — (Leven van). Lb. 1869, 216. — Overdrukjes. Zie: Beets. Hs. 42. — Boonzajer. Hs. 74. — Reuvens. II. 13. — Tijdschrift. II. 7. — Vriend. 128. Child (Disobedient). — Zie Engl. Plays. 843. Chileensch. 1004. I Chili. II. 882. j. China. H. 861. i Chinees (Een). — Zie H. A. Benit. [ Ohmeesch. 995. ( Chiniac. — Zie Pelloutier. II. 817. ■ — de la Bastide du Claux (De), Heiig. Gauloise.II.817. I Chiromancie of handwaarzegkunde. — Zie Natuer- kunde. Hs. 11. I Chladenius, M., De octo emolument!). H. 920. I Chladnus, M., De abusu chymiae. H. 1038. I — De ecclesiis Colchisis. H. 1038. I Ch. L. B. D. M-G. — Zie C. L. de Mecklembourg. I Chmel, J. — Zie Monumenta. H. 751. I Chnustinus, H., Spiel v. d. Geburt unsers Herren. 804. I Choart de Buzanval, P., Lettres. H. 123. i Choisy (de). — Zie d’Alembert. 927. K Choix de Chroniques s. 1’histoire de Prance. H. 819. ■ Choler, A. — Zie Heg. en Suppl. Reg. Tooneel. ■ Chomel, N., Alg. huishoudelijk woordenboek. 3, 4. B Chonia. — Zie J. C. Kinderman. I Choquart. — Zie Reg. Tooneel. ■ Chora a Plorentio Zelandibus concessa. — Zie Keu ren. Hs. 51. 1 Chotin, A. G. — Zie Wamy de Wisenpière. n. 811. Chr. — Zie Wandalisme. H. 483. Chrestien, Vicomte de Ter Vueren, Brief. Hs. 71. Chrestien de Troye. — Zie Roman v. Lancelot. 203. Chrestomathia Syriaca. 986. Chrestomathie (Boegineesche). 1002. — de 1’ancien Pranpais. 941. — Pranpaise. H. 1032. — Hindie et Hindouie. 976. — Hindoustani. 976. — (Makassaarsche). 1001. — (Nederlandsche). 181. II. 983. — ( » ), alphabetisch gerangschikt. 644. — (Nieuwe Nederduitsche). H. 1007. — ( „ Nederlandsche). 181. II. 983. — Provenpale. H. 1031. Chrestopoulo. — Zie Kalvos de Zante. 877. Chriemhilden Rache. — Zie Nibelungen Lied. 792. Christemeijer, J. B., Een avondbezoek op het slag veld v. Waterloo. 518. — Geschiedverhaal d. levensredding. II. 237. — Herinneringen v. 1813—15. H. 237. — Hulstbloemen. 403. — Lied op den Kroonprins. 504. — Lustoord tusschen Amstel en Grebbe. II. 590. Zie: Mengelingen. 600. Christendom (Algem. geschiedenis van het). H. 25, 1037. in Nederland vóór de Hervorming. II, 329. — (Oudheden van het). II. 25. Christen-geestelijken (Zijn alle) huichelaars. — Zie van Voorst. 488. Christiaan Leydenaar. — Zie Antwoord. 463. Christiaens, W. — Zie Swetman. 703. Christian. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Christian (Kong) den Vte» Testamenter. H. 776. Christiani hominis... exercitio. II. 1029. Christianson, C. — Zie C. Dirckinck-Holmfeld. Christianus, H., Bruiloftdicht. 547. Christianus Batavus. — Zie H. Calkoen. Christijn, J. B., Brabandts Recht. H. 812. Zie: Délices. II. 396. — Placcaeten. II. 791. Christina of de gevolgen van wellust. — Zie van Heusden. 674. Christmaeus, J. B., Jurisprudentia heroica. II. 63, Christius, J. P. — Zie Origines. H. 690. Christmann,W. L., Roman. Sprachein Graubündten.959. Christo Sacrum. ï— Zie Genootschap. Christophilus. — Zie W. H. Warnsinck Bz. — Christelijk jaarboekje. 188. Christus en de Paus van Rome. II. 337. — lyden. 305. — (Hoe) ons leert bidden. 619. Chronica et Cartul. monasterii de Dunis. II. 803. Presulum et Archiepiscop. Colonieases eccles. — Zie Fontes. EL 727. — des Hüsgesinnes der Lieften. Hs. 38. Chronicles of Cape Commanders. II. 683. — of Eri. H. 843. 10
Chronicon Ducvun Brabantiae (Anonymi). II. 403. — Magnum (Rerum famil. Belgioarum). II. 76. — ... montis Calvariae. — Zie Pontes. II. 727. — S‘ Michaelis monasterii in pago Yirdunensi. II. 832. — Samaritanum oui titulus est liber Josuae. 985. — Saxonicum s. Ann.reruminAngliagestarum.il. 831. — Tielense (Auctoris incerti). II. 437. Chronik d. Stadt Elbogen. II. 756. — d. Stadt Erkelenz. — Zie Fontes. II. 727. — „ „ Sinzig. — „ „ II. 727. — „ Universitat zu Kiel. II. 720. — (Vaterlandisehe) d. Rbein-Provinzen. II. 731. Chronike (Die olde Freesohe). II. 608. Chronike. — Zie Kroniek. Chroniken der Stadt Eger. II. 756. — (Basler). II. 764. — (Deutsche) aus Böhmen. II. 756—757. — (Hamburgische). II. 748. — (Niederrheinische). — Zie Fontes. H. 727. Chronique d. éyenements arrivés a Bruxelles. II. 813. — du Hainaut. II. 810. Chroniques Anglo-Normandes. II. 1032. — contes et légendes. 957. (Les grandes) de France. — Zie Histoire. II. 819. Chronyck of Cronyck. — Zie Kroniek. Chryselius, C. von, Gedichte. 802. Chrysostomus, Joa, Beweechnisse d. herten. 601. Lofredenen op den Apostel Paulus. 602. — Redevoeringen. II. 1009. Zie: Erasmus. 614. — A. des Amorie van der Hoeven. 718. — Omeliën. Hs. 20. C. H. v. V. — Zie C. H. van Ylooten. Ciampi, S. — Zie Turpin. II. 17. Cibot, L. P., Lettre de Pekin. 995. Cicero, M. T., [Versch. werken in Neder! vert.]. 603. — Officia [in Hoogd. vertaliüg], 799. — Somnium Soipionis. 885. Zie: Abbing. 888. — Salustius. 604. Cicero, Quintus Tullius, Reliquiae. 885. Cieglerus, G., Konst-spigel d. weereldl. vermaken. 628. Cillarius, C. — Zie Woordenboek. 45. Circé. — Zie de Stassart. 954. Citadel van Antwerpen (Gedichten n. aanl. d. bele gering en overgave van de). 506. Citadelle (Die) von Antwerpen. II. 248. Citharaeus, C., Bibelisch handboecxken. 334. Citters, A. van, [Versch. Advysen uit Engeland.] II. 171, 172, 837. Citters, J. Verheye van, Brieven. Hs. 68. De toparchiis et ambactis... juribus. II. 571. Citters, J. de Witte van, Contracten v. correspon dentie. il. 144. (Leven van). Lb. 1877, 69. Overdrukjes. Zie: Konst- en Letterbode. 126. — Verslag. 11. 458. Civarron, Ph. de, De Spaansche Inquisitie. II. 337. C. j r . _ Zie Raaisie (’tZeumer). 175. C. K. — Zie Heliodorus. 600. — Reg. Tooneel. C. L. — Zie Haage. 534. Claar, E. — Zie Reg. Tooneel. Claas Klim (Onderaardsche reis van). 702, 703. Cladel, L., Le deuxième mystère de 1’incarnation. 956. — Quelques Sires. II. 1034. — Urbaines en Ruraux. 956. Claerbout, J. — Zie Klaerbout. Claes, J., De Boere-Theologie. 653. Claessen, J., Bescheiden ophelderingen. II. 462. — Eensgezindheid in de leere. H. 350. — Het Heil der Kinderkens. II. 195. — Leerrede. 734. — Lijkrede op J. Groenewegen. 728. — De verschijning v. d. Messias. 723. Zie: Wolf (De). II. 462. Claesz, J. — Zie Sententien. II. 1.36. Clausen, H. N. — Zie Paulsen. 860. Claghte. — Zie Klachte. Clapmarius, A., De arcanis rerumpublicarum. II. 934. Clarazel (Don) de Gontarnos. — Zie Heinsius. 666. Claretie, J., La vie a Paris. II. 830. Zie: Célébrités. 927. Clarisse, J., Over H. van Alphen. 69. — Brieven. Hs. 59. — [Verschil! dichtwerken]. 394. — Dichtgedachten bij den a. s. Biddag. 485. — Eerkroon voor Dagevos. 479. — Leerredenen. 724. II. 232. — Leerrede op den dankdag. II. 235. — Prologus. 88. — Voor Jongelingen. Zestal redevoeringen. 719. — Overdrukjes. Zie: Auswahl. 720. — Bonman. 74. — F. A. Clarisse. 720. — Gheraert (Broeder). 208. — van Hengel. 74. — van Iterson. II. 250. — Leerredenen.11. 247. — Recensent (De), ook der Recensenten. 127. — Redevoeringen. II. 389. — Vondel. 327. — Vruchten en Resultaten. 135. Clarisse, T. A. (Werken over). II. 967. —■ (Gedachtenis van) gevierd. 74. — (Lijkrede op). 727. — Leerr. over Handel. XHI:38,39. 734. Lijkrede op R. Perizonius. 731. — Nagelaten redevoeringen. 720. Zie: Chevallier. 728. Clarisse, W. C. L., Ter gedachtenis van J. Terpstra. 91. Zie: Kreenen. 74. Clark, J., The Epochs of Language. 832. Clasen, Catalogue d.IBiblioth. de Luxembourg. II. 766. Clasen, D., De jure aggratiandi lib. I. II. 704. Classen, J., Leben u. Schriften J. Laurenberg’s. 753. — Lübeckische Vogte zu Schonen. II. 750. Classiker (Deutsche) d. Mittelalters. 779. Claubergius, J., Ars etymologica Teutonum. 762. Claudianus nostrorum temporum vates. 904. Claudius, M., Gedachten. 660. — Liedjes. 308.
Claudius, M. (Werken over). 750. Zie: Bloemlezing. 307. Clauren, H. — Zie Reg. Tooneel. Claus Jr., J., Grafdicht. 565. Claussen, G. F. — Zie Munch. II. 772. Clavareau, A., [Verschill. dichtwerken], 954. — [Verschill. drama’s]. 960. — Les Bataves a la Nouvelle Zemble. 226. — Guillaume d’Orange. II. 1034. — (Leven van). Lb. 1871, 243. Zie.- van Alphen. 382, 427. — van Beers. 418. van den' Bergh. 515. — de Boer. 427. — Borger. 400. — Byron. 848. — van Dam van Isselt. 404.— Helmers. 393. — Heije. 428. — van der Hoop Jr. 405, 504, 607. — Körner. II. 1024. — Manzoni. 916. — Moore. 848. — Nieuwland. 392. — Poèmes. 425. — Silhouetten. 233. — Spandaw. 397. — Tollens. 398, 505, 507. II. 998. — Withnys. 403. Clavareau, C. J., Brief a. H. W. TydemaD. Hs. 59. Clavis poëtica antiquae linguae Septentrionalis. 850. C. L. B. — Zie Gedichten. 227. Clé, J. P., Brieven. Hs. 71. Clearchus. — Zie van Limburg Brouwer. 674. Cleasby, R., Icelandic-English Dictionary. 53. — (Life of). 53. Zie: Skeat. 63. Cleevering v. Vyve, N., Bruiloftdicht. 546. Clef (Veritable) ... pour 1’hist. amoureuse d. Congres d’IJtrecht. II. 178. Cleef, P. van, Catal. de sa biblioth. de Typogr. 11. Cleeff, L. van. — Zie Evangeliën. 596. Cleiburg of Cleyburg, J. — Zie Reg. Tooneel. Cleijn, C., Brief. Hs. 59. — Aanteek. op Wagenaar’s Vaderl. historie. II. 78. — Dankoffer v. d. eerstelingen d. Bat. vrijheid. II. 448. Clémenceau, G. — Zie Célébrités. 927. Clemens, C. H., Nederl. volks-verhalen. 410. Clemens, H. G., Afscheid- en Intreeleerrede. 727. Clemens August (De Aartsbisschop van Keulen) be schouwd in zijn beginselen. II. 732. Clemens Romanus. — Zie Justinus. 606. Clement, Jac. — Zie Souterliedekens. 237. Clement, K. J., Die Lex Salica. n. 703. — Der Franzos u. seine Sprache. 925. — Reise durch Holland. II. 402. Cléomadès (Roman de). — Zie Bormans. 946. Clerc Matthise (Van dien). 210. Clercq, le. — Zie Le Clercq. Clerck, Cl. de, Gedichten. 325. Clercq, D. de. — Zie W. de Clercq. 74. Clercq van Jever, E. de. — Zie Reg. Tooneel. Clercq, F. S. A. de, Het Maleisch der Molukken. 998. Clercq, G. de, De Sodet. mercatoria Neerl. II. 669. — (Leven van). Lb. 1858, 276. Zie: Gids. 130. Clercq Hzn, J. de, Grafdichten. 563, 571, 577. II. 1008. Zie: Reg. Tooneel. Clercq, J. du, Mémoires. II. 99. Clercq, M. A. de. — Zie Reg. Tooneel. Clercq, N. de, Tooneel d. beroemden hertogen II. 5. Zie: van Gouthoeven. II. 90. Clercq, W. de, Aan I. da Costa. Hs. 81. — Brieven. Hs. 84. — Invloed d. vreemde letterkunde op de Nederl. taai en letterkunde. II. 965. — Welkomst-groete aan Willem de He. 509. — (Leven en dagboek van). 74. — Overdrukjes. Zie: Bowring. 552. — Stemmen. II. 249. Clercqius, J. — Zie Psalmen. 242. Clericus, J. — Zie: Eloge. 74. — A. des Amorie van der Hoeven. 74. — Horatius. 300, 301. — Wetstenius. 74. Clerzelier. — Zie Descartes. H. 912. Cleuters, S. Stock geb. — Zie Stock. Cleve, Joh. C., Brief a. A. Uyttenhoven. Hs. 59. — Grafdichten. 566, 578. — [Verschill. dichtwerken], 406. Clifford, G., De foedere Hollandorum et Zelandorum facto a. 1576. H. 115. Clignett, J. A., Bijdrage tot de oude Nederl. letterk. 209. — Brieven. Hs. 59. — Vertoog o. Huydecoper V uitg. d. Rymkronyk. 205. Zie: van Bolhuis. Hs. 5. — Jacob van Maerlant. 904. — Lodewijk v. Velthem. 205. — Menge lingen (Taalk.) 140. — Schatkamer. 164. — van der Schneren. 166. Clioos Cytter. 278. — Maes-zangen. 283. Clitau, Th., Overeensteminelse imellen d. Romerske osr Danske Raet. H. 785. Cl. N. — Zie Bellum. 451. Clock (Lenaert). — Zie Liede-Boeck. 253. Clodius. — Zie Epistolarum decas. 889.—Reg. Tooneel. Clodius, C. A. H., De carminis heroici. 899. Zie: Seume. 802. Clodius, C. C., Diss. expon. Henrici Leonis iter Hie- rosolymitanum. H. 18. Cloet, J. J. de, Proeve o. d. Fransche en Nederl. talen. 39. domes, P., Elementarbuch. II. 766. — Versuch e. Beschreibung Luxemburgs. H. 766. Clonard, J. Em. de. — Zie Reg. Tooneel. Clopper, P. de, [Versch. gelegenheidsgedichten]. 433. Zie: Confusie (Ketters). 191. Closs, C. A. — Zie Jordanis. H. 689. Clouwet, J. Bapt. — Zie Vossius. 348. Clouwet, M. — Zie Vossius. 348. Clouwet, P. — Zie Virgilius. 298. Cloux, A. du. — Zie Bundel. H. 587. Clusius, C., Galliae Belgicae descriptio. H. 795. Zie: Dodonaeus. II. 948. — Plutarchus. 599. Cluverius, Ph., Batavische oudheden. H. 93. — Comm. de tribus Rheni alveis et ostiis. H. 93. — Germaniae antiquae libri tres. H. 695. — Introductio in universam geographiam. H. 39. Clyburg, J., Bruiloftdicht. 543. — Mengel en tooneel-poëzy. 362.
Clyburg, M., Tooneel-poëzy. XVI. C. M. — Zie Kunst-AkademieP 323. C. M. D. B. — Zie Reg. Tooneel. Cnoop Koopmans, W. — Zie Koopmans. Cobbett, W., Le Maitre d’Anglais. 836. Cobet, C. G., In memoriam J. G. Hulleman. 81. Coccejus, J. — Zie van der Flier. 74. — van Gor- kora. 74. Coccius, G., Kronijk. II. 629. Cochet, La Normandie souterraine. II. 827. — Sépultures Gauloises. II. 828. Cochlaeus, J., Vita Theoderici regis Ostrogoth. II. 690 Cock, A. M.de,Doel v.h.Middeld.onderwijs.II.317. Cock, D.—Zie Godtvruchticheyt. 11.902.—Piété.IL.902. Cock, G. Th. de, Bijbeldichten. 377. — Lijkrede op G. P. Baron toe Schwartzenberg. 732. Cock, H., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 59. — De regten d. Herv. Gemeente te Leyden. U. 493. — „ „ „ Stad Leyden op het Haarl. meer. H. 530. — (Leven van). Lb. 1867, 3. Cock, H. de, Openlijk Protest. II. 382. Zie: Tweede Verzameling. II. 360. Cock, M, Lijkrede op J. Hofstede. 729. Cocq, G. — Zie Psalterium. 892. Codde, P. A. — Zie Reg. Tooneel. Code (Le) mapon. — Zie Pligten. H. 387. Codex argenteus-s. sacr. Evang. vers. Goth, fragm. 743. — Diplomaticus s. Anecd. res Moguntinas. H. 692. — „ Fuldensis. H. 722. „ Lossensis. II. 816. — „ Neerlandicus. II. 62. — fiir die practische Diplomatik. II. 16. — Gotic. Am bros. s. Epist. Pauli vers. Got. 744. — inscript. Roman. Danub. et Rhen. II. 742, 851. — „ „ Rheni. II. 729. — juris Islandorum. — Zie Grag&s. II. 788. — Laureshamensis Abbatiae diplomaticus. H. 738. — traditionum Corbeiensium. II. 726. — Zamoscianus (Der). II. 770. Codicille v. d. Ned. Oorloghe. — Zie van Nierop. 431. Coehoorn, G. Th. van, Leven v. Menno v. Coehoorn. H. 175. Coehoorn, J. P. de Girard de Milet van, Neerl. weer baarheid. II. 301. Coehoorn, Menno van (Werken betreffende). H. 175. Coen, J. Pz. — Zie Wap. H. 663. Coend'ers van Helpen, W., Nobiliarum Groninganum. H. 1057. Coenen, F. — Zie Wap. 294. Coenen, Joh. M. — Zie Wap. 294. Coenen van’s Gravesloot, J. F. L. (Leven van). Lb. 1886, 340. — Overdrukjes. Coens, J., Confutatie oft wederlegginghe. H. 363. Coens, M. — Zie Landjuweel. 184. Coertse Jun, W. — Zie Reg. Tooneel. Coetier, G., Laetitia publ. ob adventum GuiHelmi HI. H. 173. — Or. in adv. Joannis Guillielmi Frisonis. H. 622. — „ fun. in obit. Henrici Casimiri. H. 173. n ,, „ Joannis Guillielmi Frisonis. H. 177- Coets, F. J., geb. van Westrem, Gods voetstappen. 371. — Grafdicht. 572. Coets, H. — Zie Euclides. 598. Coets, J. W., Opwekking v. NeerL volk. H. 183. Coeur, J. de, Een vaderlands lied. 456. Coeverden (Geslacht van). — Zie Polvliet. H. 69. Cohausen, A. von. — Zie Abbildungen. H. 744. Cohausen, J. H., Neo-Thea of nieuwe theetafel. H. 949. Cohen, L. Ali. — Zie Gruno. 131. —Isensee.H. 295. Cohen, I. J., Uitboezeming eens Hebreërs. H. 247. Cohen, L. N. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Cohen, S. J., Verdediging van S. A. Dwars. II. 337. Zie: Reg. Tooneel. Cohen Stuart. — Zie Stuart. Cohn, A., Shakespeare in Germany. 835. Cohn, I. J. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Coin, J. B., Linguae etruscae grammatica. 911. Colapo Belmonte, B. E., Herv. regerings-stelsel. H. 679. Colardeau, Ch. P. — Zie Reg. Tooneel. Colenso, J. W., [Verschill. werken]. H. 887. — Natal Sermons. 848. — Overdrukjes. Colerus, J., Levens-beschr. van B. de Spinoza. 90. — Zionis Maria Stuart Fidissima Nutrix! H. 838. Colet, L., Promenade en Hollande. H. 402. Coleveldt, C. A., Bedenckingen. II. 529. Coleveldt, J. J. — Zie Lust-hoofien. 275. Pega sus (Amsterd.). 276. — Reg. Tooneel. Colholms roos. O-sprook. 160. Colibrant, C. a Staeyen a, Vergode Wieghsang. 341. Zie: Nederlandt. 486. Coligny, Ch., La chanson Franpaise. 942. Coligny, G. de. — Zie Sandras de Courtilz. H. 820. Colijn, M. — Zie Vocabulario. 918. Colin. — Zie Tressan. 952. Colizzi, J. A. K. — Zie Reg. Tooneel. Colladonus, N. — Zie Calvinus. H. 896. Collaes, H., Overdrukjes. Collalto, A. — Zie Reg. Tooneel. Collutien. Hs. 19. Collé, Ch. — Zie Reg. Tooneel. Collé, J. — Zie Alewijn. 49. Colleccion de Piezas selectas de varias obras Espan. 919. Collectanea Malaica vocabularia. 49. Collectio Diss. hist.-phil. ex Museo J. C. Graevii. 26. — Epistolarum de epocha linguae Germanicae. 757. — monumentorum, rerumq. maxime insignium Belgii Faederati. H. 66. — (Veteram scriptorum) et monum. histor. II. 17. Collection (A) of 100 Pieces of Engl. Literature. 843. — de Chroniques Beiges. — Zie Jan van Heelu. 205. — ,, docum. inèd. cone, 1’hist. d. 1. Belgique. H. 789.
1 153 COLLECTION. — CONCEPT-EEQTJEST. 154
Concept-request v. burgeren v. Rotterdam. EL 520. Conciliatoir benevens Instructie. EL 443. Conciones octo habitae coram Imp. Maj. 964. Conclave Legatorum Gallicorum et Belgicorum. EL. 161. Conclusiën by Stadt ende Lande genomen. II. 640. — in zake het St-Anthony-gasthuis. II. 627. — mitsgaders Decision ofte Sententien. EL. 640. Concordaat (Geen) met Rome! — Zie Koenen. 509. Concordia. — Zie Genootschap. — Gezelschap. — et labore. — Zie Genootschap. — et Libertate. — Zie Genootschap. — (Naturae et Scripturae). Comment, de literis. 6. Condé, J. de. — Zie Reg. Tooneel. Conditiën d. veyling van Heenvliet. Hs. 48. Conduite (La) des chefs d. 1. revolut. Holland. IE. 213. Conen de Prépéan, Stenographia. 9. Confessie ofte Belydenisse des Geloofs. II. 35. — en Yerhooren (v. Balth. Gerards). — Zie Moord, n. ii7. Confession de Boy. — Zie v. Toorenenbergen. II. 345. Confessionale ou Beichtspiegel. 798. Conflict of Conscience. ■— Zie Engl. Plays. 843. Confraaters (De twee vroolijke). 287. Confusie (Ketters) met ’t slodt d. lippen. 191. Confutatie (Een corte) oft wederlegghinge. II. 361. Congres international de Statistique. II. 20. Congresberichten. 63. Congressen (Taal- en Letterlmnclige). 57. II. 965. — (Handel, d. Nederl. taal- en letterkundige). 62—64. Conijnenberg, L., Bruiloftdicht. 536. Coninck (Jongkindt). — Zie Jongkindt. % Coninckx, S. M. — Zie La Eontaine. 314. Conincxbergen, Z., De Duytsche chronologie. H. 3. Coningh, S., Vrage raeckende ’t Stuck van Leeninghe. II. 147. Coningh, Th. de. — Zie Reg. Tooneel. Coningh, C. T. van Assendelft de, Ontmoetingen ter zee en te land. H. 48. — Mijn verblijf in Japan. H. 862. Coninghen (Yan den drie). Hs. 10. Conqueste van Indien. — Zie de Zarate. II. 882. Conrad, F. W„ Leven van Chr. Brunings. 73. — Mem. over het voordeelige voor Delfland. H. 445. — Verh. over de Rhijnlandsche Slaaperdijk. H. 445. — (Leven van). 74. Conrad, J., Carmina Latina. 899. Conrad, J. F. W., Beoord. Ontwerp Zeehaven. H. 525. — De Honds-bossche Zeewering. EL. 535. — Leven v. J. A. Beijerinck. Lb. 1874, 141. — Waterbouwkundige aanteekeningen. H. 570. — Overdrukjes. Cónrad, M., Cudischet. 959. — Fablas en poesia Romancha. 960. Zie: Regies. 960. Conradi. — Zie Evangelie. 1005. — Historie. H. 610. Conradi, C., Lijkreden. 729. EI. 679. Conradi, D. A., Cryptographia denudata. 10. Conradi, P., Tempelier en volksman. 687. — Overdrukjes. Conringius, H., Animadversiones politicae. II. 929. Zie: Machiavelli. II. 929. — Tacitus. II. 687. Conscience, H., Geld en adel. 678. — De Grootmoeder. 712. — Romantische werken. 678. — De sleutel d. gezuiverde spelling. 65. — (Leven van). 74. Zie: Gedenkboek. 11.968.— Kunst- en Letterblad.183. Conscience-Album. 74. Conscriptie (Wet op de). II. 229. Conseils (Derniers). Testament politique. II. 1058. Considérant, N., Hist. d. 1. révolution du XVIe siècle. H. 107. Consideratiën betr. de Ambachtsheerlijkheden. II. 225. — en middelen om de duinen te herstellen. II. 295. — ende Redenen daerby de nootsaeckelyckh. d. Stadh. Regering wordt aangewesen. EL. 635. — op het bericht v. S. H. d. Prince v. Orange. EI. 451. — „ „ Publyck Gebedt. H. 150. Zie ook: Recht-heylsame Maximes. II. 150. — op de Memorie van J. Adams. H. 200. — „ „ zaak v. Louis van Brunswijk. II. 200. — ov. d. tegenw. Toestand v. h. Yereen. Nederland. H. 156. — over den 2en en 3en Brief. — Zie La Fargue. 11.189. — „ het stuk v. d. manufacturen. II. 268. — „ de verschillen in de steden v. Gelderl. II. 431. — overgeg. a. d. Ridderschap. — Zie tenBrink.II. 629. — vande Vrede. EL. 127. — v. importantie op de gewigtige propositie. II. 473. I— van de Staten v. Zeeland. — Zie Schat. H. 185. — „ Staat. — Zie de la Court. EI. 148, 1044. — tegens seecker boeckje. EI. 431. — (Eenige) of Aanmerkingen. II. 371. — (Nootelycke). H. 127. — (Seecker) op het bekomen v. schoone schepen. Hs. 44. Considerationes (Ampl., Consult... viri). EI. 1044. Considérations d’estat. s. 1. Traicté de la Paix. H. 125. — s. 1. gouvemem. d. Pays-Bas. — Zie v. d. Noot.H. 99. Consolato (H) del mare. II. 925. Conspicilia Batavica. 431. Conspiratie (Engelsohe). H. 836. Constans. — Zie Brief. II. 228. Constant, B., Wederwerkingen in den Staat. H. 930. Constant Rebecque, J. D. C. C. W. de, Le Prince d’Orange. H. 244. Constanter. — Zie Genootschap. — J. van Lennep. Constantia et Labore. — Zie Genootschap. Constantijn. — Zie M. P. W. C. v. d. Does geb. Scheltema. Constantijn de Groote (Werken over). II. 31, 854. Constantine et terrain environnant. II. 870. Constantini, Leven van Scharamouche. 708. I Constantini Caesaris de Agricultura 11. XX. EI. 950.
Constantinus, A. — Zie Muretus. 893. Constantius, Ch. — Zie G. Voetius. Constitutie nopens het Armen-Bestuur. II. 293. — of Bulle van Clemens de Xlde. H. 334. — v. d. Oranje-Vrijstaat. n. 1058. — v. h. Bat. volk.—Zie Ontwerp. II. 222. — Plan.II.220. Constitutie-spel. 716. Const-redeneringen (Gesticht.). — Zie Justinius. 367. Contempelacie (Ben soete) van die mynne Christi. Hs. 19 Contemplacie en Meditatie op dat.. sondaegsche gebet. 613. Contention between Liberality a. Prodigality. — Zie Engl. Plays. 843. Contes dévots etc. — Zie Fabliaux ou Contes. 941. Continuatio Annalium Alberti Stadensis. II. 1035. Contra-aanteekeningen van 19 leden d. Vroedsoh. v. Leyden. II. 475. Contract (Fragm.) van 1403. Hs. 46. — v. Burgem. v. Leiden met eenige burgers. Hs. 48. Contraduc, A. — Zie Reg. Tooneel. Contra-Dwarspaal (De). VTTI Contra-Memorie... aan Willem de V°. II. 206. Contra-Project. Tractaet v. Vrede. n. 164. Contract ende Verbontenissen. H. 640. Convent, J. van, Brief a. A. Kluit. Hs. 59. Convent ten Oever, H. J. J. van. — Zie Oever. Conviva. — Zie G. Keller. Cook, James (Leven van). — Zie Rogge. 709. Cooke, A., Werck, meer werck. II. 369. Cooke, W., Untersuchung d. Religion. H. 840. Cool, G. — Zie Schuitpraatjes. 175. Cool, J. — Zie Brassica. Cool, S. — Zie Reg. Tooneel. Coolhaes, C., Trouwe waerschouwinge. H. 364. — Van seeckere seer costelycke Wateren. 626. Coolhaas Jz., C. (Leven van). 74. Cooll, J., Lijkrede op L. Beels. 727. Coolsma, S., De Bijbel en de Evang. Zending. H. 389. Cooper, Th., Lord Lytton. 834. Coopman, Th., [Verschill. dichtwerken]. 425. — Overdrukjes. Zie ook: 1830—1880, Onze dichters. 226. — Dicht en Kunsthalle. 134. Coopmans, O. J., Zee-Clio. 438. Coorenwinder, D. — Zie Sententien. H. 136. Coomhert, D. V., [Verschill. polem. geschriften], 11.363. — [Verschill. prozawerken]. 623, 624. — Brieven-boeck [en: Hondert brieven]. 109. — Justificatie d. Magistraet tot Leyden. 468. — Lied-boeck. 251. — Kleyn-Munster. II. 355. — Proeve v. d. Nederl. Catechismo. II. 901. — Wercken. 189. — (Werken over). — Zie J. ten Brink. 74. Zie: Augustinus. 607, 608. — Boccaccio. 662. — Boethius. 304. — Cicero. 603. — Ghebruyck. 304. II. 993. — Herodianus. 600. —Homerus. 296. — Pandolphus Collenutius. 304. — Philo Judaeus. 698. — Seneca. 602. — Twe-spraack. 149. — Reg. Tooneel. Coomhout H. Jz., Nasporing v. Hollands heil en rampen. II. 106. Cop, A. van de, Afscheid en Intrede leerrede. 728. Cope, W. H., Glossary of Hampshire Words. 842. Copes, H., Adversaria. Hs. 34. — Annotations variae. Hs. 34. — Brieven. Hs. 59. — De Bibl. SS. Salvatoris Bononiensi. Hs. 76. — Inscriptiones Latinae. Hs. 34. Zie: Ackersdijk. Hs. 54. — F. de Wede. Hs. 73. Copes, W. H., Brief a. H. Copes. Hs. 59. Copes van Hasselt, J. C., Handboek betr. de uitlegg. v. woorden. Hs. 5. — De jurisdiction criminal! in Gelcia. H. 417. Copia Missiven (betr. de onlusten te Niimeeen) II 430, 431. * ^ ' — van sekeren sommatie Bryeff. H. 126. — Vraegh-Articulen om te verhorenF.v.Eckenz.n.431. Copie (Dit is de) v. h. Pasquil. H. 520. — des Briefs ... aengaende d. Biddach. H. 129. — d. lTnstruction donné a Spinola etc. n. 128. — „ la Memoire donné a M. M. les Ambass. H. 163. — eenes Briefs.,. v. Christianus v. Sassen. H. 751. — Resolutie d. Staten v. Vrieslandt. H. 166. — uit Delft. — Zie Moord. II. 118. — v. d. Agreatie ghes. by d. Coningh v. Spagnien. H. 126, 129. — v. d. Attestatie gez. a. A. v. d. Velde. H. 592. — van de Belijdenisse... v, C. de Hoogh. H. 127. — » » Brief gheschr. a. Herm. v. d.Bergh.H. 126. — „ „ Brieven d. St. v. d. Gheun. Prov. aen den St. v. Holland. H. 126. — v. d. Instructie... ghegeven aen Spinola. II. 128. — „ „ Namen d. Coninclicke e. and. Potentaten Ghe- santen. H. 128. — v. d. Namen d. Coninghen. H. 128. — „ „ Onkosten gedaen bij Willem de I e . II. 146. — „ „ Ordonnantiën in Echt-saken. H. 418. » » » tegens d’Ontvoeringe. H. 418. I! Coningh v. Spagnien. — v. d. Brief... aen de resp. Provintien. H. 133. — ,, e. brief d. e. vader aan zijn zoon geschreeven. H. 476. — van een Brief geschr. uyt Antwerpen. H 171. — » „ „ van H. Verhoef. H. 157. — » » » » W. N. P[esters], H. 595. — » » uyt Londen (v. 3 Dec. 1688). H. 837. — » » gevonden brief. H. 595. — „ „ Missive d. d. Burgerm. v. Amsterdam. II 167, 1045. — v. e. Missive v. e. Remonstr. Predicant, n. 136. — „ „ nadere Remonstrantie. H. 167. — i, „ onderschepten brief. H. 595. — „ „ Request gepres. d.350Edele Burgeren. II. 169. — v. h. Vonnisse... gewezen jegens Pieter Panne. H. 123. van seecker Advys, nop. die Swaricheden in de Kercke. H. 368.
Copie van sekere brieven ... handelende v. d. perseve rance. II. 367. — van seker Refereyn b. d. overheerde Ned. Prov gheschreven. 429. — vant Vertoogh gheschreven by Slatins. H. 136. — van zekeren Brief... aen den Abt van N. II. 124. — (Autentyke) d. Articulen v. h. Consistorie. II. 898. — (Ben waerachtighe ende perfecte). II. 835. Copien der brieven gewisseld t. d. Riddersch. ende Stede- Gesanten. 11. 430. — v. d. vonnissen binnen Leyden gewezen. II. 468. Copineau, Essai sur 1’origine des langues. 27. Coppée, F., Les Jacobites. II. 1034. — Madame de Maintenon. 960. — Severo Torelli. 960. Zie: Célébrités. 927. — Snppl. Reg. Tooneel. Coppello, J. Kappeyne van de. — Zie Kappeyne. Coppenol, A. van. — Zie Onderwijs. II. 958. Copper, J. — Zie Descartes. II. 912. Copye. — Zie Copie. Copyn, J., Bruiloftdichten. 541, 546. Coquelin, C., Un poète philosophe. 928. Coquerel fils, A., Les églises et 1’esprit. 956. — Jean Calas. II. 826. — Sois un homme. 956. Coquerel, A. L. C., Sermons. 955. Zie: Barbauld. II. 1015. Coquillart, G., Oeuvres. 949. Corberus, C. — Zie Schrader. II. 3. Corblet, J., Glossaire du Patois Picard. 939. — Overdrukjes. Corday, Charlotte de. — Zie Jorissen. II. 823. Corderius, M„ Centuria colloquiorum. II. 1029. — De corrupt! sermonis emendatione. 879. — Sententiae proverbiales. 57. Cordero, J. M. — Zie Flavius Josephus. 921. Cordes (Geslacht). — Zie van der Heyden. II. 70. Cordes, F., [Verschil! dichtwerken]. 407. Cordes, L. G., Brief a. D. Ü. Heinemeyer. Hs. 59. Zie: Goeze. II. 1021. Cordesius, J. — Zie Epistolae. 889. Cordier de Saint-Firm in, E. — Zie Reg. Tooneel. Coremans, H. F., L’année de 1’ancienne Belgique. 11.792. Coren. — Zie Keuren. Coriat Jr. — Zie Paterson. II. 400. Corleva, J., Schat d. Nederd. wortelwoorden. 156. Cormon, J. L. B., y V. Manni, Diccion. Ital.-Espaflol. 53. Comarius, J. — Zie Constantinus. II. 950. Corneille, Jean, — Zie Reg. Tooneel. Corneille, P., Théatre. 958. Thomas v. Kémpens Naavólging v. Jezus Christus. 313, 314. Zie: Haverkamp. II. 957. — R*g Tooneel. Corneille, -T. — Zie de Vaugelas. 929. — Reg. Tooneel. Cornelia. — Zie Engl. Plays. 843. Cornelia, Dames-Almanak. 190. Cornells. — Zie C. Spoelstra. Cornells Adrz. v. Dordrecht. — Zie Historie. H. 347. Cornelissen, H., Brieven. Hs. 71. Comelissen, N., Acte d. dévouement de P. v. d. Werff. II. 465. — Guillaume I intercédant pour les Cathol. II. 116. — Origine de 1’Académie de Gand. II. 809. — „ des Ghambres de rhétorique. 209. — Overdrukjes. — (Leven van). Lb. 1850, 96. Zie: Souvenirs. 86. Cornelisz, A., Twee corte Sermoenen. IE. 118. Cornelius, A. — Zie Ocko Scharlensis. IE. 607. Cornelius, N., Overdrukjes. Cornet, L. du, Histoire d. guerres de Savoie. II. 49. Cornets de Groot. — Zie de Groot. Cornette, A. — Zie Cupérus. II. 964. — Toekomst. II. 307. Cornill, A. und O. — Zie Neujahrsblatt. IE. 723. Coronel, S. S., Herinn. a. d. hist, tentoonst. II. 612. — Middelburg voorheen en thans. II. 578. — Schetsen uit het Harkersche volksleven. II. 535. Coronel Pereira Izn., D. — Zie Pereira. Corpus der Groninger Rechten. H. 648. — inscriptionum Rhenanarum. H. 729. — Juris Germanici antiqui. IE. 702. Corput, A. van de, Goddelycke Vierschare. 649. Corr, M. — Zie White. H. 243. Corrector (Een). — Zie Opmerkingen. 153. Correspondence diplomatique de... Marlborough.II.175. Correspondence betw. the Govern oi the Cape of Good Hope a. the Pres. of the Orange Free State. IE. 683. Correspondent (De). IE. 203. — (De Haagsche). IE. 206. Correspondentie tuss. het Gemeentebestuur v. Leeuw. en het Best. v. h. St. Anthony gasthuis. IE. 626. Correspondenz d. Schlesischen Gesellsch. f. vaterl. Cultur. H. 709. Correspondenz-Blatt d. Gesammtvereins d. dtschen Ge- schichts-Vereine. H. 687. Corsse, L. — Zie Reg. Tooneel. Corstiaan de Jong. — Zie de Jong. Cort, F. de, Liederen. 423. — Zingzang. 294. — Overdrukjes. Zie: Dautzenberg. 410. — Maandschrift (Nederd.). 134. — Toekomst. II. 307. Cort van der Linden, P. W. A., De Zilvercrisis. IE. 286. Cortenaer, B., Honderd geometrische quaestiën. Hs. 76. — De ses eerste boeken Euclidis. Hs. 76. Cortenberghe, J. W. van. — Zie Reg. Tooneel. Cortet, E., Essai s. 1. fêtes religieuses. IE. 30. Cortgeen, J. F. van, Stichtsche cleyne chronicke. H. 590. Corticelli, S., Regole... della lingua Toscana. 914. Corver geb. van Hattnm, A. (Lijkdichten op). XI. Zie: Reg. Tooneel. Corver, G. — Zie Reg. Tooneel. Corver, M., Afscheid van Leiden. VUL — Bekendmaking. XI. I .— Iets voor oom en neef. XH.
11 Oorver, M., Tooneel-aautekeningen. XI. Zie: Keg. Tooneel. Corvin-Wiersbitzky, O. v., De 80jarige oorlog. II. 107. Corvinus, J. A., Christelicke ende ernstighe verma- ninghe. II. 365. Zie: Clapmarius. II. 934. Cos, D. — Zie Benningbroek. 528. Cos, J., Becbtsgeleerde verhandelingen. II. 261. Zie: Flodorp. 633. — Reg. Tooneel. Cosijn, P. J., Nederlandsche spraakk. 148. II. 979. — Vergelijkende Spraakleer. II. 963. — Oefeningen bij de Nederl. spraakk. H 979. — Taalk. ontdekking v. J. v. Vloten beoordeeld. 172. — Overdrukjes. Zie: Bijdragen (Taalk). 139. — van Dale. 169. — Franck. II. 980. — Taal- en Letterbode. 139. — Tijdschrift v. Ned. taal- en letterkunde. 133. — Woordenboek. 168. Cosijns, A. (Leven van). 75. Cosri (Liber). 983. Cosman, A. C., Diss. inaug. de delictis. n. 926. Cossa, L., Overdrukjes. Cost Jordens, W. H. — Zie Jordens. Costa, A. da, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 59. — De pace Ryvicensi. II. 173. Costa, E. H. — Zie Mittheilungen. Et. 754. Costa, Is. da, Aan Nederland. 510. — Bezwaren legen d. geest d. eeuw. II. 240. — Bilderdijk herdacht. 70. — Brief aan J. H. Scholten. II. 385. — Brieven. 111. Hs. 59. — De Chaos en het licht. 511. — [Verschil!, dichtwerken]. 404. — Eenige opmerkingen omtr. h. ondersch- karakter d. Gron. godgeleerden. II. 384. — Eigenhandige opstellen. Hs. 31. — Feestliederen. 268. II. 990. — Geestelijke wapenkreet. II. 241. —: Grafdicht op B. Capadose geb. da Costa. 564. — Herinneringen aan Willem de Clercq. 74. — Bij de lijkbaar v. Willem de Clercq. Hs. 82. — Inlicht, omtr. het karakter v. Prins Maurits. II. 241. — Kerst- en Nieuwjaarsintreezangen. II. 990. — Landgenooten, met het oog op God, blijft Neder landers. II. 252. — De mensch en de dichter Bilderdijk. 70. — Ophelderingen aang. d. rechtspleging v. J. v. Olden- bameveld. II. 241. — Paulus; eene Schriftbeschouwing, n. 890. — Progr., Inleid. en Slotrede eener reeks v. voorl. over de geschied, d. vaderlands. II. 80. — Rekenschap v. gevoelens. II. 383. — De Sadduceën. H. 241. — Verscheidenheid en overeenstemming, n. 890. — 25 Jaren. Een lied in 1840. 509. II. 1004. — Voorl. o. d. waarheid d. Schriften v. h. Oude Test. H. 887. — Wachter! Wat is er van den nacht! 510. — (Werken over). 74, 75. Costa, Is. da (Leven van). 404. Lb. 1860, 305. — (Een en ander uit het leven van), n. 968. — Overdrukjes. Zie: A. J. van der Aa. 68.—Apostelen en profeten. 232. Bilderdflk. 386, 387. —Bilderdijk geb. Sebweickhardt. 389. — Gedichten. 496. — Proe ven. 268. — Stemmen (Nederl.). II. 249.—Stem men en beschouwingen II. 251. — Vrouwen (Bij- belsche). 232. — Lewis Way. 664. — Keg. Tooneel. Costadau, A., Traité des signes p. manifester nos pen- sées. 5. r Costard. — Zie Reg. Tooneel. Costard de la Moraiserie, J. (Lijkrede op). 728. Coste, Voyage au pays de Bambouc. II. 45. Coster, C. de, La Zelanda. H. 571. Coster, H., [Verschil! dichtwerken], 380. — Aan de Doopsgezinden te Leyden. 461. — » H. O. v. Outgaarden. 461. — Grafdichten. 568, 569. — Lijkdicht op J. de Kruyff. 462. — Vergeefsche dichtluim. 573. Zie: le Francq van Berkhey. 467. — Bilderdijk. 551. Coster, Lour. Jansz., uitvinder d. boekdrukkunst. 14. Coster, S., [Verschil! gedichten], 324. — Voorrede en gedichten op de Spelen v. Bredero 328, 329. — Werken. CCLX. Zie: Apollo. 274. — Ghezelschap. IV. — Reg. en Supp! Keg. Tooneel. Costerus, B., Histor. verhaal ofte deductie v. zaaken H. 154. Costerus, F., Sica tragica Com. Mauritio a Iesuitis intentata. H. 123. — Vijftich Meditatiën. 626. Zie: Testament (Het Nieuwe). 694. Costerus, FI, Nederl. vloek en zegen. II. 1017. Costerus, P. J., Gedachten over ironie enz. 642. — (Leven van). Lb. 1863, 87. Costuimen. — Zie Costumen. Costius, J. — Zie H. S. van Alphen. 527. Costumen, Ordonnantiën enz. v. Drenthe. II. 654. — ende Usantien van ’s Hertogen-Bossche. n. 410. — v. Heusden. Hs. 46. — (Oude) van Loos. Hs. 51. — Ordonnantiën enz. v. Middelburg. II. 578. — Keuren enz. v. Rijnland. H. 444. — Usantien enz. v. Utrecht. II. 597, 598. — Ordonnantiën d. stadt Vlissingen. Hs. 52. Costuymen. — Zie Costumen. Cota (Rodrigo). — Zie Celestina. 660. Cotgrave (Randle), A French a. Engl. Dictionary. 52. Couch, T. Q. — Zie Courtney. 841. Couck, J. — Zie Tempel der Vrede. II. 1002. Coupeer, P., Heyl-, Eer- yn Zege-Krans. 824. Couperus, F. E., Rechtswezen v. Sumatra’s Westkust H. 676. Couperus, L., Een lent van vaerzen. 426. Couple (The old). — Zie Engl. Plays. 843. Cour (La) de Hollande. — Zie Garnier. H. 227.
Cour (de la). — Zie La Cour. Courage (Jan), Lachvogels. 426. Courajod, L., Etudes ieonographiques. II. 828. Courant (Extr.-ordin.) in Twistmaend. IE. 169. — (Extr.-ordin.) in Twijfel-maent. II. 169. |( „ ’t Troubeljaar. II. 169. — (Leydsche). H. 484. — (Leeuwarder). II. 625. — (Rijswijkze Vrouwendaagze). 13. Courante (Weeckelycke) van Europa. 20. Couranten (Eene verzameling). 20. — verschijnende in den Oranje-Vrijstaat. II. 1058. Courchetet, Luo Denans de, Hist, de Granvelle II. 847. Courier (Der Aachener). 774. Courier, P. L. Stalen van geestigen schrijfstijl. 640. Zie: Longus. 949. Court, A., Histoire d. troubles des Cevennes. II. 826. Court, A. A. del, De nundinus. II. 270. Court, H. F. de, De poena carceris. IE. 274. Court, Job. de la, Consideration van Staat. H. 148, 1044. — Politike Discoursen. IE. 148. Court, P. dela, Aanwijsing d. heilsame polit. gronden, n. 149. — Historic d. gravelike regering. IE. 148, Hs. 42. — Interest v. Holland. H. 149. — Memoires de Jean de Witt. IE. 149. — Welvaren d. stad Leyden. H. 470, Hs. 48, 49. — (Levensbericht van). H. 470. Court, P. C. v. Steenbergen geb. de. — Zie Steen bergen. Court de Gébelin, A., Diet, des racines Latines. 884. — Histoire naturelle de la parole. 31. — Monde primitif. 30. Courtmans geb. Berchmans, J. D., Geschenk v. d jager. 678. Courtney, M. A. et T. Q. Couch, Cornwall Words. 841 Courtonne, E., Langue internationale néo-latine. H. 963 — Minbiblo di le novlatne linga. H. 963. Courtonne, J. A. — Zie Criticus (De Nederl.). 633 Cousin, V., De 1’instruction publ. en Hollands. II. 307 Coussemaker, E. de, Délimitation du Flamand. 66 — Overdrukjes. Zieook: Chants populaires. 273. —Maerlant. Hs. 78 Coussement, E. C. F. B., Résumé des guerres. H. 790 Coustumen. — Zie Costumen. Couvershof, J. — Zie Mey-kransken. 432. Covens, C., Alph. naamlijst v. alle steden. H. 398. Cowell, J., Institutiones Juris Anglioani. H. 842. Cowper, W., Spiegel d. barmhertigheyt. 650. Coyer, Historie de Jean Sobieski. II. 771. C. P. — Zie C. Pierson. (Vrouwe). — Zie Braconier geb. de Wilde. C. P. B. — Zie C. P. Biens. Q. p. L. — Zie C. P. Lammers v. Toorenburg. C. R. — Zie C. Ruelens. Craamer, A. de, Bruiloftdicht. 544. Craandijk, J., Het Nederl. Zendelinggenootschap. H. 389. Zie: Witkamp. II. 260. Craandijk, J. A., en P. A. Schipperus, Wandelingen door Nederland. H. 402. Crabbe, G., De Kerkregisters. 312. Craen, A. P. — Zie Pegasus. 276. Craght, M. van der, Brieven. Hs. 59. Craigh, W., Leeven van Jezus. 653. Craigs, Réponse a la lettre de M. de Monteleon. H. 848. Crajenhoff, J., Lijkrede op C. Schaap. 732. Cramer, A. — Zie Reg. Tooneel. Cramer, A. de, Bruiloftdicht. 541. Cramer, A. J., De Arke Noachs. 128. Cramer, A. M., Leven van Menno Simons. 85. — Overdrukjes. Cramer, F., Gesch. d. Erziehung u. d. Unterrichts. H. 307. Cramer, J., Kerk en Theologie. H. 388. — Waarheen nuf H. 387. Zie: Bijdragen. II. 886. Cramer, J. F. — Zie Historia. n. 723. Cramer, M., d’lndiaense Tyfferboora. 347. Cramer, R., Vriendelijk berigt. 357. Cramer von Baumgarten, G. I. F., Gedachten. ÏÏ. 360. Cramerus, E. W. — Zie Meyer. 162. Cramprich (Memorie gepresenteert door de). H168. Crane, J. W. de, Brieven. Hs. 84. — Bijzonderheden betr. de familie Hemsterhuis. 79., — Het Geslacht Martena. II. 71. — Herinneringen van Martena-huis. H. 621. — Narratio de vita E. Wassenbergh. 94. — Oratio de Joanne Mauritio. H. 165. „ „ perfecte historico. H. 1. „ Vossiorum Iuniorumque familia. 82. — Verhandeling o. d. nieuwen Stijl. H. 613. — Verzameling v. eenige biograph, bijdragen. 24. — Voorlezing over Franc. Junius. 82. — Willem Loré. Zijn leven beschreven. 84. — (Leven van). 75. — Overdrukjes. Zie: Werken. II. 608. Crane, M. de, Lijkrede op J. Ratell. 731. Crane, M. J. de, Brief. Hs. 59. Cranenburch, F. Reynaerts van. Zie Reynaerts. Cranenvlucht v. Berghen op Soom. IE. 405. Cranevelt, J. h, Testamentum. Hs. 54. Cranz, H. J. N., Analyses Thermarum Herculanarum. H. 759. Cras, H. C., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 59. — Disp. pro linguae Latinae inter eruditos usu. 877. — Elogium J. Meermanni. 85. — Laudatio H. Grotii. 78. — Memoria D. A. Walraven: orat. fun. celebr. 94. Nagelaten Verhandelingen en Redevoeringen. 719. — Orat. qua perfecti jurisc. forma in H. Grotio spec- tatur. 78.
Cras, H. 0., (Herinneringen aan). 75. — (Lat. gedicht aan). 907. — ( „ grafdicht op). 907. — Overdrukjes. Zie: Jorissen. II. 556. — Kunstgenootschap. Hs. 26. Craushaupt Jr., F. C. — Zie Keg. Tooneel. Crebillon, C. P. Jolyot de, Le Sopha. 953. Zie: d'Alembert. 927. — Suppl. Keg. Tooneel. Crébillon, P. Jolyot de. — Zie Reg. Tooneel. Crecelius, W., Collectae ad augend, nominum proprio- rum Saxon, et Fris. scientiam spectantes. 770. Zie: Zeitschrift. II. 731. Credner, W. (of G.), Histor. Samanidarum. II. 865. Zie: Blnmenbach. 907. Creemers, Ch., Aant. over het dorp Stramproy. II. 660. Creizenach, W., Overdrukjes. Crellius, M., Bruiloftdicht. 538. Cremer, A., Oratio de Christo. 898. Cremer, B. S., Leerr. t. bevest. van F. L. Cremer. 728. Cremer, F. L. (Bevestiging van). 728. Cremer, J., Brief a. A. Kluit. Hs. 59. Cremer, J.Iz., J., Gods Engelen verblijd. 723. Cremer, J. H., De cursu publico. II. 284. Cremer, J. J., [Verschill. romans], 683. — Betuwsche novellen. 173. [ — Gedichtjes. 173. [ — ’tHart op de Vêluw. 173. : — Japik en Pleuntje. 174. ■ — Overbetuwsche novellen. 173. | — (Leven van). Lb. 1880, 117. Zie: Bibliotheek. 689. — Brief. II. 293. —Glaser. 660. — Landjuweel. 184. — Tijdstroom. II. 976. — Voor visschers gevangen. 184. Cremer, J. J., en G. Keiler, Vier novellen. 683. j Cremers, E. J. J. B. — Zie Oorlog. H. 676. | Cremers, W. C. I. J. — „ Gemeentewet. EL 281. [ Crenius, Th., De furibus librariis. 896. Zie: Fasciculus. II. 18. j Crescentia, Niederrheinisches Gedicht. 813. I Crestien von Troies, Li romans dou chevalier au Lyon. 945. I Cretser, G. de, Beschr. van ’s Gravenhage. II. 455. I Creuzer, F. — Zie Mone. II. 774. I Creuzer, F. G., De causis rerum Bacchicarum. II. 860. I — Dionysus. H. 860. I Crevekeur, N. — Zie Pielat. 557. I Creyghton, J. N. — Zie van Beaumont. 370. I Crimpen, J. van. — Zie Reg. Tooneel. I Crinesitus, C., De confusione linguarum. 25. I Crispeel, J., Politiecque reflection. H. 180. 1 Crispinus, J. — Zie Lycosthenes. 56. I Critias. — Zie Hinriehs. II. 859. B Criticus (De Nederlandsche). 633. I Crocq (de). — Zie Oliverius a S. Anastasio. ■ Croese Gz., H., Kerkel. Register d. Predikanten. H. 552. ■ Croesere, de (Geneal. aanteek. betreff. de familie). Hs. 56. E Croix, de la. — Zie La Croix. B Croizette, A. — Zie Reg. Tooneel. I Croizier (de), Monum. d. 1’ancien Cambodge. H. 866. Crol, J. B. (Herinnering aan). 75. Crommelin (Geslacht). — Zie Scheffer. H. 69. Crommelin, P. S. (Leven van). Lb. 1853, 102. Crommelin, S., Leerrede. 734. — Welmeenende raadgevingen. H. 319. Crommelin, A. H. van Wickevoort, De jure principis etc. H. 278. Crommelin, H. S. van Wickevoort, De imperii civilis partium distributione. H. 277. Cromwell (Werken over Oliver). II. 836. Cronau, J. J. — Zie van den Bergh. 515. Cronegk, J. F. von. — Zie Reg. Tooneel. Cronica. — Zie Chronica. Cronike. — Zie Kroniek. Cronyke. — Zie Kroniek. Croockewit, H. — Zie Klijn. 195. Croockewit, J. F., Kroniek v. h. kasteel Duurstede. II. 1056. Croon, F. — Zie Rutgers. 906. Croon, P., Almanach voor heden en morghen. 192. — Moy-al oft vermaekelyke beschrijvinge. 192. Crons, A. E. — Zie Reg. Tooneel. Crosnier, Edm. — Zie Reg. Tooneel. Crucigerus, G., Harmonium linguar. IV cardinalium. 37. Crucius, J., Schat d. Christelicke Ziele. 721. Zie: Taffin. 648. Crucius, K., Deductie jegens R. Roseboom. EL 469. Zie: Severinus. II. 464. Cruisselbergen, 1). van, Orat. panegyrica. II. 578. Crull, W. H. — Zie Brieven. 110. II. 46. Crusius, J., Epistolarum libri IV. 891. — De orig.Literaturae Graecae, ejusdemq.dialectis. 872. Crusius, M. — Zie Bossuet. II. 895. Cruusbroers. — Zie Rederijkerskamer. Cruyskerken, C. van, Zedenk. verhandelingen. 653. ‘ Cruyssen, S. van der. — Zie Reg. Tooneel. C. R. W. — Zie C. R. Bilderdijk geb. Woesthoven. Cryptographic universele. 10. C. S. — Zie Lusthof. 258. Csallner, D. — Zie Programm. H. 760. Csokonai Vitéz Mihaly, Munkai kozzli Kelemföldy. Csoma de Körös, A., Gramm, of the Tibetan Lang. 997. Ctesias. — Zie Herodotus. 875. Cubières de Palmezeaux, Mich. — Zie Reg. Tooneel. Cudisch de leger. 961. Cuilemborgh, A. van, Aenspraeck. 439. Culenborgh, Aem. van. — Zie Geschiedenissen. II. 842. Cumming. — Zie Wiseman. H. 341. Cunaeus, P., Brieven a. R. Hogerbeets. Hs. 59. Cunningham, A., Hist, of the British Literature. 833. Cunningham ’tHooft,^T., Grafdicht. 570. Cuno, H. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Cuperus, A. J. (Gedachtenis van). 75. Cuperus, G., Brief a. N. Witsen. Hs. 59. — Lettres de critique etc. 930.


Dante Alighieri, Oeuvres mineures. — Oeuvres philo- sophiques. 915. Dantiscus, Joan de Curius, Poëmata et hymni. 893. Danz, J. T. L., Oratio. II. 920. Zie: Epistola. II. 31. — Melanchton. 890. Daphné, Nederl. Poëzy. 232. Dapper, O., Nauk. beschrijving d. eilanden in de Ar chipel d. Middelzee. II. 40. — Gedenkw. bedrijf d. Ned. 0.1. Maetschappij.il. 861. — Pistor, beschrijving v. Amsterdam. II. 539. Zie: Herodotus. 597. Dapperheidt (Neêrlands hedendaegsche). 450. - Dard, J., Grammaire Wolofe. 987. Dardanelli, J. — Zie Historie. II. 86. Dares Phrygius. — Zie Dictys Cretensis. 888. Darodilace ofte Kus-Hemel. — Zie van Dans. 336. Darsy, P. J. — Zie Mémoires. II. 827. Dartois de BournonviUe. — Zie Heg. Tooneel. Daschitzky, M. J. E., De titulo Augusti. II. 850. Dasent, G. Webbe. — Zie Cleasby. 53. Dassen, M. — Zie Venhuizen Munniks. 560. Datheeniana of ophelderingen. 233. Dathenarius, Datheensche Eerzuil. 235. Dathenus, P., Grafdicht op R. Rombouts. 572. — (Leven van). 75. — (Werken over de psalmberijming van). 233—35. Zie: Biblia. 582, 583, 585. — Gezangboekje. 978. — Psalmen. 237—242. II. 989. — Schriften. II 894. Dau, J. H. C., Ueb. d. richt. Gebrauch d. historischen Temporum. 881. Daubenton. — Zie le Prancq van Berkhey. 13. 295. Daudet, A., Les rois en exiL 956. Zie: Célébritft. 927. — E. Dandet. 927. Daudet, E., Mon frère et moi. 927. Daudiguier, Historie... van Lysander en Caliste. 664. Daulnoy, J. B., Cursus z. Erlern. d. Franz. Sprache. 931. Damn, P. A., Oneffen paden. 689. Panmins, C. — Zie Colleotio. 26. — Reinesius. 892. Dausy, P., Elegia. II. 1030. — Or. pro vero humaniorum artium cultore. 898. Dautun, D. H., Waterbeschrijving d. Nederl. II. 1050. Dautzenberg, J. — Zie Toekomst. II. 307. Dautzenberg, J. M., [Verschill. dichtwerken], 410. — Beknopte prosodia. 180. Zie: Maandschrift (Nederd.). 134. — Oetker. 66. — Toekomst. II. 807. — Reg. Tooneel. Dautzenberg, J. M., en Pr. van Duyse, Volks-leesboek. 156. D. A. v. d. B. — Zie Text-Psalmen. 242. David (De Historie van den Koningl. Propheet). 697. — (Koning), heldendicht. Hs. 27. David’s Harp. 264. — (Koning) Harpzangen. 241. — Psalmen. 237—250. David, J., ChristeL Bie-corf d. H. Roomscher Kercke. H. 364. David, J., Geschiedenis v. Mechelen. H. 799. — Manuel de 1’histoire de Belgique. H. 790. David , J., Methode p. étudier la langue Grecque mo derne. 875. — Nederduitsche Spraekkunst. 146. — Vaderlandsche historie. H. 790. — (Leven van). 608. Lb. 1868, 232. Zie: Bilderdijk. 387. — Jacob v. Maerlant. 204. — Middelaer (De).134.—Jan van Ruusbroec.607,608. — School- en Letterbode. 134. — Schuermans. 176. — Thomas 5 Kempis. 647. David (Notice sur la vie de J. L.). 75. Davidis, H., Tuinboek. H. 949. Davies, C. M., Memorials and times of Quint Ondaatje. H. 198. — Overdrukjes. Davies, E., Celtic Researches. 863. Davis, W. J., Philosophical Explanation. H. 1026. Davrigy. — Zie Reg. Tooneel. Davy, H. — Zie van der Boon Mesch. 834. Dawson, A. — Zie Genesis. 841. Dawson, H. B., The Sons of Liberty in N. York. II. 879. Day, L. Foreman, De kunst in’t daagl. leven. IL 952. D. B. — Zie D. Buysero. D. C. — Zie J. de la Court. D. D. V. — Zie D. Velius. D. E., Vrijmoedige Aanmerkingen. 2. Death of Robert... of Huntingdon. — Zie Engl. Plays. 843. Debat van de oude en wettige Regenten. H. 431. Debonnaire, L., Lepons de la sagesse. 953. Decalogi , Orationis, Symboli Saxonica versio vetustis- sima. 812. Decambon, M. G. — Zie Cambon. Decampe, L. A. — Zie Claudianus. 904. Dechen (von). — Zie Bracht. H. 731. Decisie, Reglement ende Wett. H. 641. Decker (de). — Zie Verzameling. H. 966. Decker, C. von, Gesch. d. Geschütswesens. II. 944. Decker, J. de, [Verschill. Dichtwerken], 337. — [Leven van]. 75, 337. Zie: Bloemlezing. 224. 226. — Gebedt onzes Heeren. 229. — Jnvenalis. 803. — Kostverlooren. 436. II. 1001. — Reg. Tooneel. Decker, P. de, Notice sur J. F. Willems. 95. Decker Zimmerman, J. — Zie Zimmerman. Deckers, Jan. — Zie Jan Deckers. Deck-her. — Zie G. Th. van Walhom. Declaratie (Een) van Cromwell, n. 835. — van Oorlogh (26 Nov. 1688). H. 171. — (De) van den Adel, Heeren enz. H. 837. — (De Derde) van Willem Henrik Prince v. Oranje. H. 171. — (De) van Willem Henrik (10 Oct. 1688). II. 836. — (Een) v. h. Parlement v. Engelandt. H. 835. ofte Manifest v. d. Staten Generaal. H. 144. Declaratoir v. d. Hertog Louis v. Bronswijk. H. 201. Decoré, G. — Zie Hemsterhuis. IL 470. Decourcelle, A. — Zie Reg. Tooneel. Decreet (Kon.) v. 2 Aug. 1808 over KerkeL goederen. Hs. 39.
Decreeten der Nationale "Vergadering. II. 220. Décret Impérial sur la Circonscription. II. 219. — Impérial concernant les Fabriques. II. 391. Decreta Synodi dioecesanae Antverpiens. II. 798. Dedekind, G. E. W., Werking d. geesten. II. 898. Dedel, G., De coloniis. II. 659. Dedel, J., De Ordinibns Generalibns Belgii. II. 279. Dedel, J. H. (Lat. gedicht aan, en dankdicht van). 907. Zie: Burmannns. 907. Dedel, P. S. (Leven van). Lb. 1852, 18. Dederich, A., Geschichte d. Romer. IL 727. Deductie ofte Declaratie v. d. Staten v. Holland.II. 146. — aan Gedep. Staten v. Vriesland. II. 623. — belangende d’Eemsche Zeevaard. — Zie Mevster. H. 590. — betr. het recht v. jurisdictie. H. 621. — dienende tot justificatie v. d. Propositie. H. 499. — ende Debat tegens de Consideration. II. 152. — nopens J. D. van der Capellen. II. 631, 1067. — over de saake van Isequebo. H. 679. — overgegeven bij U. van Burmania. II. 619. — „ bij C.G. van Wassenaar Twickel.II.620. „ door J. de Hom. II. 624. — raeckende de reductie v. de Militie. H. 164. — van Nijmegen aan de Staten. II. 430. — „ d. Rector en Senaat d. Univera. te Leyden, n. 500. — „ „ Regten d. vrije Stad Arnhem. H. 424. — „ „ Vroedschap d. Stad Leyden. H. 476. — „ h. recht competerende J. W. Friso. II. 580. — „ de Staten v. d. Lande v. Utrecht. H. 585. — voor de eygenaren v. Schiermonnikoog. H. 621. — „ E. van Burmania. H. 619. — „ Tj. D. van Sixma. H. 620. — „ Vrouwe R. M. Lycklama a Nyeholt. II. 620. — (Corte) de Jure Patronatus. Hs. 39. — (Korte) opgegeven d. 13 Gemeenslnyden. H. 430. — „ tot justificatie v. d. sustenuen. II. 432. — „ v. d. redenen waarom de Regenten enz.H.430. — (Korte) v. d. Stadt Nymegen. H. 429. — (Nader) v. d. Burgemeester v. Dordrecht. H. 452. Deduction des droits incontestables. H. 178. Dee, C. H., Een crisis in Rijnland. II. 443. — Inventaris d. Atlassen, kaarten enz. in het Ar chief van Rijnland. II. 443. — Memorie betreff. d. Hoogen Rijndijk. H. 445. — „ omtrent d. Wierikkerdijk. H. 445. — (Leven van). Lb. 1884, 141. Deecke, E., Lübeckische Rathslinie. H. 750. Zie: Einladungsschrift. II. 751. Deenik, A., Welkomstgroet a. d. Schutters. 507. Deenik, A. A. — Zie Beeloo. H. 565. Deenik M.Lz., A. A. — Zie Leekedichtjens. 224. Deensch. 857. IL 1026. Defacqz, Eng., Ancien droit Belgique. II. 793. — Overdrukjes. Defauconpret, A. J. B. — Zie van Lennep. H. 10F4. Defensio juris et legitimae possessionis. II. 728. Deflinne, V. — Zie van der Palm. 82. Deforges, Ph. A. Pittaud. — Zie Reg. TooneeL Defrecheux. — Zie Dejardin. 940. Defrenne, J., Quelques Idees. 64. Degelencamp, L., Grafdicht. 563. Degenhardt, W. — Zie Tentoonstelling, n. 314. Deheque, F. D., Diet. Grec-moderne-Franpais. 53. Dehin, J. J., Les p’tits moumints d’plaisir. 940. Dehn-Rotfeiser, H. von, und W. Lotz, Die Baudenk- maler in Cassel. II. 1060. Deiman (J. H.) herdacht. 75. — (Lat. gedicht aan). 907. Deiman, J. R., Geest d. critische wysgeerte. 11.913. Deinhardstein. — Zie Reg. Tooneel. Deinse, A. van, Feestrede. II. 578. — Kerkelijke redevoering. II. 350. — Ostendes ramp. II. 804. Deinse Jz., A. van, Vervolging d. Waldenzen. 384. Deissmann, A., Gesch. d. Benedictinerklosters Wals- dorf. II. 723. Dejardin, J., Diet. d. Spots ou Proverbes Wallons. 940. Dejaure, J. C. Benedo. — Zie Reg. Tooneel. Deken, A., Aan den schrijver der aanmerkingen. 194. — Brief. Hs. 59. — Gedichten en liederen. Hs. 27. — Godsdienstige en andere liederen. Hs. 27. — Grafdichten. 562, 576. — Leerredenen enz. Hs. 32. — Liederen v. d. boerenstand. 379. — Offerande aan het vaderland. 194. — (Leven van, Lofrede op). 96. 711. H. 972. Zie: E. Bekker, Wed. Wolff. 230,287,636. II. 1010. Bosch. 230. — Fabelen. II. 999. — de Genlis. 709. — van Ollefen. 883. Deketli, A., Watervloed. 498. — (Leven van). Lb. 1857, 184. Deketh, P., [Verschil! dichtwerken]. 400. Dekker, D., Verstaat gij wat gij leestP 148. Dekker, E. Douwes, [Verschil! prozawerken], 644. — Max Havelaar. 680. — Brief over de Openingsrede. II. 259. — Bloemlezing uit Multatuli. 644. — Indrukken v. d. dag. n. 256. — (Werken over). 86. — (Leven van). — Zie Jan ten Brink. II. 1063. Zie: Ad. Glaser. 660.— Keg. en Suppl. Reg. Tooneel. Dekker (Mevr. E. Douwes). — Zie Dekker. 644. — Lynn Linton. 689. Dekker Czn, F., Gedigt ter eere v, Z. D. Hoogh. 479. Dekker, G. J. — Zie Catalogue. 8. Dekker, J. de. — Zie J. de Decker. Dekker Czn, J. — Zie Reg. Tooneel. Dekker, P., Overdrukjes. Dekker Jr., P., Uitkomst e. politieke opvoeding. II. 962. Deknatel, J., Grafdichten. 571, 574. Delabrousse, L. — Zie Célébrités. 927. Delamare, P. — Zie Reg. Tooneel. Delarge. — Zie Dejardin. 940.
Delatre, L., La langue Franpaise. 932. De Lattre (Roland). — Zie Mathieu. H. 810. Delavigne, C., Théatre. II. 1034. Zie: Reg. Tooneel. Delbrück, J. P. P. Oratio. II. 706. Zie: Archiv. II. 1021. Delcourt. — Zie Juvenalis. 303. Del Court, A. A. — Zie Court. Delcroix, D. — Zie Maandschrift (Nederd.). 134. — Reg. Tooneel. Delden, H. R. van, Erfelijkheid d. Regenten. II. 673. Delden, S. van. — Zie Sloet tot Oldhuis. 79. Deleconrt. — Zie V. H. J. H. Vandenhoven. Delepierre, O., Chroniques, traditions et légendes.II.800. — Maria de Bourgogne. IL 99. — De 1’origine du Plamand. 138. Zie: Kenart. 945. Delepierre, O., et P. Priens, Précis analytique d. docum. d. Archives a Bruges. II. 803. Delfos, A., Brief a. J. W. te Water. Hs. 59. Zie: Register. II. 485. — Sledevaart. II. 467. Delfos, P. C. — Zie Tijdschrift. II. 309. Delfosse. — Zie Redevoeringen. II. 792. Delfstofkonde. II. 947. Délices (Les) de la Hollande. — Zie Parival. II. 395. — (Les) des Pays-Bas. II. 396. Deliciae poeticae. 893. Delien, N. A. van der, Wanhoops-worstelingen. II. 997. Delille, J., [Verschill. gedichten in Nederl. verta ling]. 315. Zie: Berchoux. 953. — Immerzeel. Hs. 82. Delin, P. J. L. (Redev. bij het overlijden van). 75. Delinotte, L. P. — Zie van Lennep. 676. Delisle (Léop.). — Zie Monasticon. II. 828. Delisle de la Drevetière, L. P. — Zie Reg. Tooneel. Delius, Leben d. Hofraths Schierschmid. 755. Delius, N., Shakspere-Lexikon 846. Zie: Shakespeare. 845. — Wace. 945. Dellon, Relat. de 1’inquisition de Goa. II. 866. Delman, H., Grafdicht. 576. Delmotte, K., Dichtproeven. 421. Deloeuvre, P. X. — Zie Reg. Tooneel. Delpin, Pil., Sistema di Stenogr. Italiana. 9. Delprat, P. A. T. — Zie Tijdschrift. II. 287. Delprat, G. H. M., Brief a. J. C. W. Ie Jeune. Hs. 59. — Broederschap v. Geert Groote. II. 333. — Leven v. P. K. Görlitz. Lb. 1862, 122. — (Leven van). Lb. 1872, 193. — Overdrukjes. Zie: van Goslinga. II. 175. — Schlimmer II. 814. — Typographia. 12. Delrieu, E. J. B. — Zie Reg. Tooneel. Delrio, J., Or. in funere J. Miraei. 86. Del Rio, M. A., Mémoires s. 1. troubles d. Pays-Bas. H. 114-. Delvau, A., Le théatre érotique Franpais. 957. Delvigne, A. — Zie Del Rio. II. 114. Demandre, A., Diet, de l’élocution franpaise. 935. Demarsy, A., [Versch. werken]. H. 829, 830. — Armorial d. évêques de Beauvais. H. 828. — Balthasar de Monconys. II. 952. — Mélanges sur le Vermandois. II. 827. — Oxenstiema et Richelieu a Compiègne. II. 776. — Pierre 1’Hermite. H. 18. — Overdrukjes. Demeter, L. E. J., [Magyaarsche prosodie]. 989. Demetrius, A., Der Griecken opganek. II. 859. Demetrius, D. — Zie Antwoorde. II. 368. Demian, J. A., Gemalde von Coblenz. II. 729. Democriet. — Zie Gezelschap. Democritus aan de Eigenbaat parodie. 477. Demofilus, — Zie F. G. C. Rütz. II. 206. Demogeot, J., Hist. d. 1. littérature Pranpaise. 925. Demokritophilus. — Zie Reg. Tooneel. Demophilus, Bedenkingen. II. 596. Demosthenes, Redev. voor Ktesiphoon. II. 1009. Demoustier, Ch. A. — Zie Reg. Tooneel. Dene, E. de. — Zie de Roovere. 211. Deneken, Die Rolands-Saule. II. 747. Denemarken. II. 783. Denier van der Gon, J. J. — Zie Gon. Denifle, H. 8., Taulers Bekehrung. 755. Denik, C. L., Nieuwe Maas-Sluysche Hoekerije. 284. Denkbeelden (Alg.) over het nation, onderwijs. II. 309. — (Nieuwe) over de Spraakkunst. 143. Denker (Dé). 634. Denkmaler (Aelteste) d. deutschen Sprache. 743. — (Aeltesten) d. Böhmischen Sprache. 969. — Altdeutscher Dichtkunst. 777. — Altniederlandischer Sprache u. Litteratur. 199, 200, 206. — alter Sprache u. Kunst. 777. — aus Nassau. — Zie Goerz. H. 723. — Rossel. H. 722. — Deutscher Sprache u. Literatur. 777. — d. Dtsch. Sprache v. VlII n —XIV n Jhrh. 778. — (Einige) d. althoohdeutschen Literatur. 777. — (Kleinere Altniederdeutsche). 813. — ( „ Lateinische) d. Thiersage. 888. — Niederdeutscher Sprache u. Literatur. 813. — von Castra Vetera. II. 850. Denkmahle des Mittelalters. 780. II. 1023. Denkschriften d. Germanischen Museums, n. 736. Denkwürdigkeiten f. dtsche Staats- u. Rechtswissensch. II. 730. Dentan. — Zie Le Prancq van Berkhey. II. 295. Denys (Tanneke), Christelycke Lely-hloem. 650. Dépêche d. leurs Altesses Royales. II. 813. Dépêches d. Ambassadeurs Milanais. H. 1042. De Potter. — Zie Potter. Depping, G. B., Geschiedenis v. d. oorlog. II. 154. Derbheiten im Reden d. Volkes. 770. Dercks (Alle). — Zie Achter-hofje. 262. —Lusthof. 262. Dercksen, J. M. E., [Verschill. dichtwerken]. 420. — [Verschill. romans], 682. — 1849—1874. Een lied v. d. Koning. 521.
12 ! Dercksen, J. M. E., Aan Mac Mahon. 520. — Een twee maal 13jarige rijmer. 515. — Gedenkboek v. Leidens ontzet. II. 467. | — „ „ „ Hoogeschool. II. 498. I — Korte beschrijving v. Leiden. II. 462. I — Het leven van een groot man. 92. I — Pinkstervlam en oorlogsvuur. 518. S — Woord van dank na hulpbetoon. 515. I — (Leven van). Lb. 1884, 101. [ — Overdrukjes. Zie: Aurora. 188. — de Blauw. II. 1007. — Bun del. XtV. — Duyverman. 553. — Fantasia. II. 984. — Jaarboekje. II. 267. — Nieuvsjaarwen- schen. 623, 624. — Poezie. CCLX. — Proza en poezie. 184. — Verslag. II. 976. — Voor vis- schers gevangen. 184.— Reg. en Suppl. Reg.Tooneel. j Derfelden, P. de, Brief a. Wild en Altheer. Hs. 59. | Derfelden de Hinderstein, G. P. von, Mémoire. n. 667. I Derham, W., Theologie naturelle. H. 915. I Dermout, J. — Zie Inscriptie. 984. — Uitvaart. 87. I Dermont, I. J., Afscheidsleerrede. 728. ; — Geistliche Bede. II. 252. ■ — Kerkel. redenvoeringen, n. 239, 250, 252, 350. 1 — Leerr. t. aanprijzing v. h. Leeraarsambt. II. 886. K — „ bij 25-j. Evangeliedienst. 728. | — „ t. gedacht, v. Nederlands verlossing. H 232. I — Leerredenen. — Nieuwe leerredenen. — Tien leer redenen. 724. I — Oraison funèbre. — Funeral Sermon. II.. 250. I — (Leven van). Lb. 1868, 61. Zie: AuswahL 720. I Dermout, I. J. en J. Sluiter, Leerredenen. II. 232. E Déroulède, P., L’Hetman. 960. Zie: Célebrites. 927. I Derx, G. W. — Zie Loosjes. 500. I Desainliens, C., alias Holiband, Campo di fior. 54. I Désaudras. — Zie Keg. Tooneel. I Desaugiers, M. A. — Zie Keg. Tooneel. I Descartes, R., Brieven. II. 911, 912. I — Meditationes... of Bedenkingen. II. 911. | — Passions de 1’ame of lydingen v. d. ziel. II. 911. ■ — Principia philosophiae of Beginselen. II. 911. ■ — Proeven d. wijsbegeerte. II. 911. I — Verhandeling v. d. menseb. II. 912. I Deschamps de Pas, L., Recherches historiques. EL. 830. I Descriptio Germaniae utriusque tam superioris quam inferioris. n. 695. I — reliquiarum Monasterii Egmundensis. Hs. 38. I Description des Pays-Bas. II. 396. I — succincte d. Royaume des Pays-Bas. — Zie Maas kamp. II. 396. I,— (General) of Shangae. II. 862. ■ Desfontaines de la Vallée. — Zie Deshayes. ■ Desforges. — Zie Reg. Tooneel. ■ Deshayes, G. P. Pouques. — Zie Reg. Tooneel. I Deshoulières, A. Duligier de la Garde. — Zie Re . Tooneel. K Desiderius. — Zie Reg. Tooneel. I Deslandes, R. — Zie Reg. Tooneel. Desmarais, R., Traité d. 1. Gramm. Pranpaise. 930. Desmarets, J., d’Onvergelijkelijke Ariane. 663. Desmazures, J. J., Grandeur d. bienfaits de Dieu. II. 550. Despar, H. W. M. — Zie Bahler. 403. Despars, J. N., Chronycke van Vlaenderen. n. 800. Desperiers, B., Le Cymbalum mundi. 949. Desponts, Ch. Th. — Zie C. P. van der Brugghen van L. Despréaux. — Zie d’Alembert. 927. Dessauer, J. H. — Zie Reg. Tooneel. Destanberg, N. — Zie Samenspraken. It. 936. Destinées (Les) futures. — Zie d’Herbigny. H 824. Destouches. — Zie d’Alembert. 927. — Reg. Tooneel. Destructie van Jerusalem (Histori van de). 695. Desvergers. — Zie Chapeau. Detharding, G. A., Abh. v. d. Island. Gesetzen. II. 788. Dethmar, P. W., Aangename herinneringen. II. 85. — Freundliche Erinnerungen. II. 85. — Holland. Herinneringen. II. 85. Detmar, Liibeckische Chronik. 814. Deugden (De vier) die de mensch bezitten moet. Hs. 81. — van eene goede Begijn. Hs. 80. Deugds-tooneel, ofte overhand in alle staten. 663. Deumer, J. G., De manuloquio. 36. — De oculiloquio. 36. Deurhoff, W., Stichtelijke gezangen. 260. Deutekom, A. — Zie Psalmen. 241, 242. Deutel, J. J., Huwelyckx Weegh-schael. 345. Deutobold Symbolizetti etc. — Zie P. T. Vischer. Deutz, D., Brief a. A. Kluit. Hs. 69. — De judicibus et praes. de Scabinis in Belgio. II. 263. Deutz, J. — Zie Bruynenburg. 530. Deventer, J. C. van, Leven v. P. C. Kist. Lb. 1863 451. Zie: Bladen (Wetensch.). 13L. — Geddes. II. 157. _ Terentius. XVII. — Wieland. 682. — Reg. Tooneel. Deventer, L. W. van. — Zie Alberti. 754. — Reg. Tooneel. Deventer, M. L. van, La Hollande et la Baie Delagoa H. 870. — Het jaar 1566. H. 111. Zie: Gedenkstukken. II. 134. — Motley. II. 134. Deventer, P. van, Aanspr. a. d. burgers v. Warmond, n. 526. Deventer Jsz., S. van [Verschil! dichtwerken]. 414. — Bijdragen tot de kennis v. h. landelijk stelsel. H.673. — Eene Javaansche plegtigheid. H. 675. — Leven van P. Mijer. Lb. 1884, 71. — Overdrukjes. Zie ook: Reg. Tooneel. Devic. — Zie Littré. 936. Devigne, Pél. de, Geschied, d. middeleeuwsche bouw kunst. II. 956. — Recherches histor. s. 1. costumes d. Gildes. II. 794. — Kiezershandboek. EL 794. Zie: Kieswetboek. II. 794. — Museum. II. 978. Devil (The merry) of Edmonton. —ZieEngl. Plays. 843. Devotie-boekje. Hs. 24.
Dewald, H. P., Gedichten. 426. Dewez, L. D. 3., Hist, génér. d. L Belgique. II. 790. — Hist, particuliere d. provinces Belgiques. H. 790. — „ du pays de Liége. II.. 811. Dewitte, Ch. Jos. — Zie Chartes. 830. Dey (De) van Algiers en Karei de X e . 495. Deycks, F. — Zie Fragmenten. 203. — Carminum ... fragments. 200. Dey in, S., Grafdicht. 570. Deynoot, Gevers. — Zie Gevers. Deynoots, M. — Zie Verstralen. H. 346. Deyssel, L. van. — Zie K. J. L. Alberdingk Thijm. Dezède. — Zie Reg. Tooneel. D. F. D. Q. — Zie I. Burchhoorn. D. H. — Zie Saadi. 627. — de Witt. H. 150. Dhell (of d’Hèle), Th. — Zie Reg. Tooneel. Dhuesius, N., Nova nomencl. quatuor linguarum. 43. Dialect of Craven (The). 840. Dialect Society (English). 840. Dialectiek. II. 913. Dialogion... de fide cathol. patris nostriDyonisii. Hs. 24. Dialogues etc. in the Engl., Arab., Haussa and Bomu Languages. 987. Dialogus... op den Vredehandel. II. 127. (Een) of tweespraeck enz. — Zie David Joris. 618. —... tusschen twee Personagien. 431. tuss. d. wisen Coninck Salomon endeMarcolphus. 607. Diana (De deftighe). — Zie Eudoxe. 662. Diario Romano. H. 856. Dibbets, P. — Zie Catechismus. H. 902. Dibbetz, J., Groot militair Woordenboek. H. 302. Dibbetz Wester wout, J. — Zie Westerwout. Dibbetzius, J. — Zie Antwoorde. H. 368. Dibbezius, H., Grafdicht. 568. Dibbezius, J., Grafdicht. 568. Dibbits, L., Leve de Koning! H. 597. Resp. ad quaest.: IostituaturHebr.etGraec.Poëseos comparatio. 983. Diccionario de la lengua Castellana. 919,920. H. 1067. Dichtbloemen bij de naburen geplukt. 295. — (Germania’s). 307. H. 993. — uit den vreemde. 295. Dicht-bloemtjes alleen voor de meisjes. — Zie de Witte Jr. 390. Dichtbundels d. meerdere personen vervaar digd. 227. Dicht- en Kunsthalle (Nederlandsche). 134. Dicht en Ondicht (Nederlandsch). 182. Dicht- en Proza-stukken d. h. Genootsch. Met tyd en vlyt. 223. en Tooneel oeffeningen v.h. Genootsch. Sine labore nihil. H. 987. XV. Dichten (Veelderhande geneuchlicke). 213. Dichter (Die Römischen u. Hollandisehen). 226. — (De Vaderlandsche). 473. Dichterhalle (Nederlandsche). 223. Dichterkranz (Niirnhergs). 773. Dichters (Drie) uit de XVIIe eeuw.—Zie Coster. CCLX. Dichters (Nederlandsche). Hs, 26, 81. — (Nederlandsche enVlaamsche), 317. H. 995. — (Nederlandsche)... in herinnering gebragt. 224. — (1830—1880. Onze). 226. — (De veroordeelde). — Zie van Leeuwen. 401. Dichterschat (Neerlands). 225. Dichtgenootschappen (Werken van). 221. H. 987. Hs. 25, 81. Dichtkunde (De Nederduitsche). 179. Dichtlauren voor Neerlands helden. 481. Dichtlaurieren v. h. Genootsch. Studium alit artes. 221. Dichtlooveren (Nieuwe). 234. Dichtluim (Ernstige). — Zie Bosch. 478. Dichtluimen (Galante). — Zie Riemsnijder. 380. Dichtoefeningen (Eerste). 396. Dichtoeffeningen v. h. Genootsch. Studium scient. gene- trix. 115. Dichtproeven (Gemengde). 231. — o. d. zinspreuk: De vlyt geeft tyd. 230. — v. h. Genootschap V. W. 222. Dichtregelen en vertaling in het Hollandsch. 313. — bij de gedachtenisviering v. Leydens ontzet. 507. Dichtstukken bekroond d. h. Genootsch. v. Tael en Dichtkunde. 123. — bij gelegenh. v. d. overgifte d. vaendelen. 474. — „ de afvuuring v. h. Genootsch. Pro Patria. 476. Dichtung(Die Deutsche komische u.humoristische).781. — (Deutsche) im Mittelalter. 781. — (Niederdeutsche) im Mittelalter. 813. Dichtungen d. Angelsachsen. 830. — (Deutsche) d. Mittelalters. 779. — (Mythologische) u. Lieder d. Skandinavier. 852. Dichtvreugde (De) over h. ontzet v. Groningen. 437. Dichtvruchten v. h. Genootsch. Kunst d. vrindschap volmaakter. 222. Dichtwerken (Middelnederlandsche). 197. H. 985. Hs. 8, 78. .— (Nederl. en"Vlaamsche).197,II.985,Hs.8,25,78. — (Nederl. en "Vlaamsche) d. 3C"VXIe—XlXe eeuw. 221. H. 987. Dickens, Ch., The Chimes. 848. — Speeches. 848. — (Leven van). — Zie Forster. 834. — Sala. 834. Dickinson, E. — Zie Fasciculus. H. 13. Dickinson, W., Gloss, of the Dialect of Cumberland. 840. Zie: Words. 840. Dicteria Proverbialia, rhytmica. 55. Dictionaris d. Nederlandtsche e. Spaensche talen. 49. Dictionarium Belgico-Latinum. 47. — in de Duytsche en Maleysche tale. 49. — (Novum) Latino-Sueco-Germanicum. 44. — octo Linguarum. 42, 43. — Scoto-Celticum. 866. — tetraglotton. 44. — (Teutsch-Schwed. u. Schwedisch-Teutsches), 51. — trilingue. 45.
Dictionarium (Trium linguarum). 44. — undecim linguarum. 41. Dictionaries (Septem Linguarum). 43. Dictionary (Alphabetical) wherein all Engl. Words. 837. — (An English and Nether-dutch). 48. — of the English Language. 839. — (A new English). 838. — of the German and English Languages. 50. — „ „ Scottish Language. II. 1026. Dictionnaire de 1’Académie Franpaise. 935. — de 1’Argot Parissien. — Zie Larchey. 938. — » » d. typographes. — Zie Boutmy. 938. — du bas-langage. — Zie d’Hautel. 937. — de 1’élocution Franpaise. — Zie Demandre. 935. — Franpois-Allemand. 53. — portatif Franpais-Danois. 53. — „ Pranpais-Suédois. 53. — (Le grand) Pranpois Flamen. 47. — (Nouv. petit) av. d. entretiens en Franp. et Flam. 48. — (Nouv.) Franpais-Portugais. 52. — complet Franpois et Russe. 52. — grammatical. — Zie Féraud. 934. — historique. — Zie de Feller. II. 6. — nobiliaire. II. 6. — d. notions primitives. 3. — „ Patois d. 1. Flandre Wallonne. — Zie Ver- messe. 940. — de la Provence et du Comté-Venaissin. 923. — portatif d. proverbes Franpois. 937. — des proverbes Franpois. — Zie de Backer. 937. — Panckoucke. 937* — des racines Latines. — Zie Court de Gebelin. 884. — Roman, Walon etc. — Zie Franpois. 910. — Rouchi-Franpais. — Zie Hécart. 939. — Wallon-Franpais. — Zie Cambresier. 940. — Re made. 940. — Wallon-Liégeois-Franpais. — Zie Hubert. 940. Dictys Cretensis de bello Trojano. 888. AIAAXH ™* AüSexa ’ATorrfawv. IE. 1037. Dideman, N. — Zie Alphabetum. Hs. 34. Diderot, Oeuvres Supplémentaires. H 1032. — (Ecrits relatifs a). H. 1032. Zie: Barbey d’Aurevilly. 751. — Encyclopédie. 8, 23. — Keg. Tooneel. Didot, A. F., Classification d. Romans de Chevalerie.941. Didrik af Bern (Sagan om). 861. Didymus Veridicus Henfildanus. —Zie Stapleton. H.833. Diecmann, J., Specim. Glossarii MSCti Latino-Theo- tisci. 766. Zie: Schilter. 776. Diederic van Assenede, Floris ende Blancefloer. 201. Hs. 10. Diederick van Munster, Kersten spiegel. 619. Dief (Den gepredestineerden). — Zie Slatius. H. 369. Diefenbach, L., Celtica. 863. — Ueb. d. jetzigen Romanischen Schriftsprachen. 909. Mitth. üb. e. Mittelhochd. Bearb. d. Barlaam en Josaphat. 793. Diefenbach, L., Origines Europaeae. IE. 49. — Verg! Wörterbuch d. Gothischen Spraohe. 741. — Vorschule der Yölkerkunde. H. 12. Zie: Wörterbuch. 45. Diefenbach, L., nnd E. Wülcker, Hooh- u. Niederd. Wörterbuch. 767. Diegerick, J. L. A., Invent, d. Chartes d’Ypres. II. 804. Zie: Analecte8. II. 804. — Episode. II. 805. Dielen, A. J. W. van, De Onderzoeker. 634. — Overdrukjes. Diemer, H. A. C. L., De re paedagogica. H. 920. Diemer, J. — Zie Beitrage. 744, 778. — Genesis und Exodus. 784. — Kaïserchronik. 792. Diemerbroeck, J. van, Brief a. H. Copes. Hs. 59. Dienstboden ("Volksboekjes over). 703. Dienstmaagd (De zingende en spoelende). 287. Diepenbeeck, A. — Zie Virgilius. 298. Diepenbrock, M. — Zie Heinrich Suso. 797. Dieperink, T. H. M., Twee leerredenen. II. 1055. Diephout, R. van. — Zie Onderwijs. H. 958. Diephuis, G., Handb. v. h. Ned. handelsregt. H. 270. — Het Nederl. Burger! Regt. IE. 266. Zie: Ondeman. II. 261. — Tijdschrift. II. 261. Dier, P., Grafdioht. 578. Diercxsens, J. C., Antverpia Christo nascens. IE. 798. Dieren van Nederland. 296. Diergaarde (De Rotterd.). — Zie Scheffer. H. 523. Diericx, Ch. L., Mémoire s. 1. Lois des Gantóis. IE. 807. — Mémoire sur la ville de Gand. H. 807. — Topograpbie de Gand. IE. 808. Zie: Charterboekje. II. 808. Dierkunde. H. 950. Dierquens, J., Brief aan J. Rendorp. 265. Diersen, A., Uitspanningen. 468. Diest (van), Verschillende Memorien. H. 168. Diest, F. G. J. de, De comitibus Palatii. H. 1036. Diest, J. van, Leenhof der Ghilden. 319. Zie: Keg. Tooneel. Diest Lorgion. — Zie Lorgion. Die ’tniet wil gelooven gaat ’tzien. IE. 822. Dieterich, U. W., Svensk Spraklaxa. 861. Dietrich, A., Comment, grammaticae duae. 880. Zie: Volksmarchen. 966. Dietrich, F., Ueb. d. Aussprache d. Gothischen. 741. — Historia declinationis theotiscae. 757. — De inscript. duabus Runicis ad Gothor. gentem relatis. 737. — Comm. de Kynewulfi poetae aetate. 832. — De Psalterii usu... in Ecclesia Syriaca. 986. — Overdrukjes. Dietrich, F. E. C. — Zie Lesebuch (Altnord). 851. Dietrich, M. — Zie Jahresbericht. H. 748. Dietrich, Veit. — Zie Strobel. 750. Dietrich und seine Gesellen. — Zie Heldenbuch. 780. Dietrichs Abenteuer.—Zie Heldenbuch (Deutsches).780 — Alinen und Flucht. — Zie Gedichte. 779. — erstè Ausfahrt. 796. — Brautfahrt. — Zie Heldenbuch. 780.

Dirckinck-Holmfeld, C., Fragments aus dem Lebcu v. Erasmus Tiresias. 803. — Framing of words in Language. 35. — Freyheit und Ordnnng. n. 243. — Ueb. d. geist. Gehalt d. alten Religionen. H. 774. — Der Landbar. 803. — De notione proprii rerumque Dominii. n. 930. — Om den aandelige Sandbeds. II. 785. — Vergelijking van 6 Europ. Alphabetten. Hs. 1. — Overdrukjes. Zie: Berichte. U. 687. — Edda. 852. — Hanse- mann. II. 785. Dirks, J., Les Anglo-Saxons et 1. petits deniers. II. 831. — Nieuwe Bijdragen tot de penningkunde. II. 612. — De Historische tentoonstelling v. Friesland. H. 612. — Diss. inaug. de judiciis vemicis. H. 725. — Leven van U. A. Evertsz. Lb. 1860, 410. — „ „ S. Baron van Heemstra. Lb. 1865,180. — „ „ J°. de Vries Jerz. Lb. 1882, 89. — De Noord-Nederlanders en de Kruistogten. II. 612. — De Noord-Nederlandsche Gildepenningen. H. 73. — Severinus Feyta of Leuven berend. II. 815. — Over de uitgaven d. Frisia v. Hamconius. n. 609. — Rede over het Friesch Genootschap. H. 606. — Verblijf der Heidens in de Nederlanden, n. 83. — De Vondsten van Onna. II. 638. — Wat blijft er nog te verrigten over voor het Friesch Genootsch. H. 606. — Overdrukjes. Zie: van Loon. II. 71. — Pigorini. II. 610. — Stokken. II. 607. — Verslagen. II. 605. Dirks, J. J. Backer, Leven van J. M. Obreen. Lb. 1878, 93. — Leven v. J. H. Sonstral. Lb. 1872, 151. — De Nederlandsche Zeemagt. II. 303. Zie: laarhoek. II. 304. Discours (Een Engels). H. 835. — (Cort...) op den nieuwen eedt. H. 468. — (Onnut). H. 166. — op den swermenden Treves. H. 130. — tuss. twee welmeenende Patriotten. II. 166. — van Pieter en Pauwels. II. 127. — (et 2 d discours) d’un bon Hollandois. H. 197. — du siege... de Leyde. — Zie Verhalen. 11. 463. — s. 1. progrès d. sciences depuis 1789. 2. Discoursen over den tegenwoordigen Interest. II. 159. Discoverie of Witchcraft. — Zie Scot. 691. Discussions... sur 1’Orthographe Flamande. 65. Disdier (de St.), Négociations de Nimègue. II. 164. — Nymeegsche vreede-handeling. H. 164. Disputacie (Een suuerlicke ende seer schoone). EL 346, Disputatio physiol, de iure ... Pennalium. II. 920. Disputeeringe tuss. enen gheest eens ghest. menschen ende enen prior. Hs. 23. Disraeli, B., Endymion. 848. Dissel Jz., E. J. F. van, Leerrede. 734. Dissel, J. A. van, en H. G. Lucardie, lloll.-Laag- Maleisch Woordenboek. 50. I Dissel, S. van, Beschrijving v. Leyden. II. 462. — Curapao. Herinneringen en schetsen. H. 682. — Historische bijdrage betr. het ontw. d. Maskerade. H. 455. — Overdrukjes. Disselburg, D. A. van. — Zie Text-Psalmen. 242. Dissen, L. G., De temporibus... verbi Graeci. 871. Dissertation s. 1. anciens habitants d. Marches. EI. 690. — (A) on Language in general. 831. — (A critical) on the Poems of Ossian. 868. — on the Silk-manufacture. EL 862. Diterich, F. — Zie Beschrijving. H. 482. Diterich, J. D. — Zie Büsching. II. 711. Dithmar, J. O., Diss. Acad.... Sylloge. H. 687. Zie: Tacitus. II. 687. Ditmar, Th. J., Von den Kaukasischen Völker. II. 1037. Ditsom, C. von. — Zie Amya. 527. Diutiska. Denkmaler Deutscher Sprache. 777. Divaeus, P., De Galliae Belg. antiquitatibus. II. 795. — Opera varia. II. 815. Zie: Descriptio. II. 695. Divisie-Chronyk. — Zie Cronycke. H. 89. Diximus. — Zie 3. Kneppelhout. Dixmerie, de la. — Zie La Dixmerie. D. J. — Zie D. Jemans. D. J. — Zie David Joris. D. J. H. — Zie J. de Heger. Djimats. II. 673. D. K. — Zie D. Kuipers. D. L. M. — Zie La Martinière. Doane, G. C. — Zie Reports. IE 875. Dobbe, A. — Zie Reg. Tooneel. Dob ben, G. A. van, Hulde aan Z. M. denKoning. 516. Dobrowsky, J., Gesch. d. Böhm. Sprache u.Literatur.969. — Institutiones Linguae Slavicae. 961. — Lehrgebaude d. Böhmischen Sprache. 969. — Slavin. Bothschaft aus Böhmen. 961. Docen, B. J., Erstes Sendschreiben iib. d. Titurel. 791. — Fortdauer d. Lateinischen Sprache. 878. — Ueber Sprache, Schrift u. Literatur d. Deutschen. 761. — Vereinfachungd. Deutschen Rechtschreibung. 761. Zie: Denkmaler. 777. — Miscelanneën. 777. — Museum. 777. Dochter der jodin (De). — Zie Gewin. 678. Doctrina et Amicitia. — Zie Genootschap. Doctrinal (Der Laien). 813. Doctrinale (Die Dietsche). 208. Documens p. 1’histoire monetaire d. Pays-Bas. H. 73. Documents.. conc. 1. troubles d. Pays-Bas. II. 115. — (Les premiers) Liégeois. n. 811. — jh 1’histoire d. 1. Société libre d’émulation de Liége. — p. servir a 1’histoire de „la Flandre.” II. 799. — » „ » ,, d. troubles relig. d. 16e siècle. H. 411. — relat. to the colon. History of New-York. H. 878. Dodd, G. J., Liedtjens en deuntjes. 294. Zie: Maandschrift (Nederd.). 134.
Doddridge, Ph. — Zie Peiffers. II. 193. Dodoens, R. (Leven van). 75, 91. — Cruydt-boeok. II. 918. Dodonaeus. — Zie Dodoens. Dodsley, Kob., Chron. d. rois d’Angleterre. II. 833. Zie: English Plays. 843. Dodt van Flensburg, J. J., Aant. rakende het Krijgs wezen. Hs. 40. — Brieven. Hs. 59. — Berigt omtr. HS. o. d. geschied, v. Neder! II. 54. — Bekn. Hoogduitsche Spraakkunst. 760. — Pogingen om eene meer grondige beoef. d. gesch. v. Nederland voor te bereiden. II. 54. — Bepert. Dissertationum Belgicarum. II. 322. — (Leven van). Lb. 1848, 29. — Overdrukjes. Zie: Archief. II. 583. — Catalogus. II. 602. Döbel, E. Ch., Reizen door het Oosten. II. 47. Doederlein, L., De vocabulo r^A^yero;. 872. Doedes, J. I., Aanval v. e. materialist. TI. 892. — Losse bladen uit de geschiedenis. IE. 345. — Een blik in het jaar 1917. II. 352. — Drie brieven aan L. S. P. Meyboom. H. 385. — Or. de critica studiose a theol. exercenda. H. 885. — Encyclopedie d. christelijke theologie. H. 885. — Gesch. v. d. eerste uitgaven d. N. Verbonds. 591. — De Heidelbergsche Catechismus. II. 900. — Hermeneutiek v. d. schriften d. N. Verbonds. H. 889. — Inleiding tot de leer van God. II. 896. — De leer van God. II. 896. — Leerrede over 1 Joh. IV: 1. 734. — De leervrijheid der Kerk. II. 385. — Leven van H. E. Vinke. Lb. 1863, 339. — Nederlandsche Bijbeluitgaven d. XVIe eeuw. 579. — De Nederlandsche geloofsbelijdenis. II. 894. — Nieuwe bibliogr.-historische ontdekkingen. 591. — Ontw. Eegl. op de godgel. Kweekschool. H. 319. — Oud of nieuw? H. 386. — Parijs en Rome in den zomer van 1870. H. 52. — Preken. 725. — Het Recht d. Christendoms. II. 892. — Scheurt uw hart en niet uwe kleederen. H. 257. — De theologische studiëngang. II. 319. — Toepassing d. ontwikkelingstheorie. II. 1036. — Wat dunkt u van u zelven? H. 1014. — Een woord over J. J. v. Oosterzee. 87. — Overdrukjes. Zie: Allocutie. II. 336. — Catechismus. II. 900. Doedijns, H., Haegse Mercurius. H. 173. Dogen, P. — Zie Horatius. 300. Doekes, S., Grafdicht. 565. Zie: Gedenkteeken. 454. Doekes, W., Grafdicht. 565. Doeleke, G! H., Observationes grammaticae. 880. — Schreiben an Prof. Vater. 994. Doelen (Den Ouden) te ’s Gravenhage. EL 460. Doelen, J. van, De delatione criminum. H. 925. Döring, F. W., Ad mem. Gymnas. Gothani. H. 746. — De coloribus veteram. IE. 15. Zie: Kries u. 'Wuestemann. 760. — Schulze. 750. Doering, G. — Zie Reg. Tooneel. Dörner, C. H., Das Freundsche Wörterbuch. 884. Dörr, F. — Zie Volks-kalenner. 820. Does, Iz. van der, Diatr. inaug. de vinculo etc. II. 585. Does, J. van der, Aan den Prince v. Orangie. 438. — Aanteekeningen, Brieven en Gedichten. II. 463. — Annales rerum a priscis Holl. Comitibus gestarum. H. 94. — Bataviae Hollandiaeque Annales. IE. 95. — Brieven. Hs. 59. — [Lat. dichtwerken]. 894. — [Verschil! dichtwerken]. 345—346. Zie: Apollo. 274. — Schotel. II. 466. — Melis Stoke. 205. — van Zonhoven. II. 465. — Reg. Tooneel. Does geb. Scheltema, M. P. W. C. van der. — Zie Landjuweel. 184. Does de Bije, A. van der, Bedenkingen. II. 278. Does de Bije, P. J. van der, Catalogus d. Oorkon den v. h. N.-Brab. Genootschap. 121. — Catalogus Arch. Lieve Vrouwe Broederschap. II. 412. — Généal. Déductie v. Ch. P. de Senarclens de Grancy. H. 71. Doesburg (Lijkrede op J.). 728. — Lijkrede op L. de With. 734. — De rouwe van gansoh Juda. H. 174. Doesburg, J. van, Bruiloftdicht. 543. Zie: Reg. Tooneel. Doesburg, J. J., Wording v. d. Vrede v. Utrecht. II. 1045. Doesburgh, J. (Bevestiging van). 728. — (Lijkrede op). 728. Doeveren, G. van, Adlocutio. H. 497. Doeveren, H. F. van, (Leven van). Lb. 1853, 31. Doggersbank (Gedichten op den slag bij). 467, 468. Dogmatiek. H. 893. Dohm, C. W. von, Denkwürdigkeiten meiner Zeit. IE. 51. Dohna, A. zu, Der Feldzug d. Preussen. EL. 212. Dolce, M. L. — Zie Bembo. 915. Dolder, Th. H. van, Leerrede. IE. 1043. Doleancen by de inghes. v. Fries! ingebraght. H. 613. Dolhuis (Het vermaaklyk). 374. Dollmetscher (Der neueste Russische). 965. Dolomieu (Deod. de), Les ties Ponces. II. 858. Dolopathos (Li Romans de). 947. Dolz, J. C., Die Moden in den Taufnamen. 770. — Die Rathsfreischule in Leipzig. H. 740. Domburg, C., Bruiloftdicht. 542. Domburg, J., Bruiloftdicht. 542. Domela Nieuwenhuis. — Zie Nieuwenhuis. Domenys Hifke. — Zie W. de Jong Jzn. 827. Domergue, U., Gramm. Franpoise. 931. Domett, H. W., Hist, of the Bank of N. York. II. 880. Dominés (30 Amsterd.) op een ham-partijtje. — Zie Schenkman. 409.
Dominicus Jz., J. — Zie Historie. II. 568. Domino. — Zie Heg. Tooneel. Domis, G. T. — Zie Reg. Tooneel. Domis, H. J., Pasoeroeangsche Almanak, n. 676. Dommelen, G. F. van (Leven van). Lb. 1876, 103. — Uitbreiding v. h. getal ziekenverplegers. II. 301. — Overdrukjes. Dommisse, P. K., Herv. gemeente te Ylissingen. 423. Domnuill, W. — Zie Biobla. 867. Domp, M., Bruiloftdicht. 545. Domphooren der Hollanscher Fackel. 429. Dompierre de Chaufepié, J. H. de. — Zie Chaufepié. Dompierre de Jonquieres, J. P. de. — Zie Jonquieres. Domselaer, T. van, Beschr. v. Amsterdam. II. 539. — Het ontroerde Nederland. H. 153. Zie: Gedichten. 227. — Paraas. 227.—Reg. Tooneel. Dona, J. — Zie J. L. Dona. II. 1007. Donckanus, M., Corte confutatie. H. 363. Doncker, D., Klippel veerskens. 349. Zie: Virgilins. 298. Donckermann, P. H. L., De hodierno linguae Latinae usu. 877. Zie: Bröder. 880. Donckt (Geslacht van der). — Zie van der Hevden. H. 70. Donders, P. C., Physiologic d. spraakklanken. 35. — Verslag v. h. Gasthuis v. ooglijdera. II. 604. — 25j. bestaan v. h. Gasthuis v. ooglijders. H. 604. Dondinus, Gul., De rebus in Gallia gestis ab Alexandra Famesio. II. 821. Doneau. — Zie Eyssell. 927. Don Experientia. — Zie Reg. Tooneel. Dongelberge, H. C. van. — Zie Jan van Heelu. H. 98. Dongen, J. H. van, Mijn tijd winst. 639. Donk Jz., P„ Verbouwing v. h. Ziekenfonds te Amst. 521. Donkans, J., Raad aan Amaril. 360. Donker Hz., D. (Herinneringen aan). 75. Donker, N. — Zie H. Th. Boelen. Donker, P. G., De jure nundinarum. n. 270. Donker Curtins, B., Legaat van G. Blasius Stern. 637. Donker Curtius, D., Gemeenzame brieven. H. 244. — Een waarschuwend woord. H. 253. — Pleitrede t. behoeve v. C. A. Thieme. 20. Donker Curtius, G. B., De jure Litonum. H. 634. Donker Curtins, H. H., Leerrede. II. 232. — (Lijkrede op). 728. Zie: van den Berg. II. 904. Donker Curtius, J. H., Proeve Japansche spraakkunst. 993. Hs. 36. Donker Curtius, W. B. (Leven van). Lb. 1858, 243. — Bijdragen tot den Waterstaat. H. 298. Zie: J. Blanken Jz. II. 297. Donkersloot, N. B., Beschouwing d. doodstraf. II. 928. — Een blik op de vrouw. 642. — Elegie op den dood d. Hertogs v. Orleans. 510. — Gevoel en wil. H. 916. — Godsdienstige verdraagzaamheid. H. 337. — Ons ik. 642. Donner, G. S., De miraculis Jesu Christi. n. 28. Donop, von, Das Magusanische Europa. II. 49. Don Quichot (De geestelijke). H. 374. Dons, W., Overdrukjes. Donteclock, R., Antw. op een seker schrift. H. 365. — Proeve d. Gouschen Catechismij. II. 901. I — f Samensprekinghe v. d. vertaelde Theses. H. 365. Donzellinus, H., Remed. ferendarum injuriarum. 895. Dood (De) en begrafenis v. Koning Willem de He H. 254. — (De) van Casper de Coligny. 513. , — (Van de) een ware beschrijvinge. 648. Doodstraf (De) beschouwd. H. 928. Doodt Stuype of Eggo-klacht. II. 520. — van J. van Zuylen van Nievelt. H. 520. Doofstommen. 35. Dooft, C. A., Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 71. Doolaeghe, Maria van. — Zie Ackere. Doolhof van Socia. 662. Dooling (De Bekkeriaansche) ... wederlegd. — Zie Wolff geb. Bekker. 378. Dool-om-berg (Des weerelds). — Zie Meyster. 340. Doon de Maience. Chanson de geste. 947. Door arbeyd en yver. — Zie Genootschap. : — vlyt en kunst. — Zie Tooneelstukken. XIV. s woordts kracht. — Zie Rederijkerskamer. — Tver bloeid de Wetenschap. — Zie Genootschap. »» » i) Kunst. — Zie Werken. XIV.' Dooregeest, E. Az. van, Een kort verhaal. IL 534. — en C. A. Posjager, Rijper Zeepostil. 722. Dooregeest, E. A. van, H. Schijn en P. Beets, Kort onderwijs d. Christelijken Gelooft. H. 903. — Korte schets v. onderwijs. II. 903. Doorenbos, W., Handl. t. d. geschied, d. letterk. 24. — P. C. Hooft. Peestrede. 81. — Petrarca. 912. Dooreslaer, J. van, Bruiloftdicht. 545. Doorluchticheyt van Brederode.—Zie v. d. Broeck. 343. Doorman, Brief. Hs. 59. Doorman, J. D., Overdrukjes. Doorn, B. A. van, Handel, d. Vereen, tot bevord. v. zelfstandig godsdienstig leven. H. 554. Doom, I. van, Bruiloftdicht. 539. Doom Jr., P. W. van, Lijkrede. H. 1017. Doorn, W. V., Bruiloftdicht. 539. Doorn van Westcappelle, H. J. Baron van (Leven van). Lb. 1853, 81. Doorne, J. J. van, Eigenschappen v. e. Volksbestie- rer. H. 205. — Grafdicht. 575. Doornik (Geslacht). — Zie Voorbeeld. II. 71. Doornik, D., Bruiloftdicht. 535. Doornik, J., Bruiloftdicht. 548. — Grafdicht. 561. — De Magno Mariae privilegio. H. 99. Zie: Cruciua. 531. — Fabricins. 554. — Feest zangen. 463. — Kluit. Hs. 42.
Doornik, J. E. en J. Kinker, J. H. Deiman her- dacht. 75. Doornik, J. G., Grafdichten. 563, 567, 577. Zie: van Beaumont. 907. — de Bosch. 306. — Medini. 316. — Reg. Teoneel. Doorninck, A. van, Leven van H. v. Loghem. Lb. 1883, 161. Zie: Catalogus. 11. 635. Doorninck, J. van, Kesp. ad quaestion. e Acad. Gron. n. 610. — Geslachtkundige aanteekeningen. II. 629. — Hist. Instituti Cancellarii et Consiliariorum. II. 631. — Leven van C. Backer. Lb. 1866, 73. — Schets eener verdeeling v. Overijssel in... Marken. H. 629. — (Leven van). Lh. 1870, 525. — Overcfrukjes. Doornink, J. I. van, Bibl. v. Nederl. anonymen. 23. — Gedachten o. d. Wet op het Hooger Onderwijs. H. 321. — Leven v. J. van Doorninck. Lb. 1870, 525. De Staatkunde d. Nederlandsche Republiek.il. 173. — Tijdrekenkundige lijst v. stukken in het Oudarchief te Oldenzaal. H. 637- Vermomde en naamlooze schrijvers. 23. Zie: Cameraars-rekeningen. II. 635. — Catalogus. II. 686. 638. — Register. II. 629. Doorninck, M. van, Gedenkpenningen, n. 74. Zie: Inventaris. II. 633. Doornkaat Koolman, J. ten, Pomolog. Notizen. II. 949. — Die Sprache. 33. — Die Unendlichkeit d. Welt. II. 915. Wörterbuch d. Ostfriesischen Sprache. II. 820. Doorslag, J. H. van den, Twee leerredenen, H. 202. Doos (Uit de Oude). XXV Liederen. H. 991. Doosselaere, J. S. van, De uitvinding d. boekdruk kunst. 511. Dor, N., Bruiloftdicht. 544. Dorat, C. J. — Zie: Brief. 315. — Heidenbrieven. 637. — Reg. Tooneel. Doray (Lemeneur). — Zie Lemeneur-Doray. Dorbeck, D. — Zie Broederliefde. 232. — Fantasia. H. 984. Dorbeck THz., D. — Zie Nieuwjaarwenschen. 524. Dorbeck, E. — Zie Voor visschers gevangen. 184. Dorcas. Jaarboekje. 188. Dorema de Vries, R. — Zie de Vries. Doren, J. B. J. van, Thom. Matulesia. H. 678. — Vijandelijke inval.. in Holstein. H. 719. Dorfgesprache. — Zie Volksbücher. 809. Dorhout, A., Leerrede bij 25-j. predikdienst. 728. Dorland, A. — Zie Dichter. 473. Dorn, B., Verwandtschaft d. Persischen, Germanischen u. Griech. Latein. Sprachstammes. 39. Dornbusch, J. B., Das „Flandrische Steingut”. H. 729. Dorn Seiffen, G., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 59. — Grammatica Latina. 879. — Grieksche Spraakkunst. 870. Rythmica doctrina, s. Prosodiae Lat. appendix. 882. Dom Seiffen, G., (Leven van). Lb. 1859, 109. — Overdrukjes. Zie: Anakreon. 297. — Heeren. II. 13. — Ho merus. 295. — Schoonheden. 295. — Verzame ling. Hs. 55. Domseiffen, J., Overdrukjes. Zie: Description. II. 9. — Nomina. H. 981. Dorostamus (Ath.). — Zie Elsner. n. 858. Dorow. — Zie Denkmaler. 777. Dorp (Geslacht van). — Zie Alberdingk Thijm. n. 70. Dorp, F. van, Stichtelijke gedichten. 339. Dorp, B. C. van, Nagelaten gedichten. 402. Dorp Jz., P. van. — Zie Verklaring. H. 470. Dorper, E. M., Leerrede op den dankdag. IL 235. — Voordeelen v. d. Belgischen opstand. H. 249. Dorpius, M. — Zie Batavia, n. 1041. Dorps-leeraar (Een Zuid-Bevelandsche). — Zie W. E. de Perponcher. Dorpspraatje (Een) over de bisschoppen. H. 337. Dorsch, A. J., Geschichte d. Sprache u. Schrift. 27. Dorsman, D., Grafdicht. 578. Zie: Kikkert. 231. Dorsten, J. C. van. — Zie Reg. Tooneel. Dort, Seger van. — Zie Ovidius. 301. Dortsma, Const. Paul., Brieven. — Zie Wolff geb. Bek- ker. 635. Dortsma, P. — Zie J. Barueth. Dortsma Sec., P., Smeekbrief. H. 570. Zie: Wolff geb. Bekker. 635. Dorval en Clarimon, of de bedrieger bedrogen. Hs. 83. Dorvigny. — Zie Reg* Tooneel. Dorvo, H. — Zie Reg. Tooneel. Dotingh, J., Het verward Frieslandt. H. 614. Dotrenge, Th., Opinion s. 1. rédact. de trois articles. H. 238. Dou, J. en J. Jz. — Zie Amersfoordt. H. 531. Dou, J. Pz. — Zie Amersfoordt. H. 531. — Sems. H. 939. Doubleth, G. Rataller, Joumael d. Meohelsche reyse. Hs. 53. Douce. — Zie Warton. 833. Douchez, F. — Zie Engelberts Gerrits. H. 303. Douglas, de, Brieven. Hs. 71. Douwama, J., Geschriften. H. 608. — Derniers avis. H. 1056. Douwes, J., Lofrede op J. F. L. Schröder. 90. Zie: Rapport. II. 352. Douwes Czn, J., Grafdichten. 563, 571. H. 1008. Douwes Dekker, E. — Zie Dekker. Douza. — Zie van der Does. Downfall of Robert. — Zie Engl. Plays. 843. Doyera, Frouke van. — Zie J. de Wal. Hs. 7. Doyer, A., Overdrukjes. Doyer Tz., A. (Leven van). Lb. 1854, 3. Zie: van Kampen. U. 79. — Reg. Tooneel. Doyer, J., Stichtelijke gezangen enz. Hs. 27. Dozon, A. — Zie Poésies. 966. Dozy, G. J., De Almanach de Gotha, v. 1808. H. 1040. — De Carlisten. H. 848.
13 Dozy, G. J., Leven v. S. Susan. Lb. 1881, 43. — De Latijnsche school te Noordwijk. n. 1055. — Overdrukjes. Zie: Atlas. II. 11. — Jorissen. II. 11. — von Koeppen. II. 694. — Proza en Poëzie. 182. — Stadrechten. II. 638. — Tijd (Onze). II. 20. — Tolk (Onze). 132. — Verne. II. 41. — Week blad. II. 38. Dozy, R. P. A., Historia Abbadidarum. n. 864. — Het Islamisme. H. 25. — De Israëlieten te Mekka. H. 24. — Oosterlingen. 42. — (Leven van). — Zie de Goeje. 75. Zie: Catalogus. II. 503. D. P. — Zie D. Philips. D. P. E. — Zie Toetze. II. 148. D. P. G. H. d. S. — ZieD. P. G. Humbert de Superville. D. P. R. — Zie Reg. Tooneel. Drabbe, G. F. — Zie Vondel. 328. Drab be, A. H. Hartman. — Zie Hartman. Draijer, F., Brief a. W. Holtrop. Hs. 59. Draijer, R., Nieuwjaars-offer. VIII. Draijer, Jr., R., Tijd vaars. Vn. Zie: Scholten v. A-Schat. 559. Drakenborch, A., Aanhangs. op de Kerke! oudheden. H. 330. — Or. ad W. C. H. Frisonem ... principem. II. 586. — Oral fun. in ob. H. S. v. Alphen. 69. — Origines Trajectinae. Hs. 52. — Redev. op het eeuwf. d. Utrechtsche Hoge Schole. H. 601. — Redev. over W. K. H. Friso. H. 586. Zie: Oosterdijk Schacht. 76. Dramard, E., Notice et Table d. Bulletins d. 1. Soc. des Antiquaires d. 1. Morinie. H. 827. Drankduivel (Di). 178. Draper, J. W., Hist, of the American civil War. H. 872. — Human physiology. II. 937. Draper, L. C., Madison, the Capital of Wisconsin. II. 878. Drapiez, Notice s. 1’établissement géograph. de Bruxel les. H. 814. Drovidische talen. 995. Dreas, A. G. — Zie Columba. H. 621. Drechsler, J. G., Einige... Vorschlage. H. 919. — Was ist v. Redübungen auf Schulen zu halten? 763. Dreesman, P. G., De vergadering te Boxtel. II. 291. — Een dag in Utrecht. H. 291. Drelincourt, L., Christelijke klinkdichten. 314. — Sonnets Chrétiens. 953. Urenthe (Prov.). n. 651. — (Aan). XXX van Grasmaand 1870. 520. Drenthina. Tijdschrift. 131. Dreschlaar, J. N., Kort begrip d. Keuren v. Rijnland. Dressel, O., De enuntiatis conditionalibus apud Lati nos. 881. Dresseleers, B., Vercl. op d. parabole v. d. verloren sone. 621. Dresselhuijs, H. C. — Zie Reg. Tooneel. Dresselhuis, J. ab Utrecht, De afdamming v. h. Sloe H. 572. — Distrikt v. Sluis. II. 579. — Leven v. A. Niermeijer. Lb. 1855, 147. — Naaml. d. Herv. predikanten te Goes. n. 577. — Tweetal leerredenen. H. 582. — De Waalsche gemeenten in Zeeland. II. 572. ;— Wandelingen d. Z. en N. Beveland. n. 574. — „ „ Walcheren. H. 573. — (Leven van). Lb. 1863, 462. — Overdrukjes. Zie: Gemeente. II. 577. —de Kanter. II. 571, 579. Dresselhuis, J. G. ab Utrecht, De poena peregrina- tionis. H. 274. Dreux, P. de Grient, Vrede van Amiens. 486. Hs. 28. — Waakt en werkt. II. 342. Drevet, A. — Zie Lévizac (de). 931. Drexelius, H. — Zie Al (Den) sieck. 334. Dreyer, J. C. H., De cespitalitatis. II. 705. — Erlaut. d. Teutschen Rechte. H. 704. — Monuments anecdota. H. 687. — Nutzen d. Reinke de Vosz. 815. — Sammlung vermischter Abhandlungen. II. 704. Zie: Beitrage. II. 701. Dreyfus, A. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Drieberge, J., Aenmerkingen. H. 372. — (Lijkrede op). 728. Drieduym Gerbrzn, F., d’Enehuyser Tbocken. 278. Driel, E. van, Digterlijk voorspel. 466. Zie: Lingua Belgica. 142. Driel, J. van, en P. K. Görlitz, Gedachten. II. 311. Drieling, F. H. C., Korte opmerkingen. II. 253. — Overdrukjes. Driesch, G. van den, Brief a. R. Copes. Hs. 71. Driesen, F., La Belgique et la Hollands. H. 792. — La Fontaine de Pline a Tongres. H. 816. — Note sur deux figurines. H. 816. — Overdrukjes. Driesen, L., Prins Moritz v. Nassau-Siegen. H. 164,165. Driessche, E. van. — Zie Gedenkboek. II. 968. Driessen, A., Aanm. o. v. Tuinen’s Uitlegging. 734. — [Verschil! brochures]. CCLVHL — Brief aan de Synodus. H. 372. — Hypotheses Arminianizantes. H. 372. — Leerrede. 734. — Ontwerp over h. gevoelen d. Kerk. II. 371. — Rede t. gelegenh. v. d. Landdag, n. 641. — Diss. de vindicis justitiae divinae. H 373. Driessen, P. (Leven van). 76 Driessen, R. K. (Leven van). Hand. Letterk. 1833. Bijv. Zie: Monumenta. II. 639. Drijfhout, A, Brieven. Hs 59. Drijfhout, A. J., De summa philosophise. H. 909. Drinck-gelt v. d. brenger v. h. Bodenbroot. 241. Drinkliederen uit de 17 e eeuw. Hs. 29. Droefheid (Amsterdamsche). VH. Droinet, F., Aan de inwoners v. Leyden. H. 511.
Dronke, E. F. J. — Zie Codex diplom. II. 722. — Traditiones. H. 722. Dronryp Uges, H. C. C. — Zie Feestzangen. 512. Dronsberg, C., De re monetali. II. 927. Droogenbroek, J. A. van, Zonnestralen. 428. Droom van een poëet. — Zie Nomsz. 636. — v. h. Quispeldoor. 484. — (Contra) van een poëet. 636. — (Republ.) v. e. Leydsch burger. — Zie ’t Hooft. 477. — (Staatkundige). II. 159. — (Zeldzame) d. Mr. Franciscus gedroomd. V. Droom-Boeck. 693. Droomen van een Nederlander. — Zie Nassau. II. 142. Droomer (De) vooruitziende de Rarekiek. VIL. Droomers, J. — Zie Reg. Tooneel. Droom-gesicht eenes... tot Godt opgetrockenen Mensches. II. 126. Droom-ghedicht. 430. Drossaart, P. K., Bruiloftdicht. 538. — Feestlied in November 1863. 517. — (Leven van). Lb. 1884, 93. — Overdrukjes. Zie: Meijer. 310. Drost, A., Hermingard van de Eikenterpen. 678. Drost, A. E. — Zie Wydstraet. 276. Drost, W. — Zie Reg. Tooneel. Droste, C., Aanvul! v. Overblijfsels v. geheugchenis. Hs. 44. [Verschil! Dichtwerken]. 361. — Verloste vrijheid. 448. Zie: Homerus. 295, 296. — v. Morton. 652. — Prudentius. 304. — Reg. Tooneel. Drouyn, L. — Zie Album. n. 829. Droysen, J.F.,Bemerk. gesamm.aufeinerReise.il.401. Droz, J. — Zie van Heusden. II. 928. Druffel, A. von, Kaiser Heinrich IV. II. 693. Druiven van den konden grond. 641. Drukker, H. H., Gezichten van Intje. H. 246. Drukkonst aan Willem den Ve. 476. Drukpersreglement (Het) voor N.-Indië. Zie Nahuys v. Burgst. II. 670. Drumann, C. G. A., De rebus Ptolemaeorum. II. 859. Drusius, J., Alphabetum Ebraicum vetus. 981. Opuscula quae ad Gramm, spectant, omnia. 981. Quaestionum Ebraicarum libri tres. II. 887. Zie: Walton. 29. L. S. — Zie D. Souterius. X) s. C. — Zie Tooneelspellen. XVII. Dubbels, P., Bezige uren. 345. Zie: Kristus lijden. 305. — Mengel-moez. 277.— Reg. Tooneel. Dubois, J. B. — Zie Reg. Tooneel. Dubois, Pb., Diplomatische Berichte. H. 125. Dubourcq, A. — Zie van Lennep. II. 1014. Dubuisson, P. ü. — Zie Reg. Tooneel. Dubus de Gesignies, L., Waarsch. nopens het gebruik van de landtaal. 64. Ducancel, C. P. — Zie Reg. Tooneel. Ducange, V. H. J. Brahain. — Zie: Reg. Tooneel. Du-Cange, C. du-Fresme dom., Glossarium. 881, 882. Du Casse, A., Hist, de 1’ancien tbéatre en France. 957. Duchateau, A. J., De invasie der Duitschers. 690. Duché de Vancy, J. F. — Zie Reg. Tooneel. Duchet, Th. — Zie Cartulaires. II. 830. Ducis. — Zie Snppl. Reg. Tooneel. Ducis, J. F. — Zie Reg. Tooneel. Ducrest de Saint-Aubin. — Zie de Genlis. Dudel, J. H. — Zie de Witt. 561. Duden, K., Die Zukunftsorthographie. 762. Dudevant, A. L. A. nee Dupin. — Zie: van Meurs. 928. — Topin. 927. — Ulbach. 927. — Reg. Tooneel. Dudok de Wit. — Zie de Wit. Duebner, J. F. — Zie Blumenbach. 907. Dück, J., Gesch. d. Kronstadter Gymnasiums. II. 760. Dümge, C. G. — Zie Arcliiv. II. 687. Dümmler, E., Overdrukjes. Düntzer, H. — Zie Goethe. 801. — Herder. 801. Dueren, J. van, Bruiloftdicht. 541. Dürer, Alb., Dagverhaal zijner Ned. Reize. II. 399. Zie: Schinkel. 11. 399. Düringsfeld, I. von, Von der Schelde bis zur Maas. II. 966. Düringsfeld, I. von; und O. von Reinsberg—Düringsfeld. Hochzeitbuch. II. 54. — Sprichwörter d. German, u. Roman. Sprachen. 58. Duez, N., Dittionario Italiano & Francese. 52. Dufaure. — Zie Cherbuliez. 928. Dnfour, P. — Zie P. Lacroix. Dufour, R., Overdrukjes. Du-Fresne. — Zie Du-Cange. Duganne, A. J. H., Camps and Prisons. H. 873. — A History of Governments. H. 927. Dugteren, P. van, Aanmerkingen op de nieuwe bij belvertaling" 596. Dugué, F. — Zie Reg. Tooneel. Duifhuis, H. (Leven van). 76. II. 347. Duilierius. — Zie Huygens. H. 940. Duim (of Duym), F., Christelijke zedenspiegel. 356. — Dry delen van Hnig de Groot. XVI. — Eeuwgetijde v. J. van Oldenbarnevelt. 446. — Honderdjarig jubelé v. d. Amsterd. Schouwburg. IV. — „ „ of herstelde vryheid. 453. — Jacob den aartsvader. 356. — De Ontwaakte leeuw. 452. — „ Redenerende Hollandsche Maagt. 452. — Regelen voor den bidder. 452. — Tijdkorting d. jeugd. 280. — Treur- en Vreuchdezang. 445. — Triomfwagen opvoerende W. K. H. Friso. 452. — Zinspelinge wegens de doot van een krijgsman. 452. Zie: Psalmen. 247. — Verzameling. 463. — Reg. Tooneel. Duim (of Duym), J., Bruiloftdicht. 544. — Een Gedenck-boeck. XV. — Oudt Batavien nu ghenaemt Holland. H. 91. — Een Spiegelboeck. XV. Zie: Reg. Tooneel.
Duim, J. J., Corte besclir. d. Nederl. oorloghen. II. 104. Duim, W., Bruiloftdicht. 544. Duinen, J. H. van, Ontwikk. schoonheidsgevoel. II. 952. Duinen, T. van, [Verschilt, verhalen], 680. — Nagelaten leerredenen. 725. — (Leven van). Lb. 1857, 157. Duircant, A., Brief a. M. Tydeman. Hs. 59. — Doodt-woelende hyena. 335. — Oudheid d. Christen Kerkvergadering. II. 350. Duirkant, G. A. — Zie Heg. Tooneel. Duisbergh, J. van. — Zie Bijbel (Nederd.). 586. — Kordewagen. 277. — Psalmen. 243. — Saadi. 627. — Toonneel. 627. — Vos. 341. Duisenberg, J. B. (Leven van). Lb. 1883, 25. Zie: Jaarzangen. 217. Duisenberg Jr., J. B., Leven v. J. B. Duisenberg. Lb. 1883. 25. Duitschland (Gfeschied. enz. van). II. 685,1007. Duivel (Den Engelschen). II. 145. — (De Gebannen). II. 898. — (Den Groeten en Witten). II. 158. — (De Kreupele). — Zie Guevara. II. 1009. — (Den Schotschen) betabbert. II. 150. Duivelarij (Aardige). II. 898. Duivelen (Zeven) regerende de Dienst-maagden. 705. Duivelsdreck (Laetsten). — Zie Lydius. H 371. Dujardin et Sellius, Hist, génér. d. Prov. Unies. II. 78. Dukaat (De wandelende). 666. Dujaure. — Zie: Dejaure. Duker, A. C., De pugna Voetium inter et Cartesium. II. 350. — Scboolgezag en eigen onderzoek. H. 350. — Overdrukjes. Dukerus, C. A. — Zie Annaeus Plorus. 887. —■ Bur- mannus. II. 1041. — Suetonius Tranquillus. 887. Dukerus, J. W. — Zie J. Duykerius. Dulaurier, E., Cours de langue Malaye et Javanaise. 998. Dulces ante omnia Musae. — Zie Genootschap. Duligier de la Garde. — Zie Deshoulières. Duiken, G. van, Gereinigt herte. 361. Zie: Reg. Tooneel. Dulkenraad, K. van, HaarlemmerhoutzaDg. 383. — Het verdrukte en verloste Haarlem. 466. Zie: Reg. Tooneel. Dull, J. — Zie Commelin. 529. Dullaart, H., Gedichten. 361. Zie: Gebedt. 229. — Verzameling. 229. Dullaart, J. — Zie Tasso. 627. — Heg. Tooneel. Dullert, G. (of W.), Dissert, inaugur. II. 929. Dullert, W. H. — Zie Boudewijnse. H. 258. — Staats Evers. II. 425. Dulmontius, H., Grafdicht. 565, 567. Dumaniant. — Zie Reg. Tooneel. Dumanoir, Pb. F. Pinel. — Zie Reg. Tooneel. Dumans, J. H., De bevestiging v. Neerl. volksbe staan. n. 237. Dumas, Alex. — Zie Reboul. 955. — Reg. Tooneel. Dumas fils, Alex., Denise. II. 1034. Dumas fils, Alex., L’bomme-femme. 956. Zie: Célébrités. 927. — Reg. Tooneel. Dumbar (Geslacht). — Zie Scheffer. II. 69. Dumbar, G., Begrip d. geographie in digtmaat. 426. — Beschrijving v. Overijssel. II. 629. — Brief. Hs. 59. — De Graafschap Goor. H. 634. — Kerkelijk en wereltlijk Deventer. II. 634. — Verh. over het regt van overstemming. II. 631. — Vertoog over de algemeene grondregels. II. 631. Zie: Analecta. II. 60. Dumbar Jr., G., Lijst v. Deventersche woorden. Hs. 5. Dumbeck, F. J., Geogr. pagorum vet. German. H. 695. Dumées, A. F. J., Annales Belgiques. II. 791. Dumersan, Th. Marion. — Zie Reg. Tooneel. Dumon, C., Lof v. d. landbouw. 408. Dumonceau, J. B. Graaf. — Zie van Sypesteyn. II. 223. Dumont, Mémoires politiques. II. 141. — A la Mémoire de A. van der Duyn. H. 405. Dumont, Ch. P. — Zie Reg. Tooneel. Dumoulin, A., Gramm. Latino-Celtica. 864. Dumouriez, Memorien. II. 211. — (Aan Generaal). 478. Zie: Carteromaco. 916. Dunbar. — Zie Dumbar. Duncanus, M., Onderscheyt tuss. Godl. en Afgod, beel den. 622. — Van die Kinderdoop. 622. Zie: Gansz. 750. Duncker, A., Fried. Rückert als Professor. 754. Zie: Herder. 756. — Der Verein. f. Hessische Geschichte. 721. Dundas, R., Antwoord op een zeker boekje. H. 205. Dunkler, F. — Zie Verzameling. Hs. 55. Dunlop, J., History of Fiction. 24. Dunne, John. — Overdrukjes. Dupac de Bellegarde. — Zie Dujardin et Sellius. H. 78. Duparc Jr., J., De graaf del Monte-Mayor. 686. — De oude knecht. 686. Zie: Reg. Tooneel. Dupaty, L. Emm. F. Ch. Mercier. — Zie Reg. Tooneel. Duperré, J., Brief a. Duperréfils. Hs. 71. Dupetit-Méré, F. — Zie Reg. Tooneel. Dupeuty, Ch. — Zie Reg. Tooneel. Düpin. — Zie Dudevant. Dnpin, A. M. J. J., et E. Laboulaye, Gloss, del’ancien droit Franpais. 935. Dupleix, S. — Zie Livius. 604. Dupont, Fransche republikeinsche Catechismus. H. 824. Dupont, A. H. H., Dante aux Pays-Bas. 912. Dupont, P., Hist, de 1’imprimerie. 14. Dupuy, J., Leerrede. H. 199. Durand, C., Dix jours de campagne. II. 244. — Projet d’une colonne triomphale. II. 244. — Overdrukjes. Zie: Reg. Tooneel. Durand, U. — Zie Scriptorum... collectio. II. 17. Durant, M., Louis XVII. II. 824.
Duras (de). — Zie Campagne. II. 154. Duret, C., Thresor de l’histoire d. langues. 25. Durfwel, Jochem (ps.). — Zie Reg. Tooneel. Duriveau, E. P. II., Examen de 1’Enseignement dit uni versal. 34. Durks, M. — Zie Laurmann. 825. Duroure, Ij. H. S. — Zie Cobbett. 836. Duruy, V., Histoire Romaine. II. 850. Dusart, C. yan. — Zie C. Verwers. Dusart, J., Zielsgezangen. 262. Dusch, J. J., Het Bankerot. H. 194. — Zedelijke brieven. 635. Zie: Reg. Tooneel. Dusseau, 3. L., Musée Yrolik. H. 937. Dusseau, P. J. V., Leerrede. II. 652. Zie: Almanak. 708. Dussen, Bruno van der. — Zie Schotel. II. 155. Dassen, J. van der, Brieven. Hs. 59. — Comm. ad diplom, quaed. Batava adhue anecdóta. H. 60. — Het hoogste goed. 393. Zie: Pope. 311. Dusterhoop, J. J. — Zie Reg. Tooneel. Dutch (The) drawn to the life. H. 84. Dutens, L., Itinéraire d. routes. IE. 44. Du Toit. — Zie Toit (du). Duttenhover, E. M. — Zie Tollens. 398. Duval, A. V. Pineux. — Zie Reg. Tooneel. Duval, G. — Zie Reg. Tooneel. Duval, J. J. E., De vera mente FoederisTraj.H. 117. — Recht verstand d. Unie van Utrecht. II. 117. Duval Slothouwer, G. C., Gedachtenisrede op W. v. Swinderen. 732. Duvergier de Hauranne. — Zie Prudhomme. 928. Duvert. — Zie Reg. Tooneel. Duveyrier, A. H. J. — Zie Reg. Tooneel. Duvivier, Ch. P. Girault, Grammaire. 931. Duyck, Ant., Journaal. II. 122. Duyf, J. — Zie Reg. Tooneel. Duijkerius, J., Regtsinnige harpstoffe. 259, 351. — Schouburgh d. Neederd. Letterkunde. 149. Duyl, A. G. C. van, Tien dagen in Portugal. II. 849. Zie: Afrikaander (Een). II. 684. Duyl, G. van, Grafdicht. 567. Duyl, G. B. van, Geeft en bidt. 418, 515. Duymaer van Twist. — Zie Twist. Duyn, A. van, Oudewaters moord. II. 518. Duyn, C. J. K. van der. — Zie Crucius. 531. Duyn van Benthorn, A. E. van der, De foederibus Batav. bellicis. II. 280. Duyn van Maasdam, A. E. J. A. van der (Leven van). Lb. 1849, 80. Duyn van Maasdam, E. van der, Proclamatie.il. 231. — en van der Capellen, Gedenkschriften. II. 234. Duyse, Prud. van, [Verschill. dichtwerken]. 407. — Antwerpen bij het 4 e eeuwget. v. h. St. Lucas* gilde. 515. Duyse, Prud. van, Belegering v. Dendermonde. II. 806. — Diederik Mertens van Aelst enz. 511. — Etude littéraire sur Tiel 1’Espiègle. 699. — Gedichtjes voor kinderen. 428. —- Grafdicht op Tollens. 575. — Inventaire d. Chartes de Gand. H. 806. — De Koningin der Belgen. 513. —■ 'Leven van J. B. Cannaert. Lb. 1849, 110. — „ „ N. Cornelissen. „ 1850, 96. _ „ „ J. L. Kesteloot. 82. — Nederlandsche versbouw. 180. — Pater Verhegghen. 92. — Tableau d. troubles religieux. II. 807. — Tollens herdacht. 92. — Vader Adam vlaminc. II. 966. — Verjaringsf. Vlaamsch-Dtsch Zangersbond. IL 809. — Overdrukjes. Zie: Bundel 220. — Dautzenberg. 156. — Gresset. 815. — d’Hulster. 195. — Toekomst. II. 307.— "Willems. 195. — Rog- Tooneel. Duysendpond, G. — Zie H. Duysendpond. 532. Duysendpond, H., Blockers speeluuren. 260. Duysentdaelders, N„ Observationes. II. 550. Duyts, A. den, Notice d. anciennes monnayes. II. 809. Duyvel. — Zie Duivel. D. V. — Zie D. V. Coomhert. D. V. — Zie 1’Ingenu. 670. D. V. A. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. D. V. B. — Zie Reg. Tooneel. D. V. C. — Zie D. V. Coornhert. D. V. H. — Zie Glignet. 521. D. v. N. — Zie D. van Nispen. D. V. R. — Zie d’Urfé. 665. D. V. S. — Zie S. de Vries. D. W***.— Zie D. Wessels. Dwars, S. A.. De vermakelijke Poppenkast. II. 337. Dwars, W. A. — Zie Proeven. 268. Dwarspaal (De). VI. D w. S. — Zie D. W. Stoopendaal. Dyalogus. — Zie Dialogus. Dyce, A. — Zie Marlowe. 845. Dyserinck, J., Gedachtenis van J. Bellamy. 70. — Godsdienstige overdenkingen. 656. — Hildebrands Camera Obscura. 643. — Hulde aan E. Wolff en A. Deken. H. 972. — Het Jaarboekje v. d. Heilige Familie. H. 331. — Leven van H. Beijerman. Lb. 1871, 109. — Verscheidenheden. 645. — Vondels sterfdag. 94. — Vrede zij in Uwe veste. II. 575. — Overdrukjes. Zie: Apocriefe Boeken. 591. — Psalmen. 590. — Spreuken (Boek der). 591. — Spreuken (De) v. Jezus Sirach. 591. D..z V.. K. — Zie Weerklank. 500.
B. — Zie Heg. Tooneel. Easther, A., Gloss, of the Dialect of Almondbury. 841. Eaton, D. C. — Zie Report. II. 876. E. B. — Zie E. Boeking. Ebbinge Wubben, F. A. (Leven van). Lb. 1876,117. — Overdrukjes. Ebeling, C. D., Memoria J. A. H. Reimari. 754. Ebeling, F. W., Geseh. d. komischen Literatur. 748. Zie: Da Bois. n. 125. — Floegel. 748. — Lese- bach. 830. Ebeling, H. M. F., Geschiedenis van Rome. 709. Eberhard, Een Stem des harten. 520. Eberhard, J. A., Synon. Handwörterbuch. 765. — Versuch e. allg. Deutschen Synonymik. 764. Eberhardi, W. E., GeschichÜ. Notizen. n. 746. Eberlein, M. — Zie Reg. Tooneel. Ebers, G., Aegypten u. d. Bücher Moses. II. 888. — [Yerschill. romans in Nederl. vertaling], 685. — Die Schwestern. 804. Eberson, L. H. — Zie Bouwkunst. II. 1051. Eberstein, J. F. D. — Zie Reg. Tooneel. Ebert, A., Hist. Johannis II, Castellae regis. H. 845. Ebert, F., Nieuw onderz. uitvind. d. boekdrukkunst. 12. Ebert, F. A., Gesch. d. Bibüoth. z. Dresden. II. 739. Eberty, F., Walter Scott. 834. E. B. J. S. E. A. — Zie Reg. Tooneel. E. C. — Zie Verzameling. 453. Ecbasis Captivi: das alteste Thierepos. 889. Eccard, J. G., Censura diplom. Carolini. II. 713. — De origine Germanorum vetust. Coloniis. n. 690. — Hist, studii etymol. Ling. Germanicae. 763. Zie: Catechesis. 788. — Hymnus. 785. — Leges Franc. Sal. II. 702. Eccardus, J. C. — Zie Leibnitz. 37. Eccius, J. G., Symb. ad hist. litt. Lipaiensis. H. 740. Ecclesiastes met verklaringen. Hs. 12. Echo (De) aan leering en gezellig onderh. gewijd. 128. — of naklank op de Eigenbaat-Parodie. 477. — of weerklank op de vinnige Spoorslag (en terug- kaatzende weerklank], 470. — ofte Galm.. v. d. Vrede-handelinghe. 430. — op de eerkranssen v. h. Haagsche driemanschap. 301. — op het gedicht v. Nierstrasz. II. 241. — (De Vaderlandsche). 472. Eek, A. van, Toespraak. H. 266. — Overdrukjes. Eek, D. van. — Zie Fokker. 99. Eek, R. van. — Zie Bijdragen. 997. Eek, C. Fransen van, Het aanbevelenswaardige v d beoef. d. Nederl. Letterkunde. 58. — Afscheidleerrede. 728. — Kerkelijke redevoering, n. 350. — Leerrede. 248, 635. E. Eek, C. Fransen van, Lijkrede op J. O.Sluiter. 732. — Or. de praec. caussis ethicae christiauae. II. 915. — Dictaten. Hs. 7. Zie: Auswahl 720. — en P. Bosscha, 2 e Eeuwf. v. h. Athenaeum te De venter. II. 635. Eek, D. Fransen van, Dictaat. Hs. 6. Eckartshausen, K. von. — Zie Becken. 38. — Wolff geb. Bekker. Hs. 32. — Reg. Tooneel. Ecken Aussfahrt. 795. Zie ook: Helden Bnch (Der). 780. Ecker d’Eckhoff, J. H. — Zie Reg. Tooneel. Eckertsz, G. — Zie Fontes. H. 727. Eckhard, C. H., Introd. in rem diplomaticam. H. 685. Eckhard, D. G., Vijf woorden. 644. Eckhard, J. F., De luctu immoderate. II. 15. — Nachrichten. 21. Eckhard, M. T., Discours. II. 745. Eckius, Giov. — Zie Carutti. II. 856. Eckius, J., Een corte declaratie. II. 361. Eclecticus. — Zie D. van de Wijnpersse. Ecluse des Loges (De 1’). — Zie Sully, n. 821. E. d. C. v. J. — Zie E. de Clercq van Jever. Edda (Die). 852, 853. — (Den aeldre). 852. — ou monumens de la mythologie. 852. — Saemundar hinns Fródha. 852, 853. Edda-Sagen. 853. Ede, P. van, Lijkrede op W. Suderman. 732. Edelman (De beedelende). 670. Edelsteine Deutscher Dichtung u. Weisheit. 781. Edema van der Tuuk, H. — Zie Tuuk. E. D. G. Z. — Zie J. van Dijk. Edict (Perpetuel). II. 152. Edictum de Collegiis illicitis Studiosorum. II. 502. Edler, C., Die deutsche Sprachbildung. 763. E. D. S. M. — Zie Reg. Tooneel. Eduard van Eikenhorst. — Zie Kist. 673. Education (L’) par 1’amitié. — Zie Kneppelhout. 955. E. D. V. — Zie Cronycke. II. 89. Edward en Lucie. — Zie van Heusden. 675. Edwards-Capadose. — Zie Capadose. Edwards, W. F., Recherches s.*l. langues Celtiques. 864. Eecke, van der. — Zie Reg. Tooneel. Eecke, C. van, Vale mundo. 351. Eeckhout, J. van den, Echtbreuk door liefde. Hs. 32. Eed (Den) die Jacobus Hl voor-stelt. II. 834. — voor de Vasallen... beraamt in 1652. II. 179. — „ „ Schutterye d. Stadt Leyden. H. 468. Eedboeck. Eedzweringen van 1549. Hs. 40. Eeden, F. van, Grassprietjes. EL 1000. Zie: Nieuwe Gids, II. 977. — Snppl. Reg. Tooneel. Eeden, F. W. van,Gedenkschr. Kolon. Museum. H. 562.
Eeden, F. W. van, Le Musée Kolonial. II. 562. — Overzicht v. h. Koloniaal Museum. II. 562. Zie: Catalogus. II. 563. Eeden, J. A. van. — Zie Jaargangen. 217. — Reg. Tooneel. Eeghen, J. van, Nagelaten gedichtjes. 417. Eeghen, P. van, Jaarverslag v. h. Oudheidk. Ge- nootsch. Q. 1042. Eeke, C. van, Bruiloftdicht. 536, 550. — Grafdicht. 566, 568, 569, 572, 576. Zie: Harpliederen. 245. Eekhoff, W., Angelsaksische munten. II. 831. — Aardrijkskunde v. Friesland. II. 610. — Beschrijving van Friesland. II. 610. —- „ „ Leeuwarden. II. 624. — Friesland in 1813. II. 614. _ „ „ 1815. II. 614. — Geschiedenis v. h. St. Anna-leen. H. 625. — „ „ „ St. Anthony gasthuis. II.. 626. — „ „ Friesland. II. 609. — De Grietmannen in Friesland. II. 611. — Leven v. H. Baerdt van Sminia. Lb. 1859, 149. — „ „ E. Eisinga. 11. 623. — „ „ J. H. Halbertsma. 78. — „ ,, A. v. IJalmaol Jr. 79, Lb. 1851, 31. — „ „ J. van Leeuwen. Lb. 1858, 218. — „ „ J. H. Regenbogen. 89. — Overzicht v. h. Archief v. Leeuwarden. II. 624. — Stedelijke Bibliotheek „ „ U. 624. — „ Kunstverzameling „ „ H. 624. — De Vrouw van Rembrandt. H. 326. — (Leven van). Lb. 1881, 3. — Overdrukjes. Zie: Bodel Nijenhuis. II. 609. — P. Brouwer Pz. II. 611. — J. H. en E. Halbertsma. 826. — van Haren. 872. — Oudheden. II. 611. — Roosjen. 623. — Scheltema. 822. — Starter. 830. — Vereering. 96. — Verslagen. II. 605. Eekma, P., Nederd. Taalkennis. 145. Bekman, W. Wagtendorp. — Zie Wachtendorp. Eelde, A. J. van, Volk, Staat en Kerk. H 337. Eelde, C. M. van, Uitboezeming over vanSpeyk. 502. Zie: Mengelingen. 500. Beitjes, A. — Zie Catalogue. II. 523. Eembd, G. van der. — Zie Seneca. 602. — Reg. Tooneel. Eemkens, H., als ketter verbrand. H. 337. Een is Uw Meester. II^ 337. Eendracht maeckt Macht. Sinnebeelt. II. 169. Eendragt (De). 134. Eendragt en Vaderlandsliefde. —■ Zie Maatschappij. Eenzamen (Voor). — Zie Post. 635. Eer (De)... d. dorpelingen van Zeevenhuizen ver- deedigt. II. 528. (De) van Leydens Hoogeschool aangerand. II. 502. (De) der Begeering v. Amsterdam. H. 543. Eerde, J. R. van, Or. de Europa imperiorum jure tem- peraiorum altrice. II. 49. Zie: Catalogus. II. 649. Eere (Tot) d. Schutterije te Delft. II. 449. Eerekroon op Mevr. Teixera de Mattos. V. Eeren (Ter)... v. Willem de HI e . 440. Eeren-Krans (Den Wit-Angieren). 216. Eerens, D. J. de. — Zie Buddingh. II. 664. Eerkrans (Den) voor Bethorica. 220. om ’t hoofd v. d. Fenixdichter H. van Issen- dorp. 526. — voor den steller v. h. Bapport. II. 475. Eerkransen v. d. Klenkaansche voorvechteren. 301. Eerkroon op het hoofd v... J. Dagevos enz. 479. op de hoofden d. doorl. staetsmannen. — Zie Blussé. 374. 470. voor Leydens Tienmanschap. 455. Eerling, E., Nieuwjaars-wensch. 524. Eerste (De) sullen die laetste... syn enz. — Zie David Joris. 618. Eerstelingen. — Zie Kinker. 393. Eertborre (Bern. van). — Zie Augustinus. 607. Eerten, B. J. Westerbeek van. — Zie Westerbeek. Eerzuil (Datheensche). 235. — bij de verheffing v. W. K. H. Friso. 453. Eeuw (Onze). II. 20. Eeuwfeest (Tweede) v. Leidens ontzet. Hs. 49. — (Het 3 e ). Eene herinnering. II. 508. Eeuwgetijde (Het 4*0 v. d. uitvinding d. Boekdruk kunst. 11. Eeuwzang op ’t opbreek. v. ’t beleg v. Groningen. 460. Effen, J. van (Leven en werken van). 76. — Holl. Spectator [en Bloemlezing], 631. — Le Misantrope. II. 1010. — Oeuvres diverses. 952. Zie: Ljeafdescijdnis. 827. — Swift. 847. Effigies et vitae Profess. Acad. Groningae. H. 648. B. G. — Zie Akademiën. H. 323. — Beg. Tooneel. Egaliteit (De). 482. Egeling. — Zie Bewaarscholen. II. 443. Egeling, L., Leerrede over Bom. XI: 5. 734. — Vraagboekje. H. 905, 906. — Verkort vraagboekje. II. 906. Zie: Bundel. II. 482. Egeling (Hulde aan W.). 76. Egenolf, J. A. — Zie Loescher. 863. Egeria. Samml. Italienischer Volkslieder. 916. Egesippns. — Zie Flavius Josephus. 599. E «reeling J H., De miscellaneis Germanise antiqui- tatibus. H. 689, 696. Eggenliet. — Zie Nibelungenlied. 793. Egger, E., Aperju s. 1. origines d. 1. littér. Grecque. 871. | Zie: Brachet. 936. Eggers, J. H., Annot. ad Grotii Introduct. H. 262. | Eggert, F., Erzahl. Dichtungen Hartmann’s v. Aue. 790. ij Eggert, F. L., Memor. J. F. H. de Hieronymi. 752. j E. G. H. — Zie Krijgs-roman. H. 50. Egils-Saga. 854. Egilssonius, S. — Zie Historia Olavi. 854. Eginhard (Gesch. v. König). — Zie Volksbücher. 809. 1 Eginhart, De vita Caroli Magni commentatio. II. 17. 1
Eginhart, Leben Karls d. Grossen. II. 17. E. G. L. — Zie E. G. Lagemans. Églantine, P. F. N. Fabre d’. — Zie Fabre. Egmond (Geslacht van). — Zie Boekenberg II. 69. Egmond, J. van, Grafdicht. 564. Zie: Keg. Tooneel. Egmond Jz., J. van, Nienw-jaars-gifte. 426. Egmond, C. Scholl van. — Zie Scholl. Egter, A. W., Verh. v. h. gebeurde binnen Goes. II. 576. Egypte. H. 868. Egyptisch. 987. Ehinger, E. — Zie Briicker. 750. E. H. J. — Zie van der Kemp. 630. Ehrenheim. — Zie StadzLagh. II. 779. Ehrentraut, Brief aan G. van Boddien. Hs. 71. Ehrentraut, H. G. — Zie Archiv. II. 607, 714. Ehrlich, C., Geognost. Wanderungen. II. 752. Ehrlich, J., Ontstaan v. Middelburg. II. 577. — Proeve geschiedenis brand wezen. n. 579. — Overdrukjes. Ehrmann, T. F. — Zie Barth. 917. Eibesius. — Zie E. J. B. Schonck. Eichendorf, von. — Zie Toonen. 308. Eichhoff, F. G., Tableau d. 1. littérature du nord. 23. — Vergleichung d. Sprachen v. Europa u. Indien. 40. Eichhorn, J. G., Alexandras Severas. II. 29. — Letterk. verdiensten v. J. D. Michaelis. 86. Eichhorn, K. F., Brieven. Ha. 71. — Deutsche Staats- und Rechtsgeschichte. II. 701. Eichman, J. H., Beleg d. stad Leiden. II. 465. — Eene bladzijde uit het verh. v. Leidens beleg. II. 466. — Magdalena Moons. II. 466. Eichrodt, L. — Zie Nadler. 773. Eichstadt, H. C. A., Brieven. Hs. 71. — De humamtate Graec. in rebus funebribus. II. 860. — De votis X, XX et XXX Imper. Roman. II. 850. — Orat. Goethae memor. 751. „ de Chr. Thomasio. 755. — Programmata Jenensia. II. 746. — Quaest. philologicarum novum spec. 868. Zie: Rnhnkenius. II. 849. Eichstorff, P. F. L. von. — Zie Blumenlese. 226. — Feith. 385. Eichwald, K. — Zie Sprichwörter. 817. Eigeman, J., Bloem en blad. 196. — Leerrede over Handel. IX: 1—11. 734. Eigenbaat (De). — Zie Bosch. 477. — (De). Parodie. — Zie Kinker. 477. Eigendomsbrief v. 3 morgen lands. Hs. 48. Eigendomsrecht (Letterkundig). 19. Eigenlof (Over den nationalen). II. 247. Eik, J. van, Internationaal polioieregt. H. 932. Eike von Repgow, Zeitbuch. 813. — Spiegel van sassen. II. 703. Eike-krans en loftrompet. V. Eikelenberg, S., Alkmaar. II. 535. Eikelenberg, S., Gedaante v. Westvriesland: II. 534. Zie: Boomkamp. II. 535. — van Leyden. II. 658. 'Eiküv Konincklyck Memoriae! H 835. Eilers Koch, J. R. — Zie Bloemlezing. 223. Eilerts de Haan, A. F. — Zie Haan (de). Eilhart von Hobergen, Tristan und Isolde. 789. Eilhart van Oberge. 791. Eilshemius, A. D., Een scherpe spore. H. 139. — Nassausche Eeren-krans. H 139. Einarius, H., Historia litter. Islandiae. 849. Einhard. — Zie Eginhart. Einweihungsfest d. Denksteins z. Ehren d. Erfindung d. Buchdruckerk. 12. Eireenophilus, Vrede-raad. n. 382. Eisch (Crim.) op en jegens J. Zuylen v. Nievelt. II. 520. Eiselein, J., Sprichwörter d. dtschen Volkes. 769. Eisenhart, E. L. A. — Zie J. F. Eisenhart. 769. Eisenhart, J. F., Grunds. d. Dtschen Rechte. 769. Eisinga (Hulde aan E.). 76. Zie: Eekhoff. II. 623. Eisma Tz., A., Kopieer-méthode. 8. Eitner, R. — Zie Obrecht. H. 328. — Psalmen. H. 989. — Schuyt. II. 328. — Sweelinck. II. 328. — Wan ning. II. 328. Ekama, C., Beleg v. Haarlem. H 560. — Catalogus van boeken over Haarlem. H. 559. — Chrono! overzigt d. gebeurten. v. Haarlem, n. 560. — Geschiedenis van Haarlem, n. 560. — Romeyn de Hooghe. 14. Zie: Catalogue. II. 662, 974. Ekels, Joh. van. — Zie Reg. Tooneel. Ekers, J. van. — Zie Michaelis. II. 863. Ekholtz, A. — Zie Lesebuch (Schwedisches). 862. Ekkard, F. — Zie Nyerup. 857. Ekker, A., De Hieronymusschool. H. 600. — Leven van H. Wijnbeek. Lb. 1867, 93. Ekker, A. H. A., Exeunte Octobri. 900. — Voorbereidend Hooger Onderwijs. II. 321. Eklipsis (Den) in den Amsterd. Schouwburg. XI. Elbergius, G. — Zie Westerburgius. H. 1030. Elberts, W. A., Beknopte gesch. d. Ned. Letterk. H. 965. — Beschrijving v. Deventer. H. 634. —■ Chrono! hand! v. d. Ned. Letterk. 59. H. 965. — Geschiedenis d. vaderlands. H. 81. — Leven van E. v. d. Maaten. Lb. 1867, 204. — Tabellar. hand! v. d. Ned. Letterk. 59. II. 965. — Tableau d. ! littérature Franpaise. 925. Zie: Huberts. 68. Eldering Ferf, A., De tributis mater, ustibilium. H. 934. Eldik, E. H. van, Brief a. M. Tydeman. Hs. 59. Electie v. d. Prince v. Oraigne. H. 156. Electione (De) Caroli V. H. 846. E-legende (De). 160. Elegiae in perruptos, ad Vahalim, Leccam et Lingam aggeres, inundatosque passim agros. 902. Elegie bij gelegenh. v. h.... voorbijgaan d. HH. J. v. Rooyen Azn. enz. 473.
Elémens d. 1. langue Hollandoiso. 144, 157. — de la langue Basse. — Zie Charpentier. 963. Elementair- u. Mittelschulenind.Niederlande.il. 307. Elements of Dutch Grammar. 147. E. L. E. O. D. H. O. — Zie Brief. II. 262. Eleutherophilos. — Zie P. H. A. J. Strick v. Linschoten. — (Janus). — Zie J. K. Valk. Eiger, W. den, Gedigten en Kotterd. Arcadia. 354. — Zinnebeelden d. liefde. 354. Zie: Keg. Tooneel. Elianthe, Die den armen geeft, leent den Heer. 680. Elias Mz., J. — Zie Proeve. 229. — Eeg. TooneeL Elias, M. — Zie Amya. 527. — Beg. Tooneel. Elie de Saint Gille. — Zie Aiol et Mirabel. 947. Eligius. — Zie du Marchie Sarvaas. II. 829. Elikink, B. (Leven van). Hs. 54. Elink Sterk. — Zie Sterk. Eliot, G. — Zie Axon. 840. Elise. — Zie E. van Calcar geb. Schiötling. Elius, Komance. — Zie Bilderdijk. 386. Elix, L., Comm, ad Cap. I Legis fund. II. 238. Elizabeth van Bumenië. — Zie Carmen Sylva. Elize. — Zie E. J. Hasebroek. 678. Elk wat wils. — Zie Kennis en Kunst. 132. Ellemeet, W. C. M. de Jonge van. — Zie de Jonge. Ellendt, F., De formis conditionalium dictorum Ling. Latinae. 881. Ellerus. — Zie Beg. Tooneel. Ellesmere (Earl of). — Zie Guide. H. 773. Ellinghausen, F., De praecipuis diminuti imperii Eo- mani causis. II. 854. Elliot Boswel, G. H. J. — Zie Boswel. Ellis, Al. J. — Zie Hymn. 865. Ellis, H. — Zie Brand. II. -840. Ellis, Th. F., Leaves from the Diary. II. 873. Ellissen, A. — Zie Schiller. 801. Elmeguidi, A. — Zie Juvenalis. 303. Elmenhorst. — Zie Minucius Felix. 888. Elnonensia. Monuments. 199, 911. Eloge de la maison d’Orange. II. 210. historiquo de Jean le Clerc. 74. Elout, C. P. J., Dictionn. Malai, Holl. et Franp. 49. Zie: Marsden. 997. Elout, C.-Th., Aanteek. van een Staatsman. II. 232 — Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 60. Zie: Bijdragen. H. 604. — Garve. 636. Elout, D. — Zie van Eybergen. 532. Elout, P. J. — Zie Aan de Herv. Gemeente. II. 383. C. Th. Elout. n. 232. Elsasser, C. T., Bemerkungen iib. akademische Gegen- stande. II. 920. Elsevier, J. J., De opdragt v. d. oppermagt. H. 232. Elsevier, W. I. C. Bammelman, Inventaris v. h. Ar chief v. Leyden. II. 461. — (Leven van). Hand. Mtsch. v. Letterk. 1885, 21. — Overdrukjes. _ Zie: Repertorium. II. 55. Verhalen. II. 463. Elsland, J. van, Dankbaare naagedachten. 261. — Dronke Jaap. 367. — Gezangen... d. negen Zanggodinnen. 280. Zie; Gryspaert. 533. — Reg. Tooneel. Elsland, S. van, Bruiloftdicht. 535. Eisner, J., Beschrijv. d. Grieksche Christenen. II. 858. Eist Jr., A. van der, Dichtregelen. 503. Eist, C. van der, Overdrukjes. Elster, K., Gevaarlijke menschen. H. 1015. Elstob, E., Grammar for the Engl.-Sax. Tongue. 829. Elten, A. ab, Davids Harpe. 233. Elter geb. Woesthoven, M. P., Gedichten. 395. — Het huwelijk van Z. K. H. Willem en Anna Paulowna. 495. — Nederland en Frankrijk. 493. — Grafdicht. 573. Zie: Gedenkrolle. 491. Elter, S., Grafdicht. 573. Elucidatie (Bechtel.) over de vraege enz. II. 726. Elven, C. Tétar van. — Zie Beg. Tooneel. Elven, H. L. Tétar van, De Godsdienst. 400. Zie: Reg. Tooneel. Elvert, Ch. d’, Gesch. d. K. K. Mahr. Schles. Ge- sellschaft. H. 758. Elvervelt, H. van, Beschrijving enz. H. 182. — Grafdicht. 564. — Eenige kamerspelen. XYI. Zie: Gezangen. 454. — Reg. en Snppl. Reg. Tooneel. Elvira, or the worst not always true. — Zie Engl. Plays. 843. Elworthy, F. T. — Zie Specimens. 841. Ely, Beport on the sanitary Cond. of N.-York. II. 880. Elysabeth (Leven van St e ) enz. Hs. 15. Elzevier, A., Bruiloftdicht. 538. Zie: Minucins Felix 606. — Reg. Tooneel. Elzevier, K. [Verschill. dichtwerken], 369. — Tandem bona causa triumphat. 452. Zie: Verzameling. 453. — Reg. Tooneel Elzevier, P. — Zie Apolloos snaaren. 278. — Beg. Tooneel. Elzeviers (Werken over de). 16. — (Editions des) en vente chez M. Nijhoff. 16. E. M. — Zie E. Meyster. Emancipation (De 1’) de 1’enseign. primaire. II. 310. Emants, M., [Verschill. dichtwerken]. 424. — Goudakker’s illusion. II. 1016. — Langs den Nijl. II. 867. Zie: Banier (De). 132. — Kunstbode. II. 323.— Qnatnor. II. 976. Emblemata Sacra. — Zie Hulsius. 334. Emblematum (Elegantissimorum). 306. Emdre, S. van, Brief met bio- en bibliographic. Hs. 60. — Histor. berigt v. alle de gezintheden. II. 353. Emele, Jos., Böm. und Dtsche Alterthümer. II. 741. Emigrantus. —- Zie Smeekschrift. 480. Emigratie (Mijne) in Duitschland. 72. Emmerik (Het juichende). 458. Emmerling, C. A. G., De lucis nonnullis in Taciti Germania commentatio. H. 689.
14 Emmius, U., De agro Frisiae etc. II. 608, 610. — Guilh. Ludovicus, Comes Nassovius. II. 135. — Mensonis Altingii vita. II. 643. — Reram Frisicarum historia. II. 608. — (Leven van). II. 643. Zie: Epistolae. 889. — Rengers v. ten Post. II. 646. Emmons, S. F. — Zie Report. II. 876. Emo en Menko, Kronijken. II. 652. Empereur, C. 1’. — Zie Bertramus. II. 24. Empiricus, Vervolg op Neerl. roem. II. 114. Empis. — Zie Reg. Tooneel. E musis aeternitas. — Zie Genootschap. Enchiridion oft Handtboecxken. II. 900. Encycliek van Z. H. Pius IX. II. 33. Encyclopédie, ou Dictionn. d. connaiss. hnmaines. 3. — méthodique grammaticale et littéraire. 23. Encyclopedieën. 3. II. 959. Encyklopadie (Allg. Deutsche Real-). 4. — (Neue) f. Wissensch. u. Kiinste. — Zie Scherr. 23. Ende, C. K. Am, Naehr. v. S. Franck’s Leben. 750. Ende, A. van den. •— Zie Pope. 312. Ende, C. van den. — Zie d’Arsi. 47. Endewylophilus. — Zie Hinlopen. II. 1008. Endlicher, S., De Ulpiani Instit. fragmento. II. 923. Endymion. — Zie Disraeli. 848. Eneidt (Die). — Zie Samlung. 779. Enfantin, Woord v. d. Vader. H 895. Engel, E. — Zie Heine. II. 1024. Engel, J. J. — Zie Reg. Tooneel. Engel, M., De linguis Angelorum. H. 890. Engel, P. C. J., De origine.. . poeseos dram. 873. Engeland. II. 831. Engelands Godsdienst en Vrijheid hersteld. II. 838. — Lang voorzeyde Quaal. H 337. Engelbert II (Notice sur). — Zie Serrure. II. 99. Engelberts, E. M., Aloude Staat d. Neder! H. 91. — Bespiegelingen. 634. — Brieven. Hs. 60. — Verdediging v. d. eer d. Hollandsche natie. II. 84. Zie: Wagenaar. II. 77. En^ellwrte, M., Koonings Hizkias ... begraavenisse. Engelberts, R. G., Or. de Christo in cruce pendente. 898. Engelberts Gerrits, G. — Zie Gerrits. Engelbrecht, C. A., Overdrukjes. Engelbrecht, S. — Zie Reg. Tooneel. Engelbrecht, W. A., Art. 2 v. h. Regl. op h. beleid d. Regeering v. Ned. Indië. H. 669. Engelbregt, C. A. — Zie Gids. 130 Engelbronner (d*). — Zie Werkman. 690. Engelbronner, C. C. E. d’, De dominio agrorum inun- datorum. n. 299. Engelbronner, E. C. d’, Gratnlatio. II. 498. — Iets aangaande de Toelichtingen. II. 240. — Zedige bedenkingen. II. 240. Zie: von Moltke. II. 242. Engelen (De Seve) der Dienst-maagden. 705. Engelen, A. W., Algemeene geschiedenis. H. 19. — Het jaar 1848. H. 52. — [Verschil! dichtwerken], 408. — Op Bilderdijk. Hs. 81. — Overdrukjes. Zie: Horatius. II. 991. — Kusjens. 305. Engelen, C. van. — Zie: Camper. H. 950. — Denker (De). 633. — Michaëlis. 29. — Philanthrope (De). 633. — Philosooph (De). 633. — Stukken. Hs. 84. Engelen, F. N. van. — Zie Stukken. H. 406. Engelen, G. E., De proposionibus GuilielmiIV. H. 183. Engelen, R. van. — Zie Virgilius. 298. — Beg.Tooneel Engelen, W., Paroemias quasd. Juris Belg. illustr. 170. Engelenburg, F. V., Leiden tot 1574. II. 462. Engelenburg, F. T. Vredenrijk, Grondw.-herziening. — Herziening Wet Lager Onderwijs. H. 313. Engelhard, N., Orat. de meritis principum Arausion. et Nassav. circa res militares. H. 186. — Overz. v. d. staat d. Ned. O. I. bezittingen. II. 663. Engelman, J., Verhandeling. H. 529. Engelman, M. G. — Zie Reg. Tooneel. Engelmann, W., Bibliothek d. neueren Sprachen. 26. Engels, F. C. (Lijkrede op). 728. Engels, P. H., De causisconvers.remmAngl.il.'835. Engels, R., Ontboezeming. H. 359. Engelsch. 828. II. 1025. Engelsma, J., Volglijst v. Predikanten. H 620. Engelsman (De) op syn uiterste. II. 840. Engelstoft, L., De pretio Liter. Romanarum. 877. Zie: Oatzen. 821. Engestrom, G. van, Zak-laboratorium. H. 948. Englishmen for my Money. — Zie Engl. Plays. 843. Enklaar, E. C., Beoefening v. d. landbouw. H. 950. Ennery (d’). — Zie Reg. Tooneel. Enqueste... upt stuck v. d Schiltaelen. H. 439. Ens, J., Kort hist, berigt v. d. publieke schriften. II. 345. Enschedé, A. J„ Geschied, d. Walsche Kerk. H. 562. — Grafelijkheidstol te Sparendam. H. 566. — Index op de Keur- en Gebod-Registers. II. 561. — Inventaris v. h. Archief v. Haarlem. H. 559. — Verslag gesch. St. Elizabeths gasthuis. H. 562. — n ,, v. eenige godshuizen. H. 562. — „ Stads-Bibliotheek te Haarlem. H. 562. — Overdrukjes. Zie: Alberdingk Thijm. II. 562. — et J. P. Six, Catal. d. Cabinet de monnaies. II. 975. Enschedé, Joh., Aant. v. h. gebeurde in Haarlem. H. 561. — (Leven van). Lb. 1867, 57. Zie: van Eybergen. 532. Enschedé Jr., Joh., De crimine desertionis. II. 302. Enschedé, W. A., Afscheidsrede. H. 968. Enschut, C. A. van, Aanspraak. II. 603. — De imputatione. H. 929. — De utilitate discipl. juris naturae, n. 930. Ensell, G. — Zie Evans. 836. Enspyck, C. F. Kleynhoff ab. — Zie Kleynhoff. Enst Koning, van. —Zie Koning. Enten, G., Bruiloftdicht. 544.
Entretiens (Les) de tout les Roys de 1’Europe. II. 203. Enzinas, E. de, Mémoires. H. 101. Eobanus Hessus. — Zie Epistolae. 889. Eölus. — Zie J. H. en E. Halbertsma. 826. Épagny (d’). — Zie Yiollet. Epen, C. van, Grafdichten. 567, 570, 571. — Klaagzang bij den Watervloed. 489. Epbremus Syrius. — Zie Kohlius. 961. Epicrisis of oordeel d. onzijdigheid. 457. Epictetns, Handt-boexken. 599. Epigrammata novi. 893. Epigrammatographia. II. 16. Epinus, F. H. T., Introd. a la géographie. EI. 39. Episcopins, S. (Leven van). 76. Zie: Brief. II. 135. — Brieven. II. 357. — Epi stolae. 889. Episode de 1’histoire d’Ypres. II. 805. Epistelen Sinte Pauwels enz. Hs. 13. Epistellessen ende Evangelielessen. Hs. 86. Epistola (Ecclesiae Smyrnensis) de martyrio S. Poly- carpi. II. 31. — amici ad amicum qua de Scriptorum recent. Decade judicium fertur. 891. Epistolae obscurorum virorum. 890, 892. — (Praestantium ac Eruditorum Virorum). 889. — selectae (Insignium virorum). 889. — Ulr. Hutteni et aliorum. 889. — Yirorum Doctorum ineditae. 889. Epistolarum clarorum virorum Pentas. 889. — selectiss. Leibnitii etc. decas. 889. Epistolen en Euangelien. 596. . Epitapbium .. over den Doot v. d. Nederl. Oorloghe. — Zie van Nierop. 431. Epitaphius in S. Alexandrum Farnesium. II. 122. Epkema, E., Ad J. C. Schorer. Hs. 27. — Grafdicht. 576. — Historische almanak. EI. 4. — Poëmata. 899. — Diss. de Transpositione. 868. — Woordenb. op de gedichten van G. Japicx. 824. — Overdrukjes. Zie: Japix. 824. — tambrechtsen. 909. — Wer ken. II. 608. Epkema, P., De Aristide. II. 859. Zie: Virgilius. 299. E. P. N. R. S. J. — Zie Gerardus. 650. Epoques de 1’histoire universelle. — Zie Lafuite. n. 3. Epreuves d’une imprimerie Javanaise. — Zie Proe ven. 1001. Eraclius. — Zie Meister Otto. 794. Erasmius, J., Opera posthuma. 895. Erasmus, D., [Versch. werken in Nederl. vertaling]. 614. — Annotatiën op het N. Testament. II. 889. — Apophthegmatum. . . 11. VIII. 55. — Borgerlijke Wellevendheid. 305. EI. 993. — Encomio della pazzia. 893. Erasmus, D., Lof d. Zotheit in digt. 304—305. II. 993. — In proza. 614. — Het Onze Vader en eenige gebeden. 647. — Redevoering over het Kind Jezus. 647. — Stultitiae lans. 893. — (Leven enz. van). 76. — (400e Gedenkdag d. geboorte van). II. 968. Zie: Adagia. 56. — Batavia illnstr. II. 1041. — Cor- derius. II. 1029. —Electione. II. 846. — Epistolae. 889. — Fortins Ringelbergius. II. 918. — Krijghs- man. II. 135. — Pentas epistolarum. 889. — Volksbiicher. 807. Erasmus Tiresias. — Zie Dirckinck Holmfeld. Erato. Liederen-album. 293. — Miniatuur-Almanak. 189. Zie: Bellamy. 389. Eratosthenes. — Zie Herodotus. 875. Erben, K. J. [Boheemsche volksliederen], 970. Erberg, M. d’. — Zie Biblia. 913. Erckmann-Chatrian. — Zie Célébrités. 927. — Suppl. Reg. Tooneel. Erdely, J. [Magyaarsche spreekwoorden], 990. Zie: Népdalok és Mondak. 992. Erdmann, O. — Zie Otfrid v. Weissenburg. 783. Eremundus, E. — Zie Gijsius. II. 104. Erenophilus, Cbr., Tegengalm op d. geestelijken wapen kreet. II. 241. Erflied (Het) onzer Vaderen. 506. Erhard, H. Aug. — Zie Regesta. II. 725. Erica. Jaarboekje. H. 656. Zie: Broederliefde. 232. Ericus, J., Disquisitiones. EI. 788. — Observationes ad antiquit. Septentrion. II. 773. — Tentamen philol.-antiq. 851. I Ericus, J. P., De origine vocum etc. 6. Erich, S., Uitgang d. Hamelsche kinderen. 697. Erinnerungen eines reisenden Danen. n. 1059. — a. d. Zeit d. Heimsuchung. — Zie Dirckinck. 803. Erinnerungsblatt an Braunschweigs Jubelfeier. II. 747. Erkentenis (Over de) enz. — Zie Thorbecke. II. 246. Erlach, F. K. von. — Zie Volkslieder. 787. Erklarung d. vornehmsten Teutschen Sprichwörter.769. Erman, Sermon. H. 195. Ermel, B. H. van. — Zie Wijnstok. 562. Ermenrichs Tod. — Zie Heldenbuch. 780. Ermenrïkes Dót (Konine).- Niederd. Lied. 815. Ermerins, J., Aant. Gilde v. Rhetorica te Vere. Hs. 25. — Woorden betrekkelijk de Artillerie. Hs. 5. — Eenige Zeeuwsche oudheden. II. 570, 573—575, 579—580. Ermerins, J. W. (Leven van). Lb. 1870, 341. Ermisch, Hub. —- Zie Archiv. H. 737. Ernest. — Zie Brulay. — J. E. de Clonard. Ernestus, J. A., De Doctoribus. II. 920. Ernst. — Zie S. Vissering. Ernst (Herzog). — Zie Volksbiicher. 809. Ernst en boert voor de 19 e eeuw. 186. Ernst en Falk, Een gesprek. II. 337. Ernst en luim, Bloemen enz. 225.
Ernst en Vrede. Maandschrift. 645. Ernst, Pr., Pladdütsche gedichte. 819. ; Ernst, H. — Zie Nepos. 886. Ernst Jr., H., Godsdienst en Christendom. II. 892. i Ernst, K. — Zie Keg. Tooneel. Ernst, S. P., Brieven. Hs. 60. I — Histoire dn Limhourg. II. 657. t — Observations s. 1. déclaration exigée.^II. 1051. f Ernstige (De). 128. Ernte-Ergebnisse auf d. ehem. Königsboden. II. 759. Ersch, J. S., Literatur d. schonen Künste. II. 952. j Ertborn, J. van, De St. Lucas Gilde. 210. j Ertborn, J. C. E. Baron van. — Zie Ackersdijck. 64. j Erythraeus, Va]., De honoribus academicis. II. 920. I Erzahlungen und Schwanke. 781. | E. S. — Zie Keg. Tooneel. Es, A. H. G. P. van den, Overdrukjes. [ Es, P. P. van. — Zie Keg. Tooneel. [ Eschenburg, J. J., Handboek d. Dichtkunde. 179. Zie: Denkmaler. 777. I Eschylus. — Zie JEschylns. I Escouloubre, d’. — Zie Monuments. 911. I Escury v. Heinenoord, O. d’, Brieven. Hs. 60. I — Carmen in nuptiale sacrum etc. 904. B — Carminum fasciculus. 899. I — Holland’s roem in kunsten en wetenschappen. 59. Zie: Toespraak. II. 234. I Escutaeus, De ontschakinge v. d. schoone Clarinde. 662. I Esdré, J. — Zie van Bleiswijk. H. 297. — van Engestrom. II. 948. — Pape. II. 968. I Esgers, J., Bruiloftdicht. 546. ■ — Lijkrede op C. van den Bogaerde. 727. I Esgers, J. N., Dicbtlievende uitspanningen. 384. Zie: Keg. Tooneel. I Esler geb. Rau, M. H. — Zie 1’Ange (J. Teissèdre). 88. E Esopet. 209. Hs. 11. „ (in ’tPransch). 945. Esopus. — Zie Aesopus. I Espagnac (d’), Relat. d. 1. campagne enBrabant.H.791. I Espe, K. A., Ueber die Peste Grona. n. 756. I — Ueber C. L. Stieglitz. II. 1022. I Espine (de 1’), De koophandel v. Amsterdam. II. 551. I Esquiros, A., Nederland. H. 86. Esquisse historique s. 1. langues. 28. H— d’une langue universelle. 34. B— bist. sur 1’anc. église. — Zie van Vlooten. n. 344. ■ Esra. — Zie Daniel. 984. I Ess, Nic. van. — Zie Peerle. 620. ■ Essai d’une Bibbographie d. I. litter. Prisonne. 820. ■ — d’un gloss, occitanien. — Zie de Kochegude. 924. I — sur 1’etude des belles lettres. 1. H » l’origine et 1’antiquité des langues. 27. ■ — syntbétique sur l’origine des langues. 27. ■— upon the Harmony of Language.—Zie Mitford. 831. ■ Essais divers... sur la Colonie de Victoria. II. 883. ■ Essay on the Irish Language. — Zie Vallencey. 866. Esseiva, P., [Verschill. Latijnsche gedichten], 900. Essellen, M. P., Das Römische Kastell Aliso. H. 691. Essen, E. P. G. van, Lijkrede op R. A. ten Brink. 727. Essen, J. L. van. — Zie van Hoogstraten. 524, 525. Essen, Margr. van (Leven van). Hs. 54. Essenberg Gz., H., Gevallen van mijn eeuwigen steek.672. Essenius, 8., Spec, inaug. de privilegiis etc. H. 427. Essenwein, A., Katalog d. Glasgemalde. H. 736. — und Prommann, Aufgabe d. Germanischen Museums. H. 736. Esser Jr., J., [Verschill. dichtwerken]. 424. — Celestine’s geschenk. 688. — Licht en schaduw. II. 999. — Twee sproken van minne. 688. Zie: Noord en Zuid. 132. Esser geb. van Haeften, M., Aan mijn stervenden grootvader. 390. Essex (Aanspraak v. d. Graaf van). II. 836. Estarac, A. P., Grammaire générale. 30. Estendoux, d’. — Zie Cailhava. Estevenon, E. 1’, Plusieurs réflexions. Hs. 83. Zie: Verzameling. 435. ICstlmiscIi. 991. Estienne, H. — Zie H. Stephanus. Estimauville de B., d’. — Zie Keg. Tooneel. Estius Hessels, W., Historie d. Martelaers v. Gorcom. II. 453. Estor, J. G., Comment, de Ministerialibus. II. 17. Estorff, G. O. C. von, Heidnische Alterthümer. II. 714. Estorff, K. von, Overdrukjes. Estpine, J. de 1’. — Zie Taffin. 648. Estrades (d’), Karakter van J. de Witt. n. 191. — Lettres, mémoires, etc. H. 139. Estrée, J. G. P. d’. — Zie Referent (De). 130. Estiennes (Les). — Zie Stephanus. Esveldt Holtrop, J. S. van. — Zie Holtrop. E. T. — Zie Keg. Tooneel. Etat actuel d. Pays-Bas. — Zie de Keverberg. H. 85. Ethica. Zede-konst. — Zie Coornhert. 624. Étienne, Ch. G. — Zie Keg. Tooneel. Etiquette du Palais Royal. H. 227. Etrennes mignonnes. — Zie Almanach. H. 713. Ettmüller, L., Herbstabende und Winterniichte. 748. — Vorda vealhstöd Engla and Seaxna. 830. Zie: Heinrich von Veldeke. 791. — Künec Ort- nides Mervart. 795. — Lesebuch (Altnord.). 862. — Lieder der Edda. 793. — Mittheilungen. II. 762. — Sangerkrieg. 796. — Scêpas and bficeras. 830. — Scopes Vidsidh. 832. — Theophilus. 814. — Vanln-Spa. 853. Etude sur le mot Pasquèie. — Zie Capitaine. 940. Etudes nationales. Traductions du Hollandais. 226. Etymologien. Probe e. ausfiihrl. Werkes. 40. Etzels Hofhaltung. — Zie Helden Buch. 780. Euangeliën. — Zie Evangeliën. Euchologhim [Russisch], 964. Euclides, Ses eerste boeken der Beginselen, 598. Zie: Cortenaer. Hs. 76.
Eudoxe (De volstandighe). 662. Eufrasia. Ooghen-troost. — Zie Huygens. 331. Euganea, E. — Zie Petrarca. 915. Eulenspiegel, Hoogd. volksboek. 810, 811. Euler, L. H. — Zie Battonn. II. 724. — Löwenbielm. II. 224. — Neujahrsblatt. H. 723. —Niedermayer. n. 724. Eulhardt, A. R., De Separatismo. II. 37. Euphonia. Weekblad. 133. Eupbues (Historie van). — Zie Lyly. 666. Eurén, G. E., Einsk Spraklare. 991. Euripides. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Europa (Geschiedenis enz. van). II. 49,1039. — Latina. II. 54. — Verzameling van lettervruchten. H. 975. — bevredigd. Lierzang. 486. Eusebius (Epistel des H.). Hs. 15. — epistole to Damasio. Hs. 23. — Belga. — Zie H. W. Tydeman. — Pamphilus, Histor. Eccles.. Kerkel. geschied. 600. — Romanus. — Zie Ph. Priorius. Eustace, J. S., Letters. II. 213. Eustathius. — Zie Venus. 600. Euterpe, Tijdschrift v. fraaije kunsten. 127. Euthymia. Bijdragen t.. zede- en letterkunde. 130. Euzebius Philadelphus. — Zie Morgenwecker. H. 820. Evangéliaire Slave. 963. Evangelie van 'Johannes. Hs. 13. — (Het) van Lukas in het Eriesch. 823. „ Marcus in het Chineesch. 996. — „ „ Mattheus in het Alfoersch. 1003. Grieksch. 596. |> » » » w u n „ „ Hoogduitsch. 781. n n n „ „ Land-Friesch. 823. u n w „ „ Papiëmentisch. 1005. „ Zutphensch dialect. Hs. 6. — ende Epistelen. H. 1008. Evangeliën (Ned.Vertal. d. Vier). 591, H. 1008. Hs.13. — (De apokryfe). 596. — in het Gothisch. 741, 742. Zie ook: Opuscula. 739. — (De) in het Groenlandseh. 1003. — » „ „ Russisch. 966. — „ „ „ Singaleesch. 976. — „ en Epistolen. 596. — „ van den Spinrooken. 703. Evangiles (Les) des quenouilles. 957- Evans, A. B. — Zie Words. 841. Evans, D. — Zie Golwg. 865. — Pregeth. 865. Evans, E., Spelling of the Engl. Language. 836. Zie: Specimens. 865. Evans, S.' — Zie Words. 841. Evans, W., English a. Welsh Vocabulary. 865. — Geiriadur Seasneg a Chymraeg. 864. Evanson, E., Briev a. d. Lord-Bisschop v. Lichtfield. H. 380. E. V. B. — Zie Dankoffer. 464. Even, E. van, Het Landjuweel v. Antwerpen. 210. — Overdrukjes. Zie: Mengelingen. H. 812. Evenhuis, L., De plicht d. Evangeliegezanten. H. 350. Everaert, C., Tspel v. d. hooghen wynt. Hs. 25. Zie: Keg. Tooneel. Everart, M. — Zie Plutarchus. 599. E verdingen, A. van. — Zie Reineke Fuchs. 815. Everdingen, C. van. — Zie Reg. Tooneel. Everelt, E. — Zie Moore. H. 872. Evers, J. W. Staats, Arnhem in 1572. II. 423. — Arnhem in Nov. 1813. n. 423. — Beschrijving v. Arnhem. H. 424. — Bijdr. tot de geschied, d. regtspleging in Gelderland. H. 424. Het St. Caecilia-Concert te Arnhem. H. 425. — Catalogus v. h. Arnh. Museum v. oudheden. H. 424. — Mr. Dullert en zijne stichting. H. 425. I — De Geldersche Achterhoek. H. 422. Hoe werd de veepest bestreden. H. 290. — Honderd dagen in Italië. H. 48. Joh. Fontanus, Arnhems eerste predikant. 76. — Kroniek v. Arnhem. H. 423. — Overdrukjes. Zie: Werner. H. 416. Evers, W. Staats, Iets over Arnhem. H. 423. Eversdijok, D. — Zie M. Eversdijck. 532. Eversdijk, J., Bruiloftdicht. 547. Eversdijk, W., Lijkrede op P. Dinant. 728. — (Lijkrede op). 728. — Weeklachte. II. 838. Everts, W., Geschied, d. Nederl. letteren. 61. Evertsen, J. en C. — Zie de Jonge. H. 151. Evertsen, K. — Zie Busken. 460. Evertsen de Jonge, G. C. C. — Zie de Jonge. Evertsz, ü. A., De Homeri auctor, apud jurecon- sultos Romanos. 873. — De morte civili. H. 928. — Verslag omtrent drie HSS. H. 606. Een Woord over H. Amersfoordt. 69. — (Leven van). Lb. 1860, 410. — Overdrukjes. Zie: van Goslings. II. 175. — van der Heyden. II. 618. — le Roy. II. 392. Everwijn, S. — Zie Duurcant. 908. Everwijn, W., Leerzame gedichten. 346. Neerl. Vreugde galm [en] Amsterd. Lofgalm. 440. Zie: Gedichten. Hs. 27. Everyman; a moral Play. — Zie Engl. Plays. 843. J3. v. O. — Zie Uebersicht. 962. E. W. — Zie Blair. 636. Ewald, J. L., De Assyriscbe en Babylonische ontdek kingen. 981. Ewangeelje (It) fen Lukas, yn ’e fryske tael verset. 823. Ewerbeck, C. G. -— Zie Harris. 29. E. W. G. B. — Zie Matrooze liedjes. 481. Ewigius, M. P. — Zie Lebensgeschichte. 800.
Ewijck, D. J. van (Leven van). Lb. 1859, 184. Ewijck, J. H. F. van, De primordiis Conoilii status a Carolo V ordinati. U. 101. Ewijk, H., Geschiedk. Verslag d. dijkbreuken. II. 228. Ewijk, T. C. van. — Zie Reg. Tooneel. Ewssem, C. van. — Zie de Crane. Hs. 84. E. X. — Zie de Bonilla. 648. Examen accur. Disputationis G. Voetii. H. 600. — responsionis quam C. Vorstius edidit. n. 367. — de l’ouvrage de E. Salvolini. 987. Examination of Ueligions. 975. Examinator door dewelke de grensscheidingen d. we- tenscli. onderzocht worden. 630. Excerpten (Taalkundige). Hs. 3. Executie ofte doot van Marie Stuwaert. Hs. 37. Exel, P. A., De koning in d. Bommelerwaard. II. 422. Exempel van eenre nonnen. Hs. 23. Exempelen (Honderd schoone) tot bewijs der deug den. 635. — (Sommige) ghenomen wt den boeke d. orden van cistercien. Hs. 80. Ex gaudio virtus. — Zie Tooneel. XV. Exhibition (Melbourne International). II. 884. Ex-Ministri (Gli) della rivoluzione Siciliana. II. 856. Exodus (Die Altdeutsche). n. 1023. Exodus (Het Boek) in het Singaleesch. 975. Exordio (Ante) a Resposta do Sermam. n. 847. Exposé d. finances. — Zie Osiander. H. 283. — histor. de 1’état de l’Eglise Réformée. n. 343. — d. L situation d. Luxembourg. II. 765. Exposicie (Een schone)... op Credo in Deum. 613. — (Een schoon) wten Lcvij Psalm. n. 900. Expostulatie (Een recht-tijdieh). n. 144. Ex-Régent Zelandois démasqué. H. 200. Extract (Auth.) verand. regeer, te Amersfoort. II. 604, — ... over de differenten d. stad Dordrecht. II. 451. — Resol. Staten v. Holl. en W. Vriesl. EL 529. — wten accoorde gemaeckt tot Spiere. Hs. 43. — uyt de Engelse Tydingen. H. 171. uit het Rapp. v. d. besluiten d. Vergadering. H. 474. — uyt de Utr. Crt. van 10 Dec. 1783. EL 474. ,, een Brief in welcke behoudens h. onverbeurl. Kroonregt... beweert wort. IL 170. — uit een Brief van zeker Heer. H. 181. — uyt het Octroy v. d. Beemster. H. 532. — „ „ Raedt-Signaet der stad N. II. 430. — Resol. v. Leeuwarden 2 Spt. 1763. II. 625. — .» v. d. Vroetech, v. Amsterd. (28 Feb. 1684). II. 1045. uit de Resol. v. d. Raaden v. Staate d. Vereen. Nederl. II. 417. — Resol. Staten v. Friesland (12 April 1779). H. 197. — „ v. d. Staten v. Friesland (16 Mei 16841 H. 1045. ’ Resol. v. d. Staten v. Holl. (betr. de Universiteit te Leiden). II. 499—501. — Resol. v. d. Staten v. Utrecht. II. 586. Extract v. e. Brief uyt het Leger v. 15 Nov. 1688. H. 170. — van drie Missiven van J. v. Zuylen. II. 520. Extracten uit de Notulen en Resol. d. Staten betreff. do Werving v. 1684. II. 167—168. — uit de Resolut. d. Staten, 1727—87. II. 179—198, 201, 202, 204. — uit de Res. v. d. Staten Gener. 1781—86. Hs. 44. — »> » » „ „ „ v. Holland. Hs. 45. — v. d. Resolut. v. d. Raad v. State. n. 176. — uit de Resol. d. Gemeensluyden. II. 429. — v. Resolution ... rakende de assumptie in de Unie. H. 586. — uit de Resol. v. d. Vroedschap te Rotterdam. Hs. 49. — uyt het Raedt-Signaet d. stad Nijmegen. II. 430. — „ versch. Boecken v. d. vermaerdste Theolo ganten. II. 392. — (Vermeerderde autentycque). H. 153. — (Drie Authentyke). II. 592. — (Curieuse) uit de Hand. d. St. Generaal. Hs. 45. — uyt zeeker Werk in het Eng. geschreeven. II. 844. Extrait d’une lettre de M«” a son ami. H. 181. — d’une traduction en langue Berbère. 987. Ex ungue leonem. — Zie Tuinman. 361. Eyben, E. — Zie Colerus. II. 838. Eyben, H. F. — Zie Reg. Tooneel. Eybergen, L. van, De dogter Zions in rouw. H. 174. Eybergen geb. Heereveen, J. J. van. — ZieP. J. van Eybergen. 532. Eyck, J. v. d., Beschr. v. Zuyt-Holland. II. 441. Eyck van Zuihchem, F. N. M., Les églises Romanes d. Pays-Bas. II, 324. — Le style ogival des eglises d. Pays-Bas. II. 324. — Notices sur quelques églises Romanes, n. 324. — Onze verdedigingslinien. II. 301. — „ verdedigingsmiddelen. H. 301. — Overzigt over de oude versterkingen. H. 400. — Overdrukjes. Eyck van Zuilichem, F. W. N., Overdrukjes. Eyck van Zuylichem, M. J., Korte opgave. H. 598. Eyk, J. van, Brief. Hs. 60. — Antwoord aan J. de Kruyff. 76. — Liederen voor dorp- en stedelingen. 290. — „ „ godsvereerders. 267. — „ „ d. landman. 290. — Proeve v. gezangen. 265. — [Versch. dichtwerken], 395. Eyk, J. A. van. Het Middelb. onderwijs. II. 555. Eyk, P. van, Brief. Hs. 59. — Diatr. de notis scribendi compendiariis. 9. Eyk, W. B. J. van, [Versch. dichtwerken], 420. — Het feestvierend Deventer. II. 635. — De Hebreeuwsche leerstoel, n. 636. — Hoofdonderwijzersnood? H. 314. — Diss. de Jesu Christi eloquentia. 718. — Het Lager onderwijs in Ned. lndië. H. 671. — De Proto-typographie te Deventer. 15.
F.
Facsimilé van eenen Maleischen brief. 1000. Facsimilés van Handschr. v. beroemde mannen. II. 7. F. A. de V. — Zie Voltaire. Faehlmann, F., Estnischen Verba. 992. Farber, W. — Zie Reg. en Suppl. Reg. ïooneel. Faereyfnga Saga. 856. Fasi, J. K., Gesch. d. Friedensschlusses. II. 177. Faëton (De onbezonnen). 442. Fagan, Ch. B. — Zie Reg. Tooneel. Fagel, C., Missive van een Regent. II. 166. Fagel, G. (Grafschrift op). 440. — Propositie. II. 152. Fahne, A., Der Cameval. II. 700. — Die Dynasten... v. Bocholtz. n. 727. — Das Stift Elten. II. 733. — Die Herren von Hövel. II. 734. — Die Westphalen in Lübeck. II. 750. Zie: Annnaire. 11. 63. Faille, de la. — Zie La Faille. Fairfax, W., Handbook to Australasia. II. 883. Fakkel (De). 128. Falbaire (de). — Zie Fenouillot. Falbe, C. de, Opgave v. HSS. in de K. Bibl. te Kopenhagen. Hs. 76. Falck, A. R. (Werken over). 76. H. 252. — Brieven. H. 219. — Invloed d. beschaving v. d. Nederl. natie. II. 85. Zie: Arke Noachs. II. 224. — Gedachten-beelden. 231. — Sem, Cham en Japhet. II. 224. Falck, G. C., De servo. II. 931. Falck, J. — Zie de Geer van Jutfaas. II. 551. Falck, N. — Zie Brockhaus. II. 1021. Falck, P. Th., Friederike Brion. II. 1022. Falckenstein, von, De Veteraan, n. 245. Falk, F. A. — Zie Wagner. II. 722. Falke, J. F: — Zie Codex. II. 726. Falkenhainer, C. B. N., Quid tribuendi sit versib. ling. vernao. simil. cadentibus. 31. Falkenstein, C. C. — Zie Catalogue. H. 8. Fallée, B. A. — Zie Reg. Tooneel. Fallet, G. — Zie Twe-spraack. 149. Falvj. — Zie Pickering. 1004. Fama (Nederlandsche geleerde). 125. Famars, J. de. — Zie Tilborg. II. 726. Familie-Archief (Nederlandsch). II. 63. Familieblad (Alg. Nederlandsch). II. 64. Fangman, H. (Leven van). Lb. 1880, 43. — Leven van B. te Gempt. Lb. 1864, 339. — Overdrukjes. Fant, E. M., Minne öfver J. Schefferus. 859. Fantasia. Nieuwe Bundel. II. 984. F. A. R. — Zie Reg. Tooneel. Fargue, La. — Zie La Fargue. Farkas, J., Ungarische Grammatik. 989. Faro, J., Nagelaten gedichten. H. 998. Farocett, J. — Zie Reg. Tooneel. I Farrar, F. W., Origin of Language. 28. Farre (De la). — Zie La Farre. Farret, J. P. _ Zie de Bosch. 486. Farsetius, J., Carminum libr. duae. 898. Fasciculus dissert, histor.-critico-philol. II. 13. — lamentationum bilinguis, of Bondel v ... Liick- dichten. 902. ” ‘ J — Myrre. 613. — temporum. — Zie Rolevinck. n. 11. Fastenrath, J. [Verschil! dichtwerken]. 804. Fasti Limpurgenses. H. 722. Fastré, J. — Zie Volksliederen. 272. Faucheur, M. Ie. — Zie Le Faucheur. Faujas St. Fond, B., I)e St. Pietersberg. II. 659. Faur, Vie du Maréchal de Richelieu. H. 821. Faure, JfiL, A., De Emphyteusi. H. 683. Faure, J., Hist, de Bergen op Zoom. n. 405. Faure, R. van Boneval, Leven v. F. A. Baron v Hall Lb. 1868, 137. — Or. de iis quae Acad. Lugd. Bat. occiderunt. n. 502. — Overdrukjes. Fauriel, C., Histoire d. 1. poésie provenpale. 923. Zie: Chants populaires. 876. — Volkslieder. 877. Faust (Dr. Joh.), Puppenspiel. 805. — [Hoogd. volksboek]. 809. Faustissimas nuptias princip. Caroli Alexandri. 876. Faustus (Life a. Adventures of Dr.). 845. — (Warachtige Historie van Dr. Joh.). 693. Favart, Ch. S. — Zie Reg. Tooneel. Favart, M. J. B. de Ronceray, dame de. —Zie Reg Tooneel. Favoritus Noricus. — Zie P. Burmannus. Favras (de), Mémoire. BE. 205. Fa vrat, L. — Zie Mémoires. II. 764. Favre, L. — Zie La Cume de Sainte-Palaye. 936. Fayette (de la). — Zie La Fayette. F- B. — Zie Heidanus. 525. F. D. B. — Zie Fr. de Bruyn. — Spraakkonst. n. 964. F. de H. — Zie Dictionarium. 49. Fearnley, C. — Zie Mohn. H 943. Febre, W. L., Grafdicht. 570. Febure, P. le. — Zie Reg. Tooneel. Feenstra Jr., P., en J. Sepp, Gedachten. II. 910. Feest (Het) van Cortgeen. H. 575. — van de Orde der Unie. II. 228. — (25-j.) van Oefening kweekt kennis. 121. Feestbundel Utrechtsche Studenten-Alman. H. 602. Feestgezangen b. d. inwijding v. h. Kerkgebouw d. Remonstr. gemeente. 267. Feestgids b. h. 25-j. jubilé van Z. M. Willem III. II. 546. — bezoek v. HH. MM. aan Amsterdam. II. 546. Feestnommer d. Prov. N. Brabantsche Qrt. II. 411. Feestverslag d. eerste-steenl. op 17 Nov. 1863. H. 233. Feestviering bij de ontsl. v. h. standb. v. J. Cats. 73. — d. Mii. Verscheidenh. en Overeenstemming. 111. — 25 (en 75)-j. bestaan d. Mtsch. Tot Nut v. ’t Alg. te Rotterdam. 118.
Feestwijzer viering 20-j. best. d. Akad. te Delft. II. 450. — viering aanvang d. spoorwegwerken op Walcheren. II. 574. — v. h. 3« eenwf. v. Leidens ontzet. II. 467, 1054. — 300-j. bestaan d. Leidsche Hoogeschool. 11.1054. Feestzangen bij de inwijding v. h. Akademiegebouw te Groningen. 512. — op het 3e Jubilé van Leydens Hoogeschool. 463. — t. gelegenh. v. d. Verg. d. Provis. Represent. 483. — (Democritische). 483. Feigenspan, J. C., Anleitung zu ... Erlernung. d. Dtschen Rechtschreibung. 762. Feikens, F., Klein versboekjen. Hs. 27. Feitama, E., Bruiloftdicht. 536, 542. — Grafdicht. 570, 572. Zie: van Beek. 528. — I. Feitama. 533. — Ge dichten. Hs. 27. — van Haaien. 634. Feitama, I., Bruiloftdicht. 536, 542. — Grafdicht. 572. Zie: van Beek. 528. — Gedichten. Hs. 27. — van Haaien. 534. — v. d. Scheer. 558. — Reg. Tooneel. Feitama, S., Bruiloftdicht. 547. — [Verschil! dichtwerken]. 351. — Tooneelpoezy. XVI. — (Leven van). 67. Zie: Fe'nélon. 314. — Ruisch. 558. — Voltaire. 314. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Feith (Geslachtlijst d. Familie). II. 69. Feith, E., Antiquitatum Homericarum libr. quat. 873. Feith, H. O., Aan de Herv. Gemeenten. IE. 383. — De Akademie v. Groningen. II. 649. Gedachten o. d. toelating v. jongelieden. II. 320. — Handb. over het beklemregt. II. 643. — De Karspellasten v. Grljpskerk. H. 651. — Leven van R. K. Driessen. Lb. 1833, bijv. — Memorie van Regt. II. 643. — Redev. 25-j. best. v. h. Dep. Groningen d. Mt. Tot Nut v. ’t Algemeen. 117. Redev. 50-j. best. v. h. Instit. v. Doofstommen. 36. — (Leven van). Lb. 1849, 114. — Overdrukjes. Zie: Beklemregt. II. 643. — Haakma Tresling. II. 643. — Memorie. II. 643. — Redevoerin gen. 117. — Ypey. II. 645. Feith, H. O. (de zoon), De Gildis Groninganis. II. 648. Leven v. G. Acker Stratingh. Lb. 1877, 27. _ „ „ R. Westerhoff. Lb. 1875, 79. — Muntregt d. Ommelanden. IE. 641. Regeringsboek d. Prov. Groningen. II. 642. Register v. h. Archief te Groningen. IE. 639. — Regt d. stad Groningen. H. 645. Regten d. stad Groningen op de Veenkoloniën.n.648. — Overdrukjes. Zie: van der Aa. 68. — Bijdragen. II. 639. — Coenders van Helpen. II. 1067. — Emo en Menko. II. 662. — Feith. II. 649. — Geslacht lijst. II. 69. — Gustave Adolphe. II. 776. — Oldermansboek. II. 648. — Ordelboek. II. 654. — Phebens (Eggerik Egges). II. 639. — Ren- gers van ten Post. II. 646. — Westendorp. II. 111. Feith, J. A., Overdrukjes. Feith, P. R., Gedichten. 396. — Grafschrift op 8. v. Schaak. IE. 506. — Leven van B. de Bosch Kemper. Lb. 1883, 30. — „ „ M. des Amorie van der Hoeven. Lb. 1870, 425. — Toosten. 495. Feith, Rh., Dicht- en prozaische werken. 194. — [Verschill. Dichtwerken]. 385. — [ „ Romans]. 672. — Aan Frankrijk. 481. — Aan mijn Vaderland, n. 196. — Brieven. Hs. 60. — Brieven over verscheide onderwerpen. 637. — Dagboek. 637. — Grafdichten. 566, 569. — Lierzang op de EJtrechtsche Unie. 466. — Nederland in verbond met Frankrijk. II. 206. — Verbond tuss. Frankrijk en Nederland. 476. — Proeve van eenige gezangen. 267. — Zegezang. 469. Zie: Bloemlezing. 224. — Gedichten. Hs. 27. — van Haren. 371. — van Kooten. 537. — Nieuw- jaarwenschen. 523. — Poèmes. 425. — Polak. 984. — Verzameling. 267. — Vriend van ’t Vader land. II. 207. — Weber. 637. — Reg. Tooneel. Feith, Rh., en J. Kantelaar, Bijdragen. 4. Feith, R., De jure litoris. IE. 264. Félagsrit (Ny). 849. Feline, Adr., Diet. d. 1. prononc. d. 1. langue Franp. 936. Felix Meritis. — Zie Maatschappij. Felix, P., De arbeid, II. 934. Fell, R., Reise durch d. Batav. Republik. IE. 401. Feller, F. X. de, Dictionnaire historique. II. 6. Fenacolius. — Zie Vennecool. Fénelon, Avent. de Télémaque (met versch. vertalin gen). 314, 711, 951. II. 1032. — De 1’éducation d. filles. H. 917. — Gesprekken over de Welsprekendheid. 717. Zie: d’Alembert. 927- — Leben d. Mme... Gujon. 928. — Telemachns. 703. Fénélon (Memoire du Marquis de). IE. 181. Fennema, ten Cate. — Zie Cate. Fenouillot de Falbaire, C. G. — Zie Reg. Tooneel. Fenyéry, J. — Zie Handbuch. 990. Fényes, E., [Statist, v. Hongarije], n. 758. Fer, N. de. — Zie Plan. IE. 848. Férat, J. — Zie Larchey. 938. Féraud, J. F., Dictionn. d. 1. langue Franpaise. 934. Ferdinand, Hertog v. Orleans. — Zie v. Vloten. 11.825. Ferdinandeum. H. 754—755. Ferdinandus (Künig) gebeut enz. IE. 35. Ferf, A. Eldering. — Zie Eldering. Ferf, H. Nieubuur. — Zie Nieubuur. Ferguut. 201. — en Galiene (Roman van). Hs. 10. Zie: Guillanme le Clere. 947. Fermin, Ph., Description de Surinam. II. 679. Fernow, B. — Zie Documents. II. 878.
Ferrari, C., Dictionnaire Italien-Franpais. 52. Ferrarius, 0., Origines linguae Italicae. 911. Ferree, H., De magt v. Groningen... verheerlijkt. 455. Ferreira d’Almeida, J. — Zie Biblia. 923. Ferrier, A., Description d’Amsterdam. II. 547. I — Description de la Haye. n. 458. Ferrier, A. J., Disput, inang. II. 842. Ferrier, P. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Ferrières, A. de. — Zie Reg. Tooneel. Ferronns, A. — Zie Electione. H 846. Ferry, J. — Zie Célébrités. 927. Fertiault, F. — Zie La Monnoye. 989. Ferwerda, A., Friesland en desz. geleegentheid. II. 611. Fery de Guyon, Memoires. II. 100. > Festivitas Secularis Anni Supra 1719. n. 496. Festschrift d. Vereins f. Gesch. d. Deutschen in Böhmen II. 755. — z. IY Sacular-Feier d. Universitat zu Tübingen. 203. Fêtes Grecques (Les). — Zie Fuzelier. 959. Feuerbach, E. A., Die Lex Salica. II. 702. j Feuillet, O. — Zie Célébrités. 927. — Reg. Tooneel. 1 Fèvre (Le). — Zie Le Fèvre. | Feye, M., Gezangen. 266. ■ Feys, J. M. E. — Zie Chants. 273. I F. G. V. — Zie ChroDykje. IE. 796. Fich, A. H. C., Geheimeraad Hall og Krigen. H. 719. [ Fichard (von). — Zie Archiv. IE. 687. I Fichetus (Al.). — Zie Lambecius. 23. Fick, A., Yergl. Worterb. d. Indogerman. Sprachen. 42. I Fick, W., Zum Gedicht von der Perle. IE. 1026. j F. I. D. O. I. — Zie Pinxter-Gift. 452. Fiedeler, G. F. — Zie Urkundenbuch. II. 712. | Fiedler, F., Antike Erotische Bildwerke. IE. 850. I — Gripswalder Matronensteine. II. 731. Zie: Denkmaler. H. 850. I Fielding, H. — Zie Reg. Tooneel. I Fiellströra, P., Grammatica Lapponica. 992. I Fierabras. Chanson de geste. 944. E — Provenzalisch. 924. I Fievez, H. L., „Twee stelsels” beantwoord. II. 283. I Fijne (Passchier de) naar leven en schriften. 76. I — Tractaaten. IE. 1052. I — Eenige Tractaetjes. IE. 1052. Zie: Diogenes Laertius. 600. — Patroon. II. 464. I Fijnje, H. F. — Zie Sloet. II. 420. I Fijnje, J. G. W., Leven van F. W. Conrad. 74. I Fikkert, L. B. — Zie Bleibtreu. IE. 933. —Kameke H. 941. I Filalethes, Groentijd. 11. 505. 1 Filip Quarll (De Kluizenaar of de... gevallen van). 702. ■ Fils d’Amyon (Roman des quatre). 947. ■ — (Histoire des quatre). 958. I Finetti, B., Trattato della lingua Ebraica. 981. ■ Finnaeus, J. — Zie Landnamabok. H. 787. : Finsch. 991. P Fiore della Neve. — Zie M. G. L. van Loghem. Firalow. — Zie Vergleichungstafeln. 39. Firenzuola, A., La Trinuzia. Commedia. 916. Firmas-Periés, Pasitélégraphie. 7. Firmenich, J. M. — Zie Völkerstimmen. 771. Firmikus Maternus, J., Heidensche Afgoderijen. II. 23. Fischart, J., Neue Original-Poesien. 799. Fischel, A., The Life of J. van Yondel. 93. Fischer, F. C. J.. Gesch. d. Teutschen Handels. H. 706. Fischer, H. — Zie Festschrift. 203. Fischer, J. F. — Zie Kuinoel. 750. Fistes, S. O. — Zie Hartmann von Aue. 790. Fite (Mevr. de La). — Zie La Fite. Fitch, A., Report on... Insects. H. 879. Fitger, A., Von'Gottes Gnaden. II. 1024. Fitzherbert, Book of Husbandry. 842. F. J. L. — Zie F. J. Lafuite. F. K. J. — Zie Reg. Tooneel. Flaccus Illyricus, M. — Zie Otfrid v. Weissenburg. 782. Flaman, J. — Zie Advys. II. 592. Flament, A. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Flament, A. J „Byzantische Kunstvoorwerpen. H 1058. Flandre (La). Revue etc. II. 799. Flandricismes. — Zie Tarte. 936. Flandrijs. 201. Flas, A. — Zie Reg. Tooneel. Flaubert. — Zie Bourget. 927. Fléchier. — Zie d’Alembert. 927. Fleck, F. Le Sueur, De Ant. Leeuwenhoeckii meritis. H. 969. Fledderus, A., Brief. Hs. 60. Fleetwood, G., Inscript, antiquar. Sylloge. IE. 16. Fleming, Ph., Oostende vermaerde... beleserinehe IE 804. 8 Flenderus, J. M., Holland onnaakbaar. H. 300. Fletscher. — Zie Reg. Tooneel. Fliedner, Th., Collektenreise nach Holland. IE. 402. Flier, A. van der, De Johanne Coccejo. 74. Flines, G. de. — Zie Reg. Tooneel. Flines, H. de. — Zie de Saint-Lambert. 315. Flines, Q. de, Epicedion. H. 506. — Krijgslied. 491. — Loisirs littéraires. 396. — Scheeps- en zeemans woordenboek. 163. — Vocabulaire de marine. IE. 964. Flins des Oliviers, C. M. L. E. Carbon de. — Zie Reg. Tooneel. Flint. — Zie Miège et Boyer. 836. Flippe Mitonno, ou la familie ridicule. 939. Flitsen. Gedichtjes. 425. Floegel, K. F., Gesch. d. Grotesk-Komischen. 748. Floire et Blancheflor, Poèmes d. XTTTe siècle. 946. Floquet, C. — Zie Célébrités. 927. Flor, C. — Zie Haaudbog. 860. Floraas Bloemkorfje. 292. — bloemwarande in Holland. 632. Flore und Blanceflor, Altfranzösischer Roman. 946. 16

Fokker, G. A. (Leven van). 99, Lb. 1879, 3. — Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 567. Fokker, J. P., De regni Assyriaci. II. 865. Foldy, F. — Zie Handbuch. 990. Folies extravagantes de la France. II. 172. Folkers, J. A., Dag-verhael belegering Bergen op Zoom. Hs. 44. Folksfrieun (De). 823. Folmer, H. J. — Zie van den Berg. Hs. 5, Hs. 6. — Brieven. Hs. 60. Folmer, L. B., Brief. Hs. 60. Folqman, C., Grammatica Hollandeza. 143. — Portugeesche en Nederd. spraakkunst, n. 964. Fondamenten . d. nederd. spel-konst. 149. Fonds ter aanmoed. v. d. gewapenden dienst. II. 302. — ten behoeve d. verdedigers d. Vaderlands te Ley den. II. 483. Fonseca, A. de, Orthographic Castellana. 918. Fonseca, A. C. Wolheim de,Neugriech. Grammatik. 875. Fonseca, A. L. de, La Haye. H. 458. Font, J. De la. — Zie J. de Lafont. Fontaine, C. F. Jh., Vocabul. orthographique. 932. Fontaine, De la. — Zie La Fontaine. Fontan, L. M. — Zie Heg. Tooneel. Fontanus (J.) Arnhems eerste predikant. 76. Fontein, F. D. — Zie Werken, n. 608. Fontein, P., Brief a. F. v. Lelyveld. Hs. 60. Zie: Huydecoper. 866. Fontenelle, B. de Bouyer de. — Zie Reg. Tooneel. Fontes adhuc inediti rerum Khenanarum. n. 727. — rerum Austriacarum. H. 753. Fonteyn, B. — Zie Reg. Tooneel. Fonteyn, Nic. — Zie Heg. Tooneel. Fonteyne des Leuens.—Zie vanZuylen van Nyevelt.622. Fontpertius, A. F. de, Les états Latins. II. 872. r Foore, Annie. — Zie F. J. J. A. Ijzerman geb. Junius. I Foppe, H. J., De triomf d. reuzen v. h. Zuiden. 505. Zie: Reg. Tooneel. | Foppens, A., Mémoires secrets. II. 165. | Foppens, F. — Zie Délices (Les). II. 396. I Foppens, J. F., Bibliotheca Belgica. 67. I — Historia Episcopatus Silvae-Ducensis. II. 410. Zie: Miraeu8. II. 789. I Foppens, P. — Zie Délices (Les). H. 396. I Foppeszoon Jr., Foppe, Aanmerklijke voyagie. 438. I Forbes, J., Principles of Gaelic Grammar. 866. I Forbiger, A., Abriss d. alten Geographie. II. 40. Zie: Virgilius. 886. ft Forcellini, A. — Zie Facciolatus. 883. I Forchharamer, P. W., Kunstbestrebungen. H. 951. i Foreest, N. van, Verh. v. h. beleg v. Alkmaar. II. 536. I Foreestier, Pauwel. — Zie J. A. Alberdingk Thijm. I Foreigner (A). — Zie G. Moll. I Forel, F. — Zie Mémoires. II. 764. | Forestus, J., Merita Principis Auraicae in Belgas. 899. Zie; Scriverius. 901. Forges, de. — Zie Deforges. Foijit my net. 823. Forkel, J. N., Musikalischen Begriffe. II. 955. Forme van regeringe d. stad Rotterdam. Hs. 49. Formey. — Zie Villon. 949. — en Sulzer, Bedenkingen. II. 957. Formules d. actes de l’état civil, n. 282. Formulierboek (Singaleesch). 978. Formulieren van Zoenbrieven. Hs. 40. Fornenburgh, J. B. van. — Zie Reg. Tooneel. Fornskrift-Sallskapet (Svenska). 861. Fomsögur. 856. Forsborg, A., De Zelandia Symbolo. H. 568. Forschungen (Markische). II. 710. Forslind, C. L. H. — Zie van Oosterzee. H. 885. Forsten, R., Brief (met bio- en bibliographic). Hs. 60. — Cantharidum historians naturalem. II. 497. — Oratio pro legum providentie. II. 936. Forster, G., Ansichten vom Niederrhein. H. 45. — Reisen in den Jahre 1790. II. 45. Zie: Suppl. Keg. Tooneel. Forster, J., Life of Ch. Dickens. 834. Forsyth, J. W. — Zie Reports. II. 875. Fortgens, G., Bruiloftdichten. 541, 543. — Grafdicht. 566. Zie: Broers. 630. — Bronkhorst. 530. — Bruin. 630. Fortgens, M. (Lijkrede op). 728. Fortia d’Urban, de, Hist, ancienne d. Saliens. II. 817. — Histoire et ouvrages de Hug. Métel. II. 32. Zie: de Guyse. II. 809. — Lefèvre. TI. 810. Fortiguerra, de, Richardet. Poëme. 916. Fortman, J., Brieven. Hs. 60. — Dichtlievende mengelingen. 381. Fortmann, J. C. H. de Gaay. — Zie Gaay Fortman n. Fortmeijer, J. G. E. P. (Lijkrede op). 728. Fortoul, L. — Zie Hollande (La). II. 83. Fortsas, R. C. de. — Overdrukjes. Fortuin (De). Weekblad. 127. Fortunatus Borse (Historie van). 699. — (Hoogduitsch volksboek). 809, 812. — (Magyaarsch „ ). 992. Fortuyn, C. J., De Gildarum historia. II. 289. Fortuyn, G. J. — Zie Gids (De). 130. Fortuyn, 8. J., Geestelyck Lietboeck. 254. Fortuyns Kinderen (De twee vermaarde). 700. Fosse (La). — Zie La Fosse. Foucher d’Absonville. — Zie Bagavadam. H. 22. Fougeret de Montbron. — Zie Dodsley. IL 833. Foulque de Candu. — Zie Leduc. 948. Four P. P. (The). — Zie Engl. Plays. 843. Fourmont (St.), Meditationes Sinicae. 995. Fournié, V., en E. Beringer, Verhandeling. II. 882. Fournier, N. — Zie Reg. Tooneel. Fowler, J. H., Influence of the Theatre. II. 957. Foy (de), Notice des Diplomes, des Chartes etc. II. 817. F. P. — Zie Coene. 531.
F. P. W. — Zie de Ororsco. 649. F. R. — Zie Chronycke. II. 800. F. R. — Zie F. Rijk. — Bruynenburg. 530. Fraenkel, A. J., Het Groenwezen. II. 505. Fragment v. e. onuitg. treurspel. — Zie Helmers. 392. Fragmenta Gotliica selecta, ad fidem Codicum Ambro- sianorum Carolini Vatioani. 744. — sermonis. — Zie Tydeman. H. 502. Fragmente aus der Gescbichte von Köln. II. 731. Fragmenten (Middelnederlandscbe epische). H. 985. — uit oorspronkel. Hollandsche tooneelpoezy. XIV. — v. e. Saksisch rechtsgeleerd geschrift. Hs. 34. Fragmenter, rörande Lagstiftning. II. 780. — (Antislesvigholstenske). II. 718. Fragments de correspondanee. — ZieKneppelhout.955. — of ancient Poetry. 868. — d’Epopées Romanes. 944. Fragmentum Runico-Papistioum. II. 1019. Fraguier, "Verh. o. d. schertserij van Socrates. H. 376. Fraguier, C. F. — Zie Poetarum... Carmina. 893. Frain du Tremblay, J., Traité des langues. 29. Franc, Seb., De Pythagora. II. 911. Franeeson, C. F., Gramm, d. Spanischen Spraohe. 918. Francis. — Zie Allarde. Francisco Kullario. — Zie N. W. Op den Hooff. Franciscus (St.) ende synre ghesellen leven. Hs. 15. — (St.) gezellen (Leven van). Hs. 15. — ,, legende ende syn leven. Hs. 14. Hs. 15. Zie: leeringen. Hb. 20. Franciscus (Meester). — Zie F. L. Kersteman. Francius, P., De Anno jubilaeo. H. 173. — Grafdicht. 568. — Kerkrede o. h. Jubeljaar. H. 173. — Lijkrede op Maria Stuart. H. 838. — Oratio in fun. Reginae Mariae. H. 838. — Posthuma. 896. — De usu et praestantia Linguae Graecae. 869. Zie: Brandt. 905. — le Faucheur. 717. — Fran ken. 905. — Gregorius. 600. — v. Reede v. Athlone. 908, 909. — Verzameling. 229. Franck, E. — Zie Verhalen. 675. Franck, J., Etymologisch woordenboek. H. 980. — Mittelniederlandische Grammatik. 141. — Ueber d. Gedicht Flandrys. 201. — Overdrukjes. Zie: Clero Matthise (Van dien). 210. — Flandrys. 201. — Jacob v. Maerlant. 201. Franck von Word, Seb., Erste Sprichwörtersamm- lung. 768. JjJyn Brieff... tho Joh. Campaen. H. 355. Chronica, tijtboeok en gheschietbibel. II. 11, 12. — Die Guide Arcke. 621. — Van het rycke Christi. 621. Zie: C. K. Am Ende. 750. Francke, G. A. J„ Neêrlands letterschat. 61. Francken, A., Gedichtjes. 402. Zie: Hulde. U. 968. — Proeven. 268. Francken, C. M., Orat. de civitate Atheniensi poe- tices patrona. 872. Francken, C. M„ Eenige opmerkingen. II. 321. — Leven v. S. Karsten. Lb. 1865, 63. — Studie v. taal- en letterkunde. 4. — Prometheus en Pandora. 874. Zie: Plautus. 885. Francken, G., De Marmont,Hertog v. Ragusa. II. 825. Francken Az., W., Bijwerk, op ’tgebied v.kunst.IL.951. — Christelijk feestboekje. 655. — Dillenburg, geboorteplaats v. Willem de Ie. H. 722. — Een Holl. gemeente opgewekt tot e. gebed. H. 826. Joh. Lud. Vives, de vriend v. Erasmus. IE. 894. — Leven v. J. J. van Oosterzee. Lb. 1883, 43. — De Moeder v. Rubens. II. 326. — Een Tijdwoord. II. 342. — Uit de verstrooiing saamgelezen. H. 1013. — Viertal leerredenen. 725. — Het Wezen der deugd. 655. — Overdrukjes. Zie: Augustinus. 608. — Herziening. II. 989. Franckenstein, G. J. A. Goll van. —* Zie Goll. Franpois ***. — Zie Reg. Tooneel. Franpois, D. — Zie Proeven. 231.—v.Swinderen.559. Franpois, J.,Diotionn. Roman, Walon, Celtiqueetc. 910. Franpois, W. F. G. L., Een XVUE 6 hoofdstuk v. d. Physiologic van den Haag. H. 456. Francq van Berkhey, J. le. — Zie Berkhey. Frank, J. — Zie Blumenbach. 907. Frank, M. — Zie Reg. Tooneel. Frank, M. C., Bijna verloren. 687. Frank, O., Grammatica Sanskrita. 973. Versuch ueb. dynamische Spracherzeugung. 38. Frank, Vry de. — Zie P. Vreede. — de Vrije, Bedenkingen. II. 630. Frankamp, W. H., Leerrede. H. 1017. Franke, G. A. J., Tochten in het Congo-gebied. H. 870. Franken, J. — Zie Historie. II. 134. Frankena, D. ab. — Zie Nerdenus. H. 622. Frankendaal, N. v. — Zie Scholten v. A-Schat. 550. — Verzameling. 453, 454. Praukfort a. d.. Main. H. 720, 1060. Franklin (von). — Zie von Brandemer. Franklin, Benj. (Keur uit de schriften van). 641. Zie: Micheels. II. 871. — Parker. H. 871. EVanfarijb. H. 817, 1063. — (Aan). Lierzang. 481. Franquinet, G. D., Gothische litteratuer. H. 1021. — Invent, v. oorkonden d. Abdij Kloosterrade. H. 657. Zie: Anuuaire. II. 63. — Reg. Tooneel. — en L. J. Suringar, Maastricht. H. 658. Frans (Niet goet), maer goet Prins. II. 159. Frausoh. 925, II. 1031, Hs. 35, Hs. 83. Franse, J., Bruiloftdicht. 545. Fransen van Eek. — Zie Eek. Fransham, J. — Zie Waereld. II. 41. Fransman en een Luyker-wael. H. 1001. Franssoon, J. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel.
Frantzen, J. J. A. A. — Zie Taalstudie. 25. Franz, A., Harptokkelingen. II. 994. Fraser, T., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 71. Fraterhuis te Hulsbergen. — Zie Fragmenten. Hs. 38. Fraxinus. — Zie Bedenkingen. II. 366. Frayssinous, De Grondstelling d. R. K. Kerk. H. 895. — De verdraagzaamheid. II. 247. Frearks, K., Swarte Pieter. 828. Frech (von), Brieven. Hs. 71. Frédéric (ps.). — Zie F. Dupetit-Méré. Frederica Louisa Wilhelmina (Gedichten op). 475, 496. — (Leerrede op). H. 195, 250. — (Begrafenis van). II. 240, 250. Frederica Sophia Wilhelmina (Progr. d. bearrafenis van). H. 240. Frederica Sophia Wilhelmina v. Pruissen (Gedichten op). 474, 479. Frederica Weiz en haare dochters. 671. Fredericq, C. A., Handb. v. gezondheidsleer. II. 937. — Inleiding tot de Kruidkunde. II. 948. — De wilde bloemen. II. 948. Fredericq, P., Marnix en zijne Nederl. geschriften. 85. — De Nederlanden onder Keizer Karel H. 1043. — Overdrukjes. Zie: Museum. II. 978. Frederik VU, Om bygningsmaader. II. 786. Frederik de Groote (Werken over), n. 705, 706. Frederik Landgraaf v. Thuringen. — Zie Mittendorf II. 745. Frederik (Prins), Toespraak op 24 Aug. 1865. II. 234. Frederik Hendrik (Werken betr.). II. 140. — Mémoires. II. 135. Frederik van Heilo en zijne schriften. 79. Frederika. — Zie Frederica. Frederiks, J. — Zie Heg. Tooneel. Frederiks, J. G., Leven van J. van Leeuwen. Lb. ' 1884, 31. — Overdrukjes. Zie: Moord (De) van 1584. II. 117. Frederiks, P. J., Overdrukjes. Frédérix, G. — Zie Considerant. H. 107. Freeborn, C., Brief aan J. de Piere. H 377. Freed (De beaste) yn Ljouter merke. 826. Freeman, E. A., The Office of thehistor. Professor. II. 2 Freese, J. C., Ost-Friess- u. Harrlingerland. H. 714. Freher, Mare., De secretis judiciis. H 704. — De statura Caroli Magni imp. «MAorrONHMA. n. 17. Zie: Catechesis. 788. — Decalogi. 812. — Scrin- tores. II. 692. r Frehse, Fr., Wörterbuch zu F. Reuter’s Werken. 817. Freiheit (Die) des Unterrichtes. n. 310. Frein, H. de, Leerrede. 734. — Het spelen met de kaart ongeoorlooft. H. 942. Freinshemius, J., Ex Taciti Germ. Quaestiones. II 689. Zie: Curtius. 606. Fremarcy. — Zie Reg. Tooneel. Fremery, B. de, Mijn letterhof. -384. Zie: v. Berckel. 551. — Dichtproeven. 231. — Offeranden. 194. — Keg. Tooneel. Fremery, J. de, Hypotheekwezen in Californio. II. 877. — Mortgages in California. II. 877. — Notice sur la Californio. H. 877. Zie: Gift. 843. Fremery, J. en W. C. B. de, Uittreksels uit consu laire verslagen. II. 877. Fremery, J. A. de, Regten d. stad Leyden. H. 530. Fremery, J. G. F. de, Disq. inauguralis. II. 1046. Fremery, J. P. de, Comm, ad Quaest. in Acad. Gron. propositam. II. 980. — (Leven van). Lb. 1875, 155. — Overdrukjes. Fremery, L. C. de, Leven v. J. E. v. Gorkum. Lb. 1863, 481. Fremery, N. C. de, Brieven. Hs. 60. — De Fulmine. II. 946. Fremery, N. D. W. P. de, De defections proavorum nostrorum a Philippo IL II. 118. Fremery, P. I. de (Leven van). Lb. 1863, 366. Fremery, P. J. de, Ambtenaar of Zaakwaarnemer, n. 267. Zie: Verslag. II. 608. Fremery, W. C. B. de. — Zie J. deFremery.il. 877. Fremtid (Danmarks). II. 718. Frenay, J. D., Overdrukjes. Frensdorff, F., Erinnerungen au H. Thöl. II. 1022. Frenzel, F. C., Verwandtsch. zwischen d. Griech. u. Deutschen Sprachen. 39. Frère. — Zie Redevoeringen. H. 792. Frerichs, J. H. F., De Petri Abaelardi doctrina.H.894. Freschot, C., Histoire du Congres... d’ütrecht. II. 177. — Histoire abregée d. 1. ville d’Utrecht. II. 585. — Remarques historiques et critiques. H. 333. Frese, A. — Zie Proeve. 160, 221. — Verwelkomst- zang. 221, 455. — Reg. Tooneel. Frese, A. 8. — Zie Afschetsing. 179. Frese, J. — Zie Lewes. 751. Fresne, Car. du. — Zie Somner. H. 827. Frets, F., Grafdicht. 571. — Redev. over de Begrooting. II. 250. — » » „ Scheiding. II. 249. Freund, S., Deutsche Gramm, f. d. Rheinlande. 773. Freycinet (de). — Zie Célébrités. 927. Freyss, J. P., Overeenstemming. H. 888. Freytag, F. G., Mensur. militum e veterum etc. II. 15. Freytag, G. — Zie Hrosuitha. 888. Friberghen, B., Disputatie. II. 361. Fricke, W., Snorken un Hamörken. 820. Frickius, A. — Zie J. G. Frickius. H. 817. Frickius, J. — Zie Schilter. 776. Frickius, J. G., Comm. de Druidisoccidentalium. 11.817. Fridericia, J. A., Danmarks politiske Historie. H. 784. Fridrikssyni, H. K., og M. Grimssyni, Stafrofskver handa Börnum. 858. Fridthjof d. Starken (Saga von). 856. Friedemann, Dr., Overdrukjes. Friedemann, F. T., Orat. de ludis litt. regundis. 23 Zie: Historia. II. 723. — Kuhnkenius. 894. — Zeitschrift. H. 687.
Priedenberg, G. — Zie Grattan. H. 80. Friederich, R., et L. W. C. v. d. Berg, Codioum Arabi- corum. 122. Friedlander, B. — Zie de Albada. 757. II. 613. Friedlander, 8. H. — Zie de Ariaza. 922. Friedmann, A., Bijbelsche Starren. 310. Friedrich v. Solms-Laubach (Werken over). II. 729. Friedrich, Th. H. — Zie Reg. Tooneel. Friend, H., Glossary of Devonshire plant names. 842. Fries (De vrije). II. 606. Fries, G. — Zie Möller. II. 774. Fries, L., Gesch. d. Bauemkrieges. II. 737. Friesch. 820. Frieseman, H. — Zie Reg. Tooneel. Friesland. (Prov.). II. 606, 1056, Hs. 52. — en dez. geleegentheid. — Zie Ferwerda. H. 611. — (Het verward). — Zie Dotingh. II. 614. Friis, J. A., Lappisk Mythologi. II. 770. Frijlink, H., Arend Fokke Simonsz. 76. — Handboek d. Aardrijkskunde. II. 40. — Nieuw Handb. d. Aardrijkskunde. II. 40. — Over de interpunctie. 159. — Het Ontwerp d. spelling... beschouwd. 153. — Rijmwoordenboek. 180. — B. Wolff geb. Bekker en A. Deken. 96. — Woordenboek v. vreemde eigennamen. 171. — Het Woordenb. op .. G. A. Bredero nagelezen. 165. Zie*. Bloemhoven. 307. — Cannabich. II. 40. — Kortum. 309. — Leeskabinet. II. 975. —Liede ren. 307. — Schiller. 309. — Volks Almanak. II. 985. — Vondels-feesten. 93. — Woorden (Gevleu gelde). 660. — Keg. en Snppl. Reg. Tooneel. Frikke. — Zie Reg. Tooneel. Fris, P., Geregtigheyt vol moedt. 440. Zie: Reg. Tooneel. Frisch, C. F. — Zie Strinnholm. H. 772. Frisch, J. L., Origo characteris Sclavonici. 961. — Teutsch-Lateinisches Wörter-Buch. 50. Frischbier, H., Hexenspruch u. Zauberbann. H. 707. Frisia nobilis of lijk- en grafdigten. 561. Frisius. — Zie Aria. 483. — Stellingen. H. 259. —— van der Veen. 678. — Reg. Tooneel. Friso (Gedichten op Will. Car. Henr.). 453—455. — (Werken over). H. 182—183. Fritsch, B. A., Gedanken über Sprachunterricht. 34. — Kritik d. bisherigen Grammatik. 32. Fritz, H., Sonnenflecken. H. 942. Fritzschius, A. — Zie Horti. 977. Froda. — Zie Arms Thorgilsis fil. II. 787. Fröbel, Fr. — Zie van Calcar. H. 917. Frölich, Ph. Dav. — Zie Posaun. 750. Fröhlich, R., Der kleine Ilirier. 965. Froissart, Oeuvres. II. 819. Frommann. — Zie Essenwein. H. 736. Frommann, F. J., Het Wartburgfeest. H. 694. Frommann, G. K., Overdrukjes. Zie: Mnndarten. 771. — Schmeller. 773. Froschmeuseler. — Zie Rollenhagen. 810. Fronde, J. A., Rapport a. Graaf Camavon. H. 684. Friichtenicht, J., Diatribe de arte critica. H. 852. Frühlingsgabe f. Freunde alterer Literatur. 778. Fruin, J. A., Leven v. O. van Rees. Lb. 1869, 123. — Nut d. beoefening v. d. Fransche regtsgeschiede- nis. H. 826. Or. de privati juris nostri Codicibus assidue corri- gendis et supplendis. H. 261. — Redevoeringen geh. als Rector-Magnificus. II. 602. — (Leven van). Lb. 1886, 61. — Overdrukjes. Zie: Matthyssen. II. 447. — Rechten. 11.452.— Wielant. II. 661. Fruin, R. (of R. J.), Het antirevolut. Staatsregt v. Groen van Prinsterer ontvouwd, ü. 277. De anti-revol. bezwaren van Groen van Prinsterer overwogen. II. 277. — Het beleg en ontzet v. Leiden. H. 465. Over de Goden die in Griekenland en Italië ge lijkelijk vereerd werden. II. 23. — De onpartijdigheid v. d. geschiedschrijver. H. 2. — Tien jaren uit den 80-jarigen oorlog, n. 121. — Overdrukjes. Zie: Bijdragen. II. 61. — Droste. 361. — Bnqneste. II. 439. — Gids (De). 130. — Informacie. II. 439. — Repertorium. II. 65. — Tragedy. 846. Verhalen. II. 463. — Verhooren. II. 184. — Zettingen. II. 439. Fruitier, D., Afscheidleerrede. 728. Fruytier, J., Beschr. v. d. Belegh. v. Leyden. H. 463,464. — Ecclesiasticus. 250. — Papen Apen-spel. 431. — Den Sendbrief Pauli tot de Romeynen. 251. — Sions worstelingen. II. 351. Zie: Morghenwecker. II. 820. F. R. W. — Zie Banhyning. 528. Frygedank. — Zie Samlung. 779. Fryksell, E., De antiquitate Galendarii Runici. 738. F. S. — Zie Barthema. H. 42. Fuchs, A., Beitr. z. Brforsch. d. Roman. Sprachen. 909. — Die Romanischen Sprachen. 909. Unregelm. Zeitwörter in d. Roman. Sprachen. 909. Fuchs, F. C. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel- Fuchs, J. A., De varietate fabularum Troicarum quae- stiones. 873. Fuchs, P. — Zie Joel. 964. Führer i. d. Museum d. Vereins z. Erforschung d. rhein. Geschichte. H. 726. Fünckelin, J., Spyl v. d. Empfengknuss J. C. 805. Tragoedie.. v. d. Rychen Mann. 805. Fürer, C. E., Hawaii-nei. 310. Fuerison, J., Hist. d. 1. littérature Franpaise. 926. Fueszlin, J. C., Bodensteins Lebensgeschichte. 750. Fuet, Matinées Sénonoises. 938. Fulda, F. C., Die beiden Hauptdialecte d. Deutschen Sprache. 771. Versuch e. allg. teutschen Idiotikensammlung. 771. Zie; Ulfilas. 742. Fulgence (ps.). — Zie Bury. Fullink, J. C., Overdrukjes.
Gr.
Gallaeus, Ph. — Zie Annalea. II. 59. — Historia Belgica. H. 100. Gallandat Huet, R. H. J. — Zie Huet. Gallé, Fr., Eldimar. EE. 1015. — Twee vreemdelingen. 687. Gallé, F. J., Brief a. M. Tydeman. Hs. 60. Zie: Nauta. II. 1017. Gallé, J. F., Vaderlandsche uitboezemingen. 403. Gallé, P. H., Herinnering en bemoediging. 502. Zie: Hein. 95. Gallée, J- H., Altsachsische Laut- u. Flexionslehre. 811. Dramatische vertooningen in de Nederlanden. III. — Gutiska. Lijst v. Gotische woorden. 741. — Overdrukjes. Zie: Nomina. II. 981. Gallitalo, C. — Zie Rabelais. 666. Gallois, H., Geschiedk. Aanmerkingen. II. 227. Gallucciu8, A., De bello Belgico. II. 122. Galmace, A., Llave nueva etc. — Grammaire. 930. Galopinus, G. — Zie Synopsis. 800. Gamas. — Zie Reg. Tooneel. Gambar-Gambar. II. 666. Gambetta, L. — Zie Célébrités. 927. Gamborg, J., Om Byeme og Landet. II. 782. Gamborg, J. C., Seddelbanken. IE. 782. Gamma der Yinen. — Zie Bloemlezing. II. 349. Gammer Gurton’s Needle. — Zie Engl. Plays. 843. Gamurino, J. — Zie Justinianus. IE. 124. Ganderheyden, J. F. M. (Leven van). Lb. 1851, 62. Gangel, H. F., Grafdicht. 563. Gangelt, Philene et Daphnis. 952. Gangler, J. F., Luxemburgische Umgangssprache. 774. Ganse-spel (Nienw vermakelijk). 716. Gansefoort, G., Strena Spiritualis. 820. Gansneb Tengnagel, M. — Zie Tengnagel. Ganswijk, D. J. ten Zeldam, Brieven. Hs. 60. Bijdr. geschied, v. h. Staatsbestuur. H. 441. Handl. kennis Staatsbestuur. II. 277. — Viering v. h. 25-j. feest v. Graaf v. d. Duyn. H. 442. — (Leven van). Lb. 1856, 49. Gansz, J. F., De M. Duncano. 750. Ganzevoort, J. W., (Leven enz. van). 76, 77. Garay, J., Az érpadok. 992. Handb. Ungar.-Deutscher Gesprache. 989. Garcia de Resende. — Zie Cancioneiro Geral. 924. Garcin de Tassy, J. H., Cours d’Hindoustani. 975. Hist. d. 1. littérature Hindoui et Hindoustani. 975. Zie: Chrestomathie. 976. — Wali. 976. Garde, La. — Zie La Garde. Gardisal. — Zie Tolhausen. EE. 964. Garel, H. van, De machtige hand Gods. H. 37. Gargon, M.,Digt- en Sang-matige Uitbreiding. EE. 989. De gekruiste en verheerlijkte Christus. 722. — Nut tijd-verdrijf. 245. — Walchersehe Arkadia. EE. 573. Zie: Boethius. 606. — van Til. II. 888. Garin le Loherain (La mort de). 944. Garin le Loherain (Li Romans de). 944. Gamerius, I., Institutio Gallica linguae 929. Gamier. — Zie Reg. Tooneel. Gamier, A., La Cour de Hollande. H. 227. Gamier, P., Dialogues en cinq langues. 54. Garrick. — Zie Reg. Tooneel. Gartner, A. — Zie Dicteria Proverbialia. 55. Garve, Chr., Verband tuss. zede- en staatkunde. 636. Garzoni, M., Grammatica della lingua Kurda. 978. Gasté, A. — Zie van Leeuwen. EE. 1030. Gastronomie (La). — Zie Berchoux. 953. Gatien-Amoult. — Zie Monuments. 911. Gattel, C. M., Dictionn. d. 1. langue Franpaise. 935. Gatterer, J. C., Kurzer Begriff d. Geographic. EE. 39. — De Ludovico IV. H. 705. — Memoria saeculi Hildebrandini. II. 32. Zie: Welthistorie. H. 19. Gatty (Mrs). — Zie Ising. 714. Gatzert, C. H. S., Beytrag z. Gesch. d. geistl. Gerichts- barkeit in Hessen. IE. 722. Gaubius, H. D., Or. panegyrica. — Feestrede. IE. 497. Zie: Bleuland. 77. — Weiss. II. 194. Gaufrey. Chanson de geste. 948. Gaugengigl, J. —- Zie Denkmaler. 743. Gaume, J., Het drievoudig Rome. II. 856. Gaupp, E. Th. — Zie: Lex Francorum. H. 703. — Lex Frisionum. H. 616. Gauss, H. — Zie Collin de Plancy. II. 898. Gautier, J., Le voyageur dans 1. Pays-Bas. H. 401. Gautier, Th., Caprices et zigzags. H. 47. — Histoire du Romantisme. 926. Zie: de Banville. 927. Gavellius, J., Quaestiones Graecae. Hs. 34. Gaven der liefde. 184. Gay, Delph. — Zie Mad. E. de Girardin. Gay, S., née: Nichault de Lavalette. — Zie Reg. Tooneel. G. A. S. — Zie Reg. Tooneel. Gaydon. Chanson de geste. 946. G. B. — Zie: P. G. Brunet. — Palaephatus. 598. G. C. — Zie Elegiae. 902. G. C. S. — Zie G. C. Spaan. G. D. — Zie G. Dumbar. G. D. B. — Zie G. de Backer. G. D. B. — Zie G. D. Bay. G. D. J. S. — Zie G. D. J. Schotel. G. D. S. — Zie G. de Swaen. 261. Geallieerden (De) ... verdeedigd. H. 176. Gebed (Berijmd). Hs. 12. — (Boek v. h. Algemeen). 842. — (Het) des Heeren in 14 talen. 54. — onzes Heeren. 229. — geboden d. d. Aarts-Bisschop v. Saltsburg. H. 753. — in het Chalmuks. 987. — van een oprechten Nederlander. H. 1046. — (Nederl.) uit de 14e eeuw. Hs. 79. — (Public). — Zie de Witt. H. 150.
16 Gebede (Etlike schone)... by den krancken ... Min- schen. 816. Gebeden en geestelijke meditatiën. Hs. 19. — (Kort-bondige). — Zie Meyster. 340. — bij de Chr. Gemeynte toegedaan de onrerand. Con fessie van Augsburgh. II. 553. Gebedenboek (GroenJandsch). 1003. — (Oud-Russisch of Oud-Slawisch). 964. Hs. 36. — (Singaleesch). 977. — (Tschudisch). 992. Gebedenboeken. Hs. 18, Hs. 19, Hs. 79. Gébel, C., [Verschill. dichtwerkenj. 402. — Ada. H. 998. — Lof-Cantate. 510. — (Leven van). Lb. 1859, 79. Gébelin, A. Court de. — Zie Court. Gebertshagen, J. van, Bruiloftdicht. 540. Gebeurtenis^ (Merkwaard.) voorgevallen binnen Ley- Gebeurtenissen (De laatste) in derz. gevolgen. H. 337. — (De) van 1853. — Zie Bernhardi. H. 335. Gebhard, J. — Zie Nepos. 886. Gebhard Jr., J. F., Leven v. N. Witsen. H. 541. Gebhard, J. H. — Zie: Bladen. 294. — Gedenk boek. 17. — Nieuwjaarwenschen. 523. Gebhardi, L. A., Allg. Geschichte Norwegens. H. 783. Geboorte (De) v. d. Zone Gods. — Zie Oudaan. 523. Geboortedichten. 523. II. 1005. Gebreken (De) v. h. openbaar gezang. 235. Gebruik van dubbele en enkele klinkers. Hs. 3. — (Recht)... v. tydtlicke Have. 304. H. 993. — d. naamvallen in het Hoogduitsch. 760. Gedachten bij het afeterven van A. de Vries. 94. — bij het lezen d. brochure: Wachter enz. H. 256. — „ de thans alom heerschende stilte. 485. — op het... overlijden v. e. jongeling te Leyden. 466. — over de Bezwaren. — Zie Schröter. H. 240. — » » Meierij. — Zie Hanewinckel. II. 409. — „ den hoogmoed. 635. — „ de vrijmoedige Aanmerkingen op den Tooneel- beschouwer. H. — over eenige onderwerpen. — Zie v. Rappard. H. 272. — „ geestlyke oden. 249. — v. e. protest. Student. — Zie Smulders. H. 505. — van Jan de Schreeuwer. — Zie Lulofs. H. 318. — (Invallende) bij d. tijdsomstandigheden. H. 1002. — (Myne vrye) en overdenkingen. H. 205. (Nederl.). — Zie Groen van Prinsterer. n. 277. — (Poëtische)... op alderhande Zeegen-boogen. 438. — (Spreuken en Anekdoten). 657. H. 1013. — (Vliegende) in een hoofd vol muizennesten. 633. — (Vlugtige). — Zie van der Monde. H. 603. — (Vrije) van een jong welmeenend patriot. H. 629. — » v. e. Ingeland v. Rijuland. — Zie de Gelder. II. 530. — (Vrije) weg. de vermeerdering v. ’s lands krijgs macht. H. 190. J Gedachten (Vrijmoedige) over de tegenw. beroerten. H. 246. — (Vrijmoed.) zijnde een vertrouwel. antwoord. H. 190. „ v. e. Lid v. h. Genootsch. v. wapen handel. II. 475. r Gedachten-beelden (Dichterlijke). 231. Gedachtenis (Ter) v. Prof. v. Gilse. 77. — (Ter) voor Leyden. 488. Gedachtenisse (Ter) van H. K, H. Anna. H. 193. Gedanken üb. die Nothwendigkeit. — Zie Puv de Montbrun. H. 727. Geddes, J., Leven v. Johan de Witt. H. 157. Gedenk- en Verbondspenning (Protest.). H. 342. Gedenkboek van Amsteldam. n. 545. — der Conscience feesten. H. 968. — v. h. 50-j. bestaan d. Vereen, v. d. Boekhandel. 17. — d. inhuld. van Willem II. — Zie Wap. H. 251. — „ Vereen, v. Oud-Studenten te Batavia. — Zie Myer. H. 674. — d.V ereen. v. Oud-Stud. d. LeydscheHoogesch.H.507. — „vrijwillige Mankeur-Compagnie. H. 650. — of verzameling v. stukken. H. 650. Gedenkpenningen uitdepenningkas v. e.liefhebber. Zie van Doorninck. II. 74. Gedenkrolle (Dichterlijke) v. Nederl. verlossing. 491. Gedenkschrift d. oprigting v. e. standb. v. M. A. de Ruyter. EL 163. 250-j. bestaan d. Remonstr. Broederschap te Rot terdam. H. 524. — inwijding Academiegebouw te Groningen. H. 649. — Kweekschool v. Zeevaart te Amsterdam. H. 555. v. d. Mtsch. d. Nederl. Letterkunde. H. 973. Gedenkschriften d. Mtsch. Tot Nut v. ’t Algemeen. 117. — van P. Fz. van Arkel. — Zie van Hall. 640. — v. h. Kon. Nederl. Instituut. 120. — v. d. Kon. Orde der Unie. H. 228. — van een Student. H. 603. Gedenkskool van die Hugenote. H. 685. Gedenksteenplaatsing... ter eere van W. Bilderdijk. 71. Gedenkstuk d. verlossing. — Zie Lastdrager. H. 230. — v. h. 50-jarig bestaan d. M ö Felix Meritis. 118. Gedenkstukken tot opheldering d. Ned. Gesch. II. 61. — van Johan v. Oldenbarnevelt. H. 134. Gedenkt Antwerpen. 516. Gedenkteeken (Dichtkundig) v. d. Nederl.Vrijheid. 454. — (Een nationaal), n. 233. Gedenkzuil... voor G. Brinkman. V. — aen J. F. Willems toegewijd. 96. Gedeon Thuriomonsius. — Zie Tongen. 439. Gedicht (Geestelijk) uit de 15e eeuw. Hs. 11. — (Onbekend). — Zie O. Z. van Haren. 372. Gedichte (Altdeutsche). 778. — (Altdeutsche) in Rom. 776. —- (Altfranzösische). 946. — (Altniederlandische). 200. — (Die beiden altesten) ans den VTTT Jahrh. 787. — (Bruchstücke mittelniederlandischer). 199.
Gedichte (Deutsche) d. Mittelalters. 779. — (Geistliche) d. 14. u. 15. Jahrh. y. Niderrhein. 786. — (Mittelniederdeutsche). 813. — (Mittelniederlandische). 199. (Politische) aas d. Deutschen Vorzeit. 787. (Romantische) in Altplattdeutscher Sprache. 818. — (Uhterlesene Pladdütsche). 818. — (Zwei altromanische). 911. in Siebenb.-Sachsischen Mundart. 773. Gedichten aan F. J. van Overschie. 368. — aan en op W. C. H. Friso. 453—54. — en overdenkingen. 194. en Verhandelingen v. h. K. Genootsch. v. tael- en dichtkunst. 124. op de papiere snijkunst van J. Koerten. 229. over het eeten van fruit enz. Hs. 27. t. gelegenh. v. h. verbroederingsfeest a. Leydens Hoogeschool. 496. .. toegepast op de nakende Oordeele Gods. 448. — van C. van Baerle, J. v. d. Burgh enz. 224. S. J. van den Bergh, J. Brester Azn e. a. 232. v. h. Genootschap: Hier na volmaakter. 222. — voor hinderen. 425—428. H. 999. — (Christelijcke) .. tot Lof vant Bestandt. 431. — (De herstelde uitgelezene). 228. [Kleine] v. Kinderen. — Zie van Alphen. 427. [ ] v. de lieve jeugd a. d. Hoogere Scholen.— Zie Fabius. 412. — (Nederlandsche) der XII—XVU e eeuw. 224. ( M ) uit de XIV e eeuw. 200. — (Oudvlaemsche). II. 985. (Politieke) door een Schoolmeester. 425. — (Rederijkers-). 211. (Vaderlaudsche). 471. — (Verscheidene) d. h. Genootsch. Ars superat for- tunam. 221. — (Verscheidene). — Zie K. W. Bilderdijk. 389. — (Verscheyde Nederduytsche). 227. — (Verstrooide). — Zie Hoogstraten. 390. — ("Vertaalde). 295. H. 991. (Vier) uit Byron en Moore. II. 994. Gedichtjes v. d. Nederl. jeugd. 425. Gedicke, F. — Zie Epistolarum decas. 889. Gedigte (Afrikaanse). 178. II. 982. Gedigten. — Zie Gedichten. Gedrag (Het) d. drie Amsterd. Gedeputeerden. II. 595- — (Het) van de Regenten v. d. Republ. d. Vereen- Nederlanden. IL 188. (Het ergerlijk) d. schrijvers v. d. Vaderl. Biblio theek. H. 379. der Stadhoudersgezinder — Zie Luzac. II. 188_ Geel, 3., Brieven. Hs. 60. Gelukwensch a. N. G. v. Kampen. Hs. 28. Leven van C. G. C. Reinwardt. Lb. 1854, 87. — Mededceling aan alle recenserende geleerden. 674. Onderzoek en Phantasie. 641. U. 1010. Geel, J., Het proza. 180. — Overdrukjes. Zie: Bake. II. 319. — Bakhuizen van den Brink. 69. — Catalogus. II. 503. — Heeren. 752. — Sterne. 674. Geel, J., en A. Simons, Voorl. over het proza en de poëzy. 177. Geel, J. van, Gedichten. 345. — Grafdicht. 564, 574. Geer, J. J. de, Bijdr. Geschied, v. Utrecht. II. 583. — Geschiedenis v. h. Geslacht v. Matenesse. H. 71. — „ „ „ » » Nyenrode. H. 71. — van Oudegein, J. J. de, Het oudeTrecht.IL 590. Geer, Lodewijk de (Werken over). H. 551. Geer, P. van, De examens Middelb. Onderwijs. H. 316. — Frederik Kaiser. Een woord v. herinnering. 82. — Overdrukjes. Geer van Jutfaas, B. J. L. de, De Dom van Utrecht. H. 599. — Leven v. J. G. Hulleman. Lb. 1863, 135. — „ „ H. H. Kemink. „ 1862, 83. — „ „ P. J. Vermeulen. „ 1879, 137. — De Saksers vóór en onder Karel d. Groote. H. 94. — Overdrukjes. Ziu: Annales Egmundani. II. 89. — Bomelius. II. 591. — Kronijk. II. 91. — Lex Frisionum. II. 616. Geer van Jutfaas, J. L. W. de, Lod. de Geer. H. 551. — (Leven van). Lb. 1858, 20. Zie: Axel. 316. Geert, F. van. — Zie Reg. Tooneel. Geerts, A. J. C., Japan in 1869. H. 862. Geerts, O. — Zie Bibliotheek. 689. Geest (Aan mijn). — Zie de Lannoy. 379. I — (De) v. wijlen Carel den H e . H. 837. — „ „ Carel den V e . H. 822. — „ „ Hendrik de Groote. 443. — „ „ Jan Tamboer. 701. — „ d. Nederlandsche dichters. 223. n v. h. Politiek Systema v. Amsterdam. II. 543. — (De publyke) der Whigs. H. 839. Geest, J. P. van, Celsissimo ac ill. Principi haered. Regni Belgarum ... gratulatio. 905. Geest, W. de, Herderszang op het Eeuwgetijde. 443. — [Verschil! dichtwerken], 354. Zie: Juvenalis. 303. — Beg. Tooneel. Geestigheden d. Vlaemsche rhym-const. — Zie van Male. 358. Geezelroei (De billyke). H. 179. Geffcken, Joh. — Zie: Gesangbücher. 818. — Kir- chendienstordnung. 818. Geffen, H. B. Martini van, Inhuldiging d. vorsten v. Oranje. H. 251. — De jure decimandi. H. 404. — Overdrukjes. Geffers, A., De xv particula dissertatio. 871. — De Arcesila disputatio. H. 860. — Darstellung d. in Deutschland gefolgten Unterricht- planes. IL 1060. Gefken, J. W., De regtsvraag. H. 361.
Gegensatze u. Kampfe d. Dtsch. u. Dan. Spracho. 745. Geheimschrift. 10. — voor briefkaarten. 10. Geheimschrijver (De astrologische). II. 51. — v. Staat en Kerke. II. 585. Gehle, H. W., De Fati notione. II. 860. Geier, J. C., Onomatologie. 869. Geier, S. 11., Comm. de Alexandri M. rerum scrip- toribns particula. II. 859. Geiregat, P., Verhalen voor jonge lieden. 714. Zie: Hnfeland. II. 988. — Suppl. Reg. Tooneel. Geisberg, C. J. — Zie Zeitschrift. II. 724. Geishirt, J. C., Hist, librorum, quos J. Sleidanns... conscripsit. 755. Geisweit, K., Kerkelijk Reglement v. d. Leger-predi- kanten. II. 304. Geisweit van der Netten, C. A., Brief a Altheer. Hs. 60. — Overdrukjes. Zie: Beschrijving. II. 302. — von Falckenstein.il. 245. — L’oeuvre de Lniken. II. 325. Gejerus, M. — Zie Fasciculus. II. 13. Geka. — Zie G. Knutzen. Gelaatkunde (Verhandeling over). — Zie Natuerkunde. Gelasius Aleximomus, (ps.). — Zie Reg. Tooneel. Geldduiwel (Di). 178. Geldenhauer, G., Historia Batavica. II. 59, 1041. Zie: Annales. II. 59. — Batavia illustr. II. 1041. Gelder, A. H. van. — Zie Redevoeringen. 116. Gelder, H. W. van. — Zie van Lennep. 293. Gelder, J. de, Aardrijksk. beschr. v. Holland. n. 396. | — Brieven. Hs. 60. I — Memorie a. h. Hoogheemrdsch. v. Rijnland. II. 530. [ — Oratio de commodis atque emolumentis. II. 937. [ — Vrije Gedachten. II. 530. Gelder, J. J. de, Feestrede. H. 537. I — Grafdicht. 568. I — Leven v. J. M. v. Gent. Lb. 1868, 248. [ — » » A. Hirschig Cz. Lb. 1871, 289. — Lotgev. v. h. Genootsch. Solus Nemo Satis Sapit. 115. — Methode en tucht. II. 919. I — De vormende strekking v. h. class, onderw. II. 317. E —: Overdrukjes. Zie: Albrecht. II. 910. — Brieven. II. 536. — Demetrias. II. 859. — Tacitns. 605. Gelder de Neufville, D. M. van. — Zie Neufville. ï Gelderland (Prov.). II. 413, 1053, Hs. 47. I — (Kaarten van). Hs. 47. I Geldorp, J., Bruiloftdichten. 535, 547. I Geldorpius, H. — Zie Psalmen. 239. I Gelegenheid (Ter) v. h. eindigen d. zomeroefeningen enz. 474. I — (Ter) dat de Leydsche officieren eene uniforme ver- koozen. 474. I Gelegenheidsgedichten (Nederl.). 429—522 n. 1001, Hs. 27. I — (Latvjnsche). 899. H. 1030. I Gelehrtenverein (Frankfurter). — Zie Becker. 763. I Geleyn, 3. van. — Zie Amya. 527. Geleyn, P. van. — Zie Reg. Tooneel. Gellert, C. F., Blijspelen. XVII. — Vier blijspelen. XVII. — Fabelen en Vertelsels. 308. — Poëtische en Prosaische Werke. 800. — Tooneelpoezy. XVII. Zie: Bange. 750. II. 1021. — Godspraak. 286.— Reg. Tooneel. Gellius, A., Noctes Atticae. 888. Geloofsartikel (De voorn.) v. d. ware R. Kerke. II. 372. Geloofsbelijdenis (De Nederlandsche). II. 345. — (De Onveranderl. Santhorstsche). — Zie Wolff geb. Bekker. 377. — (De veel veranderde Santhorstsche). 378. — („ Roomsche). II. 337. — van Z. K. H. Frederik Willem. II. 706. — „ Z. K. M. van Pruyssen. II. 705. Geloofsliederen eener verborgene. 310. Gelrus. — Zie Vriendschap. 487. Geluckwensinge (Een) a. Wilhem Hendrick. 437. Gelzer, H., Kirchl. Bewegung in der Schweiz. II. 761. Gemeenschap tuss. d. Gottische spraeke en de Neder- duitsche. 37. Gemeente (Aan de Hervormde) in Nederland. H. 383. — (De Hervormde) te Goes. H. 577. — (De) Oost- en West-Souburg. — Zie Paspoort van Grijpskerke. II. 580. Gemeenteraad (De) v. Deventer ter verantwoording ge roepen. — Zie ter Gunne. II. 636. Gemeentewet (De). H. 281. Gemelli, C., Histoire d. 1. Ré volution Beige. II. 243. Gemert, C. van. — Zie Keten. 263. Gemma, C., De naturae divinis characterismis. II. 102. Gemma Frisius. — Zie Apianus. II. 39. Gemmingen, von. — Zie Reg. Tooneel. Gemmula vocabulorum cum addito. 46. Gempt, B. te, Principi Arausiae,... gratulatio. 906. — (Leven van). Lb. 1864, 339. Gemund, J. C. van, God heeft wonderen gedaan. 420. Genabeth, P. van, Beginselen d. Nederd. taal. 145. — Iets over de werkwoorden. H. 980. — (Leven van). Lb. 1853, 10. — Noodzakelijkh. d. aankweeking d. volkstaal. 137. — Ongegronde d.vooroordeelen tegen d. Ned. taal. 137. — Woorden a. alle voorstanders onzer moedertaal. 138. Zie; Bloemlezing. 224. — Lessen. II. 983. — Reg. en Snppl. Reg. Tooneel. Genard, P., Compte rendu d. travaux du Congres tenu a Anvers. II. 792. Zie: Van der Voort. II. 796. — Reg. Tooneel. Gendt, W. van, Predicatie. II. 663. Gendt, J. G. W. Merkes van. — Zie Merkes. Gen ealogiën van N ederl. geslachlen.il.68—72. Genealogien (Pommersche). H 708. Geneeskunde. II. 295, 935, Hs. 76. Geneesmiddelen voor Hollandts qualen. IE. 158. Genesis (Het Boek) in het Engelsch. 841. — (Het Boek) in het Groenlandsch. 1003.
Genesis (Het Boek) in het Maleisch. 999. — (Het Boek) in het Singaleesch. 975. — und Exodus nach d. Milstater Handschrift. 784. Génestet, P. A. de, [Yerschill. dichtwerken], 421. — In memoriam A. des Amorie y. d. Hoeven. 567. — Over Kinderpoezy. 425. — (Leven van). Lh. 1862, 147. Zie: Gedichten. 232. — Volks-Almanak(Christ.).189. Genet fils. — Zie Idman. 991. Genever-stoker (Nieuwe Schiedamze). 286. Gengenbach, P., S. R. F. [Gedichte]. 798. Gengler, H. G., Rechtsalterthümer im Nibelungen- liede. 798. — Das Hofrecht d. Bischofe Burchard. H. 744. Genie (Nederlandsche). H. 304. — (Le) de la langue Franpaise. — Zie d’Aisy. 930. Genin, F. — Zie Chanson de Roland. 943. Genlis (De), Adèle en Theodoor. H. 917. — Avondtijdkortingen v. h. kasteel. 709. — Flora. H. 1015. — Schouwtooneel v. jongelieden. XVII. Zie: Lansens. 684. — Reg. Tooneel. Gennep, A. van, Onpartijdig en onzijdig opstel. H. 373. Gennep, J. A. van, De Simone Renard. H. 109. Gennep, J. H. van, De cautione in re criminal! II. 927. Genootschap (Aardrijkskundig) te Amsterdam. II. 37. — Ars superat fortunam. 221. X, XIV. — (Bataviaasch) v. Kunsten en Wetenschappen. 122. II. 661, 976. — t. bevord. d. natuurkundige wetenschappen. H. 650. — » ,, v. waaren godsdienst enz. 119. — (Britsch en Buitenlandsch Bijbel-). 54. — Christo Sacrum. 266, H. 450. — Concordia. 123. — Concordia et Lahore. 221. IE. 789. — Concordia et Libertate. 111. — Constanter. 331. — Constantia et Lahore. XIV, Hs. 25. — Diligentia omnia. 222. — Doctrina et Amicitia. 115, 116. — Door arbeid en ijver. 114, 222. natuur en kunst. IH. „ oeffening werd veel verkreegen. XIV. — „ tijd en vlijt. IL 261. „ Yver bloeid de Wetenschap. 115. — Dulces ante omnia Musae. 115. Hs. 26. E musis aetemitas. — Zie Flora’s Bloemwarande. 632. — Floreant liberates artes. 114. — Fraterniteit. — Zie Aanklagt. Hs. 52. — (Friesch). II. 605—606. — Getrouw voor stad en vaderland. 476. — Gloriam tribuit doctrina. XV. — (Het Haagsch) tot verded. v. d. chr. godsd. H. 892. — Hierna volmaakter. 222. — (Historisch) te Utrecht. IL 62. (Hollandsch) van New-York. H. 880. Genootschap: In magnis voluisse sat est. 601. XV. — in omnibus quid utile X. — (Indisch). H. 662. — Industrie et labore. XV. — Jucunda & Donia. 458. — van tael- en dichtkunde te Antwerpen. 123,124,187. — Kunst door vrindschap volmaakter. 222. — Kunst wordt door arbeid verkregen. II. 973, X, XV. — Kunstliefde spaart geen vlijt. 222. — Kunstmin spaart geen vlijt. X, XV. — Kunstijver. 119. — Linguaque animoque fideles. Hs. 26. — Magna molimur parvi. 221. — Mathesis scientiarum Genitrix. H. 510. — M.et tijd en vlijt. 176. — Minima Crescunt. 112. Hs. 26. — Natura Artis Magistra. II. 549. — Natura et arte. HI. XV. — Natuur begaaft, Oefening beschaaft. 222. — (Natuur- en Scheikundig) te Groningen. H. 650. — De Nederlandsche Leeuw. II. 63. — Nil volentibus arduum. 221, X, XV. — Non ut voluimus; sed ut potuimus. 221. — Nostra musa virtus. XV. — Nut vermaek. 222. — Oefening kweekt kennis. 121. — Oefening kweekt kunst. 222, XI. — (Kon. Oudheidk.) te Amsterdam, n. 74, 1042. — Pro excolendo Jure Patrio. 113. — ,, patria ejusque libertate. 472. — Prodesse canendo. 222. Zie: Carmina. 893. (Prov.) v. Kunsten en Wetensch. in N. Brab. 121, 122, 209. H. 976. (Prov. Utrechtsch) v. Kunsten en Wetenschappen. 115. H. 974. — Sine labore nihil. 222, XV. — Solus Nemo Satis Sapit. 115. — Studium alit artes. 221. — „ scientiarium genetrix. 115. — de Surinaamsche lettervrinden. 222. — „ Tael is gansch het volk. 293. — Tendimus ad coelestem patriam. 222. — Tendit ad ardua virtus. UI. — (Teylers). n. 948, 974. Tot herstel d. eensgezindheid te Utrecht. II. 596. — Tot hulp in nood. 479. — „ nut en beschaving. 121. — (Wapen) Tot Nut der Schutterij. II. 544. — Uit liefde tot de Kunst. CCLIX. — van regte Afrikaners. 178. H. 685. — Veniam pro laude. XI. — Verscheidenheid en Overeenstemming. 111. — Vita brevis, ars longa. 112. — Vlijt is de Voedster der Wetenschappen. 119. — „ volmaakt. 222. — Volmaakter door den tijd. 222.
Genootschap: Vóór Konst en Wéetenschap. II. 984. — Voor het Menschdom. 119. — ,, Stad, Land en Vrijheid. 474. — „ Vrijheid en Vaderland. 474, 476, 479. — Vriendschap en Tooneelvermaak. XI. — V. W. 186, 222, H. 984. — Wij streven naar de volmaaktheid. 119. — den Wyngaerd. 124. — tot Zedelijke verbetering d. Gevangenen, n. 275,276. — (Zeeuwsch) d. wetenschappen. 114. n. 973. — De Zucht voor 5 t vorstlijk Huis enz. 480. Genootschappen (Dicht-). 221, II. 987, Hs. 25,81. (Gteleerde en Taal- en Letterkundige), lil» II. 973. Genot (Het waare) des levens. — Zie Post. 635. Genoveva (De historie van). 696. — (In het Czechisch). 971.—(In het Hoogd.). 809, 810. Gensichem, O. F. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Gensler, M. — Zie Arbeiten. II. 749. Gent, J. M. van (Leven van). Lb. 1868, 248. — Annotations criticae in Virgili Aeneidem. 886. Genter Liedersammlung. H. 992. Gentil, J. — Zie: Gracian. 632. — Reg. Tooneel. Gentman, C., Rehabeams Raedt. H. 594. Gentman, D. — Zie Lodenstein. H. 593. Geoffrey of Monmouth, The British History. H. 832. Geologie of verhandeling. — Zie Bilderdijk. II. 948. Georg, Hertzog z. Sachssen, Bericht. H. 35. George. — Zie G. Kepper. Georges, K. E., Lat. Deutsches Handwörterbuch. 50. i Georgisch, P. — Zie Corpus Juris. H 702. Geradts, J. L., Gesch. v. d. Souvereinen Raad. H. 659. Geraets Jr., J. H. — Zie Reg. Tooneel. Gérard de Rossillon, Chanson de geste. 948. Gerard van Zutphen. — Zie Zutphen. Gerard Jr. — Zie G. J. Spoor. : Gerard, A., Leerr. over Titus II: 1. 734. ; Gerard, G. J., Brieven. Hs. 71. Gerard, P. A. F., Invoering d. Christendoms. II. 793. Gerardi, Aeg., Spiegel van Philothea. 650. . Gerardus. — Zie Sprokkelingen. 424. | Gerardus Magnus. — Zie Geert Groote. I — Noviomagus. — Zie Descriptio. H. 695. i Gerbino (Geschichte v. Prins). — Zie Volksbücher. 809. I Gerbode, Nic. de. — Zie Apianus. 599. I Gerdes, D., Grig, ecclesiar. in Belgio reformat. II. 343. I — Scrinium antiquarium. H. 644. Zie: Miscellanea. II. 886. I Gerdes, H. J., De Enthusiasmo. II. 895. I Geregtshof (Het Prov.) v. Utrecht en Dirkje Veld huizen. n. 598. I Gerichts Ordnung (Des Karols V... peinlich). II. 1060. I Gerichts-Ordnungen (Die altesten) Russlands. H. 768. I Gericke, J. F. C. — Zie Cornets de Groot. 999,1001. I Gerkmans, E. — Zie Reg. Tooneel. Ë Gerlach, A. J. A., Fastes militaires. H. 663. Gerlach, A. J. A., Nederl. Oost-Indië. H. 662. — Overdrukjes. Gerlach, F. D. — Zie: Sallustius. 885. — Tacitus. H. 688. Gerlach, J. — Zie Bloemlezing. 250. Gerlache, E. C. de, Histoire d. Royaume d. Pays-Bas. H. 235. — Notice sur un MS. de Li Muisis. 21. Gerlinger, J. B., Griech. Elemente in Schillers Braut v. Messina. H. 1024. Gerlings Czn., H., Te Haarlem vóór 50jaren. II. 561. — Haarlemsche bijdragen. II. 560. — De Rhetorykkamer De Wyngaartranken. 209. — Verscheidenheden v. Haarlems bodem. H. 560. — Overdrukjes. Zie: Alberdingk Thijm. II. 562. — Uit de onde doos. II. 991. Gerlings, J. Th., Willem VI te Utrecht. EL 591. Germaansche talen. 737. II. 1019. Hs. 34. Germain, A. J., Oefeningen op de Ned. spraakk. 147. Germania. Neues Jahrb. d. Berlin. Gesellschaft. 743. Germez, A. Karelsz van. — Zie Zjermes. Germond de Lavigne, A. — Zie de Rojas. 922. Gemevalde. — Zie Reg. Tooneel. Gernhard, A. G., Commentt. grammaticae. 880. — De periodis. 882. Geming, J. J., Das XVHIe Jahrhundert. 802. Gerobnlus, J., Waerachtich verhael. H. 599. Zie: Psalmen. 590. Geroe, geb. de Gast, J. E. — Zie Gevallen. 668. Gerretsen, H. W. — Zie Pitsch. H. 315. Gerrevink, B. van. — Zie: van Heusden. 534. — Verzameling. 453. Gerrits (Vrou), Nieu Gheestelyck Liedt-Boecxken. 253. Gerrits, J., Grafdichten. 571, 576. Gerrits, Soetjen, Een geestelyck Liedt-boecxken. 254. Gerrits, G. Engelberts, Fastes d. 1. marine Hollan- daise. H. 303. — Gedenkstuk v. Neerlands heldendaden. H. 303. — Geslachtslijst d. Nederlandsche vorsten. II. 1041. — Leven van M. A. de Ruyter. 711. Zie: Schoonheden. 223. — Tollens. 195, 899. Gerritsz, Comelis. — Zie Sententien. H. 136. Gersin, N. — Zie Reg. Tooneel. Gersons bok om djefvulens frestelse. 862. — Lardom huru man skall dö. 862. Gerst, J. — Zie Erkelens. 532. Gerstacker, Fr., Schetsen v. h. oorlogstooneel. H. 53, Gerth, Warum hat Shakespeare, etc. 846. Gerth van Wijk, D. — Zie Bijdragen. 997. Gerth van Wijk, J. A., Anti-schoolwetverbond. H. 313. — Christelijk schoolonderwijs. II. 313. — Gedachtenis aan Mevr. Huydecoper. II. 606. — Onze kinderen in Christus geheiligd. H. 897. Zie: Toespraken. II. 605. Gertz, J., De prisca Trevirorum Lingua. 774. Geruzez, E., Hist. d. 1. littérature Frangaise. 926. Gervasius Tilburiensis. — Zie Madox. H. 832.
G ervinus, G. G., Einleitung in dis Gcschichto d. XIX Jahrhunderts. H. 19. — Geschichte d. Angelsachsen. II. 831. H „ Deutschen Dichtung. 746. „i. Literatur. 746. n „ poetischen National-Literatur. 746. n „ XIX Jahrhunderts. II. 20. — F. C. Schlosser. 755. — Shakespeare. 834. Gerwen, 3. van, Vondel’s Aanleiding t. Nederd. dichtkunst. 373. Gesammtabenteuer. 810. Gesammtverein d. dtsohen Geschichts- u. Alterthums Vereine. II. 687. Gesangbuch (Schweizerisches) 786. — d. Evang.-Luth. Gemeine im Haag. 786. Gesangbiicher (Hamburger Niedersachsisehe). 818. Gesangbüohlin Geystlicher Lieder (Ein New). — Zie Vehe. 786. Gesangen. — Zie Gezangen. Geschenk aan jonge jufvrouwen. 711. — (Onderhoudend) voor kinderen. H. 1015. — voor de Jeugd. 707. u Nederlands Jufferschap. 194. _ „ Tooneeldichters. — Zie Kasteleyn. H. 958. — (Nieuw-jaars-) a. Neerlands jongelingschap. 185. f n ) voor kleine kinderen. 708. Geschichte d. Abrahamiten. H. 756. d. Polnischen Literatur. 968. — u. Rechtsverhaltnisse d. Schlesischen Staats-Obli- gationen. H. 710. — Ungarns. H. 758. Geschichtsdenkmaler (Pommersche). H. 708. (Pommersche und Rugische). II. 707. Geschichtsfreund (Der). H. 763. Geschichtsquellen (Thüringische). H. 745. Geschiedenis, Oudheidkunde en Plaatsbe schrijving. H. 1, 1034. — (Algemeene). H. 9, 1035. Hs. 37, 83. M v. h. Christendom. H. 25,1037. . va n den Gtodsdienst. ü. 21, 1036. de Middeleenwe n. H. 15, 1036. (Natuurlijke) in het algemeen. H. 947. u v. Nederland. H. 295, 1050. van Nederland. H. 75, 1041. Hs. 39, 83. Nederl. gewesten en plaatsen. H. 393> 1053. Hs. 46, 83. van den nienweren tijd. II. 19. — der Oudheid en Oudheidkunde, n. 13,1035- — van het Protestantisme. II. 33, 1038. M Roomsch-Katholicisme. H. 31, 1038. (Algemeene) d. Vereen. Nederlanden. II. 79. — d. belegering v. h. Kasteel v. Antwerpen. — Zie Immerzeel. H. 248. — der beminde vrouwen, 668. (Chineesche) beh. de gevallen v.Tieh-Chung-H. 670. — der Christelijke Kerk in Nederland, n. 329. „ „ tafereelen. II. 27. M 99 » ” Geschiedenisvanh. Cultuurstelsel.—ZiePiccardt.H.665. — van Fortunatus. 699. —en Handel, d. Mtsch. t. bevord. d. Toonkunst. H. 327. — van den hoed. 372. n Jozua Davids. — Zie Lynn Linton. H. 27. — „ Jubilee-zangers. 269. — „ de Koffij. — Zie Peters. H. 949. n „ landing der Engelsohen. n. 223. — der landingen in Engeland. H. 832. — „ Macabeën. Hs. 12. van Nederland. — Zie Vierhout. H. 81. — der Nederlanden voor de jeugd. H. 79, 80. M Neerl. zeevaart.—ZieBlaupot ten Cate. H. 268. — „ Sultan Ibrahim. 1001. — „ Tanette. 1002. — (Uit de) van een Gezang. H. 989. (Zeldzame) van twee aartige juffers. 670. Geschiedenisse (Miracul.) gebeurt te Yperen. H. 805. Geschiedenissen d. Vereen. Nederlanden. Hs. 42. — ende handelingen die voorn, aengaen de Nederd. natie. H. 842. — (Bijbelsche). — Zie Brakel. H. 904. — (Tweejaerige). — Zie Brandt de jonge. H. 161. Geschied zangen (Nederlandsche). 269. Geschillen tuss. de HH. van Embden en Victor Frise. Hs. 44. Geschrift (Een Javaansch) uit de 16 e eeuw. H. 26. Geschriften (Luimige). 698. — (Stichtelijke). 645, H. 1011, Hs. 21, 32, 80. Geselschaft (Antropologische) in Wien. n. 753. — (Antiquarische) in Zürich. H. 762. (Deutsche) z. Erforschung vaterl. Sprache u. Al- terthümer. n. 737. for altere Deutsche Geschichtskunde. H. 687. H Beförderung d. Geschichtsk. v. Freiburg. II. 741. n bildende Kunst in Emden. H. 715—16. cl. Gesch. d. Herzogthümer Schlesw. Holstein u. Lauenburg. II. 717—720. far Gesch. d. Ostseeprovinzen Russlands. H. 769. Nordische Alterthumskunde. H. 773. n nützliche Forschungen zu Tjier. H. 730. n pommersche Gesch. u.Alterthumsk.II.707—709. vaterl. Alterthümer z. Basel. II. 763, 1061. in Zurich. H. 762. 99 99 ,f — (Gelehrte Estnische). II. 769. (K. K. Geographische) zu Wien. n. 37, 753. — (Geschichtforschende) d. Osterlandes. II. 746. — (Historische) in Basel. II. 763. _ „ d.Künstlervereinsz. Bremen. H. 747. n f, d. Provinz Posen. H. 709. — (Kurfürstl. Deutsche) in Mannheim. 744. — (Königl.) d. Wissensch. zn Gottingen. H. 713. ( n Böhmische) d. Wissenschaften. H. 757. — (Mahr.-Sehles.) z. Beförd. d. Ackerbaues.ïl.757—58. — (Oberlausitzische) d. Wissenschaften. H. 709. (K. Sachs.) d. Wissensch. zu Leipzig. II. 740. — (Schlesische) f. vaterlandische Cultur. H. 709.
■ 253 GESKLLSOHAFT. Gesellsohaft (Sohlesw.- Holst.- Lauenburgische.) f. va- terl. Geschichte. II. 717. — (Westphallsohe) f. vaterlandische Cultur. II. 724 — zur Beförderung gemeinnütziger Thatigkeit. II. 750. Gosellschaftslieder (Die Deutschen) d. XYIen u. X Vilen Jahrh. 787. Gesenius, G., Punica Plautina. 984. — De inscriptione Punica Libyca. 984. Gesenius, W., Versuch iib. d. Maltesische Sprache. 985. Gesetze (Die) der Angelsacbsen. H. 842. Gesignies (L. Dubus de). — Zie Dubus. Gesigte (Een wónderlyk). H. 1038. Geskiedenis (Di) van Josef. II. 982. — van die Afrikaanse taalbeweging. 178. Geslachten en Familiën (Nederl.). H. 65. Geslachtkunde in het algemeen. H. 3. — (Nederlandsohe). n. 63. Gesner, J. M., Primae lineae artis Oratoriae. 882. — Socrates sanctus paederasta. H. 1027. Gesperden, J. van. — Zie Keg. Tooneel. Gesprachbüchlein. — Zie Sprichwörter. 169. Gesprache (Polnische). — Zie Kozmowy. 967. Gesprachlein über d. Berlin, orthogr. Konferenz. 762. Gesprek (Devoot) tuss. een vromen Kathol, enz. II. 337 — (Eenvoudig) over gewigtige leerpunten. H. 360. — (Ernstig) ... tusschen drie Personen. H. 145. — tusschen twee R.-Katholieken. H. 337. — „ Meester en Discipel. H. 900. — van eenen geheimen zendeling. II. 383. — „ liefhebbers d. ghemeynen nuts. II. 127. — (Een leerlyck en christlyck). — Zie David Joris. 618. — (Tn) .. over smokkeldery. 174. — „ „ het riek der waarhaid. 175. Gesprekken met Emilia. 636. — over de verdraagzaamheid. — Zie van Hengel. 640. Gesscher, D. van, Grafschrift. 570. — Aan Philetus. Hs. 28. — T-zang. 462. Zie: Eeuwfeest. Hs. 49. Gessner, G., Jan Jakob Hess. H. 763. Gessner, S., Dood van Abel. H. 993. Zie: Keg. Tooneel. Gesta abbatum orti Se Marie.—Gedenkschr. enz.H.618. — Eresonum. H. 608. — Frisiorum. II. 608. — Pontificum Tungrensium. H. 816. — Romanorum moralisata. — Zie Historiën. 609. Gesten (Die) of gheschienisse v. romen. — Zie Histo riën. 609. Gestes (Les) des Dues de Brabant. — Zie Jan de Klerk. 206. Gesticht (Geneesk.) v. mindeqarige idioten. H. 460. Getydeboeken (Verschillende Nederl.). Hs. 16—17, 79. — (Latijnsche). Hs. 17. Getyde- en Passieboek. Hs. 17. Getyden (Deuote) v. d. lene en passie iha cristi. 610. Getrouw voor stad en vaderland. — Zie Genootschap. — GEVOELENS. 254 Getuige (De), Christelijk maandblad. 645. Getuygen (De onwettelyke). H. 837. Geuns, B. van, Beschrijving v. Zaandam. H 566. — Gods openbaringen. H. 908. Zie: Herinneringen. 75. Geuns, J. van, Bedestond. II. 482. — Brief. IL 480. Hs. 60. — Leven van C. de Vries. H. 971. — Verslag v. h. Instituut v. blinden. H. 555. — Overdrukjes. Zie : Gids (De). 130. — Inwijding. 117. —de Vos. H. 680. Geuns, J. J. van. — Zie Lamers. H. 459. Geuns, M. van, Brieven. Hs. 60. — De civium valetudine reipublicae rectoribus in pri- mis commendanda. II. 930. — De humanitate. H. 936. Geuns Mz., S. J. van (Levensschets van). 77. Geuring, E. W., Theorie der liefde. 706. Geus, A. de, Beschrijving d. Overlaten. II. 404. Geus, A. J. de, Jachtrecht en Jachtwet. H. 265. Zie: Suppl. Reg. Tooneel. Geuse-kost opgedist in paapse schotelen. II. 372. Geuse-Vesper of Kranken-Troost. H. 379. Geusen-Lietboek. 271. — (Nieuw). 271. Geuzeliedjes (Twaalf). II. 992. Geuzen (De). — Zie van Haren. 371. Geuzenlied (Nieuw). 513. Gevaar (Gewaand en wezenlijk) voor de Ned. Herv. Kerk. 11. 383. Gevallen van Mundus. 635. — van Nine. — Zie de Boutteville. 669. — (Wonderlijke) v. d. rampspoedigen Philopus. 668. — van Telemachus. 703. Gevangenissen. H. 273. Gevelman, M. A., Grafdicht. 563. Gevelman, M. Az. — Zie Amya. 527. Gevers, M. B. H. W. — Zie Aan de Herv. Gemeente. H. 383. Gevers van Endegeest, D. T., De droogmaking v. h. Haarlemmermeer. II. 530. — Het Hoogheemraadschap Rijnland. H. 443. — Disp. inaug. de servilis eet. II. 852. — Snoeyen v. houtgewas. H. 949. — (Leven van). Lb. 1881, 167. Zie: Boon. II. 630. Gevers Deynoot, D. R., De summi imper. Belg. cura ad promovendam agriculturam. H. 290. Gevers Deynoot, F. G. A., Nonnulla de mercatura in patria nostra. H. 269. Gevers Deynoot, W. Th., De magno... piseatu. H 289. — Herinneringen eener reis n. Ned.-Indië. H. 667. — Inkwartieringen. II. 301. — Reis d. d. Vereen. Staten v. N. Amerika, n. 874. — (Leven van). Lb. 1880, 47. Gevoelens van eenHoll. patriot.—ZievanHaren.H.182. — v. e. staatsman. — Zie von der Pfordten. H. 52.
Gevoelens (Vrije), in een zaaklijk antwoord. II. 192. Gewin, B., Reisontmoetingen v. Joach. Polsbroeker- woud. 677. H. 1067. — (Woorden bij bet graf van). II. 968. Gewin, J. Chr., [Verschil! romans]. 677,678. II. 1067. — [Verschil! kinderwerkjes]. 714. — Nieuwjaarsgroet eens Doodgravers. 410. Recht van oorlog en vrede. H. 278, 930. Zie: Snppl. Keg. Toonee! Gewoonten, Vrijheden enz. van Sint-Truyen. II. 816. Geyder, Aug. — Zie: Walther von Aqnitanien. 788. Geyder, A. F. H. — Zie: Reinhart. IL 986. —Vor- rede. II. 703. Geysbeek, P. G. Witsen, [Verschil! dichtwerken], 397. — Bibliographisch woordenboek. Hs. 7. Biographisch woordenboek d. Neder! dichters. 68. De eer en de eerzucht des menschen. 640. — „ hedendaagsche Olympus. 640. „ kleine Zimmerman. 710. — Levensschets v. Saint-Lambert. 928. Nederduitsch-Deensch Woordenboek. 34. — Rijmwoordenboek. 179. — Staatkundige dood v. Bonaparte. 494. — Stenographic. 9. Verhandeling o. h. puntdicht. 179. — Overdrukjes. Zie: van der Aa. 68. — Anthologie. 223. — An- tonides van der Goes. 847. — Apollineum, 128. Dag. 307. — Gedenkrolle. 491. — Hooft. 657. — Maurits. 709. — Roskam. III. — de Saint-Lambert. 315. — Swaving. Hs. 78. — van der Woordt. 893. — Keg. Toonee! Geyter, Ju! de, 300eVerjaringv. Rubens geboorte. 521. Zie: Reinaart. II. 986. — Waarheid (De). 66. Gezang aan h. vereen. Nederland. — ZievanHaren.450. Gezangboek v. d. Evang. Luth. Gemeente te’sGraven- hage. 265. in het Groenlandsch. 1003. — voor Vrijmetselaren. 291. Gezangboekje (Singaleesch). 978. Gezangen bij het openb. onderzoek d. Nederd. sohool te Bolsward. 487. bij de viering v. h. beleg en ontzet v. Leyden. 495. ,, gelegenheid,, ,, 50-j. bestaan v. h. Luth.Diac. Weeshuis. 497. bij de onthulling v. h. Nation, gedenkteeken v. 1813. 519. — (Christel) en uytbreyding v. d. Menschen val. 259, 352. H. 1065. — (Christel.) v. d. Doopsgez. Gemeente. 265, 266. Evang. Luth. Gemeente. 268. n „ „ Luthersche Kerk. II. 990. > n n Walsche Gemeente. 266. — der Engelsche Kerk. 268. — „ Fransch-prot. „ 268. — „ Grieksche „ 268. — „ Katholieke „ 268. „ liefde. — Zie Post. 395. en dicht-oeffeningen mijner jeugd.—Zie Clarisse.394. Gezangen (Evangelische). 267. — (De Evangelische) .. beoordeeld. 250. — (Geestelyke). 260. n ten gebrnike in Z.-Afrika. II. 990. opgemaakt d. eenige zangers. 262. u verv. veelerh. Christel, gevoelens.260. — (Geestel. en Kerke!) d. Kerken v. Cleve enz. 264. — (Hoogduitsche Kerkelijke) 783. — mijner jeugd. — Zie Bellamy. 389. — naar aanleiding v. d. Heidelb. Catechismus. 265. — (Nederlandsche Kerheljjhe). 233,249,11.989. — op de inwijding v. 5 t Maessluische Orgel. 448. — „ den Veldtocht v. Friso. 454. — (Opwekkende). 265. — ten dienste der Bcholen. 291. — (Vaderlandsehe). — Zie Bellamy. 389. — voor de Vrije Gemeente. 270. „ het Engelsch Zendeling-Genootschap. 266. — (Vrije Landbouwers). 290. Gezantschap v. d. Sultan van Achin. II. 124. Gezelle, P., Bruiloftdicht. 542. , Gezelschap Amicitia. X. — Concordia. 486. — Democriet. 223, 291, 483, 497. — (Doctoren) Uno Animo. 530. — der Goden. IV. (Historisch). — Zie Historisch Genootschap. — (Het loffelyk) van de vetpot. 666. — Tot onderling vermaak. XI. — Ultra posse nemo obligatur. 115. — Utile dulci. 119. — Utile et amusant. XI. — van Utrechtsche Heeren. H. 595. — (Vermakelijk) d. vernuftige Nederlanders. H. 181. (Vrolijk) der negen Zang-Godinnen. 280. Gezelschapsliederen (Geestelijke). 263. Gezondheidslessen. — Zie Schrant. II. 938. Gezondheidstoestand, van N ederland. II. 295, 1049. G. F. — Zie Cocq. 531. — Edens. 532. — Tyd- verdryver. II. 1014. — Verzameling. 453. G. F. H. — Zie Sprachlehre. 860. G. H. — Zie Uitnoodiging. 514. Ghai. — Zie Vergleichungstafeln. 39. Ghebruyck. — Zie Gebruik. Gheest, G. van der, Lycksang over Willem de IHe. 443. Gheldolf, A. E. — Zie Warnkoenig. II. 800. — Overdrukjes. Ghelen (Les Van). — Zie Vorsterman vanOyen.15. Ghemmenich, P. a, Carmen Jocoserium. 306. — Carmina. 306. Gheraert (Broeder), Natuurkunde v. h. geheel-al. 208. Hs. 11. Ghert, P.. van. — Zie Verzameling. Hs. 55. Gherwen, A. van, Liedeboekjes. 252—253. Gheschier, P. — Zie Antonius. H. 993. Ghespreck. — Zie Gesprek.
17 Ghesquiere, J., Brief. Hs. 60. — Brieven a. A. Kluit. Hs. 71. Ghetiden. — Zie Getijden. Ghiessen, N. P. van der. — Zie van Auerswalt. 528. — Elias. 532. ' Ghistele, C. van. — Zie Ovidius. 301, 302. — Te- rentius. XV. — Virgilius. 298. — Keg. Tooneel. Ghistelle St. Floris (Marquis de). Brieven. Hs. 71. G. H. v. B. — Zie G. H. van Breugel. Ghyben, K., en J. Badon, Mengeldichten. 230. Ghysen, H. — Zie Hoonig-raat. 245. Giacoletti, J., De lebetis materie et forma. 900. Giacometti, P. — Zie Keg. Tooneel. Giambullari, P. F., Orig della Lingua Fiorentina. 911. Giardini, E., Elemente dell’Arte Kettorica. 914. | Gibert. — Zie Pelloutier. H. 817. Gi n° n 827 E ' ~ Zie: Chronicon - n - 83L - Somner. | Gids (De). 130. I — (De Nieuwe). II. 977. I — door België, n. 795. I — voor bezoekers van Arnhem. II. 424. » » » Haarlem. II. 562. I — „de histor. tentoonstelling v. Friesland. II. 612. I ~ ” vre emdel. in Deventer.—ZieterGunne.n.634. I Giefers^W. E., Die Giefersche Hypothese vertheidigt. I Zie: Seiberts. II. 725. — Zeitschrift. II. 724. f Gielers Vocabulaer. — Zie Legende. 176. I Gierding, P., De studio linguae Graecae eet. 869. E Gierig, G. E. — Zie Ovidius. 886. I Giese, J., Licht en schaduw. 688. I Gi ! 3 , B f br *T ht ’ h y ehei d - K - Gesellsch. f. Nordische Alterthumskunde. II. 773. | Gieseler, J. C. L., Bijzondere dogmengeschied. n. 893. — Inleiding tot de dogmengeschiedenis. n. 893. E De Kainerii Sachoni summa de Catharis. II. 893. E Zie: Redepenning. 751. — ünruhen. II. 359. I Gieuhari (Abu NasriIsmaelEbnHammad al-), Purio- ns sermonis Arabici Thesaurus. 984. 6 Gift (A parting) to a Christian Friend. 843. I Gijllenbourg, Th. Buntzen geb. — Zie Buntzen. I Gijselaar, F. de, De libertate preli. II. 962. ! Gijselaar, N. de, De foro mercatorio. n. 269. f Gijselaar, N. C. de (Leven van). Lb. 1875, 97 Gijseleers-Thijs, B. J. F. C. (Leven van). 78. jGijsen, J. van, [Verschil!, dichtwerken], 356. Slichten vercier. de Antwerpsche Crt. 444. |i— Afgeperste wederlegging. 446. | Gestadige ongestadigheyd. 445. ; Vermaakelijke Haarlemmerhout. 280. ; Vreede op haar Zeegenwagen. 445. ’ tZaamen spraak luss. d. Holl. maagd en de Vrede 445 Zie: Buitenleven. 280. — Gezelschap. 280. — Ree' Tooneel. 6 ' f te^n.'H°To4 r0n8 “ d ' NedmL be ' |“ Origo et historia Belgicorum tumultuum. II. 104. Gildebert m (Gestes du Roi). 955. Gildeboek (Het). H. 331. Gildebrieven (Verschillende Leidsche). n. 511 514. Gildehoren (De) v. h. Schippersgild te Harlingen.II.623. Gildemeester, J. P. _ Zie Weekblad. II. 937. Gildemeister, ƒ., Bibliothecae Sanskritae... speci men. 974. ^ Gilden. H. 289. — te Leiden. (Versch. Ordonnantiën en Güdebrieven) 11. 511—514. 7 Gildt (Hetgroote) d. hedendaagsche financiers. II. 185. Giles, J. A. — Zie Geoffrey. II. 832. Gilion de Trasignyes (Histoire de). 949. Zie: Baudoyn. 949. Gille Heringa, S. — Zie Heringa. Gillebertus, Carmina. 888. Gillesen, P„ Brief a. M. Tydeman. Hs. 60. Gillespie, G. L. — Zie Reports. H. 875. Gilliodts van Severen, L. - Zie: Flandre (La). II. 799. — Galliard. 177. Gillis, P., Kerckelijcke historie. II. 855. Gillis van Wevel, Leven v. Sinte Amand. 206. Gillisen, Aeg., Intreeleerrede. 728. Gillisen, M. J. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Gilpin, G. — Zie Marnix. II. 363. Gils, A. van,Kathol. Meyerysch Memorieboek. H. 410. Gilse, J. van, Verspreide opstellen. II. 61. — (Leven van). 77. Lb. 1859, 217. — Overdrukjes. Zie: Gids (De). 180. Giltay, P. A., De Koning Leeve! H. 251. Gin, P. L. Cl., De 1’éloquence du barreau. 934. Gl II k 223 J ' P ’ Van ’ LeTen v ‘ Wülem George Frederik. Gingins-la-Sarra, F. de. — Zie: Dépêches. II. 1042 — Mémoires. II. 764. Ginzel, F. H., Neue Untersuchungen. II. 942. Giphanius, O. — Zie Alciatus. II. 332. G. I. R. — Zie Geertsema. 533. Girard, Alb., Invention nouvelle. II. 940. Zie: Maralois. II. 943. Girard, G., Synonymes Franpois. 934. Girard d’Amiens, La Bataille d’Agoullant. Hs. 35. La Bataille de Rencesvaux. Hs. 35. Girard de Mielet van Coehoorn, J. P. de.—Zie Coehoorn. Girardin, E. de, L’homme et la femme. 956 Gi T<S^l Mad ' d6 ’ né6: Delph ‘ - Zie Reg. Girolamo Jakomo. — Zie G. van Spaan. Girtler, 8., De Speculi Saxonici ed. Cracoviensi. n. 703. Giry, A. — Zie Cartulaires. II. 830. Gisius Nanning, F. P. — Zie Nanning. Gislenus de Pelichy, Th. F. M. A. — Zie Pelichy. Gissen doet missen. II. 473. Gittens, F. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Giuseppe (ps.). _ Zie Reg. Tooneel. Giuseppe, V., Overdrukjes. Giustinianus, P. — Zie P. Justinianus.
G. J. Q. Zie G. J. Quintin. G. K. — Zie G. Kockaert. Gladmakius, Chr. — Zie Gedichten. 221. — Schaaf. 451. Glafey, A. F., Spec, decadem Sigillorum complexum. H. 8. — Ge vera quond. Ministerialium indole. II. 1036. Glagau, O., Fritz Reuter u. seine Dichtungen. 754. Glance (A) at the interior of China. If. 862. Glapthorne, H., Plays and Poems. 847. Glaser, Ad., [Verschil! Hoogd. romans]. 804. — Hollandische Novellen. 660. — Overdrukjes. Zie: ten Brink. 686. — Cremer. 688. — Busken Hnet. 682. — Keller. 683,684.—van Lennep. 676 Glaser, C., Beitr. z. Gesch. d. Stadt Grimberg.II. 743. Glasius, B., Geschied, d. Christelijke Kerk. II. 329. — Godgeleerd Nederland. 68. — Nagedagtenis v. J. Lagerwey Gz. 83. — Onze hope. II. 251. — Rede bij het gedenkt, v. J. A. Zoutman. It. 199. — Verhandeling over Erasmus. 76. Zie; Jaarboekje. IX. 354. Glasius, J. L. M., Overdrukjes. Glatz, J., Kinderwerkjes. 709. Glauchus, A., De Concordantiarum biblicarum usu schediasma. II. 887. Glay, J., Leerrede over Rom. IV: 5. 734. Glay (Le). — Zie Le Glay. Glazemaker, J. — Zie Discours. H. 835. Lyly. 666. Glazcmaker, J. II. — Zie Barclai. 662. van den Bosch. II. 5. — Curtius. 605. — Descartes. II. 911. — Epictetus. 599. — Erasmus. 614. II. 889. — de Montaigne. 628. — Seneca. 602. — Urfé. 665. — Vrou (De deugdelijke). 703. — Reg. Tooneel. Gleanings from English Prose. 843. GleichmaD, J. G., Leven van A. Bogaers. 72. Gleichman, J. J., Overdrukjes. Gleintz, J., Groningae praefectura. II. 646. — Groningens Stadhouderschap. II. 646. Gleuns, W. — Zie Gruno. 131. Gleuns Jr., W., Het mundomotorium. II. 943. Zie: Feestzangen. 512. — Liedjes. 618. ■—Pesta- lozzi. II. 1050. — Schoolbode. II. 309. — Slui ting. II. 648. — van Swinderen. 560. Gleuwink, G., Bespiegelingen. 381. — Bruiloftdicht. 536. — Grafdicht. 566, 567, 573. Gley, G., Langue et littérature d. anciens Francs. 744. Glimmerveen, D. J., Gedenkschrift. II. 256. Glinderman, E. L., Onder de af beeld. v.Bilderdijk.Hs.81. — Lijst d. werken van W. Bilderdijk. 71. Zie; Mengelingen. 500. Gloria Deo. — Zie Psalmberijming. 247. Gloriam tribuit doctrina. — Zie Genootschap. Glorie (De) van het dansen. CCLVIII. Glory (The) of Jesus Christ. 975. Glose (De) up de XV grade. Hs. 80. Glossaire Génevois. 939. Glossare (Niederlandische) d. 14. u. 15. Jahrh. 165. Glossarium Belgicum. 165. Glossen (Althochdeutsche). 757. Glück, C. W., Die bei J. Caesar vorkommenden Keltischen Namen. 864. G. M. — Zie Cicero. 603. — de Greeff. 533. — Hartsgedachten. 455. G. M. B. — Zie G. M. Boissevain. Gnapheus, G. (of W.) (Leven van). 77. — Historic v. h. liiden van Jan de Backer. II. 346. — Lobspruch d. Stadt Embden. II. 716. — Tobias ende Lazarus. 621. Zie: Bullinger. 622. — Reusch. II. 707. G. O. — Zie Basen. 528. • Gobart, L., Mémoire s. 1. dénonciation. II. 797. Gob belt, W. van, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 71. Gobels, A. — Zie Boileau. 314. Gobineau (von). — Zie Pott. 28. Goblerus, J., Spieghele der Rechte. II. 703. Goch, F. van. — Zie Ernstige (De). 128. Gocheltas (De) van Momus. 659. Gockinga, C. H., Brieven over het regt v. beklem ming. II. 643. — Register op zijne werken. II. 643. —• Toezigt op h. beheer d. goederen v. d. Herv. Ge meenten. II. 391. — (Leven van). Lb. 1883, 227. — Overdrukjes. Gockinga, H., Ditvinding d. boekdrukkunst. 11. Zie: Haverkamp. 554. Gockinga, L., Groningaas adelaar. 193. — Zegezang aan Willem de Ille. 442. Gockinga, R., Dissert, inaug. II. 643. God (Aan). — Zie Stijl. 469. — Turnbull de Mikker. 394. God is liefde. n. 1013. God (Van den olden en nieuwen). II. 1009. Godaert-d’Aucour de St.-Just. — Zie Reg. Tooneel. Godart, A. — Zie de Gruiter. II. 1007. Goddaeus, C., Nieuwe Gedichten. 342. Zie: Dichter. 226. Goddard, Q. J., Luimen mijner muze. 416. Godefridus, P., Woestyne des Heeren. 620. Godefroi, M. J., De Levertraan als huismiddel. II. 938. — Overdrukjes. Godefroi de Leigni. — Zie Roman van Lancelot. 203. Godefroid de Bouillon (Chronique de). 948. Godefroy, Brieven. Hs. 71. Godefroy, F., Hist. d. 1. littérature Frangaise. 926. Godefroy de Paris, Chronique métrique. 948. Godewyck, P. G. vaD, Het... overlijden v. J.Becius enz. 330. — Grafdichten. 562, 565, 569, 575. Godewycx, P. — Zie Reg. Tooneel. Godgeleerde (Leerrede door een voornaam). 734. Godgeleerdheid. H. 885. Hs. 75. Godgeleertheid (De) en dichtkunde der ouden. H. 376. Godolin, P., Oeuvres complettes. 950.

Goethem, P. van, Le Lyre d’Apollon. 952. Goetraan, L., Spiegel der Jongere. 210. Göttleber, J. C., De Gemmarum scalptarum exoellentia. n. 16. Göttling, K. W., Ueber d. Geschichtliche im Nibelun- genliede. 793. — Nibelungen und Gibelinen. 793. Goetze, P. von. — Zie Yolkslieder. 966. Goeverneur, J. J. A., [Verschil! dichtwerken], 411. — [Verschil! dichtwerken v. kinderen]. 428. — [ „ proza-kinderwerkjes]. 714. — Lofdicht a. d. Conferentie te Londen. 501. Zie: Feestzangen. 512. — J. H. en E. Halbertsma. 825, 826. — Huisvriend. 130. — Kinderwereld. 708. — Lesturgeon. 416. — Liedjes. 618. — Poezy (Vlaamsche). 226. — Voor vissohers ge vangen. 184. Göz, J. A. — Zie Hans Sachs. 798. Goeze, J. M., Godgeleerd onderzoek. H. 1021. — Herderlijke brief. H. 381. — De liefde jegens vreemde godsdienstgenooten.II.378. Goezius, G. H., De supposititiis ac deperditis Pauli soriptis, schediasma historicum. II. 890. Gogel, I. J. A., Brieven. Hs. 60. Zie: Sillem. II. 234. — Reg. Tooneel. Gogh, P. van, Toespraak. H. 236. Gogh, V. van, Woord tot afscheid. 11. 291. Gold Pields of Victoria. H. 884. Goldhom, D. J. H., De summis principiis Theologiae Abaelardeae. H. 894. Goldmann, G. A. F., Comment, qua trinarum linguae... docetur. 38. Zie: Anno. 786. Goldoni, C., Le Commedie. 916. Zie: Reg. Tooneel. Goldschmidt, Ueher d. Plattdeutsche. 816. Goldschmidt, L., TJntersuchungen. II. 924. Goldsmith, O., Works. 847. Zie: Reg. Tooneel. Goll van Franckenstein, G. J. A., Quaestiones quasdam e Jure Neer! H. 266. Goltstein, J. K. Baron van (Leven van). Lb. 1873,69. Golwg ar Gyflwer yr Iddewon. 865. Gomarus, F., Waerschouwinghe. H. 365. Zie: Oordeel. I! 367. Gombert, A., Nomenclatoramoris od. Liebeswörter.767. Gomicourt, G. du Bois de. — Zie Bois. Gon, C. van der [Gelegenheidsgedichten]. 443. — Schiedamse Saturnus. 629. Zie: Reg. Tooneel. Gon, J. J. Denier van der, Hollands krijgsroem. 505. Goncourt, E. et J. de, ün premier livre. II. 1033. Goncourt, J. de, Lettres. II. 1033. Zie: E. de Goncourt. II. 1033. Gone, Ad. de. — Zie Acte. Hs. 44. Gonnelieu, de. — Zie Thomas a Kempis. 949. Gonnet, C. J., Het Begijnhof. II. 562. — De Commanderij van St. Jan. H. 562. — De wallen en poorten van Haarlem. II. 562. — Overdrukjes. Zie: Bedevaart. II. 863. Goodrich, C. A. — Zie Webster. 839. Goodricke, H., Aanmerkingen. H. 196. — Proeve ter opheldering v. sommige zaaken. H. 374. Goodschalk (Lijkrede op J.). 728. Goor, Th. E. van, Beschrijving van Breda. II. 406. Gooris, J., Leven van Carolus Bonus. II. 801. Goorn, B., Bruiloftdicht. 542. Goos, C. — Zie Reg. Tooneel. Gorcum, A. H. van, Mijn geest tot uw zie! H. 255. Zie: Reg. Tooneel. Gorcum, I. van. — Zie Peterssen. 648. Gordon, A., De potestate Guilielmi I eet. H. 119. Gordon, G., Aendagtige opmerkingen. II. 997. — Poesy. 348. Gordon, G., and P. Miller, Dictionarium Britanni- cum. 838. Zie: Bailey. 838. Gordon, J. — Zie Hire. 742. Goris, G., Les delices de la campagne. II. 462. Goris, J. — Zie de Groot. H. 106. Goris, L., Commentatio. II. 421. Gorkom, G. van, Afscheidswoord. H. 1018. — (Bevestiging van). 728. — De J. Coceejo, S. Codicis interprete. 74. — Eert uwe vaderen. II. 1054. — Leerr. t. bevestig, v. R. Koopmans v. Boekeren. 727. — Tiental leerredenen. 726. — Toespraak bij aanv. v. h. leeraarsambt. H. 1018. — Overdrukjes. Zie: Los en Vast. 132. Gorkom, K. W. van. — Zie Catalogus. H. 563. Gorkom, M. L. van, Beschr. v. Turnhout. H. 799. — Beknopt denkbeeld v. Oud-Nederland. U. 91. Gorkum, J. E. van, Bestorming v. Bergen op Zoom. H. 406. — Extrait d. Traité de topographie. H. 302. — Gemotiveerd voorstel. II. 298. — Instructie v. d. officieren d. militaire verkennings- brigade. H. 302. I — Staat- en krijgskundige beschouwingen. H. 301. — Topographische modellen. II. 302. — (Leven van). Lb. 1863, 481. Gorter, D. de, Or. in fun. G. C. H. Frisonis. II. 187. Gorter, S., Letterkundige studiën. 645. — (Leven van). Lb. 1872, 37. — Overdrukjes. Zie: Jaar levens (Een). 578. Gosens van Helderen, J. — Zie Helderen. Gosler, W., Licht en schaduw. 425. Zie: Astrea. 133. Goslinga, S. van, Brief a. d. Staten v. Friesland. Hs. 60. — Mémoires. H. 175. — (Werken betreffende). H. 175. Gosse, E., Les Jésuites on les autres Tartuffes. 959. Gosse, W., Overdrukjes. Gosselin, J. J., Alphabetische naamlijst. H. 398. Gossey, P. — Zie Reg. Tooneel. Got Amur. — Zie Sammlung. 779.
Gothisch. 739. II. 1021. Hs. 34 Gothofredus, D. — Zie Auctores. 888. Gotter, F. W. — Zie Keg. Tooneel. Gottfrid von Strassburg, [Verschill. werken]. 791. Zie: Sammlung. 779. Gottfried Hagen, Reim-Chronik. 813. Gottfried von Neifen, Lieder. 793. Gotthelf, J. — Zie van Schaick. 690. Gotthold, F. A., Die Gymnasien vertheidigt. II. 1060. Gottschalck, J. T. — Zie Spanheim. 910. Gottschall, Rud., Een geniale dichtrentrits. 24. Zie: Richter. 802. Gottsched, J. C., Deutsche Sprachkunst. 759. — De antiquissima Aeneidos versione Germ Henrici de Veldeck. 791. Zie: Afschetsing. 179. — Reineke Fuchs. 815. Gonda, 3. J. C. van, Meester Kras. 419. Goudanus. — Zie Reg. Tooneel. Goudbloem (De). — Zie Rederijkerskamer. Goudelin, P., Obros. H. 1032. Goudoever, A. van (Leven van). Lb. 1858, 79. — Oratio de F. Petrarcha. 912. — Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 602. — Hulde. 80. Goudriaan, A. F. _ Zie Blanken. II. 297. Goudschaal, P. R., Gedenkboek Instructie-Bataillon II. 637. Goudschaal, P. R., en E. W. Bnssmann, Kortschrift. II. 960. Goudsmit, J. E., Leven van J. F. Pringle. Lb. 1871,77. Pleitrede in zake het Huiszittenhnis. H. 493. Goudsmit, M. Th., Overdrukjes. Goud-vinkje (Het Hollands klein). 281. — (Het). Een verhaal. 712. Gouffe, A. — Zie Reg. Tooneel. Gouka, M, Overdrukjes. Goulard, S. — Zie Bartas. 950. Goulart, 8., Schat-Camer d historiën. H. 12. Gould Jr., B. A., An American University. H. 877. Gouldman, F., A copious Dictionary. 837. Goulianoff de Yolney, Discours s. 1’étude des langues. 33. Gousset, M., Brief a. A. Kluit. Hs. 60. Gouthoeven, W. van, d’Oude ohronycke. H. 90. Gouw, J. ter, Aura. Een boek voor jongelui. 707. — De eerste April. H 448. — [Yersch. werken over Amsterdam], n. 640,547. — De feestplaat v. h. Onderwijzersgenootschap. II. 232. — De Gilden. II. 289. — De oorsprong [en De prinselijke afkomst] d Neder! vlag. II. 65, 66. — Historisch overzigt d. schoolwetgeving. H. 309. — Het slot te Muiden. EL 565. — De Volksvermaken. H. 88. — Wapen- en Zegelkunde. II. 64. — Overdrukjes. Zie: Fantasia. II. 984. — Jaarboekje, n 888 — van Lennep. 88. Hs. 73. — Oude Tijd. II. 83. “ Pr° za en poezie. 184. — Tentoonstelling. H. 314. — Voor visschers gevangen. 184. Gouwe, P. — Zie Reg. Tooneel. Goyers, J., Brieven. Hs. 71. Gozlan, L. — Zie Reg. Tooneel. G- P — Zie Brief. II. 375. — Gedichten. 227. Graadt Jonckers. — Zie Jonckers. Graaf, H. de. -— Zie Kordewagen. 277. — Reg. Tooneel. Graaf, J. U., Grafdicht. 570. Graaf, L. de. — Zie Reg. Tooneel. Graaff, A. van de, De jure terrarum. II. 264. Graaff, A. 8. van de, De prudentia civili. n. 283. Graaff, C. H. van der. — Zie Reg. Tooneel. Graaff Azn, G. J. de. —- Zie Reg. Tooneel. Graaff, L. E. van de (Geschriften betreff.). II. 506. Graaff, M. H. de [Verschill. dichtwerken], 413. Graaff, N. de, Hollands roem gehandhaafd. 503. Graaff, S. van de, Statist, overzicht v. Oostfriesland II. 715. Zie: Dichter. 473. Graafland, J., Brief a. M. Tydeman. Hs. 60. Graafland, H. Hooft, Staatsschulden. H. 283. — (Leven van). Lb. 1867, 131. Graan, J. de. — Zie Kneppelhout. II. 328. Graauwhart, H., Christelijke bedenkingen. 193. — Godvrugtige Christenpligten. 353. — Leerzame zinnebeelden. 193. Graberg deHemso, J., Saggio istorico su gli Scaldi. 849. — La Scandinavië vengée. II. 1036. Grabner, J., Brieven over de Nederlanden. II. 85. — Ueber d. Vereinigten Niederlanden. II. 85. Gracian, B., Konst der wijsheid. 658. — De volmaakte wijsheid. 632. Gradl, H. — Zie Chroniken. H. 756. Grabner, G. A., Robinson Crusoë. 714. Graef, G. Fr., Das grossherzogl. Antiquarium. EL 742. Graef, H. — Zie Meister Otto. 794. Grafe, C. F. F., Antiq. Graecae et Romanae. H. 852. Graefe, F., Das Sanskrit-Verbum. 973. Grasse, J. G. Th. — Zie Tannhauser. 808. Grater, F. D., Einleitung in die Nordische Alter- thumskunde. II. 773. Zie: Blumen (Nordische). 851. — Bragur. 737.— Odina und Teutons. 739. — Volospa. 853. Graeuw, G. de. — Zie Gordon. II. 997. Graeuw geb. Gordon, G. de. — Zie G. Gordon. Graeuwen, A., Brieven. Hs. 60. Graeuwen, P., Or. de dicto magni Boerhavii. EL 936. Graevius, J. C. — Zie Colleetio. 26. Graevius, J. G., Brieven. Hs. 60. — In obitum Guilielmi Hl Oratio. H. 174. — Or. in obit. Mariae. — Lijkrede. H. 838. Orationes quas Ultrajecti habuit. H. 60. Zie: Heinsius. 101. — Suetonius Tranquillus. 887. Graf (Bij het) van G. Groen van Prinsterer. 77. Graf, M,Beytragez. Kenntnissd. Synode v.Dordrecht. Grafdichten. 561, 907- H. 1007. Graff, E. G., Althochdeutsche Sprachschatz. 757.
Graff, E. G„ Theorie d. schwachen Declination. 760. — Overdrukjes. Zie: Aristoteles. 788. — Boëtius. 789. — Diutiska. 777 _ Martianns Capella. 789. — Otfrid von Weissenburg. 782. Graffigny, Er. d’Issembourg d’Happoncourt. — Zie Beg. Tooneel. Graffander, Ueber d. Sprache der Zigeuner. 975. Grafschriften. 562. — (Zinnebeeldige). II. 1002. Graft, J. van der. Geschiedenis d. wetgeving op de tienden. II. 264. Gragas (Lögbók island, sem nefnist). II. 788. Grahame. — Zie de.Cloet. 39. Graindor de Douay. — Zie Chanson d’Antioche. 943. Gram, J., [Verschill. romans]. 686. — Gedenkschrift d. feesten in Mei 1874. II. 259. — De Olymp bij Oefening ten bezoek. 121. — De schildersconfrerie Picture. II. 459. Zie: Fantasia. II. 984. — Landjuweel. 184. — Proza en poezie. 184. — Snppl. Keg. Tooneel. Gramatica Bamoncha per emprender il lungaig Tu- deschg. 759. Gramaye, J. B., Antiquitates Belgicae. II. 792. Zie: Kespnblica. II. 816. Gramberg, J. S. G., Madjapahit. 681. — Schetsen v. Afrika’s westkust. II. 681. Grammaire p. apprendre le Flamand. 143, 144,145. — Turque. — Zie Holderman. 987. Grammar of the Bornu Language. — Zie Norris. 987. Grammatica linguae Boëmicae. 969. — ontworpen door d. overzetters v. d. Bijbel in 1628. Hs. 30. — of Nederd. Spraakkunst. — Zie van Bolhuis. II. 977. Grammatik d. Polnischen Sprache.—Zie Poplinski. 967. Gramsbergen, M. — Zie Reg. Tooneel. Grancé, Eug. — Zie Reg. Tooneel. Grand, J. H. — Zie Reg. Tooneel. Grand (Le). — Zie Legrand. Grandchemin. — Zie Reg. Tooneel. Grandgagnage, Ch., Overdrukjes. Grandgagnage, Edm., Overdrukjes. Grandison (De nieuwe). 670. Grandjean, M. — Zie Helbig. H. 1064. Grandmaison, C. — Zie Huon de Bordeaux. 944. Granepikkers (De twee). 175. Grange (La). — Zie La Grange. Grangé. — Zie Reg. Tooneel. Granpré Molière, T. B., Katechisatieboekje. II. 909. Grant, F. D. — Zie Reports. II. 875. Grantham, H. — Zie Reg. Tooneel. Granvelle (de). — Zie Courchetet (Luc Denans de). II. 847. Graphaeus, J., Historia J. Pistorii. 88. Grapheus, C. S., Spectacul. in suscept. Philippi. II. 101. — Triumphe van Antwerpen (of)... Incompst. II. 101. Gras (Le). — Zie Le Gras. Graserus, F. G., Overdrukjes. Grasper, H. J. — Zie Cohausen. II. 949. Grasserus, J. J. — Zie Solinus. II. 3. Graswinckel, D., Brief. Hs. 60. — Nasporinge v. h. recht d. opperste macht. II. 440. — Wel-levens wetenschap. 628. Graswinckel, J. A., Brieven. Hs. 60. Graswinkel, D. P. M., Open brief. H. 313. Gratama, J. A., Comm. inPaulinaeEpistolae.il. 890. Gratama, M. S., Leven van G. de Wal. 94. Gratama, S. (Leven van). Lb. 1858, 27. — De locis in urbe Groning. juri dicundo. II. 648. — Natuur des bijgeloofs. II. 897. — Onderzoek n. d. geestelijke goederen. II. 619. — Oratio. H. 851. — Praelectiones. II. 922. — Redev. over A. J. Duymaer van Twist. 92. Zie: Magazijn. II. 261. — Opuacnla. II. 923. Gratama, H. Oldenhuis, Het onuitgegeven Land recht v. Drenthe. II. 654. Gratama, L. Oldenhuis, Adres a. d. Tweede Kamer, n. 254. — Bedenk, over d. rigting v. d. spoorweg. II. 656. — De Hunnebedden in Drenthe. II. 654. — Leven v. J. van der Veen Az. Lb. 1886, 336. — Open brief a. Gedeputeerde Staten. H. 654. — De Stadhouders v. Drenthe. II. 653. — De tolquestie v. h. Zwolsche Diep toegelicht. H. 639. — „ univ. bonorum inter conjuges comm. H. 1047. — Overdrukjes. Zie: Costuimen. II. 654. — Stukken. II. 655. Gratama, M. Oldenhuis. ■— Zie Volks-Almanak. H. 653. Gratama, S. Oldenhuis, Overdrukjes. Gratius, Ort. — Zie Epistolae obscur. virorum. 890.— Pepericornus. 890. Grattan, T. C., Geschichte d. Niederlande. II. 80. Graun, F. E., Ansicht d. epischen Geschichte v. Europa. H. 62. Graunius, C. H. — Zie Paullinus. H. 695. Grautoff, F. H. — Zie Detmar. 814. Grave, C. J. de, Républ. des Champs Elysées. II. 22. Gravé Jr., G., Gedichten. 403. Zie: Keg. Tooneel. Grave, J. E. — Zie Psalmen. 248. Gravé, J. H., Coupletten gezongen d. Mej. Hoedt. 503. — De nationale mode. 406. — Toonneel-arbeid. XVII. Zie: Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Grave, 3. L. A. de, De jure suffragiorum. H. 279. Grave, P. F. de. — Zie Reg. Tooneel. Graveerkunst. U. 325. Gravenhage (Het juichende ’s). H. 456. Gravenhorst, J. Z. C., Brief. Hs. 71. Gravenweert, J. van’s. Essai s. 1’hist. d. 1. littér. Néerl. 59. — (Leven van). Lb. 1870, 681. — Tasso te Rome. 402. Zie: Homeros. 295, 296. — Nienwjaarwenschen. 523. — Verzameling. Hs. 65. — Woordenboek. 164. — Reg. Tooneel. Gravezande, A.’s, Brief. Hs. 60.
Gravezande, A.’s, 200-j. Gedacht, v. h. eerste Synode. H. 345. — 2 e Eeuwgedachtenis d. Middelb. vrijheid. II. 578. Gravezande, A.’s, geb. v. d. Aar de Sterke, Aan A. Le Pla. Hs. 28. — Bruiloftdicht. 543. Gravezande, C.’s, Bruiloftdicht. 543. Gray, Th., Het graf. 312. Greb, F. H., [Verschill. dichtwerken], 413. — Weerklank aan A. van der Hoop Jrsz. 62. Zie: van den Bergh. BI5. — A. van der Hoop Jr. 406. — Jaarboekje. 210. — Verhalen. 675. — Reg. en Snppl. Reg. Tooneel. Gredt, N. — Zie Sagenschatz. n. 1062. Greene, R., Vermaeckelijck proces. 700. Zie: School of Shakespeare. 846. Greenham, R., Apophthegmata Sacra ofte... Spreuc- ken. 658. Green’s Tu Quoque. — Zie Engl. Plays. 843. Greenwood, F., [Verschill. dichtwerken]. 358. Zie: de Bye. 531. — Kermisparnas. 228. Greeve, D. — Zie Dichter. 473. Greeve, L. G. — Zie Wet. H. 281. Greeven, J., Nationaal Impost-boekje. II. 284. Zie: Keg. Tooneel. Greeven Hzn, W. — Zie Reg. Tooneel. Greflinger von Regensburg, G.—Zie von Oettingen. 751. Gregoor (Bevestiging van S.). 728. Gregorius af Armenian (Legenden om). 861. — Cyprius. — Zie Michaëlis. 872. — Nazianzenus, Mededeelzaamheidt. 600. Gregorius I, P. M., Bediedinghe.. op de Seuen Psalmen. 621. Gregorius XVI, Apostolisches Schreiben. II. 765. Gregory, J. L. G„ Mr. J. C. Faber van Riemsdijk in Nov. 1813. H. 231. J — Leven v. J. C. Faber van Riemsdijk. Lb. 1864, 345. — Overdrukjes. Zie: Plaatsen (Besloten). 165. Greidanus, A., Naamlijst d. predikanten. II. 623. Grein, C. W. M. — Zie Beowulf. 832. — Bibliothek. 830. — Dichtungen. 830. — Hildebrandslied. 787. Greith, C., Spicilegium Vaticanum. 779. Grelman, H. M. G., Over de Heidens. II. 866. Grellman, H. M. T. — Zie Buhle. 751. Gremaud, J., J. J. Hiseley. 928. Zie: Mémoires. II. 764. Grenadiers en Jagers (Reg*.). II. 304. Grendel, L., Bruiloftdicht. 548. Zie Heilwenschen. 220. Grensscheiding v. Leyderdorp, Warmond enz. Hs. 50. Gresset, J. B. L., Groenlje. 315. Zie: Reg. en Snppl. Reg. Tooneel. Gretsch, N., Grundregeln d. Russischen Gramm. 964. Gretzinger, B., Houet Artikel... unses Christendomes 816. Greulinck, J. H., De expeditionibus cruciatis. H. 18. Greuve, F. C. de, Borgers bede verhoord. Hs. 81. — Juichtoon en Zegezang. 504. — Leven van G. J. Meijer. Lb. 1849, 72. Greuve, F. C. de, Leven van C. de Waal. Lb. 1850,131. Greuve, F. C. de, Nagalm d. feestviering te Gronin gen. 512. — (Leven van). Lb. 1864, 65. Zie: Feestzangen. 512. — Roelants. II. 332. — Wederlegging. 32. Greuve, G. C. de. — Zie Reg. Tooneel. Greve, A., Diss... de auctoritate unius testis. 872. Zie: Stafford. 559. Greve, F. de, De J. D. Meyero. 86. — Leven v. W. B. Donker Curtius v. Tienhoven. Lb 1858, 243. — Leven v. A. Telting. Lb. 1864, 76. Greve, L. de, Brief a. H. Copes. Hs. 60. Grevelink, P. W. Alstorphius, Brief a. H. W.Tvde- man. Hs. 56. — Gedachten over armverzorging. H. 292. — Statistiek v. Drenthe. II. 654. — De summi imperantis cura. TI. 288. Zie: Wttewaal v. Wickenburgh II. 507. Greven, H. B., Oude en nieuwe Economie. II. 933. Greven, H. J„ De jure regio legibus solvendi. H. 930. Grevenstein, H, Naamlijst d. predikanten. H. 621. Greverus, J. P. E., Ueber Klopstock’s Messias. 800. Zie: Oldenburg. II. 744. Grevinchovius, N. — Zie: Brief. H. 135. — Brieven II. 357. Grevius, E. J. — Zie Lotze. 77. Grevius, J. — Zie Sententie, n. 135. Grévy, J. — Zie: Célébrités. 927. — Ulbach. 927. Grewingk, C. — Zie Schriften, n. 769. Greyslaer. — Zie Hoffmann. 848. Grez, H. F. de, Diss. inaug. de fluminibus. H. 923. Grieck, C. de. — Zie Reg. Tooneel. Grieck, J. de, Tooneel d. leerlycke... historiën. 667. Zie: Carel den V. 699. — 'Klucht-tooneel. XVI. — Reg. Tooneel. Griefs des Danois. II. 718. Grieken (De) in hunnen worstelstrijd. 498. Oriekenland. II. 857. GGdeksch en Latijn. 867, II. 1027, Hs. 34. Grient Dreux, P. de. — Zie Dreux. Griepenkerl, F. K„ Formen d. Deklinazion. 31. Griete (De dulle). 273. Griethuizen geb. Carelius, M. L. G„ Op de eerste zege van ’s lands vloot. 468. — Grafdichten. 562, 576. Zie: Boursse. 552. Griethuysen, S. van [Verschill. dichtwerken], 339. Griethuysen, W. Th. van [Verschill. dichtwerken], 419. Inwijding d. Westerkerk te Rotterdam. II. 523. — Merkwaardige zegeteekenen. H. 390. — Uit het leven. n. 999. — „ den vreemde. H. 47. Zie: Fantasia. II. 984. — Lenau. n. 994. — Longfellow. II. 994. — Verslag. II. 975. Grietmannen (De) in Friesland. — Zie Eekhoff. II. 611. Grieven ende Beswaren v. d. Borgerye v. Nijmegen. — (Generale en particuliere) en Beswaren. H. 431,
Griffet, H. — Zie Délices (Les). II. 396. Griffioen van Waerder, H., Herinn. van Gouda. II. 454. Grijpskerke, J. F. van, ’t Graa&chap v. Zeeland. IE. 569. Grijspeert, P. — Zie: ’s Herten vreuoht. 254. — Liedekens. 254. Grijzaard (De) vervattende spectatoriale vertoogen. 634. Grillparzer, F., Ein Yotivblatt. 751. — Sappho. 806. Zie: von Wurzbach. 751. — Keg. Tooneel. Grim the Collier of Croydon. — Zie Engl. Plays. 843. Grimbergen, Y. van, Historische Bijdrage. II. 789. Grimblot, P. — Zie Letters. II. 839. Grimes, D. (Lijkrede op). 728. Grimm, H. — Zie J. Grimm. 751. Grimm (Die Brüder), (Iets over J. en W.). 11.320. — Deutsches Wörterbuch. 767. II. 1022. Zie: Gedichte (Die beide altesten deutschen). 787. .— Hartmann von Aue. 790. — Kinder- u. Haus- marchen. 808. — Lieder der alten Edda. 852. — Nassau. 138. — Sagen (Deutsche). 807. — Verhandlungen. H. 1022. — Walder(Altdeutsche). 777. Grimm, Jak., Altdeutsches Meistergesang. 747. — Briefe an H. W. Tydeman. 758. — Brieven. Hs. 71. — Deutsche Grammatik. 740. — „ Mythologie. II. 698. — „ Rechts-Alterthümer. II. 701. — Frau Aventiure klopft an Benecke’s Thür. 763. — Frauennamen aus Blumen. 770. — Geschichte d. Deutschen Sprache. 745. — Kleinere Schriften. 802. — Rede auf W. Grimm u. Rede über das Alter. 751. — Sendschreiben an K. Lachmann. 815. — Ueber den Ursprung d. Sprache. 28. — „ das Verbrennen d. Leichen. II. 1036. . — Overdrukjes. Zie hierboven: die Brüder Grimm en verder: Andreas u. Elene. 832. — Andresen. 762. — Ermenrikes D6t. 815. — Hymnorum veter, eccles. XXVI interpr. Theotisca. 786. — Lex Salica. II. 702. — Reineke Fuchs. 815. — Schulze 741. — Symons. 25. — Tacitns. II. 688. — Verhandlungen. II. 1022. —Volksmarchen. 966. — Weisthümer. II. 701. — Wuck. 966. Grimm, Jul., De historia legis Salicae. II. 702. Grimm, W. (of W. C.), Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 71. — Die Deutsche Heldensage. 747. — Ueber Deutsche Runen. 737. — Zur Literatur d. Runen. 737. — Overdrukjes. Zie hierboven: die Brüder Grimm en verder: J. Grimm. 751. — Hildebrando (De). . fragm. 787. — Konrad v. Würzburg. 795. — Lieder. II. 1026. — Rosengarte (Der). 796. — Ruodolff (Grave). 789. — Ruolandes Liet. 789. — Ver handlungen. II. 1022. — Vridankes Bescheiden- heit. 795. — Wemher v. Niederrhein. 790. Grimmelshausen, H. J. C. von, Der abenteuerliohe Simplicissimus. 811, 812. Grimssyni, M. — Zie Fridrikssyni. 858. Grinwis, C. H. C., Waarde der Wiskunde. H. 938. Grisebach, A., Bildung des Torfs. II. 1059. Griseldis historie. 696, Hs. 80. — in het Fransch. — Zie Fabliaux. 958. — „ „ Hoogduitsch. 809. — „ „ Magyaarsch. 992. Zie: Vrouwe Peerle (De). 696. Grisperre, L. F. de. — Zie Sententie. II. 160. Grisse, R. B. de la. — Zie La Grisse. Groe, G. van der. — Zie Reg. Tooneel. Groe, J. H. van der, Brief a. Otterlo. Hs. 60. Groe, Th. van der. — Zie Briev. 373. — Spotgeest. H. 374. Groebe, D., Over de munten. II. 73. — (Leven van). Lb. 1867, 153. — Overdrukjes. Zie: van Asch van Wijek. II. 598. — Beschrijving. 21. — Gedichten. 224. Groebel, C. E. A., Oratio. II. 894. Groeijen en bloeijen. — Zie Genootschap: Den Wijn gaard. Groen. Novitius. Vrijheid. H. 505. Groen, C. — Zie Plutarchus. 599. Groen, F. — Zie Reg. Tooneel. Groen van Prinsterer, G., Aan de Conservatieve partij, n. 258. — Adviezen in de Tweede Kamer. II. 251. — Antwoord aan M. C. van Hall. II. 110. — Beschouwingen over staats- en volkerenrecht.11.930. — Bijdrage tot herziening d. Grondwet. II. 251. — Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 60. — February 1868. II. 258. — Ter gedachtenis van Stahl. 755. — Handboek d. geschiedenis v. h. vaderland. II. 80. — Heiligerlee en de Ultramont. kritiek. II. 1043. — De juris Justinianis praestantia. II. 923. — Kort overzigt d. geschied, d. vaderlands. II. 80. — Leven van J. P. de Fremery. Lb. 1875, 155. — De maatregelen tegen de Afgescheidenen. II. 361. — Maurice et Barnevelt. IL 134. — Nederlandsche gedachten. II. 277. — Ongeloof en revolutie. II. 277. — Over volksgeest en burgerzin. II. 242. — Le parti anti-revolutionaire II. 352. Proeve o. d. zamenst.eenerNed. Geschiedenis.il. 54. — La Prusse et les Pays-Bas. II. 257. — Redev. o. d. redenen om de geschiedenis der natie bekend te maken. II. 53. — Redevoering over Willem de Ie. H. 119. — De Tegenwoordige oorlog in Portugal. II. 848. — Verscheidenheden ov. staatsregt en politiek. II. 277. — (In memoriam [en] Bij het graf van). 77. — Overdrukjes. Zie: Aan de Herv. Gemeente. TI. 383. — Archives. II. 102. — Bakhuizen van den Brink. 69. — da Costa. 111. — Thorbecke. II. 243. — Ver slag. n. 458. — Zangen (Vaderl.). 223, 269. Groen, S. F., Beleediging. II. 674. — (Leven van). Lb. 1870, 393.
Grönberg, B. C., Tydsk-Dansk Haand-Ordbog. 50. Gröndal, Ben. — Zie Clavis poëtica. 850. Groenendijck, J. van, Carmen. 901. — Elegia passioni J. C. sacra. 896. Groeneveld, C. — Zie Wieland. 637. Groeneweg, J. L., Noodzakelijkheid eener algemeene wapenoefening, n. 205. Groenewegen, H. G. H. — Zie Gezangen. 519. Groenewegen, Jac., Pontius Pilatus. II. 28. Zie: Joh. Groenewegen. 262. Groenewegen, Joh., Lofzangen Israëls. 262. — (Lijkrede op). 728. Groenewegen, J. van. — Zie Tacitus. 605. Groenewegen van der Made, E., Tyt-kortingh. 346. Groenewegen van der Made, S. van. — Zie de Groot II. 262. Groenewoud, A. — Zie Reg. Tooneel. Groene woud, J. — Zie Verwey. 560. Groenewoud, J. C. Swyghuisen, Institutio ad gramm. Aramaeam ducens. 986. Zie: Specimina. 986. Groeneyk, O., Beschrijving van Woerden, n. 527. Groenincx van Zoelen (Geslacht). — Zie Scheffer. II. 70. Groeninx van Zoelen, R. F., De principiis generali- bus. II. 926. Groenland. H. 881. Groenlandsch. 1003. Groenveld, J. van. — Zie J. van Beek. 528. Grohmann, Rede ueber d. Reformation, n. 37. Grohmann, J. V., Aberglauben aus Böhmen. II. 756. Zie: Mittheilungen. II. 755. Grolman, F. L. A. von, Wörterb. d... Spitzbuben- Sprachen. 776. Grolmann, C. de. — Zie Dilthey. 756. Grond (Is er) van vreeze. II. 384. Grondbeginselen d. natuurk. aardrijkskunde. II. 1039. — van godsdienst. H 906. Gronden (Alg.) d. Nederd. Taal- en Spelkunde. 144. — (De vaste), vrij- en gerechtigheden. II. 169. — van bemoediging. — Zie van Swinderen. II. 311. Qrondteekening der stad Doornik. II. 811. — der stad Praag. H 757. Grondwet v. h. Koningr. d. Nederlanden. II. 238, 254. — (De) en de Bisschoppen. — Zie Opzoomer. H 339. Groneman, J., Bladen u. h. dagb. v. e. geneesheer.il. 666. Groneman, S. A. J. de Ruever, Diatribe in Joh. Wi- cliffi... vitam. II. 33. — F. Hemsterhuis, de Neder], wijsgeer. 80. — (Leven van). Lb. 1874, 23. — Overdrukjes. Zie: Bruch. II. 915. — Bunsen. 910. — Gieseler. II. 893. van Oertzen. 660. — Bedepenning. 751. — Royaards. II. 332. — Scholten. II. 896 — Zeil. 756. Groningen (Prov.). II. 639, 1056, Hs. 53. Groningen (Het weldadig). — Zie van Swinderen n. 651. Groningsche woorden. Hs. 5. Groningen, A. P. van, [Verschil!. dichtwerken]. 404- Groningen, A. P. van, Geschied, d. Watergeuzen. H. 113. — Kort verhaal v. d. invoering d. Bisdommen. H. 333. — Leven van C. Gébel. Lb. 1859. 79. — „ „ J. G. La Lau. Lb. 1858, 14. — (Leven van). Lb. 1864, 141. — (Nagedachtenis van). 77. Zie: Nieuwjaarwenschen. 523. — Proeven. 268. Vrouwen (Bijbelsche). 232. Groningens rust geboren uit onrast. II. 641. Gronovius, A., Brief a. M. Tydeman. Hs. 60. Zie: Justinus. 888. — Mela. 886. Gronovius, J„ Dagverhael reis naar Spanje. Hs. 53. — Felicitas Ramelensis. II. 815. — De origine nobilitatis Europae. II. 3. — „ primis incrementis urbis Lugdun. II. 462. — Journael verblijf in Italië. Hs. 53. — In laudem B. de Volder. 92. — Memoria Namurci. n. 815. — Oratio... de Batavorum immigrationis. II. 91. — Pietas uit. Acad. L. B. circaWilhelmumin.il. 174. Zie: Catalogus. II. 503. — Minuoius Felix. 888. — Suetonius Tranquillus. 887. — Tacitus, II.687. Gronovius, J. F., Ad OrdinumFoed. Belg. gener. H.140. — Ad Alb. Rubeninm epistolae. 892. — Dictata. Hs. 74. — Epistolae XXXVII ad filium suum Jacobum non- dum editae. 892. Zie: Alciatus. II. 832. — In de Betouw. II. 433. — Crucius. 531. Gronovius, J. F. G., Lection. Tnllianarum particula.885. Gronovius, L. T. — Zie Russel. II. 865. Groot, B. de, Album of Verz. van gedigten. Hs. 28. Groot, C. de, Overdrukjes. Groot, D. de, Nederl. spraakleer. 148. II. 978. Zie: Inleiding. II. 983. — Letterkunde (Nederl.). 183. — Pestalozzi. II. 1060.—Schoolbode. 11.309. Groot, H. de (Leven enz. van). 77, 78. — (Werken betreffende). II. 134, 968. — H. Grotii et F. Stradae latinitas. 886. — Annales et historiae de rebus Belgicis. II. 105. —- Apologeticus. II. 132. — Batavi, Pontifex Rom., Rex Galliar. eet. 894. — Bewijs van den waren godsdienst. 329. — Christelycke gesanghen. 252. — Dissertt. de studiis instituendis. 1. — Epistolae ineditae. 891. — „ quotquot reperiri potuerunt. 891. — „ ad. J. Oxenstiemam et J. A. Salvium. 891. — Grollae obsidio. H. 427. — Iuleyding tot de Hollandsche regtsgeleerth. H. 262. — De jure praedae. II. 931. — Liber de antiquitate reipublicae Batavicae. n. 76. — Nederlandsche Jaerboeken. II. 106. — ParaEelon Rerumpublicarum — Vergelijking d. Gemeenebesten. II. 275. — Poëmata. 894. — Quaedam hactenus inedita. II. 1030. — Sacra, in quibus Adamus exul, tragoedia. 895. 18
Groot, H. de, Tragoedia Sophompaneas. 895. — Tract, v. d. oudtheyt v. d. Batav. Republ. II. 76. — Verantwoordingh v. d. wettelijcke regiering v. Hol- lant. II. 132. — De veritate religionis christianae. IE. 891. — De veteri Ivre German, et Svec. comment. II. 704. — Yrije Zeevaart. II. 130. — Zamenspraak over den H. doop. 330. Zie: Aanteekeningen. Hs. 74. — Alciatus. II. 332. — Brandt. 69. — Brieven. II. 357. — Epistolae. 889. — Gedichten. 227. — Register. Hs. 74. — ltespublica. II. 59. — Rijmstukken. 229. — Reg en Suppl. Reg. Tooneel. Groot (Hugo de) in 7 zangen. — Zie Moens. 391. Groot, H. L. de. — Zie Koren-bloem. 275. Groot, I. de. — Zie Velina. II. 563. Groot, J. — Zie Herinneringen. 75. Groot, Jac. de, De duivel in zijn zondagspak. 383. — Bruiloftdicht. 540. Zie: Reg. Tooneel. Groot, J. de. — Zie Burmannus. 907. — Dedel. 907. — Rijmstukken. 229. Groot, J. J. M. de, Het Kongsiwezen v. Borneo. H. 677. Groot, N., Brief a. Le Francq v. Berkhey. Hs. 60. Groot, P. de. — Zie Kraals. 556. Groot, Pieter de (Leven van). 78. Zie: Psalmen. 246. — Rijmstukken. 229. Groot, W. de, Broeders gevangenisse. H. 134. — Inl. tot de practyck v. d. Hove v. Holland. II. 262. Zie: H. Grotius. 894. — Rijmstukken. 229. Groot, A. D. Cornets de, Javaauscbe Spraakkunst. 999, 1001. Groot, J. P. Cornets de, Leven van P. de Groot. 78. Groot van Kraayenburg, J. P. Cornets de, Beheer onzer koloniën. H. 664. Groot, P. Cornets de. — Zie van Haren. 370. Groot, C. P. Hofstede de, De Runderpest. H. 257. Zie: Evangeliën. 596. Groot, P. Hofstede de, Academiepreek. H. 649. — De berigten van I. da Costa toegelicht, n. 385. — Brief a. S. Muller. Hs. 84. — J. W. Ganzevoort... herdacht. 77. — Gedachtenisrede op W. van Swinderen. 732. — Geschiedenis d. Broederkerk te Groningen. H. 650. — Groningens bevrijding. H. 647. — Hulde aan T. A. Clarisse. H. 967. De invoering d. pauselijke bisschoppen. H. 335. Jezus Christus, de grond v. d. eenheid d. Christel. Kerk. H. 1052. Leven v. Th. van Swinderen. Lb. 1851, 74. — Mededeelingen omtrent M. Claudius. 750. — Over de middelen door de Vrouwenvereniging te Groningen aangewend. H. 651. — Natuurbeschouwingen. H. 915. — Overdrukjes. Zie: Geschiedenis. II. 27. — Herziening. H. 989.— Leerredenen. H. 247. — Plato. 598. — Roelants. H. 832. — Sluiting. II. 648. — Stukken, n. 644. Groot, P. Hofstede de, en W. L. E. Moltzer, Twoe leorredenen. II. 1058. Gt-root-Brittannië. H. 831. Groote, E. von. — Zie Gottfried Hagen. 813. — Gottfried v. Strassburg. 791. — von Harff. II. 41. — Muskatblut. 787. — Wierstraat. 798. Groote, Geert, Epistolae. 890. Zie: Delprat. n. 334. — Joa. v. Seoenhoven. Hs. 19. Grootheid en val der Heeren van Arkel. 674. Grootmoederken. Archief v. Nederd. Sagen. 134. Groshans, G. Ph. F., Bedenkingen. U. 296. — Dante en de Divina Commedia. 912. — Historisch verslag over de Geneesk. school te Rot terdam. H. 524. — Leven v. J. van der Hoeven. Lb. 1870, 52. — (Leven van). Lb. 1875, 51. — Overdrukjes. Zie: Toespraken. 119. Groshans, J. R., Bibliogr. aanteekeningen. Hs. 77. — 14 dagen in Engeland. H. 841. — Naamlijst v. uitgevers. Hs. 77. — Register op Bodel Nyenhuis’ Topogr. lijst. Hs. 46. — Uitvoerige aanteekeningen. Hs. 46. Gross, Chr. — Zie Lessing. 800. Gross, J. G. (Lebensgeschichte d. Hofraths). 751. Gross, M. Languages and popular Education. 33. Grosse. — Zie Lessing. 800. Grosse, E. W. — Zie Reg. Tooneel. Grossmann, C. G. L., Epistola ad A. Mathiaeum. 892. Grossmann, J., Die Amsterdamer Börse. H. 551. Grote, L., Wolfgang Musculus en zijn tijd. H. 36. Grotefend, A. p Ad Hartungium de principiis ac signi- ficationibus casuum epistola. 881. Grotefend, C. L., De demis s. pagis Atticae disq. H. 860. — Die Edelherren von Boldensele. H. 712. — „ Entwickelung d. Stadt Hannover. H. 713. — Epigraphisches. H. 16, 852. —i Die Legio I Adjutrix v. Galba... errichtet. H. 853. Zie: Correspondenzblatt. II. 687. — Leibniz. II. 694. — Urkundenbuck. H. 712. Grotefend, G. F., Rudiments linguae Oscae. 878. — Rudiments linguae Umbricae. 878. Groth, KI., De Eksterhof (in het Nederlandsch.). 310. — Ueber Mundarten. 771. — Quickborn. 819. — Overdrukjes. Zie: Lieder. 788. — Reineke Fuchs. 815. Grothe, D. — Zie Tijdschrift. H. 287. Grothe, J. A. Overdrukjes. Zie: Sprokkeling. II. 668. — Stukken. H. 121. Grotius, H. — Zie H. de Groot. Grovestins (Geslacht Sirtema v.). — Zie v. Leeuwen. H. 71. Grovestins, Sirtema de, Guillaume HI, defendeurde 1’indépendence de 1’Europe. H. 176. — Lettre a Guillaume I, Roi d. Pays-Bas. H. 250. Grovestins, C. F. Sirtema de, Brieven. Hs. 71. Zie: v. d. Duijn v. Maasdam. II. 234. Gruber, F. J., Warum fiihren d. Tuchmacher Kronu. Scepter. H. 697- Gruber, J. von. — Zie Tacitus. H. 688. Grue, Ph. la. — Zie La Grue. Grueber, B., Die Kaiserburg zu Eger. H. 756. Zie: Festschrift. II. 755.
Grueneisen, C., Mennonieten en Doopsgezinden.il. 740. Grünert, C. — Zie Reg. Tooneel. Grünewald, H., De Savoyaard. 712. Zie: Orbis-Pictus. 712. Grundverfassungen d. Saehsen in Siebenbürgen. II. 759. Grnner, C. G. — Zie van der Mye. II. 408. Grnno. Algemeen wetenschappelijk tijdschrift. 131. Grupen, C. U., Observ. rerum... Germanicarum.il.704. — Teutsche Alterthümer. n. 701. — Tract, de Virgine prae vidua ducenda. II. 704. — De uxore theotisca. II. 704. Zie: Beitrage. U. 701. Grupp, R. — Zie Jahresbericht. n. 710. Gmterus, J. — Zie: Alciatus. n. 332. — Epistolae. 889. — Grotius. II. 1030. Gruterus, S., Funeralia Mariae II... Reginae. 901. Gruyter, Joh. — Zie Proeliarius. II. 613. Gryphiandrus, J., De Weichbildis Saxonicis. II. 1059. Gryphius, A., Lustspiele. 805. Gryphius, C., Der deutschen Sprache unterschiedeneu Alter. 745. G. S. — Zie van Haren. 370. — Reg. Tooneel. G. T. — Zie G. Tijssens. G- Th. M. — Zie G. Th. Mohrman. G. T. St. — Zie Zielen-wêide. 262. Gualdo Priorato, G., Teatro del Belgio. II. 395. Gualtherus de Gastilione, M. P., Alexandreis. 888. Guarini, B. — Zie Reg. Tooneel. Guben, J. von. — Zie Scriptores. II. 709. Gude, W. — Zie Archiv. II. 712. ; Gudenus, Y. F. de. — Zie Codex. II. 692. I Gudrun. 795. Zie: Gedichte. 779. — Heldendichtnngen. 780. I Gudulae (Vita beatae). Hs. 38. I Gueinz, Chr., Encyclopaedia. 3. I Günther, J., De religione Quietistarum. EL 895. I Günther, J. O., Oden oder Liedem. 800. I Guenther, M., Jus sigillorum medii aevi. H. 18. | Günzer, N., Dictionnaire d. gallicismes. 937. I Gnepin, J., Brief a. J. Mounier. Hs. 60. I — Katechismus voor 1759. 457. Zie: Datheeniana. 233. I Guernsey, A. H., et H. M. Alden, History of the Rebel lion. H. 872. B Guerre de Jean d’Avesnes. IE. 1063. I Guessard, F. — Zie: Aliscans. 948. — Aye d’Avignon. 948- — Gaufrey. 948. — Gaydon. 946. — Gui de Bourgogne. 946. — Huon de Bordeaux. 944. — Macaire. 946. — Otinel. 946. — Parise la Duchesse. 946. — Poètes. 941. S Gütther, C. H., De Conviviis natalitiis. H. 15. ■ Gützlaff, K. F. A. (Leven van). Lb. 1852, 44. ■ Guevara, A. de, [Verschil! werken in Neder! ver taling], 625. I — De Livre doré de Mare Aurele. 922. ■ Guevara, L. Velez de, De kreupele Duivel. H. 1009. Zie: Reg. Tooneel. I Gueynier. — Zie Collectanea. 49. ■ Gagel, Aug., Geschiedenis v. d. bouwstijlen. II. 956. Gugten, G. van der. — Zie Brnynvis. 530. Gui de Bourgogne, Chanson de geste. 946. Gui de Nanteuil, Chanson de geste. 948. Guiart, Guill. — Zie Guillaume Guiart. Gui-Barózai. — Zie de la Monnoye. 939. Guicciardini, Fr. — Zie Thuanus. H. 19. Guicciardini, L., Belgicae ... descriptio. H. 394. — Belgium, dat is: Nederland. H. 394. — Description de tont le Païs Bas. H. 393. — Omnium Belgü... descriptio. H. 393. Zie: Annates. II. 59. — Eleetione. II. 846. — Respnblica. II. 59, 816. Guichard, E., L’harmonie étymologique d. langues. 42. Guichard, J. Mar. — Zie Charles d’Orleans. 948. Guiche (de), Mémoires. II. 151. Guicherit, G. S., De eo,quod sub comitibus in Hollandia fuit in privilegiis sub- et op-reptive obtentis. II. 275. Guicherit, J. I, Aanspraak. — Exhortation. H. 210. Guide des étrangers dans Anvers. II. 797. — des voyageurs en Hollande. II. 396. » » dans les Pays-Bas. H. 396. ou descript. de Leide. — Zie van Kampen. H. 462. — de la conversation en sept langues. 54. — to Northern Archaeology, n. 773. Guido, (ps.). — Zie Reg. Tooneel. Guikema, H. — Zie Reg. Tooneel. Guilbert de Pixérécourt, R. C. — Zie Reg. Tooneel. Guillard. — Zie Reg. Tooneel. Guillaume. — Zie de Mendopa. II. 111. Guillaume le Clerc, Aventures de Fregus. 947. — Le besant de Dieu. 947. Guillaume Guiart, Chronique métrique. 945. Guillaume de Lorris, Roman de la Rose. 945. Guillaume d’Orange, Chansons de geste. 943.' Guillem IX, Grave v. Peitieu, Lieder. 924. Guillet, L. Blanc de. — Zie Le Blanc. Guillon, C., Overdrukjes. Guillon, C. F. H., De divisione Gelriae superioris. H. 659. Guillot, J. — Zie Lijst. H. 56. Guist, M. — Zie Programm. H. 760. Guitaarspeler (De). 687. Guizot, F., Dictionn. d. Synonymes Franpais. 936. — Essais sur 1’histoire de France. II. 819. — Histoire d. 1. civilisation en Europe. II. 54. « » » » „ France. II. 819. Zie: de Grovestins. II. 176. Gujon, Mme j. M. Bouviere de la Mothe (Leben der). 928. Guldberg, C. A. — Zie Welander. 53. Guldberg, C. M., Om cirklens beröring. IE. 941. — et H. Mohn, Mouvement d. 1’atmosphère. H. 946. — et P. Waage, Affinités chimiques. H. 945. Guldberg, F. H. — Zie Müller. 50. Guldemond, 8. — Zie Reg. Tooneel. Guldemont, A. P. Weggeman. — Zie Weggeman. Gulden (Een). April 1795. 483.
H.

Haes, J. de, Verdediging der poesy. 177. Zie: Amijs. 527. — Ansloo. 341. — F. de Haes. 347. — Tooneel. 631. — Keg. Tooneel. Haestens, H. van, Belegeringhe van Oostende. 11. 803. — La nouvelle Troye. II. 804. Haffraans, De wereldburgers v. d. dag. II. 258. Haga, A., Nederlandsch Nieuw-Guinea. IL 682. Haganaeus, ïh., Bruiloftdicht. 540. Hage, J. — Zie Morel de Vindé. 428. Hagedoom, A. H., Gedichten. 395. Zie: Dichtproeven. 231. Hagedoom, A. P., Bruiloftdicht. 540. Hageman, E., Brief (met bio- en bibliographic). Hs. 60. Hageman, G. E., Monumenta Persepolitam. 978. Hageman, H., Bijvoegelijke naamwoorden. 160. Hagemann. — Zie Hjort. 746. Hagemann, G. — Zie Reg. Tooneel. Hagen, A. van der. — Zie Rosponsiones diversae. 215. Hagen Jz., A. J. ten. — Zie Erato. 293. Hagen, E. C. von. — Zie Archiv. II. 735. Hagen, F. H. von der, Irmin. II. 698. — Die Nibelungen, ihre Bedeutungf. d. Gegenwart.793. Zie: Büsching. H. 1024. — Denkmale. II. 1023. — Gedichte. 779. — Germania. 743. — Gesammt- abenteuer. 810. — Gottfried v. Strassbnrg. 791. — Heldenbuch. 779, 780. — Lieder u. Sagen (Alt- nord.). 852. — Minnesinger. 785. — Monuments. 56. — Museum. 777. — Narrenbuch. 809. — Nibelungen Lied. 792. — Psalmen. 588. — Rock Christi (Der ungenahte graue). 794. — Volks- lieder. 786. Hagen, F. H. von der, und J. G. Büsching, Liter. Grundriss. z. Geschichte d. deutschen Poesie. 747. Hagen, H. G., De dogmate Immaculatae Conceptionis Mariae. H. 31. — Leven van A. J. Molenaar. Lb. 1872, 141. — „ „ A. M. L. Rümke. Lb. 1886, 193. Zie: Leerboekje. H. 910. — Redevoeringen. II. 389. Hagen, J., Avondwandelingen. II. 462. Zie: Andriessen. II. 457. — Niemeyer. 640. Hagen, J. P. — Zie Reg. Tooneel. Hagenams, Th. — Zie Velingius. 910. Hagenbuch, J. H. von, Sacrarii Principis, id est, Antiquit. Clivens ... investigatio prima. H. 732. Hagendoorn Jr., G. — Zie Reg. Tooneel. Hagens, P. H., Brief a. M. Tydeman. Hs. 60. Hagenaar (Een). — Zie W. J. A. Jonckbloet. Hager, J., Ressembl. entre lalangue d. Russes et celle d. Romains. 963. Hager, J, S., En vars oer ’t spook vin Elba. 825. Hagerup, E., Om det Danske Sprog i Angel. 859. Haghen, J. van der, Willecomme v. Jan v. Hembyze. 429. Hagiosimandre. — Zie G. Broens Jr. Hagius. — Zie Verhael. H. 157. Hagius, C. — Zie Psalmen. 784. Hagström, Carl, P., Vagvisare. H. 775. Hague, A. et J. D. — Zie Report. H. 876. Hagvort, A. — Zie van Bleyswyk. 551. Hahn, E. — Zie E. Burger. Hahn, J. G. H. — Zie Constant. H. 930. Hahn, K. A., Mittelhochdeutsche Grammatica.* 758. Zie: Auswahl. 742. — NibelungenLied(Der).792.— Passional. 796. — Ulrich van Zatzikhoven. 790. Hahn, J. G. H., Brief a. D. H. Heinemeyer. Hs. 60. Zie: Notulen. Hs. 45. Hahn, J. J. (Zur Jubelfeier des). 751. Hahn, L. P. — Zie Werner. 752. Hahn, R. — Zie Reg. Tooneel. Hahn, S. F., Henricus auceps, hist, anceps. H. 693. Haighton, EL A., Beelden. 687. Haigneré, D. — Zie Chartes. H. 830. Haijser, Brief a. M. Tydeman. Hs. 60. Hakbijl, L., Gronden d. Eng. Spraakkunst. 837. Hake, P. S., Brief a. A. Kluit. Hs. 60. Hakone Vicensi (De). H. 787. Hakvoord, B., Gemeene Zend-brieven. 182. — Onderwys v. d. letterkonst. 149. Halberstadt, A., Kolonisatie v. Europeanen te Suriname. H. 680. Halbertsma, E., [Verschill. werken]. 825, 826. Halbertsma Hzn, J., Lexicon Frisicum. 822. Halbertsma, J. H., [Verschill. werken]. 825, 826. — Brief aan Willem de Clercq. H. 980. — De frische lucht. H. 938. — Het Geslacht der van Harens. 79. — Letterkundige Naoogst. 136. — Leven van R. Posthumus. Lb. 1861, 3. — De vertaling d. Evangelies v. Mattheus in het Land- Friesch. 823. — (Leven van). 78. — Overdrukjes. Zie: ten Broecke Hoekstra. Hs. 34. — Evangelie. 823. — van Haren. 372. — Hulde. 81. — Jacob van Maerlant. 204. — van Lennep. 173. Halbertsma, P., Het Onderwijs in Engeland. H. 842. Halbertsma Jzn, Tj. — Zie J. Halbertsma Hzn. 822. Halbertsma, T. J., Onparlem. beschouwingen.il. 317. — Hooger onderwijs en Grieksche taal. 869. Zie: Tijdschrift. II. 318. Halem, F. W. von, HollandischesHandwörterbuch. 167. Halen, A. van, De klagende dogter v. Juda. H. 174. — (Lat. bruiloftdicht voor). 905. — Pan Poëticon Batavum. 381. Zie: Bidloo. 67. Halévy, L. — Zie Célébrités. 927. — Reg. Tooneel. Halewech, Hugo. — Zie Novum Testamentum. 592. Halewijn,F.,Feestz.200-j.feestd.LeydscheHoogesch.463. — Vaerzen op h. 2e eeuwgetyde v. Leydens beleg. 462. Zie: Drietal. 462. — Hasebroek. 534. — Nieuw jaarszang. 524. Halewijn, F. de, Mémoires s. 1. troubles de Gand.H. 807. Hall, A. M. C. van, De vrijheid d. godsdienstoefe ningen. II. 360. Hall, F. A. van, Redevoering over G. K. v. Hogendorp. H. 231. — Uitnood, tot deelneming in de geldleening. H. 252. — Woord o. d. belasting op de bezittingen. H. 254. — (Leven van). Lb. 1868, 137. Zie: Beeldsnijder. 661. — van Kinsbergen. 526.— Verzameling. Hs. 65.
Hall, G. E. A. van. —- Zie Eckhard. 644. Hall, H., Aardrijkst handb. v. Zuid-Afrika. n. 869. Hall, H. C. van, Neerlands plantenschat. n. 298. — Stemmen d. natuur en des harten. 415. 7,ie: Tijdschrift. II. 2S7. Hall, J. — Zie Report. II. 876. Hall, J., Christelicken Seneca. 311. Zie: Schools. 305. Hall, J. van, Leven van C. A. den Tex. Lb. 1854,94. — De meritis Belgarum in excolendo historico Juris Rom. studio. H. 921. — (Leven van). 78. Lb. 1859, 161. — Overdrukjes. Hall, J. H. van. — Zie M. C. van Hall H. 968. Hall, J. N. van, XX kleine liederen. 294. — Overdrukjes. Zie: Gids (De). 130. — Tooneel. Ill, CCLVII. — Supp! Reg. Tooneel. Hall, M. C. van, Aan Nederlands helden. 506. — Arbeid en gelukzaligheid. 490. — J. Bondt en N. Bondt herinnerd. 72. — Brieven. Hs. 61. — Cantate 2e eeuwf. d. Utrechtsche Hoogescbool. 508. — De continentie causarum. H. 925. — [Verschil! dichtwerken], 394. — Gedenkschriften van F. Pzn van Arkel. 640. Eeestz. b. d. 250 veij. d. Leydsche Hoogesch. 498. — Gedichten aan verschil!, personen. 536, 555, 556, 558, 559. — Gemengde schriften. 135. — J. H. van Hall herdacht. II. 968. , ^ raa ^ B r0 derode [en Wederwoord], — Herinneringen. 78. — Herinn. onthul! standb. v. Willem den Ie. H. 1004. — Iets over het geschr. van A. W. v. Appeltere. II. 361. — In de laatste vergader, v. d. 1« Kamer d. St. Gen. 511. — Mr. J. Kinker. Bijdragen tot zijn leven. 82. — Leven v. P. S. Dedel. Lb. 1852, 18. — „ „ J. H. v. Kinsbergen. II. 199, 200. — » » J. J. Uytwerf Sterling. Lb. 1853, 74. — Lijkdichten. 561, 564, 566, 567, 569, 570, 572. v. *1. Linden en J. D. Meyer als rechtgeleer den beschouwd. 83. — Meer-en-Berg .. herdacht. 513. — Ter nagedachtenis van A. J. Cuperus. 75. — De orkaan op 9 Nov. 1800. 485. — Over den geest van orde. ü 246. — C. C. Plinius Secundus. 641. — Redevoering over J. v. d. Vondel. 93. — Regtsgeleerde verhandelingen. H. 261. — R. J. Schimmelpenninck... te Amiens. II. 225. — M. Valerius Messala Corvinus. 641. — De verdiensten van J. Kantelaar. Hs. 7. — Zangen 50-j. bestaan d. Mi). Tot Nut v. ’t Alg. 507. — (Leven van). 79, Lb. 1859, 3. — Overdrukjes. Zie: F. A. van Hall. 634. — Hulde. 79. — van Kins bergen. 626. -— Loots. 392. — Nagedachtenis. — Navolgingen. 298. — Redevoeringen. 116, 117. — Viering. II. 654. Hall, M. C. van, en W. H. Wamsinck Bz., Jok en Ernst. 720. Hallam, H., Introd. to the Literature of Europe. 23. Hallam, T. — Zie Chamberlain. 840. Haller, A. von, Usong, eineMorgen! Geschichte. 800. Hallgren, E. — Zie Aurivillius. 983. Halliday, A. — Zie Reg. Toonee! Hailing, K., Geschichte der Skythen. H. 767. Halliwell, J. O., Dictionn. of arehaic ... Words. 839. Hallo, F. J., Bijdr. tot de geschiedenis d. Nederlan den. II. 243. — Verhandelingen in de Staten-Generaal. II. 243. Halm, C. — Zie Catalogus, n. 735. Halm, Friedr. — Zie von Miinch-Bellinghausen. Halma, F., Brief. Hs. 61. — Bruiloftdichten. 544, 546. — Gereformeerd Gezangboek. 260. — Le Grand Dictionnaire Franpais et Flamand. 47. — Grafdicht. 570. — Het Kasteel v. Aigermont. 351. — Lijkrede over Maria de ID. 442. — Muurkroon behaalt d. Johan Willem Friso. 445. — Woordenboek d. Nederd. en Fransche talen. 47. Zie: Franken. 633. — Harpzangen. 246. La Volpeliere. II. 156. Halma, F., en M. Brouërius v. Nidek, Tooneel d Vereenigde Nederlanden. H. 61. Halmael (Geslacht van). — Zie de Muralt. H. 70. HalmaelJr., A. van,Bijdrage geschied, v.h.tooneel.IH. — Herinneringen aan Bilderdijk. 70. — De Schieringers en Vetkoopers. H. 613, XVII. — (Leven van). 79. Lb. 1851, 31. — Overdrukjes. Zie: Bowring. II. 401. — Courant. II. 625. — Horatius. 300. — Reg. Toonee! Halmael Jr., A. van, H. van Wijn en B. A. Plemper van Balen, Wetenswaardigh. uit de eresch v N- Holland. II. 527. S ‘ Halmael, H. van. — Zie Reg. Tooneel. H. A. L. P. — Zie H. A. Le Pileur. Hals, J., Grafdicht. 563, 571. II. 1008. Halsema, D. F. J. van, Brieven. Hs. 61. — Naamlijst van eenige woorden. Hs. 5. — Oordeelkundige Verhandeling. II. 1057. Haltaus, C. — Zie Theuerdank. 798. Haltaus, C. G., Calendarium medii aevi. II. 692. — Glossarium Germanicum medii aevi. 758. Hal teren, J. van, Het Hoogheemraadsch. v. Rijn land. II. 443. J Haltrich, J., Vorarbeiten f. e. Idiotikon d. Siebenb.- sachsischen Volkssprachen. 773. Halvorsen, J. B. — Zie Larsen. 857. Ham, F. van der, Leerrede. 735. Zie: Redevoeringen. II. 389. Ham, F. C. van den, Christus, de weg, de waarh. enz. 726. Ham, K. G. F. W. — Zie Schiller. 309. Ham, M. van der (Levensschets van). II. 563. Hamaker, H. A., Aard der zelfstandigheid. II. 246. — Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 61.
Hamaker, H. A„ Grammatische vergelijking van het Grieksch met het Sanskrit. 40. — Miscellanea Phoenicia. 984. — Overdrukjes. Zie: Bake. 79. — Claudianns. 904. — Juynbol. 79. Hamaker, H. G. — Zie Grotius. H. 931. Keur boeken. H. 486. — Rekeningen, n. 97. Hamaker, H. J., Overdrukjes. Hamburg. 11. 748. Hamcomius, M., Frisia. H. 609. Hamel, A. G. van, La chaire de Francais. 925. Molière en het Nederlandsch tooneel. 958. Zie: Godsdienst. 656. — Levenslicht. II. 1011.— Los en Vast. 132. — Toespraken. 119. Hamel, A. L. van, Afscheidsgroet aan „Veniam pro lande”. 466. Hamel, G. A. van, Overdrukjes. Hamel, J. A. van, Leven van H. Obreen. Lb. 1881, 51. — Toespraak tot de Oud-Jagers. n. 507. Hamel, P. J. van. — Zie Gallé. Hs. 60. Hamel, P. T. van, Bruiloftdicht. 542. Hamelau, J., [Versch. gelegenheidsgedichten], 461. Hamelberg, H. A. L. — Zie Universiteitsblad. H. 322. Hamelmann, H., Oldenburgische Chronicon. H. 743. Hamelsveld, W. Y. van, Bruiloftdicht. 548. Zie: Redevoeringen. 116. Hamelsveld, Y. van, Aanspraak. H. 478. — De beste mensch Jezus. 709. — Durkerdams waterwee. 465. — Grafdicht. 572. — [Verschil!] Leerredenen. 723, 735. — Over de Middelen om lang te leven. 637. — Nodig bericht aan het publiek. 85. Zedelijke toestand d. Nederlandsche natie. H. 85. Zie: Bibliotheek. 127. — Brief. II. 381. — van Dongen. 639. — Redevoeringen. 116. — Schets. II. 823. Hamerling, R., Ahasverus te Rome. 310. — Lord Lucifer. 806. — Die siehen Todsünden. 804. — De Zeven doodzonden. 310. Zie: Reg, Tooneel. Hamerslag d. e. oorspronkelijk Plagiair. H. 1012. Hamersley, J. IV. — Zie Abbadie. U. 897. Hamerster, D., Verklaring over de Statuten. H. 617. Hamerster, L., Lijkrede op R. Schutte. 732. Hamilton. —— Zie Nott. II. 877. Hammen y Leon, L. van der, Don Ivan de Austria, n. 846. Hammerich, F. — Zie Handelingen. H. 785. Hammerich, M., Om Ragnaroksmythen. H. 776. Hammersköld, L. — Zie Stagnelius. 862. Hammerstein, W. van, Overdrukjes. Hammius, G. J. — Zie Reg. Tooneel. Hammond, H., Gantsche pligt eens Christen. H. 1012. Hamonière, G., Grammaire Russe. 964. Han, G. — Zie Zedezangen. 260. Hanappier, J., Leerrede. H. 350. Hand-A B C (Het) voor Doofetommen. 36. Handhoek d. aardrijkskunde. — Zie Winkler Prins. H. 40. — bij de geschiedk. kaart der Nederlanden. H. 1041. — (Godsd.) voor gevangenen. — ZieSuringar. H. 274. — d. Hoogduitsche letterkunde. 775. — (Huishoudkundig). 4. — voor de vrienden der Zendingszaak. H. 389. Handboekje (Bijbelsch). H. 907. — hij de geslachtsboom d. Stadhouders, n. 67. — (Kerkelijk) voor Predikanten. H. 390. — (Taalkundig). 152. voor de zaken der Roomsche Kerk. H. 331. — voor reizigers n. Nijmegen. — Zie ten Hoet. H. 432. Hand-Boecxken d. christel. gedichten. — Zie Biens. 333. Handbok för Riksdagman. H. 780. Handboucxkin (Der Coopliedë). H. 285. Handbuch d. Spanischen Sprache u. Literatur. 919. — d. Ungrischen Poesie. 990. Handel en Handelsrecht (Nederl.). H. 268. Handel (Den vryen) ter zee. n. 151. Handel, H., La Bibliothèque royale. H. 458. Handelinge van de Praedestinatie. II. 365. Handelingen der Apostelen. Hs. 13. — d. Apostelen in het Singaleesch. 976. v. h. I—~X VTTTe Neder! Taal- en Letterkundig Congres. 62—64. — v. d. Kerkeraad der Neder! Gem. te Keulen. H. 732. — „ „ len Skandinavischen Kerkdag. H. 785. — ,, ,, opzieners d. Gemeente Jesu. H. 360. — (De) d. Regering en de belangen d. ingezetenen van Leyden. H. 493. — v. d. Regering en de Staten-Generaal. H. 392. — d. Staten-Generaal over Onderwijs. H. 308. — v. d. particuliere Z.-Holl. Synode. Hs. 39. d. vergadering tot de zaak d. Kerkgezangen. Hs. 39. v. h. Neder! Bijbelgenootschap. H. 390. — „ „ Genootsoh. Kunst wordt door Arbeid ver- kreegen. 114. H. 973. v. h. Prov. Genootsch. voor Kunsten enWetensohap- pen in N.-Brabant. 121. — en Meded. d. Mtsch. t. bevord. v. Nijverheid, n. 286. v. d. Maatsch. v. godsdienstig onderwijs onder de slaven. H. 681. v. d. Maatsch. d. Nederl. Letterkunde. 112, 113. — „ „ Alg. Verg. d. Maatsch. Tot nut v. ’t Alge meen. 116. — d. Overijsselsche Vereeniging. n. 627. Handelmann, H., Vorgeschichtl. Steindenkmaler. H. 720. Zie: Jahrbücher. II. 717. Handelsrecht. II. 925. — (Nederlandsch). H. 268. Handhavers (Aan de) der Vreede. 451. Handius, F., De particulis Graecis dissert. 871. Handleiding v. d. aardrijkskunde van N.-Indië. H. 666. — bij het Catechisatie-onderwijs. H. 908. m m christel. onderwijs. — Zie Sannes. H. 907 _ — tot de declamatie en mimiek. 718.
Handleiding tot de kennis/, d. aardbol.—Zie Timmer II. 39. f — tot de kennis v. h. JB. W. — Zie v. Heusden. H. 266. — » » ,, d. Nederlandsche munten. II. 73. — » » » v. h. Staatsbestuur. — Zie ten Zeldara Ganswijk. n. 277. I — tot de schrijfkunst. 8. | — onderr. v. d. toonkunst.—Zie Rente Linsen. H. 955. I — v. h. patronaat over de armen. — Zie Oort. II. 292. I — v. kleine kinderscholen. — Zie Visser. H. 315. f — voor den liturg. 234. I — v. h. Museum von Siebold. — Zie Leemans. II. 504. [ (Chronol.) t. d. beoefening d. Neder], Letterkunde.— Zie Elberts. 59. i (Korte) tot het doen van godgel. oeffeningen. 9. K — (Nieuwe) tot de manier van hrievenschrijven. 182. ï Handlexicon (Nützliches) d. Jüdischen Sprache. 776. f Handlingar rörande Sveriges Historia. II. 776. I Handschrift (Königinhofer). — Zie Rukopis. 970. E Handschriften (Kleine dichterlijke). 230, 231. I Handvesten van den Alblasserwaert. H. 446. I — enz. v. Amstelredam. H. 550. I — van Bijleveld. — Zie Pabst. H. 590. 1 — enz. der stad Dordrecht. H. 452. ■ — „ van Enchuysen. H. 559. I — „ » Haerlem. II. 561. I — » „ Kennemerlandt.—Zie Privilegiën. H. 531. I — „ der stad Leiden. II. 486. I — en onuitgegeven Charters v. Nijmegen. H. 428. ■ — enz. van den Overwaard. II. 446. ■ — ende Privilegiën v. Eijnland. II. 444. ■ — privilegiën enz. van Rotterdam. Hs. 49. 1 — enz. van Vlaardingen. II. 526. ■ — van Waterland. — Zie Heinrici. Hs. 51. ■ enz. van den Zwijndrechtschen waard. II. 446. I' Handzeichnungen alter Meister, n. 741. ■ Hane, J. B. d’. — Zie Archives. II. 977. K Hane, Ph. F., Hist. crit. Augustanae Confessionis. H.893. I Hane, P. H., Dehors, d. Mecklenburg. Geschichte.II.744. I Hane-boek (Zwart-). — Zie ABC-boek. 155. ■ Hanegraaff, A., P. de Leeuw en J. Kros, Beschou. wing v. d. droogm. v. h. Haarlemmermeer. II. 530 ■Hanegraaff, D. — Zie Reg. Tooneel. I Hanewinkel H.Cf., S., Beschrijving van ’s Hertogen- bosch. H. 409. 8 1— Gedachten over de Meiery. H. 409. — Reize door de Majory. H. 409. — Overdrukjes. ËHangest, D. M. M. d’, d’Yvoy van Mydrecht. — I Zie Tvoy. | Hanka, W. — Zie Dobrowsky. 961. — Rukopis. 970. I Hanky, V., Polyglotta Kralodvorského Rukopisu. 53. j|Han]o, A. Z., Dissert, inaug. de privilegiis. H. 930. P^“ n °n S 9^ r ° 0rdenboek d- • Nederl - en Latijnsche tale. I Hannover (Prov.). II. 712, 1059. f Hanou van Arum, P. — Zie Arum. Hanraads, F. J., Lijkrede op J. B. van Bree. II. 328. Hans Michel Goedbloed. 291. Hansemann’s Skrivt (Udtog af D.). II. 785. Hansen, Die kirchlichen Zustande Schleswigs.il. 718. Hansen, C. J., Ons Dietsch ofhetNederd. inDuitsch- land. 817. — Platduitsch en Nederlandsch. 66. — Over Reinaard den Vos. 815. — Reisbrieven uit Dietschland en Denemark. H. 47. — Noordsche letteren. 849. — Transvaal of Zuid-Afrika. H 982. — Vondel. 94. — Overdrukjes. Zie: Michiels. 557. — Torfs. II. 64 Hansen, C. P. — Zie Katechismus. 821. Hansen M. M„ Beitr. z. Beurtheilung d. Sprach- verhaltnisse d. Herzogth. Schleswig. 745. Hansma, D., Uwnk in Lok. 827. Hanssen Sijffers, J. — Zie Sijffers. Hansteen, Chr. — Zie Arndtsen. H. 945. Hansz, 8. — Zie Sems. H. 939. Hanszelmann, C. E.,Beweiss wie weitd. Romer Macht . eingedrungen. II. 691. Hantelmann. — Zie Floto. II. 944. Hantvesten. — Zie Handvesten. Hanzesteden (Vrije). II. 747. Hapdé, J. B. A. — Zie Reg. Tooneel. Happoncourt de Graffigny, d’. — Zie de Graffigny. Haps, P. van, Brieven van minnaars. 356. Zie: Jnvenalis. 803. Haps, P. W. van. — Zie Reg. Tooneel. Haraeus, F., Annales Ducum Brabantiae. II. 104. Harde, M. de, Brief a. Mej. E. Wolff geb. Bekker. 671. Hardenberg, H„ Nationaal Feest te Leiden. H. 483. Harder, Chr., De Ioannis Tzetzaehistoriarum fontibus quaestiones selectae. H. 1028. Harderad (Histoire admirable du franc). 957. Harders-stafje (Het). 283. Harderwijk, Is. van, Geschied-en letterk. bijdragen. 136. — (Leven van). Lb. 1848, 46. Zie: ten Broecke Hoekstra. Hs. 34. Heems kinderen. Hs. 33. — Lat. Ned. Woordenb. Hs. 34. — Uitspraak. Hs. 42. Harderwijk Rz., J. van, [Versch. dichtwerken]. 402. — Gedichten. Hs. 28. — Aan Z. M. den Koning. 505. — Aansporing tot moed en volharding. 505. — December 1848. 511. — Inhuldiging van Willem de IHe. 511. — Onze Leus. Vaderlandsch dichtstuk. 502. — Leven v. R. H. van Someren. Lb. 1851, 69. — De Lof der schilderkunst. 508. Lijkhulde bij d. dood v. Neêrl. Koningin. 508. — Lijkdichten. 566, 570, 573. — Redevoeringen. 720. — De Schim v. Willem de Ie. 505. — Van Speyk. 502. — 25e Verjaring v. d. Slag bij Waterloo. 509.
Harderwijk Rz., J. van, Verslag betreffende Jacob v. Maerlant’s bijbelvertaling. 579. — (Leven van). Lb. 1859, 87. — üverdrukjes. Zie: van der Aa. 68. — Euthyinia, 130. — Franklin. 641. — Letteroefeningen. 125 Harderwijk, K. J. R. van (Leven van).Lb. 1861. 37. — (Levensbijzonderheden van). Hs. 54. — Leven van A. J. van der Aa. Lb. 1857, 35. _ „ „ Q. M. R. Ver Huell. Lb. 1860, 453. Naamlijst der predikanten te Rotterdam. II. 523. Register op de Jonge Nederl. Zeewezen. Hs. 44. — Overdrukjes. Zie: van der Aa. II. 65. — Bosscha. II. 304. Parthenopeus. Hs. 10. Hardeveldt, A. van, Do Joodtsche Republyk. II. 182. —- Kerkelijk pleydoy. n. 373. —• Leerrede bij herstel uit krankheid. 729. — Vriendelijk onderricht a. d. Christen Waereld. 459. Hardeveldt, S. van, Voorbereiding tot de a. s. Kerkher vorming. II. 37. Hardrijderij op schaatsen te Joure. 425, Hardt, Voealismus d. Sauer-Mundart. 774. Hardt, H. von der, Historia longa veritatis mille an- norum etc. 23. Harduyn, J. de, Uitgelezen Dichtstukken. 322. Zie: Hugo. 649. Hardy, A., [Verschill. dichtwerken]. 375. Haren, J. J. van, geb. Beaumont, De Proclamatie. 484. Haren, O. Z. van (Werken betreffende). 79. — Derde Deductie. 79. — Dichterlijke werken en leven. 230. — [Verschill. dichtwerken], 371, 372. — Brieven. 109. Hs. 61. Gevoelens v. e. Hollandsch Patriot. II. 182. — Lijkreeden over Willem de IV e . II. 187. — Mengelwerken. II. 182. — Nationale leerreden. Hs. 32. — Nieuw-jaars brief aan mijn jongste zoon. II. 300. Proeve van een Nation, zeedelijke leerrede. II. 198. „ op de levensbeschrijving d. doorluchtige mannen. H. 663. — Proeve van Nederd. treurspellen. XVII. — Proeven, voor Nederl. tooneel. XVII. — Van Japan. II. 862. — Zedige aanmerkingen. II. 618. Zie: Pindarus. 297. — Pope. 311. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Haren, W. van (Werken betreffende). 79, 370. — Dichterlijke werken en leven. 230. — [Verschill. gedichten]. 369, 370. — Aan de Koninginne van Hongarije. 450. „ „ Gr. Brittanische Natie. 450. n Z. „ ,, Majesteit. 451. — Brieven. 109, Hs. 61. — Een man van eer. 450. Gezang aan het vereenigde Nederland. 450. — O, Gij die met den naam van Patriot wilt pralen. 450. — Twee lierzangen. 452. Harenberg, J. C. — Zie Schrader. II. 3. Hareniana, Brieven van W. en O. Z. van Haren. 100' Harff, A. von, Pilgerfahrt. II. 41. Harinckman, P., Confessien ofte Bekentenissen. II. 57 Haring, N., Oude-vier-baeck. 439. Haring van flarinxma. — Zie de Quevedo. 626, 627- Harings, W., Ytlycke forteltjes. 825. Harkenroth, E. F., Brief a. M. Tydeman. Hs. 61. Harkenroth, I. E. — Zie J. I. Harkenroth. II. 715- Harkenroth, J. I., Oostfriesche oorspronkelijkh. II. 714- — Oostfriesche watersnood. II. 715. Harkenroth, I. Y., Brieven. Hs. 61. Harlaeus, L. — Zie Catechismus. II. 902. Harlequin (Amsterd.) m. d. Haagsche Scharmous. 283. — ... met zijn rarekiek. — Zie Pook. 444, 447. Harles, T. C. — Zie Schwarzius. II. 14. Harless, H., Humanitatsbildung. II. 919. Harless, W. — Zie: Archiv. II. 727. — Zeitschrifk II. 731. Harleville, J. F. Collin d’. — Zie Collin. Harlingen, E. van, Bruiloftdicht. 541. Harlingen, M. van. — Zie Duysendpond. 532. Harlingensius, P. — Zie Houwaert. 319. Harm op en bal, — op vreyersvouten, — op Wedder- mark. 175. Harmansz, H. — Zie Sententien. II. 136. Harmen Kroon, J. van. — Zie Kroon. Harmer, T., Verklaringe v. Salomons Hooglied. H. 889- Harmes geb. Koolaart, P. E., Brieven. Hs. 85. — Grafdicht. 565. Harmodius Friso. — Zie P. Vreede. Harmonie (Geestelyeke). 264. — in de boekdrukkunst. — Zie Minkman. H. 962- Harn, W. J. van, Het Geslacht Stalpert v. d. Wiel 6 ' II. 72. — Hans-Jovis! 640. — Iets over Everardus Reidanus. II. 71. — Vlugtige blik op Vianen. II. 526. Harp (De Christelijke). 223. Harpe (De guide). 251. II. 990. Harpe (De la). — Zie Laharpe. Harpentoonen (Uitheemsche). 295. Harpestreng, H., Dansk Laegebog. 860. Harp-gezangen (De Koninglyke). 246. Harpliederen (Koninklyke). 245. Harpocrates ofte den Swygaert. 701. Harpoen voor den... schouwburgschender. VI. Harp-sangen (Davids) [in proza-vertaling]. 590. Harpzangen (Koning Davids). 241. 244. 246. Harrebomée, P. J. (Leven van). Lb. 1881, 125. — Bedenkingen op Laurillard’s Bijbel- en Volkstaal- 172. — Spreekwoordenboek d. Nederl. taal. 169. Zie: van Alkemade. Hs. 77. Harrewijn, J. — Zie Spotprinten. II. 161. Harris, J., Hermes etc. [en verschill. vertalingen]. 29' — Oratio in laudem sobrietatis. II. 1030.
Harris, J., Three Treatises. 847. arrisson, M., Rise., of the English Language. 832. Harrowing (The) of Hell. 844. Harseamp, Wed. van, Grafdicht. 570. aisdorfer. — Zie Sohouw-plaets. 628. Harsveldt, D. — Zie Reg. Tooneel. art,^ F. Willemsz. van der, Nieuwe Katwycker ohnstelycke zeevaart. 261. Harten, H. W. — Zie Tijdschrift. II. 309. arter, A. M. — Zie Gronovius. 892. artevelt, D., Herinneringen uit Algiers. II. 869. Industrie en poezie. II. 1053. He mouvement Flamand. 66, II. 966. Onze Kweekschool v. Zeevaart. II. 509. ~~ Vichy. II. 832. Overdrukjes. Hartevelt, J. — Zie van Lely veld. H. 480. Hartig, Franz von (Biograpliie seiner Excell.). II. 739. Hartigveld, J. (Lijkrede op). 729. Harting, D., Een arme kinderschool. II. 559. ~~ Leven van G. Vissering. Lb. 1870, 479. De Munstersche furie. II. 726. Zie: Schaff. II. 700. Harting, P., L’appareil épisternal d. oiseaux. II. 952. ~~ Het eiland Urk. II. 535. Gedachten o. h. Hooger Onderwijs. II. 319. ~~ Chr. Huygens . .. geschetst. 81. ' Mémoire s. 1. genre Potérion. II. 950. Overdrukjes. Zie: Noord en Zuid. 132. Hartius, O., en J. Comans, Propositie. II. 122. Hartjesdag (De Haarlemsche). 283. Hartloop, Elizab. — Zie Reg. Tooneel. Hartman Jz., H. G., Het bestaan der ziel. II. 897. Enschede’s bloei en verwoesting. II. 636. Gedenkschrift v. h. Blaaubeenfeest. II. 576. De Hoofdelijke omslag. H. 577. Hartman, J. G., Primitiae poeticae. 898. Hartman Drabbe, A. H., Ophelderingen. II. 463. Hartmann von Aue, [Verschill. werken], 790. Zie: Greith. 779. — Lesebuch. 778. — Samlung. 779. — Volksbücher. 809. Hartnaccius, D. — Zie Micraelius. II. 26. Hartog, J., Gods weldadigheid. II. 1046. Heven v. J. Honig Liz. Jr. Hb. 1871, 89. De Oranje-predikanten. II. 208. » Patriotten en Oranje. II. 182. Kijken en armen. H. 293. ' De Spectatoriale geschriften. 61. ~~~ Overdrukjes. Hartogli, F. A. de, Bij den Watervloed v. 1809. 489. Treurzangen op Leydens ramp. 488. Hartogh, J. de, Lijkrede op E. J. Mitzeu. 730. Hartogh, L. de. — Zie Jorissen. H. 556. Hartogh Heys van Zouteveen, H., Bijdragen tot de statistiek v. Drenthe. II. 654. Zie: Volksalmanak. II. 653. Hartsen, A. — Zie: Burman. II. 993. — Eerzuil. 453. — Gedenkteeken. 454, 455. — Reg. Tooneel. Hartsen, C. — Zie Gedenkschrift. II. 555. Hartsen, F. A., Beschouw, over het Catholicisme.II.386. — Het empirisme van C. W. Opzoomer. II. 915. ■— De Hoofdkenmerken d. volmaakte taal. 33. ■— Inleiding tot de wijsbegeerte. II. 910. Hartsgedachten (Batavische). 455. Hartsinck, J. L, Verkiesing v. Vlag-offieieren. 451. Zie: C. Hartsinck Jsz. 554. — Pleidooyen. 228. — Reg. Tooneel. Hartspieghel. — Zie H. L. Spieghel. 320. Harttenroth, J. J., De vrijheid aan Nederl. gewaa- pende Burgeren. 474. Hartwech, A. — Zie Copie. H. 367. Hartzveld, W. — Zie Bundel. XIV. Harwich, M., Orator Belgico-Latinus. 716. Harzheim, J., Inscriptionis Hersellensis Ubio-Romanae explanatio. II. 731. Hase, C. A., Confessio fldei Ecclesiae evang. II. 894. — De jure ecclesiastico comm. historici. II. 930. Hasebroek, E, J. [Verschill. romans]. 678. Zie: Tónna. II. 984. Hasebroek, J. P., [Verschill. dichtwerken]. 412. — Alle dingen vernieuwd. II. 546. — De blijde boodschap. 724. — Eeestcantate b. d. opening d. Universiteit v. Amster dam. II. 1005. — Gods stem in den watervloed. H. 256. — Zestal leerredenen. 724. — Leven v. H. J. Koenen. Lb. 1875, 105. — „ „ W. R. Veder. „ 1883, 117. — Waarheid en droomen door Jonathan. 642. — (Leven van). — Zie J. ten Brink. II. 1063. — Overdrukjes. Zie: Apostelen. 232. — Da Costa. 404. — Fantasia. II. 984. — Koenen. 269. —- Nieuwjaarwenschen. 523, 524. — Potgieter. II. 773. — Proza en poezy. 184. — Thomas è. Kempis. 647. II. 1012. — Toespraken. II. 605. — Voor visschers gevan gen. 184. — de Vries. II. 967. — Vrouwen (Bijbelsche). 232. — Woorden. II. 968. Haselbekius, J., Metamorphosis Christiana. 335. Haselhoff, H. W., De Synode van 1844. II. 319, 384. Hasenloffius, G. S. — Zie Ereinshemius. II. 689. Hasse, E. Ch. A., Das Augusteum zu Leipzig. II. 740. — Quantum geographia novissimis periegesibus.. ex- positio. II. 39. — Typographiae Lipsiensis ... historia. 15. Hasse, J. — Zie Scrip tores. II. 709. Hasse, J. C., Griech. u. Lat. Grammatologie. 869. Hasse, P. — Zie Stadtbuch. II. 720. Hassel, D. van, Grafdicht. 567. Hassel, P., und Vitzthum vonEckstadt, Zur Geschichte d. Türkenkrieges. II. 857. Hasselaer, G. N. P., De juribus quibusdam singu- laribus Acad. Lugd. Batavae. II. 499. Hasselmam, J., Grafdicht. 577. Hassels, L. E. J., Dichterlijke uitnoodiging. 210. — [Verschill. dichtwerken], 419. Zie: Keurgarve. 225.
Hasselt, A. van. — Zie Bormans. 946. Hasselt, A. L. van. — Zie Bijdragen. 997. Hasselt, G. van, Arnhemsche oudheden. II. 424. — Bijdragen voor den Burg v. Nijmegen. H. 432. — Brieven. Hs. 61. — Eerste vaderlandsche klugtspelen. III. — Geldersche bijzonderheden. II. 415. — „ Klaarbanken. II. 421. — Het Hertogrijk v. d. Hertog v. Gelre. n. 416. — Het huis van Marten v. Rossum. II. 424. — Over de Jacoha’s kannetjes. II. 75. — Kronijk van Arnhem. II. 423. — Oorsprong v. h. Hof v. Gelderland. II. 418. — Het oorspr. schilderij v. Karei v. Egmond. II. 416. — De potestate legislatoria. II. 417. M recensie v. d. Vad. Biblioth. herdrukt. H. 436. — Rozendaal. II. 436. — Stof v. e. Geldersche historie d. Heidenen. II. 415. — Overdrukjes. Zie: Apologie. II. 117. — Bladwijzer. Ha. 47. — Brie ven. II. 429. — Charterboek. Ha. 47. — Kilianua. 166. — Spreekwoorden. Ha. 77.— Stukken.II.101. Hasselt, J. C. van, Brief a. M. Tydeman. Hs. 61. — De preeariis, vulgo de Beden. H. 96. Zie: van Swinderen. II. 968. Hasselt, I. J. van, Brieven. Hs. 61. — Beschrijving d. stad Bommel. H. 437. — Eenige rechten van vreemdelingen. II. 266. — Noodzakelijkheid v. h. schouwen d. doode lighamen. II. 928. — Oorsprong... v. d. criminele jurisdictie. H. 272. Scholia ad Reformationem Comitatus Zutphaniae. II. 422. — Yerh. over de aanzegging des doods. H. 274. „ het consent en auctoriteit. H. 264. Zie: Beschrijving. II. 415. Hasselt, J. W. van, Aan mijne landgenooten. 475. — Grafdicht. 573. Zie: Reg. Tooneel. Hasselt, L. van, Yerslag omtr. oude Archieven, n. 583. Hasselt, N. van, De Kon. Militaire Academie. H. 408. Hasselt, S. F. van, Afscheidleerrede. 729. Hasselt, W. J. C. van, Brieven. Hs. 61. — Grafdicht. 564. — Leven van J. P. van Walree. Lb. 1849, 103. — Lijsten d. uitgaven v. d. Mtsch. v. Nijverb. H. 287. — Toast aan de Marine. 499. — Vianden. II. 768. — Welkomstgroet a. d. Holl. Maatschappij. 499. — (Leven van). Lb. 1864, 168. — Overdrukjes. Zie: Gids (De). 130. — Sandra. II. 548. —Wet. 265, 271, 312. — Zumbag de Koesfelt. n. 529. Hasselt, J, C. Copes van. — Zie Copes. Hassler, K. D. — Zie Sailer. 772. Hatin, E., Bibliogr. d. 1. presse périod. Franpaise. 20. — Les Gazettes de Hollande. 20. — Histoire de la presse en France. 19. Hatoulet, J. — Zie Proverbes Béarnais, 938. Hattem, P. van, Den val van ’swerelts af-god. 722. Hattemer, H. — Zie Denkmahle. 780. Hattink, R. E., Reg. op het Oud-Archief van Oot- marsum II. 638. Zie: Acta. II. 1056. Hattum, A. van. — Zie Corver. Hattum, B. J. van, Geschiedenis v. Zwolle. II. 638. Hattum, M. van. — Zie Reg. Tooneel. Hauber, E. D., Historie d. Land-Charten. II. 40. Hauch, J. C., Nordische Mythenlehre. H. 775. Hauer, F. von. — Zie Mittheilungen. H. 753. Hauff, W., Werke nebst Biographie. 803. Haug, C. F., Brieven uit Amsteldam. Hl. Haupt, E. F. — Zie Goethe. 801. Haupt, J. L. — Zie Magazin. II. 709. Haupt, M., Overdrukjes. Zie: Blatter (Altdeutsche). 778. — Gottfried von Neifen. 793. — Hartmann von Aue. 790. — Konrad von Würzburg. 795. — Lachmann. 873. — Rudolf von Ems. 793. — Zeitschrift. II. 695. Haus, F. M. A., De comitiis universalibus Imperii Rom. Germ. H. 1058. Hauschüd, F. C. F., Carmina omnia. 900. Hauschild, J. L., Gerichts-Verfassung. II. 704. Xïa.ussa-ta.a.1. 987. Haussen, C. R., De claro libro, der Weiss Kvnig. 789. Hautel, d’, Dictionnaire du bas-langage. 937. Hauteroche, N. Ie Breton de. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Havard, H., Amsterdam et Venise. II. 548. — L’art et les artistes Hollandais. H. 325. — La Hollande pittoresque. H. 402. Zie: Hartevelt. II. 966. Havart, D., Bruiloftdicht. 536. — Grafdicht. 568. — 150 Grafschriften. 561. Zie: S. Havart. 534. — Ovidius. 302. Have, J. van der, Filips van Marnix. 85. Haven (De) en Straat v. Gibraltar, n. 848. Havenboorgh, P. van, Schriftuerl. Liedtkens. 252. Haverkamp, G., Lijkrede op D. Grimes. 728. Haverkamp, J., Bruiloftdicht. 546. — Onderzoek over de Ned. Tooneelpoëzy. II. 957. Zie: Reg. Tooneel. Haverkamp, S. (of Hawerkamp), Oratio. 869. — Zegezang. 443. Zie: Crucius. 531. Haverkorn Wz., W., Hilverbeek. 385. — Grafdichten. 563, 569, 571, 577. II. 1008. Haverkorn de jonge, W., Afscheidsgroet. VI. — Dankbetuiging. VI. — Grafdicht. 566. Zie: Reg. Tooneel. Haverkorn van R ijs e wijk, P., De oude Rotterdamsche Schouwburg. CCLIX. Zie: Verslag. II. 523. Haverschmidt, F., Familie en Kennissen. 687. — Snikken en Grimlachjes v. Piet Paaltjens. 423. — Overdrukjes. Zie: ten Brink. H. 1063. — Landjuweel. 184.

299 p. o. c. VOHSSELMAN DE HEER. — H. J. VAN DER HEIM. 300 Heer, P. O. C. Yorsselman de. (Leven enz. van). 79. Heerd (Bond den). 134. Heeremiet, H. (Lofrede op). 79. Heeren (Aan de), goede vrunden... de Prelaten. II. 124. Heeren, A. H. L., Andenken an 3. P. A. Kirsten. 753. De chori Graeeorum tragici natura et indole. 873. Einfluss d. Normannen auf d. Pranz. Sprache. 925. — Geschiedenis d. classisohe literatuur. 867. Handboek d. geschiedenis d. oude staten. H. 13. — (Latijnsch gedicht aan). 907. XJeber meine Studiën d. alten Indiens. H. 865. Tiberius en Cajus Gracchus. H. 853. — (Levensschets van). 752. Zie: Pertz. II. 818. Heeren, R. — Zie Suppl. Beg. Tooneel. Heerenveen één en onverdeeld. H. 623. Heereveen, J. J. van Eybergen geb. — Zie Eybergen. Heering, P., Overijsselsche vertellingen. 174. Heeris, F. 3., Cacographie. 160. Heerkens, P. P. A., Overdrukjes. Heerkens, G. N., Icones. 898. Zie: Eginhard. II. 17. — Hammink. 908. Heerkens, J. N. J. (Leven van). Lb. 1868, 124. Heerlijkheden van Leiden. Hs. 49. Heerlijkheid van der Vere. Hs. 52. (De) der nieuwe bedoeling. — Zie Wormser. 656 Heerlykheit d. Kercke. — Zie Vondel. 328. Heerman, F., Guldene Annotation. 657, 658. H. 1013. Heerman, J. — Zie Daudiguier. 664. — Reg. Tooneel. Heer-oom met de gard en de hoere-waardin. 379. Heersch- en plonderzugt (De) d. Engelschen geros kamd. 484. Heerspink, 3. B. F., De godgeleerdheid en hare be oefenaren aan de Hoogesch. te Groningen. 11. 649. Hees, C. M. van. — Zie Schaefer. 751. Hees, P. M. G. van, De juris absoluti usu. n. 930. Hees van Berkel, J. I. van, Beschouwing d. vroegere wetgevingen omtrent den handel. II. 270. — Beschouw, over een Wetb. v. regtspleging v. h. krijgsvolk te lande. II. 302, 305. — Betoog d. noodzakelijkheid. II. 252. — Bronnen v. h. Nederl. Staatsregt. H. 238. Iets betreffende de regten d. Ingelanden v. Rijn land. H. 444. Iets over de wetgeving op het tweegevecht. H. 927. — (Leven van). Lb. 1855, 70. Nederland voor en na de Pransche omwenteling. H. 253. De nobilibus ac urbium delegatis. II. 96. — Proeve v. e. Ontwerp Wetb. v. Strafrecht. H. 305. eener beschouwing over geschiedenis, n. 91. Hees van den Tempel, 3. J. van, Stelsel d. gemeen- ten. II. 802. Heesch, G., Leber Sprache und Versbau. H. 1026, Heese, N. van. — Zie Peterssen. 648. Heffter, L., Overdrukjes. Heffter, M. W., Geschichte d. Latein. Sprache. 877 Hefner, J. von, Röm.-Bayerische Inschriften. H. 851. — De statuis viris illustribus. H. 850. Hegenitius, G., ltinerarium Frisio-Hollandicum. H. 42. Hegewald,L.,Die Sprachen-Scala d. Abendl. Völker. 41 Hegewisch, D. H., Geschichte d. Engl. Parlements- beredsamkeit. 833. Hehn, V., Kulturpflanzen u. Hausthiere. H. 947. Heiberg, 3. L. — Zie Rcg. Tooneel. Heiblocq, J., Farrago Latino-Belgica. 345. Heidanus, A., Consideratien. H. 499. Heide geb. Hulscher, A. van der. — Zie Gedenktee- ken. 454. Heide, C. van der. — Zie Martini. 259. Heidegger, J. 3. — Zie Reg. Tooneel. Heidel, W. E. — Zie Trithemius. 10. Heiden, J. van der, Klaagliederen v. Jeremia. 350. Zie: Reg. Tooneel. Heiden, S. van der, Bruiloftdicht. 536. — Nederlands helden-lof. 441. — Oranjelof. 442. Heiden Hompesch (van), Brief. Hs. 61. Heiden Hompesch, J. S. A. Gravinne van (Lijkrede op). 729. Heije, 3. P., [Verschil! dichtwerken]. 410, 411. — Een Feestdag v. h. Volks-zang-onderwijs. H. 328. — Kindergedichten en kinderliederen. 428. Eene levensvraag v. oogenblik en toekomst. H. 292. _. Liederen v. h. feest d. Zangschool. 519. Metrische vertalingen. 308. — Nederlandsche liederen. 294. — Novemberliedjes. 517. — De uitkomst der stemming. H. 257. Uw Koningrijk kome. 268. Volksvermaak middel tot volksgeluk. H. 88. Volkswijsheid en Staatsmanskunst.. H. 257. Zangen vergadering Nut v. ’t Algemeen. 509. (Leven van). Lb. 1877, 43. ~ ^^^Gezangen. 519. — Maria. 307. — Muzen (De). 129 Nederlanden (De). II. 86. — Nieuw- iaarwenechen. 523. — Proza en rpezie. 184. — Redevoeringen. 116. — von Schiller. 809. Schuyt. II 828. - Viotta. I! 328. — Voor visschers gevangen. 184. Heijendal, 3., Brief a. M. Tydeman. Hs. 61. Heijting, P., De leerplicht. H. 314. Heilgroete aan W. C. H. Friso. 454. Heiligerlee (Werken over den slag bij). H. 112, 113. Heilman, L. — Zie Tollens. 506. Heilmann, N. L. — Zie Rein. 752. Heilo, Frederik van. — Zie Frederik. Heilwenschen enz. v. d. Kamer der Goudsbloemen. 220. Heim, A. van der, De injustitia populorum. H. 497. Heim’ A. 3. van der, De A. Heinsio Consiliario. H. 172. Heim', H. 3. van der, Eene aanteekening. II. 315. — Gemeentebelastingen. H. 282. — De legationibus a C. Beuningio gestis. H. 144. _ Leven v. J. A. Baron v. d. Heim v. Duyvendyke. Lb. 1872, 119.
Heim, H. J. van der, Leven v. W.L. F. C. Ridder v. Rappard. Lb. 1863, 25. — Onze vroegere scheepvaart-wetten. II. 925. — Overdrnkjes. Zie: Heinsius. II. 172. Heim, J. van der, Brieven. Hs. 61. Heim van Duyvendyke, J. A. van der (Leven van). Lb. 1872, 119. Heim, J. 1). van der, De aquae superfluae. II. 298. Heim, W. — Zie Abbildungen. II. 744. Heimenberg Cz., C. H. van, Leerr. bij 25-j. predikd. 729. Heimenberg PFz., C. H. van. — ZieP. van Heimenberg. 534. Hein, G. H., Leerrede t. bevest. v. A. de Honing. 730. — Vereering d. nagedachtenis v. R. van Wijk Jzn. 95. Heine, H. (Geschriften over). 752. — Liedjes en Verhalen. II. 993. — Memoiren u. neugesammelte Gedichte. H. 1024. Zie: de Banville. 927. — Jaubert. 927. — Selden. II. 1022. — Reg. Tooneel. Heinemeyer, D. U., Aant. verblijf Nederland. Hs. 53. — Bibliographic v. Nederl. geschiedenis. Hs. 39. — Brieven. Hs. 71. — Das gelehrte Batavien. Hs. 54. — Literarische Notizen. Hs. 33. Zie: van den Berg. Hs. 57. — van Kinsbergen. Hs.55. Heinecius, J. G., Antiquitales Germanicae. H. 701. — Blementa juris Germanici. H. 701. Zie: Corpus Jnris. II. 702. Heineken, E., Bruiloftdicht. 535. Heinicke, S., Wichtige Entdeckungen u. Beytrage zur Seelenlehre u. zur menschlichen Sprache. 30. Heinric van Aken, Die Rose. 208. — Roman v. Heinric en Margriete v. Limborch. 202, Hs. 10, Hs. 86. Zie: Gedichten. 200. Heinric en Margriete v. Limborch. 202, Hs. 10, Hs. 86. Heinrich, C., Schwedisch-Deutsches Handwörterb. 51. Heinrich, C. G., De Idumaea ejusq. vastatione. H. 863. Heinrich von Freiberg [of Friberg], Tristan. 796. Zie: Gottfried von Strassburg. 791. Heinrich von Morungen. — Zie Michel. 752. Heinrich von Rugge. — Zie Schmidt. 754. Heinrich von Veldeke, herausg. v. L. Ettmiiller. 791. — Sinte Servatius legende. 206. Zie: Gedichte. 779. — Samlang. 779. Heinrich Julius von Braunschweig, Schauspiele. 805. Heinrich (Der arme). — Zie Samlung. 779. Heinrichs, J. H., Comm, de aucta sensim per provi- dentiam divinam humani generis felicitate. IL 1. Heinrici, A., Handvesten v. Waterland. Hs, 51. Heinrik von Alkmar, Reineke Fuchs. 814, 815. — Heintje de Vos. II. 1024. Heins. — Zie H. E. Beunke. Heinsius, A. (Archief v. d. Raadpensionaris). II. 172. Zie: Correspondance. II. 175. — van der Heim II. 172. Heinsius, D. [Verschil! dichtwerken], 323. — Auriacus s. libertas Saucia. 894. — Grafdicht. 569. Heinsius, D., Rerum ad Sylvam Dncis... historia H. 411. Zie: Bruyloft Dichten. 274. — Joannes Secundus. H. 399. — Michaëlis. 872. — Saadi. 627. de Saluste. II. 994. — Scaliger. 890. — Reg. Tooneel. Heinsius, F. A., Ahqua Latine dici, negari difficilius quam adfirmari. 877. Heinsius, N., Brief a. I. Grutei;us. Hs. 61. — Den vermakelyken Avanturier. 666. — L’avanturier Hollandais. 666. — Don Clarazel de Gontarnos. 666. Zie: G. C. en J. in de Betouw. II. 433. Heinsins Dz., N., Poëmata. 895. — Italica. 895. Heinsius, Th., Kleine Deutsche Sprachlehre. 760. Heinze, K. T. — Zie Bragur. 737. Heinze-Berg, H., Bruiloftdicht. 547. Zie: He(je. 410, 411. Heinzel, R., Stil der altgermanischen Poesie. 740. Zie: Notker. 783. Hcinzelein von Konstanz. 796. Heinzius, J. M., Delectus Fabularum aliquot Lessingii. 800. Heir (The). — Zie Engl. Plays. 843. Hekeldigt voor J. Nomsz. — Zie Ie Franco van Berkhey. 374. Hekelschriften e. and. gedichten. — Zie ïïnffli M . 380. Hekkingh, H. F., Gods belofte. H. 553. Hekmeijer, F. — Zie Catalogus. H. 563. Hektor, E., Harm un d’ diir Tied. 819. Helbig, H., et M. Grandjean, Catalogue d. collec tions léguées p. U. Capitaine.. n. 1064. Helcroft. — Zie Reg. Tooneel. Held (De) der Reden. H. 234. — (De) van Waterloo. 292. Helden, W. van (Drijfveer waardoor) is behandeld ge worden. II. 520. Zie: Bericht. II. 521. Helden (De) van Huisduinen. 498. Heidenbrieven. 637. Heldenbuch (Der). 780. — ( D e r ) in der Ursprache. — Zie Gedichte. 779. — Altdeutsche Heldenlieden 780. — (Deutsches). 780. — (Kerlingisches). 782. — (Das kleine). 780. Heldendaden d. Nederlanders. — Zie Daane. n. 244. Heldendicht (Boegineesch). 1002. Heldendichtungen (Altdeutsche). 780. Heldenfeiten (Neerlands) in Oost-Indië. II. 663. Helderen, J. G. van, Kort-schrift boek. 8, 149. Helde wier, D. M. G. — Zie Blok. H. 475. Heldewier, M. J. L. J. H. A., Dissert, inaug. H. 932. Heldin (De musket-draagende). 668» Heldmann, A., Schwedische Grammatik. 859. Heldoren, J. G. van, Eng! a. Netherd. Dictionary. 48. Heldring, L., Inwendige zending. H. 390. Zie: O. G. Heldring. 79, 642. I Heldring, O. G., De Anna Paulownapolder. H. 534.
Heldring, O. G., Loven en arbeid. 79, 642. Togt d. kinderen Israels door de Woestijn. II. 24. — Wandelingen ter opsporing v. oudheden. II. 420. Waarom staan d. namiddagkerken zoo ledig? n.1051. — (Leven van). Lb. 1877, 79. — Overdrukjes. Zie: van den Bergh. H. 968. — Magdalena. 188. — Stemmen. 131. — Verslag. II. 438. — Volksbode. 130. Heldring, O. G., en R. H. Graadt Jonekers, De Yeluwe. H. 421. Heldring, O. G., en G. Haasloop Werner, Wande lingen over de Yeluwe. II. 421. Héle, d\ — Zie Dhell. Helena. — Zie* Proza en poezie. 184. Helena van Constantinopel (Schoone historie van de geduldige). 696. — [Hoogduitsch volksboek]. 809. Zie: Vrouwe Peerle (De). 696. Helgers, J., Bruiloftdicht. 537. Heliand [verschil! uitgaven]. 811, 812. Helicon (Den Nederduytschen). 227. — (Der Reden-rijcke Rynschen). 216. Heliodorus, Moorenlandtsche gheschiedenissen. 600. — Theagenes en Chariclea. 601. Hellenbroek, A. — Zie Ghys. 533. — van Wijn gaarden. 384. Heller, H. J. — Zie Schiller. 802. Heller, L., Oratio in memoriam Lutheri. II. 36. Hellewich, J., Het juichent Arnhem. II. 423. Hellich, J. — Zie Wocel. II. 756. Hellingwerf, O. J., Berigten v. d. Binnen-Egmonden. Hs. 50. Hellwald, P. von, Gesch. d. Hol! Theaters. CCLYII. Zie: Jacob van Maerlant. 205. Hs. 78. —Matham. II. 870. — Snppl. Reg. Tooneel. Helm, G. L. van den, Proeve van woordgronding. 158. — Overdrukjes. Helm-Boddaert, K. van der. — Zie Boddaert. 365. Helmers, J. F., [Verschil! dichtwerken]. 392, 393. — Grafdicht op B. de Bosch. 563. (Hulde toegebracht aan). 79. Zie: Gedachten-beelden. 231. — Herkaanwer (De). II. 238. — Inwijding. 119. — Ster (De). 127. — Reg. Tooneel. Helmig van der Vegt, A., Hand! Neger-Engelsch. 1006. Helmont, F. M. van, Hebreuwsche A. B. C. 36. Heloïze [of Helouise], — Zie Dekker (Mevr. Douwes). Helpgraag, J., Wegwijzer voor minnaars. 706. Helten, W. L. van, 50 Bemerkungen z. Grimm’schen Wörterbuche. 767. — Kleine Neder! spraakkunst. 148. H. 979. — Middelnederlandsche spraakkunst. H. 977. n versbouw. 197. — Neder! spraakkunst. 148. Pragm. geschied, d. vaderlandsche taalkunde. 140. Proeven van woordverklaring. 159. — Vondels taal. 148, 328. Helten, W. L. van, Die Wurzel Lu im Germani- schen. 740. Zie: Anna Byns. 317. II. 995. — Kluchtspelen. XIII. — Vos Reynaerde (Van den). II. 986. — Reg. Tooneel. Helvetius, J., Poëmata. 898. Helvetius, J. A., Uitvaart van Lissabon. 456. Helvetius van den Bergh, P. T. — Zie Bergh. Helvigius, A., Etymol. s. origines dictionum Germ. 762. Helwig, J., Zeitrechnung. H. 685. Heman, P., Grafdicht. 573. Hemel (De) ons huis. 656. (Den verhoerden) voor de Deurwaarders. — Zie Burchhoorn. 700. Hemelryck d. i. Lof-sangh enz. — Zie Stalport van der Wiele. 333. Hemert, A. van. — Zie Augustinus. 607. Hemert, B. van. — Zie Minne-plicht. 276. Hemert, C. K. van. — Zie Reg. Tooneel. Hemert, H. Anth. van. — Zie Tauler. 620. Hemert, J. Junius van, Grafdicht. 567. Hemert, J. M. van, Levensbeschr. d. graven. H. 95. Hemert, P. van, Aan den Recensent van v. Hemert’s Lektuur. II. 1010. — Aan Ysbrand van Hamelsveld. H. 1010. M d. Uitgevers d. Vader! Bibliotheek. 85. Bestaan v. beginzelen e. belang! toegevendh.H.915. — Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 61. m aan de Classis v. Rhenen. H. 380. — Brieven aan een vriend. H. 380. — De handvol aanteekeningen teruggekaatst. II. 380. Lektuur bij het ontbijt en de theetafel. H. 1010. Or. funebr. in obitum A. A. van der Meersch. 85. Lijkreden op A. A. van der Meersch. 85. De rede en haar gezag in den godsdienst. II. 380. — Over het verhevene. 639. — Redevoering over de voorzigtigheid enz. H. 27. — Zelfverdediging. H. 382. Zie: Beginzels. II. 913. — Bvanson. II. 880. — Magazijn. II. 913. — Paraphrasis. II. 381. — Schuit-praetje. 86. — Verborgenheid. II. 880. Hemert, W. F. van, De nobilitate. H. 631. Hemichilias of halfduizend vaarsen. 223. Hemkes Kz., H., Een Nederlandsch belang. H. 979. Hempel, W. — Zie Reg. Tooneel. Hempoe Sedah, De Brata Joeda. 318. Hemsterhuis, F., Aristée, ou de la divinité. H. 913. — Brief. Hs. 61. Sophyle, ou de la philosophic. H. 913. (Werken over) en zijne familie. 79, 80. Hemsterhuis, Tib., Dictata in Antiq. Graecas. Hs. 34. — Dictata in Historiam patriam. Hs. 42. — Oratio ad... Principem Arausii eet. — Redevoe ring. — Discours. H. 470. — Orationes. 896. Zie: Ruhnkenius. 80. Hen, A. de, Ter gedachtenisse. 462. Zie: Hasebroek. 534. Hénault, Etabliss. d. Franpais dans la Gaule. H. 818. Zie: Abrégé. II. 845.

Herderscheê, J. Hooykaas, Aan C Busken Huet. II. 386. 1 — Vriendschap,Wetenschap,Maatscfcapp.leven.II.507. ] — (Leven van). Lb. 1886, 215. Zie: Godsdienst 656. Herderszang voor Willem George Frederik. 475. Herderszangen en minnedichtjes. 313. Herdin, de, Brief. Hs. 71. Herdingh Lzn., V., Bij het maken van pluksel enz. 502. Heremans, J. F. J. (In memoriam). II. 968, — Beknopte Ned. Spraakkunst. — Abrégé etc. 147. — Hoffmann vonFallerslebenendeNederl.letterk. 197. — Leven van J. B. David. Lb. 1868, 232. m „ K. L. Ledeganck. 83. „ „ J. Th. van Ryswyck. 89. — Nederlandsche metriek. 180. Het wenschelijke eener eenparige spelling. 66. — Overdrukjes. Zie: Dichterhalle. 223. — Zuster Hadewijch. 200. — Jacob van Maerlant. 200. — Lambrecht 147. — Ledeganck. 407. II. 793. — Museum (Nederl.). 134. _ Refereynen. 211. — Toekomst. II. 307. — Vondel. XVI. — Zschokke. 682. — Reg. Tooneel. Hering, C. G., De disputatione eeleberrima. IL. 739. Hering, J. H., Bespieg. over Neêrl. watersnood.il. 196. Heringa, J., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 61. — Overdrukjes. Zie: Greidanos. II. 623. Heringa Ez., J., Afgeperste verdediging [met ver volgen]. H. 381, 382. — Berigt aangaande zeven Stellingen. II. 351. Gedachtenis van J. F. v. Beeck Calkoen. II. 967. — Leerr. over het betamend gebruik d. vrijheid. H. 219. Oratio de rebus quae Acad. Rheno-Traj. acciderunt. H. 601. — Oratio de auditorio Acad. Rheno-Traj. II. 601. — (Leven enz. van). 80. — (Lijk- en leerredenen op). 729. H. 1018. — (Hulde aan). II. 968. . Zie: Leerredenen. II. 247. —Redevoeringen.II.601. Heringa, S. Gille, Aardrijksk. woordenboek. II. 398. — Overdrukjes. _ Zie: Jaarboekje. IL 284. — Tijdschrift. IL 309. Heringa, S. P., De H. Witsio theologo biblico. 96. Herinnering aan J. Heringa Ezn. 80. — aan de feestv. d. weeshuizen te Nijmegen. II. 436. n den maaltijd ter eere van L. R. Beijnen. 70. „ een martelaar des geloofs. IL 528. „ het 50-jarig Oranjefeest. IL 1004. n Prins Willem van Oranje. H. 120. Herinneringen aan Bilderdijk. 70. aan D. Donker Hzn. 75. en wenken ter onderhouding v. h. geleerde. II. 308. uit 1815. — Zie van Breugel Douglas IL 237. m hét leven van een Adelborst. H. 304. — (Mijne) van Gouda. — Zie Griffioen v. Waerder. IL 454. Herinneringsfeest v. d. vrijwillige jagers. — ZieHuyser. n. 507. Heriot, George. — Zie Steven. H. 844. Herk, K. van. — Zie van Leyden. IL 558. Herkaauwer (De). H. 238. Herleidingstafels v. d. verdeeling v. d. Gulden in cents. H. 286. Herlein, J. D., Besehrijvinge van Zuriname. II. 679. Herman, F. J., Toespraak over Jesaia 57 :2. H. 258. — Overdrukjes. Herman, N., Eyn Mandat 3hosu Christi. 798. Hermann, C., Das Problem der Sprache. 32. Hermann, G., De differentia prosae et poeticae ora- tionis disputatio. 177. De hippodromo Olympiaco dissertatio. II. 860. — De historiae Graecae primordiis dissertatio. H. 857. Observationes de Graecae linguae dialectis. 872. Hermann, K. T. — Zie Evangelie. 1003. Hermannius, H., en EL Ianssonius, Vijftal leerrede nen betrekkelijk Veendam en Wildervank. IL 652. Hermannus, Ph., Constich Distillier-boeck. II. 945. Hermans, C. R., [Verschil! werken betr. N.-Brabant], 401, 403. Betoog dat uit de Comm. de Bello Gallico geen bewijs kan worden getrokken enz. II. 92. — Brief a. J. J. Dodt. Hs. 61. — Geschied, d. Dlustre en Latijnsche scholen te ’s Hertogenbosch. H. 413. — Geschiedenis d. Rederijkers in N.-Brabant. 209. — Introductio in notitiam rei literariae. 59. — Invent, v. Perkamenten, Charters enz. II. 410. Leven v. A. J. L. Baron van den Bogaerde van ter Brugge. Lb. 1858, 134. — Nederl. Munt-evaluatien. II. 284. Overzicht d. verzamelingen v. h. Prov. Genootsch. in N.-Brabant. 122. — Overdrukjes. Zie: Aunales. II. 333. — Charters. TI. 414. — Verzameling. II. 409. 411. Hermans, H., Aspasia van Milete. U. 859. Hermans, J. B., Leven v. Constantinus. Hs. 32. Hermanville, d’, Hist. d. 1. vie d’ldesbalde. II. 802. Hermes (Amsterdamsche). — Zie Weyerman. 630. — (Rotterdamsche). — Zie Weyerman. 630. Hermes Trismegistus, Sestliien boecken. 597. Hermingard van de Eikenterpen. — Zie Drost. 678. 1 Hermite (Petit) du Mont-Blanc. H. 820. (Dun) qui avoit une Sarrazine. — Zie Fabliaux. 947. I Hermite, Joh. P, La maladie de Philippe IL Hs. 37. 1 Hermite, Tristan 1’. — Zie Tristan. Hermod, Det Nordiske Oldskrift Selskabs Tidende. 849. j Hermodius Friso (ps.). — Zie P. Vreede. Hernhutters. II. 358. Herodianus, [Romeinsche geschiedenis]. 600. Herodotus, Historiarum libri IX. 875. — Negen boeken d. Historiën, gezegt de Musen. 597. 9 Herold, B. I., Originum ac Germanicarum Antiquita- m tum libri. H. 701. Heron, P. J., Letterkransje. 397. Zie: Gedichten: Hs. 27.
Herp, H., Den Spiegel der Volmaectheyt. 619. Herpener, P. de. — Zie Reg. TooneeL Herrauds och Bosa Saga. 856. Herrera, A. de. — Zie Nieuwe Werelt. II. 881. Herrig, L. — Zie Archiv. 25. Herrison, H. J. — Zie Menno Simons. 615. Herrman, O., De ware kindervriend II. 1015. Herrmann, C. H., Bibliotheca Germanica. 739. Herschel, J. — Zie Vocabulary. 1005. Herschell, R. H., Bezoek aan mijn vaderland. II. 864. Herschijning (De). — Zie van Haren. 372. Herstel van-Nederland (Het). — Zie Yntema. 490. — (Het) d. pauselijke hiërarchie, ü. 337. Herstelling (Grondwettige) v. Nederlands Staatswezen. Hert (Het) aan Jesus zijn beminde geheiligd. — Zie Peitama. 351. Hertel, F. G. G., Annales Scholarum Zwiccaviensis II. 740. Hertel, G. — Zie Facciolatus. 883. Herten vreucht (’s), inh. eenige nieuwe Liedekens. 254. Hertig Fredrik af Normandie. 861. Herting, A., Der Versbau Jodelles. II. 1031. Hertog van Brunswijk (Gedichten op den). 469,474,475. — (Geschriften betreffende den). II. 200—202. Hertz, H. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Hertz, M. — Zie Lauer. 874. Hortzberg, E., Om kredittens begrep og vaesen. II. 935. — Norske aristokratis historie. II. 781. — Seddelbankers Indretning. II. 782. Hertzberg, Joh. Cl. — Zie Luther. 54. Hertzveld, H. J. (Toespraak bij het graf van). 80. Hervararsaga ok Heidlirekskongs. 856. Hervey, J., Leerrede over Rom. V : 19. 735. — Veelen gerechtvaardigd door eenen. 723. Zie: Rijkdom 834. — Salldenus CCLVIII. Hervilly, M. Em. d’. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Hervormden (NTederlandsch-). II. 343, 1051. Herwaarden, A. van. — Zie de Vletter, n. 436. Herwerden Chz., C. H. van, Het aandenken v. Hendrik v. Zutphen vernieuwd. II. 345, 346. — Bedenkingen omtr. de voorl. aangenomen Art. 11.384. — Jubelrede, n. 647. — Leerrede over Jerem. VT: 80. II. 252. — Leven van B. H. Lulofs. Lb. 1850, 71. — Een woord over het besluit d. Synode. II. 384. Zie: Lulofs. 400. Herwerden, H. van, De Christo vincto ductoque ad Annam et Cajapham. 898. Zie: Snppl Reg Tooneel. I Herwig, G. P., Hist. Scholarum scientiarumque emen- datarum saec. XIV. II. 918. 1 Herzberg, F., Ein Wort üb. d. Grafen v. Hertzberg. 752. I; Herzen, Alex., Aus den Memoiren einesRussen. II. 768. B Herziening van de Psalmberijming. H. 989. I Herzog (Der) von Augustenburg. H. 719. I Hesekiel, G. — Zie Chamisso. 802. E Hesiodus, Werken en dagen. 297. Hesman, G., [Verschil! dichtwerken]. 866. Hespe, J. C. — Zie Kruyer. II. 203. Hespel, H. van den, Gods liefderijk bestier. H. 213. Hess, J. J. — Zie Gessner. II. 763. Hess, P. C., Variae lectiones. II. 689. Zie. Tacitus ii 638. Hesselink, G., Hollandsche dichtmaat. 179. Hessels, J. H., Overdrukjes. Zie: van der Linde 14. Hessels, W. Estius. — Zie Estius. Hesselssoon, N. — Zie Japix. 824. Hessen, W., Liefdes-gezangen. 261. Zie: Bongardt. 529 — Reg Tooneel. Hessen (Q-roothertogdom) II. 741. Hessen-Nassau (Prov.). II. 720, 1060. Hessling, H J. Schermer. — Zie Schermer. Hettema, M., Handl. tot de oude Friesche taal. 821. — Proeve van een Friesch-Nederl. woordenboek. 822. — Overdrukjes. Zie: Magnusen. II. 776. — Rafn. II. 871. — Rask. 820. Hettema, M., en R. R. Posthumus, Reis naarSagel- terland. H. 715. Hettema, M. de Haan, Antw. aanR. Posthumus. 152. — Leeuwarden na en voor hare wording als stad. II. 624. — Oud en Nieuw Friesland. II. 610. — Overzicht over de Rune-literatuur. 737. — Het stemregt in Nederland. H. 252. — Overdrukjes. Zie: Horatius. 300. — Jnrisprndentia Frisica. II. 616. — Landregt. II. 645. — Oera Linda Bok. II. 612. — Rymkes. 821. — Wetten. II. 616. Hettinga Tromp, T. van. — Zie Tromp. Hettner, H. — Zie Moleschott. 752. Heuff Az., J. A., [Verschil! romans]. 687. Zie: Landjuweel. 184 — Reg. Tooneel. Heugelenburg, M., Grafdicht. 572. — De Klaagende Melpomene. 441. — Klein woordenboek. II. 979. Heugelenburgh, W. van. — Zie Reg. Tooneel. Heuiter, Pontus de. — Zie Pontus. Heukelom, J. P., Strijdt den goeden strijd. II. 337. — De zaligende keuze. II. 1014. Heule, C. van, Nederduitsche Grammatica. 141. Zie: Ampzing 149. — Psalmen. 240. Heulen, van. — Zie Reg. Tooneel. Heumann, C. A., Xantippe’s eer verdedigd. H. 1028. Heumann, J., Opuscula. II. 704. Heupel, G. F., Dissert, de Ulphila. 742. Heurn, J. H. van, Brief a. A. Kluit. Hs. 61. — Historie van ’s Hertogenbosch. H. 409. — Vertoog hoe nuttig het zoude zijn. n. 409. Heurnius, J., De regalibus in Belgio. n. 411. Zie: Collectanea. 49. — Wiltens en Oanckaerts. 49. Heurnius van Galen, J. — Zie Galen. Heusde, A. C. van, De ratione, quam Hooftius noster in historia scribenda secutus est. II. 105. — De vrijheid der drukpers hier te lande. 19. — Overdrukjes.
Heusde, J. A. C. van, Diatribe in Guil. Lud. Nassavii vitam. II. 136. — Leven v. G. Dom Seiffen. Lb. 1859, 109. Heusde, Ph. W. van, De antiqua eloquentie c. recen- tiore comparata. 717. — Brieven. Hs. 61. „ over het Hooger onderwijs, n. 318. — Ter Gedachtenis v. de Rhoer en deBeaufort.il. 970. — C. W. de Rhoer gekenschetst. II. 970. — Herinnering aan W. H. de Beaufort. 70. — De Socratische school. II. 913. — W ijsgeerige navorsching in de talen. 32. — (Leven enz. van). 80. — (Latijnsch gedicht aan). 907. — Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 602 — Klaarenbeek. 391. Heusden, A. A. van, Brief aan W. J. Knoop. II. 244. — Handb. d. aardrijkskunde v. Nederland. H. 397. Handleiding tot de aardrijkskunde. H. 39, 40. t> „ „ kennis d. nieuwe geschied. H. 19. — Leven van G. A. Kleyn. Lb. 1868, 113. Heusden, A. J. M. v. — ZieC. J. v.Heusden Jz. H. 927. Heusden, C. van, Brief a. A. Kluit. Hs. 61. — Bruiloftdicht. 540. — (Lat. gedicht aan). 907. Zie: van Alphen. Hz. 907. — Burmannas. 907.— Brjnkershoek 907. Heusden, C. J. van, Benige bedenkingen. II. 253. — Schets eener Wet op het Lager onderwijs. II. 307. — Staatkunde voor de jongelingschap. H. 928. — Overdrukjes. Heusden Jzn., C. J. van, [Versch. romans]. 674, 675. — Aanm. omtrent den nadeeligen invloed. II. 273. — Geluk en ongeluk. H. 1010. — Handl. tot de kennis v. h. Burg. Wetboek. H. 266. u Registers v. d. Burger! Stand. II. 282. — Keuze van volksvertegenwoordiging, n. 279. Lotgevallen van twee misdadigers. II. 274. Overzigt van het geschapene. II. 947. — Voorbeelden uit de lijfetraff. regtspleging. H. 926. Zie: Rogron II. 266. — Sommer. II. 947. Heusden Jzn., G. J. en A. J. M. van, Regtskundige opmerkingen. II. 927. Heusden, J. van, Leerreden. H. 413. Heusden, W. van, Lauweren en cypressen. 511. Vruchten van vroegeren en lateren leeftijd. 412. Heusinger, J. B., Rede. II. 743. Heussen, F. Bz. den, Den Christelijcken Visser. 650. — Christelijck Tresoirtje. 333. — Tien schriftuurlijke Redenen. 650. Heussen, H. B. van, Batavia sacra. H. 329. Batavia sacra of Kerkelijke geschiedenis. II. 329 Historia Episcopatuum foederati Belgii. H. 330. Oudheden en gestichten van Delfland. H. 445. n a „ „ Deventer. II. 633. Friesland. II. 610. » » » ” — „ „ „ Groningen. H. 644. .... Kennemerland.H. 527. n n » » Heussen, H. F. van, Oudheden en gestichten van Rhynland. II. 461. — Oudheden en gestichten van het Utrechtsche Bis dom. H. 584. — Oudheden en ,, „ Zeeland. H. 571. „ Z.-Holland enSchie- tt »* it >i land. n. 441. Heuterus, P., Opera historica omnia. H. 5. Heuvel, E. van den, Grafdicht. 574. Hexham, H., Dictionarium ofte Woordenboek. 48. Heij-. — Zie Hei-. Hey, J. van der. — Zie Reg. Tooneel. Hey, Lucas. — Zie Bonaventura. 611. Heyblom, A., Bruiloftdicht. 535. — Ongelukkig geluk. Hs. 28. Ziel le Francq van Berkhey. 480. — Kikkert. 231. Heyblom, P. H. — Zie K. Heyblom. 534. Heyblom, P. J., Spec, inaug. H. 921. Heyde, G. van der, Apologie. 632. Zie: Reg. Tooneel. Heyden (Geslacht v. d.). — Zie N. J. v. d. Heyden. n. 70. Heyden, E. — Zie Neujahrsblatt. H. 723. Heyden, F. Jz. van der. — Zie Struys. H. 41. Heyden, N. J. van der, Extrait d. Nobiliaire de Bel gique. H. 70. — Notices s. 1. Maisons van der Heyden. H. 70. m u n n de Kerckhove. H. 70. — Overdrukjes. Heyden, 8. van der. — Zie Reg. Tooneel. Heyden, W. van der, Verhaal v. d. verrigtingen d. Jezuieten in Friesland, n. 618. Heydenreich, K. H., Gruudsatze d. Kritik. H. 958. Heydenrijck, C. J. A., Regel. v. h. Armbestuur. H. 293. Heydenrijck, M. (Lijkrede op). 729. Hey koop, H. L., en J. B. Meerkerk, Een krans op het graf van den Zwijger. II. 120. Heylerhoff, J. M. van, Notice s. 1. Bibliothèque de Maastricht. H. 659. Heyliger, R. V., Neder! wetgeving op de vreemde gelaligtingen. H. 283. Heym, J.. Deutsch-Russisches Wörterbuch. 51. — Russische Sprachlehre. 963. Zie: Lesebuch 965. Heyman, J. — Zie Catalogus, n. 503. Heyman, J. W., De Nederlandsche Patriot. 11.195. Zie: Reizen. II 44. Heymans, G., Karakter d. staathuishoudkunde. H. 933. Heymannus, H. T. — Zie van Heusden. 905. Heyraenbergh, C. H. van, Bruiloftdicht. 541. Heymenbergh, J. — Zie Advys. II. 592. Heymering, G., *Akan Gombala Jang Bajok. 3000. Heynatz, J. F., Versuch eines Deutschen Antibarba- rus. 765. Heynck Pzn, D. — Zie Reg. Tooneel. Heyue, C. G., Brieven. Hs. 71. — (Beerdigung des Herrn). 752. — Einleitung in das Studium d. Antike. H. 13. Zie: van Assen 752. Heyne, C. Lebr. — Zie Wall. 309.
313 M. HEYNE. — J. HILMAN. 314 Heyne, M., Kleine Altsachsisehe... Grammatik. 811. — Laut- u. Flexions! d. Altgerm. Sprachstamme. 740. — Ueb. die mittelalterlicbeSammlung zu Basel. II. 764 Zie: Denkmaler. 813. — J. und W. Grimm 767! II. 1022 — Heliand. 812. — Ulfilas. 743. Heynes, H. J., Jezus jongelingsleven. 428. Heyningen, G. van (Lijkrede op). 729. Heyningen, H. van, Abraham. 654. — Hulde aan J. Koning. II. 969. — Onfeilbaarheid der Apostelen. H. 1037. — Zestal voorlezingen. 641. — (Leven van). Lb. 1851, 15. Heyningen Bosch, H. van, Blokkade v. Delfzijl. H. 645. Heyningen Bosch, M. van, Grafdicht. 575. — De kleine Kindervriend. H. 1015. — [Verschil! Kinderwerkjes], 710. — Nagelaten gedichten. 397. Zie: Frommann. II. 604 — Keg. Tooneel. Heyns, M. — Zie Bloemhof. 628. — Dinant. 531. Heyns, P., Le miroir des vefves. 957. 8 ' J E- ’ ë- eb ' Vosmaer , Ter nagedachtenis v. Willem den Ve. 488. Heyns, Z., Deuchden-schole. 321. — Emblemata ... Sinnebeelden. 322. | — Weg-wyser ter salicheyt. 189. Zie: de Saluste. II. 994. _ Voorbeelsels. 625. — Keg. Tooneel. ■ Heyosius, A., Fata Academiae Lugd. Batav. n. 502. ■ — Feestrede. — Discours. H. 498. | Heynsius Tperius, N. — Zie Coenen. 905. I He yse, J. C. A., Deutsche Schulgrammatik. 760. Heyse, J. J., De pleegkinderen. 681. Heyse, K. W. L., System d. Sprachwissenschaft. 32 Zie: J. C. A. Heyse. 760. | Heyst, D. van, Het huiselijk leven. Hs. 81. H Ï884 D lof VaD ’ LeVen V- J ’ M ‘ E ‘ Der cksen. Lb. [ — Overdrukjes. Zie: Bundel. XIV. — Jaarboekje. 210. — Nieuw- jaarwenschen. 623, 524. — Reg. Tooneel. E Heyst, J. van, Opweckende... basuyne. H. 139. | Heyst, B. G. de Vries van. — Zie de Vries. Heyveld, G. — Zie Breur. 530. ! Heywood, T., Dramatic Works. 846. [ H. F. — Zie Blouwett. 940. : H. F. O., Aan J. de Kruyf. n. 506. : H. F. R. — Zie H. F. van Rijn. I H. F. V. H. — Zie H. F. van Heussen. |H. G. — Zie Bloem. 260. H. G. Z. — Zie Vrouwen. 520. | H. H. — Zie: H. Haakman. — Hermansz. 534. | H. H. — Zie Reg. Tooneel. HHikajat Sulthan Ibrahiem. 1000. I Hickesius, G., Instit. Gramm. Anglo-Saxonicae. 829. j Linguarum veteram Septentr. Thesaurus gramm 827 ! Zie: Wotton 827 \ Hickscorner. — Zie Eng! Plays. 843. I Hiddes, T., De Wiersizzerij. 826. Hiddingh, C., Ontwerp v. kanalisatie. H. 656. Hiecke, Rob. — Zie Archiv. 25. Hiecke, R. H., De partibus orationis. 882. Hiel, E., [Verschil! dichtwerken], 422, 423. — Bruiloftdicht. 547. Zie: Coopman. 425. — Maandschrift. 134. — Tijd schrift. 134. — Reg. Tooneel. Hiel, J. P. van, [Verschil! dichtwerken]. 386. Hiemer, T. K. — Zie Reg. Tooneel. Hiërarchie (De Bisschoppelijke) beschouwd. H. 337. — (Gedichten over de invoering d. Bisschoppe lijke). 513. w — (Geschriften over de invoering d. Bisschoppelijke). II. 335—342. Hier na volmaakter. — Zie Genootschap. Hieronymi, J. F. H. de. — Zie Eggert. 762. Hieronymus (Leben d. Heil.). 797. Hieronymus (St.), Vaderboeck. 606. Zie: Leeringen. Hs. 20. — NovumTestamentum. 592. Higt, E. W., Gedichten. 374. — Grafdicht. 564. — Lentezang. — Carmen.. in reditum veris. 306. — Lierzang den Erfprins toegezongen. 454. — Or. funebr. in obitum G. C. H. Frisonis. 902. Zie: Burman. 530. — Burmannus 907. — Ge- denkteeken. 454, 455. — Vryburch. 910. — Werenfels. II. 957. — Zwaane-Zang. 458. Hij viel! Juichtoon. 514. Hilarides, J., Eer en deugd van den Duivel. 441. — It aade Friesche Terp. n. 609. — Nieuwe taalgronden. 155. Zie: Gedichten. 441. — Nepos. 603. — Phaedrus. 297. — Robberts le Canu. II. 24. Hildebrand. — Zie N. Beets. Hildebrand, B. E., Svenska Sigiller. H. 778 Zie: Tidskrift. II. 778. Hildebrand, B. E., och H. Hildebrand, Teckningar. U. 778. Hildebrand, H. — Zie B. E. Hildebrand. II 778 — Tidskrift. II. 778. Hildebrand, J., De precibus veterum Christianorum. II- 30. — Rituale baptismi veteris. II. 30. Hildebrand, R. — Zie J. und W. Grimm. 767. H. 1022. | Hildebrand, T., De prima expeditione eruciata. II. 18. Hildebrando (De) antiq. carm. teut. fragmenta. 787. Hildebrandslied (Das). 787. Zie: Heldenbuch (Das kleine). 780. Hildegaersberch, Willem van. — Zie Willem. Hildegarde (Voorzeggingen van de Heilige). II. 247. Hildibraht und Hadhubraht. 787. Hille, G. — Zie Urkundensammlung. II. 717. Hille, J. J. van. — Zie Levenslicht. II. 1011. Hillebrand, J. — Zie Programm. II. 760. — Stuk ken. Hs. 75. Hillenius, C. — Zie de Jager. 432. Hillenius, F., Engeische en Neder! onderrichter. 835. Hillenius, J. (Lijkrede op). 729. Hiller, J. F.. DeSaxonibusChristosubjectis.il 1057. Hilman, J., Alph. overzicht v. tooneelstukken. CCLVII. — Dramatische werken. CCLX.
Hilman, J., Verspreide gedichten. 406. Gustaaf Kdolf, de redder v.h.Protestantisme.H.776. — Lofzang en bede. H. 1065. — Op C. Loots. Hs. 83. Ons Tooneel. Aanteekeningen en overzichten. CCLVn. — Oranje in de ure des gevaars. 515. — (Leven van). Lb. 1883, 151. Zie: Bloemen 223 — Poezy (Zuid-Nederl.) 226 — Reg. eu Suppl Reg Tooneel. Hiltibraht und ïïadubrand (Das Lied von). 787. Hilverding, W. II. — Zie Dank-offer. CCLX.. Hinderstein, G. F. van Derfelden de. — Zie Derfelden. Hindeshagen, B., Geschichts-Epochen. II. 722. Hindi. 975. Hindoglu, A., Sammlung d nöthigsten Wörter. 45. Hindostaansch. 975. Hingman, J. H., De Maas en de dijken v. d. Zuid- Hollandschen Waard. II. 446. Zie: Inventaris II. 4C4, 458. Hingst, K. — Overdrukjes. Hingst, S. J., De bonoruin possessione. II. 924. — Geschiedenis d. historische school op het gebied v. h. privaatrecht. H. 701. — Historia scholae iuris civilis. II. 701. Hinloopen, D. v., Over de zeden d. Nederlanders. 11. 85. Hinlópen, F. C., De 18 e Junij 1856. H. 535. Hinlópen, Jac., Brieven. Hs. 61. De eo quod Arabes ab Aramaeis acceperunt. 983. — Leerrede bij 50-j. predikdienst. 729. — Leerredenen. 723. — Sur la mort de Monsieur Rau. 88. Zie: Feith. 385. — de Groot. 380. — Spectator. 230. Hinlópen, Jan, Brieven. Hs. 61. Zie: Bilderdijk. 551. — Weyland. II. 596. Hinlópen, N„ Aant. v. waarschijnlijke redenen. Hs. 2. — Brieven. Hs. 61. — Frank. Veldzang. Hs. 28. — Historie v. d. Nederl. overzettinge d. Bijbels. 579. — Onderzoek n. d. tweeden persoon. Hs. 2. Zie: Hottinger. Hs. 6. Hinlópen Labberton, D. van. — Zie Labberton. Hinojosa, A. P. de, Hollands waare routroost. II. 838. Hinrichs, E. P., De Theramenis, Critiae et Thrasy- buli... rebus. H. 859. Hinse, D. W. — Zie Tentoonstelling. H. 314. Hinze, H. P. F. — Zie Reg. Tooneel. Hippeau, C. — Zie Raonl. 947. Hippocrates, Aphorismi. 597. Hippokreen-ontzwaveling. — Zie Hecker. 416. Hippolitus k Collibus. — Zie Harpocrates. 701. Hippolytus (De verreezene). 704. Hippopliilus Salicetus. — Zie Conclave. H. 161. Hirche, G. T. L. — Zie Magazin. H. 709. Hirlanda. — Zie Volksbücher. 809. Hirsche, K., Einleitnng in die Werke d. Thomas v. Kempen. H. 1012. — Das projektirte Lessmg-Denkmal. 753. — Overdrukjes. Hirschig Czn., A., rVerschill. dichtwerken]. 406,407. — Het Kasteel Hampton Court. II. 843. — Kleinigheden in rijm en onrijm. 195. — Het Kristallen Paleis te Sydenham. H. 843. — Onze onsterfelijkheid. H. 897. — De Oranjewoorden getoetst, n. 256. — „ stail Wolverasimmenfels. 642. — (Leven van). Lb. 1871, 289. Zie: Hecker. 416 — Tibullus. 299. — Tollens. 560, 574. - Reg Tooneel. Hirsching, F. C. G., De historicis natione Germanis. H. 685. Hirzel, L., Karl Rückstuhl. 755. Zie: S. Hirzel. 751 Hirzel, S., Verzeichniss einer Goethe-Bibliothek. 751. Hiseley, J. J., Aanteekeningen op de Noormannen in Nederland. II. 94. — Education, ou discours s. 1’étude d. 1. mythologie. n. 2i. — De historiae Cappadociae. II. 865. — Liberté d. Waldstetten. H. 763. — Overdrukjes. Zie: Gremaud. 928. — Mémoires. II. 764. Hissmann, M. — Zie de Brosses. 27. Histoire abregée d. 1. ville d’Ut recht. — Zie Freschot. H. 585. — admirable du franc Harderad. 957. — d’Alger. H. 869. — de France p. 1. Ecrivains contemporains. H. 819. M la guerre de Hollande. — Zie Primi Visconti. TT 154. — de Marie de Bourgogne. — Zie Gaillard. n. 99. — „ Pierre de Provence. 958. — ,, Primalion de Grèce. 915. — des Comtes de Flandre. H. 801. — ,, navigations aux Torres Australes. — Zie de Brosses. H. 883. — des quatre fils d’Amyon. 858. — „ révolutions d. Pays-Bas. — Zie Pagi. H. 109. M Seigneurs de Gavres. — Zie Gachet. 912. . n troubles des Cevennes. — Zie Court. H. 826. — du Congres d’ Utrecht. — Zie Freschot. H. 177* — ,, ministère de Richelieu. — Zie Viallart. II. 821. — d’un voyage littéraire. — Zie Jordan. H. 962. — du Prince d’Orange. — Zie Lamigue. H. 170. — „ Schab de Perse. H. 865. générale des Provinces Unies. — Zie Dujardinet Sellius. H. 78. — lexicographique ouleDictionnaireFranpois-Flamand jugé. 48. littéraire des troubadours. — Zie Millot. 923. — [métallique] de Guillaume IH roi d’Anglet. H. 174. Historia Belgica, hoe est, rerum memorabilium.. de signate. H. 100. — de tribus regibus. — Zie Baldewinus. Hs. 38. deorum. — Zie Mussardus. II. 898. — Episcopatuum foed. Belgii.—Zie v. Heussen. H. 330. _ Silvae-duoensis. — Zie Foppens. H. 410.
Historia et Commentationes Acad. Electoralis... Theo- doro-Palatinae 23. — (Gothrici et Rolfi Westrogothiae regnm). II. 778. — Gymnasii Weilburgensi. H 723. — Hialmari regis Biarmlandiae. — Zie Kununga ok Höfdinga Styrilse. 862. — Histrionica. — Zie Engl. Plays. 843. — Jemanae sub Hasano Pascha. 985. s.. Tiarratio .. turbarum ecclesiasticarum. II. 357. — Swea Kikes. — Zie Lagerbring. II. 775. Historie d. ballingbschap v. Carol Stuart. II. 836. —: d’eerste deel van alle de Ned. Gheschied. II. 110. — der gravelike regering. — Zie de la Court. II. 148. — d— Koopstadt Enkhuysen. — Zie Brandt. II. 559. — der Queesters. II. 86. — „ Rijnsburgsche Vergad.—Zie v.Nijmegen.II.358. — of... Verhael d. Kerckelijcke Beroerten. 11.357. — ofte Parabel van den Verloren Sone. 697. — van Balthasar Gerardt, alias Serach. II. 118. — „ Broer Cornelis Adriaensz. v. Dordrecht. II. 347. — „ Damon ende Madonthe. 662. — „ David Joris. II. 355. — „ Dr. Johannes Eaustus. 693. — „ Eloris en Blanchefleur. 695. — „ Fortunatus Borse. 699. — „ Franeker. — Zie Zijlstra. II. 621. — „ Genoveva, huisvrouw van Siegfried. 696. — „ Granada. II. 845. — „ Jan van Beverley. 699. — „ Jan van Parijs. 699. — „ den jonghen Jacke. 321. — „ Joseph, Simson en Jonas. 697. — „ Margareta v. Limburgh. 696. — „ Nobelaer en Lauw’ra. — Zie Boekholt. 664. — „ Palmeryn van Olyven. 661. — „ Robrecht gen. den Duyvel. 696. — „ Slenner-Hincke. 698. — „ Thyl Ulenspiegel. 699. — „ Valentijn en Oursson. 694, 695. — „ Virgilius. 693. — „ den Amsterdamschen Schouwburg. IV. — „ de Byl. 469. — „ „ deerlycke Destructie v. Jeruzalem. 695. i— .. .. erfvolging in de landen van Gulik. II. 729. — » „ geduldige Helene van Constantinopel. 696. — 33 33 goede vrouw Griseldis. 696. — „ die heilighe Drie Coninghen. Hs. 21. — „ d. jegenwoordig geëindigden oorlog. H. 181. :— 33 den Koninglijken Propheet David. 697. — „ de Maeght v. Orleans. — Zie Scot. 691. ,— „ den Man met de bonte muts. 700. — „ „ nieuwenAmsterdamschenSchouwburg.lv. — „ „ oorspronch ... Mahomets. H. 26. — „ „ oorspronck v. Enchuysen. II. 559. — „ „ oproer te Amsterdam. —Zie Rabus.n.541. — „ „ ouden en jongen Tobias. 697. Historie van Reinaart de Vos. 698. — van den Ridder met dat Kruyce. 696. — 33 33 33 Malegys. 694. — 33 33 33 met de Zwaan. 695. — „ de satisfactie waarin Goes en Z. Beveland zich begeeven hebben enz. II. 576. — van de vier Heemskinderen. 694. — „ den vroomen jongeling Joseph. 697. — „ „ wandelenden jood. 698. — „ de weerdighe moeder Sint-Anna. 698. — „ den wysen Philosooph Sydrack. 696. — 33 „ wyzen Sydrac ende Coninc Bottus. Hs. 10. — „ de Zeven Wyzen van Rome. 696. — van het Leven en Sterven van Heer Jan van Oldenbarnevelt. II. 133. — van ’tUtrechtsche Bisdom. — Zie v.Heussen.II.684. — wegens de Nederduitsche Rymkonst. 180. — (Beknopte) van de onlusten. — Zie Rogge. II. 199. — ( „ ) der nieuwe Psalmberijming. 235. — ( „ ) van ’t Vaderland. II. 79. — (Hedendaagsche). Beschr. v. geheel Nederlandt. II. 84, 396, 403, 415, 439, 568, 585, 610, 630,652. — (Kerkelicke). — Zie Wtenbogaert. H. 348. — (Ost-Friesische). n. 714. — (Vaderlandsche). — Zie Doosjes. II. 78.— Munniks. II- 78. — Wagenaar. H. 77, 78. — (Vaderlandsche) verkort. — Zie Wagenaar.H. 78. ( 33 ) „ ten vervolge op Wage- n&&r. lli 79. — (Vermakelijke) van Euphues. — Zie Lyly. 666. — (Waarachtige) v. ’t geslacht.. v. Johan van Olden barnevelt. H. 133, 134. — (Warachtige) v. d. ghevanckenis ... v. Johan van Oldenbarnevelt. H. 133. — (Wonder), ende warachtige) v. Mahomet. H. 26. Historie-Liedekens (Bybelsche). 260. Historieliederen. 269. H. 991. Historiën ofte practyke der dieven. 706. d. martelaren. — Zie van Haemstede. H. 31. — (Eenige vermakelijke) synde het leeven van versch. reukeloose pachters. 706. ghetoghen wten gesten ofte croniken d. Romev- nen. 609. J — (Tragedische ofte klaechlyke). — Zie Bandello. 663. Historiespel (Nieuw) van Nederland. H. 82. Historievragen (Bijbelsche).—Zie van den Berg. II. 904. History of the School of the Dutch Church in N- Tork. H. 880. — of the Shakespeare Memorial. 835. H. J. — Zie Lijkdichten. 462. H. J. F. — Zie H. J. Foppe. Hjord,P„ [Verschill. werkjes over Sleeswijk-Holstein], — [Verschill. werkjes over de duitschetaalinSleeswiik- Holstein], 746. U. 1021. J — Om dat Engelske Konjugationssystem. 858. — Overdrukjes. Zie: Actenstücke. 746. — Anstoss. 746. — Breve 857. — Laesebog. 761.
Hjort, V. B. — Zie Valasangen. 853. H. J. Y — Zie Aanspraak. II. 477. H. J. Z. C. — Zie H. Coornhout Jz. H. K. Gtz. — Zie H. Kuyper Gtz. H. L. de G. — Zie Koren-bloem. 275. H. M. — Zie H. Meerkamp H. N. — Zie Comoedia. 212. — Refereinen. 212. — Lieder. 212. H. O. — Zie Pellico. 642. Hoa Tsien Ki of geschiedenis van het gebloemde brief papier. 11. 1014. Hobeken, A. van, Brieven. Hs. 61. — (Lijkrede op). 72 J. Hobriuk, L. — Zie H. Hobrink. 534. Hoburg, Chr., Levendige herts-theologie. 190. Hoche, J. C., Historische Untersuchung. II. 660. Hochenisse (Den ionferscop) ende werdicheit. Hs. 80. Hochsteyn, J. B. G. A., La Belgique. II. 792. Hock, A., [Verschil! gedichten). 942. — Le Carnaval d’autrefois. II. 793. — Danses Liégeoises. 941. — Us et coutumes. II. 793. Hoeker, N. — Zie Volksglaube. 807. Hodenberg, W. von, Die Diocese Bremen. II. 696. Hodenpijl, A. Gysberti, [Verschil! Prozawerkjes]. 642. — Willem van Bergen. 678. Zie: Redevoeriug 3. Hodges, C. H., Brieven. Hs. 61. Hody, de, Godefroid de Bouillon. II. 18. Hoe staat het met de droogm. der Zuiderzee PII. 299. Hoë,J.C.,De modisprobandiinnocent. ap. veteres.II.925. Hoeck, Ed. van den. — Zie H. J. Schimmel. Hoeckner, J. E. — Zie Commercia. H. 669. Hoecksteen, P., Triumph Gedight. 217. Hoedemaker, Ph. J., Wydingsrede. H. 1055. Hoedt, J. C., geb. Bingley (Feestgroet aan). IX. Hoedt, J. H. (Hulde aan). IX. Hoedt, J. H., en W. A. Bingley, Iets over tooneel- beoordeelingen. IH. Hoefer, A., Beitr. z. Etymol. d. Hauptsprachen. 40. Zie: Denkmaler. SI3. — Zeitschrift. 25. Hoefer, F. A., Waterstaatkundige benamingen. 164. Hoefer, L. F. — Zie Auswahl. 778. Höfer, M., Die Volkssprache in Oesterreich. 773. Hoef hamer, H., Or. fun. in obit. J H. v. Kinsbergen. 83. Höfler, C. — Zie: Bartholomaus. H. 757. — Mit- theilungen. H. 755. Höfler, K. A. C. — Zie Beitrage. H. 755. Hoefnagel, N., Historisch verhaal. II. 497. Zie: Keg. Toon eel. Hoefnagel, P., Grafdicht. 565. Hoeingius, J., Kort Antwoort. IJ.. 366. — Tegenbericht op D. Vorstii... antwoort. H. 366. Hoek, J., [Verschil! romans]. 679. — Overdrukjes. Zie: Keg. en Suppl. Reg. Tooneel. Hoek, J. W. van. — Zie Reg. Toonee! Hoek, P. P. C., Overdrukjes. Zie: Catalogus. 11. 516. Hoekstra, F., Afscheidleerrede. 729. — Dichterlijke mengelingen. 403. — Vragen en antwoorden ov. d. godsdienst. II. 906. Zie: van Steenderen 11 968. Hoekstra, J. H. — Zie Redevoeringen. 116. Hoekstra Bz., S., Eenvoudig onderwijs. H. 908. — Handleiding catechetisch onderwijs. II. 908. — Leerrede. 735. II. 1019. Hoekstra, A. ten Broecke, Aanteekeningen op minbe kende woorden. Hs. 34. — Brief in Boerenfriesch. Hs. 5. — Brieven. Hs. 58. — Het Krakumal v. Regner Lodbrog. Hs. 34. — Nuttigheid v. d. taalkennis d. middeleeuwen. 819. — Voorrede v. d. oorsprong d. fabelen. Hs. 6. Hoekzema, D. — Zie Gleanings. 843. Hölemann, H. G. — Zie Inschriften. H. 692. Hölscher, B. — Zie: Lieder und Sprüche. 816. — Zeitschrift. H. 724. Hoemen sijus selfs quaetheyt ontkomen, enz. — Zie David Joris. 618. Hoen, P. ’t, rVersch. dichtwerken v. kinderen]. 427. — Bijlage op d. Zeetriuinph d. Bataafsche vrijheid. 468. — Toneel-werken. XV H. — Victorielied v. Frederik Willem v. Pruissen. 481. Zie: Post v. d. Neder-Khijn II. 200. — Schouw burg XVII — Reg Tooneel. Hoen, W. ’t, Brief a. M. Tydeman. Hs. 61. Hoen Hoogendorp, G. ’t. — Zie Hoogendorp. Hoepeling, J. — Zie Aartsen. 527. Hoepelingh Pz., J. — Zie Verzameling. 453. Höpfner, E. — Zie Zeitschrift. 743. Hoerdom ("t Amsterdamsch). 705. Hoest, Cath. Questiers de. — Zie Questiers. Hoest, G. de. — Zie van Hoogstraten. 524, 525. Hoest, E. 1’, Le progrès au 19 e siècle. 956. Host, J. K., Gesch. d. Danischen Monarchie. H. 784. Hoet Jz., C. ten, Het Geldersch Lustoord. H. 432. — Gustaaf en Amanda. 403. — Handboekje voor bezoekers v. Nijmegen. H. 432. Zie: Goethe. 67 5 Hoet, S., Grafdicht. 570. Hoetink, A. — Zie Reg. Tooneel. Hoeufft, J. D., Kadastrale uitkomst inN.-Holland. H.527. Hoeufft, J. H., Aan Leydens Hoogeschooljeugd. 504. — Aanmerkingen op oud-Friesche spreekwoorden. 821. — Aanteekeningen op Wassenbergh’s Bijdragen. Hs. 5. — Brieven. Hs. 61. — Carolina. 899. — Carminum Epidosis. 899. — Fransche woorden uit Noordsche talen afkomstig. 937, 938. — Kort overzigt d. gebeurten. in Staats-Brab. H. 403. — Lijkdicht. 569. — Naamsuitgangen van eenige plaatsen. 172. — Neder! woorden met ’t Bas-Bretonsche overeenko mende. Hs. 36. — Proeve van Bredaasch Taal-eigen. 173.

Hofdijk, W. J., en D. van der Keilen Jr., De Kloos terorden v. Nederland. II. 332. Hoff, K. E. A. von, Erinnerung an Blumenbach. 749. Hofferus, A., Nederduitsche poëmata. 335. Hoffham, O. C. E., [Verschill. dichtwerken]. 380. — Nagelaten geschriften. 194, XVH. — Boerenschouwburg. 194, XVII. — Theorie d. Nederduitsche Poezy. 179. — (Leven van). 194. Zie: Denker (De). 634. — Reg. Tooneel. Hoffius, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 71. Hoffmann. — Zie Reg. Tooneel. Hoffmann, C., Sancti Bernhardi vita. H. 32. Zie: Amis et Amiles. 943. Hoffmann, C. F., Greyslaer, a Romance. 848. — The Pioneers of New-York. H. 879. Hoffmann, C. K., Ueber d. Ban d. Hirudineen.H. 950. Hoffmann, E. T. A., Nootenkraker en Muizekoning. 676. Hoffmann, H. (Lijkrede op). 729. TTnflWnn y on Fallersleben, H., Alexander de Grosse v. Maerlant gedichtet. Hs. 9. — Allemannisehe Lieder. 771. — Braunsehweigisches Namenbiichlein. 770. — Brieven. Hs. 72. — Geschichte d. Deutschen Kirchenliedes. 783. — Handschriftenkunde f. Deutschland. H. 686. — Hannoversohes Namenbiichlein. 770. — Horae Belgicae. 199. — Iter Austriacum. — Zie Fundgruben. 778. — Mein Leben. 752. — Mijn liefken mijn zomer. 294. — B. Ringwaldt und B. Schmolck. 754. Spenden z. deutschen Litteraturgesch. 749, 768. — üebersicht d. mittelniederlandischen Dichtung. 197. — Unpolitische Lieder. 803. — De Vlaemsche beweging. 66. — Overdrukjes. Zie: Aesopus (Niederd.). 814. — Althochdeutsches. 777. — Adam Balsamiensis. 890. — Blatter (Alt- deutsche). 778. — Bruchstücke. 199. — Carel ende Elegast. 202. — Catalogus. Hs. 76. — Diederic van Assenede. 201. — Eilhart von Ho- bergen. 789. — Elnonensia. 199. — Fundgru- ben. 778. — Gesellsebaftslieder. 787. — Glossare. 16B. — Glossarium. 165.— Glossen. 757.—Heems kinderen. Hs. 33. — Hymnus Theot. in S. Geor- gium. 785. — In dulci jubilo. 788. — Lantsloot. 203, XII. — lieder (Niederl. geistl.V 201. — Lieder (Politische). 787. — Liederbuch. 273. — Loverkens. 199. — Merigarto. 789. — Monat- schrift. II. 709. — Otfrid v. Weissenburg. 782. Reineke Fuchs. 815. — Schaubühne (Altnie- derl.). 199, XII. — Spriehwörter (Altniederl.). 169. — Sumerlaten. 768. — Theophilus. 814. — Tunnicius. 768. — Vehe. 786. — Volkslie- der. 273. — 'Williram. 785. — Reg. Tooneel. Hoffmann, H. M., De gentium pactionibus. IL 932, 1049. Hoffmann, I. G., Observat. Juris Germanici. H. 702. Hoffmann, J., Japansch-Nederl. Woordenboek. 49. Mededeeling aangaande Chineesche matrijzen. 996. Zie: Donker Curtius. 993. Hoffmann, J. D., De Typographiois. 15. Hoffmann, J. F., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 61. Hoffmann, J. M., Intree-leerrede. 729. — Lijkrede. H. 187. — Leerrede ter eeuwget. d. kerk te Maassluis. H. 517. Hoffmann, K. A. J., Rhetorik. 764. Hoffmann, K. T. Vollrath, De aarde. H. 39. Hoffmann, N. J. A. C., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 61. Hoffmann, Sim., Ain Sermoun. 816. Hoffmann, V., Laus depositionis beanorum. H. 920. Hoffmann, W. R., Wörterbuch d. deutsch. Sprache. 768. Hoffmeister, K., Grundsatze d. Sprachlehre. 31. Hofkamp, K., Klokjes. H. 979. — Vertellingen v. d. torenwachter. H. 979. Hofkamp, T. — Zie Pestalozzi. H. 1050. — School bode. H. 309. — Sluiting. H. 648. Hoflandt, J. — Zie Reg. Tooneel. Hofman, C. A., Method of learning the Dutch Lan guage. 148. Hofman, D., Welkomstgroet. 498. Hofman, J. H., Overdrukjes. Zie: Caecilia. 270. Hofman, K., Lijkdicht. 577. Hofman, K. — Zie Hildebrandslied. 787. Hofman Peerlkamp, P. — Zie Peerlkamp. Hofmann, L. — Zie Goethe. IL 993. Hofraat, P. van. — Zie Verzameling. 453. Hofsnijder, H., Beknopt kronykje v. Groningen. H. 639. — Kronijk v. Groningen. H. 639. Hofstede Jr., H. J., Gesch. v. d. Oranjo-Vrijstaat.II.683. Hofstede, J. (Lijkrede op). 729. Hofstede, P., Apologie tegen de lasterende nieuws papieren. ÏI. 381. — De Belisarius van Marmontel beoordeeld. H. 374. — „ beoordeeling v. [het voorg.] verdedigd. II. 375. — Bloemen op het graf v. Friso. H. 187. — Brief a. J. J. Ie Sage ten Broek. 236. — Brief a. M. Tydeman. Hs. 61. — (Dank-zegging aan). 459. — Kralingiana. H. 373. — Leven van G. J. Nahuys. 86. — ,, „ J. Vlegelius, Luth. koster. H. 380. — Oost-Indische kerkzaken. II. 672. — Staatkundige aanmerkingen. H. 203. — Tweede Apologie [en Vervolg d. Apologie]. H. 381. Zie: Bruiuing. II. 373. — Goeze. II. 331. — Overvaert. II. 595. ■— Valk. H. 376. — Zim merman. II. 876. Hofstede Jz., P., Welgelukzaligheid v. e. land. H. 183. Hofstede, W. H., Dissert, inaug. H. 653. Hofstede de Groot. — Zie de Groot. Hog (The) has lost his Pearl. — Zie Engl. Plays. 843. Hogenberg, F. — Zie Bruin. H. 40. Hogendoorn Jr., G. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Hogendorp (Geslacht van). — Zie Scheffer en Obreen. H. 70. Hogendorp, C. S. W. van, Beschouwing d. Ned. bezit tingen. 11. 665.
Hogendorp, D. ran, Disp. de Guilielmi I, liberi cultus divim. n. 119. De juris gentium studio in patria nostra. H. 262. Zie: Aan de Herv. Gemeente. II. 383. — Ree. Tooneel. Hogendorp, F. van, De flumine Scaldi clauso. H. 204. — G. K. van Hogendorp in 1813. H. 231. Hogendorp, G. van, Diss. de Gulielmo m libertatis Europ. contra dominationem Gallicam vindice. H. 175. Hogendorp, G. K. van (Werken over). H. 231. — Advys ingeleverd 17 April 1816. H 239. — Brieven. H. 668. — Brieven over de nationale welvaart. H. 282. — Bijdragen tot de huishouding van Staat. H. 239. — Gedachten over ’s lands flnantiën. II. 224. — Lettres sur la prospérité publique. H. 282. — Missive over het Armwezen. H. 291. — De ontwikkeling. H. 246. — Proclamatiën. II. 231. Separation d. 1. Hollande. — Scheiding enz. n. 245. — Verhandelingen. H. 668. — Zeven stukjes (Schutterijen, Krediet, Prins v. Oranje, Vrede, Koning, Natie, Verantwoordeliikh H. 246. J Zie: Ontwerp. II. 238. — van Onwerkerk de Vries II. 269. Hogendorp, H. van, Leven van J. de Witte van Citters. Lb. 1877, 69. Hogendorp, W. van, Sophronisba. 636. — Kraspoekol. 672. Hogenkamp, J. — Zie Heg. Tooneel. Hogerbeets, P„ Brieven. Hs. 61. — Duytsche Gedichten. 321. — Familie-aanteekeningen. Hs. 54. — Poematum reliquiae. 894. Zie: Beets. 346. — de Groot. H. 262. — Scheltinga. Hs. 74. — Vezin. II. 928. Hogersius, Th., Orationes. H. 151. Hogerzeil Mz., S., De Kerkhervorming. H. 1038. — Rondborstige verklaring. H. 360. Hoghe-liet. — Zie Hooglied. Hoghendorp, G. van. — Zie Reg. Tooneel. Hohe Lied (Das) Salomonis in 43 Minneliedern. 785. Hohenhausen geb. v. Ochs, E. von, J. u. K. de Witt oder das ewige Edikt. 806. Hohenzollem. II. 726. Hojer, A. — Zie Continuatio. H. 1035. Hol, R. Zie van Alphen. 294. — Liedeboek. 294 — Wap. 294. Holbein, F. von. — Zie Reg. Tooneel. Holberg, L. von, Blijspelen. XVI. — Inleiding tot de algemeene historie. H. 9. — (Leevensbeschrijving van). 857. — (Levensbeschr. v. Oostersche... helden. II. 865. — Vergeleken Geschichten en Daden. H. 865. — Verzameling van brieven. 860. Zie: Ciaas Klim. 702, 703. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. PP B Holoroft, Th., Travels... through Westphalia etc. H. 46. Holder, Alfr. — Zie Horatius. 887. — Lyden. 607. Holdermann, J. B., Grammaire Turque. 987. Holiarhoek, H., Bruiloftdicht. 548. Holiarhoek, J., „ 548. Holiband. — Zie Desainliens. 54. Holland in ’tjaar MMCCCXL. H. 84. — (Het ontroerd). H. 184. — und Belgien. Eine Untersuchung. H. 243. — ont-Kermist. H. 157. Holland (Pro v. KT oord- enZnid-).H.437,Hs. 48. Holland, H., Die Entwicklung d. Deutschen Thea ters. 803. Holland, Jan. — Zie A. J. Vitringa. Holland, R. — Zie Britten. 842. Holland, W. — Zie Guillem IX. 924. Holland, W. L. — Zie Chrestien von Troies. 945.— von Grimmelshausen. 811.—Heinrich Julius. 805. — Margarete. 947. Holland, Almanak. 188. Holland (Oud-). Nieuwe bijdragen v. d. gesch. d. Ned. Kunst en Letteren. 133. Hollande (La) au 18e siècle. — Zie l’Honoré. II. 439. — — (La) et la liberté de penser. H. 83. Hollander (De) na de nieuwe smaak. VII. — (De oprechte vrijgebore). H. 179. — (De) zooals ’er velen zijn. 492. — (De) „ „ wel meer zijn. — Zie Amtzenius. 492. Hollander, J. J. de, Handl. tot de kennis d. land en volkenkunde van Ned. Indië. n. 666. Hollanderin (De schoone). 670. Hollands leeuw ontwaakt. — Zie Immerzeel. H. 244. Holle, K. F., Tabel van Indische alphabetten. 997. Hollebeeck, A., Lijkdicht. 565. Hollebeek, J., Predikatiën. Hs. 32. — Vaderlandsche opwekking. 453. Hollingérus Pypers, F. B. — Zie Pypers. Hollman, P. J., Mémoire sur 1’Ozone. II. 946. Hollóway-pillen enz. — Zie Kempees. H. 301. Holm, P., Stuurmans rechtwijzende Compas. H. 944. Holmboe, C. A., Descript. omamentorum. H. 782. — Norske Vaegtlodder. n. 773. — Sanskrit og Oldnorsk. H. 1025. — Overdrukjes. Zie: Schreuder. 988. Holst geb. van Ruerlo, A., Grafdicht. 564. Holst, C. P. — Zie Proeven. 249. Holstenspiegel. H. 718. Holte (Van deme) des hilligen cruzes. 814. Holtei, C. von. — Zie Reg. Tooneel. Holthenius, J., Grafdicht. 564. Holtius, A. C., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 61. — Geschied- en regtskundige verhandelingen. H. 261. — (Leven van). Lb. 1862. 233. De liberalitate Majorum nostrorum eet. H. 319. Zie: Tegnir. 862. Holtrop, C. W., Nieuwe Spel- en Spraakkunst. 144. Holtrop, J. S. van Esveldt. — Zie Reg. Tooneel.
Holtrop, J. W., Catal. librornm saec. XY° impres- sorum. II. 458. — (Leven van). Lb. 1870, 633. — Leven van J. C. de Jonge. Lb. 1853, 157. n n W. H. J. Baron van Westreenen van Tiellandt. Lb. 1849, 148. — Thierry Martens d’Alost. 15. — Overdrukjes. Zie: Confessionale. 798. — Rapporten. 20. — Tijdschrift. 130. Holtrop, W., Brieven. Hs. 61. Zie: Dürer. II. 399. — Gezangboek. 291. — Re censent (De). 127. Holtstech, C., Passio D‘ N* Jesu Christi. H. 28. Holtzhey, J. G., Brief. Hs. 61. Holtzmann, A., Kelten nnd Germanen. H. 1057. Zie: Nibelungen Lied (Der). 792. Holwerda, A. E. J., De dispositione verborum in lingua Graeca eet. 870. Holwerda, J. H, Afscheidleerrede. 729. — Leerrede over 1 Corinth. IV: 4. 735. — Leven van C. G. Boonzajer. Lb. 1863, 380. — Overdrukjes. Holwerda, W. — Zie Verwey. 560. Holy-Oke. — Zie Rider. 837. Holzmann, A. — Zie Isidorus Hispalensis. 781. Hombergk, G. F., Panegyr. G. C. H. Frisoni. IL183. Hombre-spel (Het krijgsmans 1’). II. 1040. Homerus, Batrachomiomachia of wonder! Veld-slagh. 296—97. — Carmina. 873. — De dooling van Ulisses. 597. — De Ilias. 295. — De Odyssea. 296. Zie: Aesopns. 597. — Rollenhagen. 810. - van Rusting. 338. — Telemachus. 703. Homerus of oorsprong der Ilias. — Zie Cordes. 407. Homerus Slavicis dialectis cognata lingua scripsit. H. 1028. Homes, H. A., The Arms of New-York. IL 879. Homeyer, C. G., Overdrukjes. Zie: Koldernp-Rosenvinge. II. 786. — Sachsen- spiegel. II. 703. Homeyer, G., Ueber d. germanischen Loosen. II. 704. Homma, W. — Zie Testament. 595. Hommius. — Zie Bedenkingen. H. 366. Hondius, J., Swart register v. duysent sonden. II. 370. Zie: Mercator. II. 40. Hondius, P., Dapes inemptae of de Moufeschans. 329. —. Verkl. namens d. Kerkeraad van Ter Neuzen. Hs. 61. Hondt, L. de. — Zie Ledeganck. EL 793. Honert, G. en J. van den. — Zie T. H. v. d. Honert. IL 541. Honert T.Hz., J. van den, Aanmerkingen op sekeren brief. EL 358. — Des Heeren Wijnstok. II. 184. — Intree-leerrede. 729. — (Leerrede ter bevestiging van). 729. — Leerrede over Titus II: 14. 735. — Lijkrede op J. Wesselius. 734. Honert THz., J. van den. Lijkreden over Willem den IV e . H. 187. — Oratio de vita et obitu F. Fabricii. 76. Honert, T. H. van den, Brieven aan N. Witsen. H. 541. — Dissertationes historici. 25, 26. — De necessaria, ad recte interpretandam Script. Sacram, antiquitatum Hebr. cogmtione. H. 887. — De mysterio primi et secundi Adami. H. 891. — De Theologiae propheticae necessitate. IL 885. Zie: Festivitas. II. 496. Honert, R. van den, Varia epigrammata. Hs. 34. Hongaarsch. 987. Hongarije (Koningrijk). H. 758. Honig, J., Histor., oudheidk. en letterk. studiën. 137. — Overdrukjes. Honig Jnz. Jr., J., Bezoek v. Willem lil te Zaandam. EL 566. — Geschiedenis d. Zaanlanden. H. 532. — (Leven van). Lb. 1871, 89. Zie: Jaarboekje. II. 533. Honig, J. C. — Zie Reg. Tooneel. Honigbije (De). EL 987. — (De) in proza. 578. Honig-Bije (Nieuwe). IL 988. Honigh, C., [Verschil! dichtwerken]. 424. — De Landbouw. 522. — Overdrukjes. Zie: Bloemen (Onverwelkte). 225. — Catalogus. IL 437. — Gids (De). 130. — van Meurs. II. 982. Honneurs fun. a la mémoire de J. G. Wagemann. 94. Honnorat, S. J., Dictionn. Provenpal-Franpais. 923. Honoré, S. F. 1’, La Hollands. II. 439. Honorius, J. — Zie Pomponius Mela. 886. Honorius, Ph. — Zie Respublica. IL 818. Honstede, J. C. L. van, De Koning roept! 515. Hont, B. d’. — Zie Reg. Tooneel. Honterus, J. — Zie Dück. II. 760. Hoof, E. van den. — Zie Brandt. II. 559. Hoofdpersonen uit d. geschied, d. Ned. letterk. 183. Hoofdstukken (Meest bijzondere) d. christelijke leering. H. 909. Hoofe, A., Lautuntersuchungen. IL 1026. Hooff, Op den. — Zie Op den Hooff. Hoofman, C. — Zie Reg. Tooneel. Hoofman, Elis. — Zie E. Koolaart geb. Hoofman. Hooft (Geslacht). — Zie Alberdingk Thijm. IL 70. Hooft, D., Overdrukjes. Zie: van Kinsbergen. 526. — Poot. 362. —Woor- denboek. 164. Hooft, G. — Zie Le Jeune. Hs. 36. Hooft Jz., J. ’t, Aan Nederland. 476. — Aan de Burgers van Rhijnsburg. 478. — „ Leydens Schutterij. 475. — Bruiloftdicht. 535. — Dankbetuiging d. Leydsche armen. 473. — Dichtgedachten bij beschouw, d. wapenoeffening.474. — Gedichten aan verschil! personen. 557—559. — Grafdichten. 567, 568, 570, 572, 575, 578.
Hooft Jz., J. ’t, Mengelingen in poëzy en proza. 194. — Republikeinsche droom. 477. De spreekende geest van ... Baron Bentinck. 468. Zie: Bodry. 563. — Dichtstukken. 476. — Hes- selink. 634. — Honkoop. 525. — Liederen. 272. — Nieuwjaarwenschen. 523. Hooft Lz., J. ’t. — Zie Dichtstukken. 474. Hooft, P. C., Apophthegmata of... spreuken. 657. — Brieven. 109. — Dichtwerken. 324. — Henrik de Grote. H. 821. — Het jaar 1574. H. 114. — Memoriën en Adviezen, n. 132. — Neederlandtsche historiën, n. 105. — (Bloemlezing nit) Nederl. historiën. H. 105. — (Episodes uit) Nederl. historiën. H. 105. — Oude tooneelspelen. XV. — Rampsaligheden d. verheffinge v. d. Huize v. Me- dicis. II. 821. Werken ten deele nooit te vooren gedrukt. 189. — (Leeven enz. van). 80, 81. — (Woordenboeken op de werken van). 164. Zie: Apollo. 274. — Cappelle. Hs. 7. — Gedich ten. 227. — van Lelyveld. Hs. 7. — Minneplicht. 276. — Ovidius. 602. — Proeven. II. 1015. Scheltema. 109. — Tacitus. 604, 606, Hs. 31. — Verhandelingen. 166. — Zangh-bloemzel. 276.— Reg. en Snppl. Reg. Tooneel. Hooft en Huygens, Keur uit beider werken. H. 987. Hooft Crynsz, P. Wz. — Zie Spiegel. Hs. 82. Hooft, W. D. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Hooft Graafland, H. — Zie Graafland. Hooft van Iddekinge, J. E. H., Friesland en de Friezen. H. 612. — (Leven van). Lb. 1884, 55. — Leven van W. J. de Voogt. Lb. 1876, 121. — Overdrukjes. Zie. van den Bergh. n. 7.-—Catalogus. II. 10. — Verhalen. II. 463. Hoog, H. C. J., De venatione et juris venationis. II. 265. Hoog, J. L. de. — Zie Reg. Tooneel. Hoog, I. M. J., De Martelaren d. Hervorming. H. 345. Hoog, P. H., De urbe Briela agroque Voornano. H. 447. Hoog van ter Aar, P. G. J. — Zie Catalogus. H. 58. Hoogduitscli (Oud-, Middel- en later'). 743 H. 1021, Hs. 33. ' Hoogendoorn Jr., G. — Zie Reg. Tooneel. Hoogendoom, J. W. — Zie Reg. Tooneel. Hoogendorp, J., Leerrede om bij het gebruiken d. Evang. gezangen vrede te stichten te St. Maartens dijk. 249. — Leerrede bij 50-j. predikdienst. 729. Hoogendorp, M*., De Evang. Gezangen getoetst. 250. Hoogendorp, G. ’t Hoen, Batavia’s kerkgevaarte. H. 675. s Hoogenhuizen, C. van, Bruiloftdicht. 539. Hoogenhuyzen, W. van, Bruiloftdicht. 546. Zie: de Bosch. 529. Moogescholen. H. 318. Hoogeschool (De Leidsche). Geschiedkundige herinne ringen. II. 495. Hoogeveen Jr., C. van, [Versch. gedichten], XI, XH. — Aen mijne vrienden. 523. — Bij gelegenheid d. Wintercollecte. 460. — „ de 1® samenk. v. ’tExerc. Genootschap. 479. — Brief. Hs. 62. — Bruiloftdichten. 536, 547. — Dankoffer 2° eeuwget. d. Leydsche Hoogesch. 464. — Feestzang. 461, 469. — Opening d. verg. v. Kunst wordt d. arbeid ver kregen. 463. — Ter 100“ verjaardag des Bekers, gen. St. Joris. 471. — Verwelkoming der leden. 461. — Zang bij het uittrekken eeniger leden. 478. Zie: Berckenhoff. 628. — Cuypers. 563. — Drie tal. 462. Feestzangen. 463. — ’s Gravesande. 533. — van Hamel. 654. — Hasehroek. 534.— van Hoogstraten. 525. — Nieuwjaarwenschen. 523. — Reg. Tooneel. Hoogeveen Jr., C. H., Aan de leden d. Dans-partij. 466. Hoogeveen, H., Carmen de poesi tyrannidis non com- mendatrici. 897. — Ode de felici Reipubl. statu cum ... Princeps Wil helmus V eet. 902. — Or. fun. in obitum G. C. H. Frisonis. H. 187. Palladis Musarumq. Delphensium sedes inaug carm elegiaco. 903. Zie: Vigerus. 872. Hoogeveen, H. et J., Carmina inaugurales. 897. Hoogeveen, J., Bruiloftdicht. 548. — Hoogelied v. Salomo. 365. Zie: Cajus Marius. 307. — H. Hoogeveen. 897. Hoogeveen-Sterck, L. van, Het biddend Nederland. 510. — Het Gesticht te Montfoort. H. 606. — De Slag bij Nieuwpoort. 415. — Overdrukjes. Zie: Geefs. 554. — Rederyker. 210. Hoogewal, J. — Zie Moonen. n. 633. Hooghe, Rom. de, Schouburch d. Nederl. veranderin gen. II. 161. — Spiegel van Staat d. Vereen. Nederlanden. H. 276. Zie: Esopus. II. 174. — van der Hoeven. II. 176. — Huygens. 332. — de Vou. II. 622. Hoogheem, B. M. van. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Hoogheem, H. A. M. van. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Hoogheyde, G., Bruiloftdicht. 535. Hooght, E. van der, Het marg d. Hebreeusche tael- konsten. 982. Zie: Coppins. 531. Hooghuysen, D., Bruiloftdichten. 537, 543, 547. Zie: Reg. Tooneel. Hooghuysen, E., Bruiloftdicht. 547. Hoog-lied (Het) van Salomo. 317, 318, 420. Hs. 12. — [in het Hoogduitech], 784, 785. — (Commentaar op C. IV: 9 van het). Hs. 81. Hoogstad, P. Silvergieter, Grafdicht. 567. — Leerrede. H. 482. Hoogstraeten, P. F. Th. van, Is. Da Costa. 75. Hoogstraten, A. van. — Zie Charters. IX 414.
Hoogstraten, D. van, Aenm. o. d. geslachtend. zelfst. naamwoorden. 155. — Beginselen d. Rederykkunst. 717. — Brieven. Hs. 62. — Bruiloftdichten. 539, 540, 541, 546. — Lijst d. gebruikelijke zelfst. naamwoorden. 155. — Nieuw woordenboek d. Nederl. en Lat. tale. 47. — Poematum libri XI. 896. Zie: de Back. 528. — Broukhusius. 896. — Cebes. 297. — Duurcant. 908. — Franken. 905. — Hannot. 47. U. 964. — Horatins. 300, 301.— Nolen. II. 968. — Nyloë. 142. — Ondaan. 343. — Phaedrns. 297. — Kabus. 227. — Rouklag- ten. 442. — Snellen. 906. Hoogstraten, D. van, en J. L. Scbuer, Groot bist., geogr., genealogisch woordenboek. II. 3. Hoogstraten, F. van. — Zie: Erasmus. 614. — Joannes Daroascenus. 602. — Justinus. 606. — Morus. 628. — Salustius. 603. — Schoole. 305. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Hoogstraten, H. van, Grafdicht. 570. Hoogstraten, J. van, [Verschill. dichtwerken]. 359,360. — Aan A. Le Pla. Hs. 28. — Bruiloftdichten. 535, 547. — Gezangen t naged. d.omwentelinginonsvaderl.479. — Grasmaand 1793. 482. — Letterkransje. 462. — Lijkdichten. 569, 570, 571. H. 1008. Zie: Dichtproeven. 230. — Dijl. 553. — Fannins. 683. — A. C. v. Hoogstraten. 524,625. — Marsyas. 221. — Minnezangen. 279. — Ravestyn. 558. — Reguleth. 210. — Schon-tooneel. 665. — Vosmaer. 560. — Reg. Tooneel. Hoogstraten, J. en J. P. van, Dichtgewijde snipper uren. 230. Hoogstraten, J. P. van, Bruiloftdicht. 535. Zie: Dichtproeven. 230. — J. van Hoogstraten. 230. — A. C. van Hoogstraten. 524, 625. Hoogstraten, J. W. van. — Zie Verzameling. 453. Hoogstraten, P. van, De waare vrienden v. vaderland en Oranje. II. 239. Hoogstraten, S. van, De gestrafte Ontschaking. 665. Zie: Reg. Tooneel. Hoogstraten, W., Verstrooide gedichten. 390. Hoogvliet A. (Leven van). 67. — [Verschill. dichtwerken]. 361, 362. — Vlaardingen in zijn opkomst. 526. Zie: de Haas. 534. — van der Hoop. 536. — Ovidins. 302. — Raysch. 558. Hoogvliet, P, C., Grafdicht. 572. Hoogvliet, M., Div. scriptorum locos de regia Aphtasi- darum familia. 985. Hoogvliet, W., Redevoering uitg. te Zaandam. 118. Hoogwerf!, H. van, Brieven. Hs. 62. Hooiberg, A. — Zie Herinnering. H. 1004. Hooijer, C., De groote nood des hongers. IL 422. Leven van G. H. van Senden. Lb. 1852. 20. Zie: Kerkordeningen. II. 348. —Redevoeringen. 116. Hooijer, C., en J. Paré, AanteekeningenophetOntw. v. gerevideerd Regiem, v. d. Herv. Kerk. H. 351. Hooijer, J. H., Mijnheer Daniel. II. 1016. Zie: Gids (De). 130. Hooijer van Brakel, P., Korte Schets d. form v. proce- deeren. H. 441. Hoola van Nooten, D., Aanspraak. H. 196. — Brief a. Kluit. Hs. 62. — Bruiloftdicht. 542. Hoolwerf, H. van, Kracht in swakheid. 355. Hoolwerff, J. van. — Zie van Poreest. 905. Hooman, J., Grafdicht. 566. Hoon, J. P. de, Novellen en gedichten. 195. Hoonaart, W. v. d., Beschr. van Hillegersberg. H. 460. — Hulde aan den Prins van Oranje. 504. — Overdrukjes. Hoonig-raat (Den) der Psalm-dichten. 245. Hoop (d 5 ). — Zie du Chasteler. 790. — (De) vol vrees. 439. Hoop Jr., A. van der, [Verschill. dichtwerken]. 405,406. — Aan Holland. II. 1003. — „ het kasteel van Antwerpen. H. 1003. — „ de Vorsten van Europa. 505. H. 1003. — La Campagne de 10 jours. 504. — De Cholera. 505. — Europa’s gekrönten Hauptem. 505. — God met ons, II. 1003. — Hobein. 503. — De 18 e Juny. II. 1004. — „ kanonneerboot. 502. H. 1003. — „ Koning in het leger. 503. — „ „ van Rome. 507. — Lentelied. H. 1004. — Lierzang van Speyk ter eere. II. 1003. — Het Nationaal Congres. II. 1003. — Nikolaas, Keizer aller Russen. H. 1003. — Pinksterfeest. II. 999. -— Le Roi de Rome. 507. — Rouwklacht b. h. overl. v. Neerl. Koningin. H. 1004. — De 10-daagsche veldtogt. 504. — Welkom in Nederland. II. 1004. — Een Woord aan het publiek. H. 1003. — (Leven van). 406. Zie: Bijdragen. 129. — Chassé. 506. — Engels. H. 835. — Feestviering. 111. — Franz. II. 994. — Gedichten. II. 994. — Mengelingen. 500. — Mercnrius (De Nederl.). 129. — Reg. en Snppl. Reg. Tooneel. Hoop Jr., A. van der, en L. van den Broek,Europa en Nederland. II. 247. Hoop Jr., A. van der, en P. S. Schuil, Vertellingen. 183. Hoop Jrsz., A. van der, [Verschill. dichtwerken]. 420, 421. — (Gedachtenisrede aan). 81. — Geen aalmoes. 513. — In den Rotterdamschen Schouwburg. IX. — Lenteoffer. EL 999. — Leve vader Bilderdijk! 62. — Oud Holland blijft zijn Koning tronw. 510. — Een rijmpje. 515. . Zie: Bundel. XIV. — Daphné. 232. — Heine. II. 993. — Silhouetten. 233. — Voorjaarsrente. II. 505. — Reg. Tooneel.
Hoop, C. van der, Brieven. Hs. 62. Hoop, F. van der. — Zie Tydeman. Hs. 54. Hoop, F. D. D., Brief a. A. Kluit. Hs. 72. Hoop, J. C. van der. — Zie Swart. H. 303. Hoop Scheffer, J. G. de. — Zie Scheffer. Hoop, E. J. Thomassen a Thuessink van der, Spec, inaug. H. 175. Hoorn, H. J. van, Lijkrede op W. W. v. Beuzekom. 727. Hoorn, H. J. E. van, De Roëllii litem de aeterna gene- ratione Filii Dei a Patre. II. 970. Hoorn, J. Cz. ten. — Zie van Overbeke. 345. Hoorn, L. G. van, Het Verslag... getoetst. H. 1042. Hoorn, P. G. van (Leven van). Lb. 1851, 3. Hoorn, P. T. van, Leven v. P. G. van Hoorn. Lb. 1851, 3. — (Leven van). Lb. 1863, 289. | Hoorn, Th. van, De navigatione in Mari Nigro. H. 768. I Hoornaert, L., De slag bij Rupelmonde. H. 99. I Hoorn-drager (De dubbelde). 705. | Hooveling (Den volmaakten). 705. I. Hooven, J. van, Leedige uuren. 363. Hooykaas, J., Leven v. J. H. Herderscheê. Lb. 1886, 215. | — Overdrukjes. Zie: Godsdienst. 666. I Hooykaas, J. C., Repertorium op de koloniale littera tuur. H. 661. I Hooykaas Herderscheê, J. — Zie Herderscheê. | Hop, J., Brief a. M. Tydeman. Hs. 62. Zie: Correspondence. II. 176. — den Tex. II. 165. — Tydeman. 64. I Hope versterckt. 1 — Zie Liedt. 341. I Hopman,J.R.jlllustr.L. VrouweBroederschap.H.412. i Hopp, E., Beschr. d. Clevischen Landes. H. 728. I Hopperus, J. — Zie Hoynck van Papendrecht. H. 1041. — Viglius Zwich. ab Aytta. II. 101. I Hoppestein, A., Mengelpoezy. 362. Zie: Reg. Tooneel. I Hora Siccama, J. — Zie Sicoama. | HoraeBelgicae ed. J. Hoffmann v.Fallersleben. 165,169, 197, 199, 201—203, 273. I — (Bijlage tot). — Zie Suringar. 165. I Horapollinis Niloi flieroglyphica. H. 868. I Horatius Flaccus, Q., Verschil! werken in het Latijn. 887. J ■ — Verschil! werken in Neder! vertaling. 299— 301, 601. I — in het Russisch vertaald. 966. ■ — Epistola ad Pisones. 887. ■ — Zedelijke vertogen. H. 991. Zie: Engelen. 408. — Ghebrnyck. II. 993. Janssen. 339. — Juvenalis. 303. — Karsten. 883. — van Ommeren. 883. — Ovidius. 301. — Reg. Tooneel. I Horawitz, A., Casp. Bruschius. H. 37. K Hordt, Comte de, Mémoires. H. 707. I Hordijk Verstolk, A. — Zie Verstolk. r Hordijk, C. Pijnacker, Neerlands behoefte aan meer dan eene Hoogeschool. H. 319. Zie: Rechtsbronnen. II. 438. Horen, van. — Zie S. Serruraux. Horn, F. W., Literatur d. Skandinavischen Nordens.849. Horn, T., Fabula de Pilato ejusq. uxore Christiania .. explosa. H. 28. Horn, W. O. von.—Zie Oertel. 803. — v. Schaick. 654. Hornaeus, C. — Zie Schrader. 752. Hornius, G., Area Noae s. hist, imperiorum. II. 9. Horolanus, J. — Zie Bettbuch. 787. Horologium aeternae sapientiae. Hs. 23. — cont. Preces [Russisch]. 964. Horst (van der), Propositie. H. 125. Horst, A. van der, [Verschil! dichtwerken], 376. Zie: Reg. Tooneel. Horst, C. van der. — Zie Kikkert. 231. Horst, G. van der, Overijssels oog. 363. Zie: Reg. Tooneel. Horst, H. van der. — Zie Lord. H. 844. Horst, J. van. — Zie Blandin. 529. Horst, J. J. van der, Huwelijk v. Willem v. Oranje. H. 109. — Overdrukjes. Horst, S. J., Oratio de Jenae. H. 745. Horsthuis, J. G. — Zie Reg. Tooneel. Horstig, C. G., Reise nach Frankreich. H. 46. Hortensius, G., Heusche vermaning. 301. Hortensius, J. D., Brieven. Hs. 62. Hortensius, L., als geschiedschrijver. 81. — Boeck v. d. oproer d. Weder-dooperen. H. 355. — Historie ofte wyder verklaringhe v. d: Utrechtsche Gheschiedenissen. H. 584. — Opkomst en ondergang v. Naarden. H. 565. — Oproeren d. Wederdooperen. II. 355. — Satyrae. H. 1029. — Secess. civiliu Ultrajectinarum et bellorum. H. 584. Zie: Batavia illuat. 1! 1041, — de Beka. II. 684. Horti Persici et Arabic! 977. Hortulus anime, vol alder deuoter ghebedekens. 621. Hospinianus, R., Festa Christianorum. n. 30. — De festis Iudaeorum et Ethnicorum. n. 21. — De templis: hoe est de origine... templorum. H. 21. Hospitalius, M., Carmina. 894. — Poésies. H. 1029. Zie: Huygens. II. 940. Hoste, A. Overdrukjes. Hotel-Adresboek v. Rotterdam. H. 523. Hotten, J. C., The Slang Dictionary. 840. üottentotsch. 988. Hottinga, D. de, Polygraphie. 10. Hottinger, J. H., Etymologicum Oriëntale. 980. — Juris Hebraeor. leges CCLXI ductu R. Levi... proposit. H. 24. Hottinger, J. J., Kenmerken van het... vernuft. Hs. 6. Hotzfus, B., De Doctoratu theologico. H. 920. Houbakker, J., Bruiloftdicht. 547. — Grafdicht. 570. Houben, Ph. — Zie Denkmaler. H. 850. Houbraken, A., Zinnebeelden. 364. Zie: Bloemlezing. 224. — van Hoogstraten. 359.
Houbraken, 3. — Zie: de Lannoy. 379. — Rabus. 348. — Ver Huell. II. 325. Houck, A. J., De industria technics. n. 286. Houck, H., De Collegiis opiflcum ei mercatorum.n.289. Houckgeest, F. A. van Braam. — Zie Braam. Houdart de la Motte, A. — Zie Reg. Tooneel. Houding (De) die Rome bisschoppelijke hiërarchie... heeft aangenomen. II. 337. Hough, F. B., Results of meteorol. Observations.H.879. Hourwitz, Zalkind. — Zie Zalkind. Houssaye, A. — Zie Colombier. 957. Houssaye, La. — Zie La Houssaye. Housse, L., Die Faustsage. 808. Hout, Jan van. — Zie Keuren. II. 486. — Koning. Hs. 54. — Ordonnantie. II. 485. — Schotel. H. 466. Houte, B. A. van, Overdrukjes. Houte, J. van, Bruiloftdicht. 542. Houte, W. ten. — Zie Reg. Tooneel. Houten, A. van. — Zie Gryspaert. 533. Houten, B. A. van, De judicibus Hollandis. H. 263. — De weigering v. Johannes d. Dooper. H. 27. Zie: Redevoeringen. 1L6. Houten, F. van. — Zie Gezangen. 260. Houten, J. J. van, Bij de verjaring v. d. slag van Water loo. 499. Houten, P. van. — Zie Senteutien. n. 604. Houten, S. van. — Zie Reg. Tooneel. Houten, S. van, De Staatsleer van Thorbecke. II. 258. Houterkens, J., Grafdicht. 568. Houtkamp, A., Leerrede. H. 533. Houtkamp, H. — Zie Reg. Tooneel. Houtkamp, M., Bruiloftdicht. 535. Houtman, D. — Zie Bundel. 481. Houtman, F. de, Spraeck ende woord-boeck. 49. Zie: Dictionarium. 49. Houtman, L, Bruiloftdicht. 540. Houtman, J. — Zie Reg. Tooneel. Houtman Thz., J. — Zie Reg. Tooneel. Houtsma, M. Th. — Zie Catalogus. II. 503. Houttuyn, A. Berkhoff v. Toulon geb. — Zie Berkhoff. Houttuyn, C. J. — Zie Drijfhout. 532. Houttuyn, C. J. V. — Zie Duurcant. 908. Houttuyn, O. F. J. — Zie Drijfhout. 532. Houtuyn, A., Reipublicae Batavae, liber primus. H. 93. Houve, M. van der, Handvest of Chartre Chronyck. n. 93. Houven, H. J. J. van der. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Houven van Anckeren, J. van der. — Zie Anckeren. Houwaert, J. B., [Verschill. dichtwerken]. 318, 319. Houwald, E. von. — Zie Reg. Tooneel. Hovaeus, A., Cronyck van Egmondt. Hs. 83. Hove, H. ten, Bruiloftdicht. 535. Hove, Joh. van den. — Zie J. de la Court. Hove, P. van den. — Zie P. de la Court. Hove, Y. H. van den, Overdrukjes. Hoven, 2E. van. — Zie Reg. Tooneel. Hoven, D. van, Brief a. M. Tydeman. Hs. 62. Hoven, J. van, [Verschill. gedichten]. 361. — Fabelen van Esopus. Hs. 28. — Grafdicht. 571. — Ter inwijding van Ars superat fortunam. X. Zie: Gedichten. 221. — Kermisjiarnas. 228. — Reg. Tooneel. Hoven, J. D. van, Socrates schande... ontdekt. H. 376. Zie: Fama. 125. Hovens, D., Grafdicht. 571. — Lesboek v. d. Enderen d. Christenen. IL 904. Zie: Redevoeringen. 116. — Taan. II. 1007. Hovij, A. J., Iets over den Waterstaat. H. 297. Hoving, C. H. — Zie Reg. Tooneel. Hovingh, H., Dissert, inaug. H. 643. Hovius, J. — Zie Epistolae. 889. How to choose a good Wife from a bad. — Zie Engl. Plays. 843. Howard, A. — Zie Byron. 848. Howell, J. — Zie Cotgrave. 52. Hoynck van Papendrecht, C. P., Analecta Belgica. H. 1041. — Brief a. G. v. Loon. Hs. 61. Hozee, Z., Bruiloftdicht. 536. Hozier, De oorlog van 1866. II. 755. H. P. — Zie Aanmerkingen. H. 629. H. P. S. — Zie Gedagten. 485. H. P. T. B. — Zie Reg. Tooneel. H. R. — Zie Ode. 468. Hromatka, F. S. — Zie Bruzelius. II. 773. Hrosuitha, Otto der Grosse. U. 1023. — (De) poetria. 888. Hrotsuit von Gandersheim. — Zie Köpke. 752. H S., Waterloo. 518. H. T. H. — Zie Clemens. 531. H. T. K. Jr. — Zie H. ten Kate Jr. H. T. T. K. — Zie Terkamp. 381. — van Zijp. 381. Huarte, J., Onderzoek d. bijzondere vernuftens. 629. Hub, J. — Zie Dichtung. 781. — Volksbiicher. 807. Hubbard, G., Hist. d. 1. littérature en Espagne. 917. Huber, C. H. J. — Zie van Limburg Brouwer. II. 936. Huber, L. F. — Zie Reg. Tooneel. Huber, U., De jure popularis. H. 928. Huber, U. J., — Zie Hamerster. H. 617. Hubert (ps.). — Zie Ph. J. La Roche. Hubert, A. de. — Zie Psalmen. 239. Hubert, E., Condition d. protestants en Belg. H. 791. — Overdrukjes. Hubert, G. P., De crimiuibus et delictis adv. leges fun- damentalis. H. 273. Hubert, J., Dictionnaire Wallon-Liégois. 940. Hubert, J. Everwijn, De detractione duplicis quartae. H. 632. Hubert geb. van Eybergen, C. M., Grafdicht. 575. Huberts, J. — Overdrukjes. Huberts, W. J. A., Algem. overz. d. aardrijksk. 1L 40. — Chron. handl. tot de Nederl. letterkunde. 60. — Geschiedenis d. vaderlands. H. 82. — „ „ Zutfensche Lat. School. II. 438.
22 Huberts, W. J. A., Histor.-geographische atlas. H. 11. Zie: Hamerling. 310. — Tadama. II. 438. — Tijd schrift. II. 818. Huberts, W. J. A., W. A. Elberts en P. Jz. P. van den Branden, Biographiscli woordenboek. 68. Hubertus, J. — Zie Suppl. Beg. Tooneel. Hubrecht (Geslacht). — Zie Scheffer, n. 70. Hubrecht, H. P. R. — Zie Eigen Haard. 133. Hubrecht, P. P., Overdrukjes. Hucht, J. P. van der, Betoog. II. 674. Huchtingius, G., Grafdicht. 576. Hudson (Werken betreffende Henry). II. 877. Hübler, D. G. J. — Zie Hecht. 752. Hübner, J., und E. Zabel, Berthold Auerbach 749. Hübner, P. — Zie Reg. Tooneel. Hullmann, E. D., Deutsche Pürstenwürde. II. 693. i — Stadtewesen d. Mittelalters. II. 17 Hülsman, J. H. H., De directeur d. Hoogere Burger school. H. 315. 6 : Huenarius, H. — Zie Divaeus. II. 795. ; Hiine, A., Overdrukjes. Hues de Tabarie, L’Ordene de Chevalerie. 944. Huet. — Zie Ménage. 933. Huët, A., Leven v. J. P. Amersfoord. Lb. 1880,127. [ — De Noordzee véér Amsterdam. II. 531. Zie: Bibliotheek. 689. Huët, A. Busken. — Zie Cd. Busken Huët. 682. Huët, Cd. Busken (Aan). II. 975. : — Aan Mevr. Bosboom Toussaint. 130. E — Ada van Holland. II. 97. I — Ernst of kortswijl P 676. — Pirenze. II. 855. I — Groen en rijp. 644. I — De van Harens. 79. I — Jacques Saurin en Théodore Huët. II. 1016. E — Kanselredenen. 726. I — Ten Kate en zijne „Schepping”. 417. I — Het land van Rembrand. II. 83. E — Litterarische fantasiën. 24. H. 963. I — Nieuwe litterarische fantasiën. H. 963. I — Lidewijde. 682. — Lideweide. 682. I — Van Napels naar Amsterdam. H 48. ■ — Nationale vertoogen. II. 277. B — Nederlandsche Belletrie. 61. ■ — Ongevraagd advies. II. 386. I — Oude romans. 659. I — Potgieter. Persoonlijke herinneringen. 88. B — Toespraken in de Concertzaal te Haarlem. 656. I — Vragen en antwoorden, Brieven o. d. Bijbel. 656. B — (Leven van). — Zie J. ten Brink. II. 1063. ï ® e: (Oe)-130. — Landjuweel. 184. — Poot. 862. I Huët, Cd. en A. Busken, Schetsen en verhalen. 682. ■ Huët, D. T., De blijvende waarde v. letterkundige voortbrengselen. 3. |‘ — Eenvoudig woord o. d. godsd. twisten, n. 359. ■ — God met ons. II. 248. I — Inhuldiging v. W. K. H. Priso. H. 581. K Invloed d. volksbeschaving. II. 248. Huët, D. T., Lamentationum Jeremiae paraphrasis poëtica. 898. — Het Munstersche vredesverdrag herdacht. H. 142. — Zal er een kwaad in de stad zijn. II. 248. — Zegenwensch aan Priso. 455. — (Leven van). Lb. 1874, 113. Zie: Gedenkboek. II. 507. — Redevoeringen. 117. Toespraken. 120. Huët, P. — Zie Archives. II. 977. Huët, Gid., Catalogue des MSS. Néerlandais. H. 1063. Huët, P., [Verschill. dichtwerken], 421. — Geestelijk leven. Zes leerredenen. 726. Zie: Bunyan. 311. Huët, P. Busken, Een bundeltje versjes. 422. Huët, P. D., Oorspronk der romans. 659. Zie: Poetarnm . . carmina. 893. — Segrais (de). 665. — Tydeman. Hs. 2. Huët, P. G. Gallandat, Overdrukjes. Huët, P. J. L., Overdrukjes. Zie: Suppl. Reg. Tooneel. Huët, R. H. J. Gallandat. — Zie Wolff geb. Bekker. 96. Hüttel, 8., Geschiedenis der Stadt Trautenau. H. 757. Hütter, K., Das Vehmgericht d. Mittelalters. II. 18. Huf van Buren, J. — Zie J. A. Heuff Azn. Hufeland, Ch. W., Goede raed aen moeders. II. 938. Hug, J. L., Untersuchungen über d. Mvthos d. Völker d. alten Welt. II. 23. Hugdietrich u. Wolfdietrich. — Zie Heldenbuch. 780. Heldenbuch (Das kleine). 780. Hugen, A., Ars notariatus. H. 983. Hugenholtz, P. W. N., Geloofsstrijd. 688. — Overdrukjes. Zie: Hamerling. 310. — Levenslicht. II. 1011. — Liederen. 269, 270. Hugenholtz-Bruinier, G., Gedichten. 420. Hugenholtz, P. A. C., Leerreden. II. 205. Hugenholtz, P. H., Peestrede Zendelinggenootschap. H. 1052. r — Leerrede over Col. 1:20. 735. — Overdrukjes. Zie: Tydeman. 560. Hugenholtz Jr., P. H., De dorst naar God. H. 553. — Karakterbeelden. II. 1035. — Schetsen en Tafereelen. 656. Zie: Bibliotheek v. volksvoordrachten. 689. — Fan tasia. H. 984. — Levenslicht. H. 1011. —Proza en poezie. 184. Hugenholtz, Ph. R., De Zonde. 656. Zie: Levenslicht. II. 1011. Hugenpoth tot den Berenclaauw, J. B., De Gemeente hare vrijheid en hare finant.iën, n. 282. Hoe en wat. Staatkundige beschouwingen. II. 256. — Inleiding tot waarheid in staatsbeleid. II. 277. — De Kloosters in Nederland. II. 332. — 1868, Mijn droom. n. 258. — Onze vermaken. II. 88. — (Leven van). Lb. 1878, 107. — Overdrukjes. Hugh, J. — Zie Reg. Tooneel. Hugo, Ch., Victor Hugo en Zélande. H. 571. Hugo, H., Goddelijcke wenschen. 649.
Hugo, H., Obsidio Bredana. II. 407. — Sitio de Breda. II. 407. Hugo, L., La théorie Hugodécimale. II. 941. Hugo, Vict., [Verschill. dichtwerken]. 955. — [Verschil! drama’s]. 960. II. 1034. — L’Archipel de la Manche. H. 828. — Fragment over de doodstraf. 641. — Lyrische poëzy. 315. — Napoleon II. 315, 506. Zie: AsseUne. II. 1031. — de Banville. 927. — Célébrités. 927. — Topin. 927. — Ulbach. 927. — Keg. Toonee! Hugo von Langenstein, Ein schön Gedicht. 796. Hugo von Trimberg, Der Renner. 796. Hs. 33. Hugues Capet. Chanson de geste. 948. Huidekoper, A. W., Overdrukjes. Huighenius, Hub. — Zie Huygens. H. 940. Huisboek (Vaderlandsch). H. 212. Huisduinen, J., Bruiloftdicht. 546. Huisinga Bakker, P. — Zie Bakker. Huisman, H. H., Geuzenliedjes. 513. Huismans-praeije. H. 157. Huisvriend (De). Gemengde lectuur. 130. — (De) der kinderen. 707. Huiszittenhuis (Brochures betreffende het). H. 493. Huizinga, J. D., Lijkrede op A. Jansen. 729. Huizinga, M. J., Grafdicht. 568. Hulde aan Gijsbert Japiks. 81. — aan J. F. Helmers. 79. — „ Ph. W. van Heusde. 80. — „ J. H. Hoedt. IX. — „ den Koning. 514. — „ A. Loosjes Pz. 84. — „ de nagedachtenis v. Koningin Sophia. II. 1048. — „ Rotterdam. IX. — „ J. H. van Swinden. 91. — „ J. van Walré. 94. van herinnering aan Nederlands moed. H. 249. mijn geest aan Nederland. 193. Huldigingsacte van Philips II. Hs. 43. Hulk, J. — Zie Gedenkteeken. 454. Hulkenroy, A. van, Bruiloftdicht. 535. Zie: Buitenleven. 280. — Reg. Tooneel. Hulkenroy, M. van. — Zie Jaarzangen. 220. Hull, H. W. Plaatzer van den. — Zie Reg. Tooneel. Hull, W. van den, Oorsprong d. Hol! duinen. H. 1050. Hulleman, J. G., De legibus, libertatis civilis vindi- cibus. H. 922. — (Leven van). Lb. 1863, 135. Zie: Cobet. 81. Huls, H. van, Gedichten. 367. Zie: v. Gerstdorf. 533. — Reg. Tooneel. Huls, S. van. — Zie Psalmen. 244. Hulscher, A. van der Heide geb. — Zie Heide. Hulsebos, G. A„ Overdrukjes. Hulshoff, A. (Leven van). 81. Hulsboff, M. A., Oproep. v. h. Bataafsche volk. H. 227. Hulsius, B., Emblemata Sacra. 334. Hulsfus, J., Grafdicht. 576. Hulsius, L., Dictionnnaire Teutsch-Frantzösisch-Italiar nisch. 43. Hulsken, J. H., Namen v. d. dichters d. Evang. Gezan gen. 267. Hulst, N. van der, [Verschill. dichtwerken]. 390. — Bruiloftdicht. 545. — Grafdicht. 572. Zie: Luim en Ernst. 170. Hulster, L. d’, Lettervruchten. 195. Hulthem, C. van, Brieven. Hs. 72, 85. — Discours sur 1’agriculture. n. 794. Zie: Programme. 20. Hultman, C., De jure legatorum. II. 280. Hultman, C. G., Geschied- en staetk. onderzoek. H. 118. Humalda van Eysinga, J. F. van, Overdrukjes. Humas, o cinco libros de la Ley Divina. 920. Humbert, G., Brief a. J. Altheer. Hs. 62. Humbert, J. — Zie Rizo Néroulos. 876. Humbert de Superville, D. P. G., Brief aan H. W. Tydeman. Hs. 62. — Essais s. 1. Signes inconditionnels dans 1’art. H. 951. — Jésus, essai dramatique. 959. — (Leven van). Lb. 1849, 129. Zie: Klijn. Hs. 28. Humboldt, A. von, Ansichten d. Natur. H. 947. — Kosmos. Entw. e. phys. Weltbeschreibung. H. 1039. Humboldt, W. von, Sprachphilosophische Werke. 31. — TJeber den Duab’s. 34. — Verschiedenh. d. menschlichen Sprachbaues. 31. — Verwandschaft d. Ortsadverbien. 34. Hume, D. (Het leeven van). 834. Humme, H. C. — Zie Bijdragen. 997. Hummel, B. F., Bibliothek d. deutschen Alterthümer. H. 686. Hummel, P. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Toonee! Humphreys, A. A. — Zie Report. H. 875, 876. Hundt, F. H. — Zie Archiv. 734. — Sammlungen. H. 734. Hungurvaka, s. Hist... Skalholtensium in Islandia Epi- j scoporum. II. 787. Hunter, W., Anglo-Saxon Grammar. 829. Huon de Bordeaux, Chanson de geste. 944. Hupei, A. W., Esthnische Sprachlehre. 992. Huperphragmus Gandavensis. — Zie P. A. de Zuttere. 1 Hupflnsholz v. Mauseloch, M. — ZieG. Rollenhagen. 1 Hupsch, J. G. C. A. de. — Zie Epigrammatographia. 1 H. 16. Hupsius, C. — Zie Montanus. II. 964. Hurgronje, Snouck. — Zie Snouck. Hurt, J., Beitr. z. Kenntn. Estnischer Sagen. 994. Huschke, E. (of P. E.), Die Oskischen und Sabelli- <1 nischen Sprachdenkmaler. 878. Zie: Tafeln. 878. Husen, R., Beginselen d. Neder! Taalkunde. 148. Huss, C. J. H., Antwortsehreiben. H. 706. Hussem, H., Grafdicht. 568.
I.
Iconomos, C., Etude sur Smyme. II. 865. Ideal z. e. gemeinniitzigen Platt- u. Hoohdeutschen Sprachlehre. 816. Ideen z. sittl. Verbesserung d. Universitaten. II. 711. Idéés (Quelques) sur la langue dite nationale. 64. Ideler, 3. L. — Zie Einhard. II. 17. ldesbald. — Zie d’Hermanville. II. 803. I-dicht. — Zie Prins Willi. 160. Idinau, D., Lof van wiisheyd. 169, 320. Idiotikon (Studentikoses). 776. Idman, N., Recherches sur Pancien peuple Finois. 991. Idolatria. II. 22. Idsinga, J. W. H. M. van, Art. 91 onzer Grondwet. II. 279. Idsinga, S. H. van, Brieven. Hs. 62. — Staatsrecht d. Yereenigde Nederlanden. II. 645. — Zedig en vrijmoedig onderzoek. II. 617. Iduna, Fryske rym ende unrym. 823. Iedema, P. L., Guldenspiegel d. Friesche Regten. 394. — Toegewelike toneelproewe. 179. Iemand van Waer-mond. — Zie A. van Nierop. lens, P. — Zie P. Jens. Ierland. H. 843. Iex*scli. 866. Iets aan da Costa. II. 241. — aan mijne landgenooten. 501. — aang.de toelichtingen.—Zied’Engelbronner.11.240. — „ het finant. helang v. d. Ingezetenen v. Leyden. II. 493. — belangende het oordeel over werken van smaak. 3. — (Nog) over de Bezwaren van Da Costa. II. 240. — over belasting op de ongehuwden. II. 284. — „ de Hollandsche Tael. 137. — ,, „ inrigting v. h. bestuur in de Herv. Kerk. H. 384. — over d. oorlog in Portugal. — Zie Groen van Prins- terer. II. 848. — over de Saint-Simonianen. II. 895. — ,, „ toekomende Regeringsvorm. II. 218. — ,, ,, uitzetting v. Utrecht. — Zie Scheltema. II. 598. — over de verantwoordelijkheid d. ministers. — Zie van Asch van Wijck. II. 279. — over de verkiezingen. II. 252. — „ „ wetgeving betr. h. tweegevecht. — Zie van Hees van Berkel. H 927. — over het geschrift van A. W. v. Appeltere. — Zie van Hall. II. 361. — over’tReq. v.LGenootsch. v.Wapenhandel.H.596. — „ „ rouw-dragen. II. 88. — „ oud Nijmegen. — Zie van den Bergh. H. 429. — tot antwoord. — Zie Both Hendriksen. H. 224. — voor Edam, Leyden, enz. H. 204. _ „ Jan. II. 1054. — „ mijn kind. — Zie Borger. 400. — „ de Patriotten. II. 204. — „ de zingende landman. 292. — zakelijks voor Amersfoorts burgeren. II. 604. Iffland, A. W. — Zie Reg. Tooneel. I. G. H. — Zie J. G. Haeck. I. H. P. B. — Zie Ardinoys. 527. Ihre, Joh., Analecta Ulphilana. 742. — Glossarium Suigothicum. 850. Hs. 4. — Scripta Versionem Ulphilanam. 742. — Swenskt Dialect Lexicon. 861. Zie: Ulfilas. 742. I. L C. — Zie Pegasus. 276. I. I. V. P. — Zie Hollandt. H. 157. Ikman van Burck, A. — Zie van Swinderen. 559. Ilgen, C. D. — Zie Stem. 752. Hlgen, C. F., Hist. Collegii Philobiblici Lipsiensis. II. 740. Zie: Palearius. II. 32. Illyriscli- 965. Ilpzema Vinckers, H. — Zie Vinckers. Uten, F. G. Ch. von, Alruna. H. 697. I. M. — Zie Clemens. 531. Imanuel, Probe e. Geschichte d. Engl. Literatur. 833. Imanuel, C. — Zie C. Dirckinck Holmfeld. Imbert, A., et B. L. Bellet, Tablettes bruxelloises. H. 813. Imbert, C. E., Geogr. Pagorum Germaniae. H. 795. Imbyze van Batenburg, J. W. van, Bruiloftdicht. 542. Imhof, G. W. van. — Zie van Gendt. H. 663. Imhof, Joach. — Zie Beitrage. H. 846. Imitations de quelques fieurs de poésie Holland. 226. lmme, W. — Zie Reg. Tooneel. Immen-Honnig in Nedderdiidsche Bladern. 819. Immorzeel, B. de Moor van. — Zie Moor. Immerzeel, C. — Zie J. Immerzeel Jr. H. 323. Immerzeel, C. H. — Zie J. Immerzeel Jr. H. 323. Immerzeel, J., Brieven. Hs. 62. Immerzeel Jr., J., [Verschil! dichtwerken]. 397. — [Verschil! romans]. 674. — Aan mijne Louise. II. 1005. — Beleg v. h. Kasteel v. Antwerpen. H. 248. — Grafdicht. 568. — Hollands leeuw ontwaakt. El. 244. — Hugo van ’twoud. Hs. 82. — Op de inwijding v. Arti et Amicitiae. 509. — Levens d. kunstschilders. H. 323. — Lofrede op Rembrandt. H. 326. — De moederliefde. Hs. 82. Zie: Claudius. 660. — Courier. 640. — Delille. 315. — Massillon. 724. — Poèmes. 425. — Schouwburg. 127. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Immerzeel Jr., J., en B. Nieuwenhuyzen, Bonaparte en de algemeene vrede. 486. Immink geb. van Laer, A. (Lijkrede op). 729. Immink, P., Leerrede. H. 248. — Lijkrede op A. Immink geb. van Laer. 729. Immink, W. A., Nieuwe Evang. Gemeente teElten. H. 733. Imperio (De) Magni Mogolis. II. 864. I. N., Uittogt en landinge van Z. Hoogheid. 440. I Inauguratio (111. Gymnasii Ultrajectini). H. 600.
Incendie... de la ville de Tongres. ET. 816. Inchbald. — Zie Heg. Tooneel. Incident (Het Nederlandsch Venezuelaansch). II. 259. Inckel, J. E., Leven v. H. R. de Breuk. Lb. 1862,70. Bladz. uit het levensboek v. d. evang. dienaar. 655. — Leydens ontzet. II. 467. Incomste (Die blyde) d. Hertochdomrae v. Brabant verleent, n. 797. Incomste (Triomph.) binnen Antwerpen v. d. Ambas sadeurs ... v. Vranckryck en Enghelant. 431. Inconvenienti di un alfabeto arabo-romano. 7. Indeelingsstaat d. vrijwill. Jagers d. Utrechtsche Hooge- school. II. 603. Indelicate, G. — Zie de Welz. H 856. Indes (Les) Orientales. Catalogue de livres. II. 661. Index d. Oorkonden in de Holl. Leenkamer. Hs. 76. — librorum quibus Biblioth. Acad. Rheno-Trajeoti- nae... locupletata est. II. 602. — v. boeken enz. in de Secreete Casse. Hs. 76. — van de Tractaten gemaeckt ende geslooten. H. 280. Indicateur de PArchéologie. n. 1035. In dulci jubilo. Nnn singet und seid froh. 788. Industrie et labore. — Zie Genootschap. Inenting (De). — Zie van Haren. 372. Infanterie (Regt. ederlandsche.). II. 307. Informacie up d. staet, faculteyt ende gelegentheyt v. d. steden ende dorpen v. Hollant. II. 439. Inga (A), West-Indische Spieghel. H. 881. Ingemann, B. S., Nord-Slavisk Gudelaere. II. 774. Zie: Skomager. 860. Ingen, A. van, ’t Gespeende Diemer-baersjen. 277. Ingen, J. v., Geschiedenissennitondegeschriften.Hs.38. Ingen, S., Gedichten. 344. Zie: Reg. Tooneel. Ingenbleek, Th., Einfluss d. Reimes auf die Sprache Otfrids. 783. v Inge neger, j., Losse gedichten. Hs. 82. Ingenu (L’) of rondborstige wildeman. 670. Ingoldsby, Th. — Zie R. H. Barham. Inhaelinge (Plechtige) v. Balthasar Corns, n. 798. Inhond (Korte en zakelijken) v. d. voorrechten ... aan de waerdigheid v. Stadhouder enz. verknocht. II. 183. — (Zaaklyke) v. d. Miss. v. d. Prince v. Orange. H 202. Inhoudt des Brieft... over den handel in Cleve. H 728. ' Inhuldiging (Ter) v. Willem Frederik George Lodewijk. U. 1004. Initia (Civilium ap. Belgas bellornm). — Zie Scriba- nius. II. 104. Inleiding (Algemeene). 1. H. 959. Inleiding tot de beoef. d. Ned. letterkunde. H. 983. — tot de Nederd. taal- en dichtkunde. Hs. 1. lnleyding tot de Bijbel-geschiedenis. II. 902. — tot de grondregels d. Ylaemsche Spraek- en Spel- konste. 143. — van Pallas vreugd. 219. Inlichtingen en opmerkingen. — Zie Sonjee. II. 340. In Liefde Getrouw. — Zie Rederijkerskamer. In Jiefden groeyende. — Zie Incomste. 431. — Rede- rijkerskamer. Inlijving (De) v. Nederl. in het rijk v. Rome. H 337. In Magnis voluisse sat est. — Zie Genootschap. Innhausen u. Kniphausen, F. F. von, De prov. Gro- nmganae regimmis forma antiqua et nova. H. 642. In Omnibus Dictis ac factis Deum testemtime. — Zie Nederland. 467. Inrichting (De Indische) te Leiden. II. 1055. Inschriften (Die Nenniger). H 730. — (Römische) in Daciën. II. 851. — (Teutoburger). II. 692. — (Zwei Deutsche) alter als 600 vor Chr. 778. Inscriptie (Eene Joodsche). 984. Inscriptiones Confoed. Helveticae Latinae. — Zie Mit- theilungen. EI. 762. — Etruscae (Musei Lugd. Batavi). 877. — Haffnienses Latinae. H. 786. — Helveticae. — Zie Mittheilungen. n. 762. Insignis Canonica Viridis Vallis in Silva Zonia. n. 815. Insinger, H. A., Holland op zijn smalst. Et. 531. Zie: Oorlog. II. 676. Insinuatie (Injur.) ged. a. d. Wed. v. J.Leeuwen. EI. 429. Instellingsbrief v. O. L. Vr. Broederschap te Tiel. Hs. 38. Institut archéologiqne Liégeois. n. 812. — du Gr. Duché de Luxembourg. II. 765, 1061. Institution (Nat.) for the promotion of Sciences. II. 880. — (Smithsonian). II. 880. Institutiones Imperiales. H. 921. Instituut (Het) of Verslagen en Mededeelingen. 120. — (Koninkl.) v. Wetenschappen enz. 120—121. II. 975. — (Het Kon. Nederlandsch), R. I. P. 121. — (Koninkl.) v. taal-, land-en volkenkunde v. Nederl. Indië. H. 661, 662. — v. Doofetommen te Groningen. 35. Instructie gegeven bij hare Hoocheden. II. 129. —... v. d. Gerichts-Camer v. Gron. II. 642, Hs. 53. — van den Hove van Hollandt. H. 271. — voor de drie Knapen d. stad ’sHertogenb.il. 412. — „ „ Meester Generaal v. d. Artillerye. II. 306. — „ „ officieren. — Zie v. Gorkum. II. 302. — » » » v. d. Train d. Artillerye. II. 306. — ,, „ ontfanger v. d. verpondinge. II. 446. — „ „ Substituutsohouten te Leyden. H 490. — „ „ twee Secretarissen d. stad Leyden. EI. 485. — gegeven der stede v. Haerlem. Hs. 50. Instructiën voor de Beemster. II. 532. Instructiën-boeck v. d. Regeering v. Rotterdam. Hs. 49. Instructions des trois premiers grades de la Franc- maponnerie. II. 387. Instrumentum appell. ac Archi-episc. UI traject, n. 334. Intendit... tegens J. van Oldenbamevelt. II. 133. Interest (Neerlands) tot vrede der Kercke. CCLVH — van Holland. — Zie de la Court. H. 149. — (Ware) v. Holland. — Zie de Pari val. II. 149. Interlude of the four Elements. — Zie Engl. Plays. 843. — of Youth. — Zie Engl. Plays. 843. Interpellatie in de St. Gener. v. 13 April 1853. H 337. Intocht (De) v. Philips d. Schoone.—Zie Vrolik. II. 540. — (De) der Franschen. — Zie Bilderdijk. 483.
Introduction a Ia Géographie phys. et mathém. II. 39. — a 1’usage d. langues Franpaise et Polonaise. — Zie Wstèp. 967. — (Short) to English Grammar. 835. Inventaire des Archives du Hainant. — Zie Lacroix. II. 810. — des Chartes de Louvain. II. 815. Inventaris v. h. Archief der Doopsgez. Gemeente te Amsterdam. II. 553. — van het Archief der Gemeente Sittard. U. 660. — „ de Atlassen enz. in het Archief v. Rijnland. IL 443. — d. Charters in het Archief v. Leyden. Hs. 48. — van het Deventer Archief. II. 633, 1067. — d. Kaarten in het Rijks-Archief. II. 458. — van het Oud-Archief d. Gem.’s Gravenhage. II. 454. Inventarissen v. h. Oud-provinc. Archief in Limburg. n. 657. Invoering (De) v. d. bisschoppelijke hiërarchie getoetst, n. 338. Inwyding v. h. gebouw d. Mtsch. Tot Nut v. ’t Al gemeen. 117. — d. Leeszaal v. h. Dep. Rotterdam Tot Nut v. ’t Algemeen. 118. — d. Louise-bewaarschool te Amsterdam. H. 554. : — van het Minne-huis te Leyden. II. 494. — „ „ Spreekgestoelte d. Holl. Mtsch. v. fraaie Kunsten. 119. Inwying v. d. Christen tempel. — Zie Yondel. 433. Iperen, J. van, Afscheid nevens eerste leerrede op het schip Europa. 729. — Brief. Hs. 62. — Brieven over het Hooglied. H. 889. — Historie van het Psalmgezang. 233. — Histor. redenv. t. eere v. J. v. Miggrode. IL 581. — Inhuldiginge v. Willem den V e . H. 581. — 200-j. Jubelfeest d. Nederl. vrijheid. IL 113. — (Lijkrede op). 729. — Lijst v. Nederl. en bastaard woorden. Hs. 4. — Proeve van heilige taalkunde. 30. — „ „ taalkunde. 30. — Vlaamsche woorden. Hs. 6. Zie: Harmer. II. 889. — Young. 311. Ippel, E. — Zie Grimm. 802. Ippel, J. W. L. F., Bij den aanvang v. 1818.11. 239. Ireland, S., A picturesque tour through Holland. II. 400. Irenaeus, Aanmerkingen. Hs. 7. Irenaeus Poimenander. — Zie G. Udemans. Irenophilus. — Zie L. Trip. Irhoven van Dam, W. van. — Zie Dam. Irhovius, G. — Zie Burmannus. 81. Iris, Bloemlezing uit buitenl. tijdschriften. 129. Irving, Jane. —— Zie Reader. 843. Irving, Wash., History of New-York. II. 879. — Life of Washington. II. 871. Zie: Verhalen. 675. I. S. — Zie: Haage. 534. — Rogers. 649. lsensee, E., Geschiedenis d. Geneeskunde. IL 295. Isidorus Hispal., De nativitate Domini. 781. Zie: Jornandes. II. 689. — Schilter. 776. — Ta tianas. 781. Isinck, A. M. — Zie Emmius. H. 643. Ising, A., Freule Marie. 682. — Haagsche schetsen. II. 455. — Leven van J. J. Cromer. Lb. 1880, 117. _ „ „ G. H. J. Elliot Boswel. Lb. 1875, 93. — » » W- J- van Zeggelen. Lb. 1879, 202. „ „ T. van Westrheene Wz. Lb. 1872,23. — Verhalen en schetsen. 682. — Uit de natuur. 714. Zie: Almanak. 708. — Cremer. 683. — Fantasia. II. 984. — Kinderwereld. 708. — Tijdstroom. II. 976. — Reg. Tooneel. Isle, De 1’. — Zie Delisle de la Drevetière. Islendinga-Bok. — Zie Arius Thorgilsis. II. 787. Isma Iatim. 1000. Isocrates. — Zie Epictetus. 599. Israel, C., Uebers. Katalog d. Musikalien. II. 721. Zie: Nenjahrs-Blatt. H. 728. Israëlieten (Geschiedenis der). II. 387. Israels, A. H. — Zie: Catalogus. II. 549, 557. — Weekblad. II. 937. Isselt, Mich. ab, De bello Coloniensi. II. 731. — Paradisus precum. II. 1029. — Sui temporis historia. H. 104. Isselt, E. W. van Dam van. — Zie van Dam. Issembourg (d’) d’Happoncourt de Graffigny. — Zie de Graffigny. Issendorp, H., Op mijn verjaardag. 525. — (Spotdichten op). 526. Zie: Zielen-last. 263. Italiaanscii. 911. Italië. H. 849. Iter Austriacum. — Zie Fundgruben. 778. Iterson, F. H. G. van, Een paar dichtstukjes. 415. — Leerr. t. gedachtenis d. Kerkhervorming. II. 38. — „ over Psalm 73 :13. H. 250. — Leven van N. Berkhout. Lb. 1855, 136. — (Leven van). Lb. 1885, 89. Zie: Stemmen. 607. Ithaka (De) van Jan Trochée teruggevonden. 232. Itineraire voor marscherende troepen. H. 399. Itsma, W. van, Jagt-praaije. H. 180. — Verhandeling v. landerijen. IL 1049. lttersum, F. A. S. A. van, Iets o, d. tegenw. toe stand van Hattem. IL 427. lttersum tot Reelaes, I. G. van, Brief a. M. Tyde- man. Hs. 62. Itterzon, H. van, Overdrukjes. I. U. — Zie: Virgilius. 299. — Daams. 531. Ivan Lejon-Riddaren (Herr). 861. I. v. H. — Zie Bruynvis. 530. I. V. H. — Zie Burich. 530.
J.
Jacob, C. G., De usu vocabulorum levis et lenig. 880. Jacob, G. H.’s, De historia juris gratiae. II. 276. Jacob, J. L. C., Overdrukjes. Zie: Jaarboekje. 17. — Woordenboek. Ha. 84. Jacob, P. L. — Zie Desperiers. 949. — Marguerite d’Angoulème. 950. — Rabelais. 950. Jacob van Maerlant (Werken over). 198. — Alexanders Geesten. 201. —- Dboec van den houte. 206. — Crudenboec. Hs. 9. — Destructie v. Jherusalem.. Hs. 8. — Geestelijke gedichten. 200. — Heimelijkheid d. Heimelijkheden. Hs. 9, 11. — Yan ons Heren Kynscheide. Hs. 9. — Historie van Troyen. 203, Hs. 9. — Der Kercken Claghe. 200. — Kleine gedichten. 200. — Yan den Lande van Oversee. 200, Hs. 9. — Leven van St. Franciscus. 207. — Merlijn. 203. — Der Naturen Bloeme. 208, Hs. 8, 9, 11. — Rijmbijbel. 204, Hs. 8. — Roman van Torec. 203. — Spiegel HistoriaelofRijmkronijk.204,205,Hs.8,78. — Stropliische gedichten. 200. — Wapene Martijn. 200, 207, Hs. 78. Zie ■ van Harderwijk. 679. Jacob van Maerlant und ein Manuscr. d. Bibliothek in Detmold. 208. Jacoba van Beieren. — Zie Uittreksel. Hs. 42. Jacoba von Holland. — Zie Mendes de Léon. 806. Jacobi, A. von. — Zie de Jonge van Ellemeet. II. 949. Jacobi, A. F. E., Verward Nederland. H. 198. Jacobi, F., Overdrukjes. Jacobi, H., Ghemeyne zeyndt-brieven. 181. Jacobi, H. Schultz. — Zie J. C. Schultz Jacobi. II. 354. Jacobi, J. (ps). — Zie J. G. R. Acquoy. Jacobi, J. A. — Zie Reitz. 906. Jacobi, J. C., Leerrede over' Psalm 21. II. 236. Jacobi, J. C. Schultz, Afscheidrede. 732. Daar is slechts eene schrede tusschen ons en den dood. 654. — Feestrede te Zutphen. H. 438. — Godsdienstig gezang bij de Lutherschen; 233. — Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde. H. 523. — Lijkrede op J. G. E. P. Fortmeyer. 728. — De Nederlandsche doodendans. n. 1016. Oud en nieuw uit de geschiedenis d. Ned. Luthersche Kerk. H. 354. — Overdrukjes. — (Leven van). Lb. 1866, 1. Zie: Bijdragen. H. 363. — Bloemen. II. 994. — Cato. H. 1009. — Redevoeringen. II. 889. Jacobi, J. D., De Foederibus Yeterum p. dissectionem animalium factis. H. 15. Jakobi, X F. — Zie König. H. 916. Jacobi, J. G. (Ungedruckte Briefe von und an). 758. — Vindiciae T. Tassi disputatio. 912. Jacobi, V., Die Bedeutung d. Böhm. Dorfnamen. 969. Jacobs, F., Brief a. H. F. Tydeman. Hs. 72. — Epistola ad F. G. Döringium. 892. — Vorzug d. griechischen Sprache. 872. — Overdrukjes. Zie: Schulze. 762. Jacobs, J. F. — Zie Toekomst. H. 307. Jacobson, A. W., De vergunning tot het bespelen v. d. Schouwburg te ’s Gravenhage. CCLIX. — Overdrukjes. Jacobson, G. J., De Nederlander. H. 234. Jacobsz, Reyer, Christelijke Categismus. 329. Jacobus de I e Corte belydenisse des gheloofs. 648. — Daemonologia. 691. — Discours int Opperhuys d. Parlements. H. 834. — Overdenckinghe. — Yruchtb. Overdenckinghe. — Een Coninglyck Gheschenck. 647. — Den Slach van Lepanten. 313. Jacobus, J., Leven van Janus Secundus. Hs. 54. Jacotot, J., Enseignement dit universe! 34. Jaeck, H. J., Yiele Alphabete. H. 960. Jaeger, G. F., Endzweck d. Buchs Jonah. H. 889. Jager, J.G., Voorwaardelijk kosteloos onderwijs.H. 554. Jaeger, N. H., Woordenb. d. Nederd. en Deensche of Noorweegsche talen. 48. Jaekel, E., De diis domesticis primorum Italorum. H.24. — Der Germanische Ursprung d. Latein. Sprache. 879. Jaenich, P., Notitia bibliothecae Thorunensis.H. 707. Janicke, O. — Zie Heldenbuch. 780. Jaerboeken. — Zie Jaarboeken. J. A. F., Lettre au Journal Encyclopédique. H. 770. Jager (De lustige). 293. Jager, Ad. de, Vertooch d. Alckmaersche Kerckel. gheschillen. 432. Jager, A. de, Aanteekeningen op eenige der 75 stel lingen van Prof. Doedes. H. 311. — Bedenk, op Sprenger v. Eyk, Spreekwoorden. 171. — Bezwaren tegen de spelregeling. 153. — Bijdr. Geschied. vaderL schoolwetgeving. H. 309. — Dirk Smits. 90. — Nieuwe gelegenheidsversjes. 409. — Gedachten bij het sterven van A. de Vries. 94. — Handl. tot de Staten-overz. v. d. Bijbel. 164, 586. — Invloed van Bilderdijks dichtwerken. 389. — Leven v. J. van Dam v. Noordeloos. Lb. 1872,183. — Mededeeling uit de Bilderdijkiana. 71. — Mijne toetreding tot de spelling v.h. Woordenb.154. — Nalezingop het glossarium v. Lulofs Handboek. 197. — Nieuwe taal- en letteroefeningen. 140. — „ verscheidenheden op taalk. gebied. 140. — Over de Onderwijzerstand. H. 314. — Taal- en letteroefeningen. 140. — Tollens dichterrang gehandhaafd. 92. — Verscheidenheden op taalkundig gebied. 140. — Werkwoorden v. herhaling en during. 158. — Woordenboek d. frequentativen. 159. — Overdrukjes.
23 Jager, A. de (Leren van). Lb. 1880, 139. — In memoriam. 81. Zie: Archief (en N.-Arohief) v. Nederl. taalkunde. 139. — Asseljjn. CCLX. — Bijdragen. 171. Bilderdijk. 137, 888, He. 3. — Handboekje. 152. — Hoffmann v. Fallersleben. Hs. 66 — Ma gazijn (Taalk.). 139. — Taalgids. 139. — Suppl. Keg. Tooneel. Jager, G. de. — Zie Heg. Tooneel. Jager, H. de, Het Brielsche Archief. II. 447. — De Brielsche Archieven, n. 447. — Het Geslacht Tromp. II. 72. ^'°. e ?P ra ^ ^0 de onthulling v. h. Monument te Bnelle. H. 448. — Overdrukjes. Zie: Werner, n. 892. Jager, P. de. — Zie Bibliotheek. 689. Jager, J. Pluim de. — Zie Pluim Jagher, P. L. A. de, Boutons de fleurs. 954. [ — Overdrukjes. Zie: Bennink Janssonius. 416. — Etudes. 226. ter Haar. 409. — Imitations. 226. ! Jagt, W. van der, Bruiloftdicht. 543, 566. i — De dwinglandij ontdekt. 470. Zie: van Hoogstraten. 524, 526. Jagt-praatje. — Zie van Itsma. II. 180. Jahn, J., Element» Aramaicae. 985. Jahn, J. C. — Zie Ovidius. 886. Jahn, O., Die Universitatu. die Wissenschaft, n. 920. Jahrbuch (Bremisches). II. 747. ■ — d. Gesellsch. f. bild. Kunst zu EmhdAo n. 716. j — f- Gesch., Sprache u. Litt. Elsass-Lothringens.II.751. I — (Niederrheinisches). 782. ! Jahrbücher f. d. Landesk. Schlesw. Holsteins. H. 717. F d. Yereins v. Alterthumsfreunde im Rheinl. H. 726 I d. Yereins f. Mecklenburgische Geschichte. H. 743. j — (Württembergische). n. 740. I ~ n Z S U18Chen Stadtsohreibere - — Zie Scriptores. Jahresbericht d. K. Böhmischen Gesellschaft d Wis- senschaften. II. 757. I d. Germanischen Museums in Nürnberg. H. 736. I — » Geschichtsforschenden Vereins z. Schleiz. H. 748. I tt ^^^schaft f- nützlichen Forschungen zu Trier. 11. /oU. E d. Gesellschaft f. Pommersche Geschichte. H. 707. ■ — » historischen Vereins z. Brandenburg. II. 710. ■ >* m m f. Mittelfranken. H. 736. ■ » » » v. Oberbayern. H. 734. ■ !’ >> . , » im Oberdonaukreise (Re- gierungs-Bezirk v. Schwaben). H. 737. I — d. historischen Vereins f. Steiermark. H 754. ï » » » v. Unterfranken. II. 737. I — „ Vereins f. Mecklenb. Gesch. — Zie Jahrbücher. | — » Museum Carolino-Augusteum. II. 753. E — » Museumsvereins f. Lüneburg. H. 713. H » K. Sachsischen Alterthums-Vereins. H. 737. ■ » Vereins f. Gesch. d. Dtschen in Böhmen. H. 755. B ~ » •• » Siebenbürgische Landeskunde. H. 759. ■ » Voigtlandischen Alterthums-Vereins.II.747 748. Jahreshefte d. Württemb. Alterthumsvereins. II. 742. Jaillot, B., Nouveau Plan de Paris. n. 829. Jaime (ps.). — Zie P. J. Rousseau. Jakobus (Der Brief des) in Wendischer Uebers. 972. Jalaguier, P., Eenvoudige verklaring. H. 895. James, G. P. R. _ Zie Vernon. II. 839. James, L. G., Discours. II. 408. Jamieson, J., Diet, of the Scottish Language, n. 1026. — Hermes Scythicus. 39. Jammer-liedekens ende Riimen. 432. Jan I Hertog v. Braband. — Zie Stallaert. H. 791. Jan, wat Versie maak. — Zie Gedigte. 178. — (Neef), wat Versie maak. — Zie J. Lion Cachet. — (Oom). — Zie Gedigte. n. 982. Jan Cornelis, Aan mijn beminde moeder. Hs. 59. Jan van Beverley (Historie van). 699. Jan van Boendale, Brabandsche Yeesten. 206, Hs. 78. — Dietsche Doctrinale. 208, Hs. 9. — Der Leken Spieghel. 207, Hs. 9. Z“1 Gedichten. 200. — Jezus voor Pilatus. 697. Nederdaling ter Helle. 697. Jan de Clerk. — Zie Ogier v. Dannemark. Hs. 79. Jan Deckers. — Zie Jan van Boendale. Jan van Heelu, Slag van Woeronc. Hs. 9. — Proelium Woeringanum. II. 98. Rijmkronijk betreff. d. Slag bij Woeringen. 205. Jan de Klerk. — Zie Jan van Boendale. Jan Mandevyl (Wonderlijke Reize van). 702. Jan van Parijs (Historie van). 699. Jan Tamboer (De geest van). 701. Jan van Utrecht, Brieven. H. 594. Jan de Weert, Nieuwe doctrinael. Hs. 10. Jancigni A D. de, Bijdrage tot d. kennis d. Ned. O.-I. bezittingen. II. 664. Jancke, O. — Zie Magazin. n. 709. Janipon, F. M., De republiek d. Vereen. Nederl. n. 396. Ja v U BMkhey i0US FranC ° Batavus ' ~ Zie J - Le ^ancq Jannet, P. — Zie Evangiles. 957. Jannotius, D., Dialogi de Republ. Venetorum. H. 857. — Gemeenebest v. Venetia. n. 857. Janse, G. — Zie Catalogus. II. 549. Jansen, A., Het kleine en groote huisgezin. H. 1049 Jansen, A., Verschill. Bruiloftdichten. 529 550. — Gedichten a. verschill. personen. 551, 554, 555, 560. Veijaardichten op verschill. personen. 525, 526. — Lijkdichten. 564, 566, 568, 571, 575, 576. — (Lijkrede op). 729. — Rouw op den dood v. Maria Stuart. 441. Zie: den Broeder. 148. — VaeniuB. II. 991. Jansen, G., De schrijver v. ThetOeraLindaBók.II.612. Jansen, H. — Zie van Haren. 370. Jansen, J. F., Het openbaar onderwijs. H. 313. Jansen, M., Het Kanton Sittard. II. 660. — Overdrukjes. Zie: Inventaris. II. 660. Jansen, M. J. (Leven van). Lb. 1883, 187. Jansen, W., Geestelijke Goudschaale. 261.
Janssen, Brieven a. H. W. Tydeman. Hs. 62. Janssen, H. Q., Afscheid en Intrede leerrede. 729. — St. Anna ter Muyden. II. 575. — Bescheiden aang. de Kerkhervorming. II. 802. — Petrus Dathenus. 75. — De Kerkhervorming te Brugge. II. 803. u u in Vlaanderen. H. 802. Leerrede over Matth. XI Ll: 33. 735. Leven van J. H. van Dale. Lb. 1873, 37. n n J. ab Utrecht Dresselhuis. Lb. 1863,462. Jac. Praepositus, Luthers leerling. II. 36. Rede bij 40-j. evangeliebediening. II. 1018. Vie de 1’hérésiarque Tanchelin. II. 798. (Leven van). Lb. 1881, 223. — Overdrukjes. _ _ , Zie: Bijdragen. II. 576. — Brieven. 347. — Hande lingen. II. 732. Janssen, J., De Kerk van Bergen op Zoom herstelt. II. 405, 406. Janssen, J. D. — Zie Schouwburg. 127- Janssen, J. H. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Janssen, L. J. F., Beschreibung e. RömischenZiegels. II. 851. Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 62. Gedenkteekenen d. Germanen en Romeinen. II. 729. Germaansche en Noordsche monumenten. II. 504. Grafheuvels d. oude Germanen. II. 729. — Grieksche, Romeinsche en Etrurische monumen ten. II. 504. Over de groep v. Laöcoon. H. 856. Hilversumsche oudheden. II. 563. Leven v. A. Blussé. Lb. 1851, 17. De magnifies vehementissimae tempestatis descrip- tione. II. 888. — Neder], Romeinsche daktyliotheek. H. 851. — Oudheidkundige mededeelingen. II. 15. verhandelingen. EL 73. Een Romeinsche tegel. II. 851. Terra-cotta’s uit h. Mus. v. Oudh. te Leiden. II. 504. (Leven van). Lb. 1870, 3. _ ° V Z^A^trea. 131. — Bellamy. 389. — Ewald. 981. — Inscriptiones. 877. — Johan van Bloys. Hs. 52. — Konst- en Letterbode. 126. — Rapporten. 20. — Repertorium. II. 55. Janssen, P. A., Indeeling d. officieren. II. 305. Naamlijst d. gepensionneerde officieren. II. 305. Tweede adres a. d. Tweede Kamer. H. 305. Janssen, R. — Zie Reg. Tooneel. Janssens, B., Vlaemsche Spraek- en Spel-konste. 143. Janssonius, R. Bennink, [Verschill. dichtwerken], 416. Aan den Aartsbisschop van Parijs. 611. Het Bisdom van Groningen. H. 336. Feestliederen bij de inwijding van het Weeshuis. n. 1005. _ De 350 8 Gedenkdag d. Kerkhervorming. H. 38. — Gebruik d. oude geloofsbelijdenissen. H. 893. Geschiedenis van het Kerkgezang. 233. — Grunoos zegefeest. 508. Janssonius, R. Bennink, Laatste leerrede. 733. — Leerrede over Lnkas 11:13 en 14. 733. — Leven v. T. van Duinen. Lb. 1857, 157. — „ „ K. N. Meppen. „ 1871, 3. — De l 8 openbare prediking in ’s Gravenh. II. 457. — De Romano Catholicorum, qui vulgo Jansenistae dicuntur, historico et principiis. H. 343. — Bij de l e steenlegging v. h. Burger Weeshuis te ’s Gravenhage. 517. — (Leven van). Lb. 1873, 173. — Overdrukjes. Zie: Apostelen en profeten. 232. — Geloofsliederen. 310. — Gezangen. 268. — Herder, 308. — Lamers II. 469. — Lestnrgeon. 175. — Mengelwerk. 231. — Moll. H. 460. — Proeven. 268. — Psalmen. 250. — Vrouwen (Bijhelsohe). 232. Janssonius, J. H., Lijkrede op S. Tjassens. 733. Jansz., A. — Zie Reg. Tooneel. Jansz, M. — Zie Vrucht. 253. Janszen, A., [Verschill. gedichten]. 339. Zie: Horatius. 300. Janus (Tijdschrift). II. 207. — (Het Testament van). H. 207. Janus Secundus. — Zie Joannes Secundus. Janus Comz., Iets rakende de Confiscatie. H. 587. Janzonius, D., Bruiloftdicht. 540. Janzonius, E., Bruiloftdicht. 636. Janzonius, J., Beschrijving v. Moordrecht. H. 517. — Bruiloftdicht. 536. — Grafdicht. 576. J. A. P. — Zie Reg. Tooneel. Japan. II. 861. Japansch. 993, Hs. 83. Japiks, G., Friesche rymlerye. 824, Hs. 5. — Friesche Grammatica enz. 824. — Geschiedenis v. Dorüles en Cleonice. Hs. 30. — Over Phil, van Mornay. Hs. 55. — (Leven enz. van). 81. Japin, J. — Zie Reg. Tooneel Jardin, D. du, Commentatio. H. 790. Jardin de flores curiosas. 919. Jarichs, S. — Zie Analecta. H. 60. Jarkius, J. — Zie Schedius. H. 698. Jarnfk, J. U. — Zie Diez. 910. J. A. S. — Zie I. van Vondelen Voorlooper. 241. Jasmin, Martha. 316. Jaspin, K. — Zie Reg. Tooneel. Jastrow, J., Overdrukjes. Jatvardhar Konungs (Saga). II. 1025. Jaubert, C., Souvenirs. 927. Jauffret, L. F., Het bulletje. 673. Javaansoh. 999. j. A. W. — Zie J. A. Wormser. Jay, W., War and Peace. H. 918. j B Zie P. J. Beronicius. — J. Bout. — J. ' Broomans. — D. Bruynink. 530. — B. Bruynvis. 530. — P. Burghartsz. 530. — Ovidius. 302. J. B. Jr. — Zie Haagen. 534.
J. B. F. — Zie Cooke. H. 369. J. B. S. — Zie Messis copiosa. 263. J. B. V. L. P. — Zie Academie. II. 903. J. B. X. — Zie Berger. 876. G. Ziö I- Cattenbaert. — J. Cleyburg. — On- noselheydt. 439. J. C. A. — Zie Reg. Tooneel. J. C. B.... — Zie J. C. Bousquet. J. C. L. v. H. — Zie J. C. L. van Honstede. I J. C. V. 8. — Zie J. C. van Son. ?' ® e: Calvyn. H. 896. — J. Dierquens. — J. Donkans. — van der Serre. 181, 703. — Reg Tooneel. J. d. B. — Zie: Brief. 502. — Malegys. 694. J. d. C. — Zie J. de Condé. J. D. HL. — Zie J. D. Herlein. 3. D. J. — Zie Historie. II. 181. — J. de Jong. J. D. J., 1815—1865. 518. J. d. K. — Zie Gedichten. 496. I J. D. P. — Zie Reg. Tooneel. J. de Q. — Zie J. de Quack. — Wandelingen. H. 46. E J. D. R., I)e snoepende minnaar. Hs. 33. | J. d. R. S. — Zie ten Brink. 500. j J. D. S. G. — Zie J. de Saint-Genois. | J. D. V. — Zie J. D. Verpoorten. f J. D. W. — Zie J. de Wit. ; Jean Bodel, La Chanson des Saxons. 944. I Jflan Paul. — Zie J. P. F. Richter, j Jean Pleyn de Courage. — Zie J. van Bergen. ’ Jeanne d’Arcq, Brief a. d. Hertog v. Bourgondië. Hs. 70. I Jeannette en haar poppen. II. 999. I Jeekel, C. A., De doorgraving d. landengte van Suez II. 868. I Jefferson. — Zie Parker, n. 871. I Jeffrey of Monmouth, The British History, n. 832. I Jégou, Y. M., Méthode d’analyse. 931. I Jehan de Meung. — Zie Roman de la Rose. 945. I Jehndah Aben Tybbon. — Zie Liber Cosri. 983. I Jehudah Levita. 983. K Jellinghaus, H., Niederdeutsche Mundarten. 11.1023. I Jeltema, A., Gedichten. 376. E J. E. M. — Zie Allocution. II. 275. I Jemans, D., Achillis of de Spreek-an. 449. Zie: Reg. Tooneel. B Jenichen, G. A., Spec, bibliothecae eruditorum lon- gaevorum. IL 7. ■ Jenichen, G. F., Instauratae religionis Evangelicae memoriam anniv. sacro ... celebr. indicit. II. 37. I Jenner (Latijnsoh lijkdicht op). 909. ft Jennes, J., Overijsselsche vee-stapel. II. 632. ï Jens, P., De klagende Mavors. 442. | Jensen, A., Syntactische Studiën. H 1031. I Jensius, J., Purae et impurae Latinitatis collectanea.880. I Jentink, F. A. — Zie Schlegel. EL 504. [I J entink, M. A., Tweetal leerredenen. H. 342. E Jeppe, F., Transvaal Book Almanak H. 685. Jeronimo. — Zie EngL Plays. 843. Jerusalem, J. F. W., Ueber d. Teutsche Sprache. 743. Jesaia, Der Ballingen Trooster. H 994. — [in het Groenlandsch], 1003. Zie: van Laren. Hs. 30. — Wiselius. 490. Jesse, W. — Zie: Levenslicht. II. 1011. — Liede ren. 269, 270. Jessien, A. — Zie Urkundensammlung. II. 717. Jester. — Zie Reg. Tooneel. Jettmar, Deberreste slawischer Orts- und Volksna men d. Prov. Brandenburg.il. 710. Jeucht-Spieghel (Nieuwen). 275. H. 991. Jeune, C. Ie. — Zie Psalmen. 242. Jeune, J. C. W. Ie, Afkomst en verspreid, d. talen. 28. — Bijdragen t. d. geschied, v. h. Nederl. Tooneel. Hs. 32. Bijdragen tot eene proeve. Hs. 2. Bouwstoffen v. d. Nederl. letterkunde. 58. „ v. h. Woordenb. d. Ned. Taal. Hs. 4. — Brieven. Hs. 62. — Het Brieven-postwezen. H. 284. — Essai sur les différents idiomes. Hs. 1. — Excerpten uit verschillende werken. Hs. 7. — Glossaria varia. Hs. 1. — Journal d’un voyage en Zeelande etc. Hs. 53. — Letterkundige aanteekeningen. Hs. 7. — Nasporingen omtrent d. toestand d. armen. II. 291. — De Noordelijke Nederlanden. Hs. 2. — Over de spelling v. Siegenbeek. Hs. 3. — Overzigt d. Nederlandsche volkszangen. 270. — Regelen ter verrijking d. Neder! taal. Hs. 2. — Register d. werken v. h. Kon. Instituut. Hs. 7. — Le rencontre imprévue etc. Hs. 36. — [Verschil! Verhandelingen]. Hs. 31, 36, 53. — (Diploma’s van). Hs. 54. — (Leven van). Lb. 1865, 1. — Overdrukjes. Zie: Bruining. Hs. 1. Jever, E. de Clercq van. — Zie de Clercq. Jeweth,Ch. C., Construct, of Catalogues of Libraries. 19. Jezuiten (De). H. 338. — (De) in Nederland. II. 338. — (De) ... in hun eigen aard ... ontdekt. 447. Jezuiten-kost of de maaltijd der Jezuiten. H 372. Jezuïtisme en Protestantisme. H. 338. Jezus (Leven van). 607, 610, 611. H 25. Hs. 14. Zie: Schrant. 711. — Volksbücher. 810. — voor Pilatus. 697. en de zie! — Zie Luiken. 349. — (De beste mensch). — Zie van Hamelsveld. 709. Jesus collacien. Hs. 20. Jezus oogen. — Zie Rederijkerskamer. JezuSoSirach. — Zie Spreuken. 591. — Zakon. (Nowy). J- P. L. — Zie J. F. Lijnslager. J. F. S. — Zie J. F. Sikken. J- G. — Zie Burghartsz. 530. — Erasmus. 614. — J. Glazemaker. — Granepikkers. 175. — Griis- paert. 533. — Oorlogh. H 151. — Tengnagel. 346. — Reg. Tooneel.
J. Gr. L. — Zie J. G. Liepoldes. J. G. M. — Zie Sikkes. 368. J. G. S. — Zie Reg. Tooneel. J. G. T. — Zie J. Gansneb Tengnagel. J. G. W. M. — Zie J. G. W. Merkus. J. H. — Zie Bray. 276. — Brickman. 83. — Cab- beliau. 531. — J. Hamelau. — J. Harres. — J. Haverkamp. — J. Heringa. — J. Huygen. — Minne-kund. 313. — Prynne. 955. — Reg. Tooneel. J. H. B. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. J. H. C. V. — Zie Reg. Tooneel. J. H. F. V. B. — Zie Pluck-voghel. 278. J. H. G. — Zie Reg. Tooneel. J. H. v. L. — Zie J. H. van Linsclioten. Jierboeckje (Friesch). 823. Jirchoos-Roos. — Zie Rederijkerskamer. Jirecek, J. — Zie Safarik. 965. J. J. A. — Zie Reg. Tooneel. J. J. B. — Zie Heije. 411. J. J. D. — Zie J. J. Dnsterhoop. J. J. M. — Zie Sprachkunst. II. 963. J. J. V. — Zie J. J. Verheul. 3. J. Y. N. — Zie Reg. Tooneel. J. J. Y. W. B. — Zie J. J. van Waesbergen. J. J. W. — Zie Suppl. Reg- Tooneel. J. K. — de Decker. 337. — J. Kisselius. — J. Konij nenburg. J. L. — Zie J. Lemmers. — J. Luiken. — Yos. 341. J. L. D. G. — Zie de La Marche. II. 1039. J. L. P. — Zie J. L. Praschius. J. M. — Zie J. Moulin. 3. M. G. V. B. — Zie J. M. G. V. Bouckart. J. M. Y. L. G. D. — Zie J. M. v. Langendonck. J. N. — Zie Zangen. 263. J. N. J. — Zie Cats. 325. Joachim und Anna. — Zie Yolksbücher. 809. Joannes Damascenus, Barlaam d. Heremyt. 602. Joannes Frederycks (Ceurvorst).. antwoorde op het Interim enz. — Zie Niclaes van Amsdorff. 620. Joannes Fridericus. — Zie Pentas Epistolarum. 889. Joannes Secundus, Itineraria tria. II. 399. — Knsjens. 305. — Opera. 893. Zie: Jacobson. Hs. 64. Job (Book of) in English verse. 841. — (Livre de), traduit p. E. Renan. 943. Zie: Heptateuchus. 831. Jobert, L., Kennisse d. aloude en hedendaagsche gedenkpenningen. II. 7. Jobse, J., — Zie Cadsandria. II. 567. Jocelyn-Brook, Elis., Uiterste Wille. 193. Joachim, P. D. — Zie domes. H. 766. Jode, A. de. — Zie Virgilius. 298. Jode, Ph. de. — Zie Ovidius. 301. — Virgilius. 298. Joe, Joe, Joe (Aardige en vermakelijke). 287. Joel, M„ und P. Fuchs, Anleitung z. Erlernung d. Rus- sischen Sprache. 964. J. O. H. — Zie Reg. Tooneel. Johan van Breda. — Zie Kronyken. II. 637. Johanna. — Zie J. J. Heyse. Johanneau, E., Mélanges d’origines étymologiques. 932. Johannes, Een ernstig woord. 518. Zie: Reg. Tooneel. Johannes U. — Zie Ebert. U. 845. Johannes VUL — Zie Leben d. H. Hieronymus. 797. Johannes van Diest. — Zie Brieven. Hs. 48. Johannes v. Scoenhoven, Devote epistel. Hs. 18. — Devote boecgen. Hs. 18. — Drie Sermoenen. Hs. 19. Zie: Sermoenen. Hs. 79. Johannssen, H., Concessivverhaltniss. H. 1031. Johansen, C., Die Nordfriesische Sprache. 821. — Teltsjes fen de aide biesemmakker. 827. John, V., Vorschuss-Vereine in Böhmen. H. 756. Johnson, G. A. — Zie Reg. Tooneel. Johnson, S., Lives of the English Poets. 833. — Diction, of the Engl. Language, with the Grammar. 838, 839. Johnston, J. — Zie Jamieson. H. 1026. Johnston, R., Hist, rerum Britannicarum. II. 831. Johnstone, Jac. — Zie Account. II. 843. Anti- quitates. II. 773. — Lodbrokar Quida. 855. Jok.en Ernst (Utregts). 442. Jok en Ernst over het Rijmwerk v. J. G. 460. Jókai, M., Ein Ungarischer Dichter. 990. J. O. L. — Zie Grieken. 498. Jolles, J. A., Disp. de varia libertatis sacrorum in patria nostra conditione. II. 391. Verslag d. Stads-armenscholen te Amsterdam. II. 554. — (Leven van). Lb. 1883, 103. — Overdrukjes. Jolowicz, H. — Zie Polyglotte. II. 965. Joly, E., Collections scientiflques de Renaix. H. 809. — Overdrukjes. Jomsvikinga Saga. 854. Jona, R. — Zie Hickesius. 829. Jonas, R. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Jonathan. — Zie J. P. Hasebroek. Joncfrouwen (Van enen hill.) die Eufrosma heet. Hs. 23. Jonckbloet, G., Vlindertjes. 426. Jonckbloet, W. J. A., De beoefening v. d. geschie denis des vaderlands. II. 53. Etude sur le Roman de Renart. 945. — Feestrede herinn. Slag bij Heiligerlee. II. 112. — Gedenkboek d. Hoogesch. te Groningen. H. 649. — Geschiedenis d. middelnederl. dichtkunst. 198. n „ Nederl. letterkunde. 60. II. 965. — Geschichte d. Niederl. Literatur. 60. Beknopte geschiedenis d. Nederl. letterkunde. 60. — Het Kabinet van Zuylen. II. 257. — La liquidation entre les Pays-Bas et le Gr. duché de Luxembourg. II. 766. — Middelnederlandsche epische versbouw. 197. — De Monster hekelaar. H. 456.
Jonge (Geslacht de). — Zie Vorsterman van Oven. II. 70. Jonge, A. de, Bruiloftdichten. 538, 545. — Staets-beschrijving van Zeeland. Hs. 51. Jonge van Bruinisse, A. de, Heg. v. d. Copulaten ter Rekenkamer v. Zeeland. Hs. 51. Jonge, Evertsen de, Verhand, over de regten v. schrij vers. 18. Jonge, G. A. C. de, Hist, juris mercatorii Belgii Sep- tentrionali. H. 270. Jonge van Campensnieuwland, G. C. C. [of W. C. LK.] Evertsen de, De delictis contra rempublicam. II. 927. — (Leven van). Lb. 1865, 57. Jonge, H. J. Kiewiet de, Leven v. J. D. Baron van Hoëvell. Lb. 1886, 332. Jonge, J. de. — Zie Biekorf (De Vlaemsche). 134. Jonge, J. v. H. de, Bruiloftdicht. 544. Jonge, J. C. de, Bijvoegs. v. d. Unie v. Brussel. H. 115. — Geschiedenis v. h. Nederl. Zeewezen. DL. 303. — De Hoeksche en Kabeljaauwsche twisten. H. 98. — (Leven van). Lb. 1853, 157. — Leven v. A. F. J. A. Graaf v. d. Duyn v. Maesdam. Lb. 1849, 80. — Leven v. J. en O. Evertsen. H. 151. — Nederland en Venetië. H. 123. — Notice s. 1. Cabinet d. médailles. H. 459. — De oorsprong d. Nederl. vlag. II. 64. — Verhandelingen en onuitgegeven stukken. DL. 60. — Verslag omtrent eene Verzameling v. Handschrif ten. LEI. 58. — H. van Wijn als geschiedkundige geschetst. 95. — Overdrukjes. Zie: Bax. II. 969. — Diplomats. II. 60. — Ré- solutiona. H. 115. — Unie van Brussel. II. 115. Jonge, J. K. J. de, Geschied, v. d. diplomatie. LEL 180. — Leven v. M. W. de Jonge v. Campensnieuwland. Lb. 1859, 94. — Leven v. W. C. K. Evertsen de Jonge van Cam pensnieuwland. Lb. 1865, 57. — Nova Zembla. DL. 1043. — Oorsprong v. Nederl. bezittingen op de kust v. Guinea. IJL 681. Zie: Rijks-Archief. II. 62. Jonge, LM. J. de, Diplomata quaed. Zeland. ined. H. 568. — Mijne uitreis naar het land d. verwagting. 385. Zie: Lavater. 308. Jonckbloet, W. J. A., Nalezing op Jacob v. Maerlant’s Spiegel historiael. IV® Dl. 204. — Physiologic van den Haag. H. 456. — Het professoraat in de Nederl. taal- en letterkunde. 67. — De Schoolwet-agitatie. D. 312. — Spec, exhib. Lod. de Velthem Chronici, quod in- scrib. Speculum Historiale librum m. 206. — De wetenschappelijke beoefening der Ned. taal. 138. — Overdrukjes. Zie: Beatrys. 202. — Beatrys en Caret ende Ele- gast. 202. — Bijns. 317. II. 995. — Dietsce Catoen. 207. — Dietsche Doctrinale. 208. — Guillaume d’Orange. 943. — Huygens. 332. II. 327. — Pennine en Vostaert. 204. — Roman van Karei den Grooten. 202. — Roman van Lancelot. 203. — Tijdschr. v. Nederl. taal- en letterkunde. 133. — Van den Vos Reinaerde. 208. — van Wijn. 205. — Suppl. Reg. Tooneel. Jonckbloet, W. J. A., en M. de Vries, Overzicht v. middelnederlandsche gedichten. 197. Jonckers, J. H., Alkmaar ontzet. 680. Jonckers, LR. H. Graadt, Feestrede op de bevriiding v. Nijmegen. DL. 429. — Frederik Hendrik.. bevestiger v.Neerl. staat. H.140. — Huyssen eene stad des vredes. DL. 428. — Verblijf van Willem V ... te Nijmegen. D. 433. Zie: Heldring. II. 421. — Tasso. II. 316. Jonctys, D. [Verschill. dichtwerken], 336. — Apologie of gedrongen onschuld. 337. — Tooneel der jalonzyen. 705. Jones, B. G. — Zie Wijnne. 865. Jones, J. H. — Zie Ibn Abd-el-Hakem. II. 845. Jones, W., Laura beweend. 312. Jones, W. A. — Zie Reports. DL. 875. Jong (Aaltje de), Stigtelijke gezangen. 263. Jong, Adr. de, De aarts-vader Jacob. 403. — Grafdicht. 574. Jong, Am. de, Almede en Engelman v. Horstell. 406. Jong Gz., A. de [Verschill. dichtwerkenj. 407. Jong, A. M. de. — Zie Gedenkteeken. 454. Jong, C. de, [Verschill. reizen], D. 44, 45. Zie: ten Braak. 530. Jong, Corstiaan de. — Zie Terwen. II. 7. Jong, F. de, Grafdicht. 574. Jong, G. de, Histories verhaal. Hs. 28. Jong, J. de, De Amstel, de Drecht en de Aar, D. 445. Jong, P. de, De Psalmis Maccabaicis. D. 888. — Overdrukjes. Zie: Catalogus. H. 503. Jong, S. de, Grafdicht. 574. Jong, W. de, Eerstelingen. 413. Jong Jz., W. de, Domenys Hifke. 827. Jong van Beek en Donk, J. J. F. de, Bijdr. tot de geschied, v. d. Raad en Leeuhove van Brabant. LDL.657. — De val der July-monarchie. DL. 825. Jong van Rodenburgh, de, Brief a. M. Tydeman. Hs. 62. Jong van Rodenburgh, C. M. de, Schetsen en tóö- neelen uit den Atlas en den Aöerès. D. 869. — Schetsen uit Tyrol. H. 755. Jonge, M. W. de. — Zie Reg. Tooneel. Jonge van Campensnieuwland, M. W. de, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 62. — Pleitredenen. D. 561. — (Leven van). Lb. 1859, 94. Jonge, W. de, Gedicht aan C. F. Eversdijk. Hs. 82. — Latijnsche taalleeraars. D. 853. Jonge van Ellemeet, W. C. M. de, A. v. Jacobi. H. 949- — Museum Catsianum. 73. Jonge, W. P. de, Oorsprong van Goes. DL. 576. Jongejan, G. — Zie Beschrijving. DL. 446. Jongeling, G. — Zie van Eybergen. 532. Jongeneel, J., De Grondwet. DL. 254. — De huishoudschool... een eisoh des tijds. DL. 318.
Jongeneel, J., Zuid-Limbargsch taaleigen. II. 983. Zie: Levenslicht. II. 1011. Jongerling, J., An J. yan de Vrance in de Barkhay. n. 473. Jongestal, A. P. — Zie Verbael. II. 142. Jonge waard Jr., S., Constit. v. Westzaanen. H. 566. — Overdrukjes. Jongh, A. de, Leven van P. J. Costerus. Lb. 1863,87. Jongb Az., H. de, Naamlijst d. predikanten. IE. 420. Jongh, E. T. de, en A. Oudeman, Handboek v. d. Kantonregter. II. 272. Jongh, J. de, Gedichten. 391. Zie: Reg. Tooneel. Jongh (de jonge), J. de, Gedichten. 382. Jongh Jr., J. de, Post-comptoir van Cupido. 182. Jongh, W. M. de. — Zie Busken Huët. II. 855. Jonghe, B. de, Desolata Batavia Dominicans. II. 333. Jonghe, J. de, Iets over de volksbeschaving. 64. — Volkskreet. Hs. 28. Zie: Despars. II. 800. — Waerheid en Licht. 134. Jongkin dt Coninck, C. J. M., Frederiksoord-Veen- huizen. II. 656. Zie: Erica. II. 656. — Jaarhoekje. II. 666. Jongleurs et Trouvères on choix de saints. 942. Jongtys, D. — Zie Jonctys. Jonker Pz., H. — Zie ’s Gravesande. 533. Jonker, J., Vrolyke bruidlofs Gast. 354. Jonker,. J. de, De zeven blyschappen van de H. Maget. 648. Jonker, J. C. — Zie Regeeringsalmanak. II. 665. Jonker, J. C. G., Javaansch strafrecht. H. 673. Jonkers, P. J. — Zie Plokker. II. 446. Jonquieres, A. de, Brief a. J. C. W. Ie Jeune. Ha. 62. Jonquières, A. P. de. — Zie le Jeune. Hs. 36. Jonquières, E. A. de. — Zie le Jeune. Hs. 36. Jonquieres, J. P. de Dompierre de, Joumald’un voyage. Hs. 53. Jónsdóttir, P. A. N., Ny Matreidslubók. 858. Jonsson, E., Oldnorsk Ordbog. 851. Jood (De historie van den Wandelenden). 698, 808. Jor, B. D. A. — Zie Reg. Tooneel. Jordaan, J., De lydende Heiland. 376. Zie: Reg. Tooneel. Jordaen, L. — Zie Ruych. 558. Jordan, Ch. E., Hist, d’un voyage littéraire. II. 962. Jordan, J. P., Gramm, d. Wend.-Serbischen Sprache.971. — Taschenwörterb. d. Böhm. u. Deutschen Sprache. 51. Jordan’s (Uit) Siegfriedsaga. 310. Jordanus. — Zie Jornandes. Jordens, E. A., De juris prov.Transisal.fontibus.IL631. Jordens, G. — Zie ten Brink. II. 629. Jordens, G. D., Brieven. Hs. 62. — De triade politica imperii. II. 277. Jordens, H. G., De fine civitatis. II. 928. Jordens, J., Bruiloftdichten. 539, 549, 567. — Dankzang bij de aankomst der Lente. 486. — Grafdichten. 570, 573. — Nachtgepeinzen. 491. Jordens, J., Voor kinderen. 427. Zie: Nieawjaarwenschen. 523. Jordens, P. fl. — Zie Jaarboekje. H. 631. Jordens, W. H. Cost, Kamper-stempels. II. 637. — (Leven van). Lb. 1876, 93. — Overdrukjes. Zie: Inventaris. II. 1067. Joris, David, [Verschil! werken], 615—618. — (Historie van). II. 355. — (Leven en bibliographic van). 82. Joris Bromminck (ps). — Zie A. P. H. de Lespinasse. Jorissen, E. J. P., Leerr. over Lukas XI: 29. H. 1019. — Vlucht of volharding. H. 386. Jorissen, M. — Zie Psalmen. 784. Jorissen, S. G., Afscheidleerrede. 730. Zie: Francken. 402. Jorissen, Th., Aan het Vaderland. II. 114. — Bijdragen tot de geschiedenis van 1813. H. 230. — Charlotte de Corday. II. 823. — Constantyn Huygens. 81. — v. Hogendorp en v. Limburg Stiruminl813.H.231. — Napoleon I et le Roi de Hollande. IL 227. — De omwenteling van 1813. II. 230. — Overzicht ,d. algemeene geschiedenis. II. II. — De ondergang v. h. Koningrijk Holland. II. 230. — Het onderwijs der Hoogeschool. n. 319. — De Patriotten te Amsterdam. HL. 545. — Het verleden v. d. Universiteit te Amsterdam. II. 556. — Vondelstudiën. II. 996. — Overdrukjes. Zie: Suppl. Reg. Tooneel. Jornandes, De Getarum s. Gothorum origine. II. 689. J. O. S. — Zie J. Op Somer. 369. Jos. A. A. Th. — Zie J. A. Alberdingk Thijm. José. — Zie Beets. 413. Joseph, Luimen mijner muze. 424. Joseph in 6 zangen. — Zie Loosjes. 391. — (De schoone historie v. d. vroomen jongeling). 697. —, Simson en Jonas (De historie van). 697. van de H. Barbara, Gheestelyck Kaert-spel. 651. Joseph, E. — Zie Konrad von Würzburg. II. 1024. Josephine, Brief a. Mile Le Normand. Hs. 72. Josephus, Plavius, Las guerras de los Iudios. 921. Oude gheschiedenissen d. Joden. 598, 599. Jdsika, M., [Versch. werken in het Magyaarsch]. 991. Josse, A. L., Grammaire Espagnolle. 918. Josselin, P. G., Geusiana criminatio recriminato. II. 378. Josset, J. O., Gewijde overwegingen. II. 1013. Jost, S., Grammaire polyglotte. 40. Joubart de 1’Orme, J., Brief a. M. Tydeman. Hs. 62. Joult. — Zie Ménage. 933. Jourdains de Blaivies. — Zie Amis et Amiles. 943. Journael (Echt) v. h. voorgevallene met het Schip Nyen- burg. IL 44. — v. d. legatie ged. bij R. v. d. Honaert enz. II. 138. — of... verhael v. d. handel der Pranschen. II. 160. —... v. d. Reyse gedaen bij oosten de straet le Maire naer... Chili. U. 882.
Journael v. e. reysie v. Zaandam naar Braband. Hs. 53. — v. h. Oost-Indisch Schip Blijdorp. II. 43. Jouy, B., De zedekunde op de staatk. toegepast. II. 820. Zie: Reg. Tooneel. Jouy, V. J. B. de, L’hermite en Province. 11. 820. Jovius, P., Elogia doctorum virorum etc. 884. Joyas (Las) del gay saber. — Zie Monuments. 911. J. P. — Zie Lijkdichten. 462. J. P. B., Nachlassenschaft. 769. J. P. C., De Guitaarspeler. 687. J. P. H. — Zie J. P. Henkelom. J. P. M. — Zie Reg. Tooneel. J. P. v. M. P. b... r. — Zie J. P. van Male. J. R. — Zie Bedenkingen. II. 630. — Krijghsman. II. 135. — J. Rossean. — Pegasus. 276.—Reg.enSuppl. Reg. Tooneel. J. R. B. Y. H. — Zie Reg. Tooneel. J• S. — Zie Amoshoff. 527. — Boel. 529. — Come- nius. 44. — Gedichten. 227. — Lofzangen. 265. — J. Sasselee. — J. Silvius. — Suppl. Reg. Tooneel. J. S. S **«**. — Zie Reg. Tooneel. J. 8. Z. — Zie Pasciculus. 902. J* T. — Zie Juffers. 438. — Lusthof. 255. — J. Tonnis. J. T. N. — Zie J. Toussaint Neyts. Juan van Oostenrijk (Don). — Zie v. d. Hammen y Leon. H. 846. Jubelfeier d. Gesellsch. f. Gesch. d. Ostseeprovinzen Russlands. II. 769. Jubel-gedachtenisse (100-jarige) der Academie van Utrecht. H. 601. Jubel- en spotgedichten. Hs. 27. Jubeltage (Braunschweigs). H. 747. J ubinal, A.—Zie St. Brandaines. 943.—Jongleurs. 942. — Mystères. 957. — Recueil. 942. — Rutebeuf. 946. Jucunda & Donia. — Zie Genootschap. Juda, M, Open brieven over Suriname. II. 680. Jude (Der Ewige). — Zie Tannhauser. 808. Judicium Ecclesiasticum. H. 372. — Synodi nation. Reform. Ecclesiarum Belgicarum. H. 349. Judith. — Zie Heptateuchus. 831. Juelicher, A. — Overdrukjes. Jürgens, C. — Zie Turgenjew. 966. Jütting, W. J. — Zie Ostfriesland. 820. Juffers (De drie Neerlantsche) geschaecht. 438. Jules (ps.). — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Juliam, Nouv. Grammaire Italienne. 913. — La Nomenclature, dialogues etc. 55. Julien, St., Brieven. Hs. 72. Juliano (ps.). — Zie M. W. Terwogt. Julius (ps.). — Zie J. Yuylsteke. Julius Montensis, J., De success. Juliacensi. II. 728. Julius, N. H., Biblioth. Germano-Glottica. 739. Zie: Ticknor. 917. Julius Caesar (Werken over). H. 852, 853. Julius Rufinianus. — Zie Gesner. 882. Jullien, A., La comédie a la cour de Louis XYI. 957. — Le theatre de Madame de Pompadour. 957. Jullien, A., Le théatre des Demoiselles Verrières. 957. Juncker, Ch., Comm. de vita Jobi Ludolfi. 988. Zie: de Moncony. II. 43. Jung, j., Brief a. A. Kluit. Hs. 72. Jung, J. H., Brieven a. A. Kluit. Hs. 72. Junger, J. F. — Zie Reg. Tooneel. Jungermannus, G. — Zie Epistolae. 889. Junghuhn, F., Licht en schaduwbeelden. H. 673. Jungius, C. L., A&cheidleerrede. 730. — Lijkrede op D. T. F. Patijn. 731. Jungius, J. H., Bruiloftdicht. 539. — Grafdicht. 561. — Hist, antiq. Comitatus Benthemiensis. H. 712. De reliquiis et profanis et sacris earumque cultu. II. 697. — Wonderen v. Jehova (met Vervolg). II. 577. Zie: Fabrieiue. 728. — Tuinman. 142. Jungmann, J., Stijlleer [in ’t Czechisch], 970. Junior (ps.). — Zie Reg. Tooneel. Junius, Franc. — Zie F. J. J. A. Yzerman geb. Junius. Junius Fz., F., Etymologum anglicanum. 829. Zie: Caedmon. 831. Junius, F., Glossarium UlphilarGothicum. — Zie Evan gelie. 741. Observationes in Willerami Paraphrasin Cantici Cantioorum. 785. — De schilderkunst d. Oude. H. 953. — Vermaninghe aan de kercke Godts. n. 593. — (Leven van). 82. Zie: Evangelia. 741. — Evangeliorum versiones duae. 741. — Oordeel. II. 367. — Werken. II. 608. Junius, Hadr., Batavia. H 75. — Epistolae selectae. 891. — Nomenclator. 45, 46. — Een seer cort doch clare beschryvinge. H. 437. — (Leven van). 82. Zie: Adagia. 66. — Batavia illustrate. II. 1041. Junius, J., Zeven sin-rycke predication. 721. Junius Batavus (ps.). — Zie F. A. van der Kemp. Junius Brutus (ps.). — Zie F. A. van der Kemp. Juny (Den lien) ig 50 binnen Leyden. H. 508. Jurieu, P, Soupirs de la France esclave. II. 826. Jurisprudentia Frisica. H. 616. — heroica. — Zie Christinaeus. H. 63. Jurjens, Y. — Zie Reg. Tooneel. J. C. S. — Zie van Auerswalt. 528. Jus Ecclesiasticum novum s. Arnaeanum. H. 788. — „ vetus s. Thorlaco-Ketillianum. H. 788. — nauticum recentius quod interNorvegos valuit.H.782. — provinciale alemannicum. — Zie Schilter. 776. — publicum Norvegiae. — Zie Konga-Erfda. H. 781. Just, J. H. — Zie Reg. Tooneel. Just, S. — Zie Saint-Just. Juste, Th., Essai s. 1. projets de partages des Pays- Bas. H. 111. — Histoire de la Révolution d. Pays-Bas. H. 107. — Les Pays-Bas sous Charles V. Yie de Marie de Hongrie. H. 101.

24 Kaestner, A. G. — Zie Scheibel. 752. Kastner, E., Niederd. und Niederl. Dichtkunst im Mit- telalter. 197. Zie: Jacob van Maerlant. 201. Kastner, V. — Zie Gedichte. 773. Kaffers (Taal der). 988. Kahlert, A., Schlesiens Antheil an Deutscher Poesie 748. Kahrel, H. F., Commentationes duae. U. 909. — Encyclopedia Rhetorics. 3. Kainis, Die Derbheiten im Reden des Volkes. 770. Kaiser, F., De Komeet van Encke. II. 942. — Metingen met den Mikrometer. II. 942. — Het Observatorium te Leiden. II. 504. — Redevoering over de Sterrekunde. II. 942. — (Woord ter herinnering aan). 82. — Overdrukjes. Zie: Verslag II. 504. Kaiser, G. P. C., Friedrich von Wendt. 755. — öeher die Ursprache. 28. Kaiser, J. M., Die liter. Thatigkeit d. Museum Fran- cisco-Carolinum. II. 753. Kaiserchronik (Die). 792. Kalbeek, M., Richard Wagner’s Parsifal. II. 736. Kalbergen, D. — Zie Kordewagen. 277. — Re». Tooneel. Kalckhoff, J. G. C., Overdrukjes. Kalckhoff, J. G. W. — Zie Proeve. 162. — Schet sen. 151. Kaldenbach, A. L., Alexis en Alixe. 396. Kalender d. Leidsche Academie. — Zie van den Bergh. II. 496. — voor de Protestanten in Nederland. II. 330. Kalendarium Monach. et sect. Ord. S. Benedicti. Hs. 38. — Necrologicum Fratr. minor. conv. in Goerlicz. — | Zie Scriptores. II. 709. Kalender (Deutscher Yolks-). 782. Kalenner (Plattdütsche Volks-). 820. Kalewala, das National-Epos d. Finnen. 991. Kalewipoeg. Eine Estnische Sage. 994. Kalff, G., Het lied in de middeleeuwen. 270. — Overdrukjes. Zie: Bredero. CCLX. — Fragmenten. II. 985. — Suppl. Reg. Tooneel. Kalff, J., Onze Banken van Leening. H. 294. Kalff, M., Amsterdam in plaatjes en praatjes, n. 548. — Het Amsterdamsche stadhuis. H. 548. — In ’t hartje der stad. H. 548. — [Verschil! novellen], 688. Zie: Fantasia. II. 984. — Kortum. 309. — Wit kamp. II. 260. — Reg. Tooneel. Kalff, M., en S. M. N. Calisch, In ’t Oümanhuis. H. 546. Kalidasa. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Kalisch, D. — Zie Ring. 753. Kalkar, C. H., Udsigt over d. idolatr. Cultus. II. 1037. Zie: Aktstykker. II. 786. Kallewier, A., Grafdicht. 572. Kallimachus, Lofzangen. 298. Kallistratus ontmaskerd. — Zie La Fargue. H. 1001. Kalmar, G., Praecepta grammatica. 29. Kalousek, J., Gesch. d. K. Böhtnischen Gesellsch. d. Wissenschaften. II. 757. Kals, J. W., Onderw. in de Hebreeuwsche letterk. 982. Kalt, Ch., De potestate imperat. legibus saluta. II. 921. Kaltschmidt, J. H., Kurzgef. Gesammtwörterbuch d. Deutschen Sprache. 767. — Grundriss d. Sprach-Wissenschaft. 31. Zie: Eichlioff. 40. Kalvos de Zante, Odes nouvelles. 877. Kalvijn, J. — Zie J. Calvijn. Kameke, Practisch rekenboek. H. 941. Kamerling, J. C. — Zie Schijndeugd. 708. Kamerlingh Onnes, H., Beteekenis v. h. quantitatief onderzoek. H. 943. Kamp, Wabe, Patriotsche Catechismus, n. 219. Kamp, W. F., Beleg d. vesting Sluis. II. 580. Kampen, N. G. van, Aanmerkingen op den brief aan een vriend. II. 483. — Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 62. — Gedenkboek v. Neerlands moed. n. 245. — Geschiedenis van Griekenland. H. 857. — Geschiedenis d. letteren en wetenschappen in de Nederlanden. 59. — Geschiedenis d. Nederlanders buiten Europa. H. 660. — Verkorte geschiedenis der Nederlanden. H. 79. — Guide p. Leide. H. 462. — Kort begrip d. Algemeene Geschiedenis. II. 9. — Levens van beroemde Nederlanders. 68. — Overeeukomst tuss. de Noordsche on de Grieksche fabelleer. Hs. 73. — Redevoering o. d. geest d. Nederl. letterkunde. 58. — Staatk.- en aardrijksk. beschrijv. d. Nederl. II. 397. — Uitgelezen verhandelingen en redevoeringen. 720. — Vaderlandsche karakterkunde. H. 83. — Verdediging d. 19e eeuw. II. 240. — (Leven enz. van). 82. — Overdrukjes. Zie: Barbauld. II. 1016. — Bloemlezing. 577. Bloemlezingen. 677. — van Effen. 631. — Eschen- bnrg. 179. — Frommann. II. 694. — Handboek. 775. — Hottinger. Hs. 6. — Magazijn (Holl.)' 129. — Magazijn v. wetenschappen. 128. — Mnemosyne. 127. — Mone. II. 774. — Schoon heden. 657. — Woordenboek (Uitleek.). 164. Reg. Tooneel. Kamphuis, J. — Zie Reg. Tooneel. Kamphuizen, D. J. — Zie Reg. Tooneel. Kamphuyzen, D. R. — Zie D. R. Camphuyzen. Kan, C. M., Disput, de Euhemero. 875. — Leven van N. W. Posthumus. Lb. 1886, 169. — Ontdekkingsreizen v. d. nieuweron tijd. II. 867. — Nederland on de Kust van Guinea. II. 682. — Overdrukjes. Zie: Bijbladen. II. 38. — Tijdschrift. II. 37. — Tromp. U. 684. Kan, C. M., en N. W. Posthumus, Atlas d. natuur kundige aardrijkskunde. II. 40. an, J. B., Erasmiana. 76.
Kan, J. B., 325-j. Bestaand. Apostolische School. II. 435. — Overdrukjes. Zie: Verslag. TI. 975. Kanna, J. A., Verwandtsch. d. Griechischen und Teut- schen Sprache. 38. Kannegiesser, K. L., De verbis impersonalibus. 881. Zie: Mickiewicz. 968. Kansel (Neerlands). 719. Kantelaar, J., Brief a. A. v. d. Woordt. Hs. 62. — Lofreden op H. A. SchultenS. 90. — Op den dood van een kind. 394. Zie: Euterpe. 127. — Keith. 4. — van Hall. Hs. 7. — Redevoeringen. 116. Kantemir, D., Description de Moldavië. II. 857. Kanter, B. Ph. de, Gedichten. 408. — (Leven van). Lb. 1866, 115. Zie: Longfellow. 312. Kanter, J. de, Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 62. Kanter Phz., J. de, Grafdicht. 569. — Chronyk v. Zierikzee. II. 582. — Lofrede op J. H. Schorer. 90. Kanter Phz., J. de, en J. ab Utrecht Dresselhnis, Oorspronkelijke stukken. II. 579. De Provincie Zeeland. II. 571. Kanter, .1. J. de (Leven van). 82. Kanter, Ph. de, De juribus peregrinorum. H. 267. Kanter, W. D. — Zie Verzameling. 435. Kanter, L. M. de Laat de. — Zie v. Bemmelen. II. 510. Hanuri-taal. 987. Kapelle, J. van de, Grafdicht. 568. — (Lijkrede op). 730. Kapp, J. — Zie Tacitus. II. 687. Kapp, J. E., De origine doctorum Theologiae.il. 920. Kappeyne van de Coppello, J. (Leven van). 82. Memoria J. C. van der Kemp. 82. Or. de quibusdam caussis excellentiae Graecorum in Literis. 871. Prol. scholastica in memor. A. van Bemmelen. 70. H in mem. B. P. v. WeseleScholten. 90. Kappipo. 715. Kappius, J. A. — Zie Beehr. II. 744. K. A. P. S. M.— Zie Vaakverdrijver. 629. Kappler, A., Zes jaren in Suriname. II. 680. Karajan, Th. G. von, Maria Theresia. H. 752. Zie: Frühlingsgabe. 778. — Slafaeren (Von den siben). 796. Karakter (Het) der Loevesteinsche Factie. II. 192. (Het egt en waar) v. J. de Witt. — Zie WageDaar. H. 191. — (Het uitmuntend) enz. van H. de Groot. 77. Karel V (Werken over). II. 102, 845—846. Karel den V (Heerelycke ende vrolycke daden van).699. Karei de Groote (Leven van). II. 17. Karei den Grooten en zijn XH Pairs (Roman van). 202. Karei de Stoute. — Zie Wulferus. II. 99. Karjavine, Ph., Remarques s. 1. langue Russe. 963. Karl Meinet. 813. Karlamagnus Saga. 855. Karle, J. — Zie Ibn Abdolhakami. II. 867. Karmarsch, K., Mechan. Technologie. II. 945—946. Karoli, G. — Zie Biblia. 991. Karpeles, G., Heinrich Heine. 752. Karseboom, F. F. Afschaffing d. conclusion. II. 268. — Brief aan M. des Amorie v. d. Hoeven. II. 670. — [Verschil! kleinere gedichten]. 422. —- Gedichten aan verschil! personen. 554,556,557,560. — Grafdicht. 568. — Spec. jur. de navium detentione. II. 933. — (Leven van). Lb. 1879, 93. — Overdrukjes. Karsman, J., [Verschil! dichtwerken]. 417. Karsseboom, J. M., Aan onze medestudenten. II. 506. Karsten, H. T., De elocutione rhetorica. 887. — Orat. de studiorum Latinorum ambitu. II. 1027. Karsten, J. C. G. — Zie Abdulvaheb Temini. II. 845. Karsten, S., Cicero pro Roscio AmerinO. 885. — De historian Romanae antiquis8imae indole et auc- toritate deque primis Romae regibus. H. 849. — Horatins. Een blik op zijn leven. 883. — Monumenten van Egypte. II. 868. — Staatkundige toestand van Rome. II. 853. — (Leven van). Lb. 1865, 63. — Overdrukjes. Karstens, W., Sachs.-Hessische Beziehungen. H. 1058. Kasper von der Rön. — Zie Gedichte. 779. Kaspers, Cath. — Zie Advysen. II. 426. Kasteele, J. C. van de, Bruiloftdichten. 536,537, 548. — [Verschil! dichtwerken]. 401. — Jubelzang 25-j. bestaan v. h. Nut v. ’t Algemeen.497. Zie: Bax. II. 969. — P. L. van de Kasteele. 383. — Reg. Tooneel. Kasteele, P. L. van de, Brief. 62. — Bruiloftdicht. 548. — [Verschil! dichtwerken]. 383. — Grafdicht. 572. Zie: van Hoogstraten. 524. — J. C. van de Kasteele. 401. — Proeve. 230. Kasteele, R. P. van de, [Verschil! dichtwerken]. 393. — Guide d. Cabinet Royal de curiosités. II. 459. — Haodi [en korte hand!] v. h. Kabinet v. Zeldzaam heden te ’s Gravenhage. II. 459. Verwantschap tusschen den dichter en den schilder. n. 951. Kasteleyn, P. J., Aanspraak. XI. — Brief a. J. Ie Francq v. Berkhey. Hs. 62. Geschenk voor Tooneeldichters. H. 958. — Grafdicht. 566. — Nieuwste poezy. 397. — De Vaderlandsche zanger van 1781. 469. — Wijsheid de zuil der vrijheid. 478. Zie: Bastert. 550. — Mengelpoezy. 222. — Reg. Tooneel. Kastellini, Z. — Zie Werelttonee! 631. Kastricum, C. — Zie Reg. Tooneel. Kat, H. D., Dagboek eener reize ter walvisch- en robbenvangst. H. 44.
Katalog en Katalogus. — Zie Catalogus. Kate, D. ten, Bruiloftdichten. 537, 550. — Grafdicht 572. Zie: Heinze. 534. Kate Jr., H. ten. — Zie L. ten Kate Hz. 652. Kate, J. J. L. ten, [Verschill. dichtwerken]. 417, 418. — Aan Parijs. Zang des tfjds. 520. — De Durgerdamsche visschers. 511. — De eischen des tijds. II. 338. — Feest-Cantate. 521, 522. n. 1004. — „La Grande nation”. Zang des tijds. 520. — In Memoriam. 522. — Langs den Rhijn. II. 727. — Leven v. J. Borsius. Lb. 1859, 61. — Lijkdicht op J. J. van Oosterzee. 571. — De Schah v. Perzië in Europa. 521. ’ — Stemmen des vredes. 725. Toespraak bij het halve eeuwfeest v. Waterloo H. 237. — Zangen des tijds. 509. — (Leven van). — Zie J. ten Brink. H 1063. Zie: Album. II. 988. — Album (Godsd.). 224. Anakreon. 297. — Andersen. 317. — Aposte len en profeten. 232. — Bemint elkander. 707. — Bloemen. 311. — Boxman. 404. — Braga. 231. — Brouwenaar. II. 999. — Byron. 312. Daphné. 232. — Elter geb. Woesthoven. 395. — Fantasia. II. 984. — Habakuk. 818. — Herziening. II. 989. — Hugo. 315. — Karel XV. 316. — Kinderwereld. 708. — Lange. 310. — Luther. 308. — Milton. 311. — Nachtegaaltje (Het). 425. — Nieuwjaarwenschen. 624. —van Oosterzee. 416. — Overgeplant. 295. — Proeven. 268. — Psalmen. 250. — Reiger. 425. — Schiller. 309. — Sewell. 313. — Silhouetten. 233. Tasso. 316. — Tegnèr. 316. — Tennyson. 313. — de Vigny. 316. — Voor visschers gevangen. 184. Vreemde (Uit den). 295. — Vrolik. H. 287. Vrouwen (Bijbelsche). 232. —Zomerkrans. 808. Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Kate Hzn., L. ten, Aanleiding t. d. kennis v. h. ver hevene deel d. Nederd. Sprake. 37. — Bruiloftdicht. 550. — Drie gewigtige bedenkingen. 652. — Gemeenschap tuss. de Gothische spraeke en de Neder- duytsche. 37. — Worteldeelen v. ongelijkvloeiende verba. Hs. 2. Zie: Benson. 829. — Cheyne. II. 947. — Kilianüs. II. 981. — van Mornay. 652. Kate, N. ten, Bruiloftdichten. 536, 550. — Grafdicht. 572. Kate van Loo, D. H. ten, De Gardes d’honneur. 399,490. — Vaderlandsche romance. 492. . Zie: Reg. Tooneel. Katechismus. — Zie Catechismus. Katherine (Historie v. d. gebueerten enz. van S.). Hs. 15. Katholiek (De). Godsdienstig maandschrift. 130. Katholikon. Tijdschrift v. Roomsch-Katholyken. 128. Kats, J. — Zie Reg. Tooneel. Kat-soe (De roepende). 290. Kattenburch, A. van, Lijkrede op P. Verwer. 733. Kattenburg, A. — Zie Bos. 529. Kattendijke, W. J. C. Huyssen van. — Zie Huyssen. Katz Jz., S., Handboek d. welsprekendheid. 718. Kaulfuss, J. 8., De auctoribus veteribus. II. 1027. Kausler, E. von, Overdrukjes. Zie: Denkmaler. 199. — Gedichte (Altniederl.). 300. Jahrbiicher. II. 740. — Reimchronik. 206. — Urkundenbnch. II. 740. Kausler, E. H. von. — Zie Cancioneiro Geral. 924. Kauwenberg, C. — Zie van Elsland. 261. Kavanagh, J., English Women of Letters. 833. — French Women of Letters. 926. Kawi Oorkonden. 999. Kay, C. de, Hesperus and other Poems. 849. Kayser, C. P. — Zie Murelus. 893. Kayser, H., Zur Syntax Molière’s. II. 1031. Kayser, J. — Zie Seiberts. II. 725. Kearny, Ph. — Zie Watts de Peyster. H. 874. Keckerman, B., Dialectika. n. 914. Kederus, N., De argento runis s. literis gothicis insig- nito. 737. Catal. nummorum Anglo-Saxonicorum. II. 844. — Nummi aliquot div. ex argento praestant. H. 779. — Nummorum in Hibernia. II. 844. Nummus aureus, antiquus atque perrarus. II. 776. — Runae in nummis vetustis. H. 1019. Keer weer of Antwoord, n. 379. Keer ,0. — Zie: Catalogus. II. 10. — Description. II. 9. Keere, A., H., en W. van der. — Zie Atlee. 528. Keeren, D. Cz., Grafdicht. 565. Kees Jeroensz. — Zie F. de La Fontaine. Keesiade (De). — Zie Goevemeur. 411. Keessel, D. G. van der, Brieven. Hs. 62. — Theses selectae. II. 262. Keeze kost in Phoeve schotels. II. 209. „Keezen-Vervolg” op Wagenaar’s Vader! Historie. — Zie Munniks. II. 78. Kehl, O., De Isocratis suasoriarum dispositione. 876. Kehrein, J., Samml. alt- und mitteldeutscher Wörter.757. — Ueberblick d. deutschen Mythologie. II. 698. Zie: Proben. 775. Kehrer, A., Gedichten. 420. Zie: Proeven. 268. Keijser, T. M., Open brief. H. 305. Keijzer, Y. — Zie Catalogussen. H. 973. Keil, J. J. — Zie Calderon. 922. Kei! M. C.P.,Deformnlisconcord. vet.Ecclesiae.II.893. Keilinschriften (Die Persischen). 977. Keinz, F. — Zie Catalogus. II. 735. Keiser, Is. Busch. — Zie Busch. Keiser, J. (Lijkrede op). 730. Keizer, S. D. de (Leven van). Lb. 1848, 35. Keizer (De) en het Keizerrijk verraden. 449. Keizer Kareis klok. Een praotje. 173. Keizer Semeins, C., Koninghlicke Uytvaardt. 441. Kelder, W. J., De stad Nijmegen. II. 432. Kelderman, J. R., Melk voor suygelingen. II. 903. Kelle, D., Zeegenwensch en Beede. 458. Kelle, J., Die Jesuiten-Gymnasieu in Oesterr. II. 752.
Kelle, J., Das Unterrichtswesen in Oesterreich. II. 753. Zie: Otfrid von Weissenburg 783. Keilen Jr., D. van der. — Zie Hofdijk. H. 332. Kunstbode. H. 323. — Oude Tijd. II. 83. — Schotel. H. 86. Keilen, J. Ph. van der, J. en C. Luiken. 84. II. 325. Keller, A„ Beitrage z. Schillerlitteratur. 755. Zie: Fabliaux (Zwei). 947. — von Grimmelahausen. 812. — Guillem IX. 924. — Karl Meinet. 813. — Volkslieder. II. 1028. Keiler, F. — Zde Mittheilungen. II. 762. Keller, G., Blik op ’s Hertogenboseh. H. 411. — Flikkerende vlammen. II. 1015. — Leven van G. Kolff. Lb. 1881, 303. — Proza en poëzie. 196, 683. — [Verschill. Romans]. 683, 684. — Het Servetje. 121. — Een Zomer in het Noorden. H. 772. Zie: Brieven II. 673. — ten Brink. II. 1063.— Cremer. 683. — Fantasia II. 984. — Glaser. 660. — Landjuweel. 184. — Proza en poëzie. 184. — Tijdstroom. II. 976. — Voor visschers gevangen. 184. Keller, H. A. — Zie Gedichte (Mittelniederl.). 199. Keiler, O., Vicus Aurelii. H. 742. Zie: Horatins. 887. Kellgren, H., Grundzüge d. Finnischen Sprache. 991. Kellius, C. G., Vindiciae Estheris, libri sacri. H. 888. Kemble, J. M. — Zie Beowulf. 831. Kemink, H. H., De Carmine Deborae. H. 888. — (Leven van). Lb. 1862, 83. Kemmena, P. van, Grafdicht. 578. Kemp, A., Leven d. Heeren van Arkel en beschrij ving v. Gorinchem. H. 453. Kemp, A. C. J. van der, Overdrukjes. Kemp, C. van der, De bepaalde kortheid van’smen- schen leven. n. 193. — Leerrede bij herstelling van een beenbreuk. 730. — Lijkrede op G. Schorrenburg. 732. Kemp, C. M. van der, Gedrag v. Prins Maurits. H 137. — Maurits v. Nassau in zijn leven.. voorgesteld. H.137. Zie: Aan de Herv. Gemeente. H. 383. Kemp, D. van der, Inwyingsredenv. over de goede hope. II. 374. Kemp, D. A. — Zie Reg. Tooneel. Kemp, F. A. van der, [Verschill. geschriften over de Drostendiensten], H. 630. — Historie d. admissie v. J. D. v. d. Cappellen. II. 631. — Lierzang aen F. J. J. Eisinga enz. 466. Procedures in de zaak v. Pieter Markus. 467. — Vaderlandsche zangen. 478. Kemp, H. — Zie A. Kemp. H. 453. Kemp, J. — Zie Reg. Tooneel. Kemp, J. C. van der.—Zie Kappeyne v. d. Coppello. 82. Kemp, J. Th. van der. — Zie Krom. 82. Kempe. — Zie Sjöborg. 860. Kempees, J. C. J., Hollowaypillen. H. 301. Kempen geb. de Fremery, C. van, Brieven. Hs. 62. Kempen, F. H, Gedachtenis. 424. Kempenaer, J. de (Lijkrede op). 730. Kempenaer, J. J. de, De sanctione pragmatica impe- ratoris Caroli V eet. H. 102. Kempenaer, J. M. de, Aanspraak over.. J. M. Kemper. 82. — Leven van G. Schimmelpenninck. Lb. 1864, 203. — (Leven van). Lb. 1870, 559. Kempenaer, Th. de, Brieven a. M. Tydeman. Hs. 62. Kempenare, Ph. de. — Zie Kronyk. H. 807. Kemper, B. de Bosch (Leven van). Lb. 1883, 30. Zie: J. de Bosch Kemper. II 243. Kemper, J. de Bosch, Geschiedenis v. Nederland na 1830. H. 243. — Geschiedk. onderzoek naar de armoede. H. 291. — De grondw. regten d. volksvertegenwoord. 1L 257. — Handl. tot de kennis v. h. Ned. Staatsregt. H. 275. — » ,, » wetensch. d. zamenleving. H. 275. — Hooger Onderwijs. H. 321. — Inleiding tot de wetenschap d. zamenleving. H. 275. — Leven van C. J. van Assen. Lb. 1860, 135. — „ „ H. H. Klijn. Lb. 1856, 109. — „ „ G. A. de Meester. Lb. 1864, 327. — „ „ A. G. A. van Rappard. Lb. 1870,123. — Het Nationale feest. H. 114. — De ontbinding d. Tweede Kamer. n. 257. — ,, openbare lagere school verdedigd. H. 312. — Nog e. paar woordenov.het HoogerOnderw.II.555. — Van Rappard, de ontwerper d. Schoolwet. H. 312. — Staatkundige geschiedenis v. Nederland. II. 82. — De Staatsschool. H. 313. — „ tijdvragen over de afscheiding v. Staat, Kerk en School. U. 392. — De uitbreiding v. h. Hooger Onderwijs. H. 555. — Joh. Ludov. Vives, christel. philantroop. II. 292. — Vooruitgang. II. 257. — De vrije Evangelieprediking. II. 388. — herdacht. 82. — (Leven van). Lb. 1877, 61. — Overdrukjes. Zie: J. M. Kemper. 136. — Volks-letterkunde. 689. Kemper, J. M., Aan Buonaparte. 487. — Aanspraak en afscheidsgroet. H. 506. — Brief a. H. W. Tydeman. Hs: 62. — Brieven over de tegenwoordig in omloop zijnde geruchten. H. 228. — Grafdichten. 566, 569, 576. — Lierz. op d. aanspraak v. Schimmelpenninck. 487. — Memoria H. C. Crassii. 75. — Oratio de aetatis nostrae fatis. II. 239. — Proeve o. d. invloed d. staatk. gebeurtenissen. H. 51. — Redev. t. inhuld. d. herstelde LeydscheUniv.H.502. — Redevoeringen. 720. — Verhandelingen, Redevoeringen enz. 136. — (Werken over). H. 969. — (Leven enz. van). 82. Zie: Bibliotheek. II. 1067. — Bosscha. 494. — Cras. 719. — Herkaauwer (De). II. 238. — Recensent (De) ook der Recensenten. 127. — Ster (De). 127. — Willink. 661. Kemper, P. R, Repertorium der literatuur over d. Waterstaat. II. 297.
■ Q77 ° * * KEMPHAANTJES. ■ Kemphaantjes (De drie). 290. Kempher, G., Bruiloftdichten. 536, 537, 540. [ Eeuwtriomf v. Leydens Hoogeschool. 447. Zie: Anakreon. 281, 297. — von Auerswalt. 528. — Ansonins. 304. — Calpnrnius. 304. — Elias. 532. — Feestzangen. 463. — Firmikus Mater- nns. II. 23. — van Leyden. II. 558. — Pru- dentios. 804. — Keg. Tooneel. Kempis, Thomas a. — Zie Thomas. Kenau-Hasselaeriana. 492. Kennedy (Vans), Researches into the Origin of Lan guages. 28. Kennen en doen. Bijdragen verz. d. d. Mtsch. Tot Nut y. ’t Algemeen. 578. ! Kennicott, B. — Zie Daniël et Esra. 984. ! Kennis en kunst. Geïll. Volksboek. 132. Kennissen (Goede). 578. i Kentekenen (De opregte vijftien) v. d. ware Roomsche Kerke. II. 372. I Képek a Magyar [Hongaarsch tijdschrift], 990. I Kepler, J. — Zie Ostertag. 753. I Keppel, H. H. en M. P., Bruiloftdicht. 548. I Kepper, G. L., [Verschil!, romans], 687. I — Het oproer te Parijs. H. 829. ■ — De oorlog tussehenFrankrijk en Duitschland. II. 53. K Kéralio (de), Art militaire. II. 943. [ Keralio-Robert. — Zie Carr. II. 401. I Kerck. — Zie Kerk. I Kerckhove (Geslacht). — Zie: de Borcht. II 70 — van der Heyden. II. 70. I Kerckhove-Varent, J. R. L. de. —Ziev.d.Heyden.n.70. K Kerckhoven, P. P. van, De Vlaemsche beweging. 65. ■ — Vlaemsch Taelverbond. 65. ■ — [Verschil! romans], 680. Zie: Reg. Tooneel. I Kerckhoven, Th. J. — Zie Reg. Tooneel. I Kerdijk, A. — Zie Noord en Zuid. 132. I ü© r Is en Staat (Betrekking tussehen). II. 390. ■ Kerk (Nederlandsch-Hervormde). II. 343. I Kerk (De Oud-Katholieke) te Aalsmeer. II. 535. I— Oud-Katholieke) te Delf! — Zie v. Vlooten H. 450. ■ — (De Protestantsche) onder Willem IH. II. 338. I — (»» Roomsche). — Zie van Spall, n. 34. B (.» » ) in hare uitwerking op d. Staat. 11.339. ■ Roomsche)... door den Zaligmaker gesticht ? 11. ol. ■ Kerkboek (Hussitisch) in het Czechisch. 969. ■ Kerke (Vande ware). — Zie Coornhert. 624. I Kerken enz. te Nijmegen. — Zie in de Betouw. II. 436. ■ Kerken-Ordeninge (Christ!) f. Schleszwick. II. 719. K Kerken-ordeninghe v. d. jare 1591. II. 348. ij Kerken-Ordenungh (Christ! undschriftmetige). H.650. I Kerken-Ordeninghen (De) d. Geref. Ned. kerken. H. 348. B Kerkeraad (De breede). — Zie Moltzer. II. 493. I Kerkeraadsprotocollen d. Hollandsche Gemeente te I Londen. H. 842. H Kerkgeschiedenis van Duitschland. II. 695. M~ van ingeland. II. 831. — CH. W. KEK STEN. 378 I Kerkgeschiedenis van Frankrijk II. 817. I — van Nederland. H. 329, 1051, Hs. 37. Kerkgezangen (Chr.) [v. d. Doopsgez. Gemeente]. 268. Kerkhervorming (De) d. 16e eeuw. II. 338. Kerkhof (Het) d. Previlegien. H. 1002. Kerkhoff, C. A. van, De notione societatis. II. 924. Kerkhoff,' E. — Zie Wijnstok. 562. Kerkhoven, J. W. van, Bruiloftdicht. 542. — Lijkdicht. 564. Zie: Burman. 630. — Verzameling. 454. — Keg. Tooneel. Kerkhoven, R. A., Lichaamsoefening. H. 308. Kerkhoven, T. J., Grafdicht. 573. — De Hollandsche taal. 401. — Overdrukjes. Zie: Gezangen. 497. — Handelsblad. II. 552. Kerkman, P. Haak. — Zie Haak. Kerk-mis (Algemeene Hollandze). II. 157. Kerkordeningen (Oude). H 348. Kerkrecht (JVederlandsch) II. 389, 1052. Kerkvergadering (De eerste) te Jeruzalem gehouden. — Zie Broes. II. 29, 383, 1067. Kerkwijk, C. S. van, Brief ten geleide eener erken tenis. H. 247. Kerkwijk, J. J. van, Overdrukjes.. Zie: Oorlog. II. 676. Kermisparnas (De oud-hollandsche). 228. Kermis-reisje v. e. Rijnlandsch dorp n. Amsterdam. 709. Kermis-vreugd (De Amsterdanische). 287. Kern d. kerkelijke historie. H. 26. — d. Nederlandsche historie. II. 79. — van levenswijsheid. 654. Kern, H., Het aandeel v. Indië in de geschiedenis d. beschaving. 773. — Geschiedenis v. h. Buddhisme. II. 21. — Die Glossen in der Lex Salica. II. 703. — Hand! onderwijs d. Neder! Taal. 147. II. 978. — Leven van A. B. Cohen Stuart. Lb. 1877, 3. „ „ S. C. J. W. van Musschenbroek. Lb. 1884, 153. — Leven van H. J. Swaving. Lb. 1881, 315. — Schrijfwijze van eenige zamenstellingen. 158. — Scriptores graecos de rebus Persicis. H 865. — Overdrukjes. Zie: Bijdragen. 997. — Bijdragen (Taalk.). 139. — van Dijk. 147. — Nomina. II. 981. — Tijd schrift v. Neder! taal- en letterkunde. 133. Wrtta-sailc’aya. 1002. — Reg. Tooneel. Kern, W. G. — Zie Ostfriesland. 820. Kemdörffer, H. A., De kleine werkman in bord papier. 716. II. 1016. Kero. — Zie Schilter. 776. Kerroux, L. G. F., Abrégé de 1’histoire de la Hol- lande. II. 79. Kersteman, F. L., De Boere Studeerkamer. 701. — De Hekke-Sluiter of vroolijke missive. II. 51. Sleutel op Ludemans Triumph-zaal. H. 19. Zie: Keg. Tooneel. Kersten, Ch. W., Brief a. M. Tydeman. Hs. 72.
Kerstliederen (Oude en nieuwere). 268. Kertbeny, Volksliederquelle in d. Dtsch. Literatur. 785. Kervel, G. v., Endimions en Diana’s minnebrieven. 355. — Lofkrans d. stad Rotterdam. 443. Opkomst v. h. O.-I.-huys d. stadt Rotterdam. 443. — Spiegel d. zévaert. 355. Kervijn de Lettenhove, Notice sur un MS. de 1’Abbaie d. Dunes. 21. _ ; . T , om Zie: Commentairee. II. 846. — Froissart. II. 81 a. Kervyn de Volkaersbeke, Ph., Les Bibliophiles Fla- mands. 124. Joyeuse entrée de Maximilien I a Gand. II. 807. Notice sur Franp. de la Noue. II. 116. — Les Pourbus. II. 325. Le songe d’un antiquaire. 956. — Overdrukjes. Zie : Documents. II. 115. — de Halewijn. II. 807. — Missions. It. 791. — Franp. de Noue. II. 116. Kesler, J. C., en J. C. Sander, Grepen uit de land- en volkenkunde van Noordelijk Europa. 11. oio. Kesler, P. M., Grafdicht. 570. Kessel, G. van, Gideons doodt. 13. 187. — Leerrede over Amos IH: 6. 735. — (Lijkrede op). 730. — Neerlandts gedenk-dag v. d. Munsterschen vreeden. n. 142. — Neerlandts winter- en somerhuis geslagen. II. 181. ' De ontsagchelykheidt v. Godts komste. H. 191. Kessel, P. L. van. — Zie Thomas a Kempis. 647. Kessler, G. G., De pediloquio. 36. Kesteloo, H. M., Geschiedenis v. Arnemuiden. II. 575. Kesteloot, J. L., Hulde aan A. R. Falck. IL 252. — Notice sur P. E. Wauters. 94. II. 813. Redevoering b. d. inwijd, v. h. Acad. Paleis. II. 808. — (Leven enz. van). 82. Lb. 1853, 3. — Overdrukjes. Zie: Discours. 2. — Oldenbarneveld. II. 184. Kesteloot-de Man, P. J., Feestviering ter eere van J. L. Kesteloot. 82. Zie: J. L. Kesteloot. 556. Kesterinck, C„ Brieven a. J. O. Westenberg. Hs. 72. Ketel, R., "Votum... profelici Wilhelmi Angl.Regis.901. Ketelaar, F. J. — Zie Geloofsbelijdenis. II. 705. Ketelhoed, L, Grafdicht. 572. Ketels-Beroep op dese Vrage enz. 218. Keten (Theologische) van lofeangen. 263. Ketter-dooden (Vant) een cort... Tractaet. IL 367. Kettman, L. A. J., Allegorie. 521, CCLIX. Zie: Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Kettner, P. G., De familiam ab Alvensleben arte ao marte. H. 712. Ketwich, A. van, Bruiloftdichten. 536, 548. — Feestzangen. 381. Ketwich, C. J. van, Feestelijke toespraak. II. 494. Ketwich, H. van. — Zie Tijdschrift. II. 287- Keuchenius, L. W. C„ Brief aan een kiezer. II. 258. Keuchemus, R., Gelria illustrata. Hs. 47. Musae juveniles. II. 1030. Oratio fvyiebris in excess. G. Schaap. 89. Zie: Hoevenaer. 905. Keuchenius, W. F., Willem Frederik Prins v. Oranje. II. 252. Keukenboek... der XVe eeuw. 608. — (Het goedkoopste). II. 946. Keulen (Geslacht van). — Zie G. D. Bom HGz. II. 961. Keulen, K. van, Grafdicht. 572. Keuller, L. J. E„ Geschiedenis v. Venloo. IL 660. — (Leven van). Lb. 1864, 160. Keur der nieuwste en belangrijkste reisbeschrijvin gen. — Zie Reizen. 714. — uit onze Nederlandsche dichters. 225. w Nederlandsch dicht en ondicht. H. 983. — van dichtbloemen. 307. — „ dichterlijke zedelessen. 224. M Nederlandsche dichtstukken. 223. „ letteren. 223. I) » — „ scherts en luim. 225. Keurboek der stad Diest. H. 814. Keur- en Ordonnantieboek van het Comans-gilde te Dordrecht. II. 452. Keurboeken (Demiddeneeuwsche)d.stadLeiden.H.486. Keurdigten (Nederduitsche). 228. — (Nederduitsche en Latijnsche). 228. Keure (Dit is de) v. d. Lande v. Zeelandt. H. 571. Keuren (Dit siju de) v. d. stad Antwerpen. II. 797. en Ordonn. van de Beemster. — Zie Extract. 13.532. — (Verschil! afzonder!) van de Beemster. IL 532. — (Oude) der stad Brielle. Hs. 48. Livre d’admission.. du Ghilde de S. Luc a Bruges. n. 803. — en Ordonnantiën van Delft. H. 449. — van Drechterland. Hs. 50. — en Ordonnantiën van ’s Gravenhage. H. 457. en Privilegiën van Heenvliet. H. 460. der Stadt Leyden. II. 486. Hs. 48, 84. — (Verschil! afzonder!) d. stad Leiden. 13. 486— 4.95. Hs. 84. (Versch.) betreff. de Gilden te Leiden. H. 511 514. — en Ordonnantiën op de brandspuyten te Leyder- dorp. H. 1055. — d. stad Oudewater. H. 518. en Ordonn. o. h. begraaven te Rhijnsburg. II. 518. — van Rijnland. H. 444. Hs. 49. en Handvesten van Scellinckhout. Hs. 51. ende Ordonnantiën van Scbielant. II. 445. ende Privilegiën van Voorne. IL 446. (Die eerste) der Vriesen. Hs. 52. (Oude en Nieuwe) van Zeeland. Hs. 51. van den lande van Zeelandt. H. 571. Keurgarve. Verzameling v. gedichten. 225. Keurstoffen (Bijbelsche). 111. Keuscamp, J., Grafdicht. 570. | Keverberg, D. de, Brieven a. H. W. Tydeman. Hs. 72. Essai sur 1’indigence d. 1. Flandre Orient. H. 806J — L’Etat actuel d. Royaume d. Pays-Bas. II. 85. Du royaume des Pays-Bas. II. 250. Zie: van den Bosch. II. 655.
Keye, O., Beschrijving van Guajana. II. 679. Keyser, J. P. de, Blikken in en op den mensch. 643. — De Eerk leidsvrouw tot humaniteit. 725. — Leerr. over Marc. II: 27 en Handel. XTTT : 1—5. 735. — Leven van J. C. Kinderroann. Lb. 1877, 95. — Levensvormen. II. 1011. — Sprokkeling. II. 1011. — Uit het leven. 643. — De Wartburg. II. 36. — Wartburg’s eeuwfeest. II. 36. — De Zendingszaak. II. 389. — De Zoon des Menschen. 655. ; — (Leven van). Lb. 1878, 57. — Overdrukjes. Zie: bibliotheek (Neêrlandsch). 132. — Bloem krans. 156. — Charis. 182. -— Letterkunde (Neêrland’s). 183. — Morgenster (De). 645. — Proza en Poëzie. 156. — Redevoeringen. II. 389. — Tijdspiegel. 130. — Worsteling. II. 335. Keyser, N. de. — Zie Voisin. II. 98. Keysler, J. G., Antiquitates selectae Septentr. II. 773. — De Dea Nehalennia. II. 573. Zie: Schedius. II. 698. Keyzer, A. de, Grafdichten. 576, 578. Keyzer, J. de. — Zie Chrestomathie. 181. Keyzer, S. — Zie Abou Cliodja. 986. — Verzame ling. Hs. 55. K. H. B. wed. R. — Zie K. H. Rebenscheidt. Khootje, waar binjel 1 176. K. H. R. — Zie K. H. Rebenscheidt. Kiaer, A. N., Bidrag til Belysningen of Skibsfartens okonomiske forhold. H. 782. — Om Seddelbanker. II. 782. Kicherer, J. J., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 62. Kiehl, D. N. P. — Zie Bloemlezing. II. 451. Kiehl, E. J., Caesar’s veldtogten in Gallië. II. 853. Kiekkas (De vrolijke). H. 983. — (De weergalooze Amsterdamsche). n. 542. Kiel, Corn. — Zie C. Kilianus. Eele, J. van den, [Verschill. gedichten], 320. — Wagenspelen. XV. Een, N., Bruiloftdichten. 539, 546. Eenemans, D. — Zie Reg. Tooneel. Eeswetboek (Belgisch). H. 794. Eewit de Jonge, H. J. — Zie Jonge. Eezers (Aan de) en Afgevaardigden. II. 338. Eezers-handboek. II. 280. Ekkert, P., Proeve van ets-kundige uitspanningen. 231. Kikkert, P. J., [Verschill. dichtwerken], 405. — Concordia. Volkslied. 514. — Uitboezeming bij de groote sterfte. 498. Kilianus, C., Etymologicum Teutonicae linguae. 165, 166, H. 980, 981. — Auctus s. Diction. Teuton. Lat. Gallicum. 166,11.981. — Latijnsche gedichten (met levensbeschrijving). 894. Zie: de Uommines. II. 820. — Ivluyver. II. 981. St.-Macaris. 601. Emm, J. J., Vita Joh. Kymaei. 753. Kimri. 863. II. 1027. Kimyser, W. — Zie Bundel. 481. Encadius, Th. — Zie Poëmata. 893. End, M., Bruiloftdicht. 537. Zie: van Auerswalt. 528. — Elias. 632, End (Het) van weelde of de Haagsche lichtmis. 665. — (Het verruilde). 669. Kinder, G. J. Ter, Kristelyk sterfgewin. II. 838. Ender- und Hausmarchen. 808. Kinderboeken. (iVederl). 425, 707. II. 999, 1015. Ender-Catechismus (Tamulsche). 996. Enderen (De uytgang der Hamelsche). 697. Enderen, B. der, Gronden der letter- en taalk. 157. Kinderen Fz., F. der, De Nederl. Republiek, n. 141, 151. Enderen, T. H. der, Het Batav. Genootschap. 122. Enderlieder. Anhang zum Wunderhorn. 786. Enderling, J. F. A., Geschichte d. Niedersachsischon oder Plattdeutschen Sprache. 816. Kindermann, J. C., Een geharnaste bijbellezing. II. 388. — La Rochelle in 1627. II. 830. Lodewijk van Nassau, de volmaakte ridder. H. 112. — Rome contra Utrecht. 677. — Wat er van Diepenbeek werd. 677. — (Leven van). Lb. 1877, 95. Kinderrijmpjes (Eenige Nederlandsche). Hs. 82. Kinderspiegel. Leerzame vertellingen. H. 1016. Kinder-werck, ofte Sinnebeelden enz. 328. Enderwereld (Uit de). 708. Endt, JuL, Onderricht over de Spaerkas. H. 814. King, Cl. — Zie Report. II. 876. King Horn (Das Lied von). 845. Engma Yz., E., [Verschill. gelegenheidsged.]. 513. Engma, Beyma thoe. — Zie Beyma. Kinkée, J., Grafdicht. 572. Kinkel, G., P. P. Rubens. H. 326. Zie: Mittheilungen. II. 762. Kinker, J., [Verschill. HSS. overalgem. taalk.] Hs. 1. — [Verschill. HS8. over Nederl. Spraakleer], Hs. 2. — [ „ dichtwerken], 393. — Aant. betreff. wijsgeerige onderwerpen. Hs. 75. . — Beoordeeling v. Bilderdijk’s spraakleer. 145. » » » Ziekte d. geleerden. Hs. 7. » » H. Schmidt’s Voorlezingen. Hs. 75. — Brief. Hs. 62. — Brieven over het natuurrecht. H. 929. — Brieven van Sophie aan Rhijnvis Feith. 385. — Dicht- en ondicht. 194. — De Eigenbaat. Parodie. 477. — Huwelijksgroet a. Willem Frederik Karei. 498. — Lessen over Nederl. taal- eu letterkunde. Hs. 2. — Lierzang aan J. C. Wattier. XII. — Nagedachtenis van J. Kuyper. H. 325. — Over ongelijkvloeyende werkwoorden. Hs. 28. — Ontwerp van een letterkundig tijdschrift. Hs. 7. — Proeve eener Hollandsche Prosodia. 180. — Treurzang t. nagedachtenis v. Washington. 485.
Kinker, J., Zangen b. h. vieren v. het Eeuwfeest. 485. — Woorden in de taal van Luik. Hs. 35. — (Leven van). 88, 83. — Overdrukjes. Zie: Arke Noachs. II. 224. — Dichtstukken. 476. — Doornik. 75. — Feith. 385. — Gedachten-beelden. 231. — Gedenkrolle. 491. — Inwijding. 119.— Jaargetijden. 308. — Janus. II. 207. — Nage dachtenis. 84. — Schroder. Hs. 1. —Sem, Cham en Japhet. II. 224. — van Strijen, 559. — Zegelied. Hs. 33. — Heg. Tooneel. Kinker, J., en D. J. van Lennep, Rapport over eene verhandeling v. L. J. F. Janssen. Hs. 85. Kinsbergen, J. H. van, Brief over zijn leven. Hs. 55. — Carte de la Crimée. II. 769. u „ Mer de Marmara. II. 769. — Mijne droomen. 635. Zie: van Hall. II. 199. — Hoefhamer. 83. — Volksliederen. 272. Kinschot, G. R. van, Beschrijv. v. Oudewater. H. 518. — Brieven a. G. van Loon. Hs. 62. Kint, J. D., De Leer d. Dordsche Kerkvaderen. 381. Kinzel, K. — Zie Volkslied. II. 1024. Kips geb. van der Schaaff, J. M. [Verschill. dicht werken], 424. Kirchendienstordnung d. Stadt Riga. 818. Kirchhoff, A., Erfurt im XIII Jahrhundert. II. 711. Das gothische Runenalphabet. 737. Kirchmaier, G. C., In Taciturn de German, liber com- mentarius. II. 689. Kirchmaier, G. G., Orat. hist, de M. Lutheri. II. 36. Resp. ad Epist. publ. A. M. Quirini de Luthero ... Religionis emendatore. II. 36. De Ulphila s. versione IV Evang. Gothica. 742. Kirchmann, B. C. et Joh. — Zie Commentarii. II. 781. Kirchner, E., Thor’s Donnerkeil. II. 699. Kirchoff, A., Das Stadtrecht von Bantia. 877. Kirke, E„ Down in Tennessee. 848. Kirmessbruder (Der lustige). — Zie Volksbücher. 809. Kirsch, G. G. — Zie Chrestomathia. 986» Kirsten, J. F. A., De linguae Latinae usu. 877. — (Lat. gedicht aan). 908. Zie: Heeren. 753. Kisch, G. O. — Zie Programm. IL. 760. Esfaludy, S., Minden muuk4i. 992. Esselius, J., Feestzang. II. 1004. — Treurzangen. 397. Zie: Tydeman. 83. — Reg. Tooneel. Kist, C., Grafdicht. 567. Est, E., Aanmerkingen over de Heidelbergsche Kate- chismus. H. 220. (Hulde aan de nagedachtenis van). 83. — Lofrede op P. van Braam. 72. Het veranderd gelaat des aardrijks. IE. 234. — Verhandelingen en Redevoeringen. 719. Kist, F. C. (Leven van). Lb. 1863, 451. — De toestand van het Kerkgezang. 250. Zie: Brendel. II. 955. Kist, N. C., Bijdragen tot de vroegste geschiedenis d. Leidsche Hoogeschool. II. 495. Kist, N. C., Diss. inaug. de commutatione, quam Constantino M. auctore societas subiit Christiana. H. 31. — Die gelooft behoeft niet te vreezen. II. 483. — Godsdienstige gronden tegen angstige vrees. H. 247. — Hervormingsleerrede. II. 38. — Leerrede op het ll e eeuwf. d. invoering v. h. Chris tendom in Nederland. H. 331. — Leerrede over W. A., van Hengel. II. 1018. — „ „ A. Niermeyer. II. 1019. — Leven van J. J. van den Brandeler. Lb. 1848, 30. n n P. van Limburg Brouwer. Lb. 1848, 22. n n G. A. G. P. Baron van der Capellen van Berkenwoude. Lb. 1848, 59. — Leven van H. J. Dijckmeester. Lb. 1850, 156. „ „ J. J. Dodt van Flensburg. Lb. 1848, 29. n „ I. van Harderwijk. Lb. 1848, 46. n n A. des Amorie van der Hoeven Jr. Lb. 1848, 55. — Leven van S. D. de Keizer. Lb. 1848, 35. n „ A. Lens. Lb. 1849, 145. n „ F. Magnusen. Lb. 1848, 45. n „ J. Meulman. Lb. 1848, 27. n „ F. van Teutem. Lb. 1848, 52. n n P. Verkade. Lb. 1848, 49. J5 „ J. van Wijk Rz. Lb. 1848, 33. n n p. van der Willigen. Lb. 1848, 36. Memoriam Heusdii c. discipulis recoluit. 80. —■ Het Nederlandsche Bijbelgenootschap. II. 390. — Neerl. bededagen en biddagsbrieven. II. 394. — Onderz. n. h. vorstelijk regt van Placet. II. 344. — Het Placet en de Regering. HL 344. — Terugkeer der vrijwillige jagers. II. 1055. De verdeeldheid onder de Christenen. II. 514. Woorden bij het grafv. J. F. van Oordt JWz. 87. — (Leven van). Lb. 1861, 45. (Hulde aan de nagedachtenis van). 83. — (Lijkrede op). 730. — Overdrukjes. Zie: Aanspraken. II. 291. — Archief. II. 329. Beets. Hs. 42. — Boonzajer. Hs. 74. — Ge schiedenis. II. 27. — Leerredenen. II. 247. — Severinus. II. 464. — Woorden. 87. Kist, W., [Verschill. romans]. 673. De voluptate animi ex diligenti veterum auctorum lectione capienda. 899. Etóbo-’l Oyun, Hist. Chalifatus Al-Motacimi. 986. Evit, J. — Zie Sententie. II. 520. Kjerulf, Th., Om Skuringsmaerker. II. 1061. Veiviser ved geologiske excursioner. II. 1061. K. J. V. D. E. H. — Zie Gedigten. 228. — Keur- digten. 228. Klaarbout, C., Grafdicht. 574. De luister d. Hervormde Kerk. 355. — Mozes aloude schaduwleer. 382. Klaarbout, J. — Zie Reg. Tooneel. Eaarenbeek, P. H., Bijschrift op het beeld van Lau rens Jansz. Koster. 496.
25 Haarenbeek, P. H., Nagelaten gedichten. 391. — Proeve van vertalingen. 313. ; — Vreugdegalm op de overwinning op de Algerij nen. 495. Zie: Hoffmann. II. 1008. Klaarenbout, C., Bruiloftdicht. 546. Klaas Nar (Leven en bedrijf van). 699. Klaases de Vries, K. — Zie de Vries. Klaasesz, H. B. — Zie van Peyma. II. 620. Klaasje Zevenster is niet dood. 676. Klaasje Zevenster is wèl dood. 676. Klacht-dight van het Kackhuys. 352. Klachte van de gehoonde Nisa. 444. I — van den kloecken Soldaet. 431. I — » J- Stoffelsz aan Neeltje Jans. II. 520. i — >j een zoon over zijns vaders huis. 467. Klachten (Regtmatige) d. Leidsche Schouwburg. VI11 | Klacht-redens o. h. af branden v. d. Hallen-thoren. 450. Klage (Ernstelycke). — Zie David Joris. 616. I — (Die). — Zie Nibelungen-Lied. 792, 793. I Klairval, Ch. — Zie Reg. Tooneel. Klaos Pompernikkel of den dokter tegen wil en dank. [ Klaproth, H. J. — Zie de Merian. 39. Kleiburg, J. — Zie J. Cleiburg. Klein, G., De godvrugtige Dorcas, n. 193. I — De mensch gestorven en bitter betreurd. H 187. Klein, H. W. F. — Zie Tacitus. II. 688. t Klein, K., Overdrukjes. I Klein, P. — Zie S. D. Daems. Klein, T. H., Drie gedenkdagen voor Nederland. II. 256. I Klein-Jan (De nieuwe) of de lijdverdrijver. 279. [ Klein-Nicolai, G., Exercitatio hist, de origine linguae Italicae. 911. I Kleine, F. Smit. — Zie Smit Kleine. ■ Kleine-Gartman (Werken over Mevr.). CCLX. I Kleinigheden van digtkunst. 390. I Kleinpaul, E., Poetik. 764. ■ Kleinschmidt, A. F., De attractione. 882. I Kleinschmidt, 8., Gramm, d. Grönland. Sprache. 1003 Zie: Rafn. II. 881. I Heist, E. C. von, De lente. 635. Zie: Reg. Tooneel. I Heist, H. von, Die Herrmannschlacht. 806. ■ — Werke. Nebst Biographie. 802. I Klemich, O., Die „Deutsche Sprache”. 762. I Hemm, G., Das alte vorchristliche Europa. II. 49. I — Die Frauen. II. 12. ■ — Germanische Alterthumskunde. II. 697. I — Vor fünfzig Jahren. H. 20. I Hemming, G. E., Sveriges Dramat. Litteratur. 861. Zie: Petrus. II. 775. — Samlinger. 861. — Smastvc- ken. 862. 3 ■ Henck, J., Grafdicht. 565. ■ Heptomusus, F. — Zie Reg. Tooneel. ■ Heptomusus Batavus. — Zie Zedige Verdediging. 463. ■ Herck, R. A., De toepassing v. h. oorlogsrecht. II. 53. B Klerck, W., Disp. ad Legem Juliam de Adulteriis coër- cendis. II. 922. Herk, J. de, Lijkrede op Ph. van Limborch. 730. Heyn geb. Ockerse, A., [Verschill. dichtwerken], 390. — Huis en hart. Bloemlezing [uit hare werken], 639. Mengelingen in proza en poezy. 194. Zie: J. P. Kleyn. 230. 390. — W. A. Ockerse. 70. Heyn, A. G., Geschiedenis van Breda. H. 407. Kleyn, A. G., De Regtsoorzaak. II. 925. Zie: Jacob van Maerlant. Hs. 78. Kleyn, C. G. — Zie Speel-werck. 281. Heyn, G., Afscheid- en Intreeleerrede. 730. Heyn, G. A. (Leven van). Lb. 1868, 113. Kleyn, H. G., Feiten of verzinselsP H. 1052. — Overdrukjes. Kleyn, J. P., Brieven. Hs. 62. — Bijdragen voor genie en menschengevoel. 639. Feestzang voor Utrechts Hooge-school. 477. — [Verschill. dichtwerken], 390. — Grafdicht. 561. Zie: A. Kleyn geb. Ockerse. 390. f' en A. Kleyn geb. Ockerse, Oden en Gedichten. 230. Kleyn, L. L. — Zie Prins Willem I te Dillenburg, n. 722. Heynenbergh, J. — Zie Catalogus. 11. 74. Kleynhoff, C. F. — Zie Cajus Marius. 307. Kleynhoff ab Enspyck, C. F. — Zie Gedenkrolle. 491. Hijburg, S. — Zie J. Cleiburg. Klijn Bz., B., [Verschill. dichtwerken], 396. — Aanmoediging. 493. — Aan N N en alle vrouwen. 499. — Eerstelingen der vrijheid. 492. — Grafdichten. 561, 568. — Maatschappelijk leven. 497. — Welkomstgroet aan Z. M. den Koning. 498. — Zangen voor de alg. vergadering der Mtsch. tot Nut van ’t Algemeen. 497. Zie: Gezangen. 497. — Hulde. 79. — H. H. Klijn. II. 969. — Loots. 492. — Viering. II. 654. Klijn, H., Bijbelpoezy. 412. Hijn, H. H., [Verschill. dichtwerken], 396. — Aan mijne medebestuurderen d. Stads-Armenscho- len. 496. — Brieven. Hs. 62. — Cantate gewijd a. h. Genootsch. Harmonica. 492. — Fragment van een dichtstuk. Hs. 28. — Gedichten aan ’t Vaderland gewijd. 501. — Grafdicht. 574. — Heldendood van Van Speyk. 502. — Nagelaten gedichten en redevoeringen. 195. — Zangen 300-j. bestaan v. h. Burger-Weeshuis. 496. — (Leven van). Lb. 1856, 109. Zie: Broederliefde. 232. — Hulde. 79, 91. Nagedachtenis (Ter). 84. — Nieuwjaarwenschen. 523. — Viering. U. 564. — de Vos. H. 955.— Zangen. 497. — Reg. Tooneel. Hijn, H. H., J. H. van der Palm en B. Hijn Bz., Gedachtenis v. J. M. Kemper. H. 969. Hijnsma, S. F., Geschiedkund. herinneringen. H. 638. — Beleg v. Maastricht. II. 658. Klikspaan. — Zie J. Kneppelhout.
Klikspaan (De Rotterdamsche), IX. Klingeman, Aug. — Zie Reg. ïooneel. Klinger, D. M. — Zie Reg. Tooneel. Klinkdichten aan Agatobiblophilus. 459. Klinkenberg, J. van Nuys. — Zie Nuys. Klinkert, B. (Leven van). Lb. 1855, 34. Klinkhamer, G., [Yerschill. dichtwerken]. 359. — Gedenkzuil voor 1740. 450. — Grafdichten. 574, 576. Zie: Gedenkteeken. 454, 455. — Voltaire. 314.— Reg. Tooneel. Klinkhamer, L. (Lijkrede op). 730. Klinkhamer, S. C., De bello propter successionem Regni Hispanici gesto, pace Rhen. Traj. composite. II. 178. Zie: Körner. 309. Klioos-Kraam vol verscheiden gedichten. 227. Kloek, J., Edische verlustigingen. 257. Klokman, J. A., Schetsen en novellen. 173. Kloos, W. — Zie Nieuwe Gids. II. 977. —Perk. 426. Kloosters (Werken over). II. 332. — enz. (Stukken betreff.) te Amsterdam. Hs. 50. Klopp, O., Geschichte Ostfrieslands. II. 714. •— Leben des Admirals de Ruiter. II. 163. — Overdrukjes. Kloppe, G. A., Wortbildung d. Eranz. Sprache. 933. Klopper, P. de, Bruiloftdichten. 545, 546. Kloppert, A., De Ridder Van Speyk. 502. Kloprys, I. — Zie Bekentnisse. II. 355. -Klopstock, E. G., De Messias. 308. — Ueber Sprache und Dichtkunst. 743. — Werke, nebst Biographie. 800. — (Werken over). 753. Zie: Reg. Tooneel. Kloster (Das) Rüti. — Zie Mittheilungen. II. 762. Klostermann, A., Die Gottesfureht. II. 918. Kloster-Beglor (Vadstena). 861. Klosterlasning. 862. Klots, E. H. Scheffelaar. — Zie Scheffelaar. Klotz, Ueber d. Studium d. Alterthums. II. 13. Klotz, E.. Brief [over] de Utrechtsche Unie. 466. Klotz, R., Quaestionum criticarum liber I. 868. Klotzius, Ch. A., Opuscula poëtica. 897. Klover, R. de, Grafdicht. 569. Kluchten (Sproken), en Luimige geschriften. 698. Kluchtspelen (Drie). XIII. Klucht-spelle (Drie vermakelyke). XIII. Klucht-tooneel (Het Brussels). XYI. Klüber, J. L. — Zie von Arndt. 39. Klug, K., Der Conflict zwischen Pouchenius u. Crüger. II. 750. — Der kirchlichen Streit im J. 1613. II. 751. — Opfer- und Grabalterthümer. II. 752. — Die Unterdrückung d. Herrnhuter inLübeck.II.751. Kluge, E., Die Germanische Conjugation. 740. Klug-Kist, S., Geestelyck Hant-boecksken. II. 902. Klugt. — Zie Klucht. Kluit, A. [Verschill. werken en dictaten], Hs. 39, 40- — Aanm. op d. Invent, d. Archiven te Leyden. Hs. 48. — Aanteekening betr. Rhijnsburg. Hs. 49. — „ van papieren afkomstig van F. v. Mieris e. a. Hs. 48. — Op de Afbeelding van L. P. v. d. Spiegel. Hs. 28. — Artikelen v. d. Westphaalschen ... vrede. Hs. 44. — Bouwstoffen college over staathuishoudkunde. Hs.7 5. — Brieven. Hs. 62, 63. — Bruiloftdicht. 536. — Conspectus Historiae orit. comitatus Hollandiae et Zeelandiae. II. 95. — Echte bescheiden van 1787. Hs. 45. — Gesteldheid d. dagvaarden onder Aalbert v. Beieren. Hs. 42. —- Het Groot Privilegie v. Vrouw Maria. Hs. 42. — Historie d. Hollandsche Staatsregering. II. 276. — Historia critica Comitatus Hollandiae et Zeelandiae. II. 95. — Historiae Federum Belgii Federati primae lineae. II. 280. — Iets over den laatsten Engelschen oorlog. II. 200- — Index d. Oorkondon in de Holl. Leenkamer. Hs. 76- — Inventaris van een Ijzerwinkel. Hs. 5. — Kopieën over de Graven v. Henegouwen enz. Hs. 42- — Onderscheid van den hoogen en lagen adel. Hs. 40- — Oorsprong en de macht d. Staten. Hs. 42. — Oratio pro Imperators Juliano Apostata. II. 29. — ,, de jure, quo Belgae legitimo suo principi . • • Philippo imperium abrogaverint. II. 118. — Oratio de superstitionissimo. II. 88. — Papieren rakende den stedelijken vrijdom. Hs. 49- — „ „ de Acad. Vierschaar. Hs. 49. — Primae lineae collegii diplom.-hist.-polit. II. 1039- — Proostdij van St. Jan te Utrecht. Hs. 52. —■ Over ’t recht ’t welk de Nederl. gehad hebben o® hunnen... vorst Philips... af te zweren. II- 14 • — De Souvereiniteit v. Holland verdedigd. II- ^05- — Staten- en Sohepenresolutiën. Hs. 48. — Stukken over de Schelde-quaestie. Hs. 45. — Uittreksel uit het Reg. v. h. Archief v. h. Aartsbi 3 dom te Utrecht. Hs. 52. — Vaticinium de Messia duce primarum. II. 889- — Verklaring der reden waarom hij zich op J-H- Hoven niet verstoort II. 379.
Kluit, H., Regeringsvorm op het platte land. II. 277. Kluit v. 'Rhijnsaterwoude, H. — Zie Decreeten. II. 220. Kluit, K., Brieven a. A. Kluit. Hs. 63. Kluit, L., Invallende gedachten. Hs. 28. ~~ Juvenalia of 7-tal leerredenen. 722. Kluit, W. P. — Zie Stukken. Hs. 19. Kluit, W. P., en G. J. Wenckebach, Algemeene reke ning. II. 483. Kluit, H. Provó, De deditione profugorum. II. 932. ~~ (Keven van). Lb. 1861, 11. Zie: Noordenhout. 557. Kluit, P. W. Provó, Brieven. Hs. 65. Kneppelhout, J., Politiek, Kritiek. 642. — Schetsen uit Zwitserland. II. 762. —- Souvenirs d’un voyage a Paris. II. 829. — Studententypen en Studentenleven. 642. — Stijl. Kunst. 642. — Wenken voor beoefenaren d. uiterlijke welspre kendheid. 717. -— Woord aan onzeDtrechtsche medestudenten. 11.505. — (Leven van). Lb. 1886, 248. — Overdrukjes. Zie: üilders. 111. — Groth. 310. — Landjuweel. 184. Kneppelhout van Sterkenburg, K. J. F. C., De Ge- denkteekenen in de Pieterskerk te Leiden. H. 515. — Overdrukjes. Knesehke, J. E., Goethe und Schiller. 751. Knibbe, D., Lijkrede op J. Goodschalk. 728. —■ Lijkrede op J. v. d. Kapelle. 730. Knibbelaar (De) of de gewaande vrijdenker. 631. Knickerbocker, D. — Zie W. Irving. Knieschek, J. —• Zie Ackermann (Der). 789. Knight, Al., Brief a. M. Tydeman. Hs. 72. Knight (The dumb). — Zie Engl. Plays. 843. Knippenbergh, J., Hist, eccles. Ducatus Geldriae. II. 420. Knipschaar, A. A. Meysenheym. — Zie Meysenheym. Knipschild, J. C., Klaaglied v. e. Brabander. 505. Knittel, P. A., Praeconium Ulphilanum alterum. 742. Zie: Ulphilas. 742. Knobelsdorff, F. G. A. von, Disp. cont. Ordinum Gene- ralium totius Belgii historia. n. 115. Knol’s (Kees) Journael. 438. Knoop, Tegenbetoog o. d. staatsstemminge in Drenthe. II. 653. Knoop, G., De val v. d. toren te Harderwijk. 483. Knoop, J. H., Tegenw. staat van Friesland. II. 610. — Vermakelijk wapenkundig spel. II. 5, 6. Zie: Historie. II. 610. Knoop, J. W., Deductie v. d. Heeren v. d. Riddersch. in Overijssel. II. 631, 1067. Knoop, W. J., Beschouwing over Siborne’s Geschie denis v. d. oorlog van 1815. II. 237. — Krijgs- en geschiedkundige geschriften. 136. — Leven van G. Kuyper Hz. Lb. 1880, 63. — „ „ E. van Löben Seis. Lb. 1864, 29. — „ „ J. C. van Rijneveld. Lb. 1852, 9. — Nederland in 1672 en 1673. II. 155. — Quatre-Bras en Waterloo. H. 237. — Overdrukjes. Zie: Bibliotheek. Knorr, C. G. — Zie Strauchius. n. 692. Knorr, K., Ueber Ulrich von Lichtenstein. 755. Knorr,L. A., Characteristik d. Polnischen Sprache. 968. Knorr, W., Die 20 e Branche d. Roman d. Renart. 945. Knottenbelt, W. C., De Columbano. II. 1038. — De Kerkvisitatie toegelicht. II. 386. — (Leven van). Lb. 1876, 109. — Staatkunde van Johan do Witt. H. 157. K. N. S. P. — Zie Klikspaan (Rotterdamsche). IX. Knudsen, H., Underv. om Mormonerne. H. 877.
Knudsen, K. — Zie Fragmenter. II. 718. Knudzen, Pr. — Zie Provindsialefterretninger. II. 719. Knuivers, T., Bekn. overz. d. Nederl. letterkunde. 60. — Taalkundige oefeningen. II. 978. Knutzen, G., Gezangen van Geka. 424. K. O. — Zie Reg. Tooneel. Kober, A., Specimen archaeologiae Romanae. H. 851. Koberstein, A., Grundriss d. Geschichte d. Deutschen Litterator 746. — Ueber d. Gedicht vom Wartburger Kriege. 797. Koch, C., Be linguarum indole. 30. Koch, F. — Zie Hartmann von Aue. 790. — Walther von der Vogelweide. 790. Koch, J. It. Eilers. — Zie Eilers. Kochendörffer, K. — Zie Konrad v. Pussesbrunnen. 794. Koek, M. de, De potestatis civilis. II. 585. Kockaert, G. — Zie Reg. Tooneel. Kodde, J. van de, Grafdicht. 569. Koddenaar (De zingende). 286. Koeckoecz-zangh van de nachtuylen. X. Kohier, Aug., De Nederl. Hervormde Kerk. II. 352. Kohier, C., Luther’s Aufenthalt auf d. Warthurg. II. 36. Kohier, G. E. — Zie Hertel. II. 740. Kohier, R. — Zie Schiller. 801. Köhne, W. — Zie Boon. 529. Köhnen, W., Bruiloftdicht. 549. Koekkoek, B. C., Herinner, enmededeelingen.H. 47. Kölcsey Perencz’ minder Munk&i. 991. Kölling (Dem Herrn Bürgermeister)... gewidmet. 753. Köllner, A., Geschichte v. Kirchheim-Boland. 11.738. Köllner, E., De Clientela. II. 923. Köllner, W. H. D. E., Memoria D. J. Pottii. 754. Koelman, J. Ph., De aesthetiek en het monument te Brielle. H. 448. — De handelingen der Commissie. II. 234. — In Rome. II. 856. — Leven van H. P. Vogel. Lb. 1886, 316. Zie: Atheneum. II. 326. Koemans, J., Schouwspels beschouwing. CCLVH. Koemelk (De) te Leiden verkocht. II. 495. Koen, G. — Zie Cannegieter. II. 969. Koenders, J., Grammaire hollandaise. 145. Köneken, J., Bruiloftdicht. 542. Koenen, D. A., De Commissaris d. Konings. II. 281. Koenen, H. J., Over bet aanbelang d. beoefening v. d. klassieke letterkunde. 867. — De beide staatspartijen in de voormalige republiek d. Vereen. Nederlanden. II. 101. — Brief van de letter G aan de CH. 62. — Christelijke liederen. 269. — De Christen-zendelingen (met Hoogd. vort.). 411. — Geen Concordaat met Rome. 509. De Finantiën van Amsterdam. 1L 551. — Geschiedenis der Joden. U. 387. — Hier. van Alphen als dichter. 69. — Iets over da Costa. 74. Koenen, H. J., Leven van I. da Costa. Lh. 1860,305. — Leven van D. J. van Ewijck. Lb. 1859, 184. — „ „ M. C. van Hall. Lb. 1859, 3. — „ „ B. Klinkert. Lb. 1855, 34. — „ „ P. W. Provó Kluit. Lb. 1852, 3. — Lijkrede op D. J. van Lennep. 83. — Redev. t. inwijding d. inrichting v. onderwijs in koophandel. II. 555. — Voorlezing over R. Montgomery. 834. „ „ d. geschiedenis d. Nederl. handels. II. 268. — Voorlezing over d. geschied, d. nijverheid, n. 286. „ „ „ „ v. scheepsbouw. 11.270. — Adraan Pauw. IL 114. — De Nederlandsche boerenstand. II. 87. — Over de verdiensten van Bilderdijk. 70. — Vroegere en latere Ned. handelspolitiek. H. 268. — Een woord ov. de spelling d. Ned. plaatsnamen. 172. — (Leven van). Lb. 1875, 105. — Overdrukjes. Zie: Gedenksteenplaatsing. 71. — van Haren. IL 187. — Proeven. 268. — van Rhijn. 250. — Stemmen, n. 251. — Ned. stemmen. II. 249. Koenen, M. J., Dictées over de nieuwe spelling. 154. Zie: Bogaerts. II. 977- — Proza en Poëzie. 156. Koenerding, A., Grafdicht. 563. Koenerding, J. — Zie Reg. Tooneel. | Koenig (Amand), Dictionnaire Franpois-Allemand. 53. König, C. G., Commendatur numerosae orationis stu dium. 870. König, J. U., en J. P. Jakobi, Verhandelingen. II. 916. König, R., Deutsche Literaturgeschichte. 747. König von Königsfeld. — Zie Cato. 886. König Rother. 795. Königstein, W., Tagebuch. H. 724. Koenigswarter, L. J., Coutumes locales du bailliage d’Amiens. H. 828. Histoire de la familie en Prance. H. 820. Sources et monuments du droit Pranpais. H. 826. Köpke, P. K. — Zie Passional (Das). 796. Köpke, K. — Zie Rudolf von Montfort. 793. Köpke, R., Hrotsuit von Gandersheim. 752. — Ottonische Studiën. 752, 756. Widnkind von Korvei. 756. Koeppen, C. F., Einl. in die Nord. Mythologie. II. 775. Koeppen, P. von, Leven van O. von Bismarck. H. 694. Koppen, J. H. J., Het leven en de gedichten van Home rus. 873. Koppen, P. von, Magyarische... Dialekte. 989. Koerbagh, A., Bloemhof v. allerley lieflijkheid. 162. Körber, B., Biostatik. II. 770. Körner, F., Keltische Studiën. 864. Körner, Th., Lier en zwaard. 309. — Toni. Drame en 3 actes. II. 1024. — Werke nebst Biographie. 802. Zie: Bundel XIV. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Kórte, W., Die Sprichwörter u. sprichwörtlicheRedens- arten d. Deutschen. 769. Koerten, J. — Zie Gedichten. 229. — Stamboek. 229.

Koning, J., Brief. 63. — Bijdragen tot de geschiedenis v. d. boekdrukkunst.11. — Lijfstraffelijke rechtsoefening te Amsterdam. H. 550. —. Naamlijst v. eenige zeldzame boeken. 22. — Over Jan van Hont. Hs. 54. — Het Slot te Muiden. II. 565. — Verhandeling over de boekdrukkunst. 11. — Verklaring van oud letterschrift. 5. Zie: Catalogus. II. 10, 74. — Ebert. 12. van Heyningen. H. 969. — Scheltema. 11. — Woor denboek (Uitlegkundig). 164. Koning, J. de, Triomf-vaarsen. 444. Koning, J. C. de. — Zie Regeling. II. 554. Koning, J. S. G., Overdrukjes. Koning, S. de. — Zie Reg. Tooneel. Koning, W., 10 Juli 1584. H. 120. Koning, W. de, Aanspraak. — Exhortation. II. 210. — Leerrede. 236. Koning, W. A., De Gerardi Zutphaniensis vita, scriptis et meritis. 7. Koning, Z. J., Een dag van rouw. H. 120. — Levensschets van Willem van Nassau. II. 119. Tanning Lodewijk in de Griekse A. — Zie Bouckart. 443. Koning, G. van Enst, Aan Baron Chassé. 501. — Afscheidsgroet. VII. — Het Huis te Hpendam. II. 564. Be stad Groningen aan Neerl. ingezetenen. 499. — (Leven van). Lb. 1854, 19. — Overdrukjes. Zie: LangeH8chwarz. 13. — Pfeiffer. CCL1X, Koning, J. van Enst. — Zie Reg. Tooneel. Koningh, A. de. — Zie Reg. Tooneel. Konings-harp (De versnaarde). 243. Konings-krooning v. Graaf Willem de H®. H. 97. Koninkryk (Dw) kome! Honderd liederen. H. 990. Konrad von Fussesbrunnen, Die Kindheit Jesu. 794. Konrad von Megenberg, Das Buch der Natur. 797. Konrad von Würzburg [Verschilt, werken]. 795. II. 1024. Konst der poezye. — Zie Labare. 363. Konst- en Letterbode (Algemeene). 126. — (Bijzondere) v. b. jaar 1815. II. 1005. Konstantius. — Zie Grammatica. 969. Konung Alexander, ntg. af G. E. Klemming. 861. Brik den XIV: des Krönika, utg. af F. A. Dahl- gren. 861. Konyak, A. de, Strena in hon. M. Tydeman. Hs. 28. Konyat, A. de, Brieven a. M. Tydeman. Hs. 72. Koock-boeck (Benen Nieuwen). II. 945. Kool, A. R., Woordenb. tot de N. Hollandsche dia lect behoorende. Hs. 6. Kool, G. G., [Verschil! dichtwerken]. 412. Kool, K. — Zie Mengel-moez. 277. Kool, Thijs (ps.) — Zie Reg. Tooneel. Koolaart geb. Hoofman, E., Aan Frederik I, der Zwe den Koning. 448. — Bruiloftdicht. 548. Koolaart geb. Hoofman, E., Algemeene blijdschap op het dubbeld vreugdefeest. 448. — Geboortezang aan Karel I, Landgraaf van Hessen. 448, 449. — Gedagten over- eenige Spreuken. 353. — Lat. Gedicht aan Carol I. 907. — Nederlandsche en Latijnsche gedichten. Hs. 82. — Jaargetijde van Prins Wilhelm. 449. — (Lat. bruiloftdicht voor). 906. — Lijkzang over Karel I, Landgraaf v. Hessen. 448. — Messias. Herderszangen. 448. — Naagelatene gedichten. 353. Zie: Bloemlezing. 225. — Harmes. 534. — Kraaye- steyn. 526. Koolaart, H. — Zie Harmes. 534. Kooldichten om de kool. 445. Koolemans Beijnen, L. R., Reis der Pandora. H. 48. Zie: Verslagen. II. 48. Koolenkamp, W., Bruiloftdicht. 541. Koolhaas, H. M. G. (Bevestiging van). 730. Koolhaas, W., Oratio de grammatica sacro. II. 887. Kooll, J., Oratio de artibus. II. 853. Koolman, J. ten Doornkaat. — Zie Doornkaat. Kooning. — Zie Reg. Tooneel. Koopbrief van een huis te Kampen. Hs. 53. Koopbrieven van de 14“—17 e eeuw. Hs. 75. Koop-handel (De). — Zie van Haren. 371. Koopman (De) of bijdragen ten ophouw van Neêr- lands koophandel. II. 268. — (De Amerikaansche). 287. — (De hedendaagsche) berugt door zijne bijzondere bedrijven. 707. Koopman, J. C., Zr M a zeemagt voor Antwerpen. IE 244. Koopmans. R. (Hulde aan). 83. — Overdrukjes. Koopmans van Boekeren, R. — Zie Boekeren. Koopmans, W. Cnoop (Leven van). Lb. 1849, 106. Koopslot (’s Waerelds). — Zie van Leuve. 364. Koorders, D., De Aprilbeweging. II. 335. De herstelling d. Roomsche bisdommen. H. 338. De pugna theologiam inter atque anthropologiam in Ecclesiae Christ, doctrina. H. 896. — Overdrukjes. Zie: Krizis. II. 866. Koorders, S. H., Bedenkt wat gij doet. II. 338. — Voor 18 jaren en nu. II. 385. Zie: Houding. II. 337. Koore van de Zaan, Eenige Granaten. H. 305. Koors (Hollands) enz. — Zie Lieven van Waar mond! 439. Kooten, G. van, Leerrede over Philipp. IV: 9. 735. Kooten, Th. van, Brief a. M. Tydeman. Hs. 63. — Lijkdichten. 564, 576. De literis humanioribus optimo felicitatis publicae praesidio. 2. Zie: Deliciae poeticae. 893. — Luzac. 556. Kooy, H. W., Het Grondwets-jubilaeum. II. 254. Koof , W. M., Lijkrede op F. Baron v. Leyden v. Westbarendrecht. II. 1053.
Kopitar. — Zie Evangéliaire. 963. Kopp, J. A., De insigni differentia inter S. R. I. Co mités et nobiles immediatos. II. 705. Koppergedichten. 524. Koppius, F., Vitae Abbat. Adwerdensium. II. 645. Zie: Tresling. 560. — Venhuizen Munnits. 560. Koppmann, K., Seebnch. 814. — Der Verein f. Hamburgische Geschichte. 11. 748. Zie: Mittheilungen. II. 748. Kops, J., Hulde aan J. Scheltema. 89. — (Leven van). Lb. 1849, 89. — Proeve van uiterlijke welsprekendheid. 717. Zie: Redevoeringen. 116. Kops, W., Brieven. Hs. 63. — Woorden getrokken uit Een gheestelijcke oeffe- ninghe. Hs. 3. Zie: Koolaart. 353. Kops, W. P. — Zie Reg. Tooneel. Kops, G. F. de Bruyn, Statistiek v. d. handel scheepvaart op Java en Madura. H. 671. en Kops, J L. de Bruyn, Beginsel v. armverzorging. jjl. «y*. I — Beginselen van Staathuishoudkunde. H 933. I — Eenvoudige Gezondheidsleer, n. 937. I. — Indirecte belastingen. II. 282. I — Korte beschouwing over het armwezen. II. 292. Zie: Stukken. II. 559. i Kopy-extracten uit het Memoriaal Rosa. Hs. 83. Kopyn, J., Bruiloftdicht. 542. Zie: du Floo. 533. I Koran (Mohammed’s). II. 26. i Kordewagen (d’Amsterdamsche). 277. Koren-bloem (De grote) inh. alle Liedekens. 275. 1 Koristka, E. — Zie Mittheilungen. H. 757. I Koristka, K. — Zie Sitzungsberichte. II. 757. I Kormaks Saga. 856. [ Kornelis [Block], Tannetge, Nieuw liedtboeckje. 259. I Kornerup, J., Kongehöiene i Jellinge. n. 786. I — Overdrnkjes. I Kornfeger, A. — Zie Siebert. n. 692. ■ Korst, Pobbe, Bredaesche Almanac. II. 407. — Priesche spreekwoorden. 822. | Korte, J., Reize naar Palestina enz. IL 44. I Kortebrant, J., Beschrijving van Rotterdam. II. 519. I — Eeuwgetijde d. Rotterdamsche Vryheit. 460. ■ — Lof der drukkunst. 366. Kossmann, E. — Zie Exodus. H. 1023. Koster (Een Luthersche) en Schoolleeraar Zie P. G. C. Rütz. Koster, B., Hulde aan Zutphen. 401. Koster Jr., Bern. — Zie Joh. C. Zimmerman. Koster, H., Vruchten mijner snipperuren. 414. Zie: Liedjes. 518. Koster, P., De Nederlandsche vlag. 502. Zie: /Reg. Tooneel. Kost-verlooren of Brief aan N. N. 436. H. 1001. Kotzebue, A. von, De Beschermgeest. 673. — Ode aan Napoleon. 491. Zie: Krug. 753. — Reg. Tooneel. Kousseband (De Oranje). — Zie Le Franco van Berkhey. 476. Kouwe, A., Grafdicht. 567. Kouwenberg, M. van, Bruiloftdicht. 538. Kouwenhoven, D. van. — Zie Reg. Tooneel. Kraak, I., Essay on a method. Engl. Grammar. 835. Kraan, W., Gedichten. 401. C> Leven 7 - A - L. van der Boon Mesch Lb. 1852, 94. — Leven v. W. Schoften. Lb. 1857, 147. Krabbe, O. C., De Codice Canonum, qui Apostolo- rum nomine circumferuntur. H. 890. Kracht (De) der christelijke godsdienst. 712. 662^ ^ er be ^ e ’ ^otoont 0811 de schoone Olimpia. — (De) der waarheid. II. 385. Krachten (Van drie) der ziel. Hs. 80. Kraeyvanger, E., Gedichten. Hs. 28. — Dichtlievende Lente en Zomer. 371. Krafft, P. — Zie Reg. Tooneel. Krafft, J. L. — Zie Reg. Tooneel. Krafft, W., Die Anfange d. christl. Kirche. II. 699. — Die Kirchengeschichte d. german. Völker. H. 699. Kraft, A., Oden en gedichten. 402. Zie: Reg. Tooneel. Kraft, P. C. [of K.], Bemerkungen ueber Gelehrten- schulen. II. 1060. De J. Bugenhagii.. meritis. 750. Gegenwartige Verfassung d. Hamburgischen Johan- neums. H. 749. — De modo numerandi populorum. H. 20. — Narratio de^Ansgario Aquilonarium gentium apos-
Krakas Maal. 855. Kralingiana. — Zie Hofstede. H. 373. Kramer, A. de, Werken. 365. Kramer, G., Klogium J. Perizonii Aftl. 88. Kramer, J. A., De goede Herder. H. 342. —- De Voorzienigheid. 421. Kramer Sr., J. A., Grafdicht. 566. Kramer, M., Niederdeutsche Grammatik. 143. — Nieuw Woordenboek d. Nederl. en Hoogd. Taal. 48. Kramer, R., Bruiloftdicht. 542. Kramer (De vrolijke) met Klijn Jans hondje. 279. Kramerius, W. R. — Zie Genoveva. 971. Kramers Jz., J., Woordenschat. 46. Zie: Reg. Tooneel. Kramers, J. H., Herinn. aan P. de Raadt. H. 517. — De leercursus van Noorthey. H. 517. — Noorthey in 1878. H. 517. Kramm, Chr., De Goudsche glazen. II. 454. — Levens d. Kunstschilders. H. 323, 324. — (Levensschets van). 102. H. 954. Zie: Astrea. 131. Kramp, L., Bruiloftdicht. 538. Zie: Briiynenburg. 530. Krampiana (De). H. 542. Kranenburg, M. — Zie Verhaal. H. 525. Kranken-troost. — Zie Westerbaen. 436. Krasser, D. — Zie Programm. EL 760. Kratter, F. — Zie Reg. Tooneel. Krause, A., Widerlegung d. Satzes: Ueber d. Geschmack Ihsst sich nicht streiten. II. 951. Krause, C. — Zie Briefwechsel. H. 721. Krause, E., De proverbiorum fontibus. 55. Krause, F., Overdrukjes. Krause, K. E. H. — Zie Archiv. II. 712. Krauseneck, J. C. — Zie Reg. Tooneel. Krauszold, L., Theod. Morung der Vorbote der Refor mation. H. 34, 736. Krebel, G. F., Die vornehmsten europ. Reisen durch Deutschland u. s. w. II. 44. Krebs, J. P., Accentlehre d. Griech. Wörter. 871. — Vita O. Sigonii. 912. Krebs, K. W., Aestetische Bildung. H. 952. — Andeutungen z. richtigen Würdigung d. Schulen. H. 919. Gedanken üb. d. erwachten deutschen Sinn. II. 694. Ueber d. Lectüre deutscher Klassiker. 748. Verhaltniss d. Muttersprache z. d. Sprache d. klas- sischen Alterthums. 745. — Oratio de patrio sermone. H. 1022. — Erinnerunga. d. Stifter der deutschen Literatur. 748. — Ein Wort über Redeübungen. 763. [Verschil! geschriften over het onderwijs in Duitsch- land], H. 1059, 1060. Krecke, F. W. C., Windwaarnemingen. II. 295. Zie: Tijdschrift II. 287. Kreenen, J. J., Memoria W. G. L. Clarissii. 74. Kreet, H. A., Aanteek. op Vondels Palamedes. Hs. 7. — Brieven. Hs. 63. 1 Kreet, H. A., Onderlinge betrekking d. Europeesche talen. Hs. 1. Zie: Amnestien. II. 210. — Benson. 829. Kreet (De) d. menschlykh. bij de inneeming v. Prag. 482. — van verontwaardiging. Dichtregelen. 514. Krehl, A. L. G., Observ. ad Interpretes Graecos ac Latinos veteres libri Job criticae. II. 889. Krelage, J. H., Overdrukjes. Krelis Regtuut zijn rais na Ljnwt. 174. Kremer, A. J. C., Protestantsche Orgeldeuntjes. 514. Zie: Keg. Tooneel. Kremer, H., Beschrijving d. Prov. Groningen. II. 641. Kremer, J. M. — Zie Köllner. II. 738. Krep's, B. A. — Zie Reg. Tooneel. Kretschmann, K. F. — Zie Reg. Tooneel. Kretzer, H. — Zie Braga. 231. Kreukniet Jz., J. C., Tafereelen uit d. 80-j. strijd. 406. Kreyssig, F., Vorlesungen ü. d. deutschen Roman. 748. Krickeberg, K- — Zie Reg. Tooneel. Krieger, A. F. — Zie Fragmenter. II. 718. Krieger, F. W. (Leven van). Lb. 1882, 135. Krieger, J., Nagelaten gedichten en leven. 405. — Van Speyk. 502. Krieger, W. L., Dankstond. II. 598. — Kerkelijke rede. II. 239. — Plegtig dank- en biduur. H. 235. Kriegk, G. L., Die Völkerstamme u. ihre Zweige.II. 10. Zie: Schlosser. II. 10. Krieken, A. Th. van. — Zie Bodenstedt. 310. Krieken, G. S. van, Gedichten. - 405. Krieken, J. van, Uit het leven. II. 1000. Zie: Burger. 309. — Gray. 312. — Hebei. 310.— Lenau. U. 994. — Longfellow: n. 994. — Dit den vreemde. II. 1012. Kries, F., und E. Wüstemann, Reden über F. W. Döring. 750. Kriex, J., Animadversiones. II. 1044. — Noodige Verantwoordingh. II. 147. Krijgs-lied der verbondene legers. 491. Krijghsman (De On-ervaren). H. 135. Krijgsmans eer verdeedigd. H. 406. Krijgs-roman (Huidensdaegsche). II. 50. Krijgswetenschappen. II. 943. Krijgswezen en Verdediging v. Nederland. II. 299, 1050. Kristni-Saga. H. 787. Kristus. — Zie Christus. Kritiek en Uitlegkunde van het Onde en het Nieuwe Testament. II. 887. Kritiek v. h. Afseheidsw. v. J. W. Straatman. H. 1020. Kritobulus, Justus. — Zie J. Steengracht. Kritz, A. H. A., Flosculi sepulcrales in honorem M. Lutheri. EL. 36. Krizis (De) in Indië. II. 866. Kroeber, A. — Zie Fierabras. 944. Kroef, W. J. P., Feestrede. II. 582. Kroger, Stat. Darstel! d. Grafsch. Schaumburg. II. 720. Kroeger, A. E., The Minnesinger of Germany. 785. j Kröller, J. W. — Zie Verzameling. Hs. 55.
Kroese, H., Gedichten. 409. Kroese, N. D. — Zie Roosjen. II. 623. Kroeze Ramaker, H. — Zie Ramaker. Krohn, J., Neendörp. Plattdüütsche Rymels. 819. Krol, J., Bericht aan het publiek. II. 413. Krol, J. G. W., Afecheidleerrede. 730. Krom, C. C. N., Oud-Nederl. erfhuisrecht. II. 263. I — (Leven van). Lb. 1886, 278. Zie: Oorkonden. II. 409. Krom, H. J., Brieven a. M. Tyderaan. Hs. 63. [. — Leerrede. II. 1053. — Orat. funebr. in obitum J. Willemsen. 96. — Zegepraal der waarheid. 82. Zie: Brieven. II. 881. Krom, J. H., Leerrede bij 25-j. predikdienst. 730. Kromayer, J. H. - Zie Stephanus. 880. Kronenberg, A. J., Het Kunstgenootschap: Nil vo- Jentibus arduum. X. | — Hoe men Nederlandsch schrijft. 160. ~ Opgingen aangaande twee poütiekeZinnespeien. — Over Gerrit Paape. H. 969. f — Politieke Tooneel-libellen. CCLVII. [ — Overdrukjes. Kronenberg, B. J., en J. van Heekeren, Verhaal van het gebeurde. II. 506. Kronenberg, H. —■ Zie Reglementen. II. 632. Kronenberg, H. G., Mijne uitspanning. 399. ' Kronenberg, J. F. C. — Zie Rapport, n. 352. — Verslag. H. 508. Krones von Marchland, F., Festrede. H. 754. S Kronika fan Sassen in Rimen. 813. ! Kroniek d. stad Alkmaar. — Zie v. d. Wonde. II. 535. I — van Antwerpen. II. 796. I — <L Stadt Antwerpen. II. 796. I — ofte beschrijving v. d. stadt Antwerpen, n. 796. ■ — van Arnhem. — Zie van Hasselt, n. 423. I — (Van Brabant die excellente). H. 90, V — van de Huyse van Egmondt. H. 557. I — (Korte)... van Frederik Hendrik. II. 140 I — van Groningen. — Zie Hofsnijder. II. 639. I » het Historisch Genootschap te Utrecht. II. 62. I (Die) v. Hollandt, Zeelandt en Vrieslandt. H. 89. | van de Geschiedenissen in Holland, n. 90. 206 n°9i nd VaU den We landen. ■ — (Dits die Hollantsche). Hs. 42. ■ — (Nederl.) van Holland en Zeeland. Hs. 42. I — (Vaderlandsche) of Jaarboek van Holland. H. 90 I — van Hoorn. — Zie Rijp. n. 564. I — der Stad Leyden. II. 474. ■ — (Die oude rechtzinnige Academische). H. 474. ■ — der landen v. Overmaas. II. 657. ■ — (Vlaemsche) of Dagregister. II. 807. ■ — van Vlaenderen. II. 800. R Kronieken. II. 89. I Kronieken (Kamper). H 637. I — (Oude Friesche). H. 608. Kroniekje (Antwerpsch). II. 796. (Cort) van de graaven van Holland. H. 96. — (Kort). — Zie de Lange. II. 102. — (Beknopt) v. Groningen. — Zie Hofsnijder. H. 639. — van Roermond. — Zie van Beringen. II. 659. Kronieksken (Het oude Goutsche). H. 92. — (Onpartijdig) d. voornaamste Nederl. geschiedenis sen. II. 124. Krook. E., Bloempjes uyt zyn Zangnimphs tuin. 366. Zie: Keg. Tooneel. Kroon, A. W., Beschrijving van ’s Gravenhage. H. 455. Zie: van Wijn. 205. Kroon, D. — Zie Reg. Tooneel. Kroon, J. van Harmen (Leven van). Lb. 1882, 43. Kroon, T. T. (Leven van). Lb. 1879, 229. Zie: Ontwerp. II. 321. Kroon, W„ Bruiloftdicht. 546. Zie: Lampe. 261. — Verzamelingen. 180. Kros, J. — Zie Hanegraaff. II. 530. Kruegelstein, F. — Zie Wüstemann. 753. Kruger, E., De musicis Graecorum organis circa Pin dan tempora florentibus. H. 860. Uebersieht d. heut. Plattdeutschen Sprache. 816. Krüger, F. — Zie Verhandlungen. II. 919. I Krüger, J., Westphalische Volkssagen. 808. Tr ag° 0 dia v. Herode u. Joanne dem laufler. 805. Krug, Ueber deutsches Universitatswesen. 753. Kruger, J. — Zie Kuyper. II. 865. Krugius, P., De veterum Graecorum pictura parietum conjecturae. II. 860. Kruiger, J. D., Tentamen in Psalmo LXXIII. n. 888. Kruijer (De politieke), n. 203. (De zingende, vragtdraagende). 288. Kruijdt-Hofken (’t Geestelyck). 256. Zie: Liedt-Boeciken. 256. Kruijff, J. de, Aanspraak bij de instelling van Regen ten. II. 492. Aan den lasteraar van J. Luzac. 481. II. 506. — „ de leden v. h. gelegalizeerd Genootsch. 478. — Brief a. D. du Mortier. Hs. 63. — Gedichten. 368. — Grafdichten. 565, 576. Op de beeltenis v. Louis van Brunswijk. 469. — Redevoering over J. Nieuwenhuyzen. 87. Zie: Ad manes violatos Jani Wittii. 457. — Eer- *“']• f®*- — van %k. 76. — Oedenkteeken. 454. 455, — Gelegenheid. 474. — Leven. 67. — Lnzac. 2. — Nieuwjaarwenschen. 623. —Rede voeringen. 118, — Verzameling 462. Kruijff J.fil., J. de, Depublicationebonorum.il. 273. — De vagabundis. II. 292. Kruijff (de jonge), J. de, De hoop des wederziens. 385. Kruijssen, A. van der. — Zie Deugds-tooneel. 663. Kruijt, J. A., Atjeh en de Atjehers. H. 676 Kruijthoff Tz„ W. A. F. _ Zie Verzameling. 453. Kruimel, J. G., Delging van Staatsschulden, n. 283. Kruiningen (Heer van). — Zie P. A. de Huybert. Kruis (Het ghedurigh) ofte passie Jesu Christi. 650.
Krukkendans (Haagsche en Amisfoortse). 441. Krul, A. M. — Zie Reg. Tooneel. Krul, J. H., [Verschill. dichtwerken], 333, 333. Zie: Bloemlezing. 324. — Reg. Tooneel. Krul v. Stompwijk, J. V. W. en J. H. A. Scheers, Voorwerpen van Germaanschen oorsprong te Nij megen. II. 433. Krummacher, F. A., Katechismus d. bijbels. II. 906. Zie: Herder. 711. Krummacher, F. W. — Zie Toonen. 308. Krunder, S., Grafdicht. 573. Kruse, C., Mir oder Mich. 761. Kruse, C. A. W., Excurse üb. hollandischen und vlamischen Art. 57. Kruse, Fr., Budorgis oder etwas über d. alte Schlesien. H. 710. — Russische Alterthfimer. II. 768. Zie: Alterthümer. H. 687. Kruseman, A., De fidejussione universali. II. 937. Kruseman, A. C., Bouwstoffen v. e. geschiedenis v. d. Nederl. boekhandel. II. 961. — Beven van F. Muller. II. 961. Bb. 1881, 67. — Napoleons klagt op St. Helena. 418. — Het Teekenonderwijs op de lagere school. II. 327. — Een traktaatje voor jonge werklieden. II. 327. Zie: Bijdragen. II. 961. Kruseman, J., Beschouwing d. kontrakten. II. 669. Kruseman, J. D. — Zie Baud. H. 664. Kruseman, Mina, Een huwelijk in Indië. 687. — Meester Kritiek. 646. K. Sr. — Zie Reg. Tooneel. Kubalski, N. A., Mémoires s. l’expédition d. réfugiés Polonais en Suisse. II. 761. Kuchenbecker, J. P., Antiq. Hersfeldenses. II. 722. Kuderling, J., De lachrymis Christi. II. 28. Kudrun. — Zie Gudrun. Kfihner, R., Neue Anordnung d. Griech. Syntaxe. 871. Kiikelhan, B. — Zie Cadovius-Mfiller. 819. Kueu, D., Oberschwabisches Wörterbuch. 772. Kfinec Ortnides Mervart. 795. Knenen, A., Critices et hermeneutices libroruin N. Foederis lineamenta. II. 889. — De godsdienst van Israel. II. 24. — Het goed recht der modernen. II. 386. — „ Haagsche Genootschap. Gedenkschrift. II. 892. — Hist. krit. onderzoek n. h. ontstaan ... v. d. Boeken d. Ouden Verbonds. II. 887. Beven van W. Muurling. Bb. 1883, 199. n „ J. H. Scholten. Bb. 1886, 3. — Bijkrede op N. C. Kist. 730. Or. de accurate Antiquitatis Hebraicae studio Theo- logo Christ, magnopere commendando. II. 24. — Bes origines d. texte masorique de 1’Ancien Testar ment. H. 887. Volksgodsdienst en wereldgodsdienst. II. 21. — Overdrukjes. Zie: Apocriefe Boeken. 591. — Spreuken. 591. Künssberg, H., WanderungindasGermanische Alter- thum. II. 697. Küsel, J. J., Griech., Hebr., Poln. u. a. Vorschriften. 8. Kueser, M. — Zie Reg. Toonëel. Küttlinger, G. B., Observationes de Graecorum in litte- rarum studio imitatione. 869. Küttner, C. G., Wanderungen durch d. Niederlande. n. 401. Kuffeler, F. C. van der Meer van. — Zie Meer. Kuffeler, P. F. van, Declaratoir. II. 476. Kuhlmann, Q,. — Zie Biefmann. H. 710. Kuhn, A., Die Herabkunft des Feuers. II. 22. — Die Mythen v. d. Herabholung d. Feuers. II. 22. Zie: Beitrage. 25. — Sagen (Mark.). 807. — Sagen (Norddeutsche). 807. — Sagen aus Westfalen. 808. — Zeitschrift. 25. Kuhn, C. H. — Zie Catalogus. II. 57. Kuhn, E. — Zie Zeitschrift. 25. Kuhn, B. H., Spec, oecon. pol. inaug. II. 934. Kuinoel, C. T., Narratio de J. F. Fischero. 750. Kuipers, D., [Verschill. dichtwerken]. 377. Kuipers Koimans, D. — Zie Koimans. Kuipers, G., Brieven. Hs. 63. Zie: Bellamy. 723. Kuitert, B. — Zie Feestzangen. 512. Kuitert Cz., B.. De volkslier. 423. Zie: Liedjes. 520. Kuithan, J. W., Die Germanen und Griechen. 39. Kulenkamp Gz., G., De Saulo, mutate nomine Paulo. 897. Kulik, J. P., Jahresfeste d. christi. Zeitrechnung. II. 4. Kullarius, Jos. — Zie van Issendorp. 526. Kumpel, J. W., gen. Campbell, Aan den Admiraal Verhuell. 491. — Nagedagtenis v. d. Vader d. Vaderlands. II. 119. — (Onderschepte brief van). II. 473. — Recueil van stukken. H. 210. — Vaderlandsche Gedenkstukken. 384. Kumpel, M. J. W. — Zie Bilderdijk. 551. Kunisch, J. G., Handb. d. deutschen Sprache u. Biteratur. 748. Kunst (De) in Nederland. II. 323. Kunst en Betterblad. 133. Kunst door vrindschap volmaakter. — Zie Genootschap. — de Saint-Eambert. 315. Kunst wordt door arbeid verkreegen.—ZieGenootschap. Kunst-Akademie P Waar blijven de kunstscholen P H.323. Kunstbibliotheek (NederL). — Zie Bedeganck. 407. Kunstbode (Nederlandsche). H. 323. Kunsten (Beeldende)in het algemeen. H. 953. (Beeldende) in Nederland. H. 323. Kunsten (Schoone) in het algemeen. H. 951. (Schoone) in Nederland, n. 323, 1051. Kunstgenootschap. — Zie Genootschap. Kunstgrepen van ’s Bands graven (Voorlezingen over). Hs. 40. Kunst-ijver. — Zie Genootschap. Kunstkabinet (Parnassus). 229. Kunstliefde spaart geen vlijt. — Zie Genootschap. Kunstmin spaart geen vlijt. — Zie Genootschap. Kunstspiegel (De Nederlandsche). II. 323.
405 KUNSTWOORDEN. — L. J. TAN LAAK. 406
Laaren van Balen, A. J. G. van, Inmemoriam. 522. Laat de Kanter, L. M. de. — Zie Kanter. Laater, C. de, Evangelische gezangen. 266. Laatsman, W., Feestelijke godsdienstoefening. 11.1058. Labadie en de Labadisten. — Zie van Eerkum. 11. 358. Laban, F. — Zie Belustigungen. 804. Labare, J., [Yerschill. gedichten], 363. — Triomphe v. H. J. van Susteren. 450. Zie: Keg. Tooneel. La Barre de Beaumarchais, A. de, Le Hollandois on lettres sur la Hollande. II. 84. La Barre, Pasquier de. — Zie Pasquier. La Basse Moüturie, de, Itinér. de Luxembourg. II. 766. — Esquisse biogr. sur la Maison de Goethals. II. 69. Labbekack, C. — Zie Verzameling. 435. Labberté, H. M., Beschouwing d. rededeelen. 158. — Nieuw taalboekje. 148. — Schetsen uit het huiselijk leven. II. 86. — Vragen over taalkunde. 148. Zie: Jonctys. 336. Labberton, D. van Hinlopen, Handleiding tot de ken nis d. bepalingen op het Lager Onderwijs. II. 311. Labiche, E. — Zie Célébrités. 927. — Beg. en Suppl. Reg. Tooneel. Labitte, C. — Zie Rabelais. 950. La Borde, A. de, Opvoeding v. armenkinderen. II. 314. Labouchere, C. B., Disp. inaug. ad locum Grotii Introd. lib. H. part 16. H. 262. Laboulaye, Ed. — Zie Dupin. 935. La Calprenede, G. de, Cassandra. 663. — Historie van de Princesse Cleopatra. 663. Lacarrius. — Zie Tacitus. H. 687. La Chapelle, de. — Zie Reg. Tooneel. La Chapelle, A. de, Mémoires de Pologne. II. 771. La Chaussée, P. C. Nivelle de, — Zie Reg. Tooneel. La Chetardie, de. — Zie Fénélon. H. 917. Lachman, N. B. (ps.). — Zie H. Frijlink. Lachmann, C. (of K.), Betrachtungen über Homers Ilias. 873. — Ueber das Hildebrandslied. 787. — Zu den Nibelungen und zur Klage. 792. — (Leven van). Lb. 1851, 92. Zie: Auswahl. 780. — Hartmann von Aue. 790. — Nibelangenlied. 792. — Sagaenbibliothek. 851. — Specimina. 777. — Walther von der Vogel weide. 789. — Wolfram von Eschenbach. 790. Lachs, J. S., Unterricht taubstummer Kinder. 36. Lachvogels, Komische voordrachten. 426. La Cochez, J. de, Requeste. II. 178. Lacombe, A., Abrégé chronologique de 1’histoire du Nord. H. 771. Zie: Abrégé. II. 845. — Cantu. II. 854. Lacombe, F., Diet. d. vieux language Franpais. 934. Lacomblé, A., Peinture en Belgique. II. 794. Lacomblet, Th. 3. — Zie Archiv. II. 727- — ür- kundenbuch. H. 728. Lacoste, B. de, Aux Bourguemetres d. LRépubl. de Hambourg. II. 749. La Coudraye, C. de, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 71. Lacour. — Zie Challamel-Lacour. La Cour, de. — Zie Reg. Tooneel. La Court. — Zie van Hoogstraten. 360. La Court, J. en P. de. — Zie Court. Lacroix, A., Invent, d. Archives du Hainaut. II. 810. Zie: Chronique. II. 810. — Guerre. II. 1063. Lacroix, J. — Zie Reg. Tooneel. Lacroix, P., Histoire de la prostitution. IE. 12. — Mémoires curieux s. 1’histoire d. moeurs. n. 820. La Croix, P. de. Tooneel. Zie Mengelmoez. 277. — Reg. La Curne de Sainte-Palaye. — Zie Sainte-Palaye. Ladies (The three) of London. — Zie Engl. Plays. 843. La Dixmerie, N. Bricaire de. — Zie Reg. Tooneel. Lady Alimony. — Zie Engl. Plays. 843. — (The lost). — Zie Engl. Plays. 843. Lake- och örte-Bocker. 862. Laensbergh, M. — Zie Almanach. IE. 812. Laer Jr., A. van. — Zie Proza en poezie. 184. — Voor visschers gevangen. 184. Laer, J. W. van. Spec. acad. exh. varia Juris Belg. antiqui capita illustrata. 11. 262. Laere, B. van, Proeven v. Nederd. fabelen. 408. Laesebog (Dansk). 859. — (Islandsk). 851. — (Oldnordisk). 851, 852. — (Sanskrit). 974. — (Tijdsk) for Bansktalende. 761. Laet, F. de, Christelyke en vermakelyke gesangen. 255. — Grafdicht. 565. Laet, J. de, Belgii Confoederati Respublica. II. 395. — Historie d. West-Indische Compagnie. H. 677- — Be imperio Magni Mogolis. II. 864. — Notae ad diss. H. Grotii de origine gentium Ame- ricanarum. II. 872. — Persia s. regni Persici status. II. 865. Laet, J. van Borchloö, Pronosticatie. II. 100. Laet, J. A. de, Be Vlaemsche beweging. 65. — Vlaamsche zaak. 66. Zie: Verzameling. II. 966. Laethem, L. van. — Zie Reg. Tooneel. Laetitia publ. s. carmen triumph, in glor. Brittanornm, Belgarum et Sociorum militiam oet. 901. La Fage, B. F., Poematum libri tres. 897. La Faille, A. M. de, Bruiloftdicht. 542. La Faille, A. M. G. de, Bruiloftdicht. 542. La Faille, J. Baart de, Hulde aan G. Bakker. 69. — (Leven van). 96. Zie: Description. H. 8. — Studentenliederen. 292. — van Swinderen. II. 968. La Faille, S. Baart de, Overdrukjes. La Fargue, J. T., Consideration over d... brief. IE. 189. | — Geslaeht>schetsse v. d. Huize v. Nassau. II. 67. — Kallistratus ontmaskerd. H. 1001. — ’t Laatste Olisel v. d. koopman te R. IE. 189. — Onderzoek v. d. aanmerkingen enz. IE. 268. n m „ verhandeling ten redres en ver betering d. koophandels. II. 268.

Lambin, J. J., Beleg van Ypre. II. 805. — Esquisses historiques. II. 804. — Geschiedkundige onderzoekingen. II. 804. — Grafdicht. 565. — Origine de la Halle aux draps a Ypre. II. 805. — Tijdrekenkundige lijst. II. 804. Verhael v. d. moord van eenige schepenen. II. 804. Zie: Olivier van Dixmude. II. 801. — Verbondt. II. 801. Lambrechsen van Ritthem, N. C., Overdrukjes. Lambrecht, (Alexander, Gedicht vom Pfaffen). 791. Lambrecht (of Lambrechts), J., [Verschill. dichtwer ken], 342. — Deuchden-lof. 436. — Lof der bouw-lust. 436. — Néderlandsche Spellijnghe. 147. — Schoonheydts-ramplot. 435. — Vorstelycke minnelusten. 434. Zie: Lipsius. 305. — Keg. en Suppl. Keg. Tooneel. Lambrechts Hzn, A. — Zie Reg. Tooneel. Lambrechts, J., Lied v. d. Nederlandschenstam. 518. — Overdrukjes. Zie: Schuermans. 176. Lambrechts, M., Handboekje v. d. Zeeleerling. 163. Lambrechtsen, A. P., Bruiloftdicht. 543. Lambrechtson, N. C., Brieven a. M. enH. W. Tyde- man. Hs. 63. — Diss. sistens defensionem civitatis Vlissinganae A° 1572, in libertatem se vindicantis. H. 581. Zie: Wagenaar. II. 77. Lamé, E., Julian 1’Apostat. II. 29. Lameere, J., Les „communes vérités”. H. 793. Du formalisme dans le droit flamand. n. 793. — De 1’histoire du droit. II. 1047. — Le recours au chef de sens. H. 793. Lameere, J. B., Beschrijving van Loven. II. 815. Lamers, G. H. — Zie Bijdragen. H. 886. Lamers, G. H., R. Bennink Janssonius en J. J. van Geuns, Afscheids- en welkomstgroet. II. 459. Lamey, Johann Reuchlin. 754. Lamigue, J., Histoire du Prince d’Orange. H. 170. — Stances. 952. II. 624. Zie: Coetier. II. 177. — Moulinars. 952. La Miltière, P. de. — Zie Ch. Hugo. Lamme, A. — Zie Catalogus. H. 523. Reg. Tooneel. Lamme, A. J. — Zie Catalogus. H. 523. Lammers, L. — Zie Reg. Tooneel. Lammers, G. L. Toekamp. — Zie Toekamp. Lammers v. Toorenburg, C. P., Feestzang. 494. La Monnoye, B. de, Noels Bourguignons. 939. La Montagne, I. de. — Zie Brerewood. 27. La Montagne, Y. A. de. — Zie Dicht- en Kunst- halle (Nederl.). 134. — Onze dichters. 226. LamootjL’CTtilité d’une hist, génér. de Flandre. II. 799. Lamot, B. — Zie Reg. Tooneel. Lamotius, J. — Zie Goulart. H. 12. La Motte (de), Zinrijke Zinspeelingen. II. 994. Zie: d’Alembert.'927. La Motte, Houdart de. — Zie Houdart. Lampadius, J., De republics Romano-Germ. H. 691. Lampe, F. A., Geestelijke gezangen. 261. —■ Gileadi Balsamov. H. 1012. — Melk der Waarheit. II. 903. Lamping, J. A., Pauli Apostoli de praedestinatione decreta. II. 890. — De Staat en het Volksonderwijs. II. 313. — Kerk en School. H. 1050. Lamprecht (Pfaffe). — Zie Lambrecht. Lams, W. G. — Zie Previlegie boeok. H. 532. Lamy, B., Rhétorique. 934. Lamzweerde, J. B. van, Deductie. X. — Geluck-wenschingh. X. Lancel, Ant., Dialogue. II. 127. Lancelot (Roman van). 203. Lancereau, E. — Zie Chrestomathie. 976. Lancia-Christi. — Zie Boeckxken. 651. Lancival, J. Ch. J. Luce de. — Zie Luce. Land (Het). —- Zie E. M. Post. 635. Land, J. P. N., Hebreeuwsche grammatica. 982. — Keerpunt in de wijsgeerige ontwikkeling. II. 914. —- Principles of Hebrew Grammar. 982. — Over uitspraak en spelling. 154. — Overdrukjes. Zie: Hnygens. H. 327. Landa, N., Menschenliefde en oorlog. II. 52. Landau, G., Beitr. z. Geschichte d. Fischerei. H. 720. Landbar (Der). — Zie Dirckinck Holmfeld. 803. Landberg, C., Catalogue de manuscrits Arabes. 986. Landbouw. H. 290, 948. Landbouw (De). — Zie van Haren. 372. Land-EViescli. 821. Landgenooten (Aan mijne Friesche). 483. Landjuweel. Proza en poëzy. 184. Landman (De vrolijke). 288. Landmeter, C. H., Vriesche Versjes. 826. Landnamabok (Islands). H. 787. Landolt, H. M. F., Dictionn. polyglotte d. ternes tech niques militaires. 43. — Geschiedk. herdenking v. h. 25-j. bestaan v. h. Reg. Grenadiers. II. 306. — (Leven van). Lb. 1872, 59. — Militair woordenboek. 164. Zie: Hozier. II. 755. — Renard. II. 944. Landontginning. — Zie van Konijnenburg. H. 292. Landré, A. L. J. — Zie Reg. Tooneel. Landré, C. L., Overdrukjes. Land-Recht van Auerissel. II. 631. — (Het) van Drenthe. H. 654. — (Fivelingoër en Oldampster). U. 645. — van Hunsingo, Fyvelingo enz. H. 646. — „ Keizer Lodewijk. Hs. 37. i — der beyden Old’-ambten. II. 645. (Het Nieuwe) v. d. Ommelanden. H. 646. — (Das Ostfriesische). H. 715. — des Gerichts v. Selwerdt. H. 644. van Thielre en Bommelre-Weerden. H. 422.
Land-Reoht (Het) van Yeluwe en Veluwezoom. II. 421. I — (Gereform.) v. Veluwen vnd Veluwenzoom. II. 421. \ — van Wedde ende Wester Woldingelant. II. 646. Landrechten v. Groeninghen en Ummelanden. Hs. 52. I — (Gereformeerde) v. h. Ryck v. Nijmegen. H. 422. [ — van Overijssel (Aanteekeningen op). Hs. 52. I — van Over-Yssel. H. 631. Land- en Dijkrechten v. Overijssel enz. Hs. 52. Landt- en Stadt-Rechten (Gelrische). II. 660. Landtagen der Friesen. — Zie Wiarda. H. 616. Landtags-Handlungen u. vorgewesene streitige Sachen. II. 715. Landtbruks-Catheches eller Bond-Practica. II. 780. LandzLagh (Swerikes). II. 779. : Lane, C. van der (ps.). — Zie J. L. A. Schut. Lane Poole, R. — Zie Land. 982. La Neuville, de, Histoire de Hollande. II. 130,164. I — Historie van Holland. II. 130. Lanfrey, P. — Zie Jaubert.' 927. i Lang, L. — Zie Reiniger. 812. I Langbein, A. F. B. — Zie Verhalen. 675. L Lange, C. C. A. — Zie Kraft. 857. [ Lange van Wijngaarden, C. J. de, Geschiedenis d. Stad van der Goude. II. 454. I Lange, D. de, Gemeenebests bestiering. H. 93. I Lange, G. — Zie Untersuchungen. 851. I Lange, J. P., Nieuwe Christen Harptonen. 310. K Lange, J. P., und J. J. van Oosterzee, Der Brief d. Jakobus. II. 891. I Lange, O., Literaturgeschichtliche Lebensbilder. 748. I Lange, P. de, Batavise Romeyn. II. 148, 299. ■ — Guldene Annotation. 657. — Kort Kronykje beh. alle de voorn, geschiedenissen. JLL 102. I Langedult, P. — Zie Reg. Tooneel. I Langelaan, H. M., [Verschill. romans]. 681. B Langelaar Wz., H. A. van, Dichter! eerstelingen. 397. ■ Langen, J. Piek van, Neer! betrekkingen met andere staten. II. 280. I Langen, L., Lijkrede op J. Pechlinus. 731. I Langendijk Dz., .1. A., Overdrukjes. I Langendijk, P., [Verschill. dichtwerken], 363. ■ — Bruiloftdicht. 544. ■ — Drie blijspelen. CCLX. I — Grafdicht. 565. ■— Verzameling van jaargedichten. 217. ■ — (Leven van). 363. Zie: Clemens. 881. — Fak. 832. — van Gijsen. 356. Jaarzangen. 217. — Verzameling. 453. — Virgilius. 299. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. ■ Langendonck, J. M. van. — Zie Jan van Heelu. H. 98. ■ Langenschwarz, M., Vergoding van Gutenberg. 13. ï Langer, C. — Zie Mittheilungen. H. 753. B Langeraad, L. A. van, Guido de Bray. 928. B Langerak Oosterland, J., Bruiloftdicht; 533, 539. ■ Langhorne. — Zie Reg. Tooneel. B Langius, D. G., De visionibus Hildegardis. H. 34. 1 Langius, J. M., Philologia barbaro-graeca. 875. Langius, W. — Zie Lambecius. 23. Langlois, L. P., Julius of de naarstige jongeling. 711, Langmann, Adelheid, Offenbarungen. 797. Lang’s Graeuwen, B. de, Breves annotationes ad tit. Cod. Civilis de transactionibus. II. 267. Languet, H., Ad J. Camerarium epistolae. 891. Lanjuinais. — Zie Court de Gébelin (A.). 31. Lankeren, M. van, Bruiloftdicht. 540. Zie: Feestzangen. 463. Lankeur, P. — Zie Reg. Tooneel. Lannoy, J. C. de, Eerzang voor ’s lands verdedigers.468 — Grafdicht op S. v. d. Waal. 576. — Grafschrift op L. J. van Bek. Hs. 82. — Lierzang tot lof van Van der Does enz. 462. — [Verschil! dichtwerken], 379. Zie: Bilderdijk. 551. — Reg. Tooneel. Lanossovich, M., Anleitung z. Slavonischen Sprach- lehre. 967. La Noue (Franp. de), Correspondance. II. 116. La Noue, J. Sauvé de. — Zie Reg. Tooneel. Lans, W. H., Bijdrage tot de kennis d. Kolonie Suri name. II. 679. — Proeve over de oorzaken v. verval. H. 680. Lansherghe, J. van, Beschrijving v. Hulst. II. 577. Lansbin, De kleinmoedigheid enz. 396. Lanschot, F. A. J. van, Leven van J. B. Hugenpoth tot den Berenclauw. Lb. 1878, 107. — Stichtingen als rechtspersonen beschouwd. H. 266. Lansens, P., Alouden staet v. Vlaenderen. n. 800. — Ancienne colonisation des Flandres. II. 802. — Belgie’s geschiedenis. II. 790. — De Klokputten. n. 793. — Oorsprong.. d. geslacht-namen. 171. — Schat v. Zede- en Leerspreuken. 660. — Taelk. onderzoek n. d. bewoners v. W. en O. Vlaen deren. II. 802, Hs. 6. Lansens, Prudence, Lotgevallen van twee kunstena ren. 684. Lansens, Th., Maria Fierin. 685. — Overdrukjes. Lansle, J. van. — Zie J. van Elsland. Lantaarn (De). II. 977. Lanterne magique of toverlantaern. II. 544. Lantier, B. F. de. — Zie Reg. Tooneel. Lantregt. — Zie Landrecht. Lantsheer, H.W.,Woordenb.d. Fransche Zee-termen.48. Lantsheer, M. F., De rebus a L. P. van de Spiegel in Zelandia gestis et scriptis. H. 570. — Zelandia illustrata. H. 567. — (Leven van). Lb. 1878, 17. Lantsloot ende die scone Sandrijn. 203. XII. Lanz, K. — Zie Monumenta. II. 751. Lapekoer (De), fen Gabe Skroor. — Zie J. H. en E. Halberlsma. 825. La Pierre, A. J., Aanspraak. II. 456. Lapis, H. — Zie Kunstprent. II. 211. La Pise, J. de, Tableau de 1’Histoire des princes d’Orange. II. 67.
Lapland. XI. 770. Laplandsch. 991. La Porte, A. de, Diction, oft Schadt d. duytse en spaensche talen. 49. Lappenberg, J. M., Umfang u. Geschichte Helgolands. n. 844. — Overdrukjes. Zie: Arbeiten. II. 749. — Chroniken. II. 748.— Gaedechens. II. 749. — Murner. 814. Laprade, R. de, Discours de réception. 928. Ija Quewellerie, A. de, Grafdicht. 565. Larchey, L., Dictionnaire de 1*Argot Parissien. 938. Zie: Parise la Duchesse. 946. Lardner, N., De omstandigheden van het Joodsche volk. 722. Laren, C. van. — Zie Geisweit. 533. Laren, J. van, Geslachtsregisters. Hs. 56. — Inhout van Godts verbont. Hs. 32. — Nederl. vertaling van Jesaia. Hs. 30. Larenus Jr., Jod., Predicatien. Hs. 32. Larive, J. M., De kunst van declameren. 718. Larivière. — Zie Reg. Tooueel. Larmes sur le tombeau de P. Spanheim. 90. Larmite (De) que la femme vouloit tempter. — Zie Fabliaux. 947. Laroche, S. Wittwe von, 1'agebuch. n. 400. La Roche, Th. J. de. — Zie Reg. Tooneel. Larochefoucauld Liancourt (de), Derniers Conseils. H. 1058. La Roière, C. de, Overdrukjes. La Roque, A. de. — Zie Racine. 952. — Reg.Tooneel. La Rose, J. — Zie Reg. Tooneel. Larsen, A., Vie de Ashbjornsen. 857. Larsen, J. G. — Zie Fragmented H. 718. La Rue, P. de, [Verschil! dichtwerken]. 366. — Lofdicht. Hs. 28. — Geletterd Zeeland. H. 568. — Staatkundig en heldhaftig Zeeland. II. 568. (Genealogische aanteekeningen betreffende). Hs. 56. Zie: Keetelaer. 556. — Rethaan en Vincentias. 229. — Tijdkortingen. 229. — R*g. Tooneel L. A. S. — Zie L. A. Schippers. — Reg. Tooneel. La Saussaye, D. Chantepie de, Acht jaartallen her dacht. H. 38. — Afscheid- en Intredeleerrede. 727. — Brief aan Groen van Prinsterer. H. 312. — La crise religieuse en Hollande. H. 352. — De crisis. Kerke! tijdvragen beoordeeld. H. 352. — De godsdienstige bewegingen. IL 352. — Goliath et David. II. 342. Leerrede over Hebr. VIII: 1 en Joh. XX : 24 29. 734. — Leven en rigting. 656. — De nood der Kerk. H. 352. De plaats der theologische wetenschap. H. 885. — Het Protestantisme als politiek beginsel. H. 352. De roepstemmen van het jaar 1866. 725. — De toekomst. 656. La Saussaye, D. Chantepie de, Trois sermons sur Rome. H. 385. — Het wezen der Theologie. H. 386. — Een woord van toelichting. H. 885. — (Leven van). Lb. 1874, 153. — Overdrukjes.. Zie: Bijbelstudiën. II. 891. La Saussaye, J. R. S. C. de, Dictionn. Franpais-Hol- landais. 48. La Saussaye, P. D. Chantepie de. — Zie Noord en Zuid. 132. Lasco, J. a. — Zie Testament. 593. La Serna Santander, de. — Zie Catalogue. H. 57. La Serre, de, Entrée de la reine-mère etc. H. 140. La Serre, J. de, Fatsoenlycke sendbrief-schrijver. 181. La Serre, J. L. I. de. — Zie Reg. Tooneel. La Serre, J. P. de, De spiegel die niet vleid. 313. Zie: Spiring. 358. La Serre, P. de, Graf d. wereltse vermaeckinghen. 703. La Seur, N., Bruiloftdicht. 535. La Seur, P. — Zie Tentoonstelling. IL 314. Lasius, O., Das Friesische Bauernhaus. H. 715. Laske, J. — Zie Abbildungen. n. 744. Lasonder, B. A., A. des Amorie van der Hoeven Sr. in zijn eer als Protestant gehandhaafd. II. 387. Lasonder, E. H., De eerste steen. H. 721. — Een steen voor Enschedé. H. 637. — De Vader des Vaderlands. II. 120. Zie: Saga. II. 787. Laspeyres, E., Geschichte d. volkswirthschaftliche An- schauungen. H. 281. Laspeyres, E. A. Th. — Zie Lex Salica. H. 702. Lassberg, von. — Zie Hugo van Langenstein. 796. Lassen, C., Beytr. z. Deutung d. Eugubinischen Tar feln. 877. Zie: Anthologie. 974. Lastdrager, A. J., Belegering d. Kasteels v. Antwer pen. U. 248. Bijdrage tot de geschiedenis v. h. onderwijs in Ne derland. H. 310. — Gedenkstuk d. verlossing van Nederland. II. 230. — Geschied, van het Koningr. d. Nederlanden. H. 238. — Nieuwste geschiedenis van Nederland. II. 241. — Tafereel d. omwentelingen. H. 51. — (Leven van). Lb. 1855, 159. — Overdrukjes. Laster-kladde d. landverraderie. — Zie Oudaan. 437. Lasterzugt (Voor de) ..., scherp-hekelend-hekeldicht. — Zie le Francq van Berkhey. 374. Latendorf, F., Zur Kritik u. Erklarung des Reineke Vos. 815. Zu Lauremberg’s Scherzgedichte. 818. — Zur Sachsischen Weltchronik. 813. Zie: Franck. 768. II. 911. — Luther. II.966. Neander. 770. — von Passavunt. 768. Latham, A. — Zie Reg. Tooneel. Latham, R. G., The English Language. 832. Latomus, J. — Zie Jovius. 884. I Latouche, A., Panorama des Langues. 40.
27 Latouche, A., Overdrukjes. La louche, Guymond de. — Zie Guymond. La Tour, L. de, Tooneelen uit de riddertijden. 673. La Tour-d’Auvergne-Corret, Origines Gauloises. 863. La Tuillerie, de. — Zie Reg. Tooneel. Latijn. 877, n. 1027, Hs. 34, 83. Laube, G. C. — Zie Mittheilungen. n. 755. Laube, H. — Zie Reg. Tooneel. Laubmann, G. — Zie Catalogus. II. 735. Laude, P. J., Catalogue méthodique d. MSS. de la Bibliothèque publ. de Bruges. II. 803. Lanenburg (Hertogdom). II. 716. Lauer, J. F., Litterarischer Nachlass. 874. Laugier de Tassy, Beschrijving v. Algiers. II. 869. Laujon, P. — Zie Reg. Tooneel. Laun, F. — Zie Reg. Tooneel. Laurenberg, J. — Zie Classen. 753. Laurenbergus J.Gfil., Antiquarius. 883. Laurence. — Zie Reg. Tooneel. Laurencin (ps.). — Zie P. A. Chapelle. Laurens. — Zie Verkindert. II. 346. Laurens Jansz. Koster, Jaarboekje v. typogr. vereeni- gingen. 18. Laurent, H. M., Overdrukjes. Laurent, J. Th., Jesus Christus die Wahrheit u. s. w. 803. Laurentius. — Zie Summe le roy. 608, 609. Laurentius, H. W., Dichtlievende uitspanningen. 407. Laurentius, Jac. — Zie van Eeghen. II. 1042. Laurentius, L., Grafdicht. 567. Laurillard, E., [Yerschill. dichtwerken]. 421, 422. — [Verschil! prozawerken]. 644. — Aandenken aan H. T. de Blaauw. 71. — Afscheidleerrede. 730. — Balthasar Gerards. II. 120. — Een dag van goede boodschap. II. 114. — Feestrede Gustaaf-Adolf-Vereeniging. II. 1052. — Een geroep uit de diepten. II. 257. Leerrede t. bevestiging van G. van Gorkom. 728. » » >» ,, W. Scheffer. 732. — „ over Dent. XXVI: 11. n. 233. — Leven van W. H. Suringar. Lb. 1873, 215. — Natuur, Zwaard en Evangelie. II. 305. — Rede in de Pieterskerk te Leiden, n. 515. — Rust een weinig. Oudejaarsavondgedachten. 196. — De scherpste doornen om het edelste hoofd. 656. Spreuken en gezegden aan den Bijbel ontleend. 172. — Stekelkruid. II. 999. — Tiental leerredenen. 726. Toespraak bij het halve eeuwf. v. Waterloo. II. 237. — Volksbloei en Volksverval. II. 238. Voor meer dan één leven. Leerredenen. 726. — Vuur. Dichtregelen. 517. — De Watergeuzen. 520. — Wat is er geschied P II. 52. — Wederom krijg! II. 52. — De zeven hoofdzonden. 656. Laurillard, E., Overdrukjes. Zie: Andriessen. 643. — Bato. 707. — Bibliotheek v. volksvoordrachten. 689. — Harrebomée 172 — Nieuwjaarwenschen. 523, 624. — Onesimus. a l n ~ P J-n a en P° ëzie ' l84 - — Reuter. : ’ SS?’. T, Silhouetten. 233. — Volksalma nak (Christel.). 189. — Voor visschers gevan- gen. 184. 6 Laurillard, J. _ Zie Reg. Tooneel. Laurin, ein altdeutsches Gedicht. 794. Laurin und Walberan. — Zie Heldenbuch. 780. Laurman, M., Naamlijst d. Predikanten. II. 625. Laurman, M. T., Sliucht in Riucht. 825. Proeve v. kleine taalkundige bijdragen. 174. Lans Deo, salus populo. — Zie Psalmen. 247. Lausitz (Boven- en -Neder-). II. 709, 710. Lauts, G., De Adressen ... beschouwd, n. 338. Eléments de la Langue Hollandaise. 145, 151. — Handl. aardrijksk. v. Oost- en West-Indië. n. 662. — Invloed d. Fransche Staatsomwenteling. II. 210. — De Kaapsche landverhuizers. II. 683. — Leven van Willem de life. II. 255. — Voorlezingen o. d. Nederlandsche Letterkunde. 59. Woordenb. d. Nederl. gelijkluidende woorden. 159. » v. d. spelling d. Nederlandsche taal. 151. — (Leven van). Lb. 1867, 141. — Overdrukjes. Zie; Vervolg. 156. — Zelfopoffering. II. 244. — Suppl. Reg. Tooneel. Lauwer- en Cyprische-bladeren (sic). V. Lauwerbladen v. d. zonen der vrijheid. — Zie Blussé. o74. Lauwerkrans om de hoofden d. Zeehelden. — Zie Swildens. 468. ... om het hoofd d. martelaren .. te Thoorn. 447. Lauwerkranssen.. om de Hoofden d. Chirurgyns. 449. Lauzanne. — Zie Reg. Tooneel. Lavalette, Nichault de. — Zie S. Gay. Lavalleye, E. — Zie Ernst. II. 657. Lavater, J. C., Aansporing tot bekeering en geloof in Christus. 653. 8 Broederlijke brieven a. verscheiden jongeHeeren.653. — Gebeden. 653. — Jesus Messias... in gezangen. 308. — Leerr. over d. plichten eens christen leeraars.II.761. — (Werkjes over). II. 761. Zie: Keg. Tooneel. Lavatherus, L., Hist, de orig. et progressu Contro- versiae Sacramentanae de Coena Domini. H. 895. Van de spooken, nagtgeesten enz. 691. Laveleye, E. de, Histoire de la langue et de la lit- térature Provengales. 923. — De Landbouwkunst in ... België. II. 795. » » in Noord-Nederland. H. 290. — Volksonderwijs. II. 918. — Voorzitter Garfield. H. 874. Lavender (’t Wit) tot Amsterdam. — Zie Rederijkers- kamer. J Lavergne, L. de. — Zie de Laveleye. n. 290. La Vigne, D. de. — Zie Antwoorde. H. 368.
Lavillette, C. A. de, De bedroefde Kristen vertroost.723. — (Lijkrede op). 730. Zie: Michaëlis. 982. La Volpeliere, de, La Hollande aux pieds du roy. n. 155. Laxdaela-Saga. 854. Laya, J. L. — Zie Reg. Tooneel. Lazarus opwekking. — Zie C. R. Bilderdijk geb. Woest- hoven. 389. Lazarus in 4 bespiegelingen. — Zie Loosjes. 639. L. B. L B. F. — Zie Colloquia. 43. L. C. — Zie L. Clock. L. C. N. — Zie Kees Knol. 438. L. D. E. D., Aan H. van Alphen. 194. Lebeau. — Zie Redevoeringen. II. 792. Lebedew, B. — Zie Spraakkunst. 879. Le Bêgues, Lambert (ps.). — Zie T. 3. P. Beguin. Leben n. Thaten d. See-Heldens M. de Ruyter. II. 163. | (TJeber das) n. d. Lebre des Ulfila. 744. Lebensgeschichte d. unsterblichen Antors. 800. Lebert, P., Open brief aan den Paus. II. 338. — Waarschuwende roepstem. II. 338. Le Blanc de Guillet, Anton Blanc, dit: — Zie Reg. Tooneel. Lebon, L., Instruction primaire en Belgique. II. 794. Le Bos, E., Causeries Bretonnes. 866. Le Boucq, P. J., Histoire d. troubles. II. 831. Lebret, J. F., De Jac. Andreae vita. II. 37. Lebrocquy, P., Analogies linguistiques. 65. De dulle Griete. 273. Da grande question de 1’orthographe flamande. 65. Le Brun. — Zie Pigault Le Bran. Lebuinus. — Zie Ver Loren. II. 636. Lecce, Fr. M. de. — Zie Vergleiehungstafeln. 39. Le Chanteur. — Zie Thierry. II. 582. Lechner, E. — Zie Vital. 961. Le Clerc, J. — Zie J. Clericus. Le Clerc, J., Geschied, d. Vereen. Nederlanden. II. 109. Histoire d. Provinces-Cnies. II. 109. Le Clerc, 3. V. — Zie de Montaigne. 950. Le Clercq, C., De transfugis reddendis. II. 932. Le Clercq, P., De geschiedenissen d. Vereenigde Nederlanden. II. 176. — Huwelijks Mintafereel. 363. De Staatkunde der Hollanders. II. 165. Zie: Avanturesse. 668. — Boileaa. 814. ' van Effen. II. 1010. —d’Estrades. II. 191. — Steele. 682. — Reg. Tooneel. Lécluse, FL, Grammaire Basque. 993. Le Comte, F. C., Flexion des verbes Franpais. 933. Lepons de littérature hollandaise. 226. de la sagesse. — Zie Debonnaire. 953. Leconte, A. — Zie Coligny. 942. Leconte de Lisle, Ch. M„ Poèmes tragiqnes.II. 1033. Lectionarium of Evangelie-boek. Hs. 14. Ledeboer, A., Bruiloftdicht. 549. Zie: Onderwijs. II. 905. Ledeboer, A. M„ Besluit v. d. Gemeenteraad te De venter. II. 636, Ledeboer, A. M., Boekdrukkers in Nederland. 14. — Alphab. lijst d. boekdrukkers in Nederland. 15. — Het geslacht Van Waesberghe. 16. B. Ledeboer. Een levensschets. 83. Notice bibliogr.d. livres imprimés avant 1525.11.635. Mijn verblijf aan het Bad bij Bentheim. II. 713. — Overdrukjes. Ledeboer, B. (Leven van). 83. Ledeboer, J. M., Overdrukjes. Ledeboer, L. G. C., [Verschill. dichtwerken], 410. A.d Juvenes Academicos. II. 507. Lofzangen voor kinderen. 428. (Ter nagedachtenis van). 83. j Vaderlandsche toonen. 502. Ledeboer Az., L. V., Gedichten. 407. Ledeboer Bz., L. V. — Zie Catalogue. II. 523. Ledebur, L. von, Blicke auf d. Literator d. letzten Jahrzehnten. 748. Die fünf Münsterschen Gaue. II. 714. Geschichte d. Stadt Vlotho. II. 726. TT«8ni«^hn Alterth. d. Regierungsbezirks Potsdam. n. 7io. Das Land der Bracterer. IL 14. — Der Maiengau oder das Mayenfeld. II. 731. Nordthüringen und d. Hermundurer. H. 745. Ledeganck, C. of K. L., [Verschill. dichtwerken]. 407. — (Leven van). 83, 407. Burgerlijk Wetboek. II. 793. Ledeganck, Karei. — Zie Hadewijch (Zuster). 200. Leden (De) d. Kamer der Goudsbloemen a. d. rege- ring v. Gouda. 220. Lodenberch, G. van. — Zie Sententie. U. 134. Ledetraad til Nordisk Oldkyndighed. II. 773. Lediard, T. — Zie Bailey. 838. Leduc, H„ Roman de Foulque de Candie. 948. Le Duchat. — Zie Ménage. 933. Lee, A. van, Haarlem’s regt op de eer d. uitvinding v.'d. ■boekdrukkunst. II. 961. Het Schildersmodel. H. 327. Zie: Rathgeber. II. 324. Lee, E. van, Brief a. 3. Kinker. Hs. 63. Lee, M. H. van, De Nieuwsbladen. II. 962. — Het Zegelrecht d. dagbladen. 20, 63. — Overdrukjes. Leedenstrydt. — Zie Stikke. 334. Leeder, C., Beitr. z. Geschichte d. Arnau. II. 75b. Leeghwater J.Az., Haarlemmermeer-boek. II. 528. Leekedichtjens van ouden datum. 224. Leemaen, L. (Lijkrede op). 730. Leemans, C., Handl. b. h. bezigtigen v. h. Japansch museum von Siebold. ü. 504. Romeinsche oudheden te Maastricht. II. 659. „ Rossem. II. 436. Het Rijks Museum v. oudheden. II. 504. , Vergelijking v. twee Neder! Getijdeboeken. Hs. 17. _ ° T ffl^ n EbM«. 686. —HorapolUnis. II. 868.— Kunst. II 328. — van Loon. U. 71. — Reuvens. 105. Veder. 503. — Verslag. 11. 508. - Wandalisme. II. 483.
Leemans, J., Onze taal in vorige eeuwen. 62. Leempoel. — Zie Naamlijst v. Tooneelspellen. I. Leems, Kn. — Zie Bask. 992. Leenbrief betr. goederen te Maarssen. Hs. 52. Leenbrieven van de 14e—17* eeuw. Hs. 75. Leendertz, D. — Zie Sententien. II. 136. Leendertz, C. — Zie Bemint elkander. 707. Leendertz Wz., P., Overdrukjes. Zie: Bonman. 173. — Dirc Potter. 208. — Hooft. 324. — Huygens. 380. — Japix. 824. — Na- vorscher. 131. — Willem van Hillegaersberch.204. Leene, J. van. — Zie Burmannus. I. Leene, J. van den, Théatre d. 1. noblesse de Brabant. H. 812. Leenheer, J. de, Theatrum stultorum jocoserium. 306. Leent, F. H. van, [Verschil! dichtwerken]. 422. — [Verschilt, kinder- en prentenboekjes], 715, 716. — Grafdicht op J. P. de Keyser. 568. Zie: Cornelia. 190. — Dichterschat. 225. — Flora. 190. Leer (De) d. Hervormde Kerk, betr. de volharding d. Heiligen, n. 379. Leer, A. L. van. — Zie Reg. Tooneel. Leer, B. van. — Zie Neu-Süd-Wales. H. 884. Leeraar (Ben Hervormd). — Zie M. A. Amshoff. Leerboekje bij het godsdienstonderwijs. H. 910. Leerdichten (Middelnederlandsche). 207. Leergraag, J., Zeven en twintig vragen. H. 197. Leeringen (Verscheyde) van Augustinus enz. Hs. 20. — (Devote). Hs. 23. Leeringhe (Eene goede). Zedespreukenoprijm. Hs. 11. — (Een seer nutte) van den anxte godes. Hs. 23. Leerius, J. — Zie Reg. Tooneel. Leerrede voor het volk van Nederland. H. 205. — aen myne Land-genooten. II. 206. Leerredenen (Verzamelingen van). 719 II 1017. (I*ersoneele). 726. n. 1017. — zonder bijzondere aanleiding. 734. H. 1019. — (Kerklijke) gehouden in Braband enz. 723. —.. op de gebeurtenissen (v. 1830). H. 247. Leers, J. F. C. — Zie Naamregister. H. 353. Leerstellingen (Twintig) d. R. Kath. Kerk. n. 338. Lees, T. — Zie Easther. 841. Lees- en leerlesjes (Negen). — Zie Dercksen. 420. Lees- en Zangboekje voor de jeugd. 425. Leesboek (Nederlandsch). 156. — voor [blinde] kinderen. H. 316. — voor de volksschool. 156. Leeskabinet (Het). 129. H. 975. — (Nieuw). 132. Leeslesjens voor h. kunstmatig leezen. 155. Leesoefeningen (Nieuwe). H. 79. Leeuw (Den door list en geweld aangevallen). H. 199. — (Herstelde). — Zie van Aitzema. H. 143. — (De Nederlandsche). — Zie Genootschap. Leeuw, A. — Zie Reg. Tooneel. Leeuw, A. G. de. — Zie De Zwaluw. H. 977. Leeuw, C. de, Christelycke plicht-rijmen. 255. Zie: Pers. 322. — Psalmen. 237, 240, 242, 247. Text-Psalmen. 242. — üitbreyding 239. Leeuw, F. W. van der, Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 63. Leeuw, I. de, Elegia de Scholasticae Provinciae com- modis et incommodis. 898. — Leerrede over Hebr. H: 2. 735. Leeuw, J. C. de, Toestand d. Anna Paulownapol- ders. H. 535. Zie: Hinlópen. II. 635. Leeuw, P. de. — Zie Hanegraaff. H. 530. Leeuw, S. de, Oratio de Caesare. II. 852. Leeuwaarden, N. 8. van. — Zie Zielsverlustiging. 260. Leeuwaerden, J. van, Bruiloftdicht. 545. Leeuwe, A. van, Bruiloftdicht. 542. Leeuwe Dirkx, J. — Zie Brown. H. 43. Leeuwen, Lat. bruiloftdicht. 906. Leeuwen, A. van, Analytische ontwikkeling. II. 940. — Geschenk voor de jeugd. n. 465. Leeuwen, Claes van. — Zie Minnedichten. Hs. 29. Leeuwen, D. C. van, Aan A. Le Pla. Hs. 28. Leeuwen, D. F. van. — Zie Verzameling. H. 535. Leeuwen, F. van. — Zie Reg. Tooneel. Leeuwen, G. van, Diss. inauguralis. H. 934. — Leven van J. A. Kluppel. Lb. 1863. 75. — (Leven van). Lb. 1872, 245. Leeuwen, J. van, Bruiloftdicht. 535. Zie: Reg. Tooneel. Leeuwen, Jac. van, Algemeen overzicht v. h. Archief v. Friesland. H. 605. Algem. staat d. geborenen enz. in Vriesland. H. 611. — De Generaal Baron v. Aylva en zijn geslacht. H. 155. — Het Geslacht Sirtema van Grovestins. H. 71. — Herinnering aan U. Aylva v. Burmania. 73. — o ,, S. van Goslinga. H. 175. — Hulde aan Eise Eisinga. 76. — Koning Willem n in Friesland. H. 614. — Lijst van boeken in het Archief v. Friesland. H 605. — Register op de Openbare werken. II. 617. — » » het Groot Plakkaat boek. H. 615. — Tafereel van den watervloed. H. 614. — Vaarwel aan den Koning. 509. — Verhaal v. d. giftmoord d. Weynma. H. 624. — De veroordeelde diohters. 401. — (Leven van). Lb. 1858, 218. — Overdrukjes. Zie: Beneficiaalboeken. H. 615. — van Berg. 528. Catalogus. H. 605. — Courant. 625. — Gedichten. 232. — Hilarides. II. 609. — Jierboeckje. 828. — Stukken. II. 607. — Werken. II. 608. Leeuwen, Joh. van (Leven van). Lb. 1884, 31. Leeuwen, Joh.v. [Verschill.Lat.gedichten].900.II.1030. Leeuwen Jr., Joh. van, Comm. de Aiacis Sophoclei au- thentia et integritate. 875. Leeuwen, J. A. C. van, Neerl. jongelingschap. H. 279. Leeuwen, J. D. van, Brieven a. M. Tydeman. Hs. 63. Zie: Chronicon. II. 437. Leeuwen, M. van. — Zie Aartsen. 527. Leeuwen, S. van, Batavia illustrata. n. 75.
Leeuwen, S. van, Beschrijving van het Lngd. Bata- vorum. II. 461. — Manier van procedeeren. II. 271. — Over den Oorspronck... d. Edelen. IL 264. — Woordenboek v. h. Notarisschap. 163. Zie: Costumen. II. 444 —Handvesten. II. 444. — Placaet-boeck. II. 108. — de Riemer. Hs. 84. — Verhaal. II. 469. Leeuwen Sz., S. van, Den Hollandschen droomer. 631. Leeuwen, Th. van, Geschiedenis v. b. Wapen-Genoot- schap Tot Nut der Schutterij. II. 544. Leeuwen, W. H. van. — Zie Afscheidsbrief. II. 335. Leeuwenhoek, A. van (Werken over). 83. II. 969. Leeuwerck (Euangelische). 257. Leeuwerk (Zeister). 281. Le Faucheur, M., Uitspraak en gebaarmaking van een Bedenaar. 717. Zie: Voordracht. 718. Lefebure, G. de St. Ildephont, Itinéraire historique... d. VU Provinces-Umes d. Pays-Bas. II. 400. Lefebvre, A., Histoire d. Cabinets de 1’Europe. II. 52. Lefebvre de Behaine, Ed. —Zie A. Lefebvre. II. 52. Lefeuve, Les anciennes maisons de Paris. II. 829. Lefèvre, A. — Zie Perrault. 958. Lefèvre, J., Annales de Hainaut. H. 810. Le Fèvre, P. F. A. — Zie Eeg. Tooneel. Lefèvre, S. — Zie Harpzangen. 244. Lefèvre Pontalis, A., Vingt années de république parlementaire. H. 157. Legaat van Gillis Blasius Stern. — Zie Donker Cur- tius. 637. Legendarium (Forn-Svenskt). 861. Legende van Broer Casper. II. 172. — (De) van den Geusen troubele over Zeelant. II. 569. — (Gulden) van den Nieuwen St. Jan. II. 132. — van St. Joris. Hs. 79. — ofte Historye van de practycquenderdieven.176,706. Legenden. 694. — (Hoogdnitsclie), Sagen, en Sproken. 807. — (Middelnederlandsche). 206. Legenden van Heiligen. Hs. 14. — (Mittelniederdeutsche u. mittelgriechische). — Zie Frühlingsgabe. 778. — (De Guide) v. d. Stadthouders. H. 149. in Bearbeitung d. Dichter Deutschlands. 807. — (Limburgsche). 690. Legendes et traditions de la France. 957. Legends of the operations of the army of Cumberland. H. 874. Leger, F. P. A. — Zie Eeg. Tooneel. Leger-praetje tusschen ses personen. II. 159. Leges Civiles (Sveciae Eegni). II. 779. — Francorum Salicae et Eipuariorum. H. 702. Provinciales (Sveciae Eegni). II. 779. — Begis Canuti Magni. H. 841. — Salicae illuBtratae. H. 702. Studiósorum Amstelaedami. II. 557. — Suecorum Gothorum. H 779. Legis, G. Th., Die Eunen und ihre Denkmaler. 738. Legis, G. Th., Woordenboek d. Noordsche godenleer. II. 775. Le Glay, A., L’église métrop. de Cambrai. n. 829. — Maximilien I, empereur d’Allemagne. H. 694. — Mémoire sur quelques Inscriptions. II. 827. — Notice sur J. B. Carpentier. H. 829. Zie: Analectes. II. 830. — Balderic. II. 828. — Correspondence. II. 100. Le Glay, E. — Zie Fragments. 944. — Baoul de Cambrai. 944. Legonidec, J. F. M. M. A., Diet. Celto-Brcton. 866. — Grammaire Celto-Bretonne. 866. Legouvé, E. — Zie Suppl. Eeg. Tooneel. Legouvé, G. M. J. B. — Zie Eeg. Tooneel. Le Grand, Verrassing v. Bergen op Zoom. II. 406. — Overdrukjes. Le Grand, A., Leerrede bij 25-j. predikdienst. 728. Legrand, M. A. — Zie Eeg. Tooneel. Le Grand d’Aussy. — Zie Fabliaux. 942. Le Grand de Eeulandt, M. S. E. V., Discours. H. 798. — Overdrukjes. Legrant, J., Le livre des bonnes meurs. Hs. 35. Le Gras, A. J. — Zie Blijspelen. XVTH.—Reg.Tooneel. Lehardy de Beaulieu, A., Overdrukjes. Lehmahn, J. G., Dynasten v. Westerburg. H. 721. Lehman, P. A. — Zie Hugonis Grotii.. manes cet. 78. Lehman, E., Overdrukjes. Lehman Eotscheid, Waarom hebben wij de oranje kleur laten wapperen? H. 65. Lehmann, C. C., Tract, de officio Superintendentis in Electoratu Saxoniae. H. 739. Lehmann, J. G., Fremde Wörter in der deutschen Sprache. 765. Lehmann, Th. — Zie Jahrbücher. H. 717. Lehms, G. C., Teutschlands galante Poetinnen. 749. Lehneman, J., Historische Nachricht. H. 722. Lehnert, L., De foedere Ionico. II. 859. Lehodey, J. B., Cours de Gramm. Franjaise. 931. Lchranstalt (Die K. Württembergische) f. Land- u. Forst-wissenschaft. H. 742. Leibing, F., Die Inscenirung d. Luzerner Osterspiels. 805. Leibnitz, G. G. (of G. W.), Collect. Etymologica. 37. — Epistolae. 892. — Ermahnung an die Teutsche. U. 694. Mantissa Codicis juris gentium diplomatic! II. 931. (Probe einer Ausgabe d. Briefwechsels). 757. Zie: Epistolarum select... decas. 889. — Huygens. II. 940. — Leges, n. 702. — Shigt-bök. II. 748. — Tacitus. H. 687. Leichtlen, E. J., Versuche iib. die Keltische Sprache. 863. Leiden op 12 Jan. 1807. 488. T.»!daman (De)... door ’s Gravenhage. II. 457. Leigh, E. et H., Select Observations. II. 849 Leister (Ehijnsburger). 279. Leitch, J. — Zie Mueller. H. 21. Leit,fad«n z. Nordisehen Alterthumskunde. H. 773. Leitzmann, J. J. — Zie Eathgeber. H. 324.

Lennep, J. van, [Verschill. oudheidkundige verhande lingen]. Hs. 73. — [Verschill. dichtwerken], 406. Hs. 28, 29. — [Verschill. romans]. 675, 676. Hs. 30, 31. [ „ „ in Fransche en Hoogd. verta lingen]. 676. II. 1014. — Dramatische werken. XVll. Hs. 32. — Aanmerk. op het Ontwerp d. Grondwet. H. 253. — Alledaagsche hokken in het gesprek. 159. — Antw. op de uitdaging van C. Vosmaer. n. 233. — Bij de geboorte v. C. van Lennep. H. 1005. — Brief aan D. Donker Curtius. H. 254. — „ „ Joan Muller. H. 254. — Doctrina op het bal van Amicitia. 508. — De E-legende. 160. — Galerie Guillaume H etc. Hs. 48. — Het Gebeurde op ’t Bruilofts-maal v. D. J. v. Lennep. H. 969. — Gedenkboek d. Doorl. School te Amsterdam. H. 555. — Geschiedenissen v. Noord-Nederland. H. 81. Hs. 40. — Gezangen inwijd, gedenkteeken Van Speyk. II. 1003. — Herinneringen uit den worstelstrijd m. Spanje. H. 119, Hs. 43. — Hij komt! 513. — Hulde aan Van Speyk. 502. — Iets over citaten. 657. — De ijzeren spoorweg. 508. — Jagerslied. — De Heer van Culemborg. 293. — Klaaglied d. Flora Tournesol. 517. H. 1065. — Koorzang 200-j. bestaan d. Doorl. School. H. 1003. — Leven van C. en D. J. van Lennep. 83. — Lied t. inwijding v. h. gebouw Concordia. H. 1004. — Lied v. d. Koninklijke Jagers. 500. — Lied voor 15 Nov. 1863. 517. — Over maponnieke liederen. Hs. 7. — Maria van Bourgondië enz. Hs. 54. — Neerlands Boem. Hs. 44. — Ben nieuw lied op het 50-j. bestaan v. Doctrina. 508. — Ons rijk in vroegere tijdperken. H. 393. Hs. 46. — D. P. Pers en zijn werken. Hs. 7. Proeve van Piat-Amsterdamsch. 173. u eener verduitsehing d. Grondwet. 163. — Over Taal en Spelling. Hs. 3. — „ Titels in brieven. 182. — Uitboezeming bij h. hooren d. schrikmaren. H. 1003. De uitlegging d. woorden Besloten plaatsen. 165. — Vaderlandsche geschiedenis. Hs. 40. — Verantwoording [tegen W. Hecker]. II. 81. Vermakelijke anekdoten. 660. „ Spraakkunst. 147, Hs. 3. „ Latijnsche Spraakkunst. 879. Over de Vrouwennamen. Hs. 3. Wachter! Wat is er van den nacht? H. 256. — Wapenkreet. 500. Benige Werkjes v. J. Watts de Peyster. Hs. 7. — Zeemansliedtjens. 293. Zeemans-woordenboek. 163, Hs. 77. Lennep, J. van, Zestal liederen. 500. — (Leven van). 676. Lb. 1869, 44. — en zijne romant. werken. 83. — Overdrukjes. Zie: Adviezen. 166. — Andriessen. 716. — Apos telen en Profeten. 232. — A-Saga. 160. — Brun- ton. 315. — Byron 312. — Gedenksteenplaat- sing. 71. — Hofdjjk. 415. — Hoffmann. 676.— Holland Almanak. 188. — Jaarboekje. U. 888. — C. en D. J. van Lennep. 230. — G. van der Linde Jz. 410. — van Loon. H. 71, Hs. 74. — Nachtegaaltje (Het). 425. — Nederlanden (De). II. 86. — Nieuwjaarwenschen. 523. 524. — de Perponcher. 814, Hs. 81. — Pfeiffer. CCLIX. — Poezie. CCLX. — Racine. 814. — Recht. 313. — Schenkman. 196, Hb. 7. — Sil houetten. 233. — Vertalingen en navolgingen. 295. — J. van den Vondel. 326. — Vronwen (Bijbelsche). 232. — Willet. 561,565. — Woor denboek (Uitlegkundig). 164. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Lennep en C°, J. van, Tafereelen uit de geschiedenis des vaderlands. H. 81. Lennep, J. van, en J. ter Gouw, Het Boek d. op schriften. H. 88. — De uithangteekens. H. 88, Hs. 73. Lennep, J. van, en W. J. Hofdijk, Merkwaardige Kasteelen in Nederland. H. 400, Hs. 46. Lennep, J. D. van, Or. de linguarum Analogia. 37. — (Lat. gedicht aan). 908. Lennep, J. H. van, Aan den Koning. 516. — Het Boek voor den zeeman. 644. — Gedachten en gedichten. 420. — God zegene den Koning. 516. — Konings verjaardag. 516. — Oranje boven! 517. — De Tooverij van den dag. 516. — Overdrukjes. Zie: D. J. van Lennep. 807. — Navorscher. 181. Lenoble. — Zie Keg. Tooneel. Lens, A. (Leven van). Lb. 1849, 145. Lens, D., De gedenckwaerdigste voorvallen. H. 647. Lente-reis (Historische en natuurkundige). H. 399. Lentfrink, F., De getergde waarheid. 456. Zie: Reg. Tooneel. Denting, D. — Zie Testament. 999. Lenting, L. E., De C. Fagelio consiliario. H. 153. Handb. v. d. geschiedenis d. vaderlands. H. 82. Leven v. W. T. Gevers Deynoot. Lb. 1880, 47. u n P. Nijlioff. Lb. 1868, 262. Overzigt d. beweging van 1787. H. 208. — (Leven van). Lb. 1885, 3. — Overdrukjes. Zie: Nijhoff. II. 416. — von der Pfordten. 11. 62. — de Wicquefort. H. 141. Lentz, C. G. — Zie Oratio. 753. Lentz, L. C., Houdt wat gij hebt. H. 342. Lentz, M., Mei Lant. II. 1023. — Spass an Iérscht. 774. Lenz, P. A. — Zie Archives. H. 977. Lenz, Th. — Zie Eysehen. H. 1022. | Deo. — Zie M. Leopold.
Leo, F. — Zie Reg. Tooneel. Leo, H., Bëdwulf, das alteste.. Heldengedicht. 744,832. — Die Malbergische Glosse. II. 702. — Odins Verehrung. H. 698. Zie: Sprachproben. 830. Leo Africanus, L., Africae descriptio. II. 867. Leo, raonachus Egmund. — Zie Joh. de Leydis. n. 557. Leodius, H. T. — Zie Descriptio. H. 695. Léon. — Zie Reg. Tooneel. Leonard. — Zie Reg. Tooneel. Leonidas, Open Brief aan Snijders. H. 336. Leopardi, G. — Zie Pijzel. 912. Leopold, Joh. A. — Zie: Schelde (Van de) tot de Weichsel. 173. — Schoolbode. II. 309. Leopold, L., Leesboek v. d. volksschool. 156. H. 979. — Mijn Leesboek getoetst. II. 979. — Stofgoud [gedrukt voor blinden]. II. 316. Zie: Blaren. 225. — Hoofdpersonen. 183. — In leiding. 11. 983. — Letterkunde (Nederl.). 183. — Schelde (Van de) tot de Weichsel. 173. Schoolbode. II. 309. — Sleutel (Een). 225, 578. — Zuid-Nederland (Uit). 226. Leopold, M., Eene Harzreis. II. 745. — Natuurgenot. H. 947. — De opvoeding in huis en school. H. 918. Zie: Aesopns. 697. — Sleutel (Een). 225, 578 Tolk (De). 578. Le Petit, J. F., La grande Chronique. H. 104. — Nederlandsche Republycke. H. 394. Zie: Verhalen. II. 463. Le Pileur, H. A., Reflexions s. 1. genre d’instruction. H. 919. — Tableaux synoptiques de mots similaires. 38. Zie: Elémens. 144. — Vertalingen. 144. L’Épine, E. — Zie Reg. Tooneel. Le Poole, S., Het „Te huis” voor militairen. H. 494. Le Prévost, A., Suppl. aux notes s. 1.roman deRou. 945. Lepsius, R., Palaographie. 40. — Standard Alphabet. 8. Leqnien, E. A., Concordance d. temps des ver bes. 933. — Interpunctie. 159. Lere (Van der alre oversten) den sterfliken menschen. welke is sterven to konnen. Hs. 23. Le Roi. — Zie Allarde. Leroux, H. — Zie Reg. Tooneel. Le Roux, P. J., Dictionnaire comique. 937. Leroux de Lincy. — Zie: Nouvelles. 949. — de Valayre. H. 761. Le Roy, A., Liber memorialis. H. 1064. Zie: Dejardin. 940. Le Roy, B. — Zie Reg. Tooneel. Le Roy, D., Oordeelkundige Aanmerkingen. H. 372. — Debora’s dood en begravinge. H. 839. — Des Koninks lang leven. H. 173. — Lijkrede op W. a Brakel. 727. — „ „ J. Doesburg. 728. — De zeekerbeid van des vorsten dood. II. 174. Le Roy, J., Groot werreldlyk tooneel. H. 813. — De origine oppidi et Baronatus Bredani. Hs. 46. — » „ „ et Marchionatus Bergensis. Hs. 46. Le Roy, J. J. — Zie Vitringa. H. 947. Le Roy, J. J., en U. A. Evertsz, Verhandelingen. 11. 390. Lersch, L. — Zie Jahrbuch. 782. Lerschen, P. — Zie Lochner. 753. Lersner, A. A. von. — Zie Neujahrsblatt. H. 723. Le Sage, A. R., Gevallen van Robbert Ridder . v Beauchène. 669. — Hist, de Gil Bias [met vertaling i. h. Czechisch], 952. Le Sage, G. L. — Zie Reg. Tooneel. Le Sage ten Broek. — Zie Broek. Lesboek voor de kinderen. — Zie Hovens. H. 904. Lescailje, J. — Zie Vos. 341. Lescailje, K., Mengel- en tooneelpoezy. 348. Zie: Amya. 627. — Horatius. 300. — Verzame ling. 229. — Reg. Tooneel. Lescure, A. de, Lord Byron. 834. Lesebuch (Altdeutsches). 775, 778, 779. — (Altnordisches). 851, 852. — (Angelsachsisches). 830. — (Deutsches). 775. — (Mittelhochdeutsches). 781. — (Provenzalisches). H. 1031. — (Russisches). 965. — (Schwedisches). 862. Zie ook: Laesebog. — (Ungrisches). 990. Lesjes over bet Oude Testament. H. 907. Leskien, A. — Zie Beitrage. 25. Lespinasse, A. F. H. de, Academisch legaat. 643. Zie: Reg. Tooneel. Lesse voor Geestelyke susters. Hs. 23. Lessen (Zede- en letterkundige). II. 983. Lesseps, F. de, Discours. H. 1031. Zie: Célébrités. 927. Lesser, F. C„ Kurze Nachricht.. v. Müntzen d. aus- gestorbenen Grafen v. Hohnstein. II. 711. — Leben Wilhelms des Ven. jj. 739^ — Typographia Jubilans. 11. Lessing, G. E., Fabeln. 800. — Nathan der Weise. H. 806. — Werke nebst Biographie. 800. — (Werken betreffende). 753. Zie: von Logau. 799. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Lestevenon (Geslacht). — Zie Scheffer. H. 71. Lesturgeon, A. L., fVerschill. dichtwerken], 415. — Afscheid- en Intreeleerrede. 730. — Feestgezangen v. d. Liedertafel Euterpe. 520. — Feestrede uitgesproken te Koevorden. II. 656. — Koevordens verlossing. H. 656. — Leven v. R. Bennink Janssonius. Lb. 1873, 173. — 1672—1872. Een lied. 520. — Menso Alting herdacht. 69. — (Leven van). Lb. 1879, 153. — Overdrukjes. Zie: Beyschlag. 749, 806. — Bischoff. II. 27. — Boom. 678. — Cherbuliez. 912. — Hein. 95. — Mengelwerk. 231. — Vollenhove. 344. — Wegwijzer, n. 1011. — Reg. Tooneel.
Lesturgeon, A. L., en R. Bennink Janssouius, Woor denboek v. d. Drenthschen tongval. 175. Lesturgeon, A. L., H. Boom en D. H. van der Scheer, Drenthe geschetst. H. 653. Lesturgeon, A. J. — Zie van der Aa. 68. Le Tellier, C. C. — Zie Abeille. 942. Letellier, C. L. A., Cours de Langue universelle. 35. Le Tellier, M. — Zie Curtins. 605. Leth, H. de. — Zie Plan. II. 547. — Plaat. II. 578. Leti, G., Leven van Cromwel. II. 836. — Leven van Filips II, Koning v. Spanje. II. 846. — Het Neefschap te Rome. EL 370. Lettenhove, Kervyn de. — Zie Kervyn. Letter-Courant (Nederlandsche). 125. Letterhof (Mijn). — Zie de Fremery. 384. Letterkonst (Malabaarsche). 995. Letterkransje voor de Nederlandsche jeugd. 709. Letterkunde in liet algemeen, 23. II. 961. — (Nederlandsche en "Vlaamsche). 177. H.983. Hs. 6, 78. — (Nederlandsche). Bloemlezing. 183. — ( „ ) in de 19» eeuw. 183. Letternieuws. 133. Letteroefeningen v. h. Genootsch. Diligentiae omnia.222. — (Nederduitsche). 133. — (V aderlandsche). 125. Letterproeven. 16. Letters of William Hl and Louis XIV. U. 839. Letteruitspanning voor de jeugd. 711. Lettervrienden (De Surinaamsche).—Zie Genootschap. Lettervruchten v. h. Dep. Sluis d. Mtsch. Tot Nut v. ’t Algemeen. 118. — d. Vlamingen van Frankrijk. 224. — v. h. Genootschap Met Tijd en Vlijt. 223—24. — (Nederlandsche) voor jongelingen en meisjes. 707. Lettisoh. 971. Lettre a l’auteur de la Défense des Sociétés secretes. H. 338. — arrêtée au Synode des Eglises Wallonnes'. II. 354. — aux auteurs du Journal de Liège. H. 770. — de Pekin. — Zie Cibot. 995. — d’un bon Frison. H. 198. u des chasseurs volontaires. — Zie de Saint George. H. 507. — d’un négociant de Rotterdam. U. 198. Lettres d’un voyageur Gueldrois. — Zie van Spaen. H. 45. — et Memoires sur la conduite de la présente guerre. n. 176. — (Nouvelles) Fran poises. 934. — patentes qui annoblissent les freres de Balthasar Gérard. II. 118. — sur la Hollands. — Zie Pilati de Tassulo. II. 84. — „ les Hollandois. II. 84. — „ „ premiers Dieux d’Egypte. H. 23. Leuliette, Invloed d. kerkelijke hervorming. II. 35. Leupe, P. A., Reizen d. Nederlanders. II. 681. Leupe, P. A., G. E. Rumphius. Ambonsch natuur kundige. 89. — Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 459. — Inventaris. II. 458. Leupe, P. A., en F. A. van Braam Houckgeest, Geschiedenis d. Mariniers. H. 303. Leupen, P. — Zie Reg. Tooneel. Leupenius, P., Aanmerk. op d. Nederd. taaie. 137. Leusden, J. — Zie Gentman. H. 594. I Leutbecher, J., Unterr. i. d. alten u. neuenSprachen.35. Leuter, P., Brief van Abelard aan Elo'iza. 315. — De Kruiskerk. 382. Leuen. — Zie Leven. Leutsch, K. von. — Zie Tacitus. H. 688. Leuve, R. van, [Verschill. dichtwerken]. 364. Zie: van Koyen. II. 987. — Verzameling. 453. — Keg. en Snppl. Reg. Tooneel. Leuvenig, B. van, Stichtelijke gezangen. 263. Leuvenig, P. J. van, Bruiloftdicht. 547. Levasseur, E. — Zie Havard. H. 402. Levchinn, B. — Zie Kantemir. H. 857. Leven (Het) en sterven ben ick genaemt. 318. — (Van enen doechdeliken ende ynnighen). Hs. 21. — van Sinte Amand. 206. — enz. van den land-jonker v. Blankenheim. — Zie Kist. 673. — van S. Christina de wonderbare. 207. H. 986. — der Nederl. dichteren en dichteressen. 67. — van St. Franciscus. 207, Hs. 14. — (Wonderlijk) van den H. Godelieve. n. 803. — (Het) van Hugo de Groot. 77. — van Jezus. 206, 607, 610, 611, Hs. 14. — „ Sint Joseph. 352. n de hedend. mannen enz. — Zie van Gysen. 356. — en bedrijf van Klaas Nar. 699. — en daaden van Joris Narrenhuizen. H. 214. — enz. van Seb. Nothanker. 670. (Wonder!) van den grooten heyligen Patricius. 698. en wonderbare gevallen van Robinson Crusoe. 702. — van Scharamouche. 708. en bedrijf v. d. blasenden Advocat J. Stoknar. 437. van Janus Vlegelius. — Zie Hofstede. II. 380. n Willem I. — Zie de Beaufort. II. 119. Neer! meest beroemde Zeehelden. II. 303. en daden d. doorluchtige Zeehelden. — Zie v. d. Bosch. H. 5. van Louwtje v. Zevenhuizen. — Zie van Spaan. 706. Leven, D. en J. van der. — Zie v. d. Bommenaar. 529. Levene ons Heren (Vanden). 206. Levens van beroemde Staatslieden. H. 927. — van Tooneelspelers. XI, CCLX. Levensberichten d. afgestorven Leden v. d. Maatsch. der Nederl. Letterkunde. 68.. Levensbeschrijving (Algemeene). II. 5, 1035. enz. v. Nederl. en Belgische G-eleerden, Dichters en prozaschrijvers. 67. H. 967, Hs. 54. — van beroemde en geleerde mannen. H. 6.
28 Levensbeschrijving van eenige voorname Neder! man nen en vrouwen. H. 65. — (Korte) d. Nederlandsche vorsten. II. 65. Levensbijzonderheden d. Apostelen. — Zie Adrian! II. 28. Levensgeschiedenis (Wonder!) v. Thy] Uien spiegel. 699. Levens-gevallen en Bedrijven van Vlaamsche Mie. 668. — (Zeldzame) van J. C. Wyerman. 95. Levensjaren (De eerste). Kiuderbeelden. 716. Levenslicht. Stichtelijke bloemlezing, n. 1011. Levens-schets van S. J. van Geuns Mz. 77. — van Sulthan Ibrahiem. 1000. Levensschetsen van personen die ... in kunsten en wetenschappen hebben uitgemunt. II. 6. — van Vriesche mannen. — Zie Brandt Maas. II. 611. Lévèque P., Memoires p. servir a 1’histoire du Car dinal de Granvelle II. 109. f Levezow, K., Andeutungen. üb. d. Bedeutung d Al- terthümer. II. 697. I — Overdrukjes. [ Levi, E., Overdrukjes. I Levi, R. — Zie Hottinger. n. 24. j Le Ville, Nic. de, Heverlea Celestina. II. 815. | Lévizac, de, L’art de parler. 931. I Le voici of pourtrait van R. M. van Goens. II. 544. I Levy, J. A., Leven v. J. L. Wertheim.Lb. 1883,13. I Levyssohn, D. H. — Zie Wetgeving. II. 263. I Levyssohn, J. H. — Zie Bladen. II. 861. I L Lf S 1863 N 366 an ’ D ' H " Leven v ' P ' 1 de Fremery. I Levyssohn Norman, H. — Zie Katalogus. II. 976. I Levyssohn Norman, H. D., De Britsche heerschappij over Java. II. 672. I Lewald, A., Handb. v. prakt, tooneelspeelkunst. 718. 1 Lewe van Aduard, O. A., Dissert, inauguralis. II. 839. 1 Lewes, G. H., Goethes Leben. 751. I Lex Alamannorum. II. 704. I Francorum Chamavorum. II. 703. ■ — Frisionum. II. 616. — Frisionum, Lex AngliorumetWerinorum.il. 616. B— Salica. II. 702. I Lexer, M., Karntisches Wörterbuch. 773. ■ — Mittelhochdeutsches Handwörterbuch. 758 Zie: J. and W. Grimm. 767, II. 1022. ■ Lexicon (Biogr.) öfver namnk. Svenska Man. 859. ■ — Herodoteum. 875. ■ — (Teutsch-Lateinisch u. Russisch). 965. ■ — van eenige oude Priesche woorden. Hs. 5. ■ Ley, S. van der, Henry Wells. 687. ■ Ley, W. T. van der, Grafdicht. 562. Zie: Verwey. 560. ■ Ley Divina (Cinco Libros de la). 920. BLeydekker, J., Leere der waarheid. 353. H Beydekker, M., Grafdicht. 566. ■ — Laudatio funebris Guilelmi III. H. 174 Zie: Boxhorn. II. 329. - Collectanea Malaica vocabularia. 49. — van Hoolwerf. 355. ■ Leyden, D. van. — Zie Catalogus. Hs. 77. HLeyden, F. van, Eenige opmerkingen. II. 218. Leyden van Westbarendrecht, F. Baron van iLiik- rede op). 730, II. 1053. 1 1 Leyden, Jan van. — Zie Joh. de Leydis. Leydis, Joh. de, Chron. Egmundanum. II. 557, 558. — Kronijk van Egmond. II. 558. Leydis, J. G. A — Zie Rerum Belg. Annales. n. 59. Leydis, Theod. a. — Zie Joh. de Leydis. II, 557. Leynslager, H. — Zie Caart. II. 848. L. F. v. B. — Zie Le Francq van Berkhey. L’Hermite. — Zie F. Tristan 1’Hermite. Lhomond, Ch. F., Elements d. 1. Gramm. Franpaise. 931. L. H. R. — Zie L. H. Rambonnet. Lhuyd, Edw., Archaeologia Britannica. 828. Liadières, P. Ch. — Zie Reg. Tooneel. Libaut, J. — Zie Stevens. H. 950. Libellus complectens varia genera literarum. 5. — supplex Christianorum. — Zie van Toorenenber- gen. H. 345. Libben fen Aagtjen Ysbrants. — Zie Meinderts. 825. Liberalisme en R.-Catholicisme. II. 338. Liberius, Janus. — Zie Le Francq v. Berkhey. Liberius Philomusus. — Zie van Royen. 306. Librarius, Janus. — Zie Vogt. 22. Library (The Vocal). 843. Libry-Bagnano, La guerre pendant la paix. H. 248. — La ville rebelle. H. 243. Licht- en Schaduwbeelden. — Zie Junghuhn. II. 673. Lichtenberg, A. van, Hembyze en Willem v. Oranje. Lichtenstein, F. — Zie Eilhari von Oberge. 791. Lichtenstein, H., Reizen in Afrika. II. 869. Licht en Zegen afgebeden. II. 385. Licht, J. van der. — Zie E. Wolff geb. Bekker. 378. Lichte, P. M. de, Grafdicht. 570. Licidas, Herderszang. 475. Lid (Honorair). — Zie L. van Ollefen. Liden (Van den) ende van der persecucien. Hs. 19. Lieb, F. K., Teekenen der tijden. 657. Liebaert, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 72. Liebe (Wahre) und deren Opfer. 812. Liebergius, D., Fasciculus poematum. 895. Liebeskind, A. J. — Zie von Herder. 711. Liebich, R., Die Zigeuner in ihrem Wesen und in ïhrer Sprache. 975. Lieblein, J., Die Aegyptischen Denkmaler. H 868. — Chronologie Egyptienne. II. 867. Liechtenau, C. a. — Zie Origines. H. 690. Lied (Das) vun die Kuggel. 176. — (Een nieuw) van Vondel. 518. (Het) der Liefde. Salomo’s Hooglied. 318. — (Nieuw) op den tegenwoordigen tydt. 456. — ( .. ) wegens den... watervloed v. 1820. 496. — op den toestand van Nederland. 514. — op de herfst. 285. — op t Belegh ... van Leyden. 341. — ter inhuldiging van Neer! derden Koning. 511. — (Vader!) op het bal van 28 Febr. 1754. 456.
Lied (Een Scoon) opt Belegh d. stad Leyden. II. 1001. Liedboeck (Amoureus). 274. — (Hoorns). 254. t inhoudende schriftuerlycke vermaen-liederen. 252. — (’tKleyn Hoorns). 256. — (Nieu Medenblicker). 254. (Nieuwen) genaemt Brabants Nagtegaëltjen. 293. — (Princesse). 279. — (Yiaardings Vissers). 284. Lied-boecxken (Enchuyser). II. 992. (Het Hyper). 256. Liede-Boeck(Alkmaard., Edainm. e. Purmerender). 284. — (Het Groote) van [Lenaert] [Clock] 253. Liede-boek (Geheel nieuw) van het Roosje. 288. (Groot Hoorns, Enkhuyzer, Alkmaarder, Edammer en Purmerender). 284. — (Nederlandsch). 273. — (Nieuw) tot vermaak van ’t Algemeen. 290. — (Nienw Groot Hoorns) bestaende in Brnylofts Lie- dekens. 284. — (’t Ronde-jaars). 261. — (Vaderlandsch). 294. — (Vernieuwde) van de hond in de pot. 290. Liedekens (Eenige Schriftuerlicke). 252. — (Sekere) ghestelt tot stichtinghe. 252. — (Sommige leerachtige gheestelicke). 254. ( n nieuwe schriftuerlicke). 252. —• (Sommighe schoone geestelycke). 252. — (Sommighe stichtelycke). 254. (Veelderhande) ghem. uit d. O. en N. Testam. 251. ( „ schriftuirlycke). 251. Lieder (Alte n. neue) in Leid und Lust. — Zie Volks- bücher. 809. — (Altfranzösische). 941. (Altfranzösische) und Leiche. 941. — (Altnordische) und Sagen. 852. (Drei Altschottische). II. 1026. aus und fiir Schleswig-Holstein. 788. _ (Deutsche) zu Schütz u. Trutz. — Zie Volksbücher. 809. — der alten Edda. 852. _ der Edda. 793. (De) edder Gesangë H[endrik] N[iclaes]. 212. — der Liebe. 785. (Niederdeutsche geistliohe) und Sprüche. 816. — (Niederlandische geistliohe). 2Ö1. d. niederlaudischen Reformirten. 269. Liederboekjes. 273. IL 991. Liederbuch (Antwerpener). 273. (Des Dülkener Fiedlers). 775. — (Niederdeutsches). 818. Liederbücher (Die alten) der Portugiesen. 923. Liederen bij de viering v. h. eeuwfeest d. Kerkher vorming. 268. — der Jubileezangers. 269. — en Gezangen. 264. liedjes v. Bürger, Schiller en Goethe. 307. Liederen en Psalmen in het Maleisch. 999. — tot Nut en Vreugd. 292. — voor Catechisatiëen en zondagscholen. 269. — „ den huislijken godsdienst. 266. — „ onze Schutters. 503. — „ het Vaderland. 272. — (Bataviesche). 272. — (Christelijke). H. 990. — (Evangelische en zedelijke). — Zie Seis. 380. — (Geestelijke). 233, 249, 783, H. 989. Hs. 12,86. — (Godsdienstige) voor de Vrije Gemeente. 270. — (Historie- en "Volks-). 269. — (Nederlandsche) uit vroegeren tijd. H. 991. ( n en Nieuwe Vaderlandsche). 500. — (Oud-Nederlandsche). 269. II. 991. — (Oudvlaem8che). 200. — (Oude Vlaemsche). 273. H. 991. — (Sommige geestelijke, christelijke). 255. — (Stichtelijke). Hs. 11. — (Uitgezóchte) v. d. openbaren en huisselijken gods dienst. 267. — (Vaderlandsche). 272. — (Vrolijke) d. drukkersgezellen. 497. — (Wereldlijke). 269, 785. H. 992. Liedergave op het altaar der zending. 234. Liederick (Wonderbare lotgevallen van), le graaf v. Vlaanderen. 696. Liedjes (Een handvol) t. gelegenheid v. h. 250-j. be staan d. Groningsche Hoogeschool. 518. — (Oude en nieuwe). 273. Liedt. — Zie Lied. Liefd’ baert Pays. — Zie W. J. Tselveer. I Liefd bliift Sonder Endt. — Zie Rederijkerskamer. Liefde boven al. — Zie Rederijkerskamer. Liefde ofte der minnen regel. — Zie Loor. 614. — (De rasende). 705. — (Schipluysche) toe-geëygent aan Rethorica. 218. Liefde (De) sticht. Almanak. 190. Liefde, J. de, De diligence. 654. Klagt en juichtoon over de echtgenooten Madiai. 514. Zie: Banyan. 651. — Proeven. 268. Liefdesgeschiedenissen.. 706. Liefde-vlammen (Goddelijke). 192. of vervolg van Jesus en de ziele. 193. Liefland, J. van, Utrechts oudheid. H. 589. Liefmann, G., De fanaticis Silesiorum. H. 710. Liefs ting, F., Het ongegronde van sommige vooroor- deelen. 249. Lieftinck, J. W., Een gedenkw. sterfdag. H. 120. Liefveld, Heer van Opdorp, T. van. — Zie de Saluste. 313. Liegduiwel (Di). H. 982. Liege, A. de, ’EAsye/Jjou, ad Is. Bilderdyck. Hs. 28. Lieja, Eg. de, Vida de S. Alberto. H. 32. Liens, C., De Kleine Werelt. 322. Liepoldes, J. G. — Zie Reg. Tooneel. Lier, J. van, Brief. Hs. 63.
Lier, J. van, Oudheidkundige brieven. TL 655. — Verhandeling over de slangen. II. 655. Lier, J. C. van, Rapport. II. 674. Lier, J. H. P. van. — Zie Historie. II. 651. Lier, L. van. — Zie Heg. Tooneel. Liernur, 3. G., Open brief aan C. Busken Huët. H. 385. Lierzang aen.. P. J. J. Eisinga e. a. — Zie van der Kemp. 466. — aan het Gehoonde Vaderland. 467. — op Albr. Beiling. — Zie Siegenbeek. 396. Lierzangen op den 8“ Maart. 480. Liesvelt, C. van, De canonicatibus Ultrajectinis. II. 584. Liet. — Zie Lied. Lieuwes, A. J. — Zie Bloemlezing, n. 349. Lièvre, Aug., Kerken in Poitou. II. 828. Liffmann, J. W. — Zie Samlinger. 861. Lightenvelt, L. A., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 63. Ligny, A. de. — Zie Ithaka. 232. — Tooneelen. 232. Ligtdal, K. van. — Zie Mirabeau. II. 209. Ligue ofte verbintenisse bij eenige Predicanten .,. be- raemt. II. 134. Liiftocht, P., Voorwinckel v. patiëntie. 348. Lijden ende passie ons Heeren Jhesu Christi. 607. Lijdensgeschiedenis volgens de vier Evangelisten. Hs. 18. — volgens Matthens enz. Hs. 19. Lijfrentenbrieven van de 14e—17 e eeuw. Hs. 75. Hjkdichten (Latynsche). 907. — (Nederlandsche). 561. H. 1007. Lijk- en grafdichten (Eenige) op Dan. Raap. 456. Lijkoedis, E., Redevoering. II. 860. Lijkplegtigheden d. Grieksche Kerk. H. 1048. Lijkrede ... ter gedachtenis v. P. Wittigs. 96. Lijkreede over P. C. Hooft. 80. Lijn, J. van der. — Zie Reg. Tooneel. Lijndrajer, P., Ontwikkeling d. stadhouderlijke magt. Lijnslager, F., Brief a. A. Kluit. Hs. 63. Lijnslager, J. F., Welkomstgroet. X. Lijnslager, P. P. — Zie Reg. Tooneel. Lijs (De Hollandsche). — Zie Quintin. 334. Lijst en beschrijving van Aflaatbrieven. Hs. 38. — van Boeken. — Zie van Leeuwen. H. 605. w boekwerken geregistreerd op het Depart, van Justitie. 19. — d. Gecommitteerde Raaden v. Zeeland. H. 571. — d. gelden voor Leyden ingezameld. II. 482. —- v. d. geplunderde huyzen binnen Amsterdam. H. 545. — v. geschriften over Deensche dialecten. Hs. 34. — ”, , » betr. de geschied, d. Gereform. en Walsohe Kerken. Hs. 85. — v. HSS. behoorende a. d. familie Enschedé. Hs. 77. » HSS. enz. v. h. Genootsch. Pro excolendo Jure Patrio. 113. — v. kaarten v. h. Bataviaasch Genootschap. 122. — „ kunstwerken te verloten voor h.Vaderland.n.245. — d. „ v. levende meesters. H. 558. — d. leden v. d. Mtsch. Tot Nut v.’t Algemeen. 116. I Lijst v. Nederlandsche plaatsnamen. 172. — v. oudheden d. Overijsselsche Vereeniging.H. 627. — d. Rekenmeesters... v. Zeeland. II. 571. — „ schilderwerken t. Tentoonst. te ’s Hage. H. 459. — „ schilderijen v. oude meesters. H. 558. — v. Stadhuispenningen. — Zie Palier, n. 412. — d. steden en voorn, vlekken in de Nederlanden. H. 399. — der tijdschriften ... verschijnende in Nederl. 125. — „ verzamelingen van G. Lamberts. 83. v voortbrengselen v. schilder-, toekenkunst enz. II. 558. — van voorwerpen betrekking hebbende op A. v. Leeu wenhoek. 83. — d. werken uitg. d. W. en K. W. Bilderdijk. 71. — (^courate alphab.) v. d. telling d. volks v. Holland. (Alphabet.) v. Latijnsche spreekwijzen. Hs. 34. Lijste (Authent.) v. d. regeering d. stad Utrecht. H.594. — authentic v. d. Regenten .. in 1672 .. afgezet Hs. 44. 6 ‘ — (Authent.) v. d. verandering d. Regeering v. d.Prov Utrecht. ÉL 586. — (Geaugment.) v. d. Namen d. personen. H. 594. — van Rariteyten die verkogt sullen worden enz. 701. — der Texten gepredikt te Delft. H. 450. » »• » „ Rotterdam, n. 624. Lijsten d. Boeken en HSS. v. d. Mtsch. d. Nederl. Letterkunde. Hs. 76. — d. Stemgerechtigde burgers (te Leyden). H. 481. » Tractementen v. d. ambtenaren bij den Hove v. Holland. Hs. 44. I Like will to like. — Zie Engl. Plays. 843. Lilaar, F. H. M. van, De wijze van beraadslaging in Wetgevende Vergaderingen. H. 280. Liliencron, R. von, Overdrukjes. Lilienthal, M., De mentis Quistorpiorum in Eccle- siam. 754. Lilius Britannicus, Chronicon regum Anglornm. H.833. Liljegren, J. G., Run-Lara. 737. Zie: Oberleitner. 737. Lima, Suasso de. — Zie Suasso de Lima. Limborch, Ph. a, Leven v. S. Episcopius. 76. — (Lijkrede op). 730. Zie: Brieven. II. 357. — Consideratien. II. 371. Epistolae. 889. — A. des Amorie van der Hoe ven. 74. Limburch, A. W. van, Bruiloftdicht. 537, 545. Limburg (Prov.) H. 657, 815, 1058. Limburg, T. van, Grafdichten. 569, 570. — Poëzie. 383. — Leydens ramp. 488. — De watervloed. 489. Zie: Cleve. 406. Limburg Brouwer, van. — Zie Brouwer. Limburg Strrum, A. O. E. Graaf van (Leven van). Lb 1859, 101. ’ Limburg Stirum, L. van. — Zie Jorissen. II. 231. Limmik, P. van, Gedachtenisrede, n. 974.
Linaorus, Th., De emendata structura Latini sermo- nis. 879. Lincke, H. M., Martinus Boos. IL 730. Jjind, O., Teutsch-Schwedisches ... Lexicon. 51. Lindanus, D. — Zie Gramaye. IE. 792. Lindau, B. — Zie Stirling. II. 846. Linde, A. van der, Aant. op h. Ontwerp d. Spelling.153. — Balthasar Bekker. Bibliographie. 70. — Bibliographie van Haarlem. H. 559. — David Joris. Bibliographie. 82. — Le Duel. H. 928. De Haarlemsche Costerlegende... onderzocht. 14. — The Harlem Legend of the Invention of Printing. 14. — Isaac Massa van Haarlem. H. 767. — De Schaakpartijen van G. Greco. H. 941. — Spinoza. Seine Lehre u. s. w. 90. — „ Bibliographie. 91. — Overdrukjes. Zie: Geloofsbelijdenis. II. 346. — Hymni. 262. — Massa. II. 767. — Schelling. II. 914. — Stahl. II. 52. — Verslag. II. 458. Linde, A. Cz. van der, Corte Antwoordt. H. 364. Linde Jzn., G. van der, Gedichten v. d. Schoolmees ter. 410. Hs. 28. Lindebom, J., Hist. Episcopate Daventriensis. H. 633. Lindeman, C„ De klagende Haringpakkers-toren. 499. Lindemann, F., De latinae linguae accentibus. 882. Linden, G. *— Zie Reg. Tooneel. Linden, G. M. van der. — Zie Boudewynse. H. 258. Linden, H. L. van der, Gedenk-zuyl. 457. Linden, H. O. van der, Banda. H. 678. Linden, J. Van der, als regtsgeleerde herinnerd. 83_ Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 63. — Reyse na het Heyligh Landt. n. 864. Verhand, over de judiciele practycq. H. 442. — De ware pleiter. 719. Ziel Hoover van Brake! II. 441. — Placaet-boeck. II. 108. Linden, J. van der, geb. Swanenburg. — Zie Pro ces. H. 490. Linden, J. H. van der, Goede Vrijdag. 424. Linden, S. J. van der, Een woord a. d. kern d. Herv. Gemeente. H. 383. Linden, P. W. A. Cort van der. — Zie Cort. Lindenbrog, E. — Zie Scriptores. H. 686. Lindenbrogius, P. — Zie Paulus Warnefridus. II. 690. Lindenhof Hzn., Ph. — Zie Aesopus. 597. Lindenschmit, L., Die vaterl. Alterthümer. II. 734. Zie: Abbildungen. II. 744. — Alterthümer. II. 697. Linder, C. G., Ausp. nuptias Caroli, Princ. Sueciae et Luisae Princ. Nederl. carmine celehrat. 906. Lindius, Steph. — Zie Historie, n. 347. Lindley, A. F., Adamantia. H. 684. Lindner, A. — Zie Gellert. 800. — Hauff. 803. Suppl. Heg. Tooneel. Lindner,.F. W., Mac-Benac. H. 387. Lindner, J. G., Genealogie Chr. Giinthers. H. 739. Lindo, M. P., (Verschil! prozawerken). 643. — (Verschil!, romans). 680. Lindo, M. P., De opkomst van het Engelsche volk. H 832 Zie: Jaarboek. II. 309. — Spectator. 182. II. 976. — Voor visschers gevangen. 184. — Keg. Tooneel. landstrom, C. F. — Zie Samlinger. 861. Lingelbach, D. — Zie Amya. 527. — Onderwijs. H. 958. — Reg. Tooneel. Lingelshemius, G. M. — Zie Epistolae. 889. Lingua. — Zie Engl. Plays. 843. Linguae Belgicae idea grammatica. 142. Linguaque animoque fldeles. — Zie Genootschap. Linguet, S. N. H. — Zie Théatre. 922. — Keg. Tooneel. Linken, G. — Zie Verzameling. H. 498. Linschoten, J. Huygen van, Beschrijving v. d. Custe van Guinea. II. 42. — Itinerario, Voyage ofte Schipvaert. II. 41. Zie: Reys-gheschrift. II. 41. Linschoten, J. H. van, De sluipmoordenaar v. Villefans. H. 120. Linschoten, Strick van. — Zie Strick. Linthorst, P., Advys over eene ... Amnestie. H. 223. — Wederleggend betoog, n. 224. Zie: Keg. Tooneel. Linton, E. Lynn, Jozna Davids. H. 27. — Meliora Latent. 689. Lintz, A. van, Zeedelijk rijm-werk. 354. Lion Iz., J., Afschaffing v. h. Zegelregt. H. 962. — Humoristisch-satyrisch woordenboek. II. 959. — Nederlandsche stenographic. 10. Lion, I. J. — Zie Reg. Tooneel. Lion, L., De necessitate sermonis Franco-Gallici dis- cendi. 925. Lion Cachet, J., Di Geld- en Drankduiwel. 178. — Di Liegduiwel. H. 982. — Di Praatduiwel. n. 982. Lionello en Suriano. Brieven. II. 131. Lipman, S. P., Aanm. op het Ontwerp v. e. Wetb. v. burg, regtspleging. H. 268. — Beantwoording der vraag enz. H. 247. Essai sur les surcéances. H. 270. Gedenkstuk v. d. heldenmoed v. Van Speyk. H. 244. Hollands Marine. H 244. — Neerlands zelfstandigheid. H. 246. — Refutation. — Wederlegging. H. 245, 246. — De Scheiding van België in derz. gevolgen ge toetst. H. 245. Staatkunde d. voorn, mogendheden v.Europa.H.52. — De Vrede. II. 246. Woorden van afscheid. 84. — (Leven van). Lh. 1872, 65. — Overdrukjes. Lippert, J., Geschichte d. Stadt Leitmeritz. n. 756. Geschichte d. Stadt Trautenau. II. 757. Lips, L. — Zie Sententie. Hs. 44, 83. Lipsius, J., Epistolarum select, chilias. 891. Sent-brief, in welcke hij antwoorde ghoeft. H. 128. Twee boecken van de Stantvasticheyt. 625. — Wonderen d. heijlighe stadt Halle. 305. — (Leven enz. van). 84. Zie: Casanbonus. 37. — Douza. 894. — Psalmen. 588. — Tacitus. 887.

Lofbazuyn gevlogten. — Zie Wagenaar. 457. Lofdicht der dappere Zeeuwen. 462. Lofdichten (Tweetal) op de Pattriott. resolutie. 469. Loff. — Zie Lof. Loffelt, A. C., Ons tooneel. IV. — Overdrukjes. Zie: Sappl. Reg. Tooneel. Lofjuiching v. d. Nieuwen Rotterd. Schouwburg. VIH. Lof-offer... door de Maassluische visschers. 446. Lofzang aan de Amsteldamsche Schouwburg. VI. ~ en bede aan d. Redactie v. Nederl. meest gelezen blad. 514. n. 1065. — (Kenschetsende) op d. onverbeterlijke voorstanders d. Engelschen. II. 202. — op Jezus. — Zie Helmers. 392. _ y a n Anna, vergeleken met ons Geloof. 443. — voor P. Dathenus. 234. Lofzangen d. Broedergemeente. 265. — op de Geboorte Jesu Christi. 265. Logau, P. von, Sinngedichte. 799. Logeman, "W. M. —— Zie Bladen (Wetensch.). 131. Volks-Almanak. II. 287. Logger, J., Aanspraak. II. 481. Loghem, H. van, De Goddelijke leiding v. d. ge beurtenissen d. wereldgeschiedenis. II. 9. Leven van W. H. Cost Jordens. Lb. 1876, 93. — Verspreide geschriften. 138. — (Leven van). Lb. 1883, 161. Zie: Reg. Tooneel. Loghem Jr., H. van, [Verschil! dichtwerken], 397. Loghem, M. G. L. van,[Verschil!dichtwerken].426. — Twee novellen. 690. Logica en Dialectiek. II. 9x3. Logikus. — Zie P. P. Lijnslager. Lohman, de Savornin. — Zie Savornin. Lohmeyer, C. — Zie Schriften. H. 769. Loi Salique. II. 702. Lois ... concernant les Archives de Hongrie. II. 758. Lois, S., Chronycke v. Rotterdam. II. 519. Loisirs (Mes). — Zie Kneppelhout. 955. Loisseau, J. — Zie Fabliaux. 958. Lokal-Statuten (Hermannstatter). II. 760. Loke, J. J., De Costumen van Breda. II. 408. — De castellanis Zeelandiae. II. 571. Lokman. — Zie Ovidius. 302. — Saadi. 627. Lom, J. H. van, Orat. de vinculo necessitate rationis. IL 943. Loman, A. D., Bijdr. tot de inleiding op de Johan- neische Schriften d. N. Test. II. 890. — Feestrede 25-j. best. d. Mtsch. Caecilia. II. 328. — Het Middelbaar onderwijs. H. 555. — De modernen en de middenpartij. H. 388. — Zouden wij ook wel doen enz. II. 342. — Overdrukjes. „„ Zie: Geuzeliedjes. II. 991. — liederen. 269. II. 991. Loman, J. C., Toespraak aan de Evaug. Luthersche gemeente. II. 342. Zie: Redevoeringen. 116. Loman, W. P. — Zie Obrecht. H. 328. — Swee- linck. II. 328. — Wanning. II. 328. Lomannus, J., Bruiloftdichten. 542, 545, 550. — Grafdichten. 565, 567, 569, 575. Lomannus, W., Bijbelbloemen. 363. — Bruiloftdichten. 543, 549, 550. — Lijkdichten. 563, 567, 569, 575. Zie: Verzameling. 229. Lomejer, J., Dierum genialium. II. 1030. Lommel, A. van, Bijdragen tot de kerke! geschiedenis van Nederland. II. 334. — Overdrukjes. Lomonoszow, M., Russische Grammatik. 963. Loncq, G. J., Aan de vaderlandsche boeren. 475. — Aenspraeck a. d. exereeerende leden. 476. Zie: Nienwjaarwenschen. 523. Long, I. Le, Boekzaal d. Nederd. Bijbels. 579,Hs. 7. Kort historisch verhaal d. Gereform. Kerke onder ’t Kruys. H. 344, Hs. 7. — Reformatie te Amsterdam. H. 552, Hs. 7. — Seer gewichtige geguygen (sic) d. waarheit. H. 374. Zie: Abraham v. S. Clara. II. 88. — Brouërius van Nidek. II. 400. — L’Espine (de). II. 551. — Hamelsche kinderen. 697. — Jubel-gedachtenisse. II. 601. — Lampe. II. 903. — Bodewijk v. Velthem. 206, Hs. 7. Longard, L. C., Symb. ad doctrinam de Digammo Aeolica. 872. Longfellow, H. W., Evangeline. 312, H. 994. — Gedichten. 312. — Het lied van Hiawatha. H. 994. — Poetical works. 848. — (Leven van). 834. Longinus, Over de verhevenheid. 600. Longmuir, J. — Zie Jamieson. H. 1026. Longolius, P. D. — Zie Tacitus. H. 687. Longuepierre. — Zie Reg. Tooneel. Longus, Amours de Daphnis et Chloé. 949. Lonius, A. P. C., Den bedrieger bedroogen. 707. Zie: Reg. Tooneel. Lons, J., Bruiloftdicht. 547. Loo, A. van. — Zie Gezangen. 262. Loo, D. van der, Gedichten en liederen. 397. — Grafdichten. 567, 574. Loo, J. van, Dagboek. 637. Leerrede over den Heidelb. Catechismus. 735. Lijkrede op J. S. A. Gravinne v. Heiden Hom- pesch. 729. — Overdenkingen. 637. — Overdrukjes. Loo, T. van, [Verschil! dichtwerken]. 400. Zie: Verzameling. 220. Loo, D. H. ten Kate van. — Zie ten Kate. Looijen, C., Gedichten. 403. Look about you. — Zie Eng! Plays. 843. Looman, T. M., Geschiedenis d. Israëliten. H. 24. Verklaring v. vreemde woorden. 46. Loon, A. van, Christelijke Vredewensch. H. 523. Loon, C. van, Brief a. G. v. Loon. Hs. 63. Loon, P. N. van, Grafdicht. 574. Loon, G. v., Beschrijv. d. aloude regeeringswijze.H.275.
Loon, Gr. van, Beschrijving d. Nederl. Historiepen ningen. II. 71. — Betoog tegen v. Mieris. Hs. 74. — Histor. bewijs betr. het Graafschap Holland. H. 96. — Hedendaagsche penningkunde. H. 8. — Verhandeling d. week- en jaarmarkten. H. 88. Zie: Klaas Kolyn. 205. — Reg. Tooneel Loon, H. van, Op de Vereen, d. Doopsgezinde. 443. Loon, J. M. van, Kinder-redding. 419. Loon, J. N. van. — Zie van Es. 532. Loon, P. van. — Zie Van Lennep & C°. II. 81. Loan, W. van, Provision, verantwoordinge. II. 432. Zie: Placaet-boek. II. 418. — Reg. Tooneel. Loor, D., Der Liefde oft der minnen regel. 614. Zie: Peerle. 614. Loos, D. de, Enkele mededeelingen over het Middelb. Onderwijs. H. 316. — Hooger en Middelbaar Onderwijs. H. 316. — De Leidsche Hoogere Burgerschool. H. 508. Zie: Catalogus. II. 663. Loos, K., Schets eener geschiedenis v. d. Roomsch- Kathol. oud-bisschoppelijke Klerezy. H. 335. Doosjes, A., Beschrijv. d. Zaanlandsche dorpen. H. 533. — Brieven. Hs. 63. i — Overdrukjes. Zie: Letteroefeningen. 125. —- Vriendenzanzen. 223, 291. 6 Doosjes, A., Een krachtig libel. II. 1045. Doosjes Pz., A., [Verschil! dichtwerken], 391. — [Verschil! prozawerken], 639. — [ „ romans], 673, 674. H. 1014. — De Bataaven. 484. — Brieven (met bio- en bibliographic). Hs. 63. — Bruiloftdichten. 537, 548. Charakterkunde d. vader! geschiedenisse. H. 83. — Dramatische werken. XVH, CCLX. — Gedenkzuil der vrij-verklaaring v. N.-Amerika. H. 871. — ’t Gedrag van J. Franken. II. 134. „ „ Elsje van Houweningen. n. 136. — De Geest d. geschriften v. Ie Francq v. Berkhey. 70. — Gezangen v. h. feest v. h. Nut v. ’t Algemeen. 492. — Grafdichten. 563, 572, 575. — De Hol! Zanggodinnen b. d. verlossing v.Nederl.490. — (Hulde aan). 84. — Hulde aan Duther. 495. — „ „ de Mtsch. Tot Nut v.’t Algemeen. 117. — Katwyks zomertogtje. II. 461. Lauwerkroon v. d. Nederlandsche Zeehelden. 495. — Navolging v. h. gedicht Montmartre. 490. — Nederlandsche volksverwachting. 491. Oranje-snuifjes, Napoleon aangeboden. 494. — „ Volkslied. 492. Parijs aan de voeten van Alexander. 491. Plan v. e. Gedenkboek d. vreugdebedrijven. H. 214. — Romeinsche antieken. H. 853. — De Schim v. Czaar Peter. 491. — Semida en Cidli. 653. i- Doosjes Pz., A., TooneeloefeDingen. XVH. — ’t Vaarwel. 478. — Het Vaderland aangevallen en verlost- 484. • — Vaderlandsche historie, n. 78. — De Vaderlandsche zeeheld. 468. — Vredegroet. 486. — Bij het Vriendenmaal v. d. Kerkeraad. 489. — Worstelingen d. Bataafeche vrijheid. 484. — Zangen v. d. Volksvergadering. 484. — Zegezang op de vaderlandsche helden. 468 Zie: Berkhey. 467. — Bohn. 529. — Deken. 653. — Dichter (Vader!). 473. — Huygens, Const. 81. — Konst- en Letterbode. 126. — Kool. 666. A. Loosjes. II. 533. —■ Schouwburg. XVII. Wolff geb. Bekker. 561. — Reg. en Snppl. Reg. Tooneel. D Doosjes, C. — Zie Letteroefeningen. 125. Loosjes Az., P., Redev. over het Kerkgezang. 249. — Weerklank op den lof a. d. Mtsch. Tot Nut v t Algemeen. 482. Zie: Denker (De). 634. — Letteroefeningen. 125. Loosjes, V., [Verschil! dichtwerken], 399. — Bruiloftdichten. 545, 548. — Bijzondere Kónst- en Letterbode. H. 1005. — Gedenkschr. 4e eeuwget. v. d. uitvinding d. boek drukkunst. 12. — Gezangen v. d. Mtsch.TotNut v.’tAlgemeen.507,508. — Dijkdicht. 563. — De Nederlandsche Vijfhoek. 506. — Nieuwe zedekundige uitspanningen. 641. — Oranje Volkslied. 492. — Rustbewaarderslied en lied v. d. schutters. 500. — Welkom a. d. helden van Chassé. 506. — » » ,, Schutters. 507. — Zedekundige uitspanningen. 641. Zie: Onder de Wjjngaert Canziua. II. 288. Konst- en Letterbode. 126. — de Lamartine. 316. — A. Loosjes.Pz. 391. — Pieterson. 157. Vosmaer. 641. Loosveld, A. — Zie de Haan. H. 1006. Lootens, Ad. — Zie Chants. 273. Lootius, F. Ez., Grafdicht. 567. Lootsman (De zingende). 288. Loots, C., [Verschil! dichtwerken], 392. Hs. 82. — [Versch. gelegenh. gedichten v. h. Tooneel], CCLIX. — Aan mijn Vaderland. 483. » Z. K. H. Willem Frederik. 492. — Aanspraak aan het Bataafsche Volk. 484. — De Algemeene Vrede. 486. — Beschaving ’t geluk d. volken. 487. — Beschouwing v. Amsteldam. 487. — Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 63. — Bruiloftdicht. 548. — Cantate. 499, 507. — Chassé op ’t puin der Citadel. 506. — Dichtstuk op het eeuwgetijde v. d. Beurs. 491, — „ v. d. Mtsch, Felix Meritis. 499. — De Dwingelandij. 485. — Eeuwzang. 485.
Loots, C., Feestzang op het eeuwfeest d. uitvind. v. I 1 d. boekdrukkunst. 497. ] — Grafdichten. 566, 568. ] — Heldendood van J. C. J. Van Speyk. 502. — Lierzang op d. 1™ dag v. h. slotjaar d. 18« Eeuw. 485. — Lof der Mtsch. Tot Nut van ’t Algemeen. 489. — Melpomené aan de burgerij. Vil. — Nederlands Verlossing. 492. — Opwekking d. Mogendheden. 505. — „ a. d. Nederlanders. 493. — De Overwinning bij Chatham. 484. — Verjaring v. Nederlands Verlossing. 492. — Vreugdezang. 495. — Welkomstgroet a. Z. M. den Koning. 503. Zangen alg. verg. Nut v. ’t Algemeen. 490,496,497. — (Ter nagedachtenis van). 84. — (Leven enz. van). 392. Zie: Gedachten-beelden. 281. — Haakman. 654. — van Halmael. 626. — C. van Lennep 566. Sartorius. 568. — Stuart. H. 325. — Heg. en Suppl. Reg. Tooneel. Lope de Vega Carpio, F. — Zie Heg. Tooneel. Loquela (De). — Zie Pluche. 33. Loraux. ainé, M. Fillette. — Zie Heg. Tooneel. Lord, Th., Predikatie. II. 844. Lords (Three) a. three Ladies of London. — Zie Engl. Plays. 843. Loré, W. (Leven van). 84. Lorentz, H. A. — Zie Verslag. H. 510. Lorentz, F., Geschichte Alfreds d. Grossen. II. 833. Lorentz, J. — Zie Reg. Tooneel. Lorenz Meijer, F. J. — Zie Meijer. Lorgion, E. J. Diest, Balthasar Bekker. 70. — Beschrijving d. stad Groningen. II. 645. — Het Catholicisme v. Hugo de Groot. II. 78. — Geschiedenis d. Christelijke Kerk. II. 330. v. d. invoering d. Christend. H. 330. — Hubertus Duifhuis. H. 347. — De Kerkhervorming in Friesland. H. 618. De Ned. Hervormde Kerk in Friesland. H. 618. Zie: Amshoff. 11 907. — J. J- Diest Lorgion. 138. Lorgion, J. J. Diest, Nalatenschap. 138. — Verhandeling over R. Praedinus. 88. Lorié, C., Beoordeelende samenspraak. VH. — Heuglijk vooruitzigt. 480. Zie: Keg. Tooneel. Lorin, Th., Les avantages de la lecture d. anciens écrivains Franpais. 941. Lorreinen (Homan der). 203. Hs. 78. Zie: Festschrift. 203. — Koman van Karel den Grooten. 202. Lorsbach, G. G. [of G. W.], De J. Leonis descript. Africae. H. 867. Zie: Teissèdre 1’Ange. 88. Los, D. van der, Grafdicht. 563. Los, J. A. C., Het Kruis, het symbool d. liefde. 424. Los Gz., P. — Zie Ledeboer. 410. Los en Vast. 132. H. 1065. Loskiel, H. — Zie Lofzangen. 265. Lossius, J., Practica op 1576. H. 114. Lossius, K. F. — Zie Tafereelen. XVII.—Beg. Tooneel. Loterij. H. 284. Lotgevallen (De) d. Nederlandsche Burgers. H. 208. v. d. Burgt te Nijmegen. — Zie IndeBetouw. H. 432. (Wonderbare) v. Liederiek, l e Graaf v. Vlaande ren. 696. — (Zonderlinge) van Barend van Poederen. Zie Kist. 673. Lothes, P. W., Bijdragen, n. 667. Lothian, W., Hist, of the United Provinces. H. 123. Lotichius Sec., P., Epistolae. 891. Lotsij, S. H., Reederijen. n. 926. Lotter, J. G., Vita C. Peutingeri. 754. Zie: Maffei. 877. Lottevree, J. — Zie Reg. Tooneel. Lottooneel (’t Vermaaklyk) van Holland. 659. Lotz, W. — Zie von Dehn-Rotfelsen. H. 1060. Lotzbecius, J. L., De gradu doctoris. H. 920. Lotze, H. — Zie Jakobus. 972. Lotze, J. A., Egb. Joa. Grevii laudatio. 77. Vijf brieven beh. eenige aanmerkingen, n. 240. Louandre, Ch. — Zie Machiavelli. 915. Louis, D. J., Brief a. M. Tydeman. Hs. 72. Louis XII, Lettres. H. 820. Louis XVH. — Zie Durant. II. 824. Louis Bonaparte, Adres a. h. Wetgevend Lichaam. Hs. 83. | Documents s. 1. gouvern. de la Hollande. H. 227. — Marie, ou les Hollandoises. 954. Louis... v. Bronswijk (Aan de schim van). 474. Louis Napoléon. — Zie Louis Bonaparte. Louise, Bladen uit Suze’s Schetsboek. 686. Louise de Colligny, Lettres. H. 123. Loumier. -— Zie de Mendopa. H. 111. Louwerse, P., [Verschil! dichtw. v. kinderen]. 428. Louys Guide Hartjens dagh. H. 158. Léve, C. — Zie Verzameling. 453. Léve Jzn, J. A. — Zie Verzameling. 453. Loveling, R. en V., Gedichten. II. 988. — [Verschil! novellen]. 686. Zie: Proza en poezie. 184. Lovendaal, G. W., Twaalf Volksliedjes. 294. Lover, R. de, Bruiloftdichten. 529, 536, 537. Loverkens, Altniederlandische Lieder. 199. Low, J. (Lijkrede op). 730. Low-Buch (Das Jütische). H. 1059. Lowe, M. L. — Zie Correspondenzblatt. H. 687. Loys, F., Nieuwe Spiegel d. Jongheyd. 426. Lozeman, H. W. — Zie Reg. Tooneel. Lozzen, J. A„ De Symbolis fldei Ante-Nioaenis vario- que eorundem usu. H. 893. L. P. Dorval en Clairmont. Hs. 83. L. R. — Zie Lehmann Rotscheid. L. S. — Zie L. Sylvius. L. T. K. H. — Zie L. ten Kate Hzn. ! Lubach, D., De bewoners van Nederland. H. 83. Zie: Catalogue. 115. — Volksalmanak. H. 287.
29 Lubaens Jan., H. — Zie Reg. Tooueel. Lubbers, Th., Groningen tot dankbaarheid aange spoord. II. 647. — Lijkrede op Joh. Brill. 727. Lubbertus, 8., Brief aeng. D. C. Yorstius. n. 366. Lubeck, J. H. — Zie Verzameling. Hs. 55. Lublink, Overdrukjes. Lublink, A. J. — Zie Catalogus. II. 56. Lublink de jonge, J., Aansporing tot milddadigheid. 492. — Brieven. 110. — Veertig [en Vijftig] Gezangen. 265. — Grafdichten. 563, 577. Hulde aan R. J. Schimmelpenninck. 487. — (Lofrede op). 84. Rapport [en Nader Rapport] wegens den zin d. Staatsregeling. II. 293. — Verhandelingen [3 zeventallen]. 635. — Overdrukjes. Zie: Aanmerkingen. 249. — Dusch. 635. — Ge dichten. 457. — Geilert. 308. — Thomson. 635. — Vernede. 723. — Yonng 635. Lublink Weddik, B. T., als prediker beschouwd. 84. — [Verschill. dichtwerken]. 405. — De binnenkamer v. e. kruidenier. 675. Gedicht aan A. des Amorie v. d. Hoeven. Hs. 82. — Gesprekken in Socratischen vorm. 642. — Leerrede over Matth. XXII: 15—22. 735. — Open brief aan den Paus te Rome. II. 338. — (Leven van). Lb. 1863, 295. Zie: Bemint elkander. 707. Lucanus, M. Annaeus, Borger oorlogh der Romev- nen. 302. J Lucardie, H. G. — Zie van Dissel. 50. Lucas, H., Le Siège de Leyde. II. 1054. Lucas (Meester). — Zie L. Trip. Luce, 8. — Zie Gaydon. 946. Luce de Lancival, J. Ch. J. — Zie Reg. Tooneel. Luchtgesteldheid van Nederland. II. 295. Luchtmans, C. J„ J„ P. en s., Brieven. Hs. 63. Lucianus, Alle werken. 600. — Samenspraken d. Doden. 600. Zie: Reg. Tooneel. Lucifer. Academische Courant. H 322. Lucretius Cams, T., Oorspronck aller dingen. 601. — Werken v. h. heelal. 601. Ludeking, E. W. A. [Verschill. dichtwerken], 422. Ludeman, J. C., De Goudmijn. II. 205. — Secrete bijvoegsels of nodige Sleutel.. 693. — Spiegel der wereld. 693. Triumph-zaal v. astrolog. voorzeggingen. II. 19. — (Levensbeschrijving van). 693. Zie: Reg. Tooneel. Luden, H., Hugo Grotius dargestellt. 77. — Hugo Grotius uit zijne lotgevallen en schriften. 77. Luden, J. W. — Zie Oraculen. 691. Ludewig, J. P., De Jure clientelari Germanorum in feudis et coloniis. H. 705. Zie: Reliquiae. II. 686. Ludgerus, Apostel d. Friezen. — Zie Paris. II. 332. Ludlow, W. — Zie Reports. II. 875. Ludolf von Suchen, Reisebuch. n. 1023. Ludolff, H., Menalkas herder klagt. 442. Ludolfi, H. W., Grammatica Russica. 963. Ludolphus, J. — Zie Epistolarum.. decas. 889. Juncker. 988. Ludolphus de Saxonia, Boec vanden lenen. ihu chnsti. 611. Ludovic, C., Flüchtige Bemerkungen. II. 47. Ludovicus, G., Disput. anti-Vultejana. II. 921. Ludwig, Brief a. G. Stuckert. Hs. 72. Ludwig I, Walhalla’s Genossen. II. 733. Lübben, A., Das Plattdeutsche. 817. — Mittelniederdeutsche Grammatik. 141. — Wörterbuch z. d. Nibelungen. 793. Zie: Gedichte (Mittelniederd.). 813. — Reineke Fuchs. 815. —. Schiller. 813. Lubeck. II. 749. Lübke, W. — Zie Mittheilungen. II. 762. Lüdeke, J. A. A., De Ecclesia Teutonica. II. 779. Luederwald, J. B., Conjectanea de conciliandis histo- ricorum dissensionibus. II. 1. Lünemann, G. H„ Primae lineae theoriam Lexico- graphiae latmae sistentes. 881. — Ueber d. hohen Werth d. Alters. 802. Zie: Georges. 50. Lüning, H. — Zie Edda. 853. Lütkebühl Jr., C. L., Leven en lied. 424. Lugdunophilus, Voorzang op de schimpdichten. 462. Lugt Dz„ J., Grafdichten. 663, 571. H. 1008. Lugt-bol (De vernieuwde). 286. Luidius, Ed. — Zie Baxter. H. 840. Luik (Prov.). H. 811, 1064. Luiken, C. — Zie Broederliefde. 232. Luiken, J., [Verschill. dichtwerken], 349, 350.11.1065. — Duytse lier. 278. — Geestelijke brieven. 652. — Grafdicht. 566. — Vreugde zang voor Willem V. 456. — Zedelijke en stichtelijke gezangen. 260. — (Leven van). 84. Zie: Abraham k S. Clara. TI. 88. — Barclai. 662. — Bloemlezing. 224. — van den Bosch. II 5 — Boxhorn. II. 329. — Cieglerus. 628.—Eerzuil. 453. — van Hamelsveld. 709. — Huygen. 355. ten Kate 652. — Liefdevlammen. 192, 193 van Momay. 662. —Rabus. II. 836. — van Santen, n. 5. — Wille (Uiterste). 193. Luiken, J. en C. (L’oeuvre de). H. 325. — (Plan eener bibliographic enz. van). 84, H 325. — Spiegel v. h. menselijk bedrijf. 227, 228. Luim en Ernst of verklar. v. vaderl. spreekwoorden. 170. Luimen (Deftige) mijner muze. 424. Luister (De) v. Oranje herdacht. — Zie Nyland. II. 67. Luiton, Gl. [Cl.]. — Zie Dictionnaire. 47. Lulius, D. — Zie Placaet-boeck. II. 108. Lulofe, B. H., [Verschill. dichtwerken], 400. — Aan de dappere Studenten. 504.
451 B. H. LULOrS. E. LUZAC. 452 Lulofe, B. H., Aan vang d. oude Nederl. letterkunde. 197. — Akademische voorlezingen. 717. — Gedachten v. Jan de Schreeuwer. II. 318. — Gedicht in 5-voetige rijmlooze jamben. 507. Handb. v. d. vroegsten bloei d. Nederl. letterk. 197. — Kakographie. 160. — Kort krijgslied v. Groningens Studenten. 501. — „ overzicht v. d. geschied, d. Nederlanden. H. 80. — De libertate. II. 929. — Lijkdichten. 563, 565, 569, 570, 575, Hs. 28. — Nederlandsche Redekunst. 717. — Over Nederlandsche spraakkunst. 137. „ taalzuivering. 162. — Noodzakelijkheid v. d. beoefening d. eigene taal. 2. — Omvang van het vak d. Nederl. letterkunde. 58. — Reistogtje naar Hamburg. H. 749. — Schets van een overzigt d. Duitsche taal. 39. — A. C. W. Staring... geschetst. 91. — Toelichting op J. Bowrings Aanmerkingen. H. 402. — Watersnood. 496. — Welkomstgroet a. Z. M. den Koning. 497. — Woordafleidkunde. 158. — Woorden v. h. Koorgezang. 498. — Overdrukjes. — (Leven van). Lb. 1850, 71. Zie • Brachthuizer. 552. — Brieven. 110. II. 46. — Erasmus. 615. — Feith. 117. — Hugo_641. — Ontwerp. 128. Poèmes. 425. — Roelants. II. 332. — Schiller. 309. — van Swmderen. II. 969. — Vondel. 327. — Vo9s - 674. Lulofe, J., Lijkrede over J. van den HonertTHf. 80. Orat. fun. in obitum J. van den Honert THf. 80. Vrijmoedige... aanmerkingen. II. 373. Lulofe, W., Grafdicht. 565. Lummel, A. J. van, Register op Groen v. Prinsterer’s Handboek d. vaderlandsche geschiedenis. II. 81. Lummel, H. J. v., De St. Bartholomaeus-nacht. II. 820. — Gedenkplaat v. Leidens verlossing. II. 468. — Heiligerlee. H. 112. — Leidens beleg in 1574. H. 465. — (Leven van). Lb. 1878, 35. • Zie: Bösken. II. 967. — Geuzenliedboek. 271. — Sonstral. II. 10. Luna (de). — Zie P. A. Sersanders, dit de Luna. Luneau de Boisjermain, Cours d. langue Italienne. 913. Luntze, J. G„ Carena und Kehren. 38. Lupanius, V. — Zie Respublica. H. 818. Lurasco, O. F., Brief aan W. H. Suringar. H. 274. Bussing Mattsz., H., Gezangen. 265. Lust, S. van der. — Zie Reg. Tooneel. Lust-Hof (Het amoureuze). 281. (Den Amsteldamschen geestelycken). 255. d er Boeren. — Zie van Spaan. 706. — (Cupidoos). 278. des Gemoets, best. in stichtelijke Gesangen. 262. — (Den nieuwen). 273. / H „ verbeterden). 274. (Den) van Rhetorica. 213. Lust-Hof der Zielen, beplant met geestel. liederen. 258. Lusthofje des gemoedts. 257. — (’t Kleyn) vol.. bruylofts-zangen. 276. Lust-Hofken (Ben gheestelyck). 259. Lust-hoofien, ofte vermaecklyckheit d. Maechden. 275. Lustitudine (De) studentica. II. 1054. Lust’s Dominion etc. — Zie Engl. Plays. 843. Lustwarande (Geestelijke). II. 988. Lusty Juventus. — Zie Engl. Plays. 843. Lutgert, C. A., Tabula Medicinae historica. II. 937. Luther (Werken over). H. 36. — Bibliothek. H. 36. — An die Christen in Livland. II. 35. — Catechesis minor. 54. — Catechismus. H. 899. — Christelycke Vraech-stucken. H. 899. — Deudsch Catechismus. 799. — Enchiridion. II. 899. — „Ein feste Burgist unser Gott” in 19 Sprachen. 56. — Geist ahs [seinen] Werke. 799. — ’s Harp. 308. — Humdert Sprüche. H. 966. Rome’s overwinnaar. II. 338. Wörterbuch zu [seinen]' Deutschen Schriften. 766. Zie- Bibel. 581, 588. — Biblia. 685, 586, 784. — Biblie. 818. — Bijbel. 586. — Catechismus (Kleyne). II. 899. — Davids Psaltare. 862. — Epistelen. 596. — Propheten. 816. — Saltzmann. 765. — Souter. 589. — von Stade. 765. — Testament. 579, 591, 592, 593. — Tsamen Sprekinghe. H. 365. Lnthersohen. H. 353. Lutkeman, D. C. — Zie Blaaupot. 529. Lutkeman, J., Poezy. 393. — Grafdichten. 571. II. 1008. Zie: Eerzuil. 453. — Gedenkteeken. 454, 455. — Gellert. 308. — Reg. Tooneel. Lutsch, J. B. — Zie Programm. II. 760. Lutsenburg, G. van. — Zie Acte. Hs. 75. Luttenherg, G., Leven van J. ter Pelkwijk. H. 970. Luxemburg (Groothertogdom). II. 765, 1061. — (Provincie). II. 816. Luxembourg (Due de), Lettres. Zie Campagne, n. 154. Luydens, E. — Zie Reg. Tooneel. Luyken Jsz., D., Bruiloftdicht. 540. Luyken, J. en C. — Zie Luiken. Luypaert (Den Fransen). H. 822. Luzac, C. J. (Leven van). Lb. 1862, 290. Zie: Stukken. H. 493. Luzac, E., Op de beeltenis van Willem den Ve. 469. Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 63. a . d. Politiken Praatvaar. II. 204. Het waare Daglicht v. h. Politiek Systema v. Amsterdam. H. 543. Gedrag der Stadhoudersgezinden. H. 188. — Geleerdheid de voedster d. burger-dengd. 2. — Gepast Antwoord op de vrijmoed. Aanmerkingen. n. 191.
453 E. LUZAC. — F. J. VAN MAANEN. 454 Luzac, E., Het oordeel over J. de Witt. H. 191. — Openhartige brieven. II. 200. — Ridendo dicere verum quis vetatP H. 200. — Verantwoording. II. 188. — Zeedige beproeving v. d. voorgestelde karakters v. J. en C. de Witt. II. 191. De Zugt v. d. Raadpensionaris J. de Witt. II. 191. Zie: Beschouwer. 126. — Letter-Courant. 126. Lnzac Jr., E., Rericht op een geschrift. 633. — Disquis polit.-moralis. II. 931. Luzac, J., Brieven a. J. Valckenaer. Hs. 63. — Histor. verhaal v. h. gepasseerde te Leyden. II. 475. — Socrates als burger beschouwd, n. 200. — (Leven van). Lb. 1872, 239. — Overdrukjes. Zie: Bilderdjjk en Siegenbeek. II. 483. — Verza meling. n. 602. Lnzac, L. C., Brieven a. H. W. Tydeman. Hs. 63. — (Leven van). 103, Lb. 1862, 157. Opinion sur les deux questions. II. 245. “.J*. Authenticité d. chants du Barzas-Brey. Luziver in zijn Biegtstoel. 475. L. v. A. — Zie L. van Aitzema. L. v. B. of L. v. d. B. — Zie L. V. Bosch. L. V. P. — Zie Samenspraak. 457. Lij-, — Zie Li. L- V. — Zie Reg. Tooneel. Lyeosthenes, C., Apophthegmata. 56. Lydius, B. — Zie Antwoorde. n. 368. Lydius J Analecta s. Reliquiae Plorum Sparsionis ad Hist. Passioms J. C. H. 28. — Belgium gloriosum. H 152. — Brief a. G. Brandt. Hs. 63. — Plorum Sparsio ad Hist. Passionis J. C. H. 28. — Laetsten duyvelsdreck. n. 371. — Vrolicke uren des doodts. 191. Lydius, J., Vrolicke uren ofte der wysen vermaeck. 337. Zie: Barlaeus. 895. — rats. 325. Lydius, R., Vermakelijke Tijdkorting. 349. Zie: Juvenalis. 303. — Reg. en Suppl Reg. Tooneel. Lye, E., Dictionn. Saxonico et Gothico Latinum. 829. Zie: Junius. 829. Lyell, Ch., Overdrukjes. L yiy. J-* Vermakel. historie... van Euphues. 666. Lyman, I. B, Major General J. Hooker. II. 873. i Lynceus (De snelziende). II. 472. Lynckens, N. (Geneal. aanteek. betreffende). Hs. 56. Lynden, C. Th., Specimen. II. 178. Lynden, D. W. J. C. van, De commercio. II. 668. Lynden, P. G. van, Dejudiciis Gelrici antiqui. H. 418. Lynden, J. E. N. van, De Pacti Obstagialis volun- tarn indole. II. 419. Lynden, R. van, Brieven a. M. Tydeman. Hs. 63. Lynden van Hemmen, P. G. van, Aanteekeningen op de Memorie van J. de Gelder. II. 530. — Antwoord op de Vrije Gedachten, n. 530. — Brieven. Hs. 63, 86. — Brieven o. d. Ridderorde van St. Jacob. II. 98. — Verhand, droogmaking d. Haarlemmermeer. 11.529. Lynden van Hemmen, W. van, Stukken over de Ned Psalmberijming. Hs. 25. Lynden, Heer van Lunenburg, B. C. Baron van CLiik- rede op). 730. J Lynden van West-Barendrecht, van, Brief. Hs. 63. Lyng, G. V., Antike philosoph. Historie, n. 911. Lyngby, K. J. — Zie Hagerup. 859. Lyon, B., Ad locum Grotii Introd. lib. Ip. 6. II. 262. Lyra, P. W., Plattdeutsche Briefe. 819. Lyra, Nio. de. — Zie Biblie. 818. — Testament. 579. Lyre d’Apollon (Le). — Zie von Goethem. 952. Lysander (De stantvastighe)enz.—ZieDaudiguier.664. Lyscander, J. — Zie Sermones. II. 785. Lyser, P., Parerga Oratoria. 763. Lytton, E. Bulwer. — Zie Bulwer. M. M. — Zie J. A. Alberdingk Thijm. M. — Zie Wederwoord. 516. — Reg. Tooneel. Maaden, J. J van der, Plan tot uitbreiding van Amsterdam. II. 548. 8 Maagd (De hervormde, klagende, nu juichende). 452. ; — (De klagende) van Holland. 452. I. — ( a ,, Rotterdamsche). 449. 1 ( » verresene) d. Haeghsche Rethorica. 218. Maagden (De 7 wijze en 12 dwaase Hollandse). 470. [ Maagden-plicht. — Zie Cats. 325. Maagden spieghel (Der). Hs. 22. Maaldrink, D. M. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Maaltijd v. h. Holl. Genootsch. v. New York. II. 880. Maan, J., [Verschill. dichtwerken], 372. i — Bruiloftdichten. 538, 541. I— Dank-, Vast- en Bedeoffer. 455. Maan, J., Lentevreugdt, 456. — Oranje Vreugdebazuin. 455. — „ Vreugdegalm. 454. Zie: van der Laan. 626. Maandberigten v. h. Ned. Zendelinggenootschap. H.390. Maandblad v. h. Distr. Sluis der Maatsch. Tot Nut v. t Algemeen. 118. — v. h. Genootsch. De Nederl. Leeuw. II. 63,1067. — voor Nederl. taal, stijl en letterkunde. 139. Maandboekje v. Z.-en N. Beveland [d. stad Goes], 11.574. Maandschrift (Algemeen letterlievend). II. 975. — voor den beschaafden stand. II. 1011. — voor Christenen, n. 1011. — (Nederduitsch). 134. Maanen, C. P. van, en W. Bilderdijk. 70. Maanen, P. J. van, Brieven a. H. W. Tydeman. Hs. 63.
Maanen, F. J. van, De natura humana. II. 936. — (Leven van). Lb. 1862, 100. — Overdrukjes. Maanen, G. A. G. van, De Supremo Mechliniensi Concilio. II. 799. Maanen, P. J. van, Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 63. — (Leven van). Lb. 1855, 40. Maart (Dertien). 510. Maarten (Werken over St.). H. 591. Maarten van Rossum. — Zie Pape. IE. 403. Maas, A., Geschiedkundig overzigt. II. 525. — Overdrukjes. Zie: Reg. Tooneel. Maas, F. J. — Zie Bouws. II. 336. Maas, H. — Zie Reg. Tooneel. Maas, J. — Zie van Zoele. 562. Maas, J. J. van, Kerstnacht bespiegelingen. 419. Lied v. b. oudste Godsgericht. II. 1000. Maas, G. Brandt. — Zie Brandt. Maasgouw (De). H. 657. Maaskamp, E., Beschr. v. d. veldslag v. Waterloo.11.236. — Description des Pays-Bas. II. 396. — Het Geldersch Reisje. II. 415. — De Veldslag van het Schoon Verbond. IE. 236. Zie: Atlas. II. 398. — Reis. II. 401. Maass, J. G. E. — Zie Eberhard. 764. Maaten, E. van der (Leven van). Lb. 1867, 204. Leven v. H. G. Haasloop Wbrner. Lb. 1865, 137. Master, G. van. — Zie G. van Mater. Maatjes, A. B., Précis de 1’histoire d. L littérature Franpaise. 926. Maatschappij der Antwerpsche Bibliophilen. IE. 976. — Arti et Amicitiae. IE. 549. ter bevordering v. beeldende Kunsten. H. 324. tot bevordering d. Bouwkunst. H. 558. — tot bevord. v. h. godsdienstig onderwijs onder de slaven. IE. 681. ter bevord. v. Nijverheid. H. 286, 287, 562—63. ter bevordering v.Toonkunst. II. 327, 510,556,557. tot bevordering v. Welstand. II. 290, 291. t. bevord. v. Wetenschap en Volksgeluk. H. 976. _ Caecilia. — Zie Loman. II. 328. — Diligentia. 119. Eendragt en Vaderlandsliefde. 123. — (Evangelische). 578. H. 335. — Felix Meritis. 118, 119. — (Gendsche) v. Neder! taal- en letterkunde. 124. — (Hollandsche) v. Fraaie Kunsten en Wetensch. 119, 120. II. 975. (Hollandsche) v. Wetenschappen. IE. 939, 973,975. (Hollandsche en Bataafsche) v. taal-en dichtk. 119. (Koninkl.) ter aenmoed. d. schoone Kunsten te Ant werpen. H. 798. (Leidsche) v. Weldadigheid. H. 494. (Neder!) tot bevord. d. Geneeskunst. H. 557. 4. Nederlandsche Letterkunde te Gent. IE. 976. (j, Nederlandsche Letterkunde te Leiden. 112,113. ii. 973. Hs. 76. Maatschappij Tot Nut van ’t Algemeen (en hare versch. Depart.). 116—118. II. 974. — Tot Nut v. ’t Algemeen Depart. Leiden. II. 516. — tot Opvoeding v. Weezen in het Huisgezin. II. 294. — De Tael is gansch het volk. 124. — V. W. 186. n. 984. — De vereenigde vrienden te Rumbeke. 124. — der Vlaemsche Bibliophilen. 124. — van Weldadigheid. II. 655—656. voor den werkenden stand te Amsterdam. H. 554. Maatschoen, G., Grafdicht. 574. Mabé, P., Overdrukjes. Macaire. Chanson de geste. 946. Macalester Loup, M., Laatste woord. H. 1019. Macalester Loup, R., Leven v. C. C. N. Krom. Lb. 1886, 278. Macar (de), Discours. H. 811. Macaré, C. A. Rethaan. — Zie Rethaan. Macaris (St.), L Homilien. 601. Macaulay, T. B., History of England. IE. 832. Macaulay’s Library (Catalogue of). 834. Macedo, J. M. de, Brazilian biogr. Annual. II. 882. Macfarlan, R. — Zie Ossian. 868. Machiavelli, N., Discoursen. H. 1009. — Histoire de Florence. IE. 854. Oeuvres politiques. — Oeuvres littéraires. 915. — Princeps. II. 929. Zie: Spiegel. 703. Machteld, Gravin v. Holland. — Zie Brieven. Hs.48. Machwiths, M. V., Godt-vruchtige uytspanninge.H.997. Zie: Morton (von). 652. Mackay, A., De triplici foedere. IE. 152. — De denkbeelden v. Tydeman c. s. wederlegd. H. 293. Mackay, B. J. C., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 63. Mackay, D. J., Handhaving v. h. Europeesch gezag. H. 672. Maclaine Pont, M. W„ Sprookjes in Waarheid en Verbeelding. 707. Maclauchlan, H., Memoir. II. 844. Mac Leod, J., Algemeene dierkunde. IL 950. — Werveldieren. IE. 951. Mac Mahon. — Zie Célébrités. 927. Macomb, J. N. — Zie Reports. II. 875. Macomb, M. M., Tables of geogr. positions. H. 876. Macquelin, M. J, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 64. Macquet, J., Brieven. Hs. 64. — [Verschil! dichtwerken]. 375. Dichtlievende uitspanningen. Hs. 29. Proeven van dichtkundige letteroefeningen 178. Mad, G. E. de. — Zie E. W. van Dam van Isselt. Maddison Morton. Zie Morton. Made, E. Groenewegen van der. — ZieGroenewegen. Madelgijs (De Historic van). 694. Madox, Th., The History and antiquities of the Exche quer. H. 832. Maecht. — Zie Maagd. Mahrchen der Magyaren. 992.
457 Y. A. MANNEL. MALEGYS. 458 Mannel, F. A., Die Angelsachsischen Sprache. 829. — Genesis oder Geschichte d. Entwickelung d. Eneli- schen Sprache. 832. Marchen (Litauische). n. 1034. Marchenbuch (Deutsches). 808. Maere-Limnander, De, Question Flamande. 66. Margen (Das) vom Ersten Aprile. 801. Maerlant, Jacob van — Zie Jacob van Maerlant. Maersche, P. van, Bruiloftdicht. 541. Maerssche, C. van, Grafdicht, 565. Maertsz, C., Gedichten. 345. | — Singende Nachtegaeltje. 257. [ — Stichtelijke gesangen. 257. Maes, J., Schriftuurlijk school-boekje. II. 904. Maeslant, J. van, Nieuwe Vermakelikheden. 692. Maestertius, J., Beschr. van Dendermonde. H. 806. Matz, J., Die Siebenb. Sachs. Bauernhochzeit. U. 759. ’ Matzner, E. — Zie Lieder. 941. Mazkens, A. G., Yersuch in deutschen Wörterfami- Ixen. 763. M. A. F. C., Lettres sur la Hollande. n. 84. Maffei, S., Origines Etruscae et Latinae. 877. Zie: Reg. Tooneel. Magazijn (Algemeen) [en Nieuw algemeen] v weten schap, kunst en smaak. 126. — voor de critische wijsbegeerte. II. 913. I — (Hollandsch). 125. [ ( » ) v. letteren, wetensch. en kunsten. 129. ■ (Letterk.) v. wetenschap, kunst en smaak. 127. I — (Nederlandsch). 129. I — van Nederlandsche taalkunde. 139. I — (Regtsgeleerd). II. 261. E spreekwoorden en zedenspreuken. 170. — „stukken betreffende d. rechten d. Stad Utrecht. U. 591. I — (Taalkundig). 139. r (Taal-, dicht- en letterkundig). 126. (Yaderl.) v. wetenschap, kunst en smaak. 126. I — v. Wetenschappen, kunsten en letteren. 128 Magazin (Neues Lausitzisches). II. 709. [ — (Westphalisches). 11. 724. I — (Nenes Westphalisches). II. 724. | Magdalena. Evangelisch jaarboekje. 188. Magelone (Die schone). — Zie Volksbücher. 809. [ — (Die schone) in het Szechisch. 971. ; -Msggi 0 - — Zie Yergleichungstafeln. 39. ( Magirus, A., De Fransche Kraye. II. 822. ; Magius, H., De tintinnabulis. II. 14. Magliabechi, A., Brieven. Hs. 72. Magna Carte (De), Petition of Right etc. II. 842. Magna molimur parvi. — Zie Genootschap. Magnin J. S., Geschiedk. overzigt v. d. besturen in Drenthe. II. 653. — Geslacht De Vos van Steenwijk. n. 72. ! Losse bladen uit Drenthe’s geschiedenis. II. 653. I Overzicht d. kerkel. geschied, v. Drenthe. II. 656. Magnus den Godes ... Sagaer. 855. Magnus, J., Goth. Sveonvm’qve hist. II. 775. Magnus, 01., Gentium septentrionalium histor. bre viarium. II. 771. — Historia... de gentium septentrionalium. II. 771. Zie: Wormius. 738. Magnusen, Finn., De imaginibus. II. 782. — De Ie November. II. 776. — Mythologisches Lexicon. II. 774. — (Leven van). Lb. 1848, 45. Zie: Edda. 852. Magt (De) der liefde. — Zie Servaas van Rooijen. 6S7. Maguire, E. — Zie Reports. EL 875. Magyaarsch. 987. Magyaren-Sprache (Die) ... beleuchtet. 989. Mahlmann. — Zie Bloemlezing. 307. Mahn, C. A. F., Lehrbuch d. Spanischen Sprache. 918. Zie: Werke. 924. Mahne,G.[ofW.]L„ Dictate de Antiquit.Romanis.Hs.83. . — Vita D. Wijttenbachii. 95. — (Leven van). Lb. 1852, 77. Mahne, J. G. H., Brief. Hs. 64. Mahomet (Historie van). II. 26. M. A. H. Y. I. — Zie Raet-slach. 433. Maidens Tragedy (The second). — Zie Engl. Plays. 843. Maier, J. J. — Zie Catalogus. H. 735. Maignien, Définition... de l’idée de Part. II. 951. — Overdrukjes. Maikow, J., Lierzang [in het Russisch], 966. Maillot, A. F. E. — Zie Reg. Tooneel. Maimbourg, L., Décadence de 1’empire. H. 1036. Maimieux, J. de, Pasigraphie. 6, 7. — Pasigraphie et Pasilalie. 7. Maimonides, M., Explicatio super patrum... Judaeo- rum sententias. II. 25. — (Leven van). — Zie Lemans. 981. Maire, Jac. Ie. — Zie Werelt. H. 881. Maire (De Fransche). — Zie Slanghen. II. 282. Meistro, Le. — Zie Le Maistre. Maistre, X. de, Voyage autour de ma chambre. 953. Maitre (Le) de la langue Allemande. 759. — (Le) Italien. 913. Maius, J. H., Specimen linguae Punicae. 984. — Synopsis theologiae Judaicae. II. 25. Maizeaux, P. des. — Zie Bayle. H. 3. Majansius, G., Tract, de Hispana progenie vocis ur. 918. Majer, F. — Zie Dichtungen. 852. Majofski, J. F. — Zie Reg. Tooneel. Majus, Ang. — Zie Ulfilas. 742. IMabassaarscli. 1001. Makelaar (De) of het wissel-congres. II. 194. Malabaarsch. 995. Malan, C., De Harpe Zions. 270. Malayo-Polynesische talen. 997. Male, J. P. van, Gheestigheden d. Vlaemsche Rhiim- const. 368. J Zie: Kronyk. II. 807. Malegys (Historie van den Ridder). 694. Hs. 10.
Maleisch. 997. Malen, J. R. van der, Zede-, mengel- en lijkdichten. 366. Malfftit-. de jonge, Ph., Vrijmonds droom. 357. Zie: Reg Tooneel. Malherbe, R., Liber memorialis. II. 811. Malines, L. de, Boeek d. geestelijcke gangen. 255. Mali, Ed. — Zie Harrowing of Heil. 844. Mallefllle, F. — Zie Reg. Tooneel. Mallery, C. de. — Zie van Duiken. 361. — Feitama. 351. Mallery, J. C. — Zie Reports. II. 875. Malles de Beaulieu, Felix of de 12-j. Robinson. 710. Mallet, A. M., De arbeid van Mars. II. 943. Mallet, E., Essai sur 1’étude des belles lettres. 1. Mallet, P. H. — Zie Edda. 852. Mailing, O., Store.. Handlingar af Danske. II. 785. Malmberg, P. — Zie Uitspanningen. 222. Malmstedt, A. M. — Zie Marmontel. 959. Malnoë, A. C. de, Brieven a. J. W. Te Water. Hs. 64. Zie: van Bolhuis. Hs. 5. Maltesisch. 985. Maltzahn, W. von. — Zie Schiller. 802. Man, E. de, Grafdicht. 570. Man, J. de. — Zie Reg. Tooneel. Man, J. C. de, Leven v. A. A. Fokker. Lb. 1879, 215. Zie: Catalogussen. II. 973. Man, J. D. (Lijkrede op). 730. Man, M. J. de (Levensschets van).—ZieMerkes. H. 250. Man met de bonte muts (Historie van de). 700. Manadsblad (Kong. Vitterh. Hist. Acad). H. 775. Mancy, A. Jarry de, Overdrukjes. Mandat (Eyn) Jhesu Christi. — Zie Herman. 798. Mande, H. (Een verloren geacht werkje van). II. 1012. Mandement, of Bevelschrift v. d. Aartsbisschop v. Parijs. H. 374. Mander, K [of C. van], De Gulden Harpe. 251. II. 990. — Olijf-bergh. 321. — Uyt-leggingh o. d. Metamorphosis v. Ovidius. 602. — (Leven enz. van). 84. Zie: Homerus. 296. — Virgilius. 299. —Vrucht.263. Mandingo-taal. 987. Mandrillon, 3. H., Memoires, n. 208. — Révolutions d. Provinces Unies. II. 207. Mandt, A., Boet-zangen. 485. — Grafdicht. 574. Verklaring v. woorden uit Bake’s Gezangen. Hs. 4. Zie: van de Cop. 728. — Manger. 526. Manen, J. van, Voordgang en invloed d. kunsten en wetenschappen. 2. Manen Az., J. van, De herrezen vrijheid. 473. Waarom ons vaderland heeft uitgemunt in t vóórt brengen van voortreffelijke schrijvers. 58. Zie: van Hamelsveld. 554. — Streso. II. 86. Manesse, Rüd. — Zie Sammlung. 785. Manet honos et antiquae Societatis insigne. — Zie Verzameling. 463—64. Manger, H., Aan mijne gemeente van Jelsum. 396. — Grafdichten. 567, 572, 574. Zie: Brink. 552. — Verwey. 660. Manger, J. P. (Lijkrede op). 730. Manger, S. H., Orat. panegyrics. II. 622. Zie: Odé. 909 Manget, J. — Zie Smith. 38. Manhave, J. — Zie van Dale. 154, 168. — Thieme’s Zakwoordenboek. 168. Manheer, G. — Zie Nieuwjaarwenschen. 523. — Reg. Tooneel. Manicus, Den dansk-tydske Strid. II. 719. Manière (La) de bien penser. 1. (Sur la) dont seront accentuées les oeuvres de litté- rature frangaise. 932. Manifest (Het) van Engelant. II. 144. Manilius. — Zie Woltjer. H. 1029. Manitius, H. A., Leerwijze d. Italiaansche taal. 914. Manly, D. — Zie Hexham. 48. Mann, Description de Bruxelles. H. 813. Mann, J. D., De heerlijke roem in God. II. 705. Mann, Th. A. (Eloge de). 84. Mannen van beteekenis. IL 7. — (Wereldberoemde) en Vrouwen. H. 6. — ende Vrouwen Heimelycheit. — Zie Natuerkunde. Hs. 11. Mannert, C., De Numerorum quos Arabicos vocant vera origine Pythagorica. 6. Mannhardt, W., Germanische Mythen. H. 698. — Die Götterwelt d. deutschen Völker. H. 698. — Die Korndamonen. H. 699. — Mythologische Forschungen. II. 21. Zie: Zeitschrift. II. 698. Manning, O. — Zie Lye. 829. Manningham, Th., Predikatie. H. 838. Manser, J. F. — Zie P. J. van Lelyveld. Manso. — Zie Ricklefe, 753. Manssen, W. J., Overdrukjes. Manssons, Peder, Stridskonst. 861. Manteau van Dalem, P. — Zie Psalmen. 259. Mantelius, J., Historia Lossensis. H. 815. Mantels, W., Der 2 e HanseatischePfundzoll. H. 750. Herr Thidemann v. Güstrow. II. 750. — Lübeck u. Marquard v. Westensee. H. 750. Zie: Emladungsschrift. II. 761. Mantuanus, J. B., Vrouwen-lof. 306. Manu due tio* (Brevis et fundam.). —ZieSchottelius. 761. Manuael [en Proviss.] voor de Wisselaers. II. 285. Manual de la Lengua Espahola. 919. de la Literature Espaflola. 919. Manuel (Petit) d. princ. difficultés d. 1. langue Franjaise. 932. lexique. — Zie Prevost d’Exiles. 934. Manuel, E. — Zie E. L’Épine. Manus, P. — Zie Reg. Tooneel. Maquet, Aug. — Zie Reg. Tooneel. Manuscripts (Oriental) purchased in Turkey. 980. Manx. 866. Manzoni, Le comte de Carmagnola. 916. — De verloofden. 674. Maori. 1003. J Map of the United States of North America. H. 875.
Map of Virginia. IL 875, 880. — of the Watling Street. II. 844. Mappius, A. M. — Zie Brosins. H 728. Maps of the operations of the War. II. 873. Maquer. — Zie Abrégé. II. 845. Marahrens, A., Gramm, d. PlattdeutschenSprache. 817. — Handbuch d. Typographic. 16. Marbaeh, G. O. — Zie Volksbiicher. 809. Marcel, Alphabet Russe. 964. Marchal, J., Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 814. Marchand, L. — Zie A. van der Hoop Jr. 505. Mengelingen. 500. Marchand, Pr. — Zie d’Estrades. II. 139. Merchant, J., Flandria comment 11. IV descripta.H.800. — Verhaal van renzen. II. 7. Zie: Annalea. II. 69. Marche (la). — Zie La Marche. Marchegay, P., Recherches s. 1. poésies de MU® de Rohan-Soubise. 928. — Trois lettres. II. 828. — Overdrukjes. Zie: Louise de Colligny. II. 123. ' Marchie Sarvaas, J. de. — Zie Sarvaas. : Marcilly, Guillot de, Relation historique. n. 399. Marck, P. A. van der, Missive over dejlrostendiensten II. 631. I — Nadere verklaring. II. 642. I — Schets over de rechten van den mensch. H. 222. Zie: Antwoord. II. 648. I Marck, F. A. van der, en F. A. van der Kemp, Regtsgeleerd advys. II. 630. I Marck, Joh. — Zie Wesselius. H. 969. I Marck, J. a (Lijkrede op). 84. Zie: Festivitas. II. 496. I Marck, J. van der. — Zied’Assonville. 528. —Naem- rol. I. — Rouwklagt. X. Marck, J. H. van der. — Zie Rekwest. H 204. I Marcou, F. L. — Zie Chassang. 24. I Marculfus. — Zie Capitularia. II. 826. a Marcus (Geslacht). — Zie Voorbeeld. H. 71. I Marcus, J. — Zie Sententien. H 112. I Marcus, J. S. — Zie Reg. Tooneel. I Marcus, P., Verbaal. II. 499. I Marcus, P. J., Aan de Burgerije d. stad Leide. H. 476. ■ Marcus, R. — Zie Reg. Tooneel. B Marcus Gualtherus. — Zie Cicero. 603. I Marcus a S. Paduano, Bibliotheca Carnioliae. II. 754. B Mare, A. de, Bezwaren teg. d. hoofd, omslag. II. 492. ■ Marees v. Swinderen, de. — Zie Swinderen. 1 Maresius, S., Corte Aenmerkingen. n. 592. Zie: Consideratione8. II. 1044. — Kriex. II. 1044. 1 Marganetti, A., Breve Instruttion. Hs. 53. ■ Margareta van Limburgh (Historic van). 696. i Margarets (Legende d. Heilige). 947. I Margaretha. — Zie Polko. 687. I Marguerite d’Angoulème, L’Heptaméron. 950. I Marguerite d’Autriche (Notice sur). H. 109. Marguerite d’Autriche, Correspondance. H. 100 112 Zie: Gedenkstukken. II. 61. Marguerite de Parme, Brief a. Spietingh. Hs. 64. — Lettres. II. 810. M H SU 99 te d Y ° rk ' ~ Zie Galeslooi n - 79L —Munch. Mari, Waterloo en Oranje. 518. Maria van Bourgondië (Werken over). 99, Hs. 54. Maria Louisa v. Oranje. Brief. Hs. 64. — (Afkomst, leven en dood van). H. 194. Maria Staart (Werken over). II. 838, 839. Maria bij ’tKrnis. 307. Maria-legenden (Vijf). Hs. 80. Marianne (De Hollandsche). 669. Marie de France, Poésies. 946. Marie de B... — Zie Jezuitisme. n. 338. Marie, ou les Hollandaises. — Zie Louis Napoléon. 954. Marie de Hongrie (Vie de). — Zie Juste. H. 101. Marienklage. — Zie Sündenfall. 814. Marieken van Nijmegen. 206. Marienlegenden. 807. Marin, P., Dictionnaire Fran$ais-Hollandais. 47. Epithalame au sujet d. mariage d. J. Visscher. 952. Marine (De Kon. Nederl.) van 1884. II. 304. — (Leve de). II. 304. Marion Dumersan. — Zie Dumersan. Maris, Nieuwe vaderlandsche liederen. 500. Maris, T. — Zie Reg. Tooneel. Marius, H., Cymba amoris. 305. — Droom of ’t Schuytien der Liefde. 305. Marius, L., Amstelredams eer ende opcomen. H. 540. Marivaux (de), De Boerin van fortuin. 668. Zie: Reg. Tooneel. Mark, J. P. C. van der, Proza en poezie. 196. Mark, Z. van der, Nieuwe dichtstukken. 418. Zie: Dichtregelen. 313. Markel, J. van, Bruiloftdicht. 539. Markt-schipper (Nieuwe Overtoomsche). 281, 282. Markus, Waar moeten wij heen? H. 304. Markwarta, J., Grammatyka. 759. Marlborough (de), Correspondance. II. 175. Marie, C. van, Rymelary. 399. — (Leven van). Lb. 1861. 153. Marie, G. W. van, Advis. H. 638. Marie, T. G. van, De modo justitiae in civitate ser- vandae. II. 926. Marlianus, A. — Zie Aurelius. H. 394. — Batavia ïllustrata. H. 1041. Marlo, Aug. — Zie Psalmen. II. 989. Marloratas, A Zie Biblia. 583. — Calvinus. II. 896. — Testament. 594. Marlowe, C.. Works. 845. Marnier, X., Lettres sur la Hollands. II. 86. Zie: Rafn. II. 871. Marmont (Viesse de). — Zie Francken. n. 825. Marmontel, J. F., De 1’autorité de 1’usage surlalan- gue. 932. — Bélisaire. 953,
Marmontel, J. F. (Geschriften op den strijd over den Belisarius van). 459. II. 374—76. — Brief. H. 374. — Contes moraux. 953. ,— (De Heer) verdeedigt. n. 376. — Les Incas. 953. — Zemire och Azor. 959. Zie: Encyclopédie. 23. — Reg. Tooneel. Marner (Der). 794. Phil, van (Bibliogr. en Catalogus d. Bibliotheek van). 624. De Bijen-Korf der Heil. Roomscher Kercke. H. 362, 363. — The Bee Hive. H. 363. — Brief a. B. Vulcanius. Hs. 85. — Godsdienstige en kerkelijke geschriften. 624. — Oratio ecclesiarum Christi. H. 347. — Tableau d. différends de la réligion. H. 347. Tafereel d. religions verschillen. H. 347. Wilhelmus van Nassouwen. 270. — (Leven enz. van). 67, 84. Zie: Adjaran enz. 999. — Psalmen. 238. — van Toorenenbergen. II. 345. Marnix-Vereeniging. H. 347. Marokko. H. 870. Marolois, S., Fortification. H. 943. Maronier, H., Brief a. W. Bilderdijk. Hs. 64. Zie: Bilderdijk. 388. Maronier, J. H., Gesch. godsdienstonderwijs. H. 899. — TTaorUniding bij het godsdienstonderwijs. H. 909. — Het Kerstfeest. H. 30. (Yersch. Leerredenen). II. 1019. Leven v. A. des Amorie v. d. Hoeven. Lb. 1856,31. Zie: Rntgers van der Loeff. U. 509. Marot Cl. — Zie: Psalmen. 247. — Pseaumès. 943. — Uitbreyding. 239. H. 989. Marquardt, A., Kant u. Crusius. H. 913. Marques, J., Dictionnaire Francais et Portugais. 52. Marre, J. de, [Verschill. dichtwerken]. 366, 367. Zie: Pleidooyen. 228. — Ruisch. 658. — Reg. Tooneel. Marreschallus, Th. — Zie E vangeliorum versiones duae. 741. Marrée, L. J. de. — Zie Catalogussen. H. 973. Marriage of Wit and Science. — Zie Engl. Plays. 843. Marriage Night (The). — Zie Engl. Plays. 843. Marriott, W. — Zie Miracle Plays. 843. Marron, P. H., Brief op rijm. Hs. 28. — Brieven. Hs. 72. — Discours. H. 824. — Gebed voor het Heilig Avondmaal. H. 830. Heilwensch aan de Leydsche Acad. toegewijd. 498. — [Lat. gelegenheidsgedichtenj. 904, 905. _ Op eene Leiden-ontzets viering. 499. Service solennel d’action de graces. H. 824. Zie: Verzameling k93. Marryat, F., Stuurman Flink. 712. Mars (De getemde). — Zie Yondel. 434. _ (Den Nederl.) vervordert... de toerustingh v. oor- logh. 439. Marsais,C. C. du, Des tropes, ou d. différens sens. 33. — Logique et principes de grammaire. 931. Zie: Encyclopédie. 23. Marsch, Cappellen van de, Memorie. H. 417. — Mémoires et discours. II. 417. Marsch (Tweede deel v. d. Engelsche). H. 838. Marsden, W., Maleische Spraakkunst. — Grammaire d. 1. langue Malaie. 997. Zie: Eloat. 49. Marsdrager (De) of nieuwe Toverlantaren. 285. Marsh, H., Horae Pelasgicae. 872. Marsh, O. C. — Zie Report. H. 876. Marshall, J., Reisen durch Holland. H. 44. Zie: Dermout. II. 250. Marshall, Th., Dutch Grammar. 147. Marshoorn, J. — Zie Jaarzangen. 217, Marsolier des Vivetières, B. J. — Zie Reg. Tooneel. Marsy (De). — Zie Demarsy. Marsyas (De verreezene). 221. Martainville, A. — Zie Reg. Tooneel. Martelaars (De) in Nederland, n. 338. Martelaren (Geschiedenis der). H. 25. Hs. 14. Martelli. — Zie Michaud. Martena (Geslacht). — Zie de Crane. H. 71. Martena’s Landjioek v. Yriesland. Hs. 52. Martena, Kempo van. — Zie Placaat- en Charterboek. H. 615. Martenez, M. — Zie Montanus. n. 964. Martens, G. F. de, Brief a. A. Kluit. Hs. 72. Martens, J., Lichtteekening of photographic. H. 946. Martens, J. G. D., Godsdienst. H. 892. Martens, M., Feestrede Doopsgez. Kweekschool. 507. Redenv. over eenige voorn, nuttigheden d. Wis en Sterrekunde. H. 939. Martens d’Alost, Th. — Zie Holtrop. 15. Martens van Sevenhoven, J. C. (Leven van). Lb. 1861, 34. Martensen, H., Sorgetale. H. 719. Martensz, P. — Zie d’Assonville. 528. Martial. — Zie Jnllien. 957. Martiano, G„ Clavis facill. ad ling. Italicam. 913. Martianus Capella [in oudhoogd. vertaling]. 789. Martigny, J. A., Diet, des Antiquités chrétiennes.n. 29. Martijn, H. C„ Brief a. J. C. W. Le Jeune. Hs. 64. — (Wapene). 207. Martin, La religion des Gaulois. H. 817. Martin (Pachter), Moralische Anweudung d. Franz. Revolution, n. 823. Martin, E., Erzherzogin Mechthild. H. 751. Zie: Reg. Touneel. Martin, Em., Examen d. MS8. du Roman deRenart. 945. — Zur Gralsage. 791. — Overdrukjes. _ Zie: Ackermann (Der) 789.—Guillaume le Clerc. 947. — Heldenbuch. 780 — Jacobi 7- 8. ■ Jonckbloet. 60. — Quellen. 739. — Reynaert de Vos. 698. — Van den Vos Reinaerde. 208.
30 Martin, H„ Erasmus en zijn tijd. 76. Zie: Célébrités. 927. — de Lesseps. II. 1031. Martin Jr., H., Beredeneerd Nederd. woordenboek. 167. Martin, K., Erratische gesteenten in Overijssel. II. 632. Zie: Bijdragen. II. 666. Martinet, J. F., Brieven. Hs. 64. — Kleine Katechismus. II. 947. — Oorspronglijke Nederlandsche logogryphen. 170. — Het Yereenigd Nederland. H. 79. — Het Vaderland. II. 396. — De vaderlievende matroos, n. 199. Zie:'Denker (De). 634. — Geschenk. 707. Martinez, M., Dictionaire tetraglotton. 44. Martinez de la Rosa, F. — Zie de Olozaga. II. 846. A. — Zie Verzameling. II. 412. — Wagenaar. Martini, G. J. de, De hereditate. II. 924. Martini van Geffen, H. B. — Zie Geffen. Martini, J. W., Bruiloftdicht. 547. Martini, P., Geestelijk zielen-vermaak. 259. Martinius, F., Gedichten. 338, 339. Martinius, W., Cadmus Graeco-Phoenix. 870. — Sinicae historiae decas I. H. 861. Martinus, J., Grotere Catechisatie. II. 902. Zie: Trommius. I], 889. Martinus, J., en A. Thrommius, Kleyndere Catechi satie. II. 902. Martius, C. F. Ph. de, Overdrukjes. Marton, J. von, Ongarische Grammatik. 989. Zie: Earkas. 989. Marum, M. van, Brief a. H. W. ïydeman. Hs. 64. Mary-Lafon, A., Tableau de la langue parlée dans le midi de la France. 923. Mascamp, H. — Zie de Vries. 910. Mascheck, P. F. H., Geschied, v. h. Korps Mineurs en Sappeurs. II. 306. Maschens, A. G. — Zie Alterthümer. II. 744. Mascov, E., Discursus panegericus. II. 152. — Hoch! Vivat Wilhelmus V. II. 194. Mascovius, J. J., De jure feudorum. II. 1060. Masdorp, E., Beleg d. stede Alkmaar. II. 537. — (Leven van). Lb. 1874, 3. Zie: Keg. en Suppl. Reg. Tooneel. Masenius, J. — Zie Browerus. II. 730. Masius, H., Laudatio G. D. Scharnhorstii. 755. Masker (’t Afgeruckte) v. d. ... Hofprater. II. 150. Maskerade gehouden te Leiden in 1875. II. 496. Masman, H. Uden, Kort verslag v. d. brand te Para maribo. II. 682. Massa, I., Histoire des guerres de la Moscovie. n. 767 Zie: van der Linde. II. 767. Massia, G. — Zie Poetarum ... Carmina. 893. Massillon, J. B., Livre d. rois et d. grands. Extrait. 952. — Zevental leerredenen. 724. Zie: d’Alembert. 927. — Schrant. 664. Massis, Muller. — Zie Muller. Massmann, H. F., Gothische Urkunden. n. 1022 Zie: Abschwörungs-Formeln. 778. — Anslegung 744. — Denkmaler. 777. — Eike von Repgow. 873. Graff. 757. — Fartonopens. 203. Massmann, J. F. — Zie Tabulae, n. 851. Masson, J. R., Petit Dictionn. de l’Acad.Fran9aise.935. Masson, M, Die Weisheit des Volks. II. 966. Massow, F. van, Broedermoord. II. 456. Massow, G. C. J. van (Leven van). Lb. 1852, 88. Mast, A. van der. — Zie Jaarboekje. II. 306. Masthoff, M. J. A., Herdenking van 10 Juli 1584. XI. 120. Matael. — Zie Metael. Match (A) at Midnight. — Zie Engl. Plays. 843. — (The City). — Zie Engl. Plays. 843. Maten (De drooge, natte ende langhe). II. 941. Zie: Handboucxken. II. 285. Matenesse (Geslacht van). — Zie de Geer. n. 71. Mater, G. van, Kruisgezaugen. 261. Zie: lieg. Tooneel. Matemus, J. F. — Zie Minucius Felix. 888. Matery-boecksken ... om te leeren leesen. 154. Mates an Peter, Gesprek in het Plat-Duitsch. Hs. 33. Matham, A., Voyage au Maroc. II. 870. Mathesis Scientiarum Genitrix. — Zie Genootschap. Mathesius, 8. I. — Zie Reg. Tooneel. Matheux. — Zie Erato. 293. Mathieu, A., Roland de Lattre. n. 810. — Overdrukjes. Mathijs. — Zie Fasciculus Myrre. 613. Matinées Sénonoises. — Zie Fuet. 938. Maton, P., Grafdicht. 565. I Matray, Gabr. — Zie Népdalok. 990. Matroosen vreught vol v. d. nieuwste liedekens. 279. Matrooze liedjes. 481. Matroozen-zang op de reis n. Cabo de Goede Hoop. 292. Mattern, A. W. F. — Zie van Manen. 473. Matthaeus, A., De Juris Civilis sapientia. II. 600. — De jure gladii tractatus. n. 587. — De Nobilitate. II. 63. — Paroemiae Belgarum. 169. — Zinspreuken bij de Nederl. rechtsgeleerden gebrui kelijk. 169. Zie: Alciatus. II. 332. — Analecta. II. 59.—Ano nymi. .. . Chronica. II. 403. — Fundationea II 584. — van Leyden. D. 557. — Scriptores. II. 603. Mattham, J. — Zie Verzameling. 229. Matthes, B. F., Beknopt verslag v. togten in de bin nenlanden van Celebes. II. 677. Over de Bissoe’s... d. Boeginezen. II. 678. — Boegineesch-Hollandsch woordenboek. 50. — Ethnologie v. Zuid-Celebes. IL. 678. — Makassaarsch-Hollandsoh woordenboek. 50. — Overdrukjes. Zie de Afdeelingen Makassaarsch en Boegineesch. 1001. — Quarles van Ufford. II. 969. Matthes, C. J., Begrip d. Wiskunde. II. 939. — Noodzakelijkheid eener ernstige beoefening d Wis en Natuurkunde. H. 938. — Overdrukjes. Matthes, H. A., Tweetal leerredenen. 725. M£h ? H. J., Gedachtenisrede over G. H. Reiche.
Matthes, H. J., Korte toespraak. II. 342, 515. — Leerrede b. d. 25-j. regering v. Willem I. II. 250. — „ inwijd. Et. Luth. kerk te Leyden. II. 515. — Naged. v. W. M. E. Matthes geb. Hoyer. II. 969. — Redevoering en gebed. II. 247. — (Leven van). Lb. 1854, 80. — Overdrukjes. Zie: Redevoeringen. 116, 117, 118. Matthes, H. J. (Leven van den rector). Lb. 1879,161. Matthes JCz.,H. J„ Leven v. E. T. v.Hoorn. Lb.1863,289. — Leven v. R. W. Tadama. Lb. 1860, 441. Matthes, J. C., Regels v. d. geslachten d. zelfst. nmw. 159. — Overdrukjes. Zie: Brandt. 80. — Heemskinderen. 694. — Re- nont van Montalbaen. 203. — Roman der Lor- reinen. 203. — Schrijvers (Uit onze beste). 182. Matthes, W. M. E., geb. Hoyer. — Zie H. J. Matthes. H. 969. Mattheus. — Zie Evangelie. Mattheus Judex. — Zie Luther. II. 899. Matthiae, F. C. — Zie Leibnitz. 757. Matthiessen, C. Sandenbergh, Diss. ad Art. 340 C. N. n. 266. Zie: Kitabo-’l Oyun. 986. Matthieu, A., La Bataille des éperons. 955. — Passe-temps poétiques. 955. — Les vieux. 955. Matthieu, M. — Zie Kamphuyzen. 253. Matthison, F. von, Ausgewahlte Gedichte. 802. Matthyssen, J., Rechtsboek van den Briel. II. 447. Maudru, J. B., Elemens de la langue Russe. 963. — Nouveau système de lecture. 33. Maugard, A., Discours. 38. Maulde (Geslacht). — Zie van der Heyden. II. 70. Maulde, sieur de Mansart, G. — Zie Verhalen. 11.463. Maupertius, de, Verhandeling over het geluk. 636. Mauregnault, D. P. de, Brief a. F. v. Lelyveld. Hs. 64. Mauregnault, J. de, Bruiloftdicht. 538. Mauritius, J. L, [Verschill. dichtwerken]. 360. — Bruiloftdicht. 546. De Gallorum Germanorumque origine. H. 818. Lied op de herfst, of het feest v. Bacchus. 285. — Nieuwjaars Harangue. VH. — Onledige Ouderdom. 162. Regtsgoleerde maandelijksche uitspanningen. 631. — Vaudevilles van de Lente. 285. Zie: Crusiu8. 905. — van Sypesteyn. II. 680. — Reg. Tooneel. Maurier, Aub. du. — Zie Ouvré. II. 131. Maurier, B. A. du. — Zie Epistolae. 889. Maurik, A. van, Een korenveld. H. 999. Maurik Jr., Just, van, [Verschill. novellen], 688 Zie: ten Brink. II. 1063. — Fantasia. II. 984.— Reg. en Snppl. Reg. Tooneel. Maurik, W. van, Lijkrede op Gall. Abrahamsz. 725. Mauritius, J., Afgodendienst d. Jesuiten. H. 371. Anatomie v. d. Barvoeter monniken Alkoran. H. 371. — Reoht en gebruik der graven. H. 15. Zeege praaiende lof-tooneel d. vrouwelijke sexe. 704. Mauritius, J. J. — Zie Mauritius. Maurits en Augusta. 709. Maurits van Nassau (Werken betr.). H. 120,137,138. Maurits van Nassau-Siegen. — Zie Driesen. II. 164,165. Maurits van Saksen. — Zie Amdt. H. 739. Maury, A., Overdrukjes. Maury, L. F. A., Essai sur les légendes pieuses. H.17. Mauthner v. Mautstein, L. W. — Zie Hufeland. H. 938. Mauve, W. C., Vraagboekje. H. 907. Zie: Kerkgezangen. 268. Mauvillon, F. W. von, De Oppositie. H. 253. — (Leven van). Lb. 1852, 82. Zie: Auswahl. 226. Maximes (Recht-heylsame polityke en kerckel.).H. 150. Maximilien I, Correspondance. H. 100. May van Vollenhoven, A. — Zie Vollenhoven. Mayas (Taal der). 1004. Mayer, F. A„ Gebrauche der alten Teutschen. H. 700. Mayer, J. et A. Cologna, Odes hébraïques. 984. Mayeur de Saint-Paul, F. M. — Zie Reg. Tooneel. Mayon Montenclos. — Zie Montenclos. May vogel, J. C., Gulden-spiegel. 189, 190. Zie: Reg. Tooneel. Mazeik, P. van, Bruiloftdicht. 538. Mazel, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 64. Mazères, E. J. E. — Zie Reg. Tooneel. Mazio, J. — Zie Wiseman. 836. Mazirel, P., Zangen 50-j. bestaan d. Mtsch. Tot Nut v. ’t Algemeen. 507. Mazure, A. — Zie Schlegel. 973. Mazzini. — Zie Ulbach. 927. M. B. — Zie Hobrink. 534. — Reg. Tooneel. M. B. v. IJ. — Zie Herinnering. II. 528. M. C. — Zie M. Campanus. — M. Conrad. McCall, G. A., Letters from the Frontiers. II. 874. McCoy, F. — Zie Essais. II. 883. McCrie, Th., Uitbreiding v. d. Hervorming. II. 846,854. M. D. B. — Zie M. de Boutteviile. M. d. R. — Zie M. de Reuver. M. E. — Zie Priesters. 409. Mebius, G., Verhandeling over de ... Heydensche Orakelen. H. 22. Mechelen, D. van. — Zie Reg. Tooneel. Mechthild (Erzherzogin). — Zie Martin. II. 751. Mecima, J., Brief a. A. J. C. de Beere. Hs. 64. Mecklembourg, C. L. Baron de, Solvique et Phonique. 7. Mecklenburg (Groothertogdommen). H. 743.1 Mqde-burgers (Aan de waarde) v. Amsterdam. H. 542. Mededeeling v. h. Algemeen Verslag, n. 303. uit de Bilderdijkiana van A. D. Schinkel. 71. _l_ y_ (j Burgemeester d. Stad Zwolle. II. 638. betr. h. Instituut tot onderwijs v. blinden. II. 555. — v. h. Statistisch Bureau d. Overijsselsche Vereeni- ging. II. 627. Mededeelingen (Hoogst belangrijke) over de geeste lijken d. R. C. Kerk in Nederland. H. 338. van de Rijks-Adviseurs. H. 75.

D. MEESE. — P. MEIJER. 472 Meese, D., Afnemen d. oevers v. h. Haarlemmermeer. H. 529. Meester, G. A. de, Bedenkingen. II. 421. — De judiciis Gelriae. II. 418. — (Leven van). Lb. 1864, 327. — Overdrukjes. Meester-stuck (Roomsch). II. 836. Meeter, A. Pz., Zeeland. II. 571. — Zuid-Holland. II. 1053. Meeteren, H. Timmer Westerouën van, [Verschill. dichtwerken]. 420. — Dood en leven. II. 990. Meeus, Adam. — Zie Almanach. II. 939. Meense, Clir. (Herinnering uit het leven van). 85. Megiserius, H. — Zie Barthema. n. 42. Mehler, E., Overdrukjes. Mei-blom of de Zomer-spruyt. 285. Meibomius, H., Ad Saxoniae inferioris imprimis hi- storiam introductio. II. 738. D e origine.. Cancellariorum aoademicorum. IE. 920. Parodiarum Horatianarum lib. II. 894. u reliquiae. 894. Meiboomen (De ’s Gravenhaagsche). 479. Meidinger, H., Wörterbuch d. gothisch-teutonischen Mundarten. 740. Meidinger, J. V., Nouv. Grammaire Allemande. 759. Prakt. Französische Grammatik. 931. Meier, E. — Zie Volksmarehen. 808. Meier, J., Orat. de Sapientia Populorum Orient. 979. Meier, G. Th., De recondita veteris Ecclesiae theo logia ... commentarius. II. 30. Zie: Schrader. II. 3. Meijboom, H. U., Bijbelsche geschiedenis. II. 910. Magnetisme en tafeldans. II. 916. Zie: Arnold. 313. — Levenslicht. II. 1011. Meijboom, L. S. P., Aan Dr. J. I. Doedes. II. 385. Afscheid- en Intree-leerredenen. 730. De Evangelische propaganda. H. 338. — Feestrede bij de Reunie te Groningen. II. 650. Het geloof aan Jezus’ opstanding. H. 28. Gods- en godsdienstleer. II. 895. De Godsdienst d. Noormannen. II. 776. . De F. Hemsterhusii meritis. 79. Hoofdbeginselen d. nieuw-christ. rigting. II. 895. Hoofdzaken d. christelijke waarheid, n. 908. Jezus’ joodsch-theocratische godgeleerdheid. II. 28. Drietal Leerredenen. 725. — [Verschill. leerredenen]. 735. — Het leven van Jezus. II. 27. Leven v. F. C. de Greuve. Lb. 1864, 65. — De Openbaring. II. 892. Raadselachtige verhalen. II. 887. (Leven van). Lb. 1875, 165. — Overdrukjes. TT Zie: Homerus. 296. — Longfellow. II. 994. — Navorscher (De). 131. Meijboom, P. — Zie N. N. Hs. 82. Meijer, A. de, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 64. Meijer, A. B. — Zie Bijdragen. 997. Meijer, A. D. — Zie J. D. Meijer. H. 1048. Meijer, A. H., Het dankbaar menschdom. 495. Meijer, B., Bruiloftdichten. 539, 549. — Grafdicht. 570. Meijer, G. de, Gedachtenisr. a. A. van der Hoop Jr. 81. — Overdrukjes. Zie: Feestviering. 111. — Lijkrede. 96. Ver zameling. Hs. 55. Meijer, G. J. (Leven van). Lb. 1849, 72. Nalezingen op het Leven van Jezus. 607. Verslag v. d. roman van Walewein. 204, 607. Overdrukjes. Zie • Hulde. 79. — Leven van Jezus. 607. — spreu ken. 169. — Vervolg. 156. — Reg. Tooneel. Meijer, H., Beschrijving v. Monnickendam. II. 565. — Bruiloftdichten. 535, 541, 547. Kort verhael v. d. Nederl. geschiedenissen. IL. 100. Zie: Dinant. 631. Meijer Jun., H., [Verschill. dichtwerken]. 396. Lauwertak in den eikenkrans. 493. Op C. Loots. Hs. 82. Vaderlandseh gevoel. 496. Zie: Hulde. 84. — Reg. Tooneel. Meijer Jzn., H. — Zie Gedenkrolle. 491. Meijer, H. A„ [Verschill. dichtwerken]. 412. (Leven van). 412. Lb. 1854, 136. Zie: Gedachten-beelden. 231. Meijer, Joh., Witte Donderdag. 310. Meijer, J. C. — Zie Reg. Tooneel. Meijer, J. D., als rechtsgeleerde herinnerd. 83. — Brieven. Hs. 64. — Consultation, n. 1048. _ De la oodiftcation en général. II. 842. — Leerstellingen omtr. de regterlijke magt. II. 1048. _ Verhandelingen in geleerde genootschappen. 136. — Overdrukjes. Zie: de Greve. 86. — Woordenboek. 164. Meijer, J. E., Lijkrede op A. Waaker. 734. . Meijer, J. F. G„ Leven v. P. O. van der Chijs. Lb. 1869, 216. — Overdrukjes. Zie: Description. II. 9. Meijer, J. H., Bezoek aan Edinburgh. 834. Verslag d. Prins Alexander-Stichting. II. 425. u Vereen, tot verbetering van het lot der blinden. U. 315. — Overdrukjes. Zie: Verhandlungen. II. 919. Meijer, J. H., William Shakespeare. 834. Meijer, J. Ph. — Zie Reg. Tooneel. Meijer, L. — Zie Reg. Tooneel. Meijer, Lod., Gedichten. 341. Minnedichten enz. Hs. 82. — Nederl. Woorden-Schat. 181, 164. Zie: Onderwijs, n. 958. — Verhandelingen. 156. Meijer, L. C., Evangelisch kort begrip. II. 909. Meijer, P., Brief. Hs. 64. Zie: Gedenkteeken. 454, 455. Gellert. 308.
Meijer Warnars, P. — Zie Gedenkboek. 17. — Ver slag. 17. Meijier, W. de, Schoolwetsherziening. II. 313. Meijners, G. C., Brief a. M. Tydeman. Hs. 64. Mei-kransken (Nassousche). 432. Mei-Kroniek van Klein-Canada. — Zie Slingenberg. Meilhac, H. — Zie Reg. Tooneel. Meilof, Joh. — Zie Schriften, n. 769. Meinders, H. A., Tractatus... de statn religionis.II.693. Meinderts, E., Blydschips betioeginge. 824. — Libben fen A. Ysbrants. 825. Meineedigheit (De) der Koningen v. EngnW n. 837. Meinsma, J. J., Overdrukjes. Zie Babad Tanah djawi. 1002. Meisje (Het vrolijk zingende Amsterdamsche). 288. Meisner, A. G. — Zie Reg. Tooneel. Meisner, C. E., De nonnqllis discendi praeceptis. H. 919. Meisner, J. P. — Zie Boelime. II. 689. Meiss, J. H., Eenige bijdragen, n. 664. Meisser, Eragment de correspondance. II. 814. — Mémoires de 1’établissement géograph. H. 814. Meissner, A., Historische schetsen. H. 11. — Heinrich Heine. 752. Meissner, N. N. W. — Zie Worsaae. II. 832. Meister, J. C. E., Ueber d. Begriff; und ueber d. Wort Pallere. 880. Meister, L., Berühmte Züricher. II. 763. Meistergesangbuch (Ein aldt). — Zie Samlung. 779. Mei-tydt (De Roomsche). II. 371. Mei-vreugd (De blijde Oranjen en Nassaus). H. 427. Mekerle, J. — Zie Reg. Tooneel. Meliböi, Ungarischer Sprachmeister. 989. Melick, T. A. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Meliori melius est. — Zie J. van Gijsen. Melissander, C. — Zie Acker. II. 736. Melk-meisje (Het nieuw, klugtig... zingende). 288. Mellema, E. L. — Zie Dictionaire. 47. Mellen, I. a, Hist. Urnae sepulcralis Sarmaticae.H.697. — De itineribus Lubecensium sacris. II. 18. Meilink Pz., F. G., Nederlandsche spraakkunst. H. 978. Melly, E., Beitr. z. Siegelkunde d. Mittelalters. II. 18. Melpomene (De treurende). XII. Melusiua (De schoone) [in het Szechisch], 972. Zie: Genoveva. 810. — Volksbüeher. 809. Memmert, J. F., Dictionn. Franpais-Allemand. 53. Mémoire cont. les droits que la Maison de Nassau a sur la Principanté d’Orange. II. 178. — de la Republique de Venise. II. 178. — justificatif du magistrat d’Audenarde. II. 806. — sur 1’église Wallonne de Frankenthal. H. 738. — sur 1’état présent des refugiés franpais. II. 353. Mémoires anonymes s. 1. troubles d. Pays-Bas. II. 110. — de 1’Académie... de Bruxelles. 122, 123. — de la Société nation, academ. de Cherbourg. II. 829. — .. .. » Duokerquoise. II. 829. — » » » des sciences du Hainaut. II. 810. — » » „ libre d’émulation de Liége. II. 811. — » » » » de la Morinie. II. 827. — » ,, „ d. antiquaires dn Nord. II. 774. — >• » » » » de Picardie. H. 827 — et docum. d. 1. Soc. d’hist. d. l.SuisseRomande.Il.764 — „ lettres touch, la négociation d. 1. paix. n. 164 — p. 1’hist. du Card, de Granvelle.—ZieLévêque.II.109 — „ „ d. 1. Révolution. — Zie Mandrillon. II. 208. — presentés par 1’Ambassadeur de Prance. II. 198. — snr les pays situés entre la Mer Noire et laMer Caspienne. H. 863. Memoirs of the liter. Society of Manchester. H. 843. Memorabilia (111. Amstelodamensium Athenaei).II.555. Memorandum of Agreement. II. 684. Memorie aan de.. Repres. (betr. den Schouwb.). CCLIX. — aan de Staten v. Zeelandt (11 Sept. 1620). Hs. 51. — ... betr. de zaak d. Heerlijkheden. II. 225, 226. — dienende tot Justificatie v. d. Propositie op 12 Jan 1759 gedaan. II. 472. en Liedt van ’t Capelleken v. Cosmas. Hs. 12. — ... omtrent den uitvoer van hop. Hs. 49. — ter wederlegging d. gronden. II. 226. — tot adstructie v. zekere Requeste. II. 476. ,, betoog v. h. regt d. Staten v. Zeeland corape- teerende. II. 570. r — van den Burgemeester v. Leeuwarden. II. 626. — „ Consideration en Elucidation. II. 188. — »» .» vervattende een betoog. II. 208. » Dupliek v. d. Burgem. v. Leeuwardeu. II. 627. — „ eenige voorname periodes. H. 432. — „ den Raad d. stad Deventer. H. 635. — „ Repliek v. Voogden v. h. Anth. Gasth.H.627. — » Regte betr. Groningens beklemming. II. 643. — n „ — Zie Haakma Tresling. II. 643. — „ Voogden v. h. St. Anthony Gasthuis. II. 626. — „ h. voorgehoudene aan Z. Hoogheid, n. 201. — voor Scheepenen... d. stad ’s Bosch. Hs. 45. — „ Schout... van ’s fieeraartsberg. Hs. 48. — (Korte) betr. het versoek d. Regenten v. Westzane. II. 566. — (Korte) v. H. 338. Toelichting v. h. Adres uit Winschoten. — (Nadere) van Fabrikanten. II. 287. — (Rechtsgel.) waarin onzijdig onderzogt word. 11.543. Memorieboek (Kath. Meyerysch). — Zie v. Gils. II. 410.
Memorien enz. betreffende het St. Agnieten-Klooster te Emmerik. Hs. 38. (Secreete) rakende de financie v. Holland. II. 440. (De twee) van Tengbergen getoetst. II. 565. Memorye. — Zie Memorie. Mena, Juan de. — Zie Celestina. 660. Ménage, G., Dictionnaire de la langue Franpaise. 933. Menagé Challa, F. T. — Zie Challa. Menagio, E., Mescolanze. 916. — Le origini della lingua Italiana. 911. Zie: Tasso. 916. Mendel, D. — Zie Sieveking. II. 25. Mendel, P. J., Album v. d. Aardrijkskunde. II. 398. Mendels, G. — Zie Suppl. Heg. Tooneel. Mendelssohn Bartholdy, F. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Mendès, C., La légende du Parnasse. H. 1033. Mendes de Léon, A., Brederoode. Drama. 806. — Jacoba v. Holland. Drama. 806. Mendopa, B. de, Commentaires. H. 111. — Histoire memorable. H. 111. Mendou, B. de. — Zie B. de Mendopa. Mengeldichten v. h. Genootsch. Prodesse canendo. 222. v. h. Genootsch. Volmaakter door den tijd. 222. Mengelingen in dicht en ondicht. Hs. 29. — betrekkelijk den Belgischen opstand. 500. — der Maatsch. Tot Nut van ’t Algemeen. H. 1008. — (Dichtlievende). — Zie Kuipers. 377. — door Groninger Studenten. 183. in proza en poëzie verzameld d. L. J. W. te Bokkel en H. S. J. van Rijsoort. 184. in proze en poëzie [d. H. van Alphen]. 194. — (Letter- en geschiedkundige). 128. — (Poëtische) van het Genootschap Oefening kweekt kunst. 222. — (Taalkundige). 140, 164. — van het Genootschap Concordia. 123. m Oefening kweekt kennis.121. _ ” ” n Vlijt is de Voedster d. We tenschap. 119. voor de geschiedenis van Braband. II. 812. „ ’t verstand en ’t hart. 194. Mengel-moez (Amsterdamse). 277. Mengelpoëzy v. h. Genootschap Natuur begaaft, Oefe-. ning beschaaft. 222. Mengelstoffen (Verzamelde). H. 4. — v. h. Gezelschap Ultra posse nemo obligatur. 115. (Verzameling van ernstige en boertige). 183. Mengelwerk (Dichterlijk). 231. d h. Genootsch. Tendimus ad coelestem patriam. 222. Mengelwerken v. h. Genootschap: den Wijngaard. 124. der Kamer, genaamd: De Goudsbloemen. 220. Mengelzangen. 377. — (Cupido’s). 279. — d. h. Genootschap: Kunst wordt door arbeid ver kregen. 221. Ménissier, C. — Zie Reg. Tooneel. Menke, C. T., De leguminibus veteram. H. 15. Menkema Sr. en Jr. — Zie Reg. Tooneel. Menko. — Zie Emo. II. 652. Mennechet, Ed. —■ Zie Histoire. H. 819. Menno Simonsz., [Verschill. werken], 615. — Een weemoedige ontschuldinghe. H. 364. — (Leven enz. van). 85. Zie: Soetjen Gerrits. 264. Menoza, ein Asiatischer Printz. 812. Mensch (Die ellendighe) enz. — Zie David Joris. 618. Mensche (Waertoe die) geschapen sy. — Zie David Joris. 616. Menschelijkheid (De Bataafeche). — Zie Le Francq v. Berkhey. 485, 486. iyr»nachnn (’s Leven). — Zie van Royen. II. 987. Menschenvriend (De). H. 209. Menser, C. F., De annua equitum Romanorum trans- vectione eet. H. 850. Mensinga, J., Leerrede over Filipp. 1:6. 735. Mensinga, J. A., Bruiloftdichten. 527, 542. Mensinga, J. A. M., Die Gemeinsohaftliche Intraden- casse. H. 1059. Mijne twee merkwaardigste leerredenen. II. 1018. — De vereering van Maria. II. 31. — Overdrukjes. Meutes, H., Leerrede bij 25-j. predikdienst. 730. Meutes, Th., Bruiloftdicht. 538. Menthon Bake, R. W. J. C. de. — Zie Bake. Méon, M. — Zie Fabliaux. 941, 942. — Renart (Roman du). 945. — Rose (Roman de la). 945. Meppen, K. N., Bladen en vruchten. H. 999. — Feest- en Kerkliederen. 268. — Geschiedenis v. h. Christelijk Gezangboek. 234. — De godsdienstijver. H. 338. — Kern van levenswijsheid. 654. Leven van B. T. Lublink Weddik. Lb. 1863, 295. — (Leven van). Lb. 1871, 3. — Overdrukjes. Meppen, K. N., J. P. G. Westhoff en J. A. Schuur man Jz., Feestviering. H. 457. Merbeck, F. X. — Zie Wassenberg. H. 733. Mercator, G., Atlas. H. 40. Mercier, Mondor en Charideme. 670. Mercier, L. S., Néologie. 935. Zie: Reg. Tooneel. Mercier Dupaty. — Zie Dupaty. Merckaert, J. — Zie Reg. Tooneel. Mercurius Gallo-Belgicus. II. 169. — (Haegsche). — Zie Doedyns. H. 173. — (Den hironiken). 701. — (De Nederlandsche). 129. — (Nieuw Amsterd.) met zijn amoreuse gesangen. 283. — quadrilinguis. 43. (De Reysende). — Zie v. d. Bosch. H. 162. (De Spaensche). — Zie v. d. Bosch. H. 162. Méré. — Zie F. Dupetit-Méré. Merer, M. C., Stricturae hist.-polit. ad iter Germa- nicum Danielis Eremitae. II. 692. Merg (’t) v. d. Historie d. Martelaren.—Zie Bout. n.356
Mergh (Het) d. Nederl. Spreek-woorden. 169. Meriaen, M. — Zie Verhael. II. 694. Merian, A. A. de, Principes de 1’étude comparée d. langues. 39. Merian, C. — Zie Zeiller. II. 395. Merigarto. Bruchstück e.... dentschenGedichtes. 789. Meril, Edelestand du. — Zie Floire et B]anchefior. 946. — Garin le Lohérain. 944. Merita Prineipis Auraicae in Belgas. — Zie Forestus. 899. Merkel, J. — Zie Lex Alamannorum. H. 704. Lex Salica. II. 702. Merken, L. W. van, [Verschil!, dichtwerken]. 373. — Bruiloftdicht. 540. Zie: Nieuwjaarwenschen. 523. — Kuysoh. 558, Verzameling. 453. — Wap. CCLÏX. — van Winter. XVII. — Reg. Tooneel. Merkes, J. G. W., Beleg v. Maastricht. H. 658. i — Beschouwingen en bijdragen tot de kennis van ons land. II. 301. — Leven van M. J. de Man. II. 250. f — Memorie beh. gebeurtenissen uit het leven v. Menno van Coehoorn. II. 175. I — (Leven van). Lb. 1860, 197. Zie: Boonzajer. II. 428. — Relaas. II. 870. Merkman, P. — Zie Gedenkteeken. 454, 455. —van Ondendorp. 306. i Merkman de jonge, P. — Zie Reg. Tooneel. ' Merkus, C. G., L’avenir des églises Wallonnes. II. 354. f Merkus, P. G. N., Beheer d. algemeene geldmiddelen (de Administratione rei pecuniariae). fi. 283. j Merkwaardigheden uit d. Romeinsche geschied. II. 850. Merkwürdigkeiten Altdeutscher Kunst. II. 711. I Merle, 3. T. — Zie Rog. Tooneel. I Merle d Aubigné, J. H., Beoefening v. d. geschiedenis d. Christendoms. H. 25. I — Het kruis van Jezus Christus. 724. I — Leerrede over Matth. 1:23. 735. B — Nut v. Evangelische zendingen. H. 389. I — Teekenen des tijds. H. 248. E Merleker, K. F., Staatkunde der Pausen, n. 31. E Merlo, G. — Zie Plattegrond. H. 857. I Merrettns, Ch. — Zie Nerus. H 956. I Mersch, J. van der, Tgroote Raedtsel-Boeck. 323. I Mersennus, M. — Zie Epistolae. 889. I Mertens, C. — Zie Zeitschrift. H. 724. I Mertens, F. H. — Zie Papebrochius. H. 796. — Ree Tooneel. s ' I Mertens, F. H. en K. L. Torfs, Geschiedenis van Antwerpen. II. 796. I Mertian, J., Allgemeine Sprachkunde. 30. I Merula, Ang., de hervormer... des geloofs. 85. R Merula, G. — Zie P. Merula. n. 9. ■ Merula, P., Brief. Hs. 64. Zie: Alciatus. II. 382. — Livius. 604. — Resuu- blica. II. 59. * ■ Merula, P. en G., Tijdt-Thresoor. H. 9. I Merula, P. G. F. P. N. — Zie Williramus. 784. R Merville, Guyot de. — Zie M. Guyot de Merville. I Merwede, A. van der, Brief a. M. Tydeman.Hs. 64. Merwede, M. van. [Verschil! dichtwerken], 341, 342. — Uytheemse Oorlog. 434. Zie: J avenalis. 303. Merwede, M. Boudewijn van de. — Zie M. C. van Hall Mery, J. — Zie Reg. Tooneel. Merzdorf, J. F. L. Th., Biblioth. Unterhaltnngen. 21. Mesch, A. H. van der Boon. — Zie Boon. Mesmerismus (Het)., is noch eene begoocheling enz. XX. V/Ou. Messager des sciences et des arts de la Belgique. 133. Messala Corvinus. — Zie Valeton. 884. Messchaart, N., Brief a. M. Tydeman. Hs. 64. — (Redevoering over). 85. Zie: Feestviering. 118. Messchert, W., [Verschil! dichtwerken], 402. — Bij de geboorte v. d. jongen prins. 495. 25-j. Bestaan d. Inrichting v. spijsuitdeeling. 499. — Bruiloftdicht. 641. — De watersnood. 495. Zie: Bilderdijk. 110. — Nieuwjaarwenschen. 628. Messchert van Vollenhoven, J. — Zie Vollenhoven. Messenius, Joh., Scondia illustrata. H. 771. Zie: Leges. II. 779. Messer, H., Journal. II. 1062. Messia, P. — Zie P. Mexia. Messias (Leven v. d. Joodschen). — Zie Beschrv- vmge. II. 24. — de Rie. II. 24. Messine (La grosse envvaraye). 939. Messire Gauvain. — Zie Raou! 947. Messis copiosa. 263. Mestingh, D. f Verhand, o. d. oorsprong d. Taaien. 27. Met Liefd volbragt. — Zie Rederijkerskamer. Met Tijd en Vlijt. — Zie Genootschap. Metaal, F., Maas-Sluysse meeuwe-klagt. 257. * Metael, F. A., Maesslnysche Compas. 277. Zie: Reg. Tooneel. JVIetaphysica. II. 915. Metastasio. — Zie Reg. en Snppl. Reg. Tooneel. Metelerkamp, A. H., Het oud staats-stadhouderliik bestuur, n. 276. J Metelerkamp, E., De boet-basuin. II. 184. Metelerkamp, J. J., De immortalilate. II. 897. Metelerkamp, R., De toestand van Nederland. H. 226. Meteren, E. van, Belgische ofte Nederl. historie. H. 103. — Commentarien ofte Memorien. II. 103. — Historie v. d. oorlogen en geschiedenissen d. Neder- landeren. II. 103. — Historiën d. Nederlanden. II. 103. Metger, H., Die Hannoversche Westbahn. II. 713. Methode v. teekenonderwijs. — Zie Steyn Parvé. II. 659. Metman, J. P., Specimen inauguralis. II. 670. Metman, R. L., Bijdragen v. staatkundigen aard.11.277. Metrens (De) Remonstrantie. II. 160. Metriek (JVederlandsche). 179. Mets Tz., W., [Verschill. dichtwerken]. 424. Mettray (Landbouwkolonie Nederlandsch). H. 436. Metz, D. — Zie Reg. Tooneel. Metzner, F. — Zie Festschrift. II. 748. — Mitthei- lungen. II. 747.
Meulen, H. van der. — Zie van Borssum Waalkes. H. 967. Meulen, J. van der. — Zie Memorie. II. 473. — lieg. Tooneel. Meulen, J. B. van der, Willem den Koppigen. II. 243. Meulen, B. van der, Boekhandel en Bibliographie. 17. — Overdrukjes. Meulen, R. J. van der, Leerrede. II. 482. Meulen, W. van der. — Zie Ordonnantie. II. 589. Meulen, C. Taan Wed. v. G. C. v. d., Rekwest.EL 204. Meulman, Isaac (Leven van). 104, Lb. 1871, 255. Meulman, Jan (Leven van). Lb. 1848, 27. — Woerden in 1813. H. 527. Meung, Jehan de. — Zie Jehan de Meung. Meurice, P. — Zie Célébrités. 927. Meurier, G. — Zie Dictionaire. 47. Meurs, B. van, [Verschill. dichtwerken]. 423. [Verschill. prozawerken]. 645. — Het hart. II. 937. Kriekende Kriekske. 173. H. 982. — De roman. 659. George Sand en de Evangelische Maatschappij. 928. " OV Ke- U £ibloemen. 807. II. 993. _ Felix. II. 934. — Uhland. 809. Meurs, H. van. — Zie Reg. Tooneel. Meurs, J. van. — Zie Afbeelding. H. 855. — Scho tanus. n. 6io. Meurs, J. J-, Grafdicht. 565. Meurs, NL S. van, De alea. H. 273. Zie: Opuecala. II. 923. Meurs, P. van, De Keulsche Kroniek. II. 14. Meurs, P. A. N. S. van, Geschied, en rechtsontwik keling v. Elburg. II. 426. Meurs, W. A. van, Tekst-boekje. II. 886. Meurs Wichers, W. J. van. — Zie Bestaan. II. 650. Meursinge, A. — Zie Sojuti. 984. Meursius, J., Rerum Belgicarum 11. TV. II. 112. Zie: Alciatus. II. 332. — Epistolae. 889. — Sar- torius. 85. — Schramm. 85. Meuschenius, J. G. — Zie Gygantis. II. 12. Meusevoet, V. — Zie Jacobus I. 647 , 648 , 691. Meverinus, S., Grafdicht. 572. Mexia, P., Verscheyde lessen. 625. Mexico. H. 881. Mey G de, Schriftuur- en redelycke Bedenckingen. CCLVH, CCLVIII. Mey, H. W. van der, Studia Theognidea. 874. Mey, L. van der. — Zie Gelegenheid. 474. Meijer. — Zie Mei-. Meyer, A., E’ Schrek ob de’ Lezeburger Parnassus. 774. Zie: Würth. 33. Meyer, C. — Zie Reg. Tooneel. Meyer, Chr., Merkw. berigt uyt de Joodsche Rab- binische schriften. II. 25. Inhoud van twee traktaten d. Talmuds. H. 25. Meyer, C. F., Handwörterb. sinnverw. Ausdrücke. 765. Meyer* Jr., D. C., Wandeling d. d. zalen d. historische tentoonstelling. II. 546. — Overdrukjes. Zie: Tentoonstelling. II. 546. | Meyer, F. J. Lorenz, Parijs... geschetst. H. 829. Meyer, F. K., Die noch lebenden Keltischen Völker- schaften etc. 864. Meyer, G. — Zie Catalogus. H. 735. Meyer von Knonau, G. — Zie Mittheilungen. II. 762. Meyer, G. E. — Zie Reg. Tooneel. Meyer, H. — Zie Mittheilungen. II. 762. Meyer, J., Begroeting v. W. C. H. Friso. 454. — Gedenk-teken v. d. doop v. Willem, Erfprins v. Oranje. 454. — Kort begrip. II. 907. — Ongewone Hoogtijdsviering. 455. Zie: Blaaupot. 529. — Verzameling. 453. — Reg. Tooneel. Meyer, J. F. von, Brieven. Hs. 72. Meyer, J. G., De twee Granepikkers. 175. Meyer, Livinus de, De Gramschap. 306. Meyer, L., Die Gothische Sprache. 741. Meyer, N., Historische Skizze. H. 724. Meyer, Paul. — Zie Aye d’Avignon. 948. — Guy de Nanteuil. 948. Meyer, R. M., Mittelhochd. Strophenbau. H. 1022. Meyerus, J., Comment, s. Annales rerum Flandricarum. Zie: Annales. II. 59. — Batavia illnstrata. II. 1041. Meylincq, A. — Zie Blaaupot. 529. Meylink, A. A. J., Over een Charter van Floris V. n. 98. De Codicis Civilis Francici confeotione. H. 265. Diss. de connexions philosophiam inter et litteras. 3. Het Hoogheemraadschap Delfland. H. 445. ___ Invloed d. geschiedkunde op de taalkunde. 31. — Nota betreffende de irrigation. II. 658. Officiële geschiedenis der Wet van 1806. II. 310. Opene brief aan de Prov. Staten. II. 301. Pleitmemorien over het Tiendregt. II. 265. Schets geschied, d. Staatsverordeningen. II. 309. These sur la Poésie Grecque. 871. Verhaal eener onteigening. II. 267- Voorstel tot het houden eener enquête. II. 658. — (Leven van). 1866, 50. — Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 68. Meylink, B., De nationale kleederdragt. II. 87. Meyners (Geslacht). — Zie Scheffer. II. 71. Meynier, J. H. — Zie Memmert. 53. Meys, P. C. J., Heidebloemen. 421. Zie: Erica. II. 656. — Jaarboekje. II. 666. — Reg. Tooneel. Meysenheym Knipschaar, A. A„ Ik, mijn vrienden zijn fluit. 675. Meysenheym, W. C. Lochmann v. Königsfeldtgeb. Zie Lochmann. Meyster, E., [Verschill. dichtwerken]. 340, 341. Bedenckingen om Utrecht.. te vergrooten. 437. Deductie... belang. d’Eemsche Zeevaerd. H. 590. Zie: Grondkaart. II. 598. — Reg. Tooneel. Meyvogel. — Zie Mayvogel. Mezger, M., Die Röm. Steindenkmaler. H. 738.
31 G- T. — Zie M. Gansneb Tenguagel. M. H. y. H., Inhoudt capittelen d. 0. en N. Test. Hs.30. Micenio, A. — Zie Reg. Tooneel. Michaeler, C., De origine linguae. 27. — labulae parallelae antiq. Teutonicae linguae dia- Michaelis, C. B., Syriasmus. 985. Michaelis, G., Ueb. d. Anordnung d. Alphabets. 767. — De Graecae linguae pronunciatioDe. 870. Michaëlis, H. C., De bello Punico primo. n. 852. Leven v. Joan Harmen Kroon. Lb. 1882, 43. — Overdrukjes. Michaëlis, J. D. (Aanmerkingen o. diensten van). 86. d. letterkundige ver- — Brief a. A. Kluit. Hs. 72. — Invloed v. d. aangenoomen begrippen. 29. — Overweeging d. middelen om de Hobreeuwsehe taal te verstaan. 982. | — Vijf verhandelingen. 637. Vragen a. o. Gezelschap v. geleerde mannen. II. 863. Michaëlius, I. — Zie Heg. Tooneel. Michaëls, C. — Zie Reg. Tooneel. Michahelles, K F., Literatur d. 3« Reformations- bakuiarfeier. II. 38. Michallet, E., Mémoires de Hollande. II. 83. Michau, E. H. J. Baron de Montaran (Levensschets van;, y,&y. Micheels, J., Benjamin Franklin. II. 871. Zie: Mnsenm. II. 978. } Michel, F., Heinrich von Morungen. 752. Zie: Chanson de Roland. 944. — Chroniqnes. II. 1032. — Gérard de Rossillon. 948. — Guillaume le Clerc. 947. — Jean Bodel. 944. — Rose (Roman de la). 945. — Theatre Francais. 957. I Michel, J., L’Embarras de la Fieiro. II. 1032. | Michel, M. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Michelant, H. — Zie Catalogue. H. 820. — Guy de Bourgogne. 946. — Livre des Mestiers. 607. Otinel. 946. — Renaus de Montauban. 947. I Michelet, J., Précis de 1’histoire moderne. II. 19. I Michell, J., Brief. Hs. 64. I Michell, J. Petersen, Iets ter naged. v. P. Nieuwland. 87. I — Onze vraagen van den dag. 637. ■ — (Lijkrede op). 86. I Michelsen, A. L. J., Die al testen Wappenschilde. 11.745. ■ — Ueber die festuca notata. II. 700. I — Nord-Friesland im Mittelalter. II. 1059. I Urkundl. Beitrag z. Gesch. d. Landfrieden. H. 704. Zie: Urkundensammlung. II. 717. E Michiels, A. V., Sumatra’s Westkust. 675. I VaU Beet S hum » w - [Verschil! dichtwerken], 1 Michielse, M., Notulen [en Burlesque Notulen], Hs. 29. ■ Michler, N., Military maps. II. 873. I Micke, G. T., Verzeichniss gleichlautender Wörter.765. I Micker, H. — Zie Houwaert. 319. I Mickiewicz, A., Konrad Wallenrod. 968. H Micraelius, J., Historia ecclesiastica. II. 26. I Micron [of Microen], M., Bewys v. h. recht gebruyck d. Nachtmaels. 620. Micron [of Microen], M„ De kleyneCatechismus.il 900 Zie: Psalmen. 288. — Testament. 593. Micron, M., en V. Phrisius, Ein kort Vnderricht. 620. Middel... om uit den weg te ruimen de zwaarighe- den nopens d. geslachten d. Zelfst. Naamwoorden. 157. — (Heyls.) om Holland.. onwinbaar te maken. H. 300. — (Op het nieuwe) van belastinge. 451. Middelaer (De) of Bydragen t. bevord. v. tael. 134. Middeleeuwen (Gteschied. dep). II. 16, 1036. Middelen van Redres. H. 185. — (De revolutionnaire). II. 338. Middelgeest, S. van, Pleidooi voor P. de Groot. H. 163. Middelhoven, G. van, Brief a. D. U. Heinemeyer.Hs.64. Middelhoven, J. D., Lijkrede op P. Pietersz. 731. Middellaat, H. van. — Zie Vromans. n. 263. Mlddeinedepiandsehe letterkunde. 197. II. 985, JllS. o, 7o. Middelnederlandsche Spraakleer. 141. H. 977. — Woordenboeken. 166. H. 981. Midden-Amerika. H. 881. Middendorf, H., Gegend d. Varnsschlacht. II. 691. Midlum, G. van (Lijkrede op). 730. Miede, C. H., Industrieschule v. Gottingen. H. 713. Mieden, A. van der. — Zie Berigt. II 614 — Marsyas. 221. Miège et Boyer, Grammaire Anglais-Franpaise. 836. Mielcke, C. G., Littauische Sprachlehre. 971. Mienikus, C. J. — Zie Reg. Tooneel. Mieren, L. der, Op het vijfde halve eeuwfeest v. Ley dens ontzet, n. 1053. Mierevelt, M. van. — Zie Havard. H. 325. Mieris, F. van, Aant. op de beschrijving d. bisschoppe lijke munten. II. 585. ^ — Beschrijving van Leyden. II. 461. — Brieven a. G. van Loon. Hs. 64. — Histori d. Nederlandsche vorsten. H. 72. — Leenroerigheid v. h. Graafschap in Holland. II. 96. — Verb. over het zaamenstellen d. historiën. II. 53. Zie: V. d. Auwera. II. 72. — Charterboek. II 97 Chronyk. 206. II. 91. _ Handvesten. II. 486. Mieris, Jan van, Aminta. Herderspel. Hs. 33. Mierre (Le). — Zie Lemierre. Miersch. — Zie Reg. Tooneel. Miggrode, J. van (Werken betreffende). H. 581. Mije, F. van der, Twee verhandelingen. II. 407. Mijer, P., De commercio et administratione forma possessionum Batav. in India Orientalis. II. 663. — Gedenkboek vereen, v. Oud-studenten. II. 674. — Gesch. d. Neder! Oost-Indische bezittingen. H. 663. — Kronyk van Nederlandsch-Indië. II. 663. — Leven van J. C. Baron Baud. Lb. 1860, 29. — (Leven van). Lb. 1884, 71. Zie: Verzameling. II. 669. Mikker, W. P. Tumbull de. — Zie Turnbull. ^*962 8 * C k' ^ ’ Bormen ^ lre d. Altslovenischen Sprache. Milanesio, A., Trattato di Stenografia Italiana. 9. Milatz, F. A. — Zie Beschrijving. II. 482.
Mildert, A. van. — Zie Reg. Tooneel. Military Gazette. II. 873. Mill, J. S., Over de vrijheid. II. 916. Mill, S. M., Grafdicht. 570. Millard, F. J. — Zie van Alphen. 427. — Davis. II. 1026. — Heije. 428. Miller, P. — Zie Bailey. 838. — Gordon. 838. Millies, H. C., De exterarum religionum coraparatione, theologo Christ, valde commendanda. II. 885. De Literarum Orientalium cum Theologia Chris tiana necessitudine. 979. Leven van K. F. A. Giitzlaff. Lb. 1852, 44. De Munten d. Engelschen in d. Indischen Archipel. H. 671. Recherches s. 1. monnaies d. indigenes. II. 670. Overdrukjes. Zie: Description. II. 9. — Gids (De). 130. Domela Nieuwenhnis. II. 600. — Woordenboek. Hs. 36. Milligen, G. van, De Nederl. Staatsburger. II. 278. — Overdrukjes. _ Zie: Bleibtreu. II. 933. — Kameke. II. 941. — Tyndall. II. 945. Miilina, D., Brief a. J. de Rhoer. Hs. 64. Dissertationes selectae. II. 885. _ Oratio de Mohammedismo e veterum Hebraeorum scriptis, magna ex parte composite. II. 26. Millner, G. — Zie Nodal. 840. Millot, C. F. X., Hist, littéraire d. Troubadours. 923. Milner, R. M., Overdrukjes. Milton, J., Het verloren Paradijs. 311. Zie: Pope. 311. Mimaut, J. F. — Zie Reg. Tooneel. Mimersbron (De). Tijdschr. voor jongelingen. H. 1015. Mina, C. — Zie Hofman Peerlkamp. II. 496. Minard van Hoorebeke, Overdrukjes. Minckwitz, J., Rhy tmische Malerei d. deutschenSprache. 764. Mindel, C. H. A., Wegweiser DüsseldorPs. II. 732. Minerva. Studenten-Weekblad. II. 322. Minerva. — Zie Almanak. Mineurs en Sappeurs (Nederl.). Ü. 304. Miniaturen (Nieuwe). 689. Minima Crescunt. — Zie Genootschap. Minister (De) v. Financiën en de Heer van Dam van Isselt. H. 253. Ministerie (Het nieuwe). II. 338. Thorbecke (Is een nieuw) mogelijk P II. 338. Ministerii Scholastici (Justus vindex). II. 919. Minkenhoff Ez„ E. E. — Zie Reg. Tooneel. Minkman, J., Harmonie in de boekdrukkunst. H. 962. Minnaar (De vrolijke). 286. _ (De vrolijke openhartige). 290. Minnaert, G. D. — Zie Leesboek. 156. Minnares (De wanhoopende). 355. Minnebriefje op rijm. Hs. 11. Minnebroers Sak (De smakelijke vermakelijke). 280. Minnedicht. Hs. 11. Minnedichten (Nederduitsche). Hs. 29. Minne-gifjens (Yenus). 275. Minne-Gloob (d’Arkadische). 705. Minnekund, ofte Philosophic d. liefde. 313, 705. Minneliederen uit de 17 e eeuw. Hs. 29. Minnema Buma, J. — Zie Buma. Minnen, Liv. vander, Eerelycken Pluck-voghel. 278. Minnen Loep (Der). 208. Minne-plicht ende Kuysheyts-kamp. 276. Minnesinger. Deutsche Liederdichter. 785. Minnezangen (Boertige en ernstige). 279. — en jeugdige gedichten. — Zie Loosjes. 391. — Kusjes, Drinkliederen enz. 279. Minola, A. B., Kurze Uebersioht. II. 852. Minor, J'. — Zie Scherer. 751. Minot, L., Lieder. 845. Minot de Warville, Brief a. M. Tydeman. Hs. 72. Minsheu, J., Ductor in Linguas. The Guide into the Tongues. 42. Min-stroom (De nieuwe .. Utrechtse). 286. Minturn Post, L. — Zie Soldiers Letters. H. 873. Minutius Felix, Octavius cum ... notis. 888. — Octavius handelende v. d’ijdelheid d. Afgoden. 606. Zie: Justinus. 606. Mioulet, A.D.J., Het godsdienstig onderwijs. II. 311. Zie: Görlitz. II. 310. Miquel, F. A. W., Catalogus Musei Botanici Lugduno Batavi. H. 504. Zie: Beschouwingen. 121. — Gids (De). 130. Mirabeau, de, Le despotisme d. 1. maison d Orange. H. 209. — Doutes sur la liberté de I’Escaut. II. 203. Miraeus, A., Elogia illnstrium Belgii scriptor. 67. — Fasti Belgici et Burgundici. II. 789. Origines coenobiorum Benedictinorum. H. 332. — Opera diplomatica et historica. H. 789. — Vita Justi Lipsi. 84. Zie: Alciatus. II. 832. — de Liqa. II. 32. Miraeus, J. — Zie Delrio. 86. Miracle-plays or Mysteries (English). 843. Miret, J„ Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 72. Mirkinius, Conr. — Zie Valerius Maximus. 604. Miroir (Le) des arts. Feuille artistique. II. 323. Miscellanea Danica. II. 783. — Duisburgensia. II. 886. — Groningana. II. 886. Miscellaneën z. Geschichte d. Teutschen Literatur. 777. Miscellany (The Chinese). H. 862. Miscellen d. Russischen n. Mogolischen Literatur. 965. Miseries, or enforced Marriage. — Zie Engl. Plays. 843. Misfortunes of Arthur. — Zie Engl. Plays. 843. MiaQinns diplom, de C. Duplicius de Schepper. H. 100. — diplomatiques de Pierre Anchemant. H. 791. Missive aan R. M. van Goens. — Zie van Irhoven van Dam. H. 544. — aan Leyden’s burgers. II. 474. n eenen Leidsen geleerden Regent. II. 470. N. N. over de Missive v. e. Regent. H. 166. H een Regent ende Patriot. II. 430,
Missive aan T. van Schoonhoven. II. 471. — aan den WelEd. G. Heere***. II. 962. (Authent.) rakende’t gebeurde binnen Goes. 1X576 — ( ) van den Prince van Oranje. II. 579. bij de steden Middelburg en Zierikzee. II. 569. — geschreven uyt Middelburg. II. 569. — (Gewichtige) geschreven door een Heer van rans n. 207. — (Onpartijdige) van een vriend, n. 159. over d. aart d. Drostendiensten. — Zie van der Marck. II. 631. — tot beteugeling d. Libellen. II. 201. — (Tweede of nadere) van Nymegen. II. 432. — uit ’s Gravenhage. H. 156. — uyt Uytrecht. II. 594. — van Burgemeesteren v. Utrecht. II. 596. » d. Coningh v. Groot-Brittannien. II. 151. — >, „ Gedeputeerden van Gelderland. Hs. 43. >» » » ter Generaliteit. Hs. 43. — tl de Generaliteyt. II. 197. — „ die van de Gerechte d. stede Woerden. Hs. 50. — „ een Heer te Leyden. VUL — » „ „ uit Utrecht. ÏI. 594. — „ het Hof v. Holland. Hs. 43. — „ een Hollandsch Heer. U. 190. » d. Koning v. Engelandt a. d. Grave v. Fevers- ham. U. 837. — van d. Landraad aan d’oostzijde d. Maze. Hs. 43. „ „ Leeden v. h. Genootsch. Tot herstel d. eens gezindheid te Utrecht. H. 587. van e. Leydenaar aan zijn vriend te Utrecht. U. 475. » Liefhebber d. Waarheyd. II. 526. „ d. Municipaliteit [en het Bestuur] v. Leyder over de Fabrieken. H. 511. van Middelburg. U. 167. een oud Predikant. II. 206. „ „ Regent. — Zie Tinne. U. 206, 207. Pamas. n. 169, 170. den Prins aan... Dordrecht. H. 451. „ de Staten v.Zeeland.II.162,167. » geschreven tot Quaringnan. U. 162. » uyt Tperen. H. 163. Raad van Braband. U. 407. » der Domeinen. U. 407. „ van State over versterking d. trou- pen. Hs. 44. van de Regering d. stad Deventer, n. 635. een Regent. — Zie Fagel. H. 166. de Stadt Nymegen. H. 437. „ Staten v. Friesland! U. 167, 1045. » „ Gen. a. d. St. v. d. partieul.prov.n.591. » a 33 aan den Heer Van Vilers. Hs. 43. • » „ „ ’s Lands v. Utrecht a. d. Staten Gener. U. 585. ■ van een vrient aan sijn vrient. U. 593. • vervattende eenige nieuwigheden. IV. (Wonderlycke Autentycke). II. 157. 486 Missiven v. Gecowmitt. d. Oeconomischen taks. Hs. 45. — van Staat over 1598—1600. Hs. 43. (Verschil!) betreffende de Ambachtsheerlijkheden. II. 225, 226. Mist, J. de, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 64. Mistral, F., Mireio. 925. Zie: Roumieux. 924. Misverstant. 630. Mitalerius, Cl. — Zie Stephanus. 929. Mitand (du). — Zie Prospectus. 34. Mitford, Harmony of Language. 831. Mittendorf, G., De Frederici, Thuringorum Land- gravii... vita et regno. U. 745. Mittheilungen aus d. Archive d. Voigtlandischen alter- thurosforschenden Vereins. U. 747. aus d. Germanischen Museum in Nürnberg. U. 736. d. Anthropologischen Gesellschaft in Wien. n. 753. Antiquarischen Gesellschaft in Zürich. U. 762. kk. Geograph. Gesellschaft z. Wien. II. 37, 753. .. Gesellschaft f. Gesch. d. Ostseeprovinzen Russ- lands. U. 769. Gesellsch. f. vaterl. Alterthümer z. Basel. U. 763. Gftsellschaft f. Geschichte d. Osterlandes. U. 746. historischen Vereins f. Krain. U. 754. 33 33 z. Osnabrüok. II. 713. 33 „ f. Steiermark. U. 754. Mahrisch-Sohlesischen Gesellsch. z. Beförderung Ackerbaues. U. 757. K. Sachsischen Alterthums-Vereins. U. 737.' » « ft Vereins f. Erforschung vaterlan- dischen Alterthümer. II. 737. Vereins f. Gesch. d. Dtschen in Böhmen. U. 755. — » 33 33 33 v. Erfurt. II. 711. » 33 33 33 iu Frankfurt a. M. U. 723. » 33 33 33 d. Stadt Meissen. U. 740. — 33 33 „ Geschichtskunde z. Kahla. U. 746. — ,3 „ „ Hamburgische Geschichte. U. 747. — „ „ „ Lübeckische Geschichte. U. 750. — (Neue) aus dem Gebiete histor.-antiquar. Forsehun- gen. H. 711. Mitzeu, F. J. (Lijkrede op). 730. M. L. — Zie L. Trip. Ml. D. H. — Zie Reg. Tooneel. M. L. D. L. D. L. — Zie de Sully. U. 821, M. L. G. geh. C. — Zie M. L. G. Griethuizen. M. M. — Zie M. Murray. — A. Peys. M ... n. — Zie G. Th. Mohrman. Mnemosyne, Mengelingen enz. 127, 128. Mobachius, J., Boetpredikatie. II. 411. — Lijkrede op G. van Midlum. 730. — Salomons zalving. U. 183. — De Ydelheid van al het ondermaensche. U. 193. Zie: van Jjrunen. 582. — Velingiua. 576. Moberg, P., Larobok f. Engelska Sprake! 836. Mocquet, J., Voyages en Afrique etc. U. 42. Modaeus, Th., Brief a. R. Hogerbeets. Hs. 64. Modderman, A., Bijdr. tot de Huishoudkunde. 172. — Grafdicht. 572. — d — d
Modderman, A., Leven v. H. A. Spandaw. Lb. 1857, 117. Losse bladen uit mijne portefeuille. II. 986. Zie: Feestzangen. 512. — Liedjes. 618. Stu dentenliederen. 292. Modderman, J. J. — Zie Brieven. 110. II. 46. — van Swinderen. II. 970. Modderman, T. — Zie de Sitter. II. 641. Modderman Azn, T.. Leerrede. 735. Modderman, W., Receptie v. h.Romeinsche Regt.II.924. Wettelijke bewijsleer in strafzaken. II. 927. Modderman, Tjaden. — Zie Tjaden. Mode (De). — Zie Tieboel. 384. — (D’oude) v. d. Nieuwen Staat v. Oorlogh. U. 170. Modé (Aanteekeningen betreffende de femilie). Hs. 55. Moded, H., Apologie ofte verantwoordingbe. 86. — Eerste Beghinselen d.Wederdoopersche sekten. II. 355. — (Leven van). 86. Modellen (Topographische). II. 302. Modera, J. (Leven van). Lb. 1867, 77. Wisseling van gedachten. II. 304. Modius, E. — Zie Justinus. 888. Modtageren. — Zie Breve. 857. Modus confitendL De passione Domini. 860. Möbius, Th., Ueber die Altnordische Philologie. 849. Catalogus librorum Islandicorum [Yerzeichniss u. B ’ Zie: Analecta. 852. — Edda. 853. — Fornsögur. 856. Moeder de Gans, Vertellingen. 708. Zie: Perrault. 708. Moeders gids bij het gebed der kinderen. 658. Möhlmann, 3. H. D. — Zie Archiv. II. 1060. Möinichen, J. B., Nordiske Eolks Overtroe. II. 774. Moeien, J. van der, Historia d. Kerckenhandel. II. 368. Möller, H. E. — Zie Reg. Tooneel. Möller, I., Brauehbarkeitd. Nord. Mythologie. II. 774. Möller, J. G.P., Teutseh-Schwedisches Wörterbueh. 51. Möller, L., Dictionnaire Eranpois-Suédois. 53. Möller, W., Rede am Luther-Jubilaum. E. 36. Mönnich, A., De flagellationibus. II. 852. Moens, P., [Verschill. dichtwerken], 391. Aan A. Uyteuhove. Hs. 28. — Brief. Hs. 64. _ De Gebroeders de Witten. II. 998. — Gedichtjes voor kinderen. II. 999. — Grafdichten. 574, 576. [Verschill. kinderwerkjes]. 709. De Twaalf maanden des jaars. 639. Uitboezeming aan mijn geliefd vaderland. 501. (Bibliographic van). — Zie Tollens. Hs. 77. — (Leven van). 86. __ . Zie: Coopmans. 531. — Gedichtjes. 425. —- Heringa. II 1008. Mengelingen. 500. — Poemes. 425. — van der Schaaff. II. 246. — Reg. Tooneel. Moens, P-, en B. Bosch, Liederen. 290. Moens P., en A. van Overstraten, Esther. Ruth. Dichterlijke mengelingen. 231. joh. Gray en Dolsey en Amelia. XVH. Moerbeek, A. A. van, Hollandische Spraohlehre. 144. Zie: Keur- eu Ordonnantie-boek. II. 452. — Kramer. 48, 143. Moering, C. G. — Zie Tooneelstukken. XVL Reg* Tooneel. Moerkerken, P. H. van, Inleiding tot deNederl. Dicht kunst. H. 983. Zie: Hooft. II. 987. — Vondel. II. 995. Moerlin, C. H. F., Quaedam ad religionem antiquae Germanise pertinentia. H. 698. Moerman, J. — Zie VandenKiele. 320. Möser, J., Osnabrückische Geschichte. II. 713. Moesman, E., Taal-wenken. 137. Moesman Dop. — Zie Onderwijs. H. 958. Moesogothicae... linguae fragm. quid valeant eet. — Zie Responsio. Hs. 1. Moezelaar, K., Beschrijving van Leeuwarden. II. 624. Mof (De komedie zoekende). VH. Moffat, R., Missionary labors...inSouthernAfnca.H.869. Mohn, H., Kometbanernes beliggenhed. H. 943. Zie: Guldberg. II. 946. Mohnike, G. C. E. — Zie Faereyinga Saga. 856.— Fridthjof. 856. — Rask. 851. — Sturlason. 855. Mohr, A., Ueber d. historischenlnfinitiv d. Lateinischen Sprache. 881. Mohr, E. — Zie Reg. Tooneel. Mohr, J. — Zie Verhandlungen. H. 919. Mohr, J. C., Grafdichten. 573, 575. Mohr, J. M. — Zie Bijbel. 999. Mohr, W„ Ursprung und Bedeutung d. Orts-, Völker- n. Personennamen. 770. Zie: Hiltibraht und Hadubrand. 787. Mohrman, G. Th., ’s Lands moeder leev! 512. — Visite bij d. stervenden Muzenalmanak. H. 1065. Zie: Hecker. 416. — van der Hoop. II. 1008. Moinaux, J. — Zie Reg. Tooneel. Moineau, Jul. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Moissy. — Zie Tooneelspellen. XVH. — Reg. Tooneel. Moke, H. G., Du sort de la femme dans les temps anciens et modernes. H. 12. Zie: ArehiveB. II. 977. Moke, J. J., Nederduitsche Spraakkunst. 145. Mol, J. de. Bruiloftdicht. 546. — Geboortedicht. Hs. 28. — Grafdicht. 570. Zie: de Vrije. 705. — Reg. Tooneel. Moland, L. — Zie Molière. 958. Molanus, J., Medicorum ecclesiasticum diarium.H. 364. Natales Sanctorum Belgii, et eorundem Chronica recapitulatio. II. 331. Zie: Epistolarnm... decas. 889. Molard, Y. — Zie Larsen. 857. Molbech, C. [Biblioth. Molbechiana], 857. Zie: Harpestreng. 860. — Outzen. o£L. Moldavië. H. 857. Molde, E. de. — Zie Reg. Tooneel. Molé. — Zie Reg. Tooneel. Molé-Léger, Julie. - Zie Reg. Tooneel. Molema, E., Drie gedichtjes of een klaverblad 512. Molema, H., W oordenb. d.Groningsche volkstaal.Il.98A Molenaar, A. J. (Leven van). Lb. 1872, 141.
Molenaar, D., Adres aan mijne geloofsgenooten. II. 359. — Leerrede over Joh. XX: 28. 735. — De roede Gods. II. 248. Zie: Gezangen. 250. Molenaeius, L. P. F. — Zie Kriex. II. 1044. Molenbroek, P., Handl. onderwijs moedertaal. 148. — Ontleding d. spraakkunstige vormen. 148. — Regels voor d. spelling d. Nederlandsche taal. 154. Zie: Tijdschrift. II. 309. Molenhof. — Zie Reg. Tooneel. Moleschott, J., Herm. Ilettner’s Morgenroth. 752. Molhuysen, P. C., Leerrede op den 250 en Verjaard, v. d. stichting d. Deventersche Herv. Gemeente. II. 636. — Leerredenen. 724. — Dertien leerredenen. 724. — Leven van H. van Beyningen. Lb. 1851, 15. — „ „ Is. An. Nijhoff. Lb. 1864, 107. \ — (Leven van). Lb. 1868, 196. — Overdrukjes. Zie: Almanak. II. 628. — Catalogus. II. 635. — Nanninga Uitterdijk. II. 1067. Molhuysen, P. E., De wijze behartiging. II. 242. Molière, T. B. Granpré. — Zie Granpré. Molière, Oeuvres complètes. 958. — Oebele Glüper. 958. — De skearbaes dokter. 958. Zie: Le Gras. XVIII. — KlaosPompernikkel. 176. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Molinaeus, J., Bruiloftdicht. 536. — Lijkrede op G. Brandt de jonge. 727. — Predikatie.. op het beleg en ontzet v.Levden.II.465. Zie: Bos. 629. Molinaeus Jr., J., Bruiloftdicht. 529. — Grafdicht. 566. Molinet, Jean, Chroniques. II. 819. Zie: Chastellain. 948. Molinski, Darstellung d. Geschiehte d. Polnisch-La- teinischen Poesie. 968. Molkenboer, J. H. — Zie Klijn. 195. Moll, A. — Zie Brieven. 402. Moll, E. — Zie Brieven. 402. — van Effen. 631. Gemeente. II. 577. Moll, G., Antwoord aan J. G. van Nes. II. 298. — Decline of science in England. H 840. — Electro-magnetische proeve. II. 945. — Geschiedk. onderzoek naar de verrekijkers. II. 945. — Mercurius in Sole visus. II. 942. — Redevoering over J. H. van Swinden. 91. — Verwarming van stookkassen. II. 949. Vroegere Zeetogten d. Nederlanders. II. 41. — Overdrukjes. Zie: Blanken. II. 297. — Reuvens. II. 397. — Visscher. 86. Moll, W., De Boekerij van het St. Barbaraklooster te Delft. II. 450. Joh. Brugman en het godsdienstig leven onzer vaderen in de 15e eeuw. 73. — De idee der Universiteit. II. 319. — Kerkgeschiedenis van Nederland. II. 329. — Leerrede op 5 Sept. 1858. II. 256. Moll.W., Leven van A. P. van Groningen. Lb. 1864,141. Angelus Merula, de hervormer en martelaar. 85. — Toespraak inwijding v. h. gebouw d. Vereen, v. Ziekenverpleging. II. 549. — De ware vrijheid. II. 1047. — Een woord ter inwijding v.d. Universiteit te Amster dam. II. 556. — Overdrukjes. Zie: Archief. II. 329. — Catalogus. 121. — Ge schiedenis. II. 27, 329. — Histoire de 1’ëglise. II. 21. — Jaarboekje. II. 830. — Kalender. II. 330. — Scott. 312. Moll, J. — Zie Brieven. 402. Moll Jbz., J. — Zie Dermout. 728. Moll Jsz., J., Feestwoord t. wijd. v. h.Weeshuis, n. 460. — Gedachtenisw. b. 50-j. Evangeliebediening. II. 1019. — Eene Roeping onzes tijds. n. 255. Moll, J. C. A., Joh. Stoffler v. Justingen. 755. Moll, J. G. J. J., Hilversum en de Trompenberg. II. 563. Moller, A., Die reduplicirenden Verba. 760. Moller, D. G., De praeparatione abiturientium in Ita- liam II. 853. Moller, J., Introductio in Ducatuum Cimbricorum... historiam. II. 716. Mollerus, A. C. — Zie Meerman, Mollerus, A. N., Brieven. Hs. 64. Zie: Le Jeune. Hs. 36. Mollerus, J. H. M., Geschiedkundig overzigt. II. 669. Molnar, A. — Zie Papai. 990. — Testamentum. 991. Mols, L., Carte de la Belgique. II. 795. Molster, J. A. D., Liederen en gebeden. 268. Zie: Broederliefde. 232. — Proeven. 268. Molted o, F. F., Elegia. 900. Moltke, H. von, Holland und Belgien. n. 242. — Holland en België. II. 242. Moltzer, J. F. C., De breede Kerkeraad. II. 493. — Leven van H. C. Huyser. Lb. 1866, 41. — (Leven van). Lb. 1868, 220. Moltzer, H. E., Anna Roemers Visscher. 91. — Bilderdijk en het Nederlandsche volk. 71. — Dissertatio inauguralis. II. 924. — Geschiedenis v. h. wereldlijk tooneel. Hl. — Heiligerlee. H. 113. — Historische beoefening d. Nederl. letteren. 57. >> „ ,, ,, taal. 140. — De nieuwe richting in de taalkunde. 32, 138. — Shakespeares invloed op het Nederl. Tooneel. IV. — Studeeren en studeeren is twee. H. 319. — Studiën en schetsen v. Nederl. letterkunde. 61. —*- De volksverbeelding in het rijk der taal. 33. — Overdrukjes. Zie: Bibliotheek v. middelnederl. letterkunde. 199. — Bredero. CCLX. — Coster. CCLX. —Moris ende Blancefloer. 201. — Hareniana. 109. — Max Muller. 33. — Poëzie. XÏÏ. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Moltzer, W. L. F., Feestrede... te Waalwijk. H. 414. Zie: Hofstede de Groot. II. 1058. I Mom Visch, D. J., Parlementaire regeering. II. 258- I Momma, J. J., Art.56 v. h. N.Iud. Regeeringsregl.II.670.
Momma, J. J., Bruiloftdicht. 543. Mommsen, Th. — Zie Mittheihmgen. II. 762. Momus. — Zie Sociëteit. — Tyding. 450. MomusJr. — Zie S.Izn Wiselius. Momus-Klanken. Gedichten. 176. Monasticon Gallicanum. II. 828. Monatschrift (Altpreussiscbe). II. 707. von nnd für Schlesien. II. 709. Monboddo, Yon dem Ursprunge der Sprache. 27. Monchablon, E. J., Dictionnaire d’antiquités. II. 13. Monchy, S. de, Bedenkingen. IE. 952. Moncony, de, Beschreibung seiner Reisen. IE. 43. Money, J., Boersche theologia. II. 370. Monde, N. van der, Beschrijving d. pleinen te Utrecht. IL 599. — Utrecht en derz. fraaije omstreken. II. 599. — Vlugtige gedachten bij de aankomst d. verlofgan gers. II. 603. — Overdrukjes. Zie: Tijdschrift. II. 583. — Utrecht voorheen en thans. II. 583. Mone, F. J., Einleitung in das Nibelungenlied. 793. — Geschichte d. Heidenthums. IE. 774. — Ueber die Sage v. Tristam. 789. Uebersioht d. Niederlandischen Volks-Literatur.197. Untersuchungen zur Geschichte d. deutschen Hel densage. 748. _. Zie : Anzeiger. II. 695. — Hymnen. 888. — Otmt. 795. Quellen und Forschnogen. 739. — Remar- dus Vulpes. 889. Mone F. J., en Munter, Geschiedenis des Heiden doms. D. 774. Moneta, B. — Zie Poetarum... Carmina. 893. Moneta, J., Euchiridion Polonicum. 967. ( Mongenast, H., Grammatisches. 32. Mongeot, A. Rastoul de, Histoire de la Hollande. II. 81. Monsoolscli. 987. Monita secreta of geheime onderrichtingen van het Genootschap van Jezus. H. 33. Monmerqué, L. J. N. — Zie Théatre. 957. Monperlier, J. A. M. — Zie Reg. TooneeL Monrad, M. J., Anaxagoras og'Atomistiken. II. 911. — De vi logicae rationis. IE. 910. Monselet, Ch., Almanachs gourmands. 956. — Petits mémoires. IE. 1031. Monster (Het Brunswijksche-Wolffenbuttelsche).IE.201. Monster-hekelaar (De). — Zie Jonckbloet. IL 456. Mont (du), Recherche modeste. H. 175. Mont, K. M. Pol de. — Zie Pol de Mont. Montagne Jz., A., Feestrede 75-j. best. v. h. Genoot schap: Mathesis Scientiarum Genitnx. 11. 510. — ffttndl kennis d. plaatselijke begrooting. H. 492. — De stad Leiden. II. 462. Zie: Stukken. II. 514. Montagne (La). — Zie La Montagne. Montague, M. Wortley. — Zie Wortley. Montaiglon, A. de. — Zie Aliscans. 948. — Dolo- pathos.' 947. — Fabliaux. 942. Montaigne, M. de, Essais. 950. — Werken, bestaande in zijn Proeven. 628. Zie: Bloemhof. 628. Montalvan, J. P. de. — Zie Reg. Tooneel. Montanier, Horatius. Treurspel. Hs. 33. Montanus, Deutsche Volksfeste. H. 700. Die Yorzeit d. Lander Cleve-Marck. H. 728. Montanus, A., Auriaco-Nassovia domus. IE. 108. — De Beroerde Oceaan. II. 146. — Gedenkwaerdighe Gesantschappen. II. 861. — Kerkelyke Historie v. Nederland. H. 343. — Leven van Frederik Hendrik. IE. 140. n en bedrijf d. Prinsen van Oranje. II. 108. M van Willem Henrick. II. 155. a „ Willem HI. H. 174. De nieuwe en onbekende weereld of beschrijving v. America. II. 871- — De wonderen van ’t Oosten. H. 42. Zie: Martenez. 44. Montanus, A., M. Binartius, C. Hupsius en M. Martenez, Dictionarium absolutissimum. 11. 9b4. Montanus, D., Bethlehems-stal-licht. 256. — Bondelken myrrhe. 344. Zie: Thomas h Kempis. 304. Montanus, F., Hymnus in laudem Yeris. 896. Zie: Juvenalis. 303. Montanus, J., Gemengelde Parnasloof. 348. — Negotianum Satyricum. 438. Op den Toebackschen quind-nar. 438. Montanus, P., Bericht van... de spreeckonst. 141. Zie: Kaerius. II. 397. — Pontanus. H. 538. Montbrun, Puy de. — Zie Puy. Monte, Aeg. de, Acta visitationis. II. 1056. Monte Alveme, F. do, Ora§ao. IE. 881. Montemart Boisse (de). — Zie Boisse. Montemerlo, G. S. da, Thesoro d. lingua Toscana. 911. Montenay, Georg, de, Christelijke zinnebeelden. 314. • Montenclos, M. E. Mayon. — Zie Reg. Tooneel. Montesquieu, C., Lettres persanes. 952. Montfaucon, B. de, Correspondence. II. 811. Montfleury (ps.). — Zie A. Jacob. Montgommery, R. — Zie Koenen. 834. Montifaud, Mare de, Les Romantiques. 926. Montigny (de), Lettres. IL 810. Montmartre. — Zie Meerman. 490. Montmorency, Fl. de, Verklaring. Hs. 38. .. Montpensier, MH» de, Mémoires. IE. 822. Montpleinchamp (De), Histoire de 1’Archiduc Albert. IL 791. Montijn, C. G„ Geschied, d. Hervorming. IE. 345. :- Montijn, J. W., Beteekenis van eigennamen. 171. Montijn, P. M., De dood van Willem I. H. 999. J ' Monument (Het antinationaal-nationale). 519. voor Amsterdam in drie zangen. 480. — (Het nationale). 1813—63. H. 233. — (Het Haagsche). — Zie Alberdingk Thijm. H. 233. Monumenta antiquitates ad illustrandam Historiam Reformationis Belgicae. — Zie Gerdes. H. 343. — catechetica. — Zie Schilter. 776. Groningana veteris aevi inedita. H. 639. — Habsburgica. II. 751.
Monumenta medii aevi plerumque inedita. 56. — Paderbornensia. II. 726. — rerum llfeldensium. n. 713. — Ullerakerensia cum Upsalia nova illustrata. II. 780. Monumentorum Sveo-Gothicorum liber. II. 778. Monuments de la littérature Romano. 911. Monvel, J. M. Boutet de. — Zie Reg. Tooneel. Moock, A. W. van, Het dankbaar gedenken. II. 255. Moock, C. W. — Zie Fragmenten. XIV. Moock, 8. J. M. van, Opstellen ter verbetering. 159. — Zamenstellen van Volzinnen. 157. Moolenaar, A., Grafschrift. 563. — Nagelaten leerredenen. 724. Moonen, A., Abrahams roeping uit Ur. 722. — Brief aen zynen vrient A. @. z. A. II. 344. — De doot van Josua. II. 174. — Juda in rouw. IX 838. [ — Naemketen d. Predikanten. II. 633. — Nederduitsche spraekkunst. 141. — (De spelling van) verdedigt. 142. [ — Stefanus de Diaken. 722. — Verantwoording tegens J. Brant. II. 344. r — Overdrukjes. Zie: Dambar. H. 634. — Franken. 638. — van Hoogstraten. 155. — Lindebom. H. 633. — Reitz. Hs. 2. — Melis Stoke. 206. Moons, Magdalena. — Zie Eichman. II. 466. | Moor, B. de, Het bestendig geluk. n. 350. I — Leydens ontzet geviert. II. 466. I — De Zoon der vermaninge. 722. Moor van Immerzeel, B. de, Brief. Hs. 64. I — De studii genealogici praestantia oratio. II. 3. Moor Bz., B. de, Afscheid en Intrede leerrede. 730. E Moor, H., Triumph-dicht verovering van Wesel. 433. Zie: Reg. Tooneel. I Moord (De) van 1584. II. 117, 1067. I — v. d. Aartsbisschop van Parijs. — Zie Wap. II. 829. f Moordenaar (Aan een), n. 506. I Moore, E. — Zie Reg. Tooneel. I Moore, F., The Rebellion Record. H. 872. I Moore, N. F., Pronunciation of the Greek Language.870. I Moore, Th., Het Licht van den Harem. 312. ■ — [Verschil! dichtwerken]. 848. I — De Val der Engelen. 312. Zie: Gedichten. TI. 994. I Moorman, J., Brief. Hs. 64. I — Gedichten. 363. K — Grafdicht. 561. ?; Moorrees, B., Leerrede over Handel. XVI: 13—15.735. e Moorrees, F. D. J., Geschiedenis d. Kerkhervorming II. 345. 8 ‘ E — Geschiedenis v. h'. Nutsdepartement te Vianen. n. 974. ■ — Aan de oevers van Lek en Linge. IE. 437. B — Rede ter gedachtenis v. 25-j. dienst. II. 1019. E — Overdrukjes. 1 Moorrees, H., Kort en waerachtigh Verhael. n. 431. I Mooy, J., Bruiloftdicht. 543. Mooyer, E F., Abstammung d. normannischen Könies- geschlechts. II. 856. 8 — [Bijdragen uit Oorkonden, in het Hongaarsch].n.758. — Die Einfalle d. Normannen. H. 845. — „ Grafschaft Schaumburg, n. 714. — Overdrukjes. Zie: Schiern. II. 854. Mooyeriana (De) of nieuwbakke gedagten. 125. Moralisatiën. Hs. 17. Morand, P. de. — Zie Reg. Tooneel. Moravië (Markgraafschap). H. 757. More, H., Gewijde tooneelstukken. XVII. Zie: Verhalen. 676. — Reg. Tooneel. Moreau, C. A., Commentatio. II. 98. Moreau, C. F. J. B. —Zie Barbaz. XII. — Reg.Tooneel. Moreau, Mik DameMonnet, Oostersche vertellingen. Moreelse (Copye v. d. Deductie van). H. 598. Morel, J., Anorganische Scheikunde. II. 945. Morel de Vindé, Ch., Zedeleer voor kinderen. 428. Moreni, D., Contorni di Firenze. II. 855. Moretti, B., Nieuwe Italiaansche Spraakmeester — Nouveau Maitre Italian. 913. Moretto. — Zie Reg. Tooneel. Moretus, J., Flores seu formulae loquendi. 882. Moretus II (Boek gehouden door). H. 798. Morgan, B. T. — Zie Reunion, n. 879. Morgan, W. E. T. — Zie Words. 840. Morgen (De ongelukkige). Datheniana. 235, Morgengedachten (Vaderlandsche). 485. Morgenrood. — Zie Werken. 121. Morgenster (De). Maandschrift. 645. Morgenstern, C., Enumeratio numorum familiarum Ro- manarum. H. 1061. — De numismate Basilii Tschemigoviae. IE. 768 69. — Drolusio... cont. I Recensionem numorum imperat. eet. IE Probalia critica expense. II. 1062. — Recensio numorum imperatoriorum. II. 1061. ,, XXX numorum... Graecorum. II. 860. Morgenstern, K„ Klopstock. 753. Morgenwandelingen door ’s Gravenhage. — Zie An- driessen. H. 457. Morghenwecker (Der Francoysen). IE. 820, 821. Morhof, D. G. — Zie Burchard. 753. Moriaen (Roman van). 203. Morian, A., Dichtkunst. 350. Morinus, S., Exercit. d. lingua primaeva. 25. Morkinskinna. 854. Morley, H., Of English Literature. 833. Mornay, Ph. van, Verh. van ’t leven en ’t sterven. 652. Zie: Gij8bert Japiks. Hs. 65. Morre, W., Ernst en scherts. 418. Morrison, R., Christelijke geloofsonderwijzing. 996. — Vocabulary of the Canton Dialect. 996. Zie: Evangelie. 996. Morsch, P. van der, gez. Pierot „de Levtsche Sot.” — Zie Verhael. 213.
495 J. L. MORSER. — F. MAX MULLER. 496 Morser, J. L., Het Alphabet manuel. Hs. 1. Morstinius, S'. — Zie Oudaan. 651. Mortel, J. B. H. van der, Overzigt v. d. staat der waterlossing d. Maaspolders. H. 410. Mortier, D. dn, Brieven a. J. C. W. Le Jeune. Hs. 64. Mortier, L. P., Responsio. U. 1036. — Overdrukjes. Mortillet, G. de. — Zie Indicateur.il. 1035. Morton, Ch. — Zie Whitelocke. H. 776. Morton, Gravinne von, Gebeden. 652. Morton, J. Maddison. — Zie Reg. Tooneel. Morung, Th. — Zie Krauszold. H. 736. Morus, Th., Het onbekend... eiland Utopia. 628. Moscoviter, S. J., Ahasveros. II. 1011. Moseler, L. T. — Zie van Lennep. 676. Mosengeil, F., Stenographic. 9. Mosenthal, S. H. — Zie Reg. Tooneel. Moser, D„ Brief a. N. G. v. Kampen. Hs. 72. Moser, F. C., Staats-Graromatik. 29. Moser, G. — Zie Reg. Tooneel. Moser, G. H., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 72. Mosheim, J. L., Neue Nachrichten. H. 1038. Zie: Fortius Kingelbergius. II. 918. Mosig von Aehrenfeld. — Zie Schafarik. EL 768. Mosselmans, B. C. J., Afscheidleerrede. 731. Leerrede over II Timoth. III: 15. 735. Zie: van Vloten. II. 636. Mostart, D., Nederduitsche Secretaris. 181. Mot (Un dernier) sur la gravure de 1418. — Zie de Bron. n. 327. Motherby, R., Diet, of the Scottish Idiom. H. 1025. Motley, J. L„ Geschiedenis v. d. Vereenigde Neder landen. II. 120. History of the United Netherlands. H. 120. _ Leven en sterven v. J. v. Oldenbarnevelt. II. 134. _ Life and Death of J. of Barneveld. II. 134. He Opkomst d. Nederlandsche Republiek. II. 107. _ The Rise of the Dutch Republic. II. 107. Motman'Jr., G. W. van, Grafdicht. 563. Motman, W. G. — Zie Geisweit. 533. Moten (Geslacht van der). — Zie van der Heyden. H. 70. Mote (Quelques) sur la gravure de 1418. — Zie de Brou. n. 327. (Quelques) s. 1. théate ligeois. — Zie Capitaine. 940. Moubach, A. — Zie Zorgdrager. II. 289. Moulin, A. du, Polyxena. Hs. 32. Zie: de Guevara. 922. — Reg. Tooneel. Moulin, E., Historische Kamper Kronyk. II. 637. Moulin, J., Omtrek eener algem. litteratuur over Shakespeare. 836. [Verschil! dichtwerken]. 405. — Overdrukjes. Zie: Reg. Tooneel. Moulin, P. du, Kort begryp d. redenkonst. II. 914. Moulinars, Sonnet. 952. Moulins, G - . des. — Zie Bibel. 612. Moulton, J. W., New York 170 years ago. II. 879. Moulton, J. W., State of New York. H. 686. Moulijn Jz„ S., Dichtstukjes. 419. Mounier, P. J. J., Discours. II. 233. — Exposé histor. de 1’état de 1’Eglise Réformée. II. 343. Mourentorf, I. — Zie Lipsius. 625. Mourik, B., Naamrol d. godgeleerde schrijvers. 22. — Naamrol d. rechtsgeleerde en historische schrij vers. 22. Zie: Reg. Tooneel. Mourik, R. van, Oirsprong v. Z.-Hollandt. II. 441. Mouslier de Moissy. — Zie Moissy. Moussaud, L’alphabet raisonné. 6. Mouvement (Le) Flamand. 63, 66. II. 966. Moyens (Les subtils) p. Grandville... inventez. H.1043. Mozart. — Zie Scheurleer. II. 328. Mozes (De 5 Boeken van) in het Gaelisch. 867. M S. — Zie Bouchin. II. 925. — Krijgs-roman. II. 50. Lof. 322. — M. Siegenbeek. — M. Smalle- gange. — Verschillen. 149. — Reg. Tooneel. M. S. D. — Zie Reg. Tooneel. H. S. N. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Much, M. — Zie Mittheilungen. II. 753. Muchler, K., Zakboekje tot gezellig tijdverdrijf. 11.1014. Mühlbrecht, O., Der Hollandische Buchhandel. 17. Zie: Opzoomer. II. 63. Mueldener, F. A. W. — Zie Gualtherus de Castilione. 888. — Schiller. 801. Muelen, G. van der, In Historiam Pomponii de origine juris... exercitationes. H. 922. Muelen, J. A. van der, Statuta et Consuetudines dioe- ceseos Vianensis et Ameydensis. H. 526. Müllenhoff, K.. Deutsche Alterthumskunde. II. 697. Grimm. 802. — W. Grimm. 747. — Groth. 819. Kudrun. 795. — Mannhardt. 11.21.— Zeitschrift. II. 695. Müller, A. — Zie Frijlink. 171. Muller, A. W., Denkschrift. II. 748. Müller, C., Commentatio de locis quibusdam Epistolae Pauli ad Philippenses. II. 891. Interpretation einiger Stellen aus Juvenal. 887. — (Lat. gedicht aan). 908. Zie: Herodotus. 875. — Kraft. II. ld. Müller, C. F., Pohlnisehe Grammatik. 967. Müller, C. G., De B. Bertramo. 749. Zie: Ulr. ab Hutten. 890. Müller, C. H. — Zie Samlung. 779. Müller, D., Das Griechische Zeitwort. 871. I Müller, E., Etymol. Wörterbuch d. Engl. Sprache. 839. j — De numero Ciceroniano. H. 1029, Zie: K. O. Mueller. 872. Müller, E., Het Gebed des Heeren. 657. De Gelijkenis van den verloren zoon. 657. — Jezus’ godsdienst. 657. — Uit de hut der armen. 688. Müller, Ferd. — Zie Essais. II. 883. , M Müller, F. — Zie Inschriften. H. 851. — Mitthei lungen. n. 753. — Sprachdenkmaler. 781. Müller, F. Max, Chips from a German Workshop. 4. — Lectures on the Science of Language. 32.
32 497 Ï. MAX MÜLLER. — H. C. MULLER. 498 M i ill “> f- Max. Uitkomsten v. d. wetenschap d. taalkunde. 33. r Müller, G. H., Deutsch-Danisches Wörterbuch. 50. Müller, H„ Der Lex Salica... Alter n. Heimat. H. 702. — Die Marken des Vaterlandes. n. 696. Zie: JEteg. Tooneel. Müller, H. L. O., Be usu... Infinitivi historici. 881. Müller, J., Niederrheinische Provinzialisraen. 774. Die wissenscbaftlicken Yereine Deutscblands. 748. Müller, J., and W. Weitz, Die Aachener Mundart. 774. Müller, J. von, 24 Bücher allgem. Geschichte. H. 49. Müller, J. G. — Zie Sikkes. 368. Müller, J. H., Von den Urnen d. alten Deutschen.II.697 Müller, J. H. F. — Zie Heg. Tooneel. Müller, J. J. — Zie Mittheilungen. H. 762. Müller, J. N. — Zie Soringar. II. 274. Müller, J. P., Boni&cius. Eene kerkhist. studie. II. 331. • Ontwikkeling v. h. christelijk dogma, n. 894. ^Müller, K. O., Geschichte d. Griech. Literatur. 872. j Introd. to a scientific system of Mythology. H. 21. Müller, Ij. C. — Zie Laesebog. 851. Müller, P. E Urspr. u. Verfall d. Island. Historiogr.850. Zie: Haldorsonius. 45. — Sagaenbibliothek 851 Saxo Grammaticus. IT. 783. — Undersogelse. 855. MMler, P. F. J., Granzen zwischen d. Franken u Sachsen, n. 733. — Hie Ursprache. 27. Muller, Ph. L., Hugo Grotius als latijnsch dichter. 78. I Müller, ®-> Bijdragen tot d. kennis v. Sumatra. H. 675. — Reizen en onderzoekingen in Sumatra. II. 675. | Müller, Th. — Zie Chanson de Roland. 943. Müller, Wilh., Griekenland. 310. I — Homerische Vorschule. 873. Z \V 916- — Hartmann von Ane. 790.— Volksheder. 877. — Wörterbuch. 758. Muller von Königswinter, W. — Zie Reg. Tooneel. I Milliner, A. — Zie Reg. Tooneel. Müllner, J., Leerrede zonder R. 160. Munch, E., Die Fürstinnen d. Hauses Burg und Oesterreich in den Niederlanden. H. 99. I — Geschichte d. Hauses Nassau-Oranien. n. 67. Zie : Aletheia. II. 20. — Ulr. von Hntten. 799 — Museum (Niederl.). 130. Münch-Bellinghausen (von). — Zie Reg. Tooneel. Miinchhausen (von). — Zie Suppl. Reg. Tooneel. j- (Reizen en Avonturen van den Baron von). 703. Münnich, B. C. Graf von. — Zie Schlegel. II. 767. I Münnich, J. A., Schediasma hist, de nominibus quibusd. contumehosis, quae Christianis olim a Gentilibus imposita sunt. H. 30. Münster, K., Untersuchungen zu Thomas Chestre’s „Launfal”. II. 1026. Münster-Blatter. n. 742. Miinter, F., Einführung d. Christenthums. H. 785. Narratio de Lucio.. Episcopo. II. 32. Münzen (Hamburgische). H. 749. Muhl, J». — Zie van Winter. 526. Muhl, Wed. J., geb. A. M. Sena. — Zie Sena. | Muhlius, H., De origine linguarum variarum. 26. Muilman. — Zie Catalogus. H. 8. Muilman, G., Carmina. Hs. 34. Muilman Wz., P., Leerrede over Openb. XI: 1. n. 350. Muilman, Wigb. (Lijkrede op). 731. Muilman, Will., Lijkrede op Wigb. Muilman. 731. Muinq, A. de, Winter-yrugt. 360. Mu» - » J. — Zie Examination. 975. —Glorv. 975 Metrical Translations. 974. — Sanskrit Texts 974 M Sia B T9 d 52 D -’ BMOthe ° a ^Mogicaetpis: — Proeve eener ichthyologische bibliographie. H. 951. — Overdrukjes. ^terkuude 60 Bekn0pte & eschifl denis d. Nederl. let- Nederl. spraakkunst [en beknopte uitgave], 146. Mulder, G. J„ Brief aan J. R. Thorbecke. H. 975. — Levensschets. 86. — Redev. over P. O. C. Vorsselman de Heer. 79 Zie: Sloet tot Oldhuis. 79. Mulder, J., Oratio de meritis P. Camperi. 73. Mulder, J. W., De rechtstoestand d. Marken. H. 632. Mulder, Lod., Jan Faessen. 681. — Leven v. J. G. W. Merkes van Gendt. Lb. 1860,197. — Losse schetsen uit mijn Reisdagboek. H. 48. — Vaderlandsche geschiedenis.'II. 81. — Overdrukjes. Zie: ten Brink. II. 1063. — Duyck. II. 122. — liindo. 643. — Vosmaer. 420. Mulder, S. J., Verspreide lettervruchten. 136. — Voortreffelijkheid der Psalmen. II. 888. — Overdrukjes. Zie: Psalmen. II. 1007. JZ; ’ T ‘’ ^ Het T , de Waterschappen toekomend privilegie v. d. polderlasten d. ingelanden. II. 297. Mulder, W. J. A. — Zie Oranje-bloemen. 517. Mulerius, C., Linguae Italicae compend. institutio. 913. — Onderwijs van de Spaensche tale. 917. “Sa - Mulier, D., Specimen inauguralis. H. 930. Mulier, G., De mercibus illicitis. n. 932. Mulle, Letterkundig tijdverdrijf. 64. M H e i50 G 'c5 i vïr dS inter0St tot vrede der Kercke. Muller, C., Geschenk v. d. Nederl. jeugd II 1016 Muller, Chr. - Zie Elster. H. 1015. ' ’ Muller, D. G., Over Nederl. vlag (3 werkjes). H. 65 66 — Overdrukjes. Muller Fred.Beschrijvende Catalogus v. 7000 por- tretten v. Nederlanders. II. 56. — Catalogus d. Bibliotheek v. d. Vereeniging v. d Boekhandel. 17. s — Leven van I. Meulman. Lb. 1871, 255. — De Nederlandsche geschiedenis in platen. II. 1040. — (Leven van). II. 961. Lb. 1881, 67. — Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 10, 55, 66, 57, 297 547 661, ~' Inde8 (L* 58 )- H. 661. — Meul man. 104. — van Voorst. II. 955. Muller, G. (Die wege des Heeren met). II. 982. Muller, H. C., Gedichten. 425.
499 H. C. MULLER. M. A. MURETUS. 500 Muller, H. C., Een woord over Multatuli. 86. Zie: Suppl. Keg. Tooneel. Muller, Jac. Fred. (Verhaal d. feiten gepleegd d.). 708. Muller, Joan, De Ned. Handel-Maatschappij. II. 669. Muller, Joh. — Zie Schütz. 753. Muller, J. E. — Zie Redevoeringen. 116. • Muller, J. G. — Zie Criticus (De Nederl.). 633. Muller, J. K. G. — Zie Proza. II. 984. Muller, J. W., De oude en de jongere bewerking v. d. Reinaert. II. 986. Muller, J. W. Statius, Handb. voor alle leeftijden. 660. Muller, P. L., Poppe v. Aitzema te Regensburg. II. 139. — Neerl. eerste betrekkingen m. Oostenrijk. II. 147. Het rechtmatig gebied d. geschiedschrijvers. II. 2. Regeering in de nadergeunieerdeprovinciën.II.117. — De Staat d. Vereenigde Nederlanden. II. 113. — „ Unie van Utrecht. II. 116. Wereldverkeer en wereldgeschiedenis. II. 2. — Overdrukjes. Muller, Ph. L. Statius, Veel hoofden veel zinnen, n. 9i5. — De Zeedemeester d. Kerkelijken. II. 351. Zie: Criticus (De Nederl.). 638. — de Vulder. U. 196. Muller, P. N. — Zie Gids (De). 130. Muller, P. R. D., Wedstrijd d. haudboogschutterijen te ’s Hertogenbosch. II. 413. — Weldoen. 642. Muller, S., Feestrede bij het 50-j. bestaan d. Doops gezinde Sociëteit. H. 553. — Gedachtenis van J. van Gilse. 77. — Leven van J. van Gilse. Lb. 1859, 217. n u W. Cnoop Koopmans. Lb. 1849, 106. ■ n N. G. van Kampen. 82. M u M. Siegenbeek. Lb. 1855, 83. — Rede... bij 25-j. ambtsbediening. 86. — (Leven van). Lb. 1876, 35. — Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 663.— van Heeckeren. 729. — Jaarboekje. II. 857. — Redevoeringen. 116. Muller, S., en J. de Vries, Hulde aan R. Koopmans. 83. Muller Fz., S.,' Catalogus van de Bibliotheek over Utrecht. H. 583. Catal. v. d. historischen atlas v. Utrecht. II. 589. V' J, topograph, atlas v.Utrecht.H. 590,598. y h Museum v. oudheden te Utrecht. II. 589. — Geschiedenis d. Noordsche Compagnie. II. 270. Lijst v. Noord-Nederlandsche Kronyken. n. 55. — Mare clausum. II. 131. Zie: Rechtsbronnen. II. 697. Muller Hzn., S., Onze wijze van grondwetherziening. II. 278. Muller Hzn, S. — Zie Borchgravinne. 209. Muller, S. J.vanNispen,Dedapperheidd.Zeeuwen.469. Muller van den Bos, geb. van den Broeck. — Zie Bos. Muller Massis, Th., De origine ac primaevis functiom- bus bürgimagistrorum. H. 447. Muller Massis, IJ. D„ Vivia Perpetua. 424. — Tien Juü 1584. 522. Muller-Westerman, A. P. — Zie Reg. Tooneel. Muloothros. — Zie Lod. Mulder. Muls, F. W. — Zie Tijdschrift. II. 309. Multapatior. — Zie L. P. Philipona. Multatuli — Zie D. Douwes Dekker. Multavolo. — Zie Reg. Tooneel. Munatius Plancus, L. — Zie Mittheilungen. II. 763. Munch, P. A., Nordens aeldste Historie. H. 772. Die nordisch-germanischen Völker. H. 772. Zie: Bolt (Aslak). II. 782. — Jus nauticum. II. 782. — Laesebog. 852. — Registrum. II. 782. — Regnskabs- og Dagböger. II. 781. Saga Olafs. 854. — Symbolae. II. 781. Munch, P. A., og C. R. Unger, Oldnorske Grammatik. 851. Muncker, S., Artis poëticae periculum. 896. — Rijmproeve. 352. Munckerus, Ph., Hermes Grammaticus. 879. — Pandaesia Grammatica. 879. Promulsis Grammaticae philosophiae. 879. Mundarten (Deutschlands). 771. Mungo Park. — Zie Park. Munnekemolen, J., Kerkrede bij den doop v. Willem George Frederik. H. 196. — Kerkrede bij het huwelijk v. Carel George August. H. 211. Munnich, J„ Letterkundige verscheidenheden. 196. — De Pangerango. 422. Zie: Bleeker. 122. Munnich, W., BENIA noATrA.fi.TTA. 55. Munnick, M. — Zie Bodel Nijenhuis. 529. Munnicks, G., Brief a. M. Tydeman. Hs. 64. Munnicks van Cleeff, G. — Zie Catalogus. H. 57. Munniks, C. L. Venhuizen. — Zie Venhuizen. Munniks, J., Leven van P. Driessen. 76. — Vaderlandsehe historie. H. 78. Munscher geb. Pinget, A„ Brief a. M. Tydeman. Hs. 64. Munster, O., Oratio. II. 850. Zie: Duurcant. 908. Munsterlander (De) van fortuin. 670. Mant-, Penning- en Zegelkunde, n. 7, 1035. : Munt (Op de) van een Gulden. II. 1003. Muntaner, Ramon, Chronique. H. 819. Munte (D’onghevaluweirde...). — Zie Handboucxken. II. 285. Muntendam, J. (Lijkrede op). 731. Munter. — Zie Mone. n. 774. Munting, W. N. (Leven van). Lb. 1849, 99. Zie: Gessner. II. 763. — M’Crie. II. 846, 854. Muntinga, H. D., Christelijk beginsel. H. 312. Muntinghe, H., Leerrede. H. 234. — Oratio inaug. II. 30. 0V Zie: Leven. II. 36. — Levensbijzonderheden. Hs. 64. Muntjewerff, J., Staat v. d. Hondsbossche. n. 535. j Muntwezen (JSTederlandsch). H. 284. Murad Effendi. — Zie F. von Werner. j Muralt, J. L. B. de, Nalatenschap v. J. v. Habnael. H. 70. Muretus, M. A., Institutio puerilis. 893,
501 M. A. MURETUS. — MYTHOLOGIE. Muretns, M. A., Orationes. 893. Zie: Fortius Ringelbergius. II. 918. Murger, H. — Zie Reg. Tooneel. Murhard, K. _ Zie Feil. n. 401. Murko, A. J., Slowenische Sprachlehre. 968 Murner, T„ Ulenspiegel. 814. Zie: Institntiones. II. 921. Murphy, A. — Zie Reg. Tooneel. Murphy, H. C., Henry Hudson in Holland, n. 877. — Jac Steendam... the first poet in N. Netherland. 91 Zie: Dankers. II. 878. _ Vertoogh. II. 686. Murr, C. G. von. — Zie Dürer. H. 399. M 7oi,gessR). 753. (Catal0gUS chiro g™Phoruin, quae — Conspectus Bibliothecae Glotticae universalis 41 Murray, A. — Zie Wagner. 39. Murray, L., English Grammar. 836. Murray, M„ Hetoude volksl. Wilhelm.v.Nassou wen.491. Murray, M. C., Eloge de Jean de Carondelet H 791 Musaeus, J. _ Zie Ziegra. 25. Musaeus, J. K. A., Volksmarchen. 808. — Venus. 600. Muse (La) Masonne. — Zie Pligten. H. 387. [ — Stadhouderienne. H. 183. Musée Colonial. — Zie van Eeden. n. 562 f — Teyler. 115. Museum f. Altdeutsche Literatur u. Kunst. 777 I — (Belgisch). 133. [ — Catsianum. 73. | Francisco-Carolinum (Das). II. 753. I — (Germanisches). H. 695, 736. I (Koloniaal). — Zie van Eeden. H. 562. I — v. Kunstnijverheid te Haarlem. If. 563. I — (Nederlandsch). 134. H. 978. E — (Niederlandisches). 130. I — (Nationaal). 132. I — (Vaderlandsch). 134. “ UnT Zam6ling 7 an ? tukken *• bevordering v. fraaie j kunsten en wetenschappen. 127. I Musgrave, G., Geta Britannicus. H. 833 Musgrave, Th. _ Zie Norman. H. 48. [ Musik-Album (Norsk). H. 1026. | Muskatblut, Lieder. 787. i M IL e 46 e 3. VergenSt ’ G> De Bur gg ra ^ Leidensi. Muskeyn, W. E. N. - Zie Mannen. H. 6. | Musophilus Nomophylax, De brief van een Amsteld Advocaat beoordeeld. II. 472. I Mussaeus, J„ Plattdeutsche Sprachlehre. 817. | Mussafia, A. — Zie Gedichte. 946. I Mussardus, P., Historia deorum. II. 898 Mussche, J. H. _ Zie Souvenirs. 86. Musschenbroek, P. van, Brieven. Hs. 64. — Diplomate quaed. Trajectina nondum edita. II. 584. I Prospectus van een Suppl. op J. v d Water’s Utrechtsch Staatenboek Hs. 52. |— (Leven van). Lb. 1824, 38. Zie: Buchelius. II. 598. — Land-Recht. II. 715. - Stukken. II. 583. C ; .7; W ' Aan de leden d. Maatsch. v. Nijverheid. II. 287. ; — Iets over de wijze van katoenverwen. n. 673. 502 Musschenbroek, S. C. J. W. van, Mededeelingenom trent grondstoffen. II. 667. — Mémoire offerte au Congrès de Géographique. H. 39. - Het vaarwater v. d. schipbreukelingen v. h. Stoom schip „Koning der Nederlanden”. II. 48. — (Leven van). Lb. 1884, 153. — Overdrukjes. Mussely, Ch., Invent, d. Archives de Courtrai. II. 803. Mussem, J. van, Rhetorica. 715. Musset, A. de, Premières poésies. 955. Zie: Jaubert. 927. — de Laprade. 928. — Lissa- garay. 928. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Musset-Pathay, P. E. de. — Zie Rousseau. 953. Muth, J. B., Verhaltn. v. M. Opitz zu D. Heinsius. 754. Muth, PI., De Castris Thuringicis. II. 745. Muurling, W., Bijbelschat. H. 886. — Geloofsversterking. H. 1018. — De Wess. Gansfortii vita et meritis. 76. — L. G. Pareau. 88. — P e verhouding v. d. student in de Godge leerdheid tot de moderne theologie, n. 885. — De vrijheid der Kerk. II. 385. — (Leven van). Lb. 1883, 199. Zie: Bischoff. H. 27. Muyderpoort (De nieuwe). 286. Muynck, J. de. — Zie Verzameling. 220. M !H4 431 Va “ del ' ~ Zi ® Vreed s-triumph-gedicht. Zie: Reg. Tooneel. Muysenhol (Gomm.). — Zie Conspicilia Batavica. 431. Muyser, C., Ter uitvaart van Friso. 455. Muyser, G., Dankzegging. IX. — [Verschil! dichtwerken], 373. Zie: Verzameling. 464. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Muyt, P. N., Beschrijving van Zeeland. H. 571. Handwoordenb. d. zelfstandige naamwoorden. 157. Muze (Hollands). Een woord tot ieder. - Zie ten Kate.417. — (Onze). Album v. gemengde zangen. H. 988. Muzen (De). Nederlandsch tijdschrift. 129. Muzen-Album. 188. n. 988. Muzen-Almanak. — Zie Almanak. Muzikant (De vrolijke). 291. M. V. — Zie Munsterlanden 670. — Reg. Tooneel. M. W. — Zie M. Willemsz. — M. Wyers. M. W. B. — Zie Samenspraeck. 449. M. W. T. C. — Zie M. Weimar ten Cate Mij-, — Zie Mi-, M J 1 >, A- van der. — Zie Jacobus I. 313. — de Saluste. H. 994. Myle, A. van der, Lingua Belgica. 36. Mylen, van der, Naerder Vertooch. H. 132. Mylius, W., Veldgezangen van Thyrsis. 355. Mynas, C. Minoïde, Grammaire Grecque. 875. Mynne (Tractaat over de). Hs. 81. Mynster, J. — Zie Fortegnelse. 857. Mysochlocrate. — Zie Libry-Bagnano. My stères (Les) du Journal de la Haye. 20. — inédits du XVe siècle. 957. Mysteriespel (Oud-Fransch). Hs. 83. Mythologie élémentaire. II. 22.
N. Naam- en Dag-register v. d. Capiteinen v. d. 8 Vaan delen Burgeren d. stad Leyden. H. 476. Naam en. — Zie Namen. Naamlooziana (De) of Vertoog zonder naam. 634. Naamlijst v. e. Atlas v. d. Zeven Vereen. Provint. IL.397. d. boeken v. h. Historisch Genootschap. H. 62. — v. eenige zeldzaams boeken. 22. — d. HH. deelnemers a. h. feest t. herinnering v. d. Academischen leeftijd. II. 506. — d. dichters v. d. Dichterlijke handschriften. 231. v. geregtigden tot het dragen v. h. Metalen Kruis. H. 249. — d. Grietslieden. — Zie van Burmania. II. 611. v. d. 10 voorn, ofte Hooftsprekersv. Leyden. 11.472. — d. leden v.d.Maatsch.d.Nederl. Letterkunde. 113. u n v. h. Prbvinc. Utrechtsch Genootschap v. Kunsten en Wetenschappen. 115. d. leden v. h. Zeeuwsch Genootschap. 114. — v. d. Leeraren aan Gymnasiën enz. II. 318. y, 2000 overleden en gesneuvelde militairen.il. 230. v_ onderwijzers personeel bij het Middelbaar onderwijs. II. 316. van DLIV gedecideerde Oranje amptenaaren.II.545. y. persoonen binnen Amsterdam ter dood gebragt. II. 550. — d. Predikanten te Leyden. — Zie Orde. II. 515. (Nieuwe) d. predikanten van Vere. II. 581. d. tekenaren v. h. Nationaal Adres. II. 475. eener fraaije verzameling Tooneelspellen. I. Naamlijsten v. Nederl. Tooneel-spellen en Bederijkers. Hs. 81. Naamregister d. Bataafsohe Burgermagt te Leyden, n. 481. — d. leden v. d. Regering v. Lëyden. II. 485. — der officieren in dienst d. Vereen. Proviniiën. 11.305. — „ Predikanten i.d. Vereen. Prov.v.Nederl.n.353. Hervormde Predikanten in Nederland. H. 353. Naamrol v. d. Kasteleinen enz. v. Gouda. Hs. 48. — d. nederduitsche Tooneelspellen. I. Naamwijser v. d. Regenten d. stad Leyden. U. 485* Naarden, G. ten, Bruiloftdicht. 537. Naber, J. C., Staatkunde van Joh. de Witt. II. 157. Naber, S. A., Observat. criticae in Platonem. 875. Zie: Nomina. H. 981. Na-Bruyloft (Kwakers). 373. Nachdruck! (Wider den). 18. Nachricht über d. Hist. Verein f. Niedersachsen. II. 712. — (Vorlauff.) v. d. in Halle... gotteslasterlichen Be ginnen unterschiedener Studiosorum. H. 711* Nachrichten v. d. K. Gesellsch. d. Wissenschaften z. Gottingen. II. 713. y. d. Insel Helgoland. II. 844. Nachtegaal (Dubbele Goessche). 288. (Grooten Hollandschen). 292. (De nieuwe Haagsche). 277. — (Zeeusche). 275. Nachtegaaltje (Het). Gedichtjes. 425. — (Brabandsch). — Zie Liedboek. 293. — (Haarlemmer). 285. — (Hernhutsche). 285. — (Het zingende). 293. Nachtegael Kz., A., Mengeldichten. 365. Nachtegael Klemens, A., Bruiloftdichten. 543, 545. Nachtgezicht (’t Verschriklyk) v. Urbanus. 378. Nachtstudie (De) van J. Bickerstaff. 639. Na-Courant (Republicainsche). II. 204. Nadal, Aug. — Zie Reg. Tooneel. Nadenking van een staatsman. — Zie v. d. Spiegel. n. 2ii. Nador-roquest aan het Staats-Bewind. H. 668. Nader-Waerschouwinghe over seeckere verantwoor- dinghe Vorstii. II. 366. Nadler, K. G., Pröhlich Palz, Gott erhalts! 773. Nagot om den Almanna Förlagenheten. II. 777. Nae istae magno conatu magnas nugas dixerit. — Zie Kindt. 669. Naeldwycksche Vrage, ofte Kermis-vreugd. 218. Naeranus, J., Noodige verantwoordinge. H. 524. Naerssen, R. van, Bruiloftdicht. 545. Nagedachtenis (Blijde) over het herleeven v. Amstels Credit. H. 193. — (Ter) van C. Loots. 84. (Ter) van Dr. G. Simons. 90. (Ter) v. h. wonderjaar 1763. II. 193. Nagel Jr., J. — Zie Tijdschrift. H. 287. Nagel, J. H. — Zie Reg. Tooneel. Nagroet op het vertrek.. van den Prince. 454. Nagtegael, A. — Zie Reg. Tooneel. Nagtglas, P., De algemeene Kerkeraad d. Ned. Herv. Gemeente te Middelburg. II. 579. Bezoek aan Walcheren. H. 574. Een Blik in de toekomst. II. 578. _ Geschiedenis v. h. Dep. Middelburg d. Maatsoh. Tot Nut v. ’t Algemeen. 118. Iets over volksvermaken, n. 88. Jacobus Johannes de Kanter. 82. De laatste maanden d. Fransche heerschappij in Walcheren. II. 574. Onze voorouders. H. 569. — Overdrukjes. Zie: Catalogus. 114. — Catalogussen. U. 973. — van Visvliet. 114. Nahuys, G. J., Brief a. A. Kluit. Hs. 64. Leerrede over Psalm CXLVI: 8. 735. — (Leven van). 86. Nahuys Gz., G. J., Bruiloftdicht. 548. Nahuys, H. M. E., Bruiloftdicht. 548. Nahuys, J. J., Overdrukjes. Nahuys, Maurin, Overdrukjes. Nahuys, P., Kort begrip d. Christel. Religie.II. 903. | NahuyB, R. H., Bruiloftdicht. 548.
. -
Nebulo nebulonum, d. i. der Yielten affgerichten Yielt. n. 993. Necker, K. F., en Le Maitre, Yier brieven. II. 378. Neckere, Ph. J. de, Bewerp v. Ylaemsche Spelling. 151. Nécrologe Liégeois. II. 812. Necrologium Egraundense. Hs. 38. Nederburgh, C. B., Bijdrage tot de interpretatie d. Artt. 78 en 83 v. h. Regeer.-Regl. v. Ned. Indië. II. 670. Nederburgh, H.,IQad-notulen v. d. St. v. Holland.Hs.45. — Lijst v. Stukken... commissoriaal gemaakt. Hs. 45. — Notulen 1782, 1787. Hs. 45. — Notulen der Vroedschap te Rotterdam. Hs. 49. — Stukken betreff. klachten v. d. Hertog v. Bruns- wijk. Hs. 45. — Stukken betreff. A. van Schoonhoven. Hs. 49. Zie: Extracten. II. 179. Nederburgh, J. A., Het Staatsdomein op Java. II. 673. Nederburgh, S. C. [Verschil! geschriften betreff. de O.-Indische Compagnie], H. 668. Nederdaling (De) ter helle. 697. Nederduitaoli 812. H. 1023. Nederhoven, P. — Zie Reg. Tooneel. Nederlaeg der Algieren. 220. Nederland (A.ardrijbslraiide van). II. 393,1053. Nederland (Geschiedenis enz. van). H. 53,1042. Nederland aan B. Bosch. 477. — en Rusland. — Zie Stieltjes. H. 301. — in verbond met Frankrijk. — Zie Feith. II. 206. — (’t Bedroefde). H. 147. — (Elendich) en ’t vonnis der arenden. II. 204. (Het klagend) over den grouwel dezer eeuw. 467. (Het ontroerde). — Zie van Domselaer. H. 153. — (’t Verheerlickt). 436. — (Het verheugde). — Zie Braining. H. 239. (Hoe) te verdedigen is. — Zie Stieltjes. II. 301. — (Kerkelijk). Jaarboekje v. Katholyken. II. 331. Nederlanden (De). Karakterschetsen. II. 86. Nederlander (De). — Zie Jacobson. II. 234. — (De klagende). 471. — (De vrolijke). 290. Nederlanders (Vrije)! enz. II. 215. t Geen geloof aan Napoleon.—ZieScheltema.il. 235. Nederlandsche Taal- en Letterkunde. 57, Hs. 1, 6. Nedermeyer von Rosenthal, J. Th. H., De servorum Afrorum commentatio. II. 868. — Overdrukjes. Neederberg, C., Lijst v. zelfstand, naamwoorden. Hs. 4. Zie: van Belle. Hs. 6. Needham. — Zie Cibot. 995. Neefechap (Het) te Romen. — Zie Leti. II. 370. Neelen Jz., J., Bruiloftdicht. 539. Neerlandts Sion afgeschetst als rouw bedrijvende. 460. Neger-lDngelscli. 1006. N eger a, Spaa>nsch> 1005. Negotiatie (Hollandsche) bij weegevanLoterye.il. 207. Nehalennia, Jaarboekje. II. 567. Nehring, A. — Zie Bracht. II. 731. Neiszen, J. H. — Zie Gymnasium. H. 524. Nelemans, N. — Zie Kaart. II. 531. Nelis, C. F. de, Brieven. Hs. 72. — Belgicarum reram prodromes. II. 54. Nellie, Brieven aan Minette. H. 673. Nemesianus, M. A. O. — Zie Calpurnius. 304. Nemnich, Ph. A., Beitr. z. Kenntniss v. Holland. H. 85. — Tagebuch e. der Kultur... gewidmeten Reise. H. 46. Neny (Graaf), Brieven a. A. Kluit. Hs. 72. Neostadius, C„ De feudi juris scripti,Hollandici, West- frisicique successione eet. II. 263. Observationum feudisticarum decas prima. H. 263. Utriusque Hollandiae, Zelandiae, Frisiaeque curiae decisiones. H. 263. Népdalok és Mondak. Harmadik Kötet. 992. Nepos (ps.). — Zie Reg. Tooneel. Nepos, C., Leeven d. doorl. Veld-ooversten. 603. — Vitae excell, imperatoram. 886. Neptunus. Jaarboekje. II. 566. Nepveu, C., Brief... aan den Koning. H. 253. Nep ven, J. I. D., Bertha Coppier. 678. Bijdragen tot het leven van O. Z. v. Haren. 79. __ Leven van H. Hooft Graafland. Lb. 1867, 131. a a C. A. Rethaan Macaré. Lb. 1861, 198. u n C. L. Schuller totPeursum.Lb. 1860,380. — Studie en uitspanning. 678. — Overdrukjes. Zie: van Alphen. 382. — Aurora. 188. — Buntzen geb. Gyllenbourg. 678. — Maandschrift. II. 975. — Reg. Tooneel. Nerdenus, H. A., Initia academiae Franequerensis. 1L 622. Nérée, R. J. de. — Zie Beschrijvinghe. IL 367. Néricault Destouches. — Zie Destouches. Nerus, A., De arte vitraria. II. 956. Nes PJz., D. N. van, Grafdichten. 569, 574. Nessart, J., La Physiologie de la femme. 950. Nesselmann, G. H. F., Wörterbuch d. Littauischen Sprache. 972. Nesselrode, E. G. von. — Zie Reg. Tooneel. Nethenius, M., Accoordt d. t’samentl. Dienaren d. Goddelijken Woordts. H. 592. — Apologia ofte Klare Verdedinge. II. 370. Nethercott, C. E. — Zie van Eybergen. 532. Netscher, E., en J. A. van der Chijs, De munten v. Nederlandsch-Indië. II. 670. Netscher, F. — Zie van Deyssel. II. 969. Netscher, P. M„ Leven v. J. J. Belinfante. Lb. 1883, 3. Leven van H. M. F. Landolt. Lb. 1872, 59. — Overdrukjes. Zie: Konst- en Letterbode. 126. Nettesheim, F., Geschichte d. Stadt... Geldern. II. 733. Neu, C., De Asylis. II. 15. Neuber, C. — Zie Zeitschrift. II. 720. Neuber, J. — Zie Cicero. 799. Neubronner van der Tuuk. — Zie Tuuk. Neuburg, C. C., De praesulibus Italis ad Concilium Tridentinum missis. II. 33.
Neufville, C. L. de, Bespiegelingen. 371. Hs. 29. Zie: Rnisch. 558. — Keg. Tooneel. Nenfville, D. de, Bruiloftdicht. 546. Neufville, D. M. van Gelder de, Quaest. de mercatura et navigatione gentium in bello mediarum. II. 932. Neufville Az., J. de, DeServorumAfrorumcomm.II.931. Nenfville, M. 3. de, Galerij v. beroemde mannen en vrouwen. II. 66. — De kleine pligten. II. 640. — Oorspronkelijke verhalen. H 1016. Zie: Schoppe geb. Weise. 711. Neugebauer, J. G., üebersichtsk.v. Luxemburg. II. 766. Neuhof, E., Nachricht v. Alterthümer. II. 722. Neuhusius, R. — Zie Epistolae. 889. Neujahrsblatt d. Vereins f. Geschichte u. Alterthum, in Frankfurt a. M. II. 723. Neujean, J. H., Feierstunden. 803. Neuling, H., Schlesiens altere Kirchen. II. 710. Neumann, D. — Zie Ossian. 868. Neumann, J. G., Synopsis errorum fanaticorum. H 895. Neumann, Th. — Zie Scriptores. II. 709. Nenmayer. — Zie Essais. n. 883. Neumeister, E. G., De nomine Christian]' huiusque origine et notione. II. 891. Neumeister, H., Epist. in qua Carmen ... de resur- rectione Christi. 876. Neurdenburg, J. C., Proeve eener handleiding. II. 389. I — Schoolonderwijs in dé Minahassa. II. 677. [ — Wenken over onderwijs. IL 307. Zie: Tijdschrift. II. 309. ; Neustaetter, M., De jure international! H 931. Neu-Süd-Wales. Fortschritt u. Hülfequellen. II. 884. Neuville, de la. — Zie La Neuville. f Neuye, J., Grafdicht. 574. Zie: Keg. Tooneel. [ Neuyes, J., Beschrijving v. Holland! 349. I Newberry, J. S. — Zie Reports. II. 875. Newton, J., Leerrede over II Corinth. V : 13—15. 735. I Neyn, P. de, Grafdicht. 564. ■ .— Lusthof d. huwelijken. 193. I Neyt, P. J., Afdamming van het Sloe. II. 572. | Neyts, Franc., Project. VU. I Neyts, J. Toussaint. — Zie Reg. Tooneel. E N. H. — Zie N. Heinsius. [ N. H. A. I. M. — Zie Apollo’s harp. 227. I Nials-Saga. 853. 1 Nibbelink, D. W. — Zie Handvesten. II. 446. I Nibelungenlied. 203, 792, 793. Zie: Samlnng. 779. I Nibeiungen Noth (Der). — Zie Heldendichtungen. 780. — Lesebuch. 778. — Nibeiungen Lied. 792. I Nice Wanton. — Zie Engl. Plays. 843. I Nichault de Lavallette. — Zie S. Gay. E Nick, G., Verzeichn. d. Druckwerke d. Historischen Verems f. Hessen. II. 741. I Nick, V. A. A., De vita Antigoni Gonatae. II. 860. I Niclaes, Henrik, Geschriften. Hs. 39. Zie: Chronike. Hs. 38. — Comoedia. 212. — Refe reinen. 212. — Lieder. 212. — Ordo. Hs. 38. Niclaes van Amsdorff, Verscheyden... v. d. vorst Joannes Frederyck, hertoghe van Sassen. 620. Nicodemus. — Zie Heptateuchus. 831. Nicolai, E. — Zie Gerson. 862. Nicolai, F., Leven van Seb. Nothanker. 670. Nicolai, J., Traetatio de Mercurio. II. 1059. Nicolai, L., £en oeffeninghe... van dat eerste gebot enz. 620. ° Ni II la 364 Ph '’ Verantw0ordingh d ’ Euan &- Kercken. Nicolas I (A sa Majesté). 956. Nicolaus von Jeroschin, Deutschordenschronik. 796. — Kronike v. Pruzinlant. 796. Nicolini. — Zie Reg. Tooneel. Nicols, G., De Literis inventis. 5. Nicod, M. — Zie Dictionaire. 47. Nidek, M. Brouerius van, Zinnebeelden d. tonge. 193. Zie: Arents. 350. — Analecta. H. 60. de Decker. 337. — Halma. II. 61. Nidek M Brouerius van, en 1. Le Long, Kabinet van JNederlandsche en Kleefsche oudheden. H 400. Nidelstein Walter, J. C., Leerrede, n. 577. Niebuhr, B. G., Römische Geschichte. II. 849. Zie: Memoriae. 754. Niebuhr, C., Beschrijving van Arabië. II. 863. — Reize naar Arabië. II. 863. Nieburg, F. van der, Brief a. M. Tydeman. Hs. 64. Niederbühlbichler, P. B. — Zie Epigrammata. 893. Niedermayer, A„ Die Dentschen Ordens-Commende Drankfurt a. Main. II. 724. Nieëjaorswens op rym. Hs. 6. Niëllius, C. — Zie Brieven. II. 357. Nielsen, E., Quonam sensu Lutherus verae humani- tatis causam egisse dicendus sit. II. 36. Niemand (Dat) Uwe Kroon neme. n. 338. — (Dat) te gelyk Raet d. stad Nimwegen en Raets- heer v. d. Hove v. Gelre wesen kan. II. 431. Niemann, G. K. — Zie: Bijdragen. 997. — Bloem lezing. 999. Niemann, G. W. — Zie Tanette. 1002. Niembsch von Strehlenau, N. — Zie N. Lenau. Niemeijer, A. H., Algemeene geschiedenis v. opvoe ding en onderwijs. IL 917. — Beobachtungen auf Reisen. II. 46. — Grondbeginselen v. opvoeding en onderwijs. II. 917. Zie: Reg. Tooneel. Niemeyer, Chr., Sagen betreffende Othin. n. 783. Niemeyer, E., Ueber Herder’s Cid. 801. Niemeyer, G. F., Legaat aan Helene. 640. Niemeyer, H. A., W. Ratichius in Magdeburg. 754. Nienhuis, H., Academische Voorlezingen. II. 265. — Nederlandsch Wisselregt. U. 270. — (Leven van). Lb. 1863, 210. Zie: Memorie. II. 643. Niepoort, J., Oratio in Hl. Gymn. Oltraj. inaueura- tionem. II. 600. Nieritz, G., Kinderwerkjes. 712. — Die Unglückstage d. Stadt Leyden. H. 465. Zie: Volkskalender. 782.
Niermeijer, A., Afschoidsredo. H. 1019. Het Booze Wezen. II. 1042. Feestlied op ’sKonings verjaardag. 507. Navolging van Salomo’s Hooglied. 414. — (Leven van). Lb. 1855, 147. — (Bij het graf van). 87. Niermeijer, M. F., Een woord tot zijn medebroeders, n. 385. Nierop, A. van [Verschil! gelegenheidsgedichten], 431. Nierop, A. S. van, He bonorum commumonis inter conjuges origine. U. 266. — De Census-vraag. II. 279. Nierop, D. Rembrantz. van, Des Aartrycksbeweging. H. 942. — Mathematische Calculatie. II. 942. — Onderwijs d. Zeevaert en andere wercken. II. 943. — Wis-konstige Musyka. II. 942. Zie: Almanach. 183. Nierstrasz Jr., J. L„ Aan de Afgevaardigden. 497. — Aan I. da Costa. II. 241. — Bruiloftdicht. 541. [Verschil! dichtwerken]. 394. — Grafdichten. 574, 575. — Wapenkreet. 493. Zie: Nieuwjaarwenschen. 523. — Poemes. 425. Niervaert, C. D., Letterkonst. 149. Niesert, J., Liter. Nachricht über d. zu Köln gedruckten Bibe! 579. Nieskruid. — Zie Mohrman. 416. voor J. L. Nierstrasz Jr. 394. Nieuburg, J. van der, Welsche Lieteboek. Hs. 29. Nieubuur Ferf, H., Het Godsbestuur, n. 309. Nieuhof, J., Het Gezandtscliap d. Neêrl. O.-I. Compag nie a. d. grooten Tartarischen Cham. 11. Sbl. Nieuhoff, B., Orat. pro arte fruendi bonis fortunae. II. 933. D e ratione studii recte constituenda. H. 919. Over Spinozisme. II. 912. — (Leven van). Hs. 54. Nieulant Pascasius, J. — Zie Victor Uticensis. II. 32. Nieupoort, G. H„ Rituum, qui olim apud Romanos obtinuerunt, succincta exphcatio. 11. 852. Nieupoort, W. — Zie Verbael. H. 142. Nieuport, C. F. de. — Zie Verzameling. 893. Nieuveen, J. van, Der herdooperen anslagh. 305,429. Zie: Hortensias. II. 355. Nieuwaart, C., Bruiloftdicht. 545. Nieu-W-Celtisch. 863. H. 1027. Nieuwejaars-Gift. Jezus de waare zondaarsvriend. 309. aan de prinslievende Patriotten. 456. Nieuwelandt, G. van, Poëma van den mensch. 330. Zie: Reg. Tooneel. Nieuwelandt, W. van. — Zie van den Branden. II. 969. Nieuwenhuis, A. J. — Zie Saint-Simon. II. 895. Nieuwenhuis, C. J. N. (Leven van). Lb. 1882, 119. Zie: Reg. Tooneel. Nieuwenhuis, F. Domela, Afscheid. 731. Vrijheid. Blijheid. II. 280. Zie: Bibliotheek. 689. Nieuwenhuis, F. C. Domela (Toespraak over). 87. Nieuwenhuis, F. J. Domela, Feestgave A. des Amorie van der Hoeven aangeboden. II. 355. — Gedachtenisrede bij het 50-j. bestaan v. h.Zendeling- genootschap. II. 389. — Geschiedk. overzicht d. vroegere zorg v. d. Neder! Luth. Kerk voor de opleiding v. h. herderambt. II. 355. — Leerrede over Hand. UI: 6. 735. — A. des Amorie van der Hoeven beschouwd als een voorbeeld v. kanselwelsprekendheid. 719. — Leven van A. des Amorie van der Hoeven. 80. — „ „ J. Decker Zimmerman. Lb. 1868, 16. _ „ „ H. J. Matthes. Lb. 1854, 80. „ „ J. C. Schultz Jacobi. Lb. 1866, 1. B. T. Lublink Weddik als prediker beschouwd. 84. — Geschied, d. Amsterd. Luthersche Gemeente. H. 553. „ „ Luth. Gemeente te ’s Hage. II. 457. — Toespraak over zijn zoon Francis Coenraad. 87. — Oratio de varia mutatione, quam, teste historia, in patria nostra subüt ecclesia Lutherana. II. 354. Redevoering over de veranderingen in de Luth. Kerk in Nederland. II. 354. — De vooruitgang in de Luthersche Kerk. H. 355. —- (Leven van). Lb. 1870, 285. — Overdrukjes. Zie: Bijdragen. II. 353. — Geschiedenis. II. 27.— Schultz Jacobi. II. -354. — Redevoeringen. II. 389. — Verslag. II. 975. Nieuwenhuis, F. J. Domela, H. C. Millies en J. Decker Zimmerman, Gelegenheidsredenen. II. 600. Nieuwenhuis, G., Woordenboek v. Kunsten en ^Weten schappen. 4. Nieuwenhuis, H. B., Animadversiones... super decimis et jure decimandi. H. 265. Nieuwenhuis, J-, Gedachten over het akademisch on derwijs. EL. 320. Initia philosophise theoreticae. H. 914. — Quaestiones logicae. H. 914. — De Socratische school, IVe dl., toegelicht. II. 915. — (Leven van). Lb. 1857, 162. Zie: Hennert. II. 910. Nieuweuhuis, J. Domela, Leven v. C. J. N. Nienwen- huis. Lb. 1882, 119. Zie: Bibliotheek. 689. Nieuwenhuisen, M., een voorbeeld v. luiheid. Hs. 30. Nieuwenhuizen, B. (Leven van). Hs. 54. Zie: Immerzee! 486. — Kenr. 307. Nieuwenhuizen, F. — Zie Feestgezangen. 267. Nieuwenhuys, C. J., Geneesk. plaatsbeschrijving v. Amsterdam. H. 547. Nieuwenhuysen, G., De scholastici muneris difficul- tate. II. 918. Nieuwenhuysen, W. J. F. — Zie Reg. Tooneel. j Nieuwenhuyzen, J. (Gedachtenisrede over). 87. Zie: Weitz. II. 969. Nieuwenhuyzen, J. J. (Leven van). Lb. 1862, H5-j — Overdrukjes. Nieuwenhuyzen, M. (Lijkrede over). 87. — Leven van Richard. 673.
33 513 M. NIEUWENHUYZEN. — CH. NISABD. 514 Nieuwenhuyzen, M., De mensch. 390. Zie: Geest. 223. — leeslesjens. 155. — Menschen- vriend. II. 209. — Redevoeringen. 116. Reg, Tooneel. Nieuwenkamp, W. G. — Zie Keg. Tooneel. Nieuwentijt, B., Gronden van zekerheid. II. 912. Nieuwerwets, Jasper, Het Handelsblad. 20. Nieuw-Grieksch. 875. Nieuwhof, D., Gedenkboek van Haamstede. II. 577. • — Leerrede over Psalm CXXII. H. 1019. Ni S?r J ™, r ' Lieden: wt S he g- bi j de Nederd. Academie. 216, 275. Nieuwjaarsbrief. — Zie van Haren. II. 300. Nieuw-jaars-gift aen de Nederl. Provintien. II. 170. I — aan de jonge jeugt. — Zie v. Egmond. 426. (Princelijkè) of het Oranje-Hof in vreugde. 271. Nieuwjaarsgiften (Vriendelijke). II. 186. ! Nkow-JaMs Wensch d. Pransebe Vlugtelingen. H. Nieuwjaarwenschen. 523. II. 1005. ; Nieuwland, P. (Werken over). 87. I — (Brief aan) aangaande dess. leerrede. II. 1019. I — [Verschil! Dichtwerken], 392. Hs. 28, 82. I — Gedichten en redevoeringen. 194. I — Grafdichten. 562, 563, 564, 566, 670. [ Letter- en oudheidkundige verlustigingen. 135. I — (Lat. lijkdicht op). 909. I — Nut en uitbreiding d. zeevaart. H. 270. I — Op den zeeslag voorgevallen 5 Aug. 1781. 467. I ~ oordeelkundige brieven over Latijnsche en Gneksche woorden. 869. Zie: Hottinger. Hs. 6. — van Lennep. II. 1006 — Vereeniging. — Waereld. 879. | Nieuwland, P. M. Penning. — Zie Reg. Tooneel. Nieuwmeijer, A. E. — Zie Reg. Tooneel. Nieuw-Nederland. H. 681. I Nieuwold, J. H. (Herinnering aan). 87. Zie: Visser, n. 969. I Nieuwoudt, C., Bundeltje v. geestelijke gezangen. 264. . Nieuws (’tOude) d. ontdeckte Weereld. — Zie van Bos. 627. \ Ni H W 6 S l lad T ° 0r BibHogra P hie enz. —Zie Tijdschrift. Nijhoff, D. C., Afscheidsrede. H. 1019. — Geloof en levenservaring. H. 1018. — Vondels Hecuba, Gebroeders en Maria Staart ae- stnetisch cntisch beschouwd. II. 996. Zie: Levenslicht. II. 10H. - Suppl.Reg. Tooneel. Nijhoff, Jac., Koning Willem I. 506. ^Ïrnhem '^■ ar d r ijkskundige beschrijving d. stad Arnhem. II. 424. Brieven. Hs. 64, 85. Gedenkwaardigheden land. H. 416. uit de geschied, v. Gelder- I Nieuwsliev, Harmen. — Zie Reg. Tooneel. E Nieuwstijdingen uit de oude waereld. II. 1040. I Nieuwveen, C. G., Overzicht v. h. onderwijs. II. 510. ■ Nieuwveen, J. H., Wezen en oorsprong v h Pro nomen. 869. I Nieuw-Zeelandsch. 1003. I Nienw-JZuid-Wallis. II. 884. (Nievelt, Alb. van, Verhaal eener reis. Hs. 84. I Nievelt, C. vau, Een Alpenboek. II. 762. ■— [Verschil! prozawerken], 646. ■ Zie: Levenslicht. II. 1011. — Los en Vast. II. 1065. [ Nievelt Az„ R. van. — Zie Handvesten. II. 526. | Nievelt, van Zuylen van. — Zie Zuylen. |Nightcap (The City). — Zie Engl. Plays. 843. [ Nijenhuis, J. T. Bode! — Zie Bode! iNijgh en van Ditmar’s Catalogus v. dagbladen. 20. - Geldersch Arcadia, n. 425. - Het klooster Bethlehem. II. 426. - Statistieke beschrijving v. Gelderland. II. 415. - Wandelingen in een gedeelte v. Gelderland. II. 425. — (Leven van). Lb. 1864, 107. — Overdrukjes. Zie: Bydragen. II. 61. — Verslag. 17. Nijhoff, J. L., Leerrede over Matth. XXVH. 35. 736. Nijhoff, Mart. (Fondscatalogus van). H. 962. — Leven van G. T. N. Suringar. Lb. 1886. 103. — Overdrukjes. Zie: Bibliotheca. II. 55, 661. — Catalogns. II. 454 — Livres. II. 867. Nijhoff, P Bijdragen tot de geschiedenis v. h Hof van Gelderland. II. 418. — De Heeren en de Heerlijkheid van Keppel. n. 428. — Inventaris v. h. oud-Archief van Arnhem, n. 423. ” ** » » „ » Doetinchem.H.426. ~ . ” « " » » » Nijmegen. II. 428. — Registers op het Archief v. h. voormalig Hof d Vorstendoms Gelre. H 418. 5 " £ h 43 6 d- Uitgevallen v. h. Weeshuis te Nijmegen. — Tijdrekenk. Register te Hattem. II. 427. — Het voornaamste uit de land. II. 415. v. Oorkonden in het Archief geschiedenis v. Gelder- — (Leven van). Lb. 1868, 262. — Overdrukjes. Zie: Bijdragen. H. 61. — Catalogus. II. 424. Nijland, A. H., De slag op de Zuiderzee. H. 114. Nijland, A. J., Beeld van ons vaderland. II. 141. — De luister van Oranje herdacht. II. 67. Nijlandt, P., Nederlandtsche Herbarius. H. 296. Nijloë, J., Aanleiding tot de Nederduitsche taal 142 Nijmegen, E. en G. van, Historie d. Rijnsburgsche vergadering. H. 358. 6 Nijverheid. II. 286. Nikkelen, E. van, Grafdicht. 574. Nil volentibus arduum. — Zie Genootschap. > S., Die Ureinwohner d. Scandinavischen Nordens. II. 772. Nimwegen, M. J. van, Leerr. bij 50-j. predikdienst. 731. Nipetang, J. — Zie ’t Samen-spraak. 774. Niportius, G. — Zie Westerburgius. II. 1030. Nippold, F., De R. K. Kerk in Nederland. II. 333. — Overdrukjes. N. I. R. Zie R. J. de Nérée. — Sonins. H. 348. Nisard, Ch., Histoire des livres popülaires. 926.
Nisard, D., Histoire de la littérature Fran?aise. 925. Zie: Ponsard. 927. Nisle, 3. — Zie Sailer. 772. Nispen, A. van. — Zie Busbecq. II. 857. — Venus. 600. Nispen, D. van, Den verkeerden Pernassns. 700. Nispen Muller, S. J. van. — Zie Muller. Nispen tot Sevenaer, van. — Zie Parkmeeting. II. 343. Nissen, H., Skolevaesenets Ordning. II. 878. Nissen, M„ De Fréske findling, dat sen Préske sprékk- wurde. 822. — De Fréske Sjemstin. 821. Nissen, P., Der Nominativ d. verbundenen Personal- pronomina. 933. Nissenius, D. A. F., De vitis, quae vulgo Nepotis nomine feruntur. 886. Nitzscb, F., Luther u. Aristoteles. II. 36. Nitzsch, G. W., Die Sagenpoesie d. Griechen. 872. Nivelle de la Chaussée, P. C. — Zie La Chaussée. N. L. — Zie Heg. Tooneel. N. L. L. — Zie Nassau La Leek. N. M. D. G. — Zie J. Cleibnrg. N. N. — Zie D. Buysero. — A. Peys. — Heg. en Suppl. Reg. Tooneel. Nobbe, C. F. A., De C. D. Beckio narratio. 749. De maturitate studiorutn scholasticorum. II. 920. Rede am Reformations Jubilaum. II. 1038. Zie: Hroswitha. 11. 1023. — Leibnitz. 892. Nobelaer en Lauw’ra (Historie van). — Zie Boek- holt. 664. Nobels, J. — Zie Verslag. II. 438. Nodal, J. H., Dialects of Scotland. II. 1025. Nodal, J. H., and G. Millner, Glossary of the Lan cashire Dialect. 840. Nodell, J. A., Bruiloftdicht. 537. Nodell, P. A., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 64. Nodier, Ch., Diet, des Onomatopées Franpaises. 936. Examen critique d. Dictionnaires d. 1. langue Fran- paise. 935. Zie: Boiste. 935. — La Curne de Sainte-Palaye. II. 18. Noel van Berlaimont, Vocabulare. 47. Noelmans, J. — Zie Bruynenburg. 530. Noels, A. J., De lege commissoria. II. 923. Noemer, P. van, Brief aan J. Mounier. Hs. 64. — Stichtelijke gedichten. 379. Noevel, S. van dor. — Zie S. Novellano. Noiré, L. — Zie de Beer. 646. Nolen, Th., Over D. van Hoogstraten. II. 968. Nolet de Brauwere van Steeland, J., Aan de Ger manen. 510. — Anti-kritiek den Heere P. Comestor gewijd. 134. — Bruiloftdicht. 548. — Het communismus. II. 258. [Verschil! dichtwerken], 415. — Epistel aan L. L. de Bo. 177. — ’t Halve-eeuwfeest v. Nederlands herstelling. 517. De Invloed van het gevoel voor het schoone. 58. Het Kon. Nederlandsch Instituet. R. I. P. 121. Nolet de Brauwere van Steeland, J., Leven v. J. L. Kesteloot. Lb. 1853, 3. „Het menschdom verlost” doorgehaald. H. 999. — 19 October 1861. 516. — Onderteekende tegenbemerkingen. II. 1000. Dn Pan-Germanisme et de ses influences. 66. — Pieswieswietje. 177. — Poëzy en letterkritiek. II. 985. — Poëzy en Proza. 196. — Ter Priesterwijding van J. M. W. Nolet. 557. — Proza. 643. — Een reisje in het Noorden. H. 772. — Standbeeld van Ambiorix onthuld. 518. — Vrede. 515. — Wat zij waren. — Wat wij zijn. 65. Z. of S. Brieven aan J. W. Wolf. 65. — Overdrukjes. Zie: Benoit. 551.—Hirsch. 665. — Snellaert. 559. Noltenius G. L., Diss. de Olympiae Moratae vita. 912. Noltenius, R. A., Conspectus thesauri antiquitatum Germanicarum Umitibus suis circumscnpti. H. b9b. Nolthenius, G. H., De educatione pauperum. II. 292. Nolthenius, P. M., en B. J. Ploos van Amstel, Ver- slag v. d. gebeurtenissen te Amsterdam. 11. 54b. Nomenclatura Animantium terrestrium eet. 50. Plantarum, arborum, fruticum et herbarnm. 45. Nomina geographica Neerlandica. II. 981. (Hebraea, Chaldaea, Graeca et Latina). 46. propria Frisica Sanctorum. 822. „ Hollandorum. 171. Nominibus (De Latinis et Graecis) arborum... liber. — Zie Stephanus. 869. Nominum propriorum virorum... index. II. 5. Nomsz, J., Aanspraak, XI. Aanteekeningen op zijn tooneelstukken. IH. Abdallah of het onvolmaakte geluk. 672. Apolloos welkomstgroet aan Willem de V». IV. I — Bruiloftdicht. 544. — Dankzegging der acteurs. IV. [Verschil! Dichtwerken], 379. — Droom van een poëet. 636. Echt verhaal van het voorgevallene. II. 528. Gedichten aan verschil! personen. 555, 561. — Grafdichten. 564, 571. H. 1008. Historie v. d. Amsterd. Schouwburg. IV. Leven van Karei de V». II. 846. n „ Philips de II e . II. 846. — Mengelwerk. 193. — Mijne uitspanningen. 636. | Mohammed of de hervorming d. Arabieren. 672. Et. 864. — Op zijne Deensche Majesteit. 460. — (Rommelpot voor den grooten). 87. — Vertelsels. 672. . Zie: Denker (De). 634. — La Fontaine. 314. — Reg. Tooneel. Non ut voluimusj sed ut potuimus. — Zie Genootschap. Nood (De) der Kerk. — Zie Saussaye. II. 352. j — (De groote) des hongers. — Zie Hooijer. II. 422.
517 NOODKREET. — Noodkreet bij den schijnbaren triumph. II. 338. — van Leydens Burgerij. 472. Noodt, G., De Religione ab Imperio jure gentium übera. II. 931. Noodt, W. W., Gedichten. 400. Noord en Zuid. Tijdschrift v. fraaie letteren. 132. Taalkundig tijdschrift. 140. Noordaa, J. W. van der (Leven van). Lb. 1881, 23. Noordaa, P. J. van der, Hart en wereld. 684. Noordaa, S. H van der, Leven v. P. P. Timmers verhoeven. Lb. 1850, 151. — (Leven van). Lb. 1851, 55. Noord-A.merika. II. 871. Noordbeek, A., Bruiloftdicht. 536. Noordbeek, B. G. — Zie Moonen. H. 633. Noordbergh, A., De Kerkhervorming, n. 1038. | — Overdrukjes. Noord-Brabant (Prov.). II. 401, 1053, Hs. 46. Noorden, C.von, DerSpanischeErbfolgekrieg II 848 Zie: Katalog. H. 685. I Noordewier, M. J., Een bijna vergeten hoofdstuk uit net leven onzer vaderen, n. 1047. I — Chronologica. — Chronologie. II. 4. I — Het Kon. Besluit v. 23 Mei 1845. H. 320. I — Nederduitsche Regtsoudheden. II. 262. “ gogLÏTf'gTs 1 *' brevi83imum oons P e °tum paeda- I — (Leven van). Lb. 1866, 219. I — Overdrukjes. Zie: Cicero. 885. — la Fontaine. 961. — Plato. 598. I Noord-Friesch. 821. I ^o^-Holland (Prov.). II. 437, 527,1055, Hs. o4s. I Noordkerk, H. — Zie Handvesten. II. 550. I Noordsche talen. 849. II. 1025. ■ Noordziek, J. J. F., Archiefwezen. II. 57. I Gedenkboek d. Costersfeesten. 14. — Geschilstuk betr. d. uitvind. d. boekdrukkunst. 13. ■ over de Rederijkers. 209. ■ Leven van P. A. Ridder van Rappard. Lb. 1868,45. „ „ A. D. Schinkel. Lb. 1865, 24. ■ — Over het uitgeven v. onbekendeoorkonden.il. 54. ■— De uitvinding d. boekdrukkunst. 14. ■— Overdrukjes. Zie: Catalogns. II. 458. — Jaarboekje. II. 388 de Vries. 13. ■ Noorlé Gz., J. van. — Zie Eerzuil. 453. BNoorsch. 857, II. 1026. «Noortbergh, B., In victorias armis foederat. gloriose : de Gallis reportatas A° memorabili. 1708. 901. I Noortbergh, H. L„ Bruiloftdicht. 545. I Noorwegen. II. 781, 1061. If Noot, H., Grafdicht. 577. HjNoot, L. E. van der, Considérations. II. 99. I Noot, P. — Zie Pasteur. H. 956. BNoot, Th. van der. — Zie Dboeck der inghelen. 612. Hpïooten, N. P. van, Leven v. J. K. Baron van Golt- I stem. Lb. 1873, 69. V. G. VAN NOUHDÏS. gjg I Noothoorn, A. E. van, Nederland en de Nederlanders. H. 85. — Reizen van G. Westerman. 712. Nootmans, P. — Zie Reg. Tooneel. Noozeman, J. — Zie Reg. Tooneel. Nopitsoh, C. C., Literatur d. Sprichwörter. 55. Nordan-al, Holger. — Zie C. Dirckinck-Holmfeld. Nordanfari [lJsIandsch Weekblad], 858. Nordell, A. — Zie Landtbruks-Catheches. II. 780. Nordhoff, J. B., Overdrukjes. Norel, J., De ïsselstroom. 353. Zie: Fabricius. 632. — Gedichten. Hs. 27. Norel, R. — Zie Reg. Tooneel. Norman, W. H., et Th. Musgrave, Journals. H. 48. Norren berg, P. _ Zie Liederbuch. 775. E orris, J., Gramm, of the Bornu or Kanuri Lang. 987. Northmen (The) in Iceland. EL 788. Nortier, A., Burger! proces in de 15e eeuw. H. 490. Norton’s Bibliography of the State of Maine. H. 878. Bibliography of the State of New Hampshire. II. 878. Norvège (La). Catalogue pour Texposit. de Paris. II. 781. Norway. Art of the present time. H. 782. Nostradamus. — Zie H. Binger. N T^ £?“ oessie - aan vrage. — Zie Quarles van Ufford. 11. 675. — (Geschied- en regtskundige). — Zie Buma. H. 620. Nota, P., Tweetal leerredenen. H. 621. Notariaat. H. 267. Notice d. meilleurs vocabulaires. — Zie Kreet. Hs. 1. d. monnoies des Comtes de Flandre. II. 809. — „ tableaux du Musée a Amsterdam. H. 548. » >• »j i, d’Anvers. II. 798. ” ’> » ,, Royal de la Haye. II. 459. — historique sur les douze Statues du Pont Louis XVI. 11. 830. Notices sur deux anciens romans. — Zie Peignot. 950. Notificatie behelsende eene Algem. Schoolorde. H. 310. — [betreffende Prof. Hennert], H. 595. — houdende mededeeling v. h. Kon. Besluit. H. 482. Notitia dignitatum imperii Romani. H 850. Notitie d. schilderijen v. h. K. Kabinette’sHage. H.459. Notizenblatt Beilage z. Archiv f. Kunde oesterreichi- scher Geschichtsquellen. II. 751. Notker, Psalmen. 783. — Schriften. 788. Zie: Denkmale. II. 1023. — Schilter. 776. Nott, E., Lijkrede over A. Hamilton, n. 877. Notul van Advyzen. Hs. 75. Notulen d. Culemborgsche Feestcommissie. II. 426. — d. Staten Generaal 28 Jan.—10 Maart 1795. Hs.45. — van de Staten van Zuid-Holland. H 442. d. vergaderingen v. h. Bataviaasch Genootsch. 122. Noual de la Houssaye, de, Voyage au Mont St. Michel. U-. 817. None, la. — Zie La Noue. Nouhuys, H. J. C. van. — Zie Volks-Almanak. 188. Nouhuys, W. G. van, [Verschil! dichtwerken], 426.
Noulet, J. B. — Zie Monuments. 911. Nouvelles (Amsterdamsche). 482. (Les cent nouvelles). 949. — (Extra-ordin.) uyt Engeland. II. 172. de la Republique des lettres. 23. uyt Engelandt. H. 172. Novellano, S. — Zie Bruin. II. 40. Novellen, Romans en Verhalen. 659, II. 1014, Hs. 30, 82. November (17) 1863. Het feest te ’sGravenhage.H.456. Noviomagus, G. — Zie Barlandus. II. 94. — Batavia illustrata. H. 1041. Nowak, A., Overdrukjes. Noyer. — Zie Keg. Tooneel. Noyt meerder vreugd’. — Zie Rederijkerskamer. Nozeman, C., Aanmerkingen op bet Aanhangsel v. P. Hofstede. II. 376. — Brieven. Hs. 64. Korte beroeping op het oordeel v. alle christenen. II. 377. Socrates eere gehandhaafd. H. 375, 376. Woorden en Woordbuigingen. Hs. 3. Nozeman’s (C.) schrijfstijl ontmaskert. H. 375. Nozeman, J. W. — Zie Jaarzangen. 217. N. s. — Zie van Ede. 532. — Gelegenheid. 497. N. S. Y. L. — Zie N. S. van Leeuwaarden. Nu of nooit. II. 245. Nnenarius, H. Com. — Zie Descriptio. H. 695. — Divaeus. II. 815. Nuhout van der Veen, A„ De Engelsche Habeas corpus Act. H. 842. Nuits, P. — Zie Juvenalis. 303. Nuiver, A., en O. J. Reinders, Oudheid en middel eeuwen. — Nieuwe geschiedenis. H. 11. Vaderlandsche geschiedenis. U. 82. Numan, A. (Leven van). Lb. 1853, 60. Numan, C. Star, Aanspraken namens de Comp. Vrij willige Jagers. II. 603. — Diatribe in Machiavelli opusculum del Principe inscriptum. II. 929. — Laudatio Viglii ab Aytta Zuichemi. II. 102. — Leven van A. Numan. Lb. 1853, 60. — Oratio de patrio jureconsulto. II. 1051. — (Leven van). Lb. 1858, 162. — Overdrukjes. Zie: Spandaw. 90, II. 970. — Verslag. 11. 604. Numan, O. W. Star, Comelis van Bijnkershoek. 73. — Overdrukjes. Numen, A. van. — Zie Reg. Tooneel. Nuflez de Arce, G., Visioen van Broeder Maarten. 316. Nunez deTaboada.D. E.,Diccion.Frances-Espaflola.52. — Grammaire Espagnolle. 918. Zie: Chantreau. 931. — Guide. 54. Nunningh, J. H., Sepulcretum Westphalico-Mimigar- dico gentile. H. 725. Zie: Diplomats. U. 713. Nurks Jr., Rob., Op Java. H. 673. Nus, Eug. — Zie Reg. Tooneel. Nut van ’t Algemeen (Tot). — Zie Maatschappij. — (Tot) der Schutterij. — Zie Genootschap. — vermaek. — Zie Genootschap. der vooroordeelen. — Zie E. Wolff geb.Bekker. 636. Nuyen, W. J. J. — Zie Bogaerts. II. 325. Nuyens, W. J. E., Beleg van Leiden. H. 465. Algem. geschiedenis d. Nederl. volks. H. 82. Gesch. v. h. Nederl. volk na 1815. II. 238, 1046. n d. kerkelijke geschillen. H. 1043. n n Nederl. beroerten. II. 108, 109, 111, 115, 120. — Iets over ’t feest van 1 April. II. 114. De Nederlandsche beroerten uit een Katholiek oogpunt beschouwd. H. 108. — Overdrukjes. ■ .. , iao Zie: Nieuwjaarwenschen. 524. — Wachter (De). 132. Nuys Klinkenberg, 3. van, Brief. Hs. 62. — (Lijkrede op). 731. Nuvssenburg, L van, Beschrijving v. Geertruidenberg. H. 408. — Brieven. Hs. 64. Ter 2 e eeuwfeest v. Leydens Hoogeschool. 464. — Gedichten. 380. — (Leven van). Hs. 54. Nuyts, J. — Zie Reg. Tooneel. Nuyts, P., Bredasche Klio. 354. — Vredezang. 442. Zie: Verzameling. 229. N. V. M. — Zie Reg. Tooneel. N. W., Gedachten over Bekkers Betoov. Waerelt. 440. Nij-. — Zie Ni-. Nyenborgh, Joh. van, Graf-pyramide. 841. Groninger historyen. II. 639. Hofstede met desselfs Bedenckingen. 192. — Schoole der Wysheyt. II. 997. Toonneel d. ambachten. 192. I Variarum lectionum selecta. 895. Weeck-werken d. ghedenkw. Historrien. 191. — Wonder-Toneel ofte Lust-Hof d. History-paer- len. 192. Nyendael, G. van, Bruiloftdichten. 540, 546. I Nyenrode (Geslacht van). — Zie de Geer. H. 71. Nyerup, F. — Zie Symbolae. 777. Nyerup, R., Verzeichn. d. in Danemark noch vor- handenen Runensteine. 738. — Leben d. Historikers P. F. von Suhm. 857. Nyevelt, van Zuylen van. — Zie Zuylen. Nypoortius, R. — Zie Westerburgius. H. 1030. Nyrop, C., Danske Boghandels Historie. 18. Nys, Ch., Les Archives d’Anvers. H. 795. Inventaire d. Archives d’Anvers. H. 796. Nys, K., Aenslag van Joh. Jauregui. H. 117. Zie: Altmeyer. H. 141.
o.
Oetker, F., De Vlaemsehe taelstrijd. 66. Ontmiening (’N) ien ’n jachtweide. 175. Oettingen, W. von, Uefcer G. Greflinger v. Regens burg. 751. Oever, II. J. J. van Convent ten, De falso testimomo. n. 826. Offeranden (Mijne) aen Apollo en Hymen. 194. Offerhanden (Anakreontische). — Zie Kleyn. 390. Offerhaus, H. — Zie Studentenliederen. 292. Offerhaus, J., Overdrukjes. Offerhaus Lz., J., Diss. exhib. Abaelardi Theologi Me- thodum. II. 894. — De lijdende Christus. 656. De vorming v. d. Evangeliedienaar. II. 320, 886. Offerhaus, L., Laudatio fun. W. C. H. Frisonis. II. 187. — Overdrukjes. Zie: de Rhoer. 87. Offerhaus, E. d’Assonville geb. — Zie Assonville. Officiatorum referend. Frederici de Baden. II. 629. Ogelwight Jr., H., Grafdicht. 577- Zie: Reg. Tooneel. Oggel, P. 1., Christus de Koning van Sion.11. 342. Ogier, G., De seven Hooft-sonde. XVI. Zie: Reg. Tooneel. Ogier von Dannemark [von Ardenne]. Hs. 79. Ogier de Danemarche. — Zie Rambert de Paris. 945. Ohnesorge, W., Der Anonymus Valesii de Constan tino. H. 1027. O’Keefe. — Zie Reg. Tooneel. Okeles (Broer). — Zie Ljeafdescijdnis. 827. Okken, U. P., Gebruik d. schriften v. d. Grieken en Romeinen. II. 1028. Olafs Saga. 854. Olaus, E., Historia Suecorum Gothorumque. II. 775. Olaus Magnus. — Zie O. Magnus. Olawsky, E., Die neuhochdeutsehe Partikel nicht. 760. Olde-huis te Vollenhove. Schetsteekening. Hs. 53. Oldekop, Aug. — Zie Gretsch. 964. Oldenbarueveld, A. W. van, De Elburgo. H. 426. Oldenbarneveld (Werken betr. Joh. van). H. 133,134. — ’s eer verdeedigd. -— Zie Calkoen. H. 378. Oldenbarneveld, R. van. — Zie Sententien. H. 136. Oldenbarnevelt gen. Witte Tullingh, A. A. van, De omwenteling van 1813. H. 231. Oldenbarnevelt gen. Witte Tullingh, H. G. van. — Zie Gallé. Hs. 60. Oldenbarnevelt gen. Tullingh, J. G., Afscheid v. zijne wapenbroeders. H. 235. — Onderzoek betreffende de Bestaltbrief. H. 117. Zie: van Cnyck. U. B36. — Verzameling. Hs. 55. Oldenborgh, P. van, Beleg. v. d. Willemstad. H. 414. Oldenburg (Groothertogdom). II. 743. Oldenburg Jr.. F. J. van. — Zie Boers. H. 349. Oldenburg, G. W. A„ en J. P. E. Greverus, Wildes- hausen in afterthiiml. Hinsicht. H. 744. Oldenburg, J. van, Antikritiek. H. 350. Oldenhuis Gratama. — Zie Gratama. Oldermansboek (Het). II. 648. Oldskrift-Selskab (Nordiske). 849. II. 774. Olearius, A. — Zie Saadi. 627. Olearius, M. Ad. — Zie Montanus. H. 42. Oliekoop (De nieuw aangekomen). H. 338. Olinger, P., La langue hollandaise. 157. Nieuw Nederd. en Fransch woordenboek. 48. Zie: Telemachus. 703. Olipodrigo voor blijgeestigen. 187. — en geneesmiddel tegen de swaargeestigheyt. 659. Olivarius, P. J. — Zie Pomponius Mela. 886. Oliverius a S. Anastasio. — Zie Cyrillus. 602. Olivet, Fabre d’. — Zie Troubadour (Le). 924. Olivet, J. — Zie Poetarum... Carmina. 893. Olivet, P. J. Th. d’. — Zie Girard. 934. Olivier Jzn, J., Tafereel v. Oost-Indië. 712. Zie: van Hogendorp. H. 665. Olivier, N., Het Zeeregt. II. 925. Zie: Stokken. II. 493. Olivier, Th., Sur 1’avenir d. 1. littérature dans les Pays- Bas. 61. Olivier, W. C. D., Herinneringen aanThorbecke.II.258. Olivier van Dixmude, Merkwaerdige gebeurtenissen. H. 801. Olivier Schilperoort. — Zie Schilperoort. Olland, J. — Zie Reg. Tooneel. Ollapodrida. — Zie J. van Lennep. Ollefen, C. van. — Zie Zangboekje. 264. Ollefen geb. da Silva, C. E. van. — Zie Reg. Tooneel. Ollefen, L. van, Aan B. Bosch. 477. — Aan Keizer Joseph de II». 475. — Bibliotheek d. kinderen. 709. — Bruiloftdicht. 546. Dank-Adres aan den duivel. 481. — Dankbetuiging. XI. [Verschil! Dichtwerken]. 383. — Leven van Vondel. 93. Nederlandsche stad- en dorpbesehrijver. II. 396. — Onzijdige gedachten. 475. Proeve v. vaderlandsche gedichtjes. 477. Zie: Bane. 550. — Mourik. 557. — Reg.Tooneel. Ollefen, W. van, Aan B. Ruloffs. XTT. — Liefde, Geloof, Hoop. II. 990. Ollefen Caspers, W. van. — Zie E. Bekker, wed. Wolff en A. Deken. 671. — Reg- Tooneel. Ollivier, J., Dialectes du Dauphiné. 938. Olozaga, S. de, Filips H in Spanje. II. 846. Olpe, C. F., De commoda juvenes poësi latina institu- endi ratione comm. H. 1027. Olst, L. van. — Zie Franken. 533. Olthof, J. — Zie Gedenkteeken. 454, 455. — Jaar- zangen. 220. Oltmans, A., Description de la Chapelle Carlovingienne. n. 432. — (Leven van). Lb. 1853, 104. Oltmans, J. F., De Schaapherder. 677. Het Slot Loevestein. 677. Zie: Gids (De). 130. Oltramare, H. — Zie Bible. 943. Oly, T. — Zie Reg. Tooneel. Olyf-tak (De). — Zie Rederijkerskamer.
w-MS 525 OLYMPIA MOB.ATA. — 0. N. T. 526 Olympia Morata. — Zie Nolthenius. 912. Olysel (Het laetste) voor de... karakters v J de Witt. II. 192. O Malley, Schets v. d. staat v. h. Hager onderwijs m Holland, Prnissen enz. H. 311. Omeliën des eerw. priesters Beda enz. Hs. 20. Ommegangen (De Anlwerpsche). II. 796. Ommelander (De). Tijdschrift. H. 975. Ommeren, E. J. van, Ad juris Velavi Cap. 31,art. 5. IX. 421. Ommeren, R. van. Brief a. M. Tydeman. Hs. 65. — Ad Batavos, Britannorum ac Russorum, pulso, fngatoque exercitu. 904. — Carmina et Oratio. 899. — Horatius beschouwd als mensch. 883. — Ode ad Gallos. 903. Ommeren, S. van, Op den vrede. 486. Zie: R. van Ommeren. 899. Ommering Jzn, A. van. — Zie Verzameling. 453. Omnia praeclara rara. — Zie Wijsgeer. 633. Omnibus, Geillustreerde bladen. H. 976. r — (Les) du langage. — Zie Alvarès. 937. Omschrijving v. h.plan tot uitleg d. stad Arnhem. H.424. Omwenteling (De) van 1813. — Zie Jorissen. H. 230. — (De) van Polen 482. Ondaatje, M. J. — Zie Kinder-Catechismus. 996. Ondaatje, P. Ph. J. Quint, Bijdragen tot de geschiedenis d. omwenteling v. 1787. H. 208. [ Histor. verhaal v. d. onwettige behandeling Utrecht aangedaan. H. 585. Zie: Davies. II. 198. i Onder de Linden & Zn, Erven D., Brief a D. ü Heinemeyer. Hs. 65. Onderdewijngaart, C., Bruiloftdicht. 548. Onder de Wijngaert Canzius, J. H„ Eeredienst. H. 450. F — Redevoering, n. 288. — [Verschil! Verhandelingen], Hs. 31. [ — Overdrukjes. : Ondereet, K. — Zie Reg. Tooneel. Onderrichtinghe (Grondelycke). — Zie Wyers. 621. On ii er o i tó ( Herderli j k ) v. d. Aartsbisschop v. Utrecht. 11. 342. Onderrigting (Verzogte) en opheldering. H. 476. I Ondersoeck (Onpart.) of de Raden in d. Hove v. Gelder! mogen worden gekosen enz. II. 431. Onderwater, D., [Verschil! dichtwerken], 393. i — Grafdicht. 578. ; — Mengelingen. 194. — De vriend der kinderen. 427. Zie: Kikkert. 23! — Reg. Tooneel. Onderwerpen d. historische tafereelen in Arid et Ami- citiae. H. 549. Onderwijs en Opvoeding, n. 917. Onderwijs (Eenvoudig) in de voorn, waarheden. H. 905. f — (H°°ge r ) » verband m. d. opleiding v. ingenieurs. 11. o22. : — in de aardrijkskunde. H. 39. — „ den christelijken godsdienst. II. 906. | — [in Nederland], H. 307, 1050. Onderwijs (Kort). — Zie: van den Berg. H 904 — van Dooregeest. H. 903. — (Kort) in de kennis d. bijbelboeken. H. 905. ( » ) voor eenvoudigen. H. 905. — (Lager) in Friesland, n. 619. — (Het Middelbaar). — Zie Loman. n. 555. — (Naauwkeurig) in de Tooneel-poezy. H. 958. Onderwijs-boekje (Christelijk). H. 908. — (Het Leydsche). H. 908. “ n tr 895 Ver schilP“nten d - Protest, en R. Kath.Kerk. corte) wten heyl. Schriftueren. Onderwijsinge [Een n. 899 — (Korte) der kinderen. II. 901. — (Een seer goede) d. wyssheit.—Zie David Joris. 616 geknopt) J. h. recht d. Neder! tot het gesloten houden v. d. Schelde, n. 204. — d. bijzondere vernuftens. — Zie Huarte. 629. — (Geschied- en staetk.). — Zie Hultman. H. 118. — (Historisch) n. d oorsprong d. openb. plaetsen van Antwerpen. — Zie Willems. H. 798. (Historisch) H. 942. over de speelkaarten. — Zie Bullet. - Ziï'Suringar. H^SOS" 1067611 4 — naar de werking d. Wetten op het Onderwijs. H.308. — omtrent Schoollokalen in Arnhem. H. 425. — (Onzijdig) uit de H. Schrift. H. 897. — over het Drama. H. 957. „ „ invoeren v. Gezangen in de Geref. Kerk. 249. ~ II 957 Ned0rd ' tooneeI P° ëz L — Zie Haverkamp. — over het Tooneelspe! H. 957. rakende het afdanken van krijgsvolk. H. 143. — van ’s Konings wegen ingesteld omtrent de Mid- deJburgsche beroerten. I! 577. — van het verval der commercie. Hs. 83. - (Vrijmoedig en staatkundig) van een Geldersman. - (Waaragtig) weg. verzuim in het waarnemen d. Handvesten v. Leyden. H. 470. Onderzoeker (De). 634. — (De Nederlandsche). H. 188. Onesimus. Jaarboekje. H. 436. 0l toek r °249 (H6t) d ‘ vooroordeelen tegen h. Gezang- °Hs 17 65 J ’’ We<1 ' Tydeman > Brief a - M. Tydeman. geschillen te vereffe- Onmogelükheid (De) om de. nen. IJL 376. Onnoselheydt (Geschonne) gewraeckt d. verwijt. 439. Onnoselheyt (Gedruckte) opgerecht. H. 592. — (Geschende) te rechte gebracht. II. 592. Onomatologie. — Zie Geier. 869. Onschuld durft spreken. 465. — (De) bestrafd. 465. — ( „ ) vermoord. II. 506. Onslow-Burrish, Batavia illustrata. II. 84. O. N. T. — Zie O. N. Tholen.
Onstenk, S. en W., Bruiloftdicht. 539. Ontdeckinge (Oprechte ende naeckte). II. 629. (Ben volkomen) van de Roomsche Leere. II. 834. van eenighe... handelingen d. Jesuyten. II. 365. Ontheiliging (De) v. h. hnis Gods. — Zie van Dam van Isselt. 507. Onthulling v. h. standbeeld van Thorbecke. — Zie Boudewijnse. II. 258. Ontleeder der gehreeken. — Zie Weyerman. 630. Ontleeding van een eerloos Zangertje. 630. Ontrusting (Noord-Hollands).—Zie S oeteboom. H. 533. Ontschaking (De gestrafte).—Zie vanHoogstraten.665. Ontschuldinghe (Ben weemoedige). — Zie Menno Simonsz. II. 364. Ontstelde-zee of Zee-daden. II. 145. Ontvang (Jaarl.) d. comptoiren v. Utrecht. II. 587. Ontwerp van Constitutie. H. 222. — (Echt) der a. s. Defensie van Holland. II. 208. (Het) v. Droogmaking v. h. Haarlemmermeer. 11.529. v. Gerevideerd Regiem, v. d. Herv. Kerk. H. 351. van eene Grondwet. H. 235, 238. gewijzigde Grondwet. U. 253. w een nieuw op te richten Kunstgenootschap. KI, CCLIX. van de Leere d. waarheid [in het Sin^aleesch], 978. Reglement v. h. Bestuur d. stad Leyden. H. 484. — om de Republiek ... gelukkig en gedugt te maa- ken. II. 206. — van Staatsregeling. II. 222. tot eene "Vereeniging tuss. d. Schutterye te Ley den. H. 473. _ van een Weekblad: Vaderl. Verlichtingskwispe- door. 128. — van Wet op het Armbestuur. II. 293. beschouwd. — Zie Tydeman. II. 293. — van Wet op het Hooger onderwijs. II. 320, 321. Lager onderwijs toegelicht.II.312. Ontwerp-Geertsema (Het) tot regeling v. h. Hooger Onderwijs. II. 321. Ontwerp-Reglementen v. d. Polderbesturen in Noord- Holland. II. 528. Ontwerpen van de Unie van Utrecht. H. 116. Ontwikkeling van het schoonheidsgevoel. — Zie van . Duinen. H. 952. Ontzwaveling v. d. Hippokreen-ontzwavelaar. — Zie Hirschig. 416. Oogen-salf (D’Opregte Oranje). H. 159. Oogen-salve (Geuse). H. 372. Oogh-zalf v. h. verblinde Israel. — Zie Westerbaen.436. Oogmerk (Het waare) v. Groot-Brittannien. H. 206. Oogst (De). Verzameling v. redevoeringen enz. 130. Oomius, ,S., Eirenicum of Vrede-Schrift. H. 370. Oorloghs-bazuyns tweede deel. H. 161. Triumph-bazuyn. n. 162. Troost-bazuyne. II. 161. Vrede-basuyn. II. 162. Oomkens, H. — Zie Liedjes. 518. Oomkens Jsz., J., Bouwstoffen v. e. geschiedenis d. boekdrukkunst in de Prov. Groningen. 15. Oordeel der Synodi Nationalis. II. 349. Zie: Schriften. H. 894. — ende Censure d. Hoochghel... Mannen. H. 367. (Het) over Joh. de Witt. — Zie Luzac. H. 191. ( „ ) van Engeland over de Holl. natie. H. 338. (Onpart.) gestreken over de., geschillen. H. 190. Oordt, A. M. van, Geschied, v. h. prot. Kerkgezang. 233. Oordt J.Wz„ J. F. van, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 65. — Jezus Christus, het volmaakte beeld van een op voeder. H. 27. — Lijkrede op B. C. Baron v. Lynden. 730. j Oratio de eloquentiae sacrae natura. 718. n de perfecta institutoris specie in Jesu Christo conspicua. H. 27. Oratio de vero in theologia unice sectando. H. 885. — Redev. bij het 10-j. bestaan d. Vereen. Tot Heil des volks. n. 494. Het Vonnis v. d. Arrondiss. Regtbank. H. 493. — Een werkdadig leven. H. 250. — (Leven enz. van). 87. Lb. 1853, 15. Zie: Leerredenen. II. 247. Oordt, J. W. G. van, Constantijn de Groote. H. 854. — De godsdienst der Grieken. II. 23. — Overzicht d. algemeene geschiedenis. H. 10. — Tijdrekenkundig overzigt d. algem. geschiedenis.H.4. Oordt, J. W.L. van, Wis-en werktuigk.leesboek.H.940. Oorkonden uit het Archief van Ryssel. Hs. 40. y h. St. Anthony gasthuis te Leeuwarden. H. 626. — betreffende dijk- en polderaangelegenheden. Hs. 46. „ Helmond. H. 409. (Twee) betreff. de 81 Jans Orde enz. v. Utrecht. Hs. 38. Oorkondenboek d. Graafsch. Gelre en Zutphen. U. 416. Oorlog met Atjeh. Verslag v. h. verhandelde in de Tweede Kamer. H. 676. (Engelschen) ontsteken door haar... Gierigheyd. H. 145. — (De Grimbergsche). 201. (He Munsterssen) ofte klaer e. kort vertoogh. H.151. — der Poëten. 445. — (Uytheemsen). — Zie van Merwede. 434. Oorloge (Franse, Engelse, Keulse ...). — Zie Konijnen berg. H. 153. Oorlogs-verklaring v. d. Koning v. Groot Brittannien. H. 840. Oorspronck.. v. d. Calvin, secte.—ZieVerstegen.H.367. Oorsprong en Voortgang der Nederl. beroerten. Zie Gysius. H. 104. ■ (Waare) v. h. Israel. Pestersche stamhuis. H. 594. Oorspronk (De).. d. Rijnsburgsche vergadering.n. 358. Oort, A. J. P., Handl. patronaat over armen. H. 292. Oort, F. van, Vreede-toorts. 445. Oort, H., Evangelie en Talmud. H. 892. Zie: Godsdienst. 656. Oort, H. L., Waarom is de deelneming... niet grooterP II- 1052. . „„o Zie: Bennink Janssoaius. 7oo.
34 Oort, J. van, Grieksen adelaer gefhuykt. II. 859. Oort, M. van, Grafdicht. 567. — Welkomstgroet bij mijn komst in Arnhem. 481. Oort, P. van. Schipper Verduin. 690. Oortman, M., Nederland in 1853. 514. Oortman, S. M. — Zie Eerzuil. 453. Oorts, J. van, Ontlokene Roose. II. 835. Oost West, thuis best! 416. Oosten Jr., A. van. — Zie Beg. Tooneel. Oosten de Bruyn, G. W. van (Leven van). 105. — De stad Haarlem. II. 560. Oosten van Staveren, G. L. van, Beleg v. Haarlem. 412. Ooslenrüli-Ilonsiirüe. II. 751, 1061. Oosterbaan, Bruiloftdicht. 548. — Ontwerp van eenige schikkingen. II. 619. Oosterdijk. — Zie Magazijn. H. 591. Oosterdijk, G. H., Bruiloftdicht. 528, 539. Oosterdijk Jz., H., Bruiloftdichten. 539, 570. Oosterdijk, H. G., Brief. Hs. 65. — Bruiloftdichten. 528, 532, 534, 539, 545,548, 549. — Grafdichten. 562, 563, 565—567, 570—575. — Lierdicht op een nieuw Pokaal. 482. — Op het Orgel in de Kerke van Katwijk. 465. — Redenv. bij de 25 e verjaring v. h. Genootsch. Concordia et Libertate. 111. — Verjaring v. h. Doctorengezelschap: Uno animo.465. — Vreugdezang. 459. — (Lofrede op). 87. — Overdrukjes. Zie: Jud. de Bosch. 907. — Curtenius. 552. — Deutz. 663. — Homerus. 296. — Horatius. 299. — G. H. en N. G. Oosterdijk. 657. — Ooster- land. 657. — van Roven. 908. Oosterdijk Schacht, J., Grafdicht. 561. — (Lat. gedicht aan). 938. — Oratio funebr. in obitum A. Drakenborch. 76. Zie: Har8camp. 908. Oosterdijk, J. A., Bruiloftdicht. 539. Oosterdijk, N. G„ Brieven a. M. Tydeman. Hs. 65. — Bruiloftdicht. 539. Oosterga, C. R. ab, Contrary Advys ofteCensure.II.591. — Defensio van seker contrarii Advys. H. 592. Zie: Drie... Extracten. II. 592. Oosterhout, A. van. — Zie Kaart. H. 531. Oosterland, A., Nederlants Jozua. II. 183. — Nederlants Wynstok. H. 185. Oosterland, J. Langerak. — Zie Langerak. Oosterland Jr., M. — Zie Duysendpond. 532. Oosterwijck, V. van, [Verschil! gedichten], 343. Zie: Hall. 31! — Nederlandt. 436. Oosterwijk, C., Waarheid, GodtvrucktenVreede.II.350. Oosterwijk, J., Grafdicht. 570. Oosterwijk Bruijn, J. van. — Zie Bruijn. Oosterzee, F. W. van (Lijkrede op). 731. Oosterzee, H. M. C. van, Aan den Koning en de Koningin. 510. — Het beeld van J. F. van Oordt J.Wz. geschetst. 87. — (Bevestiging van). 731. Oosterzee, H. M. C. van, Feestrede bij h. 25-j. be staan v. h. Bijbelgenootschap. H. 390. — Jezus Christus het Hoofd der gemeente. II. 342. — Leerrede gehouden te Elkerzee. H. 575. — „ over het Gewas. H. 253. — De Nederlandsche Hervormde Kerk. H. 391. — Uitspraakleer d. Nederlandsche taal. 154. — Wien God bewaart, die is wel bewaard, n. 1047. — Wat zou Vader Molenaar van de... nieuwe Ge zangen gezegd hebben? 250. — (Leven van). Lb. 1878, 69. — Overdrukjes. Zie: Almanak. 188. — Cadsandria. II. 567. Jaarboekje. H. 354. — Lemuel Gulliver. 702. — Nieuwenhuis. 4. — Synode. II. 852. — Zeeland. I! 567. Oosterzee, J. J. van, Afscheid als Academiepredi- ker. 731. — Ein alter Kampf. H. 342. — Bedreigd, maar veilig. II. 38. — Een biddend vaarwel. H. 1019. — Dichterlijk genie. Eene Schiller-studie. 755. — Dichterlijke nalatenschap. 416. — De eerste steen. n. 233. — Gedachtenisrede over A. de Vries. H. 1020. — Gemeenschap der Heiligen. H 1039. — Historie of Roman? H. 27. — Hoe moet het moderne Naturalisme bestreden wor den? II. 885. — Het ideaal der Gemeente. II. 38. — Iets over da Costa. 75. — Jacques Saurin. 719. — Het laatste woord. H 234. — Leerrede bij 25-j. predikdienst. 731. — [Verschill. leerredenen], 725, 736, II. 1020. — Het Leven van Jezus, H. 27. — Leven van H. Bouman. Lb. 1864, 261. — „ „ M. Cohen Stuart. Lb. 1879, 105. — „ „ I. J. Dermout. Lb. 1868, 61. — Uit mijn Levensboek. H. 969. — Nineveh en de Heilige Schrift. H. 865. — Op reis. Bladen uit de portefeuille. II. 47. — Een oude strijd. H. 342. — Een psalm der bevrijding. H. 238. — Reformatie en Revolutie. II. 352. — De religione Christiana optima verae humanitatis magistra. n. 892. — Rome’s overwinnaar. H. 342. — De Scepticismo. — Het Scepticisme. II. 885. — Een slaande engel. II. 255. — Strijd en verzoening. II. 339. — Em.8wedenborg.De noordschegeestenziener.II.779. — De Theologie des Nieuwen Verbonds. II. 889. — Theologien, vetenskapernas drottning. n. 885. — Vaderlandsche jubelgroet. II. 597. — Varia [Redevoeringen, Verhandelingen en Opstel len], 137. — De vrouw en de nieuwe litteratuur. 643.
Oosterzee, J. J. van, Eene ziel na den dood. 860. 1 — (Gedachtenis van). 87. — (Leven van). Lb. 1883, 43. Zie: Bösken. II. 967. — Geschiedenis. II. 27. — ■ Lange. II. 891. — Proza en poezie. 184. — Toespraken. II. 605. — Toonen. 308. — Voor visschers gevangen. 184. Oosterzee, W. L. van, Leerrede t. bevestiging v. H. M. O. van Oosterzee. 731. Zie : Gemeente. II. 577. Oost-lPriesch. 820. Oost-EViesland. II. 714. Oost-Indië (Nederlandach). II. 661, 1057. (Nederl.) en het Zendelinggenootschap. II. 677. Oost-Indies-vaarder (De vroolyke). 282. Oosting, G., Specimen inauguralis. II. 653. Oosting, H. J. — Zie Bijdragen. 997. Oosting, P., Specimen inauguralis. II. 653. Oost-J aliliiscU. 993. Oostkamp, J. A., Kindervermaken. II. 1016. Korte handleiding tot het onderw. in de Bijbelsche gesch. II. 905. — Leven van Jan van Galen. 711. — Schoolboek van Drenthe. II. 653. Oostrum, A. van, Bruiloftdicht. 550. Zie: Scholten van A-Schat. 659. Oostrum geb. Scholten, C. van, Bruiloftdicht. 555. Oostveen, W. F., Leven van onze Koningen. II. 67. Oost-Vlaanderen (Prov.). H. 805. Oostzee-ï*rovinciën (Rnssisctie). H. 769. Op den Hooff. — Zie Reg. Tooneel. Op den Hooff, J., Coup d’oeil [et Observations] sur la navigation du Rhin. II. 727. — (Leven van). Lb. 1856, 140. Op den Hooff, N. W., Nieuw lied. 373. Op den Kamp, H. — Zie Pellioo. 642. Opdrachtsbrief van vier morgen op Spyck. Hs. 50. Openinge (Korte) van de texten. H. 899. Opera (De) in derzelver geoorloofdheid. H. 956. Operist (Den in Haarlem spoelende Vlaamsche). Vil. Opgave d. handschr. van Const, en Chr. Huygens. 81. Ophelderingen (Bescheiden). — Zie Claessen. H. 462. — betreff. deMaskerade: Intogt v. Kloris de V®. H. 455. omtrent den intogt van Jan van Beyeren. — Zie Hartman Drabbe. H. 463. Opitius, H. — Zie Fasciculus. II. 13. Opitz, M. (Werken betreffende). 754. Deutsche Poematum. 799. Zie: Rhytmus. 786. Opkomst van den Amsterdamschen Schouwburg. Hs. 84. — enz. van Maria Stuart. — Zie Rabus. H. 838. Opkomste d. Nederl. beroerten. — Zie van Teylingen. n. 105. Oplettentheyt der Burgeren. II. 184. Opmeer, P., Martelaarsboek. II. 331. Opmeer de Jonghe, P. van. — Zie Schip. 626. Opmerker (De). 634. (De leerzame en boertige). II. 228. Opmerkingen van een Corrector. 153. Opmerkingen betreff. de Staten-overzettingen v. d. Evangeliën. 585. — over h. logisch beginsel in h. geslachts attribuut 881. — en gedachten over de inrigting van het Hooger Onderwijs. II. 318. — (Eenige) naar aanleiding van „De Synode en de Hervormde Kerk”. II. 384. — (Korte) over de gebeurtenissen v. d. dag. II. 254. Oppenheim, J., De Groningsche HoogeschooL II. 649. Oprichting (De) van den Hoogen Raad. H. 272. Oproeping aan Nederland. 490. aan onze R. Katholieke landgenooten. II. 339. — der Staten v. Holland (7 Jan. 1795). II. 214. Oproepingen (Verschil!) v. h. Gemeentebestuur enz. van Leiden. H. 477—480. Oproret i Holsten. — Zie Hjort. H. 718. Opschriften (Koddige en ernstige) op luifels. II. 88. Op Somer, J., Grafdicht. 574. — Heilige Warande. 369. Opstand (De) der Belgen. — Zie Schrant. H. 247. Opterbeek, J.Czn. — Zie Brockes. 308. Opuscula academica. H. 923. — (Belgii litterati), histor. philol. theolog. 980. (Daniae et Sveciae litteratae). 850. — (Germaniae litter.), histor. philol. theolog. 739. Opvoeding en Onderwijs. H. 917. Opvoeding (De beste) d. jeugd, ten nutte v. h. Ge- meenebest. 465. Opwekking aan de Nederlanders. H. 192. aan de vrije Nederlanders. II. 1002. en bemoediging aan Neêrl. Protestanten. 514. tot boetvaardigheid aan Neerl. inwoners. 488. van Lazarus. — Zie C. R. Bilderdijk geb. Woest- hoven. 389. Opzoomer, A., In Dagen van strijd. 690. Gerda. Een Noordsche sage. H. 1000. Johann De Witt. Trauerspiel. 806. Prins Willem Dl en de moord der Gebroeders de Witt. H. 157. — Der Sturz d. Hauses Alba. Trauerspiel. 806. — Vorstengunst. II. 1016. Opzoomer, C, W.,' 1846—1871. 87. ( — De belangen van het Hooger Onderwijs. II. 320. Be Bonapartes en het recht van Duitschland. II. 52. — Cartesius. H. 911. Frankrijks onrecht in den oorlog van 1870. II. 52. — De Godsdienst. 655. — Goethe’s godsdienst. 751. .. Be grenzen d. Staatsmacht. II. 930. Be Grondwet en de bisschoppen. H. 339. [ Be hervorming onzer Hoogescholen. n. 321. Be leer van God bij Schelling, Hegel en Krause. II. 914. Lessing, de vriend der waarheid. 753. Naar aanleiding van een testament. 166. Natuurkennis en Natuurpoëzie. II. 915. Een nieuwe kritiek der wijsbegeerte. II. 914. Nog eens: Oud of nieuw P H. 386.
Opzoomer, C. W., De orthodoxie aan het staatsroer. n. 277. — Oud of nieuw P II. 386. — Het regt der geschiedenis. II. 254. Het regt en de pligt der regering. H. 339. — Scheiding van Kerk en Staat. H. 393. — De Souvereiniteit des volks. H. 255. — Thorbecke. Een woord van hulde. H. 258. — Das Unrecht Frankreiehs. H. 53. — Volkswil en vrije verkiezingen. II. 253. — De vrucht der godsdienst. 655. — De vrije volksschool. 1L 312. De waarheid en haar kenbronnen. H. 915. — Wat dunkt u van den Christus? n. 27. — Wetenschap en wijsbegeerte, n. 910. — Het wezen en de grenzen d. kunst. H. 951. — Het wezen der kennis. H. 915. | — Een woord tot zijne medekiezers. H. 255. — De wijsbegeerte der ervaring, n. 385. Zie. liberty. 884. —• Hebei. 310. — Redevoerin gen. 116. — Schaefer. 751. — Shakespeare. 846. — Reg. Tooneel. Oraculen (Vermakelyke) ofte konstwylige voorzeggin gen. 691. Orakel (Het) der Orakelen. II. 50. i Oranje-bloemen.. op den weg der vrijheid. 454. — en bladen. Verzameling van opschriften. 517. t Oranje-kap op ’t hoofd v. d. Rotterd. Pans. H. 619. j Oranje-Vrijstaat. H. 681, 1058. | Oranje-Woorden in Febr. 1857. II. 256. | Oranje zyllers lied (Het friesck). 825. I Oratie van den Enghelschen Ambassadeur. II. 834. I — (De derde) of diepe protestatie. II. 834. I — of Wtspraecke v. h. Recht d. Nederl. Oorloge n. 127. 6 ' I Oratio Dominica in diversas... linguas versa. 54. I — Dominica Frisice. Hs. 5. I — ecclesiarum Christi. — Zie van Marnix. II. 347. van Toorenenbergen. II. 345. I — in natal. Frederici Guilelmi III, Regis Boruss.H. 706. B Orationes Dominicae versiones. 54. I — V de certo genere vitae homini nobili deligendo. 880. I Oratoria (Progymnasmata). H. 723. I Orbis-Pictus of geschilderde wereld. 712. I Ord-Bog over Danske Ordsprog. 859. I Orde der Feest- en Lijdensteksten. II. 515. R Ordelboek van den Etstoel van Drenthe. H. 654. 1 Orden de las Oraciones del anno etc. [Joodsche Kerk boeken in het Spaansch]. 920, 921. ■ * Ros-asanah y Kipur ^Joodsch Kerkboek in het Portugeesch], 923. ■ Orden, G. van, Bijdragen tot de penningkunde. II. 73. ■ — Handleiding v. verzamelaars v. Nederlandsche his- • toriepenningen. H. 73. ■ — (Leven van). Lb. 1854, 25. ■ — Overdrukjes. i ■ Orden, G. van, en A. D. Schinkel, Bijdragen tot * de penningkunde. H. 73. . Ordene de Chevalerie (L’). — Zie Hnes de Tabarie. 944. Ordensregelen van den H. Augustinus. Hs. 38. Order van Bataille. — Zie le Francq v. Berkhey. II. 206. Ordinantie. — Zie Ordonnantie. Ordinary (The). — Zie Engl. Plays. 843. Ordo Sacerdotis. Hs. 38. Ordonnancye (v. 1540) op ’t stuck v. d. pollicye. Hs. 43. Ordonnantie... voor de Cleyne rolle v.Utrecht. H. 589. — ende Eeuwigh Edict v. d. Ertzhertoghe. II. 797. „ Instructie op d. Stijl v. procedeeren v. d. Hove v. Utrecht. II. 589. voor het Kryghs-Gerecht binnen Groningen. II. 647. — nopende de Manier v. procedeeren v. d. Hove van Utrecht. Hs. 74, 81. — (Nieuwe) op ’t Middel v. d. 20“ penning. II. 178. ende Onderrichtinge v. d. order d. Secretarye te Leyden, n. 485. tegens de Ongeregeldheden v. h. Krijgsvolk, n. 160. — op ’tOpenb. onderwijs in den Oranje-Vrijstaat. H.684. — (Pauselijke) tot hervorming d. kloosters. Hs. 38. — (Provis.) over d’Appellen of Provocatiën. II. 418. — op de Rechts-bediening over Sappemeer. H. 652. — ende Reglement bij de Staten v. Utrecht gearres teerd. Hs. 52. ö 'ti9^ ^ ev * 8 * el1 ‘ • ■ nullen worden gereguleert. — v. Richter enz. d. stadt Arnhem. H. 424. waer nae de Schuyt ende Scheepsvrachten ... be taalt sullen worden. H. 1043. — ende Statuyten v. Schoonhoven. Hs. 50.'' — (Strickte) van Harman de Snyder. 700. — op ’tstuk v. d. Schutterye te Leyden. H. 472. — v. d. Stijl v. procedeeren in Antwerpen. II. 797. op den Tol tuss. Nymegen en Arnhem, n. 425. — nopende „Trouw moet blycken”. Hs. 25. — enz. v. d. 40“ penning v. d. Yerkoopingen. H. 182. — (Nieuwe enz.) op het Kleyn Zegel. II. 182, 213. — op ’t Klein Zeegel in Vianen. II. 526. Ordonnantiën betr. de Accijnsen te Amsterdam. H. 551. — betreffende de Belastingen te Rotterdam. II. 522. — (De Crimineele) van Koning Philips. II. 113. — (Stads) van Nymegen. Hs. 47. — v. d. Staten van Holland en West-Friesland. II. 440, 441. — en Statuten v. d. Keyserl. Maiest. H. 101. — Statuten v. Vlaenderen. II. 802. — (Synodale) ende Resolution, n. 420. — (Yerschill.) v. h. Gemeentebestuur te Leiden. H. 472—95, 511—514. — (Verschil!) betreff. de Leidsche Gilden. 11.511—514. — ( » ) „ „ „ Beursen. H. 514. — ( „ ) v. h. Gemeentebestuur te Nijmegen. H. 434—436. — (Verschil!) betreff. de Rechter! Inrichting. H. 271. — ( » ) van de Staten d. Prov. Utrecht. II. 588, 589. Ordonnez de Cevallos, P. — Zie Werelt. II. 881. Ordre betreff. de goude ende silvers penningen. H. 285. — ende Reglement d’Anno 1676. n. 419.
535 ORDB.E. — OTTO VAN tASSAU. 536 Ordre ende Reglement over desolate boedels te Zutphen. U. 438. ende Regiem, tot een korter manier van procédé- ren. U. 424. en Reglement van procederen in Leyden. II. 490. — ende Reglement [op de] Regeringe d. Furstend. Gelre. Hs. 47. — ende Reglement van de regeeringh in de Prov. Utrecht. II. 586. ’ der Texten... verklaert te Leyden. II. 515. op de Expeditie, van de Rollen enz. — ZieRoose- boom. II. 550. W aer nae geprocedeerd sal werden... in Groningen. n. 642. Orell, J. G. — Zie Mittbeilungen. II. 762. Orellius, J. C., Symbolae criticae. IE. 689. Organisation d. 1. bienfaisance publique dans Luxem bourg. n. 765. Orgeldeimtjes (Protestantsche). — Zie Kremer. 514. Orient (Der poetisohe). — Zie Polyglotte. H. 965. Orientalisten-congres (Het Leidscbe). 983. Origanus, D., Kleyne Almanacb. 183. Origenes, Sermoen over Joh. XX: 11. Hs. 20. Origines Langobardicae. II. 690. Origo et historia Belgicorum tumultuum. — Zie Gysius. II. 104. Orizandt, J., Democritus, belagchende de weereldt. 626. Heraclitus, beschreyende de weereldt. 626. Oude wijn in Nieuwe Leder-zacken. 437. Zege-praal over ... Wilhelmus HI. 437. Orlers, J. [of J. J.], Aanteekeningen bij J. van Hout Dienst-bouc. Hs. 48. Beschryving d. stad Leyden. H. 461. Geslachtsboom d. graven v. Nassau. H. 67. Warachtige beschryvinge van alle de belegeringhen ende victoriën. II. 131. Zie: Bruyloftdichten. 274. Ormeling, J. A. — Zie Programma. 512. Orneval (d’). — Zie Reg. Tooneel. Omhjalm, C„ Historia Sveonum Gothorumque eccle- siasticae. II. 778. Ororsco, A. de, Alleen-spraecke v. d. Passie J. C. 649. Orphea. Bloemlezing. 183. Orsoy, J. A. van, Het Lustslot Koldenhooven. 364. Ortelianus J. C., Paraphrasis ofte Verklaringe v. d. C1HI Psalm. 332. Ortelius, A., Aurei Saeculi Imago. II. 696. Zie: Descriptio. II. 695. — Divaeus. II. olo. Hegenitius. II. 42. Ortelius, A., et J. Yivianus, ltinerarium. n. 795. Ortelius, H., Chronycke van flungarien. H. 758. Orthographia Castellana. — Zie de Fonseca. 918. Orts. — Zie Redevoeringen. H. 792. Ortwinius, J , Laudatio fun... Mariae Stuartae. II. 838. Orus Apollo. — Zie Zaunslifer. 629. Orville J Ph. d’. — Zie Burmannus Sec. 87. — Memorabilia. II. 555. - P. d’Orville. 897, 906. Orville, P. d’, Bruiloftdicht. 540. — Poëmata. 897. (Lat. bruiloftdicht voor). 906. Orville, P. d’ (Lat. lijkdicht op). 909. Orzano. — Zie Reg. Tooneel. Os, G. van. — Zie Reg. Tooneel. Os, J. van, Bespiegelingen. 194. — Gedichten. 380. — Grafdicht. 570. Os, P. van, Reizen der Engelschen. 714. Os Jr., P. van. — Zie Lustwarande. II. 988. Os, W. van den. — Zie Catalogus. H. 972. Osann, F., Adnotat. crit. in Quintiliani Inst. orat. 887. Osenbruggen, O. van, De eenzijdige rigting. H. 255. Osiander, Exposé hist. d. finances d. Pays-Bas. H. 283. O-sprook. — Zie Golholms roos. 160. Osselt, J. C. van. — Zie Reg. Tooneel. Ossian, Fingal (Nederl. vertaling). 311, 641. H. 1012. — Fingal (Hoogd. vertaling). 868. — Gezangen. 637. — Poems. 868. — Temora. 311. Zie: Reg. Tooneel. Ostens, J. — Zie t’Samenspraeck. H. 519. Ostens, W., Bruiloftdichten. 540, 548. — Grafdicht. 571. Ostertag, J. Ph.,Kepler’s Monumentin Regensburg. 753. Osterwald, K. W., Iwein, ein Keltische Frühlingsgott. H. 21. Ostfriesland wie es denkt und spricht. 820. Oterdoom, J., Geestelijk A.B.C... boek. 155. Otfridus. — Zie Otfried von Weissenburg. Otfried von Weissenburg, Evangelienbuch. 782—783. Krist. 782. Zie: Denkmale. II. 1023. — Schitter. 776. Otinel, Chanson de geste. 946. Otnitt [of Ortnit]. 795. Zie: Gedichte. 779. — Heldenbnch. 780. Ottema, J. G., Der Friezen herkomst, volgens het Boek van Adela. H. 612. Gelegenheidsrede over Simon Stijl. 91. — Kores. Historisch-chronologisch onderzoek. H. 24. He loop d. rivieren door het land d. Friezen. H. 611. Het ontstaan der Zuiderzee. II. 299. — Ovidius’ eerste Heroide geordend. 886. _ Överdru^es^;^ ^ _ 0era Lind Bok n. 612. — Proeliarius. II. 613. — Volksalmanak. U. 607. Otten, G., Ueber d. Caesur im Altfranzösischen. 934. Otterbein, D. E. — Zie Gesangen. 264. Otterloo, A. van. — Zie Tentoonstelling. H. 314. Otterloo, M. D. van, Bijdrage tot toelichting der schoolkwestie. H. 313. Ottius, J. H., ovo(i*roAoy/« s. de nominibus hominum propriis. 46. Otto (Meister), Eraclius. 794. Otto, Eb. — Zie Index. Hs. 74. Otto, F., Die Gesammtliteratur Niederlands. 68. Otto, G. D., Feestrede, n. 605. Otto von Bamberg. — Zie Haag. H. 708. Otto van Passau. — Zie Boec. 609.
537 OTTOCARTJS HAMMENSIS. — G. OUTHtJYS. Ottocarus Hammensis. — Zie C. A. Dukerus. O^oni, J. E., Drama allusivo ao caraeter... de M M. de Barbosa du Bocage. 924. Ottow. — Zie Bibliotheca. II. 965. Otway. — Zie Reg. Tooneel. Oudaan, J., Aanmerkingen opdebeschuldigingen.II.162. — Aanmerkingen op Horatius Dichtkunst. 300. tt o ” ov6r hst verhaal d. Rijnsburgers. 11. 358. Bedenkelijke toepassing op eenige stukken in de Openbaringe. 651. — Bruiloftdichten. 530, 532. — [Verschil! dichtwerken], 343, 344. — De Geboorte van den Zone Gods. 523. — Grafdichten. 564, 565, 566, 570, 575. — Hollants Venezoen in Engelant gebakken. 438. — Lasterkladde der landverraderie. 437. — Roomsche mogentheid. II. 849. — Tooneelpoezy. XVI. — Uyt-breyding over het Boek der Psalmen. 244. Zie: Agrippa van Nettenheim. II. 959. — Bizot. II. 71. — Bloemlezing. 225. — Mebins. II. 22. — Neder- landt. 436. — Psalmen. TI. 989. — Reg. Tooneel Oudaen, J. (de jonge), Boezemsklagt over Prinses Anna. 457. — Spiegel d. tweedragt in ons Vaderland. 457. Zie: Marius. 305. — Verzameling. 453. Oud-Oeltiscli. 863. Oudegherst, P. d’, Kronyke of Jaerboeken. II. 800. 0 n 6I 927’ ^ ’ ^ erllan ^ e ^ n g en over Strafvordering. — Regterlijke uitspraken o. h. Gron. Beklemregt. 11.643 Zie: de Jongh. II. 272. — Studentenliederen. 292^ — Treating. 560. — Venhuizen Munniks. 660. Oudeman, A., en G. Diephuis, Opmerkingen en Mede- deehngen betr. het Neder! Regt. H. 261. Zie: Tijdschrift. II. 261. w Oudemans Jr., A. C. — Zie Tijdschrift. H. 287. Oudemans Sr., A. C„ Bijdrage tot een oud- en mid- delnederl. woordenboek. 167. — Chronologisch handboek. II. 4. — Eerste beginsels d. Nederlandsche taal. II. 977. — Gemengde Taalkundige bijdragen. 140. — Woordenboek op de Gedichten v. Bredero. 165. — » .. » werken van P.C. Hooft. 164. — (Leven van). Lb. 1875, 142. — Overdrukjes. Ziu: O. A. Oudemans. 231. — Ystorien Bloeme (Der). 206. — Reg. Tooneel. Oudemans, C. A., en A. C., Gedichten. 231. Oudemans C. A. J. A., Beginselen der plantkunde. H. 948. Oudemans, H. C., Overdrukjes. Oudemans, J. A. C., Het Universaal instrument v. Repsold. II. 942. — Overdrukjes. Ouden, J. P. den. — Zie Reg. Tooneel. Oudendorp, F., Bruiloftdicht. 540. — Carmen.. de Veris Adventu. — Lentezang. 306. — Laudatio funebr. W. C. H. Frisonis. H. 187. » „ Principis Annae. H. 192. 538 Oudendorp, F., Lof- en Lijkrede op Prinses Anna. H. 192. — De litteratis C. Julii Caesaris studiis. H. 852. De veteram inscription::m et monumentorum usu. II. 16. Zie: d’Orville. 906. — Snakenburg. 906. — Sue tonius Tranquillus. 887. Oudendorp Chimaer, D. N. van. — Zie Proclamatie, n. 476. Oudenhoven, J. van, Antiquitates Cimbricae renova- tae. n. 91. — Een nieuwe Beschryving v. d. Meyerye. H. 409. — Beschryvinghe v. d. Frontierstadt Heusden. H. 413. „ „ h. Landt v. Heusden. II. 413. » ,, d. sladt Heusden. H. 413. — Out-Hollandt nu Zuyt-Hollandt. H. 441. — Oude Hollandsche landen, heeren enz. H. 276. — Oud- en Nieuw-Dordrecht. II. 451. — Sylvae Ducis aucta et renata. H. 410. Oud-Grieksck. 869. H. 1027. Oudheden en Gestichten. —— Zie van Heussen. (Friesche). Afbeeld, v. merkw. voorwerpen. H. 611. — (Westphaalse) waarin betoogt.. . wort enz. II. 725. — (Eenige Zeeuwsche). — Zie Ermerins. H. 573, 574. Oudheid (Geschiedenis der), n. 13, 1035. Oudheidkunde in het algemeen. H. 13,1035 . Hs. 73, 85. — van Duitschland. H. 695, 1059. — „ Engeland. H. 831. — „ Frankrijk. H. 817. — „ Nederland. II. 74, 1042. — » Noordsche Staten. II. 771. Oudheit (Herboore). — Zie van Swaanenburg. 356. Oudhof, G., Verhaal van hooge watervloeden. H. 300. Oud-Holland. Nieuwe Bijdragen enz. 133. Oudiette, Ch., Dictionnaire géographique. II. 795. Oudin, Ant. — Zie La Curne de Sainte-Palaye. 936. Oudin, C., Tesoro de las Leng. Francesa y Espanola. 52. Oud-Italisch. 877. Oudkerk Pool, 8. P., Eleonore van Castilie. 410. Zie: Reg. Tooueel. Oud-Noorsch. 850. H. 1025. Oud-Saksisch. 811. Oud-Slawiseh. 961. Ourry, E. T. M. — Zie Reg. Tooneel. Oursson. — Zie Valentyn en Oursson. Ouryk, H. van, Bruiloftdicht. 544. — Gedachten op het vertrek van den Prins. 454. Outeren, G. P. van (Leven van). Lb. 1856, 60. — De ludis aleatoriis in civitate observandis. H. 273. Outhoff, G., Brieven a. L. Smids. Hs. 65. — Bruiloftdicht. 530, 538. — Keizerlijke Rijks-zinspreuken. 357. — Poezy, best. in stigtelijke gezangen enz. 357. Zie: Cebes. 297. — Hesman. 366. — van Hoog straten. 155. Outhuys, G., Grafdichten. 567, 570. I — Jeugdige gedichten. 400.
539 G. OUTHUYS. — OVIDIUS. 540 Outhuys, G., Ode op de inwijding v. h. Athenaeum te Franeker. 495. Ontin, J., Brieven a. A. Kluit. Hs. 72. Ontman van Aalst, J., Bruiloftdicht. 539. Outrein, J. d’, Afscheid- en Intreeleerrede. 731. — Grafdicht. 561. — De Kerk in rouw. II. 838. Nederlands dank-altaar. IT. 176. — Noodige aanmerkingen over een boekske. II. 903. Roosendaalsche Vermakelijkheden. 353. Zie: van Alphen. 527. Outreman, H. d’, Histoire de Valentiennes. 11. 831. Outreman, P. d’. — Zie H. d’Outreman. II. 831. Outzen, N., Glossarium d. Friesischen Sprache. 821. Zie: Werlauff. 859. Ouvré, H., Auhéry du Maurier. II. 131. Ouwejans, J., Koning Josias dood. II. 187. Ouwenaller, P. A. R. van, Grafdicht. 570. Onwens, R., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 65. — Bruiloftdicht. 537. Ouwerkerk de Vries, J. van, Antwoord aan Van Ho gendorp. II. 239. Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 65. — Godsdienstig onderwijs d. negerslaven. II. 681. — Oorzaken v. h. verval d. Nederl. handels. H. 269. _ Onpartijdige beschouwing van den toestand des Koophandels. II. 269. Wat is waarheid? n. 240. Welke belastingen zouden de beste zijn? 11.240. — Overdrukjes. Ouwersloot, D. — Zie Dichters. 224. OuwerslootjL. P., De vitaCimonisMiltiadis ftlii. H. 859. Zie: Grabner. 714. Oven, A. H. E. von. — Zie Neujahrs-blatt. II. 723. Overall, W. H. — Zie Catalogue. II. 843. Overbeke, A. van, Geestige werken. 192. — E, ïr£“i«d?'«6. - m - M. men. 242. Overberg, B. (Herinnering aan). 87. Overbury, Th., Observations in his travailes. n. 130. Over de Linden, L. F., Beweerd maar niet bewezen. n. 6i2. Overdenking over het 37« d. Evang. gezangen. 250. Overdenkingen bij het graf van jonge vrienden. — Zie van Loo. 637. Overdhage. — Zie P. A. de Zuttere. Overdorp geb. Post, E. M. — Zie Post. Overdorp, J. L., Een woord over de., verschillen. H. 360. Overduyn, W., Lijkrede op H. H. Donker Curtins. 728. Overeem, P. A. van, Liederen en zangen. 517. — Recapitulatie. 521. Tolken des gevoels. 517. Zie: Bandel. XIV. — Reg. Tooneel. Overgaauw Pennis, C„ De antiquissimo privüegio urbis Delfensis. H. 449. _ Overgaanw Pennis, C. E., De institutis admimstran- dae civitatis Delfensis. II. 449. Overgeplant. Nieuwe Bloemlezing. 295. Overijsel (Provincie). H. 627, 1056, Hs. 52. Overlegging (Nauwe) v. d. noodtsaeckelyckheden. II. 469. Overmeer, J. P. van, Willem de Eerste. 459. Zedige aanmerkingen op Burman’s Brederode. 903. Overschie, Fr. J. van, Brieven aan G. D. G. 652. Oiwd Niiws of volbragte belofte. 368. — (Gedichten aan). 368. Overstege, C. van, Poezy. 345. Overstraten, A. van, Jacoba van Beieren. 389. Grafdichten. 575, 576. Zie: Dichter. 473. — Heilwenschen. 220. — Moens. 231, XVII. — Keg. Tooneel. Overstraten, J. van, Grafdicht. 575. Overstroomingen. II. 299. Overtooms-praalje tuss. een Amsterdammer, Leyenaar, Gouwenaar enz. 458. Overvaert van Pieter Buitenplaats. II. 595. O verveld, Elis, van (Leven en gelukkig afsterven van). 651. Overveld Gzn, N. van. — Zie Reg. Tooneel. Overvest Kup, H. van. — Zie Kup. Overweeging (Dubbele) op den brief uit Dordrecht. V. — (Kortbondige) v. h. werk gen. Belisarins. II. 375. (Zedige) op de praedicatie v. P. Schaak. II. 898. Overwinning (Op de) der Franschen. 459, 481. (Op de roemrijke) op de Engelschen en Russen. 484. Overwintering op Nova Zembla. H. 1043. Overzicht van het Archief te Leeuwarden. II. 624. van Boeken enz. ingekomen bij de Kon. Akademie v. Wetenschappen. 121. — v. h. Geschapene. — Zie van Heusden. II. 947. v. d. Inventarissen d. oude Rijks-Archieven. H. 58. — d. algem. Kunstgeschiedenis. — Zie Kuss. H. 952. v. h. Lager Onderwijs. — Zie Görlitz. H. 309. d. Landbouwscheikunde. H. 290. v h Nederl. Rijks-Archief. — Zie Bakhuizen van den Brink. II. 59. v, d. Provinc. wetgeving v. Noord-Holland. n. 528. _ en Uitkomst d. Stemming. — Zie Caan. H. 254. — van Vlugschriften betreffende de Marine. H. 304. (Bibliogr.) v. werken over Geschied-, Oudheid-, Geslacht-, Wapen- en Zegelkunde. II. 3. — (Geschiedk.) v. h. Nederl. verkiezings-stelsel. — Zie van Asch van Wijck. II. 279. (Histor.) v. d. Catechetische literatuur d. Remon stranten. — Zie Tideman. H. 357. (Kort) v. d. Belegering v. Leyden. H. 463. (Kort) d. Gebeurtenissen. — Zie Hoeufft. H. 403. — (Tabell.) d. regeling v. h. Onderwijs in Drenthe. H. 656. (Vlug, staatkundig). H. 250. Ovidius Naso, P., Verschill. werken in Nederl. ver taling. 301—302, 601—602, II. 993. — Metamorphoses. 794, 886. I eerste Heroide geordend. 887. Zie: Pierson. 344.

543 H. VAN DEB PALM. — C. PAUADIJS. 544 Palm, J. H. van der, Geschied- en redekunstig Ge- denkschrift. H. 229. Inwijding gedenkteeken voor L. J. W. Beeckman. n. 507. Leerr. t. voorbereiding v. h. Academiefeest. II. 498. (Al de Leerredenen van). 723. Lofrede op J. A. van de Perre. 88. Memorie betr. de invoering d. Schoolwetten. II. 310. Neerlands blijde vooruitzigten. II. 232. — Oratorische werken. 719. Redevoering t. herinn. a. d. acad. leeftijd. II. 506 n bij het Nationale feest. II. 224. Redevoeringen, Verhandelingen en losse Geschrif ten. 719. Salomo (met vervolgen). 653. Twee rapporten... over de Heerlijke Regten. 11.1046. Vaderlandsche uitboezeming. II. 234. De vrede van Europa. II. 235. _ (Leven van, en geschriften over). 87, 88. ° V Z t ie^ U Attswahl. 720. — Besluiten. 150. — Biblia. 587. _ Bilderdijk. 551. — Bybel voor de jeugd. 587 — Conrad. 73. — Feest. II. 228. Ge denkschriften. H. 228. — Klaarenbeek. 391. - Klijn. II. 969. — Leerredenen. II. 247. — Nieuw- jaarwenschen. 523. — Siegenbeek. 151. Palm, J. H. van der, en H. Tollens Cz., Nage dachtenis van E. A. Borger. 72. Palm, K. van der, De beste opvoeding der jeugd. 465. Nederduitsche Spraekkunst. 143. Palmar, W. van, De golden Kette. 175. Palmer, N., Brief a. Frijdag. Hs. 72. Palmer van den Broek, W. — Zie Broek. Palmeryn van Olijve (Historie van). 661. Palmezeaux, M. Cubières de. — Zie Cubières. Palthenius, J. H. — Zie Schilter. 776. — Tatianus. 781. Paludan-Müller, C., Jens AndersenBeldenak.il. 786. _ Om Harald Blaatands Lovgivning. H. 784. Om St. Hans Kloster. H. 786. Zie: AktBtykker. II. 786. Paludanus, P., Brieven. Hs. 65. — (Lijkrede op). 731. Zie: Kunstgenootschap. Hs. 26. Paludanus, R., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 65. _ Oudheidkundige verhandelingen. II. 534. Zie: Higt. 306. Paludanus, Th., Bruiloftdicht. 540. Zie*. Boon. 529. Paludanus Rzn, Th., Leerrede over Luk. XVI: 2. 736. Palyamunkak. 989. Pamela of de beloonde deugd. — Zie Richardson. 668. (De Hollandsohe). 668. Pan, A., Lijktoortsen bij... Maria Stuart. 441. Pan, J., Aanmerkingen op de Ontwerpen t. herziening d. Grondwet. II. 254. _ Aanwijzing d... dichters d. W. en K.W. Bilder dijk nagevolgd. 71. — Kleine opstellen. II. 653. Leven van B. van Laar. Lb. 1853, 22. (Leven van). Lb. 1872, 277. Pan, J., Overdrukjes. Pan, Th. (Leven van). Lh. 1860, 208. Panathenaeum voor Studenten. II. 322. Panckoucke, A. J., Abrégé chronologique. H. 801. Panckoucke, C. L. F. — Zie Tacitus. II. 688. Panckoucke, J., Dictionn. d. proverbesFran S ais. 937. Pandelaert, B. van, Hymni. 255. Panders, J. van. — Zie Reg. Tooneel. Pandolphus Collenutius, Vant loeye en leckere leuen. 304. Zie: Ghebruyck. 804. Pandora in het bezit van het Tooneelklokje. UI. Pangerl, M. — Zie Mittheilnngen. II. 755. Pangkofer, J. A. — Zie Mundarten. 771- Panhuys, J. E. van, De tributis. H. 283. Zie: Ottema. 91. Pankratius-Briinnche (Das). 773. Pannebakker, M., Verscheidene gewigtige bedenkingen. H. 380. Panneboeter, G. W., De jure venandi. H. 265. Panneel, M. — Zie Jacobus 1. 647. — Napeir. n. 892. Pannevis, A., Shakspere en deNederl. uitgaven zijner werken. 836. Pans Fluytje, ofte heydens banket. 358. Pansmouser, G. — Zie Reg. Tooneel. Pantekoek, F. C. A., Toespraak v. h. garnizoen. H. 238. Pantekoek, J., Grafdicht. 570. Pantheon (Klassiek, Letterkundig). 183. Pantinus, P. — Zie Michaëlis. 872. Pantschatantra. Fünf Bücher Indischer Fabeln. 976. Panzer, F., Bayerische Sagen [Beitrag z. deutechen My thologie]. II. 733. Pap, Ign. [Magyaarsche prosodie]. 989. P&pai, F. P., Dictionn. Latino-Hungaricum. 990. Papanti, G., I parlari Italiani in certaldo. 914. Pape, C. W., Handel, v. h. Klassik. bestuur. II. 360. Herinnering aan Jan Esdré. II. 968. De stad en het land van Heusden. II. 413. Pape, J. B. de. — Zie Reg. Tooneel. Pape, J. D. W., Leven van H. Cock. Lb. 1867, 3. j Leven van J. F. M. Ganderheyden. Lb. 1851, 62. i 5 M Maarten van Rossum. II. 403. Pape,”w., Handwörterbuch d. Griech. Sprache. 46. Papebrochius, D., Annales Antverpienses. II. 796. Papekost in geuse schotelen. — Zie Steversloot. II. 371. • Papen Apen-spel. — Zie Fruytiers. 431. Papenbrug (De). Een klaagzang. H. 1004. E^apiëmentiscli. 1005. Pappus, P. — Zie Articul-brief. II. 646. Paquet, J., Esquisse historique de 1’enseignement pu- blique dans Ie pays de Luxembourg. II. 765. Geschiedenis d. Luxemburgsche Landen. H. 765. Paquet-Syphorien, Voyage historique. II. 795. Paquot, J. N„ Brieven a. A. Kluit. Hs. 72. Mémoires p. servir a 1’histoire littéraire d. Pays- Bas. 67. Zie: SynopsiB. II. 800. Paradijs, C. — Zie F. van Eeden.
35 Paraphrase van het Hooglied. Hs. 12. Paraphrasis epistolae P. v. Hemert ad Feithium. II. 381. — ofte verkl. v. d. C1III Psalm. — Zie Ortelianus. 332. Paravia, P. A., Viagetto a Possagno. 916. Parcirolus. — Zie Gyllius. H. 858. Pareival. — Zie Heldendichtungen. 780. Pardessus, J. M. — Zie Loi Salique. II. 702. Pardoner (The) and the Priar. — Zie Engl. Plays. 843. Paré, J. — Zie Aanteekeningen. H. 351. Pareau, A. H., De oude kerk te Assen. II. 655. — (Leven van). Lb. 1860, 369. Pareau, J. H., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 65. — Oratio de amico atq. utili Graecarum Latinarumque literarum o. Orientalibus consortio. 979. — Oratio de ingenuo poeseos Hebr. studio, nostris tem- poribus magnopere commendando. 983. Pareau, L. G., De christianae religionis. H. 891. — Jezus Christus en die gekruist. 724. — Leerredenen. 736. — Leven van J. F. van Oordt J.Wz. Lb. 1853,15. — Een levensbeeld. 88. Zie: Suppl. Keg. Tooneel. Pareus, D., Oratie [en Redev.] ov. de Nationale Synode. II. 349. Paringet, D., Memoriaal v. Grave. II. 409. Paris, G, De Ludgero ... apostolo. H. 332. — Le petit Poueet et la grande Ourse. 958. II. 499 — Róle de 1’accent latin dans la lang. Franpaise. 932. Zie: Sept, sages de Rome. 947. Paris, J. W., Eben-Haëzer. II. 577. Zie: Nieuwejaars-Grift 309. Paris, L. — Zie Evangéliaire. 963. Paris, P. — Zie Berte aus grans piés. 946.— Chanson d’Antioche. 943. —- Garin le Loherain. 944. — Historie. H. 819. Parise la Duchesse. Chanson de geste. 946. Parison, J. P. A. — Zie Michallet. II. 83. Parival, J. [of J. N.], Les delices d. 1. Hollande. II. 395. — Vermaecklyckheden v. Holland. H. 395. Parival, L. N. D., Ware Interest van Holland. H. 149. Park. — Zie Warton. 833. Park (Mungo), Reisen in das Innere von Afrika. II. 867. Parker, Mrs. — Zie Words. 840. Parker, Th., Beroemde Amerikanen. H. 871. Parker de Ruyter Rocher van Renays, W„ Bijdra gen ter beschouw, v. h. Wetb. v. Koophandel. H. 270. Parkmeeting (De). H. 343. Parlament (Der Vrouwen). 704. Parnas aan de Waal. — Zie van Hoogstraten. 360. — in roer over het... gedigt van H. Issendorp. 526. — (Hollantsche) of verscheide gedichten. 227. Parnas-loof (Gemengelde). 228. Parnasse (Le) Occitanien. 924. Parnassus aan ’t Y of Konst-schoole ter deugd. H. 987. Parnassus-bergh (Hemelschen). 258. Parnasus Latino-Belgicus. 67. Parrot, J. L. von, Entwicklung d. Sprache... d. Liwen, Latten u. s. w. 971. Parrot-Larivière. — Zie Hollande (La). H. 83. Parry, J. H. — Zie Transactions. II. 843. Pars, A., Catti aborigines Batavorum. H. 460. — Christelijke feest- en treurliederen. 259. — Index Batavicus, of Naamrol v... schrijvers. 67. Zie: Bodaan. 552. — Crucius 531. — v. Hoven. 536. Parson’s Wedding (The). — Zie Engl. Plays. 843. Parson, P., Deugd geeft vreugd. 427. Zie: Huisvriend. 707. — Proeven. 268. Parthenia (De deughdelycke). — Zie Eudoxe. 662. Particularités sur la vie de Juste Lipse. 84. Particulars (Interesting) of the glorious victory. H. 221. Partijen (De Staatkundige). II. 258. Parton, J., General Butler. H. 878. Partonopeus und Melior. 203. — van Bloys. 203, Hs. 10. Parturiunt Mures et Nascetur Mons. Zie Min nares. 355. Parvé, D. J. Steyn. — Zie Steyn Parvé. Parvé, J. P. — Zie Eerzuil. 453. Parijs in 1867. II. 829. Pas, D. — Zie Tijdschrift, n. 287. Pas, J., Mathematische behandeling d. Schrijfkonst. 8. Pas, J. de. — Zie Reg. Tooneel. Pas, J. J., Bentoncounty in Minnesota. II. 878. Pascal, Blaise (Werken over). 928. Pascha, J., Een deuote maniere, om gheestel Peleri- magie te trecken. 622. ° Pa rT h o n io G<Z '’ W ” Verdedi S i “g tegen C. van der Aa. 11. axu. Pasigraphie. Anfangsgriinde u. s. w. 6. —, Premiers élémens etc. 7. — et Pasilalie. 7. Pasilologie oder Weltsprache. 34. Paspoort, Z., Beschrijving van Zeeland. H. 568. Paspoort van Grijpskerke, M. C., De Gemeente Oost en West-Souburg. H. 580. — Overdrukjes. Pasquée... süt les affaires de Pmedicenne. 941. Pasquier de la Barre et N. Soldoyer, Mémoires pour servir a 1’histoire de Tournai. II. 810. Pasquin en Marforio Kamerdienaers. II. 822. Passagier (Nieuwsgierige). — Zie Steversloot. II. 997. Passarinho (O). Idyllio. 924. Passau, Otto van. — Zie Otto. Passavant, J. D. — Zie Neujahrsblatt. II. 723. Passavant, L. von, Gegen Agricola’sSprichwörter. 768. Passé, C., Aanspraak a. h. Amsteld. publiek. VI. Zie: Dank-offer. CCLX. — Keg. Tooneel. Passer, C. G., Specim. paroemiarum historicarum. 769 Passeraat, Joh. — Zie Lof. 701, 702. Passeratius, J., De Literarum cognatione acpermuta- tione liber. 36. Passerino, G. F., De occidente unum pro alio trac- tatio methodica. 896. Passie- en Getijdeboeken. Hs. 17, 18, 19, 79. Passio.. Jesu Christi. — Zie Holtstech. II. 28. Passioneel (Berijmd). Hs. 12. Passionael Somer [en Winter] stuck. Hs. 15. Zie: de Voragine. 609,
Passional (Das). Eine Legenden-Sammlung. 796. — (Das alte). 796. Passions-Schauspiel (Das) in Oberammergau. 806. Passius, J. de. — Zie Verzameling. 264. Passow, F. — Zie Tacitus. II. 688. — Victories. 891. Pasteur, J. D., Bouwkundig handwoordenboek. II. 956. Zie: Faujas St.Fond. II 659. — Keg. Tooneel. Pastorius, J. — Zie Franken. 905. Pater, L., [VerschiU. dchtwerken]. 369. II. 997. Zie: Blaaupot. 529. — B. de Bosch. 529. — H. de BoBch. 662. — Berznil. 453 — Knibbe. 526. — Ruysch. 558. — Verzameling. 453. — Beg. Tooneel. Paternoster (Geuze) den... Paus... toegeheilicht. 434. Paterson, S., Another traveller. II. 400. — EmpQndsame Reisen. II. 400. Pathelin (La farce de Maistre Pierre). 957. Patin, Ch., Nouvelles lettres. 930. — Relations... de voyages en AUemagne. II. 43. Patoir, L. — Zie Virgilius. 299. — Reg. Tooneel. Patrat, J. — Zie Reg. Tooneel. Patricius, Fr. — Zie Hermes Trismegistus. 597. Patricius (Wonder! leven v. d. grooten heyligen). 698. Patridolphius. — Zie Reg. Tooneel. Patriophilus. — Zie E. Luzac. Patriot (De) of duitsche zedemeester. 631. (De Hollandsche) gevende elucidatie enz. II. 179. — (Den oprechten) aengewesen. II. 159. (De ouderwetse Nederlandsche). H. 200,1045 46. (De Utrechtsche) aan den schim van... B. de Gruyter. 470. Patriots praetje (’t Oprechte). II. 593. Patriottentijd (Uit den). Hs. 45. Patroon (De oude Leidsche) of 3de Oct. banket. II. 464. Patterson, W. H., Glossary of Words in use in Antrim and Down. 841. Pattvn, C. P., Carol VI voorspoedigh regnerende. II. 179. Paty (du), Brieven over Italië. II. 854. Patyn, D. T. F. (Lijkrede op). 731. Patzig, H. —- Zie Maunhardt, H. 21. Paucker, C., Meletematum Lexistoricorum spec. II. 499. Paufler, G. H., De necessaria et utili schoiarum eru- ditarum aeque ac popularium cura. II. 919. Paul, C. — Zie Godolin. 950. Paulaerts, A. F., Karakterschets v. sommige geeste- lyken. 399. Paulatinus. — Zie Waereld. 379. Paulatinus Philocalus. — Zie van Merken. 373. — De Opera. II. 956. Pauli, Joh. — Zie Schumpff vnnd Ernst. 798. Paulinus, H., Rerum Belgicarum historia. II. 106. Paullinus, C. F., Geographia curiosa. II. 695. Paulsen, C., Gesammelte kleinere Schriften. 860. Samlede mindre Skrifter. 860. Zie: Fragmented 11. 718. Panlus, E., Die Cisterzienser Abtei Maulbronn. H. 742. Paulus, P., Betoog van Zeelands regt. II. 570. Paulus, P., Brieven. Hs. 65. — De collegiis pupillaribus (Weeskamers). II. 263. — De origine nexus feudalis. H. 569. — Verklaring der Unie van Utrecht. II. 116. — Voorrechten van ’s lands hoofdkerk. H. 378. — (Biographische aanteekeningen over). 88. — (Grafschrift op). Hs. 28. Paulus Warnefridus, De gestis Langobardorum.H.690. Pauly, A. — Zie Molière. 958. Paus (De) en de bijbel. 514. — (Geen)! Geen Bisschop! II. 339. — (Is de) onfeilbaar? II. 339. — (De tegenwoordige). H. 339. Pausen (De) van Rome... feilbare menschen. H. 339. — (Twintig) aan de hemelpoort. H. 32. Pausin Johanna, n. 339. Pauta e alvara de sua conflrmapao do Consulado géral de Sahida. H. 848. Pauthier, G. — Zie Kalvos de Zante. 877. Pauw, I. — Zie Historie. II. 568. Pauw, Nap. de, Overdrukjes. Zie: Rekeningen. 11 807. —Voorgeboden. 11. 8U1. Pavesi, F. [Verschil! Latijnsche gedichten]. 900. Paxi de Bathmar, M., Brief a. M. Tydeman. Hs. 72. Payen, Voyages. II. 43. Payen, P., Mémoires, n. 109. Payn, J., Literary recollections. IL 1025. Pays, Rob. — Zie J. B. Hugenpoth tot den Berenclauw. P. B. — Zie Fondamenten. 149. — Spiegel. 703. Reg. Tooneel. P. B. C. — Zie P. Bor Czn. P. B. M. — Zie Gedenkschriften. H. 177. P. B. V. D. *— Zie Chronykje. II. 96. P. C. — Zie Bossuet. II. 895. P. 1). — Zie P. Dubbels. P. de B. — Zie Testament. 322. P. de C. — Zie G. Pauthier. p. D. F. — Zie Paschier de Fijne. P. D. N. — Zie Reg. Tooneel. P. D. R. — Zie Bosch. 529. P. D. W. — Zie Augustinus. 608. Peacock, E., Glossary of words used in the wapentakes of Manley. 841. Peaux, R., Levensberigt van P. Peaux. H. 353. Pébé. — Zie P. Brooshooft. Pechlinus, J. (Lijkrede op). 731. Pecker, K. de, Brief a. d. Maatsch. d. Ned.Letterkunde. Hs. 65. — Grafdicht. 578. — Nieuwejaarswensch. 462. Zie: Carré. 552. — Nienwjaarwenschen. 523. Peckham, H., A tour through Holland. H. 400. Pecquius. — Zie Henrard. II. 821. Pectora mollescunt. — Zie Tooneel-oefening. XV. Pedersen, V. — Zie Andersen. 860. Peelen, B. — Zie Dichter. 473. Peene, H. van. — Zie Reg. Tooneel.
549 D. PEENIUS. — A. PEEIANDEE. Peenius, D., De ware aenbidder. II. 145. Peer, H. L. A. van, Korte verklaring. II. 645. Peereboom, M. C. — Zie Schels van Asperen. 527. Peerle (Die grote euangelische). 614, 620. Peerlkamp, P. Hofman, Brieven. Hs. 65. — Carmen. 307, IT. 1054. Leven van J. Venhuizen Peerlkamp. Lb. 1865,17. Liber de vita... Nederlandorum, qui Carmina .Latma composuerunt. 68. 550 Opmerkingen betreffende de Staten-overzetting d Evangeliën. 585. ° Opuscula oratoria et poëtica. 899. — Oratio de perpetua, quae Acad Leidensi cum gente Arausiaca intercessit eet. II. 496. — Oratio, habitaLeidaeauspicandis lectionibus. II. 502. — Oratio de vita E. A. Borgeri. 72. — De snrdorum mutorumque institutione. 35. — De vita R. J. Schimmelpennincki libellus. II. 231. — » » J. Scaligeri. Hs. 55, 86. Vitae aliquot excellentium Batavorum. 67. — Overdrnkjes. Zie: A eta. II. 1054. — Horatius. 299, 887. Hortensius. II. 565. — Huygens. 81. —Hulde 84. — Nauta. 59. — Tacitus. 887. — Virgi- Jius. 886. Peerlkamp, J. Venhuizen (Leven van). Lb. 1865, 17 Peeters, H. — Zie Taelverbond (Het). 134. Zie: Suppl. Reg. Tooneel. Peeters, N., Sermonen op alle de Evangeliën. 721. Peetsold, J. H., en P. J. de Bosson, Hulde aan A r. van Groningen. 77. Pegasus (Amsterdamsche). 276. Pellecom van Kortenhoef, A. N. van, Leerrede bij 40-jangen predikdienst. 731. Peneeom.J. E. A. van. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Peiffers, W., Proeve v. enthusiastische ... dwalingen. J-I. 358. — Sodoms ongerechtigheid II. 193. Peiffers Scheidius, W. — Zie Provó Kluit. II. 969. Peigné-Delacourt. — Zie Mémoires. II. 827. — Mona- sticon. H. 828. Peima, J. J. W. Beintema, Tabacologia. II. 949. Pekelharing, B. H., Leven v. L. E. Lenting. Lb. 1885,3. I Pekelharing, D. A., Bevoegdheid v. d. Nederlandschen Wetgever. II. 662. I Pekelharing, K. R., Leven v. S. de Wind. Lb. 1860,242. ■ — Overdrnkjes. I Pelegremaedse van dat heilighe lant. Hs. 23. ■ Pelegromius, S., Silva Synonymorum. 884. I Pelgrim (Den devot.en) reysende naer... miracul. beel den v. d. H. Maghet. 354. K Pelgrims Liede-boek. 265. ■ Pelichy, Th. P. M. A. Gislenus de, Spec, inaug. II. 929. 1 Pelinck, E., Geschiedenis v. h. Huweliiksgoederenrecht in Drenthe. II. 654. B Pelkoor, H. — Zie Bruyneuburg. 530. ■ Pelkwijk, J. ten. — Zie Luttenberg. II. 970. ■ Pell, G., The English, Dutch, French a. Latin Vo cabulary. 43. ■ Pellecom, A. N. van, [Verschill. dichtwerken], 399. ■— Leerrede over Handel. XIII: 6—12. 736. ■ Lierzang aan den Prins van Oranje. 493. B — Volkslied in 1841. 509. Zie: Robidé van der Aa. 549. — Wetstenius. 903. Pellekaan (De jonge)... vercierd met... liederen. 288. Pelletier Volméranges, B. — Zie Reg. Tooneel. Pellicanisten. — Zie Rederijkerskamer. Pellicanus, C. — Zie Psalmen. 983. Pellico, 8., Mijne gevangenschap. 642. — Over de pligten. 642. — Hetzelfde in het Nieuw- Gneksch. 916. — Poesie scelte. 916. Pelloutier, S., Aelteste GeschichtederCelten.il. 817, — Histoire des Celtes. II. 817. Pels, A., Gebruik en misbruik des tooneels. 301, 351. — Mengelzangen. 351. Minneliederen en Mengelzangen. 279. Zie: Boon. XVI. — Horatius. 300. — Mengel moes. 277. — Onderwijs. 11. 958.— Philalethes. 300. — Verhandelingen. 156. — Reg. Tooneel. Pelt, D. van. — Zie Tollens. II. 998. Pelt, P. van, Bruiloftdicht. 536. Pendanten bij don dood van Tollens. 575. Penelope, Taschenbuch. 782. Pengadjaran akan djalan Selamat etc. 1000. Penkrassen (Leidsche). II. 484. Penn, J. — Zie Weekblad. II. 937. Penna, Luc. de. — Zie Disputatio. II. 920. Pennewisch Jr., L. — Zie Reg. Tooneel. Pennine en Pieter Vostaert, Roman van Walewein 204, Hs. 10, 86. Penninck, J. J., Dieet- en zedekundig mengelwerk. 641. Penning, A. E., De luxu et legibus sumtuariis. II. 934. Penning Nieuwland, P. M. — Zie Nieuwland. Penningkunde. II. 7, 71, 1035. Penningske (Nog een) voor de noodlijdenden. 515. Pennis Jr., J., Bruiloftdicht. 543. Pennis, Overgaauw. —- Zie Overgaauw. Penon, G., Beschouwing v. Vondels Hekeldichten. 327. — Bijdragen t. d. geschiedenis d. Neder! letterkunde 61. II. 966. — Overdrnkjes. Zie: Juuckblnet II 965. — F. Max Maller. 33 Pepericornus, I., Defensio contra fam osas obscurorum virorum epistolas. 890. Zie: Ejjistolae 890 Peppe, J. F., Sur 1’origino d. Francs Saliens. n. 702. Pereira Iz., Praeadamiten. II. 890. Pereira Iz., D. Coronel. — Zie Reg. Tooneel. Perelaer, M. T. H., De spoliatie. II. 673. — Op sneê verguld. II. 1015. — Uit de oude doos. U. 666. Perez, Ant., Cartas. II. 847. Percy, Th. — Zie Reliques. 843. Perera, A. — Zie Gezangboekje. 978. Peretti, V., Grammaire Italienne. 914. Per Gradus ad Scientiam. — Zie Brief. 718. Per haec ad altiora. — Zie H. T. Terkamp. Periander, A., Noctae Speculum. 894.
551 PERIEB.. — H. PESIEES. 552 Périer, O., Lieven Bauwens. II. 809. Périès, J. V. — Zie Machiavelli. 915. H. 854. Perikles. — Zie van Assen. H. 859. Perin, R. — Zie Reg. Tooneel. Porinot, J. — Zie Reg. Tooneel. Peringskiöld, J. — Zie Cochlaeus. H. 690. — Ku- nunga ok Höfdinga Styrilse. 862. —Messenxus.il. 771 _ Monumenta. II. 780. — Monumentorum Sveó-Goth. liber II. 778. — Sturluson. 855. Peringskiöld, J. P. — Zie Fragmentum. II. 1019. Perizonius, A. — Zie Nyloë. 142. Perizonius, G., Godts hoogheit. II. 177. Perizonius, J., Aether Britannis et Batavia militans. H. 176. — Brief a. H. Copes. Hs. 65. — De epistola soribenda. Hs. 34. — Laudatio funebr. Mariaell. Angl... reginae.II. 838. — Oratio de fide historiarum contra Pyrrhonismum historicum. II. 1. Zie: Excerpta. Hs. 34. — Sanctius. 878. Perizonius Afil., I., Oratio de doctrinae studiis. 1. Orationes dnae de pace. H. 173. Zie: Kramer. 88. Perizonius, R. (Lijkrede op). 731. Perk, A., Oorsprong d. Gebruikregten. II. 581. — (Leven van). Lb. 1881, 27. Zie: Hortensius. II. 565. — Kaart. II. 581. Perk, Betsy. — Zie Reg. Tooneel. Perk, C. H. — Zie Reg. Tooneel. Perk, G. M., De aquis Leidensibus. H. 495. Perk, Jacques, Gedichten. 426. Perk, J. C., Bij ’s Konings uitvaart. 511. Perk, J. J. — Zie Lequieu. 159. Perk, M. A., In de Belgische Ardennen. H. 816. — Het Citadelmonument. H. 249. De Kerk en het tooneel. H. 957. — Het laatste bedrijf. II. 249. Een Reünie en een Uitvaart. H. 249. — Schetsen uit Luxemburg. II. 766. — Strijders. Toespraak i. h. kamp bij Milligen. H. 305. Wandeling door de prov. Antwerpen, n. 795. — Zes jaren in Tripoli. H. 870. — Overdrukjes. . Zie: Landjuweel. 184. — Redevoeringen, llb. Perlet, F. C. G., Etwas über Wurzelforschung. 763. — Versuch d. Ursprungen deutscher Wörterwurzeln nachzuforschen. 763. Pernice, Rechtsgutachten. H. 719. Peronneau v. Leyden, B. J., Bruiloftdicht. 548. Perponcher, W. E. de, [Verschil! prozawerken en Anthologie]. 636. Brief [en 2 e Brief] aan H. van Alphen. 2. - Briefwisseling met H. van Alphen. 2. Onderwijs voor kinderen. H. 314. — Spreuken, Opgaven, Overweegingen enz. 860. — Een Zuid-Bevelandsch dorpsleeraar. H. 1012. Zie: Andriesaen. 716. — Cicero. 603. — Kabinet bibliotheek. 183. — van Lennep. Hs. 31. — Roy aards. 88. Perponcher Sedlnitzky, W. a, De origine dynastiarum Hollandiae. H. 264. Perponcher Sedlnitzky, W. E. de, Avondgesprekken. II. 235. Perrault, C., Contes de ma mère 1’Oye. 708, 958. Vertelling van Moeder de Gans. 708. Perre, J. van de. — Zie Verbae! II. 142. Perre, J. A. van de (Lofrede op). 88. Perrenot, A., Brief a. A. Kluit. Hs. 65. Zie: Fasciculus. 902. — Relandus. 896. — Weiss. II. 194. Perrenot, Fréd., Mémoires. II. 114. Perret S., Woudt van sinne-fabulen. 320. Perrin, J., The English Language. 832. Perrin, J. B., Essai s. rorigine... d. langues. 27. Perrin, P. — Zie Virgilius. 949. Perron, du. — Zie Scaligerana. 950. Perry, W., Dictionn. of the English Language. 839. Pers, D. P. [Verschil! gedichten]. 322, 323. Jonas de Straf-Prediker. H. 995. d’Ontstelde Leeuw. n. 109. Zie: van Lennep. Hs. 7. Persia s. regni Persici status. — Zie de Laet. H. 865. E*ersië. H. 864. ïr^ersiscll. 977. Persius Flaccus, A., Hekeldichten. 303. Zie: Jayenalis. 303, 602. Personalien des... Grafen zu Solms. II. 729. Persyn, G. J. van. — ‘Zie Fasciculus. 902. Persyn P.Hz., Corte ... verantwoordinghe. H. 537. Persoonsnamen (Hoogduitsclie). 770. (Nederlandsche). 171. H. 981. Perthes, F„ Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 72. Pertius, F. L. de, Brief a. C. Huyghens. Hs. 72. Perty, W. — Zie Sententiën. U. 136. Pertz, G. H„ Geschichte d. Merowingischen Hausmeier. n sis Zie: Archiv. II. 687. — Liudprandus. II. 690. Peru. II. 882. Pervigilium Veneris. Hs. 28. Pescetti, O., Proverbi italiani. 914. Pesch, A. J. van. — Zie Catalogus. H. 557. Pesch, F. G. van. — Zie Kroeze Ramaker. 158. Peschék, C. A. — Zie Magazin. n. 709. Pesser, O., Bruiloftdicht. 539. Pestalozzi, Tijdschrift v. opvoeding enz. H. 1050. , Pestalozzi, J.H.,Methode d. altenSprachenz lehren.33. Zie: C. P. E- Robidé van der Aa. 11. au. Alberti. 754. Pestel, F. W., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 65. Commentarii de republica Batava. H. 276. — Dictata. Hs. 40, 74. — (Gedachtenisrede op). 88. — Nachrichten v. d. Republik Holland. H. 276. — Oratio de literarum studiis. H. 497. 1 Pesters (Geschriften betreffende De), n. 594—595 Pesters, F. H. de, De voorzitter d. Staten-GeneraaL H. 280. Pesters, N., De jure maritimo. II. 271.
Petavius, D., Rationarium temporum eet. II. 3. Peter, P., Literatur der Faustsage. 808. Peter Leu. — Zie Narrenbuch. 809. Petermann, J. fl., Brevis linguae Armeniacae gramma tica. 977. Peters, H., Geschiedenis van de koffie, n. 949. — Het Kunstfeest te Antwerpen. H. 798. — De nachtspoken. 687. — Schets der geschiedenis van Polen. II. 771. Zie: Reg. Tooneel. Peters, J. L. — Zie Vondel. 328. Petersburg (Nova urbis) delineatio. II. 770. Petersen, C., Vraag en antwoord. 471. Petersen, J. C. F., Der Kirchsprengel Weitmar. II. 691. Petersom, J. V. — Zie Gebedt. 229. Peterson, J„ Brief a. M. Tydeman. Hs. 72. Peterson, P. J. — Zie Reg. Tooneel. Peterson, V., Overdrukjes. Peterssen, C., Innighe alleen-sprake. 648. Pethau Newydd a Hen [Welsh tijdschrift], 866. Petillon, J., Overdrukjes. Petit, D. T., Bruiloftdicht. 549. Petit, J. F. Le. — Zie Le Petit. Petit, Louis D., Bibliographic d. Nederlandsche Dia lecten. 173. — Bibliotheek v. Nederlandsche Pamfletten.il. 55,503. — Register op J. Hilman, Ons Tooneel. CCLVII. — Overdrukjes. Zie: Bijdragen. II. 961. Petit, P. — Zie Coligny. 942. Petitain, G. — Zie Rousseau. 953. Petit-Radel, L. C. F., Notice s. 1. Nuraghes. H. 856. Petit-Senn, J., Paysages poétiques. 954. Petitiën (Generaale) van den Raad van State. II. 176. Petöfi, S., Osszes Költeményei. 992. Zie: Jókai. 990. Petrarca, F. (Werken over). 912. — Del Africa. 915. — De laude solitariae vitae. Hs. 24. Petrejus, Th. — Zie Pers. II. 995. Petri, F. E., Gleich- und ahnlich-lautende Wörter. 765. — Neuer Dolmetscher. 765. Petri, G. H. (Lijkrede op). 731. Petri, M. L. — Zie Jacob van Maerlant. 208. Petri, 0., De P. Cornelii tragoedia Cid. 958. Petri, V. F. O., Guilielmo Taciturno... sacrum. 900. Petrus, J., Diction. Latino-Sueco-Germanicorum. 44. Petrus, 01., Svenska Krönika. H. 775. Petrus, Suffridus. — Zie Suffridus. Potters, J., Andeutungen z. Stoffsammlungin den deut- schen Mundarten Böhmens. IL. 1023. Pétzeli, J. — Zie Voltaire. 952. Petzholdt, Jul., „Das Buch der Wilden.” 21. — Uebersicht d. bibliographischen Systemen. 19. Peucerus, C. — Zie Carion. n. 12. Peutinger, C. — Zie Lotter. 754. Peutingeriana tabula itineraria. II. 40. Pey, A. — Zie Doon de Maience. 947. Peyma, W. van, Verslag over de aansluiting v. Ame land. H. 620. Zie: Bronwer. II. 611. Peypers, W. N., Pieter en Elsje. 421. Zie: Reg. Tooneel. Peyrou, J. B. de, Bruiloftdicht. 550. Peys, A. — Zie Reg. Tooneel. Peyster, A., Bruiloftdicht. 550. Peysler, Fr. de, Address delivered before the New York Historical Society. II. 879. — Address on the Culture demanded by the Age. 4. — The Influence of Libraries. 19. — Life of Richard Earl of Bellemont. H. 871. Peyster, J. Watts de, Address upon the occasion of the inauguration of a Monument. IT. 874. — The Battle of the Sound. H. 147. — Catalogue of the New York historical Society. 11.879. — The decisive Conflicts at the late civil War. n. 873. — The Dutch at the North Pole. II. 686. — History of Carausius. H. 93. — „ „ Kearny. II. 874. — Life of Torstenson. H. 776. — Mary Queen of Scots, n. 843. — The Pearl of Pearls. H. 747. — Practical Strategy, n. 1061. — La Royale. II. 873. — Secession in Switzerland, n. 871. — Overdrukjes. Zie: van Lennep. Hs. 7. — Reunion. II. 879. Peyton, V. J., Elémens d. 1. langue Angloise. — Ele ments of the Engl. Language. 836. Pezius, Bh. — Zie Schilter. 776. Pezron, P., Antiquité de la nation des Celtes et dela langue. 863. P. P.—Zie Aan de handhavers. 451. —Jaarzangen. 220. Pfaff, C. M., Historische en godgeleerde verhandeling. Pfaff, Fr. — Zie Reinolt. IL 1024. Pfaff, J. W., Die zwöif syntact. Grundgestalten. 740. Pfarrherr vom Kalenberg. — Zie Narrenbuch. 809. Pfau, M. — Zie Mittheilungen. II. 762. Pfau, Th. Ph. de, Geschiedenis v. d. veldtogtd. Pruis- sen. H. 208. — Histoire de la campagne d. Prussians. II. 208. — (Het wezentlijke gedeelte v. h. werk van). H. 208. Pfedersheimer, P. — Zie Schumpff vnnd Ernst. 798. Pfeffel, C. F., Brief a. A. Kluit. Hs. 72. — Gabrauch d. Schwabenspiegels. II. 733. Pfeiffer, A. F., Ueber Bücherhandscbriften. 21. Pfeiffer, E. — Zie Nicolaus v. Jeroschin. 796. Pfeiffer, F., Göttinger Burschenlieder. 788. Zie: Classiker. 779. — Heinzelein von Konstanz. 796. — Konrad von Megenburg. 797. — Kon rad von Wiirzburg. 795. — Walther von der Vogelweide. 790. — "Wirnt von G-raffenberg. 794. Pfeiffer Jr., F. J., Tooneel Decoratief. CCLIX. Pfeil, J. M., De vier Batenburgen. II. 68. Zie : Elter geb. Woesthoven. 395.
Pflanz, B. A., De Linguarum inter se comparatione. 40. Pfordten, Ij. K. v. d., Gevoelens v. e. staatsman. II. 52. P. G. — Zie Bibe. 529. — ’s Herten vreucht. 254. — Liedekens. 254. P. H. — Zie Biblia. 584. Phaedrus, Bzopisebe Pabelen. 297. — Fabulae Esopiarum. 887. — „ d. i. Esoopische vertellingen. 297. — Uitgezóchte fabelen. 297. Zie: Aeaopus. 597. Pharizeen (De) van vroegere en latere dagen. II. 359. Fhebens, Egg. Egges, Kronyk. H. 639. Philacademicus. — Zie Verzameling. 463. Philadelphus, Brief a. d. opsteller v. h. Adres. 249. — Eerzang op de Kamer v. Charitaaten. 463. — Quinquenpeaux, Bombario of Roskam. 447. Zie: Clignet Az. 53L. — Redevoering II. 936. Philalethes brieven. — Zie Verzameling. 135. — Grafdicht op A. Jansen. 568. Zie: C. Fagel. — W. Goeree. — A. Pels. — G. van Royen. Philalethes Aretophilus. — Zie A. A. van der Meerseh. — Batavus. — Zie C. Zillesen. Batavus (Aan). Wreeker der de Witten. 457. , Ad manes violates Jani Wittii. 457. gehandhaafd en gewroken door... Pamphilus. H. 1002. — Eleutherus. — Zie W. de Vos. (Eusebius). — Zie Waarheden (De 37). II. 375. (Irenaeus). — Zie Drie Authent. Extracten. II. 592 Lihertatus, Breidel v. d. Advocaet d. Nederd. poezy II. 379. — (Orthodoxophilus), Verhandeling v. eenige voor name zaken. 11. 374. UHIIIU — — - — . Orthodoxus, De God-geleertheid.. der ouden. 11.376. — Parrhesiastes. — Zie Neerlands . . Dapperheid. 450. (Simplicius), De Justitia ex urbe Leida adhuc fugi tive somnium s. Satyra Menippea. II. 469. Philalethius (Ireneus). — Zie E. Teellinck. Philalethius, Tim. — Zie Waerschouw. II. 594. Philalethus (Irenaeus), Vredens Bazuine. IL 471. Philanthrope (De) of Menschenvriend. 633. Phileleutherus. — Zie Gedenkteeken. 454. — Batavus. — Zie J. M. Kemper. — Glaucomastix. — Zie J. Wagenaar. Philemon. Legende. — Zie Tollens. 398. Oranje en Vaderland. 514. Philene et Daphnis. — Zie Gangelt. 952. Philetaeri ad Juvenes Academicos. — Zie Ledeboer. H. 507. Philipona,L. P., Afschaffing d. patentbelasting. II. 284. — Multapatior’s strijd tegen d. sterken drank. II. 294. Philippe (ps.). — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Philippon la Madelaine, L., Dictionnaire delalangue Fran9aise. 935. — Dictionnaire des Homonymes. 936. Philippus van Macedonië. — Zie Romeyn. II. 859. Philips II (Werken over). II. 846. — Correspondanoe s. 1. affaires d. Pays-Bas. II. 108. Philips, Aug., De Engelsohe Armen-wetten. II. 842. — Leven van C. H. Riëhm. Lb. 1853, 27. Philips, D. — Zie Enchiridion. II. 900. Philips, G., Engl. Reichs-u. Rechtsgeschichte. H. 832. Geschichte d. Angelsachsischen Rechts. II. 841. Philipse, J. H., Leven v. J. W. Ermerins. Lb. 1870,341. Leven van H. Nienhuis. Lb. 1863, 210. „ „ C. Star Numan. Lb. 1858, 162. Narratio eorum, quae... Athen. Eranequerano acci- derunt. H. 623. — Oratio de C. Bynkershoekio. 73. — Programma voor M. de Vries. II. 972. Rede bij inwijding v. h. nieuwe Academiegebouw. H. 649. Philipsz, H. — Zie de Afd. Singaleesoh. 975—977. Philipsz, H. C. — Zie Ontwerp. 978. Phillip, W. — Zie de Veer. II, 42. Phillips, D. — Zie Soetjen Gerrits. 254. Phillips, E., New world of words. 838. Philo-Biblius, Brief a. d. Adv. d. Vaderl.Kerke.il. 377. Philodemus, Het Pinksterfeest in 1853. II. 339. Philo Judaeus, Van Edelheydt. 598. Philologus Philiatros a Ganda. — Zie J. Viverius. Philomathi Musae iuveniles. 895. Philomusus. — Zie EerzuiL 453. Philomusus Philokalus. — Zie A. van Twist. Philonomus, P. — Zie C. R. ab Oosterga. Philopater. — Zie Verzameliug. 453. Philopatriana, d. Zeeuwschen Burgervaderen toegewijd. H. 573. Philopatris, Het Vuistregt in 1832. H. 247. Philopoemen, G., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 65. Philosooph (De). 634. Philosophe (Le) Batave. II. 213. Philosophia Patrum. 883. 884. p H. K. Zie P. H. Klaarenbeek. — Proeve. 313. P. H. L. — Zie Reg. Tooneel. Phlogaïtis, T. N. — Zie Burger. 876. p. Hn. — Zie Reg. Tooneel. Phoeniciscli. 981. Photopl ilus. — Zie 3. M. Zwanenbeek Pauw. p. H. P. — Zie Spelling. 142. Phrisius, V. — Zie Microen. 620. P. H. T. B. — Zie Reg. Tooneel. Phyleus, S. J., Leerachtige verclaring d. historie v.d. rycke man. 721. Physiologie (La) de la femme. 950. — van den Haag. — Zie Jonckbloet. II. 456. — (De) van den Haag bekeken. — Zie van Dam van Isselt. H. 456. P. L — Zie Tafelbed. 292. Piaget, E„ De curia civitatum imperii Romani uni verse. H. 819. Pianzola, B., Gramm., Dizionarj, e colloquj. 41. Picard, A. — Zie Dejardin. 940. Picard, H., Een ernstig woord. H. 339. Zie: W'immer. 11. 385. I Picard, Ij. B. — Zie Reg. Tooneel.
557 H. PICCA.RDT. — T. B. H0L1INGÉRUS PIJPERS. Piccardt, H., Brevis servitutis, quae olim in prov. Gro ningana exstitit., conspectus. II. 643. Piccardt, R. A. Soetbrood, Bijzonderheden betreff Goes. II. 576. — Filips van Marnix. 85. — Gesch. v. h. Cultuurstelsel in Indië. H 665. — Herinnering aan J. Heringa Ezn. 80. Piccardt, 8., Leven van H. Q. Janssen. Lb. 1881, 223. Piccart, M., Observationes histor. politic. II. 12. Pichon, F. A., Erfindung d. Buchdrückerkunst. 13. Pichtel, A. G. — Zie Nuck. 908. Pick, B. — Zie Luther. 56. Pickel, Peregrine. — Zie C. Dirckinck Holmfeld. Pickering, J., Ueber d. Indianischen Sprachen. 1004. — Uniform Orthogr. for the Indian Languages. 1004. Picot, E. — Zie Proverbes Béarnais. 938. | Pictet, A., Inscriptions en langue Gauloise. 864. | Les origines Indo-Européennes. 42. ; Pieces authentiques relat. a la négociation confiée a M. Ie Comte de Goertz. H. 207. — récréatives ou le Patois Picard. 939. [ relativesaux empechemens quelaPrincessed’Orange a éprouvés dans son voyage. II. 207. I — relatives au mandement publié a Liége. IE. 811. I Piek, F., Asinus ad liram. 363. I — Bruiloftdicht. 535. I Piek van Langen, J. — Zie Langen. | Pielat, B., L’Anti-Grammaire. 929. I — d’Oude Spraekkunst verworpen. 929. I Pielat, L. T., Lijkrede op J. Doesburgh. 728. I — (Lijkrede op). 731. i Pieper, M. F., Historisch verhaal. II. 527. I Pierlala (De nieuwe Belgische). 506. | Pierre. — Zie Redevoeringen. II. 792. I Pierre, A. J. la. — Zie La Pierre. | Pierre, J. de, Vrijmoedige brief. H. 377. I Pierre, de Saint. — Zie Saint. I Pierre de Provence (Histoire de). 958. I Pierret, E. —- Zie Verzameling. 220. I Pierson, A., Gezangen. 266. I Pierson, Allard, Aan zijn laatste gemeente. H. 386. I Adriaan de Merival. Een leerjaar. 685. E Be Bergrede en andere synopt. fragmenten. H. 890. E— Isaac da Costa. 75. E— Gedichten. 422. I — Geschiedenis v. h. Roomsch-Katholicisme. IE. 31. I — Intimis. Mcdedeelingen. 685. |— Leven v. P. A. de Génestet. Lb. 1862, 147. I— Eeue levensbeschouwing. 645. I— Be moderne richting. II. 386. I— Tiental leerredenen. 726. 1— Over Alexander Vinet. 928. Zie: de Clercq. 74. — Landjuweel. 184. — Nieuw- jaarwenschen. 524. ; Pierson, Oh., Antwoord d. Griecksche Vorsten 344. | H. 997. I— Grafdicht. 564. Jaargedichten op hetafstervenvanMaria8tuart.441. 558 Pierson, Ch., Redenstrijd van Ajax en Ulysses, n. 997. Zie: Boon. 854. —Gedichten (Verschevde). 441. — Juvenalis en Persius Placcus. 303. — Konings harp 243 _ Rouklagten. 442. — Virgilins. 299. — Reg. Tooneel. Piereon, H., Leven van W. C. Knottenbelt. Lb. 1876, — Overdrukjes. Zie: Bibliotheek. 689. — Magdalena. 188. —Ver slag. II. 438. Pierson, J. — Zie J. D. van Lennep. 908. Pierson, N. G. — Zie Bibliotheek. 689. Pieté (La) des Enfants. H. 902. Pieters, A„ Grafdicht. 568. Pieters, Ch., Annales de rimprimerie d. Elsevier. 16. Pieters, H. J. H. — Zie Vondelsfeest. 93. Pieters, V., Bruiloftdicht. 540. Pietersen, Nodige Hervorminge der Kerke. 441. Pietersen, H., Brieven a. F. van Lelyveld. Hs. 65. Uittreksel uit het Lof der vrouwen. Hs. 4. Pieterskerk (De) te Leiden op 8 Febr. 1875. H. 498. Pieterson, H., Geslachtlijst d. zelfstandige naamwoor- — Misbruik der letter V. 150. — Rhapsodia. 157. — Verhandeling over de Nederduitsche taaie. 140. » >, ,, Voorzetsels. 157. — Vier verhandelingen. 157. Pietersz, P. (Lijkrede op). 731. Pieyre, A. — Zie Reg. Tooneel. "sïür a ' A ** - *■* Pigorini, L., De Terpen van Friesland. H. 610. Pijls, J A. M. H., Het begrip v. provinciaal en ge- meente-belang. II. 281. Pijman, G. J., Bijdragen tot de voornaamste gebeurte nissen... in 1787—1807. IE. 1§6. Pijnacker Hordijk, C. — Zie Hordijk. Pijnappel, J., Overdrukjes. Pijnappel Gz J., Het recht... der beoefening v. h Maleisch. 997. B — Spreektaal en Schrijftaal. 138. Zie bijdragen 997. Pijnappel, M. J., Leven van A. Brugmans. Lb. 1879,75. Pijper, F., Jan Utenhove, zijn leven en werken. 92. Pijpers, P., [Verschil! dichtwerken], 383. — Bonaparte. Dichtstuk. 486. — Lierzang bij de tooneelsluiting. VU. — Lijkdichten. 563, 570. — Ode aan de officieren. 474. — Vrijheidminnende lierzang. 474. — De vrijheid in Nederland. 477. >> » >, » verdedigd. 477. r loejuichinga.h.2 e De tachem.Amsterd. burgeren.479. Zie: de Bosch. 483, 486, 904. — Hooft. 655. —" Reg. Tooneel. Pijpers, W. — Zie Peiffers. Pijpers, F. B. Hollingérus, Bij de verlossing van mijn vaderland. 492. J
E. D. PIJZEL. 559 Pijzel, E. D., G. Leopardi, de dichter-pessimist. 912. Pilati de Tassulo, Lettres sur la Hollands. II. 84 Pileur, le. — Zie Le Pileur. Pilger, Bob. — Zie Lessing. 800. Pillen voor recenserende geleerden. — Zie Nayler. 674. Pilpai. — Zie Voorbeelsels. 625. Pimentel, Henriquez, Overdrukjes. Pimentel, M. H„ Het joodsche volksleven. 684, Zie: Buckle. II. 317. Pinard, A. — Zig d , Hond0tot. 906. Pinckart, A., Conseil souverain de Hainaut. II. 810. — Overdrukjes. Zie: Paaquier de la Barre. H. 810. Pindarus, De offerhande van Themistocles. 297. Pinder, Ed., Bericht ü. heidnischen Alterthümer.II. 721. Pinel Dumanoir. — Zie Dumanoir. Pineux Duval. — Zie Duval. Pinkerton, J., Recherches sur les Scythes. II. 49. Pinksterweek (De) A° 33 en 1853. II. 339. Pinner, J., Beschouw, o. h. Athenaeum Hlustre. II. 555. Statuten d. Credietvereenigingte Amsterdam. 11.552. Pinto, A. A. de, Leven van J. A. Fruin. Lh. 1886, 61. — Overdrukjes. Pinto, J. de. — Zie Reg. Tooneel. Pinxter-Gift of Anmaaning tot Boute. 452. Pinxter-vreugd (Scheveningse). 282. Pipardus, A. van Yelsen geb. — Zie Velsen. Piper, P. — Zie Notker. 788. — Otfrid v. Weissen- burg. 783. Pippinck, B. H. — Zie Bijus. 317. Piramus, Denys. — Zie Fragmenten. 243. Pirckheimer, B. — Zie Descriptio. II. 695 Pirmez, O., Jours de solitude. H. 1033. piron, A., Poésies badines. 952. Zie: Reg. Tooneel. Pise, J. de la. —'Zie La Pise. Piso, G. — Zie Barlaeus. II. 881. Pistorius, G. T., Thesaurus paroemiarum Germanico- juridicarum. 768. Pistorius, J. — Zie Graphaeus. 88. — Rerum fam. Belg. Chron. II. 76. Pit en kern der tooneelkunde. YI. Pitcarnius, A. — Zie Poëmata. 893. Pithou, Fr. — Zie Scaligerana. 950. Pitman, Is., The Phonographic Teacher. 10. Pitsch, O., Landbouw-onderwijs. II. 315. Pittaud Deforges, P. A. — Zie Deforges. Pius IX, Rome en Italië. II. 854. (De schrandere). II. 339. Pixérécourt, R. C. Guilbert de. — Zie Guilbert, p j j. — Zie P. J. Justinius. p j p. Zie Thomas h Kempis. 646. P. J. P. D. L. N. D. L. E. F. — Zie J. Panckoucke. P. J. Y. S. — Zie Thomas a Kempis. 646. p K. — Zie Coesvelt. 531. P l. Zie P. Langedult. — P. Langendijk. Reg. Tooneel, PLAN. Pla, A. Le, Gedichten. Hs. 29. Grafdicht. 572. 560 Pla, P. A., Op de.. intrede v. Willem de Y e . 458. Zie: Voltaire. 314. Plaat, C. — Zie Reg. Tooneel. Plaatsen (Besloten). Art. 167 der Grondwet. 165. Plaatsman, D. P. — Zie Reg. Tooneel. Plaatsnamen (Hoogdnitsclie). 770. — (Nederlandsche). 172. II. 981. Plaatzer van den Hull, H. W. — Zie van den Huil. Placaet. — Zie Plakkaat. Placardi, C. — Zie Maitre. 913. — Yeneroni. 52. Placet (Het) en de Regering. — Zie Kist. H. 344. Placius, J., Christelijke dank-predicatie. II. 734. Placker, Chr. de, Euangelische Leeuwerck. 257. Plakalmanak (Eeuwigdurende) ten dienste v. d. Syno- dus. II. 442. Plakkaat... op ’t Afdancken d. Waertgelders. H. 132. van de stad Bristol. H. 171. d. Conincks v. Spaengien (11 Dec. 1604). II. 125. „ teghens de Ingeboorne Nederlanderen. ÏL 125.’ .., op den Cours v. d. Gelde enz. II. 285, 286. v d. Eertzhertoghe tot onderhoud v. zekere poinc- ten. II. 128. v d. Eertzhertoghe verbiedende de schandalen. XI 383. _ op de .. generale middelen (1586). H. 121. onsheerê des Conincx (10 Dec. 1577). II. 115. van... Henricus IY. II. 82L — op de Jaght binnen d. Furstend. Gelre. II. 419. _ tot het doen eener liberale gifte. II. 184. — betreffende oproeren. II. 469. v d. Staten v. Holland en W. Yriesland. (20, 211 Sept. 1730). H. 334. _ op ’t stuck van de Succession. II. 271. _... belangende de Traffyck ende Coopm. handel v. Spanjen. II. 125. — tegen de Twisten over godsdienstzaken. H. 348. _... op die Valeur van den gelde. II. 420. — tegens het Yechten. H. 572. _ enz. van Verpachtinge (in Groningen). H. 642. Plakkaat-boek (Groot) v. d. Staten Generaal. II. 108. (Groot) van Utrecht. H. 587, 588. — (Groot Gelders). II. 418. _ en Charter-boek (Groot) van Yriesland. H. 615. (Nederlandsch-Indisch). H. 670. ^ j Plakkaten van het Gemeentebestuur te Nijmegen. IL 434-436. t ,qi — van de Staten van Brabandt, Vlaanderen. U. 791. Holland en West-Fnesland. IL M » » W 440, 441. — van de Staten van Utrecht. II. 588—589. ^ n n Zeelandt. II. 572. 1 Plan van Constitutie voor hetVolk v.Nederland. 11.220. _ over de Inkwartiering te Leyden. II. 478. — projetté de paix h faire. H. 51. (Voorloopig) d. maskerade te Utrecht. II. 6U4.J
36 Plan tot een te maken vrede. II. 51. — tot het vervaardigen v. e. Woordenboek d. Neder- landsche tale. 167. — tres exact d’Amsterdam. II. 547. — de Cadiz. II. 848. — de Constantine. IL 870. — van Franeker. II. 1056. — de la ville de Gibraltar. II. 848. — du siége de Lille. H. 829. — van de gelegenbeyd d. stad Ostende. II. 804. — (Nouveau) de la ville d’Ostende. II. 804. — ( » ) » » » de Paris. II. 829. — van St.-Petersburg. II. 770. — „ de Stadt van Praag. II. 757. — (Nouveau) de la ville de Prague. IE. 757. Planche, G. — Zie Ptevost d’Exiles. 952. Plancius, D., Reden-strydt. II. 365. Zie: Bedenkingen. II. 366. Plancius, P., Naeckte vertooninge. II. 956. — Overdrnkjes. Zie: Biblia. 584. Planck, G. J., De S. Liuino, Episcopo martyre. II. 1038. Planeet-Boek (Het Groote). 691. Planen, S. de. — Zie Meditacie. 614. Planeten Boeck (Dat kleyne). 690. Plante, F., Grafdicht. 568. — Regis Guiljelmi UI natalis dies. 901. Plantin, O., Vindemiola literaria. 869. Plantkunde. H. 296, 948. Plantyn, Chr. — Zie Thesaurus. 165. Plas, J. la. — Zie B. Ruloffs. Plass, C. H. — Zie Archiv. II. 712. Plasschaert, J. B. J. G., Esquissehist. surleslangues. 28. Plat, V. A. C. Ie. — Zie Virgilius. 299. Platdnitsch. 812. II. 1024. Platen v. d. St.-Jans Kerk te ’s Hertogenbosch. H. 412. Platen-Hallermunde. — Zie Reg. Tooneel. Plato, Crito. Een dialoog. 598. — Euthydemus. 598. Plato, G. J. C. L., De recta docendi ratione. II. 919. Platt, G. L., The Conflict of two Civilizations. II. 684. — In memoriam. — Eheu Maria! 848. Plattegrond van Alkmaar. II. 538. van de nieuwe Kerk te Amsterdam. H. 546. — „ Bergen op Zoom. H 406. — „ Brielle. II. 448. — „ ’tHuis te Britten. IL 460. — „ Culemborg. IL 426. — „ Haarlem. II. 561. — „ Rotterdam. II. 622. — „ Utrecht. II. 598. teekening v. h. terrein te Leyden verwoest. H. 482. Platzmann, J., Glossar d. Feuerlandischen Sprache. 1006. Plautus, T. M„ Aulularia. 885. — Der Geizhals. H. 1024. Zie: Reg. en Sappl. Reg. Tooneel. Plays (Select Collection of old English). 843. P* U. B., Neerlaudts Sion ... rouw bedrijvende. 460, Pleidooyen (Comische) gevoerd te Paiterveen. 228. Plemp, M. E. C. — Zie Album.H. 956. — Promnitz II. 956. Plemper, N., Bruiloftdicht. 542. Plemper, P., Oudheden v. Alphen a. d. Rijn. H. 447. Plemper van Balen, B. A. — Zie van Balen. Plempius, C. G., Kladdetjens tot meerder oopeniusr van ’t Speldwerk. Hs. 82. — Kneppel onder de hoenders. Hs. 82. — Orthographia Belgica. 149. Zie: Hortensins. I'l. 355. — van Nieneveen. 305. Plempius, Y. F. — Zie Cabrolius. n. 935. Plenaria Sedis Apostolicae. — Zie Bakhusius. II. 334. Plestcheïef, S., Overzicht v. h. Russische Rijk. II. 767. Pletho. — Zie van Mornay. 652. Pleup, M. E. C., Overdrukjes. Plevier, J. — Zie Historie. II. 568. Pleyte, A. M., De Rechtstoestand d. Marken. II. 263. Pleyte, C. H. — Zie Ebers. 685. Pleyte Czn, F., Geloofswaardeering. 656. — Leerrede over Romeinen XIV: 3. 736. — De Twaalf artikelen des geloois. II. 893. Pleyte, J., Leerrede over Genesis XXII: 1 19. 736. — Leerrede b. h. ontluiken d. hoop op vrede. II. 256. Pleyte, W., Overdrukjes. Zie: Rntgers van der Loeff. II. 509. P- L. F. — Zie P. Ie Febure. Pligt (De gansche) van een christen. — Zie van Zanten. 652. Pligten (De)... der vrije metselaren. II. 387. — (De kleine). — Zie de Neufvillè. 640. Plinius Sec., C., Historia naturalis. 888. — Vijf boecken.. van de nature. 605. H. 1010. P. L. K. — Zie P. Le Clero. P. L. K. — Zie Reg. Tooneel. Ploeg, J. — Zie Dichtlauren. 481. Ploeg, P. van der. — Zie Nieuwjaarwenschen. 524. Ploeg Pzn, P. van der. — Zie Thomas a Kempis. 646. Ploeg (De nieuwe [en vernieuwde] Walchersche). 291. Ploennies, L. von, Abalard u. Heloise. 803. Ploennies, W. von. — Zie Kudrun. 795. Plokker, W., Beschrijving v. Voome en Putten. II. 446. Ploos van Amstel, B. J. — Zie Nolthenius. H. 546. Ploos van Amstel, C„ Brief a. J. Tjeenck. Hs. 65. Ploos van Amstel J Czn, C. (Levensschets van). II. 954. Ploos van Amstel, J., Aanleiding tot de uiterliike wel sprekendheid. 717. J — Het uitmuntend karakter... van Hugo de Groot. 77. Pluche, N. A., De Linguarum artificio et dootrina. 33. — La Mécanique des langues. 33. Pluck-voghel (Den eerelycken). 278. Plüschke, J. T., Brieven a. H. W. Tydeman. Hs. 65. De radicum linguae Hebraicae natura nominali comment, grammatica. 981. Pluim de Jager, J., Grafdicht. 568. Morgenwandeling v. Lourens Jansz. Koster. 497. Zie: Liederen. 497.
Pluimer, J., Gedichten. 349. Zie: Aanspraaken. Ha. 83. — van Broekhuizen. 227. — Reg. Tooneel. Plumicke, C. M. — Zie Reg. Tooneel. Plutarchus [ Verschill. werken in Nederl. vertaling]. 599. Zie: Epictetus. 599. Pluygers, J. A., Grafdichten. 563, 574. Pluygers, G. G. [of W. G.], De oarminum Homerico- rum veterumque in ea seholiorum eet. 873. De Zenodoti carminum Homericorum editione. 873. Pluym, A. J., Willem van' Hildergaersberch. 204. — Het H. Sacrament van Mirakel. 204. II. 540. Pluym, P., Bruiloftdicht. 540. P. N. — Zie P. Nieuwland. Pockels, C. P., Kleinigheden in de gezellige verkeering. U. 918. Podagristen (Drie). — Zie Lesturgeon. II. 653. Podensteiner, J., Clavis linguae Anglicanae. 835. Poel, J>J. van der. — Zie Vonnis. Hs. 84. Poelgeest, N. V., Bruiloftdichten. 530, 532, 545. — Grafdicht. 561. Poelhekke, F. J., Overdrukjes. Zie: Vondel. 328. Poelhekke, J. — Zie Inventaris. II. 633, 1067. Poelhuys, Chr. — Zie Harpocrates. 701. Pölitz, K. H. L., Het noodzakelijk verband der wijs- geerte met de geschiedenis. II. 909. — Die Sprache der Teutschen. 759. — Uitgezóchte verhandelingen. 640. Poell, G. M. — Zie Beschrijving. II. 657. Poelstra, Jan (Lijkrede op). 731. Poelstra, Joh., Lijkrede op Jan Poelstra. 731. Poematum (De) cantu. — Zie Vossius. 882. Poèmes (Petits) h 1’usage de la jeuDesse. 425. Poems... on the Archers. 847. Poeraet, P., [Verschil! dichtwerken]. 364. — Bruiloftdicht. 542. Zie: Boëthias. 304. — Fannins. 554. Pörtnèr, H. D., Betrachtungenüb. d. Unvollkommen- heit aller menschlichen Gluckseeligkeit. 800. Poesie der Nieder-Sachsen. 818. Poésies populates Serbes. 966. — Wallonnes. — Zie de Weyer de Streel. 940. Poest Clement, A. J. van der, Onderzoek gedaan naar eenige gevonden kannen. Hs. 73. Poetae Heautontumorumenoi of Penne-Krygh. X. — scenici Graeci. 874. Poëtenlof over ... Maria Stuart. 441. Poètes (Les anciens) de la France. 941. — Franpais des XV—XVlII e siecles. 942. Poeticus. — Zie Heg. Tooneel. Poëzie (Dramatische). Gedichten enz. CCLX. (Mlddelnederlandsche dramatische). 199. XII. — (Vlaamsche). Bloemlezing. 226. (Zuid-Nederlandsche). 226. en Proza van Kunst-yver. 119. Poëzie en Proza (Theorie van). 178. II. 983. Poggi, F. — Zie Schlegel. 912. Pohl, K., Grammatik d. Polnischen Sprache. 968. Pohle, J.D.,Entstehung d. W aisenhauses z. Erfiirt.II. 711. Poignant, A., Caen en 1786. H. 828. Poincten ende Conditiën tuss. Prins Maurits enz. H. 647. Poinsett, J. R., Discourse on the Nation. Inst. n. 880. Poinsinet jeune, A. L. H. — Zie Reg. Tooneel. Poirters, A., [Verschill. dichtwerken]. 335. — Kruisliederen. 254. — Het masker v. d. wereldt afgetrocken. 191. Zie: Pluck-voghel. 278. Poisson, Bi. — Zie Beg. Tooneel. Poitevin, L. IX, Chant national. II. 650. — Hommage anx étudians. II. 650. Pol, H.—Zie Gids (De). 130. — Volks-Almanak. H. 985. Pol, W. van de, Leven van P. H. Tijdeman. Lb. 1871, 17. Pol de Mont, K. M., Hendrik Conscience. 74. — Loreley. 426. Zie: De Toekomst. [I. 307* Polak, G. J., Gedichten en Redevoeringen inhetHe- breeuwsch. 984. Zie: Tollens. 399. Polak, M. S., Nederduitsche Grammatica. H. 977- Zie: Horatius. 601. Polanen, A. van. — Zie van Gerenvliet. 533. Polemiek. H. 893. Polen (Komngrüb). II. 771. Policarp, H. — Zie Rog. Tooneel. Policarpus. — Zie Justinus. 606. Policy (Poëtische, berijmde). — Zie Meyster. 340. Polier, A. N., De puritate dialecti Arabicae. 983. Politianus, Ang. — Zie Herodianus. 600. Politie-verordeningen v. d. gemeente Leiden. II. 490. Polko, E., Rozen en doornen. 687. Poll, van de. — Zie Boon. H. 530. Poll, F. van de. — Zie de Vries. H. 554. Poll, H. M. van de, Deprincipiis Foederis, quoddici- tur neutralitas armata. II. 932. Poll, L. van de. — Zie Ubingh. 906. Poll, P. van de. — Zie Nomsz. II. 528. Poll, W. van de, Schets v. d. Watervloed. II. 256. — Overdrukjes. Zie: Almanak. 189. — Tijdstroom, lï. 976. Pollius, J., Bruiloftdicht. 540. Pollius genaamd Reen, M., Bruiloftdicht. 542. Polman Az., H. — Zie Nieuwjaarwenschen. 523. Pols, 3. (Leven van). Lb. 1886, 298. Pols, M. S., Bestaan v. h. Nederl. Strafrecht. II. 273. Het oordeel van Mr. Godefroi getoetst. II. 302. — De openbaarheid des eigendoms. II. 925. _ 0v ®^™]^ hy8gen u 447 _ stadrechten. II. 534. — Wetboek. II. 305. Polvliet, C. J., Genealogie v.h. Geslacht Van Coeverden. II. 69. — Genealogie v. h. Geslacht Mees. H. 71. n n d. Familie Snethlage. II. 72. — Overdrukjes. Zie: Wynaendts. II. 72.
Polybius (De Historie y. d. historisohrijyer). 598. Polyglot (A) of foreign proverbs. II. 966. Polyglotte der Orientalischen Poesie. IE. 965. Pomai, F., Grand dictionnaire royal. 44. Pomare, E. du. — Zie Reg. Tooneel. Pomey, F. — Zie Havestadt. 1004. Pommeren (Provincie). II. 707, 1059. Pompe, A., Leven van J. A. Obreen. Lb. 1878, 49. Ponsard, F., Discours sur Baour-Lormian. 927. — Lucrèce. 960. Zie: Keg. Tooneel. Pont, M. W. Maclaine. — Zie Maclaine Pont. Pontalis, A. Lefèvre. — Zie Lefèvre. Pontanus, J. L, Beschrijving v. Amsterdam. II. 538. — Historia Gelricae. II. 414. — Originnm Francicarum libri VI. H. 818. — Rerum et EJrbis Amstelodamensinm historia. n.537. Zie: Alciatus. II. 332. — In de Betouw. II. 433. Pontaumont, de, Overdrnkjes. Pontier, A. — Zie de Cabanes. 924. Pontmartin, A. de, Souvenirs d’un... critique. 955. Pontoppidanus, Er., Gesta Danorum. II. 784. Pontoppidanus, E. E., Grammatica Daniea. 858. Pontus.de Heuiter, Nederd. Orthographie. 148. Ponz, A., Viage fuera de Espafla. II. 45. Poock, N., Grafdicht. 569. Pook, J., Eerste hekeldicht. 358. — Harlequin, reysende met zyn Rarekiek. 444. 447 448, 455. — Rommelzoodjen. 358. Zie: Stol. 360. — Ecg- Tooneel. Pool, G. J. — Zie Hecker. H. 88. Pool, J. C., Frederik van Heilo en zijne schriften. 79. Pool, S. P. Oudkork. — Zie Oudkerk. Poole. — Zie Reg. Tooneel. Poolsch. 967. Poore, B. Perley, Congressional Directory. II. 874. Poorte (Die) oft dore des eewighen leuens. 619. Poorter, B. de, Het Nationaal gedenkteeken. II. 233. Poorter, J. D., Bruiloftdicht. 540. Poortugael, D. J. den Beer, Aan Jan van Beers. 551. — Aan de Belgen. 518- — „ Vlaanderen en de Vlamingen. 63. — De Aeneas van Virgilius beschouwd. 886. — Het Afsterven van Prins Maurits. 512. — Belangstellend woord. II. 458. — [Verschil!. Dichtwerken]. 405. — Hulde aan Frankrijk b. d. wereldtentoonstelling KOU — „ den officieren gebragt. 516. — Lied aan Nederland. 511. — Vaderlandsche gedichten. 506. ^ T an ^ en uit zijn kleine gedichten ge- sciiOuSv. 93> — Welkomstgroet aan de leden d. Soc. Caecilia. 515. — Een Winstgevend vrouwelijk handwerk. H. 288. — Ziekte en herstelling v. d. Prins v. Oranje. 507. — (Leven van). Lb. 1880, 3. — Overdrnkjes. Poortugael, J. C. C. den Beer, Aan de Bataven. 484. Aan den Eoning en het vaderland. 489. — [Verschil! Dichtwerken], 396. — Duitschlands legeraanvoering. II. 695. — De Krijgsgeschiedenis der ouden. H. 1035. — Leven v. D. J. den Beer Poortugael. Lb. 1880, 3. — Neêrlands belang b. d. conferentie te Brussel. H.259. — „ legervorming. II. 301. — Het Oorlogsrecht. H. 932. — Overdrnkjes. Poot, A. van. — Zie Engelands godsdienst. II. 838. Poot, H. K., [Verschil! Dichtwerken], 362. — Bruiloftdicht. 543. — Poëten-strijt. 446. — Pub! Ovidius Naso. Hs. 28. — (Leven van). 362. Zie: Bloemlezing. 224. — Oudaan. 343. — We- relttoneel. 631. Pooter, H. de, Liedt op ’t belegh v. Leyden. 341. Pope, A., Essay on Man. 311. — Over den Mensch e. a. gedichten [in Neder! ver talingen], 311, 312. — Proeve over den mensch. 636. — (Leven van). 834. Poplinski, J., Gramm, d. Polnischen Sprache. 967. Poppenkast (De... Roomsche). — Zie Dwars. II. 337. Poppo, E. F., De nsu particul. „&v” apud Graecos. 871. Porbeck, H. P. R. von, Krit. Geschichte d. Opera- tionen z. Vertheidigung v. Holland. II. 212. Poijeere, O., [Verschil! Dichtwerken]'. 390. — Grafdicht. 573. Porquin, L. — Zie Verensis. 350. Port (Le) de Gand. II. 807. Port, C. van der. — Zie Erasmus. 305. Porta, J. B., Magiae naturalis libri XX. H. 897. — De ocoultis literarum notis. 10. Portal Amalry, J. — Zie van den Blok. 529. Portefeuille (l)e). Letterkundig weekblad. 133. Portielje, D. A. — Zie Redevoeringen. 116. Portret (Een sprekend). IE. 339. Portugal. II. 847. Portugeesoh. 921. Posen (Provincie). II. 709. Posjager, C. A. —- Zie van Dooregeest. 722. Posner, M. — Zie Scherer. 751. Post van den Neder-Rhijn. H. 200. Post, E. M., [Verschil!. Dichtwerken]. 395. — [Verschil! Prozawerken], 635. — Reinhart. £71. Zie: Gedichten. Hs. 27. — Frederica Weiz. 671. — Keg. Tooneel. Post, H., Grafdicht. 574. Zie: Blaanpot. 629. Post Pz., P., De Munstersche vrede herdacht. 511. Posterijen. H. 284. Posthumus, J., Brief a. M. Tydeman. Hs. 65. Posthumus, J. M., Oratio de Christo coram Cajapha.
567 N. W. POSTHUMUS. — A. F. DE PU AT EL. 568 Posthumus, N. W. (Leven van). Lb. 1886, 169. Zie: Bijbladen. II. 88. — Kan. U. 40. — Onze Tijd. II. 20. — Tijdschrift. II. 37. Posthumus, R„ Aanmerk. over d. klinkerspelling. 152. — In jouwerkoerke fol Frysk Griemank. 825. Prieuwcke fen Priesehe rijmmelerije. 825. — (Leven van). Lb. 1861, 3. — Overdrukjes. Zie: Hettema. II. 715. — van Peyma. II. 620.— Shakespeare. 846. Postillor (Svenska Medeltids-). 862. Postrijder (De Nederlandse!» maandelijke). II. 178. Post-tydinge (Extraord.) uyt London. II. 171. — Zoo aanstouts gekomen. II. 171. Pot, C. van der, Bruiloftdicht. 538. — Endeldijk in zijne vernedering. 396. — Grafdichten. 569, 571. Pot, C. W. van der, Afscheidleerrede. 731. — Julianus de Afvallige. 413. — Kruimeltjes. II. 999. — Leerrede over Psalm 79 : 9. 736. — Nood en hulp. 515. — Proza en poezie. 196. — Sneeuwvlokjes. II. 999. — Overdrukjes. Zie: Apostelen. 282. — Feestviering. 118. Pot, K. van der, Bruiloftdicht. 546. Pot, M. van der, De tribute praediali q. in Hollandia exigitur sub nom. de Ordinaire verponding. II. 283. Pot, W. van der, Brief a. F. van Lelyveld. Hs. 65. Bruiloftdichten. 534, 535, 538, 545. — Endeldijk. Hofdicht e. a. gedichten. 368. — Grafdichten. 564, 569, 571. Zie: Ruysch. 558. Potgieter, E. J. (Herinneringen aan). 88. — [Verschil! Dichtwerken]. 410. — Het Noorden. II. 773. — Proza. 642. Het Uurwerk van het Metalen Kruis. 515. Verspreide en nagelaten werken. 196. Zie: Bakhuizen van den Brink. 136. —Gids (De). 130. — Lamb. 642. — Muzen (De). 129. — Proeven. 268. Pothoff, C., Vrijmoedige Brieven. II. 241. Pott, A. E., Etymologische Forschungen. 40. Be linguarum Lettiearum cnm vicinis nexu. 971. Be Lithuano-Borussicae in Slavicis Letticisque Un guis principatu commentatio. 971. Bie Personennamen insbes. d. Famiüennamen. 770. — Be Relationibus q. Praepositionibus in Unguis de- notantur diss. 34. — Die Ungleichheit menschUcher Rassen. 28. Bie... Zahlmethode b. Vólkern aUer Welttheile. 41. Pott, D. J. — Zie Köllner. 754. Potter, de, 1840 et la HoUande. H. 251. — Les formes et le fond. II. 251. Révolution Beige. Souvenirs personnels. II. 242. Potter, A., Overdrukjes. Potter, Dirc, Der Minnen Loep. 208, Hs. 10. Potter Lodewz, D. — Zie Reg. Tooneel. Potter, F. de. — Zie BibUographie. 22. Potter, F. de, en J. Brouckaert, Geschiedenis d. ge- meenten van Oost-Vlaanderen. II. 805. Potter, H., Het godsdienstig vieren v. d. geboortedag. H. 228. Reize d. d. oostelijke depart, v. HoUand. H. 401. — Reize te voet door de Wetterau. II. 721. Potter, J. C. de, Beschrijving van Hulst. II. 577. Potter, L. — Zie KiUanus. 165, 166. Potter, Paulus. — Zie van Westrheene. II. 325. Poudroyen, C., Catechisatie. II. 902. Pougens, Ch., Archéologie Franpaise. 935. — Brieven a. W. Bilderdijk. Hs. 72. — Doutes et conjectures. II. 573. Essai sur les antiquités du Nord. 849. Trésor des origines ... d. 1. langue Franpaise. 935, Hs. 35. Vijf proeven uit zijn Trésor d. origines. Hs. 35. Zie: Reg. Tooneel. Pouillé, M. — Zie Bagavadam. H. 22. Pouüly, J. L. E. de, Aangename aandoeningen. II. 916. Poujol, A. — Zie Reg. Tooneel. Poullain de Saint-Foix, G. F. — Zie Reg. Tooneel. Poupaert, J. — Zie Verzameling. 220. Pouplin, J. B. et C. J. — Zie Capitaine. 36.' Pourbus (Les). — Zie Kervyn de Volkaersbeke. II. 325. P. P. C. D. — Zie Achterklap. 659. P. R. — Zie P. Ridders. Praalgraf te IJsselstein. — Zie Wap. II. 606. Praal-tooneel (Dichtkundig). 230. Praatduiwel (Di). II. 982. Praatjen (Engelsch). II. 145. — (Het HoUants wyve). H. 145. Praatkring (De Boere). II. 194. Praatvaars Nieuwjaarsgift. 281, 283. — Vasten-avonds-gift. 283. Practüoke (De) van de christeUjcke religie. 648. Pradon, N. — Zie Reg. Tooneel. Praeadamiten. — Zie Pereira. H. 890. Praedinus, R. (Verhandeling over). 88. Praepositus, J. — Zie Janssen. Q. 36. Praet, Jan, Spieghel der wysheit. 209. Praet, J. van, Essais s. l’histoire poUtique des derniers siècles. H. 19. Praet, S. van [Gelegenheidsgedichten], 901. Zie: Berck. 907. Praetorius, J., Philologemata. H. 897. Be ritu veterum Christianorum eet. II. 30. Prahm, H. C. F., Wesen d. histor. Infinitivs. 881. Prakken, C. J., Proeve v. e. hist.-staatsrechterl. on derzoek. n. 6i8. JPrftterit. 973. Praotje over de Peerriederei. 175. (Boere) tussen Leen, Kees en Jaep. 452. Praschius, J. L., In lusciniam pro cuoulo ad asinum judicem oratio. 895. — Tragoedia Saul desperans. 895. Pratel, A. F. de, Manud. ad ling. Burgundicam. 930.
Pratel, A. F. de, Principia linguae Burgundieae. 930. Pratobevera, B., Die Keltischen u. Römisehen Anti- ken. II. 754. Pratt, Gleanings through Wales. II. 45. Prayon-van-Zuylen, A. — Zie Museum. II. 978. Prayon-van-Zuylen-Nyevelt, A. M. N., Verloren. 689. Pré, A. du, Grafdicht. 572. Preces Niersis clajensis sedeeim-linguis. 54. Précis histor. de la révolution. — Zie Bernard. II. 207. Predication (Vier Singaleesche). 978. Predikatie (Kwaakers). 706. Prediking (De) d. paters Redemptoristen. — Zie Bouws. II. 336. Preekheer (Een) in de abdij van Waarheid. — Zie Gedichten. 460, 461. Pregeth enz. [Welshe leerrede], 865. Prelie, A., Comedia ... vom König der .. Reohensehaft haben wolt. 805. Prempart, J., Verhaal ofte corte beschrijvinghe. II. 411. Prenger, H. J. J., De Kathol. Kerk en de handel. II. 33. Prentenboek (Het nuttige). 712. Prépean (Conen de). — Zie Conen. PrMcotVW. H., Geschiedenis der verovering van Peru. I History of the Conquest of Mexico, n. 881. I " >» » Beigu of Ferdinand and Isabella. II.845. i ” » » Reign of Philips the Second. H. 847. Zie: Robertson. II. 846. : Presentatie bij Bailliu... d. stede v. d. Brielle. II. 448. I ~ de Riddersoha P ende Steden d. Quartiere van JNymmegen. H. 417. I Presentatio Eccl« parochialis de Ingen in fr Henri Ruysch 1558. Hs. 47. Presentation of Regimental Colors. II. 873. Pressel, F. — Zie Münster-Blatter. H. 742 — Ur kundenbuch. n. 741. Previlegie. — Zie Privilegie. Prevost d’Exiles, A. F., Manuel lexique. 934. Prevost d’Exiles, A. J., Manon Lescaut. 952. Price, R. Aanmerkingen [en Nadere aanm.] ovei den aart der burgerlijke vrijheid. II. 196. Prieel (Het) der gheestelioken melodiie. 252. Priens, F, — Zie Delepierre. II. 803. Priesters (19 Amsterd.) op eeD Kabeljouwmaal. 409 Prijsverhandeling o. d. levensbeschr. d. dichteren. 67 Pr schooi rZ 464 P het 2 ° eeuw S eti i ded -LeydaoheHooge- Prins, A., De sponsalibus. II. 266. Prins, G., Briefje op rijm. Hs. 28. Prins, H. J. — Zie Scharre-zoodtje. 276. Prins, Isaac, Afecheidleerrede. 731. — Brieven. Hs. 65. — Christelijk jaarboekje. 654. — Kerkelijk Register. H 552. — De Kerkhervorming een zegen van God. II. 1038. Leerrede bij 60 [en 70]-jarigen predikdienst. 731. — „ over Psalm CXVIH: 27. 736. — Leven van Philips van Marnix. 84. — » „ J. J. van Voorst. Lb. 1869, 177. Onderwijs in de bijbelsche geschiedenis, n. 906. — Redevoering vergad. Zendelinggenootschap.H.1052. — Toespraak vergad.v.d. Mtsch. tot zedel. verbetering d. gevangenen. II. 275. — (Leven van). Lb. 1879, 173. Zie: Grote. II. 36. — Leven. 67. Prins, Joh. — Zie Severinus. II. 464. Prins Jr., J., Hoogheemraadschap Waterland. H. 533. Prins, J. J., Afscheidleerrede. 731, H. 1019. — Allerlei uit de H. Schrift. 655. — Apologetische polemiek. H. 388. — Het besluit der Synode. H. 352. — De Brief van Paulus aan de Galadërs. II. 891. — Over Bijbelvertaling. 579. Feestrede 50-j. best. v. h. Bijbelgenootschap.il. 516. — Een geneesmiddel erger dan de kwaal. EL 387. — Het Getuigenis van den Apostel Paulus. II. 1037. — Godsdienstige rede ter voorbereiding v. h. Academie feest. II. 498. — Handb. tot de kennis der H. Schriften. II. 887. De Handhaving onzer Protest, voorrechten. II. 1038. — Hulde aan de nagedachtenis van N. C. Kist. 83. — De institutione academica, n. 920. — Het Kerkrecht der Ned. Herv. Kerk. H. 391. — Leerrede over Openb. Hl: 11. 736. — Leven van R. Adriani. Lb. 1863, 64. — „ „ W. A. van Hengel. Lb. 1871, 175. — „ „ Isaac Prins. Lb. 1879, 173. >» » J. J. Rambonnet. Lb- 1874, 17. — » „ E. B. Swalue. Lb. 1865, 118. j) „ D. H. Wildschut. Lb. 1869, 3. — De locis Euangelistarum in quibus Jesus baptismi ntum subiisse traditur. II. 27.
571 WINKLER PRINS. — PROEVE. 572 Prins, A. Winkler, [Verschill. gedichten], 416. De bisschoppelijke hiërarchie. II. 339. — Handboek der Aardrijkskunde. II. 40. — Overdrukjes. Zie: Braga. 231, 232. — Dikema. 419. — Hal- bertsma. 825. — Kinderwereld. 708. — de La martine 556. — Liedjes. 518. —Vlinder (De). 188. Prins, J. Winkler, De ondermeester van Aewerd. 689. Zie: Landjuweel. 184. Prins Willi. I-dicht. 160. Prinsen, P. J., Beschrijving van Haarlem. II. 561. — Leesboek [voor blinden]. II. 316. — (Leven van). Lb. 1854*, 71. Zie: Niemeijer. II. 917. Prinsenverguizing en moordenaarsvergoding. H. 339. Priorato, Gr. Gualdo. — Zie Gualdo. Priorius, Ph., Opmerkinge over ’t hoek d. Praeadami- ten. H. 890. Pripskouski, 8. — Zie Oudaan. 651. Pritz, J. G., De statu religionis Christianae in regno Sinensi. II. 861. Zie: Storr. 910. Privilegia Egmundana. Hs. 38. — van de Stat Zevenbaer. Hs. 4*7. Privilegie (Groot) van Yrouw Maria. Hs. 42. Privilegieboek van Botterdam. Hs. 49. Privilegie en Handvest-Boeck (Groot) v. Kennemer- landt. II. 532. Privilegiën van Boemel, Tielrewaard enz. Hs. 47. — (Geldersche). Hs. 84. van Gouda en van den lande van Steyn. Hs. 48. (Twee) van Harderwijk. Hs. 47. — (Gener.) ende Handvesten v. Kennemerland. H. 531. en Handvesten van Texel. H. 536. Keuren van Vianen. Hs. 50. w n Zeeland. Hs. 51. Privilegium (Ueber ein) Lateinisch zu reden. — Zie Schmid. 877. Proben der alten Schwabischen Poesie. 779. — althollandischer Volkslieder. 273. — der Deutschen Poesie u. Prosa vom IV» Jahrhun- dert n. s. w. 775. Deutscher Volks-Mundarten. 39. Portugiesischer u.CatalanischerVolksromanzen.924. Probus, Vertoog over het Psalm-gezang. 235. Probus, Aem. — Zie Plutarchus. 599. Proceduren (Crim.) op en jegens O. Z. v. Haren. 79. teghen den Koninck van Eflgelant. n. 835. tusschen de Leidsche jufferen. Hs. 26. Proceedings of theLiterarySociety of Manchester ,H.843. Proces (Crimineel) in cas van Hoogverraad. H. 837. — crimineel. — Zie Hennebo. 368. yan de Leidsche Giftmengster. H. 490. (Wonderlyck) tusschen drie Edelluyden. 706. Procés de Franpois Anneessens. H. 813. de Martina Etienne van Velden. H. 815. Processus juris. Hs. 75. Proces-Verbaal v. h. Kon. Nederl. Instituut. 120. Proclamatie... thegens de Ghemutineerde van Diest. H. 125, 814. _ d. Constituerende Vergadering repres. het Ba- taafsche volk. H. 222. — ende Wederlegg. v. d. Hartogh v. Venetien. U. 858. — van Z. M. Koning Lodewijk. H. 1046. Proclamatiën v. d. Commandant d. Fransche troepen te Leyden. H. 480. — v. h. Gemeentebestuur te Leyden. H. 477—ksi, 486—492. „ , „ 0 - Q _ v d Koning v. Pruissen tot de Wenden. H.972. _ gearrest. bij de Nationale Vergadering. IL 221. v d Provis. Bepraesentanten van het Volk m Hol land. H. 215-217. M ' . _ y d Staten Generaal d. Vereemgde Nederlanden. H. 217, 218. . v iv TT _ d. Vertegenwoordigers v. h. Fransche Volk. 11. 214, 215. Procopius. — Zie Jomandes. II. 689. _ Procuratie oft Bevestinghe d. Con. May. v. Spaigmen. H. 129 ‘ r, vu Ml Procureur (De) van J. Ie Francq van Berkhey. 573. Pro Deo et Patria. — Zie Zegenwensch. 475. Prodesse canendo. — Zie Genootschap. Proditor (Ecce). H. 544. Produc. — Zie Reg. Tooneel. Producten in de zaak tuss. D. v. Woudenberg en P. Burmannus. 73. Proef (Rvvwe) over het werktvigl. d. dichtkvnde. 178. Proefken oft Staelken y Vtenbogaerts ende Taunni Onderlinghe Verdraeghsaemheyt. H. *». Proefnemingen (Op de roekelooze) met de lugtbollen. — Zie Berkhey. 475. Proeliarius of Strijdboek. H. 613. Proes, L., Een protestantsch woord. IL 339. — Tiental leerredenen. 726. Proeve van een Adres der Groningsche Predikanten- Vereeniging. n. 293. , , „ Bedenkingen over den finant. toestand. H. 224. V. DCUOUiUJgoi* _ eener nieuwe Berijming der Psalmen. 247. — „ Bibliographic over Afrika. H. 8b8. — van Dichtoefening. 229. _ des nu onlangs uyt-ghegheven Drooms. H. 128. _ v. enthusiast... Dwalingen. — Zie Peiffers. H. 358. — „ kleine Gedigten. — Zie van Alphen. 427. _ (Mijne) van stichtelijke Gedichten. 386. yan korte Gezangen. 266. — op de Gezelligheid. — Zie Bacot. 383. ; _ yan Gothische en Angelsaksische drukletters. 741. tJ Hekelschriften. 639. u Indische dichtkunde. . H. 1010. _ eener Inleiding in de Redekunst. 717. — yan Kerkgezangen. 266. — over de Keus van volksvertegenwoordigers. AM yan Heusden. H. 279. i«n 221 _ yan vijf Klinkdichten zonder a, e, t, o, en». 160, 22i. M Letteren van J. G. La Lau. 16. _ christelijke Liederen. 266. — over den Loop van de Eem. — Zie van Asch van Wijck. H. 590.
Proeve v. Mengelpoezy d. li. Genootsch.: Magna molimur parvi. 231. — van diehterl. Mengelingen. — Zie Hoekstra. 403. — „ stigtelijke Mengelpoezy. 230. Zie: van Alphen. 382. — eener Nabootzing van het plat Zntphens. 173. — van Navolging. 69. — „ Onderzoek.—Zie van der Schaaff. II. 266, 273. — ter Opheldering. — Zie Goodricke. II. 374. — (Diehtk.) over de Opvoeding der jeugd. 465. — van Oudheidkunde enz. d. h. Genootsch. Dulces ante omnia Musae. 115. — van Poesye d. h. Genootsch. Vlyt volmaakt. 222. — » gewyde Poesy. — Zie Loosjes. 391. — » goede Kuste des Gemoeds. — Zie Coornhert. 624. — over de Schouwspelen. IE. 957. — eener hollandsche Spraakkunst. 146. — van Steendruk. II. 974. — over de Verantwoordelijkheid v. ministers, n. 278. — tegen de Verbastering der Nederl. taal. 162. — » » Verbetering v. d. afloop v. h. water.. in de Geldersche vallei, n. 590. — voor het Verstand, den smaak en het hart. II. 984. — van Vertalingen uit het Fransch. 313. — ,, een ontwerp Wetboek v. h. krijgsvolk. — Zie van Hees van Berkel. II. 305. — v. e. Wetsontwerp op het Hooger Onderwijs, n. 321. — van ’t Woord Boom. 167. — „ Zedepoesy. 221. Proeven (Eenige) van Boegineesche en Makassaarsche poezie. 1001. — van Christelijke gezangen. 268. — „ Dicht-en letteroefeningen.—ZieTerkamp.381. „ Dichter! kleinigheden.— Zie Riemsnijder. 380. — „ Drukwerk door Wilson & C°. 16. — „ Evangelische psalmberijming. 249. — „ Gedichlen. — Zie Bennink Janssonius. 416. — „ Geestelijke oden en Liederen. 265. — eener Javaansche drukkerij. 1001. — der Letteren van Broer Jansz. 16. — van Nederduitsche welsprekendheid. 181. — „ Nederl. dichtkunst uit zeven eeuwen. 223. — „ Nederd. „ „ de XVHe eeuw. 224. — „ Nederl. prozastijl uit zeven eeuwen. 577. — „ Oordeelkunde betreklyk de poesy. 178. — (Mijne eerste) in Poesy. — Zie Staring. 395. — (Schamele) van edele Pogingen. 231. — van Staatkundige welsprekendheid. II. 1015. — „ Stereotypen uit de drukkerij van Ds. Joh. Muller. 17. — van h. Verstand, den smaak en het hart. 194. Pro excolendo Jure Patrio. — Zie Genootschap. Proficit et recreat. — Zie Kasteleyn. 469. Prof-Ofwersattning af then Heliga Skrift. 862. Profyt (Het) der Vrouwen. 704. Programm d. evang. Gymnasiums zu Bistritz. n. 760. Programm d. evang. Gymnasiums zu Mediasch. II. 760. — d. evang. Untergymnasiums zu Mühlbach. II. 760. — » Gymnasiums zu Hermannstadt. II. 760. — „ Kath. Gymnasiums zu Hermannstadt. H. 760. — d. 4 e Sacularfeiers der Erfindung d. Buchdrucker- kunst. 13. Programma d. feestviering te Brielle. II. 448. — d. feestviering bij de onthulling v. h. Gedenkteeken voor v. d. Werff te Leiden. II. 466. — v. h. Gymnasium te Groningen. II. 648. — » » „ „ Leiden. II. 508. — d. Hol! Maatsch. v. fraaie kunsten en weten schappen. 119. — v. d. Koninkl. Academie v. wetenschappen. 121. — van Maskerades te Leiden. II. 508. ,, het Prov. Utrechtsch Genootsch. v. Kunsten en Wetenschappen. 115. v. h. Zeeuwsch Genootsch. d. Wetenschappen. 114. npoyputinte. — Zie van de Wal. H 622. Programme de 1’Académie Royale de Belgique. 123. — d’une lepon de bibliographic. 20. de 1 Installation d. Facultés a l’Université de Leyde. Project van de Artt. door de Staten aen de Ministers der Geallieerden voorgesteld. EL 169. — van een in te dienen Adres a. d. Synode. II. 383. — d. taxatie door d. Regering v. Dordrecht. II. 452. Projet d’une Institution Franpaise. EL 826. Prologus [der Utrechtsche Jaarboeken], 365. Promnitz, J., De praktische timmerman. II. 956. Pronk-toneel (Nassouser Heidens). II. 67. Pro Patria. 453. Pro Patria. — Zie Genootschap. Pro patria ejusque libertate. — Zie Genootschap. Proper, H., Feestrede 50-j. evangeliebediening. II. 1019. Zie: Bundel. II. 482. — Verzameling. II. 427. Propheet (Van den) Baruch. II. 361. Propheten (De) alle Düdisch. 816. Propositie d. d. Cheur-Ceulse Afgevaardigden. H. 167. — d. d. Gedeputeerden d. Stad Leyden. — Zie Bil- derdijk. H 473. — van de Ambassadeurs v. d. Staat d. Vereen. Nederl. a. d. alderchrist. Koningh. n. 164. — van den Erfstadhouder. II. 197. — „ „ Koning van Frankrijk. II. 177. — overgeleverd d. Gedeputeerden d. Stad Leyden. H. 469. — ende Protest d. d. Heeren v. Amsterdam. H. 541. — uyt last d. Burgemeesteren v. Zierikzee. II. 583. Prospectus du plan de M. du Mitand. 34. Proost Jz., P., Jodocus van Lodenstein. 84. Prosodie (Nederlandsche). 179. Protest der Stad Leyden A° 1704. Hs. 44. — tegen het voorstel enz. — Zie Rogge. II. 509. — van de Staten van Vriesland! II. 167. [en Tweede Protest.] geteekend d. F. Romswinc- kel. EL 429, 430. Protestant (Een). — Zie W. Bilderdijk.
575 PSOTESTATSTT. — PUBLICATIONS. 576 Protestant (De). Tijdschrift. H. 339. — (De bekommerde). II. 339. Protestantisme (Geschiedenis van het). II. 33, 1038. (Geschiedenis van het) in NederlandH.339. — (Het) geplaatst bij de stembus. II. 339. (Le) Beige. — Zie Vanderelst. II. 343. Protestations (Deux) de citoyens Hollandais. II. 684. Protocol d. i. de gantsche handelinge d. ghesprecx gheh. tot Leeuwarden. II. 626. Protocole des délibérations de la Municipality de Namur. LL 816. Provenpaalsch. 923. H. 1031. Proverbes (Anciens) Basques et Gascons: 994. — anciens Flamens etFrangois.— Zie Spreuken. 169. — Béarnais. 938. Proverbia, ofte Spreucken V. d. Koninck Salomons. 591. H. 1007. Provindsialefterretninger (Slesvigste). II. 719. Provinzial-Blatter (Westphalische). H. 724. Provó Kluit. — Zie Kluit. Proza (Nederl.) v. d. XIII® tot de XVHP eeuw. 577. Proza en Poezie. Bijdragen enz. H. 984. Een leesboek. 156. . — Zie N. Beets. 196. V erz. d. G. J. Dozy en F. de Stoppelaar. 182. Voor visschers gevangen. 184. Prozawerken (Nederlandsche). 577. H. 1007. Hs. 12, 30, 79, 82. Prudentius, Aur. Klem., Lofzangen enz. 304. Prudbomme, S., Discours de réception. 928. Zie: Coquelin. 928. Pruimers, J. O. — Zie van Rappard. H. 971. l^ruisen (Koningrijk)* II* 70S* — (Provincie). 3X 707. Pruisier, J. C., Brief a. M. Tydeman. Hs. 72. Prul, Piet. — Zie Reg. Tooneel. Prunicau, Th. J., Notice sur Chaleroy. II. 810. Pruschenc, J. G., Geestel. medicijne teghens de Me- lancolye. 649. Pruys van der Hoeven. — Zie Hoeven. Pruysen Morissen, P. van, Brief. Hs. 65. Pryce, W„ Archaeologia Cornu-Britannica. 863. Pryn, J. A. — Zie Breur. 530. Pryn, S. A. — Zie Breur. 530. Prynne W„ Histrio-Mastix ofte Schouw-spels treur spel. IL 955. Pryor, A., [Verschilt, gedichten]. 942. Prys, Edm. — Zie Psalmau. 865. Przybylskiego, J., Poczatki jezyka Greckiego. 870. p g — Zie Blaaupot. 529. — P. Snellincx. P. S. Jr. — Zie Beumer. 528. Psalm XLIV—CL (Nederl. berijming van). Hs. 25. Psalmberijming (De) van Dathenus verbeterd. 247. Psalmboeck (Nedder-Düdesche Kercken-). 178. Psalmboek (Kunstkeurig). 248. Psalm-boek voor die neger-gemeenten na S. Thomas, S. Croix en S. Jean. H. 982. Psalmen (Berijmde). 233-. II. 989, Hs. 25. Psalmen in het Angelsaksisch. 831. in het Czechisch. 970. Engelsch. 841. — Zie Common Prayer. 842. Eransch. 943. Groenlandsch. 1003. Hebreeuwsch. 983. Hoogduitsch. 784. Kimri. 865. Latijn. 892. II. 34. Maleiseb. 999. Middelnederlandsch. 200. Nederlandsch (Berijmde) 237 250. H. 989, H. 25. in het Nederlandsch (Proza). 588—590. II. 1007, Hs. 13. in Slavoonsch dialect. Hs. 36. „ het Oud-Slawisch. 963. „ „ Spaansch. 919. „ „ Tamulsch. 995. „ „ Zweedsch. 862. aus der Karolinger Zeit. 588. — (Niederdeutsche) n. 1065. des Nieuwen Testaments. 259. — (Zes vierstemmige). H. 989. Zie: Biblia. 583-586. — Bijbel. 586. Psalter. — Zie Psalmen. Psalterium. — Zie Psalmen. Pseudo-Kalhsthenes. — Zie Lambrecht. 791. Psolter. — Zie Psalmen. P. T. H. — Zie Pieter ’t Hoen. Publicatie van ’t Accord, gem. 20 Sept. 1664. II. 1044. j — betreft de verandering d. regeering te Hoorn.H.564. ; n huwelijken in Zeeland. II. 572. „ iJsselsteyn. II. 606. — [ter ontdekking van B. Dwinglo]. II. 136. r n n R. en W. van Oldenbarnevelt]. li’. 136. ” — van Prinses Anna. II. 419. — „ bet Provisioneel Regentschap. II. 1046. M de Regering d. stad Utrecht. H. 593. n n Staten d. Furstendoms Gelre. II. 419. Publicatiën (Verschill.) v. h. Bestuur d. stad Leyden. I H. 471—492. — v. h. Comité voor het Alg. Welzijn. IL 218. — van het Gemeentebestuur te Nijmegen. H. 430—36. M van Utrecht. H. 595. — „ die van den Gerechte d. stad Leyden. H. 472. a Lodewijk, Koning van Holland. II. 227, 228. de Provis. Repraesentanten van het Volk v.: Holland. II. 215—217. ; — van het Staats-Bewind d. Bat. Republiek.II.226,227.1 u de Staten v. Holland en West-Friesland. ILj 440, 441, 472. „ der Staten Gener. d. Vereen. Nederlanden. II. ! 227, 228. van het Uitvoerend Bewind. H. 222. Publications de la Société de Limbourg. II.
87 Q-

Rabus, P., Griekse, Latynse en Neerduitse vermake lijkheden d. taalkunde. 629. —r Het Groote Naamboek. H. 6. — Opkomst, geboorte enz. van Maria Stuart. II. 838. Historie van den Oproer te Amsterdam. H. 541. Zie: Beronicius. 629. — Cato. 603. — Erasmus. 615. — Huygens. II. 942. — Honklagten. 442. — Sulpicins Severus. 608. en Tatt Hoogstraten, Rijmoeffeningen. ««7. Rabus, R., Bruiloftdicht. 536. Racer, J. W., Aanmerkingen omtr. d. grondbeginselen v. h. Landtregt van Overijssel. H 632. — Almelosche oudheden. II. 633. — Overijsselsche gedenkstukken. II. 628. Zie: van Wulfften Palthe. II. 970. Rachelius, J., Neue X satyrische Gedichte. 800. Racine, J., Oeuvres. 959. — De genade. 314. Zie: Reg. en Snppl. Reg. Tooneel. Racine, L., Poésies. 952. Radaeus, A„ geb. Rethaan. — Zie Rethaan. Rademaker, A. — Zie Brouërius van Nidek. II. 400. — Grond. n. 460. Raders, R. F., Memorie aan den Koning. n. 680. Raderus, M. — Zie Den Al sieck. 334. Radet, J. B. — Zie Reg. Tooneel. Radinga, T. van. — Zie Verzameling. 453. Radlof, J. G., Grundz. e. Bildungsgeschichte. II. 697. — Mustersaal aller teutschen Mundarten. 771. — Neue Untersuchungen. H. 690. — Die Sprachen der Germanen. 771. — Trefflichkeit d. Südteutschen Mund-Arten. 771. Radt van Avontuere. 437. Radijs, A., Leerrede over Joh. XVII: 11. 736. Raaf, C. F. — Zie Bruzelius. H. 773. Raedt. — Zie Raad. Rachter geb. Ehrhardt, El. — Zie Soiling. 753. Raemondt, Ign., Brief. Hs. 72. Raepelinck van Vaderlandsche Spreekwoorden. Hs. 77. Raepsaet, J. J., Analyse historique. II. 793. — Défense de Charles Martel. H. 808. — flistoire de 1’origine d. Etats-Generaux. H. 279. Inauguration d. Princes d. XVH provinces d. Pays- — L’origine du CarnevaL II. 20. — Recherches s. l’origine .. d. droits ... d. premières nuits. II. 923. — Réponse a Th. Dotrenge. II. 238. — Overdrnkjes. Raes, B. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Raesfelt, C. F. van Sytzama, geb. van. — Zie Sytzama. Raet von Vögelscamp, F. F. von, Bentheim-Steinfür- tische... Beytrage. n. 713, 725. Raetken, U., Gramatica [Spaansch en Nederl.]. 917 Raeymakers, F. J. — Zie Mengelingen. H. 812. Raff, G. C. — Zie le Francq van Berkhey. H. 947. Raffles, Th. S., History of Java. H. 671. Rafn, Ch. Chr., Découverte de 1’Amérique. H. 871. Rafn, Ch. ,Chr., Narichten over de ontdekking v Amerika. H. 871. — Les premiers habitants du Groenland. II. 881. Suppl. to the Antiquitates Americana. II. 872. Zie: Borring. 867. — Faereyinga Saga. 866. — Fornaldar Sögur. 863. — Jatvardhar Konungs Saga. n. 1025. — Jomsvikinga Saga. 864. Rong Olafs Saga. 854. — Krakas Maal. 856. — Nord. Fortids Sagaer. 883. Ragnaldus Ingemundi. — Zie Leges. H. 779. Rahbek, X. L. — Zie Laesebog. 859. Rahlenbeck, Ch., La Belgique et les garnisons de la Barrière. II. 791. — Gui de Brés. Etude historique. 928. — Metz et Thionville. EL 751. — Les Protestants a Bruxelles. II. 813. — Overdrnkjes. Zie: Considerations. II. 125. — Moyens. II. 1043. — de Wesenbeke - II. 100. Rahn, J. R., La Rose de la cathédrale de Lausanne, n. 764. Zie: Mittheilungen. II. 762. Rahusen, I. J., De ecclesiae nexu cum civitate. II. 392. Raillard, P., Brief a. H’ W. Tydeman. Hs. 72. Raimbert de Paris, La chevalerie Ogier de Dane- marche. 945. Raingo, G. B. J., Dictionn. Hollandais-Franpais. 48. — Précis de 1’histoire des Pays-Bas. II. 79. Raissius, A., Origines Cartusiarum Belgi. H. 333. Raize (Raare) van ’tHoogeland naa stad. II. 982. — (Roare).. noft de Moan. 175. Ralph Roister Doister. — Zie Engl. Plays. 843. Ram, J. L., De ministerii publici origine. II. 273. Ram, P. F. X. de, Synopsis actorum ecclesiae Ant- verpiensis eet. H. 798. — Overdrnkjes. Zie: Sonnius. 891. Ramaer, A. G. TV., Overdrukjes. Ramaer, E. H., Eenemerkwaardigeschilderij.il. 152. Ramaer, J. N., Overdrukjes. Ramaer, P. A., Verhouding d. volksvertegenwoordi gers tot hnnne committenten. EL 279. Ram-Alley. — Zie Engl. Plays. 843. Ramaker, H. Kroeze, Gedichten voor kinderen. 428. — Zakwoordenboekje. 158. Rambach, F. — Zie Reg. Tooneel. Rambonnet, J. J. (Leven van). Lb. 1874, 17. Rambonnet, L. H., Vrijheid, Gelijkheid, Broeder schap. 512. Ramler, K. TV. — Zie Batteux. 1. — von Logau. 799. Rammazeyn, J. — Zie Reg. Tooneel. Rammelman Elsevier, TV. I. C. — Zie Elsevier. Rammohun Roy (Rayah). — Zie Vertaling, n. 22. Ramon de la Sagra, Voyage en Hollande. II. 402. Ramp (De) op Savoe. H. 678. Rampelt, J. — Zie Programm. n. 760. Rampen, H., Parnas-droppen. 445. Ramsay, C. A., Tacheographia. 8. Ramshorn, L., De verbis latin. deponentibus. 881, Ramus, J., Nori Regnum. II. 781.
Ramus, 3., Traotatus historico-geographicus. II. 787. Ranc. — Zie Célébrités. 927. Randolph, T., Poetical and dramatic Works. 847. Randschrift (Ren). — Zie Broes. H. 886. Ranfft, M., Leben.. aller Chur-Sachsischen Gottes- gelehrten. 749. Ranitz, H. de, De imperio civili in partes recte distribuendo. II. 929. Zie : Memorie. II. 643. Ranke, C. F. — Zie Heeren. 907. Ranke, E. — Zie Verzameling. II. 498. Ranke, L. von, Deutsche Geschichte im Zeitalter d. Reformation. II. 690. — An seinem 90^ en Geburtstage. II. 1022. Raoul, Messire Gauvain. 947. Raoul, L. V. — Zie Lepons. 226. Raoul de Cambrai, Romans. 944. Zie: Fragments. 944. Raoux, A. G., Différence, par rapport a la langue, entre les provinces flamandes et wallonnes. 64. Notice sur un passage d. 1. Chronique de Sigebert de Gembloux. II. 31. — Overdrukjes. Rapp, G. — Zie Heliand. 811. Rapp, J., Tirol in 1809. II. 754. Rapp, K. M. — Zie Plautus. II. 1024. Rapp, M., Grundriss der Grammatik d. Indisch-Euro- paischen Sprachstammes. 41. Rappard, A. G. A. van, Herinneringen aan A. G. Vos de Wael en J. C. Pruimers. II. 971. — (Leven van). Lb. 1870, 123. Zie: de Bosch Kemper. II. 312. — van Sorgen. CCLIX. — Verzameling. 55. Rappard, E. A. van, Ernst Brinck. H. 131. — Leven van G. W. Verwey Mejan. Lb. 1851,46. — (Leven van). Lb. 1868, 45. — Overdrukjes. Rappard, J. A. A. W. van, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 65. Rappard, J. K. van, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 65. Rappard, W. L. F. O. van, Gedachten over eenige onderwerpen. H. 272. — (Leven van). Lb. 1863 , 25. Rapport aan de Maatschappij van Welstand. H. 291. betreffende het St. Anthony Gasthuis. H. 626, 628. w de invoering d. nieuwe Kerkgezangen. n. 990. betreffende den staat der fmantiën v. Holland. 11.221. M de Staat Wisconsin. II. 881, 882. der Commissie benoemd 29 Aug. 1872. II. 316. n examinatie van de Vuurmachine. II. 1055. (J particuliere Commissie.—Zie van der Aa.H.614. gedaan d. Gecommitteerden v. Rijnland. H. 443. — nopens den staat van ’s Lands frontieren. H. 204. — „ verandering in het plan van Constitutie. n.”220. oyer de verbetering d. gasthuizen te Amsterd. n.549. n Inlandsch onderwijs op Java.—Ziev.LierH.674. H de inrigting d.Ziekenverpleg. te Utrecht. H.599. Rapport over het plan van oproeping. H. 218. — over eenige punten betr. Hooger Onderwijs. H. 317. — „ de sources van ongenoegen te Rotterdam.II.521. — „ d. staat d. Lagere scholen te Leyden. H. 509. n _ voorziening omtrent de educatie v. d. Erf stadhouder. Hs. 44. — over wettigheid of onwettigheid d. Tienden. H. 265. — ter zake der Belijdenisvragen. H. 352. van de Commissie d. Synode van 1870. H. 352. wegens het in defensie brengen v. Zeeland. Hs. 44. n d. finantielen staat d. Godshuizen te Leiden. H. 492. Rapport fait a la réunion d. Députés des Eglises Wal lonnes. H. 354. — sur 1’état des écoles. H. 307. M la situation d. 1. SociétéarchéologiquedeNamur. n. 816. ' Rapporten betreffende het St. Anthony Gasthuis. H.626. — v. Commission gegeven bij de Staten van Utrecht, ii. 586. — van de Collegiën ter Admiraliteiten. II. 199. — „ „ Comra. voor de Internationale ruiling. 20. over de eigendommen d. Maatschappij v. Welstand. H. 291. en Memorie over de finantiën v. Holland. II. 440. Rarekiekkas-kijker (De vermakelijke). 288. Ras, E. — Zie Hippocrates. 597. Rasch, G., Berlijn bij dag en nacht. H. 711. (Herr G.) und sein Bruderstamm. H. 719. Rask, E. C., Verslehre der Islander. 851. Rask, R. [of R. KJ, Angelsaksisk Sproglaere. 829. — Grammar of the Anglo-Saxon Tongue. 829. — Frisisk Sproglaere. — Friesche Spraakleer. — Frisische Sprachlehre. 820. — Kortfattet Vejledning. — Kurzgefasste Anleitung z. Altnordischen Sprache. 851. — Lappisk Sproglaere. 992. — Singalesisk Skriftslaere. 975. — Undersögelse om det gamle Nord. Sprogs Oprin- delse. 849. — Vejledning til det Islandske ... Sprog. 851. Zie: Haldorsonius. 45. — Laesebog. 851. — Snorra- Edda. 853. — Vergleichungslafeln. 39. Raspe, R. C. — Zie Münchhausen. 703. Rassmann, A., Die deutsche Heldensage. 747. Rastoul de Mongeot, A. — Zie Mongeot. Ratell, J. (Lijkrede op). 731. Rath, P., Hannickel der Bauer. 774. Rathgeber, G., Annalen d. Niederlandischen Malerei. IL 324. Aufbau d. NiederlandischenKunstgeschichte.II.324. Bibliotheca Gothana. Section d. abend! HS. H. 746. Geschiedenis d. Neder! schilderkunst. H. 324. Hekata Epipyrgidia d’Alcamene. H. 860. Sopra il simulacro del Mercurio. H. 24. Ueber 125 mystischen Spiegel. H. 16. Ratichius, W. (Werken betreffende). 754. Ratione Officii N° 7. Justificatie enz. H. 431. Ratzer, J. R.— Zie Reg. Toonee!
Rau, C., A Discourse of the Oriental Tongues. 979. — Orthographiae... Ebraicae delineatio. 979. — Sesquidecuria epistolarum adoptivarum. 979. Zie: Opuscula. 980. RaUj J., De monarchia, optimaimperiiforma.il. 929. Ran, J. E., Monumenta vetustatis Germanicae. n. 729. ^Oratio paneg, in nat. 150 Acad. Traj. dicta. Ran Sz., S. P.. Ad. . P. BurmannumTfil.Pnep. 898. Rau, S. P. J., Brief. Hs. 65. — Het ontwerp van Bilderdijks Epos. 387. — (Lofredenen enz. van). 88. — (Latijnsch lijkdicht op). 909. Zie: Bilderdijk. 387. — Bundel. II. 482. —Spec tator. 230. — Virgilius. 298. Ran, S. J. E., Aan een verwonnen volk. 520. — Epistolae de Euripidis Phaëthonte. 875. — [Verschil! Dichtwerken]. 405. — Smart en troost. 520. — Zangen naar het gebed des Heeren. 5H. 998. — Overdrukjes. Zie: Kan. II. 435. Vondel. 326. — Rag. Tooneel. Rau van Gameren, S. P. J., Regtspleging in zaken van Koophandel. II. 270. Ranch, P. A., Identitat d. Hindu, Perser u. s. w. 40. Rauchenstein, R., Werth d. Alterthumsstudien. EL 13. Raumer, P. von, Geschichte d. Hohenstaufen. H. 694. Zie: Bens. II. 847. — Tascheubuch. II. 4. Raumer, R. von, Die Aspiration. 35. — Einwirkung d. Christenthums auf d. Althochdeut- schen Sprache. 745. — Erlauterungen z. d. Ergebnisse d. Berliner ortho- graphischen Konferenz. 762. Raupach, E. — Zie Reg. Tooneel. Rauppe, W., Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 65. Rauschnick, G. P., Geschichte d. deutschen Hanse 11. 706. Rautenstrauch. — Zie Reg. Tooneel. Rauwenhoff, P. (Toespraken ter nagedachtenis van). 88. Rauwenhoff, L. W. E„ De actualiteits-politiek d Sv- node. II. 387. J Geschiedenis van het Protestantisme. IL 34. — Katholicisme en Ultramontanisme. n. 1038. — Staat en Kerk. H. 393. — De zaak van het Hervormde Weeshuis. II. 494 Zie: Hulde. II. 1048. Rauwenhoff, N. W. (Redev. ter nagedachtenis van). 88. — (Lat. gedicht aan). 908. Rauwenhoff, N. W. P. — Zie Tijdschrift. H. 309. Rauwerts, Chr. — Zie Schutte. Hs. 30. Rauwertz, J. I., Lijkrede op G. van Kessel. 730. Ravekes, H., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 65. Zie: Redevoeringen. 116. Ravellus, F. M. — Zie Hulsius. 43. Raven Hzn., T., Ontboezeming bij den torenbrand. 497. Ravenna-Schlacht (Die). — Zie: Gedichte. 779. — Heldenbuch. 780. Ravens, J. A. — Zie J. A. Corvinus. Ravensperg, H„ Orat. fun. de Guilh. Ludovici. H. 136. I Ravestein, D. — Zie Triomf. 271. Ravesteyn, H., Gedenk-teken. II. 181. — Godsdienst rede en raad. 451. — Nederlands allergewenste vreugde-dagen. H. 183. — De staf des woords. H. 181. Zie: Verzameling. 453. Ravesteyn, K. L. van. — Zie ten Braak. 530. Ravins. — Zie Rau. Ray, C. A. van. — Zie Reg. Tooneel. R®y > J-, Compl. collection of English Proverbs. 839. Zie: Bohn. 840. Raymond, C. W. — Zie Reports, n. 875. Raynal, Bedenkingen over den vrede. H. 871. — Histoire du Stadhouderat. II. 185. Raynolds, W. P. — Zie Reports. H. 875. Ravnouard, P. J. M., Grammaire comparée d. langues de 1’Europe latine. 909. — Lexique Roman. 910. — Observations sur le Roman de Ron. 945. Zie: Reg. Tooneel. R. B. — Zie Brieven (Twee). II. 377. Re (De) vestiaria. — Zie Stephanus. 869. R®^d J. Meredith, Inquiry concerning H. Hudson. Reader (The literary). 843. Reael, J. Pzn. — Zie Psalmen. 237. Reael, L. — Zie: Gedichten. 224. — van Lennep. Hs. 54. — Minneplicht. 276. Realia. Register op de generale Resolution. II. 674. Reay (Lord), Address on Economy. H. 842. Assoc. Societies of the Univ. of Edinburgh. H. 844. — Certain Aspects of social Democracy, n. 695. — On Education. H. 918. Inaugural address at the Co-operative Congress. H. 842. — International Relations. II. 842. — Morningside College. Address. II. 844. — University Reform in Scotland. II. 844. Rebellion (The). — Zie Engl. Plays. 843. Rebenscheidt, K. H., Nagelaten gedichten. 397. Zie: Gezangen. 267. Reber, P., De primordiis artis imprimendi. 14. Rebitsch, E. — Zie Mittheilungen. II. 754. Rebonl, J., Poésies. 955. Recensent (De). 127. — (De) ook der Recensenten. 127. Receptboek. Hoogduitsch. Hs. 33. Reces des Landdags te Zutphen gehouden. Hs. 47. Recess und Accord-buch. II. 714. Recessen (Land- en Quartierdaags) v. Gelre. Hs. 47, — des Quartiers v. Nymegen. II. 422, Hs. 47. Recherche modeste etc. — Zie Du Mont. H. 175. Recherches curieuses. — Zie Ricerche. 916. Réchétof, E. — Zie Histoire. H. 865. Rechon, M., Historia artis scriptoriae. 5. Recht (Burgerlijk) iu het algemeen. II. 923. — (Duitsch). H. 701, 1059. — (Kngelsch). II. 831,
Recht (BVansch). II. 817. — (Nederlandsch). H. 261, 1047. — (Bomeinsch). H. 921. — (Dat Bigische). II. 770. — (Het) en depligtd. regering.—Zie Opzoomer.I3.339. ( „ ) van bruiloftsavondkont. 313. ( „ ) „ den Prince van Oranje. — Zie de Back. H. 119, 580. — (Het onwederspr.) d. Ambachts-Heeren. H. 225. Rechten (De) van ’s Lands Universiteit te Leyden verdedigt. II. 500. — (Geldersche). Hs. 84. — (Die Zutphensche). Hs. 47. — en Costumen van Antwerpen. II. 797. — Coustuymen ende Gewoonten d. stadt Tyel. II. 437. ende Gewoonten van Deventer. H. 635. — (Hofhoorige) van Twente. H. 634. — (De oudste) der stad Dordrecht. II. 452. Rechteren, A. Ph. Z. van, Deductie. H. 633. Reehteren, J. R. B. R. van, Brief a. M. Tydeman. Hs. 65. Rechtsbronnen (Leidsche). H. 490. — (Middeleeuwsche) van Utrecht. H. 597. — der stad Zutphen. H. 438. Rechtsgeding tusschen Leiden en den Staat der Neder landen over... het Haarlemmermeer. H. 530. Rechtsgeleerde (Voornaam Geldersch). — Zie J. J. van Hasselt. Rechtsgeleerdheid. H. 921. Hs. 74. Rechtsvordering (Burgerlijke). II. 267,1048. Rechtuit, J., Burger van Utrecht (Brief van). H. 596. Reclam, A. — Zie Bergmann. 6. Record of the... anniv. of St. Nicholas Society. II. 880. Recreatye (Der Redenrycke Const-lief-hebbers stichte- licke). 213. Recueil van de bevoechde bejegeningen. — Zie Verant- woordinge. II. 160. — (Nouveau) de contes. 942. — de documents relatifs a 1’église frangaise de Voor- burg. II. 526. général et complet des Fabliaux. 942. — (Nouveau) de Fabliaux. 942. de lois concernant 1’administration d. biens d. émi- grés. n. 1051. — de lois sur 1’état civil des citoyens. II. 1051. — militair. H. 305. de pieces diplomatiques. II. 243. —■ van Placaten betreffende de Admiraliteyten. II. 271. de prières de 1’Eglise Graeco-Russe. 964. — des traités et conventions conclus par leBoyaume des Pays-Bas. H. 280, 1049. — vanVergaderingen v. d. schout en schepenen te Ley- den. II. 484. Reddingius Gz., 3. H., Oorsprong v. h. regt v. verkiezing d. predikanten. II. 619. Reddingius, R. P. — Zie Manger. 556. — Verwey. 560. Reddingius, T. F., Bestrijding d. Koepokinenting. IL 296. Reddingius, W. G. — Zie Verwey. 560. Reddingius, G. Benthem, Leerrede. II. 437. De vita, moribus et carminibus poet. Frisii Gisberti Jacobi F. 81. — (Lat. gedicht aan). 908. — Overdrukjes. Redelijkheid, C., Aanmerkingen. II. 378. Reden (Een waerachtighe fijne) enz. — Zie David Joris. 618. — (Twee) gehouden Aug. 1871. II. 249. Redenen, dienende om aan te wysen dat H. Hoog Mog. enz. H. 168. van de absentie van J. Nagel en J. van Halsen- bergh. II. 431. van Afscheyt van den Prince van Orange. H. 170. waer om de Vereen. Nederlanden, enz. II. 145. ende Motiven, de welcke S. R. K. Maj. hebben bewogen enz. H. 822. en Motiven om aan te wijsen dat de Werving van 16000 man enz. II. 167. en Motieven, om welke Burgemeesteren d. Stadt Leyden hebben geoordeelt enz. II. 443. (Billyke) waarom de Burgers van Holland na. ver andering staan in de Regeeringe. n. 185, 471. Reden-feest (Levenders). 216. Redenrijck-bergh (Vlaerdings). XHI. Redens-krans, gevlochten van Will’ge Rysen. 217. Redens-Lust-hof (Vlissings). 217. Redepenning, E. R., Leven van J.C. L. Gieseler. 751. Rederyck-kunst... opt kortst vervat. 141. Rederijker (De). Tijdschrift. 210. (De Vlaemsche). Tijdschrift. 210. — (Een). — Zie Reg. Tooneel. Rederijkers. 209, H. 987, XII, Hs. 25, 81. Rederijkersgedichten en Refereinen. 211. Rederijkerskamer te Brugge. 220. — te Eecloo. 220. — „ Oostende. 220. _ n Vere. — Zie Tollé. 375. — de Blaeu Acolye. 217. — Cruusbroers. 209. — van de Dubbelt Geelen Hof bloem: Wyckt ontrouw. 219. — De Goud-bloem. 210. n Goudsbloemen: Uit Jonste begrepen. 220. van de Jesus oogen. 218. n „ Jirchoos roos. 218. In Liefd’ Bloeyende. 141, 149, 216. In liefd’ getrouw. 217, 218, 220. — In liefden groeyende. 216. der Lely onder den Doom: Uyt Liefd’ Bestaan. 220. — Liefd bliift sonder Endt. 216. — Liefd’ Es t’fondament. 215. Meybloem, Met Liefd’ volbragt. 219. — De Olyf-tak. 210, 321. — der Pellicanisten. 216, 217. — de Roode Roosen. 214. Het Roosjen te Thielt. 209. van de Rossemareyn door ’s woordts kracht.218,219.
Rederijkerskamer van de Sonne-bloem: Novt meerder v re ngd. 218. — Trouw moet blijken. 217, Hs. 81. — Yemieut wt liefden. 214. — De Violieren. 210. — ’t Wit Lavender: Uyt levender Jonst. 214, 216. — Witte Angieren. 217, 218, 220. — De Wyngaartranken: Liefde boven al. 209. 215 217, 220. * Rederijkersspelen. XII. Rederijkersweekblad. 210. Redevoering aangaande de gemoeds-koortsen. n. 936. — aan mijne landgenooten. II. 200. — bij de 25e ve rj. y. h. Genootschap Concordia et Libertate. 111. over deg. welke zich d. letteroefeningen wijden. 3. Redevoeringen. 719. II. 1017. — in de Maatschappij Felix Mentis. 119. » » » Tot Nnt van ’t Algemeen. 116—118. — over de Wet op de liefdadigheid in België. II. 792. en Dichtstukken bij de inwijding d. Hoogeschool te Utrecht. II. 601. Reding, H. — Zie Album. II. 398. Redmgerus, J. — Zie Comenius. 44. Redlich, C. Chr. — Zie Lessing. 800. Reede, J. F. van, De juribns toparchicis. H. 281. Reede van Ondtshoorn, G. F. van, Quaestiones varii argument! II. 922. Reede van Oudtshoorn, J. F. van, De salutatione maritima. II. 932. Reehorst, K. P. ter, Woordenboek der zee-, stoom- en scheepsbouwkundige termen. 45. Reenen, G. C. J. van, Diss. de bello, quod de successions Austriae gestum est, pace Aquis Granensi composito. Reenen, S. H. van, Overzicht der akademische werk- heden v. d. toekomenden Meester in de regten. Reenen, M. van, Ontbinding v. Provinc. Staten. 11.281. Reenhjelm, J. J. — Zie Thorstens Viikines-Sons Saga. 856. Reepmaker, J. C., Dissert, de Guilielmo I. II. 119. Rees, Abridgment of the 5th Tract, n. 932. Rees, B. van, Bedenkingen o. d. Armenstaat, n. 293. — Zijn verbonden met magtige volken ... voordeelig. 11. 218. Zie: Siccama. II. 481. Rees, Cath. F. van, [Verschil! romansj. 685. Zie: Bibliotheek. 660. — Vondel. 328. Ree. Tooneel. Rees, O. van, Geschiedenis der staathuishoudkunde. II. 281. — Leven van U. G. Schilthuis Jz. Lb. 1860, 266. — Nederlandsche Volkplantingen. II. 685. — Overzicht der staathuishoudkunde, n. 933. ' Over de staathuishoudkundige geschiedenis v. Ne- derland. II. 281. Spec, de opere P. de la Court quod inscribitur: Aanwijzing d. politike gronden. II. 149. — Verhandeling over G. K. van Hogendorp. H. 231. Rees, O. van, De Vlaamsche beweging. 66. — (Leven van). Lb. 1869, 123. — Overdrukjes. Zie: Arend. II. 80. — Magna Carta. II. 842. Rees, Rich. P. A. van, Eb en vloed. 690. — Tusschen de Keerkringen. 690. Re es , W. A. van [Verschil! novellen]. 680, 681,11. 1015. — De Bandjermasinsche krijg. H. 676, 677. — De Pionniers d. beschaving in Ned. Indië. II. 673. Reese, D. J., Ten strijde! en Na den strijd. 420. Reesema, A. Siewertsz van, Feestrede over Tollens. 92. Redev. over het Gemeenebest der letteren. 3. » » de gerechtelijke welsprekendheid. 720. — » „ N. Messchert. 85. i ,, y. rï 0 vorming v. h. karakter d. Neder! letterkundigen. 58. — (Leven van). Lb. 1849, 67. — Overdrukjes. Zie: Feestviering. 118. — Inwijding. 118. —Toe spraken. 120. Reesema, W. Siewertsz van, De bodemeriae in avarias contributione. IL 926. — Bericht d. Bank van Leeninge te Leyden. H. 492. Brieven over de Burger! regtsvordering. II. 267. " TT oto 0Ter za menstelling d. Regterlijke magt. I-L. «<«■ — Leven van J. F. C. Moltzer. Lb. 1868, 220. — Redevoering over dichtkundige Genootschappen. Zie: Toespraken. 120. Reeve, H. — Zie Whitelocke. II. 776. Referein op den Domphoom. 429. Refereinboecxken (Een schoon). 216. Refereinen ende Liedekens, van d’Hemel-Erf. 217. — unde Rondelen edder.. Sproken. 212. ghemaekt op een vraghe, of in Christum te ghe- looven in aller mengenen macht is. 214. — ghepronuncliieert.. binnen Delft. 212. — int vroede. 211. — int wijse. 211. — en andere gedichten uit de XVB eeuw. 211, 987. — (Diuersche) ende Liedekens. 211, 213. — (Dre gründige). 212. — (Negenthien) int Sot. 215. (Veel schoone Christelycke en Schriftuerl). 211. Referent (De). 130. Refereynen. — Zie Refereinen. Reflection over de Aanmerkingen d. Officianten. II. 471. — en Byvoegzelen over eenige articulen d. Naspo ring van de beswaamissen. II. 471. Reflections on the integrity of the Danish Monarchy. Reflexioner (Nagra). II. 780. Réflextions (Deux) interessantes dans cettesaison.II.197. Reformatie der Lantrechten des Graeischaps Zutphen. XI. 422. Refunding of the National Debt. II. 874. Refutacie vant Salve Regina. II. 361.
Refutatie of Wederlegginge. — Zie Rothe. II. 417. Regeering [van Nederland]. II. 278. Regeeringe in Hollandt (Stadthouderl.). — Zie Uvten- hage de Mist. II. 148. Regeerings-Almanak van Groningen. II. 642. — van Nederlandsch-Indië. II. 665. Regel, K. — Zie Psalmen. 200. Regel (Sinte Claren). Hs. 38; Regele (Die) v. d. leven der oerden der armer Susteren van S. Clara. Hs. 38. Regeling v. h. Lager Onderwijs in Amsterdam. II. 554. Regeln... für die Deutsche Rechtschreibung. 762. Regement der ghesontheyt. 612. Regenbogen, J. H. (Leven van). 89. Regenboog, J. — Zie A. A. van der Meerseb. Regenboog (De). Keurbloemen enz. — Zie Iris. 129. Regensburg (van). — Zie Catalogus. H. 427. Regesta historiae Westfaliae. II. 725. Regesten der Grafen von Orlamünde. II. 735. Register van den Aanbreng van 1511. II. 619. op de Aanteekeningen v. h. Prov. Utrechtseh Ge nootschap. 115. v. Academ. Dissertatiën en .Oratiën betreff. de ge schiedenis des vaderlands. II. 56. op de Berichten enz. v. h. Historisch Genootschap. II. 62. — der Bescheiden in het Secreet Vertrek. II. 448. — der Bijbelboeken. 587. — op de tien Copulaten ter Rekenkamer v. Zeeland. Hs. 51. v éi. Drukfouten in den Bijbel v. 1712 enl720.Hs.30. v. alle de Leeraren te Leyden. — Zie Ordre. II. 515. op de Notulen v. h. Bataviaasch Genootschap. 122. der secrete Notulen van Schepenen te Amsterdam. Hs. 50. inhoudende eene pertinente Notitie. Hs. 49. van Overijsselsche oorkonden. II. 629. van Privilegiën der stad’s Hertogenbosch. IL 412. — v. d. manhafte Schutterij. — Zie Naam- en Dag register. H. 476. op Tijdschriften over Nederl. taalkunde. H. 977. _ van de Verbetering d. druckfauten in den [Staten] Bybel. 585. yan de Vroedschap binnen Leeuwarden. Hs. 52. — op de Wapenkaart van de Veertigen der stad Ley den. H. 485. — (Alphabetisch) van alle bewoonde oorden des Rijks. H. 399. (Alphabetisch) der Psalmverzen. 250. t> op de Taalgids, de Taal- en Let terbode enz. 139. — (Annual) of Commandery N°. 1 New York. II. 874. (Chronologisch) op het Vervolg van het Groot Char terboek van Van Mieris. II. 97- — (Ben guide) of Rekenijngboucxkin. II. 939. (Volkomen) over de Brieven v. J. de Witt. II. 142. (Voorloopig) van Charters. — Zie de Sitter. H. 642. Registers der stukken, begrepen in het Gelderseh Pla- caet-Boeck. II. 418. Registrant König Christian des I. H. 717. — praedioram et redituum ad Ecclesias dioecesis Ber gensis Saeo. P. C. XIV*o pertinentium. H 782. Regius, Joh. — Zie Doot. 648. Regius, Urb., Von Volkomenheit desleydensChristi. 799. Reglas da Moralitat. 960. Reglement op de inrigting van het onderwijs in de Athenaea. II. 320. — voor Gemeentebesturen. H. 281. — op de gestrande Goederen. II. 572. — van de regimenten Infanterie, de exercitiën enz. n. 305, 306. — van het Kon. Instituut van Wetenschappen. 120. — op de inrigting van het Hooger Onderwijs. H. 320. voor. de Kamer v. h. vertegenwoord, lichaam. 11.222. — tot verkortinge v. d. mondelinge Pleydoyen. H. 419. op de manier vanProced. inMomboirkamers.H.419. — (Algemeen) op het slagten van Vee. H. 412. van d. Vereeniging t. bevordering v. d. belangen des Boekhandels. 17- — op de Visscherij. IL 289. van de Burger-Schutters-Wachtte Alkmaar. II. 538. M den broeden Kerkeraad te Batavia. II. 675. voor het Grey College te Bloemfontein. II. 684. _ „ „ bestuurt, platten lande v. Drenthe. H. 654. n de zamenstelling d. Staten v. Drenthe. H. 654. Ordre enz. ontfanck voor succession. — Zie Land recht van Drenthe. H. 654. — voor den Raad van Haarlem. II. 561. — (Alg.) stedel. belasting te ’s Hertogenbosch. II. 412. voor het Departement Holland. II. 442. M besturen v. h. platte land v. Holland. H. 442. u de Sehutterije van Hoorn. H 564. — v. h. Anthony Gasthuis te Leeuwarden. II. 626. _ v. h. Gemeentebestuur (Ontwerpen verbeteringen) d. staij Leyden. H. 484, 485. van orde voor den Raad der stad Leyden. H. 485. M bestuur over de Gebuurten der stad Leyden. II. 485. — van de Rechtbank der stad Leyden. H. 490. het Hofje van Jerusalem te Leiden. II. 494. — voor het Lager Schoolwezen en voor de Armen scholen te Leiden. H 509. voor de Brandschouwerij en Politie te Leyderdorp. H. 517. — voor den Bailliuw te Lekkerkerk. II. 517. (Yrijw.) voor de Gemeensluyden v. Nijmegen.II.431. —, Instruction enz. betreff. Noord-Braband. H. 404. voor de Polderbesturen in Noord-Holland. II. 528. — en Besluiten Lager Onderwijs in Overijssel. II. 632. geformeerd t. behoeve van Soeterwoude enz. II. 525. — betreff. de Ambachtsheer! binnen Utrecht. II. 587. der afgescheiden gemeente te Utrecht. II. 600. v. h. Dep. Bestuur ’s Lands van Utrecht. II. 587. — op het beleid d. Regering in West-Indië. II. 679. — voor de Regtbanken in West-Indië. II. 679. op de Wesecamer binnen Zutphen. ü. 438.
38 Réglements 5 l’usage des Eglises Wallonnes. n. 354- — pour la Bourse d. veuves d. pasteursWallons. II. 354- — de la R.\ □ militaire. II. 799. Regnard, J. P. — Zie Reg. Tooneel. Regno (De) Daniae et Norwegiae: II. 783. Regnskabs- og Dagböger. n. 781. Regout, P., Wat heeft Limburg voor... Thorbecke en Thorbecke voor Limburg gedaan? n. 658. Regt. — Zie Recht. Regt, J. de, [Verschill. Dichtwerken], 352. — Bruiloftdicht. 539. — Grafdicht. 570. — Het schandelijk gedrag van P. Markus. II. 473. Zie: Bloemlezing. 224. — Keg. Tooneel. Regt Secundus, J. de. — Zie ten Brink. 500. Regt, J. K. de, Laurens Janszoon Koster. 18. — Nacht moe. 419. — Waarom een standbeeld voor Van der WerffPH. 466. Zie: Reg. Tooneel. Regt, J. W., Neêrlands beroemde personen. H. 65. Zie: de Laveleye. II. 918. Regten. — Zie Rechten. Regten, K. van, Harleveensche Doedel-sak. 281. Regtering, H. W. — Zie Reg. Tooneel. Regtuit Philo-catsius, Jan, Nieuwe Roê. 463. Reguleth, D. A., Brief a. M. Tydeman. Hs. 65. — Grafdicht. 573. — De Kerk een Godts-gebouw. II. 350. — Plegtige historische redevoering. II. 201. Regulumentum Spirituale. 964. Rehabeams Raedt. — Zie Gentman. H. 594. Rehabeams Regeering. H. 594. Rehm, F., Abriss d. Geschiohte d. Mittelalters. H. 17. Reibstein, E. — Zie Blumenbach. 907. Reichard, Guide des voyageurs en Europe. H. 54. R®i®h ar| R, E. C., Historie d. Deutschen Sprachkunst. Reiche, G. H. — Zie Leven. H. 36. Reiehel, C. C., De numo Dionis. H. 16. Reiohhart, H., Drnekorte d. XV Jahrhunderts. 15. Reichs-Kalender (Deutscher). n. 695. Reicke, R. — Zie Monatschrift. H. 707. Reidanus, E. — Zie van Ham. H. 71. — E. van Reyd. Reiden, D. van der, Nationaal Nederl. gezang. 269. Reiffenberg, P. A. F. Th. de, Brieven. Hs. 72. Reifferscheid, A., Overdrukjes. Zie: Grimm. 758. — Kückert. 804. Reiger, A. P. J., [Verschill. Dichtwerken], 425. — Vluchtige schetsen uit het volksleven. 690. Zie: Reg. Tooneel. Reigersberg, J., Request. Hs. 51. Reigersbergen, M. van (Brieven en leven van). 109. Zie: de Vries. 78. Reigersman, J., Brief a. A. Kluit. Hs. 65. — De Baronia Bredana. H. 407. Reigersman, J. C., Brieven aan A. Kluit. Hs. 65. Reimar, J. A. H. — Zie Ebeling. 754. Reimchronik des Appenzellerkrieges. 798. — von Flandem. 206. Reimer, G., De vita... Saxonis Grammatici, n. 783. Reimmannus, J. F., Idea systematis antiquitatis lite- rariae generalioris et specialioris. n. 14. Reimnitz, Fr. W., Geschichte d. Sprache u. Bildung d. Dutura in den Romanischen Sprachen. 909. Reimold, J. K. D. P., Lyrische Gedichte u. Briefe. 802. Rein, A., Erinnerungen. 752. — Gelduba, das heutige Gellep. H. 730. — Hans Bürgel das Römische Burungum. H. 730. — Die Namen Salier und Salische Franken. H. 733. — Die Römischen Stationsorte. H. 691. — Overdrukjes. Zie: Spiete. 805. — Weisthümer. II. 730. Rein, W. — Zie Becker. H. 853. Reinaert^e Vos. [Verschill. Nederl. vertalingen], 208, — [Engelsch volksboek]. 845. — [in het Fransch], 945, 958. — [Hoogduitsch volksboek], 809, 811. — [in het Latijn], 889, 890. — [in het Nederduitsch], 814, 815. — [Nederlandsch volksboek], 608. Reinalda, H., Naamregister d. Predikanten. H. 628. Reinardus Vulpes, Carmen eet. 889, 890. Reinbeck, G., Handbuch d. Sprachwissenschaft. 745. Reinbot von Dom. — Zie Gedichte. 779. Reinders, O. J. — Zie Nuiver. H. 11, 82. Reineke Fuchs. 809, 814, 815. Reinesius, Th., Epistolae ad Hoffmannum (et al.). 892. Zie: Collectio. 26. — Schilter. 776. Reinhard, C. F. — Zie Strauchius. II. 692. Reinhart. — Zie Post. 671.
Reinwald, W. F. H., Hennebergisches Idiotikon. 774. Zie: Ulfilas. 742. Reinwardt, C. G. C., Brieven a. H. W. Tydeinan. Hs. 65. — (Latijnsch gedicht aan). 908. — Onderzoek van Indië. II. 947. Oratio de ardore. II. 948. — (Leven van). Lb. 1854, 87. (Woorden ter gedachtenis van). 89. Zie: Recensent (De) ook der Recensenten. 127. Reipublicae ergo. — Zie Opvoeding. 465. Reis door Holland in het jaar 1806—1812. H. 401. (Onderaardsche) van Claas Klim. 702, 703. Reis-enZak-Atlas (Nieuwe... Nederlandsche).II.398. Reis-beschrijvinge (Zeer gedenkw.) d. Vrankrijk.il. 43. Reis-boek (Naeuwkeurig). II. 269. Reise (Meine wirkliche) unter die Franzosen. II. 46. Reie-gheschrift v. d. Navigation d. Portugaloysen. 11.41. Reisig, J. H., Gedichten. 390. Zie: Brouërius van Nidek. II. 400. Reisje van Amsterdam naar Brabant. Hs. 53. Reithard, 3. J., Geschichte u. Sagen aus der Schweiz. 807. Reitsma, J., Honderd jaren uit de geschiedenis d. Her vorming. II. 618. Reitz, C. C., Brief a. A. Kluit. Hs. 65. De belli laboribus pace Aquisgranensi felieiter finitis. 902. Spec, inaug. exhib. nounulla Zeelandiae jura sin gularia. II. 572. Zie: J. F. Reitz. 906. Reitz, F. V., Prosodiae Graecae accentus inclinatio.870. De temporibus et modis verbi graeci et latini. 870. Reitz, J. F., Eenige honderd themata. 879. — Lofrede voor Willem de V e . II. 194. Panegericus celsiss.... Gnilielmi V. II. 194. Reitz, W. O., Aanteek. bij A. Moonen Spraekk. Hs. 3. — Bruiloftdicht. 538. Zie: de Brun. 530. Reitzenstein, C. van. — Zie Reg. Tooneel. Reitzenstein, C. Chl. von. — Zie Regesten. H. 735. Reize door de Majory van ’s Hertogenbosch. Zie Hanewinckel. II. 409. door de Oostenrijksche Nederlanden. II. 209. van den jongen Albert en heer Jan. 672. (Rijnsburgsche). — Zie Janssen. 339. (Sentimenteels) naar Schilda. — Zie Leven. II. 214. — (De vermakelijke Haagsche). H. 1013. (Wonderlijke) van Jan Mandevyl. 702. Heizen (Algemeene). U. 41, 1039, Hs. 53. — dooi* Nederland. II. 399, Hs. 53. — en Pseudo-reizen. 702. — door een gedeelte van Europa. H. 44. — d. Engnlschen t. ontdekking eener doorvaart door de Tszee naar den Stillen Oceaan. 714. en lotgevallen van L. Vermeer. 712. naar Nederlandsch Nieuw-Guinea. II. 681. _ (Nederl.) tot bevordering v. Koophandel. IE. 45. Reizigers (De drie vrolijke). 290. Reizigers (He) of... gevallen van een... Heer en desz. Minnares. 667. Reizius. — Zie Reitz. Rekelzang (Rotsgalmende). — Zie Moulin. 405. Rekening... over het Dienstjaar 1844. 1L 252. Rekeningen d. grafelijkheid van Holland. II. 97. — d. grafelijkheid van Zeeland. H. 97. — der Stad Gent. n. 807. Rekenmeester (De verstandige).—ZieSuringar. 11.252. Rekeuil d’opéra Ligeois. 940. Rekker, B., Dichtstukjes. 396. Zie: Reg. Tooneel. Rekwest. — Zie Request. Relaas van de beroertens op Parnassus. II. 912. — van het gebeurde te Woerden. II. 527. — » » gepasseerde in Engelandt. H. 172. n u overgaan van Bergen op Zoom. H. 405. — „ de revolutie binnen Schiedam. H. 525. — uyt het Leger v. S. H. in Engeland. H. 171,172. — (Beknopt) d. belegering v. Constantine. H. 870. — (Derde onpartijdig) uyt Engeland. II. 837. — (Echt) v. h. gepasseerde te Nymegen. II. 432. — ( „ ) v. h. voorgevallene te Utrecht. II. 594. — (Het) v. S. Maj. in dese leste Sessie. II. 834. (Kort) v. zekere en opmerkz. Onlusten. II. 432. — (Mondeling) uyt het leger. H. 164. — (Onpartijdig) uyt Engeland. II. 171, 172. Reland, A., Oratio pro lingua Persica. 977. Reland, F. — Zie Argus. 129. Relandus, H., Galatea. 896. — Poëmata. 896. Zie: Opuscula. 980. Relation Anglaise d. 1. bataille de Waterloo. H. 236. (i. bey d. Weihung d. Fahne... statt gehaltenen Feyerlichkeiten. IE. 239. — de la campagne en Brabant. H. 791. de 1’inquisition de Goa. — Zie Dellon. II. 866. Religion (La) des Gaulois. — Zie Martin. IE. 817. — (La) des Hollandais. — Zie Stoupe. IE. 350. Reliques of ancient English Poetry. 843. Reliquiae manuscr. omnis aevi Diplomatum. II. 686. Rellum Nestum. — Zie Reg. Tooneel. Relly, de. — Zie Reg. Tooneel. Remade, L., Dictionn. Wallon et Franjais. 940. Remarques d’un voyageur sur la Hollands. EE. 43. — (Generale) wegens de justitie. Hs. 74. — historiques et critiques. — Zie Freschot. H. 333. sur la dissertation d’un Républicain. IE. 823. B „ méthode de M. Jaeotot. 34. — (Vaderlandsche). — Zie Waelwijk. IE. 277. Rembrandt (Werken over). H. 326. Zie: Herckmans. 335. Remède contre la mélancolie. 966. Remediis (De) civitatis agricolae bello af6ictae. Zie Tydeman. IE. 931. Reméle, J. N., Analyse Ungarischer Classiker. 990. Lehrbuch der Ungarischen Sprache. 989. Remery, J. — Zie Reg. Tooneel.
Remonstrance faite par le Prince d’Oranges. II. 117. — of New Netherland. II. 686.. — of Vertooch. — Zie Coornhert. n. 363. Remonstrant (Een). — Zie A. Stolker. Remonstranten. II. 357. Remonstranten (Der) vocale letters. — Zie Recht-heyl- same.. . Maximes. II. 150. Remonstrantie en respective poincten van reformatie en redres. II. 613. — van den Kerckenraad... tot Utrecht. II. 593. Remusat, Abel, Overdrukjes. Renan, E., Les apotres. n. 28. — Essais de morale et de critique. II. 915. — Etudes d’histoire religieuss. II. 21. — Histoire des langues sémitiques. 979. — De l’origine du langage. 28. — Yie de Jésus. II. 27. Zie: Bourget. 927. — Célébrités. 927. — Cherbn- liez. 928. — Job. 943. — de Lesseps. II. 1031. Renard, B., Taktiek der Infanterie. II. 944. Renard, P., Brief aan J. Kinker. Hs. 72. Renard, S. — Zie van Gennep. II. 109. Renart (Le Roman du). 945, 958. Renaus de Montauban. 947. Rendorp, J., Brieven aan A. Kluit. Hs. 65. — Memorien. n. 1045. — Verhandeling over het Recht van de Jagt. n. 265. — (Leven van). 89. Rendorp, P., De origine ac potestate Ordinum sub Comitibus Hollandiae. n. 96. Zie: Kluit. Hs. 42. René d’Anjou, Oeuvres complètes. 949. Renerius, H., Oratio. II. 600. Rengers, L. H. Baron. — Zie Catalogus. II. 10. Rengers, P. U., De innovationibus. II. 615. Rengers van ten Post, J., Werken, n. 646. Renichon, M. de, Confessie ofte Bekenntnisse. H. 122. Zie: Hartius. II. 122. Renier, J., Verdiensten van J. van Miggrode. II. 581. Zie: Naamlijst. H. 581. Rennebaum, B. D., Vita. 754. Rennell. — Zie Mungo Park. II. 867. Renner, K. — Zie Festschrift. H. 755. — Mitthei- lungen. H. 755. Rennes, J. van, In huis en op straat. II. 599. Renneveld, J. H. — Zie Eigen Haard. 133. Renneville, de, Coutumes Gauloises. n. 817. Renouard. — Zie Manuscripts. 980. Renout van Montalbaen. 203, XTT Renovatie van ’tPlaccaet van de Munte. n. 285. Rens, F., Brief over Don Carlos. II. 847. — Gedichten. 407. Zie: Bundel. 220. Rens, L. C. — Zie Reg. Tooneel. Rensing, C., Zielkundige verhandeling. II. 915. Zie: Redevoeringen. 116. Renssen, J. W. A., Woordenboek d. Nederl. taal. 153. Zie.- Bloemlezing. 224. Rentebrieven van de 14e—17e eeuw. Hs. 75. Rente Linsen, J. C., Handleiding toonkunst. H. 955. Rentmeesters van Rijnland. Hs. 49. Renvall, G., Lexicon Linguae Finnicae. 991. Repelaer, J. A., Nagelaten stichtel. zededichten. 376. Repelaer van Driel, O. — Zie Proclamatie. II. 231. Repelaer van Molenaarsgraaf, O. J., Onschendbaar heid v. d. leden d. volksvertegenwoordiging. II. 279. Repelius, F. H., Korte inhoud d. leere v. d. gods dienst. n. 905. Répertoire de MSS. de la Bibliothèque Royale de Bel gique. H. 814. des publications de la Soc. de Limbourg. H. 657. Repertorium v. boeken in de Register-Camer. Hs. 76. — van de Placcaten, Octroyen en Ordonn. II. 100. d. verhandelingen en bijdragen betreffende de vaderlandsche geschiedenis. IL 55. Replique au second discours. — Zie Cerisier. H. 197. Replycq op ’t Advys van een Goed Patriot. H. 165. Report of the Adjud. General of the State of New- York. IL 878. — of the 1 st Conn. Heavy Artillery. II. 873. » » Board of public Education. II. 880. — „ „ Bureau of Military Statistics. II. 878. — » „ Chief of Engineers. H. 874. — » » » » Military Record. H. 878. — » » „ Signal-o£6cer. II. 874. — „ „ Comptroller of the Currency. II. 874. — » » English Dialect Society. 840. — „ „ Geological Exploration of the 40*1' Parallel II. 876. — of the Library of Victoria, n. 884. — „ „ New-York State Library. II. 879. » » » » normal Schools. II. 879. — „ „ Public Schools of Washington. H. 880. — „ „ Secretary of War. H. 873. — „ „ Smithsonian Institution. H. 880. — „ „ University of Albany. H. 876. upon United States Geograph. Surveys. H. 875. Reports of the Commissioner of Patents, n. 874. — of exploring Expeditions in the United States. 11.875. Repriment (Het) of de verstoorde Baas. 469. Republiek (De Fransche). — Zie Schaaff Gratama. 11. 825. — (De geredde). XIV, XVH. Request d. Amsterdamsche Kooplieden. IT. 198. — door de Binnenschipperij a. d. Koning. H. 640. — v. Burgemeesteren d. Stad Dordrecht. II. 452. — v. d. Burgerye (v. Leiden), n. 471. — (Het) v. Leydens Burgerij verdedigt. H. 471. — van Code en Le Maire. II. 176. — bij.. de Eigenaren d. Ambachtsheerlijkheden.Il.225. — der Fabrikeurs binnen Utrecht. II. 596. — van Fabriqneurs te Leyden. H. 511. — voor de Geoommitt. uit de Gemeensluiden. II. 429. — aan de Godinne der Wysheidt. H. 373. — wegens de Huys-vrouwe van C. de Witt. II. 155. — der Inwoners van Amersfoort, n. 604. — v. In- en Opgezetenen d. Prov. Utrecht. II. 587.
Request der Kooplieden in Friesland. II. 197. — en Memorie-adstructief d. Kooplieden te Rotter dam. II. 529. — v. d. Reden aan de Regenten v. Amsterdam.il. 544. — bij Regenten van Amersfoort.. overgegeven. H. 603. — van de Studenten in de H. Theologie. II. 366. — voor de Groote Vergaderinge. II. 159. Res judicata d. i. Extracten uyt de Resolution. II. 147. —judicanda. Saecke die noch staet te oordeelen. Et. 147. — „ judicata ofte Apologie. II. 147. Resenius, P. J. — Zie Inscriptiones. II. 786. — Miscellan. II. 783. Residentie- en Stadsalmanak. II. 457. Resler, P. J., Onuitgesproken Afscheidsrede. 731. Resmi Achmed Efendi, Wesentliche Betrachtungen. II. 857. Resolutie van de Stad Amsterdam. II. 168. — van de Magistraat van Deventer. II. 431. — der Regeering van Dordrecht (1584). II. 118. — van de Staten van Frieslant (7 Dec. 1678). H. 1045. — betreff. de Jura en Leges d. Universieit te Leyden. II. 501. — van Riddersch. ende Steden v. Overijssel. II. 632. — „ de Staten van Zeeland. II. 169, 570. — jeghens eenighe geciteerde Remonstranten. H. 134. v. d. Staten Gener. inhoud. Consideration. H. 169. — (Leste) v. d. Staten Gener. (14 Sept. 1608). II. 128. — op het subject van de Voogdye. II. 417. v. weghen die Dienaers d. Goddelijcken woordts. II. 347. Resolution d. Staten van Holland! II. 142, Hs. 40. Brieven en Stukken concern, het Erfstadhouder- | schap enz. II. 614. — (Ceilonsche secreete). Hs. 45. v. d. collegiën d. overzetters v. d. Staten Bijbel. Hs. 30. — van Consideratie d. Staten v. Holland! H. 142. genomen bij de Staten van Groeningen. II. 167. n by Dykgraaven van Rynland. II. 529. — (Secrete) v. d. Staten v. Holland! TI. 142. ende Yerbael van ’t gebesoigneerde van C. de Wit! H. 152. (Verschil!) v. h. Gemeentebestuur van Leyden. H. 472—95. van de Staten van Utreoht. II. 586—88. (Nadere) bij de Staten van Drenthe. II. 654. Résolutions des Etats-Generaux. H. 115. Response des Etats-Generaux (16 Sept. 1666). II. 151. Responsiones diversae ofte Versch. Antwoorden. 215. Respublica (Belg. Confoed.). — Zie de Lae! II. 395. — Hollandiae et urbes. n. 59. — Lutzenburgensis. II. 816. Moscoviae et urbes. II. 767. a. status regni Galliae diversorum autorura. H. 818. n n „ Poloniae. II. 771. n Scotiae et Hiberniae. II. 843. Restaut, Abrégé d. principes de la Gramm. Franp. 930. Principes de la Grammaire Franpaise. 930. Rethaan, A., en A. M. Vincentius, Nagelaten ge dichten. 229. Rethaan Macaré, C. A., Inventaris van voorwerpen... in de Oudheidskamer ten Raadhuize te Middelburg. H. 579. — Verhandeling over bij Domburg gevonden oudhe den. II. 575. — (Leven van). Lb. 1861, 198. — Overdrukjes. Retorchs, G. H., Moed en tegenwoordigheid van geest. 674. Retsin, knecht van den pausselijken Nuntius. II. 339 Rettberg, R. von, Uebersichtstafel. II. 734. Return (The) from Parnassus. — Zie Engl. Plays. 843. Reuchlin, J. — Zie Psalmen. Hs. 12. —Psalter. 589. — Lamey. 754. Reul, A. — Zie Adjaran. 999. Reume, A. de, Notice s. I imprimeurs Beiges. 15. — Notice sur B. J. F. C. Gyseleers-Thys. 78. — „ „ C. A. Schaab. 12. — „ „ L. Schoonen. 90. — Recherches sur les Elsevier. 16. — Variétés bibliographiques. 21. — Overdrukjes. Reunion of Post Phil Kearny. II. 879. Reuseb, Wilhelm Gnapheus. II. 707. Reusens, E. H. J., Drie kweekscholen. H. 815. Reuserus, J. V. — Zie de Bauma. II. 903. Heuss (Vorstendommen). II. 747. Reuter, F., Gedroogde kruiden. 684, 685. Hanne Nüte en de kleine poedel. 310. — Voor Duitschland! 310, 520. Zie: Frehse. 817. — Glagau. 754. Reuvens, C. J. C., Bedenkingen over de vacantiën. H. 320. Beschrijving d. Romeinsche Bouwvallen. II. 526. — Brieven aan H. W. Tydeman. Hs. 65. — Collectanea Litteraria. 885. — Lettres a Letronne. II. 867. Oratio de laudibus Archaeologicae. II. 13. n „ Literarum disciplina. 3. — Redev. o. h. verband d. Archaeologie m. d. heden- daagsche kunsten. II. 13. Verhand, over driegrootesteenenbeelden.il. 674. Zie: Antiquiteiten. II. 73. — Junius. II. 75. Reuvens, L. A„ Catalogus v. e. verzameling kaarten. in de Biblioth. d. Utrechtsche Hoogeschool. H. 397- Reuver, M. de, Dichtlievende verlustigingen. 376. Zie: Reg. Tooneel. Révai, J. N., Elaboratior grammat. Hungarica. 988. Revel, V. A. Volleau, dit. — Zie Reg. Tooneel. Revenger’s Tragedy (The). — Zie Engl. Plays. 843. Reverhorst, H., Stryen door ’tvyer verteert. II. 526. Reverhorst, M. C. van, Brief a. J. W. Te Water. Hs. 65. Réville, A., Discours d’adieu. 956. — Jakob van Lennep en zijne roman! werken. 83. — Manuel destruction religieuse. IL 909. — Notre christianisme. H. 352. I — Notre foi et notre droit. H. 386.
Réville, A., Nous maintiendrons. II. 386. — Tien leerredenen. 726. — Overdrukjes. Zie: Landjuweel. 184. Kevins, J., [Verschill. dichtwerken]. 334. — Daventria illustrata. H 633. Zie: Blesdikius. 82. — Dumbar. II. 634. — Gra- phaeus. 88. — Psalmen. 239. Revolution (Die Magyarische). II. 758. Révolutions des Prov. Unies. — Zie Mandrillon.il. 207. Revue Celtique. 863. — d’histoire et d’arehéologie. n. 789. des principes... d. 1. langue Néerlandaise. 139. — Suisse. II. 761. Heydt, R. van (HSS. betreffende). Hs. 55. — Brieven. Hs. 65. — Belgarum aliarumque Gentium Annales. II. 111. — Historie d. Nederlantscher Oorlogen. II. 110. — Liquidatie v. wegen Johan v. Nassauwen. Hs. 43. Memorie v. d. Magistraet v. Arnhem. Hs. 43. — Oorsproncke. Voortganckd. Ned.oorloghen.II.110. — Voorn, ghesch. i. d. Nederlanden beschreven.II.110. Reygersbergen, J., Chroniick v. Zeelandt. n. 568. Reyke, P. J. L., Diss. jur. inaug. de servis. H. 852. Reyn, G. van, Beschrijving d. stad Rotterdam. II. 519. — Grafdicht. 570. — Historische herinneringen. II. 233. Leven van J. van Harderwijk Rz. Lb. 1859, 87. „ „ K. J. R. van Harderwijk. Lb. 1861, 37. — (Leven van). Lb. 1866, 145. Zie: Euthymia. 130. — Feestviering. 118. — Let teroefeningen. 125. Reynaert de Vos. — Zie Reinaert. Reynaerts van Cranenburch, F. — Zie Vogellius. 432. Reynders, S. Zie Album. H. 650.—Feestzangen. 512. Reynitzsch, W., Ueber Truhten. n. 697. Reynolt (Historie van Sint). Hs. 15. Reynsburchs Angier-Hoff. 217. Reynst, J. C., De afscheiding d. rechter!, macht. II. 670. Reys. — Zie Reis. Re /ke Ayssesz. van Oldeboom, Sommige belijdingen 622. II. 346. - ° Reytsma, T., De donorum effusione Spiritus Sancti. 897. R. H. — Zie Reg. Tooneel. Rhaesus, J. D., Cambrobrytannicae Cymraecaeve lin guae mstitutiones et rudimenta. 863. Rhaeto-Romaansch. 959. Rham, A., De Cresconii concordia Canonum. H. 1037. Rhapsodien (Dichtlievende). 383. Rhapsodist (De). 634. — (De Rotterdamsche). 634. Rhéal, S. — Zie Dante. 915. Rheede en Agrim, P. C. R. van, Request. II. 596. Rhees, 'Will. J., Manual of public Libraries, n. 876. Rheinsagen aus dem Munde des Volks. 807. Rhemen, W. G. J. van, Brieven a. M. Tydeman. Hs. 66. Rhenius, J. I. _ Zie Goeze. II. 1021. Rhenus, Beitrage z. Geschichte d. Mittelrheins. n. 721. Rhesa, L. J. — Zie Biblia. 972. Rhijn, L. J. van, Dissonanten. H. 385. — De doodstraf verdedigd (en nader verd.). II. 928. — Leerrede bij 40-jarigen predikdienst. 731. — Reis door den Indisohen Archipel. II. 667. — Overdrukjes. Rhijn, L. J. van, en H. J. Koenen, De anti-gezang- geest. 250. ^ s Rhodemann, L. — Zie Volborth. 754. Rhoer, C. W. de, Or. de expedit. quae Cruciatae vulgo appellantur. H. 18. Zie: van Hensde. II. 970. Rhoer, J. de, Batavorum insula. Hs. 46. — (Beroepsbrief van). Hs. 55. — Bestaan der oude Gallen. Hs. 73. — Brieven. Hs. 66. — Disceptatio hist, de temporis divisions. H. 60. — Dissert, epistolica ad... de St. Simon. Hs. 46. — Frisia antiqua. Hs. 52. — Grafdicht. 563. — Oratio de adventu Principis Wilhelmi in principem Saliorum urbem. 902. — Orat. funebr. in obitum L. Offerhausi. 87. — „in mem. obsessae liber, urbis Groningae. Hs. 44. — „ in obitum W. C. H. Frisonis. II. 187. Prolusio poet. promotioni more maiorum instituen- dae. 903. — Verklaring v. oude en zeldzame woorden. Hs. 3. Zie: van Driel. 466. — Weiss. II. 194 _ té Winkel. Hs. 77. Rhoer, K. W. de, Brieven a. M. Tydeman. Hs. 66. Rhynenburgh, C., Vreugde-bergh. 255, 256. R hythm omachiae s. Arithmomachiae ludi mathematici H. 941. Rhytmus monachicus pro Vondelio. 460. n. 378. — de Sancto Annone. 786. Ria, J. P. de, P A L & Z Do svo & santo e katro fon & tro etc. 7. Ribbers, H. (Lijkrede op). 731. — Lijkrede op H. de Haan. 729. Ribbius, C., 28 Voorwerpen uit de Natuurlijke geschie denis. 419. Ribbius, G., Emblemata. Hs. 82. Zie: Catechismus. II. 902. Ribbius, H. C., De christen de tempel d. levenden Gods II. 426. Ribbius, W., Bruiloftdicht. 539. Riccoboni, L., Reflexions historiques. H. 958. Zie: La Fontaine. 717. Ricerche curiose, overo alcunisentimenti circa diverse materie. 916. Richard, Le Pelerin. —Zie Chanson d’Antioche. 943. Richard, Historie van den dampkring. II. 946. Richards, Th. — Zie Evans. 865. Richardson, S., Geschied, v. Clarisse Harlowe. 670. — Pamela of de beloonde deugd. 668. Richars li Biaus. Roman inédit. 947. Riohaud-Martelli, H. A. — Zie Reg. Tooneel. Richelet, P., Dictionnaire Franpais. 933, 934. Richelieu (Werken over den Kardinaal de). H. 821. Richemont, de, Geschiedkundig verhaal. H. 248.
Richepin, J., Les blasphèmes. 957. — La mer. 11. 1034. Richer, Vie de Michel de Ruiter. II. 163. Richer, H. — Zie Reg. Tooneel. Richerus. — Zie Evans. 864. Richey, M., Idiotikon Hamburgense. 817. Richsteig. — Zie Gulden Bulle. Hs. 37. Richter, J. J., Wat een werkman... zong. 11. 999. Richter, J. L. F., Hanc Saturam lepidis nbicunque ministrat amicis. 900. — Iter montanum aestate exeunte a. 1834 Erlanga Baruthum Bonsideliamque factum. H. 1030. Richter, J. P. E., Ueber d. Deutschen Doppelwörter. 763. — Gedachten van Jean Paul. 660. — Werke, nebst Biographie. 802. Richter, N. — Zie Reg. Tooneel. Richters Jr., F., Bruiloftdicht. 541. Richthofen, K. von, Altfriesisches Wörterbuch. 821. — Friesische Rechtsquelien. II. 616. — Overdrukjes. Zie: Lex Frisiouum. II. 616. Ricklefs, F. R., Erinnerungen aus Manso’s Leben. 753. Rickman, Eloge de vertus admirables. Hs. 36. Ridder (de). — Zie Description. II. 799. Ridder, G. en J. de. — Zie Reg. Tooneel. Ridder, J. Herman de, De l e April 1572. H. 114. — De Bedelarij te Gouda. H. 454. — Dr. T. C. R. Huydecoper. 81. Leven van F. J. Domela Nieuwenhuis. Lb. 1870, 285. Uitstapje naar Hoenderloo. II. 427. Zie: Woorden uit den Bijbel. 646. II. 1011. Ridder Jr., J. Herman de, Bijdragen tot de kennis van het oudste christendom. II. 29. Ridder, N. de, Beschouwingen over kopierecht. 19. Ridder met dat Kruyce (Historie van den). 696. met de Zwaan (Historie van den). 695, 809. Ridderhof Nzn, C., De kersnacht. 413. Zie: Cats. 324. Ridderromans (Nederlandsehe). 694, Hs. 10. Ridders,P., Schets eener Hollandsche Spraakleer. 147. Ridderus, F., Bruiloftdicht. 544. — Historisch A, B, C. 628. — Historischen Engelsman. H. 162, 836. „ Fransman. H. 162, 822. „ Hollander. II. 161. „ Kerkspiegel. II. 370. u Spanjaert. H. 162, 847. Leerrede ter bevestiging van J. Doesburgh. 728. — Nuttige tijd-korter. 664. — Rotterdamsche Kercke ingewyet. H. 523. Ridendo dicere verum, quis vetatP—Zie Blijspelen. XV. Riders Dictionarie corrected and augmented. 837. Ridgway, R. — Zie Report. H. 876. Rie, C. van, Bevestigingsleerrede. H. 1019. Rie, J. de, Levensloop van Sabataï-Zevi. II. 24. Riebeck, J. van, Dagverhaal. EL. 682. Riecke, G. A., Erziehungslehre. II. 918. Riedel, F. J. — Zie van Alphen. 2. Riedel, H., Hoe moet men de historie bestuderen P H. 2. — Horatius en zijne uitgevers. 887. — (Leven van). 105, Lb. 1872, 17. Riederer, J. B., Nachrichten z. Kirchen-Gelehrten- u. Bücher-Gesclnchte. II. 886. Rieger, M. — Zie Kudrun. 795. Riehm, C. H. (Leven van). Lb. 1853, 27. Zie: Gids (De). 130. — Weekblad. II. 937. Riehm, J. C., Leerrede over Nehemia H : 20. H. 251. Riem, A., Reise durch Holland. H. 221. Riemann, C., Lied der alten Preuss. Krieger. H. 707. Riemer, J. de, Aenmerkingen op [S. v. Leeuwen’s] Redening o. d. oorspronk d. edelen. Hs. 84. — Beschrijving van ’s Gravenkage. H. 455. Zie: van Leeuwen. II. 264. Riemsdijk, H. F. van, Overdrukjes. Riemsdijk, J. C. Faber van (LeveD van). Lb. 1864, 345. Riemsdijk, J. C. M. van, Het Stads-Muziek-Collegie te Utrecht. II. 599. Zie: Danswijzen. II. 328. Riemsdijk, Th. van, De Grif6e van H. Hoog Mogenden. H. 280. Riemsnijder, H., Liedjes voor kinderen. 287. Proeve van dichtlievende kleinigheden. 380. Zie: Fabelen. 387. Riemsnijder, H., en W. Bilderdijk, Galante dichtlui men. 380. Rienstra, B., Leerrede bij 25-j. predikdienst. 731. Ries, H. de. — Zie Liedtboeck. 252. Ries, J., Subject u. Pradicatsverbum im Heliand. 812. Riese Sigenot. — Zie Siegenot. Rietberg, L, [Verschil! Dichtwerken], 399. Rietstap, J. B., Handboek der wapenkunde. H. 64. — Leven van Jkhr. J. F. L. Coenen van ’s Gravesloot. Lb. 1886, 340. — Leerboek der stenographic. 10. Zie: Bibliotheek (Heraldieke). H. 4. — Tijdstroom, n. 976. Rietveld, P., Afecheidleerrede. 731. — Synodale Redevoering. H 350. Rieu, J. du. — Zie Bergen op den Zoom [enBergues sur le Soom]. II. 405. Rieu, W. N. du, Lambert Daneau a Leyde.H 515. Intrede van Karel V binnen Dordrecht. II. 451. Leven van J. T. Bergman. Lb. 1879, 35. J. T. Bodel Nijenhuis. Lb. 1873,247. p. H. G. van lterson. Lb. 1885, 89. J. Luzac. Lb. 1872, 239. S. H. Rinkes. Lb. 1866, 167. W. I. C. Rammelman Elsevier. Handel, v. Letterk. 1885, 21. Romae veteris iconographia. H. 855. Schedae Vaticanae. 885. — Overdrukjes. Zie: Album Studiosorum. H. 496. — Bijdragen. 112, II. 973 — Catalogue. H. 616. — Catal.ogus._113. — Hooykaas. H. 661. — Luzac. 103. — Register. II. 56. — Repertorium. H. 55. —■ Warner. 892.
Rieuwart Rompslomp, Blijspel. Hs. 33. Riewert Smit, I. — Zie van der Swan. II. 970. Rigalt. — Zie Minncins Felix. 888. Rigaux, E. — Zie Toekomst. II. 307. Riggenbach, C. — Zie Mittheilungen. II. 763. Rigot van Begnius, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 66. Riim (Tbet Freske). II. 608. Riis, H. N„ Elemente d. Akwapim-Dialects d. Odsehi Spraehe. 988. Rijeke, L. de. — Zie Bergen op den Zoom (en Bereues sur le Soom). II. 405. Rijcker, L. de, Het grondwettelijk bestuur v. h. oude Gent. H. 808. Rijckhuysen, G. van. — Zie Register. II. 485. Rijers, P. (Copye van een Missive van). H. 542. Rijk, de, Dag-Verhaal eener Reize. H. 47. Rijk, D. van. — Zie van Brakel. 530. Rijk, F., Westermeer. Lusthof. 363. Zie: Verzameling. 229. — fieg. Tooneel. Rijk, G., De ontdekte schat. 485. : — Grafdichten. 564, 573. Rijk, J. de. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Rijk, J. A. de. — Zie Reg. Tooneel. Rijk, J. C., Het Bestuur der Marine. H. 303. ; — (Leven van). Lb. 1854, 114. Zie: van Weleveld. Hs. 56. j Rijk, J. D., Grafdicht. 563. Rijk, M. — Zie Bodel Nijenhuis. 529. Rijkdom (De) van Gods vrije genade. 834. I Rijke, R., Bruiloftdicht. 548. | Rijken, A. — Zie Verzameling. 453. j Rijkens, R. G., Het Schoolopzienerschap van Th. van Swinderen. II. 970. Rijkens, R. R., De reiziger. H. 40. Zie: Inleiding. II. 983. — Letterkunde (Nederl.). 183.— Pestalezzi. II. 1060.— Schoolbode. H. 309. | Rijks-Arehief(HetNederlandsche).Verzamel.enz.H.62. I Rübaland (Duitsob). H. 751, 1062. Rijm (Oud-Neerlandsch) en onrijm. 199. I Rijmen (Aendaehtige en vrolijcke). — Zie Biens. 333. ■ — (Christelijke en stigtelijcke). 223. t Rijmer (Een 2 maal 13-jarige). — Zie J. M. E. Dercksen. I Rijmer, Jan de. — Zie J. J. A. Goeverneur. I Rijmkronieken (Hollandsche). 204—206. K Rijmpje (Een) enz. — Zie van der Hoop. 515. ■ Rijmstukken (Oovergebleven) van J„ H„ W. en P de Groot. 229. I Rijmwerk (Nederd.) v. godsdienstigen inhoud. Hs. 12. I Rijmwoordenboeken (Nederlandsche). 180. I Rijn, G. van, De Schoutensteechsche tekentjes, n. 599. Zie; Catalogus. 707. I Rijn, H. F. van. — Zie Drakenborch. H. 330. van Heussen. H. 329, 330, 441, 445,461, 527. 572 584, 610, 633, 644. ' I Rijn, L. van Wachendorff van. — Zie Wachendorff. I Rijnbout, C. J. — Zie Catalogus. H. 57. I Rijndorp, Adr. van. — Zie Reg. Tooneel. I Rijndorp, J. van. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. B Rijnenberg, L., Shakspeare. 834. Rijneveld, J. C. van (Leven van). Lb. 1852, 9. Zie: de Saxe-Weimar-Eisenach. n. 672. Schuil II. 1011. Rijneveld, N. A. van. — Zie Reg. Tooneel. Rijnland (Stukken betr. het Hoogheemraad). Hs. 49. Rijnprovinciën. II. 726, 1061. Rijnsburgers. n. 358. Rijp, F., Chronyk van Hoorn. H. 564. Rijser, S., Bruiloftdicht. 549. Zie: Feestzangen. 463. Rijsoort, H. S. J. van. — Zie Mengelingen. 184. Rijssele, C. van. — Zie Reg. Tooneel. Rijssen, C. van, Gedigten. 346. — Snel-, punt- en mengeldichten. H. 997. Rijswijck, J. van, [Verschill. Dichtwerken]. 417. Rijswijck, J. Theod. van, Volledige werken. 412. — (Leven van). 89. Rijswijk, G. van > Hst hoofdzakelijke der christelijke — Schets der christelijke leere. II. 906. Rikes Lag (Sveriges). H 779. Rim-krönikor (Svenska Medeltidens). 861. Ring, C. L., Denkmaler der Romer. H. 818. Ring, M., Der Vater des Kladderadatsoh. 753. Ring, M. de, Etablissements Romains. H. 691. Ring (De) van Gyges wedergevonden. — Zie Kist. 673. Ringelbergius, J. F., De ratione studii. H. 918. Ringers, Vitus, Stichtelyk Sang-prieel. 259. Ringwaldt, B. — Zie Hoffmann von Fallersleben. 754. Rink, E. D., Beschrijving van Tiel. H. 437. — (Leven van). Lb. 1856, 72. Rink, E. G. — Zie Monumenta. II. 726. Rinke, M., Etymologie und linguist. Forschungen. 31. Rinkes, S. H. (Leven van). Lb. 1866, 167. Rintelen, K. van, Leerrede. H. 248. Rintjes, H. — Zie Klioos-kraam. 227. Ripa, 0., Iconologia of uitbeeldingh d. verstands. 354. Zie: Werelttoneel. 631. — Zaunslifer. 629. Riposte (La) a Manzon, ou Chanson nouvelle. 953. Rippe, Joh. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Ripperda, J. W. van, Gedenkschriften. H. 177. Zie: van Verschuer. II. 177. Risseeuw, J. Egberts, Acht nutsverhandelingen. 641. Rissmann, R., Beschlüsse d. orthographischen Kon- ferenz. 762. Rist, J., Das friedewünschende Deutschland. 805. Ritschl, Fr., Die Alexandrischen Bibliotheken. 873. Ritson. — Zie Warton. 833. Ritter, J. G. C., Grammatik d. mecklenb.-plattdeut- schen Mundart. 817. Zie: Jahrbücher. II. 743. Ritter (Der Weise). — Zie Volksbücher. 809. Ritter, W. L. — Zie Biang-Lala. 131. Ritzius, A., Florilegium Adagiorum. 56. Rive.G.J.,Schets d. staatkundige betrekkingen.H.174. Rivier, S., Dankvaers. VH. — Gedichten. Hs. 82. — [Versch. gelegenheidsgedichten]. VTTT, IX, XH.
Rivier, S., Het oude tooneelspeelers lot. XU. Op het beschouwen d. vrije Wapenhandeling. 473. — Utrechts-burgerloff. 477. Vaderlandsche tooneelspellen. XVII. (Voorganger van den leevensloop van). XII. Zie: Reg. Tooneel. Riviere , G. J. Brutel de la. — Zie Brute! Rixtel, P., Mengelrijmen. 346. Zie: Reg. Tooneel. Rizo Néroulos, J., Cours de littérature Grecque-mo- derne. 876. R. M. — Zie de Greeff. 533. R. N. — Zie R. Norel. Robaulx de Soumoy, A. P. L. de. — Zie Le Boucq. II. 831. — Du Cornet. H 49. — Pery De Guyon. II. 100. — De Montpleinchamp. II. 791. — van der Noot. II. 99. — Perrenot. II. 114. Robbers, J., Verb. o. h. nationaal gezang. 233,269. Robberts le Canu, R., Inleid. d. feesten Israels. II. 24. Robbertsen, I. — Zie Pegasus. 276. Robert der Teufel. — Zie Volksbücher. 809. Roberts, Griff., A Welsh Grammar. 863. Roberts, R., Gravamina ofte swarioheden. H. 348. Roberts, T. P. — Zie Reports. II. 875. Robertson, Nieuw-methodische inleiding tot de En- gelsche taal. 837. Robertson, W., Histoire de Charles V. II. 846. — History of the reign of Charles V. II. 846. Robertus, J. B., Herderlijke brief. II. 227. Robidé van der Aa. — Zie van der Aa. Robineau. — Zie de Beaunoir. Robinson, E. — Zie Talvj.'962. Robinson (De Haagsche). 669. — (De Spaansche). 669. Bobinson Crusoe (Leven en gevallen van). 702. Robles Billaeus, C. a. — Zie Carolus. II. 613.. Robrecht, gen. den Duyvel (Historie van). 696. Robijn, M. — Zie Reg. Tooneel. Robijn, S., Bruiloftdicht. 541. Robijns, L. — Zie Mantelius. H. 815. Robijns, W. — Zie Reg. Tooneel. Rocamora, J. M. — Zie Catalogo. H. 848. Rocca, de. — Zie Campagne. II. 236. Roche, la. — Zie La Roche. Rochefort (Biographie de Henri). II. 825. Zie: Cflébrités 927. Rochegude (de), Glossaire Occitanien. 924. Zie: Parnasse. 924. Roches, J. des, Brieven. Hs. 72. — (Eloge de). 89. — Epitomes Historiae Belgicae libri VII. II. 789. Etat civil des Pays-Bas. H. 94. — Nieuw Nederduitsch enEransch Woordenboek. 48. Nieuwe Nederduitsohe Spraekkunst. 145. Zie. Grammaire. 143, 145. Rocbholz, E. L„ Drei Gaugöttinnen. H 699. Zie: Panzer. II. 788. Rochlitz, E. — Zie Reg. Tooneel. Rochon de Chabannes, M. A. J. — Zie Reg. Tooneel. Rochussen, H., De occupations bellica bonorum pri- vatorum in bello maritimo. H. 932. Rochussen, J., De dichting der Dintel. II. 404. Rochussen, J. J. — Zie Meiss. H. 664. Rock Christi (Der ungenahte graue). 794. Rockinger, L. — Zie Archiv. H. 734. Rodde, J., Russische Gesprache. — Sprachlehre. — Sprüchwörter. 963. Rode, E. J. — Zie Taalstudie. 25. Rode, J. van. — Zie Summe le roy. 608, 609. Rodenburgh, Th., Eglentiers Nieuwe-jaers-gift. 216. — Eglentiers Poëtens Borst-weringh. 216. — Ghoboorte Christi. Ecce Homo enz. 340. Zie.* Reg. Tooneel. Rodolphi, Paul. — Zie Proeliarius. II. 613. Rodriguez, J. E. — Zie Dictionaris. 49. Roê (Nieuwe) voor Leidze Billen. 463. Roeder, G. W., Historische Beitrage. II. 722. — Der Rheinübergang Blüchers. II. 721. Roegen von Flos, P. H. A. L., Overdrukjes. Roehaven, G., Weerklank enz. 459. Roeker (De). Tijdschrift. 823. Roelans, E. J. C., Diss. inaug. ad loca quaedam veterum statutorum Trajectensium. II. 597. Roeland, H. — Zie Reg. Tooneel. Roelants, E., Twee verhandelingen. II. 332. Roëll, D. A.—Zie J. A. Roëll. 906.—Romswinckel.909. Roëll, H. A. — Zie van Hoorn. It. 970. Roëll, H. H., Diss. inaug. de domaniis. H. 264. Roëll, J. A., Diplomata quaedam Trajectina inedita an- notationibus et animadversionibus illustrata. II. 584. Zie: Romswincke! 909. Roëll, J. F., De abdicationibus principum. II. 278. Roëll, W., Inrichting d. Algem. Rekenkamer. II. 283. Zie: W. F. Roëll. II. 229. Roëll, W. E., Aanmerkingen... aang. het antwoord van Barthelemy. II. 242. — Brief a. A. Kluit. Hs. 66. '.— Memorie aan den Koning. II. 269. — Verslag van hetgeen... is voorgevallen. H. 229. — Overdrukjes. Roeloffs, A., Grondrenten op de Veluwe. II. 421. Roelofsz, H. — Zie Let! II. 370. Roelofswaert, M., Aanm. op d. Nederl. Spelling van Siegenbeek. 151. Roelfzema, A., geb. van der Horst. — Zie Horst. Roem (De) van Gods vrije Genade. II. 77. — (Neerlands), Liefde en Hoop. H. 239. Roemer, G. U. (Lijkrede op). 731. Roemer, J., Beschrijving der verwoestingteLeyden. It. 482. — Feestrede 50-j. best. d. Ned. huish. Maatsch.n. 511. — Gedenkschrift d. uittogt d. Studenten. H. 606. — „ „ veldtogt d. „ H. 507. Het 5 e halve eeuwf. v. Leydens Hoogeschole. 11.498. „ ontzet. H. 467. ” >1 I» » » » w — Leyden in hare ramp. H. 481.
Roemer, J., Ontboezeming bij den terugkeer d. vrij willige jagers. 504. — De Pharizeën. II. 241. — Voordeelen van den geest der eeuw. n. 240. Zie: Nieuwjaarwenschen. 523. — Patroon. II. 464. — Schotsman. H. 1008. Roemer, N. van de, Leerrede over Openb. XXI: 6.736. Romer, R. C. H., Dichtstukjes. 416. — De Gustavo I rerum saerarum in Suecia. II. 775. — Overdrukjes. Zie: Handelingen. II. 785. Roemers, Anna (Leven enz. van). 91. — Gedichten. 323. Zie: Gedichten. 224. — de Montenay. 314. — Roemer Visscher. 319. Roemers, Anna, en M. Tesselschade Visscher, Ge dichten. 227. Roemers, Maria Tesselschade (Leven enz. van). 91. — (Tesselschade) en hare vrienden. 227. Zie: Gedichten. 224. — Minneplicht. 276. — Anna Visscher. 227. Roemster (De) van den Amstel. — Zie van Velde. 324. Roepstem aan de kiezers, n. 339. — tot de Protestanten. 513. Roepstemmen nit de geschiedenis. II. 351. Roer, L. van der. — Zie Nederlandt. 436. Rössert, J. — Zie von Spruner. II. 737. Rossig, K. G., Die Alterthümer d. Deutschen. n. 697. Róssing, J. H., Geschiedenis v. d. stichting v. d. Am- sterdamschen Schouwburg. V. — De vernieuwde Amsterdamsche Schouwburg. VU. — Overdrukjes. Roessingh, P. H., Jac. Alting een ... godgeleerde. 69. Roest, J. van der, Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 66. — Kinderredenen. II. 1020. Roest Mz., M. — Zie Catalogus. II. 556. Roest van Limburg, Th. M„ De jure reipublicae eet. II. 931. — De Nederlandsche Stemmen. II. 249. — Overdrukjes. Röther, Uebungsblatter. 871. Roetteken, H., Der zusammengesetzteSatz beiBerthold von Regensburg. 758. Roever, N. de. — Zie Album. II. 556. — van Eeghen H. 1042. — Oud-Holland. 133. Rogé, Ad. — Zie Le Glay. II. 829. Roger, Biographie de G. J. Chapuis. II. 812. Roger, J. P. — Zie Reg. Tooneel. Rogerius, A., De Open-deure van het verborgen hev- dendom. II. 22. J Roget, Baron de Belloguet, Ethnogénie Gauloise. 864. - Rogge, C., De armen kinderen. II. 291. — Beknopte historie van de onlusten. II. 199. ■] — De Godsdienst afgezonderd van den Staat. II. 392. ] — Leerrede over Psalm CXXXHL II. 1020. ] — Leven van James Cook. 709. ] ■— Tafereel der jongste omwenteling. II. 213. 1 Zie: Verzameling. II. 392. Roggo > H. C., Afscheidleerrede. 731. ] ' Rogge, H. C., Beschrijvende Catalogus d. Pamfletten d. Remonstrantsche Kerk. II. 55, 357, 553. — Bezoeken op Loevestein. II. 137. — Bibliotheca Grotiana. 78. — C.Jz. Coolhaas. De voorlooper van Arminius. 74. — Feestrede 25-j. bestaan v. h. Oudheidkundig Ge nootschap. n. 74. Geschiedenis d. stedelijke Boekerij v. Amsterdam n. 556. — Leven van Joh. Hilman. Lb. 1883, 151. — Een „Non possumus” in zake eener nationale feest viering. II. 113. — Protest tegen het voorstel. II. 509. — Sproken en vertellingen uit de middeleeuwen.II.964. — Overdrukjes. Zie: Album. II. 449. — Archief. II. 329. — Bi bliotheek. 689. — Bloemlezing. 225. — Catalogus 113. II. 524, 556, 557. — Ebers. 686. — Floris en Blanchefleur. 695. — van Heemskerk. II. 439. — Kollonitz. II. 882. — Nomina. II. 981. Wtenbogaert. H. 357. Roggen, C. H., Leerwijze om vreemde talen.. aan te leeren. 34. Roggeveen, A. — Zie Reg. Tooneel. Roggeveen, J. — Zie van Hattem. 722. Rogghé, W., Aen Dirk Martens. 511. Zie: Museum. II. 978. Rogier. — Zie Redevoeringen. 13. 792. B-ogron ,^J. A., Het Burgerlijk Wetboek opgehelderd. Rohan-Soubise, MU« de. — Zie Marchegay. 928. Rohmann, J. L. — Zie Aktstykker. II. 786. Rohn, J. C., Nomenclator Bohemico-Latino-Germa- nicus. 46. Roidot, J. — Zie Bulliot. II. 827. Rojas, F. de, La Célestine. 922, H. 1067. Rol (De goddelooze) der ... Paters Jesuiten. IL 371. Roland, academische roman. 689. Roland. Opera. — Zie Quinault. 958. Rolandsknappen (Geschichte von den drei). — Zie Volksbücher. 809. Rolandslied (Das). 789. Rolandus, G., Bruiloftdicht. 542. Zie: Biblia. 913. Roldanus, J. Zie Bundel. H. 482. — Psalmen. 245. Rolevinck, W., Fasciculus temporum. II. 11. Rolin-Jacquemyns, G., Voordrachten. II. 793. Roll, H. — Zie Bekentnisse. II. 355. Rollema, H. van. — Zie Baerdt van Sminia. H. 619. Rollenhagen, G., Froschmeuseler. 810. — Waereldts-loon of stank voor dank. 308. Roller, M. — Zie Reg. Tooneel. Roloffius, F. G. — Zie Stephanus. 880. Bomaansche talen. 909. EL 1031. Romagnesi, J. A. — Zie Reg. Tooneel. Roman. — Zie Reg. Tooneel. Roman, J. — Zie Scholten. 558. Romancero de Champagne. 942. — du pays Basque. 994. Homans (Middelnedcrlandsche). 201. 39
Romans , Novellen en Verhalen. 659, II. 1014, ] Hs. 30, 82. Romans (Li) de la Charrete. — Zie Lancelot. 203. J Romanus. — Zie Reg. Tooneel. Romberg, A. — Zie Schiller. 309. ^ Rombonts, H. V., Een bid- en dankdag. II. 1047. Rombouts, Ph. — Zie Boek. II. 798. ] Romein, T. A., De hervormde Predikanten v. Drenthe. - II. 656. Naamlijst d. predikanten in Friesland. II. 1056. Romeyn, A., "Vita Philippi Macedonia. II. 859. Romeyn, P., Godsdienstonderwijs. II. 308. Hulp bij geschiedenisstudie. II. 1033. Rommelpot voor de dolende Ridder...3. Nomsz. 87. Romondt, W. G. F. van. — Zie Catalogue. H. 57. Romswinckel, F. — Zie Sententie. II. 430. — Ver zameling. H. 429—432. Romswinckel, J., Aanmerkingen. II. 480. — Aanspraak. II. 477, 478. Ronceray, de. — Zie Favart, M. J. B. de Ronceray, dame de. Roncevaux(Roman de).—Zie Chanson de Roland. 944. Rond den Heerd. 134. Rondeau, du, Mémoire sur 1’habillement. H. 790. Mémoire sur les plantes. II. 794. Ronkel, Ph. S. van, Geloof en Weten. II. 1019. Ronkel, S. J. van, Woordenboekd. eigennamen. 171. Zie: Cohen. U. 247. Rons, G. D. — Zie Reg. Tooneel. Ronsard, P. de, Oeuvres. 950. Roo, E. A. de, Hist, pactorum mercatus commeraiet navigationis patriae nostrae cum Galliae eet. 11. 2bS. Roo, H. de, Brief. Hs. 66. Roo, W. de. — Zie Onderwijs, n. 905. Roo van Alderwerelt, J. K. H. de, Geschiedenis van het Regiment Infanterie. II. 305. — De ondergang van het 2 e Keizerrijk, n. 825. De Vestingoorlog. II. 944. — Overdrukjes. Roobel, C. J., Broedergroet. 506. Grafzang. 503. _ , Zie: Bundel. XIV. — Lewald. 718. — Reg. Tooneel. Roode, J. de. — Zie van Aardenburg. 627. — Boe- lema. 529. Roode Roosen. — Zie Rederijkerskamer. Roodenpoort, J., Levensbedrijf v. Kakotegnus. II. 912. RoodJmiden (.Taal der). 1004. Roodhuyzen Jr., H., Leven van G. Gnapheus. 77. Roodhuyzen, H. G„ Gedichten. 418. — De meer en meer gebruikelijke weg. 687. — Pedagogische schetsen. IL 918- . Zie: Bundel. XIV. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Roodschild, H., Bruiloftdicht: 545. Rooijen, A. J. Servaas van, Braga-studiën. 232. — Geschiedenis der Residentie. II. 1053. — Kozakjesdag of Utrecht op 28 Nov. 1863. II. 597. De magt der liefde. 687. Overdrukjes. Zie: Euphonia. 133. Rooleeuw, R., Schriftuurlijke Gezangen. 259. Zie: Kamphuyzen. 258. — Testament. 695. Roomseh-Catholicisme (Het). II. 339. Roomsch-Katholicismo (Geschiedenis van hot), n. 31, 1038. . | Roomsch-Katholieken in Nederland.il. 331, 1051. Roorda, J., Amme-lied by e Wielewale. 825. Roorda, T., Over de Deelen der rede. 158. Over dichtmaat, versmaat en versbouw. 180. — Dictaat over de Zielkunde. Hs. 75. Handleiding tot de zinsontleding. II. 980. — Onderscheid tuss. spreektaal en schrijftaal. 138. — Overdrukjes. Zie: Wajangverhalen. 1002. Roorda van Eysinga, 3. — Zie Scheffelaar Klots. Roorda van Eysinga, P. P., Aan den Koning en Neêrlands heldenscharen. 503. — Aardrijksbeschrijving van NederL-Indië. H. 666. — Beknopte Maleische Spraakkunst. 998. Blikken in ’t menschelijk hart. 675. — [Verschil! Dichtwerken]. 403. — Feestzang bij de inhuldiging v. Willem de life. 511. Gids voor het Maleisch. 997. — Grafdicht. 566. Handboek der Laag-Maleische taal. 997, 998. land- en volkenkunde van Neder! Indië. II. 662. — Iets over Nederlandsch-Indië. n. 666. Javaansche Spraakkunst. 1001. Het Kasteel van Antwerpen. 506. Nederduitsch-Javaansch woordenboek. 50. De stomme getuige v. h. menschelijk hart. 675. Typographische rangschikking d. Sanskritsche ka rakters. 973. Verhaal van het vergaan van het Stoomschip Wil lem I. 1000. — (Leven van). Lb. 1857, 9. — Overdrukjes. Zie: Ali Hadjie. 1000. — Boch&rie van Djohor. 1000. — Geschiedenis v. Sultan Ibrahim. 1001. — | Hempoe Sedah. 318. — HHikajat etc. 1000. — 1 Homerus. 296. — Isma Iatim. 1000. — S. Roorda | van Eysinga. H. 47. — Vertaling. H. 22. ■ 1 Reg. Tooneel. Roorda van Eysinga, S-, Reizen en lotgevallen. H. 47. Roorda van Eysinga, S. E. W., Heftigheid en ge- ^ moedsbezwaren. II. 665. Roos, A., Amsteldamsche Diogenes. 629. Roos, G. P. — Zie Cadsandria. II. 567. — Faro. 1 n/998. — Ithaka. 232. — Tooneelen. 232. Roos, M., Grafdicht. 663. Roos, P. F., [Verschil! Dichtwerken], 383, 384. Zie: Uitspanningen. 222. Roos, P. S. — Zie Reg. Tooneel. Rooseboom, G., Recueü van verscheyde Keuren. | , H. 550. Rooseboom, H. 3. — Zie Westerman. 501. — Reg. | Tooneel. ( 1 Rooses, J. F., Levensschets van J. F. Willems. 96.
Rooses, Max, Brieven uit Zuid-Nederland. H 789. Drvtal Verhandelingen over de geschiedenis d. let terkunde. 198. — De Nederlandsche Taalcongressen. 62. Zie: Boek. II. 798. — Kilianus. 894. —Museum. II. 978. — Tooneel. III. — Willems. 112,195. Roosingh, J. — Zie Reg. Tooneel. Roosje (Geheel nieuw Liedeboek van het). 288. Roosjen (Het) te Thielt. — Zie Rederijkerskamer. Roosjen, S. O., N. D. Kroese en W.Eekboff, Merk waardigheden van Hindeloopen. n. 623. Roost, W. van. — Zie Psalmen. 590. Rooswyck, N. van, Korte ... aanteekeningen. II. 560. Rootselaar, W. F. N. van, Amersfoort. II. 603. — De Koppelpoorten... te Amersfoort. II. 605. Roouere, A. de, Rethoricale wercken. 211. — ’t Spel van: quicunque vult salvus esse. Hs. 25. R°°y> ^ e > Taal-, oudheid- en oordeelkundige Mengelstukjes. 135. — Votum pro pace ac Reip. Salute eet. 904. Zie: Verzameling. 893. Rooy, E. W. de, (Leven van). Lb. 1869, 183. Rooy, W. S. de. — Zie Hein. 95. Rooyens, G. J., Rede bij het 2<> Eenwf. d. Door luchtige School van Amsterdam. II. 555. Rooze-boom (Nieuwe Oost-Indische). 282. R°P, Anth. L. de, [Verschill. Dichtwerken]. 423. — Overdrukjes. Zie: Goethe. H. 993. — Nieuwjaarwenschen. 524. Roqne, La. — Zie La Roque. Roquefort, B. de. — Zie Marie de France. 946. Roquefort, J. B. B., Gloss, de la langue Romane. 910. — Notice d’un MS. cont. nn recueil de poésies. Hs. 35. Rds, C., Tratat de adages y refranys Valencians. 919. Rosati, P., [Verschill. Latijnsche gedichten]. 900. Roscam, P., Differentiae juris Romani et Belgii. Hs. 74. — Praelectiones in Jus Feudale. Hs. 74. Rose. — Zie d’Alembert. 927. Rose (Die), door Heinric van Aken. 208, Hs. 10. — (Roman de la). 945. Rose, W. N., Leer van het ornament. II. 953. Rapport o. d. verbouwing d. Groote Zaal. H. 458. Rosecrans, W. S., To H. Greeley. II. 873. Rosellus, F. — Zie Clapmarius. II. 934. Rosemondt, G., .{Verschill. werken], 612. — Confessionale. II. 895. Rosen, G. — Zie Volksdichtungen. 968. Rosen, J. — Zie Reg. Tooneel. Rosen, K. von, Beitrage z. Rügisch-Pommerschen Kunstgeschichte. n. 708. — Vom Baltischen Strande. H. 708. Rosenboom, A. — Zie Stevin. H. 138. Rosenboom, Hub., Bericht mitsg. Consideratien. H.499. Rosenberg, C. B. H. von, Reistochten naar de Geel- vinkbaai. n. 681. Rosengarten (Der), Episches Gedicht. 796. Zie: Heldenbuch (Das kleine). 780. — (Der grosze). — Zie Gedichte. 779. Rosengarten Lied (Das). — ZieHeldenBuch(Der). 780. Rosenkranz, G. J. — Zie Zeitschrift. II. 724. Rosenkranz, K., Aesthetik des Hasslichen. IL. 952. Rosenstein, S., Gymnasia en Hoogere Burgerscholen, n. 3i7. Roshem, Marten van. — Zie J. Wagenaar. Rosiersz, J., Grafdichten. 570, 573. Rosignuoli, C. G., La Lingua purgata. 29. Roskam (De tooneelmatige). III. voor de Rotterdamsche klikspaan. VI. — voor den zoogenaamden Groninger Heer. 379. Roskam, P., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 66. Roskamtonen. Honderd rijmen. 424. Roskes, H. T., Intreerede. II. 1019. Jacob Hobein of hulde aan kloekmoedigheid. 503. Zie: Nieuwjaarwenschen. 523. Roskoff, G., Geschichte des Tenfels. II. 898. Rosmade, M. P. — Zie E. Masdorp. Rosner, L. — Zie Jdkai. 990. Rosseau, J., Verjaarfeest van Venus. 362. Zie: Reg. Tooneel. Rosseels, E. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Rosseeuw Saint-Hilaire, E., Jules Caesar. H. 852. Rossel, K., Die Abtei Eberbach. H. 722. Zie: Bar. II. 722. — Urkundenbuch. II. 723. Rosselet, A., De Snorrone Sturlaeo. 855. Rossem, J. H. van, Oost-Indische leerredenen. 724. Rossi, G. — Zie Reg. Tooneel. Rossum, G. van (Bevestiging van). 731. Rossum, P. van. — Zie Reg. Tooneel. Rossum, R. W. van, Leerrede. II. 447, 1038,1052. Rossijn, A. A., Brief a. Lucr. W. Tydeman. Hs. 66. Rossijn, J. Th., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 66. Rossijn, L. H., Bruiloftdichten. 541, 544. Rostgaard, F. — Zie Leges. H. 702. — Miscellan. 11. 783. Rostius, F. G. E., De libertatis Germaniae. II. 694. Roswidus, H. — Zie Thomas a Kempis. 647. Roswinkel, F., Bruiloftdicht. 540. Rotalde, 8. de, Guide pour apprendre la lanerue Es- pagnolle. 918. Rotermund, H. W., Lexikon aller Gelehrten. 749. Rote, Joh. — Zie Singerkrieg. 796. Roterus, J., Schlüssel z. Polnischen u. Teutschen Sprache. 967. Rotgans, L., [Verschill. Dichtwerken]. 347, 348. Gedichten op de Vervolging v. d. Hervormden. 440. Zie: Franken. 633. — Kermisparnas. 228. —Boa- klagten. 442. — Reg. Tooneel. Roth, C. R. — Zie Sallustius. 885. Roth, F., Ueber den Nutzen der Geschichte. II. 1. Zie: Heldenbuch. 780. — Konrad von Würzburg. 795. Roth, G. C., De imagunculis Germanornm magicis, quas Alrunas vocant, commentatio. II. 699. Roth, G. M., Antihermes. 30. Roth, K., Kleine Beitrage z. dentschen Sprache-Ge- schichts- n. Ortsforschung. 745. Zie: Denkmahler. 778. Rolh, K. L, — Zie Mittheilungen. II. 763. Roth, R. — Zie Böhtlingk. 973.
Rothe, J., Refutatie of Wederlegginge. II. 417. Rothe, T. — Zie Opuscnla. 850. Rother (König). 795. Zie: Gedichte. 779. Rothman, B. — Zie Bekentnisse. II. 355. Rotrou, J. de. — Zie Reg. Tooneel. Rotteck, C. vou, Wereldgeschiedenis. II. 10. Rotterdam, A., Gods weg met Nederland. II. 177. — De onveranderlijkheid van Gods raad. II. 193. Rotterdam, J., Grafdicht. 574. Rotteveel, J. — Zie Reg. Tooneel. Rotte veen, J. (Lijkrede op). 731. Rottmann, P. J., GedichteinHunsrückerMundart. 774. Ron (Roman de). — Zie Le Prévost. 945. — Ray- nouard. 945. Rou, M. Schouten van. — Zie Reg. Tooneel. Roubanof, J., Diss. sur les emigrations des barbares du Nord dans 1’empire Romain. II. 1036. Rouck, Th. de, Compendium privilegiorum. Hs. 46. — Nederlandtschen Herauld. II. 64. Roucourt, Th. J. E., Neder! woordafleidkunde. 159. Rond, P. C. — Zie Tollens. 505. Rougemont, M. N. Ballisson de. — Zie Reg. Tooneel. Roukema, R. — Zie Aubery. II. 106. Rouklagten (Neerlands) over Maria Stuart. 442. Roullaud, H. J., Grafdichten. 563, 571, 577. II. 1008. — La tempète. H. 1033. Zie: Gellert. 308. — Huydecoper. 365. — Reden voering. 111. — Verzameling. 454. — Suppl. Reg. Tooneel. Roumanille, J., Lis oubreto en proso. 926. Roumieux, L., Coumedi prouvencale. 924. Rousseau, J. J., Les confessions. 953. — Julie ou la nouvelle Héloïse. 953. — Lettres a Marc Michel Rey. 930. — Oeuvres. 953. Zie: Reg. Tooneel. Rousseau, P. J. — Zie Reg. Tooneel. Roussel, N., Sept flèches dans le coeur d. Romanisme. M. 32. — Zeven pylen in het hart v. h. Romanisme. H. 32. Roussen, Jan. — Zie Instructie. Hs. 50. Rousset, Histoire de la succession aux Duchez de Cleves. n. 728. Zie: Raynal. II. 185. Roux, A., Histoire de la littérature Italienne. 911. Roux, J., Pensées. II. 1033. Roux, Le. — Zie Leroux. Rovers, J. A. C., Afscheidsrede. II. 970. Oratio de Critica, Historiae diligenter adhibenda. n. 2. .— Wie was Ph. W. van Heusde. 80. — Overdrukjes. Rovers, M. A. N., De Boeken van het Nienwe Tes tament. H. 910. Heeft Paulus zich op wonderen beroepen? II. 890. — Legenden en levensbeelden. II. 1012. — Dr. A. Pierson’s afscheid. II. 891. Rovers, M. A. N., Nieuw-Testamentische letterkunde. H. 889. — Overdrukjes. Zie: Levenslicht. II. 1011. — Parker. 11.871* J. A. C. Rovers. 80. Roy, Le. — Zie Le Roy. Roy, B. de. — Zie Grondkaart. H. 598.—Meyster.437. Roy, G. en J. de, Bruiloftdicht. 537, 540. Roy, Jac. de. — Zie Maecht (De Yerresene). 218. Roya, Aeg. a. — Zie Rerum Belg. Annales. n. 59. Royaards, H. (Lijkrede op). 731. — (Memoria). 89. — De placito „Libera navi libera merx”. II. 933. Zie: Bonnet. II. 382. Royaards, H. J., Bijdragen tot de bewerking van de geschiedenis der Nederlanden. H. 54. — Compendium historiae ecclesiae Christianae. II. 27. — Het Genootschap t. verdediging d. Christelijke Godsdienst. II. 892. — Geschiedenis d. invoering v. h. Christendom. H. 330. „ v. h. gevestigde ,, II. 332. — Grafdicht. 572. — Ph. W. van Heusde geschetst. 80. — Hedendaagsch Kerkregt bij de Hervormden.il. 391. — Het historisch karakter d. tegenwoordige univer- siteiten. H. 319. — Leven van H. J. Baron van Doorn van West- cappelle. Lb. 1853, 81. — Leven van J. Kops. Lb. 1849, 89. — Lijkrede op H. Royaards. 731. Oratio de commutationis, quam subiit theologia in Nederlandia. H. 351. — Oratio de theologia historica eet. H. 885. — Rede b. h. feest d. Komp. Vrijwil! Jagers. H. 604. — Redev. ter historische herinnering der Unie v. Utrecht. II. 117. — (Leven van). Lb. 1854, 50. — (Lijkrede op). 731. — Overdrukjes. ■ . _ „„ Zie: Aanspraken. II. 291. — Archief. II. 329. Geschiedenis. H. 27. — Hulde. 80. — Leerrede nen. II. 247. — Mengelingen. 500. Royaards , W. C. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel- Roye, Franc de. — Zie van Cauwelaert. II. 813. Royen, A. van, Bruiloftdicht. 540. — Buiten-rust [en Land-rust]. 306, 307. — Carmen seculare in nat. 200^ Academiae Batavae quae est Leidae. 903. — Musae Leydenses ... Gulielmum V ... inaugura- tum salutantes. 903. — Otium Carmine elegiaco. 897. — Poëmata. 897. Verhandeling over A. van der Woordt. Hs. 7- Zie: Verzameling. 463. — Vossius. 906. Royen, D. van. — Zie Snakenburg. 906. — Stuk ken. Hs. 49. Royen, E. J. van, Bruiloftdicht. 541. — Grafdichten. 562, 572, 578. Royen, G. van. — Zie van Merken. 373. Royen, H. van, Bij de ter aarde bestelling van J. Kappeyne van de Coppello. 82.
Roy en. H. ran, Brieven a. H. W. Tydeman. Hs. 66. — Feestzang voor de 19 Dec. 1799. 484. — Verjaardicht. 526. Royen, J. van, Bemoediging aan Nederland. 475. — Grafdichten. 572, 576, 578. — Leyden. 462. — Op Nederlands verbindtenis met Frankrijk. 476. — (Stukken van den burger). II. 477. Zie: Blok. II. 475. — Dichtstukken. 476. — 'Marcus. 557, 667: — Verzameling. 463. Royen, J. van, en It. van Leuve, *s Menschen leven II. 987. Royen Az., J. van. Ter opening d. Vergad. v. Kunst wordt door Arbeid verkregen. 461. Royen, J. A. van, Openingsrede tot bet feestgevierd te Groningen. II. 650. — Het voortbrengend vermogen der Prov. Overijssel, n. 632. Royer, A. J., Brief a. A. Kluit. Hs. 66. Royer, J., Sermon sur la Princesse Anna. — Leerrede enz. H. 193. Royer, L. (Stukken, berichten enz. betreffende). 93. Royer, P. — Zie Gemelli. H 243. Royer, W., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 66. Zie: Tydeman. Hs. 64. Rozoy, B. Farmian de Rosoi, dit: de. — Zie Ree Tooneel. D R. P. G. — Zie van Goens. H. 374. R. S. — Zie Bundeltje. 262. R* s « Willem. — Zie W. C. Royaards. R- T. — Zie Plutarchus. 599. Ruardi, J., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 66. — Carmen panegyricum in natales ... principis ... Guilielmi Frederick 903. Ruarus, D., Des Werelds ondergang. 351. Rubens, P. P. (Werken over). II. 326. Zie: Junius. II. 953. Rubrouck, G. de, Récit de son voyage. H. 866. Ruckdeschel, R. — Zie Jahresbericht. H. 748. Ruckstuhl, K. — Zie Hirzel. 755. Ruddimannus, Tb., Gramm. Latinae institutiones. 879. Rudimenta of gronden. — Zie van Bolhuis. II. 980. — Slavonics. 965. Rudolf von Ems, Der gute Gerhard. 793. Rudolf von Montfort, Barlaam und Josaphat. 793. Rudolph, A. W., Die Orthographic d. Deutschen Sprache. 761. Rue (de la). — Zie La Rue. Rueb, A. S., Ter nagedachtenis van W. Wencke bach. 95. Riibenow, H. — Zie Geschichtsdenkmaler. II 708 — Pyll. H. 708—709. Riibezahl. — Zie Volksbiicher. 809. Rücker, J. Chr., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 72. Rüoker, J. G. C., Elucidatio nonnullorum locornm ex H. Grotii Inleiding. Hs. 74. Rücker, J. G. E„ Brief a. M. Tydeman. Hs. 72. Rückert, Fr. — Zie Duncker. 754. Rückert, H., Culturgeschichte. H. 700. Rückert, H., in seinem Leben u. seinen kleineren Schrifte dargestellt. 804, II. 1067. Zie: Helinnd. 812. — König Bother. 795. —■ Thomasin von Zirclaria. 794. Rüdiger, J. C. C., Geschichted. menschl. Spracbe. 27. — Neuester Zuwachs d. allgem. Sprachkunde. 37. Rüdiger, K. A. — Zie Reg. Tooneel. Rühle, F., God regeert. 501. Rühs, F. — Zie Edda. 852. Ruelens, C. [of K.], La miniature initiale. H. 327. Zie: van der Haghen. 429. — Mengelingen. II. 812. — Refereinen. 211, II. 987. Ruelles, P. D. — Zie Kordewagen. 277. Rümke, A. M. L., 25-j. bestaan v. d. Commissie v. Volksbijeenkomsten te Leiden. H. 516. — (Leven van). Lb. 1886, 193. Rues, S. F., Tegenw. staet d. Doopsgezinden. H. 356. Rüstow, W., De Russisch-Turksche oorlog, n. 53. Rütz, F. G. C., Antwoord aan P. Y. D. Hz. H. 379. — Brief (en 2 e Brief) van een Luth. Koster, n. 379. — Hollands inwoonders verdeedigd. II. 206. Zie: Hofstede, n. 380. Ruever Groneman, de. — Zie Groneman. Ruffa, J. — Zie Reg. Tooneel. Ruffinus. — Zie Eusebius Pampbilus. 600. Ruffner, E. H. — Zie Reports. H. 875. Rufus, Matianus, Briefwechsel. II. 721. Ruhig, Ph., Littauisch-Deutsches Lexicon. 52. Ruhnkenius, D., In antiquitates Romanas lectiones academicae. H. 849. — Elogium Tib. Hemsterbusii. 80. — Epist. crit. in Homeridarum Hymnos. 873. — „ „ „ Callimachum eet. 875. — De Galla Placidia Augusta. H. 849. — Notae grammat, in A. Mureti scripta. 894. — Oratio de doctore umbratico. 897. — (Leven van). 89. Zie: Fortius Ringelbergius. II. 918. — Hemster- husius. 896. Ruickertje v. verscheyde bloemen. — Zie de Clopper. 433. Ruil, Ph., Brieven a. W. Copes. Hs. 66. Ruinartus, Th. — Zie Leges. II. 702. Ruiseb, M. — Zie Plakalmanach. H. 442. Ruitenschild Gz., A. R., De graven onzer vorsten. H. 68. — Leven van G. Ruitenschild. Lb. 1878, 3. Ruitenschild, G. (Leven van). Lb. 1878, 3. Ruiter, K. (Lijkrede op). 731. Rukopis (Kralodworsky). Königinhofer Handschr. 970. Rulant, H.j Leerzaam proces tuss. drie broeders. 191. Ruloffs, B., [Yerschill. gedichten]. 376, 377. — [Verschil! Bruiloftdichten.]. 529, 533, 535, 544, 548, 550. — [Yerschill. Gelegenheidsgedichten], 476, 486. — [ ., Verjaardichten], 525, 526. — Gedichten aan verschil! personen. 555, 558, 561. — Grafdichten. 566, 567. 570, 572, 577. — Aanspraak. VII, IX.
s.
Sabatier, A., De 1’inflnence d. femmes s. 1. littératnre Franpaise. 926. Sabaudiae respublica. — Zie vander Bnrch. n. 1064. Sabbe, Jul. — Zie Wauters. IL 794. Sabinus, Aulas. — Zie Ovidias. 302. Saebarobüm. — Zie De La Motte Fénelon. 951. Sachs, C. — Zie Beitrage. 941. Sachs, Hans (Auswahl aus). 798. Sachsenhauser (Die), oder Katchens Hoehzeit. 773. Sachsenspiegel. II. 703. Sack. — Zie Zak. Sack, F. S. G. — Zie Geloofsbelijdenis. IL 706. Sack, K. H. — Zie Wenz. IL. 825. Sacrament (Van dat andere) d. Biechten enz. Hs. 21. Sacy (de). — Zie d’Alembert. 927. Sacy> A* F Silvestre de, Grammaire générale. 30. Sadelyn, J. J., De St. Martini vasallis. n. 591. Sadi, Muslih Eddin, Spreuken. 317. Sadi, Siech Musladie, Persiaansche Boomgaard. 627. — Persiaansche Roosengaard. 627. Saegelken, E., De MoUerii fabula Ay an nomine in- Bcripta. 958. Saemund Sigfusson Kaldet hin Frode. — Zie Edda. 852. Sanger, W. M. H., Het Groningen d. toekomst. H. 649. Safarik, P. J. _ Zie P. J. Schaffarik. Saffelé, J., Bruiloftdicht. 538. Saffo. — Zie Anakreon. 297. S. A. G. — Zie S. A. Gabbema. Saga van Thorwald Kodransson. II. 787. Sagaenbibliothek d. Skandinavischen Alterthums. 851. Sagaer (Nordiske Fortids). 853. — (Oldnordiske). 854, 855. Sagan af Gunnlaugi Ormstungn. 856. Sage, Le. — Zie Lesage. Sage (Le) de Montpellier, Folies. II. 1032. Sagen aus Schleswig, Holstein u. s. w. 807. — betreffend Othin. — Zie Niemeyer. H. 783. — (Deutsche). 807. —, Gebranche und Marchen aus Westfalen. 808. — (Hessische). 807. — und Lieder des Tscherkessen Volkes. 993. —, Marchen u. s. w. aus Hildesheim. 807. — (Markisehe) und Mahrchen. 807. — des Neckarthals, der Bergstrasse n. s. w. 807. — (Norddeutsche), Marchen und Gebrauche. 807. — und Bilder aus Westfalen. 808. Sagenschatz des Luxemburger Landes. H 1062. Sages (Sept) de Rome (Roman des). 947. Sagittarius, C., Historia templi Ienensis Academici H. 745. — Monumenta historica. II. 745. — De praecipuis Scriptoribus Historiae Germanicae II. 685. Sagius, J., Inhoud van Salomons Hooge-lied. 371. Saijon, A., Congratulatie aen ... Maurits. 429. Sailer, J. M. — Zie Thomas von Kempen. 797. Sailer, L., Schriften in Schwabischen Dialecte. 772. Sailly, Th., Nieuwe Morghen-Wecker. II. 131. Sain, F. P. J. de, en J. B. Sivré, Inventaris van regis ters en stukken. II. 660. Sainmore. — Zie Blin de Sainmore. Saint-Allais, de. — Zie La Basse-Moüturie. II. 69. Saint-Amand. — Zie Reg. Tooneel. Saint-Aubin, Ducrest de. — Zie de Genlis. Saint-Aubin, M. C. Cammaille. — Zie Reg. Tooneel. Saint-Evremond, Ch. de, Oeuvres meslées. 950. Saint-Firmin. — Zie Cordier de Saint-Firmin. Saint-Foix [of Saintvoix], — Zie Poullain de Saint-Foix. Saint-Genois, J. de, Anna, historisch tafereel. 676. — Le faux Baudouin. H 801. — Catal. d. MSS. de la Biblioth. de Gand. II. 809. — Histoire des avoueries. II. 793. Inventaire... d. Chartes d. Comtes deFlandre.H.801. — Leven van G. J. A. de Stassart. Lb. 1855, 75. — Manuscrits au Dépot d’Archivesdela Flandre Oriën tale. H. 805. — Notice nécrologique sur J. F. Willems. 95. — Overdrnkjes. Zie: Charles et Elegast. II. 985. — Missions. II. J00. Saint-George, A. H. de, Lettres. H. 507. Saint-George, A. H.A. J.de, De juris feudalis origine Asiatica. n. 264. Saint-Hyacinthe de Charrière, I. A. de, geb. van Tuyll van Serooskerken. — Zie Bekker, E., wed. Wolff en A. Deken. 671. Saint-Just. — Zie Godart-d’Auoour de Saint-Just. Saint-Lambert, J. F. de, De Jaargetijden. 315. Zie: Witsen Geysbeek. 928. Saint-Marc, de, Tooneelstukjes. XVH. Zie: Boileau. 951. — Reg. Tooneel. Saint-Marcel. — Zie Reg. en Snppl. Reg. Tooneel. Saint-Paul, Mayeur de. — Zie Mayeur. Saint-Pierre, Abbé de, Projet. p. perfectioner 1’orto- grafe des langues d’Europe. 33. Saint-Pierre, J. H. Bemardin de, Paul et Virginie [In het Fransch en Grieksch]. 953. Zie: d’Alembert. 927. Saint-Pierre, Puget de. — Zie Puget de Saint-Pierre. Saint-Simon, de, Histoire d. 1. guerre d. Bataves. II. 92. — Nieuw Christendom. H. 895. Sainte-Beuve, C. A., Tableau d. 1. littérature Francaise. 926. Zie: Lefebvre. II. 62. — Prévost d’Exiles. 952. Ulbach. 927. Sainte-Palaye, La Curne de, Dictionnaire historique d. 1’ancienne langue Franpoise. 936. — Mémoire sur 1'ancienne chevalerie. II. 18. Zie: Millot. 923. Saksen (Koningrijk). II. 737. — (Provincie). H. 711. Saksen-Altenburg (Hertogdom). H. 746. Saksen-Cobnrg-Gotha (Hertogdom). H. 745. Saksen- W eimar-Eisenack (Groothertogd ). Saksisch. 811, IL 1023. Sala, C. F. — Zie Büttikofer. II. 869.
Sala, G. A., Charles Dickens. 834. ' Saldenus, J., Prediking over Openb. XIV: 6. II. 350. Salel, H. — Zie Homerus. 295. Salentijn, M. P. — Zie Pascha. 622. Salet-jonker (Den vervallen en bedrukte). 668. Salie, J. W., Oranje en Nederland. IE. 251. Salis, J. G. von, Ausgewahlte Gedichte. 802. Salldenus, G., Korte en nodige waarschouwing. cclyhl Sallengre, A. H. de, Histoire des Provinces-Unies. n. 135. Sallieth, M. — Zie Kunstprent. II. 211. Sallustius, C. C., Catilina, Jugurtha, historiarum reli quiae. 885. Roomsche historie enz. 603. Zamenzwering van Catilina. 603, 604. Salm, Rhijngraaf van, Memorie. H. 596. Zie: Ontwerp. II. 208. Salmasius, C., Koninklijke verdediging. II. 835. Zie: G. C. en J. in de Betouw. II. 433. — Knex. li. 1044. . Salomon ende Marcolphus. — Zie Dyalogns. 607.— Narrenbuch. 809. Salomon nnd Morolf. — Zie Gedichte. 779. Salomon, G. (Leven van). Lb. 1865, 157. Salomons Cantica canticorum verklaard. Hs. 23. _ Hoogelied. 317, 318, 352. Salomos ... Sede-sprak. 862. Saltzmann, P., Sonderbare Worte. 765. Salus patriae. — Zie Gedichten. 472. Salus patriae supreme lex.—Zie Eer- en Feestzang. 464. Saluste, G. de, Seigneur de Bartas, Oeuvres. 950. — Wercken. II. 994. De eerste weke d. Scheppinge der werelt. 313. Yervolgh van de “Weken. II. 994. Salverda, J. C. P., Friesche rymckes. 825. Hiljuwns uwren. 825. Salverda, M., Ons Landbouwonderwijs. II. 315. Zie: Schoolbode. II. 309. Salviati, L., Degli avvertimenti della lingua sopra’1 Decamerone. 915. Salvius, J. A., Brieven a. H. de Groot. Hs. 72. Zie: van Wesele Scholten. Hs. 55. Salvolini, F. — Zie Examen. 987. Salzborg (Hertogdom). II. 753. Salzer, M. — Zie Programm. II. 760. Salzmann, C. G., Opvoedingsinstituut te Schnepfenthal. □. 746. Sam, A. — Zie Tys en Gys. 451. Samaritaan (De) en de zieke. Hs. 24. Samaritane. — Zie Baltensz. 650. Sambeeck, J. van, Geestelyck jubilee. 276. Sambix, F. van, Grafdicht. 573. Zie: van Bellan. 662. — la Calprenede. 663. — Cervantes. 662. — Sidney. 663. Sambix de jonge, F. van. — Zie Escutaeus. 662. Sambix, G. van. — Zie Homerus. 597. Samenkomste (Der Reden-ryekers stichtighe F). 214. Samenspraak (Een geestelijke en opwekkelijke). 393. Samenspraak gehouden in de and’re wereld. 356. — gehouden in een voornaam Coffyhuys. II. 201. — (Grosthuyser). 449. — (Interess.) in de Delftsche trekschuit. II. 450. — in ’tRijk der Dooden. II. 544. — ofte Westphaelsche to hooupe Kallinge. 774. — over ’t voorgevallene te Alkmaar. II. 538. — tusschen Actoer en Hostiensis. Hs. 21. — ,, den Duyvel en den Paus. 439. — „ Hans-Ylaey en Piet Bult-Sack. 447. — „ Hilarius YeraxenLib.Orthodoxus.II.204. — „ Kees en Jaap (Openhartige). II. 1001. — „ een Koopman, Burger enz. II. 569. — „ Louw, Krelis en een Domine. II. 472. — „ een Meester en Leerling. Hs. 22, 81. — „ „ Militair, coopman en burger. II. 169. — „ Pasquin en Belzeboe. II. 541. — „ een Predikant en een voorstander v. d. comedie (Korte). CCLVIII. — tusschen Prinslief en Dwingelaart. 457. — „ een Regent en een Burger. II. 185. — „ „ Rotterd. burger e.e.Comediant. YIH. — „ „ Saxisch Recrut en een Pruiss. Partij ganger (Vertrouw.). II. 51. — tusschen Scale en Clerc. Hs. 10. — „ Socrates en Carolus VI. IE. 1039. — „ Teun en Jaep. IE. 569. — „ ... Urbanus en Isabelle. 347. • „ P. Vrijburger (Tweede) enz. H. 595. — „ J. Vroomlief en C. Regt-nit. II. 376. n J. van Zuylen en Lucifer. II. 520. van een Hamburger, Embder enz (Een). II. 168. wegens de oorzaken v. h. bederf d. Oost-Ind. Com pagnie (Eerste). H. 668. wegens de Rotterdamsche paus. II. 519. Samenspraak. — Zie ook Tsamensprekinghe. Samenspraken in het rijk d. Dooden. — Zie Temminck. H. 503. — (Staatkundige, godgeleerde huyshoudelijke). IE.474. — tusschen een vader en zijn zoon. H. 383. Waermondt en Gaergoedt (Drie). H. 139. — over het sparen. II. 936. (Vier) nopens de aanmerkingen op het Leven van J. Punt. XI. Samensprekinghe (Eene treffelycke) tusschen den Paus en den Coningh v. Spaengen. II. 126. Samlinger utg. af Svenska Fomskrift-Sallskapet. 861. Sammandrag af det... Cómmittéen... afgifvit. H. 778. Sammlung Deutscher Gedichte d. XII—XIV Jahrhun- derts. 779. — Deutscher Volkslieden 786. — einiger Lieder f. d. Festtage d. Christen. 786. — Germanistischer Hilfsmittel. 739. — Histor. Volkslieder u. Gedichte d. Deutschen. 786. d. beliebtesten Kölnischer Volkslieder. 773. — v. Minnesingem a. d. Schwabischen Zeitpuncte. 785. d. Preiss-, und einiger anderen Schriften. II. 691.

Sassen, N. F., Onderzoek naar d. oorsprong enz. v. S h. Groot Gasthuis te ’s Hertogenbosch. II. 413. Satan Hex. — Zie L. van Ollefen. Satchell, Thom. — Zie Treatyse. 844. £ Satiren u. Pasquille aus der Keformationszeit. 781% S Sattler, C., Die Flandrisch-Hollandischen Verwicklun- i gen unter Wilhelm von Holland, n. 98. S Satyra Juvenalis Amstelodamensis of Geessel enz. 464. { Sauer, A., J. W. von Brawe, der Schüler Lessings. 750. ; Sauer, C. — Zie Heg. Tooneel. i Sauppe, H. — Zie Schiller. 801. ! Saurel, A. A. J., Guide de la Haye. H. 458. ! Saurin, B. J. — Zie Reg. Tooneel. Saurin, Jacques. — Zie van Oosterzee. 719. Saussaye, La. — Zie La Saussaye. Sautyn Kluit, W. P. — Zie Kluit. Sauvé de la Noue. — Zie La Noue. Sauvigny, de. — Zie L. F. Billardon de Sauvigny. Sauzet, F. du, [Versch. treurspelen]. Hs. 33. Sauzet, J. F. du. — Zie Reg. Tooneel. Savage, R. — Zie Arend. 834. Savigny, von, Overdrukjes. Savine, A., Etapes d’un naturaliste. II. 1034. Savomin Lohraan, A. F. de, De Staatsschool. II. 1050. Waarheids- en Wetsverkrachting. II. 314. Wat wil de antirevolutionaire partij P H. 260. — Overdrukjes. Savornin Lohman, A. F. de, en F. L. Rutgers, De Rechtsbevoegdheid onzer plaatselijke kerken. 11.1052. Savornin Lohman, W. H. de, De notione civitatis. H. 928. Sax, C., De spottende rysende brillekooper. 446. Zie: Reg. Tooneel Saxe, C., Brief a. M. Tydeman. Hs. 66. — Epistola ad P. Burmannum. 89. — Justa depulsio eet. 89. — Monogrammata historiae Batavae. H. 92. Nodige aanmerkingen op de Deductie van P. Bur- man. 89. — Rechtmatige afkeering. 89. Saxe, F., Brieven a. H. W. en M. Tydeman. Hs. 66. Saxe, J. A., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 66. Saxe-Weimar-Eisenach, B. de, Beschrijving v. d. veld- togt op Java. H. 672. — Précis de la campagne de Java. H. 672. Saxo Grammaticus, Historiae Danicae 11. XVI. H. 783. Zie: Duym. II. 91. — Reimer. II. 783. gay, H. — Zie Ackersdijck. Hs. 56. S... A.-Z., Eene Dames-theevisite. 676. S. B. M. D. — Zie Lucianus. 600. S. C. — Zie Reg. Tooneel. Scabaelje, D. — Zie Reg. Tooneel. Scalamandré, G., Saggio di una nuova scienza delle scienze. II. 909. Scaliger (Geslacht). — Zie J. Scaliger. 912. Scaliger, Jos., Epistola de... gentis Scaligerae. 912. Zie: Donza. 894. — Epistolae. 889. — Hofman Peerlkamp. Hs. 65. — J. C. Scaliger. 894. — Scaligerana. 950. Scaliger, J. C., Epistolae [Epistolae et Orationes]. 890. — Poëmata omnia. 894. Zie: J. Scaliger J.C.fil. 912. Scaligerana, Thuana, Perroniana eet. 950. Scandinavië. H. 771. Scandinavische (Noordsche) taien.849II.1025. Scarron, P. — Zie Reg. Tooneel. Scato. — Zie P. ter Spill. Seep (T) vol wonders. 612. Sceperus, J.’, Bacchus. Den... Droncke-man. 628. Schaab, C. A. (Leven van). 12. Schaaf, C., Opus Aramaeum. 986. — Voor-, tegen en inlooper. 451. Zie: Gedichten. 221. — Reg. Tooneel. Schaaf, W., Jubelliedjes. H. 1005. Schaaff, J. G. van der, De Canonicis Rheno-Tra- jectinis. H. 584. Schaaff, J. H. van der, Blikken op het verledene. H. 247. De brief van W. P. Tiddy toegelicht. H. 384. Levensschetsen van voorname mannen. H. 560. — Mijne herinneringen. H. 602. Proeve... over het wezen ... d. antipathie. 640. u v. onderzoek, n.d. zin v. Art. 342 B.W.H.266. .. over het verschil v. d. vorm v. ff » » procederen. II. 273. — Proeve van vergelijking. H. 252. Verhandeling over Joost van den Vondel. 93. — Waarschuwingen. II. 245, 252. Het ware nut en voordeel d. beschaving. H. 247. Schaaff, J. H. van der, en P. Moens, Blikken op het verledene. II. 246. Schaaff, J. H. L. van der, De Graafschap Zutphen. H. 422. De Heer J. van Vloten en zijn jongste schrijven tegen Prof. Fruin. II. 230. — Overdrukjes. Schaaff, J. M. Kips geb. van der — Zie Kips. Schaaff Gratama, D. M., De Fransche Republiek en de staatkundige woelingen dezer dagen. H. 825. Schaak, P. — Zie Reg. Tooneel. Schaak, S. van (Geschriften betreffende). H. 506. 1. Schaakpartijen v. G. Greco. — Zie v. d. Linde. H. 941. Schaakspel (Het). — Zie van Zuylen v. Nyevelt. H. 941. [- Schaap, C. (Lijkrede op). 732. Schaap, G. — Zie Keuchenius. 89. Schaap, J. W. — Zie Bundel. 481. 5. Schaarschmidt, J. F., Socratis daemonium eet. H. 860. Schabaelli, J. P., Aenmerkkingen. 658. Schacht, J. H„ Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 66. Schacht, J. P., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 66. Schacht, J. Oosterdijk. — Zie Oosterdijk. Schade, K. B. — Zie Adelung. 761. Schade, O., Fercula macaronica. 900. ] e Klopfan. Ein Beitrag z. Geschichte d. Neujahrs- feier. H. 700. % Sage von der heiligen Ursula. H. 34. 2. — Overdrukjes. _ _, ln Zie: Bergreien. 788. — Crescentia. 813. Ecken _ Auszfahrt. 796. — Gedichte. 786. — Launn. 794. — Satiren. 781. — Sigenot. 796.
Schadt-Kiste der Philosophen ende Poeten. 216. Schaeck, B. — Zie Dresseleers. 621. Schaef, C. — Zie Verzameling. 453. Schaefer, J. W., Leven van Goethe. 751. Schaeffer, A. — Zie Chambrun. H. 826. Schaeifer, D., Nonnulla de praecipuorum antiquitatis historicorum indole atqne ingenio. II. 13. Schaeffer, J. C. G., Brief auf einer Reise. II. 45. Schaffler, A. — Zie Fries. II. 737. Schaep, C. — Zie Aenwijsinge. Hs. 85. Schaep (Iets over G.). — Zie Schinkel. II. 74. Schaep Pz., G. — Zie Reg. Tooneel. Schaep, J., Bloem-tuyntje. 344. Zie: Jaarzangen. 217. Schaep, W. van. — Zie Aristoteles. 598. — Quin- tilianus. 603. Schaepman, H. J. A. M., [Verschill. Dichtwerken], 424. — Napoleon. 521. — Parijs. 520. Zie: ten Brink. II. 1063. — van Menra. 645.— Parkmeeting. II. 343. — Wachter (De). 132. Schaff,Ph., Duitschland. ZijnHoogescholenenz.H.700. Schaffarik, P. J., Die Abkunft d. Sla wen. H. 767. — Geschichte d. Slawischen Sprache. 961. — „ „ Südslawischen Literatur. 965. — Serbische Lesekörner. 966. — Slavische Alterthiimer. II. 768. — (Verzameling van doodsberichten betreffende). 972. Zie: Denkmaler. 969. Schagen, M., Grafdichten. 574, 576. — David verdedigd. Hs. 29. — De jonge Vorst Salomo. Hs. 29. Zie: Vermakelijkheden. 125. Schagen van Soelen, B., Brieven a. W. Holtrop. Hs. 66. Schaghen, P. J., Alckmaar-beleg. 323. ' Schaick, C. van, Afscheid- en Intreeleerrede. 732. — Feestrede. II. 655, 656. — Leerrede over Genesis Hl: 16. H. 1020. — De Manja. 677. — Reispenning op den levensweg. 654. — Rijmkens. 410. — Vijf maanden. Een boek van vertroosting. 654. — Volksverhalen. 690. Zie: Drenthina. 181. — Volksbode. 130. Schaick, J. van, Leerrede. H. 425. Schainck, H., Buysmans rust-poose. 722. Schaking van E. 1’Estevenon door G. de la Lande. 435. Schalk, H., Münz-Sammlungd. Vereinsf. Nassauische Alterthumskunde. II. 720. Schalk, J. van der, Opwekking b. d. overstrooming. 489. Schalk, J. C. J. van der, Art. 414 en 415 v. d. Code Pénal. II. 935. Schambach, G., Wörterbuch d. niederdeutschenMund- art v. Göttingen. 817. Zie: Sprichwörter. 818. Schande (Ter eeuwiger) d. Stadt Leyden. H. 1054. Schans (Armianze). H. 469. Scharamouche (Leven van). — Zie Constantini. 708. Scharff, D., Leerrede over Jesaias V : 1—6. H. 181. Scharff, F. — Zie Neujahrsblatt. H. 723. Scharl, Ocko van. — Zie Ocko. Scharling, C. A., De Stedingis. H. 1059. Scharnhorst, G. D. — Zie Masius. 755. Scharp, J., Aan mijne medeburgers. H. 210. — Afscheidleerrede. 732, II. 1020. — De Bede van Vader Willem altoos verhoord. 481. — Brief. Hs. 66. — Brief op rijm. Hs. 28. — Bruiloftdicht. 542. — Deductie aan de Gereform. Gemeente te Rotter dam. II. 523. — Gedachten op mijn 40 en verjaardag. 526. — Gedenkzuil van den Nederl. krijgsroem. H. 236. — Geschiedenis en Costumen van Axel. H. 575. — Godsdienstig Kersfeest. 266. — Grafdicht. 574. — Historische brieven over... F. G. Meyer. H. 521. — Inwijding der Gehoorzaal v, h. Genootschap Ver scheidenheid en overeenstemming. 111. — Kerkelijke redevoering in den veegen nood des vaderlands. II. 208. — Leerrede bij het overlijden zijner kinderen. 732. — „ „ 25-j. predikdienst. 732. — Leydens verwoesting, n. 482. — Lierzang. 481, 482. — De 8® Maart 1791. H. 211. — November 1813. 490. — Oudheidkundige verhandeling over de beffen en halskragen. IL 87. — Vaderlandsche toonen. 389. — Twee veldpredicatien. H. 205. — De vriend die als uwe ziel is. 639. Zie: van Breslau. II. 212. — Hafeli. 734. — Milliner. 160. — A. Scharp. II. 1006. Scharre-zoodtje (Medenblicker). 276. Schasz, J. A. — Zie P. ’tHoen. Schat (Den) der godlijcken liefden. 614. — (Evang.) van Christus ontdeckt. — Zie Stalpert van der Wiele. 333. — van uitgelezens Traktaten. II. 185. Schaten, N., Historia Westfaliae. H. 725. Schat-Camer (De nieuwe geopende). 11. 731. Schatkamer der Nederlandsche dichteren. 222. — der Taaien. 164. Schatte, N. van der. — Zie Historie. II. 568. Schaub, F., Ueber die Muttersprache. 34. Schaubach, A. — Zie Einladungsschrift. II. 747. Schaubühne (Altniederlandische). 199. XII. Schau-ins Land! Blatter f. Geschichte u. s. w. II. 742. Schayes, A. G. B., Essai historique s. 1. usages. H. 793. — Histoire de 1’Architecture en Belgique. II. 794. — Les Pays-Bas avant et durant la domination Ro- maine. II. 91, 92. — Overdrukjes. Schedius, E., De Diis Germanis eet. II. 698. Schedius, J. L., Comm. de sacris opertis veterum Chris- tianorum, s. de discipline, quam vocant, arcani. II. 29. Scheel-Plessen, C. von, Die wichtigsten Vortrage wahrend d. Verhand! d.... Reichsraths. II. 718. Scheepvaart. II. 270.
Scheer, D. H. van der. — Zie Lesturgeon, IL 653. Scheers, J. — Zie Caauw. 531. Scheers, J. H. A. — Zie Krul v. Stompwijk. II. 433- Scheers van Harencarspel, R., Het Geldersch Polder- reglement. II. 420. Schoffel, J. V., De Trompetter van Sakkingen. 310. Scheffelaar Klots, ff. H., Uitgebreid lager onderwijs, n. 313. Scheffelaar Klots, J., geb. Roorda van Eysinga, Al lerlei. 410. — Kindergedichtjes. 428. Scheffer, J. F., Twee leerredenen. 723. Scheffer, J. H., Het eerste stoomschip te Rotterdam. II. 522. — [Verschill. genealogiën]. H. 68—72. — Opstellen over Rotterdamsche straten. II. 522. — De Rotterdamsche diergaarde. H. 523. — Roterodamum illustratum. H. 519. — Vereen, tot bevord. v. fabrieksnijverheid. II. 522. Zie! Familie-Archief. II. 63. — Familieblad. II. 64. — Catalogus. II. 289. — Commissieboeken. II. 97. Scheffer, J. H., en F. D. O. Obreen, Het geslacht van Hogendorp. H. 70. — Rotterdamsche Historiebladen. H. 519. Scheffer, P., Bruiloftdicht. 540. — Grafdicht. 573. Scheffer, W., Ferdinand Christian Baur. 749. — (Bevestiging van). 732. — Tiental leerredenen. 726. — Leven van H. Fangman. Lb. 1880, 43. — Arthur Schopenhauer. IL 914. — Het wijsgeerig pessimisme. H. 914. — Overdrukjes. Zie: Leerboekje. II. 910. Scheffer, J. G. de Hoop, Geschiedenis d. Kerkher vorming. H. 345. — Oratio de Providentia Divina Teleiobaptistas Neer- landicos ab exitio vindicanti. H. 356. — Toespraak bij het 50-j. bestaan v. h. Weeshuis d. Oranje Appel. H. 550. — Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 553. — Cupido. II. 988. — Gorter. 645. — Inventaris. II. 553. — Navor- scher. 181. — Redevoeringen. 116. Schefferus, J., De antiquis verisque regni Sveciae insig- nibus. II. 778. Lapponia i. e. Regionis Lapponum ... descriptio. II. 770. — De situ et vocabulo UpsaMae. IL 781. — Upsalia. H. 781. Zie: Fant. 859. — Historia. II. 778. — Kununga ok Höfdinga Stirilse. 862. Scheibel, J. E., Viro A. G. Kaestner... gratulatur. 752. Scheibler, M. F., Dass wir Luthers Geist habenmüs- sen. H. 36. Scheidel, S. A. — Zie Neujahrsblatt. IL 723. Scheidemantel, H. G., Das Bücherwesen nachStaats- klugheit. 18. Scheiden, D. — Zie Reg. Tooneel. Scheidius, C. L. — Zie Ecoard. H. 690. Scheidius, E., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 66. Zie: Gievbari. 984, — Opusoula. 980. Scheidius, J., Brief a. M. Tydeman. Hs. 66. Scheidius, J. F., Brief a. M. Tydeman. Hs. 66. Scheidt, C. — Zie Volksbücher. 807. Scheiger, J., Andeutungen. II. 754. — Overdrukjes. Scheikunde. II. 945. Schelde (Van de) tot de Weichsel. 173. Schele, J. J., Bruiloftdicht. 540. Schele, A. D. van Buren. — Zie Buren. Scheler, Aug., Annuaire statistique. IL 794. — Memoire s. 1. conjugaison Franpaise. 933. Schelfhout, A. — Zie Verzameling. Hs. 55. SchelguigiuB, S., Spec, biblosophistarum Gedanensium. 896. Schelins, R. H., De pace et de causis belli Anglici. II. 144. Schelle, J. van, De vorstelijke zonneondergaende. 11.187. Schelle Pz., J. van, Ter geboorte v. d. erfprins. H. 1001. Schelle, P. van, Grafdicht. 572. — Heldinnenbrieven. 383. — Leyden v. h. beleg d. Spanjaarden verlost. 461. — Neêrlands heil bij de geboorte v. d. Prins. 460. Zie: Dichtstukken. 474, 476. — Liederen. 272. — Nieuwjaarwenschen. 523. — Reg. Tooneel. Scheller, F, J., Mythologie d. Nord. Volker. H. 774. Scheller, J. G. — Zie Georges. 50. Scheller, K. F. A., Bücherkunde d. Sassisch-Nieder- deutschen Sprache. 816. Zie: Kronika. 813. — Laien Doctrinal. 813. — Reineke Fuchs. 815. — Shigt-bök. II. 748. Schellhorn, A., Teutsche Sprichwörter. 769. Schelling, F. W. J., De Marcione Paullinarum Episto- larum emendatore. H. 890. — Wijsbegeerte der Openbaring. II. 914. Schelling, H. van der, Brief a. J. Mounier. Hs. 66. Schelling, P. van der, Aloude vrijheid d. Batavieren. H. 275. — Bruiloftdicht. 538. — Bijzonderheden v. h. Eeuwgetijde d. Hooge Schoole te Utrecht. 449. — Grafdichten. 569, 574. — Historie van het Notarissehap. H. 267, — Omstandig en naewkeurig verhael. IE. 601. — Voorbereiding t. d. waaren godsdienst. 364. — (Leven van). 69. Zie: van Alkemade. H. 87, 263,447, Hs. 39,77. Pars. II. 460. — Prins. 906. — Schotel. II. 8. Schellinger, C. — Zie Coetier. H 177. Schellinger, J., Bruiloftdichten. 543, 546. Schellinger, W., Het volmaekte ende toe-geruste schip. 290. Schellinks, W. — Zie Gebedt. 229. Schelte, D., Aardige Caracteren. 347. — Grafdicht. 563. — Rijmwerken. 347, Hs. 29. Zie: Caracteren. 191. Scheltema, J., Bemoediging d. Nederlanders. II. 235. Beoordeeling van het werk van C. A. Schaab. 12.
Scheltouw, J., Beschrijving v. h. schilderstuk v. J. W. Pieneman, voorst, den Slag v. Qnatre-Bras. II. 336. — Brieven. Hs. 66. Geschied- en letterkundig mengelwerk. 135. — Geschiedenis der Heksenprocessen. H. 1043. —-Iets over de uitzetting van Utrecht. H. 598. — „ „ het oproer te Brussel. IL 845. — Nederlanders! geen geloof aan Napoleon. H. 335. — Redevoering o. d. Brieven van P. Cz. Hooft. 109. — Rusland en de Nederlanden. H. 1045. — Staatkundig Nederland. II. 65, 66. — Anna en Maria Tesselschade. 91. De uitrusting en ondergang d. onoverwinnelijke vloot. H. 132. 5 J — Vergelijking d. afschudding v. h. Spaansche juk, met die van het Fransche. H. 329. Volksgebruiken der Nederlanders bij vrijen en trouwen. H. 86. — Wat willen nu de Franschen. H. 235. — (Leven enz. van). 89, 90. — Overdrukjes. Zie: de Chalmot. II. 65. — Herkaauwer (De). II. 238. — Kok. II. 61. — Letteroefeningen. 125. — Reintje. II. 1024. — Schouwburg. 127. — Ster (De). 127. Scheltema, J., en J. Koning, Brieven over de boek drukkunst. 11. Scheltema, J. H. — Zie Liederen. H. 991. Scheltema, J. N., Fen nation, gedenkteeken? H. 454. Zie: de Lange van Wijngaarden. II. 454. Scheltema, J. N., en C. A. Tebbenhoff, Inventaris van het Archief te Gouda. H. 453. Scheltema Ez., M. W., Schetsen. 682. — Weesverzorging in vroegere en in onze dagen.H.294. — Uit het leven eener dienstbode. 682. — Overdrukjes. Zie: Bibliotheek. 689. — Bovell-Sturge. II. 294. — Jaarverslag. II. 294. — Woorden. 645. Scheltema Ez., M. W„ en P. C. van Wijk, Poging tot verbroedering. II. 621. Scheltema, P., Aanwijzing der schilderijen op het Raadhuis te Amsterdam. II. 548. — Aemstels oudheid. II. 539. — Het Archief van Amsterdam beschreven. H. 537. — Diatribe in Hadr. Junii vitam eet. 82. — Inventaris v. h. Amsterdamsche Archief. H. 537. „ „ „ Archief te Alkm a ar. II. 535. — » » » Prov.Archiefv.N.-Holland.II.527. — Leicester te Amsterdam. H. 540. — Leven van G. van Enst Koning. Lb. 1854, 19. '— » „ J. Scheltema. 90. — Oud eu nieuw uit de vader! geschiedenis. 137. — De oudste regten van Amsterdam. H. 550. — Rembrand. Redevoering. II. 326. — De ijzeren kapel d. Oude of St. Nikolaas kerk.II.537. — (Leven van). H. 539. — Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 568. — Junius. 891. Scheltema, P. C., Friesche spreekwoorden. Hs. 5. — "Venameling van spreekwoorden. 822. Zie: Gijsbert Japix. Hs. 5, Hs. 30, Hs. 55. Scheltema, C. S. Adama van, Afscheid- en Intree- leerrede. 732. — Hulde aan W. Egeling. 76. — Immanuel. Kersdags-feestlied. 414. — Onze Zangen. II. 990. Zie: Breijer. 716. — Geschiedenis. 269. — van Hoogeveen Sterok. II. 606. — Kinderwereld. 708. — Malan. 270. — Proeven. 268. — Sil houetten. 233. — van Toorenenbergen. [I. 294. — Wightman. 679. — Zingt den Heer. 268. Scheltinga, G., Aanteekeningen. Hs. 74. Scheltus, H., Bruiloftdichten. 539, 542. Scheltus, I. en J. — Zie Placaet-boeck. H. 108. Scheltus, P., De natuur vergeestelijkt. 367. Zie: Placaet-boeck. II. 108. Schenberg, P. — Zie Verelius. II. 775. Schenck, A. F. — Zie van Heussen. H. 329. Schenck, P., Album amicorum. Hs. 56. Schenk, A. C. (Leven van). Lb. 1857, 3. — Lofdicht op J. Meerman. 570. — Het opsteken der Hollandsche vlag. 490. Zie: Keur. 307. — Young. 311. Schenk, L. — Zie Reg. Tooneel. Schenk zu Schweinsberg, G. —Zie Neujahrs-Blatt. II. 723. Schenkel, D., De goede zaak d. Prot. Kerk. H. 339. — Leerrede over 1 Joh. V: 4. 736, — Wat is waarheid P H. 351. Schenkman, J., [Verschil! Dichtwerken]. 408, 409. — [Verschil! Gelegenheidsgedichten], 512, 513. — Brief van een Amsterdamschen Jood. 176. — Humoristische voorlezingen. 196. — Vermakelijk allerlei. H. 1000. Schenström, M., De canalibus. II. 782. Schep, C. van der, Bruiloftdicht. 542. Scheprier, K. P. von, Beitrage z. d. Geschichte Spaniens. Schepenbrief van Amsterdam. Hs. 50. — van Gorcum over een erfenis. Hs. 48. — „ Harlingen. Hs. 52. — „ Vianen. Hs. 50. Schepenbrieven nit de 14«—16» eeuw. Hs. 75. Schepper (De) en zijn bestier. — Zie Cheyne. H. 947. Scheppingsgeschiedenis in de taal der Bataks. 1Q02. Scherenberg, R., Bedenkingen. H. 292. Scherer, D. J., Historia satisfactionis Rheno-Trajecti- nae. H. 116. — (Leven van). Lb. 1884, 3. Scherer, G. — Zie Volkslieder. 788. Scherer, W., Die Anfange des deutschen Prosa- romans. 755. — Aus Goethes Frühzeit. 751. — Deutsche Dichtung im Xln und VTTn Jahrh. 747. — Geistliche Poeten d. deutschen Kaiserzeit. 783. — Zur Geschichte der deutschen Sprache. 745. Zie: Grimm. 740. — Mannbardt. H. 21. — Notker. 783. — Quellen. 739. — Zeitschrift. H. 695. Scherk, H. F. — Zie Weyer. H. 1022. Schermbeek, J. C. van, Leerrede bij 25-j. predik dienst. 732.
Schermbeek, P. G. van, De Odyssee v. e. Bredasch reünist. 522, II. 1065. Schermer, L., Dapperheid d. Bontgenooten. 444. — Poëzy. 362. Zie: Homerus. 297. —Juvenalis en Persius Flacons. 803. — Keg. Tooneel. Schermer, P., Grafdicht. 576. Schermer Hessling, H. J., De ure des doods. 655. Schermslach (Schvtterliicke). II. 1001. Scherpenseel, A., Schets over d. politieken toestand der gemeente Schinveld. II. 66Ö. Scherpschutters in Nederland. II. 304. Scherr, J., Allgemeine Geschichte d. Literatur. 23. — Aus der Jugendzeit. 804. — Deutsche Kultur- und Sittengeschichte. II. 700. — Geschichte der Deutsohen Frauen. II. 700. n „ Beligion. II. 1037. — Die Gekreuzigte. II. 763. Schertser (De). 631. Schertsérowitz, J. — Zie M. Nieuwenhuizen. Schertzer (De koddige Sermoenen van Pater). 701. Schertz-Gedichte (De veer olde berömede). 775. Scherzius, J. G., Glossarium Germ, medii aevi. 758. Zie: Schilter. 776. Schets v.h. karakter d. Wed. van Willem deIV.II.1045. — der drie Zee-oorlogen. II. 199. — van eenige fraaije karakters. II. 596. — eener geschiedenis der R. K. oud-bisschoppelijke Klerezy. — Zie Loos. II. 335. — eener Hollandsche Spraakleer. 147. — der lotgevallen van het Weeshuis te Nijmegen.— Zie Nijhoff. H 436. — (Korte) of Dagverhaal v. h. gedrag d. Burgeren v. Amsterdam. II. 542. — (Korte) d. form v. procedeeren. — Zie Hooijer van Brake! H. 441. — (Korte) der Fransche Omwenteling. II. 823. ( „ ) „ geschied, v. d. Neder! Milit. Ingenieurs. II. ’306. (Korte) der Goddelijke waarheden. II. 904. ( „ ) „ Nederlandsche historiën. II. 107. ( ,, ) van Onderwijs.—ZievanDooregeest.II.903. ( „ ) der tegenwoordige beroerten. II. 184. ( „ ) wegens den oorsprong van Goes. — Zie de Jonge. II. 576. Schetsen [over onze Spelling enz.]. 151. uit de pastory v. Mastland.— Zie vanKoetsveld.677. Scheurleer, D. F., Catalogus [zijner] muziekbibliotheek. II. 955. — Mozart in Nederland. II. 328. — Twee Titanen. II. 952. Schevichaven, H. D. J. van, Bijdrage tot de geschie denis d. Bataven. II. 94. Schevichaven, J.van, Het Rijk van Nijmegen. II. 422. Schey, P. G. — Zie Studentenliederen. 292. Schey, W. G. — Zie Tijdschrift. 130. Scheyb, F. C. de. — Zie Peutinger. II. 40. Schick, J. W., Gezondheidstoestand van ’s Gravenhage. H. 457. Sehiefner, A. — Zie Castren. H. 770. — Kalewala. 991. Schierenberg, G. A. B., Histor. Spaziergang. II. 691. Schierhout, G., Lijkrede op J. Costard de la Moraiserie. 728. Schiern, F., Uebersicht d. Auswanderungen. H. 854. Schierschmid. — Zie Delius. 755. Schiessler, S. W. — Zie Reg. Tooneel. Schijff, J. S. — Zie Reg. Tooneel Schijn, H., Lijkrede op M. Fortgens. 728. Zie: van JDooregeest. II. 903. Schijndeugd (De) op het tweede schavot. 708. Schijnvoet, S., Grafdicht. 563. — Kort-bondige Zin-spreuken. 659. Zie: Bogaert. 353 — Keg. Tooneel. Schijvliet, H. C. G., Opwekkingsrede. H. 342. Schik, P. Wiersma. — Zie Wiersma. Schikaneder. — Zie Reg. Tooneel. Schildbürger (Die). — Zie Narrenbuch. 809. — Volks- bücher. 809. Schildener, K. — Zie Guta-Lagh. II. 779. Schilder houd U bij Uw Kwast. II. 197. Schilderfeest (Amsterdams). 466. Schilderkunst. H. 325, 953. Schilders, R. — Zie Placcaet. H. 821. Schilderung der Yerfassung von Island. II. 788. Schilderup, E., Leydens ramp geen Godsstraf. 488. Schildus, J., De Caucis, nobilissimo veteris Germaniae populo libri H. H. 690. Schildwacht (De). — Zie Bakker Korff. II. 277. Schill, J. J. A., De Drukpers in Neder! Indië. II. 670. Schiller, F. von (Werken over). 755. — Briefwechsel mit Goethe. 758. — Carmina. 802. I _ Lied v. d. Klok [e. a. gedichten in het Nederlandsch vertaald], 309. _ Des Madchens Klage [in het Engelsch], — Zie Mun- nich. 55. — Werke, nebst Biographie. 801, 802, 806. Zie: Bloemhoven. 307. — Bloemlezing. 307. — Kneschke. 751. — Liederen. 307. — Keg. en Suppl. Reg. Tooneel. Schiller, K., und A. Lübben, Mittelniederdeutsches Wörterbuch. 813. Schilperoort, A. B., wed. van Meerten. — Zie van Meerten. Schilperoort, J. Olivier. — Zie GedenkroUe. 491. Schilperoort, T. Olivier, Beschouwing van het beider- zijdsche ongelijk. II. 241. Kort begrip van het zamenstel onzer taal. 145. Proeve van nieuwere Taalkunde. 144. Tot hiertoe en niet verder. H. 242. _ Wat nuf H. 246. Zie: Arnold! II. 231. — Keg. Tooneel. Schilter, J., Glossarium ad scriptores linguae francicae et alemannicae veteris. 777. Thesaurus antiquitatum teutonicarum cet-776. Zie: de Boeder. H 1060. — Epistolae. 889. Schilthuis Jz., U. G. (Leven van). Lb. 1860, 266. Schim (De) van Menno Simons. II. 473.
Schim, H., [Verschill. Dichtwerken]. 364. Schim, H. en J., Bruiloftdicht. 545. Zie: Gezangen. 443. Schim, P. — Zie Gezangen. 448. — van Hoogstra ten. 524, 525. Schim van der Loeff, H. P. — Zie Loeff. Schimmel, H. J., Aan mijn vaderland. 520. — Bilderdijk’s eere. 515. — Dramatische poezy. CCLX. — [Verschill. Dichtwerken]. 419. — [ „ Homans]. 682. Zie: Apostelen. 232. — Boudewijnse. II. 258. — ten Brink. II. 1063. — Broederliefde. 232. — Gedichten. 232. — Gids (De). 130. — Tooneel III. — Volks-almanak. II. 985. — Reg/en Suppl. Reg. Tooneel. Schimmelpenninck, G., Rapport en Missive. II. 253. — R. J. Schimmelpenninck en eenige gebeurtenissen van zijn tijd. II. 231. — (Leven van). Lb. 1864, 203. Schimmelpenninck, J., Dissert, inauguralis. II. 930. Schimmelpenninck, R. J. (Gedichten op en aan). 487, 908, Hs. 28. — (Werken betreffende). II. 231. — De jnre venationis. II. 265. — Publicatie. II. 227. Zie: van der Palm. II. 310. Schimmelpenninck van der Oye [van Nyenbeek], A., Généalogie der Stèenbergens tot Nyenbeek. II. 72. — Stamboom van Boerhave. H. 69. — Overdrnkjes. Zie: Oorlog. II. 676. Schimmelpenninck van der Oye, A. W., Luxemburg tegenover het Duitsche Verbond. H. 766. Schimmelpenninck van der Oye, W. A., Animadversio- nes ad Consultationem veterem, qnam ed. P. v. Mieris. Schimp- en Hekeldichten uit verscheide poëten gevolgt na den Roomsen Juvenalis. II. 987. Schimpdichten op de Geneeskundige Faculteit te Am sterdam. 448, 449. Schimpfwörterbuch (Deutsches). 769. Schimsheimer, J. F., Het Metalen Kruis. 504. Zie: Proeven. 268. Schinkel, A. D., Beschrijving van een triptikon. II. 326. — Bijdragen tot de kennis v. h. karakter v. Const. Huygens. 81. — Bijdragen tot de oude Nederl. letterkunde. 199. — Drijfkunst in Nederland. H. 325. — Dürer’s Dagverhaal zijner Nederl. reize. II. 399. — Geschied- en letterkundige bijdragen. 136. — Handleiding tot h. corrigeren v. Drukproeven. 18. — Handschriften en oude drukken. 21. — Iets over G. Schaep. II. 74. — Konings-krooning van Grave Willem II. II. 97. — Nadere bijzonderheden betreff. Const. Huygens. 81. — Opgave d. HSS. van Const, en Chr. Huygens. 81. — Over Nederlandsche medailleurs. H. 74. — Oudheidkundige bijdragen. II. 325. — Tweetal bijdragen betreff. de boekdrukkunst. 13. — (Leven van). 106, Lb. 1865, 24. Schinkel, A. D., (Berichten betreffende). 90. — Overdrukjes. Zie: Beschrijving. II. 76. — Mededeeling nit de Bilderdjjkiana. 71. — van Mieris. II. 585. de Montenay. 314. — van Orden. II. 73. Verbaal. II. 176. — Voorstelling. 14. Schintgen, B., Luxemburgischer Wegweiser. II. 766. Schip (Dat) van Patiëntie. 626. Schipper, A. — Zie Reg. Tooneel. Schipper, J. — Zie Alexiuslegenden. 844. Schipper, J. J. — Zie Desmarets. 663. — Kracht der liefde. 662. — Reg. Tooneel. Schipper, L., Gedichten voor kinderen. 428. — Luim en ernst. 410. Schipper, P., Bruiloftdicht. 541. Schippers, L. A., Fragmenten. H. 974. Schippers geb. Kleyn, A. G., Dood v. mijn zoon. Hs. 28. Schipperus, P. A. — Zie Craandijk. 11.402. — Kalff. n. 546. Schirlitz, C. Aug., An seinem Geburtstage. 755. Schirlitz, C. A., De latine loquendi usu. II. 1027. Schirren, G. — Zie Codex. II. 770. — Mittheilun- gen. 1L 769. Schischkoff, A., Vergleichendes Wörterbuch in 200 Sprachen. 41. Schlegel, A. W. de, Réflexions sur 1’étude d. langues Asiatiques. 973. Zie; Bloemlezing. 307. Schlegel, E. F., Francisci Poggii Florentini vitam et merita in rem litterariam . .. exponet. 912. Schlegel, Fr. von, Essai sur la langue et la philosophic des Indiens. 973. — Vorlesungen über Philosophic d. Sprache. 31. Zie: Smith. 38. Schlegel, G., Het belang d. Chineesche taalstudie. 995. — Catalogue de livres Chinois. 996, II. 503. — Uranographie Chinoise. II. 862. Zie: Bedragen. 997. — Hoa Tsien Ki. II. 1014. Schlegel, H., Muséum d’histoire naturelle. II. 504. Schlegel, J. E. — Zie Reg. Tooneel. Schlegel, J. F. G. — Zie Grégas. II. 788. Schlegel, J. H., Sammlung zur Danischen Geschichte. H. 783. Schlegel, M. G., Lob- und Denkschrift. H. 767. Schleicher, A., Compendium d. vergleichenden Gram- matik. U. 963. — Die Deutsche Sprache. 745. — Formenlehre d. Kirchenslawischen Sprache. 963. — Linguistische Untersuchungen. 41. — Die Sprachen Europa’s, 41. Zie: Beitrage. 25. — Marchen. II. 1034. Schleiermacher, A. A. E., Influence de 1’Ecriture. 5. Schleijer, J. F. — Zie Verslag. 18. Schlesinger, L., Geschichte Böhmens. H. 755. Zie: Chronik. 11. 756. — Chroniken. II. 766.— Festschrift. II. 756. — Huttel. II. 757. — Mittheilnngen. II. 765. — Stadtbnch. II. 766. Schletterer, H. M. — Zie Rist. 805. Schleyer, J. M., Volapfik. Spraakkunst en Woorden boek. H. 963.
Schlichting, J. D., De cerebri motu animadv. Hs. 76. i Schlimmer, J., Grafdicht. 573. ' Schlimmer J.Bz., L., en P. K. Görlitz, Belangrijk- ! heid y. onderwijzérsvereenigingen. II. 314. Schlingemann, P. L., De judiciis Trans-Isalaniae tem- ! pore reipublicae Provinc. Unitarum. II. 631. Schloenbach. — Zie Reg. Tooneel. Sclilöpken, Ch., Chron. d. Stadt Bardewick. II. 743. Schlözer, A. L. von, Brieven a. H. W. Tydeman. Hs. 73. — Theorie der Statistiek. II. 933. Schloss (Das unschatzbare). — Zie Volksbücher. 809. Sehlosser, F. C., Weltgeschichte. II. 10. Zie: Vincent v. Beauvais. II. 819. — Gervinus. 755. Sehlosser, J. N. — Zie Historia. II. 723. Schlüter, E. — Zie Archiv. H. 712. Schlüter, J. C. — Zie Tacitus. II. 688. Schmalfuss, A. — Zie Mittheilungen. II. 755. Schmalzius, Brief a. H. de Groot. Hs. 73. Schmarsow, A., Leibniz n. Schottelius. II. 912. Schmeling, P. W. de, Brief. Hs. 66. Schmeller, A. — Zie Catalogus. II. 735. Schmeller, J. A., Bayerisches Wörterbuch. 772. Zie: Archiv. 11. 734. —Berne von Reiehenan. 794. — Evangelium. 781. — Heliand. 811. Schmid, E. A., Diccionario Aleman y Espanol. 51. Zie: Monboddo. 27. Schmid, C., Biblische Geschichte. II. 906. — Kinderwerkjes. 711. — Tooneelspelen voor kinderen. CCLX. Zie: Sappl. Reg. Tooneel. Schmid, C. H., Ueber ein Privilegium Lateinisch zn reden. 877. Schmid, J. C. [von], Schwabisches Wörterbuch. 772. Versuch eines Schwabischen Idiotikon. 772. Schmid, J. S., Comm. de Alrunis Germanorum. II. 699. Schmid, R. — Zie Gesetze. II. 842. Schmid, S. — Zie' Epistolae. 889. Schmidt, B. — Zie Geschichtsquellen. n. 745. Schmidt, C. F. — Zie Reg. Tooneel. Schmidt, E., Reinmar v. Hagenan und Heinrich v. Rugge. 754. Zie: Beitrage. 763. — Scherer. 751. Schmidt, F. J., Gerbert oder Papst Sylvester. II. 32. Schmidt, F. L. — Zie Reg. Tooneel. Schmidt, F. W. V., Tausend Griechische Wörter. 871. Schmidt, H., Das Pronomen bei Molière. II. 1031. Schmidt, I. J., Gramm, d. Mongolischen Sprache. 987. Schmidt, J., Grafdicht. 568. Zie: Reg. Tooneel. Schmidt, J. A., Consilium eet. II. 37. — Historia festorum. II. 30. Zie: Catalogus. II. 746. — Hildebrand. II. 30. Schmidt, Jul., Geschichte d. Deutschen Nationallitte- rator im XIX Jahrh. 748. Geschichte d. Französischen Literator. 926. ‘ d. geistigen Lebens in Deutschland. 747. Zie: Beitrage. 26. — Zeitschrift. 25. Schmidt, J. A.E., Russ.-DeutschesHandwörterbuch.51. Schmidt, K. C. L., Westerwüldisches Idiotikon. 775. Schmidt, M. I. — Zie Helwig. II. 685. Schmidt, M. J., Geschichte d. Deutschen. H. 690. Schmidt, N. — Zie Alphabetom. Hs. 34. Schmidt, R., De Hymenaeo et Talasio dis veterum nuptialibus. II. 1037. Schmidt, W. — Zie Programm. II. 760. Schmidt-Weissenfels, Portraits aus Frankreich. II. 825. Schmied, C. G., Opwekking a. h. volk v-, Nederl. 482. Schmieder, D. — Zie Reg. Tooneel. Schminck, J. H., De origine Turcorum. II. 857. Schmincke, J. — Zie Hrkundenbuch. H. 720. Schmitt, J. — Zie Woorden. II. 990. Schmitthenner, F., Deutsche Sprachlehre. 760. — Kurzes Deutsches Wörterbuch. 767. —: Ursprachlehre. 28. Zie: Weigand. 767. Schmitto, F. C., Ordnnng des Heils. 178. Schmitz, J. H. — Zie Sitten. 774. Schmitz-Aurbach, X. A. von. — Zie Inschriften. 778. Schmolck, B. — Zie Hoffmann von Fallersleben. 754. Schmoller, G., Strassburg’s Blüte. II. 751. — Strassburg zur Zeit der Zunftkampf. II. 752. Schnakenburg, 3. F., Idiomes ou patois d. 1. France.937. Schneegans, L., Die Geissler. H. 18. Schneevoogt, C. G. Voorhelm.—ZieKerkgezangen.268. Schneevoogt, G. Voorhelm, Voorlezingen. II. 938. Schneevoogt, G. E. Voorhelm,. Het Buitengasthuis te Amsterdam. II. 549. — Rapport over het Buitengasthuis. II. 549. Zie: Gids (De). 180. Schneeweiszchen. — Zie Volksbücher. 809. Schneider, C. W., Epistola... de vita W. Ratichii. 754. Schneider, F., Geographische verspreiding d. minerale bronnen in den O.-I. Archipel. H. 667. Zie: Wagner. II. 722. Schneider, G., De originibus Comoediae Graecae. 873. Schneider, J. F. L. — Zie Bijdragen. 997. Schneider, Lina. — Zie Beatrys. 202. — ten Brink. 686. — Heije. 411. — Jonckbloet. 60. Schneidewin, F. G., Diana Phacelitis et Orestes. II. 23. Schnurren. — Zie Volksbücher. 809. Schoberus, J. C., Comm. de Taciti Germ. Cap. IL 5—7. IL 689. Schochterus, C., Der Siebenb.-Sachs. Bauer. H. 759. Schoeber, D. — Zie Lieder. 785. Schoell, F., Tableau des peuples classés d’après les langues. 38. Sohoemaker, G. — Zie Bruin. 357. sGravesande. 533. — Willink. H. 528. Schoemann, G. F., Antiquitates iuris publici Graeco- rum. H. 860. Schönbach, A. — Zie Wirnt von Gravenberg. 794. Schönberg, G., Finanzverhaltnisse von Basel, n. 764. Schone, Alf. — Zie Lessing. 800. Schone, G. — Zie Edda-Sagen. 853. Schönemann, C. T. G., De finibus Artis diploraaticae practicae regundis. II. 16. Zie: Codex. II. 16. Schönemann, O. — Zie SündenfeU. 814. Schönhuth, O. F. H. — Zie Nibelungen Lied. 792, 793.
Schöning, G. — Zie Sturlnsyn. 855. Schoenmaker houd U bij je leest. II. 197. Schönwalder. — Zie Magazin. n. 709. Schöpfer, C., Mots primitifs de la langue Franpaise. — Französischen Stammwörter. 937. Schöpflinus, J. D., Commentatio historica. II. 690. — Vindiciae typographicae. 11. Zie: Pelloutier. II. 817. Schoepperlin, J. F., De Rud. Agricolae. 69. Sohoepplenberg, E. R. — Zie Genealogien. II. 708. Schöttgen, C., Nachricht v. e. MS. d. Sprüchwör- ter... Salomonis. 784. Scholen (Latijnsche). II. 317. Scholerius, P. — Zie Keukenboek. 608. Schol], D., Rouw- en Liefde-Tranen. 441. Scholle van Egmond, C., Gedachten bij de overstroo- ming. 496. — Grafdicht. 567. Zie: Kerckhoven. 556. Scholle, Wilh. — Zie Minot. 845. Schols van Asperen, P. — Zie Asperen. Scholte, H. P., Catechismus. II. 907. — Laatste getuigenis. II. 360. — Merkwaardig voorbeeld v.verdraagzaamlieid.II.360. — Vervolg d. liefdelooze handelingen. II. 360. Zie: Adressen. II. 360. — Pape. II. 360.— Stuk ken. II. 359. Scholten, B., Bruiloftdicht. 550. Scholten, P. B. van Wesele, Aanteekeningen betreff. 3. A. Salvius. Hs. 55. — Brieven a. H. W. en M. Tydeman. Hs. 66. Zie: Kappeyne van de Coppello. 90. — Rover. 106. Scholten, F., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 66. Scholten Hz., J. A., Beschouwing van de Schie. II. 445. Scholten ^J. H., De heerschappij d. Christelijke Kerk. — De Leer d. Hervormde Kerk. II. 896. — Leerrede bij 25-jarige ambtsbediening. 732. — Leven van M. D. de Bruyn. Lb. 1882. 67. — „ „ H. J. Royaards. Lb. 1854, 50. — » „ S. A. J. de Ruever Groneman. Lb. 1874, 23. — Leven van J. H. Stuffken. Lb. 1881, 203. — Teregtwijring van I. da Costa. II. 385. — De vrije wil. II. 916. — (Leven van). Lb. 1886, 3. — Overdrukjes. Scholten, J. J., Leerredenen. II. 229, 234. Scholten, J. P., Grafdicht. 562. Scholten, S. P., Bruiloftdicht. 550. Scholten, VV., De appellat. to0 vfoG tov av6puvov 3 qua Jesus se Messiam professus est. II. 28. — Bruiloftdicht. 550. — Diatribe de Parabolis J. C. II. 28. — Gasthuiskerk en Gasthuis-Predikant. II. 450. — Leerrede over Jezaja XXXHL II 235. — (Leven van). Lb. 1857, 147. — Overdrukjes. Scholten van A-Schat, C., Bruiloftdicht. 550. Scholten tot Gansoijen, W. F., De imperii formis, quae in patria nostra... fuerunt. n. 218. Scholtz, J. G. L., Dissert, hist, theol. inaug. II. 333. Scholz, B. — Zie Reg. Tooneel. Schomaker, H., Brieven. Hs. 66. Schomaker, H. J. — Zie Necker. II. 378. Schomaker, T. G., Dicht- en zangproeve. 399. Schonaeus, C., Fabula comica. 321. Schonck, A. C., Begin van Babels val. 456. — Herders- en visscherszangen. 375. Schonck, E. J. B., [Verschil! Dichtwerken], 382. — Lotgevallen van Nymeegens Burgt. H. 998. — Treurzang op het rampspoedig lot van Leyden. 488. — De vermakelijke Slaatuintjes. 868. Zie: Gellert. XVII. — Gessner. II. 993. —God spraak. 286. — Reg. Tooneel. Schonck, J., Oratio in laudem Noviomagi. H. 428. Schondoncho, A. — Zie Costerus. H. 123. Schoock, A. M. — Zie Gedenkteeken. 454. Schoockius, M., De aversatione Case! 895. — Imperium maritimum eet. II. 302. — De inundationibus. n. 299. — Liber de Cervisia. 895. — De quadruplici lege regia. H. 921. School (De). H. 307. — (Christelijke) v. Fabrieksarbeidsters. H. 516. School (The) of Shakspere. 846. Schoolbode (De). H. 309. School- en Letterbode. 134. Schoolboek (Israëlitisch godsdienstig). II. 1013. — (Schriftuurlijk). H 904, 905. Schoole (De) der Wereld. 305. Schoolhouder, J., Oeffenschoole d. notarissen. H. 267. Zie: Olipodrigo. 659. Schoolmeester (Gedichten van den). — Zie G. van der Linde Jz. 410. — (Den Engelschen). 835. Schooloefeningen of Handleiding tot de Nederlandsche Taalkunde. 144. School-ordre voor de Armkinder-schoolen. II. 509. Schoolwetsherziening. Vrijmoedige wenschen. H. 313. Schoolwezen, Instructiën, Reglementen enz. H. 671. Schoon, Th. — Zie Rouklagten. 442. Schoonen. — Zie La Calprenede. 663. Schoonen, L. (Levensschets van). 90. Schoonheden der Engelsche Dichters. 843. — uit Grieksche dichters. 295. — „ Nederlandsche dichters d. 17—19» eeuw. 223. — (Zedekundige) der ouden. 657. Schoonhoven, A. van. — Zie Nederburgh. Hs. 49. Schoonhoven, J. V. D., Bruiloftdicht. 546. Schoonhoven, T. van, Moderamen Inculpatae Tutelae H. 471. Schoon winkel, J. van, Aanspraak. H. 471. Schoorsteenveeger (De vrolijke). 288. Schooten, F. van, Tabulae sinuum eet. II. 940. 41
Schoppe geb. Weise, A., Helden u. Götter des Nor- ! dens. H. 775. — Uren van uitspanning. 711. Schopperus, H. — Zie Speculum. 890. Schora-Bekmursin-Nogmow. — Zie Sagen. 993. Schorer, Is., Uitbreiding van Psalm CXXX. Hs. 28. Schorer, J., Morgen en avondgebeden. IE. 579. Schorer, J. G., De forma regiminis prov. Zeelandiae turn antiqua, turn hodierna. II. 571. Schorer, J. H., De eo circa exheredationes liberorum tarn jure antiquo, quam jure novo obtdnet. n. 923. — (Lofrede op). 90. Schorer, W., Oppergebied d. Regeerders. IE. 204. Schorn, Th. — Zie Worsaae. IE. 102 E. Schorrenburg, G. (Lijkrede op). 732. Schorse, J. W. G. R., Leerrede. 736. Schortinghuis, G., Lijkrede op J. Hillenius. 729. — (Lijkrede op). 732. Schortinghuis, W., Geestelike gesangen. 262. Zie: van Berknm. II. 645. Schotanus, C., Beschrijving v. Frieslandt. IE. 609, 610. — Geschiedenis van Frieslandt. H. 609. Schotel, G. D. J., De Abdij van Rijnsburg. II. 518. — De Academie te Leiden. II. 495. — De Bibliotheek d. Hoogeschool te Leiden. H. 503. Bijdrage tot de geschiedenis d. kerkelijke en wereld lijke kleeding. H. 87. — Brief a. J. de Wal over het Rijks-Archief. II. 58. u over eene verzameling van HSS. en oud heden. II. 8. — De Burg van Leiden. II. 463. — De dood des Konings. IE. 254. — Dordrecht. II. 451. — Het edele driemanschap. II. 466. Ploris I en II van Pallant. IE. 117. — Geschiedenis der Rederijkers. 209. — Geschied- en letterkundige uitspanningen. 136. — Hoe vierden onze vaderen de gedenkdagen. IE. 113. lets over H. van Beverningh. II. 155. M „ de Navolging van Christus. 647. — De Illustre School te Dordrecht. H. 453. De Invloed d. Rederijkers op deHervorming. H.987. — Kerkelijk Dordrecht. H. 453. — Het Klooster te Dordrecht. H. 453. Letter- en oudheidkundige avondstonden. 136. — Letterkundige bijdragen tot de geschiedenis d. tabak, koffie en thee. II. 949. Lettre a M. J. de Wal s. 1. Archives d. Royaume d. Pays-Bas. II. 59. — Leven van C. van Alkemade en P. van der Schel ling. 69. Leven van W. C. van den Brandeler. Lb.1880,135. „ » B. T. van Heemstra. Lb. 1879, 219. () n J. W. van der Noordaa. Lb. 1881, 23. n K W. F. Th. Baron van Pallandt v. Keppel. Lb. 1853, 39. Leven van J. C. Schotel. H. 326. M „ A. M. van Sohürman. 90. Schotel, G. D. J., Leven van J. Smits Jsz. Lb. 1857, 83. — Leven van C. W. Stronck. Lb. 1853, 170. — „ „ H.P.TimmersVerhoeven.Lb.1872,145. — „ „ P. Ad. van der Werff. H. 466. — „ „ J. A. de Zwaan Cz. Lb. 1863, 400. — Het maatschappelijk leven onzer vaderen. H. 86. — De openbare eeredienst d. Ned. Herv. Kerk. H. 345. — Het oud-Hollandsch huisgezin. U. 86. — Oude zeden en gebruiken in Nederland. II. 86. — De Psalmen. 233. — Een Standbeeld voor v. d. Werff P H. 466. — Een Studenten oproer. II. 499. — Tilburgsche avondstonden. 136. — Tollens en zijn tijd. 92. Yaderlandsche Volksboeken en Volksprookjes. 689. — De Winterkoning en zijn gezin. IE. 755. Zeden en gebruiken aan de Zaanstreek. IE. 533. — Overdrukjes. Zie: van der Aa. 68, H. 65. — van Bolhuis. 186. — Demetrius. II. 859. — Dereksen. 92. — Legende. II. 569. — van Reigersbergh. 109. — Resolutie, n. 118. — Smits. II. 451. — Valeooch. 821. — Volkslied. 270. — Reg. Tooneel. Schotel, J. C. (Leven van). H. 326. Schotland. H. 843. Schotsman, N., Eerzuil v. d. Nationale Synode. H. 349, 350. Zie: Bundel. II. 482. — Pareus. II. 349. Schott, A., Die Deutschen Colonien in Piemont. II. 855. — Itinerarium Italiae. II. 853. Schott, G., De lingua Tschuwaschorum. 988. Schott, H. A., Recitatio de F. A. Cari... meritis. 750. Schottelius, J. G., Ausfiihrl. Arbeit von der Teutschen Haubt Sprache. 745. Manuductio, ad orthograpliiam et etymologiam in lingua Germanica. 761. — De Singularibus eet. n. 701. Schottius, A. — Zie Alciatus. H. 332. Schottky, J. M. — Zie Volkslieder. 773. Schottus, Gasp., Schola Steganographica. 10. Schouburg. — Zie Schouwburg. Schouten, H. — Zie Uitspanningen. 222. Schouten, J., Grafdicht. 573. — Gedichten. 401. — (Levensschets van). H. 970. Zie: Catalogus. U. 56. — Tydeman. 83. , Schouten, Mej. M. — Zie Reg. Tooneel. Schouten, P.. Brieven a. M. Tydeman. Hs. 66. 1 Zie: Redevoeringen. 116. Schoutooneel. — Zie Schouwtooneel. Schouw Santvoort, J. — Zie Santvoort. Schouwburg (In en om den). CCLVH. van in-en uitlandsche letter- en huishoudkunde. 127. — (De Amsteldamsche)... of kort verhaal. VIII. _ r I aan den derden Kato. IV. \-W W / (De nieuwgebouwde Amsterd.) verheerlijkt. VI. — (Amsterdamsche) of de nieuwe bey-korf. 286. (Amsterdamsche Nederduitsche) XIV.
Schouwburg (Op het sluyten van Amsteldams). V, CCLIX. — (Gezellige) of verz. v. tooneel- en blijspelen. XIV. — (Hollandsohe dichtkundige). XVII. — (Nederlandsche) of verz. d. voorn. tooneelstukk.XIV. — (De Nederlandsche dichtkundige). XIV. — der Nederlanden en onderh. landschappen. II. 397. — (Spectatoriale). XU!, XIV. — (Algemeene Spectatoriale). XIV. — (Nieuwe Spectatoriale). XTV, XVII. — (Den tegenswoordigen) ... beschouwd. CCLVUL. — (Vaderlandsche) bevatt. oorsprong! tooneelst.XVII. — (Zedelijke) omslooten d. 5.. tooneelspellen. XVH. — ( » ) tot nut en vermaak. XVH. Schouwburgbrand (De vreeselijke) te "Weenen, 521. Schouwburg-Nieuws, of merkwaardige berigten. n. Schouwburgs-Almanak. — Zie Almanak. Schouwenbergh. — Zie Reg. Tooneel. Schouw-plaets (De groote) d. lust- en leerrijcke ge schiedenissen. 628. Schouwtooneel d. gehoonde Leidsche jufferen ... her stelt. 456. — voor het menschelijk gevoel. XIV. — (Het Amsteldamsche). XIV. — (Het Hollands) vertoonende verscheyde deftiee Vryagien. 665. — (Het Nederlants). — Zie Soeteboom. H. 154. — (Zedelijk) d. menschelijke hartstochten. XIV. — (Het zedelijk) of verz. v. tooneelstukken. XIV. Schrader, A., Germanische Mythologie. H. 698. Schrader, C., Oratio in obitum C. Hornaei. 752. Schrader, J., Grafdicht. 564. — [Lat. gelegenheidsgedichten]. 902, 903. — (Lijkrede op). 90. Zie: Sormani. II. 970. — Weiss. II. 194. Schrader, M. C., Tabulae chrono!ogicae. II. 3. Schramm, C. C., Saxonia monumentis Viarum illustrata, h. e. de Statuis Mercurialibus eet. H. 738. Schramm, J. V, De vita.. J. Meursii. 85. Schrant, J. M. (Leven van). Lb. 1864, 367. Zie. Weekblad v. Geneeskundigen. II. 937. Schrant, J. M., Antwoord op de Aanmerkingen op zijn Leven van Jezus. H. 27. — Het Boek der Koningen. 654. — Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 66. — Brief betrekkelijk tot eene recensie. II. 250. — Gezondheidslessen. II. 938. — Hoofdregelen betreff. stijl en welsprekendheid. 718. — Kanselredenen. 724. — De Kimbren en hunne lotgevallen. H. 91. — [Verschil! Leerredenen]. 736. — Lessen over de Nederd. stijl. Hs. 78. — Leven van Jezus voor de jeugd. 711. — Lofrede op Alfred de Groote. II. 833. — „ „ Godfried van Bouillon. II. 18. — Het oproer te Antiochie. 674. — De opstand en afval der Belgen. II. 247. — Oratio de Arminio eet. II. 92. 646 Schrant, J. M., De patrii sermonis studio jurisconsul- tis maxime commendando. 137. Bedevoering over het beoefenenswaardige d. Ne derlandsche taaie. 137. — Redevoering over den waren volksroem. H. 250. — Redevoeringen en Verhandelingen. 720. — Regelen betreff. de voordragt d. redenaars. 718. — Verhandelingen over den Bijbel. II. 891. - Verslag v. d. Maatschappij d. Ned. Letterkunde te Gent. H. 976. — (Leven van). Lb. 1866, 231, 1869, 258. Zie: Fdnflon. 717. — Getjjdeboek. Hs. 17. — de Harduyn. 822. — Massillon. 952. — de Meyer. 306. — Proeven. 223, 677. — Kijm (Oud-Ne- derl.). 199. — Tacitus. 605. — Thomas h Kempis. 249. Verhandeling. 137. — Verzameling. Hs. 56. — Vondel. 328. — Voordragt. 718. — Zede- spiegel. 660. — Reg. Tooneel. Schrassert, J., Codex Gelro-Zutphanicus. II. 418. Commentatio ad Reformationem Velaviae. U. 421. Hardervicum antiquum of Beschrijvinge v. Harder- wijok. H. 427. — Ondersoeck en berigt. II. 373. — Den Veluwsche Practizyn. n. 421. Wederaanmerkingen op de ... aanmerkingen van J. Lulofe. II. 373. Schratenbach a Burmania, W. I 1 ., De jure Comi- tiorum Frisicorum. H 615. Schraver, J., Hulde aan Neerlands zeelieden. 419. Schreeuwer, J. de. — Zie B. H. Lulofe. Schregardus, H. J., Grafdicht. 563. Schreiben vonderdeutschenSprache.—ZieTralles. 759. Schreiber, Ch. — Zie Constantine. H 870. — Plan II. 870. Schreiber, H., Comm. de Germanorum vetustissima quam Lambertus Clericus scripsit Alexandreide. 792. Sohreiner, E. — Zie Reg. Tooneel. Schreuder, B. (Leven van). Lb. 1863, 266. Zie: Handelingen. II. 308.—van der Palm. II. 810. Schreuder Nzn., J. — Zie van Krieken. 405. Schrevelius, C., Grafdicht. 568. Lexicon manuale Graeco-Latinum eet. 46. Zie: Sartorius. 55. — Reg. Tooneel. Schrevelius, Th., Harlemias of.. stichting van. Haer- lem. H. 560. Harlemum, s. urbis Harlemensis incunabula eet. n. 559. Zie: Keuren. II. 486. Schreven, D. van, Aanteekeningen. II. 631. — Bijzondere aanteekeningen. H. 631. Schrieck, A. van. — Zie A. Scrieckius. Schrift en Schrijfkunst. 5. H. 959. Schriften d. Deutschen Gesellschaft in Mannheim. 744. — der gelehrten Estnischen Gesellschaft. n. 769. — des histor. Vereines f. Inner-österreich. II. 754. — (De Symbolische) d. Ned. Herv. Kerk. H 894. — der Universitat zu Kiel. H 720. — des Vereins f. Geschichte d. Bodensees. H 764. — » » » d. Geschichte Leipzigs. II. 739, Schrijfkunst. 8. II. 959. Schrijfteekens. 5. H. 959.
Schrijven over tractementen der predikanten. Hs. 39. Schrijvens (Waarachtig) uyt Rotterdam. II. 144. Schrijver, P. — Zie P. Scriverius. Schrijver, R. — Zie Uyt-breyding. 244. Schrijver (Aan den) zig noemende Advocaat d. Vaderl. Kerk. H. 377. Schrijvers (Uit onze beste). 182. Schrobber voor het onnut discours. II. 166. Schrock, J. G., Kort begrip d. Algemeene geschiedenis. II. 10. Schröder, G. — Zie d’Assonville. 528. Schröder, J., Bruiloftdichten. 545, 546. Zie: Feestzangen. 463. Schroeck, J. M., Allgemeine Biographie. II. 1035. — Quantum Historia debeat philosophiae. II. 1. Zie: Caras. II. 9. Schröder, C. [of K.]. — Zie Holte (Van deme) d. hilligen cruzes. 814. — Reineke Puchs. 815. — Sanct Brandan. 793. Schröder, E. — Zie Anegenge (Das). 789. Schröder, F., en F. L. — Zie Reg. Tooneel. Schröder, G., De advocatorum eloquentia. 719. — Elegia de Themidis Romanae fatis. 897. — Laudatio funebr... Principis Annae. H. 192. — Oratio de jurisprudentie. II. 921. Schroeder, H. P. S., Grammatik f. Zulu-sproget. 988. Schröder, J. — Zie Reg. Tooneel. Schröder, J. F. L., Aanmerkingen op Kinker’s Ver handeling. Hs. 1. — (Leven van). 90. Zie: Sloet tot OldhuiB. 79. Schröder, J. H., Commerciorum primordia Suecos inter et Batavos. H. 268. Schroeder-Steinmetz, L. A., Grondbeginselen d. aard rijkskunde. H. 39. Schroeder, L. G., Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 66. Schroeder, N. C., Overdrukjes. Schroeder, N. G., Oratio de confusione sermonis Babe- lica. 25. Schroeder-Kramer, P., Myrrha. 804. Schroeder, W., Swinegel’s Lebensloop un Enne. 820. Schröer, J. F., Origines Marchiae Brandenburgicae. H. 710. Schröer, K. J., Goethe und die Liebe. II. 1021. Schröter, F. A., Termino-neolog.-techn. Wörterb. 765. Schröter, G. H., und H. R. von. — Zie Runen. 991. Schröter, J. J. E. F., Aan mijne landgenooten. H. 240. — Godachten. H. 240. — Bloempjes. 402. Schubart, A. C., De ritibus primitivae Ecclesiae bap- tismalibus. II. 30. Schubert, G. H., Herinnering aan B. Overberg. 87. Schücking. — Zie Reg. Tooneel. Schükei, E., Berigt d. eerste Hervormde gemeente te Bukurest. 178. Schüller, C. L. — Zie Maandschrift, n. 975. Schuer, A. van der, Bruiloftdicht. 539. Schuer, J. L., Beschrijving van Dantzig. H. 707. Nederlandsche merkwaardige gebeurtenissen.II.106. Zie: van Hoogstraten. II. 3. Schuren, G. van der, Chronik von Cleve. H. 732. — Teuthonista of Duytschlender. 166. Schueren, J. F. van der. — Zie Reg. Tooneel. Schiirmann, J. J., Josépha. Comédie de moeurs. 960. Zie: Snppl. Reg. Tooneel. Schuermans, L. W., Vlaamsch Idioticon. 176. Schütz, C. D., Memoria J. Mulleri. 753. Schütz, G. — Zie Müller. H. 697. Schütz, J. C., Overdrukjes. Zie: Chastelain. Hs. 2. 86. — 's Gravesande, 533. Schütz, K. — Zie Zeil. 756. Schütze, G., Schutzschriften. H. 690. Schütze, J. F., Holsteinisohes Idiotikon. 817. Schütze, S. —.Zie Reg. Tooneel. Schützen-Freiwilligen-Bataillone (DieSteierm.).H. 754. Schuimer Hz., J. H., Bedenkingen. H. 550. Schuitemaker, J. — Zie Lijst. H. — Rog- Tooneel. Schuite-praatje. — Zie van Burmania. H. 179. Schuit-praatje (Eenvoudig). H. 185. — (Koddig) na de executie van Swabesso. H. 456. — over.. de Lykoratie van P. van Hemert. 85. — (Zedig doch openhartig). H. 375. Schuitpraatjes in Groningerland. H. 982. — (Nieuwe) in Groningerland. 175. — Op de Vaert naer Amsterdam. H. 127. Sohukking, L., Leerrede over Mark. IV: 26. H. 1020. Schuldbekentenissen der 14 e —16 e eeuw. Hs. 75. Schuier von Libloy, F., Siebenbürgische Rechtsge- sohichte. H. 759. Schuil, P. S., Boogspanning. H. 1011. — Ernst en luim. 641. — Grafdicht. 568. — Herinneringen aan J. B. Crol. 75. — Karakteristiek der welsprekendheid. 717. — De overgave van Antwerpen. II. 797. — Overdrukjes. Zie: van Baerle. 323. — Bijdragen. 129. — Ge- denkrolle. 491. — A. van der Hoop Jr. 183. — Tacitus. 605. — Reg. Tooneel. Schuller, J. K., DieVerhandlungen v. Mühlbach. H. 759. Schuller tot Peursum, C. L. (Leven van). Lb. 1860,380. — Overdrukjes. Zie: Berigten. H. 124. Schultens, A., Excurs. ad Cap. I Viae veteris et regiae Hebraïzandi. 26. — Oratio in memoriam H. Boerhaavii. 71. — „ pro studiis humanitatis. 1. — (Leven van). Hs. 54. Zie: van Hoogstraten. 155. — Kals. 982. Schultens, H. A. (Lofrede op). 90. Schultens, J. J., Aanteek. uit Melis Stoke. Hs. 3. Alphab. lijst v. woorden voorkomende bij Nederl. dichters en prozaschrijvers. Hs. 4. Zie: J. de Brune. 189. — J. de Brnne de jonge. 627. — Meyer. 164. Schultens, J. L., Aanteekeningen uit den Delftschen Bijbel. Hs. 3. Schultetus Aenee, B. W. — Zie de Jong. 827. I Schultz, C. en G., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 66,86.
Schultz, J., Leerrede over Joh. XVll: 24. 736. Zie: Schouwburg. 127. Schultz, J. C., Brieven. Hs. 66, 86. Schultz Jacobi. — Zie Jacobi. Schultze, A. S., Overdrukjes. Schultze, R., Die Modenarrheiten. II. 700. Schultze und Muller in Holland. II. 402. Schulz, A. — Zie Arthur-Sage. 845. Schulz, D., De Doctorum academicorum officiis. II. 920. Schulz, H., Zur Urgeschichte d. deutschen Volks- stamm’s. II. 690. Schulze, G. F., Andenken an F. W. Döring. 750. — Beschreibung d. Jubelfeier d. Gymnasiums z. Gotha, n. 746. — Rede über F. Jacobs. 752. — Wechselwirkung zwischen d. Bucbdruckerkunst u. d. Fortbildung d. Menschheit. 11. Schulze, E., Gothisches Glossar. 741. Schulze, Fr. — Zie Epistolae. 889. Schulze, G., Ueber d. Verhaltniss des Z. 42. Schulze, J. L., De Asnroróvoif. II. 860. Zie: Daniel et Esra. 984. Schumacher, E., Zur Syntax RustebuePs. n. 1031. Schumacher, G., Erwiderung. — Zie Anti-Schumacher, n. 719. Schtamacher, H. A., Die Stedinger. II. 712. Schuman, C. W. — Zie Alewijn. 527, 549. Schumann, C. H., Carmina Graeca et Latina. • 876. Schumpff vnnd Ernst, durch alle Welthandel. 798. Schuppius, J. B., Seven boose geesten. 705. Schuré, E., Geschichte des Deutschen Liedes. 783. Schurman, A. F. van (Stichting van). — Zie Cata logus. Ü. 1056. Schurman, A. M. van, Eucleria, of uitkiezing v. h. Beste Deel. 650. — Geleerde brieven. 109. — Opuscula, Hebraea, Graeca, Latina, Gallica, Prosaica et Metrica. 895. — Uitbreiding over Genesis. 336. — (Leven enz. van). 90. — (Lof-vaarssen op). 109. Schurtzfleich, C. S., Epistolae. 892. Zie: Epistolarum.. . decas. 889. Schuster, A. — Zie Hoffmann. 764. Schuster, F. VV. — Zie Programm. H. 760. — Volks- lieder. 773. Schuster, J. T., Ungarisch-Deutsches Wörterbuch. 51. Schuster, M., Die Ernte-Ergebnisse auf d. ehemaligen Königsboden. H 759. Schut, J., Twee duyzend zinrijke Spreuken. 660. Schut, J. L. A. — Zie Bosch. 552. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Schutjes, L. H. C., Bisdom v. ’s Hertogenbosch. H. 410. Schutte, G., Lijkrede op J. Petersen Michell. 86. Zie: Redevoeringen. 119. Schutte, H., Welke houding hebben de Protestanten aan te nemen. II. 339. Schutte, R., Aanmerkingen op de Nederl. taal. Hs. 2. — Brieven a. L. Trip. Hs. 66. Schutte, R., Stichtelijke gezangen. 264. — (Lijkrede op). 732. Zie: Bundeltje. 262. — Sluiter. 732. Schutte, R., en Ch. Rauwerts, Geestelijke gedichten. Schutters, C., Proeve van korte Gezangen. 266. Schutter^. II. 304. Schnttevaer, W. J., Beschouwingen over het eiland Schokland. II. 634. — De Tolquestie v. h. Zwolsche Diep. n. 640. Schuurbeque Boeye, J. F., De divisione hominum rationo civitatis Belgicae. II. 282. Schuurman Jsz., J. A. — Zie Magdalena. 188. — Meppen. H. 457. Schuurstra Yzn, Haj. — Zie R. Eoopmans van Boekeren. Schuyl, F., Catalogus d. princip. rariteyten. II. 504. Schuyl, W., Lijkrede op L. Klinkhamer. 730. Schuylenburgh, W. van, Aenspraeck tot het gedreygde Nederlant. 436. Schuymer Jun., J. H. — Zie Reg. Tooneel. Schuyt, C., Drie Madrigalen. II. 328. Schuyt, W., Bruiloftdicht. 547. Schwabe, A. J., Chronol. Yerzeichniss d. Estnischen Druokschriften. 993. Schwabe, I. G. S., De Monumentis sepulcralibüs. II. 739. Schwabe, I. I., De Semnotheis. H. 699. Schwabe, J. S. G., De schola Vinariensi. II. 746. Schwaben (Sieben). — Zie Volksbficher. 809. Schwabenspiegel. — Zie Schilter. 776. Sohwager, J. M., Geschichte d. Hexenprocesse. II. 898. Schwartz, J. W., Entstehung d. christlichen Sonn-und Festtage. II. 30. Schwartz, L., Les Pays-Bas. n. 397. Schwartz, W., De Kerkhervorming. II. 340. Zie: Sagen. 807. Schwartz, W. F., Der houtige Volksglaube. II. 698. Sohwartzenberg, J. von. — Zie Cicero. 799. Schwartzenberg en Hohenlansberg, G. F. Thoe, Brie ven. Hs. 66. — (Lijkrede op). 732. Zie: Placaat- en Charterboek. II. 616. Schwarz, Chr., G. E. Lessing als Theologe. 753. Prolusio de ordine in Linguis addiscendis obser- vando. 35. Zie: Programm. II. 760. Schwarz (Ueber einige Gedichte d. Sibylla). 799. Schwarzius, C. G., Miscellanea politioris humanitatis eet. II. 14. — Opuscula quaedam Academica varii ar gum. H. 14. Schweickhardt. — Zie K. W. Bilderdijk. Schweighauser, J., Lexicon Herodoteum. 875. Schwestem (Gesch. v. d. drei). — Zie Volksbficher. 809. Sceperus, J., Den laetsten steen. II. 143. Scioppius, G., De arte critica. 867. — Consultationes de scholarum et studiorum ratioue. n. 9i9. — Grammatica philosophica... linguae Latinae. 879. — De paedia humanarum ac divinarum literarum. H. 919. Zie: Mercurins. 43. - Monokeras.879. - Sanctias.878.
Scirtopodes. — Zie A. Hirschig Czn. Scöpas and boceras (Engla and Seaxna). 830. Scoperos Satyra. — Zie van Dans. 336. Scopes Vidsidh, Sangers Weitfahrt u. s. w. 832. Scot, G. — Zie Poëmata. 893. Scot, R., Ondecking van tovery. 691. Scototarvatins, J. — Zie Epistolae. 889. Scott’s Maps of the War. II. 873. Scott, J. N. — Zie Bailey. 838. Scott, Th. — Zie Job. 841. Scott, W., [Verschilt, dichterl. werken]. 847, 848. — Levens van de romanschrijvers. 823. — Lied van den laatsten Meistreel. 312. — (Leven van). 834. Screadnnga. Anglosaxonica max. partem inedita. 832. Scribanius, C., Antverpia. II. 796. — Civilium apud Belgas bellorum initia. II. 104. — Den Hollantschen Apocalypsis. II. 137. — Origines Antverpiensium. II. 796. Zie: Den Al sieck. 334. Scribax (Dr.) — Zie C. Th. van der Brugghen van L. Scribe, Eug. — Zie Reg. Tooneel. Scrieckins, A., Adversariorum liber IV. 35. — Monitorum secundorum libris V. 36. — Originum rerumq. Celticarum et Belgicarum 11. XXin. 35. Zie: Lambin. II. 805. Scripta historica Islandicorum. 854. Scriptores a Soc. Hafniensi... ed. II. 771. (Graeci et Romani) cor rerum Christianarum raro meminerint. — Zie Tzschirner. II. 28. — (Rerum Amorfortiarum). II. 603. — rerum Germanicarum. II. 686, 692. — „ Lusatioarum. H. 709. — minores rerum Slesvico-Holtsatensium. H. 717. Scriptorum recentt. decas. 891. Scriverius, P., Beschrijving van alle de Graven van Holland. H. 95. — Beschrijving van Out-Batavien. II. 95. — Breda vetus et nova. 901. — Gedichten. 321. Hollandsche, Zeelandsche ende Vriesche Chronyck. H. 95. Lavre-kranz voor Koster. — Zie Ampzing. 329. — Saturnalia ofte poëtisch Vasten-avondspel. 305. — Vasten-avond-spel. 305. Zie: Alciatus. II. 332. — Aquilius. II. 413. — Batavia illnstrata. II. 1041. — Boxhorn. II. 395. — Chronyk. 206, II. 91. — Chronycxken. II. 92. — Douza. 894. — Epistolae. 889. — Eras mus. 615. — Pruytier. II. 464. — Heinsius. 323. — Respublica. II. 59. Scudery, M. de, Des Doorlught. Bassa Ibrahims ... wonder-geschiedenissen. 665. S. C. V. — Zie Eer (De). H- 502. S. D. J. — Zie Rymstikjen. 824. S. d. V. — Zie S. de Vries. Seaman, G., Grammatica linguae Turcicae. 987. Sebille, Ch., Tooneelpoezy. XVI. Zie: Reg. Tooneel. Seckendorff, E. von. — Zie Volkslieder. II. 1028. Secreet van de Mis. EL 158. Secrétaire Franpais (Le Nouveau). 934. Sécretan, E. — Zie Mémoires. II. 764. Secretaris (De volmaakte). 181. Secretary (Amsterdamsche). 181. Secrets pour quantité de choses. Hs. 36. Sedaine, M. J., Alexis. Drame. 959. Zie: Reg. Tooneel. Seebode, J. D. G. — Zie Tacitus. 11. 688. Seegers, F. — Zie Zegers. Seelen, J. H. a, Zupiiixra libraria eet. 22. Seelheim, F. — Zie Catalogussen. II. 973. Seemüller, J., Die Handschriften n. Quellen Willirams untersucht. 785. Zie: Williram. 785. Seetzen, U. J. — Zie Proben. 39. Segaar, C., Brieven. Hs. 66. — Grafschrift. 562. Zie: Weyland. II. 596. Segers, E. César, Het eeuwig Evangelie. H. 515. — Het Derde eeuwfeest v. Leidens Hoogeschool.H.498. Seghelyn van Jherusalem. 203, H. 985. Segner, J. A. — Zie de Lairesse. H. 953. Segond, L. — Zie Bible. 943. Ségur le jeune, A. J. P. de. — Zie Reg. TooneeL Seiberts, J. S., u. Anderen, Beitrage zur Geschichte Westfalens. H. 725. Seid-Bey. — Zie Rustem-Effendi. H. 858. Seifert, K. — Zie Sagen. 807. Seiler, A., Grammatik d. Sorben-WendischenSprache. 971. Seipgens, E., In en om het kleine stadje. II. 1064. — Overdrukjes. Zie: Reg. Tooneel. Seivert, G. — Zie Lokal-Statuten. H. 760. Seiz, J. C., Het 34e Jubeljaar d. uitgevonden boek- drukkonst. 11. Séjour, V. — Zie Reg. Tooneel. Selberg, E., üeber d. vergangene und gegenwartige Lage der Insel Java. H. 672. Selden, C., Les derniers jours de Heine. EL 1022. Selenus, G., Cryptomenytices.. libri IX. 10. Sellius. — Zie Dujardin. H. 78. Seis, J., Beschrijving van Dordrecht. H. 451. Seis, W. H., [Verschill. gedichten]. 380. — Dichtmatig iets over de vrijheid van mijn vader land. 480. — Zedespelen. XVII. Zie: De Denker. 634. — Reg. Tooneel. Selscip foar frysce tael in scriftenkinnisse. 819. Selwyn, A. R. C. — Zie Essais. H. 883. Sem, Cham en Japhet. H. 224. Semein, J. — Zie Rabus. H. 838. Semeins, C. Keizer. — Zie Keizer Semeyns. Semeins, J. — Zie Rouklagten. 442. Semida en Cidli. — Zie Loosjes. 653. Semitische talen. 979.
Semler, H., Openbaarheid v. d. eigendom. IL. 670. Semmes van Znyderwolde, P. Jz. — Zie Pareus. II. 349. Sems, J., en J. Pz. Don, Ghebruyck d. geometrische instrumenten. II. 939. Practyck des lantmetens. II. 939. Sena, A. M., Wed. J. Muhl, Diclitlievende huis- oeffeningen. 371. Zie: van Winter. 526. Senarcléns de Grancy, C. P. de. — Zie P. J. van der Does de Bije. II. 71. Senatus theologorum (De) verdedigd. II. 604. Senckpiehl, K., Die schwankende Schreibweise. 762. Sendbrieven. — Zie Zendbrieven. Senden, G. H. van, Bijbel-Atlas. n. 863. — Drie Cantaten. 509. — Gedachtenis van Th. A. Clarisse. 74. — Geschiedenis der Hervormde Kerk aan De Leur. H. 414. — Grafdicht. 570. — Het groote onderwijs dat God... geeft. H. 248. — Het Heike. II. 409. — Het Heilige land. II. 864. — lntreeleerrede. 732. — Leerredenen (Verschill.). 736, H, 633, 1020. — Leerrede ter bevest. v. J. C. P. v. Sandick. 732. — » » » „ W. C. van Senden. 732. — (Leven van). Lb. 1852, 20. Senden, W. C. van (Leer- en Lijkrede op). 732. Seneca, [Verschill. werken in Nederl. vertaling], 602. Zie: Cato. 886. — Westerbaen. 330. — Reg. Tooneel. Senfkömer, Anekdoten u. Erzahlungen. —ZieVolks- bücher. 809. Sengebusoh, M. — Zie Pape. 46. Senguerdius, W. — Zie Catalogus. H. 503. Senior, N. W., Staathuishoudkunde. H. 933. Sennepart, E., Bruiloftdicht. 547. Senten, J., Nieuwe Vrucht des Wijnstocks. 253. Sententie van 22 Juni 1551. Hs. 48. — tegens S. Aldenhoven. H. 182. —... over P. J. Borri. H. 856. — over Joh. Grevii. II. 135. — „ L. P. de Grisperre. H. 160. — „ Hugo de Groot. II. 134. — van Keizer Karei. Hs. 37. — „ Mr. J. Kivit. H. 520. — „ Gielis van Ledenberch. H. 134. — jegens Laurens Lips. Hs. 44, 83. — over L. van der Meer. H. 520. —... over Jan van Oldenbarnevelt. H. 133. — jegens M. Pain & Vin. H. 160. — tot laste van J. Syms. H. 564. — gepronc. tuss. de Vulmachten d. Old-ambten.H.641. —... tegens C. de Witt. IL 156. — in het geschil over het karakter v. J. de Witt. — Zie Wagenaar. H. 192. — in den zaake tusschen C. Nozeman enz. H. 377. — » ,, „ „ d. Luth. Koster. IL 379. Sententien jegens C. M. Bontenbal. H. 137. — jegens C. Gerritsz. enz. H. 136. — ten laste van P. van Houten enz. n. 604. — 'jegens J. P. Lijndraeyer enz. H. 137. — over Jacob Mom. H. 1043. — jegens Keynier van Oldenbameveld enz. H. 136. — tegens P. Romswinckel. H. 430. — jegens H. Slatius enz. H. 136. — (Twee) nut d. Name d. Staten-Generaal. H. 640. — en Indagingen van Alva. IL 112. Sepp, C., J. A. Bengel, een waardig discipel van den Heer. 749. — Bibliographische mededeelingen. H. 886. — Bibliotheek van Nederlandsche Kerkgeschiedschrij vers. H. 1037. — Drie Evangeliedienaren. H. 35. — Geschiedkundige nasporingen. H. 35. — Het godgeleerd onderwijs in Nederland. II. 319. — Johannes Stinstra en zijn tijd. IL 351. — Kerkhistorische studiën. II. 35. — De Leer des Nieuwen Testaments. H. 889. — Leven van W. Eekhoff. Lb. 1881, 3. — „ „ S. Muller. „ 1876, 35. — „ „ D. J. Scherer. „ 1884, 3. — „ „ K. Sybrandi. „ 1873, 51. — „ „ A. de Vries. „ 1863, 159. — Lijkrede op M. Siegenbeek. 732. — De meest gewenschte Maecenas. 4. — Polemische en irenische theologie. II. 35. — Proeve eener pragmatische geschiedenis der Theo logie. H. 351. — Woorden a. d. nagedachtenis van X). Tieboel Siegen- beek gewijd. II. 1054. — De zeven kruiswoorden. 655. — Overdrukjes. Zie: Grüneisen. II. 740- — Toespraken. 120. Sepp, J. — Zie Peenstra. H. 910. Seppen von Eppishusen. — Zie Hugo von Langen- stein. 796. Septchênes, J. de. — Zie Collin de Plancy. 955. Sequencia enz. Kerstliederen. Hs. 12. Seren Gomer [Welsh godsdienstig tijdschrift]. 865. Serenius, J., Diction. Anglo-Suethico-Latinum. 45. Serière, G. de, Bijdrage over de hulpbronnen v. natio nale welvaart enz. H. 677. Seriere, V. P. G. de, Geweld en regtsweigering. H. 460. Series lectionum Academiae Lugduno-Batavae. II. 503. — Professorum ... Academiae Prisicae. — Zie Vrie- moet. II. 622. Sermam do Auto da Pe. H. 847. Sermo de confraternitate SS Trinitatis Redemptionis captivorum. Hs. 32. Sermoenen (Verschillende). Hs.l9,Hs.20,Hs.32,Hs.79. — (Twee corte). — Zie Comelisz. II. 118. Sermon, H. — Zie Ossian. H. 1012. Sermons oft wtlegghingen op alle de Euangelien. — Zie Peeters. 721.
Sermones (Antiquitatum Danicarum). II. 785. Dormi sec. vel Dormi sine cura de tempore. II. 1029. de Sanctis Dormi secure. II. 1029. Serotino. — Zie Stammbaum. 762. Serre, de la. — Zie La Serre. Serres, J. de. — Zie Scot. 691. Serres, P. de. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Serrure, C. A., Geschiedenis d. Nederlandsche en Fran- sohe letterkunde. 61, 62, 198. Jacob van Maerlant. 198. Letterkundige geschiedenis van Vlaanderen. 62. Notice sur Engelbert II Comte de Nassau. II. 99. Zie: Keukenboek. 608. Serrure, C. P., Notice sur un .tableau du XV e siècle. H. 808. — Overdrukjes. Zie: Baghynken van Parijs. 207. — Baudoyn. 949. — de Clerck. 826. — Goetman. 210. — Jacob van Maerlant. 207. — Kronyk. II. 800. — Letteroefeningen. 133. — Museum. 134. — Oorlog (De Grimbergsohe). 201. — Suppl. Keg. Tooneel. Serrurier, F., Grafdicht. 563. — Intree- en Gedachtenisleerrede. 732. — Hei rechte bidden. II. 199. Serrurier, H. C., Kronyk... d. gewigtigste gebeur tenissen. II. 823. Serrurier, L. (Lijkrede op). 732. Serrurier, L. — Zie Bijdragen. H. 666. — Hoff- mann. 49. Sersanders, P. A. dit: De Luna. Brief. Hs. 73. Seruraux, S., Dictata ... in Sphaeram Joannis a Sacro Boscho. Hs. 75. Zie: Bierens. Hs. 75. Servaas, P., Grafdicht. 565. Servaas, U., Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 66. Servaas de Bruin. — Zie Bruin. Serventois et sottes Chansons. 939. Servet, Mich. — Zie Mosheim. II. 1038. Servières, J. — Zie Reg. Tooneel. Servilius, J., Dictionarium triglotton. 43. Servisch. 965. Servois, G. — Zie Fierabras. 944. Serwouters, J. — Zie Reg. Tooneel. Serz, G. T., Teutsehe Idiotismen. 769. Sesbrugger, G. H. — Zie Proeven. 268. Sesellius, Cl. — Zie Respublica. H. 818. Sene, C. de, Le Névé de Justedal. II. 1062. Windrosen des siidlichen Norwegens. II. 1062. Seume, J. G., Arma veterum cum nostris comparata- n. 15. Prosaische u. poëtische Werke. 802. Seur, le. — Zie Le Seur. Sevenhove, H. C. van, Zeldzame Levensgevallen van Josephus, Carel en Catharina. 667. Sevenhoven, J. I. van, Memorie o. d.Indischen Archipel. n. 666. Severianus. — Zie Musgrave. II. 833. Severinus, A., Beleg van Leiden. II. 464. Bruiloftdichten. 544, 545. — Grafdichten. 561, 577. Severinus, A., [Verschil! Dichtwerken]. 346. Zie: van Alphen. 560. Severinus, I., Bruiloftdichten. 542, 571. Severus. — Zie J. Backer Korff. Seven is Sulpitius, Vita S 4i Martini Episc. II. 591. Sewel, W., Aanmerkingen op.. De spelling van A. Moonen verdeedigd. 142. Korte wegwijzer d. Engelsche taal. — A compen dious Guide. 835. — Large Dictionary English and Dutch. 48. Nederduitsche Spraakkunst. 142. Zie: Burnet. II. 838. — Geallieerden (De). H. 176. La Grue. 144.— Juvenalis en Persius Flacons. 303, 304. Sewell, E., Moeders laatste woorden. 313. Sewrin, Ch. Aug. — Zie Reg. Tooneel. Sexe, S. A., Gletscher-Experimenter. II. 948. — Jaettegryder og gamle Strandlimer. II. 1062. — Maerker efter en Iistid. II. 1061. On Giants’ Caldrons. H. 1062. Zie: de Seue. II. 1062. Seyboldt, J. G., Selectiora adagia Latino-Germanica. 56. Seydelius, J. — Zie Comenius. 44, 46. Seyfart, J. F., Der gegenw. Staat van Holland. II. 190. Seyffardt, J. L. K. F., Die Geusen. 804. Seyffertus, M. — Zie Aretalogus. 893. Seymour, C. A. E., English and German Glossary. 50. Seyn, C., Catalogus van oudheden betreff. het beleg en ontzet van Leiden. II. 467. Zie: Spotprent. H. 483. Seyn, G. P., Spec. litt. contin. quaestiones historicas. II. 93. Seyn-Verhougstraete (de). — Zie Album. 190. S. F. — Zie S. Feitama. S. G. S. — Zie S. Goulard. Shakespeare, W., [Verschil! werken], 846, CCLX. — (Bloemlezing uit). XVII. Dramatische werken. CCLX. — Sonnetten. 311. — (Werken over). 834—836, H. 1025. Zie: Sybrsndi. 93. — Reg. en Suppl. Keg. Tooneel. Shakespeare-Memorial. 835. Shall and Will, made easy. 837. Sharpe, G., Two Dissertations. 26. Origine and Structure of the Latin Tongue. 878. Shaw, W., An Analysis of the Galic Language. 866- — A Galic and English Dictionary. 866. S. H. D. R. — Zie Don Quichot. H. 374. Stepherd’s Holiday (The). — Zie Engl. Plays. 843. Sheridan, R. B. — Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Sheringham, R., De Anglorum gentis origine. H. 831. Sherlock, W., Predikacie. H. 839. Shigt-bök der Stad Brunswyk. II. 748. Shorthouse, J. H., The Little Schoolmaster. H. 1026. S. I. — Zie S. Ingen. Sibbern, N. P., Biblioth. hist. Dano-Norvegica. II. 783. Siber, ü. G., De antiquitate Doctoratus Theologiae oratio. II. 920. Sicard, R. A., Elements de Grammaire générale. 931. Siccama, Hora. — Zie La Hollande. II. 83.
42 Siccama, J. Hora (Leven van). Lb. 1855, 3. — Overdrukjes. Siccama, J. H., en B. van Rees, Briefwisseling. H. 481. Siccama, J. Rengers Hora, Dissert, inaug. II. 930. Siccama, O. W. Hora. — Zie Falck. II. 219. Siceram, E. — Zie Ariosto. 316. Sichem, C. van. — Zie Jeucht Spieghel. 275. — Spieghel. 320. — Thomas a Kenipis. 646. — Tresoor. 649. Sicherer, C. A. X. G. F., Hoogd. Spraakkunst. 760. — Klopstock’s Wingolf. 800. — Lorelei. 42, II. 86. Zie: Brill. 760. Sickenga, F. N., Geschiedenis d. belastingen in Fries land. H. 617. Sickenga, J., Het Hof van Friesland. II. 615. Sickesz, C. J., De Schutterijen in Nederland. II. 306. Sickler, F., Kadmus oder Forschungen in den Dialek- ten d. Semitischen Sprachstammes. 874. Sidnei, F., Verdediging der Poëzy. 177. Zie: de Haes. 361. Sidney, de, Mémoire présenté anx Etats-Gener. H. 165. Sidney, Ph., d’Engelsche Arcadia. 663. Zie: Eudoxe. 662. — Hylas. 662. Siebdrat, K. W., Adumbratio quaestionis de Studio Etymologiae. 39. — Verfassung des Gymnasiums in Eisleben. II. 711. Sieben, B., Grafdicht. 564. Zie: Burman. 530. Sieben, C., De studii historici. II. 921. Siebert, A., Die Hermannsfeier. H. 692. Siebmacher. J., Grosses Wappenbuch. II. 5. Siebold, Ph. F. von, Isagoge inBiblioth. Japonicam.993. — Nippon. Archief v. d. beschrijving v. Japan. H. 861. — (Leven van). Lb. 1871, 265. Siegel des Mittelalters zu Lübeck. II. 750. Siegenbeek, M., Aan J. Meerman. 151. — Aanspraken in de Maatsch. d. Nederlandsche Let terkunde. 113. — Aanteekeningen bij Weiland’s Spraakkunst. Hs. 3. — Berigten omtr. vroegere in ons vaderlandgeheersoht hebbende ziekten. II. 295. — Het Bestuur van Jan de Witt. H. 157. — Brief aan H. Beyerman. H. 121. — „ „ een vriend. II. 359. — Brieven a. H. W. en M. Tydeman. Hs. 66. — Bruiloftdicht. 549. — Benige bedenkingen o. h. Lager Onderwijs. II. 311. — De eer van Wagenaar verdedigd. II. 80. — Geschiedenis der burgerwapening. II. 244. — „ „ Leidsche Hoogeschool. H. 495. — „ „ Neder! letterkunde. 59, Hs. 6. — „ v. d. oud-Nederlandschen staat. II. 99. — Hulde aan J. H. van der Palm. 87. — Iets over Hoogescholen. II. 317. — Laudatio Jani Dousae. H. 466. — Leerredenen. 724. ■— Leydens Hoogeschool hersteld. 494. Siegenbeek, M., Lessen over de geschiedenis d. Neder- landsclie taal. Hs. 6. — Lessen over de Nederlandsche stijl. Hs. 6. — „ „ „ welsprekendheid. Hs. 6. — Leven van D. J. van Lennep. 83, Lb. 1853,108. — Lierzang op Albrecht Beiling. 396. — Lijkdichten. 563, 571, 576. — Memoria J. M. Kemperi. 82. — Oratio de incrementis, quae literae Neerlandicae par hos L annos ceperunt. 59. — Oratio de Pace Ambianensi. H. 225. — „ f de L. P. Spiegelio. II. 212. — Proeve van antwoord op de vraag: Wat kan de Protestantsche kerk. .. doen enz. II. 382. — Redevoering en Gebed. II. 242. „ over de christelijke liefde. II. 918. — „ ter gedachtenis van den 6 e van Win termaand. II. 232. — Redevoering over de vorderingen welke de Neder! letterk. in de laatste 50 jaren gemaakt heeft. 59. — Redevoering op den Vrede van Amiens. II. 225. — Redevoeringen en Verhandelingen. 719. — Taalkundige bedenkingen. 145, 151. — Treurzang op het verongelukte schip De Vrede. 487. — Twee redevoeringen. 719. — Vergelijkende beschouwing van ’t geen d. d. Kwee klingen der Leidsche Hoogeschool.. tot verdedi ging van het Vaderland verrigt is. II. 507. — Verslag van de verhooren v. J. van Oldenbarnevelt. H. 133. — Waarschuwing t. verbastering in de uitspraak. 154. — Over Jan Wagenaar. 94. — J. C. Waltier-Ziesenis tooneelkunstenaresse. XII. — Welkomstlied aan de vrijwillige Jagers. 604. — Verhandeling over den invloed d. welluidendheid op de spelling. 150. — Verhandeling over de Nederd. Spelling. 150. — Woorden met h. Nederl. taaleigen strijdend. 163. — Woordenboek van de Nederd. Spelling. 151. — (Leven van). Lb. 1855, 83. — (Lijkrede op). 732. — Overdrukjes. Zie: Acta. II. 1054. — J. Teissèdre 1’Ange. II. 234. — Besluiten. 150. — Bilderdijk. II. 482. — Dietsche doctrinale. Hs. 9. — van Dorp. 402. — Enterpe. 127. — Homerus. 295. — Hooft. II. 106. — Keur. 224. — Kinker. 145. — Lijsten. Hs. 76. — Longinus 600. — Museum. 127. — van Ommeren. 899. — Proeven. 181, 224. — Reinwardt. 908. II. 947. — Speyert van der Eyk. 904. — Weiland. 167. — Woor denboek. 164. Siegenbeek, D. Tieboel, Diss. jur. ad titulum pandect, de fideicommissariis libertatibus. H. 923. — Leven van P. Buijskes. Lb. 1864, 125. — „ C. J. Luzac. Lb. 1862, 290. — „ „ G. P. van Outeren. Lb. 1866, 60. „ ,, A. O. E. Graaf van Limburg Stirum. Lb. 1859, 101. — (Leven van). Lb. 1866, 195. Zie: Sepp. U. 1054.
Siegenot (Riese). 795. Zie: Helden Buch (Der). 780. — Nibelungenlied. 793. Siegfried (Homer). 809. Zie: Gedichte. 779. — Helden Bnch. 780. Sieuwertsz van Reeseraa. — Zie Reesema. Sieveking, C., und D. Mendel, Zwei latein. Reden.II.25. Sievers, E. W. — Zie Shakespeare. 846. Siewertsen Colm, J., Bruiloftdicht. 538. Sifflé, A. P., [Yerschill. Dichtwerken]. 405. Gebruik van min regelmatige rijmwoorden. 180. — Javaas ramp. 516. Pleitrede in de zaak van A. A. Crafford. 20. Welkomstgroet aan Koning Willem de He. 509. — Overdrukjes. Zie: Beg. Tooneel. Sigismund Neukom, XV Mei 1874. 521. Signa diagnostica B[urmann]ianae rabiei. 73. Sigonius, C., De republica Hebraeorum. H. 24. Zie: Krebs. 912. Sigurdsson, J.' — Zie Jiitvardhar. II. 1025. Sigwart, Chr. — Zie Spinoza. H. 912. Sijffers, J. Hanssen. — Zie Reg. Tooneel. Sijl, G. Pz. van. — Zie Gedichten. 227. Sijthoff. — Zie Kappipo. 715. Sijtstra, H. S. — Zie H. Zijlstra. Sikius, Verhandeling over Astrologie. Hs. 76. Sikkel Groos, N., Pleitrede. II. 493. Sikken, J. F., Weeshuisballade, 522. Zie: Keg. Tooneel. Sikkes, J., Temaerder Bloemen-dal. 368. Silenus Alcibiadis. — Zie Cats. 325. Silezië (Hertogdom). II. 757. (Provincie). Boven^Bansitz. II. 709. Silhouetten (Twaalf) door Nederlandsche dichters. 233. Silius Satiricus. — Zie Colloquia. 632. Sillem, C. H. W., Jacob Sillem, Rathsherr zu Ham burg. II. 749. Sillem, Jacob. — Zie C. H. W. Sillem. II. 749. Sillem, J. A., Leven van J. Valckenaer. II. 220. — De werkzaamheid van I. J. A. Gogel. II. 234. — Overdrukjes. Zie: van der Capellen van de Pol. 110. — Gids. 130. Sillevoldt, J. H. van, Methode v. onderwijs. II. 939. Silling. J. Pz. — Zie Samenspraeck. EL 519. Silva, C. E. van Ollefen da. — Zie van Ollefen. Silvestre, J. B. — Zie Evangéliaire. 963. Silvestre de Sacy, A. I. — Zie Sacy. Silvius, A. — Zie Batavia. II. 1041. Silvius, J., Consideration. H. 898. Simler, J., Vallesiae et Alpium descriptio. II. 764. Simmers, C. F., De historia ad modum scientiae trao- tanda. II. 1. Simoes, A, F., O tricentenario da Universidade de Lei den. II. 498. Simon, J., Pourtrait de 1’estat de Mariage... de Wautrude, Comtesse de Hainan. II. 810. Simon, Jul. — Zie Célébrités. 927. Simon van Utrecht. — Zia de Wal. II. 748. Simonides, S., Afscheid- en Intreeleerrede. 732. Simonides, S., Bruiloftdicht. 544. — Grafdicht. 571. — Vriendenraedt.. aen de.. gemeynte van De Ryp. H. 566. — Vierbaecken van Godts oordeel. II. 566. Zie: Comenick. 531. Simonis, C., Geschichte des Alarich, Königs der West- gothen. EL 1057. Simonnet, J. — Zie Eyssell. 927. Simons. — Zie Description. 799. Simons, A., [Verschill. Dichtwerken], 396. — Alexander Keizer aller Russen. 494. — Bij de uitvaart van J. C. J. van Speyk. 502. — Aan J. C. Koopman. 506. — Dichtk. aanmerkingen op de Evang. gezangen. 249. — Redevoering over den waren dichter. 179. — Verhandelingen. 640. Zie: Geel. 177. — Hooft. II. 105. Simons, C., De Rootnsche Kerkleer. H. 342. Simons, C. M., Leerrede t. bevestiging v. G. van Rossum. 731. Simons, D., De Vrijheid van drukpers. II. 962. Simons, G. (Ter nagedachtenis van). 90. Zie: Tijdschrift. 130. Simons, Menno. — Zie Menno. Simons, P., De Anglorum Lege Navali. H. 143. — Johan de Witt en zijn tijd. II. 157. — Overdrukjes. Zie: Tijdschrift. 130. Simons Candeille. — Zie Candeille. Simonsen, V., Danske Adels Historie. H. 784. — Odense Byes aeldre Historie. H. 786. — Samlinger til Hagenskov Slots... Historie. H. 786. Simpel, D. de, Ontleding v. d. grondregelen d. Dicht- rede-tooneel en uitgalmkunst. 179. — Taalkundige Tweespraak. 152. Simplicissimus (Der abenteuerliche). — Zie von Grim- melshausen. 811, 812. Simpson, J. H. — Zie Reports. II. 875. Simpson, R. — Zie School. 846. Simrock, K., Bertha, die Spinnerin. 803. Handbuch d. deutschen Mythologie. II. 698. Zie: Faust. 805. — Hartmann von Aue. 790. — Heldenbnch. 780—782. — Kudrun. 795. Lesebuch. 779. — Nibelungen Lied. 792. — Rheinsagen. 807. — Sitten und Sagen. 774. — Sprichwörter. 769. — Tolkslieder. 787. Sincerus. — Zie J. P. Sprenger van Eyk. Sinclair, J. — Zie Ossian. 868. Sinderam, J. M. — Zie Reg. Tooneel. Sinderam, N. — Zie Redevoeringen. 116. Sine labore nihil. — Zie Genootschap. Singaleesch. 975. Singedigte (Diidsge or Sassige). 818. Singendonck, C. D. P. (Leven van). Lb. 1864, 391. Singendonck, H. — Zie Sententien. H. 430. Singendonck, J. A. — Zie Aan de Herv.Gemeente. H. 383. Singendonck, M. L. — Zie Copyen. H. 430,
Singerkriec (Der) uf Wartburc. 796. Sinia, U., J. Swammerdam in de lijst van zijn tijd. 91. Sinkei, Jan. -— Zie Denkbeelden. 143. Sinnebeelden. — Zie Zinnebeelden. Sint-Anna (Historie van de weerdighe moeder). 698. Sinte Brandane (Van). 207. Sinte Servatius legende. 206. Sion (Het kwijnend) in Nederland. II. 382. Sipman, M. A., Arnhem. II. 424. Zie: Euphonia. 133. — Portefeuille (De). 133. — Sire de Créqui (L’Histoke du). — Zie d’Arnaud. 948. Siret, Elemens de la langue Angloise. 837. Siret, A., Louise d’Orléans. 956. Sirks, J. L., Vergilius als dichter. 884. Sirtema van Grovestins. — Zie Grovestins. Sitten und Sagen ... des Eider Volkes. 774. Sitter, A. J. de, Voorl. Register v. Charters. II. 642. Sitter, A. J. de, en ï. Modderman, Beschrijving v. Stad en Lande. II. 641. Sitter, L. U. de, De Drukpers middel tot misdrijf. 19. Situatie van ’t Casteel van Gorinchem. II. 453. Situation politique de Luxembourg. II. 765. Sitzungsberichte d. K. Akademie d. Wissenschaften zu Wien. II. 752. — d. K. Böhmischen Gesellschaft d. Wissenschaften. H. 757. — d. gelehrten Estnischen Gesellschaft. II. 769. — d. Gesellschaft f. Geschichte d. Ostseeprovinzen Russlands. II. 769. Sivré, J. B. — Zie de Sain. II. 660. Six, G., De Magno Mariae privilegio. II. 99. Six, J. — Zie Gedichten. 227. — Reg. Tooneel. Six van Chandelier, J., Poesy. 329. Zie: Psalmen. 243. Six, J. P., Jaarverslag v. h. Kon. Oudheidkundig Ge nootschap. U. 1042. Zie: Description. II. 9. — Enschedé. II. 975. Six, P., De sanctitate legatorum. II. 280. Six van Chandelier, Sara, Gedichten. Hs. 82. Sixtinus, S. — Zie Apollo. IV. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Sjalens Trost. 861. S. J. K., Gehyme Raad van Vranckryck. II. 822. Sjöborg, G., Schwedische Sprachlehre. 860. Sjoelammit. ’tLied der Liedren. 318. H. 994. Sjoerds, E., Historische jaarboeken. H. 609. — Oud- en Nieuw-Eriesland. H. 610. Zie: Prisia nobilis. 561. Sjoerds, T., Navolging v. h. heldendicht de Maagd van Orleans van Voltaire. Hs. 30. Skandinavien och Carl XIV. II. 777. Skau, L. — Zie Henrichsen. II. 717. Skeat, W. W., List of English words. 53. Zie: Fitzherbert. 842. — Specimens. 841. — Words. 840. Skinner, S., Etymologicum Linguae Anglicanae. 837. Skirtopodes. — Zie A. Hirschig Czn. Skomager, J., Lommebog. 860. Skra (De) van Nougarden. H. 706. Skra-Ordningar. 861. Skrifter till lasning för klost er folk. 861. Skyrslur um Landshagi a Islandi. II. 788. Slaaf (De gelukkige) of de vrijagie van den graaf Alexander. 665. Slaap, S. — Zie van Eeden. II. 1000. Slaars, B. — Zie Iconomos. II. 865. Slaars, B. F., La responsabilité médicale. II. 937. Slaa-tuyntjes (De vermakelijke). 289. Zie: Schonck. 868. Slabber, M., Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 67. Slafaéren (Von den siben). 796. Slag (De) van Voorburg. H. 301. Slang Dictionary. — Zie Hotten. 840. Slanghen, E., Bijdrage tot de geschiedenis v. h. Her togdom Limburg. II. 657. — De Fransche Maire. II. 282. — De Markgraafschap Hoensbroeck. II. 657. — (Leven van). Lb. 1883, 141. — Overdrukjes. Slatius, H., Den gepredestineerden dief. H 369. — (Pamfletten over). II. 136. Zie: Sententien. II. 136. Slawisoh. 961, H. 1033. Sledevaart gehouden binnen Leyden. II. 467. Slee, J. C. van, De Kloostervereeniging van Win- desheim. II. 333. Zie: Nunez de Arce. 316. Sleeckx, A. — Zie Toekomst. II. 307. Sleeckx, J. L. D., Anneessens. H. 813. — Kronyken der straten van Antwerpen. II. 798. — Ontmoetingen. 680. — Volksverhalen. 690. — Over het Nederlandsch tooneel. HL Zie: Reg. Tooneel. Sleesw\jlz-£Xolstein (Prov.). H. 716, 1059. Sleidanus, A., d’Overtuyghde Dina. CCLVIII. Zie: Interest. CCLVII. — Salldenus. CCLVIII. Sleidanus, J., Comm. de statu religionis et reipublicae, Carolo V Caesare. II. 35. Zie: Geishirt. 755. — Respublica. II. 818. Slengaarde van Overbroek, D., enEchtgenoote, Dicht vruchten. 232. Slenner-Hincke (Historie van). 698. Slessah. — Zie L. F. J. Hassels. Sleutel (Een). Rij van oorspronkelijke gedichten [en prozastukken], 225, 578. — der Dichtkunst. 384. —, ontsluitende de Boecke-kas v. de Witte Biblio theek. II. 158. Sleyden, C. van. — Zie ’s Gravesande. 533. Sleyden, £. van der. — Zie van Hoogstraten. 524. Slicher, A. C, [Verschil! Dichtwerken], 390. — Grafdicht. 572. Slicher, J., Beëdigde verklaring. H. 456. Slicher, R., Brief a. A. Kluit. Hs. 67. Slichtenbree, Chr., De muris, fossis eet. H. 267. Slichtenhorst, A. van, XIV Boeken v. d. Geldersse geschiedenissen. II. 415. Slingelandt, S. van, Staatkundigegeschriften.il. 277.
Slingenberg, A., Mei-kroni0k v. Klein-Canada. II. 656. Slob, D., De Haarlemmermeer. H. 529. Sloet tot Oldhuis, B. W. A. E., [Verschill Dicht werken], 410. — Leven van P. C. Molhuysen. Lb. 1868, 196. — Leven van P. O. C. Vorsselman de Heer. 79. — Een woord tot sluiting d. 15e Vergadering v. h. Genootscli. v. onderwijzers in Overijssel. H. 632. — Het Zwolsche Diep. II. 640. — Overdrukjes. Zie: Eekhoff. 78. — Nieuwjaarwenschen. 524. — Keg. Tooneel. • Sloet, L. A. J. W., „Van al’s”. H. 415. Bijdrage tot de kennis van Gelderland. II. 415. — De Hof te Voorst. II. 437. — Het jagtbedrijf onzer voorouders. H. 265. Het... Stift te Bedbu.. en zijne juffers. II. 732. — Mijn verblijf te Kissingen. H. 737. — Overdrukjes. Zie: de Berchen. II. 1053.—Oorkondenboek.II.416. Sloet, L. A, J. W., en H. F. Fijnje, Beschrijving van den watervloed. II. 420. Slooff, P. — Zie Heg. Tooneel. Sloot, A. van der, Tweehonderdj. gedagtenis. H. 578. Sloot, M., De familie van den resident. 689. — In de lente vergaard. 689. Sloten, van, Open brief aan W. C. Hojel. H. 53. — Overdrukjes. Slothouwer, F. G., Geschiedenis d. Doelisten. II. 186. Slothouwer, G. M., De staatsman S. vanGoslinga.II.175. Slothouwer, G. C. Duval. — Zie Duval. Slotsboo, D. J., Verhandeling over de Graaven van Holland. II. 96, 194. Slowakiach. 969. öloweniscli. 967. Sluiter, I. — Zie Dermout. H. 232. Sluiter, Joh., Afscheid- en Intreeleerrede. 732. Sluiter, J. G., Prolusio scholast, de G. Terpstra. 91. Sluiter, J. H., Inventaris v. d. Registers enz. op het Archief d. Arrond.-Regtbank te Rotterdam. II. 521. Sluiter, J. O. (Lijkrede op). 732. Sluiter, W., Bruiloftdicht. 538. — Idea theologiae Stoicae. II. 911. — Psalmen, Lofsangen enz. 258. — Werken. 342, 343. — (Leven van). 342. Sluiting (De) d. kweekschool te Groningen. II. 648. Sluys, D. van der.,— Zie Geisweit. 533. Sluys, J. van der. — Zie Reg. Tooneel. Sluysken, A. J., Verbaal gehouden sedert het arrive- ment dér Engelsche vloot. H. 683. Sluyter, A., Bruiloftdichten. 535, 545. Sluyter, C. P. — Zie Verslagen. II. 48. Sluyter, D. — Zie Manitius. 914. Sluyter, J., Bibel-poesie. 352. — Bruiloftdicht. 535. Sluyter, J. A., Grafdicht. 573. Sluyter, P. — Zie Dankers. H. 878. Sluyters, H., Handboek der tijdrekenkunde. II. 4. Slype Rz., N. van. — Zie Handvesten. II. 446. Slype tot Boekhorst, J. W. van (Lijkrede op). 732. Smallegange, M., Bruiloftdicht. 537. — Nieuwe Cronyk van Zeeland. H. 568. — Nederlands verquikking. II. 160. Zie: Gezelschap. 666. — Gracian. 658. Smallenburg, F. van Catz. — Zie Catz. Smastycken pa forn Venska. 862. Smeek-brief v. d. Geloovigen. — Zie Koenen. 509. van Toorenenbergen. IL .345. Smeeks, H., Beschr. v. h. Koningr. Krinkekesmes. 629. Smeekschrift aan Neerlands Debora. 480. Smeele, J. P., Oorzaken van den strijd. II. 840. Smeltzer Czn, J. C., Korte toespraak, n. 251. Smet, J. J. de, Overdrukjes. Smeth, de. — Zie Catalogus. II. 73. Smetius, J., Antiquitates Neomagenses. H. 433. — Chronyck van d. oude stadt d. Batavieren. II. 428, 1053. — Oppidum Batavorum, s. Noviomagum. H. 428. Zie: G. C. en J. in de Betonw. II. 433. — Or- donnantien. II. 420. Smetius Jfil., J. — Zie Grieven. II. 431. — J. Smetius. H. 433. Smid, D. K. — Zie Reg. Tooneel. Smid, J. H., Die Weissagung d. Sibyllen. II. 893. Smids, L., Brieven. Hs. 67. — Bruiloftdicht. 539. — [Verschill. Dichtwerken], 350. — Emblemata heroica, of Mejlal. sinnebeelden. H. 95. — Grafdicht. 570. — Oranjes overtogt naar Engeland. H. 170. — Overgebleeven tooneelpoezy. XVI. — Schatkamer der Nederlanden. II. 400. De Zegelring van Pedro Pacieeo. Hs. 73. Zie: Brain. 857. — Keg. Tooneel. Schmidt, H. J., Scheiding van Staat en Kerk. II. 393. — Volkshuishoudkunde. II. 933. — Overdrukjes. Zie: Wet. II. 393. Smidt, J. — Zie Reg. Tooneel. Smidt, P., Bruiloftdichten. 546, 547. — Grafdicht. 574. Smidts, P. — Zie Reg. Tooneel. Smient, P., Bruiloftdicht. 546. Smiets, M., Bilderdijk. Letterkundige voordregt. 71. Leven van A. Clavareau. Lb. 1871, 243. Smiles, S., Help U zelf. II. 7. — Ken u zelven! 645. Sminia, H. Baerdt van, Geschiedenis d. onlusten. II. 613. — Naamlijst van Grietmannen. H. 611., — Wandelingen v. mijn Oudoom den opzigter. H. 619. — (Leven van). Lb. 1859, 149. — Overdrukjes. Smissaert, H. B., Bevolkingsleer v. Malthus. II. 934. Smit, B., Bruiloftdicht. 542. i Smit, F., Brief a. A. Kluit. Hs. 67.
•Smit, F., Het geloovig sterven ... van Josef. II. 187. Smit Kleine, F., Haagsche hopjes. H. 455. — De Madonna van Duinlust. 688. — Nicolaas Beets geschetst, n. 969. — Zilver en lood. II. 1016. — Overdrukjes. Zie: Banier (De). 132. — ten Brink. II. 1063.— Carmen Sylva. 310, 690. — Friedmann. 310. — Landjuweel. 184. — Quatuor. II. 976. — Snppl. Eeg. Tooneel. Smit, G. — Zie Keg. Tooneel. Smit, J. — Zie Keg. Tooneel. Smit van der Vegt, J. A., Beschrijving v. d. Kaart van Groningen. II. 641. Smith, Ad., Essai sur la formation des langues. 38. Zie: Hnme. 834. Smith (Werken over Adam). H. 934. Smith, A. G., De privilegiis Societatis Indiae Orien- talis. U. 668. Smith, C. Koach. — Zie Words. 840. Smith, D. J., Brief a. M. Tydeman. Hs. 67. Smith, G., Volkome Engelsche Spraakkonst. 835. Smith, H. — Zie Words. 840. Smith, J. — Zie Reg. Tooneel. Smith, J. — Zie J. Smetius. Smith, J. — Zie Alterthiimer. 868. — Antiquities. 868. — Zie Knudsen. II. 877. Smith Jr., J. L., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 73. Smith, K. Angus, A Centenary of Science. II. 843. Smith, Th., Catalogus librorum MSS. Bibliothecae Cottonianae. II. 844. — De republica Anglorum libri tres. II. 831. Smits, Marie de Bourgogne. Tragédie. 959. Smits, C. H., Opwekking van Lazarus. II. 999. — Willem Kuyper of de Reddingboot te Schevenin- gen. II. 1004. Smits, D., [Verschil! Dichtwerken]. 367. — Bruiloftdichten. 535, 538, 545. — Lijkdichten. 564, 569. — herdacht. 90. — (Leven van). 367. Zie: Bloemlezing. 224. — Burmannus. 178. — de Haa9. 534. Smits, H. — Zie J. Bohl. Smits, J., Aloude staat van Zuid-Holland. II. 441. — Inbraak v. d. Zuid-Hollandsohen waard. II. 446. — Overdrukjes. Smits Jz., J., Iets over krankzinnigen. II. 938. — Uitvinding der boekdrukkunst. 14.. — (Leven van). Lb. 1857, 83. — Overdrukjes. Smitz Jz., J., en G. D. J. Schotel, Beschrijving van Dordrecht. II. 451. Smits, J. M, Grafdichten. 563, 574. Smits, P. H., Personennamen volgens de Neder! Wet geving. 172. Smits, W. — Zie Tobias (Boek van). 591. Smits (Oude Heer). — Zie M. P. Lindo. Smits van Nieuwerkerk, J. A., Beschr. v ; d. Eere of Prijspenning v. h. TeekengenootschapPietura. 11.453. Smitt, W. W., Is de verwerping van het Ned. Herv. Kerkbestuur noodzakelijk geworden F II. 360. Smollett, T., Roderick Random. 847. Smollett, T. G., De geestelijke Don Quichot. 672. Smout, A. Jz., Onse Vader. 649. Smout, D., Bruiloftdichten. 539, 542. — Grafdicht. 570. — Leven van den Heiland Jezus Christus. 366. Zie: F. Burmannus. 905. — P. Burmannus. 1.—' Fabricius. II. 496. — Graevins. II. 838. — van Halen. 534. — Psalmen. 246. Smulders, A. M. G., Gedachten. II. 505. Smulders, C. M., Geschiedenis v. h. Tractaat v. 17 Maart 1824. II. 242. Smytegelt, M., Grafdicht. 570. Smyters, A., Epitheta, dat zijn Bijnamen. 160. Snaakery (Zedige) of snaaksche zedigheit. 701. Snakenburg, H., Bruiloftdichten. 540, 542. — Grafdicht. 568. — [Latijnsche gelegenheidsgedichten], 901, 902. — Poezy. 356. Zie: Boerhave. 907. — Crucius. 531, 905. — Ge- denkteeken. 454, 455. —d’Orville. 906, 909.— Oost er dijk Schacht. 908. Snakenburg, T. van, Bruiloftdicht. 540. Zie: Proeve. 229. Snatich, D. — Zie Revue. 139. Snellaert, F. A., Aanspraak bij de onthulling van Willems’ gedenkstuk. 96. — Beoordeeling van J. F. Willems’ nalatenschap. 195- — Kort begrip d. Neder! letterkunde. 59. — ’s Lands onafhankelijkheid. 411, 511. — Leven van A. Bogaers. Lb. 1872, 3. — Levensschets van J. F. Willems. 95. — Rapport s. ! travail de Jean Vperman. H. 935. — Schets e. geschiedenis d. Neder! letterkunde. 59,60. — Taelcongres en Vlaemsch feest. 65. — De Tongval van Kortrijk. 177. — Verhandeling o. d. Neder! dichtkunst in België. 61. — Wael en Vlaming. 65. — Overdrukjes. Zie: Bibliographic (Vlaemsche). 22. — Carel den V. 699. — Fortunatus Borse. 699. — Gedichten (Neder!). 200. — Kunst- en Letterblad. 133. — Liedjes. 273. — Bidder met de Zwaan. 695. — van Buusbroec. 608. — Spelen. XIII. — Volks boeken. 690. — Reg. Tooneel. Snellen, E. — Zie Levenslicht. II. 1011. Snellen, J. B., Beschouwingen over het landbouwonder wijs. II. 315. Snellen, M., De Neder! Noordpoolexpeditie. II. 1040. Snellen van Vollenhoven, S. C., Essai d’une faune ento- mologique de 1’Archipel Indo-Néer! II. 667. — Leven van G. Ph. F. Groshans. Lb. 1875, 51. — ,, „ J. A. Susanna. Lb. 1860, 119. — Pinacographia. Afbeeld, v... sluipwespen. II. 950. — Overdrukjes. Zie: Konst- en Letterbode. 126. Snellincx, P. — Zie Historie. II. 836. SneÜinx, F., Bruiloftdicht. 535. Zie: Apolloos snaren. 278. {sinelsobrift. 8, II. 960. Snethlage (Familie). — Zie Polvliet. II. 72.
Snijders, C. J., De Zee. II. 1004. Snijders, J. Bal., Bedenkingen over de vrijheid v. druk pers. 19. Snitkin, Iwan., Onderzoek. II. 934. 3 . T Snoeck, M. A., Bijdragen tot de penningkunde v. N. Brabant. II. 404. — Over brassen en den braspenning. II. 87. — ’sHertogenb. block- of bedelpenningen. II. 412. — „ hondenpenningen. II. 412. — Vroedschapspenningen van ’sHertogenbosch.II.412. — Overdrukjes. Snoek, Adr. C., De furto sec. CodicemPoenalem.H.926. Snoek, D. — Zie Mengelmoes. 277. Snorken un Hamörken. — Zie Fricke. 820. Snorra-Edda. 853. Snouck Hurgronje, A. I., Godsd. opwekking. II. 578. Snouck Hurgronje, C. —'Zie Bijdragen. II. 666.— Orientalistencongres. 983. Snouck Hurgronje, G. A., De jure circa aggerum .11.574. Snouck van Loosen, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 67. Snouckaert, M., Lof ende lasteringhe vanallestaten.322. Snoyus, B. — Zie Rerum Belgicarum Annales. n. 59. Snuifje, Borne aangeboden. 513. Snuyf-doos (De nieuwe vermaakelijke). 290. Snyers, J. A., Iets over muzyk. n. 951. Snyers, J. A., en L. Bonnier-Hellyer, Bedev. bij het overlijden van F. J. L. Delin en J. F. van de Gaer. 75. Sobel, N., Die Accente in Otfrids Evangelienbucb. 783. Sobels, J. M., Brief a. d. Maatschappij d. Nederl. Let terkunde. Hs. 67. — Grafdichten. 570, 574. Sobels, M. A., Thee-salet. 403. Sobieski, Johan. — Zie Coyer, n. 771. Sobrino, F., Dialogos en Espaiiol y Francés. 919. — Dicionario de las lenguas Espafl. y Francesa. 52. — Gramatica nueva Espaöola. 918. — Nouv. Grammaire Espagnolle et Frangaise. 918. Societas Hafniensis, bonis Artibus promovendis. H. 771. — Bheno-Trajectinae. 115. Société naturelle académique de Cherbourg, n. 829. — historique de Compiègne. H. 829. — Dunkerquoise. II. 829. — La Flandre. H. 798. — d’émulation p. 1’étude d. 1’histoire de la Flandre. H. 799. — de 1’histoire du Protestantisme Franpais. H. 825. — Boyale d. beaux-arts et des lettres... a Gand. 133. — des sciences de Hainaut. II. 810. — Académique Indo-Chinoise. H. 865. — libre d’émulation de Liége. H. 811. — Liégeoise de littérature Wallonne. H. 812. — d’archéologie dans le Ducbé de Limbourg. II. 657. — historique et archéologique de Limbourg. H. 657. — scientiflque et littéraire du Limbourg. IL 815. — littéraire d. 1’Université Cathol. de Louvain. 124. pour la recherche d. monuments historiques de Luxembourg. H. 765. Société archéologique de Luxembourg. H. 765,1061, — des antiquaires de la Morinie. H. 827. — archéologique de Namur. H. 816. — Boyale d. antiquaires du Nord. H. 774. —- d. antiquaires de Picardie. H. 827. — d’histoire de la Suisse Bomande. H. 764. Sociëteit (Burger) ter bevordering v. eendragt. H. 476. Door Vrijheidsliefde vereenigd. H. 474. — Momus. 224. — (Vaderlandsche) te Botterdam. Hs. 50. — Voor Vrijheid en Vaderland, n. 474, 475. Society (Literary a. philosophical) of Manchester.n.843. — (New York Historical). H. 879, 880. — (St. Nicholas) of New York. n. 880. Socrates. — Zie Eusebius Pamphilus. 600. Sodalitium literarium, „Studio colitur ingenium' 1 M. Tydemanno. Hs. 70. Soden, J. von. — Zie Beg. Tooneel. Sögur (Fornmanna). 854, 855. — (Islendfnga). 853. — Nordhrlanda (Fornaldar). 853. — Magnüsar Konungs góda. 855. — Noregs Konünga. 855. Soek, A., Aanspraak a. e. menigte v. burgeren. H. 478. — Aan Nederland. H. 506. Aan de leden v. h. Genootsoh. Tot hulp in nood.479. — De Vrugt van ledige uuren. 393. Zie : Santheuvel. 558. — Zoutmaat. 562, 578. Soelen, A. J. van. — Zie Bedevoeringen. 116. Soemmering, S. T. von. — Zie Neujabrsblatt. H. 723. Soer, S. F. C., Overdrukjes. Soera Bana. — Zie J. Esser Jr. Soerat pembatjaau karna anak anak Malajoe. 998. Soermans, M., Academisch register. II. 496. Soest, D. van, Bruiloftdicht. 535. Soest, G. H. van, Overdrukjes. Soest, Harm. Gergesius v. — Zie Oudheden. II. 725. Soest, J. van, Nagelaten O.-Indische gedichtjes. 410. Soest, J. W. A. van. — Zie J. van Soest. 410. Soet, H. J., Beschrijving van Outzaande. H. 532. Zie ook: H. en H. J. Soeteboom. — H Zoeteboom. Soet, J. — Zie J. Zoet. Soetbrood Piccardt. — Zie Piccardt. Soeteboom, H., De Nederl. beroerten en oorlogen omtrent het Ye. H. 533. — Noord-Hollands ontrusting. H. 533. — Oud-heden van Zaan-land. II. 533. — Vroonens begin, midden en eynde. H. 533. Zie ook: H. J. Soet. — H. J. Soeteboom. — H. Zoeteboom. Soeteboom, H. J., Nederl. Scboutooneel. H. 154. Zie ook: H. J. Soet. — H. Soeteboom. — H. Zoeteboom. Soetendal (Haerlem), Liedekens. II. 991. Soetens, A. — Zie Beg. Tooneel. Soetens, G., Der Weezen Vader verheerlijkt. H. 525. Soetermeerscbe Vrage ofte Kermis-vreughd. 219. Sohnius HBz., G., Lijkrede op H. Verbeek. 733. Sohr, A. — Zie Bückert. 804, II. 1067.
i
Sorgen, W. G. F. A. van, De Tooneelspeelkunst in Utrecht. CCLIX. Sormani, P. V., De J. Sehraderi vita. II. 970. Sórvari, P., De summis cognitionis humanae prin- cipiis. 2. Sotberg, E., Ulphilas illustratus. 742. Soterus, H. — Zie Bureus. II. 775. Sotzmann, J. D. P., Ueber des Antonius v. Worms Abbildung von Köln. H. 731. Souchay, J. C., Discours... sur 8. F. 3. Rau. 88. Sonbaits faits a Tournay. II. '810. Soulaas (Omme tot) v. d. arme gemeente enz. II. 470. Soulage Jr., A., Aanspraak. XI. Zie- Reg. Tooneel. Soulice, Th., et Sardou, Dictionnaire d. difficultés de la langue Franpaise. 935. Soulié, F. — Zie Reg. Tooneel. Soumet, A. — Zie Reg. Tooneel. Soupirs de la France esclave. — Zie Jurieu. II. 826. Sourcesol, De, L’esprit des langues. 30. Souriguères de Saint-Marc, J. M. — Zie Reg. Tooneel. Soutendam, J., Inventaris d. Charters op het Archief te Delft. H. 448. — Mededeelingen uit het Archief te Delft. H. 448. — Eene wandeling langs Delfts straten. II. 449. — Overdrukjes. Zie: Catalogus, II. 449. — Keuren. II. 449. — Register. II. 448. Souter (Onser liever vrouwen). 611. Souters (Verschillende). 588, 589. Hs. 12. Souterius, D., Breydel v. d’onghebondene Tonghe. 721. — Eben-Ezer enz. — Dancksegginge. II. 734. — Hemek-Beracha eet. 900. — Sainctes funerailles. — Histor. verhael enz. II. 137. — Seer uytmuntende NederL Victorien. H. 139. Houterliedelieiis e. berijmde E*salmeix.233,236. Southey, R., Rodrigo de Goth. 312. Zie: Byrth of Kyng Arthur. 844. Souvenir. — Zie Kneppelhout. 955. Souvenir a. d. echtverbindtenis v. Prins Hendrik.II.260. — de la Galerie de S. M. Guillaume H. II. 255. Souvenirs (Quelques) autour d’un tombeau. 86. Souvereiniteit (De) van Holland. — Zie Kluit. H. 205. Souvestre, E., Choix de contes et de récits. II. 1033. Zie: Keg. Tooneel. Souvryn, H., Hollands voorzorg. 450. Souza, J. G. de. — Zie Anthologie. 56. Sozomenos. — Zie Eusebius Pamphilus. 600. Spaan, van, Een Allernieuwst Christel, lied. H. 1003. Spaan, G. C. — Zie Cebes. 597. — Hennert. IE. 910. Spaan, G. van, Beschrijving van Rotterdam. H. 518. — De Gelukzoeker over zee. 706. — Leven van Louwtje van Zevenhuizen. 706. — Lusthof der boeren. 706. — Het Nieuw Oostindisch Huis. 442. — Schermschool der huislieden. 706. Zie: Reg. ToonecL Spaan, 3. van, Brieven. Hs. 67. Spaan,'J. van, Bruiloftdicht. 547. — Kerkrede t. inwijdingd.nieuwePsalmberijming.236. — Korte Kerk-reden. IE. 194, 1045. — Tael- en Spelregels. Hs. 2. Zie: Bilderdyk. 551. — Hasebroek. 534. — van Hoogstraten. 525. — Prinsen. II. 561. — Ves- maer. 560. Spaan, P. van, Burgerlijk rechtsgebied. H. 96. — Rechtsgebied in Holland en Westfriesland. II. 96. Spaan, R. van, Bruiloftdicht. 547. Zie: Hasebroek. 534. — Vosmaer. 560. Spaansch. 917- Spaarbanken. H. 294. Spaarsaam, Justus. — Zie Missive. H. 470. Spach, F. — Zie Reg. Tooneel. Spach, L. — Zie Arnold. 772. Spaen, W. A. van, Briefe über Holland. II. 85. — Brieven. Hs. 67. — Historie van Gelderland. II. 415. — „ der Heeren van Amstel. IE. 540. — Lettres d’un voyageur Gueldrois. II. 45. — Lijst van Nedcrlandsche woorden. Hs. 4. — Oordeelkundige inleiding tot de Historie van Gel derland. II. 415. — Proeve v. historie- en oudheidkunde. IE. 73. — Verhandeling over de criminele ordonnantie. H.417. Zie: Charterboek. Hs. 47. Spaethius, J. M., Oratio de cultura Linguarum. 29 Spalding, W. — Zie Goldsmith. 847. Spall, T. van, Afscheidleerrede. 732. — De Heilige dagen der Roomsche Kerk. H. 34. — Leerrede ter gedacht, v. h. 100-j. bestaan d. Herv. Kerk te Klundert. IE. 414. — De Roomsche Kerk. II. 34. Zie: Almanak. 708. — Huisvriend. 707. Spaneken, W. — Zie Seiberts. H. 725. Spandaw, H. A., [Verschil!. Dichtwerken]. 397. — 50-j. bestaan v. h. Natuurkundig Genootschap. 5] 2. — Brief. Hs. 67. — De invloed des gevoels op den geest. 720. — Inwijding Academiegebouw te Groningen. 512. n gedenkteeken v. Adolf van Nassau. 498. — Lofrede op Willem de I e . II. 119. — Nederlands behoud in 1815. 494. — Welkomstgroet a. d. dappere Kweekelingen. 504. — (Leven van). Lb. 1857, 117. Zie: Adriani. U. 112. — Bestaan, n. 650. — Feestzangen. 512. — Gedichten. Hs. 27. — I/Q- lofe. 400. — Reg. Tooneel. Spandaw, H. A., en C. Star Numan, T. Sypkens geschetst. 90, II. 970. Spangenberg, A. G., Berigt o. d. Evang. Broeder- Uniteit, toegedaan de Augsburgse Confessie. II. 358. Spangenberg, E. — Zie Beitrage. H. 701. Spangenberg, J., Postilla deudsch. 799. Spanheim Fz., E., Grafdicht. 572. Spanheim, F., Laudatio Mariae IE. IE. 839. — (Larmes sur le tombeau de). 90. Spanje. H. 845.
43 Sparschuh, N., Berichtigungen zu Grimm’s Geschichte d. deutschen Sprache. 745. — Keltisohe Studiën. 864, 869. Spaten. — Zie C. von Stieler. Spatsier, A., Amstels vreugdegalm. 460. — Dankzeggingen a. Regenten v. h. Wees- en Oude mannenhuis. IV. — Onledige eenzaamheid. 460. Zie: Reg. Tooneel. Spatsier, H., Lijkzang op A. van Hattum. XI. Spaziergang (Histor.). — Zie Schierenberg. II. 691. Specimen Conscientiae, Candoris, Veracitatis, Simpli- citatis et Pietatis D. Vorstii. II. 366. Specimina Linguae Francicae. 777. — e versione Syriaca Peschito selecta. 986. Specimens of English Dialects. 841. — of the Russian Poets. 966. — (Some) of the Poetry of the Welsh Bards. 865. Spectator (De Algemeene). 633. — (De Hollandsche). — Zie van Effen. 631. — (De) of verrezene Socrates. — Zie Steele. 632. — (Nederlandsche). 132, 633, II. 976. — (Poëtische). 230. — (De) van tooneel, concerten enz. IIL — (The). — Zie Steele. 847. Speculum vitae aulicae. 890. Speed, John. — Zie Bespnblica. B. 843. Speeleveldt, T., Brieven over Walcheren. II. 573. Speelman, B. M. — Zie Verslagen, II. 48. Speel-Schuytje met vrolyke naay-meysjes. 285, ' Speel-thuyn (Den Westvaelschen). 698. Speelwagen (De nieuwe Domburgsche). 289. — (De nieuwe vermaaklyke). 290. — (De opregte Zandvoorder). 289. Speel-werck (Bet nieuwe Boornse). 281. Spegel. — Zie Spiegel. Spektakel in een boekenkast. — Zie van Vliet. 645. Spel verbeeldende de Bistorie van Bolland. 716. — (Historisch) der boekdrukkunst. 12. Speldboekje (Nuttig en noodig). 155. Spel- en leesboek ver Afrikaanse Einders, n. 982. Spel- en Leesboeken (Nederlandsche). 148. Spel- en leesboekjes.. uitg. door de Mtsch. Tot Nut van ’t Algemeen. 155. Spel- en leesoefeningen voor blinden. U. 316. Spel- en Spraakkunst (Nieuwe en volledige). 144. Speldeboek (Nieuw Nederduitsch). 154. Speldekookertje (Cuypedoos). 279. Spelen van sinne. XII, XIH. — (Zeven) v. d. wercken d. bermherticheyd. XIII. Spelle-boekje (Nieuw) voor meergevorderden. 155. Spelling (De) van A. Moonen verdedigt. 142. — (Over de) van de BaBtaartwoorden. 163. Spelling: (Hoogduitsche). 761. — (Nederlandsche). 147, II. 979. Spellinge (Nederduitsche) ofte korte verklaringe. 149. Spelmann, H., Archaiologus. 883. Spelmann, H., Glossarium Archaiologicum. 883. Spelmann, J. — Zie Arius Thorgilsis. II. 787. Spelmann DEz., J. — Zie Psalterium. 831. Spencer Bird, F. — Zie Bird. Spener, P. J., Insignium theoria. II. 5. Spengler, J. A., De Nederl. O.-I. bezittingen. II. 663. Spengler, F. R., De Cinganis s. Zigpunis. II. 866. Sperling, O., De Danicae linguae. 858. Spex, J., [Verschill. Dichtwerken], 367. — Huwelijkdicht voor G. Meerman. Hs. 28. Zie: van Heusden. 554. — Voilenhove. 344. Speyert van der Eyk, S. — Zie Eyk. Speyk (Gedichten op J. C. J. van). 502. — (Werkjes over). II. 244. Spioilegium Autographorum eet. 76. Spiegel, E., Satyra in divites, si vellent esse tales. 332. Spiegel, van de, L’égoiste. Bs. 33. Spiegel, L. P. van de, Aanspraak ter vergadering v. d. Staten v. Holland en Westfriesland. II. 440. — Afscheid genomen v. d. Staten v. Zeeland. B. 570. — Brieven a. A. Kluit. Hs. 67. — Brieven en Negotiation. II. 212. —- Nadenking van een Staatsman. EL 212. Zie: Bundel. II. 116. — Ontwerpen. II. 116. — Vreede. II. 670. Spiegel, L. P. J. van de, De jure quo M. Brittannia reipublicae Prov. Unit. die 20 Dec. anni 1780 bel- lum indixerit. II. 199. Spiegel, P. L., De Navolging Christi. Hs. 82. Spiegel der hedendaagsche Bankroetiers. II. 194. — der barmhertigkeyt. — Zie Cowper. 650. — (Eene claren). — Zie vanden Putte. II. 899. — der hilligen Kerstengeloven. Hs. 22. — historiaal of Rymkronyk. 204—206. — „ (Den). — Zie Yincentius Bellovacensis. II. 11. — der jeugd voorgestelt in het leven van René d’Aubert. 710. — (Nieuwe) d. jeugd of franse tirauny. II. 160. — der jeught of kort verhael d. tyrannye. II, 112. — „ Jongers (De). 210. — „ maeghden. Hs. 22. — (Ein) menschlicher Behaltnuss. Hs. 33. — (Nieuwe Rotterd.) voor de Malcontenten. 437. — der quade vrouwen. 703. — van sassen. -- Zie Eyken van Repgow. H. 703. — der Sibyllen. — Zie Aysma. 692. — (Een) der sonden. 632. — der sunders. Hs. 23. — „ susteren. Hs. 80. — (Sweedsche). B. 777. — (Eenen) der yolcomenheit. 619. Hs. 21. 38. — der waarheid. B. 180. — „ wysheit. 209. Spieghel. — Zie Spiegel. Spieghel, H. L., Byspraax-Almanak. 161. — Hart-Spieghel. 320. Zie: Epictetus. 599. — Mergh.169. — Twe-spraack.
Spieker, C. W., Verhalen nit de geschiedenis. 710. I Spiele (Vier geistliohe) d. XVTH? Jahrhunderts. 805. ■ Spiere, R. van, Drie nieu Spelen van Sinnen. XV. Zie: Reg. TooneeL 1 Spierenburg, W. C. — Zie Reg. Tooneel. Spiers, A., Study of the English Prose-writers. — Etude des prosateurs Anglais. 843. Spies, J. W., Jacob Cats. Eene voorlezing. 73. Spies, P. E., Brief a. A. Kluit. Hs. 73. Spiesz, C. H. — Zie Reg. Tooneel. Spijker, H. J., Leerrede over Hebreën XIII: 8. II. 1020. Leerrede over Joh.' XVII: 20, 21. 736. — (Leven van). Lb. 1871, 301. — Overdrukjes. Zie: Ontwerp. II. 351. — Redevoeringen. 116.— van Voorst. II. 812. Spijkerman, C. H., Zangen v. Neerl. vlootelingen. 483. Spill, P. ter, Ons kind. 687. — Een rijke partij. 687. Spin, C. A., Letterproef. 16. Spinder, A., Afbeelding van den toren te Egmond a. Zee. II. 558. Spinetto, A. de, Polit. Schnupf-Tobacs-Dose. 11.926. Spin-huys (Amsterdamse) ofte Lust-hof d.. jufferen.278. Spinnekop (Vftnden) ende t’Bieken. 430. Spinniker, A., (Terschill. Dichtwerken], 358. — Bruiloftdichten. 530, 636, 539, 540, 545. De Christelijke Vrede. 443. — Grafdichten. 565, 568, 569, 572, 575. Nut vermaak of Stichtelijke Gezangen. Hs. 30. Zie: Gedenkteeken. 454. 465. — Visser. II. 181. Spinnstube (Die). Ein Volksbuch. 782. Spinoza, B. de, Bibliographic. 91. Brief aan L. van Veldhuysen. II. 912. Kurzer Tractat von Gott u. s. w. n. 912. Opera quae supersunt omnia. II. 912. Reeckening van Kanssen. II. 940. — Stelkonstige reeckening van den Regenboog. 11.940. — (Leven van). 90, 91. Spiring, W., Becgouwing d.' tydelyke zaken. 358. Zie: La Serre. 318. Spiritus Lenis. — Zie J. Moulin. Spitta, C. J. P., Harp en Psalter. 310. Spitzen, O. A., [4 werken over Thomas a Kempis], 647. Spitzer, J., Lautlehre d. Arkadischen Dialektes. 872. Spitzius, J., Zions treurgalm. H. 839. Splitgerber, Fr. L. — Zie Catalogus. II. 56. Splitgerber, J. J., De successione ab intestate. II. 705. Splitgerber, L., Catalogus v. d. Atlas v. Amsterdam. II. 547. Spoelbergh, B. W. — Zie Estius Hessels. II. 453. Spöélstra, C., Eerste gedichten. 425. Spoor, G. J., [Verschill. Dichtwerken]. 422. Aan de Vorsten van Europa. 520. — Brand! 520. Historie en fantasie. 196. In perpetuum rei Memoriam. 520. Spoor, G. J., De arme weduwe. 516. — (Leven van). Lb. 1884. 131. Zie: Reg. Tooneel. Spoore ter wijsheid en wetenschap. X. Spoors, J., Rapport als fiscaal. H. 221. Spoorslag (Rondborstige) v. d. HH. Curtenius enz. 470. Spoorwagen (De) vol zedelijke liederen. 293. Spore (Een scherpe). — Zie Eilshemius. II. 139. Spotgedichten. Hs. 27- Spotgeest (De Hofetediaensche). H. 373. — (De laffe...) van Van der Groe. H. 374. Spotprinten (Eenige) der Francen. H. 161. Spotterny (De) ontmaskerd. 378. Spraak- en spraakkunstig onderwijs. 33. Spraakkunst (ltaliaansche). 913. — (ltaliaansche) in het Armenisch. 913. — (Japansche). Hs. 83. — (Latijnsche) in het Russisch. 879. — (De Vermakelijke Latijnsche). 879. (Nederduitsche) d. h. Genootsch. Kunst wordt door arbeid verkreegen. 143. (Nederlandsche) voor Zuid-Afrika. 177. (Portugeesche en Nederduitsche). II. 964. Spraakkunsten, Woordenboeken en Ver zamelwerken in meerdere talen. 41, H. 964. Spraakleer (Algemeenel. 27, H. 963. — (Nederlandsche). 141, II. 977, Hs. 1. Sprachdenkmale (Die altesten deutschen). 781. — (Altromanische). 910. Sprachdenkmaler (Deutsche) aus Siebenbürgen. 78x. Sprache (Die Deutsche) in Proben aus allen Jahrh. 775. — (Ueber die). 31. — (Ueber d. Teutsche Sprache). — Zie Jerusalem. 743. (Ueber), Wissenschaft und Gesohmack der Teut- schen. 743. Sprachen (Ueber), besonders fiber die lebenden. 33. Sprachkunst (Allgemeine). H. 963. Sprachlehre (Kurze... Schwedische). 860. Spiachproben aus dem IV—XVP™ Jahrhundert. 778. (Altsachsische und Angelsachsische). 830. Sprachschatze (St. Gallens Altteutsche). Zie Denk- • mahle. 780. Spraec (Dieenighe)endedieynnighevereeringhe.Hs. 23. Spranger, D., Bruiloftdicht. 543. Spranger, M., Silo of Haften in brant. 434. Sprecherus, F., Rhetia eet. H. 754. Spreekwoorden [in het algemeen]. 55, H. 965. — (Chineesche). — Zie Geschiedenis. 670. — (Duytsche en Latynsche). Hs. 77. — (Engelsclie). 889. — (ITransclie). 937. — (Ghemeene Duytsche). — Zie Spreuken. 169. — (Hoogduit sch.e). 768. — (Latijnsche). 883. — (Nederlandsche). 169. _ (Nederlandsche). — Zie Munokerus. 879. — Reitz. 879.
Spreekwoorden (Vaderlandsche). Hs. 77. Spreekwijzen (Latijnsche en Nederlandsche). Hs. 77. Spreeuwdichten voor en tegen Fedrus. 445. Spreeuwtje (Het) fluitende ... allerhande liedjes. 291. Sprengel, K. — Zie Tacitus. H. 688. Sprenger van Byk. — Zie Eyk. Spreuken, Oedn.cfa.teu en Anekdoten. 657, II. 1013. Spreuken (Berijmde). Hs. 11. — van St. Bemaert. Hs. 81. — (He) van Jezus, den zoon van Sirach. 591. — (Onde Nederlandsche) en spreekwoorden. 169. Zie: Bilderdijk. 388. Spriohwörter (Altniederlandische). 169. — (Deutsche) mit Erlauterungen. 769. — (Die deutschen). 769. — (Niederdeutsche). 817. — (Plattdeutsche). 818. —, schone, weise Klügreden. 768. — ugd Sprnchreden d. Deutschen. — Zie Volksbiicher. 809. Springer, A. H., De artificibus monaehis et laicis medii aevi. EL 1036. Springh-Ader (Der Reden-rycken). 215. Springsguth, C. G. — Zie Engel. H. 890. Sproken (Middelnederlandscfae). 204. —, Klucfaten, Luimige G-eschriften. 698. —, Sagen en Legenden (Hoogduitsche). 807. Sprokkeling (Eerste) uit de papieren v. e. Bewind hebber d. O.-Indisehe Comp. TI. 668. Sprokkelingen. Dichtbundeltje. 424. Sprong Hzn., H. van der, De notulen v. d. Secretaris.686. — Onder vreemden. 686. Zie: Reg. Tooneel. Sprüche (Ans der gantze Bibel viel schonen). 799. Sprüchwörter (Sechs Tansend). 769. Spruner, C. von, Das Herzogth. Ostfranken. H. 737. Spruyt, C. B., De laatste gedaanteverwisseling v. d. wijsbegeerte der ervaring. II. 914. Spruyt, J., Brieven. Hs. 67. Spruytjen (’t Groen) of Toe-ghift op De grote Koren bloem. 275. Spuller, E. — Zie Célébrités. 927. Spurrell, W., An English-Welsh pronouncing Dic tionary. 865. — Geiriadur etc. — Diet, of the Welsh Language. 865. — Grammadeg etc. — Gramm, of the WelshLang. 864. S. P. V. D. M., Den Naackten Canoniek. H. 592. S. R. — Zie S. Rivier. S. S. — Zie Sixtinus. — S. Sylvius. S. S. v. d. E. — Zie Gedichten. 496. Staakmans, G. — Zie Epistolae. 889. Staalman. : — Zie Reg. Tooneel. Staaltjen (Een) van d’andere werelt. — ZieBurchhoom. 691. Staat v. d. bevolking d. steden v. Nederland. II. 82. — van Financie van 1772. Hs. 44. — d. finantie v. d. Republiek d. Vereen. Nederlanden. H. 211. Staat en Inventaris v. d. nalatenschap v. Don Gio dy Straatslypio enz. 701. — van de Nederlandsche fabrieken. H. 288. — d. Gener. Nederl. O.-Indisehe Compagnie. H. 668. — van oorlog (Extra-ordinaris) voor 1713. Hs. 44. — (Praecise) of bereekening v. h. profyt hetwelk de prov. Holland... jaarlijks geniet. Hs. 83. — (Tegenwoordige). — Zie Historie (Hedend.). — ( „ ) d. geschils o. d. Belisarius.il. 376. Btaatfanisfaondknnde. H. 281, 933, 1049. Staatkunde (De) der Hollanders. —ZieLeClerc. H. 165. Staats, F. L., Herinn. a. h. Kasteel v. Antwerpen. H. 248. Staatsalmanak. — Zie Almanak. Staatsbestuur. II. 275. Staats Evers. — Zie Evers. Staatskerk (De neutraal-christelijke). II. 393, 394. Staatsomwenteling (De) v. 1795.— Zie Appelius.II.213. Staatsrecht. H. 275, 927. Staatsregeling des Bataafschen volks. H. 222, 224. Staatsregt (Kerkelijk). — Zie Thorbecke. II. 361. Staatsstukken en andere bescheiden. Hs. 41. Staatswetenschap. H. 921. Stachelhausen, J. G., Vaderlandsch lied. 498. Stad Utrecht (De) in betrekking tot de Hoogeschool. — Zie van Aseh van Wijck. H. 600. Stad en Land van Heusden. — Zie Pape. II. 413. Stadboek van Groningen, n. 1058, Hs. 53. Stad-, Dijk- en Markeregten (Overijsselsche). H. 632. Stade, D. von, Erlauterung u. Erklarung deutscher Wörter. 765. Zie: Diecmann. 766. — Schilter. 776. Stadga.—Réglement pour une Soc. a Stockholm. H.780. Stad- en Landrecht... d. Graafseh. Cuylenborg. EL. 426. Stadrecht van Zalt-Bommel. II. 438. — (Gereformeerd) v. Zutphen. H. 438. Stadrechten (Friesche). II. 617. — van Groningen. Hs. 53. — van Haarlem. Hs. 50. — (Westfriesche). H. 534. — (Oudste) van Zwolle. II. 638. Stads, P., De mof koopman. II. 268. Stads-almanak. — Zie Almanak. Stadsbrief van Nymegen van 1616. Hs. 47. Stadtbuch von Brüx. H. 756. — (Kieler). H. 720. Stadtrechnungen (Casseler). H. 721. StadzLagh (Swerikes Rykes). H. 779. Stadte (Die) d. Oberpfalz.—ZieYerhandlungen.il. 735. Staey-Kolybrant, K. v. d. — Zie Colibrant. Stafford, J., Brief a. A. Kluit. Hs. 67. Stagnelius, E. J., Samlada Skrifter. 862. Stahl, F. J., De politieke en kerkel. partijen. H. 52. Zie: Groen van PrinBterer. 755. Stahl, F., De Ausonianis studiis poetarum Graecorum. H. 1029. Stahr, A., Bericht fiber d. Litterarischen Vereinz. Ol denburg. 24, H. 744. Zie: Schnré. 783.
670 Stalder, F. J., Schweizerisches Idiotikon. 772. Stallaert, J. F., Dichterlijke nalatenschap. 384. Stallaert, Karei, Geschiedenis van Jan de I e . II. 791. — Glossaire d. tenues de pratique. H. 981. — Glossarium v. verouderde rechtstermen. H. 981. — Overdrukjes. Zie: Keurboek. tï. 814. — J. F. Stallaert. 384. Stallbaum, G., De similitudine eet. II. 35. Stalpert v. d. Wielë (Geslacht). — Zie van Ham. II. 72. Stalport van der Wiele, J., [Yerschill. Dichtwer ken]. 333. Stam, J. van der. — Zie Heg. Tooneel. Stamboek (Het) op de papiere snijkunst van J. Koerten. 229. Stamhorst, J. — Zie Reg. Tooneel. Stamhorst Jr., J. van, De Pensionariis Belgicis. H. 282. Stamm, F., Waar woon ik? IE. 1040. Stamm, F. ïu., Vorschule z. Ulflla oder Grammatik d. Gothischen Sprache. 740. Zie: Uiaias. 743. Stammbaum (Der Tèutschen Sprache). 762. Stampioen de jonge, J. J.— Zie Cortenaer. Hs. 76. — van Schooten. II. 940. Standpunt (Het) d. Protestantsche liberale partij in Nederland. II. 340. Standvastigheid (De) d. Amsteldamsche Vrijheids- schraagers. 454. — (De) onzer vaderen. 514. Stanihurst, G., Terribilium omnium terribilissimum s. inferorum ergastulum. H. 1029. Stanton, W. S. — Zie Reports. II. 875. Stanyhurst, R., Translations of Yirgilius and other Poems. 845. Stapel, C. — Zie Lusthof. 258. Stapel, R. — Zie van dér Helst. 534. Stapfer, P., Shakespeare et 1’antiquité. II. 1025. Staphorst, B. van, Bruiloftdicht. 549. Staphorst, C. — Zie Augustinus. 608. — Neder land! 436. Stapleton, T., Apologia pro rege Cathol. Philippo IE Hispaniae... rege. II. 833. Staprade, H. — Zie Bekentnisse. ÏI. 355. Star, S. van der. — Zie Reg. Tooneel. Star (De), Tijdschrift enz. 128. Star Numan. — Zie Numan. Starck, J. D., De Atheismo. IE. 30. Staring, A. C. W—. geschetst. 91. — Briefwisseling met Is. An. Nijhoff. Hs. 85. — [Verschil! Dichtwerken]. 395, ÏI. 998, Hs. 82. — (Leven van). Hs. 54. — Overdrukjes. Zie: Legis. H. 775. Staring, W. C. H., Dé aardkunde en de landbouw van Nédérland. H. 295. — De aardkunde van Salland. IE. 634. „ „ „ Twenthe. II. 634. — De geologia patriae. IE. 295. — De landbouw op de zandgronden. H. 290. Landhuishoudkundige luchtkasteelen. IE. 290. Staring, W. C. H., De Nederlandsche wateren, n. 297. Zie: Catalogus. II. 437. — Tijdschrift. 11. 287. Staringh, J. G., Jeremia weeklagende. II. 187. Stark, F. — Zie Dietrich. 796. Starke, G. W. C., Fernere Beschaftigung. IE. 1027. Starkenburg, M. P. van, Uitboezeming. II. 1004. Starrenburgh, J. — Zie Reg. Tooneel. Starter, J. J., Friesche lusthof. 275, 330, ÏI. 996. — Lijkklacht over Wil! Ludw. v. Nassau. 432. — Ontzet van Bergen op Zoom. 482. Zie: Reg. Tooneel. Stassart, G. J. A. de (Bibliothèque de). 123. — Discours prononcés de 1809—1812. 954. — Fables. 954. — Notice sur G. B. J. de Wal. ÏI. 818. — Pensees, maximes, réflexions 'etc. 954. — Promenade a Tervueren. II. 815. — (Leven van). Lb. 1855, 75. State (The present) of Holland. H. 84. StUten-Bijbel. — Zie Biblia. 585, 586. SStaten-öener&al. II. 279. Statistiek van Friesland. H. 610. — van den handel over 1846. H. 269. — ,, Leiden. — Zie Bool. H. 484. Statius Muller. — Zie Muller. Statius, P. Papinius, Essays ofte poëtische betrach tingen. 302. Statuta et Leges fundamentales Academiae Frisiorum quae est Franequerae. II. 622. — communitatis Novariae. II, 855. — (Einige) der Stadt Emden. H. 716. Statuten en Landt Rechten v. West-Vriesland. II. 617. — (Keyserlyke), Ordenantien enz. H. 1047. Statuts de 1’Ordre chapitral. n. 694. Statuts et Réglements. — Zie Pligten. II. 387. Staubius, J. Ph. C„ Pusterus, vetus Gérmanorum idolum. H. 699. Staveuhagen, J. L. —Zie Lomonoszow. 963. Staveniense de Brauw, O. G. — Zie Brauw. ■Staveren, A. van. —- Zie Nepos. 886. Staveren, E. van, Gedenkzuil. II. 193. — Iaaks zegen. H. 195. | Lijkrede op J. P. Manger. 730. ! _ „ „ L. T. PiBlat. 731. Staveren, G. van. — Zie Reg. Tooneel. Staveren,, J. van, Grafdicht. 571. — Lijkrede op F. Bomble. 727. — t’Ontluysterd Neerland. ÏI. 175. — (Lijkrede op). 732. Staveren, J. S. van. Redevoering over de boek drukkunst. 12. Staveren, G. L. van Oosten van. — Zie Oosten. Staverman, H. J., ’sKonings zilveren Feestdag. 521. Steöher, J. —Zie Dejardin. 940. — de Vigüe. H. 794. Stedenkroon. — Zie van Hoogstraten. 359. Steeg, J. S. van der, De Pronkskens fen de 'Fröuljue is de Manljue hjar Skild. 828.
Steele, R., [Verschil! werken in Neder! vertaling]. Steele, R., and J. Addison, The Spectator. 847. Steen, H. J. C. van der, Proempticnm in insperatum abitnm M. Tydeman, in Ultraj. Acad, evocati. Hs. 28. Steen, Jan. — Zie van Westrheene. EC. 326. Steen, P., Overdrukjes. Zie: Verslag. II. 975. Steen Jr., P., Bruiloftdichten. 528, 530, 538. Steen (De eerste) aan 54 arbeiderswoningen [te Leeu warden] gelegd. II. 625. Steenbeek (Asyl). II. 438. Steenberg, H. (Leven van). Lb. 1883, 173. Steenbergen, H., Bruiloftdicht. 535. Steenbergen, P. J. van. — Zie Reg. Tooneel. Steenbergen geb. de Court, P. C. van. — Zie Eer zuil. 453. Steenbergen van Goor, J. W. J. — Zie Heeren. n. 853. — Reg. Tooneel. Steenbergen tot Nyenbeek (Geslacht). — Zie Schim- melpenninck van der Oye. H. 72. Steendam, J. J., Distelvink. 340. — (Leven van). 91. Zie: Parnassus. II. 987. Steenderen, A. van, Nagedachtenis van F. Hoekstra. H. 968. Steengracht, J., Brief. Hs. 67. — Middelburgse kercken-dienaars door staats-dienaars overtuigt. II. 579. Zie: Tijdkortingen. 229. Steenhauer, C., Beknopt verslag. H. 467. — Grafdicht. 573. Zie: Tydeman 660. Steenhuysen, J. — Zie Verzameling. 453. Steenkool, C., Neêrlands troost. 449. Steenmeijer, Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 67. Steenmeijer, J., Brieven over de welsprekendheid. 718. — Eeuw der misleiding. H. 381. — Leerrede... i. d. herbouwde St.Eus8biuskerk.II.425. — Mozes. Tien lëérredenèn. 724. — Wilhelm Broes ... geschetst. 73. Steens Zynen geb. Ampt, A. A. E. H., .[Verschil! Dichtwerken], 422. Steenstra, H. W., Oudheidk. aanteekeningen. n. 620. Steenwinkel, J., Aanteek. o. Brabandsche woorden.Hs.6. — Brieven a. M. Tydeman. Hs. 67. — Glossarium over oude Nederl. woorden. Hs. 4. — Lijsten van Nederlandsche woorden. Hs. 4. — Taalkundige uittreksels. Hs. 3. Zie: van Bolhuis. : Hs. 5. ; — Jacob van Maerlant. 204. Hs. 9. — Lijsten. Hs. 76. — Mengelingen. 140. — Schatkamer. 164. Steenwijk, F. van, [Verschil! Dichtwerken], 368. Zie: Verzameling. 453. — Reg. Tooneel. Stege, Z. ter, Aanteekeningen. H. 638. Steger, C. A., Handleiding tot de Stenographie. 10. Steigentesch, A. F. van. — Zie Reg. Tooneel. Stein, C. G. D., Natuurlijke historie. H. 947. Stein, K. — Zie Reg. Tooneel. Stein Callenfels, M. L. van, Statnt. Urbis SlusaeFlandr. H. 580. Steinberg, C. — Zie Reg. Tooneel. Steiner, J. W. C., Alterthümer d. Bachgaus. H. 737, 743, 744. — Ueber d. altteutsche u. insbesondere altbaierische Gerichtswesen. H. 733. — Geschichte d. Maingebietes. II. 734. — „ von Ostheira. II. 737. — [Versch. werken over de geschiedenis van Hessen]. H. 741—744. Zie: Archiv. H. 741. — Codex. II. 729, 742,851. Steinheil, F. C. P. von, Lehrgebaude d. Deutschen Sprache. 759. Steinmetz, F. F. C., Een liefdegift. 419. Steinmetz, J. R., Overdrukjes. Zie: Reg. Tooneel. Steinmetz, L. A. Schroeder. — Zie Schroeder. Steinmeyer, E., Overdrukjes. Zie: Zeit8chrift. 1! 695. Steinmüller, J. W. — Zie Reg. Tooneel. Steinschneider, M. — Zie Catalogus. H. 503, 735. Steinthal, H., Classification der Sprachen. 32. — Entwiekelung der Schrift. 5. — Grammatik, Logik und Psychologie. 32. — Sprachwissenschaftliche Abhandlungen. 32. — Die Sprachwissenschaft W. v. Humboldts. 31. — Der Ursprung der Sprache. 28. Zie: Heyse. 32. —- vein Humboldt. 31. Steitz, G. E. — Zie Königstein. II. 724. — Neu- jahrsblatt. H. 723. Stekjes uit den vreemde. 295. Stella, D. — Zie van Hoogstraten. 359. Stella Oristorio di Frama. — Zie Mina Kruseman. Stellingen (Nederlandsche). II. 259. Stellingwerf, A., Nieuw... voorschriftboeksken. 426. Stellingwerf, O., Soldate-brieven. 828. Stellwagen, A. W., Stijloefeningen. 140. — Verleden en heden. 159. — Overdrukjes. Zie: Rekker, wed. Wolff. 671. — de Génestet. 421. — Huygens. II. 996. — Landjuweel. 184. — Letter kunde. 183. — Staring. 395. — Vondel. IBIS. Stem van Maria, dienstmaagd des Heeren. H 340. — (Eene) aan Nederland. II. 340. — (Een) des harten voor Egmond aan Zee. 520. — ( „ ) uit hét hart. II. 383. — ( „ vrije) uit de Gemeente. H. 558. Stembus (De). Een woord. H. 840. Stemler, J. C., De Georgii Calixti consilio de tem- porum emendatione eet. II. 920. Stemme (De) Gods in zijn oordeelen, H. 1001. — (De) des volks of korte schets v. staatkunde. II. 220. Stemmen en beschouwingen over godsdienst enz. H.251. — uit Rome over zonden in Rome. II. 340. — „ den voortijd. 607. — (Dordsche). Tijdschrift enz. n. 1051. — (Nederlandsche) over godsdienst enz. H. 249. — (De Vereeniging Christelijke). 131. Stempel Jun., A. A. van der. — Zie Reg. Tooneel.

Stieltjes, T. J., Verslag van de ontwerpen voor eene vaste brag over den IJssel. II. 633. StierliDg, Bij het bezoek v. d. Gr.-. Meest.-. Nat. - . aan ae Loge. 489. Stierman, 3., Grafdicht. 574. Stiermarken (Hertogdom). II. 753. Stiernhielm, G. — Zie Evangelia. 741. Stiernhöök, J. O., De Jure Sveonum. II. 779. Stijger, C., L. J. en W., Bruiloftdichten. 549. Stijl, K., Aanleiding tot de kennis d. spelling. 150. Stijl, S., Aan God. Dichtstuk op den Bededag. 469. — Aan Neerlandts erfstadhouder. 467. — De doodt van Fallas. Hs. 33. — Feestgalm op den algemeenen vreugdedag. 486. — [Verschill. Gedichten]. 375. — Grafdicht. 574. — Leven van J. Punt. XI. — Lofzang a. d. Maatschappij van Zeevaart. 477. — Opkomst en bloei d. Vereen. Nederlanden. II. 79. — Nagelaten tooneelpoezie. XVII. — Op den algemeenen Vrede. 486. — „ „ roemrugt. Zeeslag tegen de Engelschen.468. — (Oprichting van het monument voor). 91. — Vredezang bij den aanvang der 19® eeuw. 485. — Vreugdezang bij ... den algemeenen Vrede. 486. Zie: Brandt. II. 162. — Historie. II. 610. — Hooft. 555. — Reg. Tooneel. Stijloefeningen voor de scholen. 180. Stikke, A., Leedenstrydt. 334. Zie: Erasmus. 304. Stiller, F. — Zie Niemeijer. II. 917. Stimmen über den Domanenverkauf. II. 718. Stintzing, R. — Zie de Wal. II. 705. Stipriaan Luisfius, A. van, Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 67. Stipriaan Luispius, A. van, en J. G. Vorstman, Al- gem. verslag d. Comm. v. geneesk. onderzoek. 11.518. Stirling, W., Klosterleben Karls V. II. 846. Stiram, D. A. van, De meerderjarigheid van den erfgenaam der Kroon.- IL 278. Stochius, H., Nederlant bevestigt. II. 195. Stochius, J. M., Bruiloftdicht. 549. Stock, J. van, Klinck-dicht a. d. Heer Noortwyck. 437. Zie: Jaarzangen. 217. Stock, S., geb. Cleuters, Aan de leden van het Ge nootschap van Leyderdorp. 476. Stockhausen, J. C., Elogium H. Tuliohii. 755. Stockmans, P., Vingt quatre lettres inédites. II. 791. Stockum, W. P. van, Grafdicht. 570. Stoddaert, J., Glossology. 42. Stoddard, R. H., Henry Wadsworth Longfellow. 834. Stöckhardt, G. E. G. — Zie Boccaccio. 915. Stöffler von Justingen, J. — Zie Moll. 755. Stöger, F. X., Zwei d. altesten Deutschen Druckdenk- maler. 15. Stoehr, N. F., De pronunciations Ebraeorum. 982. Stoel, M., Wij zijn in de schemering v. d. 7®“ dag. 655. Stölz. — Zie Reg. Tooneel. Stölzel, A. — Zie Stadtrechnungen. II. 721, Stoter, F. — Zie Arbeiten. II. 749. Stoffel, C. — Zie Taalstudie. 25. Stok in ’t Honderd, of reden van ’t verval. 452. Stok, T. N. van der. — Zie Reg. Tooneel. Stokbroo van Hoogwoud en Aartswood, L. — Zie Catalogus. II. 1036. Stoke, Melis, Holl. jaar-boeken of Rym-Kronijk. H.985. — Rym-Kroniek. 205, II. 986, Hs. 9. — (Woordenlijst op). Hs. 4. Stokhuyzen, A. — Zie Reg. Tooneel. Stokmans, Aeg., Leerrede over 1 Sam. XXV : 15—16. 736. Stokvis, B. J. — Zie Bibliotheek. 689. — Proeve. R 321. Stol, B. J., Grafdicht. 571. Stol, S., Klagte van Minerva. 360. Zie: Reg. Tooneel. Stolk Czn., A. van, De eeuwigheid en wij. 414. Stolk, D. van. — Zie Dichtproeven. 231. Stolk, Th. van, Het Suiker-traktaat. II. 665. Stolker, A., Aan I. da Costa. II. 241. — Gedachtenis van J. Arminius. 69. — Prins Maurits geenzins de vijand... der Remon stranten. II. 137. Stolkert, W. J., Open brief. II. 305. Stolte, J. H., Brief a. M. Tydeman. Hs. 67. Stolterfoth, A. von, Der malerische Rheingau. EL. 721. Stoltz, J., Grafdicht. 570. Stolwijk (Gedichten op den slapenden boer te). 444. Stook, A. A. — Zie Chastelein. 476. Stoomboot Apollo (De) geladen met tafelzangen. 293. Stoomschip (Het eerste). — Zie Scheffer. H 522. Stoomvaart Vlissingen-New York. II. 582. Stoop, D. — Zie Redevoeringen. 116. Stoopendaal, D. W. — Zie Reg. Tooneel. Stootkant of Nieuwe-jaars-gift. 277. Stoppelaar, F. de. — Zie Proza en poezie. 182. Stoppelaar, G. N. de, Catalogus der oud- en zeld zaamheden ... ten Raadhuize te Middelburg. II. 579. — De civitate Medioburgensi ejusque procurandae ratione, variis temporibus. II. 578. — Inventaris d. Archieven d. Confrérie v. S. Sebastiaan. n.579. — Het Schuttengilde v. d. edelen Handboog. II. 1055. — Overdrukjes. Stoppelaar, G. N. de, en W. Appel, De Zeeuwsche spoorweg. II. 574. Stoppelaar, J. de, Bruiloftdicht. 543. Zie: Nienwjaarwenschen. 523. Stoppelaar, J. A. de, Bruiloftdicht. 543. Stoppelaar, J. H. de, Jacob Cats te Middelburg. 73. — Diss. de Zelandica Gente de Huybert. H. 70. — Geschiedkundige aanmerkingen. H. 411. — Nehalennia altaar. H 573. — Willem HL in Zeeland. H 570. — Overdrukjes. Stoppendaal Pz., L. — Zie Reg. Tooneel.
Stora... Svanska mans Lefveme. U. 779. Storch, L., Der Philologen Yerein in Gotha. 24. Storm, D. H. — Zie Lucanus. 302. Storm, E. G., Brief a. M. Tydeman. Hs. 67. Storm, J., Antwoord op de vraag voorgesteld d. 17 Dec. 1795. Hs. 25. Zie: Gryspaert. 533. Storm, J., De romanske Sprog pg Folk. 909. Stortz. — Zie Reg. Tooneel. Story, S., Verantwoording. II. 223. Stosch, S. J. E., Kleine Beitragez. Kenntniss d. Deut- schen Sprache. 759. — Kritische Anmerkungen über d. gleichbedeutenden Wörter. 764. Stonpe, La religion des Hollandois. H. 350. Straalman (Geslacht). — Zie Scheffer. U. 72. Straalman, M. — Zie Reg. Tooneel. Straat, P., Bruiloftdicht. 532. — Grafdicht. 564. Zie: Verzameling. 453. Straatliedjes. 295, 296, H. 988. Straatman, J. W., Afscheidswoord. II. 1020. Strabo’s Wereldbeschrijving berijmd. 298. Strada, F., De hello Belgico. H. 105. Strafloon (Wraekgierigheyts). II. 520. Strafrecht. II. 273 , 925. Strafvordering. H. 925. Strahlenberg, P. J. von. Description of the north and eastern parties of Europe. II. 863. Stralen, G. — Zie Bekentnisse. H. 355. Stralen, H. van, Spec, inaug. sistens legum fundamen- talium Belgicarum Ann. 1805, 1806,1814 et 1815 comparationem. II. 238. — (Leven van). 91. Stramberg, Ch. von. — Zie Antiquarius. II. 726. Strass, F., Ueberblick d. Weltgeschiehte. H. 9. Stratenus, S., [Verschil! brochures], CCLVlJLl. Stratingh, G. Acker, Aloude staat d. vaderlands. II. 91. — Leven van H. O. Feith. Lb. 1849, 114. — (Leven van). Lb. 1877, 27. — Overdrukjes. Zie: Bijdragen. II. 639. — Emo en Menko. II. 652. — Smit van der Vegt. II. 641. Stratingh, G. Acker, en G. A. Venema, De Dollard. n. 642. Stratingh Ez., S. (Nagedachtenis van). H. 970. — Rede over J. A. Uilkens. H. 971. Straubinger, V., Charaeteristik d. Bildungsgeschichte d. classischen Alterthums. II. 13. Strauch, Ph. — Zie Adelheid Langmann. 797. — Marner (Der). 794. Strauchius, A. — Zie Fasciculus. II. 13. Strauchius, J., Opuscula jurid. histor. philos. II. 692. Streckfuss. — Zie Reg. Tooneel. Streek geb. Brinkman, N. C. van, Treurzang bij het ongeluk dat Leyden tröf. 488. Zie: Delille. 316. — Virgilias. 298. — Reg. Tooneel. Strehlke, F., Martin Opitz. 754. Zie: Goethe. 801. — Nicolans von Jeroschin. 796. Strena Taxandrica. 884. Strengh, J. van der, Bruiloftdichten. 544, 547. — Grafdicht. 564. Streso, C., Christelyck en bescheyden oordeel. II. 371. — Danckpredicatie. IL 144. — Geestelycke regeeringe des herten. 721. Streso Z.Jz., C., Kerkreden. II. 466. Streso J., en J. van Manen Azn, Levenswijze onzer voorvaderen. II. 86. Streso, J. A., Constantijn de Groote. II. 31. — Vroegere staat van het Christendom. II. 29. Streso, Z. J., Afscheidsleerrede. II. 1020. — Het geloof van Abraham. 652. Streven onzer Sociaaldemocraten (Het). — Zie Boisse- vain. H. 1049. Strick, A. — Zie Hortensius. H. 584. Strick van en tot Linschoten, P.H. A. J., Grafdicht. 567. — Vertraute Briefe aus Holland. H. 221. — „ „ wahrend e. Durchflugs duroh... die Niederlande. II. 85. Zie: Horatins. 299. Strieker. — Zie Schilter. 776. Strieker, J. P., Handl. leer v. h. Evangelie. H. 908. — Jezus van Nazareth. II. .27. — Een laatste woord. II. 388. — Leven van A. H. Blom. Lb. 1885, 109, — „ „ L. S. P. Meyhoom. Lb. 1875, 165. — „ „ H. Steenberg. Lb. 1883, 173. Strieker, W. — Zie Bernhardi. 771. — Neujahrsblatt. H. 723. Strijd of kamp tegen Kuyscheid en Geylheid. — Zie Vondel. 327. — tusschen natuur en ziel. Hs. 11. Strinnholm, A. M., Wikingszüge. H. 772. Strobel, G. T., Leben Veit Dietrichs. 750. Strodtman, 3. C., Idioticon Osnabrugense. 774. Strodtmann, J. S., Ortsnamen in Schleswig. 859. Strombeck, F. K. von, Darstellungen aus einerReise durch Deutschland und Holland. II. 47. Stronck, C. W., Feestrede Bijbelgenootschap. II. 390. — Leerredenen bij 25 en 40-j. predikdienst. 732. — Leven van J. G. Veltman. Lb. 1852, 84. — Lijkrede op J. Heringa Ezn. 729. — Toespr. gedachtenis v. Dordrechts verlossing.n.452. — (Leven van). Lb. 1853, 171. Zie: Redevoeringen II. 390. Stroobant, C. — Zie Douwema. II. 1056. Stroosnyder, J., Twee refereinen. 429. Struchtmeyer, J. C., Theologia mythica. H. 22. Struchtmeyer, P. L., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 67. Struve, E. E. — Zie Magazin. II. 709. — Scriptores. n. 7io. Struvius, B. G., Introductio in notitiam rei litterariae et usum bibliothecarum. 21. Zie: Scriptores. TI. 692. Struvius, F. G. — Zie Beier. II. 1036. Struvius, J. C., Disp. theol. qua generalis in notitiam Reformatorum introductio exhibetur. II. 33. Struys, J. — Zie Reg. Tooneel. Struys, J. J., Drie aanmerkelijke... reysen. H. 42.
Strycker, T. — Zie Beg. Tooneel. Stryen (van), Aanteek. van verschill. aard. Hs. 54. Stryen, H. en J. van, Bruiloftdicht. 535. Stryen, J. H. van, Oratio pro pigritia. II. 1030. Stuart, A. A., De strafgevangenis te Woerden. II. 527. — Overdrukjes. Stnart, A. B. Cohen, Multatuli en Jocrisse. 86. — (Leven van). Lb. 1877, 3. — Overdrukjes. Zie: Kani Oorkonden. 999. — Weiland. 151. Stuart, J., De Hollandsche Afrikanen. II. 684. Stuart, J. J. Cohen. — Zie Eeg. Tooneel. Stuart, M., Brief. Hs. 67. — Leerrede over Bom. XI: 26. 736. — Nieuwe Nederlandsche Jaarboeken. H. 235. — Vaderlandsche Historie. II. 186. — (Leven van). 91. — (Lijkrede op). 732. — Overdrukjes. Zie: Bonilly. 639. Stuart, M., C. Loots en A. v. d. Wart, Gedachtenis van J. Kuyper. H. 325. Stuart, M. Cohen, Evangelische Alliantie. Verslag d. 5de Alg. Vergadering. H. 1039. — Het feest veranderd in rouw. H. 260. — Gedenkboek ... d. Evangelische Alliantie. H. 1040. — De genius des oorlogs. H. 52. — In memoriam G. Groen van Prinsterer. 77. — Ontwerp-Kappeyne op het Lager Onderwijs. II. 314. — Open brief aan P. Hofstede de Groot. H. 386. — Van Sedan naar Straatsburg. H. 825. — Zes Kanselredenen. 726. — (Leven van). Lb. 1879, 105. — Overdrukjes. Zie: Magdalena. 188. Stubenrauch (von), Brief. Hs. 73. Stucken. — Zie Stukken. Stucki, M., geb. de Vooght, — Zie de Vooght. Stucley. — Zie School of Shakspere. 846. Studach, J. L. — Zie Saemund. 853. Studeerkamer (De Boere). — Zie Kersteman. 701. Student (Leydsche) in den rouw. — Zie van Gysen. 356. Studenten (Het aantal) a. d. Hoogeschool te Leiden. — Zie Blanken. H. 505. Studenten-Almanak. — Zie Almanak. Studentenhaver in mogelijke peperhuisjes. 343. Studentenliederen (Groninger). 292. — in muzijk gehragt. 292. Studenten-zangen. 292. Studentes s. Comoedia de vita Studiosorum. H. 1054. Studiën (Baltische). H. 707, —- (Nordalbingische). II. 717. — op godsdienstig, wetensch. en letterk. gebied. 132. Studio colitur ingenium. — Zie Sodalitium. Hs. 70. Studio fovetur ingenium. — Zie S. Feitama. Studium alit artes. — Zie Genootschap. Studium scientiarum genetrix. — Zie Genootschap. Studium tempnsque musis. — Zie Mengelpoëzy. 382. Studler van Zurk, E. — Zie de Vries. 910. Studnicka, F. J., Bericht üb. d. Publikationen d. K. Böhmischen Gesellsch. d. Wissenschaften. II. 757. Stüreuburg, C. H., Ostfriesisches Wörterbuch. 820. Stuers, F. A. V. de, Mémoires. II. 672. — Prins Diepo Negoro. H. 672. Stuers, H. J. J. L. Bidder de. — Zie Weitzel. H. 675. Stuers, V. de, Da Capo. H. 323. — De ruiue van Brederode. II. 566. — Verhouding d. volksvertegenwoordigers tot hunne kiezers, n. 279, 1049. — Overdrukjes. Stuff ken, J. H., De herziening v. h. Beglement op het bestuur der kerken. H. 515. — Oratio de modo quo experientia omnis nostrae co- gnitionis fons sit habendus unicus. 3. — (Leven van). Lb. 1881, 203. Stuhr, P. F., Glauben d. alten Skandinavier. H. 774. Stukadoor, Jan, Brief a. alle werklieden. II. 293. Stukken betreff.de afscheiding d.Gereformeerden.II.359. — betreffende het different van Amersfoort. H. 605. — „ de Graven van Bronckhorst. Hs. 47. — „ het recht d. buitengetimmerten v. Lei den. Hs. 49. — betreffende de Diaconie d. vreemdelingen teEmbden. H. 716. — betreffende den eed van 9 Maart 1795, H. 478. — » Erfpachten te Numansdorp. Hs. 49. — „ de Fabriek-Hallen te Leiden. Hs. 49. — „ het Huiszittenhuis te Leiden. H. 493. — ,, Industriescholen te Leeuwarden en Sneek. n. 625. — betreffende de Stad Keulen. Hs. 37. — „ Kloosters enz. te Amsterdam. Hs. 50. — betreff. de Onderwijzersvereen. te Groningen.H.644. — „ de beschuldigingen tegen A. Butgers van der Loeff. II. 514. — betreffende Utrechtsche Geschiedenissen. II. 583. „ P. A. van der Werff en het beleg van Leiden. Hs. 48. betreffende de West-lndische Compagnie. Hs. 43. — concernerende h. hooge recht tot ’tverleenen van remessie, abolitie en pardon. H 406. — der Grafelijke tijden, n. 559. — over de verpachting der landsmiddelen. Hs. 40. — „ „ ... jurisdictie d. militairen. Hs. 44. — rakende de opheffing d. Gilden. Hs. 45. — ter elucidatie d. procedure Bouhon contra Braconier. H. 500. — van Staat over de assumtie van Baron v. Hompesch Hs. 44. t — voor de geschiedenis d. jaren 1688—95. II. 121. — » » vaderlandsche historie. II. 101, Hs. 41. (Alle de autentieke) v. hetgene tot Nymegen is voor gevallen. II. 431. — (Autentieke) raeckende de saecken v. Hugo de Groot. II. 140. 6 (Belangr.). v. Geschied, en Oudheidkunde. H. 560. (Echte) betreff. de verhoog, v. h. afvaartsgeld. II. 655.
Stukken (Echte) betreff. deuitzetting v.W.Bilderdijk.71. — (Echte) opgedragen a. alle Landeigenaars. II. 840. — ( ,, ) weg. de proceduren tegen de Remonstran ten. Hs. 39. — (Echte). — Zie Pieces authentiques. II. 207. — (Eenige nootsaeckelyke). II. 520. — (Losse) betrekkelijk Friesland. II. 607. — (Officieele) in de zaak van J. van Vloten. II. 636. — (Twee zeer interessante). II. 1046. — (Twee belangrijke) omtrent de Bisschoppenkwestie. H. 340. Stolen, V. H., Bruiloftdicht. 549. Stumelius, Ch. — Zie Studentes. II. 1054. Stuperus, J., Leerrede over Luk. XVII: 32. 736. Sturler, J. E. de, Het grondgebied van Ned. O.-Indië. II. 665. Sturler, W. L. de, Algemeenebeschouwingen. II. 664. — Bijdrage tot de kennis... van het Palembangsche gebied. II. 676. — Innerlijke rijkdom onzer O.-I. bezittingen. II. 666. — Proeve eener beschrijving van Palembang. II. 676. — Overdrukjes. Sturluson, [Sturlusyn of Sturlason], S., Heims Kringla. 855. Zie: Rosselet. 855. Sturmius, J. — Zie Pentas epistolarum. 889. Stutzmann, J. J., Comment, de linguarum. 27. Stuyvesant, J. van, Grafdicht. 562. Stuyvesant, J. P. van, Bruiloftdicht. 545. Styffe. — Zie Gustaf Adolf. 862. Styrum, L. van, De pauperum cura. II. 292. Suard, J. B. — Zie Robertson. II. 846. Suasso de Lima, J., Geschiedenis v. d. Kaap de Goede Hoop. II. 682. — Nieuwe gedichten. 412. Suchier, R. — Zie Wolff. H. 721. Suckling, J., Poems, Plays and other Remains. 847. Suderman, J., Bruiloftdichten. 527, 548, 549. — Lijkdichten. 564, 571. Zie: Tooneel. 681. Suderman, W., Grafdicht. 569. — (Lijkrede op). 732. Sue, Eng. — Zie Reg. Tooneel. Suecia. — Zie Bureus. II. 775. Suetonius Tranquilius, C., Van de XII Keizers. 605. — ex recens. F. Oudendorpii. 887. SündenML (Der) und Marienklage. 814. Suerman, B. F., De emendanda artis salutaris institu- tione academica legis medicae, in patria nostra feren- dae, fundamento praecipuo. II. 320. Suermond, W. [of G.], De causis quib. Guilielmus HI.. tarn din a majorum dignitatibus exclusus fuerit. H. 146. — De vaderlandsliefde. II. 202. Süszmilch, J. P.. üeber d. erste Sprache. 27. Snetens, W. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Sueti, F., Ueber d. auf König Haraldr H&rfagri beziig- lichen Gedichtfragmente. 855. Suetonus, G. — Zie Ochinus. II. 364. Suffolk (Réponse du Mylord). H. 196. Suffragien (Die) van de heyligen enz. Hs. 15. Suffridus Petrus, Apologia. H. 608. — De Frisiorum antiquitate et origine 11. HI. H. 607. — De Scriptoribus Frisiae decad. XVI et semis. H. 607. Zie: de Beka. II. 584. Suggestions of a universal System. — Zie Buys Ballot. H. 946. Suhl, L. — Zie Reynaert de Vos. 698. Suhm, P. F. — Zie Hervararsaga. 856. — Nials-Saga. 853. — Nyerup. 857. — Rymbegla. H. 788. — Symbolae. 777. Sniogothia munita, eller historisk Förteckning. II. 778. Sully, M. de Bethune, Due de, Mémoires. II. 821. Sulpicius Severus, Kerkelyke historie. 608. Sultan Kater of de Rotten- en Mnizenkroon. 505. Sulzer. — Zie Formey. H. 957. Sumanského, J. Franty, Böhmisch-Deutsches Wörter- buch. 51. Sumatra-Expeditie. H. 675. Sumerlaten. Mittelhochdeutsche Glossen. 758. Summe le roy of des conincs somme. 608, 609. Summer’s last Will a. Testament.—ZieEngl.Plays.843. Superville, D. de, Elemens du Christianisme. II. 904. — Het licht te vroeg uitgeblnscht. II. 188. Superville, D. M. de, Dichtproeven. 405. — Napoleons loopbaan. II. 824. Surendonck, A., Rouw en treurtooneel. H. 839. Surenhusius, G., Diss. de natura pandectarum Hebrai- carum. II. 25. Suriano. — Zie Brieven. H. 131. Suringar, F. W. N. — Zie Landa. H. 52. Suringar, G. C. B., De Akademische Bibliotheek te Leiden, vooral met het oog op het natuur- en ge neeskundig onderwijs. II. 503. — Grafdicht. 574. — In obitu J. C. Broers. 73. — Memoria G. Sandifort. 89. — Orat. de naturae et literarum studio in re medica coniunctissimo. H. 320. — (Leven van). 91. — Overdrukjes. Suringar, G. T. N., [Verschil! Gedichten]. 407. — Feestzangen. 503. — Grafdicht. 574. — Kameradentrouw. 642. — De meester aan zijn oudste pers. 559. — De Spaarbank v. h. Dep. Leeuwarden. H. 625. — (Leven van). Lb. 1886, 103. — Overdrukjes. Zie: des Amorie van der Hoeven. 555. — Larive. 718. — Verslag. 18. Suringar, L., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 67. — Leerrede over Psalm 77 :14. 736. Zie: Acta. II. 1064. — Leerredenen. II. 247. Suringar, L. D., Feestrede. H. 494. Suringar, L. J., Regeeringsvorm v. Maastricht. H. 658. Zie: Franqoinet. II. 658.
Suringar, O. O., Grafschrift. 574. Suringar, P. H., Biographische aauteekeningen be treffende Pieter Paulus. 88. — Leven van G. C. B. Suringar. 91. Zie: G. C. B. Suringar. II. 503. Suringar, W: F. G. L. — Zie Bloemlezing. II. 451. Suringar, W. P. R., De Kruidkunde. 948. Suringar, W. H., Bezoeken in degevangenis.il. 274. — Brief a. P. J. de Fremery. Hs. 67. — Bedürfnisse e. zweckmassigen Armenpflege. II. 292. — Christliche Besuche im Gefangnisse. II. 274. — Gedachten over eenzame opsluiting, n. 274. — Gedenkschrift der Louiseschool. n. 554. — (Geschriften over Nederlandsch Mettray). II. 436. — De handwerksman. II. 292. — Handboek voor gevangenen. II. 274. — Herinneringen en Wenken. II. 308. — Inwijding der Badinrigting... te Amsterdam. H. 549. — „ „ Bewaarschool te Zandvoort. n. 566. — Onderzoek n. d. oorzaken v. h. vervloeijen d. aan geleerde kundigheden bij jonge lieden. II. 308. — Plan van een Zweedsch Genootschap. II. 780. — Redevoering bij 25-j. bestaan v. h. Dep. Leeuwarden d. Maatsch. Tot Nut v. ’t Algemeen. 118. — Redevoering voor Neêrl. jongelingschap. II. 308. — Siuikerij een valstrik v. d. zedelijkheid. 641. — Spec, quo inquiritur quatenus delinquent! liceat gratiam recusare. H. 927. — Bene stem uit Nederland. H. 274. — Le système cellulaire, n. 274. — De verstandige Rekenmeester. II. 252. — (Leven van). Lb. 1873, 215. — Overdrukjes. Zie: Redevoeringen. 117. Suringar, W. H. D., 20-jarig Bestaan v. h. Gymna sium te Leyden. II. 508. — Erasmus over Nederlandsche spreekwoorden. 169. — Joan. Glandorpius in zijne Latijnsche Disticha. 768. — Glossarium v. d. oud-hollandsche ... woorden. 165. — Historia critica Scholiastarum Latinorum. 885. — Leven van C. A. Abbing. Lb. 1873, 145. — „ „ S. F. Groen. Lb. 1870, 393. — „ „ P. J. Harrebomée. Lb. 1881, 126. — De mythographo astronomico. H. 699. — Verhandeling o. d. Proverbia Communia. 169. — De Romanis autobiographis eet. 885. — Overdrukjes. Zie: Alda Guarini carmen. 888. — Bebel. 768.— Gronovius. 885. Surius, L., Commentarius brevis rerum suo tempore in orbe gestarum. H. 12. Surowiecki, L. — Zie Schaffarik. H. 767. Susan, S. (Leven van). Lb. 1881, 43. — Overdrukjes. Zie: Shakespeare. 846. Susanna, J. A., Gevolgen van deugd en ondeugd. 712. — Levensschets van H. Boie. 72. — ,, „ C. J. Temminok. Lb. 1858,47. — (Leven van). Lb. 1860, 119. Zie: Nieuwjaarwenschen. 524. —Orbis-pictus. 712. Suso, Gudeliga Snilles Vackare. 861. Suso, Heinrich, Leben und Schriften. 797. Suss, H. — Zie Boeck. Hs. 32. Sutherland, K. — Zie Jaarboekje. II. 678. Sutton, E. — Zie Words. 840. Suum Cuique (Ridder-ordre van). Hs. 25. Suur, H., Die alte Kirche zu Marienhafe. II. 716. — Die ehemaligen Klöster in Ostfriesland. H. 715. Suyck, C. J. van Bemmel. — Zie Bemmel. Suys, J. J., De Oosterwijksche Schoolkwestie. II. 414. S. v. d. S. — Zie S. van der Star. Sverdsioei, A. T., Vindiciae praecepti Bentleiani de genitivo substantivorum in nu et ium desinen- tium. 881. Sverige under Ulrica Eleonora. H. 777. Sveyro, E. — Zie Hugo. H. 407. S. v. H. — Zie S. van Hoogstraten. S. V. K., Tweetal Lofdichten. 469. S. v. L. R. G. — Zie S. van Leeuwen. S. V. P., Een Brief of korte Reysbeschrijvinge. II. 43. S. v. P. — Zie Reg. Tooneel. Swaagman, J. Sonius, Commentatio de dialecto Gro- ningana. 174. Swaan, G. J., Leerrede over Phil. IV: 6. 736, H. 1020. Swaan, J. S., Bedenkingen op de Bezwaren tegen den geest der eeuw. II. 241. — Frederik Hendrik van Nassau. H. 241. — Latijnsche Spraakkunst. 879. — Waarschuwing tegen ’t gevaar van ... spelen. II. 1010. — Wilhelmus van Nassouwen. 490. Swaan, Ph., Bruiloftdicht. 541. Swaanenburg, W. van, Arlequin Distelateur. 667. — Bruiloftdichten. 531, 546. — Herboore Oudheit of Europa in ’t nieuw. 356. — Parnas of de Zanggodinnen. 356. — Vervrolijkende Momus. II. 1009. Swaberland, C., Zedelijke tooneelspellen. XVIL. Zie: Schouwburg. XVII. — Reg. Tooneel. Swaef, J. de, De Geestelycke queeckerye v. d. jonge planten des Heeren. n. 917. Swaeu, G. de, Den singende Zwaan. 261. Swaen, M. de. — Zie Reg. Tooneel. Swaen, V., Aen de Staten d. Furstend. Gelre. H. 423. Swaens-halsche Vreugd-toneel. 218. Swalmius, C. J. — Zie ’s Gravesande. 533. Swalue, E. B., De daden der Zeeuwen. II. 569. — Gebeden voor zeelieden. 654. — Godsdienstige toestand d. Protestanten in Hon garije. H. 758. — Leerrede over de aanbidding Gods. H. 38. — Leerredenen. 724. — Leven van A. H. Pareau. Lb. 1860, 369. — Notice statist, s. 1. Royaume d. Pays-Bas. II. 82. — Toespraak v. d. leden d. Acad. Vereeniging. II. 507. — De Zeemanshuizen. H. 550. — (Leven van). Lb. 1865, 118.
Swalue, E. B., Overdrukjes. Zie: Bartlett. II. 877. — Gemeente. II. 577. — Geschiedenis. II. 329. — Jalagnier. II. 895. — Sander. II. 339. — Wiese. II. 25. Swammerdam, J. (Leren ran). 91. Swan, A. ran der, Hulde aan I. Riewert Smit. II. 970. Swanenburg de Veje, G. D. — Zie Jaarboekje. H. 631. Swanke, W., [Verschil! Dichtwerken]. 366. Swanneblummen. 823. Swart, A. J., De Napoleonte legislatore. II. 826. Swart, J., Leren ran J. O. ran der Hoop. II. 303. Swart, M. de, Zegen-wenschingen op W. K. H. Friso. 448. Swart, N., Ernst en Karei, roor jongelingen. 710. — Historisch tafereel ran den watersnood. H. 242. — Lijkrede orer C. W. Westerbaen. 95, 734. Zie: Lettervruchten. 707. — Redevoeringen. 117. Swartendijk Stierling, G., Beschouwing v. Bilderdijk’s Ziekte d. Geleerden. 387. Swartenhondt, J. H., Admiraal van Holland. — Zie Daane. 711. Swartens, O. Kuylburg geb. — Zie Kuylburg. Swarth, Ed., Do Jonkheer van Attenrode. 688. Swarth, Helene, Eenzame bloemen. II. 1000. Swarts, D., Geschied-en natuurkundige overwegingen, n. 298. Swartsen, U. F. — Zie Reg. Tooneel. Swaring, C., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 67. — Lijkrede op H. J. Bruins. 727. — Overdrukjes. Swaving, H. I., Bijvoegsels tot Weiland’s woordenboek. Hs. 77. — Dinxperloosche woorden. Hs. 77. — De jure, quod rulgo dicitur Dominium littera- rium. 18. — Nalezing op de biographische, anthologische en critische woordenboeken. Hs. 78. — (Leven van). Lb. 1881, 315. — Overdrukjes. Zie: Kinderrijmpjes. Hs. 82. Swebilius, G. A. — Zie Reg. Tooneel. Swedenborg, E. — Zie van Oosterzee. n. 779. Sweelinck, J. Pz., Acht 6-stemmige Psalmen. II. 328. — Chanson. H. 328. — Begins Coeli. II. 328. Zie: Psalmen. II. 989. — Schuyt. II. 828. Sweertius, F., Athenae Belgicae. 67. Zie; Magins. II. 14. Sweerts. — Zie Zweerts. Sweigholt, R-, Grafdicht. 573. Swellingrebel, J. G., Animadversiones quasdam criticas ad diplomata quaedam a Matthaeo edita, II. 60. Swetman, J., Beeren-iacht. 704. — Recht-banck. 703, 704. Swiers, J. J., Kleine Catechismus. II. 907. — Korte schets d. bijbelsche geschiedenissen. II. 907. — Leerrede over 1 Corinth. II: 2. 736. Swift, J., Conte du tonneau. 847. — Lemuel Gulliver. 702. Zie: Steele. 632. Swildens, J. H., Almanach en politiek zakboekje. 11.202. — Bardietjes. Een nieuw soort van gedichtjes. 382. — Twee Brieven aan P. Camper, n. 202. — Burger- en Huisraans Almanach en leerzaam Be langboekje. n. 210. — Godsdienstig Staatsboek. II. 226. — Over de hoogere doel-einden v. d. revolutie-oorlog. II. 226. — Lauwerkrans om de hoofden v. Nederl. dappere helden. 468. — Politiek Belangboek. II. 219. — Vaderlandsch AB-Boek [en Verslag daarover]. 708. — (Leven van). 91. Swildens, J. H. — Zie Tentoonstelling. II. 314. Swinburne, A. C., Poetical works and dramas. 849. Swinden, G. J. van, Grafdicht. 573. Swinden, J. H. van (Hulde a. d. nagedachtenis van). 91. — (Lijkpligt bij het graf van). II. 970. — Lijkrede op P. Nieuwland. 87. — Oratio de hypothesibus physicis, quomodo sint e monte Newtoni intelligendae. II. 943. — Redevoering in de Maatschappij Felix Meritis. 118. Zie: MolL II. 945. — Vertoog. II. 317. Swinden, P. van, Brief a. M. Tydeman. Hs. 67. — Grafdicht. 573. Swinden, S. P. van, De imperio ab Ord. Belgii Phi- lippo II Regi Hisp. abrogate eet. II. 118. Swinderen, J. H. F. R. van, Oorsprong van de be lasting op de floreenen. II. 619. Swinderen, R. de Marees van, Over eenige punten betreffende het zeerecht in tijd van oorlog, it. 934. Swinderen Rfil., R. de Marees van, De ratione, qua Cod. Civilis muüeres nuptas contra abusum potestatis maritalis tuetur. II. 266. Swinderen, Th. van, [Verschil! werken]. H. 977. — Aanspraak over J. Baart de la Faille. H. 968. — Beschrijving der inrigtingen v. h. onderwijs in Frankrijk. H. 826. — Beschrijving der plegtigheden bij den 200“ verjaard, d. Groninger Akademie. H. 648. — 25-jarig Bestaan van het Natuur- en Scheikundig Genootschap te Groningen. II. 650. — Bijdrage tot de geschiedenis der schoolverbetering. II. 644. — Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 67. — Gronden van bemoediging in deze zorgvolle dagen. H. 311. — Iets over het volksfeest d. 28 Aug. 1839 gevierd, n. 647. — Invloed der ramp van Groningen. II. 648. — Korte handleiding v. vreemdelingen. II. 647,648. — Korte opgave d. veranderingen welke Groningen ondergaan heeft. II. 648. — Het Lager Schoolwezen te Leeuwarden. II. 625. — Leven van J. C. van Hasselt. H. 968. — Ontwerp geschiedenis der schoolverbetering. II. 644. — Redevoering over de Natuurlijke historie. II. 947. — Redevoering over de Schoolwet van 1806. II. 310. — Schets zijner voorlezingen. H. 649. — School- en Armwezen te Zwolle. II. 638.
T.
Taalkunde (Vergelijkende). 35, H. 963. Taalkande (De Nederd.) gemaklyk gemaakt. 143. Taal- en Letterbode. 139. Taalmagazijn (Nieuw Nederlandsch). 139. Taalmeester (De kleine Russische). II. 1033. Taalproeve van het eiland Ascension. Hs. 36. Taalstrijd (Vlaamsclie). 64—66, II. 966. Taalstudie. Tweemaandelijksch tijdschrift. 25. Taalverbond (Het). Letterkundig tijdschrift. 134. Tableau analytique. — Zie Ulveling. H. 765. — d. auteurs dn Recueil Supplémentaire d. Canti- ques. 943. — de la Littérature Franpaise. — Zie Elberts. 925. Tableaus synoptiques ... d. dialectes Flamand et Hol- landais. — Zie Tafereelen. 154. Tabulae ceratae Romanae. II. 851. Tacitus, C. C., Annales. II. 849. — [Verschil! werken in het Latijn]. 887. — [Verschil! werken in Neder! vertaling]. 604,605. [ „ uitgaven en vertalingen van] de mori- bus Germaniae. II. 687, 688. Zie: Hooft. Hs. 31. Tack, A. — Zie Reg. Tooneel. Taco. — Zie Reg. Toonee! Tadama, R. W., Geschiedenis v. h. Veemgerigt.il. 725. — Geschiedenis d. stad Zutphen. II. 438. — De origine systematis repraesentativi. II. 279. — De waarheid aang. Ludolf van den Berg. II. 68. — Willem Graaf van den Berg. II. 121. — (Leven van). Lb. 1860, 441. — Overdrukjes. Tadama, R. W., en W. J. A. Huberts, Tijdreken kundig Register. H. 438. Taddel, E. — Zie Luther. H. 899. Tael. — Zie Taal. Taelmans Voordeel, ende Camerrecht. H. 988. Taemsz, C. — Zie Tresor de vertu. 657. Taets van Amerongen, Overdrukjes. Tafel, begrypende kortelyck h. groot ende merckelyc verschil enz. H. 368. — van de geslachten der Naamwoorden. 158. Tafel, L., Hamilton u. seine Gegner. 35. Tafel-discours over de hedend. Differenten. n. 166. Tafelgezelschap (Het vermakelijk). 292. Tafelliederen (Uitgezogte). 292. Tafeln (Die Iguvischen). 878. Tafelspelen. XII, XHI. Tafereel der Dwaasheid (Het Groote). 446, H. 177. (Geschiedkundig) v. d. aftogt d. Franschen. H. 824. (Historisch) v. d. zwaren watersnood. — Zie Swart. H. 242. — (Kort) d. Fransche tyrannie. —Zie Wiselius. II. 229. Taferelen (Bijbelsclie). 653. — (Huisselijke). — Zie van Heusden. 675. — uit het daaglijksche leven. XVII. (Zamenzigtige en vergelijkende) d. Vlaamsche en Hollandsche uitspraken. 154. Taffin, J., De Boetveerdicheyt des levens. 648. Zie: Sepp. II. 35. Tagore (Sourindro Mohun), The twenty principal Kavyakaras of the Hindus. 974. Tahlil jang dinjanji [Maleisch gezangboek]. 999. Taille (La) de Paris. — Zie Godefroy de Paris. 948. Tailliar, Overdrukjes. Taine, H., Histoire de la littérature Anglaise. 833. Zie: Bourget. 927. Tak, A., Brief a. A. Kluit. Hs. 73. Tak, J., Specim. inaug. oont. hist, legum ab Ordin. Gener. Foed. Belg. de coloniis latarum. II. 659. Tak, S. — Zie Wet. II. 265. Tak van den Bogaard, S. — Zie Bogaard. Takacs, E., Die Kunst in 18 Lectionen ein Kem-Magyar zu werden. 989. Takama, H. — Zie Huarte. 629. Takens, J. Rosdijk, Dehagchelijkebeproeving...van Sadrach, Mesach en Abadnego. 723. Talaeus, A., Rethorica. — Redenrykkonst. 717. Talavero, F. — Zie Salterio. 919. Talen. (Oorsprong, ontwikkeling en geschie denis der). 25. Talleyrand (de), Correspondance. II. 824. Talma (Werken over). XH. Talmeyr, M. — Zie Cladel. 956. Talvj. — Zie Volkslieder. 966. Talvj, Frau Robinson, geb. von Jacob, Uebersichtl. Handbuch d. Slavisohen Sprache u. Literator. 962. Tamé, T., Bruiloftdichten. 529, 547. — Verjaardichten. 525. Tamulsch. 995. Tanchelin [of Tanchelm], — Zie Janssen, ü. 798. Tancred and Gismunda. — Zie Engl. Plays. 843. Tanette (Geschiedenis van). 1002. Tangena, J. — Zie Spotprent. H. 469. Tannen, K. — Zie Reineke Fuchs. 815. Tannhauser (Der) und Ewige Jude. 808. Tappe, A. W., Russisches Elementar-Lesebuoh. 964. — Russisches Grammatisches Lesebuch. 964. Theor. prakt. Russische Sprachlehre. 964. Taptoe (Vermakelijke Haagsche). 282. Tarbé, P., Langage et patois de Champagne. 939. Zie: Blondel de Néele. 944. — Coquillart. 949. — Leduc. 948. — Quatre File d’Amyon. 947. — < Romancero. 942. Tardieu, A. — Zie Relation. H. 236. Tardieu, St.-Marcel. — Zie Saint-Marcel. Tardy, H. von. — Zie Erinnerung. II. 756. Targier, A., Bruiloftdicht. 539. Targier, J., Gedichten. 362. Zie : Fak. 632. Tarief voor het debiet van Koffij en Thee. II. 240. Tartarije. H. 863. Tarte, Flandricismes, Wallonismes. 936. Tarte, X., Chemin de fer de la mer du Nord a la mer Baltique. II. 707. Tarte Cadel, J. — Zie van der Vynckt. II. 106. Taschenbuch (Historisches). H. 4.
Taschenbuch der Liebe u. Freundschaft gewidmet. 782. — (Rheinisches). 782. Taschenkalender (Trierischer). II. 730. Tassius, J. B. — Zie Hoynck v. Papendreeht. n. 1041. Tasso, T., Aminta, favola boscareccia. 916. — Discorsi dell’ Arte poëtica. 916. — Het verloste Jeruzalem. 316, 627. — (Werken over). 912. Zie: Heg. Tooneel. Tassulo, Pilati de. — Zie Pilati. Tatay, L, [Magyaarsche prosodie], 989. Tate, N. — Zie Psalms. 841. Tatianus Alexandrinus, Harmoniae Evangelicae antiq. versio Theotisca. 781. Zie: Schilter. 776. Tatinghof, M. F., Bibels Blom-hof. 658. — Catechismus cither. 257. Tatischeff, J. de. — Zie Dictionnaire. 52. Tauler, Joh., Sermoenen. Hs. 19. — Van eenen volcomen Euangelisschen lenen Christe- lijcke Predicatien. 721. — Van Volcomentheyt alre deuchden. 620. Zie: Denifle. 755. Taurel, C. Ed., Te Brugge en te Leuven. 684. — Overdrukjes. Tautenburch, Overdrukjes. Tayaerdt (Geslacht). — Zie van der Heyden. II. 70. Taylor, B., De Amerikaansche Unie. 313. Taylor, J., Brief... over de opvoeding der kinderen. H. 918. Taylor, J. P. — Zie Reg. Tooneel. Taylor, S. — Zie Bertin. 9. — Milanesio. 9. T. B. J. — Zie Boel. 529. T. D. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. T. D. B. — Zie Reg. Tooneel. T. d. M. — Zie W. P. Turnbull de Mikker. — Reg. Tooneel. Tebbenhoff, C. A. — Zie Scheltema. n. 453. — Suppl. Reg. Tooneel. Teding van Berkhout. — Zie Berkhout. Teeckman, W. — Zie Sententien. II. 604. Teeckmanus, A. — Zie Advys. H. 592. Teekenboekje (Nieuw) voor de jeugd. 716. Teellinck, E., Babylon, ofte naeckte ontdeekinge. 11.369. — Bileam ofte den blinden Papist. H. 369. — Klaauwe vande beeste. II. 369. — Mizpa, ofte christelick gespreek, n. 369. — Philometor, ofte christ. t’samensprekinge. II. 392. — Querela ecclesiae, ofte klachte d. Kercke. H. 368. — Sulamith, ofte baniere des vredes. II. 369. Teellinck, M., Christelycke Onderwijsinghe. 11. 902. Teellinck, W., Nootwendigh Vertoogh. II. 1052. — Philopatris, ofte christelyck bericht. II. 127. — Sleutel d. devotie, openende de deure d. hemels. 649. — Den Spieghel der zedicheyt. 649. — Wraeck-sweert. II. 1043. — Zephaniae Waerschouwinge. 649. Zie: van Ooaterwyck. 343. Teenstra, M. D., Beschrijving d. Nederl. Overzeesche bezittingen, n. 662. — Chronologisch overzigt v. gebeurtenissen. II. 214. — De Nederl. West-Indische eilanden. H. 679. Teerincx, J. — Zie Lust-hof. 255. Teeuwsen, H. — Zie Reg. Tooneel. Tegenbericht d. jongst afgegane Superintendanten v. d. Lakenhal te Leyden. H. 511. Zie: Hoeingius. II. 366. Tegenbetoog o. d. staatsstemming in Drenthe. Zie Knoop. H. 653. Tegen-brief van een Amsteldams heer. V. Tegen-digt... op den Verbranden Schouwburg. V. Tegengalm op den Geestelijken Wapenkreet. II. 241. Tegen-zang (Wintersche). — Zie le Franco van Berk- hey. 374. Tegnèr, E., Eene eerste Avondmaalsviering. 316. — Frithiofs Saga. 862. — Redevoeringen. 862. — Samlada Skrifter. 862. Zie: Axel. 316. Tegulaar, A., Bruiloftdicht. 540. Teirlinck-Stijns, Uit het leven van ons volk. II. 1016. Teissèdre l’Ange, J. — Zie Ange. Teisterbant, G. a. — Zie W. Bilderdijk. Tekene (XV) die gheestelike geschien moeten. Hs. 80. Telders, A., Bezit in de doode hand. H. 1048. Teleki, J., Hunyadiak Kora Magyarorszagon. 992. Telemachus (Gevallen van). 703. Telle, Reinier. — Zie Plutarchus. 599. Tellegen, B. D. H., Beginselen v. d. volkshuishoud kunde. II. 933. — Duitschland en Nederland. H. 258. — De jure in mare, inprimis proximum. II. 933. — De Mest-inrigting d. stad Groningen. H. 648. — Stahl. Eene toespraak. II. 928. — De toekomst der vrouw. H. 316. — Volkshuishoudkunde en Regtswetenschap. H. 933. — Vrees en hoop aang. het Lager Onderwijs. H. 312. — De wedergeboorte van Nederland, n. 234. — De Wet. Eene toespraak. H. 922. — Overdrukjes. Telman, K. H. A. — Zie Reg. Tooneel. Telting, A., Grammatische beoefening d. Friesche taal. 820. — Het Kruisbroeders-Klooster te Franeker. H. 622. — Leven van J. W. de Crane. 75. — > » A. Deketh. Lb. 1857, 184. — „ „ D. Fockema. Lb. 1856, 10. — De St. Maartens kerk te Franeker. H. 621. — Vrijmoedige stemmen. H. 623. — (Leven van). Lb. 1864, 76. — Overdrukjes. Zie: Bowring. II. 401. — Jierboeckje. 823. — Redevoeringen. 117. — van Vervou. II. 1043. Telting, A., Oud-Friesch stadrecht. H. 617. Zie: Stadboek. II. 1068. — Stadrechten. II. 617. Telting, I., De crimine ambitus et de sodaliciis apud Romanos. H. 924. r
— Esquisses zoologiques. II. 682. — (Leven van). Lb. 1858, 47. Temminck, M., Bruiloftdicht. 539. — Over het verzuim d. beoefening d. vaderlandsche regten. Hs. 74. — Zamenspraken in het rijk der dooden. II. 203. — Heilkweekende Verlustigingen. 373. Temmink Wz., J. (Lijkrede op). 733. Tempeest, A. — Zie Ovidius. 601. Tempel (De) d. Grootmoedigheid enz. 451. — (De orthodoxe) of religie rare-kiek. II. 340. — (De) der Vrede geopend, n. 1002. — der Zanggodinnen. 285. Tempesta, A. — Zie de Saint-Simon. II. 92. Temple, R. C., A brief Exposition. H. 963. Temple, W., Aenmerckingen over de Vereen. Nederl. Provintiën. II. 154. — Historische gedenkschriften. H. 154. Tenckinck, J. W. C., De hervorming d. 16 e eeuw. II. 37. Tendimus ad coelestem patriam. — Zie Genootschap. Tendit ad ardua virtus. — Zie Genootschap. Tengbergen, H. F., Twee memorien. II. 565. Tengnagel, J. Gansneb genaamd, Meditatiën. 346. Tengnagel, M. Gansneb, [Verschill. Dichtwerken], 337, 338. Zie: Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Tennulius, S., Oratio de Belgarum fortune. II. 92. Tennyson, A., Becket. II. 1026. — Henoch Arden (Nederl. vertaling). 313. — Tiresias and other Poems. H. 1026. Tentoonstelling (Historische) v. Amsterdam. H. 546. — betreft, h. Athenaeum illustre te Amsterdam. 11.556. — (De) voor onderwijs te Amsterdam. H. 314. — te Philadelphia. II. 880. — van het geschenk aan Z. M. den Koning. II. 546. — „ schilderwerken te Amsterdam. IL 558. _ „ „ „ Leyden. II. 483. — (Internationale Koloniale en Uitvoerhandel). II. 546. Tentoonstellingen van Nijverheid (Catalogussen van). H. 288, 289. Tentzel, W. C., De Polycarpo... martyre. H. 31. Terbruggen, J. A. (Lijkrede op). 91. Terburch, C. — Zie J. Esser Jr. Terentius, Blijspelen. XV, XVI, XVII. Zie: Westerbaen. 330. — Reg. Tooneel. Terpstra, J., Brief a. M. Tydeman. Hs. 67. — (Ter gedachtenis van). 91. Terpstra, W., Brieven over... de Lat. scholen. H. 317. Zie: Sluiter. 91. — Virgilius. 886. Terstall. — Zie Bosch. 484. Tertullianus, Over het recht van verjaringe. 606. — Sermoen. Hs. 20. Zie: Justinus. 606. Terwen, J., Bruiloftdichten. 529, 530, 537. Terwen, J. L., Etymol. woordenb. d. Nederl. taal. 158. — Het Koningrijk der Nederlanden. IL 397. Terwen, J. L., en Corstiaan de Jong, Onze tijdge- nooten. II. 7. Terwey, T., Nederlandsche Spraakkunst. 148. — Overdrukjes. Terwogt, M. W. — Zie Reg. Tooneel. Terwogt, W. A., Wij protesteeren. n. 387. Tesch. — Zie Redevoeringen. II. 792. Teschenmacher, W., Annales Cliviae-Iuliae. II. 728. Tesselschade, A. en M. — Zie A. en M. Roemers. Tesselschade. Jaarboekje. 188. Tessin och Tessiniana. II. 777. Tessius, C. G. — Zie Tessin. H. 777. Testament (Het) vande Oorloghe. 430. — ofte Wtersten Wille v. d. Nederl. Oorloghe. — Zie van Nierop. 431. — und Abschrift d. XII Patriarchen. 799. — (Beelzebubs). 322. — (Jan Splinters). 320. —- (Nieuw) in het Bretonsch. 866. — ( „ ) „ „ Czechisch. 970. — ( „ ) „ „ Deensch. 859. — ( „ ) „ „ Esthnisch. 994. — ( „ ) „ „ Grieksoh. 876. — ( „ ) „ „ Groenlandsch. 1003. — ( „ ) „ „ IJslandsch. 857. — ( » ) » » Italiaansch. 914. — ( „ ) „ „ Laplandsch. 992. — ( ,,)>,» Latijn. 592. —(„)„„ Magyaarsch. 991. — ( „ ) „ „ Malabaarsch. 995. — ( „ ) „ „ Maleisch. 999. — ( „ ) „ „ Nederlandsch. 579—596, Hs. 13. — ( „ ) „ „ Neger-Engelsch. 1006.
45 Teylingen, A. van, Op-comste d. Nederlandsche be roerten. H. 105. Teytel des Kerstengeloves. Hs. 23. Tgilde, A., Nederlands blijdschap en vertrouwen. H.l 75. T. H. — Zie G. Paape. Th. Ag. — Zie D. Heinsius. Thalia en Melpomene. XIV. Tham, K., Deutsch-Böhmisches Nationallexikon. 51. Theagenes en Charielea. — Zie Heliodorus. 601. Theal, G. McCall, Kaffir Folk-lore. 988. Zie: Abstract. II. 682. — Basutoland Records. II 870. — Chronicles. II. 683. Théate Ligeoi. 940. Theatre Espagnol. 922. — Franpais au moyen-age. 957. — de la noblesse du Brabant. — Zie van den Leene 11. 812. Theaulon, M. E. G. M., Le petit chaperon rouge. 959. Zie: Léon. — Reg. Tooneel Thedericus van Limborg, Brief. Hs. 42. Thee-boom (De Oost-Indische). 292. Theelen, Nic. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Theesing, H. J. R. G., Zestal leerredenen. 725. Themmen, 3. M. — Zie ten Braak. 530. Themmen, Ph. H., [Verschill. Dichtwerken], 390. Theocritus. — Zie Ausonius. 304. — Reg. Tooneel. Theocritus a Ganda. — Zie D. Heinsius. Theodericus. — Zie Cochlaeus. II. 690. Theodor, Joh., Brief. II. 765. Theodor’s Bilderbuch. — Prentenboek enz. 709. Theodoretus. — Zie Eusebius Pamphilus. 600. Theodotus, Salomon. — Zie A. Afhacker. Theophilus, Die Schlesw. Sprachsache betrachtet. 745. Theophilus. Gedicht d. XIVe eeuw. 207. — Niederdeutsches Sehauspiel. 814. Theophilus Philadelphus. — Zie A. A. van der Meersch. Theophrastus, Karakterschetsen. 598. Theramenes. — Zie Hinrichs. II. 859. Theremin, C., De belangen der mogendheden. II. 51. Thérèse’s Album. n. 422. Therese, H., Bemerkungen. II. 401. Theroulde. — Zie Chanson de Roland. 943. Thersites. — Zie Engl. Plays. 843. Thesaurus duarum vooum locupletissimus. 166. — Theutonicae Linguae. Schat d. Nederd. Spraken. 165. Theuerdank. 798. Theunissen, P. D., Blikken in het krijgsmansleven. H. 48. Theylus, W., Gedenkschriften. H. 777. Theyskens, J., Misbruik v. h. bovennatuurlijke. 646. Thiboust, L. — Zie Reg. Tooneel. Thiéfry. — Zie Redevoeringen. II. 792. lhielen, J. C. van, Etudes archéologiques. 46. Thielmans, C. — Zie Busaeus. 648. Tliieme, H. C. A., De imperantis circa aggeres in Geina jure. H. 420. — De opusculo: Vindiciae contra tyrannos. H. 929 Zie: Reg. Tooneel.
Thieme, J. F., Rozen en brandnètels. 684. Thieme’s Zakwoordenboekje d. Nederlandsche taal.168. Thierens, A. L. — He Reg. Tooneel. Thierry, A., Lettres s. 1’histoire de France. IL 818. — Récits des temps Mérovingiens. IL 818. Thierry, E., Notice sur Le Chanteur. II. 582. Thiers, A., Discours sur la liberté de la presse. 19. Thiersch, B., De accentus graeci natura. 871. Thiersch, F., Epochen d. bildenden Kunst. 860. Ueber ein silbemes Gefass. II. 860. Thieullier, J. — Zie Schadt-Kiste. 216. Thijm, Alberdingk. — Zie Alberdingk. Thijs Kool. — Zie KooL Thil, A. van. — Zie Reg. Tooneel. Thil, J. van. — Zie Vertooningen. IV. — Reg. Tooneel. Thilloy, J. — Zie Messer. IL 1062. Thinaeus. — Zie T. van Duinen. Thirsis Minnewit. 281. Zie: van Dans. 836. Thiry, A. F. — Zie Reg. Tooneel. Thjddólfur [IJslandsch weekblad], 857, 858. T. H. M. F. — Zie Mengelpoëzy. 382. Thoden van Velzen. — Zie Velzen. Thöl, H. — He Frensdorff. II. 1022. Thoen, C., Bruiloftdicht. 543. Thöne, C. W. — Zie Reg. Tooneel. Tholen, N., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 67. Tholen, O. N., Bloei... der aloude staten. II. 13. Thomas, Lofrede van Marcus Aurelius. II. 854. — Predikacie. — Lijkpredikacie. II. 839. Thomas, E. D. — He Reports. IL 875. Thomas, G. — He Catalogus. II. 735. Thomas Aquinas, Van den godliken manieren. Hs. 80. — Yan der kennisse godes. Hs. 80. Thomas Cantipratensis, Der Bien-boeck. 610, Hs. 24. Thomas von Canterbury (Leben des H.). 946. — Saga Erkibyskups. 854. Thomas a Kempis, Alleen-spraecke der Zielen met God. 646. Godvruchtige overwegingen en gebeden. 646. — Navolginge van Christus [in dichtmaat]. 304. m „ „ [proza-vertaling]. 646,647, H. 1012, Hs. 21, 86. — Die Nachfolgung Christi. 797. L’Imitation de Jesus Christ. 949. [Verschillende werken]. Hs. 21, 86. — Le livret d’or. 949. — Cantica spiritualia. — He Spitzen. 647. — (Leven van). 647. Zie: Bahring. II. 970. — (Jomeille. 813, 814.— Zedeepiegel. 660. Thomasin von Zirclaria, Der Walsche Gast. 794. Thomasius., Ch. — He Eichstadius. 755. — Episto- larum... decas. 889. Thomasius, J. — He Muretus. 893. Thomasius, L., Oratio in acerbissimum funus incom- parabilis principis Mariae II eet. II. 839. Thomassen h Thuessink, D., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 67. Thomassen a Thuessink van der Hoop, E. J. — He Hoop. Thomassini, L., Glossarium univers. Hebraicum. 983. Thombergius, H., De kleine sand-bergh. 626. Thompson, A. — He Geoffrey. H. 832. — Jeffrey. H. 832. Thomsen, G. — He Fragmenter. H. 718. Thomsen, W., Ursprung d. Russischen Staates. IL 767. Thomson, J., De jaargetijden. 308, 635, 636. Zie: Reg. Tooneel. Thooft, I., De magno Concilio Ordinum Belgii Foederati anni 1651. II. 143. Thooft, W. F. — He "Wap. 294. Thooneel. — He Tooneel. Thorbecke, J. R. (Bibliographie van). Lb. 1875,203. — (Werken over). IL 258, 340. — Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 67. — Brieven. IL 243. — Bijdragen tot herziening der Grondwet. H. 254. — Oratio de disciplinarum historico-politicarum argu ment». Q. 2. — Over de erkentenis d. onafhankelijkheid v. België. II. 246. — Historische schetsen. Q. 61. — Kerkelijk Staatsregt. H. 361. — Leven van G. Wttewaal. 96. — Parlementaire redevoeringen. 720. — Over plaatselijke begrooting. Q. 282. — „ de regeling van het Hooger Onderwijs. H.318. — Veranderingen v. h. algemeen staten-stelsel van Europa. II. 51. — Ueber das Wesen... der Geschichte. H. 2. I — Een woord in het belang van Europa. H. 245. — Overdrukjes. Zie: Stnkken. II. 493. Thorbecke (De Heer) door den Paus gekroond. H. 340. Thorbecke, Mr. J. R., en de vijf Nederl. bisschop pen. H. 340. — (De val van). H. 340. Thorbecke, W. — He J. R. Thorbecke. H. 318. Thorberg, A., Utkast til a critisk historia om Oester- landska spraket. 979. Thordarson, G. — He Vapnfirdinga saga. 856. Thorkelin, G. J. — He Analecta. H. 781. — Da- norum (De) rebus gestis. 821. — Diplomatarium. H. 771. — Jus. H. 788. — Konga-Erfda. H. 781. Thorlacius, B. — He Hakone Vicensi (De). H. 787. — Sturlusyn. 855. — Undersögelse. 855. Thorlacius, S. — He Sturlusyn. 855. Thorpe, B. — He Analecta. 830. — Apollonius of Tyre. 832. — Beowulf. 832. — Rask. 829. Thorsen, P. G., De Danske Runemindesmaerker. 738. Thors tens Viikings-Sons Saga. 856. Thou, J. A. de. — He J. A. Thuanus. Thouars, G. A. C. W. de, 1813. H. 1004. — Dichtloover voor d. 24 Aug. 1837. 508. — Eeuwzang. 508. — Hulde aan Neerlands ... Koning. 509. — Het jongst vaarwel. 509.
Thouars, G. A. C. W. de, Yaderlandsche harptoo- nen. 501. — Weemoedstonen. 508. Zie: Duyn van Benthorn. 553. — Mengelingen. 500. — Orphea. 188. — Reg. Tooneel. Thouin, A., Voyage dans la Belgique. II. 47. Thramer, Th., Overdrukjes. Thrasybulus. — Zie C. Basken Huet. — Henrichs. II. 859. Th-s. — Zie A. L. Thierens. Th. 8. — Zie Th. Schoon. Thuanus restitutns. II. 19. Thnanus, J. A. — Zie Lampadius. II. 691. — Nomina. II- 5. — Scaligerana. 950. Thüring. — Zie Reg. Tooneel. Thüringen. II. 745. Thnlemeier, de, Memoire.. aux États-Généraux. II. 205. Thnrot, F. — Zie Harris. 29. Thuys, J. — Zie Ars Notariatus. 163. Th. v. B. — Zie Th. van Brussel. — Gedachten. 635. — Plinius. H 1010. Thwaites, E. — Zie Heptateuchns. 831. Thye Hannes, J. A. van, Brief. Hs. 67. Thve Hannes, J. G. van, Diss. de jure, quo Gelriae ducatus ac Zutphaniae Comitatus domui Austriacae cessit. H. 416. Thyrsis Veldgezangen. — Zie Mylius. 355. Thys, Isfr., Verhandeling over onze Nederd. Tael. 64. Thys, J., Memorie of vertoog. H. 410. Thysius, A., Historia navalis. II. 302. — Memorabilia celebriorum veterum rerumpublicarum. H. 13. — De usura et foenore eet. II. 1044. Zie: van Waasenbergh. II. 803. Tiallmann, N., Grammatica Suecana. Hs, 34. Tibertus, D. — Zie Plutarchus. 599. Tibetaansch. 997. Tiboel Siegenbeek, D. — Zie Siegenbeek. Tibullus, Oude liefde in nieuw gewaad. 299. Tibus, A. — Zie Zeitschrift. H. 724. .Tichelaar, H., "Lijkrede op G. van Heyningen. 729. Zie: Redevoeringen. 116. Tichler, J., Borger’s kanselwelsprekendheid. 72. — [Verschil! Leerredenen], 733, 736, H 1020. — (Leven van). Lb. 1866, 125. Ticknor, G., Geschichte d. schonen Literatur in Spa- nien. 917- Tiddy, W. P., Brief a. d. Bisschop v. Dardanië. IL 384. Tideman, Bruno. — Zie Redevoeringen. 117. — Arntzenius. 527. Tideman Jz., B., Aliasverus. II. 1011. — Geven. IL 1011. Tideman, B. J. — Zie Bibliotheek. 689. Tideman, Jan, Afscheidsgroet aan de Zuidnederl. leden v. h. 2 6 letterk. Congres. 62. — Bibliographic voor Nederland. 22. — Catalogus v. nederduitsche tooneelstukken behoo- rende a. d. Mtsch. d. Nederl. Letterkunde. H. — Onsterfelijk. 521. Tideman, Jan, De verguizing van het voorgeslacht. 513. — Overdrukjes. Zie: van Beaumont. 321. — Catalogus. II. 524. Cupido. II. 988. — Jacob van Maerlant. 206, 207. — Konst- en Letterbode. 126. — Domela Nieuwenhuis. II. 364. Tideman, Joannes, De Amsterd. Universiteit. n. 555. — Frederikstad a. d. Eider en h. Holl. Gemeente.II.720. — De Goudsche Catechismus. II. 901. — De Heer regeert. II. 251. — A. des Amorie van der Hoeven herdacht. 80. — Overzicht d. Catechetische literatuur d. Remon stranten. II. 357'. — De Remonstrantie en het Remonstrantisme. n. 357. — De Remonstrantsche Broederschap. II. 357. Zie: Gedenkschrift. II. 524.—Geschiedenis. IT. 27. Tideman, T. — Zie Arntzenius. 527. Tidsskrift (Antiquarisk). H. 774. — (Antiquarisk) for Sverige. H. 778. — for Philologi og Paedagogik. 850. Tieboel, De Mode. 384. Tieck, L. — Zie Afzelius. 862. — Genoveva. 810. Tiedeman, H. — Zie Eeuw (Onze). H. 20. — Man nen. II. 7. — Sweelinck. H. 328. Tiedemann, D., Versuch einer erklarung d. Ursprunges d. Sprache. 27. Tiele, A., De Heidelbergsche Katechismus. H. 903. — Lijkrede op J. Doesburg. 728. — Het opgecierde heiligdom. II. 523. Tiele, C. P., Feestrede op het 3e Eeuwfeest v. Lei- dens ontzet. II. 467. — Gedenkrede bij het 250-j. bestaan v. h. Seminarium d. Remonstranten. II. 358. — Gedichten. 422. — De godsdienst van Zaratlmstra. II. 23. — Vergelijkende geschiedenis d. Egyptische en Meso potamische godsdiensten. II. 23. — Twaalf preken. 726. — De plaats van de godsdiensten d. natuurvolken in de godsdienstgeschiedenis. II. 21. — Overdrukjes. Zie: Gedichten. 232. — de Génestet. 421. — Proza en poëzie. 184. — Toespraken. 88. — Volks- Almanak. 189. Tiele, P., De zegepralende godvrucht. 375. Tiele, P. A., Bibliotheek v. Nederl. Pamfletten. II. 55. — Catalogus d. Bibliotheek van J. Thysius. II. 503. — Overdrukjes. Zie: Bloemlezing. 577. — Bakhuizen van den Brink. 136. — Bijdragen. II. 666. — Catalogus. II. 524, 656. — Gids (De). Register. 130. — Register. II. 62. Tiellandt, W. H. J. van Westreenen van. — Zie Westreenen. Tienhoven (van). — Zie Remonstrance, n. 686. Tienhoven, G. van, Beschouwingen over rectspersoon- lijkheid. H. 926. — Un Dantista Olandese. 78. — Leven van J. C. Hacke v. Mijnden. Lb. 1873,113. — Feestrede bij het 50-j. bestaan v. h. Genootsch- tot zedelijke verbetering d. gevangenen. II. 276.
Tienhoven, G. van, Het Hooger onderwijs en hot Athenaeum te Amsterdam. II. 555. — De waarde van het Romeinsche Recht. II. 924. Zie: Redevoeringen. 117. Tieranny (Engelsche). II. 200. Tiggelaar, H. — Zie Reg. Tooneel. Tigler, K„ Grafdicht. 565. Tijd (De), Merkwaardigheden enz. 131. — (Onze). Merkwaardige gebeurtenissen. II. 20. — (De Oude). Geschiedenis, volksleven enz. II. 83. Tijding (Gewenste) uyt Engelaudt. H 171. — (Gewenste nieuwe) van Londen. H. 836. — (Nieuwe) uyt de lught. II. 837. — ( „ ) van Parnas. 450. — ( „ ) geschreven uyt Edam. II. 821. Tijdinge (Expresse) uyt Londen. II. 172, 836. Tijdingh (Nieuwe)... uyt de Stadt Franckfort. II. 1060. Tijdkorter (De nieuwe Vlissingsche). 289. Tijd-kortinghe (Der ionghe dochters). 661. Tijdkortingen (Dichtlievende). 229. Tijdperk (Het gouden) d. Nederlandsche letteren. 224. Tijdrekenkunde. II. 3. Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap te Amsterdam. II. 37. — (Academisch). — Zie van der Chijs. II. 322. — voor het Armwezen. II. 291. — ter bevordering van Nijverheid. II. 287. — (Driemaandelijksch). 130. — ( „ ) voor onderwijs. II. 309. — voor geschiedenis. II. 1034. — „ de geschiedenis van Utrecht. II. 583. — (Historisch). II. 61. — voor de Indische taal-, land- en volkenkunde. 11.661. — v. Kunsten en Wetenschappen v. h. Depart, d. Zui derzee. — Zie Letteroefeningen. 125. — voor algemeene Munt- en penningkunde. II. 7. — (Nederduitsch). 134. — (Nederlandsch). 134. — ( „ ) v. onderwijs en opvoeding. II. 1050. — voor de Nederlandsche Gymnasien. II. 318. — „ Nederlandsche Letterkunde. 129. — „ het Nederlandsch Regt. II. 261. — „ Nederlandsche Taal- en letterkunde. 133. — „ Noord-Brabantsche geschiedenis. H. 403. — „ Noord-Nederl. Muziekgeschiedenis. II. 327. — „ Oudheden enz. van Utrecht. IL. 583. Tüdscbriften en "Verzamelingen. 125, H. 975. Tijdspiegel (De). 130. Tijdstroom (De). II. 976. Tijdverdrijf (Dichtlievend). — Zie Kuipers. 377. — (Kluchtigh) bij de Worste-ketel. 774. Tijd-verdrijver (Den Christelijken). II. 1013. Tijdwijzer (Sentimenteele). 185. Til, H. N. van, Beknopte beschrijving van Zutphen. II. 438. Til, Petr. van. — Zie Melpomene. SU. Til, S. van, Tweede (en Derde) Boek d. Psalmen.II.888. Til, S. van, Zielen-raad in tijden van druk. H. 175. Tilanns, J. W. R., Een Jubeljaar. II. 556. Zie: Catalogus. II. 557. — Weekblad. H. 937. Tilberg, G. S., et J. A. Berggren, De usu et ne cessitate linguae Latinae eet. 877. Til borg, N., Oratio fun. in obit. Jacobi de Famars. H. 726. Tilenus, D. — Zie Fijne (Passchier de). II. 1052. Tiling, E. — Zie Yersuch. 817. Tiling, J. — Zie Nuck. 909. Tilius, J. — Zie Respublica. II. 818. Till Allingham, J. — Zie Allingham. Tillo. — Zie Reg. Tooneel. Tilvaext(Om Literaturens) under tre danskeKonger.857. Timan, D. A., Gedichten. 418. Timareten, Phil. — Zie Th. Janss. ab Almeloveen. Timm, H., Das Nibelungenlied. 793. Timme, G., De schipbreuk op de St. Paulus-rots. 510. Timmer, G. K., Handleiding tot de kennis van den aardbol. II. 39. Timmer Westerouën van Meeteren, H. —Zie Meeteren. Timmerman, J. de. — Zie Costumen. II. 578. Timmerman Jr., J. de, Bijdragen tot de geschiedenis van Holland en Zeeland. Hs. 51. — De Unione Hollandiam inter et Zeelandiam. II. 569. Timmerman, P. J. de, Nagelaten gedichten. 374. Timmermans, A., Bruiloftdicht. 537. Timmers Verhoeven. — Zie Verhoeven. Tinarlo, Frans. — Zie R. Koopmans van Boekeren. Tincken, W., Leerredenen. 723. Tinga, E. (Leven van). Hs. 54. Tingstadius, J. A. — Zie Salomo. 862. Tinholt, L., „Van Babel naar Jeruzalem.” 421. Tinne, A., Antwoord op de Redevoering. II. 198. — Missive (1® en 2 6 ) van een Oud Regent. II. 206,207. Tinnemans, G., Bruiloftdicht. 539. Tirion, C., Bruiloftdicht. 550. — Lijkrede over Joh. Andries. 69, 727. Tischendorf, C. — Zie Evangeliën. 596. — Schnee- gans. II. 18. Titon et 1’Aurore. 953. Titsing, A., Bruiloftdichten. 536, 541, 544. Tittmann, C. A., Onderwijs in de strafwetten. II. 273. Tittmann, J. A. H., De mutationibns literarum. 23. — De summis principiis Augustanae Confessionis. H. 893. Tjaden, Sicco. — Zie Schortinghuis. 262. Tjaden Modderman, R. S., Vooruitgang. II. 943. — Overdrukjes. Tjarda van Starkenborgh, L., De onwettigheid v. d. invoering d. bisschoppelijke hiërarchie. H. 340. Tjasink, A. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Tjassens, S. (Lijkrede op). 733. Tjeenk, J., Brief a. M. Tydeman. Hs. 67. T. J. K. — Zie T. J. Kerkhoven. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Tobias (Boek van). 591. — (Historie van den ouden en jongen). 697.
Tolk, A. — Reg. Tooneel. Toll (van). — Zie Kappipo. 715. Toll, A. A. van, Aanm. op de nieuwe Psalm berijming.247. — Bedenkingen over het voorstel. II. 389. Toll, C. van, Bruiloftdichten. 541, 544. Toll, Ph. Th. — Zie Reg. Tooneel. Tollé, H. A., Aan mijn leermeester. Hs. 28. — (Iets van). 375. Tollens, F. J. P., De principum titulis eet. H. 931. Tollens Czn, H., [VerschiU. Dichtwerken]. 398,399, Hs. 82. — Verspreide Dicht- en Prozawerken. 195. — Aan de Britten. 487. — „ Chassé. 506. ■ — „ C. F. van Maanen. 556. — De algemeene Bededag [en vier vertalingen]. 505, 506. — Een Bedelbrief. 511. — Op de beeldtenis des Konings. 496. — Bibliographic d. werken van A. Boxman. Hs. 77. — » » „ „ P. Moens. Hs. 77. — Brieven. Hs. 68, 85. — Cantate voor het eeuwfeest v. h. Seminarium d. Remonstrantsche broederschap. 507. Feestzang bij het huwelijk v. d. Prins van Oranje. 494. — Bij de Geboorte van den jongen prins. 495. — Kinderlijke Dichtstukjes. 427. — Bij ’s Konings begrafenis. 511. — ’s Konings verjaardag. 503. — Lied der Leidsche Studenten. 504. — Lijkdicht op E. A. Borger. 563. — Nieuwejaars-zangen. 524. — De Overwintering op Nova Zembla [en zeven vertalingen], 398, H. 998. — Sentimentele geschriften en gedichten. 195, — Tafelbed. 292. — Tooneelstukjes. CCLX. — Tooneelpoezy. CCLX. — Vaarwel der vaderlandsche studenten. 501. — Vaderlandsch Krijgslied. 493. — Vaderlandsche Wapenkreet. 493. — De Val der Citadel. 506. — Bij de verheffing van Z.K. H. Willem Frederik. 493. — Verjaardag van den Prins van Oranje [en Fransche vertaling], 506, 507. — Zangen v. d. vergader. Nut v. ’t Algemeen. 507. — (Werken over). H. 970, 971. — (Leven enz. van). 92, Lb. 1857, 103. Zie: de Backer. 61. — Claudius. 308. — Clavareau. 226. — Dichtbloemen. 295. — Gedichten. Hs. 27. — Inwijding. 118. —Loots. 392. — Menge lingen. 600. — Messchert. 402. — Nagedach tenis (Ter). 84. — Nieuwjaarwenschen. 523. van der Palm. 72. — Proeven. 268. — A. S. van Reesema. 541. — W. van Reesema. 550. — Tuiltje. 313, — Volksliederen. 272, II. 992. Vrouwen. 282. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Tollens-Album. 92.
Tollens-begrafenis. 575. Tollens-Fonds. 92. Tollens, H. P. J. — Zie Nieuwjaarwenschen. 524. Tollens, L. — Zie Reg. Tooneel. Tollens, L. J. A., Gedichten. 418. Zie: Biang-Lala. 181. — Koran. II. 26. — Muzen- Almanak. 189. Toller, T. Northoole. — Zie Bosworth. 830. Tollius, H., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 68. — Bruiloftdicht. 535. — Dictata in lingnae Belgicae artem grammatica. Hs. 2. Zie: Bescheiden. II. 207. — Kunstgenootschap. Hs. 26. — Vertoog. II. 219. — Voorda en Valckenaer. II. 219. Tolling, J., Epistolae itinerariae. II. 16. Tolquestie (De) v. h. Zwolsche Diep. — Zie Schutte- vaer. II. 640. Toltz, J., Eyn kurtz Handbuchlyn. 798. Tomas, H., Leerrede bij 25-jarigen priesterdienst. 733. Tombe, A. J. J. des (Leven van den Lt. Gen.). II. 252. Tomheau (Le) de Robert-le-Erison. — Zie de Baec- ker. H. 801. Tomicek, J. S., Lehrbuch d. Böhmischen Sprache. 969. Tompa, Mih&ly, [Magyaarsche spreekwoorden]. 990. Tomsa, E. J., Böhmische Spraglehre. 969. Ton (De vast-gekuypte Loevesteinsche). II. 158. — (De) vol vrolijkheid. 291. Tonckens, J., De Escis Drenthinis. II. 654. — De Jure Civium contra Tyrannos et injusta. Julii Caesaris caede. H. 929. Zie: Historie. II. 651. Toneel. — Zie Tooneel. Tongen (XII propheterende) van Algarazabel. 439. Tonghen (Van die vreemde). — Zie David Joris. 616. Tongvallen (Engelscbe). 840, II. 1025. — (Fransche). 937, II. 1032. — (ËCoogduitsche)- 771, H. 1023. — (JVeilerliindsche). 173, II. 982, Hs. 5, 77. Tonis, H. N., Brief a. M. Tydeman. Hs. 68. Tónna, C. E., Briefschrijven. H. 984. Tonnis, J. — Zie Reg. Tooneel. Tony. — Zie A. Bergman. Tooke, J. Horne, The diversions of Purley. 30. Tooneel (Het). CCLVTI. — der beroemden hertogen. — Zie de Clerck. H. 5. — voor Dames. XXV. — „ „ en heeren. XIV. — der gedenkwaardigste Wonderen. 627. — der Graaven v. Holland en Princen v. Oranje. Hs.40. — ,, Hartogen van Brabant. Hs. 40. — voor Heeren. XIV. — van heidensche deugden. 631. — der leerlijcke ende vermaeckelijcke historiën. — Zie de Grieck. 667. — (Het Nederduitsch) in België. IX. ( „ Nederlandsoh). Kroniek en critiek. UI. — (Geschiedenis van het IV ederlandsch). III, CCLVH. Tooneel (Het Spectatoriaal). XV. — der volksbeschaving te Brussel. IX. — vaD de wereltsche veranderingen deses tijts. — Zie Bandello. 663. — (Het zedelijk). XIII. — (Het zeedelijk Fransch en Hoogduitsch). XHI. — (Het) der zegevierende menschlievendheid. XIV. Tooneel-Almanak. — Zie Almanak. Tooneelbeschouwer (De Hollandsche). II. Tooneelboek van den Amsterd. Schouwburg. Hs. 33. Tooneelcritielr. II. Tooneelen uit het leven van Heldewijs. 232. Tooneelgezelschappen (Nederlandsche). X, XIV, CCLIX. Tooneel-gordijn (Het swart) opgeschoven voor... C. en J. de Witt. II. 1001. Tooneel-kijker (De) [van 1784]. HL — van 1815—1817. Hl. Tooneellief, J. — Zie Brief. V. Tooneellief, W. — Zie Missive. IV. Tooneel-oefening (Zedelijke). XIV, XV. Tooneelpoëzy van het Genootsch. Constantie et labore. XIV. — van het Genootsch. Gloriaiu tribuit doctrina. XV. „ „ „ Industria et labore. XV. n „ „ Kunst wordt door arbeid ver- kreegen. XV. — van het Genootsch. Nature et Arte. XV. „ „ u Nostra musa virtus. XV. Tooneel- en Mengelpoezy v. h. Genootsch. Kunstmin spaart geen vlijt. XV. Tooneelspectator (De). UI. Tooneelspeelknnst. H. 955. Tooneelspel-Beoordeelaar (De). XU. Tooneelspel-Beschouwer (De). H. Tooneelspel-Beschouwer (Voor den). III. Tooneelspeler (De) en zijn aanschouwers. EI. 958. Tooneelspellen (Zedelijke). XVH. Tooneelstukken (JMederfandsche). XTT, CCLX, Hs. 32, 83. — van het Genootsch. Ars superat fortunam. 221. XIV. — uitg. onder de zinspreuk Ars usu juvanda. XTV. „ „ Door vlijt en kunst. XIV. van het Genootsch. Nil volentibus arduum. 221. XV. — uitg. onder de spreuk Oefening beschaaft de kunsten. XV. — door een Kunstbeminnaar. XVI. Toonen van geloof, liefde en hoop. 308. — (Vaderlandsche). — Zie Scharp. 389. Toonkunst. H. 327, 955. Toorenburg, P. van, Bruiloftdicht. 533, 544. Toorenenbergon, A. van, Beknopte zamenvattmg v. d. inhoud des Bijbels. II. 908. — Een ernstig woord. H. 340. — Onze Feestviering. II. 294. — Onze strijd door Christus. 726. — Pinksteren. II. 1018. Zie: Almanak. H. 830. — Schenkel. H. 351.
Toorenenbergen, J. J. van, Eerie bladzijde uit de geschiedenis d. Nederl. Geloofsbelijdenis. II. 345. — Bijdragen tot verklaring v. d. leer d. Hervormde Kerk. H. 896. — Het leven van Abraham. 726. — Leven v. D. Chantepie de la Saussaye. Lb. 1874,153. • — Luther aan de Hoogeschool. n. 1038. — Overdrukjes. Zie: Acten. II. 841. — Brieven. II. 347, 732.— Geschiedenissen. H. 842. — Handelingen. II. 732. — Marnix. 624. — Schriften. H. 894. — Stukken H. 716. Toorn, A. J. H. van der. — Zie Regeling. H. 554. Toorn, J. van der, Geslachtboom der Heeren van Brederode. n. 69. Toornburg, K., Christelijke overdenkingen. 652. Toornburg, C. P. Lammers van. — Zie Lammere. Toomwagter (De vrolijke). 291. Toovery. 690. — (De) van den dag. — Zie van Lennep. 516. Tooverstaf (De Egyptische). — Zie Kist. 673. Topin, M., Romanciers contemporains. 927. Toplady, Aug. — Zie Hervey. 723, 735. Topographia Germaniae Inferioris. —ZieZeiller.n. 395. Topp Wandal, P. — Zie Wandal. Toppeltinus de Medgyes, L., Origines et occasus Trans- sylvanorum. H. 759. Toren, H. — Zie Amys. 527. Torfaeus, Th., Historia Yinlandiae. II. 770. — Series Dynastarum et Regnm Daniae. H. 784. — Universi Septentrionis Antiquitates. H. 784. Torfs, J. A., Nederlandsch dictaatboek. 159. Zie: Onthulling. II. 967. — Toekomst. II. 307. Torfs, K. L. — Zie Mertens. II. 796. Torfs, L., Nederlandsche krijgs- en partijnamen. II. 64. Tormius, E. O. — Zie Sermones. II. 785. Torp, A., Die Flexion des Pali. 973. Torrentius, L. — Zie Alciatus. n. 332. Toretenson, L. — Zie Watts de Peyster. H. 776. Tot hiertoe en niet verder. — Zie Olivier Schilperoort H. 242. — hulp in nood. — Zie Genootschap. — nut en beschaving. — Zie Genootschap. — onderling vermaak. — Zie Gezelschap. Tour (An entertaining)... trough part of Flanders. II. 45. Tour, J. C. du, Beschrijving van een werktuig. II. 945. — De elektrieke vloeistof. II. 945. Tour, la. — Zie La Tour. Tournesol, Flora, Klaaglied. 517, II. 1065. Tourneur, Cyril, Plays and Poems. 847. Touroda, A. — Zie Reg. Tooneel. Toussain,D., Nootsak, bedenckingen van den doot. 649. Toussaint, A. L. G. — Zie Bosboom-Toussaint. Toussaint-L’Ouverture, Antwoord. 487. Toussaint Neyts, J. — Zie Neyts. Townson, R., Reize in Hongarijen. II. 758. Toze, E., Geschiedenis d. middel-eeuw. II. 15. lozen E., Inleiding tot de staatkunde van Europa. Traan (De koninklyke). 514. Tractaat (Allegorisch) over het bereiden van een wo ning. Hs. 81. n“ ghemaeckt... binnen Antwerpen. — over de Biecht. Hs. 32. — van Commercie .. gemaeckt tot Nijmegen. H. 164. — „ Conventie (1 Aug. 1804). II. 226. — » ,, over den Treves. H. 169. — tusschen Nederland en België. H. 250. — (Een seer schone) of Ónderwys enz. — Zie David Joris. 615. — (Een seer schoon vnde heerlyck) off Onderwysingh v. Godes gheest. — Zie David Joris. 616. — tusschen de Yorstend. Gelre en Zutphen. Zie Extract. II. 417. — van Yrede beslooten te Munster. H. 141. — » „ gemaeckt tot Nymegen. II. 164. — „ den Wijngaert. Hs. 22. Tractaet. — Zie Tractaat. Tractaetgen (Een cleyn). II. 365. Traetaetjen (Een kort) van de danssen. H. 369. Tractaten (Devote). Hs. 23. — (Geestelijke). Hs. 24. — (Stichtelijke). Hs. 23. — ( „ ) en gedichten. Hs. 23. Tradel, J., Tafereel v. d. gebrekkelykheid v. sommige vrouwen. 704. Traditiones et antiquitates Fuldenses. II. 722. Tragedy (The Spanish). — Zie Engl. Plays. 843. — (The) of Sir John van Olden Barnavelt. 846. Tragi-Comediën (Twee). XV. Tragoedia. Joannis d Töuffers... Histori. 805. Tragoo, Adr. — Zie J. Ie Francq van Berkhey. Train, J. K. van, Chochemer Loschen. 776. Traité d’Alliance Defensive.. conclu le 27 d’Avril 1662. H. 148. — de la formation des langues. 26. — (Le) de Londres. IL 719. — de la manière d’enseigner a lire.—Zie Bouillette.932. — de paix [Zinneprent], H. 51. n prouonciation Grecque-m oderne. — Zie Berger. — entre le Roy de la Gr. Britt., le Roy très-Chrestien et les Etats-Generaux. II. 173. — des sons de la langue Franpaise.—Zie Bouillette.932. — de topographic. — Zie van Gorkum. H. 302. Traktaat-Genoolschap (Nederl. Godsdienstig). H.1011. Tralies, Schreiben v. d. deutschen Sprache. 759. Trampe, C. F. — Zie Geloofsbelijdenis. II. 705. Tranen (Hert-grondige) over het vertreck v. A. van der Velden enz. 435. — (Mijne kinderlijke). — Zie Post. 635. Transactions of the Cymmrodorion. II. 843. Translaet v. d. Ban.. teghen die Ghemuytineerde v. Hoochstraten. II. 124.
Translaat van des Keysers Octroybrief. IE. 755. — van 8ekeren Spaenschen Brief. II. 123. Translations (Metrical) from Sanskrit Writers. 974.] Transport van een huis te Middelburg. Hs. 51. Transportbrieven van de 14 e —17® eeuw. Hs. 75. Transvaal. II. 681. Trap, J. P., Beskrivelse af Danmark. II. 786. Trapp, M. — Zie Catalog. II. 758. Trappen, D. J. vander,Deluister v. Hollands Hooge- scholen. 464. Trasignyes (Roman de). — Zie Baudoyn. 949. Traudenius, D., Tyd-zifter. 345. Zie: Keuren. II. 486. Traun. — Zie Watts de Peyster. II. 1061. Trausch, J., Schriftsteller-Lexikon. 749. Trautman, J. P., Grafdicht. 574. Travaglino, J. A. N. — Zie Adviezen. 166. Travels with Dr. Leichhardt in Australia. II. 883. Treatyse of Fysshynge wyth an angle. 844. Treck-schuytje (Hoorns vermaeck’lyck). 278. Treese, P. — Zie Stafford. 559. Trelcatius, L. — Zie Oordeel. II. 367. Trémadeure, U. de, Etienne en Yalentyn. 712. Tremaine, H. E. — Zie Reunion. H. 879. Tremblay, J. Frain du. — Zie Frain. Trendelenburg, F. A., Overdrukjes. Tréogate. — Zie J. M. Loaisel Tréogate. Tresenreuter, I. U. C., Antiquitates Germanicae.IL.697. Tresling, J. Ruardi. — Zie Studentenliederen. 292. Tresling, T. Haakma, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 68. — (Leven van). Lb. 1863, 3. Tresling, T. Haakma, en H. O. Feith, Memorie van Regte. II. 643. Tresling, T. P., Grafdicht. 575. De Warven en de Hoofdmannen. H. 646. Zie: Xenophon. 598. Tresoor (Bibels) ofte der zielen lusthof. 649. Trésor national. H. 978. de vertu etc. — Schat des Deuchts. 657. Tressan, L. E. de la Vergne, Comte de, Jehan de Saintré. 952. Treter, T. — Zie Horatius. 887. Tretzel, W., Evangelische raad. H. 340. Treuer, G. S., Anastasis veteris Germani Germaniaeque feminae eet. H. 697. Treur-gezigt op het af branden v. d. Schou wburg. V. Treurtoonneel enz. — Zie van den Bosch. IL 5. Trevisano. — Zie Brieven. H. 131. Trevor, A., The life and times of William Id. II. 839. Treytel, J. N. — Zie Wilmsen. 908. Trial of treasure (The). — Zie EngL Plays. 843. Tribbechovius, A. — Zie Fasciculus. II. 13. Tricht Az., O. van, De Kerkhervorming in Enk- huizen. II. 559. Tricotel, E. (Levensschets van). 930. Trie, de. — Zie J. G. A. Cuvelier de Trie. Triemer, J. Z. — Zie Psalms. 841. Trieper, J. H., Lofrede op H. Heeremiet. 79. Trieper Jr., J. H., Karel Y als staatsman geschetst. IL 102. Triest de Castille, S. F., Brief. Hs. 73. Trigland, I., Grafdicht. 568. Trigland, J., Antwoorde op dry Vraghen. II. 368. — Kerckelycke geschiedenissen. H 348. — Laud, funebr. GuilhelmiHIAngliae...regis.H.174. — Mariaas goede deel. H. 839. — Overdrukjes. Trimble, I. P., Treatise on the Insects. II. 951. Triomf. — Zie Triumph. Trip (A) to Holland. H. 85. Trip, H. — Zie Memorie. It. 643. Trip, H. J., Geschiedenis der ziekten. H. 647. Trip, L., Breydel v. heerschende muytzucht. 455. — Brieven. Hs. 68. — Bruiloftdicht. 535. — Caracter van eenen braaven gouverneur. Hs. 30. — Eeuwzang op het.. beleg v. Groningen. 460. — Tijdwinst in ledige uren. 371. Zie: Alberthoma. 549. Tristan und Isalde. — Zie Volksbiicher. 809. Tristan-Sage (Die Nordische u. d. Englische Version der). 856. Tristan 1’Hermite, F. — Zie Reg. TooneeL Trithemius, J., Steganographia. 10. — Steganographiae... declaratio. 10. — Polygraphiae libri VI. 10. Trits van verstanden. H. 158. Triumph van Neder landt. 271. — (Den) vanden Oorloch. II. 127. Triumph-dicht over... Wesel. — Zie Moor. 433. Triumph Gedight (Der Wit angieren). 217, 434. Triumphs (Rare) of love and fortune. — Zie Engl. Plays. 843. Tmka, F., Lehrbuch d. Böhmischen Sprache. 969. Troelstra, P. J., Oan de sédyk. 828. Trognon, A. — Zie Gildebert. 955. — Horderad. 957. Trojans (The true). — Zie Engl. Plays. 843. Trollope, A., An Autobiography. 836. Trommel, C. — Zie Verhaal. H. 525. Trommius, A., Nederl. Concordantie. It. 887, 889. . Zie: Martinns. H. 902. — Verbetering. 245. Tromp (Geslacht). — Zie de Jager. H. 72. Tromp, Brief a. Termeulen. Hs. 68. Tromp, M. H. (Leven van). II. 172. Tromp, Th. M., Emma. 687. — Herinneringen uit Zuid-Afrika. II. 684. — De roos van Kimberley. 687. — De Stam der Ama-Zoeloe. H. 869. — Overdrukjes. Tromp, T. van Hettinga, De Koninkl. Akademie enz.19. Tromp, F. J. Winter. — Zie Winter. Trompetje (Het nieuwe Nassouse). 271. Trompetter (De vrolijke). 289. Tronchinus, J. A. — Zie Streso. 906.
46 Troost (Een) en Spiegel der sieeken. II. 1009. Troost, C. — Zie Ver Huell. EL 326. Troost Gz., P., Aanteekeningen gehouden op eene reis om de wereld. II. 46. Troostenburg de Bruyn, C. A. L. van, De Her vormde kerk in Neerl. Oost-lndië. II. 672. Troosting, E. — Zie Groshans. II. 841. Tross, L., Ad J. Fleutelot. 889. — Bericht over den Merlyn. Hs. 11. — Brieven a. H. W. Tydeman. Hs. 73. — Catalogus d. Klooster-biblioth. te Prenswege. Hs. 76. Zie: Chronicon. II. 832. — Gillebertus. 888. — van der Schüren. II. 732. — Tacitus. II. 688. . — Westphalia. II. 724. Trotsenburg, P. van. — Zie Kikkert. 231. Trotz, Ch. H., Oratio de Wilhelmi IV. II. 187. Trotz C.H. fil., G. H., De Urpheda. H. 274. Trou moet blyken. — Zie Rederijkerskamer. Troubadour (Le). Poésies Occitaniques. 924. Troubles de Bruxelles de 1619. H. 813. Trouillart, M. J. en S. P. — Zie Abresch. 527. Trouloosheyt der Engelsche. H. 156. Trouvé. — Zie Thouin. H. 47. Trouw (De) aan Z. M. Willem HL 514. Trouw moet blijken. — Zie Rederijkerskamer. TrouwgevaUen(Hollandsche) tusschen Rudolf en Aurelia enz. 664. Troyel, J., Brieven a. G. van Loon. Hs. 68. Troyon, P. — Zie Mémoires. H. 764. — Mitthei- lungen. H. 762. Trueb, M. W. F., Ontwikkeling... d. Rijks-, Prov.- en Gemeentebelastingen. H. 283. Triibner’s Bibliotheca Sanscrita. 974. Trützchler Hanck, J. H., Kong Prederik. II. 784. Trumbull, J., en W. Livingston, Brieven. H. 630. Tryfosa. — Zie Mejonkvr. J. Quarles van Ufford. Tsamen Sprekinghe (Een) oft Disputatie. II. 365. Tsamen-spreeekinge tusschen een Jesuvt ende Bode n. 370, 372, 374. Tsamensprekinghe van twee boersche persoonen. 824. Tschackert, P., Anna Maria von Schürmann. 90. □Tsclierlxessisch.. 993. Tschirschnitz, C. G., Natürkunde d. Sprachlaute. 763. Tseu-kwang-k’he. — Zie Dissertation. H. 862. T. S. P. H. L. H. S. T. L. P. V. T. — Zie H. P. van Heussen. T. T. — Zie Arntzenius. 527. T. T. Q. N. — Zie Klotz. 466. Tuderdinus, J. — Zie Den Al sieck. 334. Tübingen (Wetten enz. der Universiteit te). H. 740. Tücking, K. — Zie Blatter. H. 725. Tuillerie, de la. — Zie La Tuillerie. Tuiltje van bloemen op franschen bodem geplukt. 313. Tuin (Zoölogisch-Botanische). — Zie Museum. 132. Tuinman, C., [Verschil! Dichtwerken], 360, 361. — Beginzel van hemelwerk. 261. — Brief aan de Classis. Hs. 68. — Fakkel d. Nederd. Taaie [met Vervolg]. 142. Tuinman, C., Mengel-stoffe. 261. — Oorsprong d. Nederlandsche spreekwoorden. 170. Tulichius, H. — Zie Stockhausen. 755. Tulleken, O., Comm. ad Diploma Reinaldi I. H. 416. Tullingh, van Oldenbarnevelt gen. — Zie Olden- barnevelt. Tulpje (Het nieuwe) versierd met... liederen. 291. Tuningius, G., Apophthegmata. 56. Tunnicius, A., Alteste Niederd. Sprichwörter. 768. Tuppius, L. — Zie Pentas epistolarum. 889. Turcici Imperii status eet. H. 857. Turcq, J. — Zie Nederland! 436. Turflus, M., Vermaekeleik Reispraetje. H. 198. Turf-trapster (Vermakelijke). — Zie Melk-meisje. 288. Turgenjew, J., Letzte Dichtungen. 966. Turheim. — Zie Ulrich von Turheim. Turküo. H. 857. Turksch. 987. Turlin. — Zie Ulrich von Turheim. Turnbull de Mikker, W. P„ Aan de Prinsesse v. Oranje. 476. — [Verschil], Dichtwerken], 393, 394. — Lijkdicht. 570. — De Meyboomen. 477. — Volkslied der Hollanders. 493. Tumer, Sh., History of the Anglo-Saxons. H. 831. Turner, W., Names of Herbes. 842. Turnus. — Zie Baldewinus. Hs. 38. Turpin, J., De vita Caroli Magni eet. H. 17. Turrettini, B. — Zie P. Turrettini. 928. Turrettini, P., Notice sur B. Turrettini 928. Turs, P. van, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 68. Tuuk, J. van der (Werkjes betreffende). LIV. Tuuk, M. van der. — Zie Opuscula. H. 923. Tuuk geb. Lenting, van der. — Zie Proza en poezie. 184. Tuuk, H. Edema van der, Johannes Bogerman. 72. Tuuk, H. Neubronner van der, Over de Tobasche taal. 1001. — Overdrukjes. Zie: Scheppingsgeschiedenis. 1002. Tuuk, A. Tebbens van der (Bevestiging van). 733. Tuyll van Serooskerken, L A. van. — Zie de Saint. Hyacinthe de Charrière. Tuyll van Serooskerken tot Zuylen, G. R. van, Diss. inaug. cont. historiam foederum Angliae c Francia Saec. XVH et XVHI. H. 839. Tuyll van Serooskerken van Zuvlen, W van Zie Ontwerp. H. 238. Tuyten, J. — Zie Reg. Tooneel. T. V. D. B. — Zie Gedichten. 227. T. V. L. — Zie de Saluste. 313. T. v. W. — Zie Poëtenlof. 441. T. W. — Zie Reg. Tooneel. Tweespraack tuss. man ende wijf.—Zie David Joris. 618. — van de Nederduitsche letterkunst. 149. Twent, A. C., Zeemans woordenboek. 45. Twent, A. P., Bedenkingen o. d. Waterstaat van Riin- land. H. 445. J
Twent, EL, Brief aan M. Tydeman. Hs. 68. Twist, A. van, Eeuwigduurende Liefdes-Almanak. 184. Twist, A. J. Duymaer van (Leven van). 92. Twistschriften tusschen Roomsch-Katho- liehen en Protestanten en tusschen Pro testanten onderling. U. 361, 1052. Tydeman (Familie). — Zie J. W. en H. W. Tydeman. n. 72. Tydeman, A. I. T., Overdrukjes. Tydeman, B. F., Elias bij de weduwe teZarfath. 399. — Grafdicht. 568. — Leerrede over 1 Corinth. XV: 49. 736. Zie: Mnemosyne. 127, 128. — Proeven. 281. — van Swinderen. 559. — Veltman. II. 971. Tydeman, B. F., J. Kisselius en J. Schouten, Hulde aan... E. Kist. 83. Tydeman, F. C. C. — Zie Proeve. 69. Tydeman, H. W., Aanmerkingen op de Grondwet, n. 238. — Brief a. H. Vollenhoven. Lb. 1850, 126. — Briefwisseling met W. Bilderdijk. 110. — Brieven. Hs. 67. — Brieven van B aan Y. H. 234. — Consideration over de punten v. overweging. 11.317. — Fragments sermonis. H. 502. — Leerrede ter bevestiging v. Nanning Tydeman. 733. — Leven van C. A. Kluit. Lb. 1855, 65. — „ „ T. Haakma Tresling. Lb. 1863, 3. De remediis civitatis agricolae bello afflictae. II. 931. Proeve over het verval d. godsdienstigheid. H. 228. Voorlezingen over de voormalige staatspartijen in de Nederl. Republiek. H. 213. Over Winwood’s Memoriën. Hs. 37. — (Leven van). Lb. 1863, 403. (Aanteekeningen betreffende het leven van). 55. — Overdrukjes. Zie: Acta. II. 1054. — Alison. II. 292. — Beets. Hs. 42. — Bilderdijk. II. 80. III. — ten Broeke Hoekstra. Hs. 34. — Catalogus. 113, II. 503. — Frommann. II. 694. — Kraijenlioiï. H. 219. — Le long. 579. — Lijst. Hs. 85. — Lijsten. Hs. 76. — Mengelingen. 128. — Mnemosyne. 127, 128. — Nierstrasz Jr. II. 241. — Pölitz. 640. — von Schlözer. II. 933. -— Senior. II. 933. — Spinoza. II. 912. J. W. Tydeman. II. 72.— Vezin. II. 928. — Vrienden. 70. — de Vries. II. 269. — Vruchten. 135. — Wet. II. 62. — Lat.-Nederl. Woordenboek. Hs. 34. — Woorden boek (Uitlegkundig). 164. Tydeman, H. W., J. Heemskerk Azn enJ.W. Tyde man, Denkbeelden over wettelijke regeling v. h. armwezen. H. 293. Het Ontwerp van Wet op het Armbestuur beschouwd. II. 293. Tydeman, H. W., De Nederl. Handelmaatschappij. H. 669. Tydeman, H. W. T., Gedachten. 660. — Het hart omhoog! H. 1000. Leven van H. M. C. van Oosterzee. Lb. 1878, 69. — Voor ’t leven. H. 1000. — Overdrukjes. Zie: Bilderdyk. 110. Tydeman wed. Forier, J. L., Brief a. M. Tydeman. Hs. 67. Tydeman, J. W., Disq. de oeconomiae politicae notioni- bus in corpore juris civilis Justinianeo. II. 924. — Hoe zullen op Java spoorwegen aangelegd wor den? II. 673. — Leven van J. P. Lipman. Lb. 1872, 65. — „ „ H. W. Tydeman. Lb. 1863, 403. — Het Regtsmiddel van cassatie. H. 1048. — Spec, liter, continens in Q. Tullii Ciceronis de petitione consulatus librum adnotationem. 885. — Overdrukjes. Zie: H. W. Tydeman. II. 293. Tydeman, J. W. en H. W., Geslachtslijst d. Familie Tydeman. II. 72. Tydeman, M., Aanteekeningen op Kiliaen’s Woorden boek. Hs. 5. — Adnotationes ad Verwer, Ideam Linguae Belg. Hs. 3. — De antestato in mancipationibus. Hs. 74. — Briefwisseling met W. Bilderdijk. 110. — Brieven. Hs. 67. — Dictate... ad Pestelii Fundaments jurispr. naturalis. Hs. 74. — Historie van Hollandt. Hs. 40. — Leven en karakter van J. Hop. Hs. 54. — Oratio de caussis quibusdam eorruptae jurispru- dentiae. H. 921. — Redevoering over de weelde. H. 934. — Stichtelijk gedicht. Hs. 28. — Taalkundige aanteekeningen. Hs. 3. — Uittreksels uit ten Kate’s Taalk. werken. Hs. 2. — Verhandeling over de Ana’s. Hs. 31. — „ „ Elo en Schelo. Hs. 33. — Verhandelingen en bijdragen. Hs. 2. — (Aanteekeningen betreffende het leven van). 55. — Eigenhandige levensbeschrijving. Hs. 55. — Overdrukjes. Zie: Alewyn. Hs. 2. — van Bemmel. 603. — Be sluiten. 160. — Hottinger. Hs. 6. — Hoynck van Papendrecht. II. 104 L. — Keuren. II. 486. — Kilianus. 166. — Reineke Fuchs. 815. — Wage- naar. II. 585. Tydeman, Nanning (Bevestiging van). 733. Tydeman, P. H., Leven van E. D. Rink. Lb. 1856, 72. — Leven van J. W. Elink Sterk. Lb. 1857, 47. — Lofrede op F. Hemsterhuis. 79. — (Leven van). Lb. 1871, 17. — Overdrukjes. Tydghatius, L., In auctorum libelli, cui titulus Plenaria Sedis Apostolicae in missionem Batavam asserta jurisdictio eet. II. 334. Tye, J. ter. — Zie van Foreest. 905. Tyken, Chr., De jure summorum imperantium circa res academicas. II. 1051. Zie: van Hoogstraten. 524. Tyken, J., Gods soevereiniteit. H. 188. Zie: Klump. II. 1006. Tymens, A., Brieven a. L. Smids. Hs. 67. Tyn, M. W., Wed. J. C. Trapman. — Zie Stukken. Hs. 50.

Uittogt en landinge van Zijne Hoogheid. 440. — (Ter) der Nederlandsche Zeemagt. 447. Uittreksels nit h. dagboek van A. toe Boecop. II. 629. — (Korte) uit... Zee- en Landreizen. — Zie Weeda. II. 41. — nit de tusschen de Regering en de Staten Gener. gewisselde stukken. II. 334. Uitvaart (De) van N. G. van Kampen. 82. — (Bij de) van J. H. van der Palm. 87. Uitvinding den boekdrukkunst. 14. Uken, M., Steganometrographia. II. 1028. Ulaeus, I. — Zie Virgilius. 299. Ulback, L., Nos contemporains. 927. Zie: Hollande (La). [I. 83. Ulenbergius, C. — Zie Psalmen. 784. Ulfilas. — Zie Ulphilas. Ulft, 1. van der. — Zie Situatie. H. 453. Ullmann, C., De Hypsistariis. II. 25. — Het leerstelsel d. R. K. kerk: „buiten de Kerk geene zaligheid”. II. 33. — Zur Charakteristik d. bolland. Theologie. H. 351. Zie: Thomas i Kempis. II. 1012. Ulloa, A. de, Historie van Karei de V e . II. 845. Ulm-Oberschwaben. Korrespondenzblatt. H. 741. Ulphilas (Ueber das Leben des). 744. — Gothische Bijbelvertaling. 741—744. Zie: Opuscnla. 739. — Serenius. 45. Ulrich von Eschenbach, Wilhelm von Wenden. 796. Ulrich von Lichtenstein. — Zie Knorr. 755. Ulrich Obscurus. — Zie C. Dirckinck Holmfeld. Ulrich von Turheim. — Zie Gottfried von Strassburg. 791. — Wilhelm d. heilige v. Oranse. 791. Ulrich von Zatzikhoven, Lanzelet. 790. Ultra posse nemo obligatur. — Zie Gezelschap. Ültrajectinus. — Zie J. M. van Yloten. Ulveling, J., Tableau analytique. H. 765. Umbreit, A. E., Die Erflndung d.Buchdruckerk. 11.961. Unadi-Afflxe (Die). 975. Undersögelse om Snorros Kilder. 855. Unger, C. R. — Zie Karlamagnus Saga. 855. — Laese- bog. 852. — Morkinskinna. 854. — Munch. 851. — Saga Olafs. 854. — Thomas Saga Erkibyskups. 854. Unger, J. G., De libris bibliothecarum nomine no- tatis. 21. Unger, J. H. W., Overdrukjes. Zie: Bredero. CCLX. Ungewitter, E. H., Geschichte d. Niederlande. II. 80. Zie: Afzelius. 862. Unie van Brussel van 1577 [en Facsimile]. II. 115. — (De). Tijd- of vervolgschrift. H. 307. — ( „ ) van Utrecht. II. 116. — (Naerdere) in ’s Hage... geslooten. II. 143. — ( „ ) d. samentlycke Bontgenooten. H. 1043. Université de Gand... Programme. H. 808. Universiteiten. H. 318. Universiteiten (Over). — Zie Bake. H. 319. Universiteits-hlad voor Nederland. II. 322. Uno Animo. — Zie Gezelschap. Unruhen (Die) in der Niederl. Reformirten Kirche. H. 359. Untersuchungen über d. Geschichte d. Nördischen u. Deutschen Heldensage. 851. Uppström, A. — Zie Codex Argenteus. 743. — Co dices. 744. — Fragmenta. 744. Ural-Altaïsche talen. 987. Urania. Taschenbuch. 782. Uren (Haerlemsche eerlycke). 658. — (Ledige). — Zie Uytterschout. 359. Urfé, H. d’, d’Astrea. 665, H. 1067. Zie: Eudoxe. 662. — Historie. 662. — Hylas. 662. — Toet-steen. 662. Urkunden d. Bischöfe von Hildesheim. H. 712. — und Acten betr. die Belagerung d. Stadt Neuss. — Zie Neujahrsblatt. H. 723. — des Klosters Indersdorf. U. 734. — „ „ Marienrode. H. 712. — „ „ Reinbeck. H. 717. — des Stiftes Walkenried. H. 712. — und Schreiben betr. d.. Zug d. Armagnakken. — Zie Neujahrsblatt. H. 723. — (Fehmarnsche). H. 717. Urkundenbuch der Abtei Eberbach. H. 723. — des Histor. Vereins f. Niedersachsen. H. 712. — „ Klosters Arnsburg. II. 743. — „ Klosters Germerode. H. 720. — der Stadt Arnstadt. II. 745. — „ Stadt Hannover. H. 712. — „ Vögte von Weida. H. 745. — für die Geschichte des Niederrheins. H. 728. — (Hennebergisches). II. 747. — (Ulmisches). H. 741. — (Wirtembergisches). II. 740. Urkundensammlung d. Schleswig-Holstein-Lauenbur- gische Gesellschaft. II. 717. Ursinus, G. H., Grammatica Graeca. 870. Ursinus, Z., Kleine Catechismus. H. 900. Usener, F. P., Die Freigerichte Westphalens. H. 725. Usener, H. — Zie Inclutae. II. 1054. össelincx, W., Bedenckinghen [en Naerder Bedeno- kingen]. 1L 126. Usserius, J., De Romanae Eccles. Symbolo Apostolico vetere, aliisque fidei formulis... diatriba eet. H. 893. Ussieux, L. d’. — Zie Reg. Tooneel. Usuardus, Martyrilogium. H. 30, Hs. 15. Utenbroeke, Ph. — Zie Jacob van Maerlant. 204, 205. Utenhove, Jan (Leven van). 92. Zie: Psalmen. 238. — Testament. 593. Utenhove, J. M. C. van, Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 68. Zie; Blanken. II. 297. Utile dulcL — Zie Gezelschap. Utkast til a critisk historia. — Zie Thorberg. 979. Utrecht (Urovinoie). H. 583, 1055, Hs. 52. Utrecht en Rome. H. 340. — en derz. omstreken. —■ Zie v. d. Monde. IL 599. — voorheen en thans. H. 583. Utrecht, G. van, Korte leerrede. H. 186.
729 AB UTRECHT URESSELHUIS. — A. VALERIUS. 730 Utrecht Dresselhuis, ab. — Zie Dresselhuis. Utrechts Vroedschap beschreeven. 470, n. 1003. Uylenbroek, H., Christelijke gezangen. 257. Uylenbroek, P. J., Aan de Aanschouwers. VU. — [Verschill. Dichtwerken]. 380, 485. — Lijkdichten. 563, 564, 571, 572, 577, II. 1008. Zie: Handschriften. 230, 231. — Hoffham. 194 Hnygens. II. 940. — Iteg. Tooneel. Uyt. — Zie Uit. Uytenbogaert, Chr., Reys na Italien. II. 853. Uytenbogaert, J., Aohabs Biddagh. II. 132. Brieven en onuitgegeven stukken. II. 357. — Kerckelicke Historie. II. 348. — Ses, de laetste predication. 721. Uytenhage de Mist, J., Apologie.. v. d. ondienst d. stadthouderlyke regeeringe. II. 150. — De Stadthouderlyke Regeeringe in Hollandt enz. II. 148. Zie: Begin. II. 93. — Guide Legenden. II. 149. Uythage, C. C., Artificium cognoscendarum radicum Hebraicarum eet. 982. — Artificium investigandarum radicum Hebraicarum eet. 982. De lectione Scripturae S. scriptorumque Rabbini- corum absque punctis eet. 981. — Revelatio punctationis dissertatio. 981. Zie: Maimonides. II. 25. Uyttenhooven, A., Geschiedenis d. Hervormde Kerke te Antwerpen. H. 798. — Leerredenen. 723. Uytterschout, A., Ledige uyren. 359. Uytwerf Sterling. — Zie Sterling. V. V. — Zie J. van Vloten. V.... — Zie Reg. Tooneel. Vaakverdrijver (De Nieuwe). 629. Vaal, J. de, Bespiegelingen. 473. Vaandel (Het witte) of Congres over den Belisarius. II. 376. Vaarwel aan Lord Wentworth. 469. — van een oude vader. — Zie van Haren. 372. Vaassen, J. van, Brieven a. M. Tydeman. Hs. 68. Vaccari, V. — Zie Esseiva. 900. Vacquerie, A. — Zie Célébrités. 927. Vader (De ontaarde) en de ongelukkige gelieven. 477. Vader Ons (’t) in XX oude Duytsche en Noordse taelen. Hs. 54. Vaderboeck (Het). — Zie Hieronymus. 606. Vaderen (De) des vaderlands verdedigt. 378. Vaderland (Het). — Zie Martinet. H. 396. — (Het) en de Franschen. H. 237. ( ,, ). Aanschouwelijke geschiedenis. H. 1042. (Aan het) bij den aftogt d. Engelsche legers. 485. — (Het geredde). 490. — (Het verloren). 490. Vaderlander (De). — Zie Borger. 492. Vaderlander (De), Tijdschrift. 634, H. 497. Vaderlander, T., Brief aan J. Elias. H. 545. Vaelande van leper. — Zie F. D. van Daele. Vaenius, Otto. — Zie O. van Veen. Vaemewyck,M. van, Beroerlijcke tijden v. Gent. II. 807. — Historie van Belgis. H. 76, 77. 'Vaillant , C. E., De necessitudine Juris Gent eet. H. 931. Zie: Bewaarscholen. II. 443. Vaillant, J. A., Grammaire Roumane. 962. Grammaire de la langue des Bohémiens. 976. Vaillant, R. L. F. A., De partibus a Republica Batava rr TÜÓ 1 Ba * tleo a b A ó 1655 usque ad 1660 actis. 11. 146. Vaïsse, L., Overdrukjes. Val (De) der Citadel. — Zie Tollens. 506. — (Den) van de Witten. H. 158. — (Op den) van J. van Zuylen. II. 520. Valasangen, Ravnegalderet og Vüsmandtalen. 853. Valayre, G. de, Legendes et Chron. Suisses, n. 761. Valazé, D., Rapport a. d. Nation. Conventie. H. 823. Valck, J. A., Vrijmoedige bedenkingen. EL 226. Valckenaer, J., Brief a. W. Bilderdijk. Hs. 68. — Brieven van A aan Z. H. 234. 21 II A 219 HB ' 83 ‘ ~ SiUem ’ U - 220 Voorda. Valckenaer, L. C., Brieven. Hs. 68. — Dictate in Antiquitates Graecas. Hs. 34. — Duae orationes. 897. — Observationes philol. in Evang. Lucae, in Actus Apos- tolicos et in pr. Pauli epist. ad Corinthios. Hs. 75. — Oratio de... rerum Belg. vicissitudine. H. 186,1045. — Redey. over de... wisselvalligheid d. Nederl.Zaa^ ken. II. 186. Zie: Bergman. 92. Valcooch, D. A., Chronycke v. Leeuwenhorn. 321. — Regel d. Duytsche schoolmeesters. 321. Valendonk, A., De heldendood van J. C J van Speyk. 502. Valentine, D. T., Obsequies ofAbr.Lincoln.il. 873. Valentinelli, G., Della Biblioteca del Seminario di Pa dova. H. 855. Valentiner Fr. W„ Prof. Hjort vor den Richterstuhl der Wahrheit gestellt. 746. Valentini, F., Nuovo Dizionario italiano-tedesco. 51. Valentyn en Oursson (Historie van de twee gebroe ders). 694, 695. 8 Valentijn, A. — Zie Juvenalis. 602. — Ovidius. 601 Valera, C. de. — Zie Biblia. 919. Valerianus, P. — Zie Zaunslifer. 629. Valerius, A., Neder-lantsche gedenck-elanck. 269. Zie: Liederen. II. 991.
Valerius Maximus, Gedenkwaardige voorbeelden. 604. — Negen boecken v. ghedenckw. woorden. 604. Valeras (De standvastige). — Zie Trouwgevallen. 664. Valeton, I. M. J., De Polybii fontibus et auctoritate disputatio critica. 876. — M. Valerius Messala Corvinus. 884. Valhebert (de). — Zie Ménage. 933. Valk, J. van der, Noordwyksche Arkadia. 372. Valk Jz., J. van der, Bruiloftdicht. 645. Valk, J. K., Bericht wegens eenige letters ... inden Denker. 634. — Brief over P. Hofstede. II. 376. — Twee brieven a. d. Schrijver d. Memorie. H. 377. — Verhandeling over het Generaliteitsbesluit. H. 377. — „ „ d. openlijke godsdienstoeffening d. Remonstranten. H. 376. Zie: van Wolde. Hs. 2. Valkenburg, D. — Zie Mengelingen. 500. Valkenier, P., ’t Verwerd Europa. H. 153. Vallejo, V. de. — Zie Reg. Tooneel. Vallencey, C., Antiquity of the Irish Language. 866. — Comparaison de la langue Punique et de la langue lrlandaise. 867. Vallick, 3., Tooveren, wat dat vooreen Were is. 691. Valsch- en kwaadaartigheid (De) d. schrijveren d. Nederl. Bibliotheek. 897. Valuwacye v. d. gauden pennynghen. — Zie Hand- boecxken. II. 285. Valville, F. B. — Zie Reg. Tooneel. Vancy, de. — Zie J. F. Duché de Vancy. Vandenbroeck, P. A., Gevolgen v. d. onverschilligheid der Vlamingen. 64. Vandenbussehe, E. — Zie Flandre (La). EL 799. Vandendaele, J. H., Lieven Bauwens. II. 809. Vandenhove, V. H. J. H., La langue Flamande. 65. — De verbuigingen d. oud-, middel- en niew-neder- duitsche sprake. 146. — (Leven van). Lb. 1854. 39. Vanderburch. — Zie Bayard. 960. Vanderelst, Le Protestantisme Beige. II. 343. Vanderhaeghen, Ferd. — Zie Lambrecht. 147. — van Vaernewyck. II. 807. Vanderkindere, L., L’Université de Bruxelles. II. 814- Vanderlinden, Eug. — Zie Th. van Rijswijck. 412. Vanderlinden geb. van Rijswijck, E. — Zie J. van Rijs wijck. 417. Vandermaelen. — Zie Charras. II. 237. Vandermeulen, W. — Zie Costumen. H. 598. Vanderschueren, J. F., Redevoering over de Rede rijkers. 209. Vanderstraeten, E., Le théatre villageois. 209. — Overdrukjes. Vandertaelen, F., Les Pays-Bas dans les temps anciens. H. 790.. Vandervoort (De Gebroeders) en de volksopstand van 1477—1478. H. 796. Vandervoort, M., Redev. o. d. noodzakelykheid om de tael den vreemdelingen nuttig te maken enz. 66. Verslag o. d. grondbeginselen v. h. Vlaemsch Taal verbond. 65. Vandevelde, J. F. (Leven van). 108. Vandewalle, L., Schets van Belgies toestand. II. 792. Vanierius, J., Praedium rusticum. 897. Vanwest, W. — Zie School- en Letterbode. 134. Vanwyn, La Polyglotte ou Recueil de 9000 mots. 43. Vépnflrdinga saga. 856. Varchmin, F. W. von, De slag bij Waterloo. EI. 237. Varelen, J. van. — Zie Jaarzangen. 217. Varelen, J. E. van, Brief a. H. W. Tydeman.Hs. 68. Blyde herdenking v. Nederlands verlossing. 493. Twee gelegenheids-verzen. 499. — Overdrukjes. Zie: Nienwjaarwenschen. 523. Varembon (Memoires sur le Marquis de). II. 117. Varenbergh, J. A. — Zie Ordonnancien. H. 802. Varenhorst, H. — Zie Reg. Tooneel. Varenius, B., Descriptio regni Iaponicae. H. 861. — Tractatus de Iaponiorum religions. II. 861. Varik, G. van (Nagedachtenis van). 92. Varin, V. — Zie Reg. Tooneel. Variscia. Mittheilungen aus d. Archive d. Voigtlan- dischen Alterthumsf. Vareins. II. 747. Vamer, A. F. — Zie Reg. Tooneel. Varnhagen, Overdrukjes. Vassalli, M., Grammatica della lingua Maltese. 985. — Motti, aforismi e proverbii Maltesi. 986. Vassanius, N. — Zie Epistolae. 889. Vaster, F., Bruiloftdicht. 542. Vatebender, G. C. C., Mengelwerk. 194. — Oratio pro religions. H. 1030. De ratione vitae sapienter instituendae. 899. Vaten (Alle) sichtmen wtgheuen enz. — Zie David Joris. 617. Vater, J. S., Grammatik d. Russischen Sprache. 964. Lehrbuch d. allgemeinen Grammatik. 30. — Litteratur d. Grammatiken. 26. — Pasigraphie u. Antipasigraphie. 7. Dntersuchungen üb. Amerika’s Bevölkerung.H.872. Versuch e. allgemeinen Sprachlehre. 30. Zie: Adelung. 30. — Proben. 39. — Vergleichungs- tafeln. 39. — Wuek. 966. Vatke, Th. — Zie Lessing. 800. Vattemare, A., Collection de monnaies. H. 876. Li s t of works presented to the State of Connecticut. H. 877. Zie: Communication. II. 879. Vaudevilles van de Lente. 285. Vaugelas, C. F. de, Remarques s. 1. langue Franpaise.929. Vaulu-Spl Das attests Denkmahl germanisch-nordi- scher Sprache. 853. Vaumeslius. — Zie Huygens. H. 940. Vautier, J. B. D., Oeuvres choisies. 954. Vautrin, A. — Zie Reg. Tooneel. V. A. V. L. R. C. Z. — Zie Den al sieck. 334. "Vay, N. — Zie Bergen op den Zoom. H. 405. — Bergues sur le Soom. IL 405. V. C. R. B. G. W. — Zie C. R. Bilderdijk, geb. Woesthoven. V. D. — Zie Reg. Tooneel.
V. D. H. — Zie P. de la Court. V. D. P. — Zie Heg. Tooneel. V. de V. — Zie V. de Vallejo. V. D. W. — Zie d’Urfé. 665. V. E. — Zie De Standvastigheid. 514. Vedaas (Vertaling van voorn, boeken van de), n. 22. Veder, A., Overdrnkjes. Zie: Hnyser. II. 507. — Reg. Tooneel. Veder, W. R., Berijmde verhalen. 410. — Feestelijke toespraak. H. 507. — Jagerslied. 503. — Toast der Leydsehe Minerva. 504. — (Leven van). Lb. 1883, 117. Veegens, D., Historische studiën. H. 61. — Leven van J. Heemskerk Bz. Lb. 1882, 3. — » „ J. W. van Sypesteyn. Lb. 1869, 239. — „ „ D. J. Veegens. Lb. 1862, 3. Zie: Bloemlezing. 577. — Levens. II. 927. Veegens, D. J., Haarlemsche vertellingen. 675. — Leven van J. C. Rijk. Lb. 1854* 114. — (Leven van). Lb. 1862, 3. Veegens, J. D. — Zie D. Veegens. II. 61. Veen, A. J. van der, Handl. v. Predikanten. H. 886. — Leerrede bij 25-j. predikdienst. 733. Veen, H. G. van der, [Verschili, wcrkjosl. 827 Zie: Tollens. 398. II. 998. Veen, J. van, Toonneel- en mengel-poezy. 369. Zie: von Anerswalt. 528. — Reg. Tooneel. Veen, J. van der, [Verschil! Dichtwerken], 334. — Verkeerspel. 433. Zie: Bloemlezing. 224. — Reg. Tooneel. Veen Az, J. van der, Drenthsch mosaïk. II. 653. — Schreit het niet ten hemel P 678. — (Leven van). Lb. 1886, 336. Veen, J. H. van der, Memento mori. H. 1014. — Een storm. 520. Veen, O. van, Emblemata Horatiana. H. 991. Zie: Horatius. 300. — Janssen. 339. — Saint-Simon II. 92. Veenboer (Den klagenden). H. 149. Veenenbos, C. M., De verhouding van Typhus te Lei den in de laatste jaren. H. 495. Veening, G., Bruiloftdicht. 536. Veer, C. van der, Bruiloftdicht. 544. Zie: Qaestiers. 227. Veer, E. de, Wt een Eelhert. H. 1065. Zie: Cronycke. II. 89. — Dinothus. II. 103. Veer, G. de, A true Description of three Voyages. H.42. Zie: Overwintering. II. 1043. Veer, H. de, Agatha Welhoek. H. 450. — 1813—1863. Een lied. 517. — De groote kwesties van den dag. II. 340. — [Verschil! romans]. 684. — Overdrukjes. Zie: Bloemlezing. 578.— ten Brink. II. 1063.— Eigen haard. 133. — Fantasia. II. 984. — Jaar levens (Een). 578. — Los en Vast. 132. — Voor visschers gevangen. 184. — Snppl. Reg. Tooneel. Veer, J. de. — Zie Reg. Tooneel. Veer, J. Adr. van der, Geestelijken Nachtegaal. 263. Veer, J. C. van der, Overdrukjes. Veerman, N. J. — Zie Marsyas. 221. Veerman, W. L., De smetziekte onder het Rundvee [en Beantwoording der oordeelvelling], H. 195. Veesaert, A., Bruiloftdicht. 544. Veezorg. Herdersklagt. 456. Vegelin van Claerbergen, N. — Zie Japix. 824. Vegelin van Claerbergen, P. B. J., De jnribus summi imperantis in societates ecclesiasticas. H. 391. Vegt, Helmig van der. — Zie Helmig. Vegt, Smit van der. — Zie Smit. V. E. H. — Zie J. S. van Esveldt Holtrop. Vehe, M., Gesangbüchlin vom Jahre 1537. 786. Veith, F. A. — Zie Zapf. 15. Velasquez, L. J., Geschichte d. Spanischen Dichtkunst. t/JL I • Veld (In ’t). Herinneringen en Indrukken. H. 245. Velde, A. van de, Wonderen d. Allerhoogsten. H. 153. Velde, C. W. M. van der, Kaart van Java, met toelichtende aanteekeningen. H. 671. — Map of the Holy Land. H. 863. — De Neder! Ambulance te Versailles. H. 825. Velde, J. van der, 200-jarig Jubelfeest. H. 582. — Lijkrede op C. A. de Lavillette. 730. Zie: de Lavillette. 723. Velde geb. Helmcke, J. E. van der, Grafdicht. 573. Velde, M. van, De Roemster van den Amste! 324. Zie: Pegasus. 276. Velde, P. van de. — Zie Reg. Tooneel. Velde Mz., P. van de. — Zie Reg. Tooneel. Velde, W. van de, Grafdichten. 570, 573. Zie: Reg. Tooneel. Velden, B. van der, Het Kopy-recht in Nederland. 18. Velden, J. van der, Brieven a. J. W. te Water. Hs. 68. Velden, M. van. — Zie Verhaal. Hs. 39. — Ree Tooneel. Velden, M. E. van. — Zie Proces. H. 815. Velden, P. A. van der. — Zie Overzigt. H. 3. Velden, P. C. van der, Responsio. H. 1036. Velden, W. van, Hof-tapiit. 330. Veldenaer, J., Chronyck van Hollandt. H. 90. Zie: Rolevinck. II. 11. Velderman, G. — Zie Hooft. H. 105. Veldhoven, A., Dichtkundige bespiegelingen. 382. Veldius, W., Rym-dicht v. d. versaking syns selfs. 335. Veldwijk, H. J., Des Christens kracht. H. 1044. — Leerrede over Joh. XIH: 34. 736. — » „ Koloss. Hl: 16. II. 989. — ,, „ de wijsheid. H. 1047. Velez de Las Duenas y Guevara. — Zie Guevara. Velingius Wz., A. (Bevestiging van). 733. — Brieven. Hs. 68. — Grafdicht. 568. — Jehovahs trouw. H. 186. — Lijkrede op J. D. Man. 730. — Verdediging van zijn eer en gedrag. 92. — De ydelheit der werelt. 722. Zie: Gesangen. 264.
Velingius, W., Des Konings Jehizkias dood. II. 188. — Leerrede t. bevestiging van A. Velingius Wz. 733. — Neerlands dank- en vierdagen. EL 172. — Zedige ledigheid. 364. Velingius Az., W., Lijkrede op D. van Henghel. 729. Velius, D., Chronyck van Hoorn. H. 563. Zie: Gedichten. Hs. 27. Velius, Th., Westfrisia. H. 1029. Zie: D. Velina. II. 568. Velleius Paterculus, C. — Zie Tacitus. 887. Velp, J., Grafdicht. 576. Velschow, H. M. — Zie Fragmented H. 718. Velsohow, J. M. — Zie Saxo Grammaticus. H. 783. Velsen geh. Pipardus, A. van (Lijkrede op). 733. Velsen, B. van (Lijkrede op). 733. Velsen, C., Aanmerkingen o. d. tegenw. staat v. d. Haarlemmermeer. H. 529. Velsen, N. van (Lijkrede op). 733. Velthem, Lod. van. — Zie Lodewyck van Velthem. Velthuysen, L. V., Apologie. H. 593. Veltman, J. G. (Leven van). Lb. 1852, 84. — Bede over B. F. Tydeman. H. 971. — Overdrukjes. Veltman, L. J. — Zie Beg. Tooneel. Veltmann, H. — Zie Verzeichniss. n. 713. Velzen, B. van. — Zie Eeg. Tooneel. Velzen, C. van, Drietal leerredenen. H. 647. Drietal uitgebreide leerredenen. H. 186. — Gedenk- en dank-reden. H. 142. Des Heeren lust... om zijn volk te verlossen. H.405. Jehovaas sterkte aan Neerlands volk. n. 183. Bouklagte over Willem de IV e . H. 188. Velzen, S. van, Eene levensvraag. H. 342. Stemme eens wachters op Sions muren. H. 360. Velzen Jr., S. van. — Zie Jaarboekje. II. 362. Velzen, 8. K. Thoden van, Afecheidleerrede. 733. — Christus in zijne Heiligen. 654. De Evangelische Maatschappij. II. 335. De moordenaar Buurd Paskiers van Dijk. H. 1056. Velzen, U. W. Thoden van. — Zie Dante. 316. Ven, E. van der, De exhaustie-methode. H. 941. Onze Hoogere Burgerscholen. H. 315. Zie: Eigen Haard. 133. Ven, M. van der, Zegenzang op het huwelijk van Prinses Marianne. 499. Venator. — Zie A. en H. de Jager. Venator, A. — Zie Druyf. 532. Vendelen, J. van, Schrifturelijk Verhael. 352. Venema, G. A. — Zie Stratingh. H. 642. Venema, H. (Lofrede op). 92. Venema, J. C., Godsdienstige gedichten. 393. Veneroni, J., Dictionnaire Fran9ais-Italien. 52. — Dictionnaire impérial. 43. — Le maitre Italien. 913. Venetie (Platen en kaarten van). H. 857. Venezoen (Hollants). — Zie Oudaan. 438. Venhorst. — Zie van den Bergh. 515. Venhuizen-Munniks, C. L. — Zie Studentenliederen. 292. Veniam pro laude. — Zie Genootschap. Venman, J. H. C., Op de echtverbintenis van Prins Hendrik. 514. —. 50 e Verjaring van den Prins d. Nederlanden. 510. Zie: Beg. Tooneel. Venne, A. van der, [Verschill. Dichtwerken]. 326. Zie: Cats. 825. Venne, J. van der. — Zie Jaarzangen. 220. Vennecool, J. L. — Zie Augustinus. 608. — Caesar. 604. — Polybius. 598. — Tacitus. 604, 605. Vennip, I. I. de, Hort berecht. H. 995. Zie: Beg. Tooneel. Venray, Jan van. — Zie Acquoy. H. 438. Venus (De Grieksche). 600. — en Dido of de geschied, v. twee koussenbandjes. 670. V. en V. — Zie J. le Francq van Berkhey. Verachter, F., Généalogie de Bubens. H. 326. — Histoire monetaire de Bois-le-Duc. H. 412. — Inventaire des anciens Chartes... conserves aux Archives d’Anvers. H. 796. — Le tombeau de Bnbens. H. 326. — Overdrukjes. Zie: Donumens. II. 73. — Dürer. H. 899. Verantwoordinge voor het Esquadron. H. 124. — van de krijgsraad v. d. schuttery te Leiden. H. 473. — „ „ leden v. d. Oude Magistr. v. Nymegen.H.430. — (Noot-gedrongene). H. 160. — (Noodige) v. d. vrolijken Demokryt.—ZieNaeranus. H. 524. Verantwoordinghe v. Burgermeesteren v. Nijmegen. H. 429. — (Corte). — Zie Persyn. H. 537. Verbaal van de ambassade v. Aerssen enz. H. 137. — van de ambassade van G. van Vosbergen. H. 137. — gehouden door H. van Bevemingk enz. H. 142. — v. d. buitengewone Ambassade van J. vanWasse- naer-Duivenvoorde. II. 170. — der vergadering van aanzienlijken. H 235. — van de inspectie van de oevers. U. 529. — uit den naam van de Gemeensluiden. H. 429. — wegens het openen v. h. Testament v. Willem de 111°. H. 176. Verbant (Onderlingh) en Associatie v. d. Begenten enz. van Nymegen. H. 430. Verbeek, A. J., Grafdicht. 577. Verbeek, G., Grafdicht. 675. Verbeek, H. (Lijkrede op). 733. Verbeek, N., Bruiloftdicht. 544. Verbeek, B. P„ 24 Juni 1868. 519. Verbeek, Z. — Zie Beg. Tooneel. Verbeelding d. Illuminatie v. d. JKonstschilders Con frérie te ’s Hage. n. 459. Verbergh, J. — Zie Eversdijck. 532. Verberkmoes, M., Grafdicht. 575. Verbesserung (Die) d. Bheinschiffahrt. — Zie Puy de Montbrun. H. 727. Verbetering (De) v. h. Bioolstelsel te Leiden. H. 495.
47 Verbetering (Saehte) der Psalm-rymen Datheni. 245. — (Over de) van het Zwolsche Diep. II. 639. Verbeteringen van het Reglement van Bestuur van Leyden, n. 484. Verbiest, H. Zie Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Verbondt (Eeuwigdurend) tuss. Jan III en Lodewijk I. IX. 801. Verborgentheit (De) d. Konings van Vrankryk. II. 822. Verbrugge, M., Brussel. Vaderl. herinneringen.il. 813. — Toespraak in de Mtsch. Tot Nut van ’t Alge meen. 118. ° — Overdrukjes. Zie: Eolandus de Weert. Hs. 84. Verbruggen, P. — Zie Brief. II. 564.—Extract. II. 204. Verbruggh, Jan. — Zie Dat Vyants net. 621. Verburg, I., Bruiloftdicht. 546. Zie: Horatius. 887. — Telemachus. 708. Verburg, .T. D., Lijkrede op J. Hartigveld. 729. Verclaring. — Zie Verklaring. Verconding. — Zie Verkondiging. Vercoullie, J. — Zie Museum. II. 978. Verdam, G. J. — Zie Tijdschrift. II. 287. Verdam, J., Leven van Eelco Verwijs. Lb. 1880,75. — Tekstcritiek v. middelnederlandsche schrijvers. 197. — De wetenschappelijke beoefening d. Nederlandsche taal. 138. — Overdrukjes. Zie: Aiol. 202, 948. — Bijdragen. 139. — Bloem lezing. n. 985. — Ferguut. 201. — Haygens. II. 996. — Maerlant. 203. — Seghelyn. 203. — Theophilus. 207. — Tijdschrift. 133. — Verwijs. 167, H. 981. — Snppl. Eeg. Tooneel. Verdediger der Kerkelijken.—Zie Statius Muller.II.351. — (Oranjes). II. 202. Verdediging van de aanspraken door E. L. I. geplaatst m de Leidsche Couranten. II. 475. — der Dichters, Vertaalers enz. CCLVI1I. — van de oude Hollandsche regeringh. H. 156. — pj r j, rec ht' en van ’s Lands Universiteit te Leyden. voor die... H. Staten ... thegens de lasteringhe enz. II. 130. — d. Studenten a. ’s Lands Hoogeschool te Leyden. EL 474. — (Korte...) v. h. gedrag d. Leydsche Burgeren.lL471. — (Vriendelijke) op het Zeedig antwoord. V. — (Zedige) van.. J. Ie Francq van Berkhey. 463. Verdediginge (Wettige) op d. fameuse voorreden.II.960. Verdedigingsliniën (Onze). — Zie Eyck van Zuilichem. II. 301. Verdedigingsmiddelen (Onze). — Zie Eyck van Zui lichem. H. 301. Verdeylinge tusschen de drie Princen. n. 130. Verdrach gemaeckt... d. 7 Jan. 1610. II. 130. — (Special) ende Accordt wegen der Proen ende Hoff- diensten. n. 714. Verdragen, ordinantiën enz. betreffende Holland en Amsterdam. Hs. 50. Verdussen, H., Brief a. A. Kluit. Hs. 73. Verduyn, H. — Zie van Leeuwen, n. 271. ~Vereenierde Staten van Noord-Amerika. II. Vereeniging (De). Christelijke stemmen. 131. — tot afschaffing van sterken drank. II. 294. ~ ^ ^ efenin S v - Overijsselsch regt en geschiedenis. II. 627. ~ bevordering v. d. belangen d. Boekhandels. 17, — ter bevordering van christelijke lectuur. II. 4. iï ... ^ » zelfstandig godsdienstig leven. II. 554. — ter bevordering der oude Nederlandsche letter kunde. 198. — tot opbeuring v. boetv. gevallen vrouwen. II. 554. tot uitgave d. bronnen v. h. oude vaderlandsche recht. II. 261, 262. — tot verbetering d. volksgezondheid te Leiden. II 495, 1055. — voor ziekenverpleging te Amsterdam. II. 549. — (Indologische). n. 451. (Internationale) tot verbetering van het lot der blinden. II. 315. — (Natuurkundige) in Nederlandsch Indië. II. 667. — De Nederlandsche Heraut, n. 4. — (Nederlandsche Dierkundige). II. 516. — van Nederlandsche Muziekgeschiedenis. II. 327. — Het Nederlandsch Tooneel. CCLVII. — Nieuwland. 122. (Overijsselsche) tot ontwikkeling v. provinciale wel vaart. II. 627. Vereering (Ter) van N. Tpey. 96. Verein von Alterthumsfreunden im Rheinlande. II. 726. — zur Erforschung d. rheinischen Geschichte u. Al- terthümer in Mainz. II. 726. für Geschichte des Bodensees und seiner Umsre- bung. n. 764. 6 — für Geschichte d. Mark Brandenburg. II. 710. — » » d. Deutschen in Böhmen. 11.755—756. >» » u. Alterthümer d. Herzogth. Bremen und Verden und des Landes Hadeln. II. 712. — für Geschichte u. Alterthumsktfnde v. Erfurt. II. 711. M. H. 723. a - - für Geschichts- u. Alterlhumskunde z. Kahla u Roda. II. 746. • für die Geschichte Leipzigs. n. 739. ■ » » » d. Stadt Meissen. II. 740. für Geschichte und Landesk. v. Osnabrück. II. 713. ’ » » » Alterthum Schlesiens. II. 709. >» » » Alterthumskunde Westfalens EI. 724. — für Hamburgische Geschichte. II. 748. — „ HessischeGeschichteu.Landesk.il. 720 721. ,, Kunst u. Alterthum in Ulm u. Oberschwaben II. 739, 741. — für Lübeck. Geschichte u.Alterthumsk.n.749 750. — „ Meklenburg. Geschichte u. Alterthumsk. II. 743. — „ Nassauische Alterthumskunde. II. 720—722. — „ Siebenbürgische Landeskunde. II. 759—60. — „ Thüringische Geschichte u. Alterthumsk. n. 745. — (Bergische Geschichts-). II. 731.
Vereul, J. J., Bij de 10« verj. d. overwinning opDog- gersbank. 481. — Lierzang bij den Zegepraal d. Franschen. 481. Zie: Gedichten. Hs. 27. — Nieuwjaarwenschen. 523. — Reg. Tooneel. Vergaader-zaal.. v. d. Comm. d. Psalmberyming. 235. Vergaan (Het) van het Stoomschip Willem UI. 522. Vergadering (3000 s ’ e ) v. h. Genootsch. Door tijd en vlijt. II. 261. Vergani, A., Grammaire Italienne. 914. Vergeer, J., Grafdicht. 576. Vergeet mij niet. Jaarboekje. 188. Vergelo, J. van. — Zie Reg. Tooneel. Vergelijking v. d. Aanspraaken v. d.... Gouvernante met het schriftelijk advies der stad Amsterdam. H. 190. — tusschen de muzyk, schilderkunst en poezy. IL 951. Vergelijkinge (De) Chnsti met den Roomschen Paus. H. 334, 1051. Vergenst, G. Musketier. — Zie Musketier. Vergers, P., Merkwaardige personen uit Neerl. ge schiedenis. IL 66. Vergissmeinnicht, ein Taschenbuch. 782. V ergleichungstafeln d. Europaischen Stammsprachen.39. Vergy (de). — Zie Ménage. 933. Verhaag, J., Bruiloftdicht. 542. Verhaal van het beleg van Sluis. — Zie Kamp. II. 580. — van ’tgeene voorgevallen is in verscheyde Con versation. II. 1045. — van het gepasseerde in d’actie... te Cremona.H.752. -j- „ de oude Kerkgebruiken. II. 1052. — „ „ Moort [van Willem Ij. H. 118. — hoe de Nederlanders gecomen zijn aan den Vreede- handel. 430. — van de Nederlandse vredehandeling. II. 141. — „ ’t Oproer, nevens de Doodt van J. en C. de Witt. n. 156. — van ’t schriklik orokomen van J. de Witt. II. 156. — „ het Secreet der Misse. IL 158. — „ Staets-saken. II. 151. u de terugkomst d. Candidaten in de Medicy- nen van de Hoogeschool te Leuven. II. 815. — van een vermakelyke reyse... in Overyssel enz. H. 399. — „ het verraad tegen Luxemburg. II. 766. — „ „ voorgevallene ten opzichte d. uitgeweken Nederlanders. II. 210. — van ’t voornaamste, ’t gene desen Staet... is over gekomen. II. 158. — der vreugdebedrijven (in 1747). H. 183. — (Allermerkwaardigst) v. h. voorgevallene omtr. Lavator. II. 761. — (Afgeperst) van de apprehensie. II. 596. — (Cluchtigh) van een gepredest. Cappuyn. II. 369. — (Eenvoudig) d. gemeene Boots-gesellen. H. 158. (Echt) van het voorgevalle binnen Arnhem. II. 423. — (Egt en omstandig) van het voorgevallene binnen ’s Hage. H. 456. — (Geschiedkundig). — Zie Blauw. H. 211. I — (Historisch) d. gebeurtenissen in Dordrecht. II. 452.
Verhaal (Historisch) wegens het gebeurde te Hattem enz. — Zie Wessels. II. 417. — (Historisch) van ’t geene is voorgevallen te Utrecht. II. S93. — (Historisch) van de onwettige behandeling. H. 585. — ( „ ) d. overstroomingen van 1775! II. 196. — ( ii ) en politique bedenckingen. H 145. — ( „ )v. d. voyagie onder K. van Klenk.II.163. — (Historis of waerachtich) v. d. gantschen toestant van Oorlooge. II. 694. — (Kort). — Zie Vriemoet. H. 585. — ( „ ) d. aanstelling v. d. Raad te Utrecht. II. 597. — ( „ ) van de aerdbevinge van 1756. IL 190. — ( ii ) ii ii Entreprinse op Bergen o. d. Zoom. II. 4Ó5. — (Kort) van ’t geene op 25 Jan. 1711 te Arnhem is gepasseert. II. 423. — (Cort) v. ’t geen gepass. is voor Copenhagen.il. 786. — ( ii ) van ’t gene wedervaren is P. de Houtman. □. 676. — (Kort) van ’t gene in 1672 binnen Leyden is voor gevallen. II. 469. — (Kort) van ’t geene op 7 Aug. 1705 te Nymegen is voorgevallen. II. 431. — (Cort) vande gherechte oorsaecken. II. 115. — ( ii ) van de Justitie te ’s Gravenhage. H. 136. — ( ii ) ii ii ii aen Jacob Mom. H. 1043. — ( ii ) van een luchtreis. II. 942. — ( „ ) d. marteldoodt v. M. Van Velden. Hs. 39. — ( „ ) v. d. merkwaardigste voorvallen... in.. Haarlem. H. 561. — (Kort) v. d. Nederl. geschiedenissen. — Zie Mever II. 100. J — (Cort) vande Ontschutteringe. II. 469. ~ ( ii ) • • • van alle de plunderingen. H. 184. ( ii ) van tprincipael, In Leyden bedreven. 213. — ( ii ) van het voorsteen d. Privilegiën. II. 429. — ( „en nauwkeurig) van de reize door 3 schepen gedaan. II. 43. (Een kort en waerachtich) wat voor een grouwe- lyck ghevoelen enz. II. 367. (Kort en waerachtich) van ’t geene is voorgevallen omtrent het gaen der Rycks-munte te Nymegen. H. 431. (Naauwkeurig historisch) v. d. verrichtingen d. Pruissische troupen voor Amsterdam. H 545. (Omstandig) v. d. moord te Sommelsdijk. II. 525. ( „ en naeukeurig). — Zie van der Schel ling. H. 601. (Onpartijdig historisch) v. h. Tumult te Amsterdam II. 542. (Oprecht) v. h. geene voorgevallen is v. 31 Aug tot 3 Sept. 1701. n. 751. (Oprecht en onpartijdig) v. ’t toegedragene tusschen C. v. Beuningen en v. Banken. H 541. (Opregt) eener verh. o. d. Transsubstantiatie. II. 469. ( „ ) v. d. waaters-vloed in Groningen. II. 641. (Pertinent) van een aardige klucht. H. 203. (Schrifturelyck) v. d. weldaeden enz. — Zie van Vendelen. 352. Verhaal (Seker en omstandig) v. h. gepasseerde zedert het overgaen van Z. Hoogheydt. II. 171. — (Uitvoerig) van alle feiten., gepleegd d. J. P. Muller. 708. — (Waerachtich) hoe Slatius enz. EL 136. — ( ii ) van het ontdecken d. aenslachs op Geneve. II. 761. — (Waerachtigh) van ’t gepasseerde tusschen Ticbelaer en C. de Witt. II. 157. — (Waerachtich) van het gene gepasseert is voor en nae het overgaen van Salt-BommeL II. 437. — (Waerachtig). — Zie E. Walten. II. 520. — (Waaragtig) v. d. muiterij te Rotterdam. II. 519. — ( ii ) v. d. onlusten binnen Leyden. II. 470. — ( ii ) v. schermutsinghe. II. 463. — ( „ ende Cort) v. d. groote Ambitie. II. 127. Verhaegen, Redevoering. II. 814. Zie: Redevoeringen. II. 792. Verhael. — Zie Verhaal. Verhagen, P. J., He herba nicotianae. II. 949. Verhalen uit het Dierenrijk. 711. — en leerrijke voorbeelden voor de jeugd. 711. — van ontmoetingen en gesprekken. Hs. 24. — en Romancen in verzen. 231. — uit het Oude Testament. 656. — (Amerikaansche, Hollandsche, Fransche, Engelsche en Duitsche). 675. — (Karolingische). 694. — (Nederlandsche).Zie van Heusden. 675. — (Oorspronkelijke). — Zie de Neufville. II. 1016. — (De Oude) van het beleg van Leiden, n. 463. — (Zedelijke). — Zie Peith. 672. Verhalen, (Romans, Novellen en). 661, II. 1014. Verhandeling op het niet achten d. moederl. tael. 137. — over de Crimineele Ordonnantiën.—Zie vanSpaen II. 417. — over de eigennamen d. Priesen. — Zie Wassen- bergh. 822. — over het Graafschap Goor. — Zie Dumbar. II. 634. — „ de noodz. kundigheden. — Zie Visser.II.314. — van landerijen. — Zie van Itsma. II. 1049. — over het huis van Mart. van Rossum. — Zie van Hasselt, n. 424. — over de kleederdracht der geestelijken. H. 87. — „ het regt van overstemming. — Zie Dumbar H. 631. — aangaande het nut des Schouwburgs. CCLVTII. — voor en tegen... den Schouwburg, n. 957. — over de Tooneelspelen. n. 957. — „ de beste wijze om Tooneelspellen te vertonen CCLVm. — over de Verantwoordelijkheid d. Ministers.—Zie Asser. II. 278. — van de Vrijheid. — Zie de Beaufort, n. 180. — over de zedelijke vrijheid. II. 204. — „ het Wilhelmus van Nassouwen. 270. — van eenige voorname zaken. II. 374. , — over het zaamenstellen d. historiën. — Zie van 1 Mieris. H. 53.
Verhandeling (Breedvoerige) over het Politicq Systema. H. 543. — (Korte) over de Ambachtsheerlijkheden. II. 225. — (Lof-verkondigende) over de laatste bede van Willem, de I e . II. 119. Verhandelinge van de Unie. II. 1043. Verhandelingen en Redevoeringen. 719, II. 1017. — over de aanslibbing d. haven te Amsterdam. — Zie Biben. II. 548. — van der letteren affinitas of verwantschap. 156. — (Twee) over... Rijnlands boezemwater. II. 444. — over de Stenographie. 9. — d. Koninkl. Academie van wetenschappen. 121. — van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. 122. — en prijsverzen uitg. d. d. Gendsche Maatsch. v. Nederl. taal- en letterkunde. 124. — van het Genootseh. Floreant liberates artes. 114. — „ „ Kon. Nederl. Instituut v. Wetenschappen enz. 120. — van de Maatsch. d. Nederl. Letterkunde. 113. — uitg. door Teylers Tweede Genootschap. 115. — [en Nieuwe] van het Prov. Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. 115. — [en Nieuwe] v. h. Zeeuwsch Genootschap d. We tenschappen. 114. — (Letter- en oudheidkundige). II. 975. — (Wijsgeerige). II. 975. Verhandlungen des VBlindenlehrer-Congresses.II.919. der zur Herstellung grösserer Einigung in der Deut- schen Rechtschreibung berufenen Konferenz. 7 62. — (Die vollstandigen) d. LanischenReichsraths.il. 718. — der gelehrten Estnischen Gesellschaft. U. 769. — „ philos. Facultat d. Univers. Marburg. II. 1022. — des historischen Vereins f. Niederbayern. II. 735. n n „ „ den Oberpfalz. II. 735. — „ „ „ ,, Regenkreis. H.735. — u Vereins für Kunst in Ulm. II. 741. Verheffinge (Ter) van de... Keurmeesters. II. Verhegghen (Leven van Pater). 92. Verheiden, G. [of W.], In classem Xerxis Hispani Oratio. II. 122. — (Leven van). — Zie J. Verheiden. II. 123. Verheiden, J., Leven van W. Verheiden. II. 123. — Vita Guillelmi Verheiden Belgae. II. 123. Verheyde, N., Bruiloftdicht. 544. Verheye van Citters, J. — Zie Citters. Verheyen, J. B. A. 3. M., Overdrukjes. Verheyk, H., Oratio saec. de antiquitate et vicissitu- dimbus scholae Amstelaedamensis publicae.IÏ. 555. — Oratio pro scholarum doctoribus. 898. M de utilitateGraecae et Latinae linguae cet.867. Verhoeff, J. O. — Zie Bösken. II. 967. —Woorden, n. 968. Verhoeff, J. J., Uitboezeming a. h. oude Nederland. 501. Zie: Mengelingen. 500. Verhoek, P., Poëzy. 341. Zie: Amya. 527. — Keg. Tooneel. Verhoeven, G. F., Algem. inleyding tot de al-oude Belgische historie. II. 659. Verhoeven, Th. — Zie Scriptores. II. 603. Verhoeven, H. P. Timmers (Leven van). Lb. 1872,145. Verhoeven, P. F. Timmers, Abbadona. 800. — Over de verdiensten v. Jeremias de Decker. 75. — Toespraak in de Maatsch. tot Nut van ’t Alge meen te Dordrecht. 117. — (Leven van). Lb. 1850, 151. Zie: Redevoeringen. 117. Verhooren en andere bescheiden betreff. het rechts geding van Hugo de Groot. II. 134. — van Johan van Oldenbamevelt. H. 133. Ver Hueli, A. Brielsche verzameling. H. 448. — Jacobus Houbraken et son oeuvre. H. 325. — Schetsen met de pen. 644. — Cornelis Troost en zijn werken. II. 326. — Volk en Kunst. H. 1051. Ver Hueli, C. H. Graaf (Leven van). H. 226. Ver Hueli, Q. M. R. (Leven van). Lb. 1860, 453. — Leven van C. H. Graaf Ver Hueli. H. 226. Verhuist, J. J. H. — Zie Heije. 294. — ten Kate. 521. Veridicus v. Bedberg, Iets men weet niet wat. H. 78. Verinus Arausiophilus. — Zie Fasciculus. 902. Veijaardichten. 525, H. 1005. Verjaring (Ter heuchlyke) van H. K. H. de Princesse van Oranje. 474. Verkade, P. (Leven van). Lb. 1848, 49. — Muntboek. n. 73. Verkiezinge (De) tot de hernieuwde Zangwys verdee- digt. 250. erkiexins-sstelsel (Nederlandsch). H. 279. Verkindert, Joos, Sommige brieven. H. 346. Verklaring van de XH Art. d. christel. geloofs. — Zie Huygens. 331. — van het beginsel d. heerschappye. — Zie Boom. 322. — ,, de eerste beginselen d. Grieksche taele. 870. — der... vergaderde Burgeren v. Leyden. H. 478. — van den gedenkpenning op den Schouwburg. IV. — „ het Geloove. — Zie Boom. 322. — dat die van den Geregte v. Leyden enz. H. 471. — van den Gouden Stock enz. 432. — van een Monnincks-Cap. 431. — uyt d. naem d. Conincx van Spaengien. U. 847. — v. h. plan d. Nieuwe Kerk te Amsterdam. H. 546. — der scheppenissen. — Zie David Joris. 617. yan de Sententiën jeghens Johan van Oldenbame velt. H. 133. — van de Staten van Zeelandt (1652). H. 144. door Studenten d. Leidsche Hoogeschool. Hs. 84. — ofte uytroep in Spaengien. H. 847. — (Algemeens) van het oud letterschrift. 5. — (Eenvoudige). — Zie van Koetsveld. H. 907. (Korte) over de zelfstandige naamwoorden. 156. — (Noodzakelijke) d. leden d. Herv. Gemeente. H. 384. (Openlijke) namens de Protestantsohe Genootschap pen. EL 386.
Verklaring (Plegtige) v. leden d. Hervormde Gemeente te Groningen. II. 384. Verkondinge van ’tBestandt. II. 129. Verkoopbrief v. goederen in Ruwenberch. Hs. 46. — van land in Santvliet. Hs. 46. Verkoop-Catalogussen. — Zie Catalogussen. Verkooping (Belangrijke) v. Schiermonnikoog. H. 622. (Willige)... d. Zeven On-vereen. Provintien.II.I82. Verkruysse, L. — Zie Reg. Tooneel. Verkwikking (Nederl.). — Zie Smallegange. H. 160. Verlaat, W. — Zie Stafford. 559. Verleden (Het) en de toekomst. H. 340. Verleegenheid der nieuwe Heidenen. H. 377. Verleibrieven van de 14e—17e eeuw. Hs. 75. Verlenius, H., Verclarynghe des 118en psalms. 620. Verleus, P., Op de afbeelding v. E. A. Tatum. Hs. 28. — Vriendenrolle. Hs. 56. Zie: Wenckebach. Hs. 55. Verley, J. — Zie Reg. Tooneel. Verlichtings-kwispedoor (De). 128. Verlofbrief van Willem I tot fortificatie v. Rotterdam Hs. 49. Verloo, F., D’Amstelsche Zang-godin. 277. Verloo, J. C. — Zie Verhandeling. 137. VerLoren, J. Ph., Lebuinus en zijne stichting, n. 636. Verlove, K, Uvtbreyding o. d. Heylige Lofzangen. 259. Zie: Gedichten. Hs. 27. — Parnassus. II. 987.— Reg. Tooneel. Verlove, P. — Zie Reg. Tooneel. Verlustiging (Mijn). — Zie Bilderdijk. 386. Verlustigingen (Dichtlievende). — Zie de Reuver. 376. Vermaen (Een Chrystelick) voor alle menschen. II. 130. Vermaenunghe ende leere enz. — Zie David Joris. 616. Vermakelijkheden (Nieuwe) ofte rare en uytgelesene vonden enz. 692. — (Godgeleerde, historische, philosophise!») enz. 125. Vermanen (Een nootwendich) enz.— Zie David Joris. 617. Vermaning (Een christlicher). Hs. 23. — (Hartelijke en broederlijke). H. 359. Vermaninghe (Christelicke ende ernstighe). — Zie Corvinus. H. 365. — (Generale) aenden Switseren. H. 761. — (Trouhertige) aende verhoerde Nederl. Provintien. n. 121. Vermehr, C. W., Brief a. A. Kluyt. Hs. 68. Vermesse, L., üictionnaire des Patois de la Flandre Franpaise. 940. Vermeulen, C. — Zie Cabeljau. II. 370. Vermeulen geb. Henskens, D. — ZievanEybergen. 532. Vermeulen, E. — Zie Bundel. 481. Vermeulen, K., alias Raat Mossel (Levensgevallen van). H. 521. Vermeulen, P. J., Inventaris v. h. Archief d. Prov Utrecht. H. 583. Een nieuw Lied v. Wilhelmus v. Nassouwen. 514. — De Nederlandsche vlag. H. 65. — (Leven van). Lb. 1879, 137. Zie: Catalogus. H. 974. — Levene ons Heren (Vanden). 206. — Tijdschrift. H. 683. Vermey, L. en N. — Zie Fremyn. 533. Vermijlen, A., Brief. Hs. 73. Vermooten, W. — Zie van Elsland. 261. — Hessen. 261. — van Mater. 261. — Spinniker. Hs. 30. Vermuyden, J. — Zie Cowper. 650. — Toussain. 649. Vernassal Quercinois, F. de. — Zie Primalion. 915. Verne, J., Boek d. Reizen en ontdekkingen. H. 41. Zie: Célébrités. 927. Vernède, J. S., Discours sur le jubilé de la Maison des Orphelins Walons. H. 550. — Leerredenen over de Voorzienigheid. 723. Leven van J. C. Martens van Sevenhoven. Lb 1861, 34. Vemede, 8. H. — Zie Reg. Tooneel. Vernée, J. A., Vereischtenv. d. waren Volksdichter.179. Vernée, L. G., Overdrukjes. Vemichtung (Wunderbare) einer Rauberbande. 812. Vemieut wt liefden. — Zie Rederijkerskamer. Vernon, E. J., Guide to the Anglo-Saxon tongue. 829. Vernon, J., Letters illustr. of the Reign of William in. H. 839.. Vemulaeus, N., Elogia Oratoria Alberti Pii Belg. Prin- cipis eet. H. 407. — Les trophées d’Ambroise de Spinola. 951. Verontschuldinghe van J. Valman enz. H. 468. Verordening (De Nieuwe) op’t Bestuur d. Gebuur ten van Leyden. II. 486. Verovering (Eene vreedzame) herdacht. H. 534,1067. Verpoorten, J. D. — Zie Woordenschat. 150. Verquikking. — Zie Verkwikking. Verraad (Het) ontdekt. H. 202. Verre-kijker (Den Hollandschen). II. 156. — (De nieuw gevonden). H. 50. — (De wonderlycke). H. 50. Verryke, E., Zederyke ... Zinnebeelden. 354. Verscheidenheden (Dichterlijke). 225. — (Geschiedkundige). II. 789. Verscheidenheid. Bundel dramatische werken. XIV. — en Overeenstemming. — Zie Genootschap. — van gaven, dezelfde geest. 719. Verschijning (De) van Apol in zijn tempel. VII. Verschillen over de Spellings... aangewesen. 149. Verschuer, W. A. van, Staatkundig bedrijf v. Ripperda. Verschuir, J., Honig-raatje van gesangen. 261. Versjes (Vriesche en Hollandsche). 826. Verslag van de Comm. d. Kon. Akademie tot het opsporen d. overblijfselen der Vaderl. kunst. H. 74. — der Ambachtsschool te Amsterdam. H. 554. — betreff. d. Pract. Ambachtsschool te Leiden. H. 510. — der Vereeniging De Ambachtsschool te Rotterdam. H. 524. — der Vereenig. De Ambachtsschool teUtrecht.II.604. — over den toestand van het Rijks-Archief. II. 60. — omtrent oude Archieven. — Zie van Hasselt. H. 583. nopens den staat van het Armwezen. II. 1049. — van het Asyl Steenbeek. II. 438. — (Beoord. en ophelderend). — Zie Vreede. H. 1046.
Verslag van de aanwinsten d. Eon. Bibliotheek te ’s Gravenliage. II. 458. — der viering v. d. 25® vergadering d. Vereen, v. d. Boekhandel. 17. — der werkzaamheden v. d. Afgevaardigden d. Vereen, v. d. Boekhandel. 18, 62. — v. d. gecostumeerden optogt d. d. Boekverkoopers. — Zie van Boekeren. H. 649. — wegens de Brug... op de grenzen v. Drenthe. 11.652. — ontwerp Brug o. d. IJssel. — Zie Stieltjes. II. 633. — (Geschiedkundig) der Dijkbreuken. — Zie Ewijk. II. 228. — (Beknopt) v. ’t oogmerk d. Feestviering v. Leydens ontzet. — Zie Steenhauer. II. 467. — der christel. werkzaamheid onder de Fabrieksjeugd te Leiden. II. 516. der Vereen, t. bevordering v. Fabrieks- en Hand- werksnijverheid. H. 287. — der Vereen, v. Fabrieksnijverheid te Rotterdam. — Zie Scheffer. IE. 522. — van het Flankeurs-herinneringsfeest. II. 650. — v. h. Fonds t. aanmoediging d. gewapende dienst. II. 302. — van het Leidsche Gas-fabriek. H 511. — over het Rapport over de verbetering d. Gasthui zen te Amsterdam. II. 549. — over het gebruik d. Geldmiddelen. II. 253. — van het Geneeskundig Gesticht v. minderjarige Idioten. II. 460. — van het Genootschap Mathesis Scientiarum Geni- trix. II. 510. — v. h. 75-jarig bestaan v. h. Genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix. H. 510. van het Prov. Utrechtseh Genootschap v. Kunsten en Wetenschappen. 115. — van het Zeeuwsch Genootschap d. Wetensch. 114. — der Gustaaf-Adolf-Vereeniging. II. 1051. — (Jaarlijksch) omtrent den toestand d. Gemeente Arnhem. II. 424. — gedaan door de gemeente Leiden. H. 483. — van het Instituut voor blinden. II. 555. M n Kon. Ned. Instituut v. Wetenschappen. 120. der Bibliotheek v. h. Kon. Instituut enz. en Indisch Genootschap. II. 662. van de 3® reunie d. Jagers d. Utrechtsche Hooge- school. II. 604. over het Amsterd. geoctroieerde Kunstcement. II. 288. van de Kweekschool voor bewaarschoolhouderes- sen te Leiden. II. 509. van de Kweekschool v. d. Zeevaart teLeiden.II.509. — van het Leeskabinet te Rotterdam. II. 523. — der vaderlandsche Loterij. II. 244. — over den toestand der Luchtverversching in de Scho len te Leiden. II. 509. — der Maatschappij Felix Meritis. 119. 8 Hollandsche Maatschappij v. Fraaie Kunsten en Wetenschappen. 119, II. 975. — der Maatschappij TotNut v. ’tAlgemeen.117,11.516. n n van Weldadigheid. II. 656. n n terbevorderingv.Welstand.Il.290. Verslag der Maatschappij ter bevordering van Toon kunst te Leiden. II. 510. — [en Nader Verslag] over het Muntwezen. II. 286. — van het Stedelijk Museum te Alkmaar. II. 1055. — „ „ Museum Boymans te Rotterdam. II. 523. u n u v. oudheden in Drenthe. II. 654. — der Natuurk. Vereeniging in Ned. Indië. U. 667. — van het inlandsch onderwijs in Ned. Indië. H. 671. — „ den toestand van het Lager Onderwijs te Lei den. H. 509. — van het Openbaar Onderwijs in de Zuid-Afrikaan- sche Republiek. II. 685. — van de bijeenkomst van Oud-jagers der Leidsche Hoogeschool. II. 507, 508. — der handelingen v. d. Overijss. Vereeniging.il. 627. — van de Overijsselsche Tentoonstelling. II. 628. — v. d. aanwinsten van het K. Penningkabinet. 11.459. — der Vergadering van de Predikanten-vereeniging in Groningen. H. 644. — van de Provincie Friesland. II. 614. — „ „ „ Gelderlnnd. II. 415. — „ „ „ Groningen. II. 641. — u „ „ Noord-Holland. II. 527. — betreffende de Rijkspostspaarbank. II. 1049. — (Kort) van het gedrag van H. P. Seholte. II. 360. — over de Verhandelingen ingekomen b. h. Staetsbe- stuur v. België, ten gevolge der Taelkundige Prijs- vraeg. 65. — omtrent eene uitgave d. Stad- Dijk-en Marke-reg- ten. II. 632. — der Rijkscommissie voor Statistiek. H. 82. — van de Sterrenwacht te Leiden. II. 504. — aan Prins Hendrik d. d. Senaat v. h. Studenten corps te Delft. II. 450. — v. d. Commissie v. Studenten te Utrecht. II. 603. — der Leidsche Vereen, tot bevordering v. getrouw Schoolbezoek. II. 509. — der Vereen.: Het Nederlandsch Tooneel. CCLVH. — over den toestand van het vlaamsch Tooneel te Brussel. IX, CCLIX. —... nopens buitenlandsch Tras. II. 288. — over de uitbreiding der stad Utrecht. II. 599. — van den oorsprong enz. des Vaderlandsch A B Boek. — Zie Swildens. 708. — van de verbouwing v. h. H. Geest Weeshuis te Leiden. H. 494. — van een onderzoek naar de middelen tot bestrij ding van Werkeloosheid. H. 1049. — over het Willems-Fonds. 124. — (Volledig) v. d. Zeebataille v. 11 Oct. (1797). 11.221. — van het Zeemanshuis te Amsterdam, n. 550. — „ „ Zendelinggenootschap. H. 389. Verslagen d. Comm. tot leniging d. waterrampen.n.404. — van het Friesch Genootschap. H. 605. — „ „ Indisch Genootschap. H. 662. — „ „ Kon. Oudheidkundig Genootschap. 11.74. — omtrent ’s Rijks oude Archieven. H. 58. — nopens den staat der Hooge, Middelbare en Lagere scholen. H. 307.
Verslagen (De) omtrent den tocht met de Willem Barents. II. 48. en mededeelingen d. Kon. Akademie v. Weten schappen. 121. — en mededeelingen d. Vereeniging t. uitgave d. bron nen v. h. oude vaderlandsche Recht. II. 261. — der Vereeniging tot verbetering der volksgezond heid te Leiden, n. 495, 1055. en berigten uitg. d. d. Vereeniging t. bevordering d. oude Nederlandsche letterkunde. 197, 198. Versluys, C., Diss. inaug. exh. differentias quasd. juris Romani et Consuetudmum Vlissinganarum. II. 582. — Benige Aenteickeningen. II. 578. Zie: Costumen. II. 678. Versnaeyen, K., Beschrijving d. Maerlants feesten. 198. — De Halletoren van Brugge. 423. Versoeter, A., Consideratien. II. 145. Verspreeuwen, J. F. C. — Zie Taelverbond. 134. Versteeg, N., Brief a. F. van Lelyveld. Hs. 68. — Bruiloftdichten. 534, 535, 538, 546. — Lijkdichten. 564, 569. — Mozes, in XII boeken. 369. Zie: Reg. Tooneel. Versteeg, W. F., Atlas. II. 667. Zie: Tjjdschrift. II. 287. — Veth. II. 676. Versteeningen. II. 947. Verstegen, R., Oorsprong van de Calvinische secte. H. 367. Zie: Caracteren. 191. — Schelte. 347. Verster, A. H., De familie van Ulvenhout. 684. Verster van Wulverhorst, A. H., Jagtterminologie. 164. — Overdrukjes. Verster Abrz., J. L., Lijst van minder bekende woor den voork. in Huygens’ Korenbloemen. Hs. 4. — Woorden uit de Meijerij. Hs. 6. Verstolk, A. Hordijk. — Zie Reg. Tooneel. Verstolk van Soelen, J. G. — Zie Recueil. II. 243. Verstoorders (Aan de) der Leidsche rust. n. 1002. Verstralon, H., Twee schone brieven. II. 346. Versucb eines Bremisch-niedersachs. Wörterbuchs. 817. — einer Erklarung des Ursprunges der Sprache. 27. „ Griech. u. Lat. Grammatik.— Zie Hasse. 869. Vertaaling (Dichtk.) v. e. brief v. Hyde Parker. 467. Vertalingen van Bijbelboeken. 579, H. 1007. van Gtrieksohe schrijvers. 597, II. 1009. » Romeinsche schrijvers. 601, H. 1009. — en navolgingen in poezy. 295. — (Tusscbenregelige). 144. Vertellingen (Aardige, snaakse en nietmingeestige).669. — (Javaansche). 1002. — voor jongelingen en meisjes. 712. — (Leerzame) en deugdlievende voorbeelden. 710. — van Moeder de Gans. — Zie Perrault. 708. — en Oefeningen voor Nederlandsche kinderen. 711. — (Oostersche). — Zie Moreau. 671. —, romancen en andere stukjes naar ’tHoogduitsch.307. — der Schikgodinnen. 672. Vertheilung (Die) d. Bevölkerung Kurbessens. H. 720. Verton, R., Nieu lied-boek. 266. I Vertooch. — Zie Vertoog. Vertoog van d’Alckmaersehe Kerckel. gheschillen. — Zie de Jager. 432. — en bewijs dat de Baenderheeren enz. II. 813. — over de algem. grondregels. — Zie Dumbar. H. 631. der Kercken Christi. — Zie van Toorenenbergen. II. 345. — van Nieu Nederland, and Breeden Raedt enz.II.686. over de Noodzakelijkheid eener veranderde en verbeterde Psalmberijming. 234. — over de Rampen van Holland. H. 219. — van het Recht dat Utrecht is hebbende. H. 591. — over de Staatkunde der ouden. — Zie Wiselius II. 927. — over de Universiteiten. n. 317. — ende Versoeck d. genaemder Catholiken. II. 834. — over de vrijheid die men heeft. II. 916. — (’t) der Zeeuscher Nymphen. 430. (Cort) van ’t gene te Utrecht ghepasseert is. H. 591. — (Een klaer) d. Raets-plegingen. H. 160. — (Kortbondig) v. d. onbetamelijkheit. CCLVIH. — (Politiek). — Zie van Goens. H. 543. — (Nootwendich) der... Springh-Ader aller kinderen Gods. 215. — (Redenerent). — Zie van Alphen. II. 179. — (Summier) van nader Redenen. H. 165. Vertoogen van Salomo. — Zie Bilderdijk. 386. Vertoon, ofte... Spieghel, om te verstaen wal eie- righeyt zy. 336. 5 Vertooninge der Cooningen, Bisschoppen enz. van Friesland. Hs. 40. Vertooninge (Corte) van het recht bij de Ridderschap, Edelen enz. gebruikt. II. 264. — (Een naeckte). — Zie Plancius. H. 956. Vertooningen (Op verscheide). IV. Vertot, Grandeur de la Cour de Rome. H. 31. Vertroestmghe d. ghelatenre menscben. 611. Verus, Lucius. — Zie Onnoselbeyt. II. 592. Verveer, J., Grafdichten. 564, 569. Zie: Heilwenschen. 220. — leden. 220. Nieuw- jaarwenschen. 523. — Reg. Tooneel. Verveer, J., en J. van Waning Jr., Tafereel van het beste huwelijk. 230. Vervell, V., Bruiloftdicht. 547. Vervier, C., Dichtr. bij de uitreiking d Eermetalen.496. Vervier, C. A. — Zie van Zele. 526. Vervolg (’t) v. d. Amsterd. Saturd. Courant. H. 171. (Tweede en Derde) vande Brieven, Memorien raeckende de Alliantie enz. H. 165. — van der Burgeren... oplettentheyt. H. 184. — op de Chronyk van Medenblik. TL 564. — (4 e ) van de Handelwijs der Fransche. H. 212. — der Justificatoire bescheiden. H. 627. — ,, Kronyk van Nymegen. — Zie In de Betouw. 11. 429. — op het Nederduitsch Leesboek. 156. — van Stichtelijke gedichten. — Zie Braconier. 374. Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen. 267. Vervoort. — Zie Redevoeringen. II. 792.
Yervou, F. van, Enige Aenteekeningen. H 132. — Enige gedenckwaerdige geschiedenissen. II. 1043. Yerweerschrift (Noodig) v. d. Nederd. Kerckenraadt. CCLYm. Verwer, A., Brief a. L. Leers. Hs. 68. — Linguae Belgicae idea grammatica eet. 142. Zie: Tydeman. Hs. 2. Yerwer, J., Een Katholieke partij. II. 1048. — Geen Katholieke partij. II. 1048. — Self-government der maatschappij. II. 284. Yerwer, P. (Lijkrede op). 733. Verwer Az., P., Bruiloftdichten. 532, 544—546,549. Verwers, Cath. — Zie Mengel-moez. 277. — Reg. Tooneel. Verwey, A., Persephone en andere gedichten. II. 1000. Zie: Nieuwe Gids. II. 977. Yerwey Bz., A., Lijkrede op G. G. Akersloot. 725. Yerwey, B., Het Adres getoetst. II. 359. — Kort begrip der bijbelsche geschiedenis. II. 906. — Plegtige dank- en bidstond. II. 232. — Vaderlandsliefde. II. 236. Verwey, W., Het betamelijke der voorbidding. H. 251. Verwey Mejan, G. W. (Leven van). Lb. 1851, 46. Verwoert, H., Handwoordenboek der Vaderlandsche Geschiedenis. II. 62. Verwijs, A., Leerredenen voor jonge lieden. 722. — Ziekte en herstelling. Een christelijk leesboek. 654. Verwijs, E., De abdij van Corvey. II. 625. — Leven van F. A. Ebbinge Wubben. Lb. 1876,117. — „ „ A. C. Oudemans Sr. Lb. 1875, 143. — Van enen manne die gherne cnollen vercoopt. 200. — Middelnederlandsche spraakkunst. 141, 199. — De Oorlogen van Hertog Albrecht. H. 99, 613. — Sinterklaas. II. 88. — (Leven van). Lb. 1880, 75. — Overdrukjes. Zie: Asselijn. CCLX. — Bloemlezing. 199, H, 985. — Boerden. 202. — Bijdragen (Taalk.). 189. — Catalogus. II. 605. — Ferguut. 201. — Gedich ten. II. 985. — Heinric van Aken. 208. — Hooft. H. 105. — Huygens. 331. — Jacob van Maer- lant. 200, 204, 206, 207, 208. — Klassieken (Nederl.). 60, 92. — Leven van St. Amand. 206. — Liederen. 200. — Oera Linda Bok. II. 612. — Roman van CaBsamus. 204. — Taal- en Letter bode. 139. — Theophilus. 207. — van Vloten. CCLVn, — Vrouwen (Van) ende van minne. 201. — Willem van Hildegaersbercb. 200. — Woordenboek. 168. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Verwijs, E.,en J. Verdam, Middelnederlandsch woor denboek. 167, II. 981. Verzameling van oud Beeldwerk tot Utrecht betrek king hebbende. H. 589. — van geloofwaardige Berigten. II. 181. — (Brielsche). — Zie Ver Huell. H. 448. — (Compleete) van 50 Brieven. IX. — (Tweede) van Brieven der geloovigen. II. 360. van XXIV origineele Charters. H. 802. n Dichtstukken betr. d. torenval te Westzaan.510. — „ geestelijke Gezangen. 264. (Kleine) van Gezangen voor de Tafel-loges. 293. Verzameling van oude en nieuwe Gezangen. 266. — van... Haarlemmerhout-gezangen. 263. — „ van Instruction v. d. Regering v. Nederl. Indië. H. 669. — van Jubeldichten. . der Mtsch. van Rhetorics te Brugge. 220. — van Kenr van poezie. 465. — „ Keurdichten... voor J. Ie Francqv.Berkhey.553. — „ uitgelezene Keurstoffen. 135. — „ Kronykenenz. betreff.’sHertogenbosch.II.409. — „ Liederen en psalmen in het Maleisch. 999. — „ Liederen van het Zendeling-genootschap. 267. — (Nieuwe) van nederduitsche Mengeldichten. 229. — van ernstige en boertige Mengelstoffen. 183. — „ Mengelstukken door het Genootsch. Door Yver bloeid de Wetenschap. 115. — van Oirkonden betreff. het beleg van ’s Hertogen- bosch. H. 411. — van op evang. toon gestemde Psalmgezangen. 249. — „ Reglementen betr. h. Lager Onderwijs. II. 671. — „ „ Instructiën enz. gestatueert d. W. C. H. Friso. H. 642. — van de bruykbaerste Nederl. Rijmklanken. 180. — „ Staats- en Stadsstukken. II. 521. — „ Stukjes van vernuft en smaak. 194. — „ autentyke Stukken. II. 181, 211. — „ Stukken betreff. het Adres aan de Staten.II.475. — „ „ raakende de Adressen. H. 412. — (Volledige) van alle Stukken, betreff. de afschei ding der Kerk van den Staat. H. 392. — (en 3 e Verz.) van Stukken betreff. het St. Anthony Gasthuis te Leeuwarden. EL. 627. — van Stukken betreff. het gedrag der Curatoren van de Hollandsche Universiteit te Leyden. II. 502. — van Stukken betr. d. Friesche geschiedenis. II. 607. — „ „ betreff. den handel in granen. II. 269. n „ betrekkelijk de Hondsbossche en Dui nen te Petten. II. 535. — van Stukken die betrekking hebben tot Overijs- selsch regt. H. 628. — van Stukken betreffende H. Proper. II. 427. — „ „ rakende A. van Ryssel. II. 204. n en bewysen betreffende J. Suylen van Nyevelt. II. 520. — der Stukken ter inrichting van een petitionnement tot het terugeischen der Vlaemsche taelregten. 65. van onuitgegeven Stukken, tot opheldering der vaderlandsche historie. II. 114. — van Stukken betreffende D. Ypey. II. 645. M rakende de procedure tegen G. W. van Zuylen van Nievelt. H. 419. van Stukken betreffende het zenden eener Com missie naar Rotterdam. II. 521. van Vaerzen enz. Uitgegeven op het 2 e Eeuwge tijde van Leidens beleg. 461, H. 466. — van Vaerzen enz. Uitgegeven op het 2 e Eeuwge tijde der Leydsche Hoogeschool. 463, II. 497. -— van Verhandelingen d. h. Genootschap Voor het Menschdom. — Zie Werken. 119.
48 Verzameling der Vertogen uit den Nederl. Spectator en Philanthrope betrekkelijk de Nederd. Tael- en Dichtk. 633. — (Naaukeurige) d. gedenk-waardigste Zee- en Land- reysen. II. 41. V fo? a ï? el r. Werlrei1 van b U*ondere schrijvers, loö, 11. 977. Verzeichniss einiger anfgestellten alten Druckwerke.13. — ausgestellter Qegenstande. 13. — von Abhandlungen z. Geschichte Lübeoks. II. 750. tt 1 ®jkli°thek d. Vereinsfiir Hessische Geschichte. II. 721. der Bücher des Vereins fiir Nassauische Alter- thnmskunde. n. 720. — der Bibliothek d. Historisehen Vereins f. Nieder- sachsen. II. 712. der Bibliothek d. Vereins f. Geschichte von Osna- hrück. II. 713. der Bücher d. historisehen Vereins f. d. Württem- bergischen Franken, n. 739. — der Lübeckischen Kunstalterthümer. II. 750. der culturhist. Sammlung d. Gesellsch. z. Beförd gemeinnütziger Thatigkeit zn Lübeck. II. 750. — der Gemalde-Sammlung des Stadelschen Kunstin- stituts. II. 724. Verzekeringe (Goddelooze) uitgevoert door J. van den Berg. II. 470. Verzen in den tongval van Overijsselsche steden. Hs. 5. Verzet tegen den schutterlicken Scherm-slach. 432. Verzoek van de Leydsche Rederijkerskamer. Hs. 25. — van de getrouwe Burgerye van Amsterdam, n. 169. VesterFr De Nederlander bij het sterfbed v. Hare Hoogheid. Hs. 28. Vestrinck, A„ Brieven a. M. Tydeman. Hs. 68. Veth D de, Vrede bazuin onder het Christelijk jubel- ioest. ï43. Veth, D. D., Stoomtram verbinding, n. 676. Veth, H. J., Overzicht v. hetgeen voor de kennis der fauna v. Nederl. Indië gedaan is. II. 667. Veth, P. J., Atohin. EL 676. — De beoefening d. Oostersche letteren aanbevolen.979 Een blik op de Nederl. volksschool. H. 312. — Bijdragen tot de kennis v. d. politieken toestand v. Nederl. Indië. H. 664. Java, geographisch, ethnologisch, historisch. H. 671. Leven van J. F. G. Brumund. Lb. 1864, 1. — » » J. van Gilse. 77. 0 1 ^ e . c * ass ' cae Antiquitatis disciplina injuste hodie m patna obtrectata. II. 13. Vicq Jr., J. de. — Zie Dnysendpond. 532. Vicquefortius, J. — Zie Epistolae. 889. Victor. — Zie V. H. J. Brahain Ducange. — Reg Tooneel. Victor, H., Tesoro de las tres lenguas Espafiola, Fran- cesa y Italiana. 44. Victor Uticensis, Historie van de vervolghinghe der Kristenen. II. 32. "Victoria. II. 883. Victoriën (Seer uytmuntende Nederl.). — Zie Sou- terms. H. 139. Victorius, P., Ad J. Cratonem et al. epistolae. 891. Vidal, Peire, Lieder. IT. 1032. Vidalinus, P. — Zie Sagan. 856. Vidaukablad [IJslandsch weekblad], 858. Videlius, N., Het Bisdom v. Constantijn de Groote.II.31. Vidimus v. e. privilegie v. Graaf Willem VI. Hs. 51. Vie (La) ... van J. le Francq van Berkhey. H. 474. Viehoff, H. — Zie Archiv. 25. Vieillard. — Zie Reg. Tooneel. Viel Castel, Louis de, Overdrukjes. Vielliebchen. Histor.-Romantisches Taschenbuch. 782. Vierhout, C. H. M., Geschiedenis des vaderlands. II. 81. Viering v. h. 25-j. bestaan v. h. verbeterd onderwijs op de Armenscholen. II. 554. Vieroot, H., Bruiloftdicht. 545. Vierteljahrshefte f. Württembergische Geschichte u. Alterthumskunde. II. 739. View (A) of the Chilesian Language. 1006. Vigée, L. J. B. E. — Zie Reg. Tooneel. Vigerus F De praecipuis Graecae dictionis idiotis- mis libellus. 872. Vigfusson, G. — Zie Cleasby. 53. — Fornsögnr. 856 — Skeat. 53. Vigfusson, G and F. York Powell, Sigfred-Arminius and other Papers. IL 1025. Vigilantia et fide. — Zie Copie. 429. Viglius Zuichemus ab Aytta, Epistolae. H. 101. Zie: de la Court. II. 148. — Hoynck van Papen- drecht. II. 1041. — Star Naman. H. 102. — Ontdekkers en onderzoekers. II. 41. Schets van het eiland Sumatra. II. 675. Toestand v. h. onderwijs in Nederl. Indië. II. 6' — Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 662. — Geschiedenis. II 1 — Gids (De). 130. — van Gilse. II. 61. Groneman. II. 666. — Redevoeringen. 117 Sojuti. 985. — Wallace. II. 667. Vetter, C. W., Lijkrede op F. C. Engels. 728. Vezin, H. A., Geschiedenis v. h. straf- en doodrt v. h. gelukkig eiland Teneriffe. II. 928. R R — Zie V. F. Plempius. V - G - — Zie J. W. E. Steenbergen van Goor. ■ Reg. Tooneel. VigliusZuichemus ab Aytta, et J. Hopperus, Mémoires. Vignon, J. dn, Afscheid en Intreeleerrede. 734. Vigny, A. de, De Zondvloed. 315. Vijanden (De minnende). 667. Vijants Net (Dat) der boosen werekê raet enz. 621. Vijver, C. van der, Geschiedkundige beschrijving van Amsterdam, n. 539. J 6 — Jaarboekje der stad Amsterdam. H. 545. — Levensbeschrijving van J. van Wijk Rzn. 95 Zie: GedeukroUe. 491. — Reg. Tooneel. Vijver, J. van der, Adres aan de stemgeregtigde burgers van Leyden. II. 480. 88 Villa Viuziosa, S. de. — Zie Reg. Tooneel.
Villanova, A. de. — Zie Tregement. 612. Villefosse, Héron de. — Zie Schets. H. 823. Villefranche, J. M., Les martyrs du Japon. II. 862. Villemain, A. F., Cours de littérature Franpaise. 925. — Discours et mélanges littéraires. 954. — Etudes d’histoire moderne. II. 19. „de littérature ancienne et étrangère. 23. Tableau de 1’éloquence chrétienne. 954. Villemarqué, Th. de la. — Zie La Villemarqué. Villeneuve, F. de. — Zie Reg. Tooneel. Villeneuve, G. de. — Zie Choix. II. 819. Villenhoven, J. D. — Zie Reg. Tooneel. Villerius, P. L. — Zie Ernstige (De). 128. Villers, Chevalier de, Brieven. Hs. 73. Villetard, E., Geschied, v. d. Internationale. II. 825. Villiers, P. — Zie Reg. Tooneel. Villoison, d’Ansse de, Brieven a. M. Tydeman. Hs. 73. Villon, Franpois, Oeuvres. 949. Zie: Bijvanck, 949. Vilmar, A. F. C., Deutsche Schulgrammatik. 760. — Entstehung d. deutschen Familiennamen. 770. — Geschichte der Deutschen National-Literatur. 746. — Idiotikon von Kurhessen. 773. — Vermischte Aufsatze. 770. Vin, A. de, Den gezalvden Christen. 262. Vincart, J. A., Relation d. campagnes de 1644. II. 140. Vincent, Y. — Zie Della Casa. II. 1009. — Onder wijs. II. 958. — Reg. Tooneel. Vincent de Beauvais. — Zie Vincentius Bellovacensis. Vincentius Bellovacensis, Handbuch f. Königl. Prinzen. n. 819. — Speculum historiale. II. 11. — Den Spieghel Historiael. II. 11. Zie: Bourgeat. 927. Vincentius, A. M. — Zie Rethaan. 229. Vinck, J. — Zie Reg. Tooneel. Vincke, Gisb., Sagen u. Bilder aus Westfalen. 808. Vinckers, H. Hpzema. — Zie Feestzangen. 512. —Jaar boekje. II. 642.—Kinderwereld. 708. — Liedjes. 518. Vinckers, J. Beckering, De onechtheid v. h. Oera Linda Bok aangewezen. II. 612. Eene orthographische E-legie. 853. Over de behoefte aan... meer wetensch. oplei ding v. d. beoefenaren d. Engelsche taal. II. 1025. Wie heeft het Oera Linda Bok geschreven PII. 612. — Overdrukjes. Zie: W. Dwight Whitney. 26. Vindé, Ch. Morel de. — Zie Morel. Vindicat atque polit. Mengelingen enz. 183. Vinet, A. — Zie Chrestomathie. II. 1032. — Pierson. 928. Vink, N., De Reddingmaatschappij. 418. Vink, P. — Zie van Paffenrode. 344. Vinke, G. J., Leerrede over Handel. II: 42. H. 1020. Zie; Hemel. 656. Vinke, H. E., Leerrede over J. Heringa Ezn. II. 1018. — Lijkrede op J. Heringa Ezn. 729. — (Leven van). Lb. 1863, 339. Zie: Hulde. U. 968. Vinke, H. L., Tiental leerredenen. 726. Vinkeles, H., Romantische poezy. 402. Zie: Gedenkrolle. 491. — Ossiaan. 311. — Reg. Tooneel. Vinne, A. van de. — Zie Perret. 320. Vinne, 1. en L. van der. — Zie Edens. 532. Vino Caser (De) of de Amsterd. Pakhuisvreugt. 289. Vintcent, J. B., Bruiloftdicht. 535. Violette (La). — Zie Kneppelhout. 955. Violieren (De). — Zie Rederijkerskamer. Viollet d’Espagny, J. B. B. — Zie Reg. Tooneel. Viotta, H., Het Auteursrecht v. d. componist. 19. Viotta, H. A. — Zie Sweelinck. II. 328. Viotta, J. J. — Zie Heije. 294. Viotta, J. J., W. J. Hofdijk en J. P. Heije, Een NederL kunstenaar. J. B. v. Bree herdacht. H. 328. Viretus, P. — Zie Cautelen. H. 362. Virgilius Maro, P., Aeneidos 11. IV [et XII]. 886. — De Aeneas in boertige verzen. 299. — De Eneas in zijn zondagspak. 299. — L’Enéide, traduit en vers franpais. 949. — Opera. 886. — Verschil! werken inNederl. vertaling. 298,299,601. Zie: Sirka. 884. — Stanyhurst. 845. — Wester- baen. 330. Virgilius (De historie v.). 693. — [Hoogd. volksb.].810. Virgilius zonder Mecaenas. —ZieW. vanSwaanenburg. Virnly, J., Explicat. Foederis de Propugnaculo (Bar rière tractaat) eet. H. 177. Visboer (De vrolijke Overtoomscbe). 286. Visch, W. F., De Graafschap Bentheim. n. 713. Vischdeuntje (Katwijker). — Zie le Francq van Berkhey. 375. Vischer, F. T., Faust dritter Theil. H. 1024. Vischer, W., Kurzer Bericht über d... Schmid’sche Samml. v. Alterthümem. H. 764. — Antike Schleudergeschosse beschrieben. H. 944. Zie: Chroniken. II. 764. —Mittheilungen.il. 763. — Wilhelm Tell. II. 1023. Visitatie d. autographa v. d. Bijbelvertaling. Hs. 39. Visio Phileberti. — Zie Frühlingsgabe. 778. Visite bij de stervende Muzen-almanak. 186, U. 1065. Vis-net bevangende geestelyke liedekens. 259. Visscher, Brieven. Hs. 73. Visscher, A., Nederlandsche belangen. H. 340. Visscher, A. T., Een schandelijk boek. 676. Zie: Riemsnijder. 380. Visscher, C. J. — Zie Apollo. 274. Visscher, C. T. — Zie J. Canter Visscher. H. 866. Visscher, C. W., De legitimaBelgarum ejurationePhi lippi H, Hisparu Regis. H. 118. Visscher, G. de. — Zie Reg. Tooneel. Visscher, G. A., Brief a. d. naamloozen schrijver.H.227. Visscher, J. de, Bruiloftdichten. 531, 539, 541. Zie: Redevoeringen. 116. Visscher, J. Canter, Mallabaarsche Brieven. H. 866. Visscher, Lamb. — Zie Vis-net. 259. Visscher, L. G., Beknopte geschiedenis der Neder! letterkunde. 59. Bijdragen tot de oude letteren derNederlanden.199.
Visscher, L. G., Bronnen en bouwstoffen v. d. be oefening d. geschiedenis van het vaderland. II. 55. — Handboek der geschiedenis des vaderlands. II. 81. Handleiding totdegeschiedenisd.Nederl.Ietterk.59. — De herder op het slagveld. 404. — Iets over Jacob de Coster van Maerlant. 198. — Manuaal der Conventuelen van St. Caecilia. H. 600. Nagelaten verhandelingen, kleine opstellen enz. 136. — Oratio de G. Moll. 86. m Ve f !? ers ^ e ! en de invoering der Nederlandsche laai (in de Zuidelijke Provintiën). 64. — Tafel voor de geschiedenis der lsraëliten. IL 388. *°t Chronologisch overzicht d. Nederl. Vorsten, n. 67. — (Leven van). Lb. 1859, 66. Zie: Argus (De). 128. — Bloemlezing. 181. — Buysling. II. 600. — Ferguut. 201. — Tijdschrift. II. 61. — Wandelende Jood (De). 698. — Reg. Tooneel. Visscher, N. L. — Zie Asher. H. 685. Visscher, P., Herderszangen. 359. Visscher, Roemer, [Verschil! Dichtwerken], 319. Zie: Twe-spraack. 149. Visschers gevangen (Voor). 184. ■Visschervj. H. 289. Visser (De gelukkige) of de Amsterd. losbol. 289. Visser van Yzendoorn, A. F., Proeve eener eerlijke uitvoering v. Art. 76 der Grondwet. II. 279. — De verdeeUng des Rijks in Kiesdistricten. II. 280. Visser, A. G. de. — Zie Catalogue. II. 8, 57. Visser, A. R., Spec, inaug. de jure venandi. H. 265. Visser, C., Eenvoudige aanmerkingen. 249. Visser van Hazerswoude, D. — Zie Jaarboekje. EL 298. Visser, H. W. C. A., Handleiding voor houderessen van kleine kinderscholen. II. 315. Herinnering aan J. H. Nieuwold. 87. Leerrede... te Molkwerum. II. 628. — Toewijding v. h. monument v. J. H. Nieuwold.II.969. — Verhandeling over de noodzakelijke kundigheden welke in de Armenscholen behooren medegedeeld te worden. II. 314. Het wijze der Schoolverordeningen, n. 310. Zie: Archief. II. 606. — Zange. II. 906. Visser, J., Brieven. Hs. 68. — Lijst der boeken in Nederl. gedrukt vóór 1500.11. — De moed en menschlievendheid van Boon her dacht 496. — Redenvoering over Mattheus XXIV. II. 181. Visser, J. G. — Zie le Francq van Berkhey. II. 209. Visser, L. de. — Zie de Lamartine. 315. Visser, N. de. — Zie Bread. H. 202. Visser, P. H. J., Luimige gedichten. 425. Visser, S. de. — Zie Poëmes. 425. Visser, S. de, en J. Wildt, Tweetal leerredenen. 723. Vissering, G. (Leven van). Lb. 1870, 479. Zie: Nieuw Verbond. 696. Vissering, S., De hand des menschen. II. 637. Handleiding tot statistisch onderzoek. II. 20. — Herinneringen. 643. Vissering, S., Leven van W. C. Mees. Lb. 1885,47. — Onpersoonlijke amendementen. II. 322. — Onze Grondwet. Feestrede. II. 254. — Overdrukjes. Zie: Gids (De). 130. — Redevoeringen. 117. — Reg. Tooneel. Visvliet, D. van, Brief a. A. Kluit. Hs. 68. Visvliet, Jac., Tranen over Maria Stuart. 441. Visvliet, J. P. van, Inventaris v. h. Oud Archief d. Prov. Zeeland. II. 567. — Inventaris d. HSS. v. h. Zeeuwsch Genootschap. 114. Zie: van Grijpskerke. II. 669. Visvliet, M. J. van, De origine privilegiorum merca- toribus Scoticis in urbe Vera concessorum. II. 581. Vita brevis, ars longa. — Zie Genootschap. Vitae aliquot excellentium Batavorum. 67. Vital, N., ed E. Lechner, La Dumengia-Saira. 961. Vitaulium, Hofwyck. — Zie Huygens. 331. Vitellius, R. — Zie Guicciardini. II. 393. Vitet, L. — Zie de Laprade. 928. Vitriarius, J., Brief a. H. Copes. Hs. 68. Vitringa, A. J., (Verschil! prozawerken], 644. — [Verschill. romans], 683. — Bondige uiteenzetting van het Darwinisme. U. 947. — Dat getob met onze jongens. II. 316. — Doris en Doortje. II. 1015. | — Moderne heksen. II. 318. — Naar aanleiding v. h. Oera Linda Bok. II. 612. De toestand v. h. Middelbaar onderwijs. II. 315. Zie: Catalogus. II. 636. Vitringa, C. L., Gedenkschrift. H. 213. Vitringa, H., Advisen. II. 220. Vitringa, J., Brief a. A. Tijmens. Hs. 68. Vitringa, L. J., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 68. Spec, inaug. exh. nonnulla de reformationibus civita- tum. II. 929. Vitringa, M., Leerrede en Redev. over den oorsprong v. h. heilig zingen. 236. Vitrioli, D., Xiphias. 900. Vitzthum von Eckstadt. — Zie Hassel. II. 857. Yivarioff, H. de, Brief a. A. Kluit. Hs. 73. Viver, H. van den. Bruiloftdicht. 540. Vivere, J. van de. — Zie Viverius. Viverius, J., Wintersche avonden. 663 Zie: Taffin. 648. Vives, J. L. (Werken over), n. 292, 894. — Linguae Latinae exercitatio. 880. Vivetières, B. J. Marsolier des. — Zie Marsolier. Vivianus, I. - Zie Descriptio. H. 695. - Divaeus. II. 815. — Ortelius. EL 795. Vivié, J. de, Grafdicht. 571. Vivien de Chateaubrun. — Zie de Chateaubrun. Vivier de Streel, Ch. du, La Cinéide. 956. Vlaam, J. de, Oplossingen d. meetk. werkstukken.H.941. Vlaamsch (Het) in de Kamer d. volksvertegenwoordi gers. 66. D Vlaamsche Taal- on Letterkunde. 57. — Taalstrijd. 64. Vlaanderen. II. 799.
Ylaok, A. — Zie van Burmania. II. 145. Vlag (Aan Neerlands laatste). — Zie Bnrlage. 516. Vlagge (d’Orangie) op den Haegschen Tooren. H. 159. Vlakveld, J. — Zie Harpzangen. 244. Vlaminck, A. L. de, Belegeringen v. Dendermonde. IL 806. — Jaerboek d. Kamer v. B-hetoriea: Het Roosjen. 209. — De stad en de heerlijkheid Dendermonde. II. 806. Vlaming, P. (Lat. Lijkdicht op). 910. Zie: Hospitaliaa. 894. —Jaargangen. 217. — Juve nalis. 803. — Sannazarius. II. 994. — Scher mer. 362. — Spieghel. 320. — W ellekens. 229,352. Vlamingen van Vrankrijk. — Zie Genootschap. Vleesehhonwer, L. — Zie Reg. Tooneel. Vlerk. — Zie B. Gewinn. Vlerk, van der, Bruiloftdicht. 548. Vletter, J. de, Ontzettende gebeurtenis te Opheusden. H. 436. Vletter, Jacob de (Rechtsgeding tegen). II. 521. Vleuten, C. J. van, De pacto oivitatis et imperii oivilis fundamento. H. 929. Vleuten, K. van, Grafdicht. 571. Zie: Harp-gezangen. 246. Vliederhoven, G. a. — Zie Quatuor novissima. 609. Vlieg, C., Bruiloftdichten. 527, 534, 535. — De val van Adam. 377. Zie: Vosmaer. 560. Vlieger, T. T. de, Brief a. M. Tydeman. Hs. 68. Vliegh, C. C. A. de. — Zie Wap. 293, 294. Vlies, E. van der. — Zie van Stipriaan Luisgius. II. 518. Vliet, A. van der, Bruiloftdichten. 538, 545. De Spanjaerdt binnen Rotterdam. 460. — Vruchten der Diehtlievendheid. 369. Vliet Jr., A. van der, Bruiloftdichten. 534, 535. Vliet, C. van. Bruiloftdicht. 540. Vliet Azn., E. van, Spektakel in een boekenkast. 645. Vliet, J. van. — Zie Fob be Korst. Vliet, J. van, De Dea Angerona. II. 23. Vliet, Janus van. — Zie ’t Vader Ons. 54. Vliet, J. L. van der, [Verschil! romans]. 680. Zie: De Tijd. 131. Vliet, L. van, Onderwijs op Java. H. 674. Vligerius, G. en W., Bruiloftdichten. 529, 541. Vlijmen, J. van. — Zie Bundel. 481. Vlijt is de Voedster d. Wetenschappen. — Zie Genoot schap. — kweekt kennis. — Zie Patriot. 470. — kweekt Kunst. — Zie F. Bernard. — volmaakt. — Zie Genootschap. Vlinder (De). Jaarboekje. 188. Vlissingen, P. van. — Zie Proeven. 1001. Vlissings Redens-Lust-hof. 217. Vlitarp, J. — Zie Ocko Scharlensis. II. 607. Vlitius, Jan. — Zie J. van Vliet. Vlooswijk, M. van. — Zie Reg. Tooneel. Vlooten, C. H. van, 1 April 1572—1872. n. 1043. Esquisse historique s. 1’ancienne église catholique dans les Pays-Bas. II. 344. — Kleine Katechismus. II. 344. Vlooten, C. H. van, De oud-katholieke kerk te Delft. H. 450. Zie: Krasmus. 647. Vloten, E. A. van. — Zie de Jancigni. II. 664. Vloten, J. van, Aan de gevallen meisjes v.Steenbeek.417. — Aesthetica of Schoonheidskunde. II. 952. — Baruch d’Espinoza. 90. — Beknopt staatsburgerlijk handboekjen. H. 278. — Beknopte geschiedenis der Nederl. letterkunde. 60. n „ „ nieuwere letteren. 24. — Het beste gedenkteeken voor 1813. II. 233. — Een bloemensprookje uit Wurtemberg. 680. — Een en ander omtrent het Wetsontwerp op het Hoo- ger Onderwijs, n. 322. — Eerlijke wenschen omtrent Hooger- en Middelbaar onderwijs. H. 636. — De Gemeenteraad van Deventer ter verantwoor ding geroepen. H. 636. — De Geuzenleus der 19e eeuw. H. 259. — Een groot vorst. H. 825. — Humaniteit. De blijde boodschap der 19e Kristen- eeuw. H. 258. — Jonckbloet’s zoogenoemde Geschiedenis d. Nederl. letterkunde. 60. — De algemeene Kiesdag. Kiezerslied. 519. — De Levensbode. H. 976. — Leidens belegering en ontzet, n. 465. — Middelburg’s beleg en overgang. IL 578. — De mondige mensch als Nederl. staatsburger. 11.114. — Montigny’s leven en dood in Spanje. II. 111. — Nalezingen op Leidens belegering. H. 465. — Nederlands constitutioneel Koningschap. H. 278. „ opstand tegen Spanje. H. 109, 111, 113, 114. ' — Neêrlands schilderkunst. H. 325. — De Nederlandsche opstand d. 16® eeuw en de Nederl. Katholieken d. 19 e eeuw. II. 108. — Nederl. Spelling- en Woordenboeksgrieven. 168. — Uit Nieuw Abdera. H. 636. Noord-Nederlandsche karakterfeilen. 63, 168. — Onkruid onder de tarwe. 86. — De Ponsch-god en zijn trawanten. 132. — Radicalisme. Eene geschiedstudie. H. 256. Redevoering over de zedelijke werking d. vader- landsche taal-, letter- en staatsgeschiedenis. 57. Schets van de geschiedenis der Nederl. letteren. 60, H. 965. — Spraakwording, taal en schrift. 138. — Thorbecke’s standbeeld. H. 259. Tweederlei Nederlandsch volksgif. H. 387. — Over Valsche en echte liberalen. II. 256. — Vijftal lezingen over Deventer. H. 634. — Een Verbijsterd Ministerie, n. 257- — Vrije Studie. II. 319. 1581—1881. Wenschelijke herboorte v. Nederl. staats- en volksleven. IL 260. — De Waarheid in zake Mosselmens. H. 636. — De Weidevraag te Kampen. H. 637. — Vselkout. Mengelingen en bijdragen. 643.
761 J. VAN VLOTEN. — VOLK. 762 Vloten, J. van, Zielkundig-historische inleiding ter algemeene en Nederlandsche taalkunde. 138. — Overdrukjes. Zie: Arend. II. 80. — Baker- en Kinderrijmen. 425. — Bergman. 687. — Bilderdijk. 388, II. 998. — Bloemlezing. 224, 225, 577, 678 Borgnet. H. 107. — Cats. 334. — Cosijn. 172. — Dicht en ondicht. 182. — Paschier de Fijne. 76. — Geschiedzangen. 269. — van Haren. 230. — Hooft. 109. - Huygens. 332. — Jacob van Maerlant. 200, 203. — Kamphuyzen. 323. — Keur T II. 988. — Kinker. 194. — Kluchtspel. ytAiVH. - Kunstbode, n. 323. — Landjuweel. 184. — Liedeboek. 278. — Luyken. 278. — Maertz. 845. — Marieken van Nymegen. 206 — de Montenay. 314. — Moulin. 405. — Onder zoek. II. 577. — Piccardt. 85. — Proza. 577. ™ Qsinet, 84. — Revius. 334. — Riemsnijder. 380 — Stalport van der Wiele. 333. — Starter. II. 996. Tafelspelen. XII. — Tesselschade Roemers. 227. — Vondel. 326, II. 995. — Vondel- Almanak. 190. — Wolff geb. Bekker. 378, 636. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Vloten (Prof. J. van) en de Gemeenteraad v. Deventer. 11. 636. Vloten, J. M. van, Verzen van Ultrajeetinus. 473. Vloten, W. A. van, Brief a. M. Tydeman. Hs. 68. Vluchtig, Piet. — Zie P. Smit Kleine. Vlugt (De) v. d. Jezuit Archibald Bower. II. 340. Vocabula Latini Italique sermonis. .882. Vocabulaer (Den grooten), Engels en Duyts. 835. — in Spaensch endein Duytsch. —Zie Vocabulario.918. — met andere spraken. — Zie Confusie. 191. Vocabulario en Espaflol y en Flamenco. 918. Vocabularius Gemma Gemmara. 766. — optimus. 766. — de partibus indeclinabilibus eet. 882. — perutilis utriusque juris tam civilis eet. 882. Vocabulary of Dialects spoken in Australia. 1005. Vockestaert, H. M., Grafdichten. 560, 568, 575. Vögelin, J. C., Geschichte d. Schweizerischen Eidge- nossenschaft. II. 761. 8 Vögelin, S. — Zie Mittheilungen. n. 762. Voegen van Engelen, J. — Zie Uitspanningen. 222. Vömel, J. T., Frankfurter Gymnas. Programme. II. 724. — Wortkritik der Evangeliën. II. 890. V °BA t 6 V 8 <la Alerdinok ’ Van ' BrieTen »• M. Tydeman. Voet van Oudheusden, A. W. K., Beschrijving van Culemborg. II. 426. J ^ Voet, J., Oratio qua monstratur veritas asserti: raros esse, qui philosophantur. II. 909. Voet, J. E., Brieven. Hs. 68. — [Verschill. Dichtwerken]. 369. Zie: Proeve. 247. — Vosmaer. 660. ^ < -fo,iT al TT^ am I lea, B ‘> Be bijbel-verspreiding in 1841. 11. 390. — Grafdicht. 567. — (Leven van). Lb. 1852, 72. Voet, P., De duellis licitis et illicitis. H. 927. Oorspronck... d. Heeren van Brederode. II. 69. Voetius, G., Aanmerkingen op het genaamde Zedigh Ondersoeck. n. 591. Discept. de lusu aleae, a censuris vindicata. n. 273. Voetius, G., Oratio de Pietate cum scientia coniun- genda. n. 600. — Thersites Heautontimorumenos. II. 369. — Vragen over den Catechismus. II. 902. — na ’t leven afgebeelt. n. 591. Zie: Examen, n. 600. — Jubel-gedachtenisse. II. 601. — Gedruckte onnoselheyt. H. 592. Voet-wasschen (Van dat rechte). — Zie David Joris. 618. Völkerstimmen (Germaniens). 771. Vörösmarty' Minden munkai. 992. Voeu du peuple Beige. II. 792. Vogel, H. P. (Leven van). Lb. 1886, 316. Vogel, I. A., De lingua Graeca optima Juventutis Germ. ad scientiam patrii sermonis duce Diss. 869. Vogel, J. Th. — Zie Reg. Tooneel. Vogel, K. de, Katechismus v. h. Stadhouderschap.n.195. Zie: Goeze. II. 381. Vogel, M. — Zie Lucas. II. 1054. Vogel, W. — Zie Reg. Tooneel. Vogellius, H., Antwoort op drie Papisten Vraegh- liedekens. 432. — Godes Volks klagende-beeden. 339, 11. 1044. Klaghte over het krakkeel der hayr-drachten. 434. — Stightelycke Onderwysingge. II. 902. Vogels, J., Overdrukjes. Vogelsang, H., Het Hooger Onderwijs in Nederland. II. 321. Voget, A., Kerkelijke redevoering. II. 188. Oorsprong en voortgang v. d. valsche mystike godt- geleerdheit. H. 358. Zie: Eusebius Pamphilus. 600. Voget, C. O., Vreemdelingschap en vaderland. 196. Vogt, J., Catalogus... librorum rariorum. 22. — Historia flstulae Eucharisticae. II. 32. Ecbasis Cap- Voigt, E. — Zie Denkmaler. 888. tivi. 889. Voigt, Joh., Overdrukjes. Voigt, K. F. — Zie Toze. H. 15. Voigt, M., DreiepigraphischeConstitutionen.il. 851. Voigtlander, A. — Zie Facciolatus. 884. Voigtmann, C. G., Max Müller’s Bau-Wau-Theorie. 32. Voisin, A., La Bataille de Woeringen. II. 98. — Guide dans la ville de Gand. H. 808. Zie: Baudoyn. 949. — Bibl. Hulthemiana. II. 814. — Catalogus. II. 808. Volapixb. H. 963. Volaterranus, R. — Zie Batavia. H. 1041. Volborth, J. C., Lobschr. auf L. Rhodemannen. 754. Volck, C. J., Hist, belli de snccess. Austriaca eet. 11.180. Volckershoven, C. T., Oratio panegyrica. H. 705. Volckertsz, J., ’t Bedreyghde Neder-landt. 435. Volckhardt, J. G. — Zie Reg. Tooneel. Volder, B. de (In laudem). 92. — Oratio qua sese laboribus academicis abdicavit. 92. Volger, E. — Zie Urkundenbuch. H. 712. Volk van Nederland! en gijlieden... Regenten. H. 596. — (Aan ’t) van Nederland. H. 200. — (Aan het Protestantsche) in Nederland. 514.
Volk (Het) d. Nederl. aan de volken van Europa.II.246. — (An das) Deutschlands. II. 718. "Volkenrecht, H. 929. Volkmann, J. J., Neueste Reisen durch die Verein. Niederlande. II. 400. "Volkplantingen van Nederland (Bnitenland- sche). H. 659. Volks-Almanak. — Zie Almanak. Volksbode (De). Een tijdschrift. 130. — (De Nederlandsche). 130. Volksboeken uitgeg. d. J. P. Willems en P. A. Snellaert. 690, 695, 699, II. 986. Volksbok (Plattdütsches). — Zie Bornemann. 820. Volksbuch (Allgemeines plattdeutsches). 819. Volksbücher herausg. von G. O. Marbach n. A. 809. — (Deutsche). ■— Zie Sprichwörter. 769. — ( „ ) .und Schwanke. 807. Volksdichtungen (Bulgarische). 968. Volksgeest (Over). — Zie Groen van Prinsterer. II. 242. Volksgeschriften d. Mtsch. Tot Nut v. ’t Algemeen.689. Volksglaube (Deutscher). 807. Volkskarakter [van Nederland]. II. 83. Volks-letterknnde (Hoogdnitsohe). 807. — (Nederlandsoke). 689. — uitg. door den Vriend van armen en rijken. 689. Volkslied (Das Deutsche) des XVI Jahrh. II. 1024. — (Historisches) von 1597. 778. — (Het oude) Wilhelmus van Nassouwen. 270. — (Het origineele) Wilhelmus van Nassouwen. 270. Volks-liedekens (XH) ter vervrolijking van Kosters 4<* eeuwfeest. 497. Volkslieder aus der Bretagne. II. 1028. — (Die) der Deutschen. 787. — (Die Deutschen). 787. — (Die schönsten Deutschen). 788. — (Hollandische). 273. — (Kölnische). 773. — der Montenegriner u. Herzegowinaer Serben. 966. — (Neugriechische). 877. — (Niederiandische). 273. — (Oesterreichische). 773. — (Sammlung Deutscher). 786. — ( „ historischer). 786. — (Schwabische). — Zie Volksbücher. 809. — (Serbische). 966. — der Serben. 966. — (Siebenbürg-Sachsische). 773. — (Ungarische). — Zie NépdAlok. 990. Volksliederen (Akensche). 774. — (Bekroonde) volg. het programma van J. H. v. Kins- bergen. 272, H. 992. — (Kaapsche). Hs. 77. — der Middeleeuwen. — Zie Rooses. 198. Volksliederen (N^ederlandsokel. 269, H. 991. Volks-Liedjens. Uitgeg. d. d. Maatsch. Tot Nut van ’t Algemeen. 289. Volksliedjes bij de herstelling • van Nederland. 494. Volks- en Straatliedjes. 295, 296, H. 988. Volksmarchen (Deutsche) aus Schwaben. 808. — (Oesterreichische). 808. — (Russische). 966. Volks-natuurkunde. — Zie Buys. II. 944. Volks-Regeering (Dat eene populaire of) enz. II. 169. Volkssagen (Schwabische). 807. Volkstaal (Onze). Tijdschrift. 173. Volkstellinge in de Nederlandsche Republiek. II. 220. Volksüberlieferungen in der Grafschaft Mark. 807. Volksvoorlezingen d. Maatsch. Tot Nut van ’t Alge meen over Adam Smith. II. 934. — enz. over Geschiedenis. H. 107, 154, 230, 662. — „ „ Japan. H. 862. — „ „ Natuurwetenschap. II. 944, 950. — „ „ Physiologic. II. 937. — » „ Voedingsmiddelen. H. 937. Vollbaum, J., Die Specialgemeinden von Erfurt. II. 711. Vollbeding, J. C., Ueber Mir und Mich. 761. — Stammtafel aller Sprachen. 27. — Wörterbuch d. plattdeutschen Mundart. 812. n zur Vermeidung einer unrichtigen Ver- bindung der Vor- und Zeitwörter u. s. w. 761. Volleau, V. A. — Zie Revel, V. A. Volleau dit. Vollenhove, B., Bruiloftdicht. 536. — Grafdichten. 565, 568. Zie: Verzameling. 229. — Heg. Tooneel. Vollenhove, H. — Zie van Reigersbergh. 109. Vollenhoven, A. May van. — Zie Reg. Tooneel. Vollenhoven, C., De iuribus atque officiis gentium in bello mediarum eet. II. 931. De vi et natura pactionis, quae dicitur capitulatio. DL. 931. — (Leven van). Lb. 1850, 103. Zie: de la Borde. II. 31.4. Vollenhoven, H., Leven van C. Vollenhoven. Lb. 1850, 103. Zie: de Groot. II. 134. Vollenhoven van Daalen, H. W. (Bevestiging van). 734. Vollenhoven, J. van. — Zie Mees. H. 231. Vollenhoven, J. van, Verwoestinge van Bozra. 438. Vollenhoven, J. Messchert van, [Verschil]. Dicht werken]. 883. Zie: van Lennep. 640. — Ovidius. 801. Vollenhoven, J. J. van. — Zie Volks-almanak.H. 986. Vollenhoven, S. C. Snellen van. — Zie Snellen. Vollgraff, J. C., L’essence et la méthode delaphilo- logie classique. 867. Vollmer, A. — Zie Hildebrandslied. 787. Vollmer, W. — Zie Schiller. 801, 802. Volmaakter door den tijd. — Zie Genootschap. Volméranges, B. Pelletier. — Zie Pelletier. Volney, C. P., l’Al&bet Européen. 7. Volney, Goulianoff de. — Zie Goulianoff. Volospa hoe est Volae s. Sibyllae Arctoae Vatic. 853. Volpelière, La. — Zie La Volpelière. Voltaire, [Versch. gedichten in Nederl. vertaling]. 314. — Brief. Hs. 73. — La Henriade [met de Hongaarsche vertaling]. 952. — La mort de César. 959.
765 VOLTAIRE. — VOORSTEL. 766 Voltaire, De Princes van Babylon. 670. — Romans. 952. — (Lofrede op). 929. Zie: Encyclopédie. 28. — Galesloot. 928. — Sjoerds. He. 80. — Keg. en Suppl. Reg. Tooneel. Voltoire. — Zie Proverbes. 994. Vomelius, S. — Zie Lavaterus. 691. — Salustius. 603. Vonek, C. W. — Zie Huygen. H. 426. Vonck, G. — Zie Leerredenen. 723. Voncken der liefde Jesu. — Zie Luiken. 349. Vondel, J. van den, [Verschill. Dichterl. werkenl. 326—328, II. 995. J — (Bloemlezingen uit). 328. — De getemde Mars. 434. — Inwying v. d. Christen tempel t’Amsterdam. 433. — Oldenbarneveld’s heerlijkheid Radenrijs. H. 134. — Treurspelen. XVI. — Drie treurspelen. XVI. — Vredezang. 434. — Zeemagazijn gebouwt op Kattenburgh. 434. — (Geschriften betreffende). 92, 93, 94, 519. V. Zie: Apollo’s harp. 227. — Beelthouwer. 191. Bibliotheca. II. 971. — Bloemhof. 274. — Bloem lezing. 224. — Dichter. 226. — Gedichten. 227. — van Gerwen 373. — Harpzangen. 241. — Hooft. 636. — Horatius. 299, 601. — Kreet, Alewün en van Lelyveld. Hs. 7. — Lens. II. 647. — Maria. 307. — Minneplicht. 276. — Neder- landt. 436. — Ovidius. 301. — Paraas. 227. Utrecht. II. 340. — Uytenbogaert. H. 391 Virgilins. 298, 601. — Reg. en Snppl. Reg. Tooneel. Vondel-Almanak. — Zie Almanak. Vondelen Voorlooper, I. van, overwegende den sin.. v. d. Voorreden ... voor de Psalmen Davids. 24L Vondeliana (Pro) of Kranke troost enz. II. 379. Vondeling (De Haagse). 669. Vondelsfeest (Neerlands eerste). 93. Vondelsfeesten in October 1867. 93. Vonk, L. C., Geschiedenis van de landing vnp het Engelsch-Russische Leger. II. 223, 224. Vonk van Lynden, I. H. — Zie Wapenschilden. II. 426. Voo, G. W. van der, Brieven a. H. W. Tydeman Hs. 68. ' Zie: Saint-Simon. II. 895. Voocht, Gilles de. — Zie Beleg. II. 807. Vooght, M. de, Wed. Stucki, Reis naar en verblijf aan de Kaap en te Natal. H. 683. Vooght, O. de.— Zie Nederlandt. 436.— Reg. Tooneel. Vooght van Rijnevelt, C. P. de, Histori van den laatsten oorlog in Spanje. H. 848. Voogt, H. L. de, Naamlijst d. geschriften betrek king hebbende op de invoering der Bisschoppelijke hiërarchie. H. 335. Vóogt, J. E. de, Drietal preken. 725, II. 342. Voogt, W. J. de, Numismatiek van Gelderland. H. 420. — Nymeegsche Vroedschapspenningen. H. 433. — (Leven van). Lb. 1876, 121. — Overdrukjes. Voor het Menschdom. — Zie Genootschap. Voorbeeld van naamsverandering in de 17® eeuw. 11.71. Voorbeeld des openbaeren godtsdiensts. 1000. Voorbeelden (Doorlugte) d. ouden. — Zie vanLeuve 364. Voorbeelsels der oude Wyse. 625. Voorbereiding t. d. waaren Godsdienst. — Zie van der Schelling. 364. Voorda, B., Brief a. M. Tydeman. Hs. 68. Zie: Advis. Hs. 83. — Ordonnantiën, n. 113. en J- Valckenaer, Rechtsgeleerd advis. Voorda, G. J„ Vertoog over de Godzaligheyd. 653. Voorda, J. H., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 68. Voordaagh, J. — Zie Reg. Tooneel. Voordragt (Over de) des redenaars. 718. Voordt Pieck, C. van der, Statute Gannitensia. H. 427. Voorgeboden (De) der stad Gent. H. 807. Voorhelm, D., Lijkrede op M. van Dalen. 728. Voorhelm de jonge, D., Grafdicht. 565. Voorhelm Schneevoogt. — Zie Schneevoogt. Voorhout, A. — Zie Elias. 532. Voorhout, T., Taalkundige aanteekeningen. Hs. 4. Voor-Indlë. H. 865. Voorjaarsrente. Bloemlezing. H. 505. Voorloper van een volgend onpartijdig onderzoek. ■1-1.. J,U6. Voor-loperken inh Onderricht d. Letterkunde. 149. Voorman, J., De Lente. 397. — Op de verdediging der Vrijheid in Nederland. 477. Zie: Gedenkrolle. 491. Voormeulen van Boekeren, G. R. — Zie van Boekeren. Voor-oordeel (Het) van de Rarekiek. Hs. VH. Voorreden v. d. noodich ende nutticheit d. Neder- duitscher taelkunste. Hs. 1. Voorsnijding (De cierlycke). II. 946. Voorst, D. C. van, Zijn alle de christengeestelijken huichelaars? 488. Voorst, J. van, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 68. — Leerrede ter bevestiging van S. Gregoor. 728. — Oratio in memoriam beneficior. Dei eet. 94. — Overdrukjes. Zie: Acta. II. 1054. — van Hengel, 94. Voorst, J. J. van (Leven van). Lb. 1869. 177 Zie: Catalogos. II. 67. Voorst, J. J. vap, en H. J. Spijker, Tweetal me- monen van toeliohting. H. 312. V TT rS o% W ' H ' van ’ 1)6 herzien ing der Grondwet. 11. «47. — Iets over het Ontwerp van Wetboek voor Bure regtspleging. H. 268. 8 — Redevoering in de Mtsch. t. bevordering v. Nij verheid. H. 287. 8 “ — De noodzakelijkheid van gebiedende voorschriften omtrent den vorm onderzocht enz. II. 922. — (Léven van). Lb. 1856, 147. — Overdrukjes. V ?002* n<ier ( Een ) vaa J - van Oldenbarneveld. H. Voorstanders (Aan de) van het Huis van Oranje. 481. Y °°stelsel tC n a ^gg affing van het bestaande Belasting-
Voorstel van het Committe t. regeling d. Grondver gaderingen te Leyden. H. 480. — (Het) van J. E. Thorbecke en zijn vrienden, n. 340. — (Kort) v. hetgeene omtrent den overgang van Louis van Brunswijk... is voorgevallen. H. 201. aan den Utrechtschen Studenten-Senaat. II. 604. Voorstellen (Over het) van Wetten. II. 604. Voorstelling (Korte) d. dieper woordvorsching. Hs. 3. Voorstellingen (Lenige) van natuur-en kunstvoorwer pen. 710. Voort, A. van der, Den Berch van Myrren. 622. — Bruiloftdicht. 536. Voort, J. van der, [Verschil! Dichtwerken]. 318. Heerlyck bewijs van des menschen ellende. II. 995. Voortbrengsel van een kunste om alle woorden wel wt te spreken. Hs. 1. Voortgang (Tegen den) d. navolging v. d. Rhythmus Monachicus. 461, II. 379. Voorthuysen Hzn., E. van. — Zie Tijdschrift. II. 287. Voorvallen (De Gedenokweerd.). — Zie Lens. II. 647. — (Op de hedendaagsche). II. 1002. Voorzegging uit de H. Schrift betr. Napoléon. II. 824. Voppo, Proverbia. Hs. 38. Voragine, Jac. de, Passionael. 609. Vorarlberg. II. 754. Vorking, G. — Zie Rog. Tooneel. Vorm, J. van der, Orat. de Christo coram Cajapha. 898. Zie: van Foreest. 905. Vorm Swalmius, P. van der. — Zie Cos. H. 261. Vorrede (Die) der Distiuctionen. II. 703. Vorsselman de Heer. — Zie de Heer. Vorstelman, Henr. — Zie Advysen. II. 426. Vorsten van Oranje. II. 65. Vorster, A., Grafdicht. 572. Vorsterman, M. — Zie Omelien. Hs. 20. Vorsterman van Oyen, A. A., [Verschill. Genealo gieën], II. 68—72, 1042. — De Hooge Raad van adel. II. 63. — Les Van Gheelen, Imprimeurs. 15. — Overdrukjes. Zie: Alberdingk Thijm. H. 70. — Annuaire généa- logique. II. 63. — Annuaire de la Noblesse. II. 68. — Dictionnaire. II. 6. — Familie-Archief. II. 63. — Familieblad. II. 64. Vorsterman van Oyen, G. A., De berenning van Aar denburg. II. 575. Mijne grieven tegen de Wetten op het lager en middelbaar onderwijs. II. 308. — (Levensbericht van). II. 971. Vorstius, A. — Zie Alciatus. II. 332. Vorstius, C., Brief a. J. A. Coenerding. Hs. 68. — Oratie tot Verantwoordinghe. II. 367. Wtlegghinghe over sommighe Schriftuerplaetsen. n. 366. Zie: Epistolae. 889. — Sendtbrieven. II. 367. Vorstius, J., De Latinitate falso suspecta. 880. Vorstman, J. C., Grafdicht. 576. — Leerrede. II. 232. Vorstman, J. G. — Zie van Stipriaan Luispuis. II. 518. Vorstman, M. A. G., Overdrukjes. Vos, C. M., De leer der vier uitersten. II. 894. Zie: Reuter. 310, 520. Vos, P. de. — Zie Reg. Tooneel. Vos, G. de, De incrustato Rakaniensi. II. 518. Zie: Reg. Tooneel. Vos Azn., G. J., De nieuwe Synodale bijbelvertaling. 596. Zie: Bibliotheek. 689. Vos, H., De Iudiciis Drenthinorum antiquis. H. 653. Vos, H., Theologia metrica, ofte God-geleerdheyd. 260. Zie: Dinant. 734. Vos, Jan, Beschrijving d. Vertooningen op de Staatcy- wagens. II. 540. — Dichtwerken. 341. — Vergrooting van Amsterdam. 436. — (Leven enz. van). 94. Zie: Gedichten. 227. — Parnas. 227.—Reg. Tooneel. Vos Jzn., J. de. — Zie Description. II. 56. Vos J.Bz., J. de. — Zie Beschouwingen. 121. Vos, J. A., Brieven. Hs. 68. — Redevoeringen over den eerbied welken wij aan de Propheeten verschuldigd zijn. H. 888. Vos, Jan C. de, Lentebloemen. 425. Zie: Lantaarn (De). II. 977. — Suppl. Reg. Tooneel. Vos Wz., J. C. de, Brief a. S. Iz. Wiselius. Hs. 85. Vos Mzn., J. M. — Zie Reg. Tooneel Vos, W. de, Leven van A. Hulshoff. 81. — Over den Slaavenstand. II. 680. Zie: Constitutie. II. 293. Vos van Steenwijk (Geslacht de). — Zie Magnin. H. 72. Vos van Steenwijk, G. W. de. — Zie Register. II. 629. Vos van Steenwijk, J. A. de, Brieven. Hs. 68. Vos de Wael, A. G. — Zie van Rappard. H. 971. Vos Reinaerde (Vanden). 208, H. 986. Voskuyl, M. P. — Zie Reg. Tooneel. Vosmaer, A. —ZiePasciculus. 902. — vanLier.II. 655. Vosmaer, C., [Verschill. Dichtwerken]. 420. — [Verschill. Prozawerken]. 644. — Amazone. 682. — Over kunst. Schetsen en studiën, n. 951. Leven van P. A. S. van Limburg Brouwer. Lb. 1875, 19. — Leven van J. E. H. Hooft van Iddekinge. Lb. 1884, 55. — Novellen. 682. — Rembrandt van Rijn, ses précurseurs etc. II. 326. „ „ „ sa vie et ses oeuvres. H. 326. — Vogels van diverse pluimage. 196, 420, 644,682. — Een zaaier. Studiën over Multatuli’s werken. 86. — Overdrukjes. Zie: ten Brink. II. 1068. — Day. II. 982. — Homerus. 295. — Lynn Linton. II. 27.— Perk. 426. — Tydstroom. II. 976. Vosmaer, Is., De decimis et jure decimandi. II. 264. Vosmaer, J., Brief aan H. W. Tydeman. Hs. 68. — De kunst om lang te leven en wel te sterven. 641. — Leven en wandelingen van Mr. Maarten Vroeg.674. — Nagelaten en verspreide letterarbeid. 641. — Oratio de fugiendo utilitatis studio in exploranda natura. II. 943.
49 769 W. C. VOSMAEE. — G. W. VEEEDE. 770 Vosmaer, W. C., De imputatione, ad delicta univer- sitatis applicatam. II. 497. Vosmeer, M. — Zie Historia. II. 100. Voss, J. yon. — Zie Heg. Tooneel. Voss, J. H., Louise, een landelijk gedicht. 674. — Poëtische Werke. 801. Voss, R., Unehrlich Volk. Trauerspiel. II. 1024. Vossion, L., Rapport, n. 866. Vossius (Geslacht). 82. Vossius, D. — Zie Reidanus. n. 111. Vossius, G. J., Ars historica. II. 1. — Elementa Rhetorica. 715, 716. — De Vitiis Sermonis. 880. Zie: Alciatus. II. 332. — Epistolae. 889. — Fortius Ringelbergius. II. 918. — Kilianus. 166. — Tol ling. 94. Vossius, I., De poematum cantu et viribus rytlimi. 882. Vossius, Kornelia. — Zie van Lennep. Hs. 54. Vossius, L., Wercken. 348, 349. Vossius, M., Annales Hollandiae-Zeelandiaeque. n. 95. — Historische jaer-boecken v. HollandenZeeland.H.96. Vostaert, Pieter. — Zie Pennine. 204, Hs. 10. Vou, J. de, Rotterdam met al syn gebouwen, II. 522. Voute, J., De admiralitatibus. n. 303. Vox Studiosorum. H. 322. Voyage au pays de Bambouc. — Zie Coste. H. 45. — en Hollande et sur les frontières occideutales de l’Al- lemagne. H. 45. — en Zélande, Flandre et Brabant. II. 401. Voyageur (Le) dans les Pays-Bas. H. 397. V. P. A. — Zie Reg. Tooneel. Vraag aan Amsterdam bij de beschouwinge van een Schilderye. n. 1003. — (Eene ernstige) in een gevaarvollen tijd. H. 311. Vraag-al (Andere). — Zie Aerssens. H. 368. Vraagboekje uit het begin der 17e 6 euw. Hs. 85. — (Bijbelsch). H. 908. — over de christelijke Gelooft- en Zedeleer. II. 908. » „ opleiding des menschdoras. II. 907. — (Verkort). — Zie Egeling. H. 906. — (Het Verkorte Leydsche). n. 908. Vraeg. — Zie Vraag. Vrage (Naeldwycksche), ofte Kermis-vreugd. 218. — (Soetermeersche). 219. Vragen aan M. Z. van Boxhom. H. 573. — en Antwoorden. — Zie Hoekstra, n. 906. — over den godsdienst. H. 903. — van den dag. H. 257. — voor kinderen. H. 904. — (Bijbelsche). n. 1013. — (Eenige)... over de goddelijke openbaring. H. 906. — (Eenige voorgestelde) op de Remarques, n. 417. — (Korte). — Zie van den Berg. II. 904. — (Onze) van den dag. — Zie Michell. 637. (Seker) ende Antwoorden belanghende de Eere van Godes Woort. II. 366. ~ de... Burghermeesteren voorghestelt. 11. o48. Vragen (Zeven en twintig) voorgestelt aan een Oud Regent. H. 197. Vraghen. — Zie Vragen. Vollenhove, J., [Verschil! Dichtwerken], 344. — Het allerchristelijkste Europa in rou. 443. — Brief. Hs. 68. — Bruiloftdichten. 530, 532. — Gelukkige herbergsaamheit. H. 350. — Grafdichten. 564, 568, 569, 574. — Haagsche vredetriomf. 442. — Tabitha doot en onsterflijk. H. 839. Zie: Houwaert. 319. — Rouklagten. 442. Vrancx, C., Nieuwe-kost of verand. van spijs. H. 372. Vrank en Vry. — Zie le Erancq van Berkhey. Vrede (Algemeene). Zinneprent. H 225. Vrede-handel (Ryswykse). H. 173. Vredeheil den Nederlanderen toegezongen. 457. Vredeman, J. — Zie Starter. 330. Vredenburch, J. W. van (Leven van). Lb. 1850,138. — Memorie over het Schoolwezen. II. 310. Vredius, O., Genealogie Comitum Elandriae. II. 801. — Historia Comitum Elandriae. H. 801. — „ Flandriae Christianae. n. 802. — Sigilla Comitum Flandriae eet. II. 801. Vreede, A. C. — Zie Bijdragen. 997. GW Vreede. 94. Vreede, G. W., Aanteekeningen n. aanleiding van v. d. Kemp’s Maurits van Nassau. II. 138. Antd-Napoleontische vertoogen. H. 256. — Appel a la presse indépendante. H. 54. Beschouwing der openbare meening. n. 253. - Blik op N. Brabants vooruitgang enz. II. 403. — J. de Bosch Kemper... herdacht. 82. — Bijdrage tot de geschiedenis d. omwenteling. H.213. Geschiedenis d. Nederl. diplomatie. II. 135, 213. Geschied- en letterkundige herinneringen. 136. -— Herinneringen van een Staatsman. H. 232. — Hoe de gevaren in en buiten Europa van Nederland af te wenden, n. 259. Iets bij den dood v. G. K. van Hogendorp. H. 231. J ets [en Iets naders] over de goedkeuring v. ver bonden ... door de Staten Generaal. H. 280. — Iets over J. en W. Grimm. II. 320. — Is de Koning der Nederlanden souverein ?II. 278. - Leven van J. de Bosch Kemper. Lb. 1877, 61. » „ L. C. Luzac. Lb. 1862, 157. — » „ C. van Marie. Lb. 1861, 153. — „ J. Hora Siccama. Lb. 1855, 3. — » „ H. v. Zuylen van Nyevelt.Lb. 1853,121. — Nederland en Cromwel. II. 143. ' » „ Zweden in staatk. betrekking.11.100. — Nog een woord over de coalitie enz. II. 255. — Onze diplomatie na de erkenning d. onafhankelijk heid van België. II. 250. J — Onze volksgeest vóór en na de grondwetsherziening van 1848. II. 258. e — Oranje en de Bataaftche Republiek. II. 213.
Vreede, G. W., De origine atque incrementis liber- tatis Anglorum. II. 833. — La reconstruction de l’empire d’Allemagne. II. 695. — De regeering en de natie. H. 143. — Republiek of constitutionele monarchie. II. 258. — De rigting van het Ministerie. II. 256. — L. P. van de Spiegel en zijne tijdgenooten. II. 570. — De Tweede Earner. Het Ministerie. II. 255. De verdiensten onzer voorouders in het vak der diplomatie. II. 61. — Voorouderlijke wijsheid in hagchelijke tijden.H.178. — Levensschets. 94. — Overdrukjes. Zie: Correspondence. II. 175. — lettres. 11.123. — von Sybel. II. 52. Vreede, P., Aen Leydens Schuttery. 476. — Aanspraak aan Willem V. 467. — De Advocaet van Frank de Vry. 470. — Beoordeelend en ophelderend Verslag. II. 1046. — Bericht aan het algemeen. 573. — Bijlage tot de Vaderlandsche historie. II. 78. — De Oranjeboomen. 469. — Vaderlandsche Feestzangen. 472. — Verandwoording. II. 222. — De Vereenigde Nederlanden. H. 247. Verhandeling over het Collegie van de Veertigen te Leyden. II. 484. Ter 1® Vetj. v. h. Genootsch. v. d Wapenhandel.479. u u ,, v. d. Verg. d. Kwartiermeesteren. 478. ” Zie: Aenspraeken. 473. — Dichtstukken. 474. — Extract. II. 474. — liederen. 272. — Memorie. II. 478. — Reg. Tooneel. Vreede Jr., P., Brieven. Hs. 68. Vreede Bik, P. — Zie Bik. Vreedenberg, 0., Voorwaarts! 503. Zie: Reg. Tooneel. Vreeds-triumph-gedicht... vertoont tot Gorinchem. 214, 431. Vreemde (Uit den). Bloemlezing. 295, II. 1012. — (Uit den). Poezy. 307. Vrees (Geen) voor Rome. 513. Vreest niet! Wankelt niet! II. 1013. Vreezen (De duizend) of de eerlijkheid onder de voeten, n. 193. Vreimundima, Pamb. — Zie Ch. Scribanius. Vreugd, Moed en Troost. Liedjens. 274. Vreugde-galmen d. d. leden d. Gereform. Gemeente te Amsterdam. 487. Vreugdeklanken op de .. . verkiezinge van W. C. H. Fnso. 453. Vreugde-lied op ... Willem V. 458. Vreugde-maal (Het Oranje). 271. Vreugdestaatsi op Parnas. 360. Vreugdetoonen bij H. K. Hoogh. 2® verjaarfeest. 480. Vreugdezang op het 2® eeuwgetijde v. Leydens verlos sing. 461. (Jongelings). — Zie le Francq Van Berkhey. 478. Vreugdezangen op de ... verlossing v. Nederland. 490. Vreugd-toneel (Swaens-lialsche). 218. Vri, Abrah. de. — Zie Reg. Tooneel. Vridankes Bescheidenheit. 795. Zie ook: Frygedank. Vriemoet, B., Kort verhaal v. d. nare toestant d. prov. en stad van Utrecht. II. 585. Vriemoet, E. L., Athenarum Frisiacarum libri duo. H. 622. — Oratio de Academiae Frisiacae... fortunis. II. 622. — Series Professorum et Lectorum Academiae Frisi- cae quae est Franequerae. H. 622. Vriend (De) des Vaderlands. Tijdschrift. 128. — (De) van ’t Vaderland, n. 207. — van armen en rijken (De). 689. — (De ware) en Minnaar der Vronwen. 704. Vriend, J., Verliefde, of klagende minnaer. 279. Vriend, J., Zweedsche Spraakkunst. 861. Vrienden (Voor de) enz. van Vrouwe L. S. B. [Bil- derdijk], 70. — (De vereenigde) te Rumbeke. — Zie Maatschappij. Vriendenzangen tot gezellige vreugd. Uitg. d. h. Gezel schap Democriet. 223, 292. Vriende-Praatjen over het Eeuwig Edict. II. 158. Vriendschap (De). — Zie Maatschappy. — [onderteekend Gelrus]. 487. — en Vermaak. — Zie Genootschap. Vries, de, In en om den Schouwburg. CCLVII. Vries, Dr. A. de, Arguments des Allemands. 13. — Bewijsgronden der Duitschers. 13. — Brief a. A. D. Schinkel over Guichard’s Notice. 13. — „ „ H. W. Tydeman. Hs. 68. — (Catalogus der Bibliotheek van). 11, 108. — Eclaircissements. 13. Hedendaagsche voorstelling van Coster. 14. — Leven van C. A. den Tex. 92. — Lotgevallen van Costers woning. 13. Lijst der stukken betrekkelijk de uitvinding der boekdrukkunst. 11. — (Leven van). 108. Lb. 1863, 159. —r Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 562. — Klaarenbeek. 391. — Nieuwland. 392. Vries, Mr. A. da, De commercio epistolarum ex juris principiis aestimato. II. 973. — Een naschrift uit den Economist toegelicht. II. 316. — Toespraak ter opening der vergadering van het Genootsch. Tot zedelijke verbetering der gevan genen. U. 276. Vries, Alb. de (Gedachten bij het afsterven van). 94. Vries Azn, A. D. de. — Zie Oud-Holland. 133. — Tentoonstelling, II. 546. Vries, B. C. de, Grafdicht. 571. Vries van Heyst, B. G. de, Overdrukjes. Zie: Jesaiah. II. 994. — Jordan. 310. — Sjoe- lammit. 318, II. 994. Vries, Chr. de, Den Cleefschen lusthoff. H. 732. Vries, Corn, de, Beschrijving der plegtigheden bij de 150® Verj. der Utrechtsche Hoge-Schole. II. 601. Zie: van Geuns. II. 971. — Konst- en Letter bode. 126. — Weiland. 167. Vries, E. de. — Zie Fasciculus. 902. Vries, F. de. — Zie van Aylva. 550.
773 GERH. DE VRIES. — W. H. DE VRIESE. 774 Vries, Gerh. de (Lat. lijkdicht op). 910. Dijks- en Molenbestuur in Hollands Noorderkwartier. H 527. ?i? S ' ex ^-bistoriam introducti in Provincias quas deinceps Respublica Belgii uniti comprebendit, juris Romani. II. 1047. — De foenoris nautiei contractu jure Attico. n. 860. De kaart van Hollands Noorderkwartier, n. 527. — De wetgevende magt der plaatselijke besturen.n.282. — De Zeeweringen en Waterschappen van Noord- Holland. n. 527. Vries, H. de. — Zie Fasciculus. 902. Vries, Jan de. — Zie R. W. P. de Vries. II. 961. Vries, Jan de, Bruiloftdicht. 538. — Grafdicht. 573. Vries, J. van Ouwerkerk de. — Zie Ouwerkerk. Vries, J°. de, Brieven a. S. J. Wiselius. Hs. 85. — Over het eenvoudige. 640. — Geschiedenis der Nederlandsche Hiolitirnndo 59 Hugo de Groot en Maria van Reigersbergen. 78. — Jeremias de Dekker. 75. — Kniedicht. 397. Verslag d. Stads Armenscholen, n. 554. — (Leven van). Lb. 1853, 182. Zie: ArkeNoaohs. II. 224.— Beumer.628.— Bruinier 530. — de Groot. 329. — van Haren. 230. — Homerus. 296. — van Lennep. 72. — Magazijn (Hollsndsch). 129. — Muller. 83. — Redevoe ringen. 119. — Sem, Cham en Japhet. n. 224. — Vondel. 828. — Woordenboek. 164. Vries J°zn, J. de, Eerste steenlegging a. h. gebouw der Bewaarschool Sophia. 512. — Leven van D. Groebe. Lb. 1867, 153. — De Vereeniging tot opbeuring van gevallen Vrou wen. II. 554. — (Leven van). Lb. 1882, 89. ’ Oantate bij het Eeuwf. d. Mtsch. Tot Nut van ’t Algemeen. II. 1006. — Leven van R. Bell. Lb. 1875, 3. — » „ 8. Gorter. Lb. 1872, 37. — Wat zijn boeken? Jl. 961. — Overdrukjes. Zie: Levenslicht. H. 1011. — Los en Vast. 182. Vries, Jan Ed. de. — Zie Wap. CCLX. Vries, Joh. de, Asmodée voor de Regtbank. II. 1048. — Een Haagsch oudejaars avondpartijtje, n. 1048. — Van Hall weer aan ’tLaadtje. n. 256, 1048. De Prinsen van Oranje gewogen. H. 1048. — Sprekende beelden. H. 340. — Een standbeeld in een zak. n. 256. — Het Wassenbeeldenspel, n. 340. Zie: Heg. Tooneel. Vries, J. H. de, De Bisschoppelijke Klerezy. n. 340. Het regt van de Bisschoppelijke Klerezy. IL 340. Vries, J. J. de, Het Kennelijk onvermogen. H. 1048 Vries, K. de, Bruiloftdicht. 529, 546. Vries, Klaas Klaases de. — Zie Reg. Tooneel. Vries, M. de, Die Geskiedenis van die Transvaal. 11.982. Vries, Matth. de, Allocutio qua professores ab aliis Universitatibus legates... salutavit. H. 498. Vries, Matth. de, Brief aan W. J. A. Jonckbloet. Bijdrage tot de kritiek ... van Karei de Groote en zijn XH Pairs. 202. — Feestrede op het eeuwfeest v. d. Mtsch. d. Nederl. Letterkunde. H. 973. Feestrede bij de onthulling v. h. gedenkteeken v. Leidens ontzet. II. 466. De heerschappij over de taal, het beginsel der welsprekendheid. Redevoering. 718. — Mededeelingen en opmerkingen betreffende het Woordenboek d. Nederlandsche taal. 168. — Middelnederlandsch woordenboek. 166. — Nederlands bevrijding. Toespraak. II. 448. De Nederlandsche taalkunde in haren aard en hare strekking. 138. De Nederlandsche taalkunde beschouwd in hare vroegere geschiedenis, tegenwoordigen toestand en eischen voor de toekomst. 139. Ontwerp van een Nederlandsch woordenboek. 167. Oratio de Academia Lugduno-Batava libertatis praesidio eet. II. 496. Proeve van Middelnederlandsche taalzuivering. 166. Spec. lit. inaug. de historia Polybii pragmatica. 875. De Vader des Vaderlands. Gedenkrede. H. 119. — Verslag der redactie van het Nederlandsch Woor denboek. 168. — De Visscherijen, geheeten het Vroon. 165. — Overdrukjes. Zie: Adviezen. 166. — Bendsen. 821. — Bijdra gen. H. 978. — Clerc Matthise (Van dien). 210.— Gedenksteenplaatsing. 71. — Jacob van Maer- lant. 204, 205. — Jan van Boendale. 207. Jonckbloet. 197. — Lijst. 172. — Pbilipse. II. 972. — Tijdschrift v. Nederl. taal- en letter kunde. 138. — te Winkel. 168, II. 979. — Woordenboek. 168, II. 981. — Reg. Tooneel. Vries, Matth. de, en J. P. Hasebroek, Aan Nicolaas Beets. H. 967. Vries, Matth. de, en L. A. te Winkel, Woorden lijst der Nederlandsche spelling. 153. Vries, P, de. — Zie Reg. Tooneel. Vries, R. Dorema de. — Zie Reg. Tooneel. Vries, R. W. P. de, J. ten Brink Gz. enz. II. 961. De blijde inkomsten van vorstelijke personen bin nen Amsterdam. H. 540. Zie: Bedragen. H. 961. — Catalogus. H. 961.— Scheltema. II. 539. de, Seven Duyvelen, Regeerende... de hedensdaeghsche Dienstmaegden. 705. — Wercksaeme Duy velen in de Weereld. 692. Denker (De). 634. — Flavius Josephus. 599. — Schouw-plaets 628. — Schuppius. 705. — de Scudery. 666. — Reg. Tooneel. Vries, S. G. de, Epistula Sapphus ad Phaonem apparatu cntico mstructa commentario illustrata et Övidio vindicata. H. 1029. Vriese, W. H. de, Brief a. H. W. Tydeman.Hs. 68. — Mededeeling omtr. eene Agave Americana. H 504. — Memoria H. G. Waardenburg. 94. Ons streven naar waren roem. 89. Orat. de progressu physiologiae plantarum pru- denti naturam indagandi rationi tribuendo. H. 949. Orat. de re herbaria Batavis non minus quam renquis Europae populis excolenda. H. 297.
Vriese, W. H. de, Wetenschap en beschaving de grondslagen van welvaart enz. H. 661. Zie: Redevoeringen. 117. Vriesen, B., Diss. hist, ex rerum gestarum lnce ex- pendens justitiam belli Belgici eet. II. 140. Vriesenbiirg, J. — Zie Blaaupot. 529. Vriezekolk, A. — Zie Eloy. 532. Yrijagie (De soete) van G. de Lalande enz. 435. — (Vermakelijke) van den kaaien TJtrechtschen edel man enz. 666. Vrijagieboekje (Het nieuw vermeerderde). 706. Vrijagien (Wonderlijcke) tusschen Arantus en Rose- mondt. — Zie Boekholt. 664. Vrijer, J. de. — Zie Reg. Tooneel. "Vrijheid, van dmJbpers. 19. Vrijheid (De). — Zie van Haren. 372. — (De). Aan de Nederlandsche jeugd. 709. — ( „ ) aen L. van Zwijndrecht. H. 521. — ( „ ) in Nederland. 477. — (De) der drukpers in Nederland. — Zie Bosch. 478. —, Gelijkheid, Broederschap. H. 253. — (De) van onderwijs. H. 811. — van onderwijs en eerbied v. godsd. begrippen.H.312. — (De) d. Staten van Holland verdedigt. H. 179. — (Voor) en Vaderland. — Zie Sociëteit. — (De) aan Vlissingen.—ZieWolff geb. Bekker. H.581. — (De Bataafsche). H. 96. — ( „ „ ) en tyrannie der Graven ... na gespoord. Hs. 40. — (De Nederlandsche) aan de deugd. — Zie Wolff geb. Bekker. 378. Vrijheidsliefde (Door) vereenigd. — Zie Sociëteit. Vrij-metselaren. II. 387. Vrijmetselaars-Almanak. — Zie Almanak. V. R. M***. — Zie Reg. Tooneel. Vroenen, W., Meuyterye binnen Rotterdam. Hs. 49. Vrolijk, G., Overdrukjes. Vrolik, A., Feestrede bij het Eeuwfeest d. Mtsch. tot bevordering van Nijverheid. H. 287. — Leven van A. G. C. Alsche. Lb. 1886, 198. M „ A. H. van der Boon Mesch. Lb. 1876,3. Vrolik, G. (Leven van). 108. Vrolik, W., Het 50-j. Hoogleeraarsambt van D. J. van Lennep gevierd. 83. — De intocht v. Philips den Schoone binnen Amster dam. H. 540. Leven van A. des Amorfe van der Hoeven. 80. — (Leven van). 108, Lb. 1864, 41. — Overdrukjes. Zie; Beschouwingen. 121. Vrolikhert, G., Vlissingsche Kerkhemel. H. 582. Vrolikheyt (Amsteldamsche). 277. Vromans, P., Tract. de Foro competent! H 263. Vromen (Allen)... tot een waerschouwinge geschre ven. — Zie David Joris. 618. Vroombrouk, N. — Zie Reg. Tooneel. Vroonen’s begin. — Zie Soeteboom. H. 533. Vrou (De deugdelyke). 703. Vrouw (De fraaie). — Zie Barthe. 670. Vrouwe Peerle (De) of historie van Helena enz. 696. Vrouwe-tuintje (Het vermakelyke). 291. "Vrouwen (Volhsboehjes over en voor). 703. — heimelykheid (Der). 208. — (De) te Haarlem in 1572 en 1573. 520. — (Bijbelsohe). Dichterlijk album. 232. — (Van) ende van minne. Middelned. gedichten. 201. Vrouwenlof (Het waare). 348. Vrouwen-Vereeniging te Groningen, n. 651. Vrucht (De nieuwe) des wynstocks. 253. Vruchten der eenzaamheid. — Zie Paape. 384. — ingezameld door de Rederykerskamer De Wijn gaardranken. 220. — en Resultaten van een 60-jarig leven. 135. Vrugt, W. P. de Chavonnes. — Zie Wap. II. 328. Vrij-. — Zie Vri-. Vry, F. de. — Zie Historia. H. 357. —Historie. H. 357. Vry, Frank de. — Zie P. Vreede. Vryaart, Reinier. — Zie El. Luzac. Vryberghe, J. van. — Zie Historie. H. 568. Vryburg, N., Auriaca manus victrix eet. H. 537. — Pii Manes Mariae H Angliae ... Reginae. n. 839. Zie: van Auerswalt. 528. Vryburgh, J. J., Bruiloftdicht. 537. Vryburg van de Kapelle, J. J., Bruiloftdichten. 528, 532, 540. Vrye, Adr. de, Eerste gedichten. 425. Vrye, F. de, Anatomia d. i. ontledinghe. 330. Vrye, H. de, De biecht der getroude. 705. — Tien vermakelikheden des houweliks. 705. Vrye, Joh. de, Het Huyslied Davids. 332. Vrye, P. de, Korte Aenmerkingen. 112. Vryhoff, H. G. van, Bruiloftdichten. 540, 544. — Gedichten. 365. — Oratio de aequissima juris antiqui permutatione. U. 261. Zie: Feestzangen. 463. — Gedichten. Hs. 27. — Reg. Tooneel. Vulcanius, B., De Litteris et Lingua Getarum s. Gotho- rum eet. 737. Zie: Alciatus. H. 332. — Aurelius. II. 394. — Jornandes. H. 689. — te Water. II. 502. Vulder, A. de, De biddende wensch. H. 195. — Onzijdige en zeedige aanmerkingen. 234. Vulpius, C. A., Handwörterbuch d.Mythologie.n. 698. Zie: Reg. Tooneel. Vulpius, J. A., Historia Ractica eet. 962. "VuurlancLscfa.* 1006. Vuylsteke, J., .[Verschil! Dichtwerken]. 423. — Statistieke beschrijving van België. H. 794. — Een woord over de Belgische Academie. 123. Zie: Russ. II. 952. — Rekeningen. II. 807. V. V. — Zie Reg. Tooneel. V. W. — Zie Maatschappij. — Reg. Tooneel. Vynckt, L. J. van der, Histoire des troubles des Pays-Bas. II. 106. — Nederlandsche beroerten onder Filips H. H. 106. Vynnen, D. — Zie Bekentnisse. H. 355.
w. W. — Zie Reg. Tooneel. Waage, P. — Zie Guldberg. II. 945. Waaker, A. (Lijkrede op). 734. Waal, C. de (Leven van). Lb. 1850, 131. Waal, E. de, Aanteekeningen over koloniale onder werpen. II. 665. — De Koloniale politiek der Grondwet. II. 664. — Nederlandsch Indië in de Staten Generaal, n. 663. — Eene oude zaak. II. 664. Waal, G. de, Dissertatio jnr. inauguralis. n. 925. Waal, H. L. E. de, Invloed der Kolonisatie. II. 670. Waal, J. de, Dankzegging van de Acteurs. VI. — Grafdichten. 568, 574. Zie: Reg. en Suppl. Reg, Tooneel. Waal, J. A. G. de, Overdrukjes. W ^hóo?ê V 464 der ’ 26 EeUwfeest der Le ydsche Hooge- Zie: de Lannoy. 379. Waal Malefijt, A. de. — Zie Jaarzangen. 217. Waalkes, G. H. van Borssum. — Zie Borssum. Waalner, G. — Zie W. G. van Nouhuys. Waalsch-Hervormden. II. 353. Waalwijk, D. A. van. — Zie Leeskabinet. 129. Waard, S. K. de. — Zie Kerkgezangen 268 W KSK - k- Waardenburg, H., Grafdicht. 568. — In honorem ac memoriam Frederici Guilielmi II Borussorum regis ... defuncti. II. 305. Waardenburg, H. G. (Memoria). 94. Waarheden (De 37) van den Sorbonne. 13. 375. W Cr h6 680 Een W0 ° rd aa “ de l6ZerS ranMax Have- Waarheid (De) aan Philalethes. 439, II. 166. — (De) over de Vlaemsche beweging. 66. (Wat is). — Zie van Ouwerkerk de Vries. II. 240. — en licht. Maandschrift voor godsdienst enz. 134. Waarheidsvriend (De christelijke), n. 1011. Waarmond en Vryhart, Gesprek. II. 203. Waarmond, Lieven van, Hollands koors. 439. Waarmont, R. — Zie Voetius. II. 591. Waarom een standbeeld voor A. van der WerffP — Zie de Regt. H. 466. — hebben acht leden v. d. Baad te Gouda.. ontslag gevraagd? H 454. 8 — is geprotesteerd tegen het beroep van A. Butgers van der LoeffP 13. 514. ^ — strijden wij? n. 341. — verbiedt de pastoor u den Bijbel te lezen? II. 341. — willen wij den len April feestelijk herdenken PH.114. Waarschuwing aen alle ghereform. Kercken. II. 366. ~ JoriTölS 6 getr ° UWe ’ • • g elo07i gen. — Zie David — voor den Dach des Heeren. — Zie David Joris. 616. Waarschuwing en teregtwijzing d. brochure: Waarom is geprotesteerd enz. II. 514. — tegen het gevaar van.. spelen. — Zie Swaan.II.1010. — (Beredeneerde) over het tolereren der B. Kerk diensten. II. 371. — (Christelycke) aan allen regenten. — Zie David Jons. 617. (Haegse) aan de Rotterdamse Gemeente. II. 520. — (Korte ende noodwendige) of onderrichtinge. H.593. — (Nadere) tegen de... Hernhutters. II. 358. — (Noodige) aan den Holl. Franschman. II. 374. — (Trouhartige) aan alle Christ. Potentaten. H. 694. ( » ) tegen Hollands ondergangh. II. 371. ( » ) deRegeering voorgedragen. H. 1051. Waarschuwingen, opwekkingen enz. — Zie van der Schaaff. H. 252. (Drie) a. d. Regenten v. h. Weez- en Oudemannen- huys. IV. (Verschillende) van het Gemeentebestuur enz. te Leiden, n. 477—490. Waasdijk, A. van, Fransche Spraakkunst. 931. Waatze Gribberts bruiloft. 828. Wace’s (Maistre) St. Nicolas. 945. Wachendorf, J. C. van, Jurid. verhandeling. 11.424. Wachendorff, C. A. van, Brieven. Hs. 68. Zie: Analecta. II. 59. Wachendorff, J. A. van, Bruiloftdicht. 546. Wachendorff van Rijn, L. van, Aan mijne landge- nooten. 487. 8 Wachler, L., Overdrukjes. Wachloo, H., Brief aan Daniel Raap. H. 542. Wagnuth, ^G., De rerum gestarum memoriae prin- Wachsmuth, W., De accusativo cum infinitivo. 881. Wachtendorp, C„ Oude Hollandsche Geschiedenis- sen. 340. Wachter (De [en Onze]). Tijdschrift. 132. Wachter! Wat is er enz. — Zie van Lennep. H. 256. E- ’ 60 9 nid Sigefridus, cornea cute, lurJïg?™ 111 thesauro et tarencappa omatus sibi veht. 793. Wachter, H., Geschiedenis v. h. despotismus. H. 454. — Lijkrede op J. van Iperen. 729. Wachter, J. G., Glossarium Germanicum. 766. Zie: Coficordia. 6. — Ihre. 742. Wachtpraetje tuss. een Saijant, Adelborst en Schutter, li. 541. Wackerbarth, A. D. — Zie Beowulf. 832. Wackemagel, K. E. P. — Zie Auswahl. 778. Wackernagel, Ph., Das Deutsche Kirchenlied. 783. Zie: Edelsteine. 781. — Lieder. 269. Wackernagel, R. — Zie Mittheilungen. H. 1061 Wackernagel, W., Die Altdeutechen Handschriften der Basler Universitats-Bibliothek. 776. — Ueber die dramatische Poesie. 13. 957.
Waokemagel, W., Geschichte d. deutschen Littera- tur. 746. — Walther von Klingen. 756. Zie: Buch der Sinnsprüchen. 56. — Curioaitaten. 777. — Lesebuch. 775. — Lieder. 941. — Mit- tbeilangen. II. 763. — Nibelungen Lied. 792. — Tacitus. II. 688. — Vocabularius optimus. 766. Wael, B. van der, Vreught-basuyn. 355, 356. Wael, F. de, [Verschil! Dichtwerken]. 339. Walder (Altdeutsche). 777. Waelwijk, A. G., Vaderlandsche remarques. II. 277. Waenen, C. van. Spec. phil. de linguae Hebraeae pomoeriis ampliandïs. 982. Waenen, K. van, Kerkelijke redevoering. II. 196. Waer. — Zie Waar. Waereld. — Zie Wereld. Waerschouwing. — Zie Waarschuwing. Waesberghe (Geslacht Yan). — Zie Ledeboer. 16. Waesberge, P. van. — Zie Sterk. II. 972. Waesbergen, J. J.van, Afcomstv.d...juffr.Podagra.323. Waeyen Warin, A. van der. — Zie Warin. Waeyen, J. van der, Lijkrede op G. Anslaar. 727. Wafflard, A. J. M. — Zie Keg. Tooneel. Wagemann, I. G. (Honneurs fonèbres a la mémoire de). 94. Wagenaar, G. A., Grafdicht. 570. Wagenaar, J., Amsterdam in zijne opkomst. II. 539. — Bekendmaaking v. Marten v. Roshem. 633,11.1067. — Beschrijving van ’s Gravenhage. II. 455. — Bouworde van het Stadhuis te Amsterdam. II. 548. — Brief aan den Uitdaager. II. 77. — „ (1—4e) aan een Koopman te R. II. 188,189. — Brieven. Hs. 68. — Het Egt en waar karakter van J. de Witt. n. 191. — Geschiedenis der christelijke kerke. H. 29. — Historische verhandeling over de natuur... der waardigheid van Stadhouder enz. H. 207. — Lofbazuin gevlogten om het hoofd enz. 457. — Lijst v. d. feestdagen d. Roorasche Kerke. H. 34. — Sententie van het publyk. H. 192. — Tafel der vier- of feestdagen d. Roomsche Kerke. H. 34. — Vaderlandsche Historie. H. 77—79. — (Vaderlandsche historie van) verkort. H. 78, 79- — ’t Verheugd Amsterdam. II. 542. — Verzameling van historische en politieke tractaaten* n. 60. — Verzameling v. oude Nederlandsche woorden. Hs. 4. — Vrijmoedige aanmerkingen over de Zedige be proeving enz. H. 191. — Zeven lessen over de Heilige Schrift. 653. — (Leven enz. van). 94. Zie: Historie (Hedend.). II. 396, 403, 416, 439, 686. — Siegenbeek. II. 80. Wagenaar, J. J., Carmen elegiacum. 903. Oratio de necessaria in ludo litterario disciplina, ut felix et cum fructn fiat institutio. 1. — Vlugt uyt Babel gebillykt. II. 373. Wagenaar, L. M., Het ^Reveil 5 * en do „Afscheiding. H. 359. Wagenaar, S. — Zie Robertson. 837. Wagener, J., De Jove Homerico. H. 23. Wagener, J. D., Spanische Sprachlehre. 917. Wagener, J. H. C., Geschiedenis d. Protestantsche kerk in België. II. 809. Wagens, J. — Zie Althusius. 527. Wagner, A., Zum Europaïschen Sprachenbau. 39. — Der Mönch von Heilsbronn. II. 736. Wagner, C. E. C., Comm. de Articuli Graec. lin guae origine eet. 870. — Comm, memoriae J. D. Buschii. 750. — Memor. J. L. Zimmermanni. 756. — De partium orationis indole atque natura comm.882. Wagner, G. J. W., Die vormaligen'geistlichen Stifte im Grossherzogthum Hessen. II. 722. Wagner, H. L. — Zie Reg. Tooneel. Wagner, J. W., Lof dér drie Christen Staten. 367. Wagner, L., De aquis medicatis. II. 759. Wagner, L. F., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 73. Wagner, R., Lehr- und Wandeijahre. 755. Wagner, de, Brieven a. M. Tydeman. Hs. 68. Wagtendorp Eekman, W., Redevoering. H. 554. Wahrmann, S. — Zie Mittheilungen. H. 753. Wailly, G. G. de. — Zie Reg. Tooneel. Wailly, N. F. de, Principes d. 1. Langue Franjaise. 931. Waitz, G., Rede über F. C. Dahlmann. H. 1021. Zie: Leben. 744. — Urkundensammlung. II. 717. Wajangverhalen van Pala-Sara enz. 1002. Wakker van Zon, P. de. — Zie Zon. Wakker, C. H., geb. van Medenbach, Gedicht. Hs. 28- Wakker, 3. P. van Medenbach, Brieven a. M. Tyde man. Hs. 69. — Bruiloftdicht. 537. — Latijnsche Gedichten. Hs. 28. Wal, G. de, Disp. phil. jur. de conjunctione populorum ad pacem perpetuam. H. 931. Oratio de claris Frisiae jureconsultis. H. 615. De vernedering en verlossing des vaderlands. 492. Zangen b. h. 3* eeuwfeest d. Kerkhervorming. 495. — (Leven van). 94. Wal, G. van der, npoyputipct. II. 622. Wal, G. E. J. Baron de, Brief a. W. A. van Spaan Lalecq. Hs. 73. Zie: de Stassart. II. 813. Wal, J. de, Aanteekeningen en bedenkingen op het Ontwerp van een Wetboek v. Strafregt. II. 273. Over de aloude regten v. h. graafschap Loos. Hs. 51. Beitrage zur Literatur-Geschichte des Civil-Pro- zesses. II. 705. De beoefening d. Nederlandsche Mythologie. H. 76. Bijdragen tot de geschiedenis der oudheden van Drenthe. U. 652. — Disq. hist, de juris civilis docendi discendique via ac ratione apud Romanos. H. 924. — Leven van C. H. Gockinga. Lb. 1883, 227. — „ „ S. Gratama. 77, Lb. 1858, 27. _ „ „ J. van Hall. 78, Lb. 1859, 161. — „ „ K. Laohmann. Lb. 1851, 92. _ „ „ 3. Pan. Lb. 1872, 277.
Wal, J. de, Leven van D. Tieboel Siegenbeek. Lb. 1866, 195. — Leven van W. H. van Voorst. Lb. 1856, 147. — De Moedergodinnen. H 22. — Orationes academieae de historico juris Neerlandici studio. 11. 261. — Simon van Utrecht, Burgem. v. Hamburg, n. 748. — Verhandeling over Prouke a Doyem. Hs. 7. — Overdrukjes. Zie: Geldersche rechten. Hs. 84. — de Lamartine. 816. — Lex Frisionum. II. 616. — Reperto rium. II. 55. — Roelants. II. 832. — Verslag. II. 458. — Reg. Tooneel. Walachisch. 961. Walch, C. F., Vermischte Beitrage. n. 704. Walch, G. E., De eruditis singularis cuiusdam libri amatoribus. 21. Walcheren, C. van, Bruiloftdicht. 538. Walcheren, M. van, Overdrukjes. Walckier, W., Bruiloftdicht. 541. Walkier, S., Grafdicht. 565. Waldberg, M. von, Die galante Lyrik. II. 964. Waleus, A. — Zie Kok. H. 913. Walewein (Roman van). 204. Walhorn, G. Th. van, ghen. Deck-her, Poëmata. 339. Wali, Oeuvres, publ. en Hindoustani. 976. Walker. — Zie Webster. 839. Wall, A., De Ton van Diogenes. 309. Zie: Reg. Tooneel. Wall, C. G. van der, Diplomat» quaed. inedita. II. 452. Wall, C. H. van der, Brieven a. M. Tydeman. Hs. 69. Wall, P. H. van der, Brieven, Hs. 69, 86. — Verhandeling over de Handvesten van Dordrecht. H. 452. Zie: Handvesten. II. 452. — Kilianus. II. 980. Wallaardt Sacré, Q., Brieven a. L. C. Luzac. Hs. 69. Wallace, A. R., Physische geographie v. d. Indischen Archipel. 11. 667. Wallancey, C. — Zie C. Vallencay. Walle, P. van der, Bruiloftdicht. 543. — Grafdichten. 574, 576. Waller, D., Bruiloftdichten. 535, 549. Waller, E., Bruiloftdicht. 535. Waller, H. P. — Zie Jaarzangen. 217. Waller H.I.fil., E., De Cosmo, Petro et Laurentio Mediceïs, libertatis Plorentinae oppressoribus. 11.855 — De ratione, qua mercatura divitiis gignendis et augendis inserviat. n. 934. Waller, J., Bruiloftdicht. 549. Wallis, A. S. C. — Zie A. Opzoomer. Wallis, J., De loquela, s. sonorum formatione. 33. Wallisius, I., Grammatica Linguae Anglicanae. 836. Wallraf, A. J., Altdeutsches historisch-diplomatisches Wörterbuch. 757, 765. Walon (De vrolijke) met de rarekiek-kas. II. 544. Walraven, D. A. (Memoria). 94. — (Lat. gedicht aan). 908. Walraven, J. — ZieBorchers. 529.—Opuscula.n.923. Walraven, T. van, Lijkrede op N. van Velzen en A. van Velsen geb. Pipardus. 733. Walré, J. van, [Verschil! Dichtwerken], 390, 391. * Aanspraak aan Haarlems vrycorps. 478. — Brieven a. W. Bilderdijk. Hs. 69. — Cantate. 497. — Gezangen hij het Militair Concert. 503. — Grafdichten. 562, 563, 569. — Redevoering bij de uitdeeling d. Medailles. II. 563. — (Nagedachtenis van). 94. Zie: Klaarenbeek. 391. — Nagedachtenis. 84 — Vriendenzangen. 223, 291. — Reg. Tooneel. Walré, W. van. — Zie Kerkgezangen. 268. Walree, J. P. van (Leven van). Lb. 1849, 103. W^ten, Ericus, Waarachtig verhaelv.h. gepasseerde te Rotterdam. H. 520. Zie: Spiegel. II. 180. W tibus’ ^Ó9 De RomanensibtIS Helvetiae etTeriolis gen- Walter, W. G. C. — Zie V. Loveling. Walter, J. C. Nidelstein. — Zie Nidelstein. Waites, M. — Zie Reg. Tooneel. Walther, Bruchstück eines Gedichtes. — Zie Früh- lmgsgabe. 778. Walther, C. — Zie Koppmann. 814. Walther, G.H., ObservationesadTacitiAnnales.n.849. — Observationes ad Taciti Opera. 888. Walther und Hildegunde. — Zie Heldenbuch. 780. Walther von Aquitanien. 788. Walther von Klingen. — Zie Wackernagel. 755. Walther von der Vogelweide, Gedichte. 789, 790. Zie: Lesebuch. 778. Walther us, J. J., Essentia linguae Italicae, modernè Romanae. 911. Walton, B„ Biblicus apparatus eet. 29, — Dissert, de linguis Orientalibus eet. 980. Walvis, J., Beschrijving van Gouda. II. 453. Wambeke, van. — Zie Verzameling. II. 966. Wandall, P. Topp. — Zie Reg. Tooneel. Wandelaar, J. — Zie Reg. Tooneel. Wandalisme. Een waarschuwend woord. II. 483. Wandelaars (De) of vérmakelyke reyze door Noord en Zuid-Holland. 667. Wandeling over het Valkhof. — Zie In de Betouw. II. 433. Wandelingen in een gedeelte van Gelderland. — Zie Nijhoff. H. 425. —, togten en reizen naar en door onderscheidene doe len der wereld, n. 46. — van mijn oudoom. H. 619. — Zie Baerdt van Sminia. II. 619. Wander, K. P. W„ Deutsches Sprichwörter-Lexikon 770. — Sprichwörtergarten. 769. Waning Bolt, J. van, La prière pour leRoi.II. 792. — Reisherinneringen uit Italië en Egypte. II. 48. Waningh, R., Geestelycke Kruyt-hof. 341. Wanning, J., Bloemlezing uit zijn Sententiae. II. 328. Wanning Jr., J. van. — Zie Verveer. 230. Wansoulle, Baron de, Brief. Hs. 73. Wantenaar. — Zie Magazijn. II. 591.
Wap, J. J. F., Aan Nicolaas Beets. 519. — Aan de Belgen. 501. — „ „ Princes van Oranje. 505. — „ „ Redactie van den Ultramontaan. 501. — Album. Levensbeschrijving v. W. P. de Chavonnes Vrugt. H. 328. — De Koniukl. Bazar. — Le Bazar Royal. II. 460. — Bilderdijk. Bene bijdrage tot zijn leven. 71. — [Verschil! stukken betreff. Bilderdijk]. Hs. 54. — Briefwisseling met W. Bilderdijk. 110. — Bloem en vrucht. Poezie en proza. 195. — De Bredasche Stedemaagd a. d. Prins v. Oranje.505. — Dertig jaar geleden. 510. — [Verschil! Dichtwerken]. 409. — Eeremonument van den H. Willebrordus. II. 331. — L’Exposition d’antiquités nationales a Delft. II. 76. — Gedenkboek d. inhuldiging v. Willem II. II. 251. — [Gedichten aan verschillende personen], 551, 552, 558, 562. — Geschiedenis van het Land en der Heeren van Cuyk. H. 408, Hs. 46. — Geschiedkundige gids voor de viering d. November feesten. 11. 232. — Het Gezantschap van den Sultan van Achin aan Prins Maurils. II. 124. — De Goeverneurs-Generaal v. Neder! Indië. II. 663. — Grafdichten. 568, 569, 575. — Het Groothertogdom Luxemburg. Hs. 53. — Herinnering aan het 4 e lustrum d. Eon. Akademie te Delft. n. 450. — Hulde aan de nagedachtenis van den Hertog v. Saksen-Weimar-Eisenach. 517, II. 233. — Iets over het schoone d. R. Eath. liturgie. H. 34. — Inwijding der St. Antoniuskerk te Breda. II. 408. — Leven van D. Buddingh. Lb. 1876, 125. — „ „ G. F. van Dommelen. Lb. 1876, 103. — „ „ J. van ’s Gravenweert. Lb. 1870, 681. — „ „ P. P. Roorda van Eysinga. Lb. 1857,9, — „ „ L. G. Vissoher.- Lb. 1859, 66. — „ „ C. G. Withuys. Lb. 1865, 150. — [10 verschil! Liederen]. 293, 294. — C. F. van Maanen en W. Bilderdijk. 70. — De Moord van den Aartsbisschop van Parijs. II. 829 — Negentien eeuwen, negentien pausen. 520. — P. Nieuwland. Eene geschied-letterk. avondkout.87. — De 8 e November 1576. 521. — Het Praalgraf in de kerk te Ysselsteyn. II. 606. — Précis de la vie de Guillaume H. II. 255. — Reis naar Rome. II. 856. — Rotterdams jubelende schouwburg. CCLIX. — De Stad Utrecht. Album met afbeeldingen. II. 599. — Stempelgraveurs in de Nederlanden. II. 74. De Tentoonstelling v. Neder! oudheden te Delft. II. 76. — Toespraak 40-j. feest d. Eon. Milit. Akad. II. 408. — J. Ed. de Vries ter nagedachtenis. CCLX. — Welkomstlied van XV Mei 1874. 521. Wap, J. J. F., Verzameling vanoverdrukjes, courant artikelen, proefbladen enz. 195. Zie: Album. II. 326. — Astrea en Aatrée. 131. — Atheneum (Graph.). II. 326. — Bautain. 954. — van den Bergh. 97. — Bilderdijk. 388. — van den Bogaerde van ter Brugge. II. 269. — Bosscha. II. 1005. — Cannabich. II. 39. — Catalogus. II. 288, 442. — Erato. 293. — FrayB- sinous. II. 247, 895. — Gaume. II. 856. — Gedenksteenplaatsing. 71. — Hoeufft. 501. — Hugo. 315, 506. — Kramm. II. 824. — Knnst- spiegel. II. 823. — de Lamartine. 315, H. 47. — Mannen. II. 6. — Nahuys van Burgst. II. 223. — Pellico. 642. — van Someren. 195. — Taylor. 813. — Vereeniging. 122. — Verzameling. U: 232, 289, 324, Hs. 55. — Weerbaarheidsbond. II. 456. — Supp! Reg. Tooneel. Wapene Martyn. 207. Wapenkunde. H. 3, 63. Wapens van Burgemeesteren van Middelburg. ÏI. 578. Wapenschilden der Heeren van Bosichem. II. 426. Wapenschouwing ... d. Schutterijs v. St. Joris. II. 452. Wapperom, J. J., Zinnebeelden. 395. Warande (De Dietsche). Tijdschrift enz. 131. — (Vorstelycke) der dieren. — Zie Vondel. 327. Warbler (Little). Scotch and Irish Songs. 866. Warder, G. P., Smallen wegh na den Hemel. 434. Waren Jzn, A. de, Lijkzang. II. 506. Warin, A., Bruiloftdicht. 540. Warin, J. — Zie Reg. Tooneel. Warin, A. van der Waeyen, De forma imperii quae, Philippo II... ejurato, prima in Belgio viguit. H.276. Warmelo, G. van, De schuldige pligt. II. 633. Warmenhusanus, S. T. — Zie Elias. 532. Warnaar, B. — Zie Reg. Tooneel. Wamaars, J. H., Teregtwijzingen. II. 637. Warnasarie. Indisch Jaarboekje. 188. Warnefridus, Paulus. — Zie Paulus Warnefridus. Warner, L., De rebus Turcicis epislolae. 892. Warnerus, H., Grafdicht. 565. Warnkoenig, L. A., Flandrische Staats-und Rechts- geschichte. H. 800. — Histoire de la Flandre. H. 800. Warnsinck, 1. (Leven vau). Lb. 1857, 77. — Leven van A. Oltmans. Lb. 1853, 104. — Overdrukjes. Zie: Beschouwingen. 121. Warnsinck Bz., W. H., Aan mijne geloofsgenooten. □. 383. — Aan G. Groen van Prinsterer. 510. II. 383. — Aan mijne kiesgeregtigde landgenooten. II. 341. — Aan de leden v. h. Genootschap tot zedelijke ver betering der gevangenen. 499. — Dichtregelen op 14 Sept. 1853. 514. — [Verschil! Dichtwerken]. 400. — Feestzangen b. h. 50-j. bestaan v. Felix Meritis. 499. — Grafdicht. 574. — De Heer Roze en zijne vrienden. II. 918. — De Storm. 515. — De val des dwingelands. 493. — Wachter! Wat is er van den nachtP 513. — Zangen des tijds. 510.
Wamsinck Bz., W. H., Overdrukjes. Zie: Gedenkrolle. 491. — Gedichtjes. 425. — van Hall. 720. ■— Nieuwjaarwenschen. 523. — Poèmes. 425. — Proeven. 268. — Vertellingen. 307. — Vreemde (Uit den). 307. — Reg. Toeneel. Wamsinck Bz., W. H., en J. Decker Zimmerman Petronella Moens. 86. Warny de Wisenpière, Pk., Mémoires sur le siége de Toumay. II. 811. Warre Tyndale, J. W., Lenora. 312. Warren, J. H. — Zie Tresling. 560. Warren, K., Memoir to accompany the Map of the United States, n. 875. Warren, S. J., Godsdienstige en wijsgeerige begrip pen der Jaina’s. 976. 6 ^ Zie: Bijdragen.“997. Warrendhout, Sot- en Wysheid. Hs. 33. Warstadt, B. — Zie Studentenliederen. 292. Wgnstedt, P. von, Ueber Alterthums-Gegenstande. Wart, D. A. van de, Grafdicht. 568. Zie: Staart. II. 325. — Reg. Tooneel. Wartburg (Die). Zeitschrift f. Kunst u. s. w. II. 696. Warton, Th., History of English Poetry. 833. Warwick’s Snipperuren. 660. Was, H., De dichter en zijn vaderstad. 875. Washington, G. — Zie Irving. H. 871.— Parker. 11.871. Wassenaar, A. van, Grafdicht. 573. Wassenaar, J., Gedachtenisrede op P. de Goeje. 728. Wassenaar, G. van, Heerschappye en cnypconste. 628. Wassenaer, J. B. van. — Zie Rosenboom. II. 499. Wassenaer, N. J. a, Harlemias. 876. Wassenaer, W. F. H. van, Brief a. J. W. te Water. Hs. 69. Wassenaer, W. L. van, Brieven a. A. Kluit. Hs. 69. Wassenaer Catwijck, W. van, Spec. acad. inaug. exh historiam juris feudalis Hollandici. H. 264. Wassenberg, E., Embrica. — Emmerik. H. 733. Wassenbergh, A., Grafdicht. 574. Wassenbergh, E., Aanmerkingen over den oorsprong der Nederd. tale. 138. — Brieven. Hs. 69. Laudatio funebris J. Schraderi. 90. — Neerlands heldendaden ter zee. II. 303. — Oratio de bonarum hodie Literarum.. in Belgio commodis et incommodis, eaque vel amplificandi, vel tollendi modis. 57. Oratio de urbe Daventria, eruditionis in Belgio matre, et conservatrice celeberrima. II. 635. Oratio de varia Academiae Franequeranae nuper fortuna. II. 623. — Oratio eucharistica dicta a. d. 19 Junii 1821. 94. — Taalkundige bijdragen t. d. Frieschen tongval. 821. Verhandeling over de Eigennamen der Friesen. 822. — (Latijnsch gedicht aan). 908. — (Leven van). 94. — Overdrukjes. Zie: van Kooten. 537. — Volksalmanak. II. 607. Wassenburgh, I. I. van. — Zie Reg. Tooneel. Wassenburgh, P., Dansfeest d. Dochteren te Silo. 627. Wasserbach, E. C„ De Statua illustri Harininii, libera- tons Germaniae eet. II. 691. Wassner, I., De heroum apnd Graecos cultu. II. 23. Wastelain, Ch., Descript, d. 1. Gaule-Belgique. H. 795. W. A. T. — Zie d’Urfé. 665. Wat hebben wij te doen bij de... vestiging d. hiër archie P II. 341. is dan toch de Groninger School P II. 383. — is waarheid? Repliek. II. 517. — men van Rome te wachten heeft. II. 341. nu? — Zie Olivier Schilperoort. H. 246. — wacht ons van RomeP H. 341. — willen de zeven Haagsche Heeren? II. 383. zon Vader Molenaar van de... te verwachten nieuwe Gezangen gezegd hebben P 250. — zullen de gevolgen zijnP n. 341. Watelier, J. J. -— Zie J. J. Batelier. Water, J. te, Redenv. ter Si» eeuwgedachtenisse d. verlossing d. Spaansche Heerschappye. H. 576. Water, J. van de. — Zie Placaatboek. II. 587, 588. Water, J. W. te, Aanspraak over de nieuwe Psalm- benjminge. 235. — Aanspraken in de Mtsch. d. Nederl. Letterkunde.113. — Aanteekeningen en opstellen ter verklaringv. bijbel plaatsen. Hs. 75. (Anthologie uit de prozawerken van). 636. — Brieven. Hs. 69. Tj • E ® uw ^ eest van de vrijheid binnen Vlissingen. II. 581. Historie van het Verbond der Edelen. H. 110. — Leven van C. J. Kneppelhout. 83. Narratio de rebus Academiae Lugduno Batavae, Seculo XVHi, prosperis et adversis. H. 502. — Plegtige inhuldiging van Willem V. II. 581. — De praestantia et dignitate historiae Batavae. II. 53. — [Eigen] levensbericht. 95. — Overdrukjes. Zie: Cannegieter. II. 853. — Kabinetbibliotheek. 183. — Wagenaar. n. 79. Water, W. te, Historie d. Hervormde Kerk te Gent. 11. 808. — Het hoog adelyk en adelryk Zeeland. II. 568. Tweede eeuwgetijde v. d. Geloofsbelijdenisse d. Ge- reform. kerken v. Nederlant. H. 345. Water, W. van de. — Zie Resolution. II. 142. Water, Toe. — Zie Toe Water. Water-baarsje (Het Holl.) vermaaklijk opgedischt. 282. Waterloos, H. F. — Zie Gebedt. 229. Waterman, I., Uitboezeming over H. J. Hertzveld. 80. Water-recht... in het Furstendom Gelre. n. 419. Waterstaat. II. 297, 1050. Watson, R., Regering van Philips H. H. 846. Watson, S. — Zie Report. H. 876. Wattenbacb, W., Das Schriftwesen im Mittelalter. 5. Watteville, B. de, Het Evangelie in China. n. 862. Watts de Peyster, J. — Zie Peyster, Wauters, A., Bruxelles et ses environs. II. 814. Zie: Viglius Zwich. ab Aytta. II. 101. Wauters, A. J., Vlaamsche schilderkunst. H. 794.
Wauters, P. E. (Notice biographique sur). 94. Zie: Kesteloot. II. 813. Wauwe, Eliz. van, Geestel. Maeghdentuyltjen. 263. Way, Lewis, De Heer is Koning. 654. W. B. — Zie W. Bilderdijk. W. C. M., Sur la mort de S. de Chaufepié. 74. W. D. T. — Zie Tafereelen. 154. Weale, W. H. James. — Zie Flandre (La). II. 799. Webb Dunshee, H. — Zie History, n. 880. Webber, E. — Zie Reg. Tooneel. Webbers, C., De orkaan in Pebr. 1825. 498. Zie: Dichter. 473. Weber (Prof.). — Zie Baur. 34. Weber, A., Vorlesungen über Indische Literatur- Geschichte. 973. Weber, E. G., De Mercurio, praecipuo Germanorum veterum Deo. H. 699. Weber, G., Geschicbte der deutschen Literatur. 746. Zie: Iiesebuch. 775. Weber, M., Oratio. II. 893. Weber, Veit, Overleveringen der voorige eeuwen. 637. Webster, N., Dictionary of the Engl. Language. 839. Wech. — Zie Weg. Wechabiten (Ueber die). II. 864. Wechel, A. van, Lentelooveren. 415. — Mengelingen. 195. Weckherlin, F., Beytrage zur Geschichte altteutscher Sprache. 744. Weclewski, Ueber d. Polnischen Lautsystem. 968. Weddigen, P. F., Westphalische National-Kalender. H. 725. Zie: Magazin. II. 724. Weddik, B. T. Lublink. — Zie Lublink. Wedding, J., Grafdichten. 573, 576. Wede, F. Baron de, Brief a. H. Copes. Hs. 73. Wedekind, A. C., Noten zu einigen Geschichtsschrei- bern d. Deutschen Mittelalters. II. 692. Wederantwoord aan Manzor. 475. — van eenige medische Studenten. II. 603. Wederdoopers. H. 355. Wederklank op het Nieuwmodensche klinkdicht. 526. — op de zoogenaamde Eerekrans enz. 526. Wederlegging van Bedenckingen. II. 835. — van de Consideration. H. 201. — van Ph. W. van Heusde’s Eerste proeve. 32. — der Verhandeling over de verantwoordelijkheid der Ministers. 13. 278. Wederwoord aan J. J. Bange. 516. Wedgwood, H., Dictionary of Engl. Etymology. 839. Wedstrijd der handboogschutterijen. — Zie Muller. II. 413. Weduwe (De arme kinderlooze). 515. Wee, F. van. — Zie Justinus. 606. Weeber, H. C. — Zie Mittheilungen. H. 757. Weebers, W. P. — Zie Verslag. II. 509. Weeda, P., Uittreksels uit land- en zee-reizen. II. 41. Weede (Geslacht vaD). — Zie E. W. van Weede. EI. 72. Weede, E. W. van, Het Geslacht van Weede. EI. 72. Weedwerschen (Van dryerley). Hs. 80. Weekblad (Aardrijkskundig). II. 38. — voor kinderen. 707. — van Leyden. II. 484. — voor Neêrlands Jongelingschap. 707. — (Nederlandsch) voor geneeskundigen. II. 937. Weelde (De) in Nederland. — Zie Bosch. 475. — (De) [ondert. Een Vriendv.’tStadhouderschap].480. Weemaes, E., Overdrukjes. Weemen, B. van, Iets tot stichting. 402. Weenigem, S. van, Gelukkig afsterven der recht- veerdige. 651. W eerbaarheid. H. 1050. Weerbaarheidsbond. II. 456. Weerdt, A. en A. J. de. — Zie Diert. 531. Weerklank aan de oproerige Vrijheidskreet. 500. — op de Rechtsgeleerde Memorie. II. 543. Weers, F. B. — Zie Reg. Tooneel. Weert, Rolandus de, Album Amicorum. Hs. 84. Weeskind (Het Loosduynse). n. 1013. Weetal, J. — Zie Reg. Tooneel. Weezen-Almanak. — Zie Almanak. 'Weezenverpleging. H. 294. Weg des levens. — Zie Floris van Harlem. 619. — (Der recht) zum Ewigen Leben. 798. — (Der rechste u. leichteste) znr Oratoria practica. 763. Wegeler, J., Beitrage zur Specialgeschichte der Rhein- lande. II. 728. — Die Burg Rheineck, ihre Grafen u. s. w. II. 728. — Coblenz in seiner Mundart. 773. — Das Kloster Laach. Geschichte u. Urkundenb.H.730. — Wörterbuch der Coblenzer Mundart. 773. — Overdrukjes. Zie: Philosophia Patrum. 883, 884. Wegelin, J. P., Deutsche u. Russische Gesprache. 964. Wegener, C. F., Om Carl Danske, Greve af Flandern. H. 801. Zie: Fragmenter. II. 718. Wegener, G. F., Spec. acad. inaug. H. 924. Wegener, G. G., Marcionem Paulli Epistolaset Lucae Evangelium adulterasse dubitatur. U. 890. Weggeman Guldemont, A. P., De aggerum et aquarum curatorum Collegio, atque de historia tractus de Krimpenrewaard. II. 446. Weg-Korter (Vermeerderde Nederlantsche). 667. Wegleiterus, C., Oratio de palmariis seculi nostri inven- tis. II. 20. Wegwijzer in Alkmaar. — Zie Bruinvis. H. 538. — in de omstreken van Arnhem. II. 425. — „ „ „ „ Haarlem, n. 562. — door Cleef. H. 732. — (Een) ten leven. H. 1011. — voor minnaars en minnaressen. 706. Wehl, F. — Zie Reg. Tooneel. Wehrmann, C. — Zie Siegel. II. 750. Weichman, C. F. — Zie Poesie. 818. Weidenbach, A. J., Calendarium historico-christianum medii et novi aevi. — Chrono! Tabellen u. s. w. H. 17. Weidner, J. L. — Zie Zincgreven. 169.
789 F. L. K. WEIGAND. — T. i. WELVAABTS. Weigand, F. L. K., Deutsches Wörterbuch. 767 Aie: Gnmm. 767. Weigel, J. A. G., Brieven a. H. W. Tydeman. Hs. 73 Weigel, T. O. — Zie Bulletin. 22. Weijers, H. E„ Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 69. - iBitium disp. de Libri Apoealypseos argumento, sententia et auctore. n. 892. 8 - Proeve om Arabische letters door het gewone Europeesche karakter uit te drukken. 7. - Spec. erit. exh locos IbnKhacanis de Ibn Zeidouno... ea., Datine redditos et annotatione illustratos. 984. — (Sermo de). 95. — Overdrukjes. Zie: Woordenboek. Hs. 36. Weijgel, of de zegepraal der onschuld. 478. Weijnma, P. S. — Zie van Leeuwen, n. 624. Weiland, J. A., Scribleriana. 641. Zie; Doodstraf. H. 928. — Kichter. 660. — Ver zameling. Hs. 65. Weiland, P., Beknopt Nederd. taalk. woordenboek. 167. — Brieven. Hs. 69. 790 Handwoordenboek voor de spelling. 151. — Kunstwoordenboek. 163. — Nederduitsche Spraakkunst. 144, 145. — Nederduitsch taalkundig woordenboek 167 Zie: van Hemert. 86. — Siegenbeek. Hs.' 3. — Swavrog. Hs. 77. — Verzameling. Hs. 55. W ° Ua , nd ; G - N. Landré, Woordenboek der JNederduitsche synommen. 159. Weüen, J. — Zie Reg. Tooneel. Weiler, M. C., Specim. paroemiarum eet. 769. Weill, A., Souvenirs intimes de Henri Heine. 752. Weille, D. de, Brieven a. M. Tydeman. Hs. 69 Weimar ten Cate, M. — Zie ten Cate. Weingaertner, W., Die Aussprache d. Gothischen. 740. Weinhold, K., Altnordisches Leben. H. 773. — Die Deutschen Frauen i. d. Mittelalter. II. 700. ‘ » » Fried- und Freistatten. n. 704. ' >> .. Jahrtheilung. n. 700. >» » Monatnamen. 770. — Die Gotische Sprache im Dienste d. Kristenth. 741. — Mittelhochdeutsche Grammatik. 758. — Overdrukjes. Zie: Lesebnch. 781. Weinkauff , Fr Die Entwicklung des Deutschen Nar tionalgefuhls. H. 695. — Homerisches Handbuch. 874. - De Tacito dialogi eet. — Untersuchungen. 888. — Overdrukjes. Wmnrich J. M., Primum religionis statum in tractu Hennebergensi breviter exhibet. n. 748. Weis, Brief a. M. Tydeman. Hs. 69. Weis, C. H. — Zie Plinius. 888. Weise, A. Schoppe geb. — Zie Schóppe. Weisheit (Die) des Volks. II. 966. Weiske, B. G., De praepositionibus graecis coram. 871. Weiske, J., De septem Clypeis militaribus. H. 1057 Zie: Sachsenspiegel. II. 703. — Tacitus. II. 688! Weismann, H. — Zie Lambrecht. 791. Weiss, A., Dictata de foederatorum Belgarum con- ventiombus cum populis exteris. Hs. 39. Weiss, A„ Oratio ad Wilhelmum V. II. 194. Weisse. — Zie Reg. Tooneel. Weisse, J. P. _ Zie Dahl. 880. Weissenborn, H., De versibus glyconicis part I. 874. Weissenborn J C. H. Amplonius Ratingk de Berka und seme Stiftung. n. 711. Weissenburg, G. H., II giardino armonico etc. H. 956. Weissenthurm. — Zie Reg. Tooneel. Weissman, A. W„ Het Rijks-Museum. II. 549 Zie: Six. n. 1042. Weisthümer. II. 701. (Drei Uerdinger) aus dem Jalire 1454. H 730. Weitenauer, J., Zweifel v. d. Deutschen Sprache. 761 Weitenweber, W. R, Der Arabische Kaffee. H. 949. — Repertorium sammtlicher Schriften d. K. Böhmi- schen Gesellschaft d. Wissenschaften. H. 757. — Overdrukjes. Weitz, W. — Zie Miiller. 774. Weitzel, A. W. P., Batavia in 1858. II. 674. — De derde expeditie naar Bali. H. 678. — Leven van H. J. J. L. de Stuers. H. 675. — De oorlog op Java. II. 672. - Schetsen uit het oorlogsleven in Ned. Indië. H. 676, - Overdrukjes. Zie: Bijdragen. II. 666. Welander, P. O., Norskt-Svenskt Handlexikon. 53. Welcker, F G., Oratio nataliciis.. Frederici Gui- nelmi lil Regis Boruss. eelebrandis. H. 706. - Warum muss d. französische Sprache weichen und wo zunachst. 925. Welcker, P. H. — Zie Schiller. 802. Weid. — Zie Wiseman. 836. Weldadigheid. H. 291. Webveld, L. A. van, Genealogie van J. C. Rijk. Handboek van den Nederlandschen adel. II. 63. Welkom-groet aan de Zoonen der vrijheid. 483. Welkomstgroet aan hare Doorl. en Koningl. Hoog heden. 458. ^ ~ Congres d 63 leden ^ ^ X NederL le Rerkundig — aan Nederlands Zeehelden. 468. Welkom-zang van eene Bataafsche vrouw. 483. Wellekens, J. B., [Verschill. Dichtwerken], 352. — Bruiloftdichten. 527, 535, 543. — (Leven van). 352. Zie: Reg. Tooneel. Wellekens, J. B., en P. Vlaming, Uitspanningen. 229. Weller, Em., Die ersten Deutschen Zeitungen. II. 1058. Wellens, J. — Zie Schotanus. II. 610. Wellmann, J. J. — Zie Programm. H. 760. Weis, D. — Zie Reg. Tooneel. Welsh. 863, H. 1027. Welsprekendheid. 715, II. 1015. Welters, H. —. Zie Legenden. 690. Welthistorie (Fortsetzung d. Allgemeinen). II. 19. Welvaarts, T. I., Gesch. der Abdij v. Postel. II. 414 — Leven van L. van Cannart d’Hamale. H. 414.
Welz, de, Saggio su i mezzi da moltiplicare le ricchezze della Sicilia. II. 856. Wenck, C. F. C., Brieven, a. H. W. Tydeman. Hs. 73. Wenckebach, C. J., Brieven. Hs. 69. — Berigten aangaande P. Verleus. Hs. 55. Zie: Kluit. II. 483. — Verheiden. II. 123. — van der Woordt. 393. Wenckebach, L. W. R. — Zie van Sorgen. CCLIX. Wenckebach, W. (Ter nagedachtenis van). 95. Wendel, W. J., Schets v. d. geschiedenis d. Neder- land&che letteren. 60. Zie: Liedjes. 518. Wendelinus, G. — Zie Leges. II. 702. Wendiscb.. 971. Wendt, A., De Epicae poeseos atque Historiae confinio. 899. Wendt, Friedr. von. — Zie Kaiser. 755. Wendt van Sytzama, E. de, Diss. de jure suffragan di in Frisia. H. 617. Wenkink, J. — Zie Bruynenburg. 530. Wenning, C. H., Beschrijving van Breda. II. 408. — Woorden die.. met ee of o o geschreven worden. 151. Wensch (Eene vaderl.) aan H. K. D. Frederica enz. 474. Wenssen, Mathijs. — Zie Fasciculus Myrre. 613. Wentzel, E., De genitivis et dativis ling. Graecae. 871. Wenz, Ph. J., Des Glaubens Kraft. II. 825. Wenzig, Jos. — Zie Blumenlese. 970. Wenzing, Chr. (Lijkrede op). 734. Weppelman, J., Eenige Aanmerkingen. II. 359. W. E. R. — Zie Reg. Tooneel. Werdenhagen, J. A., De rebuspublicis Hanseaticis. II. 706. Werdenier, N. S., Leerrede. II. 190. Werdmüller. — Zie Genealogie. Hs. 84. Werdmüller van Ellg. — Zie Djimats. II. 673. Wereld (De) in ’t klein of d. spoedigen reiziger. H. 41. — (De bespookte) ontspookt. 379. — (Nieuwe) anders ghenaemt West-Indiën. II. 881. Wereldtoneel (Groot natuur- en zedekundigh). 631. Werenfels, S., Redevoering over de tooneelspelen.il. 957. Werff, A. van der, Carmen Dortrecht. perpetuum. 408. Werff, P. Az. van der (Werken over). II. 466. Zie: Stukken. Hs. 48. Werkboekje voor kinderen. II. 1016. Werke (Die) der Troubadours. 924. Werken (Nederl. Dicht- en Tooneelkundige). IH. — der Bataafsche Maatsch. v. taal- en dichtkunde. 119. — uitgeg. door het Friesch Genootschap. II. 608. — van het Genootsch. Ars superat fortunam. 221. n n „ ter bevordering van waaren godsdienst, deugd enz. 119. — van hetGenootsch.: Door ijver bloeid de kunst.XIV. * n In magnis voluisse sat est. XV. „ Kunst wordt door arbeid ver- kreegen. 114. — van het Genootsch. Kunstliefde spaart geen vlijt.222. Natura et arte. 111. Werken (Dichtkundige) van het Genootsch.: Nil vo- lentibus arduum. 221. — van het Genootsch.: » » » » M » Oefening kweekt kennis. 121. Studium scient. genetrix. 115. Tot nut en beschaving. 121. — „ u „ Voor het Mensohdom. 119. — n „ „ Wij streven naar de volmaakt heid. 119. — van het Historisch Genootschap te Utrecht. H. 62. — v. d. Maatsch. Eendragt en Vaderlandsliefde. 123. .— f [Nieuwe Werken en Nieuwe Reeks van Werken] v. d. Maatsch. der Nederl. Letterkunde. 113. — v. d. Maatsch. Tot Nut van ’t Algemeen. 117. — van de Sociëteit Momus te Maastricht. 175, 224. — der Vereeniging ter bevordering d. oude Neder! letterkunde. 198. — (Nieuwe) van het Zeeuwseh Genootschap d. We tenschappen. 114. Werken, M. G. van der. — Zie De Cambon. Werkhoven, M. van. — Zie Newton. 735. Werkman (De Nederlandsche). 690. Werkzaamheid (Christelijke) onder Fabrieksjongens te Leiden. IE. 516. Werlauff, E. C., Arius Multiscius. IE. 787. Zie: Fragmenter. II. 718. — Sturlusyn. 855. Werlauff, E. C., og N. Outzen, Priisskrifter angaende d. danske Sprog. 859. Wermelskircher, M. — Zie Gezangboekje. 978. Werndly, G. H., Maleische Spraakkunst. 997. Zie: Psalmen. 999.- Werndly, Th., Een Blik op iets v. nationaal belang. 153. Werner, F. von. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Werner, H. A. — Zie Souvestre. II. 1033. Werner, H. M., De Geldersche Volks-Almanak. II. 416. — Overdrukjes. Werner, H. W., Overdrukjes. Wemer, K., Die Mediascher Kirche. II. 760. Zie: Mittheilungen. H. 755. Wemer, R., De Bijbel en zijne beteekenis. H. 892. Wemer, R. M., Ludwig Philipp Hahn. 752. Wemer, G. Haasloop. — Zie Heldring. H. 421. Wemer, H. G. Haasloop (Leven van). Lb. 1865,137. — Zegels in het Archief te Elburg. Hs. 47. Wemher vom Niederrhein. 790. Wernicke, E., DieSt.-Catharinen-KirchezuBranden burg. II. 711. Wernink, J. R., Lijkrede op A. M. Berkhout. 727. Wernsdorff, G., Ad Concordatum Henrici V et Cal- listi H. H. 699. Wersebe, A. von, Ueber d. Niederl. Coloniën... im nördlichen Teutschlande. H. 660. — Ueber die. v Völkerbundnisse. H. 690. Worth, H. P. van de. — Zie Bijbel. 999. Wertheim, A. C., Feestrede bij het 10-j. bestaan v. h. Paleis voor Volksvlijt. H. 549. Wertheim Jz., J., Nederl. Consulaatrecht. H. 280. Wertheim, J. L., Proza en poëzië. 196. — (Leven van). Lb. 1883, 13. Zie: Fantasia. II. 984. —Proza en poëzie. 184.— Tennyson. 313. — Beg. Tooneel.
Wertmiiller, J. J., Apologia fortiflcatoria. II. 299. Wertz, C., Redevoering over J. Nieuwenhuyzen.II.969. Zie: Redevoeringen. 116. Weruméus Buning, A Zie Buning. Werve, J. van den, Schat der Duytscher Talen. 161. Werveke, N. van. — Zie Publications. II. 765,1061. Wesele, J. C. van, Bruiloftdicht. 550. Wesele Soholten, B. P. van. — Zie Scholten. Wesembeeck, J., Staet ende Voortgang d. Religie. 11. 343. Wesenbeke, J. de, Mémoires. II. 100. Wesseling, P., Brieven. Hs. 69. Ecloga ad W. C. H. Frisonem. 902. — Oratio in natalem faust. Wilhelmi V. n. 186. » „ obitum RegiaeBrit.Princ.Annae.n.192. » a n W. C. H. Frisonis. II. 187.- — Lijkrede op Prinses Anna n. 193. — Oratio at principem G. C. H. Frisonem. II. 622. — (Leven van). 95. — (Lat. lijkdicht op). 910. Wesselink, S., Oratio, de Christo, protracto ad tri bunal Pilati. 898. Zie: Verzameling. 893. Wesselius, J., Leerrede bij 50-j. predikdienst. 734. — Lijkrede over Joh. Marck. II. 969. — Oratio funebr. in obitum Joh. MawVii 84. — (Lijlpede op). 734. Zie: Festivitas. U. 496. Wessels, £)., Historisch Verbaal. II. 417. Wessels, G., Opwekking aan de Nederl. natie. II. 240. Wessels Boer, J., Eigendomsoverdragt. II. 1048. Wesselsz, J., Leven van Joseph. 381. Wessenberg, J. H. van, Einfluss d. Schaubüline. H. 957. , — Invloed van het Tooneelspel. II. 957. Wessing Wz., J., Grafdicht. 573. West, F. H. van, De poena deportationis. n. 927. Westberg, P. (Lijkrede op). 734. Westbrook, F. E., The 200 t} > Anniversary of the Senate House at New York. H. 877. Westenberg, G. W. C. — Zie Reg. Tooneel. Westenberg, H. J. W. — Zie van Hoëvell. 231. Westenberg, J. — Zie Harpentoonen. 295. de Lamartine. 315. Westendorp, G., Dagboek of aanteekeningen. H. 111. Westendorp,N., Eerste leerrede te Sebaldeburen.II.652. Eenige der... ontdekkingen in Egypte. II. 868. — Jaarboek van Groningen. II. 639. — Over een ontdekte grafheuvel. II. 652. Verhandeling over de hunebedden. II. 654. — Verhandelingen. II. 73. — Vertaling en verklaring van bet Krakumal. Hs. 34. — Overdrukjes. Zie: Antiquiteiten. II. 73. Westenrieder, L. de, Glossarium Germanico-Latinum vocum obsoletarum primi et medii aevi. 766. Wester, H., [Verschil], Dichtwerken]. 385. Dichtstukjes en redevoeringen. 194. — Grafdicht. 575. Wester, H., Merkwaardige bijbelgeschiedenissen. II. 905. — Onderwijs in de Nederl. Spel- en Taalkunde. 144. Noodigste waarheden van den christeliiken gods dienst. IL 905. — Stichtelijke gezangen. 267. Zie: Adrian! II. 972. Westerbaan Wzn., C. — Zie Hobrink. 534. Westerbaen, C. M. — Zie Redevoeringen. 116. Westerbaen, C. W„ Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 69. — Lijkrede op M. Stuart. 732. Lofrede op J. Lublink den jongen. 84. — (Lijkrede over). 95, 734. Zie: Inwijding. 117. — vanlennep. 72. — Schrock. II. 10. — Redevoeringen. 117. Westerbaen, D., Bruiloftdicht. 544. Westerbaen, J., [Verschil! Dichtwerken], 330, 436. — Bodenbroot. 241. — Ses comediën. XVI. — Valsche munt van het Drinckgeld. 241. Zie: Erasmus. II. 993. — Juvenales en A. Persius Flacons. 303. — Kostverlooren. 436, II. 1001. — Nederland! 436. — Ovidius. 302. — Paraas. 227. — Psalmen. 240. — Uytenbogaert. II. 391. — Reg. Tooneel. Westerbaen Wz., K., Eeugetyde d. Utrechtsche Aka- demie. 449. — Gedachtenisse v. Henrik, Graeve v. Nassau. 444. — Goedertierenheden des Heeren. H. 185. — Grafdichten. 564, 569. — Lijkrede op J. Lagendael. 730. — Het ijdel vertrouwen op prinsen. H. 188. — Zegezang over de triomfen d. bontgenooten. 444. Westerbeek vanEerten, B. J., Liederenengebeden.428. Westerburgius, J., Athenaeum eet. H. 1030. Westergaard, N. L., Sanskrit formlaere. 973. Zie: Lesebog. 974. Westerhoff, A. J. — Zie Blaaupot. 529. Westerhoff, R., Twee hoofdstukken uit de geschiedenis van ons dijkwezen. II. 299. — Verhandeling over de kleine rookpijpjes. II. 75. » » kol- of heksekringen. II. 898. — (Leven van). Lb. 1875, 79. — Overdrukjes. Zie: Arends. II. 300. Westerhovius, A. H., Oratio de ecclesia. II. 35Ó. Zie: Boon. 629. — Liebergiua. 895. Westerloo, Marq. de, Lettre a. M. Le Rhingrafe. Hs. 73. Westerman, A., Groote christelycke zee-vaert. 722. Westerman, A. P. — Zie A. P. Muller-Westerman. Westerman, H. — Zie Reg. Tooneel. Westerman, J. C. — Zie M. Westerman. 501. Reg. Tooneel. Westerman, J. Claess. — Zie Lietboeck. 254. Westerman, M., [Verschil! Dichtwerken], 399. — Aan de schrijvers van De Tooneelkijker. III. — Dichterlijke Redevoering in de Loge. 493. — Herinnering aan Wattier-Ziesenis. XH. — De Landstorm. 506. — Neerlands Krijgsmanslied. 503.
Westerman, M., De Nederlandsche Vlag. 500. —■ Uitboezeming van mijn gevoel. 492. — Viertal vaderlandsche gezangen. 494. — Overdrukjes. Zie: Gedenkrolle. 491. — van Haren. 872. — Vondel. 826. — Reg. en Suppl. Reg. Tooneel. Westerman, M., H. J. Rooseboom en J. C. Wester man, Voor het Vaderland. 501. Westerman, W. Marten, Joost van den Vondel. 93. Zie: Bato. 707. — Bibliotheek. 689. — Gedenk boek. 17. — Suppl. Reg. Tooneel. Westerouën van Meeteren, H. Timmer.—Zie Meeteren. Westerop, R., Hoorns buitensingel. 366. Westervelt, J. P. — Zie Beets. 88. Westervoort, Floris van. — Zie L. A. J. Kettman. Westerwijk, G. — Zie Reg. Tooneel. Westerwoudt, E. Tb., Een woord. II. 114. Westerwout, J. Dibbetz, Beschrijving d. 17 Nederl. Provintiën. H. 1053. Westfalen (Brovincie). H. 724, 1060. West-Friesland. Tijdschrift. 132. Westfrisius, J. — Zie Chanler. II. 1035. Westgarth, W., The Colony of Victoria. II. 883. Westhoff, J. P. G. — Zie Beukhof. II. 674. — Meppen. n. 457. — Zendings-Almanak. II. 390. Westhovius, P. G., Britannia vindicata. 901. W est-Indië (IVederlandsch). H. 677. Westminster (Van) naar het Binnenhof. — Zie de Beer. H. 277. Westphal, R., Vergleichende Grammatik d. indoger- manischen Sprachen. 42. Westphalen, A. — Zie Handtvesten. II. 559. Westphalia. Archiv [Zeitschrift]. H. 724. Westreenen geb. Woesthoven, C. P. G., Brief aan H. W. Tyaeman. Hs. 69. Westreenen, J. J. a, Dejureprimogeniturae.il. 597. Westreenen, M. van, Bruiloftdicht. 546. Westreenen, W. H. van, Grafdicht. 568. Westreenen van Tiellandt.W. H.J.van,Brieven.Hs.69. — ’s Graavenhage in de 13 e eeuw. II. 455. — Iets over de afbeeldingen van Laurens Jansz. Coster. 13. — Nasporingen over de uitvinding d. Stereotypie. 17. — Recherches sur !ancien Forum Hadriani. n. 526. — ' „ „ la langue nationale. 137. — Schets van den voortgang der boekdrukkunst. 12. — Verhandeling over de boekdrukkunst. 11. — (Leven van). Lb. 1849, 148. — Overdrukjes. Westrem, F. J. Coets geb. van. — Zie Coets. Westrheene (Mevr. van), Oud en jong. 681. — Philips eerzucht. 681. Zie: Wolff en Deken. 671. Westrheene Wz., T. van, Hoe ’t in de wereld gaat. 682. — Jan Steen. Etude sur 1’art en Hollande. H. 326. — Jan Steen. Schetsen. IL 326. — Faulus Potter, sa vie et ses oeuvres. H. 325. — Een woord over kunst en kunstbescherming. H.323. — (Leven van). Lb. 1872, 23. Westrheene Wz., T. van, Overdrukjes. Zie: Catalogus. II. 76. — Ernst en luim. 225.— Konst- en Letterbode. 126. — Tijdstroom. H. 976. W est-Vlaanderen. (Prov.). H. 803. Wet op het beleid d. Regeering v. Nederl. Indië.H.669. — op de huishouding en tucht op koopvaardijschepen. IL 271. — regelende de zamenstell. d.Gemeentebesturen.H.281. — „ het toezigt op de Kerkgenootschappen. H. 392. — tot instelling eoner Rijks-Postspaarbank. H. 294. — tot regeling van het Armbestuur. H. 293. — „ „ „ „ Auteursrecht. 19. — „ „ „ „ Hooger Onderwijs. II. 322. „ „ der Jagt en Visscherij. H. 265. • — u „ van het Lager Onderwijs. H. 312,314. ' n „ „ „ Middelbaar Onderwijs. H. 315. Wetboek Napoleon. H. 265. — (Crimineel) v. h. Krijgsvolk te lande. H. 305. Wetenschap (Zwijndrechtsche en Groningsche godge leerde). H. 382. Wetering, W. van (Leerrede over). II. 1020. Weteringen, C. V. D., Op den verjaardag van Z. M. den Koning. 503. Wetgeving op Boekhandel en drukpers. 18, H. 962. Wetgeving betreffende de Nalatenschappen. H. 263. Wetherell, E., Casper. 714. Wetstein, C. A. de, Carmen elegiacum in Saecularia altera Academiae Leidensis [met Nederl. vert.]. 903. — Leida ab obsidione Hispanorum liberata. 898. Zie: Drijfhout. 532. — van Schelle. 461. — Reg. Tooneel. Wetstein, G., Bruiloftdicht. 543. Zie: Reg. Tooneel. Wetstenius, C. A. — Zie C. A. de Wetstein. Wetstenius, J. J., Orat. fun. in obit. J. Clerici. 74. Wetten van het Leidsche Studentencorps, n. 505. — en Ordinantiën v. d. Predikanten te Leyden. H. 515. — (Oude Friesche). n. 616. — ende Statuten v. d. Universiteyt tot Leyden. H. 499. — der XH Tafelen. — Zie Burgersdijk. 350. en Verordeningen nopens den Boekhandel en de Drukpers. 18. Wetzel, A. — Zie Briefe. H. 750. Wetzelius, J. Ph. — Zie Belijdenisboekje. 977. — Evangeliën. 976. — Ontwerp. 978. W. E. V. A. V. P.[Jonkvr.]. — Zie P. J. van Lely veld Azn. Wewer, C. L., De Koophandel van Amsterdam. H. 551. Wey, F., Révolutions du langage en France. 925. Weyden, D. van der, Nederd. Letterstellinge. 149. Weyer, G. D. E., Heinr. Ferd. Scherk. H. 1022. Weyer de Streel, de, Poésies Wallonnes. 940. Zie: Vivier de Streel. 956. Weyerman, J. C. [Verschil! werken]. 630, 631. [Verschil! tooneelspelen]. Hs. 33. — (Levensgevallen van). 95. Zie: Reg. Tooneel. Weyermans, J. C., Nederlandsche Spraakkunst. 146. Weygerden Mz., P. J. van, Oranje en Nederland. H. 66.
White, Ch., Révolution Beige de 1830. H. 243. Whitelocke, B., Journal of the Swed. Embassy. H 776 Whitfield, R. P. _ Zie Report. H. 876. ^‘W. W. Dwight, Index verborum to the Text of the Atharva Veda. 976. — A Sanskrit Grammar. 973. — Taal- en taalstudie. 26. Whittaker, F. — Zie Watts de Peyster. H. 747. Wiaerda H., Naauwkeurige verhandeling v. d. eerste Uytvindingen. H. 286. Wiarda, J„ Huibert Duifhuis. 76. Wiarda, T. D., Altfriesisches Wörterbuch. 821. Deutsche Vornamen und Geschlechtsnamen. 770. ~ ® e e scbi ° bte ausgestorbenen alten Friesischen Spra- — Von den Landtagen der Friesen. H. 616. — Ostfriesische Geschichte. H. 714. — Neueste Ostfriesische Geschichte. II. 714. — Overdrukjes. ZiS: A r«fr BucL IL 617 - — Bruckstücke. II. 716 — Willküren. II. 715. Wibbinus. — Zie Reg. Tooneel. Wibmer, J. B. D., Letterkundig geschenk. 710. Wibrandi. — Zie Reg. Tooneel. Wichelhausen, J. E., Brieven a. M. Tydeman. Hs. 73 Wichelhausen, R., Brief a. M. Tydeman. Hs. 73.' Wichers, B. L., Brief a. J. de Rhoer. Hs. 69. Wichers, H. L., Verklaring v. h. Tractaat v. d. reductie der stadt Groningen. II. 646. Zie: Canneman. II. 1005. Wichers, P. J. — Zie Proza. H. 984. Wichers, P. A. van Buttingha. - Zie Buttingha. Wichers, R. H. Eyssenius, Overdrukjes. Wichers Wierdsma, W. W„ Geschiedenis v. h. ad- muustr. toezicht op de lage verveeningen. H. 618. Wichert, E. — Zie Monatschrift. H. 707. Wicherts Abresch, W. J. — Zie Abresch. Wichmann, H. — Zie Lauer. 874. Wicht, M. von. — Zie Land-Recht. H. 715. Wickert, E. — Zie Reg. Tooneel. Wickevoort Crommelin. — Zie Crommelin. Wickram, J. [of G.]. —Zie Ovidius. 794.—Scherer. 755. Wieck, C. F., Ueber Göthe’s Wilhelm Meister. 801 Wiedeburg B. O. B„ Ausführliche Nachricht v. einigen alten teutschen poetischen Manuscripten. 779^ Wiedeburg, F. A., Studium d. deutschen Stils. 763. Wiegand, G. H., Dissert, pol. jur. inaug. H. 930. Wiegand, W., Die Vorreden Friedrichs d. Grossen zur Histoire de mon temps. H. 706. Wiegman Bzn., 1. L. N., Zangen des tijds. 519. Wiel, M. van der. — Zie Bouws. n. 336. Wieland, C. M., De Abderiten. 672, 682. — De bevalligheden. 637. — Werke, nebst Biographie. 801. Zie: Beitrage. 753. — Keg. Tooneel. W lt k Tn d ri^' C ” ¥ cüe ? iu “ observationum ex Historia et lunbus medn aevi, Spec. H et HI. II 17 Wielandt, J. T., Grafdicht. 563. Wielant, Ph., Instructie voor Haarlem. H. 561, Hs 50 Wiele, J. Stalport van der. — Zie Stalport ’ Wielheesen, H., Brief a. F. van Lelyveld. Hs 69 — Brniloftdicht. 535. — Grafdicht. 576. Wienbarg, L., Das Geheimniss des Wortes. 32 " HO z“ d i d 8 n 51 Jahren 1831 Und 1832 ‘ H - 248 ‘ Wierdsma, P. — Zie Wetten. H. 616. ‘ Wierdsma, W. W. Wichers. — Zie Wichers Wieringa, N. J. — Zie Barklai. 629. Wieringhen Borski, G. van. — Zie Borski Wiersizzerij (De) fen M.Jakkeles. -ZieHiddes. 826. Wiersma, C., Dissert, jur. inaug. H. 923 Wiersma Schik, P Staatsregtelijke geschiedenis der Staten van Friesland. II. 613. ° hr ' ; ’ Reimohronik der Stadt Neuss. 798, -uiwyings Predicatie. H. 707 Wierx, H. — Zie Gerardi. 650. Wierx, J. — Zie Schip. 626. Wiese, L., Beschaving en Christendom. II 95 Wieselgren, H. — Zie Samlinger 861 W Ï£.“S: z “ Wigalois. Hs. 33. Wigamur. — Zie Gedichte. 779.
Wigand, O. — Zie Volksbücher. 809. Wigand, P. — Zie Archiv. II. 724. — Beitrage. H. 730. — Denkwürdigkeiten. II. 730. Wigbout, J., Mengeldichten. 403. Wigcherling. — Zie Reg. Tooneel. Wigersma, J. W., Het seekerste middel. II. 180. Wigger, P. — Zie Jahrbiicher. II. 743. Wiggers, G. F., De Joanne CassianoMassiliensi. II. 893. Wiggersz, C. — Zie Oordeel. II. 367. Wiggert, P., Scherflein z. Pörderung d. Kenntniss alte- rer deutschen Mundarten. 784. Wightman, J. B., Uit de achterbuurt. 679. Wigolais vom Rade. — Zie Volksbücher. 809. Wiiten, G„ [Verschill. Dichtwerken]. 341. Wijck, Asch van. — Zie Asch van Wijck, Wijck, J. van, Bruiloftdicht. 535. Wijck, B. H. C. K. vau der, Brief aan W. Scheffer. H. 916. — Mr. Johannes Kinker. 83. — Het Lager Onderwijs en Dr. A. Pierson, n. 313. — Ontstaan en beteekenis van wetenschap. 3. — De opvoeding der vrouw. H. 316. — De wijsbegeerte der ervaring verdedigd. H. 914. — Zielkunde. II. 915. Wijck, H. van der, De Agrarische wet. n. 665. — De koloniale kwestie. H. 665. — De Nederl. Oost-Indische bezittingen. H. 664. Wijck, H. J. van der, De Nederl. rivieren. H. 298. Wijck, J. van. — Zie Wassenberg. II. 733. Wijckt Ontrouw. — Zie Rederijkerskamer. Wijdstraet, J. C., en A. E. Drost, Schoonhoofs Lust- prieelken. 276. Wijgants, C. — Zie Ackersdyck. Hs. 46. Wijk, C. J. van, Grafdicht. 573. Wijk Rzn, J. van, Algemeen aardrijkskundig Woor- - denhoek. H. 38. Aardrijkskundig schoolboek van Gelderland. H.415. ' — Verband van opvoeding en onderwijs. H. 917. — (Leven van). 95, Lb. 1848. 33. — Overdrukjes. Zie: Vollrath Hoffmann. II. 39. — Salzmann. H.746. Wijk, Gerth van. — Zie Gerth van Wijk. Wijk Jr., P. van. — Zie Zendingsalmanak. n. 390. Wijk, P. C. van. — Zie Scheltema. H. 621. Wijk Jz., Roel. van (Nagedachtenis van). 95. Wijn, H. van, als geleerde... geschetst. 95. — Aanteekeningen op de Rijmkronijk v. Jan van Hee- lu. 205. — [Verschill. prozawerken], Hs. 31. — Brieven. Hs. 69, 70. — Bruiloftdichten. 527, 528, 541, 547. — Diss. inaug. qnaedam circa jus aggerum sistens. H. 297, Hs. 74. — Gedichten. Hs. 30. — Historische en letterkundige avondstonden. 135. — Huiszittend leven. 135. — Letterkundige minuutbrieven. Hs. 69. Wijn, H. van, Overdrukjes. Zie: Bodel Nijenhuis. Ha. 55. — van deCapellen. Ha. 47. — Grotiua. 894. — van Halmael. II. 627. — Junins. II. 75. — Keuren. H. 571. — Kunstgenootschap. Ha. 26. — Swarm. 669. — Symbolae. 777. — Tydeman. Hs. 64.— Wagenaar. II. 77. Wijnaendts (Geslacht). — Zie Wijnaendts en Polvliet. II. 72. Wijnaendts, C. J. A., en C. J. Polvliet, Genealogie van het geslacht Wijnaendts. II. 72. Wijnands, W., Grafdicht. 573. Wijnants, G., Brieven. Hs. 73, 86. Wijnbeek, A., Leydens ramp en zegen. 461. — Leyden in vrengd. 464. Zie: Reg. Tooneel. Wijnbeek, H., Grafdicht. 576. — Leven van P. van Genabeth. Lb. 1853, 10. — „ „ P. J. Prinsen. Lb. 1854, 71. — (Leven van). Lb. 1867, 93. Wijnbergen, Willem van... verdagvaert enz. Hs. 50. Wijngaard (Den). — Zie Genootschap. Wijngaarden, B., en P. Cabeliauw, Klare bewijsrede nen. IL 1044. Wijngaarden, D. van, Godlijke waarheden. 384. Wijngaartranken (De). — Zie Rederijkerskamer. Wijngaerden Bz., J., Grafdichten. 561, 571. Wijngaerden, W., Bruiloftdicht. 545. — Grafdicht. 561. Wijngaert van Sinte Franciscus. 613. Wijnmalen, T. C. L., Hugo de Groot als verdediger des Christendoms beschouwd. 78.x — Leven van C. van E. van .de Bilt la Motte. Lb. 1869, 197. — Leven van E. W. de Rooy. Lb. 1869, 183. — „ „ P. F. von Siebold. Lb. 1871, 265. -— „ „ G. van Wieringhen Borski. Lb. 1871, 53. — J. R. Thorbecke, eene bibliographic. Lb. 187 5,203. — Overdrukjes. Zie: Bijdragen. II. 661. Wijnne, J. A., De fide et auctoritate Appiani in bellis Romanorum civilibus enarraDdis exploratis fontibus, quibus usus esse videtur. 876. ■— Beknopt leerboek der algem. geschiedenis, n. 11. — Geschiedenis. H. 61. — Geschiedenis der oudheid. II. 859, 1035. — ' „ van de Nederlanden. H. 82. — „ „ het Vaderland. H. 82. — Geschillen over de afdanking v. krijgsvolk. II. 1044. — Overdrukjes. Zie: d’Avaux. n. 777. Wijnpersse, D. van de, Eenige bespiegelingen. H. 913. —- De fldeicommissorum Romanorum historia. n. 923. — Onderwijs in de Redenkunde. H. 913. — Serenissima et regia Princeps Anna... laudata.II.193. — [Catalogus zijner schilderijen enz.]. II. 955. Wijnpersse, J. van de, Brieven a. M. Tydeman. Hs. 70. Zie: M. Tydeman. Hs. 54. Wijnpersse, S. J. van de, Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 70.
61 Wijnsouw, P. — Zie Bespiegelingen. II. 980. Wijnstok, A. — Zie Bundel. XTV. _ R eg . Tooneel. Wijnstok Pz„ J. H. — Zie P. Wijnstok. 562. Wijnveld, J. H„ Hulde aan den Koning en de Ko ningin. 518. Wijs, Ary, ’sHeilands Kruisgeschiedenis. 362. Wijs, H. de. — Zie Reg. Tooneel. Wijs, J. Q. de, Bruiloftdicht. 543. Wijs, J. H. van der Meer de. — Zie Meer. Wijsbegeerte. II. 909, Hs. 75. Berli j nsche ) vor stelijke beschouwer. Wijsheid, Kracht, Schoonheid. II. 253. (l)ie ewighe) seit totten derghenen enz. Hs. 81. Wijsman, Fred., Lenteloover. 416. Zie: Dichtlooveren. 234. WysmuUer, J. J., Weerklank op het lied van Chassé. oUi. Zie: Nienwjaarwenschen. 623. — Reg. Tooneel. Wij streven na de volmaaktheid. — Zie Genootschap. Wijt je woarom Eekma schelt? 175. . Wijthof, Bruiloftdicht. 547. Wijze, J. de. — Zie Reg. Tooneel. Wijzen van Rome (Historie van de Zeven). 690. Wikman, A. A. — Zie Hendriks. II. 980. Wilbrandt, Adr. — Zie von Kleist. 802. Wilbrandt, C. — Zie Hildibraht. 787. Wilbrenninck, Chronologische lijst van Officieren der Nederl. Cavalerie. H. 306. Wilda, W. E., Overdrukjes. . Wilde, C. de. — Zie C. Braconier geb. de Wilde. Wildo, G. H. de. — Zie Reg. Tooneel. Wilde, H. W. de, Bevestiging van H. M. G. Kool haas. 730. — Leerrede op 6 December. II. 251. Wilde, J. de. — Zie Binnart. 166. Wilde, J. C. de, Fransche Spraakkunst. 932. Wilde, M. de. — Zie Reg. Tooneel. W cet 6 n P 8lt' de ’ De regIS in ' Frailcia auc t°ritatc Wilde, P. W. B. de (Leven van). Lb. 1856, 69. Wilde, T. — Zie Magazin. n. 709. Wildeboer, G. E., Nanuts-bijdragen. 175. Wildeman, D. A. A. G. A., Bruiloftdicht. 535. Wilden (De) van Europa, n. 840. Wildenhahn, E. A., Volbrechts omzwerving. 688. Wildschnt, D. H., Matthias Claudius. 750. - De geest der Nederl. Hervormde Kerk. n. 351,383. Leven van J. C. Fabius, Lb. 1852, 36. — Memoria H. Royaards. 89. Proeve v. herziening d. Evangelische gezangen. 267. — Tweetal leerredenen, n. 237. — Overdrukjes. — (Leven van). Lb. 1869, 3. Zie: Redevoeringen. 117. Wildschut, J., De viering v. d. Dag des Heeren. 11.1013. Wildschut, S., De Consulate maris, antiquissimo et ubernmo juris mantimi hodierni fonte. II. 926. Wildt, A. ’t, Gereduceerde Jaer-termynen. n. 940. Wildt, J. — Zie de bisser. 723. Wildt, J. B. — Zie Relaas (Echt). 594. Wilhelm Y, Graf z. Schwartzburg. — Zie Lesser.II.739. W ii e i20 en Ma0ritS ya “ NaSSaU ' ~ Zie Comme lin. Wilhelm, Hertog van Cleef, Brief aan Alva. Hs. 73. Wilhelm Heinrich, Graaf v. Bentheim, Brieven. Hs.70. Wilhelm Tell (Das Urner Spiel vom). II. 1023. Wilhelm der heilige von Oranse. 791. Wilhelmi, H. F., Erinnerungan J. D. K. Wilhelmi 756 Wilhelmi, J. D. K. - Zie H. F. Wilhelmi 756. W SdVte£d. n an 7 d 8 8 Hvitramannaland ’ Grönland Wilhelmius, J., Korte omschrijvingen v. d. voorn leerstukken der Christel. Godsdienst. II. 904. Leerrede bij 50-j. predikdienst. 734. — Lijkrede op P. Leemaen. 730. Reformatie v. d. Kerken v. d. Paltz. II. 738. • Wilhelmius Jz., W. (Bevestiging van).. 734. — Intreeleerrede. 734. Wilhelmus van Nassouwe. Volkslied. 270, 490, 491 W £ el n S 5o“ driCUS Sal Koainok in Welandtwer- Wilhelmus monach. Egmund. — Zie Analecta. II 59 Wilhem, H. de. — Zie Capitein. II. 680. Wilisch, C. T., De Paliliis Veterum. II. 15. W knd“’go GeSOhichte der g eistlichen SpieleinDeutsch- Wilken, G. A. — Zie Bijdragen. II. 666. Wilkins, J., An Essay towards a real Character. 28 Will (The) of King Alfred. II. 833. W kind (ü 193 rSt 349 Van 6611 m ° 6der “ haar toek °mende Wdlecomme van Jan van Hembyze. — Zie van der nagnen. Willekeur... d. Statt Elburch. Hs. 47. Willem. — Zie Reg. Tooneel. Willem van Delf. — Zie Charter. Hs. 7. Willem Elias, Een Esbatement v. Tielebuys. Hs. 81. Willem van Hildegaersberch, Gedichten. 200, Hs. 10. — Vanden Sacramento van Amsterdam. 204 Zie: Clignett. 209. Willem I (Werken over Prins). II. 117—120, 721, 99] — Apologie ofte Verantwoordinge. II. 117. Brieven aan den Heer van Rummer. Hs. 70 — te Dillenburg. II. 721. — en zijn tijd. II. 991. Willem I (Werken en gedichten betreft Konimrl — Brief a. A. Kluit. Hs. 70. — Manifest van 1799. II. 223. — Proclamatie van Nov. 1813. n. 231. Willem II (Graaf). — Zie Brieven. Hs. 48 Willem II (Prins). _ Zie de Beaufort. II.’143. W !„c m n (^ ? T en & edichten over Koning). 493— 495, 504—511, II. 251, 254, 255, 1004.
Willem III (Werken en gedichten' betreff. den Stad houder). 437, 440, 443, II. 155, 172—176, 839, Ha. 27. Willem III (Werken en gedichten betreff. Koning). 508, 511, 513, 516, 518, 521, II. 255,256,1006. — Proclamatie [van 10 Oct. 1866], II. 257. Willem IV rWillem Earel Hendrik Priso] (Werken en gedichten betreff.). 453—457, H. 183—188. — Brief. Hs. 70. — Verschil! publicatiën. II. 472. Willem V (Werken en gedichten betreff.). 456, 458, 460, 472, 476, 479, 480, 481, 483, 488, H. 194, 195, 213, 214. — aan het volk van Nederland. II. 208. — Manifest van 28 July 1799. II. 223. Willem George Frederik van Oranje (Werken betreff.). 475, 484, H. 196. 223. — Godsdienstige overdenkingen. II. 221. Willem Lodewijk van Nassau (Werken betreffende). H. 135, 136. Willem, R. — Zie Suppl. Reg. Tooneel. Willem R s. — Zie W. C. Royaards. Willems gedioht van den Vos Reinaerde. 208. Willems, A., Les Elzevier. 16. — Overdrukjes. Zie: Verhaegen. II. 814. Willems, Joh. — Zie Advysen. II. 426. Willems, J. F., Aan de Belgen. 495. — Brief aan J. H. Bormans. 65. — Brieven. 112. — „ a. W. Bilderdijk. Hs. 73. — Historisch onderzoek n. d. oorsprong... d. open bare plaetsen.. . van Antwerpen. H. 798. — Karakter v. d. Nederlandschen schilder. II. 325. — Keus uit zijne dicht- en prozawerken. 195. — Lijkrede op J. A. Terbruggen. 91. — Maria van Braband. 401. — Mengelingen van vaderlandschen inhoud. H. 61. — Nalatenschap. 195. — Oude Nederlandsche vloeken, ééden en uitroepin gen. 172, II. 1065. — Over de ... schrijfwijzen van het Nederduitsch. 64. — Verhandeling over de Nederduytsche tael- en let terkunde. 58. — (Levensbeschrijving enz. van). 95. 96. — Overdrukjes. Zie: Carel den Ve. 699. — Discussions. 65. — Elnonensia. 199. — Fortunatns Borse. 699. — Jan van Heelu. 205. — Jan de Klerk. 206. — Lettres. II. 810. — Liederen. 273, II. 991. — Museum (Belgisch). 133. — Reinsert. 208, 11, 986. — Renart (Roman dn). 945. — Ridder met de Zwaan. 695. — Volksboeken. 690. — Reg. en Supp! Reg. Tooneel. Willems, P., Overdrukjes. Willems, S. C. A., Het Vlaemsch tooneel. IX. Willems-Fonds. 124. Willemse, C. — Zie Tollens. 398. Willemsen, J., Sions Zielsbanketten. 255, 347. — (Lijkrede op). 96. Zie: Nieuwejaarsgift. 309. — de Swaef. II. 917. Willemsen, M. — Zie Bock. H. 659. Willemsen, R., Beknopte Hoogd. spraakkunst. 760. Willemsz., A. — Zie Arent. Willemsz, H. — Zie Coustumen. Hs. 52. Willemsz, J. — Zie.Kamphuyzen. 253. Willemsz, M. — Zie Reg. Tooneel. Wilier, E. — Zie Fiscbart. 799. Willeram. — Zie Williram. Williams, Roger, Memoriën. H. 112. Williams, W., Dictionary of the New Zealand Lan guage. 1003. Willibrord (Werken over). H. 299, 331, 578. Willigen, A. van der, Bruiloftdicht. 548. —- Fragmenten v. aanteekeningen betreffende Napo leon. II. 824. — Parijs in den aanvang der 19 e eeuw. H. 829. — Reis van Parijs naar Napels. II. 46. — Reize door Frankrijk. H. 827. — Togtje door Duitschland. H. 696. — (Leven van). 110. — Overdrukjes. Zie: Catalogas. II. 562. — Hulde. 84. — Jaar- zangen. 217. — Schiller. 309. — Reg. Tooneel. Willigen Pz., A. van der, Les artistes de Harlem H. 563. — (Leven van). 109. Zie: Catalogus. II. 324. Willigen, P. van der, Leerrede. II. 1020. — (Leven van). Lb. 1848, 36. Willink, D., [Verschil! Dichtwerken]. 357. — Amstellandsche Arkadia. H. 528. — Bruiloftdichten. 529, 530, 536, 542, 546, 547. — Lijkdicht. 564. — Lusthof van dank- en beedezangen. 260. Zie: H. de Bosch. 552. — Eerzuil. 453. — Gedenk- teeken. 454, 455. Willink, G., De re argentaria in urbe Amstelaedami. II. 552. Williram, Deutsche Paraphrase d. HohenLiedes. 785. — In Canticum Canticorum Paraphrasis gemina. 784. — Ueberseizung... des Hohenliedes. 785. Zie: Schilter. 776. Willis, A., Bruiloftdicht. 546. Willis, A., K. van Koevorden e. a., Digtlievende Ledigheit. 229. Willküren der Brockmanner. H. 715. Willmet, J., Oratio de ingenio Hebraeorum ad poesin in primis composito. 983. — Oratio de sensu pulcri Arabum. 983. Zie: Biblia. 999. Willms, W. — Zie Ostfriesland. 820. Wilmans, R. — Zie Regesta. H. 725. Wilmowsky, von, Archeologische Funde in Trier.n.730. — Die Falschung d. Nenniger Inschriften. H. 730. — „ Römischen Moselvillen. II. 730. — „ Römische Villa zu Nennig. Et. 730. Wilms, J. W. — Zie Volksliederen. H. 992. Wilp, S. M. van der. — Zie Ruisch. 558. Wilp, W. F. van der, Expositio Alem. vet. Franc, vo- cabulorum in libro Evang. Otfridi usitatorum. Hs. 34. Zie: Benson. 829.
Wilp, S. M. van der, Gedichten. 372. Zie: Gedenkteeken. 454. Wils, Balth. — Zie Reg. Tooneel. Wils, C. — Zie Reg. Tooneel. Wils, H. Boursse. — Zie Boursse Wils. Wiltens C., en J. Danckaerts, Vocabulaer Dnytsch en Maleys. 49. Zie: Collectanea. 49. Wiltens, W., Bruiloftdicht. 550. Wilthemius, J. W., Summa capitulorum Codicis... de rebus Luxemburgensibus. Hs. 37. Wily beguiled. — Zie Engl. Plays. 843. Wnnmer, C. W., Beschreibung einer Reise durch d. Kömgr. d. Niederlande. n. 401. Wimmer, G. A., De Antichrist en de toekomst des Heeren. I[. 385. Winckel (Vernieuwde Gulden). — Zie Vondel. 327. Winckele (Geslacht van den). — Zie v. d. Heyden.n.70. Winckelman, M. E. — Zie Winckelman. 365. Winckelman, J. P., Bondel van stichtelyke mengel dichten. 365. J 8 Winckelmann, J. — Zie Herder. 756. Winckler, C. F., De aetate Speculi Saxonici Speculo Svevico antiquioris. H. 703. Winckler, F., De Marei Antonii triumviri timonio. 11. 854. Wind, P. de. — Zie von Solingen. H. 972. Wind, S. de, Bibliotheek d. Nederlandsche geschied schrijvers. H. 54. Bijzonderheden uit de geschiedenis v. h. strafregt II. 273. Winkel, L. — Zie Wap. 294. Winkel, L. A. te, Grondbeginselen d. Nederlandsche spelling. Ontwerp d. spelling v. h. Woordenboek.153. — Grondbeginselen d. Nederlandsche spelling. Rege ling der spelling v. h. Woordenboek. 153, II. 979. — Leerboek der Nederlandsche spelling. 152. — De logische analyse. 158. — Oefeningen in de kennis... der spelregels. 152. De Nederlandsche spelling onder beknopte rebels gebragt. 152. — Taalkundige bijdragen. 140. — Verslag over een HS. van J. de Rhoer. Hs. 77. Over het werkwoord lijken enz. 158. — Overdrukjes. Zie : Bomhof. 167. — Taalgids. 139. — Taalmaga zijn. 139 de Vries. 163. — Woordenboek. 168. Winkelman, E. — Zie Schriften. II. 769. Winkler, Joh., Algemeen Nederduitsch en Friesch Dia lecticon. 173. — De Nederlandsche geslachtsnamen. II. 981. — Over de taal en tongvallen der Friezen. 822. — Overdrukjes. Zie: Bulle. 822. — Oera Linda Bok. II. 612. Winkler, T. C., Tortues fossiles. H. 948. — Zand en Duinen. H. 295. — Overdrukjes. Zie: Catalogue. II. 662. — Kennis en Kunst. 132. — Page. II. 948. Winkler Prins. — Zie Prins. Winschooten, W. van, Letterkonst. 141.
Winters, W., Bruiloftdicht. 547. Wintershoven, J. B. van, Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 70. Wintgens, B. A., Grafdicht. 566. Wintgens, W., Advies over regterl. organisatie. II. 272. — Conservatieve Koloniale politiek. II. 665. — Conversie der gemeentegronden op Java. II. 671. — Grondwetsherziening en Nationaal onderwijs. II. 1018. — Spec, inaug. de praecipuis differentiis juris Fran- cici et Neerlandici. II. 265. — Onze toestand in Indië. II. 665. — Politieke nabetrachting. II. 1048. — Redevoeringen. 720. . — Redevoeringen en adviezen. 720. — „ over regterl. organisatie. II. 272. — De Regeering tegenover de veepest. II. 290. Winwood, R., Oratie [en Tweede Oratie], II. 366. Wipacherus, D., De thermis Ribariensibus. II. 758. Wippo. — Zie Rerum familiarumque Belgicarum chro- nicon. II. 76. — Voppo. Wirnt von Gravenberg, Wigalois. 794. Wirren (Die) des Jahrhunderts. II. 52. Wirsèn, A. E., De colonia Suecorum in Helvetian! deducta. II. 761. Wirsèn, G. F., Tal om Bank-Inrattningar etc. H. 780. Wirsi-Kirja [Finsch Kerkboek], 991. Wirsingh, Chr. — Zie Ochinus. II. 364. Wirth, J. G. A., Geschichte der Deutschen. n. 690. Wis- en Natuurkunde. H. 937, Hs. 76. Wiselius, J. A. B., Bezoek aan Manila. II. 866. Wiselius, S. Iz., Brief enz. aan J. F. Helmers. 392. — Brieven. Hs. 70. — [Verschil! Dichtwerken]. 394. — Berijmde vertaling v. h. XIVa hoofdst. v. Jesaia.490. — Grafdicht. 577- — Iets belangende het oordelen... over werken van smaak. 3. —■ Kort tafereel der Fransche tyrannie. II. 229. — De Sadduceën [en Nog een blik enz.]. II. 241. — De Slag van Algiers. 495. — De staatkundige verlichting d.Nederlanderen.H.212. — De Tooneelspeelkunst. H. 958. — Verschillende regeringsvormen. H. 929. — Vertoog over de staatkunde. II. 927. — (Leven van). 96. — Overdrukjes. Zie: Bilderdijk. 272, 490. — Habakuk. 318. — Onderzoek. II. 143. — Poèmes. 425. — Woorden boek. 164. — Reg. Tooneel. Wiseman, N., Funeral orat. on Cardinal Weid. 836- Zie: Daems. XVIII. — Keg. Tooneel. Wiseman en Cumming, Redevoeringen. H. 341. Wiss, J., Rudiments of the Shakspearian Drama. 833- Wissel- en 'wondertoneel (Het). H. 194. Wisselregt (Nederlandsch). — Zie Nienhuis. H. 270. Wissemann, J. J., Disput, phil. ad Jobi XXXVH * vers. 7. H. 897. Wissingh, J. — Zie Reg. Toonoel. .Wissmann, Th., King Horn. 845. Wit (Het edel) van Jan de Witt. II. 192. Wit, A. de. — Zie Reg. Tooneel. Wit de jonge, A. de. — Zie Reg. Tooneel. Wit Jz., C. de, Grafdicht. 571. Wit, F. J. de. — Zie Reg. Tooneel. Wit, J. de. — Zie Bruyn. 530. — Lucretius Carus. 601. =— Reg. Tooneel. Wit, J. H. de, De O verstrooming. 496. Wit, L. C. Dudok de, Herinneringen, ontleend aan de reizen te water, te voet enz. H. 48. Wit-Angiertje (’t Soet-ruyckent). 218. Witgeest, S., Natuurlyck Tooverboek. 693. With Jz., C. de. — Zie Bos. 529. With, C. [of K.] J. de, Bruiloftdicht. 540. — Gedichten. 363. — Grafdicht. 567. Zie: Keg. Tooneel. With, L. de (Lijkrede op). 734. Witherspoon, J., Ernstig onderzoek. H. 957. Withuys, C. G., [Verschil! Dichtwerken]. 403. — Het bombardement van Antwerpen. 501. — Brieven a. H. W. Tydeman. Hs. 70. — Feest-Cantate bij het leggen van den l cn steen v. h. Nationaal Gedenkteeken. 517. — Gedenkboek van 1830—31. II. 245. — Hollands vlag. 502. — De Prins van Oranje. 504. — (Leven van). Lb. 1865, 150. Zie: Gedenkrolle. 491. — Jaarboekje. H. 388.— Letteroefeningen. 125. — Proeven. 268. — Sil houetten. 233. — Verzameling. Hs. 65. — Volks liederen. 272. — Reg. en Supp! Reg. Tooneel. Witkamp, E. S., De Ambachtsschool. H. 554. Witkamp, P. H., Aardrijkskundig woordenb. H. 399. — Geschiedenis der 17 Nederlanden. II. 82. — Gids voor reizigers door Nederland. H. 397. — Kaart der Vereen. Nederlanden in 1720. H. 177. — Het Oorlogstooneel in Italië. H. 854. — Het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. H. 549. — Een voortreffelijk zomerverblijf. H. 740. — Overdrukjes. Zie: Tentoonstelling. II. 314, 646. Witkamp, P. H., en P. H. Craandijk, Prins Frederik. H. 260. Witkamp, P. H., en M. Kalff, Prins Hendrik. II. 260. Wits, C. J., Stichtelycke bedenckinglie. 329, 336. Wits, H., Juda ontkroont. H. 839. Zie: Heringa. 96 Witsen, N., Brieven. Hs. 70. — Noord- en Oost-Tartaryen. H. 864. Zie: Gebbard. II. 541. Witsen Geysbeek, P. G. — Zie Geysbeek. Witt, C. de, Lijkrede op G. U. Roemer. 731. Witt, Jac. de, Uitdrucksels v. godt-vruchtige gedach ten. 326. Witt, Johan en Comelis de (Werken over de Ge broeders). H. 156—158.
809 J. DE WITT. F. WOLE. 810 Witt, Johan de, Bericht noop. de secrete Correspon- aentie-penningen. II. 155. — Brieven, n. 141. (? am ^ e ^ en over het karakter van). 457, II. 191, J-V/sO* Zie: de la Court. II. 149. — Deductie. II. 146. — Begister. II. 142. — Resolutien. II. 142. Witt, Johan de, Public Gebedt. II. 150. Witt, P. de, Een patriciër in de XVHe eeuw. II 551 Witt, Th. de. — Zie History. H. 880. Wittaker, Pr., Volunteer Cavalry. 11. 874. Witte, Aeg. de. — Zie Harp-sangen. 590. — Tes tament. 595. Witte, C. E. W. de, Brief a. A. Kluit. Hs. 73. Witte, H., Het driekleurig viooltje. 684. — Elders en thuis. Indrukken en afdrukken, n. 949. — t Groote in ’t kleine. Praatjes over planten. H. 948. — In en om Valkenburg. II. 660. — De Plant. II. 948. — Schetsen uit het plantenrijk. II. 949. Twaalf dagen in den Vulkanischen Eifel. H. 731. ~ V ‘ d- Tuinbou wtentoonstelling te Hamburg. — Overdrukjes. Zie: Davidis. II. 949. Witte Jr., J. E. de, [Versch. Dichtwerken], 390. Zie: Reg. Tooneel. Witte, P. de, Grafdicht. 565, 567. Witte S. S„ Nutzen d. Studiums... d. Wissenschaf ten d. alten Völker. II. 13. Witte van Citters, de. — Zie Citters. Witte van Haemstede. — Zie J. E. de Witte Jr. W XVIi aa Ha6mSt6de ’ J ' P ' de - — ^ Schouwburg. Witte van Haemstede, J. H. A. de, Lierzang. 492. Witte van Haemstede, M. de, geb. van Zuylekom -Lierzang aan mijne landgenooten. 490. — Opwekking aan de Nederlanders. 490. Zie: Gedichten. Hs. 27. — Reg. Tooneel. Witten, H., Memoriae jurisconsultorum. 749. — Memoriae medicorum. 749. ,, philosophorum, oratorum eet. 749. „ theologorum. 748. Witten-oorlog (De), zijnde een getrouw verhaal. H. 192. Wittichius, J., Onbillijkheden d. pijnigingen. H. 925. Wittigs, P. (Lijkrede op). 96. Witlje hoog hoog. Wittje laag laag. 442. Wittstock, H. — Zie Programm. II. 760. Witzenburg, H. H. van, De Storm. 516. Witzleben, J. H. van, Verhaal der Arrestatie. H. 225. Wizlaw von Rügen, Lieder und Sprüche. 789. W. K. — Zie Boon. 529. — Buoh. 56. — Zuschrift. 761. W. L. — Zie W. Lagus. W. M. — Zie W. Messchert. W. M. C. — Zie Reg. Tooneel. W. M. G. — Zie Reg. Tooneel. W. N. K. — Zie Reg. Tooneel. Wocel, J. E., [Verschill. Boheemsche werkjes]. 970! Wocel, J E., Grundzüge der Böhmischen Alterthü- mer. H. 756. - Die Kirche d. Nonnenklosters Porta Coeli. H. 758. — Miniaturen aus Böhmen. H. 756. — Wandgemalde d. St.-George-Legende. H. 756. — Overdrukjes. Wochenblatt d. Kantone Dry, Schwytz u. s. w. II. 763. Wocher, M.. Allgemeine Phonologie. 32. Wocquier, L. — Zie van Lennep. 676. Wodana. Museum voor... oudheidkunde. II. 73. Wöber, P. X. — Zie Cersne aus Minden. 787. Woensel, J. van, Paskaart van de Zwarte Zee. II. 769. Woensel Jr., J. van, Grafdicht. 573. Woensel, P. van, De Lantaarn. II. 211. — Rusland beschouwd. H. 768. Woerman, H., Lijkrede over C. v. Haersma.H. 1055. Zie: Worst. 724. Wörner, C. L. — Zie Correspondenzblatt. 687. Wörterbuch in 200 Sprachen. 41. — (Bergmannisches). 766. — (Jüdisch-Deutsches und Deutsch-Jüdisches). 775. — (Mittelhochdeutsches). 758. (Mittellateiniseh-Hoehdeutsch-Böhmisches). 45. (Taschen) d. Danischen u. Deutschen Sprache. 51. 11 . Deutsch-Zigeunerisches). Woertman, J. J., De societate bonorum conjugali morto umus socii non dissoluta. H. 923. Woeste, P., Overdrukjes. Woeste, J. P. L. — Zie Volksüberlieferungen. 807. Woestenberg, J. van, Invloed v. d. schouwburg. H. 957. Woesthof, A. A., Grafdichten. 567, 670. W hov t en° Ven ’ R ' ~ 216 B ' Büderdi j k S eb - Woest- W oesthoven, M. P.Zie M. P. Elter geb. Woesthoven. Wogen, D. — Zie Alterthümer. II. 744. Wohlbrück, W. A. — Zie Reg. Tooneel. Wojtisek, K. A., Der Kleine Cech. 969. Woker, Ph., De Erasmi Rotterd. studiis irenicis. 76. Wolbersius, J., Otia Franequerana. 896. Wolde, L. van, Brieven. Hs. 70. — Verbuiging der stoffelijke adjectiva. Hs. 3. „ onzer zelfstandige naamwoorden. Hs. 2. Woldemar, G, Zur Geschichte d. Gelehrten- und Schul- anstalten. H. 768. Woldrich, J. — Zie Mittheilungen. n. 753. Wolf (De) in ’t schaapsvel. II. 462. Wolf, Physique. H. 944. Wolf, A. de, De roem van vrije genaden. 264. Wolf, Chr., Onpartijdige aanmerkingen. II. 375. Wolf, C. G., Russisch-hochteutsches Wörterbuch.Hs.36. Wolf, E. P. H., Kerk-inwijding te Homoet. H. 427. Wolf, P., Ueber die Lais, Sequenzen u. Leiche. 783. — Ueber die neuesten Leistungen d. Franzosen f. d. nerausgabe ïhrer Heldengedichte. 941. - Ueber d. wiederaufoefundenen Niederl. Volksbücher v. d. Konigmn Sibille und von Huonv.Bordeaux 694 Zie: Huyge van Bourdeus. 694. — Proben. 924. ’
Wolf, F. A. — Zie Harris. 29. Wolf, H., De laudibus Jenae. II. 745. Wolf, J. W., Beitrage z. Deutschen Mythologie.EL. 698. — Deutsche Götterlehre. II. 698. — Nederlandsche volksoverleveringen. II. 76. Zie: Broederhand (De). II. 184. — Grootmoeder- ken. 134. — Sagen. 807. — Wodamt. II. 73. — Zeitschrift. II. 698. Wolf, N. — Zie Testamentitokamit. 1003. Wolfdietrich. — Zie Heldenbuch. 780. Wolff. — Zie Keg. Tooneel. Wolff, Adr., De bedijking van de Beemster. 364. — Bruiloftdicht. 540. — Grafdicht. 561. — ’s Lants verplichting tot dankbaren wandel. H. 532. — Kedevoering over de vrijheid. H. 532. Zie: Velingius. 910. — Verzameling. 453. Wolff, Adr., en E. Bekker, Aanspraak. .. aan Wil lem Y. 460. Wolff, Alb., L’écume de Paris. II. 830. Wolff, E., Zur Syntax des Verbs bei Adenet le Roi. 933. Wolff, E., geb. Bekker, [Verschill. Dichtwerken]. 377, 378. — [Verschill. Prozawerken]. 635, 636. — [ „ Verhandelingen]. Hs. 31. — Aan de Amsteldamsche Burgers. 478. — „ „ Vaderlandsche Burgers. 477. — Brief aan haar zuster. Hs. 70. — Iets over recensenten. Hs. 7. — Jezus onder de menschen. Hs. 32. — ’s Lands Vreugde Groet. 458. — 'Losse prozastukken en brieven. 636. — De ongelukkige Morgen. Datheniana. 235. — Proeve over de opvoeding. II. 917. — Nieuw Scheepslied ter eere van Willem V. 458. — Vlissings Vreugd bij de aankomst v. Willem V. 458. — De vrijheid aan den Raad v.Vlissingen.II.581,1003. — De ware godsdienstvriend. 653. — Zedenzang aan de menschenliefde. V, CCL1X. — (Werken betreffende). 96, 711, H. 972. — (Van en over). 96. Zie: Blair. 636. — Craigh. 653. — Fabelen. II. 999. — de Genlis. II. 917, XVII. — Gesprek ken. 636. — Grijzaard (De). 634. — Henry. 672. — de Manpertins. 686. —Mieden. 657.— d’Oxenstirn. 636. — de Pouilly. n. 916. — Smollett. 672. — Vollenhoven. 545. — A. Wolff. 460. — Reg. Tooneel. Wolff, E., geb. Bekker, en A. Deken, Brieven [in dichtmaat]. 230. — Brieven van Abraham Blankaart. II. 1010. — „ over verscheiden onderwerpen. 636. — Economische liedjes. 287. — Fabelen. 230. — Nederlands verphgting tot het handhaven der nut tige maatschappijen. 230. — [Verschill. Romans]. 671. — Twaalf leerredenen en eenige gebeden. 653. — Wandelingen door Bourgogne. 230. Zie: de Genlis. 709. — van Ollefen. 883. Wolff, G., Das Römercastell... v. Gross-Krotzenburg. H. 721. Wolff, G. de, Spec. jur. Gelrici inaug. ad Tit. XVI Reformationis legum Zutphaniensium. II. 423. Wolff, H. de. — Zie Reg. .Tooneel. Wolff, J., Belangrijke verhalen v. jonge lieden. 711. Wolff, O. L. B. — Zie Egeria. 916. — Gilion de Trasignyes. 949. — Proben. 273. — Sammlung. 786. — Volksbücher. 809. Wolffganck, J., Bruiloftdichten. 537, 545, 547. Wolfgank, M. J. — Zie van Heusden. 907. Wolfhagen, F. — Zie Fragmenter. II. 718. Wolfram von Eschenbach, [Verschill. werken].790,791. Zie: Sammlung. 779. — Wilhelm d. heilige v. Oranse. 791. Wolfegruber, C. — Zie Thomas a Kempis. 646. Wolheim da Fonseca, A. C. — Zie Fonseca. Wolke, C. H. — Zie Singedigte. 818. Wolkof, B. — Zie Wolf. II. 944. Wolofscli. 987. Wolper, A. F., Minutiae Philologicae. 868. Wolterbeek, J. L., Kerkelijke rede bij de inhuldiging van Willem H. H. 251. — Leerrede bij 50-jarigen predikdienst. 734. — Over het licht, in hetwelk de onderneming van Napoleon moet beschouwd worden. II. 236. — Opwekking tot dankbaarheid. II. 37. Zie: Krummacher. II. 906. — Redevoeringen. 116. Wolterbeek, P. — Zie Catalogus. H. 56. Wolterink, H. W. -— Zie Cats. 324. Wolterink, W. N., Uit den Geuzentijd. 686, H. 113. — Potloodschetsen uit het land v. Zierikzee. II. 574. — Overdrukjes. Wolters, J. — Zie Codex. II. 816. Wolters, W. P., [Verschill. Romans]. 684. — Een artistiek klaverblad. II. 1011. — Leven van J. Kneppelhout. Lb. 1886, 248. — Hen pleidooi voor de gemengde lagere school, n. 313. — Twaalf preken. 726. — Overdrukjes. Zie: Bloemlezing. 225. — Geel. 641, II. 1010. Heemskerk. H. 439. — Landjuweel. 184. Woltjer, J., De Manilio poeta. II. 1029. Woman (A) is a Weathercock. — Zie Engl. Plays. 843. — (A) never vexed. — Zie Engl. Plays. 843. Women (Two aDgry) of Abington. — Zie Engl. Plays. 843. Wonden Christi (Van), een devoet rym. Hs. 11. Wonder-boeck (’T). — Zie David Joris. 618. Wonder-bril (De). — Zie Kist. 673. Wonder-Maer (Dees) end’ Prophetsye wis enz. II. 127. Wonderspreuken van Staat. H. 50. Wonder-Toneel (Nederlands). II. 184. Woord (Een) aan Diximus. n. 505. (Een) aan de Herv. Gemeente v. Nederland. H. 384. — ( „ ) „ ,, spotters. 485. ( „ ) ,, onze Utrechtsche medestudenten. — Zie I Kneppelhout. II. 505.
Woord (Een) aan de vrienden van Oranie. — Zie Eokker. II. 257. — (Een) aan den Waarschuwer, n. 514. — ( „ ) eer het le laat is. II. 220. — ( „ ) in het belang van Europa. — Zie Thor- becke. II. 245. — (Een) op zijn tijd. — Zie van Swinderen. II. 230. — ( .» ) over de aanstaande verkiezingen. II. 341. ( » ) » ■> spelling d. Nederl. plaatsnamen. 172. j ” t J ’ ” verguizing der nagedachtenis van den Vader des Vaderlands, n. 341. — (Een) over het besluit. — Zie v. Herwerden. II. 384. — van een eenvoudig burgerman, n. 341. — (Een) van ernst en liefde. II. 341. — ( „ ) ,, pas. II. 225. — van den Vader. — Zie Enfantin. EL 895. — „ een zoogenaamd Jansenist. II. 341. (Eenvoudig) over de godsdienstige twisten. Zie Huët. ÉL 359. (Een ernstig) aan hen die ... deelnemen in de lea ning. II. 252. — (Een ernstig) aan Nederland. 518. ( » ii ) op uw levensweg. II. 1014. — (ij ii maar liefderijk). H. 341. (Nog een) over de zoogen. Groninger school. H. 383. (Opwekkend) v. Bestuurders v. h. Nederl. Zende linggenootschap. II. 389. — (Een waarschuwend). — Zie Donker Curtius.H.253. Woorden bij het graf van A. Niermeijer. 87. van stichting. Eene bloemlezing enz. 645. — uit den Bijbel. 646, II. 1011. — (Eenige) tot Amshoff, van Bell enz. II. 341. ' — (Gevleugelde). 660. — (Groningsche). Hs. 5. — (Vlaamsche). Hs. 6. — (Die seven) die God sprac. 19. — (De zeven) des Heilands. n. 990. Woorden (Hoogdui tsche oude en nieuwe). 765. — iHoogduitsche zinverwante en gelijklui- dende). 764. (Nederlandsche oude en nieuwe). 161. — (Nederlandsche zinverwante en gelijklui dende). 159, II. 980. Woordenboek (Aardrijkskundig) van Friesland. 11.611. — van het oud Bargoens en Duitsch. — Zie Car touche. 176. (Curieus) van konst- ende bastaartwoorden. 163. — (Engelsch-Nederduitsch en Nederd.-Engelsch). 48. (Nederduitsch-Bargoensch en Bargoensch-Neder- duitsch). — Zie Cartouche. 176. (Nederduitsch Spel- en Taalkundig). 151. — der Nederlandsche taal d. M. de Vries e a 168 n. 981. (Noodwendig) d. zamenleving... voor vrouwen. 4. van Oost-Indische benamingen. Hs. 36. — (Persisch-Hindostansch-Nederlandsch) hoofdzako- hjk over plant- en zeevaartkunde. Hs. 36. Woordenboek (Uitlegkundig) op de werken van P. C. Hooft. 164, 324. — (Vergelijkend) in 200 talen. 41. — (Zinrijk en schertzend). 633. Woordenboeken in meerdere talen. 41, II. 964. — der Deensche taal. 859. ,, Engelsche taal. 837. — „ Fransche taal. 933. „ Hoogdui tsche taal. 757,758,766,11.1022. — „ Latünsche taal. 881. „ Nederlandsche taal. 165, II. 980. — „ Oud-Noorsche taal. 851. — „ Spaansche taal. 919, 920. — (Geschiedkundige), n. 3. Woordenboekje (Hollandsch en Russisch). 49. Woordenlijsten. Hs. 4, 77. Woordenschat ofte Letter-konst. 150. — (Nieuwe Nederduitsche en Maleidsche). 49. — (Nederlandtsche) — Zie Meyer. 161, 162. Woordgronding. 155, II. 980. W l°an<Bds Ud n 263 De BelgiciS praesertiln Ho1 - Woordhouder, T., Grafdichten. 567, 572. Zie: Verzameling. 893. Woordje (Een hartig). — Zie Bruining. II. 240. Woordt, A. van der, Brieven. Hs. 70. — Gedichten en leven. 393, Hs. 30. Zie: van Royen. Ha. 7. Woordt, J. van der. Ter gelegenheid van het Eeuw getijde der Nederlandsche vrijheid. 460. Woordvoeging. 155, H. 980. Woort, L., Plattdeutsche Dichtungen. n. 1024. Words (English dialectical). 840. — (Leicestershire). 841. World (The) and the Child. _ Zie Engl. Plays. 843. Wormius, O., Antiquitates Danicae. 738. Danicorum Monumeutorum 11. VI. 738 et ad eum Doot. Vir. Epistolae. 857. — Fasti Danici. 738. — Regum Daniae Series duplex et Limitum inter Da- mam et bueciam descriptio. 738. Runik s. Danica Literatura antiq. 737, 738. — Specimen Lexici Runici. 738. Zie: Bartholinus. II. 14. Wormser, J. A., Heerlijkheid d. nieuwe bedeeling. 656. Worp, J. — Zie Lovendaal. 294. Worp, J. A., Jan Vos. 94. — Hollandsche vertalingen v. Grieksche treurspelen in de XVIIe eeuw. 295. — Overdrukjes. Worp Tyaerda van Rinsumageest, Chronicorum Frisiae libn tres. — Kronyken van Friesland. H. 608. Worsaae, J. J. A., Alterthumsk. d. Nordens. H. 773. — Danemarks Vorzeit. H. 786. — Die Danen und Nordmanner. H. 832. Om Danmarks tidligste Bebyggelse. II. 785 — Kongegravene i Ringsted Kirke. II. 778.
Worsaae, J. J. A., Protest eines Jütlanders. II. 1021. — Minder fra Yaldemar den Stores Tid. II. 776. — Nordiske Oldsager. n. 778. — Runamo og Braavalleslaget. H. 778. — Overdrukjes. Zie; Christian. II. 776. —Fragmented II. 718.— Kemernp. II. 786. — Mémoires. II. 774. Worst, J. H.. Tweetal leerredenen. 724. Worsteling (De) van het Protestantisme. II. 335. — (De naderende) tusschen de natiën. II. 341. Worstelinge (De) Jacobs. II. 155, 156. Worte (Einige) zur Verstandigung in dem deutsch-da- nischen Streite. II. 719. Wortlaut und Erlauterung d. neuesten Statuten d. Uni- versitaten [in Russlana]. II. 768. Wortley Montague, M., Letters. II. 45. Wotton, G., Linguarum Yeterum Septentr. Thesauri auct. Hickesio, conspectus brevis. 827. Woude, C. van der, Kronyk van Alkmaar. II. 535. Woudenberg, Dina van. — Zie Producten. 73. Woudt, R. van ’t, Lied van de Nederl. jongens. 518. Wounds of civil war. — Zie Engl. Plays. 843. Wouters, A. — Zie Kunstkabinet. 229. Wouters, A. D., Handboek voor Gevangenen. H. 274. — Manuel du prisonnier. II. 274. Wouters, J. M. — Zie Placcaeten. H. 791. Wouters, R., Afzwervende gedachten. 396. — Bruiloftdicht. 540. — Gods tuchtroede over Nederlandt. 455. Wouters, S., Grafdicht. 565. Woutersz., J. G. H. — Zie Reg. Tooneel. Wouthers, A. P. — Zie Reg. Tooneel. Wowerius, J. — Zie Minucius Felix. 888. Wowerus, J. — Zie Walton. 980. W. P. W. — Zie Watts de Peyster. W. R — Zie Reg. Tooneel. Wrede, F., Die Sprache der Wandalen. II. 1023. Wreden, C. de. — Zie Dilthey. 756. Wright (Miss), Tafereelen van Noord-Amerika. H. 874. Wright, Th., Dictionary of obsolete and provincial English. 839. — A History of domestic Manners. II. 840. Wrisberg, H. A., Comment. deAlexandroM.il. 859. Writing (A common). 6. Wrtta-saflc’aya. Oudjavaansch leerdicht. 1002. W. S. — Zie Stem. 176. Wtenbogaert, J. — Zie Uyttenbogaert. W. T. H. — Zie W. ten Houten. Wttewaall, B. W., Overdrukjes. Zie: de la Court. II. 469. — Hofman Peerlkamp. II. 496. Wttewaall van Wickenburgh, B. W., en P. W. Al- storphiusGrevelink, Het Leidsche jagercorps. 11.507. Wttewaal van Stoetwegen, E. W. F, Acad, proefechr. over de Mogendheden van den tweeden en den derden rang. II. 1045. Wttewaal, G„ Brieven a. H. W. Tydeman. Hs. 70. — (Leven van). 96. Zie: Tijdschrift. II. 287. Wttewaall, G. W. — Zie Noord en Zuid. 132. Wttewaal van Stoetwegen, H. A., Diss. hist, de veteri ordine judiciorum apud Hollandos. II. 263. Wtlegginghe. — Zie Ditlegging. Wtroedinghe. — Zie Uitroeding. Wubben, Ebbinge. — Zie Ebbinge Wubben. Wucherer, J. F., De Arii, verae divinitatis Christi hostis, morte misera eet. II. 29. Wuck, St., Kleine Serbische Grammatik. 966. Wülcker, E. — Zie Grimm. H. 1022. — Neujahrs- Blatt. H. 723. Wülcker, R.. P., Grundriss d. Geschichte d. Angel- sachsischen Literatur. 830, H. 1025. Wüllner, F., Ursprung d. sprachlichen Formen. 28. Würdinger, J. — Zie Sammlungen. II. 734. Würth-Paquet, F. X. — Zie Publications. II. 765. — Reg. Tooneel. Würth ainé, J. F. X., Cours préparatoire a l’étude de la littérature hollandaise. 58. — Principes de la langue Hollandaise. 145. Würth ainé, J. F. X., et A. Meyer, Plan de plusieurs cours de langue. 33. Wuestemann, E. — Zie Kries. 750. Wuestemann, E. F., Oratio inmemoriam F. Kruegel- steinii. 753. — Oratio in quartis invenate artis Gutenbergianae ... saecularibus eet. 13. Wüstenfeld, F., Die Academiën der Araber. EI. 864. Wulf, J. P. de. — Zie Ordonnantiën. II. 802. Wulferus, G. F., De Carolo Bellicoso. II. 99. Wulfften Palthe, A. A. W. van, Leven van J. W. Racer. H. 970. Wullem, H. van. — Zie Franken. 905. Wullen, D. van, Gedachtenisrede. II. 438. Wullen, P. van, Grafdicht. 575. Wulp, J. K. van der, Catalogus van Tractaten, Pam fletten enz. H. 55. Zie: Motley. II. 107, 120. Wummel. — Zie Reg. Tooneel. Wunderhom (Des Knaben). Alte Deutsche Lieder.786. Wurfbain, J. G., De Openbaarheid d. gemeenteko- hieren. II. 282. Wurm, C. F., Beleuchtung d. Anzeige d. 5™ Lfg. d. Wörterbuchs von Grimm. 767. — Der europaische Hintergrund d.... Wirren in Ham burg. II. 749. — Studiën in den Archiven von Braunschweig. 69. — Overdrukjes. Wurst, R. J., Praktische Sprachdenklehre. 760. Wurtemberg (Koningrijk). II. 739. Wurzbach, C. von, Festschrift für Griïlparzer. 751. Wustmann, G. — Zie Goethe. 806. Wuttke, H. — Zie Schafarik. II. 768. Wuyster, G., Leerrede over den stormwind. II. 196. W. Y. — Zie Boon. 529. 1 W. v. C. — Zie Broederliefde. 232. W. v. F. — Zie Yirgilius. 299. W. v. N. — Zie W. van Zuylen van Nyevelt. W. v. 8. — Zie SuppL Reg. Tooneel.
52 Y. Yates, E., Recollections and Experiences. II. 1025. Yates, J., French System of Measures. II. 941. — Memoirs illustr. of the History... of Bristol. II. 841. — Textrinum antiquorum, n. 15. — Overdrukjes. Yeesten (Brabantsche). 206. Ykema, Y., Handleiding v. d. Nederlandsche taal. 148. — Handleiding [en Oefeningen] v.d. vormleer. H. 941. — Stijloefeningen. 180. Ymbert, J. G. — Zie Reg. Tooneel. Yntema, J. W., [Verschill. Gedichten], n. 998. — Amsterdam, Parijs en Berlijn. H. 1004. — Gevolgen van het Revolutiemaker 511. — Grafdicht. 567. — Het herstel van Nederland. 490. Zie: Letteroefeningen. 125. — Muller. 810. York Powell, P. — Zie Vigfusson. II. 1025. Yorke, Y., Défence. II. 197. — Memoire. II. 197, 199. Young, E., Klaagzangen. 311. — Nachtgedachten. 311, 635. Yperman, Jehan, Chirurgie. 11. 935. — Traité de médecine pratique, n. 935. Zie: Natnerkunde. Hs. 11. Y Pey > A., Aanmerkingen over verouderde woorden in de Staaten Overzetting van den Bybel. 164, 585. — Bedestondsrede. II. 235. — Brieven. Hs. 70. — Geschiedenis van de Hervorming, n. 34. Ypey, A., Geschiedenis d. Nederlandsche Tale, 138. — Leerrede ter nagedachtenis v. T. A. Clarisse. H. 967. dis^H < ^893 U< ^ S ^ eo ^°^* ae dogmaticae recte regen- — Oratio de vera religione, humanitatis sensui, ubivis gentium excitando apprime accomodata. n. 891. — Overdrukjes. Zie: Beroerten. II. 207. — Braining. Hs. I. _ ?r lg oJ 74 ‘ ~ Historie - H- 610.—Leerredenen. 249 24 ”’ ~ Mel “ St ° ke ' 206 ‘ ~ Verzameling. Y P e X’ en Feith, Oudheid van het Goorecht. 11. o45. ïpey, D. — Zie Verzameling. II. 645. T P e y» N., Gedenkschrift der daden van Menno van Coehoorn. II. 175. — Rede bij de inwijding v. h. schoolgebouw te Bereu- merheide. H. 621. 8 — (Nagedachtenis van). 96. Yriarte, Th. de, Letterkundige fabelen. 316. Yselveer, W. J., Balade op den Domphoorn. 429. Ysenbrant, A. — Zie Verzameling. 220. Ysendijke, A. en C. L. W. van, Bruiloftdichten. 528, ooi/) 5oo. Yserman, P. H. — Zie Gronden. 144. Ysermans, J., Triumphus Cupidinis. 333. Ysidorus (St.), Sermoen. Hs. 19. Yssel de Schepper, G. A„ lotgevallen van Christiern 11 en Isabella van Oostenrijk. H. 784. — Het onregtmatige der Armenwet. H. 293. — (Leven van). Lb. 1869, 31.

Zeebot, G., Nederduytsche gedichten. XVL Zie: Reg. Tooneel. Zeegers, L. Th., Geschiedenis d. Nederlandsche letter kunde. II. 965. — Nederlandsche Spraakkunst. 147. Zie: Bloemen. 182, 200. — Chrestomathie. 181, II. 988. — Tijdperk. 224. Zee-held (De vrolijke). 289. Zeehuizen, J., Bronnen van volkswelvaart. II. 1056. — Verhandeling over de daglooners enz. II. 633. — Overdrukjes. Zeel, G. van, Inleiding tot de Taal- en Redeneer kunde. 32. Zeeland (Provincie). II. 567, 1055, Hs. 51. Zeeland. Jaarboekje. II. 567. Zeemaan, J. W. V. J. en C. L., Brief a. M. Tvde- man. fis. 70. Zeemagt (De) beschouwd, n. 304. Zeeman (De vrolijke). 291. Zeeman, C. F., Nederlandsche spreekwoorden. 172. — Overdrukjes. Zeeman,^D. H., Geschiedenis d. chirurgie in Frankrijk. Zeeman, H., Drank- en drinkwinkels. II. 87. Zeeman, N. — Zie Reg. Tooneel. Zeerecht. II. 270, 925. Zeerechten, inh. dat oudste en hoogste Waterrecht enz. H. 925. Zeerijp, P. van. — Zie Reg. Tooneel. Zee-straet van ’s Graven-Hage. — Zie Huygens. 332. Zeeus, J., Bruiloftdichten. 531, 543. — Grafdicht. 571. — [Verschil! Dichtwerken], 365. — De Zangberg in gevaar. 445. Zie: Horatins. 299. — Juvenalis. 303. — Ree. Tooneel. Zeevaartkunde. II. 939. Zegelied (Oud-Duitsch). Hs. 33. Zegelkunde. H. 7, 1035. Zegels (Teekeningen van). Hs. 74. Zegenwensch over Willem V. H. 1046. Zege-praal (De) des Lichts. 514. der Goddelijke liefde. — Zie van Hoogstraten. 359. — over... Wilhelmus Hl. — Zie Orizant. 437. Zegers, F. en J. — Zie Reg. Tooneel. Zegers Jz., W. — Zie Verzameling. Hs. 55. Zegezang. — Zie Feith. 469. — op de ... Wapenen v. H. K. M. v. Hongaryen. 450. Zeggelaar, J. J., Opdragt wegens den watervloed. 498. Zeggelen, W. J. van, [Verschil! Dichtwerken], 412,413. — Costerliedjes. 515. — Grafdicht. 575. — Leven van S. J. van den Bergh. Lb. 1869, 161. — » „ P. T. Helvetius van den Bereh. Lb 1874, 133. g — (Leven van). Lb. 1879, 201. Zie: Fantasia. II. 984. — Keur. 225 Proza , en poezie. 184. — Silhouetten. 233. — Stekjes. 295. — van der Vliet. 680. — Warre Tvndale. : 812. — Reg. Tooneel. j Zeibieh, H. A., De Fulguritis. H 699. — De Vespasiani numo eet. II. 853. — De viso Drusi Germanici propter Albim. II. 853. Zeibig, H. J. — Zie Fontes. II. 753. Zeiller, M., Topographia Germaniae Inferioris. n. 395. Zeiigenossen. Biographieen u. s. w. n. 6. Zeitschrift für die Archive Deutschlands. II. 687. — für deutsches Alterthum. II. 695. — „ deutsche Mythologie. II. 698. — » Philologie. 743. — » vergleichenden Sprachforschung. 25. — „ vaterlandische Geschichte u. Alterthumskunde Westfalens. II. 724. — für die Wissenschaft der Sprache. 25. — des Bergischen Geschichtsvereins. H 731. — „ Ferninandeums für Tirol. II. 755. — der Gesellschaft für Geschichtskunde von Freibure H. 741. 8 — der Gesellschaft für die Geschichte d. Herzogthümer Schleswig, Holstein und Lauenburg. n. 717. — der historischen Gesellschaft für die Provinz Posen H. 709. — des historischen Vereins f. Schwaben u. Neubunr. H. 737. - 6 des historischen Vereins für das wirtembersrische Franken. II. 739. des Vereins zur Erforschung d. rheinischen Ge- . schichte n. Alterthümer in Mainz. II. 726. des Vereins für Geschichte u. Alterthum Schlesiens. n. 709. — des Vereins für Hamburgische Geschichte.il. 748. « » » Hessische Geschichte u. Landes- kunde. II. 720. — des Vereins für Lübeckiscbe Geschichte. II. 749. — » » ,, Thüringische Geschichte. 11. 746. Zeitungen (Die ersten Deutschen). n. 1058. Zelandus. — Zie J. Bellamy. Zei dam Ganswijk, D. J. ten. — Zie Ganswijk. Zelen. — Zie Zielen. Zelfopoffering van Van Speyk gevierd. II. 244. Zelfstandigheid der Kerk. II. 341. Zell, M., de eerste evang. herder te Straatsburg. 756. Zelle, Untersuchungen zur Deutschen Metrik. 764. Zeller-Werdmüller, fl. — Zie Mittheilungen. II. 762. Zelling, E. J., Berigt over de Klankmethode. 151. Zendbrief (Eenen troostelycken). H 346. — van Jogchem Kraaijepoot. — Zie le Franco van Berkhey. 469. van Jonas Kikkersloot. — Zie le Franco van Berkhey. 470. Zendbrieven der Apostelen [in het Singaleesch], 977 Zendelinggenootschap. II. 389, 390, 1052. Zeudine. H. 389, 1052. Zendings-Almanak. — Zie Almanak. Zenker, J. T., De statu imperii Chalifarum sub finem primi aerae Mohammed, seculi diss. H. 864. Zerbolt van Zutphen, G. — Zie Zutphen. Zerdik, A., Quaestiones Appianeae. II. 1028. Zernotte, L., Historia sine parente eet. H. 15.
Zeper, J., Brief a. D. U. Heinemeyer. Hs. 70. Zesen, Ph. Caes. a [of F. van], Assenat. 810, 860. — Beschreibung der Stadt Amsterdam. II. 539. — Durchaus vermehrter Hoch-deutscher Helikon. 764. — Leo Belgions eet. II. 77. Zie: Arent. 652. Comenius. 44. Zetternam, E., Bedenkingen op de Nederlandsche schilderschool. II. 325. Zettingen en Omslagen van 1496 enz. II. 439. Zeugnisse über das Deutsche Mittelalter. II. 692. Zeune, A., Der fremde Götzendienst. 793. — Gothische Sprachformen und Sprachprohen. 739. Zie: Nibelnngennoth und Klage. 792. Zenss, J. C., Grammatica Celtica. 864. Zeuss, K., Die Deutschen u. die Nachbarstamme.H.691. — Die Herkunft der Baiern. II. 733. Zevecote, J. van, Gedichten. 330. Zie: Reg. Tooneel. Zevenbergen (Gtrootvorstendom). II. 759. Zeyde, C. van der, De leestoon. II. 1016. Zeydelaar, E., Nederduitsche Spraakkonst. 144. — Regelmatige Néderduitsche Spelkonst. 150. — Verhandeling over de Spelling. 150. Z. H. — Zie Z. Heyns. Ziegenbalg, B., Grammatica Damulica. 995. Zieglauer, F. von, Harteneck, Graf der Sachsischen Nation. II. 759. Ziegler, C. L., Ursachen d. Festigkeit alter Römischen Gebaude. II. 1035. Ziegler, F. W. — Zie Reg. Tooneel. Ziegra, G. D., De confusione lingnarum Babylonica. 25. Zielen-lust (Geestelijke) v. h. Evangelische Zion. 263. Zielen-troost (Der) ende vaderlijcke leeringe. 651. — (Den dobbelen) ende vaderlijke leeringe. 651. Zielen-weide der godvrugtige, liederen. 262. Ziele-zangen (Dicht-kundige). 258. Zielkunde. II. 916. Ziels-verlustiging, bestaende in ... geest, liederen. 258. — (Des godsdienstigen Christens). 260. Ziemann, A., Gothischhochdeutsche Wortlehre. 739. — Mittelhochdeutsches Wörterbuch. 758. Zie: Lesebuch. 778. Zierikhoven, C., Kookkundig woordenboek. II. 946. Ziesenis, B. — Zie Zinneprent. H. 225. Ziesenis, J. C. geb. Wattier, Aan Mej. Polly. XI. — ("Werken over). XII. Zigeuners. II. 866. — (Taai der). 975. Zij zullen het niet hebben, het vrije Nederland. II. 341. Zijde, K. van der, De begrafenis van den duivel. 646. Zie: Hooft. U. 105. Zijlker, H. de Ruiter, Regt v. beklemming. H. 643. Zijll, M. J. E. E. van. — Zie Amersfoordt. 416. Zijll, Ph. van. — Zie van Es. 532. Zijll Jz., W. C. van, Oudewater en omtrek. II. 518. Zijlstra, D. P., Historie van Franeker. II. 621. Zijlstra, H., It boask fen de kasteleins dochter. 828. Zijlstra, H., Gelukkig Hansje. 822. — Hwet habbe da Fryske scriüersynachttonimen.821. — Inleiding tot de Friesche spraakkunst. 822. — Klank- en schriftleer d. Friesche taal. 822. — Tsien tuwsen uwt de lottery. 826. — Woordenleer der Friesche taal. 822. Zie: Iduna. 823. Zijnen, A. A. E. H. Steens, geb. Ampt. — Zie Steens. Zijp, J. van, Baras klagt over het afzijn van haaren minnaar Assedin. 381. Zie: Boileau. 177. — Dyl. 553. — Reg. Tooneel. Zijtsema, J. — Zie Reg. Toonoel. Zillesen, C., Aanmerkingen op het Leydsche Ontwerp der gewapende corpsen. II. 476. — De eer van het Patriottismus. H. 211. — Finantieel betoog. II. 222. — Geschiedenis der Vereenigde Nederlanden. H. 211. — Onderzoek der oorzaken v. d. opkomst enz. der... volken. II. 1035. — Wijsgeerig onderzoek wegens Nederlands opkomst enz. II. 219. — (Leven van). Hs. 54. Zie: Ernstige (De). 128. Zillesen, G. J. (In memoriam). 96. Zimmer, H., Die Nominalsuffize a und a. 740. Zimmerman, J. Decker, Bom, Bam. Vriendschaps- gave. 309. — Gedenkstuk voor de Evang. Luth. Gemeente te Utrecht. H. 600. — Het grondbeginsel d. Protestantsche kerk. H. 382. — Hij heeft ons verscheurd, Hij zal ons ook genezen. H. 254. — De Hollandsche natie in 1830. 501. — Kinderen der vergetelheid. 195. — Een Kostschool in 1795. H. 309. — Leerrede bij Nederlands bevrijding. H 232. — ,, ,, 50-jarigen Predikdienst. 734. — „ over Psalm 87 :1. 736. — [Verschil! Leerredenen]. 724. — Maarten Luther. H. 36. — Negen volksliederen. 272. — Uitzigten bij den herhouw onzes tempels. H. 1055. — Willem de Zwijger. 501. — Zij is vastgegrond op de heilige bergen. H. 342. — (Leven van). Lh. 1868, 16. Zie: MeDgelingen. 500. — Domela Nieuwenhuis. H. 600. — Schiller. 309. — Warnsinck. 86. Zimmerman, Joh. C., Chequeriana. 644. Zie: Gids (De). 130. — Potgieter. 196, 410. Zimmerman, J. J., De voortreflijkheid d. christelijke godsdienst. H. 376. Zimmerman, W. H. — Zie Klijn. 195. Zimmermann. — Zie Lessing. 800. Zimmermann, F. G., Ueher d. Heautontimorumenos des Terenz. 885. Zimmermann, J. L. — Zie Wagner. 756. Zincgreven, J. W., Duytsche Apophthegmata. 169. — Der Teutschen scharfsinnige Kluge Sprüch. 768. Zinne-beelden (LVH Morale). — Zie Barbonius. 626.
825 ZINNEBEELDEN. — a. Zinnebeelden of beeldspraak in naamdicht. — Zie Wapperom. 395. Z- ^' N. T. J- — Zie J. ’t Hooft Jz. Zinnicq Bergmann, F. J. E. van. — Zie Bergmann. Zirardini, G. — Zie Vergani. 914. Zirclaria, Thomasin von. — Zie Thomasin. Zirkel, F. — Zie Keport. II. 876. Ziska ’ Zie Volk süeder. 773. — Volksmahr- chen. 807. Zitzschar, F., De anno... passionis S. Polycarpi. n. 31. Zjermez, A. Karelsz van. — Zie Reg. Tooneel. Zobel, Gedanken über d. Ursprunge d. Sprache. 27. Zoelen, Groeninx van. — Zie Groeninx. - Zoeloes (Taal der). 988. Zoepfl H., Die Hanptmannsehaft des Götz von Ber- uchingen ïm grossen Bauernkriege. n. 694. ~ ^bei den Prozess von Kurmainz gegen Götz von Berlichmgen. II. 694. Zoet, J., [Yersohill. Dichtwerken]. 335, 336. — Aan Nederland. 482. — Op ’t Affronteeren van ’t Hol. 435. — Bruiloftdicht. 538. Zie: Huygens. 331. _ Parnassus. II. 987. — Vive- nus. 663. Zoete, F., Bruiloftdicht. 542. Zoeteboom, H., De Zaanlants Arkadia. II. 533 Zie: Lnst-hofje. 276. - H. J. Soet. - H. Soeteboom Zoller, E. — Zie Andersen. 860. Zola, E. — Zie Célébrités. 927. Zoltén, J. — Zie La Motte Fenelon. 951. Zomerkrans (Een). Album van poëzy en kunst. 308. Zon, A. L. van. — Zie Z. M. van Zon. 376. Zon, Z. M. van, Stichtelijke gedichten. 376. 2011 ’ ^ akker va “> Nog wat lectuur op het ontbijt en de theetafel. H 1010. H — .[Verschil! Romans], 672, 673. Zondvloed (De) ... verklaard. II. 888. Zonhoven, G. van, Bruiloftdicht. 545. — Kort verhaal v. h. beleg ... d. stad Leiden. H. 465. Zie: Meerman. II. 368. Zonhoven, Olivier van. — Zie Reg. Tooneel. Zonne-licht (Het zuivere Vaderlands), n. 543. Zoon (Verloren). — Zie Historie. 697. Zorgdrager, C. G., Bloeyende opkomst d. Groenland- sche Visscherij. II. 289. Zout (Het) der gezelligheid. 292. Zoutelande, Mme de. — Zie de la Court. H. 149. Zoutmaat, C., Grafdicht. 561. Zoutmaat, G., Opwekking aan Leydens Burgery 461 Zie: Geisweit. 633. — Inwijding. 494. Zoutman (Ter gedachtenis van J. A.). 482. — of de edelmoedige held. 469. Zoutmans Victorie (A la). 287. Zpevnik Ces-ky’ (Spolecensky'). H. 1033. Zschokke, H„ Het dorp der goudmakers. 682. — Novellen. 682. Zie: Bericht. II. 768. — Reg. Tooneel. Z. S. J. — Zie Remède. 966. Z. T. J. U. 8., Grafschrift, n. 506. A. VAN ZUYLEN JH. 826 Zubli, A. J., [Verschil! Dichtwerken], 384. Aan de leden v. het Genootschap Kunstmin spaart geen vlyt. X. — Aanspraak aan Kunstmin spaart geen vlyt. X. Dichttafereel van den winter. 489. — Grafdichten. 563, 571, 577, II. 1008. — Hulde aan de Vlootvoogden. 495. — Lierzang aan het Bataafeche volk. 484. » „ Leydens burgery. 488. — Nederland verlost. 490, 518. — Triumfzang op de overwinning van de Nederlan ders. 493. — Wederkomst van Lodewijk Napoleon. 489. Zie: Nienwjaarwenschen. 523. — Ree. en Sannl. Reg. Tooneel. Zubli de jonge, J. — Zie Thomson. 636. Zubli, J. A. J., Grafdicht. 572. Zucht naar standsverheffing. —Zie van Meerten. H.311. (De) voor t vorstlijk Huis enz. — Zie Genootschap. — (De) van Johan de Witt. — Zie Luzac. II. 191. Zfilch, G. — Zie Rhenus. II. 721. Znichemus ab Aytta, Viglius. — Zie Viglius. Zuid-Afrika. H. 869. Zuid-Amerika. II. 881. Zuid-Holland (Provincie). II. 437, 441. 1053. Zuid-Nederland (Uit). Vlaamsche verzen. 226. Zuilichem, Eyck van. — Zie Eyck. Zulen, Dire van, geeft een Leen. Hs. 42. Zulen, Johan van, beloven enz. Hs. 42. Zumbag de Koesfeit, C., Ontwerp tot droogmaking van het Haarlemmermeer. II. 529. Zupitza, J. — Zie Heldenbuch. 780. Zurck, E. van, Bruiloftdicht. 542. — Codex Batavus enz. n. 262. Zie: Kolaert. 906. Zurk, E. Studler van. — Zie Studler. Znrmfihlen, H. — Zie Liederbuch. 775. Zunnfihlen, B. — Zie Redevoeringen. 116. — Ree. Tooneel. Zus, N., Schieland uit de oudheid opgedolven. Hs. 50. Zuschrift (Kleine) fiber d. Unterschied zwischen dich und dir. 761. Zusters (De) of historie van Lucia en Carolina. 669. Zutphen, A. van, Nederlandsche uitvindingen, n. 286. — Vaderlandsche spreekwoorden. 170. Voorberigt, behelzende de reden van de uiteave enz. 144. ^ Zutphen, Gerard Zerbold van (Leven enz. van). 77. — De Bijbel ter lezing aanbevolen. H. 333. Zutphen, Hendrik van. —Zie v.Herwerden.H.345,346. Zutphen, P. van. — Zie van ’t Sant. Hs. 6. Zutphen Az., P. van, Brief over den Franschen tijd. 174. Znttere, P. A. de. — Zie Franck van Word. n 355 — Sepp. II. 35. Zuyderhoek, N. — Zie Breedvelt. 530. Z ^kom, M. de Witte van Haemstede geb, — Zie Witte van Haemstede. Zuyien Jr., R. A. van, Inventaris d. Archieven van s Hertogenbosch. H. 410,
Zuylen van Nievelt, van, Ben woord naar aanleiding van den Open brief. II. 283. Znylen van Nievelt, A. van. — Zie Machiavel. II. 1009. — Zie Plutarchus. 599. Zuylen van Nievelt, J. van (Geschriften over). II. 520. Zuylen van Nyevelt, C. van, Het Liberalismus. II. 359. Znylen van Nyevelt, EL van, Brieven a. W. Bilder- dijk. Hs. 70. — (Leven van). Lb. 1853, 121. Zuylen van Nyevelt, H. F. van, De hospitio militari. n. 301. Znylen van Nyevelt, J. A. van, Brief a. D. U. Heine- meyer. Hs. 70. Zuylen van Nyevelt, P. J. van, Naklank der bazuin enz. II. 360. — Het Schaakspel gemakkelijker gemaakt. H. 941. Zuylen van Nyevelt, W. van, Die Fonteyne des levens. 622. Zie: Carion. II. 12. — Sonterliedekens. 236, 237. Zuylichem (Heer van). — Zie Const. Huygens. Zwaag, W. C. van der, Tweetal leerredenen. H. 652. Zwaan Csz., J. A. de (Leven van). Lb. 1863, 400. Zwaan (Den singende). 261, 282. Zwaardemaker, C. — Zie Tolk (Onze). 132. Zwaardemaker, D. (Herinnering aan). 413. — Nagelaten gedichten. 413. Zwaerdecroon, H., P. Terentius Comedien. XYI. Zie: Reg. Tooneel. Zwaluw (De). Volksblad. H. 977. Zwan, K. van der, Ben ernstig woord. H. 1014. Zwanenbeek Pauw, J. M., Roepstem. II. 970. Zwartenhoff, H. — Zie Uitspanningen. 222. Zwartte, A., Stichtelijke poezy. 365. Zweden. H. 775. Zweedsch. 859. Zweepslag (De Amsterdamsche). VU. Zweerts, B. en C. — Zie Reg. Tooneel. Zweerts, H., [Veracliill. Dichtwerken]. 343. Zweerts, H. — Zie Gebedt. 229. — Opschriften. H. 88. Zweerts K. of C., [Verschil! Dichtwerken]. 353, 354. — Plaizirige Kijvagien. 666. — Stichtelijke gezangen en zedeliederen. 260. — Zede- en zinnebeelden. 193. Zie: Apollo. 279. — La Fontaine. 314.— Minne zangen. 279. Zweerts, P., Bruiloftdichten. 533, 542, 547, 548. — Gedichten. 368. — Lijkdicht. 564. — Verhandelingen gedaan in Felix Meritis. H. 936. Zie: Reg. Tooneel. Zwenken, Keetje, alias Ruige Keet (Levensgevallen van). II. 521. Zwierbol (De vrolijke). 289. Zwierman, P., Op het uitzeilen der vloot. 469. Zwingli, J. D., Brief a. H. W. Tydeman. Hs. 73. Zwitserland. II. 761, 1061. Zwitserland en de Jezuitenvraag. H. 762. Zwysen, J., Herderlijke brief. II. 341. Zybandt, A. — Zie Reg. Tooneel.
BIJVOEGINGEN EN VERBETERINGEN. Abèl-Rémusat, Overdrukjes. Acquoy, J. G. R., Overdrukjes. Aesopus Stomachatus. — Lees: — Stomachatus. Alda Guarini moet vervallen. Alkmar, Heinrik von. — Zie Heinrik. Amelot de la Houssaye. — Zie La Houssaye. Amstel, J. Ploos van, lees: Amstel, Ploos van. — Zie Ploos. Apostolins, Mich., Proverbiae. 872. Ane, Hartmann von. — Zie Hartmann. Aylva Rengers, L. H. W. van, Overdrukjes. Backer.Korff, J. — Lees: Bakker Korff, J. [de 3 titels op Kol. 39 vermeld behoorden dus op Kol. 41 vermeld te worden], Bamberg, Otto van. — Zie Otto. Bellovacensis, Vinoentius. — Zie Vincentius. Berg, Willem Graaf van den. — ZieTadema.II. 121. Bergh, P. P. Helvetius van den. — Lees: Beret P. T. Helvetius van den. 6 ’ Bolswert, Boëtius a. — Zie Boëtius. Bosch, H. van Heyningen. — Lees: Bosch, vanHey- ningen. — Zie Heyningen. Bosgoed, D. Mulder. — Zie Mulder. Clerc, Guillaume le. — Zie Guillaume. Collenutius, Pandolphus. — Zie Pandolphus. Dorn, Reinbot von. — Zie Reinbot. Duijkerius, J. — Lees: Duykerius, J. Eblnnge Wubben, P. A., Beschrijving van Staphorst. 11. OuO, — Geschiedenis van het beleg van Hasselt. H 637. Zie: ter Stege. II. 688. Rms, Rudolf von. — Zie Rudolf. Eschenbach, Ulrich von. — Zie Ulrich. Eschenbach, Wolfram von. — Zie Wolfram. Escury van Heinenoord, O. d’. — Lees: Escury van Heinenoord, H. Collot d’. Everwijn Hubert, J. — Zie Hubert. Paber van Riemsdijk, J. C. (Leven van). Lb. 1864, 345. Freiberg, Heinrich von. — Zie Hninrinly Fussesbrunnen, Konrad von. — Zie Konrad. Guarini, J. B., Alda, Carmen elegiacum. 888. Guillot de Marcilly. — Zie Marcilly. Haasloop Werner, G. — Zie Werner. — Zee# : Haas loop Werner. — Zie Werner. Haemstede, Witte van. — Zie Witte. Hagenau, Reinmar von. — Zie Reinmar. Heer (Zingt den). 268. Hendrik van Zutphen. — Zie Zutphen. Iddekinge, J. E. H. Hooft van. — Zie Hooft. Ustand. II. 787. IJslandsoh. 850, II. 1025. IJver en vriendschap, vertoond als de voornaamste zuilen eener Maatschappij. X. Jehan de Meung, Consolation de Boece. Hs. 35. Klingen, Walther von. — Zie Walther. La Houssaye, Amelot de. — Zie Aubry du Mauriez. 11. 106* Langenstein, Hugo von. — Zie Hugo. La Villemarqué, Th. de. — Zie Barzas-Breiz. H. 1027. Le Prince Se Beaumont (Mad.). — Zie van Meerten- Schilperoort. 712. Le Sueur Fleck, P. — Zie Fleok. Lichtenstein, Ulrich von. — Zie Ulrich. Lorris, Guillaume de. — Zie Guillaume. Lynden, J. C. van. — Zie Buurt. Medenbach Wakker. — Zie Wakker. Megenberg, Konrad von. — Zie Konrad. Mist, J. Uytenhage de. — Zie Uytenhage. Montfort, Rudolf von. —Zie Rudolf. Morungen, Heinrich von. — Zie Heinrich. Munster, Diederick van. — Zie Diederick. Norman, Levyssohn. — Zie Levyssohn Norman. Ondtshoom, Reede van. — Zie Reede. Raad (Breeden). — Zie Yertooch. H. 686. Remusat, Abel, Overdrukjes moet vervallen. Repgow, Eike von. — Zie Eike. Riemsdijk, J. C. Paber van (Leven van). — Lees: Zie Paber. Roemer Visscher. — Zie Visscher. Rön, Kasper von der. — Zie Kasper. Rügen, Wizlaw von. — Zie Wizlaw. Schedel Perencz, J. E. — Zie Vörösraarty. 992. Schepper, Yssel de. — Zie Yssel de Schepper. Schimpdichten op de Wet op de liefdadigheid in België. 516. Schmidt, H. J., Scheiding van Staat en Kerk. Lees: Smidt, H. J. Scoenhoven, Johannes van. — Zie Johannes. Sedlnitzky, de Perponcher. — Zie Perponcher. Servatius legende (Sinte). 206. Simon van der Aa. — Zie Aa, Simon van der. Sonius Swaagman. — Zie Swaagman, Sonius. Stirum, van Limburg. — Zie Limburg Stirum. Suchem, Ludolf von. — Zie Ludolf. Superville, D. P. G. Humbert de. — Zie Humbert. Tieboel Siegenbeek, D. — Zie Siegenbeek. Toischer, W. — Zie Ulrich von Eschenbach. 796. Trimberg, Hugo von. — Zie Hugo. Ufford, Quarles van. — Zie Quarles van Ufford. Veldeke, Heinrich von. — Zie Heinrich. Visconti, J. B. Primi. — Zie Primi. Vogelweide, Walther von der. — Zie Walther. Volkaersbeke, Kervyn de. -— Zie Kervyn. Vosmaer, S. E. — Zie Heyns, 8. E., geb. Vosmaer. Warnars, P. Meijer. — Zie Meijer Warnars. Wattier, J. C. Ziesenis geb. — Zie Ziesenis. Weert, Jan de. — Zie Jan. Weissenburg, Otfried von. — Zie Otfried. Wevel, Gillis van. — Zie Gillis. Wisenpière, Warny de. — Zie Warny. Witte Tullingh, Oldenbarnevelt gen. — Zie Olden- barnevelt. Würzburg, Konrad von. — Zie Konrad.




#*!fp, -* SR, >-" >* 4* ■^f' m m r ^ c : ^ W